IJsselland
VOEDING, BEWEGEN EN GEWICHT Jongerenmonitor 2015
77%
School
ontbijt dagelijks
Klas 2 13-14 jaar
Klas 4 15-16 jaar
10.163 jongeren
15%
76%
beweegt voldoende
een gezond gewicht
Genotmiddelen
Psychosociale gezondheid
Seksueel gedrag
Voeding, bewegen,
Samenvatting en
gewicht
aanbevelingen
RUIM
0 0 0 . 10
N E R E G N JO
den de gegevens gebruikt voor de jongerenmonitor die iedere 4 jaar wordt uitgevoerd. Met deze monitor wordt de gezondheidssituatie van de jongeren in de regio IJsselland in kaart gebracht. Hiermee kan het regionaal en lokaal gezondheidsen jeugdbeleid onderbouwd worden. Omdat een deel van de jongeren buiten de regio naar school gaat, zijn er gegevens van GGD Flevoland toegevoegd. Waar mogelijk wordt met recente landelijke cijfers vergeleken. De landelijke cijfers zijn verzameld door middel van de landelijke Jongerenmonitor die in het najaar van 2015 is uitgevoerd door alle GGD’en in Nederland. In het landelijk onderzoek hebben de jongeren anoniem een vragenlijst ingevuld. De jongeren in de regio IJsselland hebben de vragenlijst niet anoniem
In schooljaar 2014-2015 hebben 10.163 leerlingen woonachtig
ingevuld. Omdat de onderzoeksmethodiek en doelgroep van
in de regio IJsselland een vragenlijst ingevuld over gezond-
de jongerenmonitor 2015 verschilt van de eerdere jongerenmo-
heid, welzijn, leefstijl en schoolbeleving. Het onderzoek vond
nitoren is het niet mogelijk een trend weer te geven.
plaats in klas 2 en 4 op het voorgezet onderwijs. Deze vragenlijsten worden door de jeugdgezondheidzorg (JGZ) gebruikt
Deze factsheet gaat over voeding, bewegen en gewicht van
voor de individuele zorg voor de leerlingen. Daarnaast wor-
jongeren van 13 t/m 16 jaar in de regio IJsselland.
Voeding Gezonde voeding en voldoende beweging zijn van groot be-
Vijf procent van de jongeren geeft aan nooit te ontbijten. Dat
lang voor een goede gezondheid. Een verkeerde balans tussen
zijn vooral jongeren in klas 4, jongeren op VMBO en meisjes.
voedselinname en de hoeveelheid beweging is de belangrijkste oorzaak voor het ontstaan van overgewicht. Overgewicht
Dagelijks of minstens 5 keer per week ontbijten (%)
op jonge leeftijd vergroot de kans op overgewicht op volwassen leeftijd en kan leiden tot veel gezondheidsproblemen, zoals suikerziekte, hart- en vaatziekten en gewrichtsproblemen. Wanneer iemand eenmaal overgewicht heeft, is het moeilijk om dat weer kwijt te raken.
Ontbijten Ongeveer drie kwart (77%) van de jongeren ontbijt dagelijks. 88% ontbijt minstens 5 dagen in de week. In klas 2 ontbijten
Jongens
80
Meisjes
73
Klas 2
ren dagelijks dan op HAVO/VWO.
Ontbijt dagelijks
VMBO HAVO/VWO
89
78
Klas 4
86
74
VMBO
72
HAVO/VWO
83 82
minder jongeren dagelijks dan in klas 4. Meer meisjes dan jongens ontbijten dagelijks. Op het VMBO ontbijten minder jonge-
90 85
0
20
40
5 of meer keer per week ontbijten
60
80
dagelijks ontbijten
92
100
Minimaal 5 dagen per week ontbijten,
Fruit en groente eten
dagelijks fruit en groente eten
Het Voedingscentrum adviseert om dagelijks 2 stuks fruit en 250 gram groente te eten. In het huidige onderzoek is gevraagd naar het aantal dagen dat de jongere fruit en groente eet. Voor fruit is ook gevraagd naar het aantal stuks fruit per dag.
Dagelijks fruit en groente eten (%)
Jongens
28
31
Meisjes
35
Klas 2
33 35 33 33
Klas 4 28
VMBO
31
HAVO/VWO 10
0
20
dagelijks groente eten
30
39
38 38
40
50
dagelijks fruit eten
82%
88%
31%
34%
41%
33%
Een derde van de jongeren eet dagelijks groente en 34% eet dagelijks fruit. 14% van de jongeren eet dagelijks 2 stuks fruit en voldoet daarmee aan het advies van het Voedingscentrum.
Landelijke cijfers
Tien procent van de jongeren eet bijna nooit fruit en 1% eet
In vergelijking met de cijfers uit de landelijke jongerenmonitor
bijna nooit groente.
ontbijten jongeren in IJsselland vaker 5 of meer keer per week.
Meisjes eten vaker dagelijks fruit en/of groente dan jongens.
Dat verschil is vooral in klas 4 te zien (86% in IJsselland en 78%
Op het VMBO wordt door minder jongeren dagelijks fruit en/of
landelijk). Het percentage jongeren dat dagelijks groente eet
groente gegeten dan op HAVO/VWO.
ligt in IJsselland lager dan landelijk.
Lichaamsbeweging Lichamelijk actief zijn heeft een positief effect op de conditie,
Lidmaatschap van sportvereniging en bewegen (%)
het welzijn en het lichaamsgewicht. Het verkleint daarmee de kans op gezondheidsproblemen die in het latere leven kunnen ontstaan, zoals hart- en vaatziekten, suikerziekte en depressie. Ook vergroot sporten het zelfvertrouwen van jongeren. Het merendeel van de jongeren (69%) is lid van een sportvereniging. Ruim een derde van de jongeren (38%) sport maximaal 1 uur per week bij een sportvereniging, 10% sport tussen
Jongens
71
16
Meisjes
77 67
13
Klas 2
68 72
15
Klas 4
14
VMBO
14
75 64 69
1 en 3 uur en 53% sport 3 uur of meer (‘veel’) per week bij een sportvereniging. Vooral jongeren in klas 2, jongeren op HAVO/VWO en jongens zijn lid van een sportvereniging en sporten ‘veel’.
HAVO/VWO
63 71 74
16
0
20
74
40
60
80
100
lid van sportvereniging dagelijks minstens 1 uur bewegen (norm gezond bewegen) beweegt minstens 7 uur per week
Voldoet aan de norm voor gezond bewegen (1 uur per dag)
VMBO HAVO/VWO
Norm voor gezond bewegen
besteedt dagelijks ‘veel’ tijd (gemiddeld 2 uur per dag of meer)
De Nederlandse norm gezond bewegen voor jongeren onder
aan beeldschermen. Meer jongens (50%) dan meisjes (37%)
18 jaar is 7 dagen per week minimaal 60 minuten per dag
besteden ‘veel’ tijd aan beeldschermen. Op het VMBO (48%)
bewegen. In het onderzoek is gevraagd naar hoeveel dagen
besteden meer jongeren ‘veel‘ tijd aan beeldschermen dan op
in de week de jongere minimaal één uur lichamelijk actief
HAVO/VWO (39%). Er is geen verschil tussen klas 2 en 4.
is. Hieronder wordt verstaan: lopen en fietsen naar school, schoolgym, sporten bij een sportvereniging en sporten buiten een vereniging om. Vijftien procent van de jongeren voldoet
Voldoet aan de norm voor gezond bewegen
aan de norm voor gezond bewegen. Jongens voldoen vaker aan de norm dan meisjes. Jongeren op HAVO/VWO voldoen ook vaker aan de norm dan jongeren op het VMBO. Landelijk heeft in klas 2 ruim een vijfde (22%) minstens 1 uur per dag beweging gehad en in klas 4 bijna 19%. Voor regio IJsselland ligt dat lager op 15% en 14%. In het onderzoek is ook bepaald hoeveel jongeren minstens 7 uur lichamelijk actief zijn per week. Bijna drie kwart van de jongeren (72%) beweegt minstens 7 uur per week. Jongens meer dan meisjes. In klas 2 bewegen meer jongeren 7 uur per week dan in klas 4 en op HAVO/VWO meer dan op VMBO.
20%
15%
Televisie kijken en computergebruik Bijna twee vijfde (38%) van de jongeren zit dagelijks achter de computer (niet voor school) en 42% van de jongeren kijkt dagelijks televisie. Er is ook gekeken naar het totaal gebruik van beeldschermen. Ruim twee vijfde (43%) van de jongeren
Gewicht Lengte en gewicht zijn tijdens de reguliere gezondheidsonder-
Overgewicht komt meer voor bij jongeren uit een eenouder-
zoeken door medewerkers van de jeugdgezondheidszorg ge-
gezin (24% vs 16%) en bij allochtone jongeren (29% vs 16%).
meten. Met deze gegevens is de Body Mass Index uitgerekend, waarmee bepaald kan worden of de jongere een gezond ge-
Beleving gewicht
wicht heeft. Ruim drie kwart (76%) van de jongeren heeft een
Er is ook gevraagd naar de mening van jongeren over het ei-
normaal gewicht. Bij 7% is sprake van ondergewicht en bijna
gen gewicht. Zeven procent vindt zichzelf (veel) te licht, 69%
16% van de jongeren heeft overgewicht. Op het VMBO hebben
vindt het eigen gewicht normaal en 24% vindt zichzelf (veel)
meer jongeren overgewicht dan op HAVO/VWO. Er is geen ver-
te zwaar. Meisjes (35%) vinden zich vaker te zwaar dan jon-
schil tussen jongens en meisjes en klas 2 en 4.
gens (14%). Op het VMBO (27%) vinden meer jongeren zich te zwaar dan op HAVO/VWO (22%).
Een gezond gewicht
VMBO HAVO/VWO
De mening over het eigen gewicht komt niet altijd overeen met
Gewicht van jongeren (%)
het gemeten gewicht. Van de jongeren met overgewicht denkt 35% dat zij een normaal gewicht hebben. Een groot deel (58%)
8
Jongens
16
maal gewicht heeft. Ruim drie kwart van de jongeren met een
7
Meisjes
76
17
7
73
20
Lijnen en vreetbuien
8
80
13
0
vinden minder vaak dat zij te zwaar zijn dan meisjes met overgewicht (51% vs 75%).
7
HAVO/VWO
te zwaar dan meisjes (8% vs 28%). Jongens met overgewicht
76
17
VMBO
Jongens met een normaal gewicht vinden minder vaak dat zij
77
16
Klas 4
normaal gewicht vindt dat hij/zij een normaal gewicht heeft, 19% van hen vindt zich te zwaar en 5% vindt zichzelf te licht.
8
Klas 2
van de jongeren met ondergewicht vindt dat hij/zij een nor-
77
20 ondergewicht
40
60
normaal gewicht
80
Tien procent van de jongeren heeft in de 4 weken voorafgaand 100
overgewicht
aan het onderzoek aan de lijn gedaan. Meisjes (15%) hebben vaker aan de lijn gedaan dan jongens (6%). Op het VMBO (12%) hebben meer jongeren aan de lijn gedaan dan op HAVO/ VWO (9%). Eenendertig procent van de jongeren heeft in de 4 weken voorafgaand aan het onderzoek één of meer vreetbuien ge-
Ik heb een normaal gewicht, maar… … ik denk dat ik te zwaar ben (19%) … ik denk dat ik te licht ben (5%)
had. Meisjes (38%) hebben vaker vreetbuien gehad dan jongens (25%) en jongeren in klas 4 (35%) vaker dan jongeren in klas 2 (28%). Jongeren met overgewicht (25%) hebben vaker aan de lijn gedaan dan jongeren die geen overgewicht hebben (7%). Vreetbuien komen bij jongeren met en zonder overgewicht evenveel voor. Er is geen verband tussen ondergewicht en lijnen of het hebben van vreetbuien. Jongeren die aan de lijn hebben gedaan hebben, hebben vaker één of meer vreetbuien gehad dan jongeren die niet aan de lijn hebben gedaan (45% vs 30%).
Overgewicht in relatie tot gezondheid en leefstijl Er is een relatie tussen overgewicht en een aantal factoren voor gezondheid. Jongeren zonder overgewicht ervaren hun gezondheid vaker als (heel) goed dan jongeren met overgewicht. Ook hebben jongeren zonder overgewicht vaker een normale psychosociale gezondheid dan jongeren met overgewicht. Elf procent van de jongeren zonder overgewicht is niet tevreden met het uiterlijk tegenover 25% bij jongeren met overgewicht. Er is ook een relatie tussen overgewicht en een aantal leefstijlfactoren. Jongeren met overgewicht ontbijten minder vaak dagelijks. Er is geen verschil in het dagelijks eten van groente en/of fruit. Wat betreft bewegen is er een verschil in lidmaatschap van een sportvereniging en dagelijks 1 uur bewegen. Er zijn minder jongeren met overgewicht lid van een sportvereniging en minder jongeren met overgewicht bewegen dagelijks 1 uur dan jongeren zonder overgewicht. Er is geen ver-
School
schil in het percentage dat ‘veel’ tijd achter een beeldscherm zit. Jongeren met overgewicht zijn vaker actuele rokers en hebben vaker weleens alcohol gedronken dan jongeren zonder overgewicht.
IJsselland Kennis- en Expertise Centrum
De jongerenmonitor 2015 wordt in een vijftal
Postbus 1453
factsheets beschreven:
8001 BL Zwolle • Genotmiddelen T. 038 428 16 24
• Psychosociale gezondheid
E.
[email protected]
• Seksueel gedrag
I. www.ggdijsselland.nl
• Voeding, bewegen en gewicht • Samenvatting en aanbevelingen Gemeentelijke cijfers zijn te vinden op www.gezondheidsatlasggdijsselland.nl