Vlaamse Landmaatschappij Samen investeren in de verbetering van de omgevingskwaliteit van het platteland en het randstedelijk gebied
VLM 2011-2015: Samen, gebiedsgericht investeren in de omgevingskwaliteit op het platteland en in de stadsrand Omgevingskwaliteit Omgevingskwaliteit is de waardering die mensen op een bepaald moment aan een gebied toekennen en die ervoor zorgt dat mensen om een gebied geven. Omgevingskwaliteit wordt bepaald door een geheel van objectieve en subjectieve factoren met een dynamisch en relationeel karakter. Bij het verbeteren van de omgevingskwaliteit integreren we steeds de ecologische, economische en maatschappelijke belangen van een gebied. Zo creëren we gebieden waar we gehecht aan kunnen zijn, gebieden met een eigen identiteit en die de moeite zijn om voor te gaan, nu en in de toekomst.
Gebiedsgericht De omgevingskwaliteit verschilt van gebied tot gebied. Daarom leggen we meer de klemtoon op een gebiedsgerichte werking. De VLM is actief op het platteland en in het randstedelijk gebied en vooral in die gebieden waar de context om tot een algemene verbetering van de omgevingskwaliteit te komen complex is. Vaak nemen we initiatieven in gebieden waar investeringen in de thema’s bodem, water, biodiversiteit en open ruimte vereist zijn. We kunnen een interregionale samenwerking opzetten voor projecten in Vlaanderen.
Maatwerk voor en met de klanten Een brongerichte aanpak en een participatieve aanpak zijn op langere termijn kostenefficiënter en zorgen voor een mede-eigenaarschap van onze maatregelen. Om onze doelstellingen te realiseren, zetten we gericht een mix van beschikbare instrumenten in en verkennen we gepaste innovatieve werken communicatievormen. Waar nodig bouwen we instrumenten uit of sturen we bestaande instrumenten bij om een beter effect te bereiken. Waar zinvol doen we een beroep op anderen voor het inzetten van hun kennis en instrumenten. We kunnen onze beschikbare instrumenten, kennis en kunde ook voor anderen inzetten mits zij ons hiervoor vergoeden en zij hiermee Vlaamse doelstellingen realiseren.
We gaan voluit voor het realiseren van onze visie en werken hiervoor samen met partners. We willen hierbij zoveel mogelijk samen met die partners ook hun doelstellingen realiseren. We profileren ons als een volwaardige partner en willen erkend worden voor onze slagkrachtige uitvoering en onze regisseursrol in een complexe omgeving. De VLM is toonaangevend in haar belanghebbendenmanagement.
De VLM als voorbeeld van slagkracht, innovatie en duurzaamheid De VLM vervult een voorbeeldfunctie. We zijn slagkrachtig en innovatief, volgen maatschappelijke evoluties op de voet en spelen erop in. We zijn een duurzame organisatie, zowel op sociaal, ecologisch als ethisch vlak. We passen dit toe op de interne werking en bij de uitvoering op terrein. De VLM kiest ervoor om een professionele, warme en sociale organisatie te zijn. We geven onze medewerkers de kans om hun talenten, kennis en kunde te ontwikkelen en in te zetten. We garanderen kwaliteitsvolle producten en diensten en maken ze resultaaten klantgerichter. We zetten in toenemende mate mensen in voor het ondersteunen, begeleiden en adviseren van onze klanten. Projecten die onze kennis vergroten zijn zinvol, mits de verworven kennis vervolgens in de praktijk wordt toegepast. Internationale samenwerking kan een middel zijn om kennis uit te wisselen.
Strategische doelstellingen 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9. 10. 11. 12.
De VLM meet en evalueert de omgevingskwaliteit De VLM is de motor van het Vlaams Plattelandsbeleid. De VLM optimaliseert instrumenten met het oog op een slagkrachtige realisatie op terrein De VLM ondersteunt het uitwerken van het mestbeleid De VLM zet gebiedsgericht projecten op om de omgevingskwaliteit te verbeteren De VLM ondersteunt partners bij het realiseren van het Vlaams beleid De VLM stimuleert land- en tuinbouwers om duurzaam te werken De VLM dringt de verontreiniging van bodem en water door nutriënten terug De VLM verhoogt de maturiteit van de eigen organisatie De VLM realiseert meetbare efficiëntiewinsten De werking van de VLM wordt duurzamer De VLM biedt innovatieve oplossingen aan
De Landmaatschappij 1935-2010: 75 jaar ten dienste van het platteland en de randstad 1935 De dorpen bloeden dood’ – de Nationale Maatschappij voor de Kleine Landeigendom
De jaren ’30 markeerden een periode van zware economische crisis. De sociaaleconomische ontreddering was totaal: een hoge inflatie, een sterk dalende koopkracht en hoge werkloosheidscijfers. De crisis versnelde ook de plattelandsvlucht en de uitstoot van arbeid uit de landbouw. De dorpen bloedden dood. Om de woon- en werkomstandigheden op het platteland te verbeteren, besloot de regering de NMKL op te richten, de Nationale Maatschappij voor de Kleine Landeigendom (27 februari 1935), ‘een instelling in dienst van het platteland’. De NMKL bood goedkope hypothecaire leningen aan, bouwde nieuwe eengezinswoningen en renoveerde verkrotte woningen. De NMKL investeerde ook in groepsbouw van kleine landeigendommen. Het houden van kleinvee en het bewerken van de tuin moesten de landelijke bevolking een extra inkomen garanderen.
1956 De eerste wet op de Ruilverkaveling
Midden de jaren ’50 breidden de opdrachten van de NMKL uit in de richting van het landbouwbeleid. De instelling kreeg de wettelijke opdracht om de technische en economische ontwikkeling van het platteland te helpen stimuleren door mee te werken aan de herstructurering van het landbouwareaal (ruilverkaveling, 1956) en de ontginning van nieuwe gronden (bodemverbetering).
1970 In een maalstroom van maatschappelijke veranderingen - de Nationale Landmaatschappij
Met de wijziging van de wet op de ruilverkaveling (22 juli 1970) werd ook de NMKL omgedoopt tot Nationale Landmaatschappij. Die naamsverandering gaf aan dat de ‘parastatale’ vanaf dan een bredere maatschappelijke taak zou gaan vervullen. De opdracht van de NLM werd omschreven als: ‘Instelling voor de ontwikkeling van het platteland’. Om die opdracht uit te voeren kreeg de NLM twee kerntaken: ruilverkaveling en sociale huisvesting. Projecten van landwinning werden eind de jaren 60 stopgezet omdat ze niet langer pasten in de EEGpolitiek van agrarische specialisatie en schaalvergroting.
1988 De Vlaamse Landmaatschappij – Een kind van de regionalisatietijd
In de jaren ’80 werden heel wat bevoegdheden van de federale staat overgeheveld naar de gewesten. Zo ook deze over de ruilverkaveling en de sociale huisvesting. Het gevolg hiervan was dat binnen de Vlaamse overheid in 1988 een Vlaamse Landmaatschappij en een Vlaamse Huisvestingsmaatschappij werden opgericht. Om in te spelen op de nieuwe noden die in het Vlaams en Europees plattelandsbeleid naar voor kwamen, werd het werkterrein van de VLM, naast de ruilverkaveling, uitgebreid naar andere ruimtelijke inrichtingsinstrumenten zoals de Landinrichting. In de jaren die daarop volgden zouden de taken van de VLM verder evolueren en zou de VLM-koffer met instrumenten verder worden aangevuld.
1991 ‘Te veel vee, te weinig grond’ – De Mestproblematiek in Vlaanderen
Net als in de meeste andere Europese landen besteedde de Belgische politiek vanaf de jaren ’70 een groeiende aandacht aan de milieuvervuiling. De bewustwording rond het voorkomen van milieuvervuiling werkte ook door op andere domeinen zoals de waterzuivering. Eén van de deelproblemen hiervan was de problematiek van de mestoverschotten. De mestoverschotten in Vlaanderen waren een gevolg van de explosieve groei van het veebestand, de concentratie van de veebedrijven, de wijziging van de bedrijfsstructuur, het verlies aan landbouwgrond en het toenemend gebruik van kunstmest.
1995 Een groeiende behoefte aan geografische informatie - Het Ondersteunend Centrum GIS-Vlaanderen
Door de groeiende nood van het beleid aan geografische informatie, raakten de Geografische Informatiesystemen in een stroomversnelling. Maar tegelijk werd ook de nood steeds acuter aan een coördinerende instantie die een GIS-beleid op Vlaams niveau zou uittekenen. In juni 1995 richtte de Vlaamse regering binnen de VLM het Ondersteunend Centrum GISVlaanderen op. Vanaf april 2006 zou GIS-Vlaanderen evenwel een eigen koers gaan varen met de oprichting van het Agentschap voor Geografische Informatie (AGIV).
1997 Natuurinrichting en beheerovereenkomsten nieuwe instrumenten voor een offensief natuurbeleid
Het natuurdecreet dat in oktober 1997 door het Vlaams parlement werd goedgekeurd, gaf het startschot voor een vernieuwing van het Vlaamse natuurbeleid. Het nieuwe natuurbeleid zet in op een soortgerichte en een gebiedsgerichte aanpak, het heeft aandacht voor natuurkwaliteit, het betrekt de doelgroepen (land- en bosbouw, natuurbescherming) in de planning en de uitvoering en de provinciale en lokale overheden geven mee ondersteuning aan het beleid. De beslissing om de VLM te laten meewerken aan de uitvoering van het natuurdecreet, werd door twee factoren bepaald. Ten eerste sloot de nieuwe opdracht goed aan bij het reeds bestaande takenpakket van de VLM. Door activiteiten zoals landinrichting, ruilverkaveling, Mestbank en natuurinrichting in één organisatie onder te brengen, wilde de wetgever een evenwichtige inrichting van het platteland waarborgen. Daarnaast had de VLM reeds een grote kennis en ervaring opgebouwd op het vlak van planning- en uitvoeringsprocedures die bij natuurinrichting aan bod komen zoals kavelruil, het recht van voorkoop en de beheersovereenkomsten. Met het natuurdecreet zagen ook de beheerovereenkomsten het levenslicht. Zij gaven invulling aan een evoluerend landbouwbeleid – ook op Europees niveau - dat landbouwers wil ondersteunen die ook groene en blauwe diensten leveren.
2001 ‘Boer zoekt grond’ – De Vlaamse Grondenbank
Open ruimte is schaars in Vlaanderen, de gronddruk is groot. Het ruimtegebruik moet in onze regio gedeeld worden tussen heel wat grondgebruikers met vaak totaal tegengestelde behoeften. Dat geeft conflicten. Met de uitbouw van de Vlaamse Grondenbank wil de VLM de schaarse ruimte in Vlaanderen op een efficiënte en duurzame manier aanwenden. De Vlaamse Grondenbank is bekommerd om een evenwicht te vinden tussen tegenstrijdige belangen en zoekt een goede oplossing voor alle betrokken partijen.
2010 ‘Het kind is volwassen geworden’ - De VLM als motor van het plattelandsbeleid
Zelden was de aandacht voor het platteland zo groot. Niet alleen van zij die er wonen en werken, maar ook van de stedelingen die er komen genieten van de rust en de stilte, van de natuur en de landschappen. Het platteland duurzaam laten ontwikkelen veronderstelt een globale, geïntegreerde aanpak. De VLM staat garant voor een dergelijke benadering. De VLM zet de komende jaren in op het verbeteren van de omgevingskwaliteit op het platteland en in de randstad. We ontwikkelden daarvoor een strategisch plan, we zetten bakens uit waarop we ons samen richten. Het strategisch plan is ook de cement van onze organisatie, het bindmiddel om samen te focussen op onze doelstellingen.
De Landmaatschappij 75 jaar ten dienste van het platteland en de randstad