ARCHIEFNUMMER 464 REGESTENLIJST BEHORENDE TOT DE INVENTARIS VAN HET ARCHIEF VAN DE RELIGIEUZE EN GEESTELIJKE GILDEN 1382-1550
TOELICHTING Deze lijst bevat regesten van oorkonden die berusten in het archief van de religieuze en geestelijke gilden in Zutphen. Een regest laat zich omschrijven als een analyse van een akte. De oorkonden zijn ter inzage in de studiezaal van het Regionaal Archief Zutphen en incidenteel maar in toenemende mate ook als scan via de website. Een akte kunt u aanvragen door op de aanvraagkaartjes het inventarisnummer en het regestnummer te vermelden. Het inventarisnummer staat genoteerd bij het regest. De meeste regesten hebben betrekking op oorspronkelijke akten, andere hebben betrekking op akten die zich in afschrift in bijvoorbeeld een cartularium bevinden. Bij het regest is vermeld in welke publicatie(s) de akte is opgenomen. Voor een geschiedenis van de religieuze en geestelijke gilden in Zutphen en verdere informatie wordt verwezen naar de inventaris.
REGESTENLIJST
Regesten Sint Walburgisgilde en – officia ........................................................................................... 2 Sint Catharinagilde (Schippersgilde) ................................................................................................. 11 Sint Christoffelgilde ............................................................................................................................ 12 Godsgilde ........................................................................................................................................... 13 Sint Joost en Sint Ewoldsgilde ........................................................................................................... 15 Sint Olafsgilde .................................................................................................................................... 16 Sint Quirinusgilde ............................................................................................................................... 17 Sacramentsgilde ................................................................................................................................ 18 Onze Lieve Vrouwegilde .................................................................................................................... 30
Regesten Sint Walburgisgilde en – officia 1 1441 mei 13 (op sunte Servaciusdach) Willem te Sconenvelde en zijn zoon Johan verklaren aan Willem Gerytszoon en zijn vrouw Wyte een jaaropbrengst van vijf malder winterrogge te hebben verkocht uit hun aandeel in het goed “ten Spyghele”, gelegen in het kerspel Almen, buurschap Harfzen. a) Oorspronkelijk (Inv.nr. 11). Met het geschonden zegel van Henrick ten Sconenvelde, dat van Johan van Haestelbarch is verloren gegaan. 2 1444 september 10 (des donredaigs na onser Liever Vrouwen dach nativitatis) Ryquyn van der Voerst, schout binnen en buiten Zutphen oorkondt, dat Johan Henricszoon en zijn vrouw Aleit aan Johan Nusynck het recht hebben verkocht dat zij hebben op het goed “ten Spiegell”, gelegen in het kerspel Almen, buurschap Herfsen. a) Oorspronkelijk (Inv.nr. 11). Met het geschonden zegel van de schout in groene was. b) Afschrift in Collectie Kreynck (Archiefnummer 141) akten betreffende Geestelijke instellingen (Inv.nr. 30) f. 97. 3 1441 december 21 (op sente Thomasdach des heiligen apostels) Ryquyn van der Voerst, schout binnen en buiten Zutphen, oorkondt dat Goessen Schele en zijn vrouw Mechtelt, Jacob Schele en zijn vrouw Griete aan Johan Nusinck twee vijfde van het halve goed “ten Spyegell” hebben verkocht, gelegen in het kerspel Almen, buurschap Herfsen. a) Oorspronkelijk (Inv.nr. 11). De zegels van de schout en van Henrick Scholde zijn verloren gegaan. Met het geschonden zegel van Goesen Schele. b) Afschrift in Collectie Kreynck (Archiefnummer 141) akten betreffende Geestelijke instellingen (Inv.nr. 30) f. 97. 4 1447 januari 9 (upp maendach nae den heilligen dertien daege) Richter en schepenen van zutphen oorkonden dat Johan Nusynck en zijn vrouw Mette Reynken aan Henrick van Essen een jaarrente hebben verkocht van anderhalve Rijnse gulden, gaande uit hun huis op de Nyestat en op de hoek van de Lokenstraat. a) Oorspronkelijk (Inv.nr. 1). Met een fragment van het stadszegel en contrazegel in groene was. Deze brief is gestoken door die van 1452 juni 7 (reg.nr. 5). b) In dorso: ad confraternitatem Sint Walburgis. Item dessen brieff hebben anno [15] 41 ante Martini die olderluede van Sunt Walburghen gilde uitgeloest.
Archiefnummer 464 (regestenlijst) Pagina 2 van 30
5 1452 juni 7 (uptes heilligen Sacraments avent) Evert van der Voerst en Evert van den Wall, schepenen van Zutphen, oorkonden dat Mette van Essen voor haar ziel en die van haar overleden echtgenoot Henrick van Essen, aan olderlieden, gildemeesters en ‘verwaereres’ van de nieuwe broederschap van Sint Anthonisgilde in de grote kerk de rente van anderhalve gulden opdraagt, zoals die is beschreven in de brief waardoor deze is gestoken. a) Oorspronkelijk (inv.16). Met de geschonden zegels van de beide schepenen in groene was. Deze brief is gestoken door die van 1447 januari 9 (reg.nr.4). 6 1455 april 27 (up dominica jubilate) Richter en schepenen van Zutphen oorkonden, dat Johan Kreyng Alphertszoon en zijn vrouw Everharda aan Jutte Joeperts een jaarrente hebben verkocht van vijf pond, gaande uit twee huizen, het ene gelegen in de Cuyperstraat naast het huis van de jonker van Bronckhorst en achter ”des Greven hoff “ en het andere schuin daar tegenover. a) Oorpspronkelijk (Inv.nr. 16). Met fragment van het stadszegel en contrazegel in groene was. Door deze brief zijn gestoken die van 1479 november 12 en 1505 november 17 (reg.nrs. 8 en 25). 7 1460 oktober 27 (op sunte Symon en Juden aevent apostolorum) Steven die Boeze, schout binnen en buiten Zutphen, oorkondt dat Henrick Schoneveldt en zijn vrouw Heygelwich aan Johan Nuysinck hun vierde deel van het goed het Spiegel hebben verkocht gelegen in het kerspel Almen, buurtschap Harfsen. a) Oorspronkelijk (Inv. nr. 11). Met het geschonden zegel van Steven die Boeze in groene was. b) Afschrift in Collectie Kreynck (Archiefnummer 141), akten betreffende Geestelijke instellingen (Inv.nr. 30) f. 97. 8 1479 november 12 (op vrydach nae sunte Merten in den winter) Henrick Asse en Willem Iseren, schepenen van Zutphen, oorkonden dat Derick Joepert en zijn vrouw Alyt aan Claes Snellenburch en zijn vrouw Elsken een jaarrente van vijf pond hebben verkocht zoals die is beschreven in de brief waardoor deze is gestoken. a) Oorspronkelijk (Inv.nr. 16). Met de geschonden zegels van beide oorkonders in groene was. Dit stuk is gestoken door die van 1455 april 27 en 1505 november 17 (reg.nrs. 6 en 25) 9 1481 februari 19 (dess manendages nae Valentini) Bernt van Holthuysen, schout binnen en buiten Zutphen en Johan van Holthuysen, rentmeester van de Graafschap van Zutphen, oorkonden, dat Meynt then Ryne en zijn kinderen Gert, Bartolt, Gebbe en Ryke aan meester Gert Nusinck hun hofstede, geheten ‘dat luttike Ryne’, gelegen in het kerspel Almen, buurtschap Herffzen hebben verkocht. a) Oorspronkelijk (Inv.nr. 11). De zegels van beide oorkonders zijn verloren gegaan. b) In dorso een aantekening in een zeventiende-eeuwse hand: Item van ’t Spiegell. 10 1484 juli 31 (op suncte Peters avont ad vincula) Gherrit Nusinck en Gerit Kistemaker, scheidslieden van wege Johan Nusinck en zijn vouw Gheertruit enerzijds en Esken Ravenshuys en Beernt Tyode namens meester Gherrit Nusinck en Johan Nusinck, halfbroers anderzijds, treffen ten behoeve van de laatstgenoemden een schikking inzake de goederen van hun ouders. a) Oorsponkelijk (Inv.nr. 11). Met de geschonden zegels van Herman ter Havick, Gherrit Kistemaker en Esken Ravenhuys en Bernt Tyode in groene was. 11 1486 maart 8 (op den neesten wonsdach nae mytfasten) Beernt van Holthuysen, schout binnen en buiten Zutphen, oorkondt dat Aernt ten Have, ‘genant van Keppel’, zijn vrouw Gheertruit en hun zoon Henrick drie stukken land, gelegen in het kerspel Almen, Archiefnummer 464 (regestenlijst) Pagina 3 van 30
buurtschap Herffzem in de Grote Enck, aan meester Gherrit Nusinck, priester, hebben verpand met het recht van wederkoop. a) Oorspronkelijk (Inv.nr. 12). De zegels van de schout en Aernt ten Have zijn verloren gegaan. 12 1489 maart 6 (in domo capitulari predicte ecclesie Zutphaniensis) Notaris [Gerhardus Brunynck] instrumenteert dat Gerhardus Vos, deken, Johannes de Mera, Johannes Keppelman, Andreas de Buerlo, Johannes Lieveldinck, scholasticus, Hermannus Boegell, Willibrordus Bonyngerhofff en Ludolphus van Haren, kapittelheren, vicarissen en chorisocii in de Sint Walburgiskerk te Zutphen hebben besloten tot de oprichting van een broederschap ter ere van de H. Drievuldigheid, Maria en Sint Walburgis, patrones van de kerk, en daartoe statuten hebben vastgesteld, zoals die in deze akte zijn vastgelegd. a) Oorspronkelijk (Inv.nr. 2). Met de signaturen van de notarissen Roever de Doesborch, Johannes ther Schoet de Grollis en Johannes Meyerinck. b) Gelijktijdig afschrift (Inv.nr. 2) van notaris Gerhardus Brunynck de Aldenzell. c) Afschrift in Collectie Kreynck (Archiefnummer 141) ‘Fundatiën’ (Inv.nr. 31) f. 90r-92r. d) Huberts II p. 25 no. 1135. 13 1489 mei 12 (op suncte Pancraciusdach des hilligen mertelers) Aernt ten Have, ‘genant van Keppel’, en zijn vrouw Gheertruit verklaren aan heer Gherrit Nusinck, priester, zoon van Johan Nusinck, drie stukken bouwland te hebben verkocht gelegen in het kerspel Almen, buurtschap Herffzenerenck. a) Oorspronkelijk (Inv.nr. 12). De zegels van Aernt ten Have en van Aernt Gherritszoon zijn verloren gegaan. 14 1494 april 8 (op dinxdach na den sonnendach Quasi modo geniti) Richter en schepenen van Zutphen oorkonden, dat Elisabeth, weduwe van Johan Kreynck, Alphart Kreynck, kanunnik, aan olderlieden en gildemeesters van Sint Walburgisgilde een jaarrente hebben verkocht van twee gouden Rijnse guldens en een oort, gaande uit hun huis in de Kueperstraat. a) Oorspronkelijk (Inv.nr. 3). Met fragment van het stadszegel en contrazegel in groene was. b) In dorso een aantekening dat dit huis is gekocht door heer Reyner van Goltstein en dat de rentebetalingen zijn veranderd. 15 1494 april 10 (op den donrersdach na den sonnendach Quasimodo geniti) Wilhem van Roederlo en Arnt Huyrnynck, schepenen van Zutphen oorkonden, dat Wilhem Yseren zijn bezittingen tot onderpand stelt voor de goede betaling van de jaarrente van twee gouden Rijnse guldens en een oort, die Elisabeth, weduwe van Johan Kreynck en haar zoon heer Alphart Kreynck aan olderlieden en gildemeesters van Sint Walburgisgilde in de grote kerk hebben verkocht. a) Oorspronkelijk (Inv.nr. 3). Met een fragment van het zegel der tweede oorkonder in groene was. Het zegel van de eerste oorkonder is verloren gegaan. 16 1494 juli 31 (op donredach na sunt Javobsdach) Richter en schepenen van Zutphen oorkonden, dat Jan van Vreden en zijn vrouw Haedewich aan Johan Necken en zijn vrouw Gertruit een jaarrente hebbenn verkocht van een half pond gaande uit hun in de Lairpoort. a) Oorspronkelijk (Inv.nr. 17). Met fragment van het stadszegel in groene was. Deze brief is gestoken door die van 1508 augustus 18 (reg.nr. 27). 17 1495 maart 31 (op dinxedach na den sonnendach Letare Jherusalem) Richter en schepenen van Zutphen oorkonden, dat meester Gerryt Nusinck, priester, aan heer Andries Yseren, bezitter van het Sint Anthoniusaltaar in het Oude Gasthuis, een jaarlijkse opbrengst van drie malder rogge heeft verkocht uit zijn huis op de Nyestat in de Loekenstraat. De opbrengst is losbaar met 32 gouden Rijnse guldens. De opbrengst van het Sint Sebastiaanaltaar in de nieuwe
Archiefnummer 464 (regestenlijst) Pagina 4 van 30
kapel in de grote kerk te Zutphen zal vervallen, wanneer heer Andries niet langer in het bezit is van het Sint Anthoniusaltaar. a) Oorspronkelijk (Inv.nr. 4). Met een fragment van het zegel en contrazegel van de stad in groene was. b) In dorso: ad confraternitatem, met een aantekening van de lossing in 1541 door olderlieden van het Sint Walburgisgilde. (Zie ook reg.nrs. 4 en 5). 18 1495 april 2 (opten donredach na den sonnendach Letare Jerhusalem) Willem van Roderlo en Arnt van Fuyrden, schepenen van Zutphen, oorkonden dat meester Gerryt Nusinck, priester, belooft heer Andries Yseren een jaarlijkse opbrengst van drie malder rogge te garanderen, die hij hem verkocht heeft, zolang Yseren bezitter is van het Sint Anthonisaltaar in het Oude Gasthuis. a) Oorspronkelijk (inv.nr. 4). De zegels van de oorkonders zijn verloren gegaan. b) In dorso: aantekening dat in 1540 de lossing door het Sint Walburgisgilde heeft plaatsgevonden. 19 1501 juni 23 (in domo habitationis domini magistri Gerardi fundatoris) Notaris Gerardus Roitbart instrumenteert, dat magister Gerardus Nusynck, kanunnik van Sint Walburgis in Zutphania een officium ecclesiasticum heeft gesticht ter ere van God, Maria en Sint Walburgis waarvoor hij als onderhoud aanwijst het goed ten Spiegell, gelegen in de parochie Almen, buurtschap Harffzen. Hij presenteert tot dit officium magister Henricus ten Koer, kanunnik in Sint Walburgis, en bepaalt, dat officiant, deken, kapittel en vicarissen de beschikking over de inkomsten zullen verkrijgen tot het doen van uitdelingen onder hen, die bij bepaalde kerkdiensten in het koor aanwezig zijn. a) Oorspronkelijk (Inv.nr. 13). Met de signatuur van de notaris. Door deze brief is gestoken die van 1503 december 19 (reg.nr. 23). b) In dorso: ad usum confraternitatis Sancte Walburgis. c) Afschrift in Collectie Kreynck (Archiefnummer 141), ‘Fundatiën’ (Inv.nr. 31) f. 66v-67r. en akten betreffende Geestelijke instellingen (Inv.nr. 30) f. 96v-97r. d) Huberts II p. 28 no. 1164. 20 1502 maart 14 (Zutphanie in domo magistri Anthonii de Buyrloe supradicti) Notaris Gerardus Roitbaert instrumenteert, dat Johannes Lieveldinck, scholasticus, Gerardus Nusinck, kanunnik, Gerardus Stuerman en Anthonius de Buerloe, vicarissen als provisoren en gildemeesters van Sint Walburgisgilde, de renten door hen ontvangen van Albertus de Vredis, priester, zijn ouders Egbertus de Vredis en Aleydis, en van Egbertus’ zuster Elizabeth, weduwe van Nicolaus Snellenburch, hebben besteed tot de stichting van een officium ecclesiasticum, ter ere van God, Maria en Sint Walburgis, waartoe zij aan de bisschop van Traiectum (Utrecht), Alphardus Kreynck, priester, presenteren. Na diens dood zullen de inkomsten aan provisoren en gildemeesters ofwel aan deken, kapittel en vicarissen toevallen. a) Geïnsereerd in de brieven van 1508 september 23 (reg.nrs. 29 en 30). 21 1502 maart 17 Fridericus, markgraaf van Baden, bisschop van Traiectum, ratificeert de stichting van het officium, zoals dit beschreven is in de brief, waardoor deze is gestoken en institueert Alphardus Kreynck, vicaris in de Sint Walburgiskerk. a) Geïnsereerd in de brieven van 1508 september 23 (reg.nrs. 29 en 30). 22 1502 juli 19 (op dinxedach na divisione apostolorum) Richter en schepenen van Zutphen oorkonden, dat Jacob in die Biele en zijn vrouw Gertruit aan olderlieden en gildemeesters van Sint Walburgisgilde een jaarrente van vier gouden Rijnse guldens en een oort hebben verkocht uit hun huis in de Berlehesze voor het stichten van een geestelijk officium. a) Oorspronkelijk (Inv.nr. 5). Met een fragment van het zegel en contrazegel van de stad in groene was. Archiefnummer 464 (regestenlijst) Pagina 5 van 30
b)
In dorso: aantekening betreffende de lossing.
23 1503 december 19 Fridericus, markgraaf van Baden, bisschop van Traiectum, ratificeert ten verzoeke van magister Gerardus Nusynck, kanunnik, de stichting van het officium, zoals dat beschreven is in de brief waardoor deze gestoken is, en institueert daartoe magister Henricus then Koir, kanunnik van Sint Walburgis in Zutphania. a) Oorspronkelijk (Inv.nr.13). Het zegel ad causas van de bisschop is verloren gegaan. De brief is gestoken door die van 1501 juni 23 (reg.nr. 19). b) Geïnsereert in de brief van 1527 juni 7 (reg.nr. 612 van het kapittel). 24 1505 april 28 (des maenendaiges post dominicam Vocem jocunditatatis) Garschelis van Scherpenseill, richter te Arnhem en van Veluwezoom, oorkondt, dat meester Johan then Walle volgens zijn verklaring per testament aan deken en kapittel van Sint Walburgiskerk in Zutphen een jaarrente heeft geschonken van 15 Rijnse guldens uit zijn goed Corttenoever, gelegen in het ambt Brummen, kerspel Wychmont, grenzend aan het kapittelgoed Roeversweert, om daarmee het officium te funderen volgens de stichtingsbrief. a) Afschrift in Liber camerae (Inv.nr. 3 van het kapittel). F. 133 r-v. Gewaarmerkt door notaris Petrus van Suchtelen. Zie reg.nrs. 32 en 35 van 1510 april 7 en 1511 juli 12). 25 1505 november 17 (opten manendach post Brictii) Henrick Berck en Arnd Slyndewater, schepenen van Zutphen oorkonden, dat heer Ailbert van Vreden, priester en vicaris in de grote kerk, aan olderlieden en gildemeesters van Sint Walburgisgilde heeft verkocht een jaarrente van vijf pond zoals beschreven in brieven van 1455 april 27 en 1479 november 12 (reg.nrs. 8 en 6). a) Oorspronkelijk (Inv.nr. 16). Met fragment van het zegel van Henrick Berck, dat van Arnt Slyndewater is verloren gegaan. 26 1506 januari 29 (Bononia quarta kalendas februarii) Paus Julius bevestigt de stichting en statuten van de broederschap van Sint Walburgis in de Walburgiskerk te Zutphen. De paus belooft een aflaat van twintig jaren en twintig maal 40 dagen aan degenen, die de kerk van Sint Walburgis op vier in de akte vermelde feestdagen bezoeken. a) Oorspronkelijk (inv.nr. 6). De pauselijke bulla is verloren gegaan. b) Afschrift in Liber camerae (Inv.nr. 3 van het kapittel) f. 110r-v. Deze akte is gewaarmerkt door notaris Petrus van Suchtelen. c) Afschrift in Collectie Kreynck (Archiefnummer 141) ‘Fundatiën’ (inv.nr. 31) f. 87 r-v. d) Huberts II p. 28-29 no. 1167. 27 1508 augustus 18 (opten fridach na Assumptione Marie) Henrick Berck en Henrick Berner, schepenen van Zutphen oorkonden dat Gertruit Necken aan olderlieden en gildemeester van Sint Walburgisgilde de rente van een half pond heeft opgedragen, zoals beschreven in de brief waardoor deze is gestoken. a) Oorspronkelijk (Inv.nr. 17). Met het geschonden zegel van Henrick Berck in groene was. Het zegel van Aelt Yseren is verloren gegaan. Deze brief is gestoken door die van 1494 juli 31 (reg.nr. 16). 28 1508 augustus 19 (opten saterdach post festum Assumptionis gloriose virginis Marie) Henricus then Koer, Johannes Aessack, Ludolphus van Haeren en Gerardus Roitbaert, olderlieden en gildemeesters van Sint Walburgisgilde, verklaren dat zij van meester Willibrordus Boeningerhoff, deken van Sint Walburgiskerk en kanunnik van Sint Lebuiniskerk in Deventer, 100 gouden Rijnse guldens hebben ontvangen, waarvoor zij een jaarrente van vijf guldens zullen geven uit de renten van het gilde. De som gelds is afkomstig van wijlen meester Gerrit [Nusinck] tot het houden van een dagelijkse mis en bestemd voor het verwerven van aflaten voor broeders en zusters van het gilde. Archiefnummer 464 (regestenlijst) Pagina 6 van 30
a)
Oorspronkelijk (Inv.nr. 35). Het geheimzegel van het kapittel ontbreekt.
29 1508 september 23 (Zutphania in domo nostra capitulari) Notaris Henricus Schilt de Zutphania geeft ten verzoeke van Alphardus Kreynck, vicaris van de Sint Walburgis, een vidimus van de geïnsereerde brieven dd 1502 maart 14 en maart 17 (reg.nrs. 20 en 21). a) Oorspronkelijk (Inv.nr. 7). Met de signatuur van de notaris. 30 1508 september 23 (Zutphania in domo nostra capitulari) Notaris Henricus Schilt de Zutphania maakt een instrument van het door vicedeken Hermannus Boegell en de kanunniken van Sint Walburgis in Zutphania gegeven vidimi, op verzoek van de vicaris Alphardus Kreynck van de geïnsereerde brieven dd 1502 maart 14 en maart 17 (reg.nrs. 20 en 21). a) Oorspronkelijk (Inv.nr. 7). Met de signatuur van de notaris en het geschonden geheimzegel van het kapittel in groene was. b) In dorso: ad usum confraternitatis. 31 1510 april 7 (in predicte colegiate ecclesia Sancte Walburgis opidi Zutpheniensis) Notaris Henricus then Koer instrumenteert, dat magister Johannes ten Wall, licentiaat in de rechten, ter ere van God, Maria en Sint Walburgis in de collegiale kerk in Zutphania een officium ecclesiasticum heeft gesticht, waarvoor hij als inkomsten een rente van 15 Rijnse guldens heeft aangewezen uit zijn goed in Cortenoever op Velua aan de Isula gelegen, in de parochie Wichmunt, ambt Brummen, welke inkomsten na de dood van de laatste bezitter zullen toevallen aan deken, kapittel en vicarissen voor hun dagelijkse uitdelingen. Voorts wijst hij als eerste officiant aan magister Johannes van der Weyden, licentiaat in de rechten, kanunnik van de kerk van Sint Walburg in Arnhem. a) Afschrift in Liber camerae (Inv.nr. 3 van het kapittel). f. 113v-114r. Gewaarmerkt door notaris Petrus van Suchtelen. b) Afschrift in Collectie Kreynck (Archiefnummer 141) ‘Fundatiën’ (Inv.nr. 31) f. 68v-69r. 32 1510 september 5 (in predicto opido Zutphaniensis) Notaris … instrumenteert, dat Johannes te Kalfseler, vicaris van het altaar der Elfduizend maagden en Sint Agnes in de kerk van Sint Walburgis in Zutphania, een officium ecclesiasticum heeft gesticht ter ere van God, Maria en Sint Walburgis, voor welk officium hij verschillende renten als inkomsten heeft bestemd, die na zijn dood aan deken, kapittel en vicarissen zullen vervallen. Voorts wijst hij Johannes Slacheck als eerste officiant aan. a) Afschrift in Collectie kreynck (Archiefnummer 141) ‘Fundatiën’ (Inv.nr. 31) f. 88r-v. 33 1511 juli 12 Fridericus, markgraaf van Baden, bisschop van Traiectum, ratificeert de stichting van het officum van Johannes te Kalfseler, vicaris te Zutphania in de kerk van Sint Walburgis en begiftigt daarmee Johannes Slacheck. a) Afschrift in Collectie Kreynck (Archiefnummer 141) ‘Fundatiën’ (Inv.nr. 31) f. 89v. 34 1517 september 7 Philippus de Burgundia, bisschop van Traiectum, ratificeert de instelling van het officium van Johannes te Kalfseler, vicaris te Zutphen in de kerk van Sint Walburgis, en begiftigt daarmee Johannes Slacheck. a) Afschrift in Collectie Kreynck (Archiefnummer 141) ‘Fundatiën’ (Inv.nr. 31) f. 89v. 35 1524 mei 12 (op sunte Pancracius avont) Meester Herman Barner, licentiaat in de rechten en kanunnik te Zutphen, verklaart aan olderlieden en gildemeesters van Sint Walburgisgilde in de grote kerk een jaarrente van twee gouden Rijnse guldens Archiefnummer 464 (regestenlijst) Pagina 7 van 30
te hebben verkocht gaande uit zijn halve kamp genaamd Barmelskamp, gelegen over de IJssel achter de “Steennenkamer”. a) Oorspronkelijk (Inv.nr. 18). Met fragment van het zegel van meester Herman in groene was. b) In dorso: uyt Melys van Lenneps huyss. 36 1525 december 6 (op dach Nicolai episcopi) Richter en schepenen van Zutphen oorkonden, dat Aloff van Lennep en zijn vrouw Thonis aan olderlieden en gildemeesters van Sint Walburgisgilde in de grote kerk een jaarrente van acht gouden Rijnse guldens hebben verkocht uit hun huis aan de Lange Hoffstraat. a) Oorspronkelijk (Inv.nr. 19). Het stadszegel is verloren gegaan. 37 1525 december 6 ( op dach Nicolai episcopi) Henrick van Voirden en Andryes Aetsack, schepenen van Zutphen, oorkonden dat Aloff van Lennep en zijn vrouw Thonys aan olderlieden en gildemeesters erfwaarschap hebben beloofd van de rente van acht gouden Rijnse guldens uit hun huis in de Lange Hoffstraat. a) Oorspronkelijk (Inv.nr. 19). Met fragmenten van de zegels van beide oorkonders in groene was. 38 1526 september 8 (Zutphania in eadem eccesia sepedicta) Notaris Johannes Besselinck de Zutphania instrumenteert dat heer Andreas de Stienre, kanunnik in de Sint Walburgiskerk te Zutphania, door magister Petrus de Zuchtelen, kanunnik, en Johannes Aissack, vicaris, als rectores, provisors en collatores van de broederschap van Sint Walburgis, begiftigd wordt met het officium perpetuum ter ere van Sint Walburgis, welke plaats was vrijgekomen door de resignatie van de vicaris Alphardus Kreynck. a) Oorspronkelijk (Inv.nr. 8). Met de signatuur van de notaris. 39 1527 juli 9 (op octava Visistationis Marie virginis) Richter en schepenen van Zutphen oorkonden, dat Beernt Koen en zijn vrouw Truytghen aan meester Wylhem Yseren, deken van de grote kerk, een jaarrente van 2½ goudguldens hebben verkocht uit hun huis in de Boedickerstraat ten behoeve van het officium, gesticht door wijlen heer Johan then Kalffzler. a) Gewaarmerkt gelijktijdig afschrift (Inv.nr. 20). b) In dorso: ad vicarios. c) Afschrift in Collectie Kreynck (Archiefnummer 141) ‘Fundatiën’ (Inv.nr. 31) f. 88. d) Hubert II p. 31 no. 1194. 40 1530 augustus 11 (op donresdach post Lauwrencii martiris) Richter en schepenen van Zutphen oorkonden, dat Herman van Zynderen en zijn vrouw Margareta aan heer Peter van Ercklentz, kanunnik van Sint Walburgis, een jaarrente hebben verkocht van vijf goudguldens gaande uit hun huis op het Oldewanth. a) Oorspronkelijk (Inv.nr. 22). Met fragment van het zegel en contrazegel van de stad in groene was. Deze brief was gestoken door die van 1541 juli 31 (reg.nr. 43). b) In dorso: aantekening over de lossing. 41 1535 februari 18 (donredaiges nae dem sondaige invocavit) Gerrit Berner en Gerrit Schimmelpenninck, schepenen van Zutphen, oorkonden dat meester Herman Barner, licentiaat in de rechten en Peter van Suchtelen, kanunniken in de Sint Walburgiskerk namens het kapittel aan Sybert van Bell de jaarrente hebben opgedragen van vijf guldens, zoals beschreven in de brief waardoor deze was gestoken. a) Oorspronkelijk (Inv.nr. 22). Het zegel van de eerste oorkonder is verloren gegaan, van de tweede oorkonder is het zegel in groene was geschonden. b) In dorso: uit aantekeningen blijkt, dat heer Andries van Steenre en Lodewich Tenckinck, olderlieden van Sint Walburgis in 1543 de oorspronkelijke brief ten behoeve van het gilde hebben aangekocht van Johan van Beel met voorwaarden voor de lossing. Archiefnummer 464 (regestenlijst) Pagina 8 van 30
N.B. de transfigeerde brief waarover in de brief sprake is, is verloren gegaan. 42 1538 januari 11 (Daventria in aula domus magistri Henrici then Coer quam infra emunitatem dicte ecclesie sancti Lebuini Daventrie inhabitat) Notaris Wilhelmus Lippinck instrumenteert, dat de magisters Hermannus Barner, licentiaat in de beide rechten, deken Petrus van Suchtelen en Henricus then Coer, kanunniken van Sint Walburgis in Zutphania verklaard hebben in tegenwoordigheid van magister Henricus then Coer, kanunnik van Sint Lebuinus, dat Gerardus Nusynck, in leven kannunik van Sint Walburgis in 1501 ter ere van Maria en Walburgis een officium heeft gesticht waartoe, zoals uit brieven van 1501 juni 23 blijkt, dat Henricus then Coer werd geïnstitueert als officiant met een bevestiging van de bisschop van Utrecht. Volgens de bepaling van de stichter zullen na de dood van de officiant zekere inkomsten van het officium worden besteed aan uitdelingen aan deken, kapittel en vicarissen, terwijl andere opbrengsten en het huis van Nusynck in Novum Oppidum door Henricus then Coer zijn toegewezen aan de broederschap van Sint Walburgis. a) Oorspronkelijk (Inv.nr. 14). Met de signatuur van de notaris. b) In dorso: ad fraternitatem. 43 1541 juli 31 (op avont sente Peters ad vincula) Deken en kapittel van Sint Walburgis in Zutphen verklaren aan olderlieden en gildemeesters van Sint Walburgisgilde de rente van vijf goudguldens te hebben opgedragen, zoals beschreven in de brief waardoor deze is gestoken. a) Oorspronkelijk (Inv.nr. 22). Met het geschonden secreetzegel van het kapittel in groene was. Deze brief was gestoken door die van 1530 augustus 11 (reg.nr. 40). 44 1545 juli 15 Deken en kapittel van Sint Walburgis in Zutphen verklaren, dat zij aan Arnt tho Coirnenbleck de halve waar in de marke Harffzen, eertijds van Corenbleck naar Hasewinckel overgebracht, maar nu in het goed “tzo Spiegell” zullen overlaten, wanneer zijn aanspraken hierop gegrond blijken. In dat geval zullen Jacob Vieracker en zijn vrouw Kunegundt, van wie zij de waar hebben verworven, een vergoeding van 16 gouden Gelderse Rijderguldens betalen. a) Oorsrponkelijk (Inv.nr. 15). Met fragmenten van het opgedrukt geheimzegel van het kapittel in groene was onder een papieren ruit. 45 1549 januari 18 (up vrydach nae Pontiani martyris) Hilbrandus Vryen, kanunnik van Sint Lebuinuskerk in Deventer, verklaart met toestemming van de senior kanunnik en het kapittel aldaar uit zijn huis, gelegen in de vrijheid van de kerk, een jaarrente van twee en half goudgulden heeft verkocht aan de broederschap of gilde van Sint Walburgis in Zutphen voor een som geld afkomstig van geloste renten uit zijn officium in Sint Walburgiskerk, welk officium na zijn dood aan de broederschap zal komen. a) Oorspronkelijk (Inv.nr. 22). Met fragment van het [tegen]zegel van het kapittel van Sint Lebuinis in groene was, dat van Hilbrandus Vryen is verloren gegaan. b) In dorso: ad fraternitatem. 46 1549 november 19 Heer Peter van Steenbergen, [kanunnik later deken], verklaart dat hij van de olderlieden van Sint Walburgisgilde in Zutphen 100 goudguldens heeft ontvangen, waarvoor hij een jaarrente van vijf goudguldens vestigt op het goed “die Ochoirs”, gelegen in het kerspel Wychmonth. a) Oorspronkelijk (Inv.nr. 23). Met het geschonden zegel van heer Peter van Steenbergen in groene was. 47 1550 december 10 (opten goensdach nae unser Liever Frauen daige conceptionis)
Archiefnummer 464 (regestenlijst) Pagina 9 van 30
Richter en schepenen van Zutphen oorkonden dat Arnt Ubbekinck Wilhemszoon en zijn vrouw Elisabeth aan Gertjen Kretiers, dochter van wijlen Berndt van Kretier een jaarrente hebben verkocht vijf Joachimdaalders gaande uit hun huis in de Spittaelspoort. a) Oorspronkelijk (Inv.nr. 25). Met het zegel en contrazegel van de stad in groene was. Door deze brief is gestoken die van 1552 maart 10. b) In dorso; ad fraternitatem.
Archiefnummer 464 (regestenlijst) Pagina 10 van 30
Sint Catharinagilde (Schippersgilde) 48 1538 maart 30 (op saterstag na dem sondage Oculi) Henrick van Vorden en meester Johan van Luchteren, schepenen van Zutphen, oorkonden dat Johan Kremer en zijn vrouw Swene aan olderlieden en gildemeesters van het Sint Catherinagilde erfwaarschap beloven van de jaarrente van anderhalve goudgulden, die is verkocht uit hun huis aan de Lairpoort. a) Oorspronkelijk (Inv.nr. 36). Met een losgeraakt fragment van het zegel van de eerste oorkonder in groene was; dat van de tweede is verloren gegaan.
Archiefnummer 464 (regestenlijst) Pagina 11 van 30
Sint Christoffelgilde 49 1540 februari 21 (opten saeterdachavent Petri ad Cathedram) Gerrith Schimmelpenninck en Mathys van Broickhuesen, schepenen van Zutphen, oorkonden dat Margaretha, weduwe van Roethger van der Knyppenborch, aan het Sint Christoffelgilde een jaarrente heeft verkocht van vijf goudguldens uit haar derde deel van het goed “den Hoeffte” in Koertenoever in het kerspel Brummen. a) Oorspronkelijk (Inv.nr. 42). Met het geschonden zegel van de eerste oorkonder in groene was, dat van de tweede is verloren gegaan. 50 1547 november 14 (opten manedach post Martini episcopi) Richter en schepenen van Zutphen oorkonden, dat Arndt Wentinck en zijn vrouw Gertken aan het Sint Christoffelgilde een jaarrente hebben verkocht van 2½ daalders uit het tweederde deel van hun huis in de Beckerstraat. a) Oorspronkelijk (Inv.nr. 43). Met het fragment van het zegel en contrazegel van de stad in groene was. 51 1547 november 14 (opten manedach post Martine episcopi) Lueloff te Ryth en Henrick van der Capellen, schepen van Zutphen oorkonden, dat Arndt Wentinck en zijn vrouw Gertken beloven garant te staan voor de betaling van de jaarrente van 2½ daalders uit het tweederde deel van hun huis in de Beckerstraat. a) Oorspronkelijk (Inv.nr. 43). Met de zwaar geschonden zegels van beide schepenen in groene was.
Archiefnummer 464 (regestenlijst) Pagina 12 van 30
Godsgilde 52 1454 januari 11 (up vrydach nae Epiphanie) Johan Huerninck verklaart aan olderlieden en gildemeesters van het Godsgilde in de grote kerk een jaarrente verkocht te hebben van anderhalve Rijnse gulden, te betalen op eerste kerstdag, geheten ‘midwynter’, uit zijn goederen binnen en buiten Zutphen. Met een aantekening dat Arnt Huernynck, broer van Johan Huernynck, toen hij het huis van hun vader kocht, elk jaar twee Rijnse guldens betaalde, terwijl in deze brief anderhalve gulden rente staat vermeld. a) Oorspronkelijk (Inv.nr. 44). Met een fragment van het zegel van Johan Huernynck in groene was. 53 1470 juni 15 (op sunte Vyts ende Moedestusdach martirum) Richter en schepenen van Zutphen oorkonden, dat Herman Wassynck ern zijn vrouw Jutte en Bernt Bille en zijn vrouw Alyt aan olderlieden en gildemeesters van het Godsgilde in de Sint Walburgiskerk een jaarrente van een gouden schild hebben verkocht uit hun huis buiten de Laerpoort. a) Oorspronkelijk (Inv. nr. 45). Met een fragment van het zegel en contrazegel van de stad in groene was b) In dorso een aantekening over de lossing, geschreven met een latere hand: Dit hues bewoennt nu Gerrit Kaeperschleger innden Laerportenn und placht ehertyts genuempt thoe warden Rymsnydersshuess. 54 1480 januari 20 (op sunte Agneten aevent virginis et martiris) Richter en schepenen van Zutphen oorkonden, dat Evert Daem en zijn vrouw Alyt aan olderlieden en gildemeesters van het Godsgilde in de grote kerk een jaarrente hebben verkocht van een pond uit hun huis aan de Boedikerstraat. a) Oorspronkelijk (Inv.nr. 46). Met een fragment van het zegel en contrazegel van de stad in groene was. b) In dorso aantekening over de gerechtelijke verkoop van het huis en het verlies van de rente. 55 1484 oktober 9 (op sunte Victoirs avont) Henrick Kreynck en Wilhem van Buerloe, schepenen van Zutphen, oorkonden dat Henrick Ass aan olderlieden en gildemeesters van het Godsgilde een jaarrente heeft verkocht van één Rijnse gulden uit zijn halve goed, gelegen “aver Yssell” in de buurtschap Wapsen. a) Oorspronkelijk (Inv.nr. 47). De zegels van beide oorkonders zijn verloren gegaan. 56 1537 juli 20 (opten vridach post festum Divisionis apostolorum) Ludolph van Achtevelt, stadhouder/richter voor Johan van Keppel, schout binnen en buiten Zutphen, oorkondt, dat Gerit van Naehuis en zijn vrouw Alyt aan Gerit ther Styeghe een jaarrente hebben verkocht van 2½ goudguldens uit het achterste deel van het goed ‘Tasteler’, gelegen in het kerspel Almen, buurtschap Harffsen. a) Oorspronkelijk (inv.nr. 48). Met het zegel van Ludolph van Achtevelt in groene was. Door de brief zijn gestoken die van 1540 juni 25 en 1545 april 10 (reg.nrs. 57 en 59). b) In dorso: Item VIJ Rider vor VJ maeck den gulden XXVIIJ stuver. 57 1540 juni 25 (op fridach nae Nativitatis Joannis geheiten midtsomer) Henrick van Vorden en Garrit Barner, schepenen van Zutphen, oorkonden dat Gerit ther Stege en zijn vrouw Thomas aan olderlieden en gildemeesters van het Godsgilde de rente van 2½ goudguldens hebben opgedragen, zoals die is beschreven in de brief waardoor deze is gestoken.
Archiefnummer 464 (regestenlijst) Pagina 13 van 30
a)
Oorspronkelijk (Inv.nr. 48). Met de geschonden zegels van de beide schepenen in groene was. Deze brief is gehecht aan de brieven van 1537 juli 20 en 1545 april 10 (reg.nrs. 56 en 59).
58 1545 maart 30 (opten manedach nae Palmdach) Richter en schepenen van Zutphen oorkonden, dat Frerick Poernaw en zijn vrouw Elsken aan olderlieden en gildemeesters van het Godsgilde een jaarrente hebben verkocht van één goudgulden en één oort uit hun huis in de Waterstaat en hun hof op de Neermarsch. a) Oorpsronkelijk (inv.nr. 49). Het stadszegel is verloren gegaan. b) In dorso: dyt huys ys verkoeft myt dwangh rechten gued. Wy laten den gulden ind J ortt onbespraeken bliven also dat dese brieff doet inde mach teken ys want dat huys nyet guet dar for waes. Anno LVIIJ. Pornas huys ynde Waeterstraet. 59 1545 april 10 (opten fridach nae den heiligen Paischdach) Gerit Schimmelpenninck en Lenze Veer, schepenen van Zutphen, oorkonden dat Gaert ten Naehuyszoon en zijn vrouw Ailheit van olderlieden en gildemeesters van het Godsgilde op de rente van 2½ goudguldens, tien gulden hebben ontvangen. De rente mocht gelost worden met 40 guldens. Door deze extra betaling komt de lossing nu op 50 goudguldens. Deze rente is beschreven in de brief waardoor deze is gestoken 1540 juni 25 en 1537 juli 20 (reg.nrs. 57 en 56). a) Oorspronkelijk (Inv.nr. 48). Met het zwaar geschonden zegel van de eerste oorkonder en dat van de tweede in groene was.
Archiefnummer 464 (regestenlijst) Pagina 14 van 30
Sint Joost en Sint Ewoldsgilde 60 1454 juli 30 (up dinsdach nae Panthaleonis martiris) Geryt Oeldrix en Alphart Schimmelpenninck, schepenen van Zutphen oorkonden, dat Derick van Lynthel en zijn vrouw Bartruut aan gildemeesters en gildebroeders van Sint Ewoltsgilde de jaarrente van één oud schild hebben verkocht, zoals beschreven in de brief waardoor deze is gestoken. a) Oorspronkelijk (inv.nr. 52). Het zegel van de eerste oorkonder is verloren gegaan, dat van de tweede is aanwezig in groene was. N.B. de brief waardoor deze was gestoken, is niet bewaard. 61 1482 juli 15 (Rome apud sanctum Petrum…. Idus Julii) Julianus, bisschop van Ostia, staat de broederschap van Sint Ewold en Sint Judocus in de Sint Walburgiskerk in Zutphania toe om op hun altaar missen en andere diensten te doen verrichten. a) Oorspronkelijk (Inv.nr. 53). Met het zwaar geschonden zegel van de bisschop in rode was in een blikken doosje. b) Afschrift in Collectie Kreynck (Archiefnummer 141) ‘Fundatiën’ inv.nr. 31 f. 106r. c) Huberts II no. 1118 p. 23.
Archiefnummer 464 (regestenlijst) Pagina 15 van 30
Sint Olafsgilde 62 1524 maart 29 (sdynsedages post Pascha) Arnt Schlyndewater en Jacob Hurnynck, schepenen van Zutphen, oorkonden dat Evert Kystemaker en zijn vrouw Elysabeth aan meester Johan ten Walle beloven de jaarrente van 2½ gouden Rijnse guldens te garanderen, door Evert en Elysabeth gevestigd op hun huis in de Buykerstraat, aan het Sint Olavusgilde. a) Oorspronkelijk (Inv.nr. 68). De zegels van beide schepenen zijn verloren gegaan. 63 1524 april 12 (sdinssedages post Misericordia Domini) Richter en schepenen van Zutphen oorkonden dat Evert Kistemaker en zijn vrouw Elisabeth aan het Sint Olavusgilde in de kerk in Zutphen een jaarrente hebben verkocht van 2½ gouden Rijnse guldens uit hun huis in de Buykerstraat. a) Oorspronkelijk (Inv.nr. 68). Met fragmenten van het zegel en contrazegel van de stad in groene was.
Archiefnummer 464 (regestenlijst) Pagina 16 van 30
Sint Quirinusgilde 64 1394 april 23 (des donredages nae Paschen) Richter en schepenen van Zutphen oorkonden dat Lumme Coppers aan Lamme, weduwe van Ludeken Deinen, een jaarrente heeft verkocht van één pond uit haar huis in de Niestat in de Halrestraat. a) Oorspronkelijk (Inv.nr. 69). Het stadszegel is verloren gegaan. b) In dorso: Sunt Quirinus gilde. 65 1397 Richter en schepenen van Zutphen oorkonden, dat Wenemar ten Hulst en zijn vrouw Trude aan Kunne, weduwe van Claes Vredeman, een jaarrente van één pond hebben verkocht uit hun huis in de Halrestraat, welke rente Kunne op haar beurt afstaat aan Wybbe, dochter van haar dochter Bele en vrouw van wijlen Plonis Iseren. a) Oorspronkelijk (Inv.nr .69). Met het geschonden zegel en contrazegel van de stad in groene was. b) In dorso: eyn punt [=guet] in der Halre straten. Rotgher maelre huus Herman van Zueren.
Archiefnummer 464 (regestenlijst) Pagina 17 van 30
Sacramentsgilde 66 1382 oktober 1 (op sunt Remigius dach) Jelis Iseren en Henrick Seris, schepenen van Zutphen, oorkonden dat Jan van Rip[en] en zijn vrouw Kathryne aan Gerloch Kempinck een jaarrente hebben opgedragen van tien schellingen uit hun huis in de Niestat op de hoek tegenover het kerkhof ten behoeve van de “luchtinge” voor het H. Sacrament in de grote kerk. a) Afschrift (Inv.nr. 94) f. 1r-v. In de marge: anno ’87 die roesmol up die Niestadt. 67 1385 januari 2 (des manendaghs nae Jaersdach) Richter en schepenen van Zutphen verklaren een jaarrente van 18 oude gouden schilden te hebben verkocht aan Gerloch Kempinch en Geertrut, dochter van Henric Louwers om ten eeuwigen dage daarvan een waskaars van 25 pond te branden voor het H. Sacrament in de kerk van Sint Walburgis. Gerloch en Geertrut zullen die rente als lijftocht hebben en Katherine up den Kelre, zuster van Lubbert up den Kelre zal hiervan zes schilden levenslang hebben, indien zij Geertrut Louwersdochter overleeft. Mocht de rente worden afgelost, dan zal de hoofdsom opnieuw worden belegd ter ere Gods. a) Oorspronkelijk (inv.nr. 99). Het stadszegel is verloren gegaan. 68 1388 december 20 (op sunt Tomas avent) Richter en schepenen van Zutphen oorkonden, dat Jan ten Berge en zijn vrouw Geese van Gert de Coster en zijn vrouw Biele een tuin in de Nyestat hebben aangenomen voor één pond per jaar, drie penningen en een half hoen. a) Afschrift in (Inv.nr. 94) f. 1r. 69 1389 augustus 9 (up sunte Laurencius avont) Alphart van Drinen en Gerlogh Kempinch, schepenen van Zutphen, oorkonden dat Jan van der Borgh en zijn vrouw Berte hebben verklaard, bij wijze van testament, aan de “luchtinge” van het H. Sacrament in de grote kerk drie pond was en voor het “Onser Vrouwen beelde” drie pond was schuldig zijn, te betalen uit het huis waarin zij wonen op de hoek tegenover de “Wintegghe” in de Spiegelstraat. a) Oorpsronkelijk (Inv.nr. 100). Met fragment van het zegel van de eerste oorkonder en het geschonden zegel van de tweede in groene was. N.B. onder de brief: harum litterarum sunt dum eiusdem tenoris. b) Afschrift in (Inv.nr. 94) f. 14r. c) Ander exemplaar in het Archief van de Kerkmeesters (Archief 62) 70 1391 september 22 (up sunte Mauricius dach) Richter en schepenen van Zutphen oorkonden, dat Henrick Walldynck en Zwene zijn vrouw van Henrick Hueginck, zijn moeder Mette en zijn vrouw Jutte de garde, gelegen op de hoek bij de verste Lairpoort, in erftins hebben genomen voor negen pond en twee hoenders per jaar. a) Oorpsronkelijk (Inv.nr. 101). Het stadszegel is verloren gegeaan. Deze brief is gestoken door die van 1431 mei 5 (reg.nr. 77). b) Afschrift in (Inv.nr. 94) f. 19v. 71 1400 januari 11 (des sonnendaiges nae Epiphanie domini) Richter en schepenen van Zutphen oorkonden, dat Lambert Wegelhoirst en zijn vrouw Wobbe aan Henryck Kreynck, wijlen Gerit Costerszoon, een pond per jaar schuldig zijn uit hun huis in de Nyestat op de hoek in Basserort. a) Afschrift in (Inv.nr. 94) f. 1r.
Archiefnummer 464 (regestenlijst) Pagina 18 van 30
72 1403 december 19 (des wonsdachs nae sunte Luciendach) Richter en schepenen van Zutphen oorkonden, dat Dirck van Moerssze en zijn vrouw Gryete ten behoeve van de “luchtinge” van het H. Sacrament in de grote kerk een jaarrente van één pond hebben verkocht uit hun huis buiten de Laarpoort achter de Coelsteeg. a) Oorspronkelijk (Inv.nr. 101). Met een fragment van het stadszegel in groene was. 73 1418 september 17 (op sunte Lambertsz dach) Richter en schepenen van Zutphen oorkonden, dat Kathryne van der Capellen, haar zoon Gerlich van der Capellen en diens vrouw Barthe aan Gerrit Schulten en zijn vrouw Styne een jaarrente van een oud schild hebben verkocht uit hun tuin, gelegen “in den nyen dyek” buiten de Nye poort op de hoek. a) Afschrift in (Inv.nr. 94) f. 18v. e.v. 74 1426 januari 8 (des dynxedaiges na Dartheynden) Gerit van der Voirst en Johan van Ryseren, schepnen van Zutphen oorkonden, dat Henrick Kreynck en zijn vrouw Alyt aan meester Gerit Enckelken en zijn vrouw Lisebeth de rente van een oud schild hebben opgedragen, die beschreven staat in de brief waardoor deze was gstoken. a) Afschrift in (Inv.nr. 94) f. 19r. 75 1428 april 21 (des wonsdaiges na Misericordia) Richter en schepenen van Zutphen oorkonden, dat Henrick Wilsekinck en zijn vrouw Jutte aan Jutte Wiggers en haar dochter Kathryne jaarlijks een rente schuldig zijn van vijf pond uit een huis in de Nyestat aan de Penningstraat. a) Afschrift in (Inv.nr. 94) f. 1v. 76 1429 april 12 (des dinxedaiges na Misericordias domini) Richter en schepenen van Zutphen oorkonden, dat Warenbolt Stuyrman en zijn vrouw Alyt aan Kathryne des Vryesen een jaarrente hebben verkocht van een oud gouden schild uit hun huis of schuur aan de Beke op de Haigen naast Rypenshuis. a) Afschrift in (Inv.nr. 94) f. 4v. 77 1431 mei 5 (des daterdaigs na de heiligen Cruyss dach Invencionis) Alphart Kreynck en Evert van der Voirst, schepenen van Zutphen oorkonden, dat Andries Hueginck en Baite, zijn vrouw, de rente van negen pond, zoals beschreven in de brief waardoor deze is gestoken, opdragen en waarborgen aan Johan Kreynck en Arnt van der Zwyp, “verwaerers’van het H. Sacrament in de grote kerk ten behoeve van de “luchtinge”. Andries en Baite zullen echter twee hoenders voor zichzelf mogen behouden waarvan sprake is in de brief, waardoor deze is gestoken. a) Oorspronkelijk (Inv.nr. 101). Met fragmenten van de zegels van beide oorkonders in groene was. Deze brief is gestoken door die van 1391 september 22 (Reg.nr. 70). Het stuk is zwaar beschadigd. b) Afschrift in (Inv.nr. 94) f. 19v. 78 1437 juli 9 (des dinxedaiges na sunt Martens dach translationis) Richter en schepenen van Zutphen oorkonden, dat Henrick Stuyrman en zijn vrouw Biele aan Johan Kreynck en Arnt [van der] Swype, “verwaeres” van stadswege van het H. Sacrament, ten behoeve van de “luchtinge” een jaarrente van drie oude gouden schilden hebben verkocht uit hun huis aan de Koirnmarkt. a) Afschrift in (Inv.nr. 94) f. 9 r/v. 79 1438 april 26 (des saiterdaiges an den sonnendach Quasimodo)
Archiefnummer 464 (regestenlijst) Pagina 19 van 30
Johan Kreynck en Zele Keppelman, schepenen van Zutphen, oorkonden dat meester Gerrit Apteker en zijn vrouw Lisebeth ten behoeve van de “luchtinge” van het H. Sacrament een rente van een oud gouden schild hebben opgedragen, zoals beschreven in de brief waardoor deze is gestoken. a) Afschrift in (Inv.nr. 94) f. 19 r/v. 80 1438 december 28 (des sonnendaiges na den hilligen Kersdach) Richter en schepenen van Zutphen oorkonden, dat Herman Necke en zijn vrouw van Fenne Kreynckx en haar zoons Johan, Gerrit en Andries een huis en tuin buiten de Lairpoort in erftins hebben gepacht. a) Afschrift in (Inv.nr. 94) f. 18v. 81 1445 februari 3 (up sunt Blasius dach) Richter en schepenen van Zutphen oorkonden, dat Peter van Mulhem en zijn vrouw Gertruit ten behoeve van de “luchtinge” van het H. Sacrament een jaarrente van twee pond hebben verkocht uit hun huis in de Calenstraat. a) Afschrift in (inv.nr. 94) f. 9r. 82 1445 november 24 (op sunte Kathrynen avent) Richter en schepenen van Zutphen oorkonden, dat Derick Hulsinck en zijn vrouw Alit ten behoeve van de “luchtinge” van het H. Sacrament een jaarrente van vier pond verkocht hebben uit hun huis buiten de Lairpoort. a) Afschrift in (Inv.nr. 94) f. 20v. Onder de akte een aantekening inzake de aflossing in 1552 en de herbelegging in het volgende jaar. 83 1448 juli 24 (up sunte Jacobs avent maioris) Richter en schepenen van Zutphen oorkonden, dat Derick van Lynthel en zijn vrouw Bartruyt aan Johan Kreynck en Werner Tolner als “verwaerre” van de “luchtinge” van het H. Sacrament in de grote kerk een jaarrente hebben verkocht van twee oude gouden schilden uit hun gaarde in de Koelsteeg. a) Oorsponkelijk (Inv.nr. 103). Met een fragment van het zegel en contrazegel van de stad in groene was. b) Afschrift in (Inv.nr. 94) f. 21v. 84 1449 augustus 4 (upp maendach na sunte Petersdach ad Vincula) Andries Iseren en Andries IserenThonyszoon, schepenen van Zutphen, oorkonden dat Aernt van Zwype aan Thonys Iseren en Geryt van der Voerst, kerkmeesters, en aan Johan Kreynck en Werner Tolner, “verwaerre” van de “luchtinge” van het H. Sacrament, met toestemming van zijn vrouw Elsebe en bij wijze van testament 312 Rijnse guldens heeft opgedragen, die Albert van den Koernmarckte hem nog schuldig is, dit ten behoeve van de “tymmeringe” en van de “luchtinge” van het H. Sacrament. a) Oorspronkelijk (Inv.nr. 104). Met de zegels van de beide oorkonders, dat van de tweede is geschonden. b) Afschrift in (Inv.nr. 105). 85 1449 december 16 (op dinxedach na sunt Lucien dach virginis et martiris) Richter en schepenen van Zutphen oorkonden, dat Werner Bannynck en zijn vrouw Elseken aan Conrait Plaiten en zijn vrouw Styne een jaarrente van een oud gouden schild hebben verkocht uit hun huis in de Nyestat in de Hallerstraat. a) Afschrift (Inv.nr. 94) f. 3r. 86 1453 mei 11 (op frydach na Assumptione Domini) Richter en schepenen oorkonden, dat Zele Keppelman en zijn vrouw juffer Gerryt aan Werner Tolner een jaarrente van drie gouden Rijnse guldens hebben verkocht uit hun huis in de Bodykerstraat. a) Afschrift (Inv.nr. 94) f. 4r. Archiefnummer 464 (regestenlijst) Pagina 20 van 30
87 1455 april 2 (op gudesdach na den hilligen Palmsdaige) Richter en schepenen van Zutphen oorkonden, dat Florens Ysebrantzoon en zijn vrouw Kathryne aan Andriess Yseren Toniszoon, Werner Tolner en Gerrit Aitsack, “verwaeres” van het Oude Gasthuis in de Heilige Geest, een jaarrente van een oud schild hebben verkocht uit hun huis in de Waiterstraat. a) Afschrift (Inv.nr. 94) f. 14 r-v. Onder de akte een aantekening betreffende de lossing in 1568.. 88 1457 februari 4 (op vrydach na Purificatione Marie) Werner Tolner verklaart, dat hij aan Willem Renszen, “verware ”van de “luchtinge” van het Heilig Sacrament in de grote kerk, de rente van drie Rijnse guldens verkocht heef, zoals die beschreven staat in de brief waardoor deze was gestoken. a) Afschrift (Inv.nr. 94) f. 4v. 89 1458 februari) (op goedensdach na Sunt Blasiusdach episcopi et martiris) Richter en schepenen van Zutphen oorkonden, dat Truede ten Raide aan Willem Renszen, “verwaere der luchtinge” van het H. Sacrament in de grote kerk, een jaarrente heeft verkocht van één pond uit haar huis op de Nyestat in de Lokenstraat. a) Oorspronkelijke (Inv.nr. 94) f. 9v-10r. 90 1458 september 6 ( op gunsdach na Egidii abbatis) Richter en schepenen van Zutphen oorkonden, dat juffer Ermgert van Witgensteyn, vrouwe van Wisch, aan Willem Renszen, “verwaire van de luchtinge” van het H. Sacrament in de grote kerk, een jaarrente geschonken heeft van één gouden Rijnse gulden uit haar “dwaershuese” gelegen achter het grote kerkhof tussen het huis van heer Henric, heer van Wysch, waarin juffer Ermgert woont en het armhuis geheten “Keppelenhuess”. a) Afschrift (Inv.nr. 94) f. 10r-v. In de marge staat geschreven: eynen golden gulden uyt Hacfarder huysinge. 91 1460 maart 10 (op manendach na dominica Remiminiscere) Derick van Drynen en Johan van der Capellen, schepenen van Zutphen, oorkonden dat Lysbeth van Zweten aan Werner Tolner en Francke van Zweten, ‘verwaires inder tyt der luchtinge” van het H. Sacrrament in de grote kerk, de rente van een oud schild schuldig is, zoals beschreven in de “statbrieff” waardoor deze was gestoken. a) Afschrift (Inv.nr. 94) f. 5r-v. 92 1461 januari 24 (op sunte Pauwels avent conversionis) Richter en schepenen van Zutphen oorkonden, dat Johan Tast en zijn vrouw Niese aan Werner Tolner en Francke van Zweten, “verwaires”des hilligen Sacramentz” in de grote kerk een jaarrente van vier gouden Rijnse guldens hebben verkocht uit hun huis in de Vleysschouwerstraat op de hoek bij de put. a) Afschrift (Inv.nr. 94) f. 11v. Onder de akte staat geschreven, dat 7 juli anno [15]67 de brief is gelost door meester Jacob van Presten van Gerrit Zelle. Voor iedere gulden werd gerekend 28 stuivers brabant. In hetzelfde jaar van 1567 op 13 juli werd het geld herbelegd. 93 1461 november 29 (op sunte Andriess avent apostoli) Richter en schepenen van Zutphen oorkonden, dat Gelmer van den Walle en zijn vrouw Griete, en Arnt van den Walle aan Johan Monick en zijn vrouw Ermgart een jaarrente verkocht hebben van vijf pond uit hun huis in de Waiterstaat. a) Afschrift (Inv.nr. 94) f. 16r-v. In de marge: aantekening betreffende de afbraak van dit huis in [15]85, de verkoop van de rente aan burgmeester Jacob Schimmelpenninck en het gebruik van de koopsom ter restauratie “des toorns op der Broederenclosters kercke” anno 1603.
Archiefnummer 464 (regestenlijst) Pagina 21 van 30
94 1462 juli 1 (op onser Liever Vrouwen avent visitationis) Johan Krybbe en Willem Rense, schepenen van Zutphen oorkonden, dat Johan Monick en zijn vrouw Ermgert aan Werner Tolner de rente van vijf pond verkocht hebben, zoals beschreven in de brief waardoor deze was gestoken. a) Afschrift (Inv.nr. 94) f. 17r. In de marge: Transfix van die vorscreven vif pundt ilcken (namelijk in de brief van 1461 november 29 reg.nr. 95). 95 1463 april 22 (op frydach na Belaiken Paischen) Richter en schepenen van Zutphen oorkonden, dat Gerryt Dryneman en zijn vrouw Styne aan meester Derick van Kranenborch, Styne’s zoon, een jaarrente van zes gouden Rijnse guldens verkocht hebben uit hun huis in de Korte Hoiffstraat. a) Afschrift (Inv.nr. 94) f. 14v-15r.). In de marge: sess golden gulden uyt Garryt van Suerrenhues. Onder de akte staat, dat in 1522 dit geld gelost is aan Peter Trypmaelrer en dat het geld vervolgens is herbelegd “an joffer Dora te Ysserens”. 96 1463 juli 14 (op donredach nae Margarite virginis) Richter en schepenen van Zutphen oorkonden dat Johan Leyendecker en zijn vrouw Griete aan Ott Keyen en zijn vrouw Gertken een jaarente van vijf gouden guldens hebben verkocht uit hun huis in de Spronckstraat. a) Afschrift (Inv.nr. 94) f. 27r-v. 97 1463 juli 26 (op dinxedach na Jacobi apostoli) Werner Tolner verklaart dat hij aan Francke van Zweten, “verwaire” van het H. Sacrament in de grote kerk, ten behoeve van de “luchtinge” een rente van vijf pond heeft verkocht zoals die beschreven staat in de brief waardoor deze was gestoken. a) Afschrift (Inv.nr. 94). F. 17r. In de marge: Transfix van die vurscreven vif pundt den hilligen Sacramenten gedain. (Namelijk zoals die beschreven is in de brieven van 1461 november 29 en 1462 juli 1 reg.nrs. 95 en 96). 98 1464 februari 1 (op onser Liever Vrouwen avent purificationis) Richter en schepenen van Zutphen oorkonden, dat Henrick Arntzoon, Peter van Hengelo en zijn vrouw Henrica, Arnt Henrixszoon en zijn vrouw Mechtelt aan Werner Tolner en Francke van Zweten, “verwaires des hilligen Sacramentz inder groiter kerken van Sunte Walburgen bynnen onser stat”, een jaarrente hebben verkocht van anderhalve Rijsne gulden uit hun huis in de “Groite Hoffstraite” op de hoek van de Cuepkenstraat. a) Afschrift (Inv.nr. 94) f. 17v. Boven de akte een aantekening inzake de lossing in 1516 en de lening aan broeder Jacob Schimmelpenninck. 99 1466 mei 9 (op fridach na Dominica Cantate) Richter en schepenen van Zutphen oorkonden, dat Francke van Zweten en zijn vrouw Hille aan Werner Toller, “verwaire” van stadswege van de “luchtinge” van het H.Sacrament “voir Middenmonster” een jaarrente hebben verkocht van twee pond uit hun hof buiten de Merspoort, “to vullest der lampen mede to beluchten die opten koir voir den hillichdom opten hoigen altair henget”. a) Afschrift (Inv.nr. 94) f. 21 r-v. Onder de akte een aantekening betreffende de lossing en herbelegging anno 1564 “an joffer van Dortes husinge”. 100 16 september 1466 (op sunte Lambertz avent) Richter en schepenen van Zutphen oorkonden, dat Thoniss van Elten en zijn vrouw Elseken aan Wolbert Scholdeman een jaarrente van vier pond verkocht hebben uit hun huis buiten de Hospittailspoort. a) Afschrift (Invr.nr. 94) f. 20r.
Archiefnummer 464 (regestenlijst) Pagina 22 van 30
101 1466 oktober 23 (op sunte Severyns dach episcopi) Andriess Yseren Toniszoon en Arnt Yseren, schepenen van Zutphen oorkonden, dat Conrait Plaite aan Herman van Ense en zijn vrouw Jutte een jaarrente van één oud schild heeft verkocht, zoals die beschreven stond in de brief waardoor deze was gestoken. a) Afschrift (Inv.nr. 94) f. 3v. 102 1467 juli 20 (op manendach na divisio apostolorum) Richter en schepenen van Zutphen oorkonden, dat Johan van Udem en zijn vrouw Gertruit aan Johan Wert een jaarrente van zes pond hebben verkocht uit hun huis buiten de Lairpoort. a) Afschrift (Inv.nr. 94) f. 22v. 103 1468 september 20 (op sunte Matheus avent apostoli) Richter en schepenen van Zutphen oorkonden, dat zij met goedvinden van de “guede lude van onser gemeynten” aan Henrick Kailsack en Johannes Wert, “verwaires van de luchtingen” van het H. Sacrament in de grote kerk een jaarrente van vijf gouden Rijnse guldens hebben verkocht. a) Afschrift (Inv.nr. 94) f. 12r. Marge: vyff golden gulden uyt der stat. 104 1469 maart 27 (op manendach na den hilligen Palmdach) Andriess Yseren Toniszoon en Andriess van Mermueden, schepenen van Zutphen, oorkonden dat meester Derick van Kranenborch aan heer Clauss van Dorsten, vicaris van de grote kerk, een jaarrente van zes gouden Rijnse guldens heeft verkocht, zoals die beschreven was in de brief waardoor deze was gestoken. a) Afschrift (Inv.nr. 94) f. 15r. 105 1469 november 7 (op sunte Willibrortz dach confessoris) Richter en schepenen van Zutphen oorkonden, dat Griete Bugginx, haar zoon Steven en diens vrouw Alyt aan Henrick Kailsack en Johan Wert, “verwaires van de luchtinge” van het H. Sacrament in de grote kerk hebben verkocht een jaarrente van zeven Rijnse guldens uit hun huis bij de Spittailspoort. a) Afschrift (Inv.nr. 94) f. 5v. Onder de akte een aantekening betreffende de lossing in 1507. 106 1469 november 8 (op wonsdach na sunte Willibrortz dach) Zele Keppelman en Alphert Yseren, schepenen van Zutphen, oorkonden dat Johan Meyerinck zijn goed tot onderpand stelt voor het geval dat Henrick Kailsack en Johan Wert, “verwaeres van de luchtingen” van het H. Sacrament, schade zouden hebben aan de rente van zeven gouden Rijnse guldens uit het huis van Griete Bugginx. a) Afschrift (Inv.nr. 94) f. 6r. Onder de akte een aantekening, dat de rente gelost is en nu aan Jan Schimmelpenninck toebehoort. 107 1470 september 12 (op gonsdach na Nativitatis virginis) Henrick Kailsack en Andriess [Yseren] Tonissen, schepenen van Zutphen, oorkonden dat Herman van Enze en zijn vrouw Gertruit aan Griete Budden de rente van één oud schild hebben verkocht, zoals die beschreven is in de brief, waardoor deze was gestoken. a) Afschrift (Inv.nr. 94 ) f. 3r. 108 1474 februari 9 (des gunsdaiges na onsser Liever Vrouwen dach geheiten Lichtmisse) Arnt Yseren en Johan Huerninck, schepenen van Zutphen, oorkonden dat Katryne Wiggers aan heer Peter Esselinck, pastoor op de Nyestat, de brief van drie pond heeft opgedragen, waardoor deze brief was gestoken. a) Afschrift (Inv.nr. 94) f. 1v.
Archiefnummer 464 (regestenlijst) Pagina 23 van 30
109 1475 maart 13 (op maendach na Dominica Judica) Richter en schepenen van Zutphen oorkonden, Johan Wert, “verwairre van de luchtinge” van het H. Sacrament in de grote kerk, het huis van Gerryt van Hackfort in de Waiterstraat, achter aan de stadsmuur, gerechtelijk heeft doen verkopen en dat het door hem is verworven ten behoeve van het H. Sacrament. a) Afschrift (Inv.nr. 94) f. 15v. 110 1475 juni 8 (op donredach nae Bonifacii et sociorum eius) Richter en schepenen van Zutphen oorkonden, dat Johan Ymminck en zijn vrouw Alyt aan Steven Snoeck en zijn vrouw Gertruit een jaarrente hebben verkocht van één gouden Rijnse gulden uit hun “loegaerden mitten koemen”, gelegen bij de Boevenberch te Zutphen. a) Oorspronkelijk (inv.nr. 107). Het stadszegel is verloren gegaan. Door deze brief is gestoken die van 1481 april 3 (reg.nr. 115). b) Afschrift (Inv.nr. 94) f. 2r-v. 111 1476 februari 14 (op sunt Valentijnsdach marteler) Mater en “ministersche” van Addamushuis (Adamanshuis), gelegen “ op der older stat op den oelden Wande”, verklaren dat zij aan Johan Weert, “verwaerre ”van het H. Sacrament in de grote kerk een jaarrente van twee schellingen hebben verkocht uit een hof buiten de Nyestatpoort bij de Hesmarckt. De mater behoudt uit deze hof nog een rente van zes schellingen. a) Oorspronkelijk (Inv.nr. 106). Het conventszegel is verloren gegaan. b) Afschrift (Inv.nr. 94) f. 10v-11r. In de marge: Anno 1587 was deze rente nog ongelost gebleven en bevond zich nu in het klooster Isendoorn [Zutphen]. 112 1476 maart 11 (op sunte Gregorius avent) Richter en schepenen van Zutphen oorkonden, dat Arnt Wandelyr en zijn vrouw Fye aan Johan Wert als “verwaere” van het H. Sacrament een jaarrente hebben verkocht van twee pond uit hun huis in de Waiterstraat. a) Afschrift (Inv.nr. 94) f. 17v-18r. In de marge: twie pont uyt Henrick van Hossers? huis. Het huis is in 1585 afgebroken. Onder de akte: Tho weeten dat deze twie pondt oock verkofft ind die koeppenningen geëmploiert sinnen als d’opdracht daer van int kentenisboeck deser stadt onder date den 6. januari 1603 registrert sinde vermeldet. 113 1476 december 14 (op saiterdach na sunt Luciendach virginis et martiris) Henrick Asse en Derick Mennynck, schepenen van Zutphen, oorkonden dat heer Peter Esselinck, pastoor op de Nyestat, aan Henrick Asse en Bernt Stufenberch, “verwaires van de luchtinge” van het H. Sacrament in de grote kerk, de rente van drie pond heeft verkocht, die beschreven is in de brief waardoor deze was gestoken. a) Afschrift (Inv.nr. 94) f. 2. 114 1480 november 10 (op sunte Martens avent in den wynter) Richter en schepenen van Zutphen oorkonden, dat Frederick Poppinck en zijn vrouw Bele aan Griete, weduwe van Thonys Yseren, een jaarrente van vijf gouden Rijnse guldens hebben verkocht uit hun huis aan de Zaltmarkt tussen het huis van Evert Bartelszoon “geheiten inden Raeden” (waarschijnlijk is “Raeven” bedoeld) . a) Afschrift (Inv.nr. 94) f. 24r-v. Onder de akte een aantekening dat de rente gelost werd in 1567 en opnieuw werd belegd. 115 1481 april 3 (des dinxedaiges nae den sonnendaige Letare Jherusalem in der heiligher Vasten) Johan Kreynck en Aernt Huernynck, schepenen van Zutphen, oorkonden dat Steven Snoick en zijn vrouw Gertruyt aan Johan Weert, verwaerre” van het H. Sacrament een rente ten behoeve van het H. Sacrament hebben verkocht, zoals beschreven in de brief waardoor deze is gestoken. Archiefnummer 464 (regestenlijst) Pagina 24 van 30
a) b)
Oorspronkelijk (Inv.nr. 107). De zegels van de beide oorkonders zijn verloren gegaan. Deze brief is gestoken door die van 1475 juni 8 (Reg.nr. 110). Afschrift (Inv.nr. 94) f. 2v.
116 1482 januari 2 (in octava sancti Steffani) Richter en schepenen van Zutphen oorkonden, dat Henrick Kistemaker en zijn vrouw Griete aan Johannes Wert, “verwaerre van de luchtinge” van het H. Sacrament een jaarrente van twee gouden Rijnse guldens verkocht hebben uit hun huis aan de Saltmarkt, geheten “dat Hierte”, gelegen .tussen de huizen van Bernt Mengerinck en wijlen Henrick Pauwe achter aan de Rodentornstraat. a) Afschrift (Inv.nr. 94) f. 12r-v. In de marge: twee golden gulden uit Henrick Kistemakerhuis. 117 1482 april 6 (opten hilligen Paisch avent) Henrick Kreynck, Evert Scholdman en Willem Aitsack, olderlieden van Sint Anthonis in de grote kerk en Henrick ter Ryt en Henrick Ruyter, gildemeesters van Sint Anthonis, verklaren dat Wytzse Bredenoirtz jaarlijks één pond heeft geschonken aan het H. Sacrament ten behoeve van de “luchtinge”, gaande uit haar twee huisjes gelegen bij de Borrenhof aan de stadsmuur. De verlichting was bedoeld voor het zieleheil van haar en haar echtgenoot. a) Afschrift (Inv.nr. 94) f. 6v. 118 1482 mei 7 (op dinxedach na Cantate) Henrick Ass en Henrick van Leysten, schepenen van Zutphen, oorkonden dat Zeell Keppelman en Willem van Roderlo, “verwaires” van het H. Sacrament de rente van een oud schild hebben verkocht, die beschreven staat in de brief, waardoor deze is gestoken. a) Afschrift (Inv.nr. 94) f. 14v. In de marge: Transfix brief dit is geloest byden zellige Gaeret Zelle. 119 1482 juni 13 (op octava des hilligen Sacramentsdach) Zuster Engelle ter Vorst, moeder van “Addamushues” en zuster Nyese, procuratrix, verklaren aan Johan Weert, “verwaere” van het H. Sacrament in de grote kerk in Zutphen, een jaarrente van zes schellingen hebben verkocht, gaande uit de hof van Peter ter Poerten buiten de Nyestatpoort bij de Hesmarkt. a) Oorspronkelijk (inv.nr. 108). Met het geschonden conventszegel in groene was. b) Afschrift (Inv.nr. 94) f. 11r-v. 120 1482 november 12 (op sunt Lebuinus dach) Evert Schildman en zijn vrouw Alyt verklaren, dat zij aan de “verwaeres” van het H. Sacrament een rente van vier pond hebben verkocht, zoals beschreven in de brief waardoor deze was gestoken. a) Afschrift (Inv.nr. 94) f. 20v. 121 1485 janauri 5 (op der hilliger Drie koeningen avont) Berte van der Capellen, moeder, en de zusters van het Rondeel in Zutphen verklaren, dat zij van zekere personen 21 gouden Rijnse guldens hebben ontvangen ten behoeve van hun huis, aan hen uitbetaald door Johan Weert. Uit de rente van dit bedrag zullen de zusters een oud schild reserveren voor de “kroffteners”, die jaarlijks op bepaalde dagen in de krypte de mis zullen doen en het H. Sacrament uitreiken aan de zusters en anderen, terwijl de “verwairres” van het H. Sacrament hierop toe zullen zien en de brieven hierover met hun eigen brieven aan het kapittel in bewaring zullen geven. a) Oorspronkelijk (Inv.nr. 109). De zegels van Wilhem Lerrynck en Derick van de Wall [“verwairres” van het Rondeel] zijn verloren gegaan. b) Afschrift (Inv.nr. 94) f. 29r. c) Huberts II no. 1357 p. 60.
Archiefnummer 464 (regestenlijst) Pagina 25 van 30
122 1485 januari 6 (op der heiliger Drie koenyngen dach) Gerardus Vos, deken en kapittel van Sint Walburgis in Zutphen verklaren toegestaan te hebben, dat de “kruffteners” op bepaalde dagen in het jaar de mis zullen lezen en het H. Sacrament uitreiken in de krypte, waarvoor de moeder in het Rondeel de dienstdoende priester telkens 2½ schelling zal betalen. a) Oorspronkelijk (Inv.nr. 110). Het kapittelzegel is verloren gegaan. b) Huberts II no. 1121, p. 23. 123 1485 februari 19 (op saiterdach post Esto michi) Conrait Schymmelpennynck en Werner Kailsack, schepenen van Zutphen, oorkonden dat heer Anthoniss van Buerlo, priester, Kersten Scerpinck, zuster Armgert en Jacoba Keyen als “testamentoers” van heer Clauss van Dorsten, priester, aan de “verwaires” van het H. Sacrament de rente van zes gouden Rijnse goulden hebben verkocht ten behoeve van de “luchtinge in den nieuwercke voir den hilligen Cruce”., die beschreven staat in de brief waardoor deze was gestoken, a) Afschrift (Inv.nr. 94) f. 15v. Deze brief is gestoken door die van 1469 maart 27 (Reg.nr. 104). 124 1485 oktober 31 (opten manendach op Allehilligen avent) Richter en schepenen van Zutphen oorkonden, dat Johan Wert, als gemachtigde van Griet Bodden, gerechtelijk het huis van Wichman Hongerinx op de Nyestat in de Hallerstraat heeft doen verkopen en dat dit door hemzelf ten behoeve van het H. Sacrament is verworven. a) Afschrift (Inv.nr. 94) f. 6v-7r. In de marge: IIJ stat pond. 125 1486 april 8 (opten saiterdach na Quasimodo geniti) Evert Scholdman en Willem van Roderlo, schepenen van Zutphen, oorkonden dat Griet Bodden aan Johannes Wert ten behoeve van het H. Sacrament en de rente van een schild heeft verkocht, die beschreven staat in de brief waardoor deze was gestoken. a) Afschrift (Inv.nr. 94) f. 3v. 126 1487 juni 23 (op sunt Johans avent to midsomer) Richter en schepenen van Zutphen oorkonde, dat Heer Johan van Zwolle, pater, en mater in de Isendoorn, aan Johan Wert ten behoeve van het H. Sacrament een jaarrente van zes gouden Rijnse guldens en één oort hebben verkocht uit hun kampland, gelegen buiten de Nyestat tussen het land van de proost en dat van het Sint Elisabet Gasthuis, “scietende an beiden eynden opten helen wech”. a) Afschrift (Inv.nr. 94) f. 22v. Onder de akte een aantekening betreffende de lossing van de rente in 1515. 127 1487 oktober 9 (op sunt Victoirs avent) Arnt Huernynck verklaart, dat hij aan Johan Wert ten behoeve van het H. Sacrament een jaarrente van negen gouden Rijnse guldens en 1½ oort heeft verkocht uit zijn goed “die groite Noirden”, gelegen in het kerspel Wichmont. Afschrift (Inv.nr. 94) f. 22r. 128 1492 november 13 (sdinxedaiges post sancti Martini) Richter en schepenen van Zutphen oorkonden, dat Johan Wert met de “verwaire” van het H. Sacrament het huis van Bernt Ernst in de Boykerstraat, waar nu de knecht van de scholt inwoont, gerechtelijk heeft doen verkopen en dat dit door Johan zelf verworven is ten behoeve van het H. Sacrament. a) Afschrift (Inv.nr. 94) f. 7r-v. Onder de akte een aantekening dat “dit is geloest ende dat gelt heefft Jan Schymmelpenninck ontfangen”.
Archiefnummer 464 (regestenlijst) Pagina 26 van 30
129 1494 november 12 (op gonsdach na sunt Martens dach) Richter en schepenen van Zutphen oorkonden, dat juffer Dorothea Yserens aan de “verwaire” van het H. Sacrament een jaarrente van vijf gouden Rijnse guldens heeft verkocht uit haar huis aan de Koirnmarkt op de hoek van de Waiterstraat en achter aan de Kailenstraat. a) Afschrift (Inv.nr. 94) f. 12v-13r. 130 1494 november 13 (op donredach na Martini) Richter en schepenen van Zutphen oorkonden, dat juffer Dorothea Yserens aan de “verwaire” van het H. Sacrament een jaarrente heeft verkocht van vijf gouden Rijnse guldens uit de Hessemarckt, tussen “die gemeynte van den Hessemarck en onsser stat Koppelle”. a) Afschrift ((Inv.nr 94) f. 13r. Onder de akte een aantekening dat de rente in 1514 is gelost. 131 1494 november 13 (op donredach na Martini) Willem Yseren en Arnt Furden, schepenen van Zutphen, oorkonden dat juffer Dorothea Yserens al haar goederen tot onderpand heeft gesteld voor de rente van vijf pond gouden Rijnse guldens uit de Hessemarckt, door haar aan de “verwaire” van het H. Sacrament in de grote kerk verkocht. a) Afschrift (Inv.nr. 94) f. 13v. 132 1513 april 16 (opten satrerdach post Misericordia Domini) Richter en schepenen van Zutphen oorkonden, dat Konnen Kopails en haar zoon Reynt aan Gerrit Pennynck Henrickszoon een jaarrente van drie goudguldens en een half oort hebben verkocht uit hun huis in de Boykerstraat. a) Afschrift (Inv.nr. 94) f. 26v. Onder de akte een aantekening omtrent de lossing van de rente in 1538. 133 1513 april 16 (opten saterdach na Misericordi Domini) Gerrit van Broichusen en Andriess Schymmelpennynck, schepenen van Zutphen, oorkonden dat Konne Kopails en haar zoon Reynt aan Gerrit Penninck al hun goed tot waarborg hebben gesteld voor de rente van drie goudguldens en een half oort, die zij hem uit hun huis in de Boykerstraat hebben verkocht. a) Afschrift (Inv.nr. 94) f. 26r-v. 134 1516 juni 2 (opten maendendach nae sunt Petronellendaige virginis) Henrick Weert, stadhouder en richter van het schoutambt binnen en buiten Zutphen, oorkondt dat Meynt Addinck en zijn vrouw Aelyt, en Johan Addinck en zijn vrouw Wyse aan Johan Schymmelpennynck als “toevenger ende verwaerre” van het H. Sacrament in de grote kerk een jaarrente hebben verkocht van 12 ½ gouden Rijnse guldens, gaande uit het goed Addynck, gelegen in het kerspel Vorden, buurtschap Velswyck. Roetger Wesselynck en Wilhem te Braemelle verklaren deze verkoop te waarborgen.. a) Oorspronkelijk (Inv.nr. 111). Het zegel van de oorkonder is verloren gegaan. 135 1519 mei 24 Deken en kapittel van de kerk van Sint Walburgis binnen Zutphen verklaren, dat zij toestemming hebben gegeven tot het wekelijks (elke donderdag) vieren van een gezongen mis ter ere van het H. Sacrament op het altaar “der curen geheten Mytmonster off des heiligen Cruyss altair voir dat choer”. De stichters zullen daartoe fondsen beschikbaar stellen, die beheerd zullen worden door de provisor of rentmeester van het H. Sacrament, terwijl zij aan deken en kapittel een jaarente van drie goudguldens zullen geven als dank voor hun eeuwigdurend toezicht. a) Oorspronkelijk (Inv.nr. 112). Het kapittelzegel is verloren gegaan. B) Afschrift in Liber camerae (Inv.nr. 3 van het kapittel) f. 134 r-v.
Archiefnummer 464 (regestenlijst) Pagina 27 van 30
136 1520 februari 15 (sgoensdachs post Valentini) Richter en schepenen van Zutphen oorkonden dat, juffer Adriaen, weduwe van Jacob Schymmelpennynck Sanderszoon, en haar kinderen Jan en Griete aan de “verwairrer” van het H. Sacrament ten behoeve van de gezongen mis die nu “voir it Midmonster” is gesticht, een jaarrente van vijf gouden Rijnse guldens hebben verkocht uit hun huis aan de Saltmarkt, naast de juffers in het Hospitael en achter uitgaande in de Barnerhofsstraat (Bornhof). a) Afschrift (Inv.nr. 94) f. 25v-26r. 137 1520 februari 20 (smanendages post Esto michi) Burgemeesters, schepenen en raad van Zutphen oorkonden, dat zij instemmen met de stichting van een gezongen mis ter ere van het H. Sacrament, te houden op donderdag op het altaar van het H. Sacrament “voir Midmonster”. Jan Schymmelpennynck, “verwairre uit onssen beveell” van het H. Sacrament heeft verklaard hiervoor bepaalde rentebrieven te hebben ontvangen en deze fondsen getrouwelijk te zullen beheren “ter versieronge ind verluchtinge des altairs ind misse vurscreven”. a) Oorspronkelijk (Inv.nr. 113) Met het geschonden zegel ad causas van de stad in groene was. 138 1520 februari … (opten …. post Valentini) Richter en schepenen van Zutphen oorkonden, dat Elisabeth, weduwe van Gerrit Schymmelpennynck, en haar dochter Mechtelt aan Jan Schymmelpennynck, “verwaerre” van H. Sacramnet in de grote kerk, een jaarrente hebben verkocht van zes gouden Rijnse guldens en een oort, gaande uit hun huis in de Rodentornstraat. a) Oorspronkelijk (Inv.nr. 114). Het stadszegel is verloren gegaan. Het stuk is zwaar beschadigd. 139 1522 juni 18 (op des heiligen Sacramentz avent) Richter en schepenen van Zutphen oorkonden, dat juffer Adriaen, weduwe van Jacob Schymmelpennynck Sanderszoon, en haar dochter Griete aan Peter Tripmaker ten behoeve van het H. Sacrament een jaarrente hebben verkocht van vijf gouden Rijnse guldens uit haar huis aan de Saltmarkt, naast de juffers in het Hospitail en achter uitgaande in de Barenhofzstrate (Bornhof). a) Afschrift (Inv.nr. 94) f. 23v-24r. 140 1522 november 7 (opten vrydach nae Aller heiligen daige) Henrick van Vorden en Ludolph te Ryt, schepenen van Zutphen, oorkonden, dat Gerrit Penninck en zin vrouw Elsken aan Lutgert Loepers de jaarrente van twee guldens en een half oort hebben verkocht, zoals beschreven in de brief waardoor deze was gestoken. a) Afschrift (Inv.nr. 94) f. 27r. 141 1522 december 4 (op sunte Barberen virginis) Richter en schepenen van Zutphen oorkonden, dat Henrick Oppennas en zijn vrouw Griete aan Peter Trypmaeker, “verwaerre” van het H. Sacrament in de Sint Walburgiskerk een jaarrente van 4½ gouden Rijnse guldens hebben verkocht uit hun huis op het Oelde Want naast “drost Reynkens hues” (= Reyner Raeshorn, drost te Bredevoort) en achter uitgaande op de Hagen. a) Afschrift (Inv.nr. 94) f. 23 r-v. 142 1525 juli 15 (des saterdachs post Margarite) Jacob Hurninck en Andries Aitsack, schepenen van Zutphen, oorkonden dat juffer Dorothea Yserens aan de “verwaerers” van het H. Sacrament ten behoeve daarvan de rente van vier Rijnse goudguldens heeft opgedragen, zoals beschreven in de brief waardoor deze was gestoken. a) Afschrift (Inv.nr. 94) f. 24v-25r. 143 1525 juli 15 (ssaterdages post Margriete)
Archiefnummer 464 (regestenlijst) Pagina 28 van 30
Jacob Huernynck en Andries Aitsack, schepenen van Zutphen, oorkonden dat juffer Dorothea Yserens aan de “verwares” van het H. Sacrament de rente van vijf gouden Rijnse guldens heeft verkocht, zoals beschreven in de brief waardoor deze was gestoken. a) Afschrift (Inv.nr. 94) f. 27v-28r. 144 1525 oktober 17 (sdinsedages post Galli) Richter en schepenen van Zutphen oorkonden, dat Gaert Tripmaker en zijn vrouwe Elsken aan de “verwarers” van het H. Sacrament ten behoeve van de H. Sacramentsmis een jaarrente van 2 ½ goudguldens hebben verkocht uit hun huis bij het “Predicantencloester” op de hoek en met een zijde aan de gemene straat. a) Afschrift (Inv.nr. 94) f. 25r-v. 147 1542 juni 19 (opten manedach nae Viti et Modesti martirum) Richter en schepenen van Zutphen oorkonden dat, Bernt Becker, rentmeester van het H. Sacrament in de grote kerk in Zutphen, de “kuem” van Koert then Dam bij de Boevenberch gerechtelijk heeft doen verkopen en deze zelf ten behoeve van het H. Sacrament heeft verworven. a) Oorspronkelijk (Inv.nr. 115). Met fragment van het zegel en contrazegel in groene was van de stad. 148 1543 juli 17 (opten dincxdach nae Divisionis apostolorum) Richter en schepenen van Zutphen oorkonden, dat Arnt Ubbekinck Henrickszoon en zijn vrouw Elssken aan Ailbert Myddeldarp, “verwaerre” van het H. Sacramnt in de grote kerk ten behoeve daarvan een jaarrente van één goudgulden hebben verkocht uit hun huis in de Lairpoort, achter “an der stiegen dair men giet in der Pulsbroick”. a) Oorspronkelijk (Inv.nr 116). Het stadszegel is verloren gegaan. 149 1543 juli 17 (opten dincxdach nae Divisionis apostolorum) Otth Keyen en Johan van Vorthuesen, schepenen van Zutphen, oorkonden dat Arnt Ubbekinck Henrickszoon en zijn vrouw Elssken voor de jaarrente van één goudgulden, door hen verkocht uit hun huis in de Lairpoort aan het H. Sacrament in de grote kerk, al hun goederen tot onderpand hebben gesteld. a) Oorspronkelijk (Inv.nr. 117). Het zegel van de eerste oorkonder is verloren gegaan, dat van de tweede oorkonder in groene was is nog aanwezig. 150 1550 april 11 (opten fridach nae den heiligen Paischdach) Richter en schepenen van Zutphen oorkonden dat Bernt Becker aan Ailbert Middeldarp, “verwaerer” van het H. Sacrament, ten behoeve daarvan een jaarrente van vijf goudguldens heeft verkocht, gaande uit zijn huis aan de Saltmarkt, a) Oorspronkelijk (Inv.nr. 118). Met een fragment van het zegel en contrazegel van de stad in groene was. b) In dorso: aantekening dat in 1567 de rente voor de helft is gelost door Berndt Dunsberch en zijn vrouw Lamberich.
Archiefnummer 464 (regestenlijst) Pagina 29 van 30
Onze Lieve Vrouwegilde 151 1460 februari 19 (op dynsdach nae sunte Valentynsdaege) Richter en schepenen van Zutphen oorkonden, dat Johan Huerninck de jonge aan Tonys Iseren en Willem Rensen, kerkmeesters, als olderlieden van het O.L. Vrouwengilde in de grote kerk een jaarrente heeft verkocht van 3½ gouden Rijnse guldens, gaande uit zijn huis op de Nyestat, hoek Hallerstraat. a) Oorspronkelijk (Inv.nr. 123). Het stadszegel is verloren gegaan. b) In dorso: aantekening omtrent de wijziging in de rentevoet anno 1542. 152 1461 Richter en schepenen van Zutphen oorkonden, dat Evert van den Walle aan olderlieden en gildemeester van het O.L.V. gilde een jaarrente van 8 ½ gouden Rijnse guldens heeft verkocht, gaande uit een stuk land, gelegen op de Zutphense Eng. a) Oorspronkelijk (Inv.nr. 124). 153 1535 mei 9 (opten sondach Exaudi) Richter en schepenen van Zutphen oorkonden, dat Biele, weduwe van Henrick van Vorthuesen, haar zoon Henrick en haar dochter Thonisken aan Arnt Slindewater en Andries Schimmelpenninck als olderlieden van het O.L. Vrouwengilde een jaarrente hebben verkocht van vier goudguldens, gaande uit hun huis aan de Kornmarkt. a) Oorspronkelijk Inv.nr. 126). Met fragment van het zegel en contrazegel van de stad in groene was. Onder de akte een aantekening betreffende de lossing van de rente door Henrick Kailsack en Truede Schiltz. 154 1535 mei 9 (opten sondach Exaudi) Henrick van Voirden en Henrick Kalsaick, schepenen van Zutphen, oorkonden dat Biele, weduwe van Henrick van Vorthuesen, haar zoon Henrick en haar dochter Thonis aan Arnt Slindewater en Andries Schimmelpenninck als olderlieden van het O.L. Vrouwengilde in de grote kerk erfwaarschap hebben beloofd van de jaarrente van vier guldens die zij hadden gevestigd op hun huis aan de Koerenmarkt. a) Oorsrponkelijk (Inv.nr. 271). Met de geschonden zegels van de beide schepenen in groene was.
Archiefnummer 464 (regestenlijst) Pagina 30 van 30