Voertuigen van de categorie E Cat. E: de auto’s van de categorieën B, C, C1,D1 of D met een aanhangwagen waarvan de maximaal toegelaten massa (M.T.M) meer dan 750 kg bedraagt. (Uitzondering cat. B) U bent vrijgesteld van het theorie-examen.
Hoe kan u scholing volgen? Rijbewijs BE-C1E-CE-D1E-DE U kan kiezen uit volgende rijopleidingen... De minimumleeftijd voor het behalen van een rijbewijs categorie BE en C1E is 18 jaar. De minimumleeftijd voor het behalen van een rijbewijs categorie CE, DE en D1E is 21 jaar. Het rijbewijs DE en D1E mét vakbekwaamheid kan reeds behaald worden vanaf 18 jaar. De houder van een rijbewijs DE zal echter, tot de leeftijd van 20 jaar, beperkt zijn tot geregeld vervoer binnen het Belgisch grondgebied waarvan het traject ten hoogste 50 km bedraagt, en tot de leeftijd van 21 jaar, beperkt zijn tot personenvervoer binnen het Belgisch grondgebied.
Opgelet: Een nieuwe reglementering omtrent de vakbekwaamheid voor bestuurders van voertuigen van de categorie DE/D1E is van toepassing sinds 10.09.2008. Een nieuwe reglementering omtrent de vakbekwaamheid voor bestuurders van voertuigen van de categorie CE/C1E zal van toepassing zijn vanaf 10.09.2009. Gelieve voor verdere informatie onze website www.goca.be te raadplegen.
Cat. E
Indien u de erkende rijschool kiest
Indien u de scholing volgt onder dekking van een voorlopig rijbewijs model 3
De meest doeltreffende methode bestaat erin het praktijkonderricht te volgen in een erkende rijschool. Deze lessen worden inderdaad gegeven door gebrevetteerde beroepsinstructeurs, die bekwaam zijn u de gepaste opleiding en raad te geven.
Deze scholingswijze kan alleen gevolgd worden door de kandidaten die niet vervallen zijn van het recht tot sturen of die hersteld zijn in het recht tot sturen. Met het behoorlijk ingevuld formulier "Aanvraag om een voorlopig rijbewijs" en tegen voorlegging van uw nog geldig rijbewijs dat geldig verklaard is voor ten minste de categorie B, C1, C, D1 of D van de motorvoertuigen, dient u bij het gemeentebestuur een voorlopig rijbewijs af te halen. Een bedrag van €9 zal u aangerekend worden (contanten, overschrijving, bancontact, ...) door uw gemeentebestuur. Het voorlopig rijbewijs mag in geen geval geplastifieerd worden, aangezien bepaalde vakken van het document nog moeten kunnen worden aangevuld.
Als voorbereiding op het praktijk examen geeft de erkende rijschool een minimum van 8 uur praktijk onderricht.
Opgepast: De aanvraag om een voorlopig rijbewijs laat niet toe te rijden. U moet houder en drager zijn van een voorlopig rijbewijs. Het is 12 maanden geldig en kan in geen geval verlengd worden.
U kan uw praktijkexamen afleggen in het examencentrum van uw keuze.
U kan slechts een nieuw voorlopig rijbewijs voor dezelfde categorie van voertuigen bekomen na een verloop van 3 jaar. Het trekkend voertuig moet behoren tot de categorie B, C1, C, D1 of D. U moet vergezeld zijn van een begeleider, die vermeld staat op uw voorlopig rijbewijs. Er mogen twee begeleiders voorzien worden. U mag buiten één van uw begeleiders slechts één enkele passagier vervoeren, m.a.w. maximum 2 personen, ofwel 1 begeleider + 1 passagier ofwel 2 begeleiders. U kan uw praktijkexamen afleggen in het examencentrum van uw keuze.
• U mag niet rijden in het buitenland onder dekking van een voorlopig rijbewijs. • Hou er rekening mee dat de geldigheid van uw voorlopig rijbewijs beperkt is! (12 maanden) Het kan in geen geval verlengd worden.
DOC. 136
• U kan slechts een nieuw voorlopig rijbewijs voor dezelfde categorie van voertuigen bekomen na een verloop van 3 jaar. (Uitzondering: opheffing vermelding “automatisch” of “code 78”). • Maak tijdig een afspraak voor het praktijkexamen (tenminste 6 weken op voorhand).
© GOCA-01-01-09-DOC.136-G-N
MEER INLICHTINGEN OVER HET PRAKTIJKEXAMEN OP DE VOLGENDE BLADZIJDEN. LEES ZE AANDACHTIG. raadpleeg eveneens onze website op www.goca.be
Tijdens uw opleiding Uw begeleider moet aan de volgende voorwaarden voldoen: - moet minimum 24 jaar oud zijn voor de categorie BE, C1E en CE, 27 jaar voor de categorie D1E, DE; - moet ingeschreven zijn in België en houder en drager zijn van een identiteitsdocument, afgegeven in België; - moet sedert ten minste 6 jaar houder en drager zijn van een Belgisch of Europees rijbewijs dat ten minste geldig is voor de categorie BE, CE, C1E, DE of D1E naargelang het geval, en tevens geldig is voor het besturen van het voertuig aan boord waarvan hij de kandidaat vergezelt. De bestuurder die enkel een speciaal aan zijn handicap aangepast voertuig mag besturen, mag niet als begeleider bij de scholing optreden; - mag niet vervallen zijn of geweest zijn van het recht tot sturen binnen de 3 jaar vóór de afgifte van het voorlopig rijbewijs en moet voldaan hebben aan de onderzoeken die hem eventueel door de rechter zijn opgelegd; - mag, behalve voor dezelfde kandidaat, niet op een ander voorlopig rijbewijs of
op een andere leervergunning als begeleider vermeld geweest zijn binnen het jaar vóór de afgifte van het voorlopig rijbewijs; - Dit verbod geldt niet: - ten aanzien van zijn eigen kinderen of pleegkinderen of die van zijn echtgenoot; - wanneer de begeleider en de kandidaat ingeschreven zijn bij de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid als personeelsleden van dezelfde onderneming die haar bestuurders zelf opleidt; (enkel voor C1E, CE, D1E en DE); - wanneer de begeleider en de kandidaat een medewerking verlenen aan een brandweerdienst; (enkel voor C1E, CE, D1E en DE). Wij kunnen het belang van de keuze van begeleider niet genoeg benadrukken. Deze persoon, die van u een goede en veilige bestuurder zal maken, dient naast een uitstekende kennis van het verkeersreglement ook over een ruime rijervaring te beschikken. Een goede meester vormt een goede leerling; een ernstige opleiding geeft u maximum waarborgen voor een succesvol resultaat. U mag veranderen van begeleider tijdens de stageperiode voor zover de wijziging vermeld wordt op het voorlopig rijbewijs door uw gemeentebestuur.
Afspraak maken Voor het afleggen van het praktijkexamen dient u voorafgaandelijk een afspraak te maken. U kan hieromtrent inlichtingen inwinnen bij het examencentrum. Het examencentrum mag de voorafbetaling van de retributie vragen vooraleer de afspraak vast te leggen. In uw eigen belang wordt u verzocht TIJDIG en ten minste 6 weken op voorhand een afspraak te maken voor het praktijkexamen. Houd er rekening mee dat afspraken voor eventuele herkansingen van het praktijkexamen mogelijk moeten blijven binnen de geldigheid van uw voorlopig rijbewijs. Indien op de afgesproken dag de weersomstandigheden slecht zijn (mist of sneeuwval die de zichtbaarheid tot minder dan 100 m verminderen) of de wegen niet berijdbaar zijn (sneeuw, ijzel), neem dan, voor u thuis vertrekt, contact op met het examencentrum. Zo verneemt u of de praktijkexamens al dan niet volledig doorgaan en kunnen de nodige maatregelen genomen worden. Wanneer uw voertuig technisch en/of administratief niet in orde is, zal u voor een volgende afspraak een toeslag aangerekend worden. Wanneer u zich niet heeft aangemeld voor het praktijkexamen waarvoor u bent ingeschreven en het examencentrum niet heeft verwittigd ten minste twee werkdagen voor de dag van het examen, de zaterdag niet inbegrepen, zal u voor een volgende afspraak een toeslag aangerekend worden. In geval van overmacht kan de toelating tot terugbetaling van de toeslag verleend worden door de Federale Overheidsdienst Mobiliteit en Vervoer - “City Atrium” - Vooruitgangstraat 56 -1210 Brussel.
© GOCA-01-01-09-DOC.136-G-N
Examenvoertuig, documenten en afspraak maken
Het praktijkexamen Voor te leggen documenten op het ogenblik van het examen: Opgelet: fotokopieën worden niet aanvaard.
Indien u de scholing volgt onder dekking van een voorlopig rijbewijs model 3 - uw geldig identiteitsdocument; - het geldig identiteitsdocument van de begeleider, afgeleverd in België; - het geldige rijbewijs van de begeleider; - het inschrijvingsbewijs van het trekkend voertuig, de aanhangwagen of de oplegger waarmee u zich aanmeldt; - het groene nog geldige keuringsbewijs van de autokeuring en de technische fiche of het identificatieverslag van het trekkend voertuig en van de aanhangwagen of oplegger; - het verzekeringsbewijs "Burgerlijke aansprakelijkheid" van het trekkend voertuig en van de aanhangwagen of oplegger; (groene kaart - "Internationaal verzekeringsbewijs"); - het Belgisch of Europees nog geldig rijbewijs waarvan u houder bent ten minste geldig voor cat. B, C1, C, D1 of D of voor een gelijkwaardige categorie; - het bewijs dat de retributie betaald werd; - het geldig voorlopig rijbewijs (uitgereikt sedert meer dan één maand); - C.M.R. of VRACHTBRIEF of WEEGBON. Indien, conform aan de reglementering voor het goederenvervoer, een CMR of een VRACHTBRIEF niet verplicht is, moet een WEEGBON, ten vroegste afgeleverd de dag voor het praktijkexamen, voorgelegd worden. De weegbon moet volgende gegevens bevatten: identificatie van de weegschaal, datum van de weging, het inschrijvingsnummer van het voertuig, het gewicht in beladen toestand. Voor het praktijkexamen moeten de begeleider en de kandidaat een ATTEST invullen m.b.t. de aard van de lading en het reëel gewicht van het voertuig, lading inbegrepen (alléén voor C1E en CE). De niet-professionele begeleider moet aanwezig zijn en zal tijdens de proef op de openbare weg in het voertuig plaatsnemen voor zover het voertuig over voldoende plaatsen beschikt. U kan slechts een nieuw voorlopig rijbewijs voor dezelfde categorie van voertuigen bekomen na een verloop van 3 jaar. Nochtans kan de kandidaat, die reeds houder is van een rijbewijs met de vermelding "automatisch" of
Het praktijkexamen Cat.E
Het examenvoertuig Tijdens de stage moet de kandidaat: - houder zijn van een geldig identiteitsdocument, afgegeven in België en houder zijn van een geldig voorlopig rijbewijs; Op vrijdag, zaterdag, zondag, op de vooravond van wettelijke feestdagen en op wettelijke feestdagen zelf is het u niet toegestaan het voertuig te besturen van 22 uur tot 6 uur ’s anderendaags. Dit verbod is niet van toepassing op de kandidaat die de leeftijd van 24 jaar bereikt heeft. Het voertuig: - het reglementair L-kenteken moet achteraan op het voertuig zijn aangebracht; - het voertuig van de categorie C1E en CE mag, tijdens de scholing, commerciële goederen vervoeren; - het voertuig moet uitgerust zijn met een rechtse buitenspiegel voor de begeleider
Opleiding
B
A. Voertuigen voor de eerste maal ingeschreven vóór 05/09/2005
Voor het examen rijbewijs categorie BE legt u het praktijkexamen af aan boord van een samenstel bestaande uit een vierwielig voertuig van de categorie B en een aanhangwagen. De M.T.M. van het samenstel moet groter zijn dan 3500kg en/of de M.T.M. van de aanhangwagen moet groter zijn dan de massa leeg van het trekkend voertuig. Het samenstel moet een lengte hebben van minimum 9 meter. - Het trekkend voertuig van de categorie B moet voorzien zijn van: - een cabine; - 4 wielen en ten minste 3 plaatsen; - veiligheidsgordels; - snelheid van minimum 100 km/u op horizontale weg; - De aanhangwagen moet voldoen aan volgende voorwaarden: - een M.T.M van minimum 1000 kg; - de kast van de aanhangwagen moet een breedte hebben van minimum 1,6 meter en een hoogte hebben van minimum 1,5 meter berekend vanaf de grond; - gesloten koetswerk of huif.
C-C1
Voor het examen rijbewijs categorie C1+E legt u het praktijkexamen af aan boord van een samenstel bestaande uit een trekkend voertuig van de subcategorie C1 en een aanhangwagen. Het samenstel moet een lengte hebben van minimum 9 meter. - Het trekkend voertuig van de subcategorie C1 moet voldoen aan volgende voorwaarden: - M.T.M. minimum 5500 kg en maximum 7500 kg; - minimum lengte 5,5 m; - uitgerust met een tachograaf in goede staat van werking;* - snelheid minimum 80 km/u op horizontale weg; - gesloten koetswerk of huif.
Het eerste praktijkexamen kan ten vroegste plaatshebben één maand na de datum van afgifte van het voorlopig rijbewijs. Zorg ervoor dat de geldigheidsduur van het voorlopig rijbewijs niet wordt overschreden. Het examen mag niet afgenomen worden met een voertuig met handelaarsplaat, proefrittenplaat of transitplaat van korte duur, noch met een voertuig ingeschreven als oldtimer, of met een ADR-voertuig. De tijdelijke kentekenplaten van lange duur, ook wel internationale kentekenplaten genoemd, zijn wél toegelaten (o.a. kentekenplaten voor Shape en NAVO). Buitenlandse nummerplaten zijn in sommige gevallen wel toegelaten. Indien u praktijkexamen wenst af te leggen met dergelijk voertuig, gelieve dan het examencentrum hiervan op de hoogte te brengen bij het maken van de afspraak voor het praktijkexamen. Het voertuig moet uitgerust zijn met een L-kenteken. Het voertuig moet uitgerust zijn met rechtse buitenspiegels, (één voor de kandidaat en één voor de begeleider). Na tweemaal niet slagen voor het praktijkexamen, moet u minimum vier uur praktijkonderricht volgen in een erkende rijschool. Het voertuig van de erkende rijschool is verplicht vanaf het derde examen. U kan verder scholing volgen onder dekking van uw geldig voorlopig rijbewijs.
Indien u beroep heeft gedaan op een erkende rijschool - uw geldig identiteitsdocument; - het Belgisch of Europees nog geldig rijbewijs waarvan u houder bent ten minste geldig voor de categorie B, C1, C, D1 of D of voor een gelijkwaardige categorie; - getuigschrift van praktijkonderricht afgegeven door een erkende rijschool; - het bewijs dat de retributie betaald werd.
Documenten
- De aanhangwagen moet voldoen aan volgende voorwaarden: - M.T.M. minimum 2500 kg; - voorzien zijn van de nodige wielkeggen voor het vastzetten van de aanhangwagen (minimum twee); - gesloten koetswerk of huif. - Het examenvoertuig categorie C1E dat uitgerust is met een slaapcabine met daarin een zitplaats voor de examinator moet in het gedeelte van de slaapcabine voorzien zijn van zijruiten. - Het examenvoertuig moet uitgerust zijn met een gesloten koetswerk of huif die de volledige oppervlakte van de laadvloer beslaat en die in de breedte en hoogte tenminste gelijk zijn aan deze van de stuurhut van het voertuig, achteruitkijkspiegels niet inbegrepen. Voor het examen rijbewijs categorie C+E legt u het praktijkexamen af aan boord van: • een geleed voertuig (trekker-oplegger). - M.T.M. minimum 18000 kg; - lengte minimum 14 m; - snelheid minimum 80 km/u op horizontale weg; - voorzien van een tachograaf in goede staat van werking*; - gesloten koetswerk of huif. • een samenstel: bestaande uit een voertuig van de categorie C en een aanhangwagen. Het samenstel moet een lengte hebben van minimum 14 meter en een M.T.M. van minimum 18000 kg. - Het trekkend voertuig van de categorie C moet voldoen aan volgende voorwaarden: - M.T.M. minimum 12000 kg; - lengte minimum 9 m; - snelheid 80 km/u op horizontale weg; - voorzien van een tachograaf in goede staat van werking*; - De aanhangwagen moet voldoen aan volgende voorwaarden: - voorzien zijn van de nodige wielkeggen voor het vastzetten van de aanhangwagen (minimum twee); - lengte minimum 5 m; - gesloten koetswerk of huif.
© GOCA-01-01-09-DOC.136-G-N
“code 78”, d.w.z. beperkt tot het besturen van motorvoertuigen met automatische schakeling, onmiddellijk een tweede voorlopig rijbewijs bekomen geldig voor dezelfde categorie van voertuigen met handbediende schakeling.
Het examenvoertuig (vervolg) - Het examenvoertuig categorie CE dat uitgerust is met een slaapcabine met daarin een zitplaats voor de examinator moet in het gedeelte van de slaapcabine voorzien zijn van zijruiten. - Het examenvoertuig moet uitgerust zijn met een gesloten koetswerk of huif die de volledige oppervlakte van de laadvloer beslaat en die in de breedte en hoogte tenminste gelijk zijn aan deze van de stuurhut van het voertuig, achteruitkijkspiegels niet inbegrepen.
D-D1
Voor het examen rijbewijs categorie D1+E legt u het praktijkexamen af aan boord van een samenstel bestaande uit een voertuig van de sub-categorie D1 en een aanhangwagen. - Het trekkend voertuig van de sub-categorie D1 moet voldoen aan volgende voorwaarden: - méér dan 8 zitplaatsen, maximum 16 plaatsen (de bestuurder niet meegerekend); - snelheid 80 km/u op horizontale weg; - uitgerust met een tachograaf in goede staat van werking.* - De aanhangwagen moet voldoen aan volgende voorwaarden: - gesloten koetswerk of huif; - M.T.M. minimum 1500 kg.
Voor het examen rijbewijs categorie DE legt u het praktijkexamen af aan boord van een samenstel bestaande uit een voertuig van de categorie D en een aanhangwagen. Het samenstel moet een lengte hebben van minimum 14 meter. - Het trekkend voertuig van de categorie D moet voldoen aan volgende voorwaarden: - méér dan 8 zitplaatsen (de bestuurder niet meegerekend); - lengte minimum 10 m; - snelheid minimum 80 km/u op horizontale weg; - uitgerust met een tachograaf in goede staat van werking.* - De aanhangwagen moet voldoen aan volgende voorwaarden: - gesloten koetswerk of huif; - M.T.M. minimum 1500 kg. B. Voertuigen voor de eerste maal ingeschreven na 04/09/2005
Voor het examen categorie BE legt u het praktijkexamen af aan boord van een samenstel bestaande uit een voertuig van de categorie B en een aanhangwagen. - Het trekkende voertuig van de categorie B moet voldoen aan volgende voorwaarden: - voorzien van een cabine; - voorzien van 4 wielen en ten minste 3 plaatsen; - uitgerust zijn met veiligheidsgordels; - snelheid minimum 100 km/u op horizontale weg. - De aanhangwagen moet aan volgende voorwaarden voldoen: - M.T.M. minimum 1 000 kg; - feitelijke totale massa minimum 800 kg; - de laadruimte van de aanhangwagen moet bestaan uit een gesloten opbouw die ten minste even breed en hoog is als het trekkend voertuig. De gesloten opbouw mag ook lichtjes minder breed zijn dan het trekkend voertuig, zolang het zicht naar achteren alleen door middel van buitenspiegels van het trekkend voertuig mogelijk is.
© GOCA-01-01-09-DOC.136-G-N
- Het samenstel moet aan volgende voorwaarden voldoen: - lengte minimum 9 m; - M.T.M. groter dan 3 500 kg en/of de M.T.M. van de aanhangwagen moet groter zijn dan de ledige massa van het trekkend voertuig.
Voor het examen categorie C1E legt u het praktijkexamen af aan boord van een samenstel bestaande uit een voertuig van de categorie C1 en een aanhangwagen. - Het trekkend voertuig van de subcategorie C1 moet aan volgende voorwaarden voldoen: - M.T.M. minimum 5 500 kg en maximum 7 500 kg; - lengte minimum 5,5 m; - uitgerust zijn met een tachograaf in goede staat van werking; - uitgerust zijn met ABS;
- de laadruimte moet bestaan uit een gesloten opbouw die ten minste even breed en hoog is als de cabine en die het volledige laadoppervlak bedekt; - snelheid minimum 80 km/u op horizontale weg. - De aanhangwagen moet aan volgende voorwaarden voldoen: - M.T.M. minimum 2 500 kg; - feitelijke totale massa minimum 800 kg; - voorzien zijn van de nodige wielkeggen voor het vastzetten van de aanhangwagen (minimum 2); - de laadruimte van de aanhangwagen moet bestaan uit een gesloten opbouw die ten minste even breed en hoog is als het trekkend voertuig. De gesloten opbouw mag ook lichtjes minder breed zijn dan het trekkend voertuig, zolang het zicht naar achteren alleen door middel van de buitenspiegels van het trekkend voertuig mogelijk is. - Het samenstel moet aan volgende voorwaarden voldoen: - lengte minimum 9 m. - Het examenvoertuig voor de categorie C1E, uitgerust met een slaapcabine met daarin een zitplaats voor de examinator, moet in het gedeelte van de slaapcabine voorzien zijn van zijruiten.
Voor het examen categorie CE moet het examenvoertuig aan één van de twee volgende mogelijkheden voldoen: Ofwel een geleed voertuig (trekker + oplegger) dat aan de volgende voorwaarden voldoet: - lengte minimum 14 m; - breedte min imum 2,40 m; - snelheid minimum 80 km/u op horizontale weg; - M.T.M. minimum 20 000 kg; - feitelijke totale massa minimum: 15 000 kg; - uitgerust zijn met een tachograaf in goede staat van werking; - voorzien zijn van ABS; - uitgerust zijn met een versnellingsbak met ten minste 8 voorwaartse versnellingen; - voorzien zijn van de nodige wielkeggen voor het vastzetten van de aanhangwagen (minimum 2); - de laadruimte van de aanhangwagen moet bestaan uit een gesloten opbouw die ten minste even breed en hoog is als het trekkend voertuig. De gesloten opbouw mag ook lichtjes minder breed zijn dan het trekkend voertuig, zolang het zicht naar achteren alleen door middel van de buitenspiegels van het trekkend voertuig mogelijk is. Ofwel een samenstel bestaande uit een trekkend voertuig van de categorie C en een aanhangwagen: - Het trekkend voertuig van de categorie C moet voldoen aan volgende voorwaarden: - M.T.M. minimum 12 000 kg; - feitelijke totale massa minimum: 10 000 kg; - lengte minimum: 9 m; - breedte minimum: 2,40 m; - snelheid minimum 80 km/u op horizontale weg; - uitgerust zijn met een tachograaf in goede staat van werking; - uitgerust zijn met ABS; - uitgerust zijn met een versnellingsbak met ten minste 8 voorwaartse versnellingen; - de laadruimte moet bestaan uit een gesloten opbouw die ten minste even breed en hoog is als de cabine en die het volledige laadoppervlak bedekt. - De aanhangwagen moet voldoen aan volgende voorwaarden: - lengte minimum 7,5 m; - voorzien zijn van de nodige wielkeggen voor het vastzetten van de aanhangwagen (minimum 2); - de laadruimte van de aanhangwagen moet bestaan uit een gesloten opbouw die ten minste even breed en hoog is als het trekkend voertuig. De gesloten opbouw mag ook lichtjes minder breed zijn dat het trekkend voertuig, zolang het zicht naar achteren alleen door middel van de buitenspiegels van het trekkend voertuig mogelijk is. - Het samenstel moet aan volgende voorwaarden beantwoorden: - minimum lengte: 14 m; - minimum breedte: 2,40 m; - M.T.M. minimum 20 000 kg; - feitelijke totale massa minimum: 15 000 kg.
- Het examenvoertuig voor de categorie CE, uitgerust met een slaapcabine met daarin een zitplaats voor de examinator, moet in het gedeelte van de slaapcabine voorzien zijn van zijruiten. Het geleed voertuig CE en het samenstel C1E en CE moeten een lading hebben waarvan het gewicht ten minste gelijk is aan de helft van het nuttig laadvermogen van het geleed voertuig of samenstel. De berekening voor het nuttig laadvermogen bij het praktijkexamen voor de categorieën C+E, C1+E wordt vastgesteld op basis van de technische fiche of het identificatierapport van het trekkend voertuig en van de aanhangwagen.
Voor het examen categorie D1E legt u het praktijkexamen af aan boord van een samenstel bestaande uit een voertuig van de subcategorie D1 en een aanhangwagen. - Het trekkend voertuig van de subcategorie D1 moet aan volgende voorwaarden voldoen: - M.T.M. minimum 4 000 kg; - lengte minimum 5 m; - méér dan 8 zitplaatsen, maximum 16 plaatsen (bestuurder niet meegerekend); - uitgerust zijn met een tachograaf in goede staat van werking; - uitgerust zijn met ABS; - snelheid minimum 80 km/u op horizontale weg - De aanhangwagen moet aan de volgende voorwaarden voldoen: - M.T.M. minimum 1 500 kg; - feitelijke totale massa minimum 800 kg; - de laadruimte van de aanhangwagen moet bestaan uit een gesloten opbouw die ten minste 2 m breed en 2 m hoog is.
Voor het examen categorie DE legt u het praktijkexamen af aan boord van een samenstel bestaande uit een voertuig van de categorie D en een aanhangwagen. - Het trekkend voertuig van de categorie D moet aan de volgende voorwaarden voldoen: - méér dan 8 zitplaatsen (bestuurder niet meegerekend); - lengte minimum: 10 m; - breedte minimum: 2,40 m; - uitgerust zijn met een tachograaf in goede staat van werking; - uitgerust zijn met ABS; - snelheid minimum 80 km/u op horizontale weg. - De aanhangwagen moet aan volgende voorwaarden voldoen: - M.T.M. minimum 1 500 kg; - feitelijke totale massa 800 kg; - de laadruimte van de aanhangwagen moet bestaan uit een gesloten opbouw die ten minste 2 m breed en 2 m hoog is. - Het samenstel moet aan volgende voorwaarden voldoen: - lengte minimum: 14 m; - breedte minimum: 2,40 m.
- In geval van een geleed voertuig (trekker - oplegger) MTM van de sleep TARRA van het trekkend voertuig TARRA van de oplegger De helft van het nuttig laadvermogen = MTM van de sleep - TARRA van het trekkend voertuig - TARRA van de oplegger 2 Na de helft van het nuttig laadvermogen te hebben berekend, zal men nagaan of deze niet het maximaal toegelaten laadvermogen van de oplegger overschrijdt (maximaal toegelaten laadvermogen = MTM van de oplegger - tarra van de oplegger). Indien de helft van het nuttig laadvermogen groter is dan het toegelaten nuttig laadvermogen van de oplegger, zal de vereiste lading voor het praktijkexamen gelijk zijn aan het maximale nuttig laadvermogen van de oplegger voor zover deze ingeschreven werd vóór 01/01/2000. - In geval van een samenstel: MTM van het trekkend voertuig MTM van de aanhangwagen TARRA van het trekkend voertuig TARRA van de aanhangwagen De helft van het nuttig laadvermogen van de vrachtwagen = MTM van de vrachtwagen - TARRA van de vrachtwagen 2 De helft van het nuttig laadvermogen van de aanhangwagen = MTM van de aanhangwagen - TARRA van de aanhangwagen 2
Opgelet:
examen moet het voertuig TECHNISCH en ADMINISTRATIEF in orde zijn. Het examen voertuig moet de uitvoering van de manoeuvres toelaten volgens de afmetingen vermeld in het schema. Het voertuig moet achteraan uitgerust zijn met het reglementaire L-kenteken. Parkeerhulpsystemen, camera’s en prisma’s bedoeld om u te helpen bij de manoeuvres zijn toegelaten. De hulpsystemen moeten wezenlijk deel uitmaken van het voertuig.
* TACHOGRAAF: Het examenvoertuig moet uitgerust zijn met een tachograaf in goede staat van werking, zelfs al is het voertuig niet onderworpen aan deze verplichting. Het installatieplaatje van de tachograaf moet een goedkeuringsdatum dragen van een erkende firma van minder dan zes jaar oud. Opgepast: op het keuringsbewijs hoeft niet noodzakelijk te staan dat de tachograaf gekeurd werd. U moet een lege schijf meehebben op het examen en kunnen tonen waar het installatieplaatje zich op het voertuig bevindt.
Het examenvoertuig C1E en CE moet beschikken over een gesloten laadruimte met afmetingen in de hoogte en in de breedte, die respectievelijk minstens gelijk of groter zijn dan de hoogte en de breedte van de bestuurderscabine (achteruitkijkspiegels niet inbegrepen) en dit over de volledige lengte van het laadvlak. De lading moet degelijk vastgemaakt zijn en verdeeld over het trekkend voertuig en de aanhangwagen. De tankwagens en de compartimenten moeten geladen zijn volgens de regels van de kunst. De tankwagens met een inhoud van meer dan 7.500 liter moeten voor ten minste 80% gevuld zijn. De lading mag niet bestaan uit ADR-producten, noch uit levende dieren of uit producten die misselijkheid veroorzaken.
M.T.M. = maximaal toegelaten massa.
© GOCA-01-01-09-DOC.136-G-N
Om toegelaten te worden tot het praktijk
Tijdens het praktijkexamen zal worden nagegaan of u werkelijk uw voertuig beheerst en of u het verkeersreglement in de praktijk toepast. Voor de categorie C1E, CE, D1E of DE moet de kandidaat eveneens aantonen dat hij vertrouwd is met het gebruik van de tachograaf. Hiervoor moet een lege schijf voorzien worden voor het examen. Tijdens de beoordeling van het examen zal de examinator in het bijzonder aandacht schenken aan een respectvolle houding tegenover het materieel en in overeenstemming voor een goede uitoefening van het beroep. Tijdens het praktijkexamen moeten draagbare telefoons uitgezet worden. PRIVÉ-TERREIN
Daarna voert u, op het privé-terrein zes basismanoeuvres uit: de buitenachteruitkijkspiegels moeten in hun normale gebruiksstand behouden blijven. Ze mogen dus niet dichtgeklapt worden. 1. Voorafgaande controles - Cat BE a. voorzorgen b. instellingen c. controles. Voorafgaande controles Categorie C1E-CE / D1E – DE a. voorzorgen alvorens in en uit het voertuig te stappen b. noodzakelijke controles c. bijkomende controles d. instellingen. 2. In rechte lijn achteruit rijden 3, 4, 5. Achteruitrijdend een bocht maken, opstellen tegen een stoep, achteruit rijden tot tegen een laadkaai 6. Koppeling en ontkoppeling van de aanhangwagen Om toegelaten te worden tot de proef op de openbare weg moet u geslaagd zijn voor de proef op het privé terrein. Het slagen voor de proef op privé terrein blijft 1 jaar geldig. Voor de categorie CE moet het examenvoertuig voor de proef op de openbare weg van hetzelfde type zijn als dat waarmee de proef op het privé terrein werd afgelegd. OPENBARE WEG
Na een geslaagd examen op het privé-terrein wordt u tot het examen op de openbare weg toegelaten waar de examinator uw rijvaardigheid in het verkeer zal beoordelen. De examinator geeft aanduidingen omtrent de te volgen weg. Zolang hij niets zegt, volgt u de rijbaan waarop u zich bevindt. Wanneer u van richting moet veranderen, naar links of naar rechts, zal de examinator dit tijdig melden op de volgende wijze: "aan het volgende kruispunt links afslaan (rechts afslaan)". De examinator zal u nooit in een valstrik lokken. Uw instructeur of uw begeleider mag in geen geval aanduidingen of richtlijnen geven. Indien hij tijdens de proef tussenkomt, is de examinator verplicht het examen stop te zetten. Tevens mag hij, op straffe van stopzetting van het examen, de aanduidingen van de examinator niet herhalen of er commentaar bij geven. Tijdens de proef mag u, om uw zichtbaarheid (voor u, achter u of opzij) te verbeteren, steeds op reglementaire wijze stoppen en bijvoorbeeld de ruiten proper maken of de achteruitkijkspiegels beter richten. Teneinde u vertrouwd te maken met het examengebeuren, zal de examinator geen rekening houden met de lichte fouten die u zou kunnen maken tijdens het begin van het examen. Indien u niet voldoende deelneemt aan het verkeer, kan de examinator uw examen niet beoordelen.
© GOCA-01-01-09-DOC.136-G-N
BELANGRIJKE PUNTEN
. Bedient u uw voertuig correct? . Rijdt u defensief ? . Gebruik van de lichten, enz... . Neemt u op de weg de juiste plaats in met uw voertuig? Zo dicht mogelijk bij de rechterrand van de rijbaan, doorlopende strepen, voorsorteringspijlen, enz... . Neemt u de bochten zoals het hoort? Aangepaste snelheid, neemt u de bochten niet te breed? Is uw techniek goed? . Inhalen en kruisen van andere voertuigen. Doet u dit correct? Neemt u afstand? Maakt u uw voornemens tijdig kenbaar? Neemt u tijdig uw plaats terug naar rechts in? enz... . Richtingsverandering. Denkt u eraan alle nodige voorzorgen te nemen, uit te wijken zoals vereist zonder de andere weggebruikers te hinderen, het kruispunt vrij te maken wanneer dat vereist is? . Past u de voorrangsregels toe? Voorrang verlenen zo vereist, maar niet onnodig, gedrag tegenover trams, enz... . Gehoorzaamt u nauwkeurig aan de verkeerslichten en aan de bevelen van bevoegde personen? Rood licht, oranje licht, groene pijl, oranje knipperlicht, enz... . Hoe past u uw snelheid aan? Heeft u inzicht in het verkeer? Aanpassen van de snelheid aan de verkeersomstandigheden, naleven van de snelheidsbeperkingen, naderen van een hindernis, enz... . Hoe gedraagt u zich tegenover de andere weggebruikers? Voorzichtigheid tegenover voetgangers en kinderen, gedrag tegenover de prioritaire voertuigen, enz...
Gedetailleerde beschrijving van het 1. Categorie BE – Voorafgaande controles 1.1. Voorzorgen Dit gedeelte wordt uitgevoerd na het manoeuvre “Opstellen tegen een stoep”. De examinator vraagt de kandidaat om: - de motor van het voertuig stil te leggen en uit te stappen alsof hij een boodschap zou gaan doen in een winkel; - uit het voertuig te stappen, ermee rekening houdend dat hij zich op een rijbaan bevindt waar andere weggebruikers aanwezig zijn; - zich op de stoep te begeven. Men verwacht van de kandidaat: - dat hij de motor stillegt en de handrem optrekt, met of zonder ingeschakelde versnelling - dat hij in zijn linkse achteruitkijkspiegel kijkt vooraleer hij zijn portier opent - dat hij door de opening van zijn portier kijkt alvorens dit volledig te openen, geen enkele bijzondere methode wordt vereist om het portier te openen - dat hij zijn voertuig op slot doet; indien het voertuig met centrale vergrendeling is uitgerust wordt het gebruik ervan toegelaten. De examinator vraagt de kandidaat om de nodige controles m.b.t. de veiligheid uit te voeren en om opnieuw plaats te nemen in het voertuig rekening houdend met het verkeer: - men gaat na of de kandidaat correct in het voertuig stapt. Men verwacht van de kandidaat: - dat hij de toer van zijn voertuig doet om het koets- en plaatwerk van het voertuig na te gaan (indien het voertuig er mee uitgerust is) - dat hij de laaddeur opent om de manier van laden en het vastmaken van de lading na te gaan (indien aanwezig) - dat hij de eventuele deuren of zeilen correct dicht doet (indien aanwezig) - dat hij het koppelingsmechanisme nagaat - dat hij de veiligheidskabel nagaat - dat hij terug in het voertuig stapt en hierbij de nodige voorzorgen neemt. Het is aangeraden om rond het voertuig te stappen met het zicht op het verkeer gericht. Bij het uitstappen wanneer men rechts van de rijbaan geparkeerd staat, is het aangeraden om langs de achterkant van het voertuig te stappen; wanneer men daarentegen instapt is het aangeraden om langs de voorkant van het voertuig te gaan.
1.2. Instellingen De examinator vraagt de kandidaat om: - zijn motor stil te leggen - zijn zitplaats volledig naar achteren te verschuiven (of naar voren te verschuiven indien de zitplaats reeds ver naar achteren ingesteld staat) - zijn linker achteruitkijkspiegel te ontregelen. Men verwacht van de kandidaat: - dat hij zijn zitplaats in de goede positie plaatst - dat hij de positie van zijn zitplaats nagaat door zijn koppelingspedaal in te drukken, zijn been moet lichtjes gebogen zijn - dat hij de helling van zijn rugleuning nagaat door zijn armen boven het stuur te houden en, zonder dat hij de rugleuning verlaat, moeten zijn polsen ter hoogte van het stuur komen - dat hij de goede positie van de hoofdsteun nagaat; indien de kandidaat het hoofd lichtjes naar achteren buigt moet dit ondersteund worden door de hoofdsteun - dat hij zijn achteruitkijkspiegels instelt - dat hij zijn veiligheidsgordel niet gedraaid aandoet en dat deze niet te hoog of niet te laag bij de hals komt zodanig dat deze de armbewegingen zou hinderen.
1.3. Controles In de mate waarin de technische controle van het voertuig uitgevoerd zijn, zal er steeds een deel van de controles gevraagd worden. Het gaat om systematische controles: - ontwaseming vooraan – ontvriezing achteraan - gebruik van de lichten (dimlichten – grootlichten – mistlichten) - geluidstoestel - richtingaanwijzers - stoplichten. De examinator zal aan de kandidaat vragen om deze bedieningen systematisch één na één te gebruiken.
© GOCA-01.08.04-DOC.136-A-N
Hoe verloopt het examen?
manoeuvre “Voorafgaande controles”
Indien de kandidaat één van de verwachte punten tijdens het manoeuvre niet uitvoert, of wanneer hij dit niet correct uitvoert, dan weerhoudt de examinator de fout.
2. Categorie C1E-CE / D1E-DE – Voorafgaande controles A. Situatie De kandidaat start met de voorafgaande controles. Het gaat hier om een goede gewoonte die elke bestuurder moet aannemen: kennis maken met het voertuig en de voorafgaande controles uitvoeren alvorens te starten Men zal beginnen met aan de kandidaat te vragen zijn voertuig op het privé-terrein op te stellen en zijn zitplaats volledig naar achteren te verschuiven en zijn linker achteruitkijkspiegel te ontregelen. Daarna legt men aan de kandidaat uit dat hij zijn werkdag beëindigd heeft en dat hij zijn voertuig moet verlaten zoals op de openbare weg. Hier zal de examinator oordelen hoe de kandidaat uit zijn voertuig stapt en of hij de nodige voorzorgsmaatregelen neemt.
Daarna stelt men de kandidaat in een tegenovergestelde situatie: het is het begin van een werkdag. Men vraagt de kandidaat met het voertuig te vertrekken en de nodige controles uit te voeren. De kandidaat moet de uit te voeren controles kennen alvorens met een voertuig te vertrekken. De kandidaat voert de controles in een willekeurige volgorde uit. De examinator gaat eerst en vooral na of de kandidaat geen controles vergeet en kijkt daarna of deze correct uitgevoerd worden. Vervolgens begeleidt de examinator de kandidaat door punt per punt de bijkomende controles te vragen. Eenmaal alle externe controles uitgevoerd zal de examinator aan de kandidaat vragen om opnieuw in het voertuig te stappen, de examinator zal beoordelen hoe hij dit doet en nagaan of hij de nodige voorzorgsmaatregelen neemt. Vervolgens vraagt de examinator aan de kandidaat om een correcte zithouding aan te nemen en om de noodzakelijke instellingen uit te voeren. De kandidaat kan op elk moment terug zijn correcte rijhouding instellen. De beoordeling zal plaatsvinden op het einde van dit manoeuvre. De kandidaat beschikt over maximum 15 minuten voor het uitvoeren van dit manoeuvre.
B. Gevraagde punten 2.1. Voorzorgen alvorens in en uit het voertuig te stappen De examinator vraagt aan de kandidaat om het voertuig stop te zetten zoals op de openbare weg en om het voertuig te verlaten door de nodige voorzorgsmaatregelen te nemen. Men verwacht van de kandidaat: - dat hij de handrem optrekt alvorens het voertuig te verlaten - dat hij de versnellingsbak in neutrale stand plaatst, indien er een luchtlek is en de versnellingsbak stond niet in neutraal, kan men om te starten de versnellingen inderdaad niet meer schakelen zonder abnormaal kracht uit te oefenen op de versnellingsbak - dat hij de motor stillegt - voor de categorie DE/D1E: nagaan of de deuren voor de passagiers goed gesloten zijn evenals de noodluiken - dat hij kijkt alvorens het voertuig te verlaten - het voertuig correct verlaten: . voor de categorie CE/C1E: het aangezicht naar de vrachtwagen gericht door gebruik te maken van de handvaten . voor de categorie DE/D1E: door gebruik te maken van het handvat. - dat hij de deur op slot doet - zich naar de stoep begeven door rond het voertuig te gaan bij voorkeur met het aangezicht naar het verkeer gericht - voor de categorie CE/C1E: nagaan of de deur van de passier goed gesloten is. In de mate waarin het voertuig uitgerust is met centrale vergrendeling, is het nazicht van de deur van de passagier niet vereist. Daarna vraagt de examinator aan de kandidaat om opnieuw plaats te nemen in het voertuig. Men verwacht van de kandidaat: - dat hij correct in het voertuig stapt, met het aangezicht naar het voertuig gericht en door gebruik te maken van de handvaten - dat hij de deur goed sluit.
2.2. Noodzakelijke controles De kandidaat moet de controles uit onderstaande lijst van buiten kennen en deze kunnen uitvoeren. Deze elementen worden verondersteld gekend te zijn door de kandidaat. Deze lijst staat ter uwer beschikking op de website (www.goca.be). Enerzijds zal de examinator nagaan of alle controles uitgevoerd worden en anderzijds of deze correct uitgevoerd worden. Men verwacht van de kandidaat dat hij bij elk punt vermeld wat hij nakijkt. - Vloeistoffen - lichten - banden - veiligheid van het koppelingssysteem - algemene staat: . vensters - voorruit en ruitenwissers - koetswerk - plaatwerk of zeil . manier van laden * . vastmaken van de lading * . laaddeuren * . categorieën CE/C1E: eventueel laadmechanisme . categorieën DE/D1E: nooduitgangen . categorieën DE/D1E: brandblussers. * Bij een “vrachtwagen - aanhangwagen” dienen de punten “manier van laden”, “vastmaken van de lading” en “laaddeuren” eveneens te worden gecontroleerd voor het trekkend voertuig.
© GOCA-01-01-09-DOC.136-G-N
De kandidaat zal door lottrekking één van de voorafgaandelijke controles uitvoeren: - slijtage van de banden De examinator verzoekt de kandidaat aan te tonen hoe hij de slijtage van zijn banden nagaat. Men verwacht van de kandidaat dat hij zijn wielen draait om het nakijken te vergemakkelijken, dat hij daarna uitstapt en dat hij de groeven die hij nakijkt aantoont. De kandidaat is niet verplicht, maar mag gebruik maken van de slijtage indicatoren, aanwezig op sommige banden. De controle beperkt zich tot één voorwiel van het voertuig. - bandenspanning De examinator verzoekt de kandidaat aan te tonen hoe hij de bandenspanning nagaat. Men verwacht van de kandidaat dat hij aantoont waar het ventiel zich bevindt. Indien de kandidaat enkel over een elektronisch systeem beschikt dat de bandenspanning op het dashboard aanduidt waar de bandenspanningsmeter zich bevindt. - motorolie De examinator verzoekt de kandidaat aan te tonen waar hij het oliepeil van de motor nakijkt. Men verwacht van de kandidaat dat hij de motorkap van zijn voertuig opent en dat hij deze laat steunen op de steunstang. Daarna duidt hij aan waar het oliereservoir zich bevindt. Vervolgens moet de kandidaat de motorkap sluiten en er zich van vergewissen dat deze goed gesloten is alvorens terug in te stappen. Men zal aan de kandidaat niet vragen om het oliepeil effectief te controleren. Indien het voertuig niet uitgerust is met een niveaupeilstok in het motorcompartiment, maar enkel met een elektronische oliepeilmeter op het dashboard, verwacht men van de kandidaat dat hij aantoont waar de oliepeilmeter zich bevindt. - remvloeistof De examinator verzoekt de kandidaat aan te tonen waar het remvloeistofreservoir zich bevindt. Men verwacht van de kandidaat dat hij de motorkap van zijn voertuig opent en dat hij deze laat steunen op de steunstang. Daarna duidt hij aan waar het niveau van de remvloeistof zich bevindt. Vervolgens moet de kandidaat de motorkap sluiten en er zich van vergewissen dat deze goed gesloten is alvorens terug in te stappen. Indien het voertuig niet uitgerust is met een niveaupeilstof in het motorcompartiment, maar enkel met een elektronische remvloeistofmeter op het dashboard, verwacht men van de kandidaat dat hij aantoont waar de remvloeistofmeter zich bevindt. - koelvloeistof De examinator verzoekt de kandidaat aan te tonen waar hij het niveau van de koelvloeistof controleert. Men verwacht van de kandidaat dat hij de motorkap van zijn voertuig opent en dat hij deze laat steunen op de steunstang. Daarna duidt hij aan waar het niveau van de koelvloeistof zich bevindt. Vervolgens moet de kandidaat de motorkap sluiten en er zich van vergewissen dat deze goed gesloten is alvorens terug in te stappen. Indien het voertuig niet uitgerust is met een niveaupeilstok in het motorcompartiment, maar enkel met een elektronische koelvloeistofmeter op het dashboard, verwacht men van de kandidaat dat hij aantoont waar de koelvloeistofmeter zich bevindt. - product ruitenwissers De examinator verzoekt de kandidaat aan te tonen waar hij het product voor de ruitenwissers toevoegt. Men verwacht van de kandidaat dat hij de motorkap van zijn voertuig opent en dat hij deze laat steunen op de steunstang. Vervolgens moet de kandidaat aanduiden waar het reservoir voor het product van de ruitenwissers zich bevindt. Vervolgens moet de kandidaat de motorkap sluiten en er zich van vergewissen dat deze goed gesloten is alvorens terug in te stappen.
Gedetailleerde beschrijving van het manoeuvre “Voorafgaande controles” (vervolg) Vloeistoffen: 1. De kandidaat gaat het niveaupeil na: a. van de koelvloeistof b. van de motorolie c. van het product van de ruitenwissers. 2. Men verwacht van de kandidaat dat hij de motorkap opent en dat hij per vloeistof de goede plaats aanduidt. 3. Het product van de ruitenwissers bevindt zich niet altijd onder de motorkap, bovendien is er niet altijd een niveaumeter aanwezig. De kandidaat moet enkel in staat zijn om aan te tonen waar het reservoir zich bevindt, zodat hij indien nodig weet waar hij moet bijvullen. 4. Indien het voertuig uitgerust is met elektrische meters, verwacht men van de kandidaat dat hij elk gevraagd element kan aanduiden. In dit geval zal het openen van de motorkap niet vereist worden. 5. Er zal geen enkele bijkomende vraag gesteld worden. Staat van de banden: 1. De kandidaat gaat de staat van één van de achterwielen van het voertuig na. 2. Men verwacht van de kandidaat dat hij de slijtage van de hoofdgroeven van de banden nagaat. Hier moet hij aantonen dat hij de groeven bekijkt en dat hij nagaat of ze nog voldoende diep zijn. 3. Men verwacht van de kandidaat dat hij nagaat of hij geen lekke band heeft. Dit is een visuele controle behalve bij de dubbele banden; daar moet met de voet een stamp of met een hamer een slag gegeven worden op de band. Deze controle dient op de twee banden uitgevoerd te worden. Sommige voertuigen zijn uitgerust met een elektronisch verklikkerlichtje dat aangeeft wanneer de bandenspanning onvoldoende is. Dit verklikkerlichtje kunnen aantonen wordt gelijkgesteld met deze controle. Veiligheid van het koppelingssysteem: 1. De kandidaat gaat het koppelingssysteem na. 2. Men verwacht van de kandidaat dat hij de schotelvergrendeling (trekker-oplegger) of de veiligheidssluiting en de veiligheidskabel (indien aanwezig) nagaat. Algemene staat: 1. De vensters: a. de kandidaat controleert zijn ruiten b. men verwacht van de kandidaat dat hij visueel nagaat of zijn ruiten geen barst of ster vertonen c. men verwacht van de kandidaat eveneens dat hij de netheid van zijn ruiten nagaat. 2. De voorruit en de ruitenwissers: a. de kandidaat controleert zijn voorruit b. men verwacht van de kandidaat dat hij visueel nagaat of zijn voorruit geen barst of ster vertoont. c. men verwacht eveneens van de kandidaat dat hij de netheid van zijn ruiten nagaat d. men verwacht van de kandidaat dat hij de goede staat van zijn ruitenwissers nagaat. 3. Koets- en plaatwerk: a. de kandidaat stapt rond het voertuig en kijkt het koetswerk na b. men verwacht van de kandidaat dat hij nagaat of er geen deel van het koetswerk of zeil beschadigd is.
© GOCA-01-01-09-DOC.136-G-N
4. Manier van laden van de aanhangwagen: a. de kandidaat opent de laaddeuren of hij heft het zeil voldoende omhoog en gaat de manier van laden na b. men verwacht van de kandidaat dat hij in het voertuig stapt en dat hij nagaat of er geen lege ruimtes zijn en of de lading goed verdeeld is. 5. Vastmaken van de lading van de aanhangwagen: a. de kandidaat gaat het vastmaken van de lading na b. men verwacht van de kandidaat dat hij nagaat of de lading goed vastgemaakt is, bvb. met riemen. 6. Laaddeuren van de aanhangwagen: a. de kandidaat gaat de laaddeuren na. b. men verwacht van de kandidaat dat hij de laaddeuren of het zeil correct sluit. c. de deuren moeten goed gesloten worden met het veiligheidsmechanisme, de riemen moeten door elke ring getrokken worden en het TIR-touw moet goed vastgemaakt zijn.
7. Categorieën CE/C1E - Laadmechanisme a. de kandidaat kijkt het laadmechanisme na, indien aanwezig. b. men verwacht van de kandidaat dat hij nagaat of het laadmechanisme goed afgesloten is. 8. Categorieën DE/D1E - Nooduitgangen: a. de kandidaat gaat de nooduitgangen na (deuren - dak - vensters) b. men verwacht van de kandidaat dat hij nagaat of de nooduitgangen goed zijn aangeduid, dat deze niet zijn afgesloten en dat ze toegankelijk zijn. 9. Categorieën DE/D1E - Brandblussers: a. de kandidaat gaat alle brandblussers na b. men verwacht van de kandidaat dat hij aantoont waar alle verplichte brandblussers zich bevinden: . M.T.M ≤ 5 000 kg: 1 brandblusser van 2 kg . 5 000 kg < M.T.M. ≤ 7 000 kg: 2 brandblussers van 2 kg . M.T.M. > 7 000 kg: 2 brandblussers van 3 kg c. indien het voertuig niet uitgerust is met de reglementaire brandblussers of indien deze niet meer geldig zijn zal het examen op de openbare weg niet kunnen doorgaan omwille van technische redenen. De hierboven vermelde controles mogen in een willekeurige volgorde uitgevoerd worden. Indien de kandidaat andere controles uitvoert dan deze vermeld in deze lijst, zal dit nooit als fout beschouwd worden.
2.3. Bijkomende controles De kandidaat zal alle bijkomende controles uitvoeren op duidelijke vraag van de examinator. Hij herneemt punt per punt alle elementen van de lijst en vraagt aan de kandidaat om de vermelde controles uit te voeren. De examinator is niet verplicht om de volgorde van de lijst te volgen, maar kan deze aanpassen in functie van het voertuig en van de situatie. Men verwacht van de kandidaat dat hij bij elk punt vermeld wat hij nakijkt. - Het geluidstoestel - categorieën DE/D1E - de verbandkist - de ruitenwissers en de sproeikoppen - controle en gebruik van het dashboard: de toerenteller - de snelheidsmeter - de luchtdrukmeter - de verlichte verklikkerlichtjes - de vier richtingaanwijzers - de ontwaseming - categorieën CE/C1E afsluiten van de cabine - controle van de luchtdruk - testen van de remmen. Uit het voertuig stappen - Staat van de reflectoren (van de nummerplaat) - de wielmoeren - de spatborden - de luchttanks - categorieën CE/C1E - vergrendeling van de cabine - de ophanging. Het geluidstoestel: 1. De examinator vraagt aan de kandidaat om het geluidstoestel te doen werken. 2. Men verwacht van de kandidaat dat hij het geluidstoestel kan doen werken. De ruitenwissers en de sproeikoppen: 1. De examinator vraagt aan de kandidaat om de ruitenwissers na te gaan. 2. Men vraagt aan de kandidaat de ruitenwissers en de sproeikoppen te gebruiken en na te gaan of de ruitenwissers niet beschadigd zijn en dat het product komende uit de sproeikoppen tot op de voorruit komt (verstopte sproeikoppen). Controle en gebruik van het dashboard: 1. De examinator vraagt aan de kandidaat om met zijn eigen woorden te vertellen wat er op het dashboard verschijnt. 2. Men verwacht van de kandidaat dat hij volgende elementen kan aanduiden: a. de toerenteller b. de snelheidsmeter c. de luchtdrukmeter d. de verlichte verklikkerlichtjes e. de 4 richtingaanwijzers f. de ontwaseming g. categorieën CE/C1E - het vergrendelen van de cabine. De examinator vraagt
Luchtdruk: 1. De examinator vraagt de kandidaat aan te duiden hoe hij de luchtdruk nakijkt. 2. Men verwacht van de kandidaat dat hij de motor doet draaien (indien dit nog niet het geval is) en dat hij nagaat of de tanks zich vullen of reeds gevuld zijn. Test van de remmen: 1. De examinator vraagt de kandidaat om een remtest uit te voeren. 2. Men verwacht van de kandidaat dat hij aan een lage snelheid rijdt om vervolgens hard te remmen om zodoende te kunnen nagaan of het voertuig reageert. De examinator vraagt de kandidaat om het voertuig te verlaten De reflectoren: 1. De examinator vraagt aan de kandidaat om de reflectoren na te kijken. 2. Men verwacht van de kandidaat dat hij de toer van zijn voertuig doet en dat hij aanduidt waar de reflectoren (achteraan en zijdelings) zich bevinden en dat hij telkens kijkt of zij niet beschadigd zijn. 3. Indien het voertuig niet is uitgerust met reglementaire reflectoren, zal het examen op de openbare weg niet plaatsvinden omwille van technische redenen. De wielmoeren: 1. De examinator vraagt aan de kandidaat hoe hij nagaat of de wielmoeren van een wiel correct zijn aangespannen en hoe hij deze zou aanspannen na het vervangen van een wiel. 2. Men verwacht van de kandidaat dat hij de wielmoeren van een wiel aanduidt. 3. Men verwacht van de kandidaat dat hij ons toont in welke volgorde hij de wielmoeren aanspant in de vorm van een kruis. De kandidaat moet uiteraard niet alle wielmoeren aanspannen. De spatborden: 1. De examinator vraagt aan de kandidaat om zijn spatborden na te gaan. 2. Men verwacht van de kandidaat dat hij de toer van het voertuig doet en dat hij visueel nagaat of de spatborden aanwezig zijn en niet beschadigd zijn. 3. Categorieën DE/D1E - Sommige voertuigen van de categorie D zijn niet uitgerust met spatborden gezien de wielen volledig omgeven worden door het koetswerk; in dit geval wordt deze controle weggelaten. 4. Indien het voertuig niet uitgerust is met de reglementaire spatborden, zal het examen op de openbare weg niet kunnen doorgaan omwille van technische redenen. De luchttanks: 1. De examinator vraagt aan de kandidaat aan te duiden waar de luchttanks zich bevinden (trekkend voertuig en aanhangwagen). 2. Men verwacht van de kandidaat dat hij kan aanduiden waar de luchttanks zich bevinden. 3. De examinator vraagt aan de kandidaat om van één van de luchttanks het condenswater af te laten. 4. Men verwacht van de kandidaat dat hij het ventiel voor het aflaten van het condenswater opent tot er enkel lucht uit de tanks komt. 5. In sommige gevallen bestaat er een systeem dat alle ontwateringskleppen met elkaar verbindt en waar men eenmaal hoeft aan te trekken om alle ontwateringskleppen samen te openen. 6. Bij bepaalde autocars komt het koetswerk zodanig laag dat de luchttanks enkel zichtbaar zijn door zich op de grond te leggen. In dergelijk geval zal deze controle niet uitgevoerd worden. Categorieën CE/C1E - Afsluiten van de stuurcabine: 1. Indien het afsluiten van de stuurcabine niet gecontroleerd kon worden via het dashboard, zal de examinator aan de kandidaat vragen waar het vergrendelingsmechanisme zich bevindt.
2. Men verwacht van de kandidaat dat hij nagaat of de beveiliging goed geplaatst is. De ophanging: 1. De examinator vraagt aan de kandidaat om de ophanging na te gaan. 2. Niet alle voertuigen zijn met hetzelfde ophangingssysteem uitgerust: er bestaat: a. de luchtvering: men verwacht van de kandidaat dat hij nagaat of de veerbalgen niet beschadigd zijn en goed opgepompt zijn (rijstand) b. de bladvering: men verwacht van de kandidaat dat hij nagaat of de bladen niet gebroken zijn. 3. Deze controle bestaat uit een gewone visuele controle. Men verwacht van de kandidaat dat hij in de richting van de veerkussens ofwel van de veerbalgen kijkt, indien zij zichtbaar zijn 4. Bij bepaalde autocars komt het koetswerk zodanig laag dat de ophanging enkel zichtbaar is door zich op de grond te leggen. In dergelijk geval zal deze controle niet uitgevoerd worden.
2.4. Instellingen De examinator vraagt aan de kandidaat een correcte zithouding aan te nemen en om de nodige instellingen uit te voeren. De kandidaat mag op elk moment de nodige instellingen uitvoeren. De zitplaats regelen om een correcte zithouding te bekomen: De examinator vraagt aan de kandidaat om een zithouding aan te nemen door het nodige te onderzoeken. 1. Men verwacht van de kandidaat dat hij zijn zitplaats zowel in de hoogte (indien nodig), in verhouding met de afstand tot de pedalen, als ter hoogte van de rugleuning instelt. 2. De kandidaat moet zijn knieën voor de stuurkolom kunnen plaatsen (indien nodig) moeten de hoogte en de diepte van het stuur aangepast worden. 3. De kandidaat moet het koppelingspedaal kunnen indrukken zonder zijn been te strekken. 4. Hij moet het gaspedaal kunnen indrukken waarbij de hiel op de grond blijft. 5. De kandidaat moet de armen lichtjes gebogen hebben op 9u15, 9u15 is in feite de ideale houding voor een goede hantering van het stuur. 6. De kandidaat moet zijn stuur kunnen draaien zonder dat zijn lichaam uit de rugleuning komt, om dit te kunnen doen moet hij eventueel de helling van de rugleuning of de stuurkolom aanpassen. De examinator zal uiteraard letten op de lichaamsbouw van de kandidaat en hij zal zijn eisen aanpassen indien de kandidaat te klein of te struis is om de hieronder vermelde controles uit te voeren. Afstellen van de achteruitkijkspiegels: 1. De examinator vraagt aan de kandidaat om zijn achteruitkijkspiegels correct in te stellen. 2. Voor het instellen van sommige achteruitkijkspiegels is er een sleutel nodig. De kandidaat zal het nodige gereedschap moeten hebben voor het correct afstellen. Indien dit niet het geval is zal het examen stopgezet worden omwille van technische redenen. De veiligheidsgordels instellen: 1. Wanneer de examinator aan de kandidaat vraagt om zich in de juiste zithouding te plaatsen, zal hij aan de kandidaat eveneens vragen om de veiligheidsgordel aan te doen. 2. De examinator zal nagaan of deze correct geplaatst is. 3. Indien het gaat om een oude veiligheidsgordel zonder oprolmechanisme, zal de examinator nagaan of de lengte goed ingesteld is. De hoofdsteunen afstellen: De examinator vraagt aan de kandidaat om zich in de juiste zithouding te plaatsen, hij zal erop letten of de hoofdsteun goed ingesteld is.
© GOCA-01-01-09-DOC.136-G-N
aan de kandidaat of hij over een verklikkerlichtje in het dashboard beschikt hetgeen aangeeft indien de cabine slecht is vergrendeld. Indien het antwoord ja is, vraagt hij aan de kandidaat om dit verklikkerlichtje aan te tonen. Indien het antwoord neen is, zal de examinator aan de kandidaat vragen om het afsluitingsmechanisme effectief aan te tonen wanneer het zich buiten het voertuig bevindt.
Praktijkexamen op privaat terrein Manoeuvre 5: ontkoppeling - koppeling Het moet mogelijk zijn met het examenvoertuig het manoeuvre uit te voeren rekning houdend met de volgorde van de groepen. Trekker-oplegger
Vrachtwagen-aanhangwagen
5.1 Ontkoppeling - Groep A
5.1 Ontkoppeling - Groep A
5.1 Ontkoppeling - Groep A
Luchtleidingen afkoppelen (rode daarna gele) Elektrische leidingen (ABS) afkoppelen Wielkeggen plaatsen Handrem oplegger opzetten Steunpoten uitdraaien Correct gebruik van de luchtvering bij luchtgeveerde oplegger
Elektrische leidingen loskoppelen Veiligheidskabel losmaken Steunpoot uitdraaien Handrem aanhangwagen opzetten
Luchtleidingen afkoppelen (rode daarna gele) Elektrische leidingen (ABS) afkoppelen Wielkeggen plaatsen Handrem aanhangwagen opzetten Steunpoten (wipcar)
5.2 Ontkoppeling - Groep B
5.2 Ontkoppeling - Groep B
5.2 Ontkoppeling - Groep B
Schotelvergrendeling lostrekken
Trekhaak openen en ontkoppelen
Trekhaak openen
5.3 Ontkoppeling - Groep C
5.3 Tussen bakens plaatsen en achteruitrijden en het voertuig naast de aanhangwagen plaatsen
Vooruitrijden bij ontkoppelen Correct gebruik van de luchtvering bij luchtgeveerde trekker 5.4 Tussen bakens plaatsen + achteruitrijden en het voertuig naast de aanhang-wagen plaatsen
© GOCA-01-01-09-DOC.136-G-N
Auto - Autobus - Autocar
5.4 Koppeling - Groep A
Trekkend voertuig oplijnen
5.3 Ontkoppeling - Groep C
Vooruitrijden bij ontkoppelen
5.4 Tussen bakens plaatsen en achteruitrijden en het voertuig naast de aanhangwagen plaatsen
5.5 Koppeling - Groep A
5.5 Koppeling - Groep B
5.5 Koppeling - Groep A
Trekkend voertuig oplijnen Nagaan of schotelvergrendeling geopend is
Handrem aanhangwagen losmaken Aanhangwagen aankoppelen Veiligheidssluiting van de koppeling nagaan Steunwiel opdraaien Elektrische leidingen aankoppelen Veiligheidskabel aankoppelen Controle signalisatie voertuig
Trekkend voertuig oplijnen Nagaan of trekhaak geopend is
5.6 Koppeling - Groep B
5.6 Koppeling - Groep B
Trekkend voertuig aankoppelen Schommelen (controle op de verankering)
Trekkend voertuig aankoppelen Schommelen (controle op de verankering)
5.7 Koppeling - Groep C
5.7 Koppeling - Groep C
Veiligheidssluiting van de schotelvergrendeling nagaan
Veiligheidssluiting van de trekhaak nagaan
5.8 Koppeling - Groep D
5.8 Koppeling - Groep D
Luchtleidingen aankoppelen (gele daarna rode) Elektrische leidingen (ABS) aankoppelen
Luchtleidingen aankoppelen (gele daarna rode) Elektrische leidingen (ABS) aankoppelen
5.9 Koppeling - Groep E
5.9 Koppeling - Groep E
Steunpoten opdraaien Wielkeggen opbergen Handrem oplegger losmaken Controle signalisatie van het voertuig Correct gebruik van de luchtvering bij luchtgeveerde trekker+oplegger
Steunpoten (wipcar) Wielkeggen opbergen Handrem aanhangwagen losmaken Controle signalisatie van het voertuig
Opgelet: De handelingen moeten in volgorde per groep uitgevoerd worden (dus 5.1 vóór 5.2)
De volgorde binnen de groep mag verwisseld worden, bijvoorbeeld: De elektrische leidingen loskoppelen vooraleer de luchtleidingen af te koppelen.
De veiligheidskabel losmaken vooraleer de elektrische leidingen los te koppelen.
De elektrische leidingen loskoppelen vooraleer de luchtleidingen af te koppelen.
1. Voorafgaande controles
E Manoeuvres
Maximale duur van het manoeuvre: 15 minuten
Zie gedetailleerde beschrijving van het manoeuvre “Voorafgaande controles”.
bakens WITTE LIJN
M aximale duur van het manoeuvre: 3 minuten
(Vanaf 2 minuten en 30 seconden komt de tijd in aanmerking voor een beoordeling)
3m
1
1
2
3 2
Breedte van de doorgang: 3,50 m Lengte van de doorgang: 50 m
Laadkaai
10m
2
1m
7m
Plaats uw voertuig voor baken 1. Rijd het voertuig tot aan de bakens 1, die ginds opgesteld staan. Plaats het voertuig tussen de bakens 1. Rijd vervolgens recht achteruit tot de achterzijde van uw aanhangwagen zich ter hoogte van de kegel 2 bevindt. U moet ervoor zorgen dat de wielen van uw voertuig tussen de witte lijnen blijven. U mag indien nodig opnieuw vooruitrijden om u beter te richten. Eenmaal vooruitrijden wordt niet als fout aangerekend.
4m
Boordstenen BOORDSTENEN
2. In rechte lijn achteruit rijden
2,5m
Symbolen
De afstand tussen de bakens 1 en de kegel 2 bedraagt 50 meter.
3. 4. 5. Achteruitrijdend een bocht maken, opstellen tegen een stoep, achteruitrijden tot tegen een laadkaai
verhoogde baken
voorste geddelte van het voertuig
Aanvang 1
Tussenfase 2
Maximale duur van de manoeuvres: 9 minuten
Rijd het voertuig opnieuw vooruit tot aan de bakens 1, die ginds opgesteld staan. Plaats het voertuig tussen de bakens 1. Rij achtereenvolgens rechtsdraaiend achteruit en stel het voertuig zo dicht mogelijk* tot tegen de laadkaai 4 op. De laadkaai raken, wordt bij de categorieën BE, DE en D1E als fout beschouwd. * Zorg ervoor dat uw voertuig voor de categorieën CE en C1E op minder dan 20 cm, en voor de categorieën BE, DE en D1E op minder dan 30 cm van de laadkaai 4 opgesteld staat. Het voertuig dient zich op minder dan 30 cm van en evenwijdig met de stoep 5 te bevinden om eventueel in- en uitstappen mogelijk te maken. U mag indien nodig opnieuw vooruitrijden om u beter te richten. Eenmaal vooruitrijden wordt niet als fout aangerekend. U mag eveneens het voertuig verlaten om de afstand tussen de aanhangwagen en de laadkaai te evalueren. U geeft een teken (klaxon....) wanneer u klaar bent.
(Vanaf 8 minuten en 30 seconden komt de tijd in aanmerking voor een beoordeling)
De afstand tussen de bakens 3 en de laadkaai 4 wordt bepaald in functie van het voertuig: = 1.3 x de lengte van de sleep (oplegger) of 1.4 x lengte van de sleep van de voertuigen voor de vrachtwagens + WipCar of 1.5 x lengte van de sleep van voertuigen voor de vrachtwagens + aanhangwagens met stuuras (+DE/D1E/BE)
3
4
1
2
5
3 2
2
6. Koppeling en ontkoppeling van de aanhangwagen Maximale duur van het manoeuvre: 10 minuten voor de categorieën BE – DE/D1E en 15 minuten voor de
categorieën CE/C1E
(Vanaf 9 minuten en 30 seconden BE - DE/D1E en 14 minuten en 30 seconden CE/C1E komt de tijd in aanmerking voor een beoordeling)
eindpositie 3
1
2 Rijd het voertuig op 1 meter van de laadkaai. Ontkoppel de aanhangwagen en rijd het trekkend voertuig vooruit tot aan de bakens 1. Plaats het trekkend voertuig tussen de bakens 1. Rijd vervolgens het trekkend voertuig terug achteruit en plaats het zodanig dat het naast de aanhangwagen komt te staan. De achterzijde van de beide voertuigen moeten op dezelfde hoogte komen te staan. Rijd vervolgens het trekkend voertuig terug achteruit en koppel de aanhangwagen terug aan. Bij het aankoppelen moet het voertuig evenwijdig opgesteld staan met de stoep.
1m
2
1m
2
3
4 4
1m
3
© GOCA-01-01-09-DOC.136-G-N
Kegel
Uitslag van het praktijkexamen U BENT GESLAAGD VOOR HET Praktijkexamen De examinator geeft u een "Aanvraag om een rijbewijs". Met dit document gaat u bij uw gemeentebestuur uw rijbewijs afhalen. Een bedrag van €11 zal u aangerekend worden (contanten, overschrijving, bancontact, ...). Gelieve vooraf contact op te nemen met uw gemeentebestuur. Tevens moeten 2 pasfoto’s afgegeven worden. Opgepast: De aanvraag om een rijbewijs laat niet toe te rijden. U moet houder en drager zijn van een rijbewijs. De aanvraag om een rijbewijs dient binnen de 3 jaar na het geslaagd praktijkexamen te worden ingediend. Zoniet moet u opnieuw scholing volgen en slagen voor een nieuw praktijkexamen. Indien het voertuig waarmee u voor het praktijkexamen slaagde uitgerust was met een automatische schakeling zal de geldigheid van uw rijbewijs beperkt worden tot het besturen van gelijkaardige voertuigen door de vermelding "AUTOMATISCH" (code 78). Bij het slagen voor één van de twee proeven met een voertuig uitgerust met een automatische schakeling, wordt het volledig examen geacht afgelegd te zijn met dit type voertuig. Worden eveneens beschouwd als voertuigen met automatische schakeling de voertuigen met een elektrische motor en voertuigen die uitgerust zijn met een koppeling die functioneert zonder dat de bestuurder hoeft in te grijpen, meer bepaald de voertuigen met een half-automatische schakeling. Indien u de opheffing van deze vermelding wenst te bekomen moet u een nieuw praktijkexamen afleggen met een voertuig uitgerust met een handbediende schakeling na bijkomende praktijklessen (min. 2 u) in een erkende rijschool of onder dekking van een voorlopig rijbewijs.
u de opheffing van deze vermelding wenst te bekomen moet u een nieuw praktijkexamen afleggen met een voertuig uitgerust met een handbediende schakeling na bijkomende praktijklessen (min. 2 u) in een erkende rijschool of onder dekking van een voorlopig rijbewijs. N.B.: Wanneer u niet geslaagd bent voor het examengedeelte op de openbare weg zal het examengedeelte op het prive-terrein, waarvoor u geslaagd bent, niet meer herbegonnen moeten worden, indien u een nieuw praktijkexamen aflegt met een voertuig van dezelfde categorie, binnen een termijn van maximum 1 jaar, die ingaat de dag waarop u voor het examengedeelte op privé-terrein geslaagd bent. INDIEN ER ZICH PROBLEMEN ZOUDEN VOORDOEN
Indien u klachten hebt, wendt u zich onmiddellijk tot de hoofdexaminator. Dit is de eenvoudigste en snelste methode omdat u zich ter plaatse bevindt en het geschil onmiddellijk kan worden behandeld. Zo u niet tevreden bent met het gegeven gevolg, wendt u zich zonder verwijl tot de directie van de instelling waarvan het examencentrum afhangt (het liefst per telefoon). Een geschil kan tenslott e ook steeds aanhangig worden gemaakt bij de Federale Overheidsdienst Mobiliteit en Vervoer - “City Atrium” - Vooruitgangstraat 56 -1210 Brussel. De leden van deze commissie zijn rechters. Bovendien zijn in elk centrum speciale brievenbussen voorzien, waarin u zowel klachten als suggesties kan deponeren. De inhoud van deze brievenbussen wordt regelmatig nagezien om passende regelingen te kunnen treffen.
Verhaalprocedure
U BENT NIET GESLAAGD VOOR HET Praktijkexamen Wanneer u uitgesteld bent voor het praktijkexamen mag u zich niet aanbieden voor een nieuw examen, de dag zelf van het uitstel. Indien het voertuig waarmee u voor het praktijkexamen slaagde uitgerust was met een automatische schakeling zal de geldigheid van uw rijbewijs beperkt worden tot het besturen van gelijkaardige voertuigen door de vermelding "AUTOMATISCH" (code 78). Bij het slagen voor één van de twee proeven met een voertuig uitgerust met een automatische schakeling, wordt het volledig examen geacht afgelegd te zijn met dit type voertuig. Worden eveneens beschouwd als voertuigen met automatische schakeling de voertuigen met een elektrische motor en voertuigen die uitgerust zijn met een koppeling die functioneert zonder dat de bestuurder hoeft in te grijpen, meer bepaald de voertuigen met een half-automatische schakeling. Indien
Op te merken valt dat u na tweemaal niet slagen voor het praktijkexamen tegen de genomen beslissing in beroep mag gaan door binnen 15 dagen na het examen een aangetekend verzoekschrift te richten aan de Voorzitter van de ‘Beroepscommissie’, Federale Overheidsdienst Mobiliteit en Vervoer – “City Atrium” – Vooruitgangstraat 56 – 1210 Brussel. Voor hogervermeld verzoekschrift dient, via overschrijving op het rekeningnummer 679-2006010-50, een bedrag van 12,50 € betaald te worden met de vermelding: “Beroepscommissie”, naam, voornaam en geboortedatum. Het verzoekschrift moet de naam, voornaam en de geboortedatum van de kandidaat vermelden alsmede het examencentrum waar het examen werd afgenomen en de datum ervan. Het moet door de kandidaat ondertekend worden. Het verzoekschrift moet met reden omkleed zijn door feiten die alleen betrekking hebben op de personen en omstandigheden van plaats, tijd en procedure waaronder het examen werd afgelegd.
Copyright GOCA. Elke, zelfs gedeeltelijke, reproductie van deze publicatie, onder welke vorm ook, inbegrepen fotokopie, fotografie, microfilm, magneetband of elk ander elektronisch middel, is verboden zonder voorafgaande schriftelijke toelating van GOCA. Verantwoordelijke uitgever: vzw GOCA, Technologiestraat 21-25, 1082 BRUSSEL
GOEDE REIS EN BLIJF VOORZICHTIG!
Slechts nadat u zich goed voorbereid heeft, zal u met vertrouwen aan de examens kunnen beginnen. Dit zelfvertrouwen tesamen met uw kennis en ondervinding, zal u toelaten te slagen voor de examens, wat wij u dan ook toewensen.
Nog één raad voor het examen: ontspan u de avond voordien, ga niet te laat naar bed en neem geen kalmeer- noch slaapmiddelen. En vooral: drink geen alcohol om u moed te geven.
De gegevens vermeld in deze brochure kunnen onderhevig zijn aan de wijzigingen in de reglementering. Om de laatste versie in te kijken: raadpleeg onze website op www.GOCA.be
© GOCA-01-01-09-DOC.136-G-N
Besluit
"Goed rijden betekent ook aan de anderen denken!"