Universitair Medisch Centrum Groningen
Voeding na transplantatie U heeft recent een orgaantransplantatie ondergaan. Vaak wordt voor de transplantatie een dieet gevolgd en/of is het belangrijk moet u erop letten dat u voldoende voeding binnenkrijgt. Na de transplantatie is het volgen van een dieet meestal niet meer nodig. Soms het noodzakelijk om korte tijd na de operatie sondevoeding te gebruiken via een voedingssonde door uw neus of aanvullende drinkvoeding. In alle gevallen is het belangrijk om uw voeding weer op te bouwen. In verband met herstel na de transplantatie is het noodzakelijk om voldoende energie en eiwitten te gebruiken. Uitgangspunt in het advies is de “Richtlijn Goede Voeding”, dit wordt beschreven in de Schijf van Vijf van het Voedingscentrum. Na de transplantatie bespreekt de diëtist de opbouw van de voeding en de mogelijke complicaties waarbij voeding een rol speelt met u. Zo is het belangrijk dat u rekening houdt met de bijwerkingen van de afweeronderdrukkende medicijnen. Deze medicijnen geven een verhoogd risico op een voedselinfectie en/of voedselvergiftiging en overgewicht. De belangrijkste aandachtspunten worden hierna besproken. Risico op een voedselinfectie en/of voedselvergiftiging Door de afweeronderdrukkende medicijnen bent u gevoeliger voor infecties. Ga om die reden veilig met uw voedsel om. Dat doet u door rekening te houden met de volgende adviezen: - verhit kip, ei en varkensvlees door en door; - was groente en fruit; - let op de houdbaarheidsdata en volg de bewaaradviezen op; - stel de temperatuur van de koelkast in tussen de 4 en 7◦ C; - vermijd tijdens het koken elk contact tussen rauw en bereid vlees, vis en kip, om kruisbesmetting te voorkomen; - was regelmatig de handen met water en zeep; - gebruik steeds schone messen, lepels en snijplanken; - zet bederfelijke producten direkt na gebruik terug in de koelkast; - bewaar kliekjes altijd in de koelkast en niet langer dan twee dagen; - bewaar geen resten van afhaalmaaltijden; - neem elke dag een schone vaatdoek.
Gewicht Wat is een gezond gewicht? Om te beoordelen of u een gezond gewicht heeft, kunt u gebruik maken van bijgaand figuur. (bron: Dr. P. Deurenberg, L.U. Wageningen).
Universitair Medisch Centrum Groningen
Toelichting op de figuur: bepaal uw lengte en uw gewicht en trek een lijn tussen deze twee getallen en trek de lijn door naar de rechter balk. U kunt daarna aflezen of u een gezond gewicht heeft of overgewicht. Overgewicht In de praktijk blijkt dat veel patiënten na transplantatie ongewenst in gewicht toenemen. Als u eenmaal te zwaar bent geworden is het erg moeilijk om af te vallen. Overgewicht kan veel problemen veroorzaken, zoals: • overbelasting van de gewrichten en botten; • slecht uithoudingsvermogen; • verhoogde kans op hart- en vaatziekten; • hoge bloeddruk; • diabetes mellitus (suikerziekte); • vervetting van de lever. Gewicht behouden of verbeteren Na ontslag uit het ziekenhuis is het belangrijk om een gezonde voeding te gebruiken om gewichtstoename te voorkomen. Dat doet u door te letten op een evenwichtige ’energiebalans’. Dat wil zeggen dat de energie die het lichaam uit de voeding haalt in evenwicht is met de energie
Universitair Medisch Centrum Groningen
die u verbruikt. Om een gezond gewicht te behouden, is het belangrijk niet te veel te eten en juist veel te bewegen. Varieer de voeding en gebruik niet te veel suiker- en vetrijke producten. De bijlagen “Gemiddeld aanbevolen dagelijkse hoeveelheden voedingsmiddelen” en “Productkeuze Gezonde Voeding” achter in de brochure kunt u gebruiken om verantwoorde keuzes te maken. Soms werd voor de transplantatie aanvullende voeding geadviseerd. In de meeste gevallen kunt u daarmee stoppen. Soms is het nodig hier nog mee door te gaan. De diëtist adviseert u hierover. Bewegen Bewegen is gezond voor iedereen. Ook na een transplantatie is bewegen belangrijk. Door regelmatig te bewegen voelt u zich beter, sterker en krijgt u meer energie. Geadviseerd wordt om minimaal 5 dagen in de week 30 minuten te bewegen op zo’n manier dat u er een matige tot redelijke inspanning voor moet leveren. Kijk voor meer informatie op www.30minutenbewegen.nl en doe de beweegtest om te bepalen of u voldoende beweegt. Denk er wel aan dat u getransplanteerd bent en het nodig is om eerst te herstellen. U zult eerst uw conditie moeten verbeteren. Begin daarom rustig aan en bouw het langzaam op. Botontkalking Prednison is één van de afweeronderdrukkende medicijnen die kan worden voorgeschreven na de transplantatie. Dit medicijn heeft o.a. als bijwerking dat het op termijn kan leiden tot botafbraak en daardoor een verhoogde kans op botbreuken. Om het risico op botontkalking te verminderen is het belangrijk om: • voldoende calcium te nemen, zodat nieuw bot wordt aangemaakt en bot behouden blijft. Calcium zit vooral in melk, melkproducten en kaas. Zorg ervoor dat u in elk geval de minimale aanbevolen hoeveelheden gebruikt. • Voldoende vitamine D te nemen, zodat de opname van calcium wordt bevorderd. Margarine, halvarine, bak- en braadproducten, vlees en vette vis zijn bronnen van vitamine D. • Veel te bewegen, zodat het botweefsel sterk blijft. Hart- en vaatziekten Ook Neoral® is een afweeronderdrukkend medicijn. Dit medicijn kan een stijging van het cholesterol in het bloed tot gevolg hebben. Dit vergroot de kans op hart- en vaatziekten. Om het risico op hart- en vaatziekten te verkleinen is het belangrijk om: • het gebruik van verzadigde vetten te beperken. Verzadigd vet komt vooral voor in room, boter, gewone margarine, volle melkproducten, volvette kaas, vet vlees, gebak, koekjes en snacks. • Te kiezen voor onverzadigde vetten. Deze vetten verlagen het cholesterolgehalte en komen voor in vis, noten, zachte margarine en alle soorten olie en vloeibare margarine. • Dagelijks 200 gram groente en twee stuks fruit te gebruiken. • Matig te zijn met zout. • Niet te roken.
Universitair Medisch Centrum Groningen
Zout In een gezonde voeding wordt geadviseerd maximaal 6 gram zout te gebruiken. Een deel van het zout zit al van nature in de voeding. Zout verhoogt de bloeddruk en is slecht voor hart, vaten en nieren. Om het zoutgebruik te beperken zijn de volgende aandachtspunten belangrijk: • Voeg geen of weinig zout toe aan het eten; gebruik in plaats van zout kruiden, specerijen of kruidenmengsels zonder zout. • Let op uw productkeuze; gebruik zoveel mogelijk verse producten. Kant en klaar producten bevatten vaak veel zout, raadpleeg daarom de verpakking of er zout is toegevoegd. Kies producten met zo weinig mogelijk toegevoegd zout. • Wees ervan bewust dat ook smaakmakers zoals bouillonblokjes, ketjap en sauzen veel zout bevatten. Alcohol In de richtlijn Gezonde Voeding wordt ook een advies gegeven over het gebruik van alcohol. Wees matig met alcohol. Te veel alcohol is schadelijk voor de gezondheid en levert veel calorieën. • Vrouwen kunnen beter niet meer dan 1 glas per dag drinken. Voor mannen geldt 2 glazen per dag als maximum. • Drink niet iedere dag om gewenning te voorkomen en drink geen grote hoeveelheden in één keer. Soms is het gebruik van alcohol niet toegestaan. Bovenstaande aandachtspunten vervallen dan. Diabetes Mellitus Na transplantatie is de kans op het ontwikkelen van diabetes mellitus (suikerziekte) aanwezig. Het gebruik van Prednison kan daarbij ook een rol spelen. Bij diabetes is de hoeveelheid glucose in het bloed (bloedsuiker) te hoog. Ook daarom is het belangrijk om een gezonde voeding te gebruiken en een gezonde leefstijl aan te houden, zoals voldoende bewegen en niet te roken. Als bij u diabetes wordt geconstateerd, krijgt u een verwijzing naar de diëtist voor uitleg en begeleiding bij het dieet. Grapefruit en grapefruitsap Grapefruit en grapefruitsap kunnen de afbraak van bepaalde medicijnen remmen en zo de medicijnspiegels in bloed verhogen. Hierdoor nemen de bijwerkingen toe. Bij gebruik van bepaalde medicijnen, waaronder Prograft® (tacrolimus) en Neoral® (ciclosporine) is het gebruik van grapefruit en grapefruitsap niet toegestaan.
Universitair Medisch Centrum Groningen
Bijlage 1 Gemiddeld aanbevolen dagelijkse hoeveelheden voedingsmiddelen © Voedingscentrum Basisvoeding Groente
19 tot 50 jaar 200 g (4 opscheplepels)
51 tot 70 jaar 200 g (4 opscheplepels)
71 jaar en ouder 150 g (3 opscheplepels)
Fruit
200 g (2 stuks)
200 g (2 stuks)
200 g (2 stuks)
Brood
210-245 g (6-7 sneetjes)
175-210 g (5-6 sneetjes)
140-175 g (4-5 sneetjes)
Aardappelen, rijst, pasta, peulvruchten
200-250 g (4-5 aardappelen of opscheplepels)
150-200 g (3-4 aardappelen of opscheplepels)
100-200 g (2-4 aardappelen of opscheplepels)
Melk(producten)
450 ml
500-550 ml
650 ml
Kaas
1½ plak (30 g)
1½ plak (30 g)
1 plak (20 g)
Vlees(waren), vis, kip, eieren, vleesvervangers Halvarine
100-125 g
100-125 g
100-125 g
30-35 g (5 g/sneetje)
25-30 g (5 g/sneetje)
20-25 g (5 g/sneetje)
Bak-, braad- en frituurproducten, olie Vocht (water)*
15 g (1 eetlepel)
15 g (1 eetlepel)
15 g (1 eetlepel)
1½ -2 liter
1½ -2 liter
1½ -2 liter
*na een niertransplantatie is de aanbeveling om minimaal 2 liter aan vocht te gebruiken. Een productgroep staat voor een vak uit de Schijf van Vijf. Eet gevarieerd: eet elke dag uit ieder vak. Per leeftijdsgroep gelden de kleinste hoeveelheden voor vrouwen en de grootste voor mannen.
Universitair Medisch Centrum Groningen
Bijlage 2 Productkeuze Gezonde Voeding Om verantwoorde keuzes te maken bij het samenstellen van uw voeding kunt u onderstaand overzicht gebruiken. Deze tabel kan u een handvat bieden om beter te letten op gezonde voeding. De voedingsmiddelen worden ingedeeld in ‘bij voorkeur’ en ‘bij uitzondering’. Hierbij is gelet op de hoeveelheid (verzadigd) vet, voedingsvezels, zout, suiker en calorieën.
Groente Fruit, vruchtensap
Brood
Graanproducten
Aardappelen, rijst, pasta, couscous peulvruchten
Vlees, kip, eieren, vleesvervangers
Vleeswaren
Vis
bij voorkeur Alle soorten verse groente, groente in diepvries zonder toevoegingen Alle soorten vers fruit, uit diepvries, blik of glas zonder toegevoegde suikers, sinaasappelsap met vruchtvlees Alle soorten volkoren- en bruinbrood, roggebrood, mueslibrood, volkoren knäckebröd, volkorenbeschuit Ontbijtgranen zonder toegevoegde suikers zoals Brinta, Bambix, havermout, muesli zonder suiker Volkoren pasta, zilvervliesrijst, gekookte aardappelen, couscous, alle soorten gedroogde en gewelde peulvruchten Kipfilet, mager rundvlees en mager varkensvlees, zoals runderlappen, entrecote, rosbief, rundergehakt, hamlap, varkensfilet, gekookt ei, vegetarische vleesvervanging Beenham, achterham, kip- of kalkoenfilet, casselerrib, gekookte lever, licht gezouten rookvlees, varkensfricandeau Alle verse vis en vis in diepvries, gestoomde makreel, mosselen, garnalen
bij uitzondering Groente a la crème of met saus, groente in blik of pot Fruit in blik of glas met toegevoegde suikers, gezoete en ongezoete vruchtensappen Wit brood, krentenbrood, croissants, crackers en beschuit Ontbijtgranen met toegevoegde suikers, zoals Cruesli, Cornflakes, Rice crispies, en Honey pops Gebakken aardappelen, frites, aardappelkroketten, gewone pasta, witte rijst, witte peulvruchten uit blik of pot Gehakt, hamburger, lamsvlees, doorregen rundvlees, schouderkarbonade, varkenslap, slavinken, worst, kip met vel, gebakken ei Meeste soorten worst, schouderham, rauwe ham, leverkaas, rookvlees, bacon, leverpastei, paté Vis in blik, vissticks, kibbeling, lekkerbekje, gerookte zalm, zoute en zure haring
Universitair Medisch Centrum Groningen
Melk(producten)
Alle magere en halfvolle, ongezoete zuivelproducten (melk, karnemelk, yoghurt, vla, kwark)
Alle volle zuivelproducten (melk, yoghurt, vla, kwark en pudding)
Kaas
20+, 30+ en 40+ kaas of smeerkaas, 30+ kaas met minder zout, mozzarella, hüttenkäse, verse light kaas
Volvette kaas of smeerkaas (45+ en meer), alle soorten roomkaas, Camembert, Brie, Bluefort, Roquefort, Emmentaler, Gruyere, Stilton, Cheddar, rookkaas
Vetten
Alle soorten halvarine, alle soorten zachte margarine, alle soorten olie, vloeibare margarine en vloeibare bak-, braad- en frituurvet
Roomboter, harde margarine in een wikkel, hard bak-, braad- en frituurvet
Dranken
Kraanwater, mineraal- en bronwater, koffie en thee zonder suiker, lightfrisdranken , suikervrije limonade
Gewone frisdranken, vruchtendranken, sportdranken