Vluchtelingen: meedoen in Nieuwe Stijl Verslag van de middagconferentie met beleidsambtenaren Voor de middagconferentie ‘Vluchtelingen: meedoen in Nieuwe Stijl’ kwam op 26 april 2012 een groep beleidsambtenaren uit de drie noordelijke provincies naar Groningen. Dat gebeurde op uitnodiging van VluchtelingenWerk Noord-Nederland (VWNN). ‘Kardinale vragen’, noemde een van de deelnemers alle veranderingen die op de driehoek gemeente-vluchtelingenondersteuners af komen. ‘Hier moeten we in gemeenteverband echt over nadenken.’ Verslag van een middag vol informatie, open einden en discussie, in het onwezenlijke vacuüm tussen de val van het kabinet en het bepalen van controversiële onderwerpen.
2 Rol van gemeenten
3-7
Inhoud: 4
Vragen voor gemeenten
Creatieve ‘break’
7
8
Ambitie voor de toekomst
Mouwen omhoog!
Welzijn Nieuwe Stijl In 2011 voerden VWS, de MOgroep en de VNG in zo’n 100 gemeente het programma Welzijn Nieuwe Stijl uit, vertelt Jel Engelen van Movisie. Gemeenten en welzijnsinstellingen werken nu meer volgens de acht bakens van Welzijn Nieuwe Stijl, waarbij wordt ingezet op de (versterking van de) eigen kracht van alle burgers. In Noord-Nederland deed onder andere VluchtelingenWerk aan dit programma mee. Het programmabureau Welzijn Nieuwe Stijl organiseert momenteel meerdere bijeenkomsten zoals die van vandaag, om de werkwijze verder te implementeren. Onzekere situatie Christine Hillemans (manager
Integratie VWNN) en Jacquelien Sterenborg (regiomanager VWNN) geven vervolgens een schets van de toekomstige ontwikkelingen. Dat is overigens lastig, vertelt de eerste, vanwege de val van het kabinet. Oorspronkelijk zou deze middagconferentie samenvallen met de besluitvorming in de Tweede Kamer over het wetsvoorstel Inburgering. Daarbij vormt de maatschappelijke begeleiding van asielgerechtigden een belangrijk aandachtspunt. Inmiddels is duidelijk dat er nieuwe verkiezingen komen. De komende maanden vergadert de Tweede Kamer weliswaar, maar vanwege de demissionaire status van het kabinet zullen sommige onderwerpen controversieel worden
verklaard. Welke dat gaan worden is nog onduidelijk. De Wet werken naar vermogen? De Wet inburgering? Maar er komen hoe dan ook veel veranderingen in het sociale domein op de gemeenten af. VluchtelingenWerk wil deze middag drie zaken aan de orde stellen: • De situatie en route van de vluchteling (en vragen die vluchtelingen (gaan) stellen) • Vragen van gemeenten over de komende veranderingen in het sociaal domein • En wat kan VluchtelingenWerk hierin betekenen - voor de vluchteling, maar ook voor de gemeenten? vervolg op pagina 2 Stichting VluchtelingenWerk Noord-Nederland
1.
Welzijn Nieuwe Stijl vervolg van pagina 1 Kennis delen Wat dat laatste betreft: gemeenten kunnen gebruik maken van de kennis en ervaring die VWNN heeft opgedaan. Het opvangen en begeleiden van vluchtelingen heeft VWNN geleerd wat succesvolle methoden zijn en welke aanpak werkt. Het is in ieders belang die kennis te delen. Daarnaast geeft VluchtelingenWerk zowel
regionaal als landelijk signalen af vanuit haar functie als belangenbehartiger. VWNN heeft bovendien in bijna alle gemeenten in Noord-Nederland een uitvoerende rol in de maatschappelijke en arbeidsparticipatie van vluchtelingen, inclusief educatie en inburgering. Die verschillende rollen kunnen elkaar prima versterken.
rol van gemeenten Gemeenten staan het dichtst bij de burger. En bij vluchtelingen betreft het kwetsbare burgers. Ze hebben moeilijke, soms traumatische jaren achter de rug. Dat leidt vaak op allerlei gebieden tot achterstanden – denk aan taal, financiën en werk. Vluchtelingen beschikken nog niet over een netwerk en vragen extra hulp een volwaardige plek in onze complexe Nederlandse samenleving te vinden. Gemeenten hebben een zorgplicht voor alle burgers, dus zeker ook een verantwoordelijkheid richting vluchtelingen. Tegelijk bereidt het ka2.
Stichting VluchtelingenWerk Noord-Nederland
binet zowel wetswijzigingen als aanzienlijke bezuinigingen voor. Gemeenten zullen keuzes moeten maken. VluchtelingenWerk wil net zo min als een gemeente mensen aan de kant laten staan. De organisatie spreekt de vluchtelingen aan op hun eigen kracht en verantwoordelijkheid. Daarom coachen we vluchtelingen, tot ze weer ‘in hun kracht zitten’. Want het zijn krachtige mensen, mensen met veel doorzettingsvermogen. We sturen met als uiteindelijk doel zelfredzaamheid – een heel proces.
Acht bakens Uitgangspunt voor het werk van VWNN zijn de bakens van Welzijn Nieuwe Stijl. Van oudsher werkte VWNN al volgens vier van deze bakens: 1. Vraaggericht werken: we sluiten aan op de belemmeringen en vragen van vluchtelingen 2. Direct erop af: vrijwilligers bezoeken onze vluchtelingen thuis, we komen achter de voordeur en 6. Integraal werken: richten ons daardoor op een samenhangende aanpak van de problemen van de vluchteling, waardoor 5. Informele zorg vs formele: we verbeteren de samenwerking en doorverwijzing tussen de informele en formele zorg. In de afgelopen periode is VWNN alerter geworden op een aantal andere bakens, zoals 3. Eigen kracht burger. We stimuleren nu meer de eigen kracht van de burger, zodat die de eigen regie (terug)krijgt. 4. Collectief vs individueel: we zijn ons meer bewust van de kansen die spreekuren bieden, waarbij de vluchteling de eigen vraag moet formuleren en eigen initiatief moet nemen om de spreekuren te bezoeken (als voorland op de reguliere loketten in de gemeente). 7. Resultaatgericht naar de vragen/ opdrachten die gemeenten formuleren in termen van uitvoeringsprestaties en effecten. Daarnaast vinden we als vrijwilligersorganisatie 8. Ruimte voor de professional belangrijk, want professionals beschikken over de juiste kennis en vaardigheden om vrijwilligers te coachen.
Klimmen op eigen kracht 4. (voldoende): de vluchteling vraagt (actief!) advies aan medewerker en kan met korte uitleg of verwijzing zichzelf redden. 3. (redelijk): de medewerker doet samen met de vluchteling de handeling om het inzicht van hem te vergroten en/of de vluchteling doet onder toezicht van de medewerker de handeling zelf. 2. (matig): de medewerker doet de handeling voor aan de vluchteling, legt uit aan de vluchteling en controleert. 1. (onvoldoende): door gebrek aan taal en/of kennis van de Nederlandse samenleving is de vluchteling afhankelijk van de medewerker.
Om de ‘eigen kracht’ van de vluchteling te stimuleren is een ‘zelfredzaamheidsladder’ ontwikkeld. We monitoren tijdens de maatschappelijke begeleiding de zelfredzaamheid van de vluchteling op vijf thema’s: • huisvesting • financiën • kennis over gezondheidszorg • kennis over reguliere instanties • opleiding en werk Het niveau van zelfredzaamheid wordt aangegeven op een schaal van 1 tot 5: 5. (goed): de vluchteling kan de handeling zelf uitvoeren of weet gebruik te maken van reguliere instanties.
Vragen voor gemeenten Er liggen tal van vragen voor zowel de gemeenten als voor VWNN. We zetten tien aandachtsgebieden op een rijtje, met telkens een aantal punten ter overdenking. 1. Zelfredzaamheid Vluchtelingen hebben bij hun start vaak onvoldoende inzicht in welke zorg nodig is. Ze hebben moeite hun ondersteuningsvragen te formuleren en ze ontberen het overzicht van de sociale kaart in hun gemeente. Veel vluchtelingen beginnen op de laagste trede. De bakens van Welzijn Nieuwe Stijl stimuleren effectief werken en helpen - samen met kennis van de doelgroep - om de vluchteling telkens een treetje hoger te krijgen.
Aandachtspunten • Hoe ziet u als gemeente de ontwikkeling van zelfredzaamheid van vluchtelingen tijdens hun eerste jaar in de gemeente? • Wie is verantwoordelijk dit proces te starten - en wanneer? • Wanneer is een vluchteling zelfredzaam genoeg? Volstaat trede 4? 2. Tijd om te leren Vrijwilligers spelen een belangrijke rol bij de ontwikkeling van de zelfredzaamheid van vluchtelingen. Ze signaleren, coachen, verhelderen de vraag en motiveren vluchtelingen om hulp te accepteren. Daarbij moeten de vrijwilligers balanceren tussen de (on) mogelijkheden van de vluchteling
en eigen mogelijkheden, tussen snel en foutloos zelf doen en de vluchtelingen zelf formulieren in laten vullen. Leren kost tijd. De spreekuren zijn daarvoor geen optie – maatschappelijke begeleiding wel. Aandachtspunt • De gemeentelijke vraag naar kortere trajecten sluit niet aan bij de praktijk. Maatschappelijke begeleiding is juist een intensief, uitgebreid traject geworden. 3. Visie op integratie Als gevolg van het veranderend Rijksbeleid verandert ook de beleidscontext voor gemeenten. Generiek beleid via reguliere instanties vervangt het doelgroepenbeleid. Door de kortere asielprocedure en de versnelde huisvestingsprocedure worden vluchtelingen sneller in de gemeenten gehuisvest. De nieuwe inwoners verschillen daardoor wezenlijk van eerdere nieuwkomers: • Ze spreken niet de Nederlandse taal • Ze hebben geen kennis van de Nederlandse spelregels • Het aandeel analfabeten is groot • Oorlogsdreiging en traumatische ervaringen zijn nog niet verwerkt • Ze zijn vaak alleenstaand, met familie nog in het land van herkomst Aandachtspunten • Is de dienstverlening van u en uw instanties al voldoende afgestemd op de diversiteit van de samenleving? vervolg op pagina 4 Stichting VluchtelingenWerk Noord-Nederland
3.
vragen voor gemeenten vervolg van pagina 3 • Is iedereen toegerust om ook vluchtelingen daadwerkelijk goede hulp te kunnen bieden? • En vraagt u dit ook van de betreffende instanties – of worden mensen met een kleurtje als ‘draaideurvluchtelingen’ naar VluchtelingenWerk door- of teruggestuurd?
4. Huisvesting Gemeenten krijgen van het Rijk een halfjaarlijkse taakstelling voor de huisvesting van statushouders, gebaseerd op het aantal inwoners. De taakstelling daalt. Naar verwachting moeten in de 2e helft van 2012 geen 3000 maar 2000 vluchtelingen worden gehuisvest.
Aandachtspunten • Hoe kan VWNN in elke gemeente nog voldoende aanwezig zijn als het aantal statushouders in een gemeente terugloopt? • Is samenwerking tussen met name kleine gemeenten en dorpen een optie?
deeqada 1 of 2, achterin de zaal. Dat bleek voor de meeste bezoekers nog wel te begrijpen. De vragen die tijdens het gesprek bij deeqada 1 en 2 werden gesteld bleken echter een stuk moeilijker te beantwoorden. Eén vrouwelijke ambtenaar was wel erg vlot met het afgeven van haar bankpasje.
Een ander wilde met een vijf eurobiljet de leges betalen - of was het toch voor iets anders?
creatieve ‘break’ Drie vluchtelingen uit Somalië Mohamed Weheli, Deeqa Faarah en Fardsa Abdisuleman - heetten de gemeenteambtenaren bij binnenkomst welkom. Dat deden ze in hun eigen taal. Met een in het Somalisch gestelde brief nodigden ze de gasten bovendien uit om zich in de pauze te melden bij
De deelnemers kregen door de situatie waarin ze terecht kwamen een beter beeld van hoe een vluchteling het eerste contact met de bureaucratie in Nederland ervaart. Zelfs terwijl de brief door de context van de dag wel een beetje te begrijpen was, werd duidelijk hoe verwarrend en ongemakkelijk zo’n confrontatie kan zijn. En dat was het doel van deze break.
Eén van de deelnemers meldt zich bij deeqada 2 4.
Stichting VluchtelingenWerk Noord-Nederland
5. Maatschappelijke begeleiding Gemeenten en VluchtelingenWerk hebben samen gelobbyd voor het behoud van de maatschappelijke begeleiding. En met succes! (zie kader ‘Maatschappelijke begeleiding vluchtelingen blijft!’). Aandachtspunten • Welke begeleiding biedt u vluchtelingen tijdens de huisvesting c.q. integratie? • Wie krijgt straks de rekening gepresenteerd als kwetsbare vluchtelingen niet zelfredzaam worden of maatschappelijk dan wel financieel te langzaam (of niet) integreren?
6. Juridische advisering Deze expertise is verankerd in de maatschappelijke begeleiding en spreekuren. VWNN heeft daarbij aandacht voor gezinshereniging, naturalisatie, het omzetten van status bepaalde tijd naar onbepaalde tijd en veranderingen in beleid (zoals de gevolgen van categoriaal beschermingsbeleid).
Wetsvoorstel aangenomen
‘Maatschappelijke begeleiding vluchtelingen blijft!’ VluchtelingenWerk is blij dat de maatschappelijke begeleiding van vluchtelingen behouden blijft. De begeleiding was geschrapt uit het wetsvoorstel voor de Wet inburgering. Op 26 april stemde de Tweede Kamer in met het wetsvoorstel, na de toezegging van minister Leers de maatschappelijke begeleiding te handhaven op basis van € 1.000 per vluchteling. Dorine Manson, directeur VluchtelingenWerk: “Het is geweldig dat minister Leers inziet dat de begeleiding van vluchtelingen in een nieuwe omgeving van belang is. Vluchtelingen hebben echt extra hulp nodig. We roepen gemeenten op hierin ook hun verantwoordelijkheid te nemen en het bedrag van € 1.000 aan te vullen”.
Aandachtspunten Hoe voorkomt u dat vluchtelingen in de schuldhulpsanering terechtkomen? • Kunnen we de cursus ‘Omgaan met geld in Nederland’ implementeren voor de vluchtelingen in uw gemeente? • Kunnen we samenwerken wat bereft de Wet gemeentelijke schuldhulpverlening?
7. Financiën Nu al starten vluchtelingen in de gemeente vanuit de bijstand met een lening: het inrichtingskrediet. Leges, gezinshereniging en naturalisatie zorgen daar bovenop voor extra kosten. Tegelijk biedt de aanscherping van het minimabeleid ook voor de vluchteling minder mogelijkheden. Per 1 januari 2013 komt daar mogelijk een nieuwe lening bij: het Sociaal leenstelsel voor de inburgering (zie kader Wetsvoorstel aangenomen). Per 1 juli 2012 wordt bovendien de Wet gemeentelijke schuldhulpverlening van kracht. Gemeenten worden verplicht een beleidsplan schuldhulpverlening op te stellen voor de komende vier jaar.
Op 26 april heeft de Tweede Kamer ingestemd met de wijziging van de Wet Inburgering. Het wetsvoorstel wordt nu doorgestuurd voor behandeling in de Eerste Kamer. Naar verwachting treedt de gewijzigde Wet Inburgering per 1 januari 2013 in werking. De Tweede Kamer heeft wel gevraagd om extra aandacht voor maatschappelijke begeleiding van asielgerechtigden en een ruimere toepassing van het sociaal leenstelsel 8. Gezondheidszorg Vluchtelingen maken meer dan gemiddeld gebruik van de gezondheidszorg. Sinds 1 januari 2012 kunnen vluchtelingen in de zorg geen beroep meer doen op een tolk die wordt vergoed vanuit de Zorgverzekeringswet. Aandachtspunten • Kunnen vluchtelingen, nu de vergoeding van tolkkosten uit de gezondheidszorg is verdwenen, via de Wmo gebruik maken van de tolkentelefoon? • De doventolk valt wel onder de Wmo!
Stichting VluchtelingenWerk Noord-Nederland
5.
vragen voor gemeenten vervolg van pagina 5 9. Inburgering Per 1 januari 2013 komt er een consumentenmarkt voor inburgeringsplichtigen. Vanaf dan dragen nieuwkomers zelf de kosten voor de inburgering. Dat kan vanuit een Sociaal leenstelsel. Binnen 3 jaar (bij alfabetisering 5 jaar) moeten ze aan de inburgeringsplicht en het examen hebben voldaan, anders dreigt intrekking van de verblijfsvergunning. Gemeenten hebben, net zoals de vluchtelingen zelf en de samenleving als geheel, alle belang bij een goed lopende inburgering. Inburgeraars wonen in gemeenten en doen een beroep op gemeentelijke voorzieningen en wettelijke regelingen waar gemeenten verantwoordelijk voor zijn. Aandachtspunten • Naar wie verwijst u de vluchteling per 1 januari voor vragen over de inburgering (lening, driejaarstermijn)? Wie adviseert? • Welke organisaties in uw gemeente bieden per 1 januari nieuwkomers een inburgeringcursus aan? • Hoe gaan de vrijwillige inburgeraars inburgeren (via de uitgeklede Webgelden)? • De overheid moet het algemeen maatschappelijke belang dienen en gemeenten hebben daarbij een zorgplicht. Hoe wordt dat door uw gemeente vorm gegeven?
6.
Stichting VluchtelingenWerk Noord-Nederland
10. Doorburgeren en arbeidsparticipatie
Inburgeren alleen is onvoldoende. Vluchtelingen moeten ‘doorburgeren’, bij voorkeur naar werk. Het niveau A2 is daarvoor echter onvoldoende. Bovendien is ook het beheersen van vaktaal belangrijk. Daarnaast is de oriëntatie op het eigen beroepsprofiel belangrijk: • In sommige culturen is men minder gewend over zichzelf na te denken. Dan is het nodig het zelfbeeld te verhelderen • Vaak is aandacht nodig voor beroepsoverstijgende competenties zoals zelfvertrouwen, assertiviteit en initiatief nemen • Soms komen in Nederland gangbare beroepen in het land van herkomst niet voor, of op een ander niveau • Een arbeidsmarkttraining is essentieel: waar en hoe zoek je vacatures, hoe schrijf je een brief en een CV, en wat is het nut van een relevant netwerk? De Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo) zegt dat iedereen moet kunnen meedoen in de maatschappij, dus ook vluchtelingen. Om te stimuleren dat zo veel mogelijk mensen door werk in hun
eigen onderhoud voorzien, is een nieuwe wet ontworpen: de Wet werken naar vermogen (Wwnv). Deze vervangt straks de Wet werk en bijstand (WWB), waar vluchtelingen veel gebruik van maken. Dat heeft gevolgen voor de Wet sociale werkvoorziening (WSW) en de Wet Wajong. De voorgenomen invoeringsdatum van deze wet is 1 januari 2013. Het wetsvoorstel is op 1 februari 2012 aangeboden aan de Tweede Kamer (zie verder het kader De Wet werken naar vermogen). Vluchtelingen hebben een lastige startpositie in de arbeidsmarkt, onder andere vanwege de lange asielperiode.
Ze beheersen de Nederlandse taal vaak onvoldoende. Daarnaast ontbreken diploma’s of worden deze niet erkend. Hun eventuele werkervaring in het land van herkomst is niet relevant of sluit niet aan bij die in Nederland. Veel vluchtelingen hebben daardoor moeite om een betaalde baan te vinden. In Noord-Nederland is de werkloosheid onder vluchtelingen hoger dan gemiddeld: • 72,2% in Groningen • 70,3% in Friesland • 70,5% in Drenthe
Ambitie voor de toekomst Na de inwerkingtreding van de Wet werken naar vermogen kunnen gemeente ‘loondispensatie’ inzetten voor mensen die niet zelfstandig het minimumloon kunnen verdienen. Loondispensatie betekent dat de werkgever sommige werknemers niet het gangbare loon hoeft te betalen. De gemeente vult het loon van deze werknemers aan tot maximaal 100% van het wettelijke minimumloon. Dit maakt het voor werkgevers aantrekkelijk mensen aan te nemen, die minder productief kunnen zijn. De Wet werken naar vermogen De kans dat de Kamer of anders de Senaat de Wet werken naar vermogen controversieel verklaart, wordt aanzienlijk geacht. De nieuwe Wwnv moet de bestaande wetten voor de bijstand, de Wajong en de Sociale werkvoorziening grotendeels vervangen. Aandachtspunten • Hoe gaat u de toegangstoets (door een onafhankelijke derde) voor loondispensatie organiseren in de Wwnv? • Digitale coaching ‘spreekt’ vluchtelingen niet altijd aan. Face to face contacten in het Nederlands hebben meer effect. Welke begeleiding wilt u vluchtelingen aanbieden om een werkplek te vinden? • Bij het Europees Sociaal Fonds is geld is beschikbaar voor initiatieven die werkgelegenheid bevorderen (doelgroepenbeleid). VWNN kan dit niet aanvragen, gemeenten wel!
VluchtelingenWerk heeft voor elke vluchteling een duidelijk doel voor ogen: een doorlopende leefen leerroute, van aankomst in een gemeente tot en met werk – en dat snel, goed en goedkoop. Om die doelstelling te bereiken werkt VluchtelingenWerk graag samen in de keten met gemeenten en anderen. Eén van de grote uitdagingen op dit moment is diensten te kunnen blijven bieden in gemeenten met een teruglopende taakstelling. Bij de invulling daarvan sluiten we graag aan op ideeën die hierover binnen de gemeenten zelf worden ontwikkeld. Aan de doorlopende leef- en leerlijn van vluchtelingen geven we vorm via de keten van asielaanvraag, maatschappelijke begeleiding, inburgering en arbeidspar-
ticipatie. Om hierin succesvol te kunnen blijven opereren willen we de komende jaren meer gebruik maken van Europese fondsen zoals EIF en EVF. Dit zijn drie van onze speerpunten voor de nabije toekomst: • Spreekuur voor vragen over tal van regels, voorzieningen en formulieren, maar ook voor vragen over de inburgering. • Taal op Maat: Taalcoaches vanuit EIF- en EVF-subsidie, waarbij vrijwilligers vluchtelingen helpen met spreekvaardigheid. • Als VWNN zelf de inburgering aanbieden, al dan niet met een externe partner, om te waarborgen dat iedereen een traject op maat krijgt zonder al te grote reisafstanden. Stichting VluchtelingenWerk Noord-Nederland
7.
Mouwen omhoog! Net zoals de gemeenten heeft VluchtelingenWerk door de veranderende praktijk tal van vragen op haar bord liggen. Op onze beurt gaan wij aan de slag met de volgende aandachtspunten:
• De nieuwe Wet Inburgering staat op gespannen voet met het internationale recht (artikel 34 van het Vluchtelingenverdrag: lidstaten moeten naturalisatie van vluchtelingen bespoedigen en de kosten van naturalisatie zo laag mogelijk houden).
• Intake, taaltoets en leerbaarheidstoets bepalen vanaf 1 januari 2013 welk ‘product’ een nieuwkomer moet inkopen. Hij weet bij aanvang echter nog niet aan welke eisen hij moet voldoen. Wie begeleidt hem bij het maken van zijn keuze?
• Veel vluchtelingen uit Afghanistan en Somalië zullen moeten alfabetiseren. Zij bouwen daarmee de hoogste schulden op, terwijl ze vervolgens waarschijnlijk in de minst goed betaalde banen terecht komen. Hoe moeten zij dan hun inrichtingskrediet, legeskosten en inburgering terugbetalen?
• Wanneer starten vluchtelingen de inburgering: na drie maanden gehuisvest te zijn in de gemeenten, of drie maanden voor het einde van hun driejaren termijn? Kunnen zij überhaupt inschatten hoeveel tijd ze nodig hebben om het diploma te halen? Wie gaat daarin adviseren?
• Vinden inburgeringcursussen alleen in de echte grote steden plaats of ook op het platteland? En de alfabetiseringscursussen?
• Door het verlies van het praktijkexamen (het portfolio) en het duaal inburgeren wordt de maatschappelijke begeleiding nog belangrijker. Wie leert vluchtelingen hoe ze een aanvraag moeten doen voor toeslagen, hoe kunnen ze de juiste loketten vinden?
• De afstand van DUO tot de inburgeringoplichtingen is erg groot. Wie ondersteunt de vluchteling als de enveloppe van het DUO op de mat valt? En beantwoorden we als VluchtelingenWerk straks alle vragen op het gebied van inburgering, als we daar geen taak in hebben?
• Veel informatie van de rijksoverheid (COA en DUO) is of komt digitaal beschikbaar. Vluchtelingen hebben veelal echter geen computer. Hoe kunnen zij zich deze informatie eigen maken? Ook gemeenten kunnen de mouwen opstropen met gebruikmaking van het Productenboek van VWNN. U kunt de actuele versie downloaden van onze website www.vwnn.nl.
8.
Stichting VluchtelingenWerk Noord-Nederland
VluchtelingenWerk Noord-Nederland Binnen VWNN werken bijna 1000 vrijwilligers, stagiaires en medewerkers ten behoeve van asielzoekers, vluchtelingen en migranten in Fryslân, Groningen en Drenthe. Asiel: wij dragen bij aan rechtvaardige en zorgvuldige procedures. VWNN is actief in elke Centrale Opvang in Noord-Nederland. Integratie: VWNN streeft naar maatschappelijke, sociale en economische Integratie van elke vluchteling en migrant. Projectbureau:
onze
projectontwikkelaars vertalen wensen van cliënten, samenleving en overheid in concrete projecten. Klaas Harink
Directeur
Ger Meijer
Manager Projecten
Christine Hillemans
Manager Integratie
Adresgegevens Postbus 70212 9704 AE Groningen Bezoekadres: Friesestraatweg 191-3 9743 AC Groningen Tel. 050-5757290
[email protected] / www.vwnn.nl Deze extra nieuwsbrief wordt verspreid onder de deelnemers van de middagconferentie, samenwerkingspartners en andere relaties. Reacties zijn welkom bij
[email protected] Eindredactie en vormgeving: Terp 10 Communicatie.