Het kansrijke platteland van de Achterhoek Analyse van ruimtelijke, economische en sociale ontwikkelingen Bas Breman, Anne Oosterbaan, Robert Jan Fontein en Anne van Doorn
Referaat Voor de ontwikkeling van het landelijk gebied van de Achterhoek is in dit rapport informatie verzameld over de actuele toestand van het landelijk gebied, de belangrijkste partijen, de huidige ontwikkelingen en de bedreigingen en kansen. Ruimtelijk gezien is de agrarische sector de belangrijkste partij. Economisch gezien is de recreatiesector te vergelijken met de landbouw en levert zelfs meer werkgelegenheid. Voor landschap en natuur spelen ook de landgoederen, natuurbeschermingsorganisaties en particulieren een belangrijke rol. Deze leveren relatief weinig inkomsten en werkgelegenheid, maar zijn wel de dragers van het decor voor recreatie/toerisme en prettig wonen. Alle partijen staan voor ontwikkelingen die vragen om innovatie, samenwerking en nieuwe economische dragers. Trefwoorden: Achterhoek, economie, krimp, landbouw, natuur, landschap, innovatie
Dit onderzoek is uitgevoerd in een samenwerkingsverband van Alterra (financiële bijdrage uit KB-IV), Werkplaats Kansrijk Platteland, Regio Achterhoek, Waterschap Rijn & IJssel en Stichting Plattelandshuis Achterhoek & Liemers.
Vitale leefomgeving Innovatieve & Duurzame Economie Slim & Snel verbinden Slim & Snel verbinden
ISSN 1566-7197 Foto’s pagina 8 Future Fun Ballooning, overige Anne Oosterbaan. Dit rapport is gratis te downloaden van www.wageningenUR.nl/alterra (ga naar ̀Alterra-rapporten’). Alterra Wageningen UR verstrekt geen gedrukte exemplaren van rapporten. Gedrukte exemplaren zijn verkrijgbaar via een externe leverancier. Kijk hiervoor op www.rapportbestellen.nl. © 2013 Alterra (instituut binnen de rechtspersoon Stichting Dienst Landbouwkundig Onderzoek) Postbus 47; 6700 AA Wageningen;
[email protected] • Overname, verveelvoudiging of openbaarmaking van deze uitgave is toegestaan mits met duidelijke bronvermelding. • Overname, verveelvoudiging of openbaarmaking is niet toegestaan voor commerciële doeleinden en/of geldelijk gewin. • Overname, verveelvoudiging of openbaarmaking is niet toegestaan voor die gedeelten van deze uitgave waarvan duidelijk is dat de auteursrechten liggen bij derden en/of zijn voorbehouden. Alterra aanvaardt geen aansprakelijkheid voor eventuele schade voortvloeiend uit het gebruik van de resultaten van dit onderzoek of de toepassing van de adviezen.
Alterra-rapport 2434 Wageningen, maart 2013
Inhoud
Samenvatting 7
4
Belangrijke ontwikkelingen
26
4.1
Agrarische sector
27
1 Inleiding
8
4.2 Landgoederen
1.1 Achtergrond
9
4.3
1.2
9
Probleemstelling en doelstelling
1.3 Leeswijzer
10
2
Hoe ziet het landelijk gebied er uit? 12
2.1
Begrenzing, oppervlakte en grondgebruik 13
2.2
Karakteristieken van het landschap en de bewoning
3
36
Natuur- en landschapsbeschermings organisaties 37
4.4
Recreatie en toerisme
41
4.5 Particulieren
46
4.6 Overheden
46
5 Discussie
48
6 Conclusies
52
Literatuur
54
14
De belangrijkste partijen en hun betekenis en impact
18
3.1 Ruimtelijk
19
3.2 Economisch
20
Het kansrijke platteland van de Achterhoek | 5
6 | Alterra Wageningen UR
Samenvatting
De recreatiesector is tot nu nog steeds gegroeid.
Door veranderingen van de bevolking, van de landbouw,
Het recreatieve routenetwerk wordt steeds uitgebreider.
van de financiering van natuur- en landschapsbeheer,
De organisaties op het gebied van recreatie en toerisme
van de energievoorziening en van het klimaat staat de
zijn zich aan het reorganiseren en zoeken samenwerking.
Regio Achterhoek voor een aantal grote ontwikkelingen
Er is geen duidelijk inzicht in de vraag naar nieuwe
en uitdagingen. Ter ondersteuning van de ideeën over
recreatiemogelijkheden.
mogelijke ontwikkelingen van het landelijk gebied van
Voor natuur- en landschapsbescherming moeten nieuwe
de Achterhoek is in dit rapport informatie verzameld over:
inkomstenbronnen worden gevonden. Dit is van groot
• de actuele toestand van het landelijk gebied;
belang omdat het landschap van de Achterhoek een
• de belangrijkste partijen
belangrijke basis is voor recreatie-inkomsten. Daarnaast
• de belangrijkste huidige ontwikkelingen
herbergt de Achterhoek twee Nationaal Landschappen en
• de bedreigingen en kansen.
een reeks natuurgebieden die goede bescherming verdie-
De Achterhoek is een echt wandel- en fietsgebied.
nen. Ook particuliere landgoederen zijn de laatste jaren Ruimtelijk gezien is de agrarische sector de belangrijkste
versterkt op zoek naar nieuwe economische dragers.
partij voor het landelijk gebied van de Achterhoek. De melk-
Een ‘natuurgolfbaan’ op landgoed Zelle is hiervan een
en rundveehouderij heeft het grootste deel van de opper-
prachtig voorbeeld.
vlakte cultuurgrond in gebruik. Daarnaast wordt een grote
Overige particulieren, met name de zogenaamde buitenlui,
oppervlakte gebruikt voor de teelt van voedergewassen.
zouden op het gebied van natuur- en landschapsbeheer
Economisch gezien is de recreatiesector te vergelijken met
een prominentere rol kunnen spelen.
de landbouw. De recreatiesector levert zelfs meer werk gelegenheid. Voor landschap en natuur spelen de landgoederen, natuurbeschermingsorganisaties en particulieren een belangrijke rol. Deze leveren relatief weinig inkomsten en werkgelegenheid, maar zijn wel de dragers van het decor voor recreatie/toerisme en prettig wonen. Voor de landbouw die er qua gemiddelde bedrijfsgrootte en inkomen niet sterk voor staat en met het nieuwe GLB economisch nog moeilijker zal krijgen is de moeilijkheid dat schaalvergroting in een groot deel van de Achterhoek in conflict komt met de kleinschaligheid van het landschap. Dit geeft noodzaak tot innovatie van productie methoden. Ook klimaatverandering nopen tot andere productiemethoden en/of andere gewassen. Van de agrarische bedrijven is nog maar een relatief klein deel met verbreding begonnen. Naast deze problematiek zal de landbouw te maken krijgen met een groot aantal stoppers waardoor veel agrarische bedrijfsgebouwen leeg komen te staan, die moeilijk verkoopbaar zijn.
Het kansrijke platteland van de Achterhoek | 7
Inleiding
1
1.1 Achtergrond De regio Achterhoek staat voor een aantal grote ontwik-
1.2 Probleemstelling en doelstelling
kelingen en uitdagingen. Veranderingen van de bevolking (vergrijzing, ontgroening en krimp), van het landelijk
Uitgangspunt voor een duurzame transitie van de
gebied (veranderende landbouw), van de energievoor
Achterhoek is dat er een helder, gemeenschappelijk beeld
ziening (duurzamer en efficiënter) en van het klimaat
bestaat van belangrijke ontwikkelingen en de mogelijke
(grotere extremen) zullen grote consequenties hebben
consequenties daarvan voor de Regio Achterhoek, alsook
voor de ruimtelijke inrichting van de Achterhoek, voor
een gemeenschappelijk gedragen visie op de kansen en
de kwaliteit van leven en de leefomgeving en voor de
uitdagingen voor de toekomst.
economie (Huiskamp, 2010). Het overheersende geluid onder verschillende partners in Om deze veranderingen het hoofd te bieden, en om te
de Regio Achterhoek is dat, waar het de thema’s van de
komen tot een duurzame transitie, wordt momenteel door
werkplaats Kansrijk Platteland betreft (landbouw, natuur,
vele partijen gezamenlijk nagedacht over- en gewerkt aan
water, klimaat, toerisme etc.), het beeld en de bewust
ideeën voor de toekomst. Hiervoor hebben uiteenlopende
wording van deze belangrijke ontwikkelingen, uitdagingen
partijen uit de wereld van Overheden, Ondernemers,
en kansen nog onvoldoende ontwikkeld is. Eén van de
maatschappelijke Organisaties, Onderzoek en Onderwijs
consequenties van het ontbreken van objectieve en
elkaar gevonden in het samenwerkingsverband Achterhoek
volledige informatie is dat het maken van keuzes en het
2020. De samenwerkende partijen stellen zich tot doel dat
bepalen van een strategische koers bemoeilijkt wordt.
zij door middel van samenwerking en de samenhang in door hen uit te voeren projecten, werken aan een Achterhoek die
Het doel van deze verkenning is om informatie te presen-
in 2020 en daarna een duurzaam vitale regio is met een
teren over een aantal belangrijke ontwikkelingen, bezien
aantrekkelijke en gezonde leefomgeving.
vanuit de werkplaats Kansrijk Platteland, en middels integrale analyse te komen tot inspiratie, ideeën, koers en
In overleg tussen Environmental Science Group van
richting voor een duurzame transitie van het landelijk
Wageningen UR en Regio Achterhoek is overeengekomen
gebied van de Regio Achterhoek.
dat ook Alterra Wageningen UR de innovatieve ontwikke-
Doel van het project is nadrukkelijk níet om kant en klare
lingen in de Achterhoek gaat ondersteunen met ontwikke-
oplossingen aan te dragen maar wél om regionale part-
len van kennis en toepassen van onderzoek. Vanuit het
ners te voeden met gedegen en inspirerende informatie op
Kennisbasisprogramma IV1 ‘Duurzame ontwikkeling van de
basis waarvan zijzelf gefundeerde keuzes kunnen maken
groenblauwe ruimte’ en vanuit het Beleidsondersteunend
voor de toekomstige ontwikkeling van de Regio
Onderzoek Groen Nederland zal ondersteuning worden
Achterhoek.
gegeven, met name in de richting van de thema’s die voortkomen uit de werkplaatsen ‘Kansrijk platteland’ en ‘Vitale leefomgeving’.
1
Het Kennisbasisprogramma is een onderzoeksprogramma van het ministerie van EZ/DLO
Het kansrijke platteland van de Achterhoek | 9
1.3 Leeswijzer De opbouw van deze rapportage is als volgt. Hoofdstukken 2 t/m 4 zijn gewijd aan de volgende vragen: • Hoe ziet het landelijk gebied er nu uit? • Wie zijn de belangrijkste partijen (gebruikers, beheerders, eigenaren)? • Wat zijn momenteel de belangrijkste ontwikkelingen? • Wat zijn de grootste bedreigingen en wat de beste kansen? In Hoofdstuk 5 worden aan de hand van gesignaleerde bedreigingen en kansen een aantal stellingen geponeerd en een aantal mogelijke ontwikkelingsscenario’s geformuleerd. Hoofdstuk 6 geeft de conclusies.
10 | Alterra Wageningen UR
Het kansrijke platteland van de Achterhoek | 11
Hoe ziet het landelijk gebied er uit?
2
2.1
Begrenzing, oppervlakte en grondgebruik
Tabel 1 Grondgebruik Achterhoek in procenten (totale oppervlakte 120.783 ha) in 2010 (Bron: LGN 2010) Grasland
51
Akker
27
In dit rapport wordt met Achterhoek het gebied van
Natuur
11
de acht gemeenten van de Regio Achterhoek bedoeld:
Bebouwd en wegen
10
Doetinchem, Oude IJsselstreek, Montferland, Aalten, Winterswijk, Berkelland, Oost-Gelre en Bronckhorst. Deze hebben een gezamenlijke oppervlakte van
Water
1
Totaal
100
120.783 hectare. Ongeveer de helft van de Achterhoek is momenteel in Het grondgebruik is weergegeven in figuur 1.
gebruik als grasland en een kwart als bouwland. Daarnaast is ongeveer een tiende deel natuur. Eenzelfde
Tabel 1 geeft de procentuele verdeling van het
aandeel wordt ingenomen door bebouwing en wegen.
grondgebruik.
Water neemt slechts één procent in van de oppervlakte.
Figuur 1 Het grondgebruik in 2010 (Bron: LGN 2010)
Het kansrijke platteland van de Achterhoek | 13
Het grondgebruik is door de jaren heen behoorlijk veranderd. In figuur 2 is te zien dat vanaf 1970 een sterke
2.2
Karakteristieken van het landschap en de bewoning
tendens gaande is van meer bouwland en minder grasland. De oppervlakte bos en natuur, die tot 1960 sterk is afgenomen, bleef na 1960 ongeveer gelijk. Het aandeel
Het grootste deel (tweederde) van het Achterhoeks
bebouwd en wegen is de laatste decennia fors
landschap bestaat uit kampen (- of hoeven)landschap en
toegenomen.
heide- en veenontginningen. In het midden is het bekende landgoederenlandschap te vinden (zie figuur 3). Langs de IJssel en Oude IJssel liggen enkele gebieden met komgronden, terrassen en rivierduinlandschap. Dan is er nog het specifieke stuwwallandschap van Montferland. Wat de bewoning van de Achterhoek betreft is kenmerha
kend dat er naast enkele grote kernen heel veel kleine
90.000
dorpen en buurtschappen zijn (zie figuur 4). Van de 77 kernen hebben 44 stuks minder dan 1.000 inwoners.
80.000
Ook in het landelijk gebied is de bewoning erg verspreid,
70.000met
ha 90.000
name in het kampenlandschap.
60.000
80.000
50.000
70.000
40.000
60.000
30.000
50.000
20.000
40.000
10.000
30.000
0
jaar 1900
20.000 10.000 0
jaar 1900
1960
1970
1980
1990
akker en kale grond
water (incl. moeras)
bos 14 | Alterra Wageningen UR
bebouwd en wegen
1980
1990
2010
heide en hoogveen
akker en kale grond
water (incl. moeras)
bos
bebouwd en wegen
Figuur 2 Ontwikkeling van het grondgebruik in de Achterhoek vanaf 1900 (Bron: HGN) heide en hoogveen
1970
grasland
2010
grasland
1960
Figuur 3 Landschapstypen in de Achterhoek (Bron: Structuurvisie nieuwe stijl Regio Achterhoek 2012)
Figuur 4 Kernen en kerngrootte in de Achterhoek (Bron: www.oroa.losstadomland.nl)
Het kansrijke platteland van de Achterhoek | 15
De zuidwestkant van de Achterhoek is het dichtst bevolkt. De Gemeente Doetinchem kent het grootste aantal inwoners per vierkante kilometer. De gemeenten Bronckhorst, Berkelland en Winterswijk zijn het dunst bevolkt (zie figuur 5).
Figuur 5 Bevolkingsdichtheid per gemeente 2012 (Bron: RIVM, www.zorgatlas.nl)
16 | Alterra Wageningen UR
Het kansrijke platteland van de Achterhoek | 17
De belangrijkste partijen en hun betekenis en impact
3
3.1 Ruimtelijk
De oppervlakte cultuurgrond in de 8 gemeenten van de
Het gaat hier om het landelijk gebied van de
is het grootste deel, ca. 50.000 ha, grasland, zo blijkt uit
Achterhoek, dus het gebied buiten de bebouwde kom.
tabel 2 die de oppervlakte cultuurgrond en grasland per
Ruimtelijk gezien spelen daar de volgende partijen de
gemeente aangeeft.
Regio Achterhoek bedraagt ongeveer 80.000 ha. Hiervan
belangrijkste rol: • Agrarische bedrijven
In figuur 6, die de gewasarealen van de belangrijkste
• Particulieren
gewassen in de Achterhoek en Nederland weergeeft is
• Landgoedeigenaren
te zien dat de arealen voedergewassen en grasland goed
• Natuurbeheersorganisaties
vertegenwoordigd zijn in de Achterhoek. Deze gewassen
• Overheden
worden in Nederland met name verbouwd om als veevoer
• Overige
te dienen. De arealen mais, graan, aardappelen, suikerbieten en fruit zijn relatief klein.
De agrarische sector speelt ruimtelijk verreweg de belangrijkste rol. Ook particulieren hebben een niet onbelangrijke
De laatste jaren hebben enkele nieuwe teelten hun
aandeel van het landelijk gebied in eigendom. Uit combinatie
intrede gedaan in de Achterhoek, zoals druiventeelt en
van data van het GIAB (2010) en grondgebruikskaarten
bloembollenteelt.
blijkt dat de eigendomsverhoudingen van de grond ongeveer als volgt liggen: agrarische bedrijven 65%, particulieren
Het Achterhoekse landschap wordt, wat de landbouw
15%, overheden (Gemeenten, Provincie, Waterschap) 10%,
betreft, voor een groot deel bepaald door de melkveehou-
natuurbeheersorganisaties (NM, SBB, Geld. Landschap) en
derij en de akker- en tuinbouw. Maar de in het cultuur-
landgoederen 5% en overige 5%.
landschap aanwezige natuur- en landschapselementen
Tabel 2 Oppervlakte cultuurgrond in de Achterhoekse gemeenten (Bron: GIAB 2010)
Aalten
Opp (ha)
Opp. Cultuurgrond
Opp. Grasland
9.657
6.876
4.390
Berkelland
25.861
18.326
12.642
Bronckhorst
28.355
18.832
12.138
Doetinchem
7.910
4.083
2.379
Montferland
10.572
5.811
3.651
Oost-Gelre
10.975
7.802
5.383
Oude Ijsselstreek
13.638
8.756
5.684
Winterswijk
13.815
8.025
5.216
120.783
78.511
51.483
Totaal
Het kansrijke platteland van de Achterhoek | 19
zijn sterk bepalend voor het landschapsbeeld en voor de
deels in gebruik door boeren, maar vaak is een deel
ecologische kwaliteit van het gebied. Vooral de vele
ingericht ten behoeve van landschap en natuur. Op basis
boomrijen, singels, houtwallen en kleine bossen geven
van een landelijk berekening wordt de oppervlakte van de
een groot deel van de Achterhoek een kleinschalig aan-
buitenlui in de Achterhoek geschat op 10.000-15.000 ha
zien. De natuur- en landschapselementen bieden voor vele
(Kaminski 2002).
soorten planten en dieren gelegenheid om te leven, voort te planten en te migreren. In de Achterhoek liggen 268 landgoederen en tal van
3.2 Economisch
natuurgebieden (waaronder zes Natura-2000 gebieden).
Economisch gezien liggen de verhoudingen tussen de
De totale oppervlakte bos en open natuur bedraagt
belangrijkste partijen anders dan ruimtelijk.
volgens het CBS ca. 12.000 ha. Landgoedeigenaren en
De agrarische sector levert ca. 700-800 miljoen Euro
natuurbeschermingsorganisaties en gemeenten hebben
aan inkomsten op (dit bedrag is voor de 8 Achterhoekse
tezamen een uitgebreid natuur- en landschapselementen-
gemeenten niet exact te geven en daarom geschat op
netwerk en zorgen voor instandhouding van natuur en
basis van de inkomsten van de Achterhoek incl. Lochem
landschap.
en Zutphen; deze bedragen 1,2 miljard Euro) en 9.250
Ook particulieren, die op het platteland wonen, spelen een
banen (Kamer van Koophandel 2012). De recreatie levert
belangrijke rol voor het landschap. In de Achterhoek zijn
ongeveer dezelfde inkomsten op (720 miljoen Euro,
veel ‘buitenlui’, mensen die een boerderij bewonen met
inclusief de indirecte bestedingen), maar biedt met 10.520
een halve tot enkele hectares grond erbij. Deze grond is
banen meer werkgelegenheid dan de landbouw.
Figuur 6 Verdeling van gewasarealen in de Achterhoek en Nederland in 2011 (Bron: Kamer van Koophandel)
20 | Alterra Wageningen UR
Tabel 3 Toegevoegde waarde (in mrd €) van 4 voedselketens in de Achterhoek, Gelderland en Nederland in 2011 (Bron: LISA) Indicator
Achterhoek
Gelderland
Nederland
Akkerbouw
0.51
2.18
17.90
Fruit
0.14
0.89
7.45
Voedselketens
Vlees
0.33
1.65
9.98
Zuivel
0.38
1.41
9.87
Totaal Aandeel voedselketens
1.36
6.13
45.20
13,6%
11,6%
9,0%
7,3%
6,2%
5,3%
Aandeel bouwnijverheid
De agrarische sector omvat ca. 4.300 bedrijven (GIAB
De toegevoegde waarde van de vier voedselketens van
2010); dit is 14% van het totaal aantal bedrijven in de
de landbouw (akkerbouw, fruit, vlees, zuivel) heeft een
Achterhoek. Deze agrarische bedrijven leveren 7% van
aandeel van 13,6% in de totale toegevoegde waarde van
het totaal aantal banen in de Achterhoek. Een derde deel
de Achterhoek (zie tabel 3). In vergelijking met
van deze werkgelegenheid zit in de melkveehouderij, 12%
Gelderland (11,6%) en Nederland (9,0%) is het aandeel
in de varkenshouderij, 11% in de overige rundveehouderij
van de voedselketen in de totale toegevoegde waarde in
en 11% in de akker- en/of tuinbouw (Beek, J.E. van der,
de Achterhoek relatief hoog2. Het aandeel van de voedsel-
P.A. Belo en E.A.F. Hammink 2011, Kamer van Koophandel
ketens in de toegevoegde waarde is aanzienlijk hoger dan
2012).
het aandeel van de bouwnijverheid zoals het landelijke beeld ook laat zien.
2
Deze gegevens zijn inclusief Lochem en Zutphen
Het kansrijke platteland van de Achterhoek | 21
Figuur 7 Overzicht van de toegevoegde waarde van de voedselketens in de Achterhoek (Bron: Stuiver et al., 2012)
Figuur 7 toont de verdeling van de toegevoegde waarde
zuivelketen voor meer dan de helft voor de toegevoegde
per voedselketen per schakel.
waarde (Stuiver et al, 2012)3. De recreatiesector, die vooral is gericht op korte verblijven
De verwerking van landbouwproducten (€ 467 miljoen)
van wandelaars en fietsers, levert in de vorm van ver-
en de detailhandel en horeca (€ 360 miljoen) in de
blijfsopbrengsten van alle accommodaties de regio
Achterhoek dragen het meeste bij aan de toegevoegde
136 miljoen euro aan omzet per jaar op (Gelders
waarde van de voedselketen. De agrarische productie
Overijssels Bureau voor Toerisme 2010). De dagrecreatie
bedraagt ca. € 267 miljoen en dat is ca. 20% van de
levert 225 miljoen euro omzet per jaar op. De totale
toegevoegde waarde van de voedselketens in de
omzet is dus circa 360 miljoen euro per jaar. In de regio
Achterhoek (Stuiver et al., 2012). Daarnaast is de toe
heffen de meeste gemeenten toeristenbelasting. De totale
gevoegde waarde per schakel ook uitgesplitst naar de
opbrengst voor de Achterhoek (bebouwde kom en lande-
bijdrage van afzonderlijke voedselketens. Bij de verwer-
lijk gebied) hiervan is circa 1,4 miljoen euro. Geschat
king van landbouwproducten draagt de akkerbouwketen
wordt dat de indirecte bestedingen (uitgaven toeristen in
voor meer dan de helft bij aan de toegevoegde waarde van verwerking. Bij de agrarische productie zorgt de
22 | Alterra Wageningen UR
3
Deze gegevens zijn inclusief Lochem en Zutphen.
winkels, uitbestedingen van recreatieondernemers aan
De landgoederen (268 stuks) en natuurbeheerorganisaties
bijvoorbeeld hoveniers of installatiebedrijven enz. in totaal
(Gelders Landschap, Staatsbosbeheer,
ongeveer net zo groot zijn als de directe bestedingen.
Natuurmonumenten, SBNL) leveren ook inkomsten (van
Dit betekent dat de totale omzet van de recreatiesector
hout, grondverpachting, jacht, subsidies etc.) en werk
720 miljoen euro bedraagt.(Gelders Overijssels Bureau
gelegenheid. Hier zijn geen exacte cijfers van bekend.
voor Toerisme 2010).
Naar eigen schatting bedraagt het aantal banen bij deze
Het trendrapport vrijetijdssector (Gelders/Overijssels
partijen hooguit enkele honderden.
bureau voor toerisme, 2010) geeft aan dat de Achterhoek in vergelijking met het gemiddelde voor Nederland veel
Particulieren leveren indirect inkomsten en werkgelegen-
campings en juist weinig hotels, pensions en jeugd
heid (OZ-belasting, werk aan gebouwen e.d.).
accommodaties heeft (zie figuur 8). De inkomsten van de genoemde partijen in het landelijk Een belangrijke activiteit in de Achterhoek is fietsen.
gebied leveren een bijdrage aan de totale economie van
Achterhoek is dan ook in 2012 door het landelijk
de Achterhoek. De Economische Barometer van 2011 van
Fietsplatform uitgeroepen tot beste fietsregio van
de Kamer van Koophandel (2012) geeft een aantal
Nederland. Met name dankzij de kwaliteit van het route-
kengetallen voor de Achterhoekse economie. Het bruto
netwerk. Verwonderlijk is dan ook niet dat relatief meer
regionaal product (BRP) geeft de totale geldwaarde van
vakantiegangers in de Achterhoek op de fiets stappen
alle goederen en diensten weer die door een gebied
dan dat elders het geval is, 36% t.o.v. 29% (Gelders
(regio) in een jaar worden geproduceerd. In 2009 was
Overijssels Bureau voor Toerisme, 2010).
de toegevoegde waarde van de Achterhoek ongeveer
Figuur 8 Verdeling aantal accommodaties in Nederland, Gelderland en de Achterhoek in 2009 (Bron: CBS)
Het kansrijke platteland van de Achterhoek | 23
6.45 miljard euro (zie tabel 4). Ruwweg een kwart
Export is belangrijk voor de Achterhoek (zie tabel 6).
hiervan komt vanuit de landbouw en recreatie.
De export fluctueert aanzienlijk , maar begin 2012 kende de Achterhoek een positief exportcijfer (Kamer van
De cijfers van figuur 9 geven aan dat de meeste mensen
Koophandel, 2012).
in de Achterhoek werken in de gezondheidszorg (19%), industrie (17%) en detailhandel (12%) en.
Volgens diezelfde Kamer van Koophandel (2011) is de
Wanneer we kijken naar de samenstelling van het bedrijfs-
drijvende kracht achter de export in de Achterhoek de
leven per sector zien we dat in de regio 27.747 bedrijven
industrie van machinebouwers, maar ook de voedings-
gevestigd zijn. Daarvan behoren de meeste (14,5%) tot
en genotmiddelenindustrie (bijvoorbeeld de Aviko
de sector landbouw en visserij, gevolgd door de detailhan-
in Steenderen).
del. Vergeleken met andere Gelderse regio’s is de landbouw en visserij sector beduidend groter (tabel 5). De Achterhoek kent relatief veel eenmanszaken. Daarnaast is het aantal startende bedrijven, een belangrijke indicator voor economische groei, in de Achterhoek erg laag, vergeleken met andere regio’s. Op basis van de Economische Barometer kan verder worden geconcludeerd dat de Achterhoek relatief veel oude ondernemers heeft; bijna de helft van de ondernemers (47,2%) is 50 jaar of ouder (landelijk is dit 39,7%).
Figuur 9 Verdeling werkgelegenheid over verschillende sectoren (Bron: Kamer van Koophandel 2012)
Tabel 4 Toegevoegde waarde Gelderse regio’s Regio
Regionaal Product (mln euro)
Aandeel banen CG
Bijdrage RP CG
RP per hoofd (euro)
Achterhoek Stadsregio Geld. Deelregio Foodvalley Centraal Gelderland Nederland Bron: Kamer van Koophandel Gelderland, 2012
24 | Alterra Wageningen UR
6.453
25,1%
23,8%
21.453
17.718
64,4%
65,4%
24.310
6.304
22,7%
23,3%
25.772
27.097
100%
100%
23.794
479.012
x
x
29.055
Tabel 5 Aandeel (procenten) bedrijven per sector
Achterhoek
Stadsregio
Reg. Foodvalley
Centr. Gelderland
14,5
3,5
7,2
6,8
7,2
4,9
6,2
5,6
10,4
8,5
11,7
9,1
Landbouw en visserij Industrie Bouw Groothandel
8,7
7,2
9,6
7,5
Detailhandel
13,2
12,6
13,1
12,8
Horeca
3,8
3,7
3,3
3,8
Vervoer
2,5
3,1
2,7
2,8
Financiën Adviesdiensten Facitaire diensten Persoonlijke diensten Algemene diensten Totaal
1,4
1,6
2,4
1,5
11,2
16,5
14,7
15,1
7,4
11,8
10,3
10,6
10,8
13,6
10,1
12,6
8,9
13
8,8
11,8
27.747
63.875
31.621
100.789
Bron: Handelsregister, Kamer van Koophandel 2012
Uit de economische barometer van de Kamer van
Tabel 6 Prestaties bedrijfsleven eerste kwartaal 2012 (saldi 1e kwartaal 2012)
Koophandel blijkt dat het economisch klimaat anno 2012 Achterhoek
Stadsregio
Foodvalley
somber is. De omzet is afgenomen ten opzichte van 2011,
Omzet
3,9
9
1,6
de personeelskrimp gaat door, er is een lage investerings-
Export
7,4
2,8
4,7
bereidheid en de winst neemt af. Uitzondering is de
-9,3
-9,8
-11,4
stijging van de export. Ook wanneer we naar aantal
-6
-7,1
3,4
-6,6
-13,3
-17,4
In het tweede kwartaal van 2012 zijn ten opzichte van het
-35,2
-29,9
-33,7
jaar ervoor vooral in de branches gezondheid, recreatie
Werkgelegenheid Investeringen (verwachtingen 2012) Winst Economisch klimaat Bron: COEN, Kamer van Koophandel
starters, oprichtingen en aanwas kijken neemt het af, terwijl aantal opheffingen en faillissementen toenemen.
bedrijven en de groothandel veel opheffingen te noteren (Kamer van Koophandel, 2012).
Het kansrijke platteland van de Achterhoek | 25
Belangrijke ontwikkelingen
4
4.1
Agrarische sector
Ruimtelijk
opgaven, landbouwontwikkelingsgebieden). Het eindresultaat is een optelsom van claims die is afgezet tegen de vitaliteit en weerstand van de agrarische sector. Figuur 10 geeft deze eindkaart weer.
Algemeen In de studie ‘Waar gebeurt het?’ (Agricola et al, 2008) is
Wanneer we op deze kaart inzoomen op de regio Achterhoek
getracht om een aantal verschillende ruimteclaims in
valt op dat deze grotendeels gekarakteriseerd kan worden
kaart te brengen en om te beoordelen in hoeverre deze
als een zogenaamd luwtegebied. Luwte gebieden zijn
de bestaande agrarische sector ‘onder druk zetten’.
gebieden waar relatief weinig claims op de ruimte liggen en
De verschillende claims waar naar is gekeken omvatten
waar sprake is van een relatief zwakke agrarische sector.
onder andere Water, Natuur, Verstedelijking en Recreatie.
Deze sector blijft vooralsnog echter wel de belangrijkste
Voor de vaststelling van deze claims is zowel gekeken
grondgebruiker in afwezigheid van andere claims.
naar bestaande (ruimtelijke) opgaven (o.a. EHS, Water berging) als toekomstige opgaven en uitbreidingsplannen
Belangrijk om te realiseren is dat na 2008 een aantal
(o.a. woningbouw, infrastructuur bedrijventerreinen
van de ruimteclaims zoals wonen, natuur nog verder
Figuur 10 Kaart van hot-spot, luwte, agrarische en transitie gebieden*
* Langs twee assen zijn alle gemeenten van Nederland geordend (zie kwadrant linksboven): langs de x-as de sterkte van de agrarische sector en langs de y-as de claims op de ruimte. Wanneer er bijvoorbeeld sprake is van een zwakke agrarische sector, en tevens een geringe ruimtevraag, spreekt men van ‘Luwte gebieden’. Wanneer er sprake is van een zwakke agrarische sector in een gebied met grote claims op de ruimte sprak men van een ‘Transitie gebied’. Een sterke agrarische sector in een gebied met geringe claims op de ruimte is een ‘Agrarisch gebied’ en een sterke agrarische sector in een gebied met een grote ruimte vraag is een ‘Hot-spot’.
Het kansrijke platteland van de Achterhoek | 27
afgenomen is als gevolg van o.a. de demografische
afname van 2005 tot en met 2008, is sinds 2009 weer een
ontwikkelingen en veranderend (rijks)beleid. Hier lijken
stijging van het aantal bedrijven met verbredingsactivitei-
vooralsnog weinig andere ruimteclaims tegenover
ten. Deze trend is zichtbaar bij alle vormen van verbre-
te staan. De luwte zal dus verder zijn toegenomen.
ding, waaronder verkoop aan huis, stalling van goederen of dieren, loonwerk voor derden, agrotoerisme en zorg-
De toekomst van de agrarische sector is erg bepalend
landbouw. Vooral loonwerk voor derden, agrotoerisme en
voor het toekomstige ruimtegebruik van de Achterhoek.
zorglandbouw laten een opvallende groei zien. De ontwik-
De afwezigheid van ruimteclaims biedt ook kansen. Bij
keling in de Achterhoek heeft uiteindelijk geleid tot 17%
gericht beleid biedt gebrek aan ruimteclaims mogelijk
bedrijven met verbredingsactiviteiten. De laatste jaren is
kansen voor innovaties in de agrarische sector, bijvoor-
educatie op landbouwbedrijven in opkomst (o.a. via de
beeld als het gaat om biobased economy of nieuwe
Stichting Boerderijschool in Zutphen).
teelten. Innovatie productiemethoden en gewassen Verbredingsactiviteiten
Wat nieuwe productiemethoden betreft is vermeldens-
Figuur 11 geeft voor de Achterhoek weer waar de bedrijven
waard dat er met name door de ‘verbredingsboeren’’
liggen die aan verbreding doen. Daarnaast is op de kaart
daadwerkelijk andere methoden worden ingevoerd.
ook specifiek aangeduid waar biologische bedrijven geves-
Dit varieert van biologische melkveehouderij met een
tigd zijn en biologische bedrijven die aan verbreding doen.
heuvelstal tot en met biologische tuinbouwbedrijven van behoorlijke omvang.
Landelijk gezien is het aantal verbrede landbouwbedrijven
Ook worden de laatste jaren een aantal nieuwe gewassen
vanaf 1998 (toen had 9% aan verbredingsactiviteiten) tot
geteeld in de Achterhoek, zoals bloembollen, druiven,
2005 gegroeid naar 16% (De Bont et al., 2005). Na een
koolzaad en spelt. Dit heeft zijn impact op het landschap.
Figuur 11 Agrarische bedrijven in de Achterhoek; reguliere, biologische met en zonder verbreding, met verbreding (Bron: GIAB 2010)
28 | Alterra Wageningen UR
In het kader van de transitie naar duurzame vormen van
locaties is de grondwaterstand gestegen (zie figuur 12).
energie worden voor bio-vergisters niet alleen organische
Deze problematiek vraagt om innovatieve oplossingen,
restproducten gebruikt , maar zelfs geteelde gewassen,
waaraan o.a. in het project ‘Landbouw op peil’ wordt
zoals koolzaad en mais. De Duitse vraag naar mais voor
gewerkt.
vergisting legt al claims op ruimte in de Achterhoek. Ook in de Achterhoek zijn plannen voor grote vergistingsinstal-
Vrijkomende agrarische bedrijfsgebouwen
laties in de maak; dit zou kunnen betekenen dat er in de
Eén van de plekken waar de demografische ontwikkelingen
toekomst veel meer mais voor energie verbouwd gaat
enerzijds, en de ontwikkelingen in de agrarische sector
worden. Tenzij er in de Achterhoek innovatieve oplossin-
anderzijds, elkaar raken is op het punt van de vrijkomende
gen worden gevonden, waardoor andere biomassa dan
agrarische bebouwing (VAB). Alleen al vanuit de varkens-
voedsel ingezet kan worden.
houderij is de verwachting dat de komende jaren zo’n 30% van de bedrijven zal stoppen in verband met strengere
Klimaatverandering
regelgeving. Voor de regio Achterhoek komt dit neer op
Klimaatveranderingen kunnen in de toekomst risico’s met
zo’n 170 bedrijven (Kamer van Koophandel, 2012).
zich mee brengen voor de agrarische sector. Uit diverse
In de tijd dat er nog geen sprake was van bevolkingskrimp
klimaatscenario’s blijkt dat veel gronden in de Achterhoek
lag de oplossing voor deze Vrijkomende Agrarische
kans lopen te droog te zullen worden. Lokaal hebben enkele
Bebouwing vooral in de rood voor rood regeling. In de
gebieden ook te maken met vernatting (Geijzendorffer et al,
huidige situatie van krimp in de Achterhoek zijn gemeen-
2011). Het belangrijkste klimaatrisico voor de landbouw is
ten echter zeer terughoudend geworden met het toestaan
een lange droge periode tussen maart en oktober, waardoor
van nieuwe wooneenheden in het landelijk gebied. Juist
de grasgroei stil valt.
omdat er in de huidige situatie al sprake is van een
Deze scenario’s van verdroging komen boven op een proces
overschot in de geplande woningvoorraad en de gemeen-
wat al langer plaatsvindt van verdroging. De verdroging is
ten het mes hebben gezet in het gezamenlijke woning-
een gevolg van economische ontwikkelingen zoals intensie-
bouwprogramma. Deze beperkingen in de rood voor rood
vere landbouw, bebouwing en meer onttrekkingen. Op de
regeling roepen op twee niveaus nieuwe vragen op.
meeste plaatsen zijn sinds het midden van de jaren negentig de grondwaterstanden gestabiliseerd. Sinds die tijd zijn het ontwateringssysteem en de grondwateronttrekkingen nauwelijks meer veranderd. Met name de landbouw heeft last van droogte. In ca. 70% van het totale landbouwareaal is de grondwatervoorraad te laag. Dit oppervlak is veel groter dan het areaal landbouwgrond dat te nat is. Toch zien agrariërs vooral te hoge grondwaterstanden als een probleem. Droogte kan de agrariër namelijk compenseren met beregening, maar te hoge grondwaterstanden zijn lastiger in te passen in de bedrijfsvoering. Sinds 1950 is de grondwaterstand op de meeste plaatsen in de Achterhoek gedaald, op ca. 25% van de onderzochte
Figuur 12 Grondwaterstanden in de Achterhoek (Bron: Alterra 2012)
Het kansrijke platteland van de Achterhoek | 29
Enerzijds wordt het risico op leegstand, verval en verpau-
beëindigers een bouwkavel. Wanneer deze mogelijkheid
pering van (voormalige) agrarische bebouwing vergroot.
wegvalt wordt het voor veel ondernemers moeilijker om
Dit kan afbreuk doen aan de aantrekkelijkheid van het
te stoppen, terwijl doorgaan ook geen optie meer is.
landelijk gebied in de Achterhoek. Een aantrekkelijk
Figuur 13 geeft een beeld van de verspreiding van
landelijk gebied is op zich een belangrijke pijler onder de
varkensbedrijven en pluimveehouderijen van kleiner dan
toekomstige ontwikkeling van de regio Achterhoek, mede
100 SBE zonder opvolger. Hieruit blijkt dat met name in
gezien het relatief grote belang van de toeristisch-recrea-
de Gemeenten Oost-Gelre en Berkelland veel van dit soort
tieve sector. Anderzijds raken de beperkingen in de rood
bedrijven voorkomen.
voor rood regeling en de omgang met VAB’s ook aan een
De lange termijn economiche effecten als gevolg van
sociaal-maatschappelijk vraagstuk. Voor veel agrarische
waardedaling van het vastgoed zijn nog niet in beeld maar
ondernemers bood deze regeling een belangrijke moge-
kunnen grote impact hebben op de sociaal-economische
lijkheid/voorwaarde om hun grond te verwaarden. In ruil
situatie op het platteland.
voor de sloop van bedrijfsgebouwen kregen bedrijfs
Figuur 13 Overzicht van locaties met kans op vrijkomende agrarische gebouwen (varkensbedrijven en pluimveehouderijen van kleiner dan 100 SBE zonder opvolger)
30 | Alterra Wageningen UR
Economisch
De Europese Commissie (EC) wil het GLB na 2014 drastisch hervormen. Een voorstel voor een nieuw model van
Gemeenschappelijk Landbouw Beleid (GLB)
betalingen ligt op dit moment ter discussie in Brussel.
In de regio Achterhoek ontvangt 95% van de, in totaal
Eind dit jaar vindt de besluitvorming er over plaats.
bijna 12004, agrarische bedrijven directe inkomens
Een paar van de belangrijkste veranderingen die worden
ondersteuning (pijler 1) vanuit het Europese
voorgesteld zijn: 1 het gelijktrekken van de hectare
Gemeenschappelijk Landbouw Beleid (GLB). In totaal gaat
betalingen over lidstaten, regio’s en bedrijven en
het om bijna 13 mln €, wat neer komt op € 11.000 per
2 de vergroening van de directe betalingen.
bedrijf en 486€ per hectare. Daarmee ontvangt de Achterhoek een bovengemiddeld bedrag aan Europese inkomensondersteuning in vergelijking met het Nederlandse gemiddelde. Dit is ook te zien op de kaart (figuur 14) waarop de huidige regionale verdeling van directe inkomensondersteuning te zien is. De fel rode gebieden ontvangen gemiddeld het meest (meer dan 576€/ha) en de donker blauwe gebieden ontvangen gemiddeld het minst (minder dan 338€/ha). Op de kaart vertegenwoordigt elke kleur een vijfde van het budget. Op de kaart is te zien dat de Achterhoek, met uitzondering van de omgeving Winterswijk, rood gekleurd is en dus bovengemiddeld ontvangt meer inkomensondersteuning per hectare ontvangt. Per sector verschilt het percentage van de inkomens ondersteuning op het totaal bedrijfsinkomen, maar gemiddeld komt het neer op ongeveer 35-45% van het bedrijfsinkomen. Naast de directe inkomensondersteuning co-financiert het GLB ook het agrarisch natuurbeheer en ander plattelands ontwikkelingsmaatregelen (pijler 2). Hierbij gaat het om ongeveer een tiende van het budget van de directe inkomensondersteuning.
4
Volgens het GIAB2010 zijn er ca. 4300 agrarische bedrijven. In het KvK register zijn er zo’n 2900 agrarische bedrijven in de Achterhoek geregistreerd. Deze 1200 bedrijven zijn vermoedelijk van een bepaalde minimum grootte.
Figuur 14 Regionale verdeling inkomenssteun GLB
Het kansrijke platteland van de Achterhoek | 31
De directe inkomenssteun aan agrariërs is zeer ongelijk
ondersteuning van de omgeving, milieu en klimaat. De EC
verdeeld tussen lidstaten, regio’s en bedrijven. Met de
stelt de volgende maatregelen voor:
hervorming van het GLB wil de EC de betalingen gelijk
1 Behoud van permanent grasland,
matiger verdelen. De consequentie voor Nederland is dat
2 Gewasdiversificatie
het nationale deel van de GLB-betalingen (de zgn. natio-
3 Aanleggen van een bepaalt percentage (er was aanvan-
nale enveloppe) wordt gekort met zo’n 8%.
kelijk sprake van 7%, maar in recente discussies is 3% genoemd) ecologische aandachtsgebieden op akkerland
Daarnaast mag het zogenaamde ‘historisch model’ van
(EFA-maatregel).
uitbetaling vanaf 2014 niet meer gehanteerd worden van de EC. In Nederland is de hoogte van de inkomenssteun gebaseerd op vroegere productie omvang. Hierdoor ontvangen boeren die in het verleden een hoge productie hadden nu nog steeds relatief veel aan directe betalingen. Maar wanneer het nieuwe betalingsstelsel wordt ingevoerd zal elke boer een gelijk bedrag voor elke hectare landbouwgrond ontvangen. Geschat wordt dat de basisbetaling neer komt op ongeveer € 275/ha. De nationale korting en het gelijktrekken van de hectare betalingen heeft uiteraard financiële consequenties. Er vindt een flinke budgetverschuiving in Nederland plaats, zie figuur 15. Deze kaart laat de effecten zien per gebied, waarbij de donkerrode gebieden gemiddeld meer dan € 200/ha minder krijgen in het GLB na 2014, de donkergroene gebieden meer dan € 200/ha. De overige kleuren representeren de bedragen tussen deze extremen. Voor de regio Achterhoek betekent de invoering van een gelijke hectarebetaling gemiddeld een vermindering van de directe inkomensondersteuning. Hoeveel dit precies bedraagt verschilt per sector en varieert van ongeveer 50 tot 200 € per hectare, wat neer komt op zo’n 200-5000 €/bedrijf. Voor de omgeving Winterswijk zullen de financiële gevolgen minder negatief uitpakken omdat de hectare betalingen daar al relatief lager zijn. Naast de invoering van de gelijke hectare betaling is de vergroening ook een belangrijke verandering in het model van de uitbetaling van directe inkomensondersteuning. Om in aanmerking te komen voor uitbetaling moet de boer in de toekomst verplicht maatregelen nemen ter
32 | Alterra Wageningen UR
Figuur 15 Budgetverschuiving t.g.v nieuw GLB
Wanneer een boer zich aan deze maatregelen houdt
Schaalvergroting en verbreding
ontvangt hij additioneel aan de basisbetaling nog een
Agricola et al. (2010) hebben voor heel Nederland onder-
vergroeningsbetaling. Geschat wordt dat deze betaling
zoek gedaan naar de grootte van bedrijven in Nederland.
neerkomt op 135€/ha. Samen met de basisbetaling komt
Voor de Achterhoek kunnen we de conclusie trekken dat
de hectare steun dan op € 410/ha.
vergeleken met andere delen van Nederland, met name Groningen, beperkt schaalvergroting optreedt (zie
Met name de verplichte eis van het aanleggen van ecolo-
figuur 16). De gemiddelde bedrijfsomvang in Nederland is
gische aandachtsgebieden op 7% van het akkerland
90 NGE (dd. 2010). De Achterhoek ligt onder dit niveau.
(inclusief tijdelijk grasland) zal naar verwachting een grote impact hebben. Voor heel Nederland betekent dat er meer dan 70.000 ha akkerland ingericht wordt voor ecologische doeleinden, zoals biodiversiteit, waterkwaliteit of klimaat. Het zal dan gaan om akkerranden, bufferstroken, landschapselementen etc. Wanneer 7% van het akkerland niet bebouwd wordt betekent dat opbrengstderving, berekeningen tonen wel aan dat de geschatte vergroeningspremie de opbrengstderving in de meeste gevallen compenseert (Doorn et al., 2012). Naar verwachting mogen bestaande landschapselementen, zoals houtwallen en heggen mee gerekend worden tot deze 7% EFA. In dat geval zullen agrarische bedrijven in kleinschalige landschappen, zoals dat in delen van de Achterhoek, minder van de maatregel merken, aangezien zij de reeds bestaande landschapselementen mogen opvoeren als EFA. In gebieden waar de kleinschalige landschapsstructuur is verdwenen, vormt de EFA-maatregel juist een kans om weer te investeren in landschapselementen. Deel van het voorstel is ook om netwerkvorming tussen de EFA’s te stimuleren door het verplichte percentage te stellen op 5% wanneer de aanleg van ecologische focusgebieden regionaal wordt afgestemd. De overige vergroeningsmaatregelen, het behoud van permanent grasland en de diversificatie van gewassen (minstens 3 verschillende gewassen op het bedrijfsopper-
Figuur 16 Schaalvergroting per sector: de grootte van de cirkels in
vlak) zullen minder impact hebben, zowel op de bedrijfs-
de figuur wordt bepaald door het % bedrijven >100 NGE per
voering als op natuur en milieu. Dit komt omdat deze maatregelen al de praktijk zijn op de meeste boeren bedrijven en niet veel zullen veranderen aan het beheer.
landschapstype: In het zeekleigebied zuidwest kleinschalig is 15% van de bedrijven >100 NGE, terwijl dit voor Zeeklei noord jong 49% is (Bron: Agricola et al., 2010)
Het kansrijke platteland van de Achterhoek | 33
Tabel 7 Overzicht omvang agrarische bedrijfstypen in de Achterhoek* Bedrijfstype
Grootte (SO) x 1000 euro
Grootte (SO) in %
<3
3 tot 70
70-150
150-300
>300
totaal
324
468
38
21
24
875
20
Tuinbouw
1
16
15
8
2
42
1,0
Boomkwekerij
15
12
10
16
53
1
Fruit en wijn
2
10
4
2
18
0,5
Melkvee
50
193
623
287
1153
27
Akkerbouw
Overig rundvee Paard-en pony Varkens
41
623
49
11
12
736
17
105
247
1
2
1
356
8
1
46
89
110
211
457
11
2
7
4
14
48
75
2
Schapen en geiten
85
163
4
7
3
262
6
Overige graasdieren
15
119
1
1
1
137
3
3
19
11
35
66
134
3
579
1783
421
844
671
4298
100
13
41
10
20
16
100
Pluimvee
Overige veeteeltcombi Totaal %
Gem. grootte (SO) Nederland
82
104
106
* Deze cijfers kunnen niet direct voor de volwaardigheid van de bedrijven worden gebruikt, o.a. omdat de ingestoken arbeidstijd niet meegeteld wordt in de SO.
Het percentage bedrijven dat groter is dan 100 NGE5
Hierbij is de grootte aangeduid in Standaard Opbrengst6.
is klein.
Ter vergelijking is voor de grootste takken in de laatste
Op basis van de GIAB-cijfers van 2010 is het volgende
kolom het Nederlands gemiddelde weergegeven.
overzicht gemaakt van de grootte van verschillende agrarische bedrijfstypen in de Achterhoek (tabel 7).
5
De Nederlandse Grootte Eenheid (NGE0 is een reële economische maatstaf die
6
Standaardopbrengst (SO): De SO-norm is een gestandaardiseerde opbrengst
gebaseerd is op het brutostandaardsaldo (bss, opbrengsten minus bepaalde
per ha of per dier die met het gewas of de diercategorie gemiddeld op
specifieke kosten). Het is een maat waarmee de economische omvang van
jaarbasis wordt behaald. Bedrijfstoeslagen en subsidies zijn niet in de
agrarische activiteiten wordt weergegeven. De NGE per technische productie
opbrengst opgenomen. Ook voor biologische productiemethoden zijn geen
eenheid (ha., dier) wordt berekend door de bss van de productie eenheden te
aparte normen opgesteld. De SO wordt uitgedrukt in euro. Voor elke
delen door een bepaalde deelfactor, die per jaar kan verschillen. De NGE wordt
productie-eenheid die (duurzaam) bij de Landbouwtelling wordt gevraagd,
zowel gebruikt om de absolute bedrijfsomvang van agrarische bedrijven of
is een norm per eenheid bepaald. De totale bedrijfsomvang van een bedrijf
sectoren weer te geven (uitgedrukt in NGE). Het Landbouw Economisch
wordt berekend als sommatie van de totale SO van alle gewassen en dieren.
Instituut (LEI) stelt om de paar jaar het aantal NGE per dier, are, hectare etc.
De opbrengst van de jonge dieren (kalveren, biggen, lammeren, geitjes) is
vast. Het LEI geeft via zijn website (www.lei.wur.nl) nadere informatie over de
bij de moederdieren meegenomen. Ook gewassen die op het eigen bedrijf
methode van berekening van Bruto Standaard Saldi en NGE.
worden gebruikt, zoals grasland en snijmaïs, worden in de SO meegenomen.
34 | Alterra Wageningen UR
Uit dit overzicht blijkt dat van het totaal aantal agrarische
schalig) relatief gering. Dit is goed te zien in de landelijke
bedrijven ongeveer de helft klein (tot 70 SO) is. Opvallend
kaart (figuur 17).
is dat vooral in de akkerbouw veel kleine bedrijfjes zitten. Bij de melkveebedrijven is een relatief groot deel groot.
Volgens cijfers van GIAB doet circa 10% van het totale aantal agrarische bedrijven in de Achterhoek aan ver
In tegenstelling tot het beeld wat (misschien) vaak
breding (zie tabel 8). Slechts een klein deel is biologisch
bestaat is het aandeel van agrarische bedrijven met
en van de biologische bedrijven doet de helft aan verbre-
verbreding of verdieping in de Achterhoek (zand, klein-
ding (GIAB, 2010). Zoals op de kaart (figuur 8) is te zien liggen de bedrijven met verbreding verspreid over alle 8 gemeenten van de Achterhoek.
Tabel 8 Aantal landbouwbedrijven Achterhoek verdeeld in regulier, biologisch, met verbreding en biologisch met verbreding (volgens GIAB 2010) Reguliere agrarische bedrijven Regulier met verbreding Biologisch
244 36
Biologisch met verbreding Totaal
4080
18 4378
Figuur 17 Aandeel van agrarische bedrijven met verbredingof verdieping in verschillende regio’serschillende regio’s* * De grootte van de cirkels in de figuur wordt bepaald door het % verbrede/ verdiepte bedrijven; Heuvelland heeft met 42% van de bedrijven het hoogste aandeel verbreding, Veenkoloniën, Zand zuid open en Zand oost open hebben met 9% weinig verbrede bedrijven (uit: Agricola et al., 2010).
Het kansrijke platteland van de Achterhoek | 35
van het landschap. Dit zou goed passen bij de ingezette
Tabel 9 Verbredingsactiviteiten in de Achterhoek (Bron GIAB 2010) Verbredings activiteit
Aantal bedrijven*
Aantal bedrijven die minimaal 30% van het inkomen er mee halen
Recreatie
205
95
Verkoop aan huis
121
46
Stalling (goederen, dieren)
116
42
Loonwerk
121
52
Zorg
49
23
Verbreding productie
45
24
Boerderij-educatie
31
13
Kinderopvang
13
4
701 (18%)
299 (7%)
Totaal
trend van regionale productie van streekeigen producten. Werkgelegenheid Door schaalvergroting en stoppende bedrijven is de werkgelegenheid in de landbouw de laatste decennia fors afgenomen. In 20 jaar tijd is het aantal fulltime banen gedaald van ca. 12000 tot 9000 (Platform Achterhoek 1995, Kamer van Koophandel 2012).
4.2 Landgoederen Ruimtelijk
* In totaal 4378 bedrijven.
De laatste decennia zijn vele nieuwe landgoederen gesticht (provincie Gelderland, 2005). Door de stagnatie Tabel 9 geeft meer inzicht in het type verbredingsactiviteit
in de economie en huizenprijzen is er momenteel weinig
van agrarische bedrijven in de Achterhoek. Daarnaast laat
animo voor nieuwbouw op landgoederen.
de tabel ook zien hoeveel bedrijven minimaal 30% van het inkomen uit verbreding halen. De tabel maakt duidelijk
Economisch
dat de voornaamste activiteiten liggen in de recreatieve sfeer, verkoop aan huis, loonwerk en stalling. Niet in de
Ondanks dat de landgoederen een belangrijke rol hebben
tabel opgenomen, maar 9% van de agrarische bedrijven
gespeeld in de vorming van het Achterhoekse landschap
(circa 370 bedrijven) heeft als nevenactiviteit agrarisch
is er vrijwel niet over hun exploitatie gepubliceerd
natuurbeheer. Sommige bedrijven hebben meerdere
(Van Cruyningen 2005).
nevenactiviteiten.
Er zijn 268 landgoederen opengestelde NSW-landgoederen in de Achterhoek (van de 677 in Gelderland). Deze
Nieuwe productiemethoden en gewassen
variëren van enkele tot honderden hectares.
Een belangrijke vraag is of er in het kleinschalig landschap
Landgoederen bestonden vroeger, naast inkomsten van
van de Achterhoek wel grootschalig geboerd kan worden.
subsidie en hout en jacht van de bossen, veelal van
Uit een pilot ‘grootschalige landbouw in een kleinschalig
inkomsten van verpachting van land en boerderijen.
landschap’ (Rienks et al., 2008) is gebleken dat met een
Omdat daarmee de hoge kosten van instandhouding van
herschikking van de landschapselementen wel een
de landhuizen, kastelen e.d. al lang niet meer bekostigd
compromis te vinden is tussen rationeel boeren en het
kan worden zijn landgoederen al langer op zoek naar
kleinschalige landschap, maar dit zal het karakter van het
nieuwe economische dragers. Omdat de subsidieregelin-
landschap toch aanzienlijk veranderen.
gen voor het beheer van natuur en landschap onder druk
Wellicht is het beter andere productiemethoden of gewas-
staan is deze zoektocht de laatste tijd geïntensiveerd.
sen te ontwikkelen die beter passen bij de kleinschaligheid
36 | Alterra Wageningen UR
De laatste jaren zijn mooie voorbeelden van het ver
Twee gebieden in de Achterhoek hebben de status
markten van allerlei diensten ontwikkeld, zoals recreatie-
Nationaal Landschap verkregen: de Graafschap en
mogelijkheden, streekproducten, kunstlocaties, kantoor-
Winterswijk. Omdat het Rijk zich niet meer verantwoorde-
en vergadergebouwen, zorgboerderijen, golfbanen, fairs
lijk stelt voor de Nationale Landschappen, heeft Provincie
enz. (Kamerbeek 2011).
Gelderland zich voorgenomen voor deze gebieden de subsidieregeling GroenBlauwe Diensten (GBD) mogelijk
Nieuwe economische dragers, zoals golfbanen en
te maken.
zorgboerderijen leveren nieuwe werkgelegenheid op. Het is niet exact bekend om hoeveel dit voor de Achterhoek gaat.
4.3
Natuur- en landschaps beschermingsorganisaties
Ruimtelijk In de periode 1900-1960 zijn landschap en natuur in de Achterhoek ten gevolge van de ontginning, ontwatering en uitbreiding van de infrastructuur enorm veranderd. De grote vlakten heide, hoogveen en bos, die er in 1900 waren, zijn vrijwel geheel verdwenen en omgezet naar hoofdzakelijk landbouwgrond. In de tweede helft van de 20e eeuw is als gevolg van de toename van de bevolking, industrie, schaalvergroting in de landbouw transport/vervoer en van recreatie nog weer veel veranderd in het grondgebruik. Dit heeft zijn weerslag in het landschap: uitbreiding van dorpen en steden, industrieterreinen, verdwijnen van natuurlijke landschapselementen, toename aantal en dichtheid aan wegen. De oppervlakte bebouwd gebied en wegen zijn inmiddels gegroeid tot 10% van de oppervlakte. De ontwikkelingen zijn goed te zien in figuur 18 waarin voor een gebied bij Ruurlo het grondgebruik is weergegeven in 1900, 1960 en 2010. Figuur 18 Ontwikkeling grondgebruik vanaf 1900 in een gebied bij Ruurlo
Het kansrijke platteland van de Achterhoek | 37
Elf procent van de totale oppervlakte bestaat uit natuur;
De herijking heeft o.a. tot gevolg dat sommige natuur
dit is grotendeels bos. In de Achterhoek liggen 6 Natura
gebieden, zoals Montferland relatief geïsoleerd blijven
2000 gebieden.
liggen (Van der Grift et al., 2012).
In april van 2012 heeft GS van de provincie Gelderland
Wat het agrarisch natuurbeheer betreft, speelt momenteel
besloten om door te gaan met de herijkte EHS. Voor de
de decentralisering van het natuurbeleid.
Achterhoek is besloten om op een aantal plekken geen
Eind september 2011 is een onderhandelingsakkoord
natuurontwikkeling meer te doen (zie figuur 19). Dit leidt
tussen het rijk en het IPO over de decentralisatie van het
tot een afname van claims op de ruimte (zie ook hoofd-
natuurbeleid gesloten, waarin de verantwoordelijkheid
stuk 2).
voor het natuurbeleid en het landelijk gebied grotendeels
Figuur 19 Herijking EHS Gelderland (Bron: provincie Gelderland)
38 | Alterra Wageningen UR
is overgedragen van het rijk naar de provincies. Tevens
toeslagen met de maatregel ecologische focusg bieden is
zijn er afspraken gemaakt over hoe de ecologische
vooral van belang om dit voornemen te realiseren.
hoofdstructuur wordt gerealiseerd en welke rijkstaken voor natuur en landschap vervallen. De bestuurlijke
Voor de Achterhoek betekent dit dat al het agrarisch
omgeving van het onderhandelingsakkoord – en de
natuurbeheer buiten de EHS in de toekomst geregeld
verduidelijking op het akkoord – is momenteel nog volop
wordt via de vergroeningsmaatregelen van de directe
in beweging. Het is nog niet duidelijk of het gesloten
inkomensondersteuning van het GLB. Een belangrijke
akkoord in zijn huidige vorm uitgevoerd gaat worden
tekortkoming is dat de vergroeningsmaatregelen hooguit
of dat er nog (grotere of kleinere) wijzigingen in aan
zorgen voor het creëren van fysieke ruimte (nl. 7% van de
gebracht worden.
akkers) voor natuur en biodiversiteit, maar dat doelgericht beheer daarmee nog niet gewaarborgd is. Tevens is
Over het agrarisch natuurbeheer buiten de Ecologische
vlakdekkend beheer, noodzakelijk voor het in stand
Hoofdstructuur wordt het volgende gemeld: het rijk voert
houden van populaties weidevogels, niet te sturen via de
het agrarisch natuurbeheer buiten de EHS in beginsel uit
vergroeningsmaatregelen. Het voornemen om het agra-
als onderdeel van de hectaretoeslagen uit het Gemeen
risch natuurbeheer via de 1e pijler vergroeningsmaat
schappelijk Landbouwbeleid. Een systematiek daarvoor
regelen te regelen is dan ook niet voldoende om doelen
wordt nader uitgewerkt. De vergroening van de hectare-
op het gebied van biodiversiteit te halen.
Het kansrijke platteland van de Achterhoek | 39
Tenslotte zijn aan diverse watergangen, waaronder de
waterkwaliteit hebben. Alle 35 waterlichamen voldoen aan
KaderRichtlijnWater-waterlichamen, ecologische functies
de gewenste chemische toestand (GCT). Dit betekent dat
toegekend, vanuit landelijke en provinciale beleidskaders
zij voldoen aan de kwaliteitseisen voor prioritaire stoffen.
(figuur 20). Er zijn drie typen ecologische functies, nl.:
Deze doelstelling voor 2015 (en uiterlijk 2027) is al
• ecologische verbindingszone (EVZ);
gerealiseerd. De problemen met bestrijdingsmiddelen in
• hoogste ecologische niveau (HEN);
het beheergebied zijn beperkt van omvang.
• specifieke ecologische doelstelling (SED).
Ook de vispasseerbaarheid van alle waterlichamen is in
Omdat water mede van belang is voor de recreatie is het
gebied zijn in 2030 omgevormd tot brede landschappelijk
vermeldenswaard dat de meeste waterlichamen een goede
zones met belangrijke ecologische en recreatieve waarden.
2030 op orde. De 5 grootste waterlichamen in het beheer-
Figuur 20 Ecologische functies waterlichamen (Bron: Alterra)
40 | Alterra Wageningen UR
Economisch Natuur- en landschapsbeschermingsorganisaties maken een moeilijke tijd door omdat de vorige regering subsidies voor natuur en landschap sterk heeft verminderd. Dit geldt voor zowel Staatsbosbeheer, als Natuurmonu menten, het Gelders Landschap en Landschapsbeheer Gelderland. Vanwege de financieel verslechterde toestand zoeken natuur- en landschapsbeheerorganisaties naar samen werking met andere partijen, ook uit het bedrijfsleven. Door de verslechterde financiële toestand is de werk
Figuur 21 Dagrecreatie
gelegenheid in de natuursector afgenomen. Concrete cijfers ontbreken.
4.4
Recreatie en toerisme
Ruimtelijk Zowel dagrecreatie als verblijfsrecreatie vindt door de gehele Achterhoek plaats; zie figuren 21, 22 en 23. De Achterhoek heeft een uitgebreid fietsroutenetwerk, o.a. in de vorm van een Knooppuntennetwerk (figuur 23). Ook zijn er al veel wandelroutes; hiervoor is ook een
Figuur 22 Verblijfsrecreatie
knooppuntennetwerk in de maak. Daarnaast zijn er nog kanoroutes en ruiterroutes. De zwemwaterkwaliteit in de Achterhoek is over het algemeen goed. In 2010 voldeden alle zwemwateren aan de normen. In de Achterhoek voldeed het zwemwater in de Kolk in Dinxperlo niet aan de normen voor vuil en kleur. In 2009 zijn vanwege teveel bacteriën in het water de zwemplassen ’t Hilgelo in Winterswijk en de Slingeplas in Bredevoort korte tijd gesloten. In de Achterhoek komen steeds meer mogelijkheden om te vissen. In alle recreatiegebieden van het Recreatieschap
Figuur 23 Knoopppunten fietsroutes
Het kansrijke platteland van de Achterhoek | 41
kan in bepaalde zones worden gevist. In de meeste
ontwikkelingen rondom recreatief-toeristische vestigingen
gebieden zijn speciale voorzieningen, zoals vissteigers,
en werkgelegenheid in de krimpgebieden.
aanwezig. Ook zijn er mogelijkheden voor vliegvissen. In de Achterhoekse beken komen ca. 30 soorten vis voor en
Op basis van deze analyse blijkt dat recreatie en toerisme
verschillende soorten eendagsvliegen en kokerjuffers die
niet onbelangrijk is in de Achterhoek. Het aantal toeris-
belangrijk zijn voor de vliegvisserij (zie figuur 24)
tisch-recreatieve vestigingen is gestegen van 1.460 in
Economisch
2007 naar 1.590 in 2011, een toename van bijna 9%. De stijging blijft echter wel achter bij het gemiddelde in Nederland, waar in deze periode een groei van het aantal
Werkgelegenheid en inkomsten
vestigingen is gestegen met ruim 15%.
In het project Positionering EL&I op Krimp (Breman et al, 2011) is middels een Quick Scan verder ingezoomd op de
Figuur 24 Beken in het gebied van het Pootvisfonds van ‘De Berkel’ en in het gebied van H.S.Federatie (‘D.OIJ’); alle opgenomen in de Grote Vergunning van de NVVS (Bron: Vereniging Nederlandse Vliegvissers; www.vnv.nu)
42 | Alterra Wageningen UR
Uit figuur 25 blijkt dat de Achterhoek een gestage groei
Binnen de Achterhoek scoren gemeenten Montferland,
laat zien van het aantal recreatief-toeristische vestigingen.
Winterswijk en Bronckhorst het hoogst wat betreft het
In vergelijking met Nederland weliswaar minder snel,
aandeel van de vrijetijdssector in de totale werkgelegen-
maar tussen 2010 en 2011 is de groei in de Achterhoek
heid (respectievelijk 8,5%, 7,7% en 7,3%).
groter geweest dan in de rest van Nederland. In zijn algemeenheid geldt dat zowel het aantal recreaNiet alleen het aantal bedrijven is van belang, maar vooral
tieve activiteiten als de bestedingen aan recreatie de
ook de werkgelegenheid en de bestedingen. Bestedingen
laatste jaren lijken af te nemen in Nederland, en dit niet
zijn echter niet bekend op het niveau van de krimpregio’s,
alleen als gevolg van de ongunstige conjunctuur. Dit geldt
dus de analyse is beperkt tot de ontwikkeling van de
ook voor het onderdeel buitenrecreatie (inclusief water-
werkgelegenheid. Het aantal banen in de recreatief-toeris-
sport, paardrijden e.d.), waarvoor met name de kwaliteit
tische sector groeit in de Achterhoek van 7.900 in 2007
van de groene ruimte belangrijk is.
naar 8.130 in 2011 (bijna 3%), maar minder snel dan in overig Nederland dat een stijging laat zien in deze periode van 4%. Figuur 26 laat zien dat de ontwikkeling van het aantal recreatief-toeristische banen grillig is. Na een stijging tot 2009, is er in de Achterhoek in 2010 een
20.000
daling te zien om vervolgens in 2011 weer te stijgen tot
18.000
boven het niveau van 2007. In de rest van Nederland is een soortgelijke beweging.
16.000 14.000 12.000
80.000
10.000
70.000
8.000
60.000
6.000
50.000
4.000 40.000
2.000
30.000
0
20.000 10.000 0
2006 Krimp en anticipeer
2008
2010 Overig Nederland
2006
2008
2010
Achterhoek
ZW-Zuid-Holland
Oost-Drenthe
NO-Friesland
Twente
Kop van N-Holland
Groene Hart
Schouwen-Duiveland
West-Brabant
M- en N-Limburg
Figuur 25 Ontwikkeling aantal recreatief-toeristische vestigingen
Figuur 26 Ontwikkeling aantal recreatief-toeristische banen
per gebied (Bron: LISA)
per anticipeergebied (Bron: LISA)
Het kansrijke platteland van de Achterhoek | 43
Uit het trendrapport Vrijetijdssector Achterhoek 2010 is op
Voor de Achterhoek kunnen we stellen dat de toeristisch-
te maken dat 21% van de recreanten/toeristen die naar
recreatieve sector in de Achterhoek de laatste jaren is
de Achterhoek op vakantie gaan die vakantie beschouwen
gegroeid.
als een op natuurgerichte vakantie (Gelders Overijssels Bureau voor Toerisme, 2010). Fontein et al. (2009) geven
Trends
aan dat het landschap een belangrijk motief vormt om
In de recreatieve/toeristische hoek doen zich een aantal
een gebied te bezoeken.
trends voor. In het algemeen is er een trend naar kwalitatief betere verblijfsrecreatiemogelijkheden. Er is de laatste
Op basis van bezoekcijfers van het GOBT blijken de
jaren een kwaliteitsverbetering ingezet: grotere plaatsen
recreatiegebieden en attracties in de Achterhoek circa
en met meer voorzieningen. Hierbij is toenemende
1 miljoen bezoekers te trekken. Dit is redelijk stabiel in
aandacht voor duurzaamheid. Een en ander vraagt wel om
de tijd (zie tabel 10). Het recreatiegebied Het Stroombroek
meer ruimte.
in Braamt trekt de meeste bezoekers, wellicht omdat het gebied grenst aan een bungalowpark van Landal
In de recreatie en toerisme sector zijn verschillende
Greenparks. De Zwarte cross trekt als evenement de
organisaties actief, zoals Recreatieschap Achterhoek-
meeste bezoekers.
Liemers, de Stichting Plattelandstoerisme Achterhoek, het platform Vrijetijds Ondernemers Achterhoek (VOA)
Tabel 10 Aantal bezoekers recreatiegebieden en attracties in de jaren 2005-2009 (Bron: GOBT) Naam
Plaats
Zwarte Cross
Lichtenvoorde
Bloemencorso
Lichtenvoorde
Recreatiegebied ‘t Hilgelo
Winterswijk
Achterhoek Spektakel Toer
Achterhoek
Theaterfestival Buitengewoon Slag om Grolle Recreatiegebied Hambroekplas
Borculo
40.000
60.000
25.000
30.000
35.000
Recreatiegebied Stroombroek
Braamt
255.000
355.000
140.000
185.000
210.000
Land van Jan Klaassen
Braamt
92.888
87.000
86.000
Slingeplas
Bredevoort
125.000
175.000
80.000
80.000
95.000
Internationale Boekenmarkt
Bredevoort
70.000
65.000
60.000
60.000
60.000
Recreatiegebied Nevelhorst
Didam
40.000
60.000
25.000
30.000
35.000
Nationale Jammarkt
Neede
50.000
35.000
30.000
40.000
30.000
Huis Bergh
‘s-Heerenberg
30.000
30.000
30.000
30.000
27.000
Achterhoekse Paardendagen
Zelhem
Totaal
44 | Alterra Wageningen UR
2005
2006
2007
2008
2009
60.000
80.000
93.000
100.000
132.000
40.000
40.000
40.000
40.000
40.000
135.000
175.000
80.000
110.000
125.000
20.000
50.000
75.000
110.000
Doetichem
17.500
17.500
Groenlo
30.000
85.000
55.000
55.000
55.000
50.000
985.000
1.150.000
800.888
964.500
1.002.500
en de nieuw opgerichte Stichting Achterhoek Toerisme.
Tabel 11 Aantal vestigingen en banen in de recreatiesector van
Het recreatieschap Achterhoek-Liemers is een samen
2007-2011 (Bron: LISA 2011)
werkingsverband van 13 gemeenten van de Achterhoek en Liemers en houdt zich bezig met de ontwikkeling en het beheer en onderhoud van de dagrecreatiegebieden De Bijland, De Nevelhorst, Horsterpark, Stroombroek, ‘t Hilgelo, Slingeplas en Hambroekplas, de ontwikkeling
Jaar
Bovenkant formulier Cultuur,recreatie en amusement
en beheer van 230 km recreatieve fietspaden en recreatieve routes (voor wandelen, fietsen, skeeleren, paard rijden en kanoën). Verder ontwikkelt het recreatieschap beleid, adviseert het Rijk, de Provincie Gelderland en de deelnemers over onderwerpen op het terrein van de recreatie en het toerisme in het de Achterhoek en Liemers en bevordert het recreatie en toerisme i.s.m. de regionale bureaus voor toerisme en de VVV’s. De Stichting Plattelandstoerisme Achterhoek is een netwerkorganisatie van en voor toeristisch/recreatieve ondernemers in de Achterhoek die de beleving van het platteland een belangrijke plaats in hun bedrijfsvoering geven. Ongeveer 50 bedrijven nemen hierin deel. De recreatieondernemers zijn verenigd in de Vereniging van Recreatieondernemers Achterhoek (VOA). De VOA en de gemeenten in de Achterhoek zijn bezig om een organisatievorm te zoeken waarin de toeristische activiteiten van overheden en bedrijfsleven gebundeld worden. De recentelijk nieuw opgerichte Stichting Achterhoek Toerisme (als opvolger van het eerdere ABT en VVV’s Achterhoek) wil werken aan de promotie en marketing van de Achterhoek, o.a. met projecten als ‘Wild eten in de Achterhoek’ en ‘Kamperen in de Achterhoek’. De nieuwe organisatie wil de vrijetijdssector in de Achterhoek een boost geven.
Detailhandel groothandel Horeca Logiesverstrekking Overig Sport
Er zijn momenteel allerlei ontwikkelingen gaande om meer te gaan samenwerken. Werkgelegenheid Uit de cijfers van LISA 2007 t/m 2011 blijkt dat in deze periode het aantal vestigingen en het aantal banen in de
Vervoer
Aantal banen
Aantal vestigingen
2007
620
210
2008
640
230
2009
690
250
2010
730
270
2011
740
300
2007
440
170
2008
450
160
2009
470
160
2010
460
150
2011
480
150
2007
5.810
720
2008
5.990
720
2009
5.940
710
2010
5.900
710
2011
5.860
700
2007
1.880
260
2008
1.830
260
2009
1.910
270
2010
1.760
270
2011
1.810
280
2007
190
90
2008
220
100
2009
220
110
2010
310
130
2011
310
140
2007
580
290
2008
640
300
2009
690
320
2010
750
340 360
2011
800
2007
520
160
2008
560
160 160
2009
600
2010
520
160
2011
520
170
sectoren cultuur/recreatie/amusement en sport zijn
Het kansrijke platteland van de Achterhoek | 45
gegroeid; in de horeca en logiesverstrekking zat geen groei (zie tabel 11).
4.6 Overheden Ruimtelijk
4.5 Particulieren
Overheden als Rijk, Provincie en Gemeente hebben via
Ruimtelijk
gebied gebeurt en mag en niet mag. Via Ruimtelijke
hun beleidsplannen grote invloed op wat er in het landelijk Ordeningsplannen, Streekplannen en Gemeentelijke
Landschapselementen
bestemmingsplannen zijn tot nu toe veel zaken geregeld
De in het landelijk gebied wonende particulieren hebben
op het gebied van infrastructuur, natuur, landbouw,
gezamenlijk een heel netwerk aan met name groene
woningbouw, industrie etc. Aannemelijk is dat infrastruc-
elementen, die een fikse bijdrage vormen aan het
tuur en water wel grotendeels door overheden (inclusief
landschapsbeeld.
Waterschap) beheerd en bestuurd zullen worden. Er is wel
De laatste tijd is, met ondersteuning van Provincie,
een tendens dat alle Overheden steeds meer aan de
Landschapsbeheer Gelderland en Gemeenten behoorlijk
gemeenschap wil overlaten.
gewerkt aan onderhoud en aanleg van erfbeplantingen etc. Met name bij de buitenlui is de laatste jaren heel wat
Economisch
nieuwe natuur ontwikkeld. In de Achterhoek wordt in het algemeen (op moderne of
Gemeenten krijgen taken toegeschoven van de provincie
traditionele wijze) op het platteland ‘naoberschap’ nog in
en deze van het Rijk. Vaak gaat dit zonder het benodigde
ere gehouden (Abbas en Commandeur 2013). Deze
budget erbij, zodat er minder geld is voor andere zaken.
traditie om elkaar te helpen in moeilijkere tijden heeft
Dit betekent dat gemeenten steeds meer de bal zullen
de laatste jaren mooie producten opgeleverd, zoals
toespelen naar de samenleving, de burgers.
zelfgebouwde buurtschapshuizen, ouderenhulp e.d. Ook op het gebied van landschapsonderhoud zijn mooie
De bezuinigingen hebben nu reeds duidelijke effecten op
projecten opgezet om met de gezamenlijke bevolking het
de inzet voor het landelijk gebied. Een voorbeeld is dat
oude cultuurlandschap te herstellen en te onderhouden.
een van de gemeenten het budget voor landschap en
Voorbeelden hiervan zijn o.a. de Heidenhoek bij Zelhem
natuur geheel van de begroting heeft geschrapt.
en de Meuhoek bij Halle (Oosterbaan en Kaminski 2013).
Dit heeft niet alleen negatieve gevolgen voor de inzet voor
Economisch Particulieren genereren indirect ook inkomsten met hun bezittingen bijvoorbeeld in de vorm van OZ-belasting van de gemeenten.
46 | Alterra Wageningen UR
landschap en natuur maar ook voor de werkgelegenheid.
Het kansrijke platteland van de Achterhoek | 47
Discussie
5
Bedreigingen en kansen
teel verder weinig ruimteclaims zijn, is hier in feite veel
De ontwikkelingen die hiervoor zijn beschreven hebben
ruimte voor. De vraag is alleen in welke richting de
grote gevolgen voor het landelijk gebied van de
innovatie op zou moeten gaan. Nieuwe takken, nieuwe
Achterhoek. Enerzijds liggen er voor de belangrijkste
productiemethoden, nieuwe gewassen?
gebruikerspartijen een aantal bedreigingen op de loer,
Opvallend is dat het aandeel bedrijven met verbredings
anderzijds bieden deze ook aanknopingspunten voor
activiteiten nog niet erg hoog is. Dit kan verschillende
kansen voor de toekomst.
oorzaken hebben. Misschien voelt de agrarische sector niet voldoende urgentie, misschien is er geen belangstel-
De toekomst van de agrarische sector zal bepalend zijn
ling voor verbreding of misschien is er onvoldoende markt
voor het toekomstige ruimtegebruik van de Achterhoek.
voor te vinden. Verbreding lijkt wel kansen te bieden.
Het is aannemelijk dat de agrarische sector een aantal
Zeker gezien de potentie van recreatie en toerisme en de
forse veranderingen zal ondergaan. Deze sector heeft
behoefte aan voorzieningen en functies op het platteland,
te maken met:
o.a. in verband met de groeiende zorgbehoefte voor
• een krimpende omvang
ouderen. In de Achterhoek zijn al veel kleinschalige
• een nieuw GLB met minder directe inkomenssteun
agrarische activiteiten. Positief gevolg van kleinschaligheid
(en misschien meer vergroening)
zou kunnen zijn dat er meer aandacht komt voor regionaal
• veel stoppende bedrijven
voedsel/relatie voedsel en landschap. Hierdoor komt er
• een laag percentage verbreding
meer aandacht voor ambachtelijke voedselproductie en
• veel vrijkomende bedrijfsgebouwen (met name
verwerking, waardoor de relatie tussen eten en voedsel-
varkensstallen) • vaker voorkomende langdurige droge perioden en extremere neerslagpieken.
productie meer aandacht zal krijgen en de Achterhoekse eetcultuur gestimuleerd wordt. Maar ook op het gebied van gewassen en productiemethoden liggen er kansen, bijvoorbeeld als het gaat om
De omvang van de agrarische sector neemt financieel en
biobased economy. Zo zouden nieuwe teelten kunnen
qua aantallen af. Dit zorgt voor afname van werkgelegen-
bijdragen aan biobased grondstoffen zoals afbreekbare
heid. De betekenis van het aankomende GLB kan nog niet
plastics. Hier kunnen nieuwe producten en bedrijven uit
precies worden ingeschat, maar de subsidie-inkomsten
ontstaan. Qua productiemethoden liggen er wellicht ook
zullen verminderen.
kansen met droogtetolerante gewassen die passen in het
Er zullen veel kleinere bedrijven stoppen. Dit geeft
landschap. Hierbij kan ook worden gedacht aan het
enerzijds nog meer ruimte voor uitbreiding van de lopende
werken met waterbassins, die extreme neerslagpieken
bedrijven, anderzijds kunnen de vrijkomende agrarische
kunnen opvangen en water kunnen leveren in perioden
bedrijfsgebouwen een probleem gaan vormen omdat
van langdurige droogte.
afbreken te duur is. De veranderende temperatuur en neerslagpatronen nopen
Veel activiteiten van de toeristisch-recreatieve sector in de
tot het nadenken over ander gewassen en andere
Achterhoek zijn gelieerd aan de ruimtelijke kwaliteiten van
productiemethoden.
de regio. De ruimtelijke kwaliteit is dus van belang. De (verwachtte) schaalvergroting in de agrarische sector
Gezien de ontwikkelingen is er in de Achterhoekse land-
staat hiermee op gespannen voet.
bouw grote behoeft aan vernieuwing. Omdat er momen-
Hoewel de waterkwaliteit in de Achterhoek over het
Het kansrijke platteland van de Achterhoek | 49
algemeen goed is, kan verandering van het klimaat ook
ook voor natuur. Zeker nu de organisaties voor natuur- en
leiden tot verslechtering van de zwemkwaliteit als gevolg
landschapsbescherming financieel onder druk staan en de
van stankoverlast, botulisme, blauwalg, bacteriegroei of
overheden hun handen steeds meer aftrekken van de
vissterfte, waardoor een aantal recreatieve plassen zal
verantwoordelijkheid voor dit soort collectieve goederen.
verdwijnen. De verwachting is dat hierdoor steeds vaker
Landgoederen en natuur- en landschapsbeschermingsor-
een negatief zwemadvies moet worden afgegeven.
ganisaties zijn meer genoodzaakt tot het zoeken van
Anderzijds neemt de behoefte aan verkoeling tijdens de
andere economische dragers.
steeds vaker voorkomende warme zomers toe.
Energie is een momenteel een ruimtevrager voor gebieden in de Achterhoek, o.a. door windmolens, solarparken en
De toeristisch-recreatieve sector is relatief belangrijk voor
energiegewassen. Ook hierdoor zal het landschap sterk
de Achterhoek en laat, ondanks de economische tegen-
veranderen. Daarnaast bestaat de kans dat dure gronden
wind, een lichte groei zien. De recreatieve/toeristische
gebruikt worden voor energieteelt die energetisch een
sector lijkt kansen te bieden voor de Achterhoek.
zeer laag rendement opleveren (teelt van een biomassa-
Achterhoek heeft een goed imago als fiets- en wandel
gewas levert 0,7% rendement, zonnecellen 20-30 keer
gebied. Mogelijk kan dit in de toekomst meer worden
zo veel).
uitgebuit. Hiernaast is ook in deze sector vernieuwing nodig. Sterker/grotere samenwerkingsverbanden kunnen
In het beheer van landschap en natuur is reeds een
wellicht grotere plannen realiseren. Hierbij kan o.a.
intense zoektocht naar nieuwe economische dragers op
worden gedacht aan combinaties van recreatie-activiteiten
gang gekomen (blijkt uit voorbeelden). Samenwerking
met andere sectoren, zoals landbouw (nieuwe gewassen,
met het bedrijfsleven kan wellicht nieuwe productideeën
zoals druiven), cultuurhistorie (cultuurhistorische routes,
opleveren.
landschapsmonumenten e.d.), water (Oude IJssel), de
Particuliere bewoning heeft een grotere invloed op het
maakindustrie, kunst e.d. Hiervoor is het ook nodig om
landschap gekregen. Met name buitenlui beheren een niet
beter inzicht te krijgen in de vraag. Hierop inspelen met
onbelangrijke deel van de natuur (naar schatting ongeveer
nieuwe combinaties zou kunnen leiden tot nieuwe
evenveel als de Natuurbeschermingsorganisaties). Dit
inkomsten.
biedt mogelijkheden voor particulier landschapsbeheer. Inkomsten uit hout uit landschapselementen betekent
De gevolgen van de landschappelijke ontwikkelingen zijn
weer een stuk basis voor landschapsonderhoud. De kunst
o.a. dat een aantal oude Achterhoekse kenmerken bijna
is om hierbij op activiteiten te concentreren die energe-
verdwenen, zoals veen en heidegebieden. Ook meer
tisch gezien het meeste opleveren.
recent hebben veranderingen in het grondgebruik geleid tot verandering van het landschap. Voortgaande schaal-
Tenslotte hebben een aantal demografische ontwikkelin-
vergroting van de landbouw zal leiden tot verdere afbrok-
gen mogelijk gevolgen voor de bovengenoemde sectoren.
keling van het oorspronkelijk kleinschalige coulisseland-
Ten eerste neemt de bevolking af. De beroepsbevolking
schap van de Achterhoek.
krimpt. Dit geeft druk op de arbeidsmarkt, en vraagt
Daarnaast komen er steeds meer ‘rode’ elementen in het
zowel een betere benutting van het huidig potentieel
landschap. Ontbreken van een goede regie, zal er voor
alsook een vergroting van de arbeidsproductiviteit. Dit
zorgen dat het landschap verder in kwaliteit achteruit
maakt het voor bedrijven niet aantrekkelijk om zich in de
loopt. De aanwezige krimp versterkt dit proces. Dit geldt
Achterhoek te vestigen. Verder kunnen zorg en recreatie
50 | Alterra Wageningen UR
elkaar gaan beconcurreren als het gaat om de beschikbare arbeidskrachten. Een afname van de bevolking zet ook het aantal functies en voorzieningen op het platteland onder druk (scholen, zorg, winkels etc.). Dit zou ten koste kunnen gaan van de leefbaarheid op het platteland. Toch is deze ontwikkeling niet helemaal eenduidig. Studies uit o.a. krimpregio Groningen (CAB) laten zien dat het belangrijk is om onderscheid te maken tussen leefbaarheid en vitaliteit. In sommige dorpen, wijken en regio’s is sprake van een vitale gemeenschap die zelf bijdraagt aan het in stand houden van voorzieningen en/of een aantrekkelijke leefomgeving. Deze vitaliteit, in combinatie met zelf-organiserend vermogen van de burgers komt steeds meer centraal te staan in het overheidsbeleid. Ook in de Achterhoek zijn hiervan goede voorbeelden te vinden. In dit rapport is informatie verzameld die als basis kan worden gebruikt voor ideeën voor de toekomstige ontwikkelingen van de Achterhoek. Voor de grote uitdaging die er voor alle partijen ligt om te komen tot transitionele ontwikkelingen willen we de volgende stellingen poneren: 1 Natuur en landschap zijn de dragers van de economie van het landelijk gebied van de Achterhoek. 2 De ontwikkelingen in de landbouw zijn bepalend voor het toekomstige aanzien van het landelijk gebied van de Achterhoek; de huidige ontwikkelingen in de agrarische sector zijn een bedreiging voor de toekomstige kwaliteit van het landelijk gebied in de Achterhoek. 3 Recreatie en toerisme zijn qua inkomsten en werk gelegenheid van groter belang voor de Achterhoek dan de landbouw. 4 Vanwege de recreatieve waarde van het Achterhoeks landschap en vanwege klimaatverandering moet de landbouw op zoek naar nieuwe productiemethoden en nieuwe inkomstenbronnen voor kleinschalige landschappen.
Het kansrijke platteland van de Achterhoek | 51
Conclusies
6
Uit de analyse van de stand van zaken en de ontwikkelin-
hoofden stoppen veel boeren. Dit levert veel leegkomende
gen in het landelijk gebied van de Achterhoek kunnen
agrarische bedrijfsgebouwen (vaak met asbest) op, die
de volgende conclusies worden getrokken.
moeilijk verkoopbaar zijn, waardoor de boer zijn pensioen mist.
Belangrijkste partijen Ruimtelijk gezien is de agrarische sector de belangrijkste
De recreatiesector is tot nu nog steeds gegroeid, ook al is
partij voor het landelijk gebied van de Achterhoek. De
het de laatste jaren heel gering. De Achterhoek is een
melk- en rundveehouderij heeft het grootste deel van
echt wandel- en fietsgebied. Het recreatieve routenetwerk
de oppervlakte cultuurgrond in gebruik. Daarnaast
wordt steeds uitgebreider. De organisaties op het gebied
wordt een grote oppervlakte gebruikt voor de teelt van
van recreatie en toerisme zijn zich aan het reorganiseren
voedergewassen.
en zoeken samenwerking. Er is geen duidelijk inzicht in de vraag naar nieuwe recreatiemogelijkheden.
Economisch gezien (inkomsten en werkgelegenheid) is de recreatiesector te vergelijken met de landbouw.
Er zijn de laatste decennia veel nieuwe landgoederen
De recreatiesector levert meer werkgelegenheid.
gesticht. Door de stagnerende economie zit er nu een rem op de ontwikkeling en verkoop van landhuizen.
Voor landschap en natuur spelen de landgoederen,
Landgoederen zijn de laatste jaren sterker op zoek naar
natuurbeschermingsorganisaties en particulieren een
nieuwe economische dragers, Hiervan liggen mooie
belangrijke rol. Deze leveren relatief weinig inkomsten en
voorbeelden in de Achterhoek, zoals de ‘natuurgolfbaan’
werkgelegenheid, maar zijn wel de dragers van het decor
op landgoed Zelle bij Hengelo.
voor recreatie/toerisme en prettig wonen. Natuur- en landschapbeschermingsorganisaties hebben Belangrijkste ontwikkelingen
financieel het tij tegen en moeten ook andere inkomsten-
De landbouw, die er qua gemiddelde bedrijfsgrootte en
bronnen zien te vinden. Dit is wel van groot belang omdat
inkomen niet sterk voor staat, krijgt het met het nieuwe
het landschap van de Achterhoek een belangrijke basis is
GLB economisch nog moeilijker. Het nieuwe GLB kan, als
voor recreatie-inkomsten en omdat de Achterhoek twee
de vergroeningsregels doorgang vinden, ook kansen
gebieden heeft die verkozen zijn tot Nationaal Landschap
bieden. Schaalvergroting staat in een groot deel van de
en een reeks zeldzame natuurgebieden heeft.
Achterhoek in conflict met de kleinschaligheid van het landschap. Dit geeft noodzaak tot innovatie van productie-
Particulieren bieden mogelijkheden voor landschapsbe-
methoden. Ook klimaatverandering (langere droge
heer. Met name de zogenaamde buitenlui, hebben de
perioden in het groeiseizoen en extremere neerslagpie-
laatste jaren heel wat nieuwe natuur ontwikkeld. Ook op
ken) stemt tot nadenken over andere productiemethoden
het gebied van landschapsbeheer zijn met particulieren
en/of andere gewassen. Er zijn al wat nieuwe gewassen
mooie herstelprojecten opgezet.
geïntroduceerd, zoals druiven. Van de ca. 4000 agrarische bedrijven is echter nog maar een relatief klein deel (17%)
Samengevat zijn er in het landelijk gebied belangrijke
van de bedrijven met verbreding begonnen.
ontwikkelingen gaande die bepalend zullen zijn voor de
In verband met strengere wet- en regelgeving, grote
toekomst van de Achterhoek. Voor alle partijen liggen
investeringsnoodzaak en hoge leeftijd van veel bedrijfs-
er kansen én grote uitdagingen.
Het kansrijke platteland van de Achterhoek | 53
Literatuur Abbas, T. en L. Commandeur 2013. Modern naoberschap; hype of houvast? 144 p. Agricola, H.J.; Veeneklaas, F.R.; Hermans, C.M.L. 2008. Waar gebeurt het? : over hot-spotgebieden, transitiegebieden, luwtegebieden en agrarische gebieden in Nederland. Wageningen : Alterra, (Alterra-rapport 1622) - p. 55. Agricola, H.J.; Hoefs, R.M.A.; Doorn, A.M. van; Smidt, R.A.; Os, J. van 2010. Landschappelijke effecten van ontwikke lingen in de landbouw. Wageningen : Wettelijke Onderzoekstaken Natuur & Milieu, (WOt-werkdocument 215) - p. 118. Alterra 2012. Factsheet watervisie 2030 Watertekort/Droogte. Alterra 2012. Factsheet watervisie 2030 Waterkwaliteit. Beek, J.E. van der, P.A. Belo en E.A.F. Hammink 2008. Economisch Jaarboek Regio Achterhoek. Kamer van Koophandel, Arnhem. 56 p. Beek, J.E. van der, P.A. Belo en E.A.F. Hammink 2011. Economische barometer 2011. Regionale economie in cijfers. Regio Achterhoek-Stadsregio Arnhem Nijmegen-Regio FoodValley - Centraal Gelderland . Kamer van Koophandel Centraal Gelderland, Arnhem. 44 p. Bont, C.J.A.M. de, C. van Bruchem, J.F.M. Helming, H. Leneman & R.A.M. Schrijver, 2007. Schaalvergroting en verbreding in de Nederlandse landbouw in relatie tot natuur en landschap. Wageningen, Wettelijke Onderzoekstaken Natuur & Milieu, WOtrapport 36. 98 blz. Breman, B.C., en A.M. van Doorn, 2011. Ontwikkeling van de landbouw in krimpgebieden. Wageningen: Alterra-rapport 2147. Cruyningen, P.J. van, 2005. Landgoederen en landschap in de Graafschap (Matrijs: Utrecht 2005) ISBN 90-5345-270-2. Fontein R.J, T.A. de Boer, B. Breman, C.M. Goossen, R.J.H.G. Henkens, J. Luttik & S. de Vries, 2009. Relatie recreatie en natuur; Achtergronddocument bij Natuurbalans 2009. Wageningen, Wettelijke Onderzoekstaken Natuur & Milieu, WOtwerkdocument160. Gardenier, J.D., L.T. Schudde en M. Nanninga MSc 2008. Regiorapportage Achterhoek. CAB, Groningen. 19 p. Gelders Overijssels Bureau voor Toerisme 2010. Trendrapport Vrijetijdsector Achterhoek. Cijfers-trends-kansen. GOTB, Deventer 27 p. Gerritsen, A.L., W.J.H. Meulenkamp, H.J. Agricola, E. Westein en J. Stoker 2004. Kansrijk! Een integrale kansenkaart voor het Nationaal beek- en esdorpenlandschap Drentsche Aa. Alterra-rapport 999. Alterra, Wageningen. 135 p.
54 | Alterra Wageningen UR
Goossen, M., Kuhlman, T., Breman, B.C. (2012) Quick Scan Krimp en recreatie. Alterra & LEI Wageningen UR. Huiskamp H. 2010 Demografische ontwikkelingen Achterhoek 2010-2040. Echt Achterhoek. Hoogeveen M. 2007. Agrarische paardenhouderij in Twente en de Achterhoek. Lei-Agrimonitor. 3 p. ING 2012. Regio’s in Economisch Perspectief. Kamerbeek, H. 2011. Waardevol groen. Rapport nr. 12-2-289. Innovatienetwerk, Utrecht. Kamer van Koophandel 2012. Economische barometer 2011, Regionale Economie in cijfers. Kamer van Koophandel 2012. Factsheet Agrarische sector 2012. Kamer van Koophandel 2011. Conjuctuurenquête Nederland (COEN) 2011. Kaminski A. 2002. Op zoek naar paradijsvogels in het buitengebied. Een verkenning naar participatie van buitenlui in behoud en herstel van het cultuurlandschap. Landschapsbeheer Nederland, Utrecht, 46p. Kuhlman, T., Agricola, H., De Blaeij, A. ,De Hoop, J., Michels, R., Smit, B., Vogelzang, T. Landbouw en recreatie in krimpregio’s. LEI-rapport 2012. Linderhof, V. , R.Michels, H.Kortstee (2012) Nulmeting: omvang voedselketens in de Achterhoek. Oosterbaan A. en A. Kaminski 2013. Landschappelijk ondernemen in de Achterhoek. Roodbont, Zutphen. 100 p. Platform Achterhoek 1995. Achterhoek: veelzijdig platteland met onverwachte kansen. Platform Achterhoek, Arnhem 22 september 1995. 45 p. Provincie Gelderland 2005. Nieuwe landgoederen in woord en beeld. Analyse, handreikingen en ontwerpsuggesties. Provincie Gelderland, Arnhem. Rabo-bank 2002. Sociaal-economische verkenning Achterhoek. Rabo-bank, Stafgroep Economisch onderzoek. Rienks, Willem, Wim Meulenkamp, Daniël de Jong, Rik Olde Loohuis, Peter Roelofs, Warmelt Swart & Theo Vogelzang 2008. Grootschalige landbouw in een kleinschalig landschap. Alterra-rapport 1642, Alterra, Wageningen. Smeets, P.J.A.M 2009. Expeditie Agroparken. Ontwerpend onderzoek naar metropolitane landbouw en duurzame ontwikkeling Ph.D thesis Wageningen Universiteit, Wageningen 2009. – With ref. – With summary in English and Dutch, 346 pp.
Het kansrijke platteland van de Achterhoek | 55
Structuurvisie nieuwe stijl Regio Achterhoek 2012. Speerpunten voor het regionale ruimtelijk beleid Achterhoek 2011-2020. Een ruimtelijke visie op een vitaal, modern en authentiek Achterhoek. Vervanging van de Regionale Visie Achterhoek 2004. Opgesteld door de portefeuillehouders Ruimtelijke Ordening van de Achterhoekse gemeenten Winterswijk, Oost-Gelre, Oude-IJsselstreek, Aalten, Berkelland, Bronckhorst, Doetinchem, Montferland, met medewerking/ondersteuning van provincie Gelderland. Versie 20120307. 41 p. Stuiver M., R.J. Fontein en V. Linderhof 2013. De kracht van de Achterhoek; waarde van voedselketens. Alterra-rapport in voorbereiding. Van der Grift, E.A., R. Pouwels, B. de Knegt, G.W.W. Wamelink, M. van Eupen, F.G.W.A. Ottburg, A. Griffioen en R.M.A. Wegman, 2012. Toets herijking EHS Gelderland. Wageningen, Alterra, Alterra-rapport 2332. 72 blz.; 21. fig.; 6 tab.; 29 ref. Visser E., J. van Schoonhoven en J. van Rensch 2005. Regionale sociale verkenning Achterhoek. Spectrum. Centrum Maatschappelijke Ontwikkeling Gelderland. Notitienr. N05 1798 EVI-av. www.oroa.losstadomland.nl
56 | Alterra Wageningen UR