Ja a r v e r s l a g
8
O n v e r wa c h t b o e i e n d platteland De Landelijke Gilden biedt bewoners van het platteland de kans elkaar te ontmoeten, te leren in een groep, cultuur op te snuiven en actie te ondernemen rond het platteland en zijn leefbaarheid. Enkele van de grotere activiteiten waren ‘Dorp in de Kijker’, ‘Open Tuinen’, de Streekzoektocht, de plattelandsacademie, de ‘Dag van de Landbouw’ en ‘Dorp met Toekomst’. Daarnaast was er ook een specifiek aanbod voor tuinliefhebbers, senioren en schapenhouders.
33
1
2345678
Samen beweging maken Stralende dorpsbewoners Jaarlijks slaan heel wat verenigingen de handen in elkaar. Met allerlei activiteiten brengen ze het dorp samen: van sportevenementen over praalstoeten tot culinaire uitspattingen zoals een pensenkermis. Vaak zijn de plaatselijke landelijke gilden de motor achter zulke initiatieven. Om hun inspanningen te belonen, richtten de Landelijke Gilden met de actie ‘Dorp in de Kijker’ al acht keer de spots op enkele Vlaamse pareltjes. Het concept is eenvoudig. Jaarlijks organiseert één landelijke gilde per provincie ‘Dorp in de Kijker’. Met de hulp van andere verenigingen, brengen de plaatselijke gilden alle kleine en verrassende kantjes van hun dorp aan het licht. Steeds verbaast het resultaat de nieuwsgierigen. Zo deden in West-Vleteren maar liefst 5000 kaarsjes de straten en huizen baden in een sfeervolle gloed tijdens de Lichtjeswandeling. Verder lieten alle inwoners zich voor hun woning vastleggen op foto. Het resultaat was een fotoboek van en voor het hele dorp. De samenwerking tussen de verenigingen brengt duidelijk ‘schwung’ in de dorpen. Dat is in de eerste plaats positief voor de dynamiek binnen de gilde of tussen de gilden onderling. Maar ook de rest van de gemeenschap plukt hiervan de vruchten. Het dorp krijgt de kans om een eigen identiteit te ontwikkelen en uit te stralen naar de rest van Vlaanderen.
Er is beweging in het veld Het platteland biedt (stads)mensen de ruimte om te onthaasten. Wandelen en fietsen kan er in een aangenaam kader. Trage wegen bieden hen de kans om het landelijk gebied te (her)ontdekken. De behoefte aan nieuwe wandel- en fietswegen stijgt. Maar de open ruimte is beperkt. Soms zijn recreanten te talrijk, te enthousiast, te nonchalant of te veeleisend. Dat kan de verstandhouding verstoren met de bewoners, natuurbeschermers en landbouwers. De Landelijke Gilden en de Boerenbond aanvaarden het veelzijdig karakter van het platteland. Voorwaarde is echter dat de vele activiteiten verlopen met respect voor de ruimtelijke ontwikkeling van de aanwezige actoren. Boeren en tuinders moeten ongestoord kunnen werken in landbouwgebied. Op heel wat plaatsen nemen overheden initiatieven om het gebruik van trage wegen en in het bijzonder ook van buurtwegen te evalueren en te stimuleren. De Landelijke Gilden en de Boerenbond zijn voorstander van een oefening op dorpsniveau. Daarbij is overleg tussen alle betrokken lokale partijen noodzakelijk om tot een goed resultaat te komen. Wederzijds respect vormt een cruciale factor. De Landelijke Gilden werkte een uitgebreid dossier uit en organiseerde verschillende infovergaderingen voor leden. Op Vlaams niveau gaf overleg met de vzw ‘Trage Wegen’ alvast aanleiding tot de gezamenlijke uitgave van een informatieve folder met tips voor de gebruikers én de beheerders van trage wegen. Zo kunnen tegengestelde verwachtingen in een breder kader geplaatst worden en conflicten vermeden.
34
“De kracht van de Landelijke Gilden ligt bij de vrijwilligers.” L udo Vansant, nationaal o n d ervoorzitter
“De kracht van de Landelijke Gilden ligt bij de vrijwilligers. Dat zijn stuk voor stuk mensen die anderen willen samenbrengen en daarvoor veel inspanningen leveren. Ze zetten zich in voor leuke en vormende activiteiten, maar springen ook in de bres voor kwesties die hen aanbelangen. De lokale gilden laten zich horen als de dorpsschool de deuren moet sluiten, organiseren acties voor veiliger verkeer of denken mee over een problematiek zoals de zuivering van het individuele afvalwater. Rond dat laatste thema hebben we in het afgelopen jaar bijvoorbeeld hard gewerkt om onze leden te sensibiliseren en met de Vereniging voor Steden en Gemeenten een gedeeld standpunt uit te werken. Pas wanneer je mensen hebt die hun nek uitsteken, kan er iets gebeuren. Ook over de parochiegrenzen heen hebben de gilden een belangrijke uitstraling. De motivatie van de vrijwilligers komt altijd voort uit een sociale gedrevenheid. De lokale activiteiten verbinden mensen van verschillende leeftijden en verschillende achtergronden. Als ik zie met welk plezier de plaatselijke vrijwilligers zich inzetten, geloof ik rotsvast in de kracht van onze beweging. Natuurlijk is er nog werk aan de winkel. We moeten ons nog beter profileren als plattelandsbeweging, met een duidelijke sympathie voor de landbouw. Maar met onze duizenden vrijwilligers en de sterke ploeg van beroepskrachten kunnen we elkaar alleen maar versterken.” 35
1
2
345678
Actief op het platteland De Landelijke Gilden hebben in Oost-België 15 afdelingen, gespreid over de verschillende gemeenten van de streek. Samen tellen ze 700 leden waarvan 300 actieve landbouwers.
Europese wedstrijd voor dorpen met toekomst Oost-België is bij uitstek een landelijk gebied met een zeer gevarieerd landschap. De kwaliteit van wonen en leven is er hoog. Er zijn de goed uitgeruste stedelijke kernen Eupen in het noorden en St.Vith en Malmedy in het zuiden, gescheiden door de ruige Hoge Venen. Daartussen ligt een netwerk van grotere en kleinere dorpjes, sommige met minder dan 200 inwoners. De interne dynamiek in de regio en de dorpen is één van de verklarende succes factoren voor de lokale plattelandsontwikkeling. De voorbije tientallen jaren zijn er heel wat initiatieven gestart rond plattelandsbeleving, erfgoedtoerisme en dorpsontwikkeling. Het succes van de regio is evenredig met de graad van zelforganisatie die de bewoners ontwikkelen in talloze grote en kleine actieve verenigingen. Het is dan ook geen wonder dat de regering van Oost-België enkele jaren geleden besliste tot de deelname aan de tweejaarlijkse Europese wedstrijd ‘Ons dorp zal toekomst hebben’. Aan de Landelijke Gilden – dé dorps- en plattelandsvereniging bij uitstek – is in 2005 gevraagd de organisatie van deze wedstrijd op zich te nemen. De wedstrijd mobiliseert dorpsbewoners in verschillende regio’s van Duitsland, Oostenrijk, Nederland, Polen, Hongarije, e.a. Om deel te kunnen nemen aan de wedstrijd maakten vrijwilligers een sterkte-zwakte analyse van het dorp. Experten op diverse relevante domeinen hielpen en gaven tips voor verbeteracties. Deze steun was een belangrijke stimulans voor de kwaliteit van de dorpsontwikkeling op middellange en lange termijn. De Europese samenwerking maakte het mogelijk om echt over het muurtje te kijken. Men leerde uit de creatieve oplossingen die anderen gevonden hadden voor vergelijkbare problemen. Deelname loont dus, ook al is winnen niet voor iedereen weggelegd. De Oost-Belgische winnaar van de editie 2007-2008 was het dorpje Steffeshausen met 120 inwoners.
Nationale streekzoektocht ‘Suche und finde Hochbelgien’ De nationale streekzoektocht van de Landelijke Gilden was in 2008 te gast in de Franstalige gemeenten van Oost-België: Malmedy en Waimes. Met de streekzoektocht brengen de Landelijke Gilden gekende en minder gekende plattelandsregio’s onder de aandacht. De zoektochten schetsen het verhaal van hun geschiedenis, hun ontwikkeling en van de uitdagingen waarvoor ze staan. De tocht vertrok op het hoogste punt van België, het ‘Signal de Botrange’. De omloop bracht de deelnemers van het dak van België, de Hoge Venen, door een landschap met weiden, bossen, poelen en schilderachtige dorpjes als Sourbrodt, Ofivat, Walk en Champagne tot in het stadscentrum van Malmedy. Met meer dan 2000 ingezonden deelnemers formulieren was de editie 2008 bijzonder succesvol.
36
“Onze leden komen uit alle leeftijds klassen en zijn niet noodzakelijk verbonden met de landbouw.” H e r m a n Chantraine, v o o r z i t t e r Landelijke G i l d e n i n Oost-België
“Vergeleken met Vlaanderen hebben we in de Oostkantons erg weinig leden. De afgelopen twee jaar daalde het ledenaantal nog sterk. Veel boeren gaan namelijk met pensioen en stappen op dat moment ook uit de plaatselijke gilde. Onze leden komen uit alle leeftijdsklassen en zijn niet noodzakelijk verbonden met de landbouw. Wel zijn ze erg geïnteresseerd in agrarische thema’s. Dat zorgt voor genoeg gesprekstof binnen de gilden. Melk vormt de rode draad tijdens de babbels. We leven hier nu eenmaal in een streek met veel melkvee; varkens- en vleesveebedrijven zijn hier echt zeldzaam. Elke twee jaar organiseren we een studiedag. Dan bezoeken we landbouwbedrijven in de streek. Vorig jaar vond de Streekzoektocht ‘Suche und finde Hochbelgien’ hier plaats. Die had heel veel succes en ik hoorde een massa positieve geluiden. Voor mij persoonlijk neemt het voorzitterschap veel tijd in beslag, maar zulke momenten maken alles de moeite waard. De band tussen de Oostkantons en Vlaanderen vinden wij echt belangrijk, zelfs al zijn we in de minderheid.”
37
12
3
45678
Buurten bij boeren Creatief van nature Op 21 september openden 50 land- en tuinbouwers hun bedrijfspoorten voor het grote publiek op de jaarlijkse ‘Dag van de Landbouw’. Om en bij de 60.000 geïnteresseerden trokken een dag lang op verkenning door het platteland. De bedrijfsleiders gidsten hun gasten door hun serres, langs hun velden en door hun plantages en stallen en gaven de nodige tekst en uitleg. In alle Vlaamse provincies waren zorgvuldig een aantal bedrijven geselecteerd: van fruittelers over zorgboerderijen tot varkensbedrijven. De meeste deelnemers bevonden zich in en om één dorp of op fietsafstand van elkaar. Zo kreeg iedereen de kans om meerdere bedrijven te bezoeken. De slogan ‘creatief van nature’ stelde de vernieuwings- en innovatiedrang in de kijker. Voor de land- en tuinbouwers zijn er voortdurend nieuwe uit dagingen. Strengere eisen rond milieu, dierenwelzijn en voedselveiligheid, hogere kwaliteitseisen voor producten, stijgende kosten voor energie, water en veevoeder … Deze wijzigingen dwingen ondernemers om zichzelf en hun bedrijf telkens opnieuw in vraag te stellen en te zoeken naar nieuwe kansen. Dit leidt tot merkwaardige initiatieven en realisaties: zonnepanelen die groene stroom leveren, luchtzuiveringsinstallaties om de geurhinder te verlagen, mestverwerkingsinstallaties en biovergisting, melk- en andere automaten, hoevetoerisme, thuisverkoop, landbouweductie … de creativiteit van de plattelandsondernemers is ruim en zeer divers. Op verschillende bedrijven zorgden lokale afdelingen van Landelijke Gilden voor de randanimatie met een fietstocht, een tochtje met de huifkar, een springkasteel of een drankje en een hapje … De plaatselijke afdelingen deden hun uiterste best om iedereen een aangename zondagmiddag bij de boer te bezorgen!
Nabij de boerderij De leden van de Landelijke Gilden wonen kortbij, naast of zelfs op de boerderij. De Landelijke Gilden hebben dan ook een hart voor land- en tuinbouw en willen een brug zijn tussen landbouw en platteland, tussen leefbare dorpen en duurzame agrarische bedrijven. Daarom wordt in tal van activiteiten de land- en tuinbouw een centrale plaats gegeven. Burgers en buitenlui kunnen op het platteland lekkernijen gaan proeven tijdens één van de vele sneukeltochten; zij kunnen landbouw- of plattelandsleerpaden volgen of op de ‘Dag van de Landbouw’ een kijkje achter de schermen nemen. Een zorgzaam en leerrijk platteland, daar gaan de Landelijke Gilden voor! Zo hebben al meer dan 300 bedrijven een aanbod uitgewerkt voor personen met een handicap, mensen met psychologische problemen, jongeren met schoolmoeheid … Op het platteland is een gast geen last!
38
“Tijdens de Dag van de Landbouw konden we bij heel wat bezoekers de verbazing van het gezicht aflezen.” S t e f an Baugniet, D a g v a n de Landbouw
“Tijdens de Dag van de Landbouw konden we bij heel wat bezoekers de verbazing van het gezicht aflezen. Tegenwoordig weten mensen blijkbaar erg weinig over de gang van zaken op een landbouwbedrijf. Het stereotype beeld van een dag op mijn boerderij in Heers reikte niet verder dan varkens voederen en wat flaneren in een rustieke omgeving. Onze strakke planning waarbij we de varkens om de drie weken een nieuwe levensfase laten beleven, bleek totaal onbekend. Ook de propere stallen met plastic en inox kwamen hen erg vreemd voor. De reacties stoorden me niet, integendeel. De bevolking raakt namelijk hoe langer, hoe meer vervreemd van de landbouw. Ik vond het daarom erg zinvol om mijn kennis over te brengen. De bezoekers luisterden met belangstelling en ook achteraf hoorde ik positieve geluiden. Elk jaar deelnemen is misschien wel wat veel. Je bent toch gauw een hele week in de weer met de voorbereidingen. Maar natuurlijk profiteert het bedrijf er ook van: door al dat poets- en opruimwerk blinken de ramen en de varkenshokken als nooit tevoren!”
39
123
4
5678
Tuinwerking Voor jong en oud De Landelijke Gilden hebben een intensieve werking voor tuinliefhebbers op het lokale en het bovenlokale vlak. Het jaarlijkse hoogtepunt hiervan is het Open Tuinen weekend. Tijdens het weekend van 28 en 29 juni telden 295 tuinen in Vlaanderen en in Nederland 80.240 bezoeken. Dit is goed voor een gemiddelde van 272 bezoekers per tuin. In de editie van 2008 kregen de rozen extra aandacht. Rozen zijn echt geen moeilijke planten die omwille van ziekten en plagen veel werk vragen; vandaag zijn er heel wat nieuwe, gezonde en sterke variëteiten beschikbaar. In de tuingids en bij tientallen ‘rozentuinen’ konden bezoekers hierover meer vernemen. Het educatief project ‘de Schooltuin’ kende met 67 deelnemers een record aantal deelnemende scholen. Na afloop bleek dat dit initiatief op heel wat enthousiasme mocht rekenen bij leerlingen en bij leerkrachten. Al moesten sommige leerlingen vaststellen dat niet elke teelt even succesvol was ... Maar dat hoort bij tuinieren. Nieuw was de opening van de schooltuinroute in Berlaar. Niet minder dan 6 schooltuinen kan men er via een bewegwijzerde route van ongeveer 25 km bezoeken. Een prachtig initiatief van de Landelijke Gilde van Berlaar. Tuinieren met kinderen was in 2008 de steraanbieding van de tuinwerking. Dit was een bijzonder thema, met veel mogelijkheden in de uitwerking: activiteiten voor kinderen, voor kinderen met (groot)ouders …De schooltuinwerking werd omkaderd met een nieuwe brochure in de reeks ‘Thuis in eigen tuin’: ‘Een tuin voor kinderen’.
Rozen zonder doornen Het tuinteam van de Landelijke Gilden sloot de zomervakantie af met een ‘Rozendag’ een gloednieuw evenement voor de leden. Het opzet was Putte, de sierteelt in de gemeente en in de provincie de aandacht geven die ze verdienen. De rozentuin van de kwekerij Casteels Rozen ontsluierde meer dan duizend rozenvariëteiten. Drieduizend groenfanaten ontdekten er hoe een rozenstruik uitgroeit tot bodembedekker, heester of klimroos. Vragen stellen kon tijdens een rozenbabbel en groendokters gaven hun geheimen prijs. Alle zintuigen kwamen aan bod. Zo proefden de bezoekers van rozenijs of van een heerlijke rozenjenever en konden de jongsten zich uitleven tijdens creatieve workshops. Heel wat sportievelingen met groene vingers volgden een fietsroute van 25 kilometer langs vier tuinen. Hoogtepunt van de Rozendag was de doop van Rosa Midsummersnow, een wondermooie nieuwe roos. Met deze Rozendag werd de Open Tuinenwerking 2008 afgesloten.
40
“Alles samen een mooi voorbeeld van de samenwerking tussen de ‘nationale’ en de ‘lokale’ tuinwerking van de Landelijke Gilden.” B e r t Christianen, Rozendag
“De Rozendag bood een ideale gelegenheid om de handen in elkaar te slaan met twee andere gilden. Het resultaat van de samenwerking tussen de landelijke gilden van Peulis, Grasheide en Puttecentrum was een tuinkrant met tips om groenwerkzaamheden aan te vatten. Ook de werking en het programma van de Rozendag kwamen aan bod. De drie gilden verspreidden uiteindelijk tienduizend exemplaren van de tuinkrant. Eerst reageerden de partners erg twijfelachtig. Zouden we hiermee onze krachten niet overschatten? Maar de enthousiaste adverteerders van het krantje stelden iedereen snel gerust. We hielden uiteindelijk zelfs een mooi spaarpotje over om in 2010 met een nieuw tuininitiatief naar buiten te komen. Wat dat precies zal inhouden, weten we nog niet. Vast staat wel dat de drie gilden dan opnieuw de krachten zullen bundelen. Samen sta je sterker en kan je de bezoekers ook zoveel meer kwaliteit bieden. Dat merkten we ook bij deze Rozendag. Waar de nationale ‘tuinmadammen’ van de Landelijke Gilden instonden voor het inhoudelijke deel, zorgden wij met de drie gilden voor enkele plaatsgebonden acties. We namen onder meer de catering voor onze rekening en organiseerden de fietstocht langs vier plaatselijke tuinen. Alles samen een mooi voorbeeld van de samenwerking tussen de ‘nationale’ en de ‘lokale’ tuinwerking van de Landelijke Gilden.” 41
1234
5
678
De Plattelandsacademie, een kenniscentrum Kennis delen Dag na dag is het platteland in beweging. Onderwerpen zoals leefbaarheid, landbouw en verstedelijking, mobiliteit, regionale ontwikkeling en ontspanning zorgen voortdurend voor nieuwe uitdagingen. De Landelijke Gilden bouwden de voorbije jaren heel wat kennis op over diverse plattelandsthema’s. Om die deskundigheid te verspreiden, organiseert de vereniging jaarlijks enkele Plattelandacademies waarop deskundigen uit allerhande sectoren elkaar ontmoeten. Zij gaan in gesprek over de toekomst van het Vlaamse platteland en delen inzichten en ervaringen met elkaar en met de aanwezige stake-holders. De Plattelandsacademie van midden maart kende een grote opkomst. Het onderwerp was de betekenis en de waarde van beeldbepalende elementen op het platteland zoals molens, solitaire bomen of boerderijen. Het is een veelzijdig thema, dat niet te vatten is door één sector of invalshoek. De bijdragen uit de omgevings psychologie, de agrarische architectuur en verschillende onderzoeken droegen ieder op hun manier bij tot een beter begrip. In de herfst kwam ‘regional branding’ aan bod. Daarbij wordt een streek als een merk beschouwd en als dusdanig behandeld. Deze aanpak ter ondersteuning van de plattelandseconomie speelt de streekidentiteit en de landschappelijke kwaliteiten van plattelandsregio’s uit. Dat kan onder meer door er een label of merknaam van te maken, waarmee de regio dan promotie kan voeren.
Plattelandsknabbels Minder uitgebreid, maar minstens even boeiend zijn de infomomenten rond plattelandsontwikkeling waarop de Landelijke Gilden tijdens een middag- of avondvergadering een plattelandsthema op maat van de leden en plattelandsbewoners aanbieden. Tijdens zo’n infomoment in november vertelde Yves Segers van het Centrum voor Agrarische Geschiedenis op een toegankelijke manier over cultureel erfgoed. Enkele voorbeelden uit de praktijk bewezen dat cultureel erfgoed een bindmiddel kan zijn voor de gemeenschap. Via de zogenaamde pleisterplaatsen proberen de Landelijke Gilden haast letterlijk plattelandsthema’s naar de dorpsbewoners te brengen. Door deze werking ter plekke krijgen gemeentemandatarissen in hun thuisbasis achtergrondkennis aangeboden over onderwerpen die hen aanbelangen. Zo belandt er geen eenheidsworst, maar hapklare duiding op het bord van alle spelers!
42
“De Plattelands academie zoekt manieren om kennis in verband met plattelands thematieken over te dragen.” P i e t V anthemsche, P l a t t e l a ndsacademie
“Ik hoor en ik vergeet. Ik zie en ik onthoud. Ik doe en ik begrijp.” Met dit eeuwenoude motto van Confucius in het achterhoofd, zoekt de Plattelandsacademie manieren om kennis in verband met plattelandsthematieken over te dragen. De meest interactieve vorm is het kennisatelier. In 2008 probeerden we dit voor het eerst uit na de studiedag over ‘regional branding’. De projectpromotoren van drie plattelandsregio’s waren aanwezig. Ze werkten samen met ervaren collega’s van het Groene Woud in de omgeving van ’s Hertogenbosch. Naast een één-op-éénuitwisseling en een gemodereerd groepsgesprek, organiseerde het Innovatiesteunpunt een werksessie op basis van een creatieve techniek waarbij er een diagram op tafel ligt en elk individu nagaat hoe hij of zij omgaat met heersende trends. Nadien komt er een groepsbeslissing tot stand. Dit werkatelier scherpte het inzicht aan over het thema. Iemand van het Plattelandscentrum Meetjesland vzw verwoordde het zo: ‘Regional branding is een proces, geen product. Het heeft minstens vijf jaar incubatietijd nodig en vooral veel doorzettingsvermogen.’ Iemand anders leerde er een manier van aanpak: ‘Branding kan de onderlinge samenhang in een regio duidelijk maken en vormt een vertrekpunt om tot samenwerking te komen.’ Na afloop maakten de meeste deelnemers nog afspraken voor de toekomst.”
43
12345
6
78
Het platteland in de boekentas Een nieuwe partner De vzw Plattelandsklassen wil jongeren in contact brengen met het Vlaamse platteland vanuit een integrale benadering. De kernactiviteit is het aanbieden van één- of meerdaagse verblijfsarrangementen op het platteland. In 2008 kwam een beloftevolle samenwerking met de uitgeverij Averbode tot stand. Zo konden de tienduizenden Zonnestraal-lezertjes zich verdiepen in een themanummer dat volledig in het teken van de landbouw stond. Dit nummer was het eerste concrete resultaat van de samenwerking tussen Uitgeverij Averbode en Plattelandsklassen. Via inhoudelijke artikels in de schooltijdschriften van de uitgeverij, de promotie van materiaal van Plattelandsklassen en de ontwikkeling van nieuwe producten willen beide partijen elkaar sterker maken. Door de krachten te bundelen, kan Averbode uitpakken met de jarenlange ervaring met jongerentijdschriften en Plattelands klassen met deskundigheid rond landbouweducatie. De schooltijdschriften brengen nu een meer genuanceerd, levensnabij verhaal achter de mooie plaatjes. Er is ook ruimte voor zingeving en ethiek in de landbouw. Meer dan 90% van de leerkrachten in het lager onderwijs en een half miljoen lezers in het kleuteronderwijs, de lagere school en het secundair onderwijs komen nu alles te weten over land- en tuinbouw en platteland. De toekomst heeft nog veel in petto voor de partners. De kleutertijdschriften zullen focussen op concrete beeldvorming. De jongste leerlingen van de lagere school werken rond melk, terwijl de oudsten zich in veeteelt verdiepen met een themanummer van Zonneland. Voor het secundair onderwijs staan onder meer de middaghap op school, dierenrechten, landbouw en globalisering en voedingssupplementen op het programma. Daarnaast zijn er ook respons- en promotieacties. De overeenkomst ligt voorlopig vast voor vijf jaar, maar een bloeiende samenwerking lijkt geboren!
Maximumfactuur, minimumbeleving? 4333 leerlingen lieten zich in 2008 onderdompelen in het leven op het platteland of 900 minder dan in 2007. De maximumfactuur verklaart alles. Gespreid over de zes leerjaren mogen meerdaagse uitstappen maximaal 360 euro kosten. Hierdoor stoppen sommige scholen hun openluchtklas. Andere scholen snoeien in het aantal dagen Plattelandsklassen en komen eerder drie dagen dan vijf. Aan de andere kant melden nieuwe scholen zich tijdens hun zoektocht naar goedkopere alternatieven voor sport- of sneeuwklassen. De Plattelandsklassen blijven een ijzersterk en kwalitatief uithangbord voor de sector dankzij de inzet van de honderden land- en tuinbouwers en vrijwillige medewerkers. Hun enthousiasme kent geen maximumfactuur!
44
“Ik vind het belangrijk dat de kinderen beseffen dat een boerderij uiteindelijk leidt tot een waaier aan voedselproducten in de supermarkt.” F a m ilie Saelens, n a b i j h e idsboerderij in Herent
“Het project rond nabijheidsboerderijen brengt de oudste leerlingen van basisschool De Bijenkorf in Herent tot bij ons. Seizoen per seizoen wijzen we ze op de veranderingen op en rond de boerderij. Tijdens de winter stond het eerste bezoek op het programma. De dieren verbleven op dat moment in de stal. De elfjarigen zagen hoe een koe haar pasgeboren kalfje zoogde. Hun taalvaardigheid viel me op. In combinatie met hun nieuwsgierigheid zorgde die trouwens voor leuke vragen. Ik vind het belangrijk dat de kinderen beseffen dat een boerderij uiteindelijk leidt tot een waaier aan voedselproducten in de supermarkt. De link tussen de lieve diertjes en een stuk vlees lijken ze moeilijk te vatten. Begrijpelijk, maar met onze boerderij en hoeveslagerij probeer ik ze hiervan bewust te maken. Tijdens het volgende bezoek in de zomer zou ik ze trouwens willen verrassen met een barbecue. Ze mogen alles zelf bereiden, maar eerst een wandeling langs de bloeiende velden! In combinatie met een portie aardappelen van eigen akker wordt dat een bezoekje om duimen en vingers bij af te likken.”
45
123456
7
8
Innoverende plattelandsprojecten Via verschillende projectprogramma’s willen Vlaanderen en Europa bijkomende stimulansen geven op het vlak van plattelandsontwikkeling. Zo zet het Programmeringsdocument voor Plattelandsontwikkeling (PDPO) de krijtlijnen uit van het plattelandsontwikkelingsbeleid voor de periode 2007-2013. Daarnaast ondersteunt Interreg grensoverschrijdende samenwerking. Ook stichtingen zoals Cera bieden kansen om activiteiten projectmatig uit te voeren. Via deze financierings- en projectmogelijkheden zetten de Landelijke Gilden vernieuwende initiatieven op die de eigen werking versterken.
Internationale plattelandssamenwerking Onder leiding van de Landelijke Gilden bundelden achttien Vlaamse en Nederlandse organisaties de krachten voor Innoverende Plattelandseconomie. Tussen maart 2005 en eind april 2008 ondersteunde dit project land- en tuinbouwers die bezig zijn met vernieuwende initiatieven op het vlak van plattelandsbeleving zoals boerengolf en hoevetoerisme. Zo werkten de partners mee aan de ontwikkeling en de economische valorisatie van frisse ideeën en arrangementen. De intensieve samenwerking tussen de organisaties uit de twee buurlanden spaarde heel wat leergeld uit. Uit dit project groeide bijvoorbeeld ‘Rural Caching’, een gps-gestuurde schattenjacht die een sterke opmars kent als activiteit bij heel wat lokale landelijke gilden. Het gezamenlijk platform leent zich ook voor een optimale vermarkting van het plattelandsaanbod. Op die manier kunnen plattelandsondernemers een beter economisch rendement halen uit hun activiteiten. Een mooi voorbeeld van een innoverend plattelandsproject is de website www.plezantplatteland.be. Recreanten krijgen daar met enkele muisklikken een overzicht van alle belevingsmogelijkheden op het Vlaamse platteland.
Timmeren aan een leefbaar dorp De naam ‘Dorp met toekomst’ klinkt heel wat Vlamingen bekend in de oren. Het project wil dorpsbewoners stimuleren en ondersteunen om eigenhandig de leefbaarheid van hun dorp te versterken. Tijdens de editie 2008 gingen 93 dorpen de uitdaging aan. De provinciale jury’s selecteerden de zes beste acties per provincie. Zij ontvingen elk 1500 tot 2500 euro om hun plannen te realiseren. Het project ‘Een stoel voor jou’ uit Elewijt kaapte de hoofdprijs weg. De initiatiefnemers spoorden de dorpelingen aan om op verschillende momenten een versierde stoel op de stoep te zetten, als uitnodiging voor een praatje met de buren. Dit voorbeeld illustreert de geest van het project: door kleine acties te ondersteunen, grote hefbomen op het vlak van leefbaarheid realiseren.
46
“Buren gaven elkaar een zelf versierde stoel cadeau.” G e r t De Broeck, i n i tiatiefnemer
“Nooit had ik gedacht dat de actie zo’n weerslag zou hebben op het dorp. Stoelen in alle vormen en formaten kleurden het straatbeeld. Dikwijls ging het zelfs om echte kunstwerkjes. ‘Een stoel voor jou’ begon bescheiden. Zelf durfde ik al eens mijmeren over de vroegere zomeravonden in het dorp. Mensen trokken toen met hun stoel naar buiten en keuvelden tot in de late uurtjes. “Waarom creëren we dezelfde sfeer niet tijdens de Pinksterprocessie?” dacht ik bij mezelf. Mijn idee viel meteen in goede aarde. Al snel zag het stoelencomité het licht en Dorp met Toekomst bezorgde ons de nodige centjes. Onverhoopt kwam ook de rest van het dorp in beweging. Kleinkinderen spoorden hun grootouders aan om werk te maken van een versierde stoel en buren gaven elkaar een zelf versierd exemplaar cadeau. Op Pinksteren zagen we het verbluffende resultaat van die verbondenheid. De hoofdprijs van de wedstrijd, het dorpsfeest, was het mooiste cadeau dat Elewijt kon krijgen. Zowat iedereen heeft me gevraagd of we niet elk jaar zo’n feest kunnen houden. Een fantastisch idee, maar die organisatie laat ik liever aan anderen over. ‘Een stoel voor jou’ blijft wel mijn kindje. Jaarlijks willen we de stoelen met Pinksteren weer op straat krijgen. Hopelijk is een nieuwe traditie geboren!” 47
1234567
8
IVA wordt TRIAS Steun aan boeren in het Zuiden Sinds begin 2008 opereert ‘Ieder voor Allen’ (IVA), de voormalige niet-gouvernementele organisatie voor ontwikkelingssamenwerking van de Landelijke Gilden, onder de grote vlag van Trias. Die samenwerking betekent niet het einde van een tijdperk, eerder een nieuw hoofdstuk. Als ontwikkelingsorganisatie met een sterke verankering in de Boerenbond en de Landelijke Beweging (Landelijke Gilden, KVLV en KLJ) ondersteunt Trias namelijk nog steeds boeren en plattelandsbewoners in het Zuiden ondermeer via microfinanciering. In dat systeem lenen boeren en ondernemers kleine kredieten om bijvoorbeeld zaaigoed te kopen. Wanneer zij dan lokaal de handen in elkaar slaan, kan er een beweging ontstaan van succesvolle ondernemers. Op die manier gaat Trias samen met hen op pad in plaats van alles voor hen te doen. Deze visie bezorgt de lokale bevolking een stevig wapen tegen de armoede. Door de krachten te bundelen binnen Trias, kunnen de Landelijke Gilden sterker meewerken aan de emancipatie en de economische zelfredzaamheid van de plattelandsbewoners in het Zuiden. Het Noord-Zuidbewustzijn komt ook sterk naar voren in het activiteitenaanbod voor de lokale afdelingen. Zo bracht Gi Mateusen in verschillende afdelingen zijn verhaal over Congo en kregen een aantal leden dankzij inleefreizen de kans kennis te gaan maken met de lokale cultuur en gebruiken.
Congo in beeld Aan de hand van Congolese schilderijen vol humor en anekdotes getuigt Gi Matteusen over het leven van de gewone man. Dit verhaal, dat getuigt van het optimisme, de blijheid, vindingrijkheid en de overlevingsdrang van het Congolese volk, sluit naadloos aan bij het solidariteitsproject dat TRIAS en de Landelijke Gilden willen opzetten in Kinshasa. Door de lokale landbouw te versterken, willen ze de voedselsituatie in de grootstad verbeteren. Het gaat niet om reusachtige projecten, maar om veranderingen die de mensen echt voelen.
48
“De mensen geloven meer in zichzelf en leren zelf initiatief nemen.” V i c t o r E mmerechts, d e e l n e m e r inleefreis Trias
“De reis naar het bergachtige gedeelte van Honduras was in één woord verrijkend! Ik zag daar heel wat kleine boeren die hun levensstandaard willen verbeteren. Trias helpt hen via microfinanciering. Sinds de reis ben ik ervan overtuigd dat dit zinvolle projecten zijn. De mensen geloven weer in zichzelf en leren zelf initiatief nemen. Het is ook schitterend dat onze knowhow als plattelandsbeweging daar dienst kan doen.” “Op een inleefreis ben je minder toerist en krijg je de kans om nauw contact te hebben met de inwoners. Het onthaal in Santa Rosa de Copan was bijvoorbeeld prachtig. De honger naar kennis viel mij op, net als de welbespraaktheid van de mensen. Pilhar-Ampro, de plaatselijke organisatie van Trias, heeft er een erg solide werking. Het was schitterend hoe ontwikkelingswerker Martin Viaene de organisatie begeleidt. Hij zorgt voor ondersteuning, maar geeft de aangesloten boeren zelf de verantwoordelijkheid en laat hen de accenten bepalen. Een inleefreis brengt ook een engagement met zich mee. Sindsdien sprak ik op verschillende gelegenheden over mijn ervaring. Dat ben ik aan de mensen daar verplicht. Zij boden ons wat ze hadden, zij stelden zoveel hoop op ons. Al is het misschien maar een klein steentje, ik hoop zo toch te kunnen bouwen aan een betere wereld.”
49