VLAAMSE LANDMAATSCHAPPIJ*
JURIDISCHE MEDEDELINGEN Geconsolideerde tekst van de decretale en reglementaire bepalingen inzake de bescherming van het leefmilieu tegen de verontreiniging door meststoffen Afwijzing van aansprakelijkheid (disclaimer) Zoals de titel van deze tekst reeds aangeeft is deze tekst slechts een officieus document en niet een officieel document. De gebruiker dient zich bewust te zijn van het feit dat dit document slechts een geconsolideerde tekst is d.w.z. een samenvoeging van een basisinstrument van de mestoffenreglementering en de wijzigingen en rectificaties daarvan in één niet-officieel document. Dit document heeft louter een informatief karakter. De Vlaamse Landmaatschappij wil met dit document de toegang tot informatie met betrekking tot de meststoffenreglementering voor de gebruiker vergemakkelijken. De maatschappij besteedt veel zorg aan de opmaak en de voortdurende actualisatie van dit document. Het is de bedoeling dat de informatie in dit document bijgewerkt wordt en zo juist en volledig mogelijk is. Indien de maatschappij op de hoogte wordt gebracht van onjuistheden door de gebruiker zal zij trachten dit document aan te passen. De Vlaamse Landmaatschappij kan niet garanderen dat dit document een juiste samenvoeging is van de officieel gepubliceerde teksten. De informatie in dit document is niet noodzakelijk alomvattend, volledig, nauwkeurig of bijgewerkt en kan op geen enkele manier beschouwd worden als professioneel of rechtskundig advies. Hiervoor dient de gebruiker zich te wenden tot een geëigende deskundige. Onjuistheden of onvolkomenheden geven geen recht op financiële compensaties. Uit de informatie van dit document kan de gebruiker geen rechten putten. De gegevens in dit document zijn niet noodzakelijk een exacte weergave van de officieel goedgekeurde teksten. Uitsluitend de bepalingen inzake de meststoffenreglementering die in de papieren versie van het Belgisch Staatsblad werden gepubliceerd zijn rechtsgeldig. Deze afwijzing van aansprakelijkheid houdt niet in dat de maatschappij haar aansprakelijkheid wil beperken in strijd met de in de toepasselijke geldende wetgeving vervatte vereisten, noch die aansprakelijkheid wil uitsluiten die uit hoofde van de geldende wetgeving niet mag uitgesloten worden. Reproductie Reproductie is toegestaan mits bronvermelding en mits mededeling van dit bericht.
* Burgerlijke vennootschap die rechtsvorm van een naamloze vennootschap heeft aangenomen, Guldenvlieslaan 72 te 1060 Brussel, R.B.V. te Brussel nr. 1227 Geconsolideerde tekst Mestwetgeving Vlaamse Landmaatschappij
MEI 2002 1
B. Uitvoeringsbesluiten decreet van 9 maart 2001 (Geconsolideerde teksten) 1.
BESLUIT VAN DE VLAAMSE REGERING VAN 20 APRIL 2001 TOT REGELING VAN DE VRIJWILLIGE, VOLLEDIGE EN DEFINITIEVE STOPZETTING VAN DE PRODUCTIE VAN ALLE DIERLIJKE MEST, AFKOMSTIG VAN VARKENS (B.S., 28 april 2001), gewijzigd bij besl. Vl. Reg. 24 mei 2002 (B.S., 31 mei 2002)
Artikel 1. In dit besluit wordt verstaan onder : 1° het stopzettingsdecreet : het decreet van 9 maart 2001 tot regeling van de vrijwillige, volledige en definitieve stopzetting van de productie van alle dierlijke mest, afkomstig van een of meerdere diersoorten; 2° het meststoffendecreet : het decreet van 23 januari 1991 inzake de bescherming van het leefmilieu tegen de verontreiniging door meststoffen; 3° de varkenshouder : houder van een milieuvergunning voor de exploitatie van een inrichting die onder de toepassing valt van indelingsrubriek 9.4.1. en / of 9.5., bedoeld in bijlage 1 van het besluit van de Vlaamse regering van 6 februari 1991 houdende vaststelling van het Vlaams reglement betreffende de milieuvergunning; 4° de minister : de Vlaamse minister, bevoegd voor het landbouwbeleid; 5° de afdeling : de afdeling Land- en Tuinbouwondersteuningsbeleid van de administratie Land- en Tuinbouw van het departement Economie, Werkgelegenheid, Binnenlandse Aangelegenheden en Landbouw van het ministerie van de Vlaamse Gemeenschap; 6° de Mestbank : de afdeling Mestbank van de Vlaamse Landmaatschappij, opgericht bij het decreet van 21 december 1988 houdende oprichting van de Vlaamse Landmaatschappij; 7° varkens : alle dieren, opgesomd onder de diersoort “II varkens” in de tabel van artikel 5 van het meststoffendecreet. Art. 2. Binnen de perken van de daartoe goedgekeurde begrotingskredieten, wordt een stopzettingsvergoeding verleend aan de varkenshouders die de exploitatie van de productie van alle dierlijke mest, afkomstig van varkens, stopzetten overeenkomstig de voorwaarden en modaliteiten, bedoeld in het stopzettingsdecreet. Art. 3. Uiterlijk 210 kalenderdagen, ingaand de derde dag na de verzending van het akkoord, bedoeld in artikel 9, § 6, van de varkenshouder met de beslissing door de afdeling van de volledige aanvraag tot de uitbetaling van een stopzettingsvergoeding, zet de varkenshouder op vrijwillige, volledige en definitieve wijze de productie van alle dierlijke mest, afkomstig van varkens, op de betreffende bestaande veeteeltinrichting stop. Art. 4. Voor de diersoort varkens wordt de stopzettingsvergoeding vastgesteld als volgt : - voor “beren” en “zeugen, inclusief biggen met een gewicht kleiner dan 7 kg”, als bedoeld in artikel 5, § 1, van het meststoffendecreet : 389,70 euro; - voor “andere varkens”, als bedoeld in artikel 5, § 1, van het meststoffendecreet : 117,50 euro. Art. 5. De minister kan een of meerdere extra periodes vaststellen waarin een aanvraag kan worden ingediend. Per extra aanvraagperiode kan de minister de bedragen, bedoeld in artikel 4, telkens met minstens 10 % verminderen. Art. 6. § 1. De dossiers worden behandeld in de volgorde dat de afdeling het aanvraagformulier, bedoeld in artikel 7, § 1, ontvangt. § 2. Volledige aanvragen die voor goedkeuring in aanmerking komen maar door de afdeling worden geweigerd omdat de voorziene begrotingskredieten onvoldoende zijn, worden als eerste Geconsolideerde tekst Mestwetgeving Vlaamse Landmaatschappij DISCLAIMER: zie eerste pagina
MEI 2002 2
behandeld in de eerstvolgende extra periode, bedoeld in artikel 5, onder dezelfde voorwaarden, geldend in de voorgaande periode. Art. 7. § 1. De varkenshouder dient zijn aanvraag in bij de afdeling door middel van een bij de post aangetekende brief, uiterlijk twee maanden na de inwerkingtreding van dit besluit [of na de aanvang van een extra periode als bedoeld in artikel 5], anders is zijn aanvraag onontvankelijk. Het model van het aanvraagformulier is vastgelegd in bijlage I, gevoegd bij dit besluit. § 2. Bij zijn aanvraag voegt hij een uittreksel van de milieuvergunning of een kopie van de milieuvergunning die door de milieuvergunningverlenende overheid eensluidend is verklaard. [§ 3. Bij zijn aanvraag voegt hij tevens een kopie van het register van dierlijke mestproductie, bedoeld in artikel 4, § 2, van het meststoffendecreet en in artikel 10 van het besluit van de Vlaamse regering van 26 mei 2000 ter uitvoering van sommige artikelen van het decreet van 23 januari 1991 inzake de bescherming van het leefmilieu tegen de verontreiniging door meststoffen. Het gemiddelde van het aantal varkens, vermeld in voornoemd register, van de vier maanden die voorafgaan aan de maand waarin de aanvraag werd ingediend, dient als vaststelling van het aantal aanwezige dieren, bedoeld in artikel 5 van het stopzettingsdecreet. De afdeling zal indien nodig tijdens een bedrijfsbezoek het aantal varkens controleren. Indien na controle blijkt dat het door de varkenshouder opgegeven gemiddelde in werkelijkheid lager is, dan wordt het aantal te vergoeden varkens beperkt tot het gemiddelde van het aantal werkelijk aanwezige varkens van de vier maanden die voorafgaan aan de maand waarin de de aanvraag werd ingediend.] § 1 gewijzigd bij art. 1 en § 3 toegevoegd bij art. 2 Besl. Vl. Reg. 24 mei 2002 (B.S., 31.05.02., in werking 3 juni 2002)
Art. 8. De Mestbank bezorgt aan de afdeling binnen 15 kalenderdagen na het verzoek vanwege de afdeling alle gevraagde gegevens. Art. 9. § 1. Wordt de aanvraag door de afdeling volledig bevonden, dan stelt de afdeling uiterlijk zestig kalenderdagen na de ontvangst van het aanvraagformulier, bedoeld in artikel 6, § 1, de varkenshouder hiervan in kennis door middel van een bij de post aangetekende brief. § 2. Wordt de aanvraag door de afdeling onvolledig bevonden, dan stelt de afdeling uiterlijk zestig kalenderdagen na de ontvangst van het aanvraagformulier, bedoeld in artikel 6, § 1, de varkenshouder hiervan in kennis door middel van een bij de post aangetekende brief. Hierin staat duidelijk vermeld welke extra gegevens, stukken en inlichtingen ontbreken of nog een nadere toelichting vereisen zodat op grond van een volledige aanvraag kan worden beslist of de varkenshouder in kwestie voldoet aan alle voorwaarden en modaliteiten als bedoeld in het stopzettingsdecreet. De afdeling bepaalt tegelijkertijd binnen welke termijn de varkenshouder op straffe van verval deze extra gegevens dient te verstrekken. § 3. Binnen veertien kalenderdagen na de ontvangst van alle gevraagde extra gegevens als bedoeld in § 2, stelt de afdeling door middel van een bij de post aangetekende brief de varkenshouder ervan in kennis dat zijn aanvraag volledig is. § 4. Indien tijdens het onderzoek naar de volledigheid van de aanvraag blijkt dat de procedure omtrent de definitieve toekenning van de nutriëntenhalte nog lopende is, worden de verdere termijnen van behandeling opgeschort. Uiterlijk 14 kalenderdagen na de inkennisstelling van de afdeling door de Mestbank omtrent de toekenning van de definitieve nutriëntenhalte, wordt de aanvrager in kennis gesteld dat de aanvraag volledig is bevonden en start de verdere behandeling. § 5. De afdeling stelt uiterlijk negentig kalenderdagen na de datum van de inkennisstelling door de afdeling dat de aanvraag volledig is bevonden, de varkenshouder door middel van een bij de post Geconsolideerde tekst Mestwetgeving Vlaamse Landmaatschappij DISCLAIMER: zie eerste pagina
MEI 2002 3
aangetekende brief in kennis van de beslissing van het afdelingshoofd omtrent hetzij de goedkeuring van de volledige aanvraag tot de uitbetaling van een stopzettingsvergoeding hetzij de weigering ervan. § 6. De varkenshouder stelt de afdeling op straffe van verval uiterlijk 14 kalenderdagen na de ontvangst van de beslissing, bedoeld in § 5, in kennis van zijn akkoord met de voorgestelde beslissing door middel van een bij de post aangetekende brief. § 7. Uiterlijk zeven kalenderdagen voor de vrijwillige, volledige en definitieve stopzetting, bedoeld in artikel 3, stelt de varkenshouder op straffe van verval de afdeling in kennis van de exacte datum van de volledige stopzetting door middel van een bij de post aangetekende brief. Tegelijkertijd deelt hij mee of deze vergoeding integraal of in jaarlijkse schijven, gespreid over maximaal drie jaar, dient te worden uitbetaald. § 8. De stopzettingsvergoeding wordt pas uitbetaald na de datum, bedoeld in § 7, en voor zover na controle door de afdeling is vastgesteld dat de exploitatie in kwestie effectief volledig is stopgezet. § 9. De afdeling stelt na de vaststelling van de effectief volledige stopzetting, bedoeld in § 8, de Mestbank en de overheid die in eerste instantie de milieuvergunning in kwestie heeft verleend hiervan in kennis. Als een hogere overheid de lopende vergunning heeft verleend of de vergunningsvoorwaarden heeft gewijzigd, stelt de afdeling deze hogere overheid van de datum in kennis. § 10. De mededeling door de afdeling aan de varkenshouder van de uitbetaling met vermelding van de datum, bedoeld in § 7, geldt als bewijs dat, voor de toepassing van artikel 4, vierde lid, van het decreet van 19 april 1995 houdende maatregelen ter bestrijding en voorkoming van leegstand en verwaarlozing van bedrijfsruimten, de bebouwde onroerende goederen vanaf die datum leegstaan ten gevolge van de vrijwillige, volledige en definitieve stopzetting van de productie van alle dierlijke mest, afkomstig van varkens. Art. 10. De varkenshouder verstrekt alle gegevens, documenten en inlichtingen, noodzakelijk voor de controle en het toezicht. De personeelsleden van de afdeling zijn bevoegd om controle en toezicht uit te oefenen op de naleving van het stopzettingsdecreet en zijn uitvoeringsbesluiten. Art. 11. De minister kan de nadere voorwaarden en regels vaststellen met betrekking tot de indiening van de aanvraag, het onderzoek naar de volledigheid van de aanvraag, de goedkeuring of de weigering van de aanvraag, de uitbetaling van de vergoeding in kwestie, de controle en het toezicht. Art. 12. Aan artikel 46 van het besluit van de Vlaamse regering van 6 februari 1991 houdende vaststelling van het Vlaams reglement betreffende de milieuvergunning wordt een 4° toegevoegd, die luidt als volgt : « 4° niet verder wordt geëxploiteerd overeenkomstig de voorwaarden en regels, bedoeld in het decreet van 9 maart 2001 tot regeling van de vrijwillige, volledige en definitieve stopzetting van de productie van alle dierlijke mest, afkomstig van een of meerdere diersoorten, en zijn uitvoeringsbesluiten. » Art. 13. In artikel 7 van het besluit van de Vlaamse regering van 3 maart 2000 ter uitvoering van de artikelen 11, §1,13°en §7,33 en 33bis van het decreet van 23 januari 1991 inzake de bescherming van het leefmilieu tegen de verontreiniging door meststoffen wordt een § 1bis ingevoegd, die luidt als volgt : «§1bis. De Mestbank herziet de aan een bestaande veeteeltinrichting toegekende nutriëntenhalte, wanneer in een bestaande veeteeltinrichting de productie van alle dierlijke mest, afkomstig van de diersoort “II. Varkens”, volledig en definitief wordt stopgezet, overeenkomstig de voorwaarden en regels, bedoeld in het decreet van 9 maart 2001 tot regeling van de vrijwillige, volledige en definitieve stopzetting van de productie van alle dierlijke mest, afkomstig van een of meerdere
Geconsolideerde tekst Mestwetgeving Vlaamse Landmaatschappij DISCLAIMER: zie eerste pagina
MEI 2002 4
diersoorten, en zijn uitvoeringsbesluiten. De herziene nutriëntenhalte is onmiddellijk na de stopzetting van toepassing. » Art. 14. Vanaf de inwerkingtreding van dit besluit tot en met 31 december 2001 geldt in plaats van het bedrag van “389,70 euro” en “117,50 euro”, vermeld in artikel 4, het bedrag van respectievelijk “15 720 Belgische frank” en “4 740 Belgische frank”. Art. 15. Dit besluit treedt in werking op de dag van de bekendmaking ervan in het Belgisch Staatsblad en ten vroegste op 1 mei 2001.
Geconsolideerde tekst Mestwetgeving Vlaamse Landmaatschappij DISCLAIMER: zie eerste pagina
MEI 2002 5
Bijlage I. — Aanvraag voor het verkrijgen van een stopzettingsvergoeding (artikel 7, § 1, van het besluit van de Vlaamse regering van 20 april 2001 tot regeling van de vrijwillige, volledige en definitieve stopzetting van de productie van alle dierlijke mest, afkomstig van varkens). Dossiernummer .................................................... AANVRAAGFORMULIER IN TWEE EXEMPLAREN DOOR MIDDEL VAN EEN BIJ POST AANGETEKENDE BRIEF INDIENEN BIJ DE AFDELING LAND- EN TUINBOUWONDERSTEUNINGSBELEID, CEL VARKENSAFBOUW, LEUVENSEPLEIN 4, 3e VERD., 1000 BRUSSEL A. GEDEELTE IN TE VULLEN DOOR DE AANVRAGER 1. Gegevens over de aanvrager (de werkelijke exploitant, degene die effectief de varkens houdt, degene die aldus de mestbankaangifte 15 maart 2002 heeft ingediend) Naam en voornaam
□□□□□□□□□□□□□□□□□□□□□□□□□□□□□□□□ Desgevallend benaming rechtspersoon
□□□□□□□□□□□□□□□□□□□□□□□□□□□□□□□□ Straat en huisnummer
□□□□□□□□□□□□□□□□□□□□□□□□□□□□□□□□ Postnummer
Gemeente
□□□□ □□□□□□□□□□□□□□□□□□□□□□□□□□□ Telefoonnummer
GSM-Nummer
Fax-Nummer
□□□□□□□□□ □□□□□□□□□□ □□□□□□□□□□□ Geboortedatum Desgevallend geboortedatum
□□□□□□□□□
Zaakvoerder/Bestuurder
□□□□□□□□
BTW-Nummer
Bankrekeningnummer
□□□□□□□□□
□□□ - □□□□□□□ - □□
Landbouwer in hoofdberoep : JA/NEEN (schrappen wat niet past) 2. Gegevens over het bedrijf (hoofdzetel) Straat en huisnummer
□□□□□□□□□□□□□□□□□□□□□□□□□□□□□□□□ Postnummer
Gemeente
Oppervlakte (ha)*
□□□□ □□□□□□□□□□□□□□□□□□□□□□ □□□,□□ (*) uitgebate gronden aangegeven bij de mestbank Voor iedere bestaande veeteeltinrichting waarvoor een stopzettingsvergoeding wordt aangevraagd moet een afzonderlijk aanvraagformulier ingediend worden. Geconsolideerde tekst Mestwetgeving Vlaamse Landmaatschappij DISCLAIMER: zie eerste pagina
MEI 2002 6
Een aanvrager is een natuurlijke persoon of rechtspersoon, exploitant van de bestaande veeteeltinrichting in kwestie. Eén bedrijf kan uit één of meerdere bestaande veeteeltinrichtingen bestaan. 3. Gegevens over de bestaande veeteeltinrichting (waarvoor de stopzettingsvergoeding wordt gevraagd) Straat en huisnummer
□□□□□□□□□□□□□□□□□□□□□□□□□□□□□□□□ Postnummer
Gemeente
□□□□ □□□□□□□□□□□□□□□□□□□□□□□□□□□ Mestbanknummer
Nummer veeteeltinrichting (*)
□□□□□□□□□□□
□□□□□□□□□
(*) nummer van de inrichting zoals vermeld op het document van de vaststelling van de nutriëntenhalte 4. Milieuvergunning(en) (van de bestaande veeteeltinrichting waarvoor de stopzettingsvergoeding wordt gevraagd) Naam en voornaam van de houder van milieuvergunning(en) :
□□□□□□□□□□□□□□□□□□□□□□□□□□□□□□□□ Straat en huisnummer
□□□□□□□□□□□□□□□□□□□□□□□□□□□□□□□□ Postnummer Gemeente
□□□□ □□□□□□□□□□□□□□□□□□□□□□□□□□□ Een uittreksel, afgeleverd in 2002, van alle geldende milieuvergunning(en) of een kopie van alle geldende milieuvergunning(en) die door de milieuvergunningverlenende overheid in 2002 voor eensluidend is/zijn verklaard betreffende de datum van aflevering, einddatum vergunning en de vergunde varkens in de rubrieken 9.4.1 en 9.5. bijvoegen.
Milieuvergunning(en) (*)
Klasse 1 (°) Klasse 2 (°)
Datum aflevering Het aantal vergunde : - Varkens : - Zeugen : - Mestvarkens : Refertenummer
Geconsolideerde tekst Mestwetgeving Vlaamse Landmaatschappij DISCLAIMER: zie eerste pagina
MEI 2002 7
Einddatum van de vergunnung (°) aankruisen. (*) per kolom invullen per geldende milieuvergunning indien meerdere milieuvergunningen. 5. Nutriëntenhalte van de bestaande veeteeltinrichting overeenkomstig het eindresultaat Nutriëntenhalte van het berekeningsblad Nutriëntenhalte Diercategorie
Aantal dieren
Biggen minder dan 10 weken Beren en zeugen exclusief biggen Zeugen inclusief biggen Andere varkens
Desgevallend, aangeven of een verzoekschrift tot herberekening van de nutriëntenhalte of tot toekenning van een nutriëntenhalte werd ingediend. Ja neen 6. Veebezetting van de bestaande veeteeltinrichting overeenkomstig de Mestbankaangifte van het aanslagjaar 2002 Varkens Diercategorie
Aantal dieren
Biggen, gewicht van 7 tot 20 kg Beren Zeugen, incl. biggen met gewicht < 7 kg Andere varkens, gewicht van 20 tot 110 kg Andere varkens, gewicht > 110 kg
7. Veebezetting van de bestaande veeteeltinrichting overeenkomstig het register van dierlijke mestproductie, bedoeld in artikel 4, § 2, van het decreet van 23 januari 1991 inzake de bescherming van het leefmilieu tegen de verontreiniging door meststoffen en in artikel 10 van het besluit van de Vlaamse regering van 26 mei 2000 ter uitvoering van sommige artikelen van het decreet van 23 januari 1991 inzake de bescherming van het leefmilieu tegen de verontreiniging door meststoffen Varkens Diercategorie
Aantal dieren
Biggen, gewicht van 7 tot 20 kg Beren Zeugen, incl. biggen met gewicht < 7 kg Andere varkens, gewicht van 20 tot 110 kg Andere varkens, gewicht > 110 kg
(*) Het gemiddelde van het aantal varkens, vermeld in voornoemd register, van de vier maanden, voorafgaand aan de maand van de indiening van de aanvraag. EEN KOPIE VAN HET REGISTER VAN DIERLIJKE MESTPRODUCTIE BIJVOEGEN ! 8. Verklaringen op erewoord van de aanvrager Ondergetekende, .................................................................................. (naam) - wenst een stopzettingsvergoeding te verkrijgen voor de vrijwillige, volledige en difinitieve stopzetting van de productie van alle dierlijke mest, afkomstig van varkens op de bestaande veeteeltinrichting in kwestie; - geeft toelating aan de afdeling Land- en Tuinbouwondersteuningsbeleid voor het opvragen van alle gegevens betreffende de bestaande veeteeltinrichting in kwestie bij de Mestbank en bij de milieuvergunningverlenende overheid; - verklaart op erewoord dat de goederen die deel uitmaken van de bestaande veeteeltinrichting en/of varkensstapel in kwestie bezwaard zijn met een hypotheek en/of landbouwvoorrecht en/of volmacht tot vestiging van een hypotheek en/of landbouwvoorrecht ten gunste van .............................................................................................................................. .............................................................................................................................. .............................................................................................................................. .................................................................................................(naam en adres van de schuldeiser(s) - zoniet vermeld : « nihil »).een geeft toestemming aan de afdeling Land- en Tuinbouwondersteuningsbeleid deze schuldeiser(s) op de hoogte te stellen van deze aanvraag; Geconsolideerde tekst Mestwetgeving Vlaamse Landmaatschappij DISCLAIMER: zie eerste pagina
MEI 2002 8 - verklaart kennis genomen te hebben van de gevolgen van het decreet van 9 maart 2001 tot regeling van de vrijwillige, volledige en definitieve stopzetting van de productie van alle dierlijke mest, afkomstig van een of meerdere diersoorten, nl. stopzetting van de productie van alle dierlijke mest, afkomstig van varkens, intrekking milieuvergunning varkens, inkorting nutriëntenhalte gedeelte varkens, geen verhoging van de mestproductie of nieuwe mestproductie gedurende 10 jaar na het jaar van de definitieve stopzetting en gedurende 5 jaar vrijstelling van opname in de Inventaris van de leegstand van bedrijsruimten; - verklaart op erewoord dat de informatie die in het kader van deze aanvraag wordt verstrekt, volledig en juist is en dat onvolledige of onjuisteverklaringen aanleiding kunnen geven tot het weigeren of het terugvorderen van de stopzettingsvergoeding. Datum : ..../..../2002 Naam en handtekening aanvrager : ……………………………………………………………………………………………………………
9. Verklaring op erewoord van de houder van de milieuvergunning (in geval de aanvrager niet dezelfde persoon is als de vergunninghouder) Ondergetekende ................................................................................………………………………………………. (naam) - verleent zijn akkoord met de intrekking van de milieuvergunning varkens en verklaart kennis genomen te hebben van de gevolgen van het decreet van 9 maart 2001 tot regeling van de vrijwillige, volledige en definitieve stopzetting van de productie van alle dierlijke mest, afkomstig van een of meerdere diersoorten nl. stopzetting van de productie van alle dierlijke mest, afkomstig van varkens, intrekking milieuvergunning varkens, inkorting nutriëntanhalte gedeelte varkens, geen verhoging van de mestproductie of nieuwe mestproductie gedurende 10 jaar na het jaar van de definitieve stopzetting en gedurende 5 jaar vrijstelling van opname in de Inventaris van de leegstand van bedrijfsruimten; - gaat ermee akkoord dat de stopzettingsvergoeding volledig aan de aanvrager wordt uitbetaald.
Datum : ..../..../2002 Naam en handtekening milieuvergunninghouder : ………………………………………………………………………… B. Gedeelte in te vullen door bevoegde ambtenaar 1. Overzicht gegevens veebezetting varkens Milieuvergunning
Nutriëntenhalte
Mestbankaangifte aanslagjaar 2002
Register dierlijke mestproductie
Zeugen Andere varkens 2. Berekening stopzettingsvergoeding Weerhouden veebezetting (°) Zeugen Andere varkens Totaal
Aantal
Vergoeding per dier
Totaal
Advies : (°) motivering .......................................................................................................................................................................................... .......................................................................................................................................................................................... datum en handtekening dossierbehandelaar: .........................................………………………………………………... datum en handtekening ambtenaar: ..........................................................……………………………………………….. datum van het akkoord en handtekening van het afdelingshoofd :
Geconsolideerde tekst Mestwetgeving Vlaamse Landmaatschappij DISCLAIMER: zie eerste pagina
MEI 2002 1
B. Uitvoeringsbesluiten decreet van 9 maart 2001 2. MINISTERIEEL BESLUIT VAN 24 MEI 2002 BETREFFENDE DE VASTSTELLING VAN DE AANVANG VAN DE TWEEDE INSCHRIJFPERIODE TOT INDIENING VAN EEN AANVRAAG VOOR HET VERKRIJGEN VAN EEN VERGOEDING VOOR HET VRIJWILLIG, VOLLEDIG EN DEFINITIEF STOPPEN VAN DE PRODUCTIE VAN ALLE DIERLIJKE MEST, AFKOMSTIG VAN VARKENS (B.S., 31 mei 2002) Besluit : Artikel 1. De extra periode, bedoeld in artikelen 5 en 7 van het besluit van de Vlaamse regering van 20 april 2001 tot regeling van de vrijwillige, volledige en definitieve stopzetting van de productie van alle dierlijke mest, afkomstig van varkens, gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse regering van 24 mei 2002, vangt aan op de dag van de bekendmaking van dit besluit in het Belgisch Staatsblad en ten vroegste op 3 juni 2002. Art. 2. Dit besluit treedt in werking op de dag van de bekendmaking ervan in het Belgisch Staatsblad en ten vroegste op 3 juni 2002.
Geconsolideerde tekst Mestwetgeving Vlaamse Landmaatschappij DISCLAIMER: zie eerste pagina