Vokawijzer 29 November 2013
Hoe uw intellectuele eigendom valoriseren? Aanbevelingen om uw intellectuele eigendom maximaal te laten renderen
Woord vooraf Kennis en innovatie worden te pas en te onpas aangeduid als het enig resterende Westers kroonjuweel en de uitweg bij uitstek voor ondernemingen uit de crisis. Ze hebben echter slechts commerciële waarde als ze beschermd worden door intellectuele eigendomsrechten. Daarom heeft de aandacht voor intellectuele eigendom in ondernemingen de laatste jaren een spectaculaire vlucht genomen. Zo wordt bijvoorbeeld het aandeel van intellectuele eigendom in het netto vermogen van alle ondernemingen in de Verenigde Staten op 40 procent geraamd. Door de bewustmaking omtrent het belang van intellectuele eigendom zijn er steeds meer aanvragen voor geregistreerde intellectuele eigendomsrechten, ook in België. In 2013 verleende het Europees octrooibureau 2.409 Europese octrooien aan Belgische ondernemingen. Toch hinken we op dit punt nog een stuk achter op buurlanden zoals Nederland (6.441) en Duitsland (34.167). Ondanks het stijgend aantal registraties blijven veel ondernemingen in Vlaanderen met vragen zitten over het commercieel rendement van registraties en intellectuele eigendom in het algemeen. Om de ervaringen van ondernemingen met intellectuele eigendom beter te kunnen inschatten, liet Eubelius in samenwerking met het onderzoeksbureau Insites een bevraging uitvoeren bij Vlaamse ondernemingen. Het doel van deze Vokawijzer is om op basis van dit onderzoek en via zeven concrete aanbevelingen de intellectuele eigendom die in uw onderneming aanwezig is, maximaal te laten renderen. Zo moet het mogelijk worden om met innovatie werkelijke waarde te creëren uit intellectuele eigendom. Niet langer enkel innovatie, maar waardevolle innovatie, oftewel “innovalue”. Ik wens u een leerrijke lezing, Jo Libeer Gedelegeerd bestuurder Voka, Vlaams netwerk van ondernemingen
Vokawijzer 29 • 3 •
De auteurs
Véronique Pede is associated partner bij Eubelius waar zij zich volledig toelegt op intellectuele eigendomsrechten.
Pieter Callens is als advocaat bij het kantoor Eubelius gespecialiseerd in intellectueel eigendomsrecht, informaticarecht en marktpraktijken.
Vokawijzer 29 • 4 •
Inhoud Woord vooraf De auteurs 1. Registreer uw intellectuele eigendom slim 2. Intellectuele eigendom als breekijzer voor commerciële afspraken 3. Intellectuele eigendom en kennis contractueel beschermen 4. Intellectuele eigendom laten renderen door samenwerking 5. Bewaak de intellectuele eigendom in de markt 6. Intellectuele eigendom fiscaal inzetten 7. Wat als je niet kunt / wilt registreren
Vokawijzer 29 • 5 •
3 4 6 13 18 23 28 32 36
1. Registreer uw intellectuele eigendom slim
“It is easier to build strong applications than to repair weak registrations” Er bestaan verschillende soorten geregistreerd en niet geregistreerd intellectueel eigendom, intellectual property of IP.
Geregistreerde intellectuele eigendom: • Een octrooi (Engels: “patent”, Frans: “brevet”) beschermt een uitvinding. Voor een uitvinding die nieuw, inventief, industrieel toepasbaar en toegelaten is, verleent de overheid de aanvrager (al dan niet na een onderzoek ten gronde van de voorwaarden) een monopolierecht voor 20 jaar. Een octrooi kan een product of een werkwijze (of vaak beide) beschermen. • Een merk (Engels: “trademark”, Frans: “marque”) beschermt het teken (zoals een naam en/of logo) waarmee een onderneming haar waren en/of diensten aanduidt en onderscheidt van andere ondernemingen. Met een merk kan u anderen verbieden om een identiek of overeenstemmend teken te gebruiken voor dezelfde of gelijksoortige waren of diensten. Bij registratie dient u de categorieën van waren en diensten aan te duiden waarvoor u uw merk gebruikt. Indien uw merk als bekend merk beschouwd wordt (zoals CocaCola), kan u zelfs derden verbieden het teken te gebruiken voor andere waren en diensten. Naast klassieke merken kunnen onder bepaalde voorwaarden ook kleuren, slogans, vormen en geluiden (jingles) beschermd worden. Een merkregistratie kan onbeperkt in stand gehouden worden. • Een model (Engels: “design right”, Frans: “modèle”) beschermt de uiterlijke vormgeving van een product. Enkel een vormgeving die nieuw is en een eigen karakter heeft, geniet bescherming. Bij een eigen karakter mag het product geen déjà vu gevoel opwekken in vergelijking met de bestaande producten. Een model heeft een maximale geldigheidsduur van 25 jaar.
Vokawijzer 29 • 6 •
Niet-geregistreerd intellectuele eigendom: • Auteursrecht (Engels “copyright”, Frans “droit d’auteur”) beschermt elk origineel werk dat in een concrete vorm is uitgedrukt. Het werk geniet auteursrechtelijke bescherming vanaf het ogenblik van creatie en voor een termijn van 70 jaar tot na de dood van de auteur. Anders dan vaak verondersteld wordt, vindt het auteursrecht een ruime toepassing in de ondernemingswereld. Tekeningen, handleidingen, reclamefolders, software, databankstructuren, powerpoint presentaties, prototypes,… zijn beschermd door het auteursrecht als ze origineel zijn. Hiervoor is geen enkele registratie vereist, maar zal de datering van het werk vaak een belangrijke rol spelen. • Een niet-ingeschreven Gemeenschapsmodel is een beperkte vorm van bescherming die aan modellen in de EU verleend wordt, zonder enige vorm van registratie. Net zoals een geregistreerd model dient een niet-geregistreerd model nieuw te zijn en een eigen karakter te hebben. Het niet-ingeschreven Gemeenschapsmodel geniet slechts 3 jaar bescherming en de toegekende rechten zijn minder ruim dan een ingeschreven Gemeenschapsmodel. IP-gerelateerde rechten: Naast de intellectuele eigendomsrechten stricto sensu hebben ook volgende immateriële activa een belangrijke plaats in de intellectuele eigendomsstrategie van een onderneming: • knowhow en confidentiële informatie (bedrijfsgeheimen) • handelsnamen • domeinnamen
Binnen bovenvermelde categorieën zijn registraties het speerpunt van de intellectuele eigendomsbescherming. Merken, modellen en octrooien moeten geregistreerd zijn om van hun bescherming te kunnen genieten. Auteursrechten bekomt men daarentegen zonder registratie noch formaliteit, het is dus gratis. Dit lijkt misschien op het eerste gezicht een voordeel, maar dit is het zeker niet. Niet-geregistreerde rechten gaan immers gepaard met veel meer onzekerheid en bewijsproblemen. Zo moet u bij een auteursrechtelijk beschermd werk steeds zelf het bewijs van ontwikkeling (en datering) kunnen geven. Bij geregistreerde rechten is dit net omgekeerd. Het is aan een tegenpartij om te bewijzen dat uw registratie niet geldig is. Daarom geniet uw onderneming met een registratie een strategisch voordeel. Niet-geregistreerde rechten zijn slechts een noodoplossing, voor als men niet kan of wil registreren (zie deel 7).
Vokawijzer 29 • 7 •
Bijna 9 op de 10 bedrijven beschikt over geregistreerde IE rechten; dit gaat dan vooral om merken. Q: Beschikt uw organisatie over geregistreerde intellectuele eigendomsrechten? Q: Over welke geregistreerde IE rechten beschikt uw bedrijf momenteel?
Geregistreerde IE rechten?
12%
Merken
53%
Modellen
38%
Octrooien
88% Ja
Nee
N = 179 | Filter: Geen
35%
Ik heb geen idee Geen van bovenstaande
12%
5%
N = 111 | Filter: Bedrijf beschikt over geregistreerde IE rechten
Het strategisch belang van registraties wordt ook in Vlaanderen meer en meer ingezien. Bijna 9 op de 10 bedrijven beschikken over geregistreerde intellectuele eigendomsrechten. Het merendeel van deze registraties zijn merken (53 procent), gevolgd door modellen (38 procent) en octrooien (35%). De aandacht voor registraties neemt in Vlaanderen dus stelselmatig toe. Maar waar vaak nog te weinig aandacht aan besteed wordt, is de sterkte van een registratie. In veel gevallen maakt de onderneming bij de registratie zelf reeds een ongelukkige keuze of besteedt de onderneming naderhand onvoldoende zorg aan de link tussen de registratie en het gebruik van het geregistreerde in de praktijk. 1.1 Sterke merken Er bestaan veel soorten merken: woordmerken en beeldmerken komen het meest frequent voor. Maar onder bepaalde voorwaarden kunnen ook kleuren, geuren, geluiden, slogans, hologrammen, vormen, of zelfs bewegende beelden en positioneringen als merk gedeponeerd worden.
Vokawijzer 29 • 8 •
Van alle merken bieden woordmerken vaak nog de beste bescherming gezien deze merken de tand des tijds goed doorstaan en de kleur en vormgeving van het merk aangepast kan worden zonder een nieuw merk te moeten deponeren. Beelden, logo’s en kleuren zijn gevoeliger voor modetrends en zijn daarom vaak meer aan verandering onderhevig. Bij de aanpassing van het beeld moet een nieuw merk geregistreerd worden om voldoende beschermd te blijven. Dat brengt uiteraard de nodige tijd en kosten met zich mee. Maar bij het registreren van (woord)merken is de keuze van het merk op zich reeds belangrijk voor de waarde van de merkregistratie. Het merk moet in staat zijn de producten en diensten van een onderneming te onderscheiden en een bepaalde identiteit voor de onderneming te waarborgen. Hoe meer het merk daartoe in staat is, hoe sterker het merk. Een onderneming kiest soms een merk dat in zekere mate het product (of een kenmerk ervan) beschrijft. Beperkt beschrijvende merken zijn eerder zwak. Een volledig beschrijvend merk is zelfs juridisch niet geldig en vernietigbaar. De sterkste merken zijn merken waarvan de naam of de weergave zeer ver verwijderd liggen van de normale aanduiding van het product in kwestie (zoals Apple voor ICT-producten) en/of verzonnen woorden zijn (zoals Senseo, Axa,...). Een sterk merk is juridisch makkelijker te verdedigen omdat er zelfs met een kleine toevoeging of wijziging aan het merk sprake zal zijn van een inbreuk: Bijvoorbeeld: ITcomputing voor een ICT-bedrijf is minder sterk dan bijvoorbeeld Wall. Indien een derde het merk ITsoft gaat gebruiken voor ICT-diensten zal dit wellicht moeilijk als een merkinbreuk kunnen beschouwd worden, terwijl Wallsoft hoogstwaarschijnlijk wel een merkinbreuk zal uitmaken. Een ander aspect dat de sterkte van een merk bepaalt is het gebruik dat ervan gemaakt wordt. Door het merk meer en vaker te gebruiken, wordt het sterker omdat het publiek het merk leert kennen als afkomstig van een bepaalde onderneming. Juridisch is het zeer belangrijk dat het merk gebruikt wordt zoals het werd geregistreerd. Bij een dispuut over twee merken, zal steeds gekeken worden naar de merkregistratie waarop vermeend inbreuk wordt gemaakt. 1.2 Sterke octrooien In vergelijking met merken, zijn er minder ondernemingen die octrooien registeren. Maar als er octrooien geregistreerd worden, gebeurt dit vaker in grotere aantallen.
Vokawijzer 29 • 9 •
Organisaties hebben het vaakst tussen de 1 en de 10 geregistreerde merken. Octrooien komen vaker voor in grote getallen.
Q: U gaf aan dat uw organisatie beschikt over geregistreerde merken, octrooien of modellen. Over hoeveel registraties gaat het hier?
Modellen
Octrooien
15%
49%
Merken
31%
26%
28% 1 tot 10
10% 11 tot 20
5%
10%
14%
24%
14%
10%
26%
21 tot 50
Meer dan 50
12%
26% Geen idee
N = 111 | Filter: Bedrijf beschikt over geregistreerde IE rechten
Om een octrooi te kunnen aanvragen, moet de uitvinding nieuw zijn. Dit betekent dat uw onderneming de uitvinding nog op geen enkele wijze geopenbaard mag hebben. Vaak komt het voor dat een onderneming geen octrooi meer kan deponeren omdat het product reeds getoond is op een beurs of omdat documentatie is verschaft aan zakenpartners die niet gebonden waren door een confidentialiteitsplicht. Daarom is het belangrijk om zo vroeg mogelijk een octrooi aan te vragen en om derden waarmee u over de uitvinding spreekt steeds een confidentialiteitsovereenkomst te laten ondertekenen. Een belangrijke misvatting over octrooien is dat het zou moeten gaan om hoogtechnologische producten. Dit is niet juist. De maatstaf voor octrooieerbaarheid is dat het moet gaan om iets nieuws in industriële context, niet noodzakelijk “spits”technologie. De te octrooieren uitvinding moet weliswaar nieuw en voor een vakman inventief zijn, maar ook niet meer dan dat. De praktijk leert trouwens dat de eenvoudige maar welgevonden nieuwigheden vaak de beste octrooien opleveren. Zo werden ooit octrooien genomen op de ritssluiting en de reiskoffer op wielen. Mits de juiste strategie, kan een onderneming met octrooibescherming voor lange tijd exclusiviteit opbouwen. Denken we in Vlaanderen in dit verband
Vokawijzer 29 • 10 •
bijvoorbeeld aan Unilin dat in de markt van laminaat een volledig imperium heeft opgebouwd aan de hand van octrooien op de techniek om houten panelen samen te klikken. Bij een octrooi is de verwoording van de uitvinding zeer belangrijk. Laat u daarom bij het indienen van octrooien bijstaan door een gespecialiseerd octrooibureau met ingenieurs die ervaring hebben in het schrijven van octrooien. De mate van bescherming wordt bepaald door de octrooitekst. Een sterk octrooi omschrijft alle mogelijke varianten en uitvoeringsvormen van de uitvinding. Voorts moet het octrooi ook zoveel mogelijk beschrijven in hoeverre de uitvinding verschilt met wat reeds bestaat, zijnde de “stand van de techniek”. Daarom is het van groot belang om op voorhand over een goede kennis van de stand van de techniek te beschikken. Dit kan u deels zelf doen door zeer goed de ontwikkelingen van uw concurrenten wereldwijd op te volgen. Daarnaast kan u ook vragen aan uw octrooibureau om in de octrooidatabanken zoveel mogelijk octrooien terug te vinden die wereldwijd reeds bestaan en verband houden met uw uitvinding. De opvolging van de ontwikkelingen en octrooien binnen uw productdomein is overigens niet enkel nuttig voor het schrijven van een goed octrooi, maar zal u ook inzicht doen verwerven in mogelijke blinde vlekken in de stand van de techniek. Binnen deze blinde vlekken is misschien plaats voor nieuwe (octrooieerbare) ontwikkelingen (zie deel 5). Om een goede octrooibescherming binnen uw sector te verwerven, volstaat het meestal niet om één octrooi te hebben. De beschrijving van een uitvinding in een octrooi is een momentopname. Zodra de octrooiaanvraag gepubliceerd is, is een concurrent reeds bezig om manieren te vinden om uw octrooi te omzeilen. Zelden kan een technologie volledig afgedekt worden met een octrooi. Het octrooi is trouwens ook eindig en vervalt na 20 jaar. Ondernemingen die via octrooien een succesvolle marktpositie verwerven, zijn ondernemingen die steeds verder bouwen op hun bestaande octrooien. Zodra er een nieuw aspect ontwikkeld wordt, bestaat de kunst erin om dit afzonderlijk te deponeren via een bijkomende octrooiaanvraag. Niet alleen blijft men daarmee op octrooigebied eeuwig jong, maar maakt men het de concurrentie een stuk moeilijker om de markt (veilig) te betreden. Opnieuw is Unilin hiervan een treffend voorbeeld. 1.3 Waar registraties nemen? Intellectuele eigendomsrechten zijn territoriale rechten die per land of gebied (Benelux / Europees) gedeponeerd moeten worden. Waar een onderneming haar registraties moet nemen, verschilt van onderneming tot onderneming en van markt tot markt. Als algemene leidraad kan gesteld worden dat het belangrijk is dat er octrooibescherming is in alle grote afzetgebieden van uw onderneming én op plaatsen waar uw concurrenten productieplaatsen hebben of kunnen hebben.
Uit de bevraging van Vlaamse ondernemingen blijkt dat de intellectuele eigendomsrechten van Vlaamse ondernemingen voornamelijk binnen de Europese Unie en meer specifiek binnen de Benelux gelden.
De eigendomsrechten waarover de bedrijven beschikken gelden vooral binnen de Europese Unie en meer specifiek binnen de Benelux
Q: Binnen welke regio(‘s) gelden de eigendomsrechten waarover uw bedrijf beschikt?
Benelux:
48%
Grote Europese landen: 28%
VS: 27%
China: 24%
Japan: 15%
Ganse EU:
55%
Andere niet-Europese landen: 24% Geen idee: 11%
N = 111 | Filter: Bedrijf beschikt over geregistreerde IE rechten
2. Intellectuele eigendom als breekijzer voor commerciële afspraken
“Smart offence is the best defence” Veel ondernemingen zijn zich inmiddels bewust van het belang van goede en sterke registraties. Maar nog al te vaak valt de aandacht van de onderneming voor intellectuele eigendom in grote mate weg ná de eigenlijke registratie. Om intellectuele eigendom ten volle te laten renderen, is het registreren op zich onvoldoende. Registratie mag geen eindpunt zijn, maar moet voor uw onderneming net het beginpunt vormen van een goede intellectuele eigendomsstrategie. Dit betekent in de eerste plaats dat u deze rechten moet afdwingen. Elke registratie (octrooi, merk of model) creëert een belangrijk monopolierecht, maar de houder van de registratie staat zelf in voor het afdwingen van de verworven exclusiviteit. Dit betekent dat u als onderneming op uw strepen dient te staan wanneer een derde in het vaarwater van één van uw registraties komt of dreigt te komen. In Vlaanderen wordt nog al te vaak geaarzeld om actie te ondernemen wanneer een schending van de intellectuele eigendomsrechten dreigt. Zeker wanneer het gaat om concurrenten, leveranciers of klanten heerst er vaak terughoudendheid om op te treden. Deze terughoudendheid heeft veel te maken met een belangrijke misvatting. Deze misvatting bestaat erin te denken dat actie ondernemen op basis van intellectuele eigendomsrechten steevast uitmondt in lange rechtsprocedures die voor de onderneming veel kosten teweeg brengen maar uiteindelijk commercieel en financieel weinig opleveren. De bevraging heeft uitgewezen dat de realiteit in de meeste gevallen anders is. In Vlaanderen leidt een geschil inzake een vermeende inbreuk op intellectuele eigendomsrechten in 46 procent van de gevallen tot een overeenkomst (licentie, dading,…) met de inbreukmaker. Slechts in 20 procent van de gevallen komt er een gerechtelijke procedure.
Vokawijzer 29 • 13 •
23% van de organisaties werd ooit in gebreke gesteld door een derde partij wegens een vermeende inbreuk op zijn/haar merk, octrooi, model of auteursrecht. In bijna de helft van de gevallen werd het geschil beëindigd na het sluiten van een overeenkomst. Opvallend is ook dat 22% van de bedrijven die in gebreke werden gesteld niets meer hoorde van de tegenpartij.
Er werd een overeenkomst gesloten tussen partijen: dading, licentie, enz.
46%
Na antwoord van uw onderneming werd niets meer gehoord van de tegenpartij
22%
Na antwoord van uw advocaat werd niets meer gehoord van de tegenpartij
20%
Gerechtelijke procedure
20%
Uw onderneming heeft de, vermeende, inbreuk stopgezet met schadevergoeding
17%
Uw onderneming heeft de, vermeende, inbreuk stopgezet zonder schadevergoeding
17% 12%
Arbitrage
Andere Ik heb geen idee
2% 7%
N = 41 | Filter: Ooit in gebreke gesteld door een derde wegens vermeende inbreuk op IE
Ongeveer dezelfde statistieken komen naar voor in een situatie waarbij een Vlaamse onderneming zelf een derde in gebreke stelt: slechts in 21 procent van de gevallen mondt het geschil uit in een gerechtelijke procedure. In 42 procent van de gevallen zet de tegenpartij de inbreuk vrijwillig stop en in 40 procent van de gevallen wordt een overeenkomst (dading, licentie,…) gesloten tussen partijen.
Vokawijzer 29 • 14 •
1 op de 4 organisaties heeft ooit een andere organisatie in gebreke gesteld wegens inbreuk op IE. De geschillen werden meestal beëindigd zonder schadevergoeding of door het sluiten van een overeenkomst.
De derde heeft de, vermeende, inbreuk stopgezet zonder schadevergoeding
42%
Er werd een overeenkomst gesloten tussen partijen: dading, licentie, enz.
40%
21%
Gerechtelijke procedure
19%
Arbitrage Na antwoord van de derde heeft uw onderneming niet langer aangedrongen
14%
Na antwoord van de advocaat van de derde heeft uw onderneming niet langer…
12%
De derde heeft de, vermeende, inbreuk stopgezet met schadevergoeding Andere
9%
2%
Ik heb geen idee
16%
N = 43 | Filter: Ooit een andere organisatie in gebreke gesteld wegens inbreuk op IE
Deze cijfers tonen aan dat actie ondernemen op basis van intellectuele eigendomsrechten in de meerderheid van de gevallen leidt tot een stopzetting van de inbreuk en/of commerciële afspraken met meerwaarde voor uw onderneming. 2.1 Intellectuele eigendom als zwaard en breekijzer Om intellectuele eigendom maximaal te laten renderen dient er voldoende aandacht te zijn voor het afdwingen van uw intellectuele eigendom. Het gaat hierbij overigens niet enkel over geregistreerde intellectuele eigendom. Ook voor schendingen van nietgeregistreerde intellectuele eigendomsrechten zoals auteursrechten of knowhow dient voldoende aandacht te zijn. Deze rechten kunnen bijvoorbeeld ter discussie komen te staan wanneer een ex-werknemer bij een andere onderneming aan de slag gaat en daar belangrijke confidentiële informatie en/of auteursrechtelijk beschermde bedrijfsdocumenten van uw onderneming verder gebruikt. Vokawijzer 29 • 15 •
U dient op het vlak van intellectuele eigendom uiteraard niet te schieten op alles wat beweegt. Het zal zeker voorvallen dat actie tegen een andere onderneming vanuit commercieel oogpunt niet opportuun is. Maar wanneer uw onderneming systematisch nooit enige actie onderneemt wanneer derden inbreuk dreigen te maken op uw intellectuele eigendom, dan schort er iets aan de IP-strategie. Afdwingen van intellectuele eigendomsrechten is immers een essentieel onderdeel van elke IP-strategie. Het afdwingen van uw intellectuele eigendomsrechten zelf (door middel van ingebrekestellingen en/of het starten van gerechtelijke procedures) gebeurt via een advocaat. U mag evenwel niet uit het oog verliezen dat bij de start van elke juridische actie ook een belangrijke commerciële afweging gemaakt moet worden. Vooraleer actie te ondernemen dient elke onderneming zich immers af te vragen wat zij precies wenst te bereiken met de actie. In de meeste gevallen zal de onderneming enkel willen dat de derde de inbreuk stopzet. Maar vaak beschikt de inbreukmaker ook over elementen die de onderneming interesseren, zoals eigen intellectuele eigendom. Bij een octrooi-inbreuk bijvoorbeeld is het goed mogelijk dat de inbreukmaker zelf over octrooien beschikt die voor uw onderneming een struikelblok kunnen vormen of die nuttig zijn om ongehinderd uw eigen onderzoek en ontwikkeling verder te kunnen voeren. Naast de intellectuele eigendom kunnen ook andere elementen waarover de derde beschikt, interessant zijn voor uw onderneming, zoals bijvoorbeeld het distributienetwerk van de derde waar u graag toegang toe zou hebben met uw eigen producten. Zonder actie op basis van uw eigen intellectuele eigendom zou u wellicht nooit toegang krijgen tot elementen van de derde die uw onderneming interesseren. Het in gebreke stellen van een derde onderneming via uw intellectuele eigendom kan de inbreukmaker er echter toe bewegen gesprekken met uw onderneming te voeren en/of toegiften te doen die er anders nooit zouden komen. Intellectuele eigendom is daarom vaak een breekijzer voor commerciële afspraken. Heel wat ingebrekestellingen op het vlak van octrooien of modellen leiden in de praktijk tot kruislicenties (“cross-licenses”). Via een kruislicentie staan ondernemingen toe elkaars intellectuele eigendom en/of knowhow te gebruiken (al dan niet mits bijkomende betaling van een vergoeding door de ene of de andere partij en/of andere modaliteiten). Kruislicenties vormen vaak de basis voor R&D-samenwerkingen of andere commerciële samenwerkingen. In andere gevallen leidt een kruislicentie er eenvoudigweg toe dat uw onderneming met een gerust gemoed haar eigen ontwikkeling en commercialisatie van producten of diensten verder kan zetten zonder zich zorgen te moeten maken om andermans intellectuele eigendomsrechten. 2.2 Intellectuele eigendom als schild Omgekeerd is het hebben van een solide intellectuele eigendomsportefeuille de beste verzekering tegen juridische acties van derden. Wanneer u zelf in gebreke wordt gesteld door een andere onderneming wegens inbreuk op haar intellectuele eigendomsrechten,
Vokawijzer 29 • 16 •
zal u met goede eigen intellectuele eigendomsrechten beter gewapend zijn om een gerechtelijke procedure of schadevergoeding te vermijden. De kans bestaat dat de andere onderneming eerder geïnteresseerd zal zijn in bepaalde van uw eigen intellectuele eigendomsrechten, dan dat de zaak op de spits gedreven wordt. Hoewel er zoals gezegd in Vlaanderen nog te weinig gebruik gemaakt wordt van intellectuele eigendom als commercieel breekijzer, tonen cijfers toch een zekere kentering in deze houding. Een kwart van de Vlaamse ondernemingen heeft zelf ooit een andere onderneming in gebreke gesteld wegens inbreuk op een merk, octrooi, model of auteursrecht. 23 procent van de ondernemingen werd zelf ooit in gebreke gesteld door een derde partij op grond van intellectuele eigendom. 23% van de organisaties werd ooit in gebreke gesteld door een derde partij wegens een vermeende inbreuk op zijn/haar merk, octrooi, model of auteursrecht. 1 op de 4 organisaties heeft ooit een andere organisatie in gebreke gesteld wegens inbreuk op IE.
Ooit een derde in gebreke gesteld?
Zelf ooit in gebreke gesteld?
23%
34%
35%
41%
42%
Ja
Nee, nooit
25%
Ja
Ik heb geen idee
N = 179 | Filter: Geen
Nee, nooit
Ik heb geen idee
N = 179 | Filter: Geen
Deze kentering is logisch gezien intellectuele eigendom slechts kan renderen wanneer het ingezet en commercieel gebruikt wordt.
Vokawijzer 29 • 17 •
3. Intellectuele eigendom en kennis contractueel beschermen
“Knowledge is power. Protected knowledge is value” Het is een misvatting dat de bescherming van kennis en intellectuele eigendom enkel draait om registraties. Eén van de belangrijkste beschermingen voor de intellectuele eigendom van een onderneming gebeurt via de overeenkomsten van deze ondernemingen. Om ooit een registratie van intellectuele eigendom te kunnen nemen, is de eerste vereiste dat alle intellectuele eigendom zich nog bij de onderneming bevindt. Daarbij moet u goed voor ogen houden dat op heel veel zaken intellectuele eigendomsrechten (kunnen) rusten, gaande van ontwikkelingsdocumenten, over powerpoint presentaties tot foto’s op internet en software. Om uw kennis en innovatie ten volle te laten renderen is derhalve constante aandacht voor intellectuele eigendomsrechten vereist. Het is op vandaag onontbeerlijk om de nodige aandacht te besteden aan intellectuele eigendom in uw interne (arbeidsovereenkomsten) en externe (confidentialiteitsovereenkomsten, samenwerkingsovereenkomsten, productiecontracten,…) contracten. In de praktijk zien we dat intellectuele eigendomsrechten in contracten jammer genoeg te vaak vergeten worden. Alsof intellectuele eigendomsrechten het privilege zouden zijn van de afdeling R&D en van de ingenieurs. Indien u hiervan uitgaat, dan loopt het gegarandeerd mis. Wie heeft niet het verhaal gehoord van de distributeur die moet opgezegd worden maar alle merknamen van het bedrijf heeft geregistreerd? Of het verhaal van de onderneming die door een dispuut met haar website-ontwikkelaar genoodzaakt wordt om de ganse website te wijzigen omdat blijkt dat de intellectuele eigendomsrechten niet bij de onderneming berusten? Intellectuele eigendom komt in de business van iedere onderneming dus dagelijks voor in zeer veel situaties, ook al hebben die niet per se met R&D en innovatie te maken. Maar dat wordt niet altijd beseft. En dat is waar de nodige aandacht voor moet zijn. Deze aandacht ligt vooral in het permanent monitoren van degenen waarbij intellectuele eigendomsrechten (kunnen) ontstaan of zitten en tijdig in te grijpen wanneer een overdracht of licentie nodig is.
Vokawijzer 29 • 18 •
Licentie of overdracht? Afspraken over het overgaan van intellectuele eigendomsrechten vallen contractueel steeds uiteen in ofwel een licentie, ofwel een overdracht. Een licentie is de situatie waarbij de eigenaar van de intellectuele eigendomsrechten eigenaar blijft maar een bepaald gebruiksrecht geeft op zijn intellectuele eigendom. Licentie is te vergelijken met de huur van een woning. Ook daar blijft de eigenaar van de woning steeds eigenaar, maar verschaft hij de huurder een gebruiksrecht op de woning. Bij overdracht gaat de eigendom van de intellectuele eigendomsrechten over en verliest de oorspronkelijke eigenaar deze rechten. Overdracht is te vergelijken met de situatie van verkoop van een woning.
3.1 Arbeidsovereenkomsten en overdracht van rechten Een onderneming is nooit initieel de auteur van een werk of de uitvinder ervan. De persoon van de auteur of uitvinder is de oorspronkelijke eigenaar van de intellectuele eigendomsrechten. Het bedrijf kan pas eigenaar worden door overdracht van de betrokken intellectuele eigendomsrechten. Hiervoor zijn schriftelijke overdrachtsclausules van intellectuele eigendomsrechten vereist die moeten voldoen aan wettelijke vereisten. De aandacht voor intellectuele eigendom moet reeds beginnen bij de overeenkomsten met uw eigen werknemers en/of dienstverleners (bijvoorbeeld managers). Met uitzondering van werknemers die voor R&D aangeworven worden, wordt in deze overeenkomsten vaak niets voorzien voor de overdracht van intellectuele eigendomsrechten. Nochtans voeren werknemers en dienstverleners zeer vaak taken uit waarin intellectuele eigendomsrechten uit voortkomen. Zonder overdracht van deze rechten, kan uw onderneming problemen krijgen. Zo kan bijvoorbeeld gedacht worden aan één van uw beste werknemers die een originele lay-out voor uw beursstand had geconcipieerd, maar die vervolgens het bedrijf verlaat. Als hij zijn auteursrechten niet aan uw onderneming heeft overgedragen, kunt u wellicht beter een nieuwe beursstand bedenken voor het volgende jaar. Daarbij moet u vervolgens nog hopen dat deze werknemer niet door uw grootste concurrent is aangeworven en de “look and feel” van uw beursstand aan hem heeft doorgegeven.
Vokawijzer 29 • 19 •
3.2 Vroeg begonnen is half gewonnen: confidentialiteitsovereenkomsten Na de nodige aandacht in interne overeenkomsten voor intellectuele eigendom, dient u vervolgens in de relatie met derden waakzaam te zijn. In contacten of samenwerkingen met derden moet u bewust nagaan wat de plaats en het lot is van intellectuele eigendom, zowel de eigen intellectuele eigendom als die van de wederpartij. Men doet dit dus best zo vroeg mogelijk, nog voor creaties en/of uitvindingen ontstaan. Het contract bij uitstek dat intellectuele eigendomsrechten nog voor hun ontstaan afschermt, is de geheimhoudingsovereenkomst ook wel confidentiality of non-disclosure agreement (NDA) genoemd. Door een derde waarmee u wenst samen te werken te verplichten om innovaties en creaties geheim te houden, vermijdt u dat deze derde zelf een registratie kan nemen op het product of de werkwijze, dat hij het zelf op de markt gaat brengen én verzekert u zich ervan dat u zelf nog intellectuele eigendomsregistraties kan nemen in een latere fase. Uit het onderzoek blijkt dat de geheimhoudingsovereenkomst een goed ingeburgerde praktijk is. De IP-enquête leert dat geheimhoudingsovereenkomsten zeer vaak worden afgesloten en dat daarbij in de eerste plaats gedacht wordt aan het opleggen van strikte voorwaarden en het beschermen van eigen kennis en ontwikkelingen.
Ondernemingen sluiten voornamelijk geheimhoudings - en R&D samenwerkingsovereenkomsten af. Bij het afsluiten van zo’n IE overeenkomsten met derden wordt vooral gelet op de strikte knowhow uitwisselingsvoorwaarden en het strikt aflijnen van de gebruiksrechten op de IE rechten. Q: Welke overeenkomsten met betrekking tot IE rechten sluit uw onderneming af en toe af? Q: Bij het afsluiten van overeenkomsten tussen uw bedrijf en derden, op welke specifieke zaken van Intellectuele Eigendom wordt dan gelet?
29%
Geheimhoudingsovereenkomsten
27%
R&D samenwerkingsovereenkomsten License-out overeenkomsten, voor IE die uw bedrijf door derden laat gebruiken License-in overeenkomsten, voor IE die uw bedrijf van derden gebruikt Overeenkomsten tot overdracht van intellectuele eigendomsrechten Settlement (dadingsovereenkomst) met betrekking tot intellectuele eigendomsrechten Geen van bovenstaande
Ik heb geen idee
24% 18% 15%
De uitwisseling van knowhow moet aan strikte voorwaarden verbonden zijn
47%
Ervoor zorgen dat gebruiksrechten op de IE rechten bij het toestaan ervan strikt afgelijnd zijn
35%
Alle IE rechten die voortkomen uit ontwikkelingen van de contractspartij, moeten eigendom worden van de organisatie
33%
Ervoor zorgen dat contractspartijen geen rechten op de IE rechten van de organisatie verwerven
32%
De betaling van een redelijke vergoeding voor het gebruik van IE rechten van de organisatie
10%
Geen van bovenstaande
9% 33%
Vokawijzer 29 • 20 •
Ik heb geen idee
25% 2% 10%
Voor de aanvraag van octrooien zijn geheimhoudingsovereenkomsten levensnoodzakelijk aangezien ‘nieuwheid’ een vereiste is voor aanvraag. Bij vroegtijdige bekendmaking kan er geen octrooi meer aangevraagd worden. Een goede geheimhoudingsovereenkomst vereist duidelijke definiëring en aflijning waarop de geheimhouding slaat en deze geheimhouding moet strikt verwoord zijn. Indien u zelf gevraagd wordt om een geheimhoudingsovereenkomst te ondertekenen, dient u er rekening mee te houden dat geheimhoudingsovereenkomsten vaak ook allerlei andere clausules dan pure geheimhoudingsclausules bevatten. Vaak bevatten ze ook overdracht of verdeling van de intellectuele eigendomsrechten. Het is raadzaam bij de vraag tot ondertekening hieraan de nodige aandacht te besteden opdat de geheimhoudingsovereenkomst u later niet voor verrassingen laat staan of de samenwerking hypothekeert. 3.3 Koop-, diensten- en distributiecontracten Wanneer u een licentie-overeenkomst voorgelegd krijgt, springen de knipperlichten inzake intellectuele eigendomsrechten bij de meeste ondernemingen aan. Maar dit is veel minder het geval bij algemene overeenkomsten zoals koop-, dienstverlening-, aanneming-, productie- of distributieovereenkomsten. Er kan bijvoorbeeld gedacht worden aan de situatie waarbij u een machine aankoopt. Hierbij zal u misschien niet onmiddellijk denken aan intellectuele eigendomsrechten. Maar het is mogelijk dat de werkwijze van de machine beschermd is door een octrooi. Dit betekent dat de toepassing van de werkwijze en elk product dat volgens deze werkwijze wordt gemaakt, in principe een octrooi-inbreuk uitmaakt. De vraag zal dan ook rijzen of uw koopcontract u ook toestemming geeft om de geoctrooieerde werkwijze toe te passen. Omgekeerd is het ook mogelijk dat u zelf een verbeterde productiewijze hebt ontwikkeld en aan een machinebouwer vraagt om hiervoor een machine te construeren. Het is belangrijk dat u contractueel voldoende afdekt dat de rechten op de productiewijze op u rusten om te vermijden dat de machinebouwer hiervoor zelf een octrooi aanvraagt en/of zonder uw weten de machine met de productiewijze aan derden verkoopt. In distributierelaties is het onder meer van belang om contractueel af te lijnen in hoeverre de distributeur gebruik mag maken van uw merken en/of handelsnaam. Hetzelfde geldt voor aannemingscontracten voor de bouw van websites of een nieuw logo. Als u de website of het logo later zelf (of via een andere ontwikkelaar) wenst aan te passen, zal u over de toestemming van de eerste ontwikkelaar moeten beschikken. Wat zegt uw contract hierover? Of de algemene voorwaarden van de andere partij? Hebt u wel degelijk de nodige auteursrechten bekomen om dit te doen of moet u bij
Vokawijzer 29 • 21 •
de websitebouwer of het reclamebureau terugkeren om bij hen de aanpassingen te bestellen? Dit zijn slechts enkele voorbeelden van situaties waar u als onderneming waakzaam moet zijn over de bescherming of verwerving van intellectuele eigendom via contracten. 3.4 Registratie is geen overdracht Wanneer u contractueel de overdracht van rechten niet verzekerd hebt, kan dit via een registratie niet rechtgezet worden. Het is niet omdat u een merk hebt genomen op een logo dat zonder overdracht van intellectuele eigendomsrechten door een reclamebureau werd ontwikkeld of een octrooi op een machine die door een werknemer werd uitgetekend dat de oorspronkelijke auteur van het logo of de oorspronkelijke uitvinder van de machine hun rechten verliezen. Registratie en overdracht van rechten staan los van elkaar. Ook al hebt u een geldig octrooi genomen, dan nog kan de werknemer-uitvinder bij u terugkomen om te zeggen dat hij recht heeft op het octrooi. Dergelijk probleem rijst vaak als werknemers in de loop der jaren verschillende functies bekleden in de onderneming en opeens aan R&D beginnen te doen terwijl zij daar initieel niet voor waren aangeworven.
Vokawijzer 29 • 22 •
4. Intellectuele eigendom laten renderen door samenwerking
“Cooperate to innovate but do not forget the IP” 4.1 Samenwerking in Vlaanderen In de 21ste eeuw is het nog zelden zo dat een onderneming volledig zelf instaat voor de ontwikkeling van een nieuw product. Intellectuele eigendom en kennis renderen vaak pas door de samenvoeging met de kennis en intellectuele eigendom van anderen. Deze kennis kan uit verschillende hoeken komen. Een nieuw product kan ontstaan door samenwerkingen met onderzoeksinstellingen (universiteiten, hogescholen, sectorale onderzoeksinstellingen) of met commerciële partners (klanten, leveranciers, concurrenten,…). Vaak ontstaat een samenwerking heel organisch of zelfs puur toevallig: • Een klant vraagt uw onderneming een bepaalde oplossing te bedenken voor een specifiek probleem van de klant. • Eén van uw leveranciers brengt een nieuw soort grondstof of een nieuw onderdeel met geheel eigen kenmerken (lichter, sterker, meer buigbaar,…) op de markt. De verbeterde eigenschappen van de grondstof of het onderdeel brengen uw onderneming op het spoor van een nieuw product. • Een concurrent polst bij uw onderneming naar de interesse voor een gezamenlijk onderzoeks- en ontwikkelingsproject. Soms gaat u als onderneming bewust op zoek naar samenwerking op het vlak van onderzoek en ontwikkeling: • Binnen uw sectororganisatie is er een onderzoekscentrum waar u alleen of samen met andere organisaties uit dezelfde sector aan (gezamenlijk) onderzoek en testen kan doen. • Uw onderneming schakelt een onderzoeksafdeling van een universiteit in om voor u onderzoek te doen naar nieuwe toepassingen. • Een startende kmo ontwikkelt technologie die het product of dienst kan verbeteren en u zet een joint venture op. Ook door juridische actie op basis van uw intellectuele eigendom kunnen in bepaalde gevallen samenwerkingen ontstaan (zie deel 2). Zo kan het voorvallen dat u door een derde in gebreke wordt gesteld voor een vermeende inbreuk op zijn/haar octrooi, maar deze derde bij het nader bekijken van uw activiteit met u wenst samen te werken om samen een beter product te vervaardigen.
Vokawijzer 29 • 23 •
De samenwerking met hogescholen en universiteiten speelt zich vooral op nationaal niveau af, terwijl het ontwikkelen van nieuwe producten in samenwerking met leveranciers en klanten vooral op Europees niveau gebeurt. Q: U gaf aan dat uw organisatie samengewerkt heeft met een leverancier, klant, concurrent of hogeschool voor het ontwikkelen van nieuwe producten. Op welk niveau speelt die samenwerking zich af?
Nationaal
Europees
Buiten-Europees
Weet ik niet
Leverancier (N=66)
2 30%
1 39%
3 24%
6%
Klant (N=58)
2 28%
1 40%
3 21%
12%
Concurrent (N=16)
x 31%
x 31%
x 31%
6%
Hogeschool/Universiteit
1 50%
2 27%
3 18%
5%
(N=60)
Volgens 36 procent van de Vlaamse ondernemingen leveren samenwerkingen met een klant de beste commerciële resultaten op. Samenwerkingen met hogescholen en universiteiten (32 procent) en samenwerkingen met leveranciers (25 procent) volgen op de voet. Samenwerkingen met klanten, scholen of leveranciers voor het ontwikkelen van nieuwe producten, leverden in het verleden het beste commerciële resultaat op. Een klant
Een klant
36%
Een hogeschool/universiteit Een hogeschool/universiteit
32%
Een leverancier Een leverancier Een concurrent Een concurrent
Ander
Other
25%
5% 2%
4.2 Overeenkomst als basis voor samenwerking Bij samenwerkingen zijn twee soorten houdingen nefast om uw intellectuele eigendom te laten renderen. Enerzijds is er de houding van veel ondernemingen om tijdens de
Vokawijzer 29 • 24 •
samenwerking een constant wantrouwen te koesteren dat hun partner met de resultaten van de samenwerking aan de haal zal gaan en/of bepaalde knowhow en kennis van de onderneming te grabbel zal vallen aan de partner. Angst is ook in onderzoek en ontwikkeling een slechte raadgever. Anderzijds zijn er ook ondernemingen die in vol vertrouwen en zonder enige voorafgaande afspraken gaan samenwerken en zo zonder het te beseffen (te) veel van hun eigen intellectuele eigendom prijs geven met soms achteraf nefaste gevolgen. Nochtans kunnen beide houdingen eenvoudig vermeden worden met contractuele afspraken aan het begin van de samenwerking. Dit lijkt op het eerste gezicht de evidentie zelve, maar is het in de praktijk allerminst. Een klassieke fout bij elke vorm van samenwerking is dat er pas contractuele afspraken gemaakt worden over de intellectuele eigendom eens de samenwerking gestart is en/of op het ogenblik dat reeds zaken gezamenlijk ontwikkeld zijn. De reden hiervoor is dat veel samenwerkingen zoals gezegd op zeer natuurlijke, bijna organische wijze ontstaan. Veel ondernemingen staan pas stil bij intellectuele eigendom eens er zicht is op een resultaat uit de samenwerking, zijnde een beter product. Maar op dat ogenblik zal ook de partner reeds brood gezien hebben in het resultaat en start de discussie over de eigendomsrechten op de nieuwe ontwikkeling. U mag hierbij niet uit het oog verliezen dat de eerste intellectuele eigendom die ontstaat niet-geregistreerde rechten zijn, zoals bijvoorbeeld auteursrechten. Op een louter idee rust geen auteursrecht. Enkel bij de uitvoering (concretisering) van het idee ontstaat auteursrecht. Dit betekent dat de partij die het idee voor een ontwikkeling aanlevert, niet noodzakelijk eigenaar zal worden van de intellectuele eigendomsrechten. Integendeel, de partij die het idee heeft uitgetekend, in prototypes omgezet en uiteindelijk gebouwd, zal titularis zijn van de auteursrechten. Wanneer tijdens een samenwerking geen afspraken gemaakt zijn over de overdracht/eigendom van de intellectuele eigendomsrechten, dreigt de partij met het innovatieve idee vaak juridisch in de kou te blijven staan. Daarom is het cruciaal om voor de start van elke vorm van samenwerking: 1. Uw registreerbare intellectuele eigendom (octrooien, modellen en merken) die voor de start van de samenwerking is ontwikkeld, ook effectief te registreren. Geregistreerde intellectuele eigendomsrechten zijn echter veelal slechts het topje van de ijsberg of zijn bij het begin van samenwerkingen (wegens het embryonaal karakter van de geplande ontwikkeling) nog niet mogelijk. Toch zal u reeds over eigen documenten en kennis beschikken die de basis vormen voor de samenwerking. Om ervoor te zorgen dat uw partner ook op deze niet-geregistreerde elementen nooit rechten kan claimen, zal u naderhand het bewijs moeten kunnen leveren dat deze elementen vóór de start van de samenwerking eigendom waren van uw onderneming. Dit betekent dat er een objectieve datering moet kunnen plaatsvinden van deze kennis en knowhow.
Vokawijzer 29 • 25 •
2. Niet-registreerbare intellectuele eigendom (knowhow, testresultaten, tekeningen, prototypes, presentaties,…) zoveel mogelijk te dateren: i-depot. Let op: het i-depot kwalificeert niet als een intellectueel eigendomsrecht, dus louter op basis van een i-depot kan u een derde niet verbieden om het gedeponeerde te gebruiken. Maar het i-depot is wel een afdoende manier om informatie via één beweging van een objectieve datum te voorzien. Het is een bewijsmiddel dat uw document (waarin een techniek of creatie kan beschreven zijn) voorziet van een datumstempel. Als u later moet bewijzen dat u reeds over deze documenten beschikte voor de start van een samenwerking, verschaft het i-depot u hiervoor een afdoend bewijsmiddel. Het i-depot kan online gebeuren via de website van het Benelux Bureau voor Intellectuele Eigendom (www.boip.int). De dienst is te vergelijken met een online kluis waar uw onderneming op een bepaalde datum haar documenten kan in opslaan (één i-depot kan tot 100 Mb aan bestanden bevatten) en u vervolgens een bewijs krijgt van de datum van opslag. Een i-depot kost slechts 35 euro voor 5 jaar. 3. Een overeenkomst af te sluiten waarin duidelijk wordt gestipuleerd wie welke rechten zal verwerven op eventuele gezamenlijke ontwikkelingen en wat de voorwaarden zijn voor het gebruik van uw geregistreerde en niet-geregistreerde intellectuele eigendom tijdens en na de samenwerking. Wanneer uw eigen intellectuele eigendom voldoende afgebakend is via registratie en/of datering, dient tot slot contractueel vastgelegd te worden wie binnen de samenwerking wat mag doen met andermans intellectuele eigendom en wat er gebeurt met de intellectuele eigendom die uit de samenwerking voortspruit.
Engelstalige contracten spreken in dit verband vaak over “background IP” en “foreground IP”. Background IP is alle intellectuele eigendom die eigendom is van de contractspartijen bij de start van de samenwerking. Foreground IP is de intellectuele eigendom die gezamenlijk ontwikkeld zal worden tijdens de samenwerking. Een goede samenwerkingsovereenkomst dient in een regeling voor beide soorten van intellectuele eigendom te voorzien.
Klassiek zal er een vorm van gebruiksrecht zijn op de background IP van de andere partij(en). Indien meer dan één partij betrokken is bij de ontwikkeling kan het zijn dat slechts een deel van de partijen toegang heeft tot de intellectuele eigendom van anderen.
De mogelijkheden met de foreground IP zijn legio. Er kan voorzien worden dat één partij eigenaar wordt van alle intellectuele eigendom en zal instaan voor de registratie ervan, terwijl tegelijk een licentie verleend wordt aan één of meerdere andere partners uit de samenwerking. Er kan ook een mede-eigendom in het leven worden geroepen met afspraken over de afzonderlijke en gezamenlijke uitoefening van de intellectuele eigendom. Vaak wordt de intellectuele eigendom ook opgesplitst waarbij elke partij eigenaar wordt van de voor haar relevante toepassing van de foreground IP.
Vokawijzer 29 • 26 •
Ongeacht de inhoud van de overeenkomst, is de belangrijkste regel bij een samenwerking dat er in ieder geval een overeenkomst is vóór de start van de samenwerking. In geval van geen overeenkomst zal ofwel één van de partijen bepaalde intellectuele eigendom voor zich alleen claimen, ofwel een situatie van mede-eigendom ontstaan. Mede-eigendom kan op het eerste gezicht misschien aanlokkelijk klinken, maar is het in de praktijk allerminst omdat weinig wettelijk geregeld is over mede-eigendom en het zal op zich aanleiding geven tot betwistingen over wie wat mag aanvangen met de rechten. Zelfs als u als onderneming bewust voor medeeigendom kiest, is het aan te raden om de modaliteiten van de mede-eigendom contractueel vast te leggen.
In Vlaanderen aarzelen nog al te veel ondernemingen om zodra er samenwerkingen groeien, een overeenkomst af te sluiten. De reden hiervoor is veelal omdat men vreest dat de tegenpartij bij het zien van te veel contracten zal afhaken of afgeschrikt zal zijn. Dit is echter minder en minder het geval. In evenveel situaties zal uw partner in de samenwerking het afsluiten van een overeenkomst net als een professionele houding aanzien en zelfs duidelijkheid over de intellectuele eigendom verwelkomen. Bij een samenwerking is er immers voor elke partner gevaar voor misbruik van zijn intellectuele eigendom.
4. Vooraleer een samenwerking te starten is het van belang om uw eigen intellectuele eigendom voldoende af te palen, zodat uw partner er niet mee aan de haal kan tijdens of na de samenwerking. Indien het om registreerbare intellectuele eigendom gaat (zoals octrooien of modellen), dan ligt het voor de hand dat u deze intellectuele eigendom ook effectief dient te registreren vóór de start van de samenwerking. Indien uw onderneming bijvoorbeeld voor de aanvang van de samenwerking een octrooi aanvraagt, dan heeft de aanvraag een vaste datering en staat het vast dat uw onderneming alleen eigenaar zal worden van een eventueel octrooi én dat hetgeen in de aanvraag beschreven staat door uw onderneming (alleen) in ieder geval op de datum van aanvraag was ontwikkeld.
Vokawijzer 29 • 27 •
5. Bewaak de intellectuele eigendom in de markt
“IP is the weight to watch” Stel u het volgende voor: uw onderneming is actief als ijsboer en lanceert met zeer veel succes een nieuw soort ijstaart met een eigen vorm waarnaar u jarenlang hebt gezocht en die via een nieuw ontwikkeld invriesproces wordt vervaardigd. De ijstaart is een waar succes op de markt en er worden veel nieuwe klanten mee gewonnen. Maar plots wordt het bedrijf in gebreke gesteld. Of erger: er wordt een beslag inzake namaak gelegd in de onderneming. Een concurrent heeft de invriesmethode voor ijstaart reeds voordien geoctrooieerd en de vorm laten beschermen door een model. De ijstaart is fictief maar de achterliggende feiten zijn reëel. 5.1 Hoe bewaken? Bovenvermelde situatie kan u vermijden door uw concurrenten en hun geregistreerde intellectuele eigendomsrechten te (laten) bewaken. Zo bent u op de hoogte van wat er gebeurt bij uw concurrenten en in het technologisch veld waarin u opereert. Dergelijke “watch” levert een heel aantal voordelen op en is in feite vrij gemakkelijk uit te voeren. Ofwel geeft u aan een professioneel gemachtigde (merken, modellen of octrooien) een aantal namen op van concurrenten en andere relevante informatie over de producten. Tegen betaling zal het betreffende bureau u op de hoogte houden van wat in de sector wordt geregistreerd. Daarnaast kunt u ten dele ook zelf de geregistreerde intellectuele eigendom van de concurrentie in het oog houden door het op geregelde tijdstippen consulteren van vrij toegankelijke databanken op het internet. Een aantal daarvan vindt u in het kader hieronder: Merken (Benelux)
https://register.boip.int/
Merken en modellen (Europees)
http://oami.europa.eu/
Octrooien
http://economie.fgov.be/nl/ondernemingen/Intellectuele_Eigendom/ http://www.epo.org/
Voor de US
http://patft.uspto.gov/
Uit ons Vlaams onderzoek blijkt dat onze ondernemingen het op dit punt vrij goed doen: meer dan de helft van de bedrijven gaat na welke intellectuele rechten hun concurrenten registreren. Wat wel opvalt is dat een onderzoek in meer dan één op de drie gevallen gelinkt wordt aan de situatie dat een concurrent een nieuw product op de markt brengt. Uw concurrenten gaan dus kennelijk actief opzoeken of u een nieuw product beschermd hebt, wat meteen betekent dat uw concurrenten waarde hechten aan het feit dat geregistreerde intellectuele eigendomsrechten werden genomen.
Vokawijzer 29 • 28 •
Meer dan de helft van de bedrijven gaat na welke IE rechten hun concurrenten registreren. Dit gebeurt voornamelijk door iemand die dit op vaste tijdstippen controleert of telkens wanneer een concurrent een nieuwe product op de markt brengt. Q: Gaat men binnen uw organisatie na welke IE rechten uw concurrenten registreren? Q: U gaf aan dat men binnen uw organisatie nagaat welke intellectuele eigendomsrechten uw concurrenten registreren. Hoe wordt dit aangepakt?
Iemand binnen de organisatie controleert dit op vaste tijdstippen
57% van de organisaties gaat na welke IE rechten concurrenten registreren N = 179 | Filter: Geen
37%
Dit gebeurt telkens wanneer een concurrent een nieuw product of werkwijze op de markt…
33%
Dit gebeurt wanneer de organisatie zelf bezig is met de ontwikkeling van een nieuw ...
Wanneer derden ons op een eventueel nieuwe registratie door een concurrent wijzen Ik heb geen idee
30%
16%
21%
N = 99 | Filter: Enkel indien er binnen de organisatie wordt nagegaan welke IE rechten concurrenten registreren
Of u nu kiest voor een interne bewaking (via een vast aangestelde persoon binnen het bedrijf) of een externe bewaking (via een gemachtigde), het is belangrijk dat er een zekere regelmaat in zit en dat bij de opstart van een nieuw project eerst grondig bekeken wordt wat de speelruimte van de onderneming is ten aanzien van de reeds bestaande intellectuele eigendomsrechten (wat in het Engels de “freedom to operate” wordt genoemd). 5.2 Voordelen van bewaking Het uitvoeren van een onderzoek naar bestaande intellectuele eigendomsrechten wordt door ondernemingen meestal als bijzonder leerrijk ervaren, zeker als het de eerste keer is en in uw technologieveld veel octrooien of modellen te vinden zijn. De voornaamste voordelen van een bewaking zijn : • Kennis opdoen over de stand van de techniek: Men kan denken dat men zijn volledig technologieveld kent maar het is soms verrassend wat allemaal reeds werd geoctrooieerd. • Kennis opdoen over de concurrent: door de registraties weet men met wat concurrenten bezig of niet bezig zijn. • Nutteloze kosten vermijden: Men vermijdt het warme water opnieuw uit te vinden. Daarbovenop komt nog dat niets zo frustrerend is dan vast te stellen dat men iets wil registreren waarop men lang heeft gezocht terwijl dit reeds bestond. • Tijdig bijsturen: het ultieme doel van een bewaking is ervoor te zorgen dat het eigen product of technologie niet gemakkelijk van de markt kan worden gehaald omdat
Vokawijzer 29 • 29 •
de intellectuele eigendom al aan een ander toebehoort. Wanneer men weet dat een derde anterieure rechten heeft, is het meestal mogelijk om voor de lancering het product of de technologie aan te passen. Minstens kent men vooraf de risico’s die men neemt en kan men zich zo nodig op een intellectuele eigendomsrechtelijke aanval voorbereiden. • Tijdig oppositie instellen: Voor merken en octrooien kan er tijdens de administratieve registratiefase reeds opgetreden worden als u vindt dat het merk of het octrooi uw rechten schaadt. Deze oppositie is mogelijk bij de autoriteit die het merk of het octrooi verleent. Oppositie is aan een vervaltermijn gebonden, wat betekent dat men ze enkel kan instellen als men in een vroeg stadium kan reageren. Het instellen van oppositie heeft het voordeel te anticiperen op een juridische procedure. Het gaat bij de oppositie enkel over de geldigheid van de titel, zodat u ook niet hoeft te vrezen voor een tegenvordering wegens inbreuk, wat in een juridische procedure wel mogelijk is. Uit ons Vlaams onderzoek blijkt dat het in de praktijk helaas nog te vaak voorkomt dat een onderneming te laat merkt dat registratie van een octrooi of model niet meer mogelijk is omdat een concurrent al eerder een soortgelijk product of werkwijze heeft beschermd. De helft van de ondervraagde bedrijven heeft ooit een octrooi- of modelbescherming willen registreren terwijl dit niet mogelijk bleek. In bijna 4 op de 10 gevallen lag dit aan het feit dat een concurrent eerder was. Dit is zeer jammer voor de tijd en het geld dat men aan dergelijk onderzoek heeft besteed. De helft van de organisaties heeft ooit een octrooi- of modelbescherming willen registreren terwijl dit niet mogelijk bleek. In bijna 4 op de 10 gevallen lag dit aan het feit dat een concurrent al eerder een octrooi of model had aangevraagd voor een soortgelijk product of werkwijze. Q: Is het ooit gebeurd dat uw organisatie een octrooi- of modelbescherming wenste te registeren en dit niet (meer) mogelijk bleek? Q: Waarom bleek de octrooi- of modelbescherming niet (meer) mogelijk-Wat heeft hiervoor gezorgd?
Registratie ooit niet mogelijk?
Een concurrent Een concurrent had eerder had voor eerder hetzelfdevoor of hetzelfde of een soortgelijk een soortgelijk product of werkwijze een product of aangevraagd werkwijze een… octrooi of model
2% 9%
39%
50%
Een ex-,werknemer van mijn Een ex-,werknemer van mijn organisatie had organisatie hadofeerder voor eerder voor hetzelfde product werkwijze een octrooi of model aangevraagd
Andere 50%
38%
Het product de werkwijze onvoldoende Het of product of dewas werkwijze was nieuw ofonvoldoende inventief, rekening houdend met wat nieuw of inventief, voordien reeds gepubliceerd was, stand van de rekening houdend met wat… techniek Een partner, leverancier, universiteit, had Een partner,klant, leverancier, klant, eerder voor hetzelfde of eeneerder soortgelijk universiteit, had voor product of werkwijze een octrooi of model hetzelfde of een soortgelijk… aangevraagd
Andere
32%
19%
10%
2%
Altijd Vaak Soms
heb geen idee Ik heb geen Ik idee
24%
Nee, nooit N = 179 | Filter: Geen
N = 90 | Filter: Ooit gebeurd dat organisatie geen octrooi- of modelbescherming kon registreren
Vokawijzer 29 • 30 •
5.3 Onontbeerlijk voor octrooien Continue aandacht en bewaking is uitermate belangrijk voor octrooien. Octrooien zijn immers duurder in aanvraag en wanneer u geconfronteerd wordt met octrooien van derden tijdens het administratief onderzoek van de geldigheid van uw octrooi, kunnen deze tot de afwijzing van uw aanvraag leiden. Het is daarom bij octrooien zeer belangrijk om voor indiening goed te weten welke andere octrooien reeds bestaan en uw eigen octrooi hiervan te onderscheiden. Wanneer u omgekeerd merkt dat een concurrent een octrooi heeft aangevraagd, is er bij octrooien het voordeel dat er tijdens de aanvraagfase nog mogelijkheden en tijd zijn om uw eigen producten – die anders misschien inbreuk zouden maken op het octrooi – bij te sturen. Tussen de octrooiaanvraag en de verlening zit er meestal een redelijke tijd, althans in het Europees systeem. Dit betekent dat u, in de periode tussen de aanvraag en de toekenning van een octrooi van een concurrent, tijd heeft om uw eigen product bij te stellen als dat nodig zou blijken. De druk is op dat ogenblik veel minder dan wanneer men met een ingebrekestelling of een procedure wordt geconfronteerd. Bovendien kan u bij vroegtijdige kennisname van een Europees octrooi van een concurrent nog tijdig oppositie aantekenen tegen dit octrooi. Bij Europese octrooien is het grote voordeel van oppositie dat de geldigheid van de titel centraal wordt betwist, d.i. in één procedure voor alle Europese landen. Wanneer het Europees Octrooibureau het octrooi ongeldig verklaart of inperkt geldt dit meteen voor alle Europese landen. Wanneer de oppositietermijn verstreken is, kan men de geldigheid ook wel nog betwisten maar dan niet meer centraal. In dergelijk geval moet u in elk Europees land de geldigheid voor dat grondgebied betwisten. Dit maakt uiteraard een groot verschil uit.
Vokawijzer 29 • 31 •
6. Intellectuele eigendom fiscaal inzetten
“less taxation with patent registration” 6.1 R&D subsidies en fiscaliteit In Vlaanderen zijn een reeks steunmaatregelen van kracht voor de stimulering van onderzoek en ontwikkeling en innovatie in het algemeen. Onderzoek bij de Vlaamse ondernemingen toont aan dat bijna de helft van alle ondernemingen gebruik maakt van subsidies of fiscale voordelen op het gebied van intellectuele eigendom en innovatie. Bijna de helft van de organisaties maakt gebruik van subsidies of fiscale voordelen op het gebied van IE bescherming. Het gaat dan vooral om IWT-subsidies en een verlaagde bedrijfsvoorheffing voor onderzoekers. Q: Maakt uw organisatie gebruik van subsidies of fiscale voordelen van de overheid op het gebied van onderzoek en ontwikkeling of intellectuele eigendomsbescherming? Q: U gaf aan dat uw organisatie gebruik maakt van subsidies of fiscale voordelen van de overheid op het gebied van onderzoek en ontwikkeling of intellectuele eigendomsbescherming. Gelieve aan te duiden over welke subsidies of fiscale voordelen het hier gaat.
Subsidies of fiscale voordelen m.b.t. IE?
IWT-subsidies
36%
Verlaagde bedrijfsvoorheffing onderzoekers
35%
13%
IE scan
Andere
Ja
18%
Octrooi-aftrek
47%
53%
Nee, nooit
N = 179 | Filter: Geen
Ik heb geen idee
1%
30%
N = 83 | Filter: Bedrijf maakt gebruik van subsidies of fiscale voordelen op het gebied van IE
De meest bekende steunmaatregelen zijn de volgende: • IWT-subsidie: Eén van de bekendste steunmaatregelen is wellicht de Onderzoeks-en Ontwikkelingssubsidie van het IWT. Elke onderneming met rechtspersoonlijkheid kan een subsidieaanvraag doen voor O&O-projecten. Voorwaarde is dat de onderneming in staat moet zijn om de resultaten van het onderzoek en de ontwikkeling in voldoende mate in Vlaanderen te exploiteren om zo toegevoegde waarde te creëren in de vorm van tewerkstelling en investeringen. Niettemin kunnen projectresultaten ook deels in het buitenland worden toegepast. IWT-projecten kunnen dienen om nieuwe of verbeterde producten, processen of diensten of een combinatie ervan, te realiseren.
Vokawijzer 29 • 32 •
Info en voorwaarden over de IWT-subsidies vindt u op www.iwt.be. • Verlaagde bedrijfsvoorheffing onderzoekers: Het loon van onderzoekers uitbetaald of toegekend door ondernemingen kan vanaf 1 juli 2013 voor 80 procent worden vrijgesteld van doorstorting van bedrijfsvoorheffing. Het gaat om ondernemingen die bezoldigingen uitbetalen aan onderzoekers (diploma PhD, burgerlijk ingenieur, industrieel ingenieur en bepaalde masterdiploma’s), ondernemingen die bezoldigingen uitbetalen of toekennen aan onderzoekers die aan onderzoeksprojecten werken in het kader van samenwerkingsovereenkomsten afgesloten met Europese universiteiten, hogescholen of erkende wetenschappelijke instellingen, of zogenaamde jonge innoverende ondernemingen (Young Innovative Companies), die wetenschappelijk personeel (onderzoekers, onderzoekstechnici, projectbeheerders inzake onderzoek en ontwikkeling) tewerkstellen. De steun bestaat er in dat de onderneming vrijgesteld wordt om 80 procent van de verschuldigde bedrijfsvoorheffing op de bovenvermelde werknemers door te storten aan de fiscus. Alle informatie over procedure en voorwaarden vindt u op www.belspo.be • Eenmalige innovatiepremie: Sinds 2006 kan een onderneming een premie toekennen aan één of meerdere van haar werknemers die een innovatie heeft aangebracht. De innovatie moet een nieuwigheid zijn die een werkelijke meerwaarde betekent voor de normale activiteiten van de onderneming. Deze “innovatiepremie” is fiscaal volledig vrijgesteld. De premie kan aan maximum 10 werknemers per innovatieproject worden toegekend. Het bedrag per werknemer mag zijn maandelijkse bruto bezoldiging niet overschrijden en het totale bedrag van de uitbetaalde premies mag niet groter zijn dan 1 procent van de loonmassa van de onderneming. Voor alle info over de procedure en de voorwaarden: http://economie.fgov.be/nl/ondernemingen/leven_onderneming/ • De octrooi-aftrek: Naast bovenstaande steunmaatregelen die vooral betrekking hebben op innovatie, zijnde het creëren van intellectuele eigendom, is er in België sinds 2007 een zeer belangrijke fiscale gunstmaatregel voor ondernemingen die over een verleend octrooi beschikken. Het gaat hier om de zogenaamde octrooi-aftrek.
Vokawijzer 29 • 33 •
Uit de bevraging van de Vlaamse ondernemingen kan vermoed worden dat deze maatregel door veel ondernemingen nog te weinig benut wordt. Van alle ondernemingen waar geregistreerde intellectuele eigendomsrechten aanwezig zijn, geeft 35 procent aan over octrooien te beschikken. Wanneer gevraagd wordt naar het gebruik van steunmaatregelen en fiscale voordelen stelt echter slechts 18 procent van alle ondernemingen die steunmaatregelen gebruiken, de octrooi-aftrek toe te passen. Om van de octrooi-aftrek te kunnen genieten dient de onderneming over een verleend octrooi te beschikken van na 1 januari 2007. De octrooi-aftrek gaat uit van een heel eenvoudig principe: slechts 20 procent van de inkomsten uit octrooilicenties en de inkomsten uit de verkoop van geoctrooieerde producten/diensten wordt belast. Belastingtechnisch betekent dit dat de winst van het belastbaar tijdperk wordt verminderd met 80 procent van de octrooi-inkomsten. Voor een onderneming bedraagt de vennootschapsbelasting normaal 33,99 procent. Gezien bij octrooi-inkomsten hiervan slechts een vijfde (20 procent) wordt belast, is de effectieve belastingdruk voor octrooiinkomsten slechts 6,8 procent. Sinds 2013 is het regime van de octrooi-aftrek versoepeld in het voordeel van kmo’s. Om gebruik te maken van de octrooiaftrek moet de onderneming over een onderzoekcentrum beschikken. De voorwaarde van het onderzoekscentrum wordt vanaf aanslagjaar 2014 voor kmo’s echter afgeschaft. Het afschaffen van deze voorwaarde moet de toegang voor kmo’s tot deze octrooi-aftrek vergemakkelijken. De octrooi-aftrek is een voorbeeld van een maatregel waardoor een onderneming door middel van een intellectueel eigendomsrecht (een octrooi) een direct financieel voordeel kan bekomen. Bij de ondernemingen die van de octrooi-aftrek gebruik maken, zegt 40 procent dat de onderneming meer octrooien is gaan registreren en dat hun octrooistrategie sindsdien anders georganiseerd werd.
Vokawijzer 29 • 34 •
Organisaties die gebruik maken van octrooi-aftrek stellen vaak dat ze sinds de invoering van de octrooi-aftrek meer octrooien registreren en dat ze hun octrooistrategie sindsdien op een andere manier organiseren. Q: U gaf aan dat uw organisatie gebruik maakt van octrooi-aftrek. Wat is het effect hiervan op uw organisatie?
Sinds de invoering van octrooi-aftrek registreert onze organisatie meer octrooien
40%
Sinds de invoering van octrooi-aftrek heeft onze organisatie haar octrooistrategie op een andere manier georganiseerd
40%
Sinds de invoering van octrooi-aftrek registreert onze organisatie meer Belgische octrooien
33%
Sinds de invoering van octrooi-aftrek heeft onze organisatie een onderzoeksafdeling opgericht
33%
Ik heb geen idee
13%
N = 15 | Filter: Organisatie maakt gebruik van octrooi-aftrek
Cijfers van het Innovatiecentrum (www.innovatiecentrum.be) tonen aan dat voor het aanslagjaar 2010 97 Belgische ondernemingen gebruik gemaakt hebben van deze maatregel voor een totaalbedrag van 603 miljoen euro aan toegepaste aftrek. Van deze 97 ondernemingen waren er 57 kmo’s. Als uw onderneming over octrooien beschikt die na 1 januari 2007 zijn verleend, dan dient de octrooi-aftrek een belangrijke plaats in te nemen in uw intellectuele eigendomsstrategie. Zowel royalties die uw onderneming ontvangt uit licentieovereenkomsten, als inkomsten uit producten met de geoctrooieerde technologie, komen in aanmerking voor het fiscaal gunstregime. Informatie en voorwaarden voor toepassing van de octrooi-aftrek vindt u op http:// fiscus.fgov.be/
Vokawijzer 29 • 35 •
7. Wat als je niet kunt / wilt registreren: ongeregistreerde intellectuele eigendom
“copyright as a company right” Hoewel u zoveel mogelijk zaken wil beschermen via geregistreerde intellectuele eigendomsrechten, zal u niettemin in de praktijk vaststellen dat heel wat creaties in uw onderneming om uiteenlopende redenen niet (meer) geregistreerd kunnen worden. Dit betekent echter op zich niet dat deze creaties helemaal niet beschermd zijn en door derden zonder toestemming gekopieerd mogen worden. Integendeel, vaak zal op deze creaties auteursrecht rusten. Daarnaast kan het ook zijn dat het uiterlijk van een product tijdelijk (3 jaar) beschermd wordt door een niet-geregistreerd Gemeenschapsmodel. Maar om niet-geregistreerde bescherming af te dwingen zal u binnen uw onderneming toch enkele belangrijke voorzorgen moeten nemen. Verder kan uw onderneming zich ook tegen kopiëren beschermen door eenvoudigweg de creaties geheim te houden. In dergelijk geval spreken we over knowhow. Knowhow is op zich geen intellectueel eigendomsrecht, maar wordt er vaak toch in één adem mee genoemd. 7.1 Auteursrechtelijke bescherming Auteursrecht is een ideaal vangnet voor wat men niet (meer) kan of wil registreren. Bovendien is de bescherming gratis. Anderzijds is auteursrechtelijke bescherming een stuk fragieler dan geregistreerde intellectuele eigendomsrechten omdat u als onderneming om het af te dwingen eerst zelf moet aantonen dat u over een geldige auteursrecht beschikt. In geval van registraties is het de inbreukmaker die de ongeldigheid van uw registratie moet bewijzen. Niet voor niets wordt auteursrecht in de Angelsaksische wereld daarom “soft IP” genoemd. Het vermelden van het symbool ©, het woord “copyright” of een andere aanduiding van auteursrechtelijke bescherming is niet vereist om over auteursrecht te beschikken. Anderzijds is dergelijke aanduiding ook niet verboden en kan het nuttig zijn om derden attent te maken op uw rechten. Het auteursrecht is sterk verbonden aan de persoon die het werk creëert. De persoon van de auteur is altijd de eerste eigenaar van de auteursrechten en deze eindigen 70 jaar na zijn of haar dood. Om deze reden is het belangrijk dat de onderneming in haar overeenkomsten goede overdrachtsclausules heeft waarbij de auteursrechten eigendom worden van de onderneming (zie deel 3).
Vokawijzer 29 • 36 •
7.2 Auteursrecht binnen de onderneming Auteursrecht biedt bescherming aan de meest uiteenlopende zaken. In de eerste plaats wordt klassiek gedacht aan artistieke creaties (boeken, schilderijen, muziek, foto’s, films, bouwwerken, …), maar daarnaast kunnen ook de vorm van producten beschermd worden (kledij, handtassen, juwelen, meubelen, lichtarmaturen, verpakkingen,…). Ook technische onderdelen kunnen in bepaalde gevallen beschermd zijn via het auteursrecht (zoals auto-onderdelen, microchips,…). De wet voorziet ook uitdrukkelijk auteursrechtelijke bescherming voor software en voor originele databankstructuren. Voorts is ook alles wat origineel geschreven of gefotografeerd wordt beschermd door het auteursrecht (teksten, rapporten, powerpoint presentaties, websites, brochures, handleidingen,…). De enige voorwaarden van een geldige auteursrechtelijke bescherming zijn dat een werk origineel moet zijn en een waarneembare vorm moet hebben aangenomen. Een zuiver idee of concept is nooit beschermd. De bescherming van een originele tekst bijvoorbeeld is steeds beperkt tot wat er precies geschreven staat en strekt zich niet uit tot de onderliggende gedachtengang. De originaliteitsvoorwaarde voor auteursrecht is meteen de zwakte van dit recht. Want wat voor de ene origineel is, is het voor de andere helemaal niet. Weliswaar heeft de rechtspraak deze voorwaarde wat trachten te concretiseren door te stellen dat het moet gaan om een werk dat de “persoonlijke stempel van de auteur draagt”, maar ook dit criterium laat uiteraard nog veel ruimte voor interpretatie. Algemeen is het voor het bewijs van originaliteit van belang dat u kan aantonen dat u het werk zelf van niemand hebt gekopieerd en dat het werk duidelijke verschillen vertoont met andere creaties op de markt. Als er slechts onbelangrijke verschillen zijn met wat reeds bestaat, zal meestal geen originaliteit aanvaard worden. 7.3 Auteursrechtelijke bescherming bewijzen Zoals gezegd moet u zelf bewijzen auteursrechtelijke bescherming te genieten. Om discussie hierover zoveel mogelijk te vermijden, is het van belang dat u ten eerste de creatie voldoende betrouwbaar kan dateren. Ten tweede dat u kan bewijzen dat het werk binnen uw onderneming is gemaakt of de onderneming de rechten ervan heeft verworven. Ten derde moet het werk voldoende origineel zijn ten aanzien van wat bestaat op de markt. Hoe verder men afligt van wat op de markt reeds bestond, hoe groter de kans op auteursrechtelijke bescherming. De bewijzen van datering zijn belangrijk om later te kunnen aantonen dat u de eerste was met deze creatie. Daarom is het van belang om een datum te plaatsen op brochures, catalogussen, en dergelijke. en deze bij te houden. Een handige tool voor datering van één of meerdere belangrijke documenten is het i-depot (zie deel 4).
Vokawijzer 29 • 37 •
Om te bewijzen dat u wel degelijk zelf het werk hebt gecreëerd is het aan te raden om prototypes, ontwikkelingstekeningen, verslagen van vergaderingen en dergelijke bij te houden. Dit toont bijkomend aan dat de ontwikkeling door u werd verricht. De datering van al deze documenten is uiteraard opnieuw cruciaal. Verder is het ook belangrijk om zoveel mogelijk informatie over concurrenten bij te houden (brochures, catalogussen, flyers, publiciteit, publicaties, artikelen over lanceringen,…). Idealiter beschikt u over een “bibliotheek” van alles wat verschijnt op uw markt. Een rechter zal immers vlugger tot bescherming besluiten wanneer hij ziet dat uw creatie een grote nieuwigheid is eerder dan iets wat aansluit bij het reeds bestaande. Een inbreukmaker zal altijd proberen aan te tonen dat er geen sprake is van originaliteit door de rechter te bedelven onder veel gelijkaardige werken. Het duurt soms een ganse tijd vooraleer men gekopieerd wordt en het is dan op dat ogenblik vaak moeilijk het verleden na te lopen als men geen informatie over concurrerende producten bewaard heeft. 7.4 Auteursrecht en het internet Veel problemen ontstaan in ondernemingscontext ook uit het gebruik van foto’s of teksten die afkomstig zijn van het internet. Het internet bulkt van auteursrechtelijk beschermde werken. Denkt u maar aan teksten, foto’s, youtube filmpjes, muziek, enz…. Ook al kunnen deze gratis worden gedownload of makkelijk overgenomen, ze zijn niet zomaar vrij te gebruiken zonder toestemming van de auteur. Voor alles wat op het internet staat, moet men in principe de regels van het auteursrecht respecteren. In sommige gevallen zal de houder van het auteursrecht reeds zelf een uitdrukkelijke toestemming hebben gegeven tot het kopiëren van het werk via een zogenaamde vrije licentie (“open source” of “open access” zoals. GNU-GPL (General Public License) en Creative Commons ). Men moet dan wel nog nagaan hoe ver deze toestemming reikt en voor welk type gebruik ze werd verleend (enkel privégebruik, geen aanpassingen aanbrengen, enkel gebruik voor onderwijsdoeleinden, enz.). 7.5 Knowhow Tot slot zijn er rechten in knowhow of – om een wat oubollige term te gebruiken – “fabrieksgeheimen”. Gezien knowhow geen wettelijk beschermd intellectueel eigendomsrecht uitmaakt, zijn er geen specifieke voorwaarden verbonden aan knowhow. Algemeen wordt aangenomen dat knowhow geheim gehouden technische kennis uitmaakt die niet het voorwerp is van een octrooi, maar die toch een economische waarde vertegenwoordigt. Zodoende kan hier heel veel onder vallen, maar is de bescherming tamelijk zwak. De bescherming bestaat enkel uit de geheimhouding van de knowhow of uit specifieke contractuele afspraken. Optreden tegen namaak op basis van knowhow is niet mogelijk. Anders dan bij de intellectuele eigendomsrechten houdt knowhow immers geen verbodsrecht in. Indien een
Vokawijzer 29 • 38 •
derde op één of andere manier kennis krijgt van knowhow en dit gaat toepassen, zal het onmogelijk zijn om deze derde te verbieden de knowhow aan te wenden. Het zal enkel mogelijk zijn om een schadevergoeding te bekomen van diegene die de geheimhouding doorbrak en/of bepaalde contractuele bepalingen schond. Het is wel mogelijk om overeenkomsten af te sluiten met andere ondernemingen over knowhow. Zo kunnen contractueel gebruiksrechten op knowhow toegestaan worden. Maar opnieuw moet de onderneming goed beseffen dat schending van de contractuele bepalingen enkel kan leiden tot schadevergoeding. Overeenkomsten over knowhow moeten dus zeer nauwgezet worden opgesteld. Daarbij is het primordiaal om de eigen knowhow in kaart te hebben en ze te kunnen dateren. Dit kan opnieuw gebeuren via een i-depot. Verder moeten er steeds strikte verplichtingen van confidentialiteit en gebruik worden opgelegd, een systeem om deze verplichtingen te controleren en vanzelfsprekend een strikt verbod tot octrooieren van de knowhow zodat deze geheim blijft en zijn status van knowhow behoudt.
Vokawijzer 29 • 39 •
Colofon Auteurs Véronique Pede, Eubelius Pieter Callens, Eubelius Eindredactie Bjorn Crul Bregt Timmerman Vormgeving Bart Vandaele Verantwoordelijke uitgever Jo Libeer, i.o.v. VEVIA vzw Voka, Vlaams netwerk van ondernemingen Koningsstraat 154-158, 1000 Brussel Tel. +32 2 229 81 11, fax +32 2 229 81 00
[email protected], www.voka.be Vokawijzer 29 Hoe uw intellectuele eigendom valoriseren is een brochure van Voka, Vlaams netwerk van ondernemingen. De overname of het citeren van tekst uit deze Vokawijzer wordt aangemoedigd, mits bronvermelding. U vindt een overzicht van de Vokawijzers op www.voka.be/vokawijzers November 2013 Wettelijk depot: D / 2013 / 0369 / 06
Vokawijzer 29 • 40 •