Eerder werden reeds de wijzigingen van het tijdskrediet zonder motief en van het tijdskrediet met motief besproken. Deze keer bekijken we welke wijzigingen er komen in het tijdskrediet voor oudere werknemers, de zogenaamde ‘landingsbanen’. Indien voldaan is aan een aantal voorwaarden, kunnen oudere werknemers immers halftijds of 1/5e tijdskrediet opnemen tot ze met pensioen gaan. Achteraan dit nieuwsbericht vindt u nog een samenvattend schema. 1. Leeftijdsvoorwaarde a. Vanaf 55 jaar Werknemers vanaf 55 jaar hebben recht op 1/5e tijdskrediet (1 dag of 2 halve dagen per week) of halftijds tijdskrediet. b. Vanaf 50 jaar Voor bepaalde werknemers is er echter al recht op tijdskrediet voor oudere werknemers vanaf 50 jaar. Het gaat hier meer bepaald om werknemers: • Met een zwaar beroep; • Met een lange loopbaan; • In een bedrijf dat erkend is als onderneming in moeilijkheden of herstructurering. Om recht te hebben op tijdskrediet voor oudere werknemers vanaf 50 jaar, moet bovendien aan een aantal bijkomende voorwaarden voldaan zijn. 1) Halftijds tijdskrediet Om vanaf 50 jaar recht te hebben op halftijds tijdskrediet, moet op het ogenblik van de schriftelijke kennisgeving cumulatief voldaan zijn aan volgende voorwaarden: • De werknemer was actief in een zwaar beroep gedurende minstens 5 jaar in de laatste
10 jaar of 7 jaar in de laatste 15 jaar; EN • Dit zwaar beroep komt voor op de lijst van beroepen waarvoor een significant tekort aan arbeidskrachten bestaat (de zogenaamde ‘knelpuntberoepen’).
1
2) 1/5e tijdskrediet Om vanaf 50 jaar recht te hebben op 1/5e tijdskrediet, moet voldaan zijn aan één van de volgende voorwaarden: • De werknemer was actief in een zwaar beroep gedurende minstens 5 jaar in de laatste
10 jaar of 7 jaar in de laatste 15 jaar; OF • De werknemer heeft een lange loopbaan, dit is een beroepsloopbaan van minstens 28 jaar, doorlopen. Deze mogelijkheid moet uitdrukkelijk voorzien zijn in een sectorale CAO. Bij 1/5e tijdskrediet moet het zwaar beroep dus niet voorkomen op de lijst met knelpuntberoepen, zoals bij halftijds tijdskrediet het geval is. 3) Zwaar beroep Onder een zwaar beroep wordt verstaan: • Het werk in wisselende ploegen; • Het werk in ononderbroken diensten; • Het werk in een arbeidsregime met nachtprestaties. 4) Lange loopbaan Een lange loopbaan is een beroepsloopbaan als werknemer van minstens 28 jaar. In CAO nr. 103 wordt nog verder bepaald hoe deze loopbaan van 28 jaar berekend wordt. 5) Onderneming in moeilijkheden of herstructurering Werknemers kunnen vanaf 50 jaar 1/5e of halftijds tijdskrediet nemen, indien dit aanvangt in een periode waarin de onderneming erkend is als onderneming in herstructurering of onderneming in moeilijkheden, overeenkomstig de regelgeving voor de werkloosheid met bedrijfstoeslag (het vroegere brugpensioen). Aan volgende voorwaarden moet cumulatief voldaan zijn: • De onderneming kadert zijn aanvraag tot erkenning binnen een herstructureringsplan en
toont aan dat ontslagen zijn vermeden; • De onderneming toont bij zijn aanvraag tot erkenning aan dat daardoor het aantal werknemers dat overgaat naar het stelsel van werkloosheid met bedrijfstoeslag is verminderd; • De minister heeft in de erkenningsbeslissing uitdrukkelijk vermeld dat aan deze voorwaarden is voldaan.
2
2. Anciënniteitsvoorwaarde De werknemer moet vóór de schriftelijke kennisgeving gedurende 2 jaar verbonden geweest zijn door een arbeidsovereenkomst met de huidige werkgever. Deze termijn kan echter in onderling akkoord tussen de werknemer en de werkgever worden ingekort. Aangezien er geen minimumanciënniteit bepaald is, zouden de werknemer en de werkgever dus zelfs een anciënniteit van 0 maanden kunnen afspreken. Daarnaast moet de werknemer op het moment van de schriftelijke kennisgeving een beroepsloopbaan als loontrekkende van minimum 25 jaar kunnen aantonen. Om deze loopbaan te berekenen, worden de dagen waarvoor loon werd uitbetaald in aanmerking genomen. Dit wordt verder gespecifieerd in CAO nr. 103. 3. Tewerkstellingsvoorwaarde Werknemers die halftijds tijdskrediet willen nemen, moeten minstens 3/4e van een voltijdse betrekking hebben gewerkt in de 24 maanden vóór de schriftelijke kennisgeving. Werknemers die 1/5e tijdskrediet willen nemen, moeten gewoonlijk tewerkgesteld zijn in een arbeidsregeling gespreid over 5 dagen of meer, én moeten voltijds of 4/5e van een voltijdse betrekking in het kader van tijdskrediet zonder of met motief gewerkt hebben in de 24 maanden vóór de schriftelijke kennisgeving. 4. Duur Het halftijds tijdskrediet moet opgenomen worden per minimumperiode van 3 maanden. Het 1/5e tijdskrediet moet opgenomen worden per minimumperiode van 6 maanden. Er is daarentegen, in tegenstelling tot wat het geval is bij het tijdskrediet zonder of met motief, geen maximumperiode voorzien. Het tijdskrediet voor oudere werknemers kan dus blijven lopen tot aan de pensionering. 5. Overgangsmaatregelen De nieuwe CAO nr. 103 treedt pas in werking zodra het Koninklijk Besluit betreffende het tijdskrediet aangepast is. Ze zal ten laatste in werking treden op 1 september 2012. De oude regeling van CAO nr. 77bis blijft echter van toepassing in de volgende gevallen: • Voor alle eerste aanvragen en verlengingsaanvragen voor tijdskrediet die vóór de
datum van inwerkingtreding van CAO nr. 103 ter kennis gegeven werden aan de werkgever; • Voor werknemers van minstens 50 jaar die vóór de inwerkingtreding van CAO nr. 103 hun loopbaan al hebben verminderd overeenkomstig CAO nr. 77bis, en die na de inwerkingtreding van CAO nr. 103 een eerste verlengingsaanvraag indienen; • Voor werknemers die vóór de inwerkingtreding van CAO nr. 103 al gewoon halftijds tijdskrediet hebben genomen volgens CAO nr. 77bis, en die willen overstappen naar 3
het halftijds tijdskrediet voor oudere werknemers volgens CAO nr. 77bis, indien voldaan is aan volgende voorwaarden: o De werkgever werd vóór 28 november 2011 schriftelijk op de hoogte gebracht van het tijdskrediet; o Het tijdskrediet voor oudere werknemers volgt onmiddellijk aansluitend op en in dezelfde vorm als het lopende tijdskrediet. Ten laatste vanaf 1 september, zullen er dus 3 systemen naast elkaar bestaan: • De oude regeling van vóór 1 januari 2012, voor de werknemers die onder de toen
bepaalde overgangsbepalingen vielen; • De regeling die geldt sinds 1 januari 2012, voor de werknemers die vóór 1 september tijdskrediet genomen hebben, en onder de overgangsbepalingen van de nieuwe CAO nr. 103 vallen; • De nieuwe regeling van CAO nr. 103, die ten laatste vanaf 1 september 2012 van toepassing is.
4
6. Schema TIJDSKREDIET OUDERE WERKNEMERS (LANDINGSBANEN) 1/5e TIJDSKREDIET
HALFTIJDS TIJDSKREDIET LEEFTIJDSVOORWAARDEN
1. Vanaf 55 jaar.
1. Vanaf 55 jaar.
2. Vanaf 50 jaar indien:
2. Vanaf 50 jaar indien:
•
•
Zwaar beroep 1 minstens 5 jaar in laatste 10 jaar of 7 jaar in laatste 15 jaar EN staat op lijst knelpuntberoepen;
OF
OF •
Onderneming in herstructurering.
•
moeilijkheden
of
1.
Lange loopbaan: beroepsloopbaan van minstens 28 jaar2; OF
•
ANCIËNNITEITSVOORWAARDE
Zwaar beroep 1 minstens 5 jaar in laatste 10 jaar of 7 jaar in laatste 15 jaar;
Onderneming in herstructurering.
moeilijkheden
of
Vóór de aanvraag 2 jaar verbonden geweest zijn door een arbeidsovereenkomst met de werkgever3; EN
2.
TEWERKSTELLINGSVOORWAARDEN
Beroepsloopbaan als loontrekkende hebben van minimum 25 jaar op het ogenblik van de aanvraag (uitz. lange loopbaan: 28 jaar).
Minstens 3/4e gewerkt hebben in de 24 maanden vóór de schriftelijke kennisgeving.
1. Gewoonlijk tewerkgesteld zijn in een arbeidsregeling gespreid over 5 dagen of meer; EN 2. Voltijds gewerkt hebben in de 24 maanden vóór de schriftelijke kennisgeving OF 4/5e in het stelsel van CAO nr. 77bis.
DUUR
BEDRAG UITKERINGEN
Minimum: 3 maanden
Minimum: 6 maanden
Maximum: tot aan de pensionering
Maximum: tot aan de pensionering
•
€ 469,65/maand
•
€ 218,15/maand
•
€ 263,26/maand (alleenstaande)
(BRUTO)
Vanaf 1/02/2012
OPM: Geen extra Vlaamse aanmoedigingspremie mogelijk bovenop deze bedragen!
OPM: Geen extra Vlaamse aanmoedigingspremie mogelijk bovenop deze bedragen!
1
Zwaar beroep = werk in wisselende ploegen; werk in ononderbroken diensten; werk in een arbeidsregime met nachtprestaties. Enkel indien deze mogelijkheid uitdrukkelijk voorzien is in een sectorale CAO. 3 Kan ingekort worden in onderling akkoord. 2
5