ARCHIEFNUMMER 354 REGESTENLIJST BEHORENDE TOT DE INVENTARIS VAN HET ARCHIEF VAN HET VROUWENCONVENT HET SPITTAAL TOELICHTING Deze lijst bevat regesten van oorkonden die berusten in het archief van het vrouwenconvent Het Spittaal te Zutphen. Een regest laat zich omschrijven als een analyse van een akte. De oorkonden zijn ter inzage in de studiezaal van het Regionaal Archief Zutphen en incidenteel maar in toenemende mate ook als scan via de website. De regestenlijst kent een oplopende maar verspringende nummering. Dat komt omdat de regesten 1 van de charters onderdeel uitmaakten van de totale regestenlijst van het Oud-archief Zutphen mét de gedeponeerde archieven, waaronder dus ook het archief van vrouwenconvent het Spittaal. De regesten hebben betrekking op de oorkonden tot en met het jaar 1550. De charters gedateerd tot en met 1326 zijn opgenomen in het Oorkondenboek van Gelre en Zutphen tot 1326, deel VII (Rijks Geschiedkundige Publicatiën, uitgegeven door het Instituut voor Nederlandse Geschiedenis, Den Haag 1996). In deze bronnenpublicatie hebben de charters een afwijkend regest, zijn ze voorzien van een transcriptie en zijn de uiterlijke kenmerken uitvoerig beschreven. Tevens is van de originelen een afbeelding in zwart/wit geplaatst. Een akte kunt u aanvragen door op de aanvraagkaartjes het inventarisnummer en het regestnummer te vermelden. Het inventarisnummer staat genoteerd bij het regest. De meeste regesten hebben betrekking op oorspronkelijke akten, andere hebben betrekking op akten die zich in afschrift in bijvoorbeeld een cartularium bevinden. Bij het regest is vermeld in welke publicatie(s) de akte is opgenomen. Voor een geschiedenis van het vrouwenconvent Het Spittaal en verdere informatie over het archief wordt verwezen naar de inventaris.
1
W.E. Smelt, Het Oud-archief van de gemeente Zutphen, tweede stuk: regestenlijst, lijst van kaarten en teekeningen, index (Utrecht 1941).
REGESTENLIJST 13
1268, 11 oktober Wilhelmus, ridder van Vorden, draagt aan het Hospitaal in Sutphania akkers bij de stad super Mersge op. Anno domini MCCLX octavo in crastino Gereonis et Victoris. Oorspronkelijk in inv.nr. 73. Het zegel van de stad is verloren gegaan, met fragment van dat van de oorkonder in gele was. N.B. Zie: Oorkondenboek Gelre en Zutphen deel VII, nr. 1268.10.11.
17
1273, 2 mei Schepenen van Sutphania oorkonden dat Mathias, zoon van Jacobus, burger van Sutphania, en zijn zoon Jacobus door koop in het bezit zijn van de tiend op de Zutphense enk, behorende tot het goed van wijlen Henricus de Vreden, leenroerig aan Conradus de Insula, welke tiend gekocht is van Reijnerus de Parva Horst en zijn moeder Hermegardis. Datum anno domini MCCLXX tercio feria tercia post Walburgis. Oorspronkelijk in inv.nr. 64. Het stadszegel is verloren gegaan. N.B. In dorso: rescriptum est in cista civitatis Sutphaniensis. Zie: Oorkondenboek Gelre en Zutphen deel VII, nr. 1273.05.02.
18
1278, 6 juli Richter en schepenen van Sutphania oorkonden dat meester, broeders en zusters van het Hospitaal aldaar van Mathias, burger van Sutphania en zijn zoon Jacobus gekocht hebben de tiend in de akker genaamd Sutphenreheng die behoort tot het goed van Henricus de Vreden, welke tiend leenroerig is aan Conradus de Insula. Actum et datum anno domini MCCLXX octavo in octava apostolorum Petri et Pauli. Oorspronkelijk in inv.nr. 64. Met het enigszins geschonden zegel en contrazegel van de stad in gele was. N.B. Zie: Oorkondenboek Gelre en Zutphen deel VII, nr. 1278.07.06.
20
1284, 21 maart Renaldus, graaf van Gelria, hertog van Limburgia, maakt zijn goed gelegen in de parochie Voest, door het Hospitaal van de H. Geest in Sutphania van Theodericus de Emse gekocht, namelijk twee akkers bij Nordempe en een weide bij Voest, vrij vanvrighelt en alle andere lasten. Datum Sutphanie anno domini MCC octagesimoquarto feria tercia post letare. Oorspronkelijk in inv.nr. 32. Het zegel van de oorkonder is verloren gegaan. N.B. Zie: Oorkondenboek Gelre en Zutphen deel VII, nr. 1284.01.20.
21
1290, 22 november Richter en schepenen van Sutphania oorkonden, dat Nitche (?) en zijn vrouw Truda aan het Hospitaal een jaarlijkse rente van 12 kleine penningen uit de Koppelakker en drie andere akkers hebben opgedragen. Datum anno domini M ducentesimo nonagesimo et die beate Cecilie virginis. Oorspronkelijk in inv.nr. 91. Het stadszegel is verloren gegaan. N.B. Zie: Oorkondenboek Gelre en Zutphen deel VII, nr. 1290.11.22.
Archiefnummer 354 Pagina 2 van 30 (regestenlijst)
22
1291, 24 september Godefridus, proost van de kerk in Sutphania, oorkondt dat Aleijdis, weduwe van Engelbortus in Zantlike(?), de 10 pond die zij uit het goed Hatsunch in Heijme had en die haar door haar moeder als huwelijksgift waren gegeven, aan het Hospitaal heeft opgedragen. Datum anno domini MCC nonagesimo primo feria secunda post Maruicii et sociorum eius. Oorspronkelijk in inv.nr. 92. De zegels van de oorkonder en van de stad zijn verloren gegaan. N.B. Zie: Oorkondenboek Gelre en Zutphen deel VII, nr. 1291.09.24.
23
1293, 5 april Richter en schepenen van Sutphania oorkonden dat Johannes, genaamd Hannebole, burger van Sutphania, aan het Hospitaal van de H. Geest bij Sutphania een warande, groot 10 aandelen, in de mark Stenre heeft verkocht. Datum anno domini MCC nonagesimo tercio in octava Pasche. Oorspronkelijk in inv.nr. 23. Het stadszegel is verloren gegaan. N.B. Zie: Oorkondenboek Gelre en Zutphen deel VII, nr. 1293.04.05.
25
1293, 3 augustus De prior van Mons sancti Nicholai in Davantria, rechter van Johannes, bisschop van Traiectum, conservator van het Hospitaal in Sutphania, gesubdelegeerde van de paus, draagt de scholasticus in Sutphania op om degenen die de broeders en zusters van het Hospitaal voor het wereldlijk gerecht vorderen te dagvaarden. Datum anno domini MCC nonagesimo tercio crastino beati Stephani pape. Oorspronkelijk in inv.nr. 3. Met fragment van het zegel van de oorkonder in bruine was, terwijl dat van (onbekend) ontbreekt. N.B. Zie: Oorkondenboek Gelre en Zutphen deel VII, nr. 1293.08.03.
26
1293, 20 december Richter en schepenen van Sutphania oorkonden dat Gerardus, genaamd Cruve, en zijn zoon Erenbrectus aan Conradus provisor van het Hospitaal in Sutphania een akker in Empe hebben verkocht voor 7 pond, 10 schellingen en de tiende van die akker voor 5 schellingen. Datum anno domini MCC nonagesimo tercio dominica ante nativitatem domini. Oorspronkelijk in inv.nr. 35. Met fragment van het stadszegel in gele was. N.B. Zie: Oorkondenboek Gelre en Zutphen deel VII, nr. 1293.12.20.
27
1293, 22 december Richter en schepenen van Sutphania oorkonden dat Gerardus Cruve en zijn zoon Erenbrectus bekend hebben van Conradus, provisor van het Hospitaal in Sutphania, 8 pond min 5 schellingen te hebben ontvangen wegens de koop van een akker in Empe. Datum anno domini MCC nonagesimo tercio crastino beati Thome apostoli. Oorspronkelijk in inv.nr. 35. Met fragment van het zegel en contrazegel van de stad in gele was. N.B. Zie: Oorkondenboek Gelre en Zutphen deel VII, nr. 1293.12.22.
31
1301, 30 mei Richter en schepenen van Sutphania oorkonden dat Bernardus, genaamd Wammechorst, en zijn zuster Sophya aan Aleydis de Daventria en Elysabeth, bagijnen in het Hospitaal, hun erf hebben verkocht. Datum anno domini MCCC primo feria tertia post octavas Pentecostes. Oorspronkelijk in inv.nr. 86. Met het zwaar geschonden zegel en contrazegel van de stad in groene was. N.B. Zie: Oorkondenboek Gelre en Zutphen deel VII, nr. 1301.05.30.
Archiefnummer 354 Pagina 3 van 30 (regestenlijst)
32
1301, 9 juni Richter en schepenen van Sutphania oorkonden dat Bernardus, genaamd Wammekorst, en zijn zuster Sophya aan Aleydis de Davantria en Elysabeth, bagijnen in het Hospitaal, het erf hebben verkocht dat nu bewoond wordt door mr. Johannes Aurifaber. Datum anno domini millesimo trecentesimo primo feria sexta post Bonifacii. Oorspronkelijk in inv.nr. 86. Met het zwaar geschonden zegel en contrazegel van de stad in groene was. N.B. Zie: Oorkondenboek Gelre en Zutphen deel VII, nr. 1301.06.09.
33
1301, 6 augustus Philippus, proost van de kerk van Aldensele, Everardus van Bevervorde, ridder, Elegerus de Hekere en Hugo van Bevervorde, knapen, arbiters in het geschil tussen de broeders en zusters van het Hospitaal in Sutphania enerzijds en Andreas en Wilhelmus de Lederen (?), broeder, anderzijds over het Hassinc in Heme doen uitspraak dat de eersten dit goed aan de laatsten zullen afstaan, waarna de laatsten aan het Hospitaal 25 pond zullen geven terwijl bij niet-nakoming van deze bepaling het Hospitaal gedurende 5 jaren de inkomsten van dit goed zal genieten. Datum anno domini MCCC primo die beati Sixti pape et martiris. Oorspronkelijk in inv.nr. 89. Met het enigszins geschonden zegel van proost Philippus in groene was, dat van de tweede oorkonder is verloren gegaan en met het geschonden van Elegerus de Hekere in groene was. N.B. Zie: Oorkondenboek Gelre en Zutphen deel VII, nr. 1301.08.06.
34
1304, 22 februari Richter en schepenen van Sutphania oorkonden dat Ghesa, genaamd de Puteo, al het recht heeft afgestaan dat zij had op het huis van wijlen Pelegrinus de Leste door haar vermaakt aan de bagijnen en waarin deze nu wonen. Datum anno domini MCCC quarto sabbato post dominicam Invocavit. Oorspronkelijk in inv.nr. 74. Met het enigszins geschonden zegel en contrazegel van de stad in gele was. N.B. Zie: Oorkondenboek Gelre en Zutphen deel VII, nr. 1304.02.22.
35
1304, 14 april Richter en schepenen van Zutphania oorkonden dat Evesa, weduwe van Wenemarus de Roderlo, en haar zoons Gerardus en Wenemarus aan de broeders en zusters van het Hospitaal het erf nu door Johannes, genaamd Lawart, bewoond, hebben verkocht. Datum anno domini millesimo CCC quarto feria tercia post misericordia domini. Oorspronkelijk in inv.nr. 87. Het stadszegel is verloren gegaan. N.B. Zie: Oorkondenboek Gelre en Zutphen deel VII, nr. 1304.04.14.
36
1309, 11 juli Richter en schepenen van Sutphania oorkonden, dat Johannes de Swollis aan Mijlla, bagijn in het Hospitaal, twee delen van het erf gelegen buiten de Hospitaalspoort, nu bewoond door Gerardus den molenaar, heeft verkocht. Datum anno domini MCCC nono feria sexta ante Margarete. Oorspronkelijk in inv.nr. 65. Met het zegel en contrazegel van de stad in groene was. N.B. Zie: Oorkondenboek Gelre en Zutphen deel VII, nr. 1309.07.11.
Archiefnummer 354 Pagina 4 van 30 (regestenlijst)
39
1311, 6 juli Richter en schepenen van Sutphania oorkonden dat Wolterus, broeder van Deremannus, zijn erf naast het refectorium van het Hospitaal gelegen en dat hij van de stad tegen een jaarlijkse tijns van 1 hoen en 6 penningen hield aan de broeders en zusters van het Hospitaal heeft verkocht. Datum anno domini MCCC undecimo in octava beatorum apostolorum Petri en Pauli. Oorspronkelijk in inv.nr. 75. Met het zwaar geschonden zegel en contrazegel van de stad in groene was. N.B. Zie: Oorkondenboek Gelre en Zutphen deel VII, nr. 1311.07.06.
43
1313, 14 december Richter en schepenen van Sutphania oorkonden dat mr. Johannes, leidekker, en zijn vrouw Aleijdis aan Arnoldus de Wurden een erf in Novum Oppidum hebben verkocht, gelegen tussen het erf van Egidius Yseren en dat van de weduwe van Blijfhir en dat Arnoldus dit in erftijns heeft opgedragen voor 18 schellingen kleine penningen jaarlijks aan Johannes Bernardus, zoon van Gerardus Faber. Datum anno domini MCCC tredecimo crastino Lucie. Oorspronkelijk in inv.nr. 76. Het stadszegel is verloren gegaan. N.B. Zie: Oorkondenboek Gelre en Zutphen deel VII, nr. 1313.12.14.
45
1316, 4 februari Wilhelmus Spaen oorkondt dat Greta de Hesewolde zijn horige en haar kinderen met zijn toestemming aan Milla, bagijn in het Hospitaal, een akker in Brunesberghe hebben verkocht, waarna hij hem aan Milla opdraagt. Datum anno domini MCCC sextodecimo feria quarta post purificationem beate virginis. Oorspronkelijk in inv.nr. 51. Het zegel van de oorkonder is verloren gegaan. N.B. Zie: Oorkondenboek Gelre en Zutphen deel VII, nr. 1316.02.04.
46
1316, 5 juni Reijnaldus, graaf van Gelria, maakt het goed Bensinck, gelegen in Empe, door zijn vader aan het Hospitaal opgedragen, vrij. Datum ano domini millesimo trecentesimo sexto decimo sabbato post diem Pentecostes. Oorspronkelijk in inv.nr. 32. Met het enigszins geschonden zegel en contrazegel van graaf Reijnaldus in bruine was. N.B. Zie: Oorkondenboek Gelre en Zutphen deel VII, nr. 1316.06.05.
64
1322, 2 juli Johannes, zoon van Wilhelmus, genaamd Spaen, oorkondt dat Wernekinus de Hesewolde aan Martinus Columbde de weide, genaamd Hesewoldermaeth, Hesewoldercamp, de akker, genaamd Ywelant, gelegen in de parochie Wichmunde, en een halve waar in de mark Hesewolde voor een jaarlijkse tijns van 1 kleine penning heeft verkocht. Datum anno domini MCCC vicesimo secundo feria sexta post Petri et Pauli. Oorspronkelijk in inv.nr. 52. Met het zegel van Johannes Spaen en fragment van het zegel en contrazegel van de stad in groene was. N.B. Zie: Oorkondenboek Gelre en Zutphen deel VII, nr. 1322.07.02.
Archiefnummer 354 Pagina 5 van 30 (regestenlijst)
67
1324, 28 januari Richter en schepenen van Sutphania oorkonden dat Aleydis de Almen aan het Hospitaal een jaarlijkse erfrente heeft verkocht van 3 pond kleine penningen gaande uit het huis, genaamd Maleye. Datum anno domini MCCC vicesimo quarto sabbato post conversionem Pauli. Oorspronkelijk in inv.nr. 93. Het zegel van de stad is verloren gegaan. N.B. Zie: Oorkondenboek Gelre en Zutphen deel VII, nr. 1324.01.28.
74
1325, 11 oktober Christianus de Puteo beleent Engelbertus de Maleya met het goed Sveghorstynck gelegen in Hesewoelde in de parochie Wigtmunda. Datum anno domini milllesimo CCC vicesimo quinto in crastino beatorum Gereonis et Victoris martirum. Oorspronkelijk in inv.nr. 56. Met het zegel van Christianus de Puteo in groene was. N.B. Zie: Oorkondenboek Gelre en Zutphen deel VII, nr. 1325.10.11.
83
1327, 23 januari Richter en schepenen van Sutphania oorkonden dat Engelbertus de Maleya aan de zusters in het Hospitaal het goed, genaamd Sveghorstynck, gelegen in Heesewoelde in de parochie Wigtmunda, heeft verkocht. Datum anno domini MCCC vicesimo septimo feria sexta post Agnetis. Oorspronkelijk in inv.nr. 56. Met het geschonden zegel en contrazegel van de stad in groene was.
84
1327, 24 januari Christianus de Puteo beleent Ermegardis, dochter van Hermannus de Traiecto, zuster in het Hospitaal, ten behoeve van het Hospitaal met het goed Sveghorstinck in Heesewoelde. Datum anno domini MCCC vicesimo septimo vigilia conversionis beati Pauli. Oorspronkelijk in inv.nr. 56. Met het zegel van Christianus de Puteo in groene was.
85
1327, 25 januari Johannes, zoon van Gerardus de Drinen, en Henricus de Turri, schepenen van Sutphania, oorkonden dat Christianus de Puteo aan Ermegardis, dochter van Hermannus de Traiecto, zuster in het Hospitaal, het goed Sveghorstinck in Heesewolde, in de parochie Wigtmunda heeft opgedragen. Datum anno domini MCCC vicesimo septimo in die conversionis beati Pauli. Oorspronkelijk in inv.nr. 56. Met de zegels van Johannes, zoon van Gerardus de Drinen, en Henricus de Turri in groene was.
88
1328, 1 mei Christianus de Puteo en Arnoldus de Drinen, schepenen van Sutphania, oorkonden dat Bertoldus, zoon van Rotgherus de Reno, klerk, aan Bela de Reno en Ella de Daventria, zusters in het Hospitaal, een erf in de Hadekingesstraat heeft verkocht en dat deze hem na haar dood aan de zieken in het Hospitaal hebben opgedragen. Datum anno domini MCCC vicesimo octavo in die Phylippi et Jacobi. Oorspronkelijk in inv.nr. 77. Met het enigszins geschonden zegel van Christianus de Puteo en het zwaar geschonden van Arnoldus de Drinen in groene was.
Archiefnummer 354 Pagina 6 van 30 (regestenlijst)
95
1336, 16 mei Johannes Spaen geeft zijn toestemming tot de verkoop van een stukje land, genaamd dy Steeghacker bij Bruensberghe door zijn eigen lieden Wernerus de Hezewolde en zijn vrouw Essela aan Egidius Albus tegen een erftijns van 1 Hollandse jaarlijks verkocht. Datum anno domini MCCC tricesimo sexto feria quinta post Servatii. Oorspronkelijk in inv.nr. 53. Met het enigszins geschonden zegel van Joannes Spaen in groene was.
102
1340, 5 juli Henricus Meyerynck, schout van Sutphania, oorkondt dat Petrus, zoon van wijlen Bernardus Averbeke, van heer Nycholaus, provisor, en van de jonkvrouwen van het Hospitaal, hun land bij Lamselere in pas ontgonnen land, genaamd Berendes slagh van Averbeke voor 3 pond, 11 schellingen kleine penningen in erfpacht heeft ontvangen. Datum anno domini MCCC quadragesimo feria quarta post translationem beati Martini. a. Oorspronkelijk in inv.nr. 90. Met het zegel van Henricus Meyerynck in groene was. b. Afschrift in inv.nr. 1.
131
1347, 26 januari Richter en schepenen van Zutphen bekennen, aan de jonkvrouwen in het oude Hospitaal een jaarlijkse losrente van 3 pond en 15 schellingen kleine penningen onder meer gaande uit de stadsgruit, schuldig te zijn. Datum anno domini MCCC quadragesimo septimo in crastino conversionis beati Pauli. Oorspronkelijk in inv.nr. 112. Met fragment van het zegel en contrazegel van de stad in groene was.
149
1351, 16 juni Richter en schepenen van Sutphania en Johannes Zijbertijnck, schout van Sutphania, oorkonden dat Fenna de Drijnen, weduwe van Hermanus Stuermans, en haar dochter Aleydis aan de jonkvrouwen in het Hospitaal het recht verkocht hebben dat zij hadden op Gheijlkengoer, gelegen in de parochie Wijckmunden achter de Havesmaet. Datum anno domini MCCC quinquagesimo primo feria quinta post Viti et Modesti. Oorspronkelijk in inv.nr. 54. Met fragment van het stadszegel en dat van Johannes Zijbertijnck in groene was.
150
1351, 29 juni Gherardus de Brunchorst, kanunnik van de kerk van Sutphania en pastoor van de kerk van Novum Oppidum, belooft dat hij elk jaar 5 schellingen kleine penningen aan de jonkvrouwen in het Hospitaal zal betalen voor het door hem gekochte vierde deel van een perceel naar het kerkhof, vroeger bezit van Ewesa, genaamd Stickerinc. Datum anno domini MCCC quinquagesimo primo die apostolorum Petri et Pauli. Oorspronkelijk in inv.nr. 78. Met het enigszins geschonden zegel van Gherardus de Brunchorst in groene was.
155
1353, 6 juni Henricus Hoghe en Johannes Stuerman, schepenen van Zutphania, oorkonden dat Wenemarus Scoeltwic en zijn vrouw Gesa aan de jonkvrouwen in het oude Hospitaal de 7 schepel tarwe jaarlijks gedurende 20 jaar in erfpacht hebben verkocht, die deze hun schuldig waren uit Spitaelrecamp bij Wamminchorst in de parochie Stienre. Datum anno domini MCCC quinquagesimo tercio feria quinta post beati Bonifacii. Oorspronkelijk in inv.nr. 24. Met het geschonden zegel van Henricus Hoghe en dat van Johannes Stuerman in groene was.
Archiefnummer 354 Pagina 7 van 30 (regestenlijst)
158
1353, 4 augustus Reijner Lensenzoon en Rolof Ecbertszoon, schepenen van Doesborgh, oorkonden dat Herman Lerinch, hun burger, aan Plunys Crauwel, burger van Zutphene, het zesde deel heeft verkocht van Kolkinch en Aeldehof, gelegen in Voersterkerspel in Voerstoenden. Gegieven int jaer onz heren dusent driehondert drie ende vijftich deis Zonnendages na zunte Petrusdach ad vincula. Oorspronkelijk in inv.nr. 45. Met het zegel van Reyner Lensenzoon en het geschonden van Rolof Ecbertszoon in groene was.
178
1357, 25 juli Engelbertus van Herstele, schout binnen en buiten Zutphen, Henric Louwer en Johannes Zybertinch, schepenen van Zutphen, oorkonden dat Gysebert van Hellevoerde bekend heeft van Kirstien ter Putte, zijn vrouw Trude en Wobbe van Ampsen voor 8 jaar het goed te Hellevoerde, gelegen in het kerspel Wijchmund, behalve de Winkelmaat, te hebben ontvangen. Geghieven int jaer ons heren dusent driehondert seven ende vijftich op sunte Jacobsdach eens apostels. Oorspronkelijk in inv.nr. 57. Met de zegels van Engelbertus van Herstele, Henric Louwer en Johannes Zybertinch in groene was.
185
1359, 3 juli Gieret van Arnhem, richter van Arnhem en Brummen, oorkondt dat Willem heer Pielegrinszoon, burger van Zutphen, en zijn vrouw Cristijne aan Pluenijs Johanszoon, burger te Zutphen, hun halve goed Oeldehof gelegen te Voerstoenden in het kerspel Voerst gericht Brummen hebben verkocht. Geghieven int jaer ons heren dusent driehondert nieghen ende vijftich des Wonsdaghes na sunte Peters ende sunte Paulusdaghe twijer apostelen. Oorspronkelijk in inv.nr. 45. Met het geschonden zegel van Gieret van Arnhem in groene was.
186
1359, 2 november Gerardus Esinch en Henricus Vriese, schepenen van Zutphania, oorkonden dat Johannes de Buerlo en zijn vrouw Lijza aan de zusters van het oude Hospitaal van de H. Geest een jaarlijkse erfrente van 3 pond kleine penningen hebben verkocht, gaande uit hun huis bij het predikherenconvent. Datum anno domini MCCC quinquagesimo nono in crastino omnium sanctorum. Oorspronkelijk in inv.nr. 94. Met de enigszins geschonden zegels van Gerardus Esinch en Henricus Vriese in groene was.
195
1362, 21 september Herman van Weylhusen, richter te Arnhem en Brummen, oorkondt dat Johan Willemszoon heren Pielegrims, de helft van het halve goed die Ooldehof, gelegen te Voerstoenden op de Velue in het gericht Brummen aan Fenne, weduwe van Pluenys Crauwel Johanszoon, heeft opgedragen gelijk zijn vader Willem heer Pielegrimszoon dat aan Pluenis Crauwel heeft verkocht. Geghieven int jaer ons heren dusent driehondert twie ende tsestich des Wonsdaghes na sunte Lambertsdaghe. Oorspronkelijk in inv.nr. 45. Het zegel van de oorkonder is verloren gegaan.
Archiefnummer 354 Pagina 8 van 30 (regestenlijst)
197
1363, 29 juni Richter en schepenen van Zutphen en Herman Kempinc, schout binnen en buiten Zutphen, oorkonden dat Ghese Creyncs aan de jonkvrouwen in het Hospitael Creyncsmaet in het kerspel Wychmonde heeft verkocht. Gegheven int jaer ons heren dusent driehondert drie ende tsestich op sente Peter ende Pauwelsdach twier apostel. Oorspronkelijk in inv.nr. 55. Met het geschonden zegel en contrazegel van de stad en fragment van het zegel van de tweede oorkonder in groene was.
205
1367, 10 januari Richter en schepenen van Zutphen en Gerloch Kempinch oorkonden dat Trude, dochter van Gelijs die Witte, aan de jonkvrouwen in het Hospitael het halve goed to Hellevoerde gelegen in het kerspel Wijchmont heeft verkocht. Gegheven int jaer ons heren dusent driehondert seven ende tsestich des Sonnendaghes na driithiendach. Oorspronkelijk in inv.nr. 57. Met fragmenten van de zegels van de stad en van de tweede oorkonder in groene was. N.B. Dit stuk is zwaar beschadigd.
206
1367, 20 april Willem, heer van Bronchorst, drost in het land van Sutphen, oorkondt dat Everd Sloet, zijn vrouw Hildegont en hun zoon Dyderic het recht dat zij hadden aan het goed Hasewalde in het kerspel Wichtmond aan de jonkvrouwen in het Hospitaal hebben opgedragen. Int jaer ons heren dusend drehondert soven ende sestich des irsten Dinsedages nae Paschen. Oorspronkelijk in inv.nr. 56. Met het geschonden zegel van Willem, heer van Bronchorst, in groene was.
226
1372, 28 september Richter en schepenen van Zutphen verkopen aan het Spittael een jaarlijkse losrente van 6 oude schilden, gaande uit de stadsgruit. Gegeven int jaer ons heren dusent driehondert twi en tsoventich op sunte Michaelsavont. Afschrift in inv.nr. 1.
248
1375, 5 juni Gerloch Kempinch en Jacop van Beijnem, schepenen van Zutphen, oorkonden dat Maes des Witten de jonkvrouwen in het Hospitael de hulde heeft kwijtgescholden die zij hem schuldig waren te doen van het goed Zwegersttinck gelegen in het kerspel Wichtmont. Gegeven int jaer uns heren dusent driehondert vijf ende soventich up sunte Bonifaciusdach. Oorspronkelijk in inv.nr. 56. Met de geschonden zegels van Gerloch Kempinch en Jacop van Beijnem en dat van Maes die Witte in groene was.
260
1377, 22 november Johan Spaen, schout binnen en buiten Zutphen, oorkondt dat Trude, vrouw van Drineman, aan de jonkvrouwen in het Hosspitael een stuk land in het Boevenlant in de buurschap Hesewoelde, kerspel Wichtmunde, heeft verkocht. Gegeven int jaer uns heren MCCC soven ende soventich up sente Ceciliendach. Oorspronkelijk in inv.nr. 58. Met het zegel van Johan Spaen in groene was.
Archiefnummer 354 Pagina 9 van 30 (regestenlijst)
279
1381, 17 oktober Herman Kempinc, schout binnen en buiten Zutphen, oorkondt dat Reynolt van Steenbergen, Heine Vriese, ambtman en beheerder van Bornhof, Lubbert up den Kelre, in dezelfde kwaliteit vanwege het Spittaal, en andere gerechtigden aan mr. Andries Creynck een stuk land verkocht hebben, gelegen in het kerspel Wichmond in Wichmonderweerd. Gegeven in den jare ons heren MCCC eyn ende tachtentijch des Donredags nae sunte Gallen dach. Oorspronkelijk in inv.nr. 116. Met fragment van het zegel van de oorkonder in groene was. N.B. In dorso: littere de terra nobis collata pro magistro Andrea Creinc in insula Wichmunde.
297
1384, 29 oktober Ludolf van Elten, deken van Zutphen, en mr. Andries Creijnch oorkonden dat de jonkvrouwen in het Hospitael enerzijds en Lubbert uppen Kelre anderzijds zich hebben verbonden om zich te houden aan de uitspraak, namelijk dat Lubbert afstand doet van alle aanspraken die hij op goederen van de zusters heeft, waartegenover deze hem onder meer een lijftocht van 18 oude schilden geven. In den jare ons heren MCCC vier ende tachtentijch des Zaterdaghs nae Symonis et Jude apostolorum. Oorspronkelijk in inv.nr. 113. Met de zegels van Ludolf van Elten en Andries Creijnch in groene was. N.B. Gedrukt in: Bijdragen en Mededelingen van Gelre, dl. XVIII (1915), p. 78 vlg.
298
1384, 5 november Richter en schepenen van Zutphen oorkonden, dat Lubbert uppen Kelre en zijn dochter Katherine, jonkvrouw in het Spittal, aan de jonkvrouwen van het oude Hospitael het huis hebben verkocht, dat deze nu bewonen, gelegen aan de Zaltmarkt. Gegeven in den jare ons heren MCCC vier ende tachtentijch des Zaterdags nae alre heiligen dach. Oorspronkelijk in inv.nr. 79. Met het geschonden zegel en contrazegel van de stad in groene was. N.B. Gedrukt in Bijdragen en Mededelingen van Gelre, dl. XVIII (1915), p. 79 vlg.
320
1389, 27 augustus Richter en schepenen van Zutphen oorkonden dat Daem van Braemt en zijn vrouw Jutte van Trude Drinemaens in erftijns een zeker perceel buiten de Hospitaelspoort voor 4 pond jaarlijks hebben gekocht. Gegeven in den jaer ons heren MCCC neghen ende tachtentijch des Vridaghs nae Bartolomei. Oorspronkelijk in inv.nr. 66. Met het geschonden zegel en contrazegel van de stad in groene was.
334
1393, 18 februari Richter en schepenen van Zutphen oorkonden dat Gerijt van Aernhem en zijn vrouw Selye van de jonkvrouwen in het Hospitaal de plaats waar zij nu op gebouwd hebben, gelegen buiten de Hospitaelspoort, voor 2½ pond en 4 hoenders jaarlijks gekocht hebben. Gegeven in den jaer onss heren MCCC drie ende tnegentich des Dinxtags nae Esto mihi. a. Oorspronkelijk in inv.nr. 67. Met het geschonden zegel en contrazegel van de stad in groene was. b. Afschrift in inv.nr. 1.
Archiefnummer 354 Pagina 10 van 30 (regestenlijst)
335
1393, 18 februari Richter en schepenen van Zutphen oorkonden dat Jacob van Redinchem en zijn vrouw Alit van de jonkvrouwen in het Hospitaal een plaats buiten de Hospitaelspoort voor 5 pond en 4 hoenders jaarlijks hebben gekocht. Gegeven in den jare ons heren MCCC drie ende tnegentich des Dinxtags nae Esto mihi. a. Oorspronkelijk in inv.nr. 68. Met fragment van het zegel en contrazegel van de stad in groene was. b. Afschrift in inv.nr. 1.
338
1393, 31 juli Richter en schepenen verkopen aan het Hospitaal een jaarlijkse losrente van 4 oude gouden schilden, onder meer gaande uit de stadsgruit. Gegeven in den jare ons heren MCCC drie ende tnegentich up sunte Petersavont ad vincula. a. Oorspronkelijk in inv.nr. 112. Met losgeraakt fragment van het zegel en contrazegel van de stad in groene was. e b. 17 eeuwse kopie in inv.nr. 112. c. Afschrift in Oud-archief Zutphen (archiefnummer 1), inv.nr. 1331, folio 45 verso.
349
1395, 9 januari Richter en schepenen van Zutphen oorkonden dat Johan Verrijck en zijn vrouw Berthe aan Rense Kreijngh Andrieszoon een jaarlijkse erfrente hebben verkocht van 1 pond, gaande uit hun huis buiten de Hospitaelspoort. Gegeven in den jaer onss heren MCCC vyff ende tnegentich des Saterdags nae Epiphania domini. Oorspronkelijk in inv.nr. 99. Het stadszegel is verloren gegaan. N.B. Door deze brief zijn gestoken de brieven van 2 mei 1431 en 31 december 1430 (reg.nrs. 586 en 579).
355
1396, 7 november Richter en schepenen van Zutphen oorkonden dat Alphart van Drinen aan Regelant Gronlogh verscheidene renten, onder meer een jaarlijkse erfrente van 3½ pond, gaande uit het huis van Andries van Vucht buiten de Larepoorte heeft verkocht. Gegeven in den jare ons heren MCCC zees ende tnegentijch up sunte Willibordusdach. Oorspronkelijk in inv.nr. 95. Met fragment van het zegel en contrazegel van de stad in groene was.
364
1398, 24 november Richter en schepenen van Zutphen oorkonden dat Dierick Verrick en zijn vrouw Griete van het Hospitael in erftijns hebben aangenomen de plaats waarop zij gebouwd hebben buiten de Hospittaelspoort voor 1½ pond jaarlijks en 2 hoenders. Gegeven in den jaer ons heren dusent driehondert acht ende tnegentich op sunte Kathrinenavent. Afschrift in inv.nr. 1.
365
1399, 2 januari Johan van Steenberghen, schout binnen en buiten Zutphen, oorkondt dat Dyderich Toppeken en zijn vrouw Lisebet aan Henrik Groenloch 3 malder rogge jaarlijks uit zijn goed Kotstede, gelegen in het kerspel Vurden, buurschap Linde, hebben verkocht. Gegeven in den jare ons heren MCCC negen ende tnegentich des Donredaghs nae jaersdach geheiten circumcisio domini. Oorspronkelijk in inv.nr. 96. Met fragment van het zegel van de oorkonder en dat van Dirck Toppeken in groene was.
Archiefnummer 354 Pagina 11 van 30 (regestenlijst)
370
1399, 30 april Willem van Bake maakt met de jonkvrouwen van het Hospitaal een overeenkomst betreffende de omheining van zijn Ebbinghmaet en van Gyeleghoer, de zusters toebehorend. Gegeven in den jare ons heren MCCC negen ende tnegentich up sunte Walburge avont in den Meye. Oorspronkelijk in inv.nr. 54. Met het geschonden zegel van Willem van Bake in groene was.
372
1399, 3 juni Willem van Bake belooft dat hij de jonkvrouwen van het Hospitaael schadeloos zal houden van enige schade die zij zouden kunnen lijden aan de omheining tussen zijn maat lands, geheten Ebbinghmaet, en haar maat, geheten Gijeleghoer. Gegeven in den jare ons heren MCCC negen ende tnegentich des derden daghs in Junio. Oorspronkelijk in inv.nr. 54. Met het zegel van Willem van Bake in groene was.
391
1400, 12 oktober Johan van Steynbergen, schout binnen en buiten Zutphen, oorkondt dat Johan Blotecamp en zijn vrouw Hadewich in erftijns van de jonkvrouwen van het Hospitael een slag land hebben gekocht, gelegen in het kerspel Wichmond in de mark Hazewolde voor 1 oude schild jaarlijks. Gegheven in den jare ons heren dusent virhondert es Dinxtaghs nae Victoris. a. Oorspronkelijk in inv.nr. 59. Met de zegels van Johan van Steynbergen en Johan Blotencamp in groene was. b. Afschrift in inv.nr. 1.
392
1400, 31 december Dycr Toppiken verkoopt uit zijn goed ter Kotsteden gelegen in de burschap Lijnne in het kerspel Vurden aan Henrick Reghelinde, burger van Suytphen, 3 malder rogge jaarlijks. Ghegheven int jaer ons heren duysent vierhondert op sunte Sylvestersdaghe eyns hilghen paeuwes. Oorspronkelijk in inv.nr. 117. Met het zegel van Dyrc Toppiken in groene was.
412
1403, 11 april Richter en schepenen van Zutphen oorkonden dat Johan Verric en zijn vrouw Berthe van de jonkvrouwen in het Hospitaal de plaats en tuin buiten de Hospitaelspoort hebben gekocht tegen een jaarlijkse rente van 2 pond en 15 schellingen kleine penningen, behoudens 2 pond, 5 schellingen en 2 hoenders als erftijns jaarlijks uit het huis van Johan voor de zusters. Gegheven in den jaer ons heren duysent vierhondert ende driee des Wonsdags nae Palmen. Oorspronkelijk in inv.nr. 69. Met fragment van het stadszegel in groene was.
Archiefnummer 354 Pagina 12 van 30 (regestenlijst)
422
1404, 28 april Richter en schepenen van Zutphen oorkonden dat Heijne van Groeloe die Schomaker en zijn vrouw Hadewich aan het Hospitaal een jaarlijkse losrente van 1 pond hebben verkocht, gaande uit hun huis buiten de Hospitaelspoort. Gegheven in den jaer ons heren M vierhondert ende vier des Manendaghs nae sunte Marcusdach sheiligen ewangelists. a. Oorspronkelijk in inv.nr. 97. Met het zwaar geschonden zegel en contrazegel van de stad in groene was. b. Afschrift in inv.nr. 1.
430
1405, 7 augustus Johan van Steinberghen, schout binnen en buiten Zutphen, oorkondt dat Dirck van Elten, zoon van Gerijt van Elten, het Hospitael 1 schepel haver jaarlijks, hem aangekomen van zijn moei Alit van Drinen, kwijtscheldt. Gegheven in den jaer ons heren M vierhondert ende vive des Vridaghs nae sunte Petersdach ad vincula. Oorspronkelijk in inv.nr. 98. Met het zegel van Dirck van Elten in groene was.
443
1409, 11 maart De jonkvrouwen in het Hospitael gaan een ruil van land aan met Johan van Viracker, zó dat de eersten een weide zullen hebben in het goed ten Hardenberghe en nog twee stukken land aldaar. Gegheven in den jaer ons heren duysent vierhondert negen up sunte Gregoriusavent. a. Oorspronkelijk in inv.nr. 60. Met de zegels van het Hospitael Johan van Viracker en Claes van den Walle en het geschonden van Gherijt van der Voerst in groene was. b. Oorspronkelijk in inv.nr. 60. Met de zegels in dezelfde staat als sub a.
461
1413, 17 februari Richter en schepenen van Zutphen verklaren in bezit te hebben genomen de Molenbergh waar de tegeloven van de stad staat, gelegen buiten de Hospitaelspoort bij de sluis, die toebehoorde aan het Hospitael en dat zij in ruil hieraan een tuin bij Wesse hebben gegeven. Gegheven in den jaer ons heren duysent vierhondert dertien des Vridags nae sunte Valentijnsdach. Oorspronkelijk in inv.nr. 80. Het geheim zegel van de stad is verloren gegaan.
486
1419, 17 januari Derick Rodebaerts geeft aan Willem Leeringh en Werner Tastes als beheerders van het hooge Spijttael een stuk land, gelegen in Gansecollic in de buurschap Emppe, waartegen hij een gaarde, geheten Kathenbussche, in dezelfde buurschap terug ontvangt. Gegeven in den jaer ond heren dusent vierhondert ende neghentienejaer des Saterdaghes na den heilighen Dertiendach. Oorspronkelijk in inv.nr. 36. Met het zegel van Harman Rottinck en het geschonden van Evert Rodebaerts in groene was.
Archiefnummer 354 Pagina 13 van 30 (regestenlijst)
500
1420, 10 december Aernt van den Collic en Willem Lerinc, schepenen van Zutphen, oorkonden dat Ghese Crauwels jonkvrouw in het Hospitael aan haar neef Godert van Groesbeeck haar twaalfde deel heeft verkocht van het goed ten Oldenhave en het twaalfde deel van Crauwelsmaet, gelegen op de Veluwe in het kerspel Opvoerst, buurschap Vorstonden. Gegeven int jaer ons heren dusent vierhondert ende twijntich des Dinxdaghes na onser vrouwen dage concepcionis. Oorspronkelijk in inv.nr. 45. Het zegel van de eerste oorkonder is verloren gegaan, met het geschonden van Willem Lerinc in groene was.
526
1424, 27 maart Jacob Schymmelpenning en Gelys Yseren, schepenen van Zutphen, oorkonden dat Bertruyt Krauwels, weduwe van Herman Gruter, aan haar neef Godert van Groesbeke haar twaalfde deel van het goed ten Oldenhave en haar twaalfde deel van ‘’Krauwelsmaet, gelegen op de Veluwe in het kerspel Opvoerst, buurschap Vorstonden, heeft verkocht. Gegeven in den jaer ons heren dusent vierhondert vier ende twintich des Manendages na Oculi in der vasten. Oorspronkelijk in inv.nr. 45. Met de zegels van Jacob Schymmelpenning en Gelys Yseren in groene was.
567
1430, 11 februari Andries Yseren en Cele Keppelman, schepenen van Zutphen, oorkonden dat Jacop Serbolt en zijn vrouw Geertruit aan Hendrick Berck het vierde deel van de Tuechacker, gelegen op de Veluwe, hebben verkocht. Gegeven in den jaer onss heren dusent vierhondert ende dertich des Saterdages na sent Agathendage virginis. Oorspronkelijk in inv.nr. 88. Met de geschonden zegels van Andries Yseren, Cele Keppelman en Jacop Serbolt in groene was.
579
1430, 31 december Aernt van den Walle en Johan Kreyng, schepenen van Zutphen, oorkonden dat Herman van Mekeren Ghisebertszoon en zijn vrouw Mechtelt aan Wermbolt Stuvenberg de rente van 1 pond hebben opgedragen, gelijk deze beschreven is in de brief waardoor deze gestoken is. Gegeven in den jaer ons heren dusent vierhondert ende een en dertich opten heiligen jaers avont. Oorspronkelijk in inv.nr. 99. Met de zegels van Aernt van den Walle en Johan Kreyng in groene was. N.B. Deze brief is gehecht aan de brieven van 9 januari 1395 en 2 mei 1431 (reg.nrs. 349 en 586). De datering is blijkbaar foutief en moet 1430 zijn.
586
1431, 2 mei Wermbolt Stuvenberch en zijn vrouw Gertruyt dragen aan het Hospitael de rente van 1 pond op, gelijk deze beschreven is in de brief, waardoor deze gestoken is. Gegeven in den jaer ons heren dusent vierhondert ende een ende dertich des Woensdages na Meye dage. Oorspronkelijk in inv.nr. 99. Met het zegel van Wermbolt Stuvenberch in groene was. N.B. Deze brief is gestoken door de brieven van 9 januari 1395 en 31 december 1430 (reg.nrs. 349 en 579).
Archiefnummer 354 Pagina 14 van 30 (regestenlijst)
642
1436, 12 november Aernt Gruter, richter te Arnhem en ambtman van Brommen en Veluwenzoem, oorkondt dat jonkvrouwe Stijne, weduwe van Andries Yseren, aan Andries Kreginck ten behoeve van zijn vrouw, Jonkvrouwe Jutte, de helft van die Oldehoff, gelegen in het kerspel Vorst, buurschap Voirstunden, panderambt Brommen, hebben overgegeven. Gegeven in den jaeren onss heren dusent vierhondert ende sess ende dertich op sente Lebuinusdach des heiligen confessoirs. Oorspronkelijk in inv.nr. 45. Met het zegel van Aernt Gruter in groene was.
700
1446, 30 april Richter en schepenen van Zutphen verkopen aan het Spittael een jaarlijkse los- en erfrente van 5 gouden Rijnse guldens. Gegeven in den jaer ons heren dusent vierhondert sess ende viertich op Meyavent. a. Oorspronkelijk in inv.nr. 112. Met het geschonden zegel en contrazegel van de stad in groene was. b. Afschrift in inv.nr. 1. c. Afschrift in Oud-archief Zutphen (archiefnummer 1) inv.nr. 1331, folio 47.
743
1450, 1 februari Richter en schepenen van Zutphen verkopen aan het Spittael een jaarlijkse los- en erfrente van 5 gouden Rijnse guldens. Ghegeven in den jaer ons heren dusent vierhondert ende vijftich op onser liever vrouwenavent te lichtmissen. Afschrift in inv.nr. 1.
759
1451, 15 juni Gorselis van den Gruythuys, richter te Arnhem en Brummen, ambtman van Veluwenzoom, oorkondt dat Derick van den Hoevel en zijn vrouw Styne aan Lambert Lodewychszoon twee stukken land, gelegen in het ambt Brummen, kerspel Opvoirst, buurschap Empe, verkocht hebben welke stukken heten de grote en de kleine Blomenkolck. Gegeven int jair onss heren dusent vierhondert een ende vijfftich des irsten Dynxsdags na den heiligen Pynxterdach etc. Oorspronkelijk in inv.nr. 118. Met het zegel van Gorselis van den Gruythuys in groene was. N.B. Gecancelleerd.
769
1452, 1 juni Goessen, Derick, Pieter, Lutgert en Alyt, kinderen van wijlen Pieter van Raesvelt, stellen onder andere hun maat, geheten Vondermaet, gelegen in het kerspel Wychmont als onderpand voor het geval dat de juffrouwen in het Spittael in de eerstkomende 3 jaren schade aan de Goltcamp lijden. Gegeven in den jaer onses heren dusent vierhondert ende twe ende vijftich up Donredach nae Pynxterdach. Oorspronkelijk in inv.nr. 25. Met de zegels van Goessen, Derick en Pieter van Raesfelt, en die van Willem van Baeke en Andries Kreynck in groene was.
Archiefnummer 354 Pagina 15 van 30 (regestenlijst)
770
1452, 1 juni Goessen, Derick, Pieter, Lutgert en Alijt, kinderen van wijlen Pieter van Raesfelt, verkopen aan Evert van der Voerst en Willem Leerinck als beheerders van het Spittael de Goltcamp met een derde waar in de Baekermark gelegen in het kerspel Steenre. Gegeven in den jaer ons heren duesent vierhondert ende twe ende vijftich up Donredach nae den heilligen Pynxterdaege. Oorspronkelijk in inv.nr. 25. Met de zegels van Goessen, Derick en Pieter van Raesfelt en die van Willem van Baeke en Andries Kreynck in groene was.
772
1453, 15 mei Derick van Hoevele en zijn vrouw Styne verkopen aan de juffrouwen in het Spittael een stuk land gelegen in het kerspel Upvoerst, buurschap Empe op Emper heze. Gegeven in den jaer ons heren dusent vierhondert drie ende vijftich up Dinsdach nae ons heren Hemelfaertsdach. Oorspronkelijk in inv.nr. 37. Met het zegel van Derick van Hoevele in groene was.
777
1453, 6 november Richter en schepenen van Zutphen geven het Hospittal bepaalde statuten. Gheven in den jaer ons heren dusent vierhondert drie ende vijftich up den Dinxsdach nae aller heilligendaege. Gelijktijdig afschrift in inv.nr. 4. N.B. Gedrukt in Bijdragen en Mededelingen van Gelre, dl. XVIII (1915), p. 80 vlg.
779
1454, 24 januari Henrick, heer van Wissch, ridder, en Willem van Baeke, markenrichter van het buurschap Baeke, en Gysbert van Branssenburch, Johan Huerninck, Johan van Voerthuesen, Johan Kreynck Andrieszoon en Evert Mengerynck als erfgenamen van Baeke, staan de zusters van het Hospitael toe dat de boer die op het goed van de zusters, genaamd Hospitaelsguet, woont in de mark van Baeke plaggen mag steken en zijn land omheinen, waarvoor zij 20 Rijnse guldens hebben betaald. Gegeven in den jaer ons heren duesent vierhondert vier ende vyftich up sunte Paewelsavent conversionis. Oorspronkelijk in inv.nr. 26. Met de geschonden zegels van Henrick, heer van Wissch, Willem van Baeke en Gysbert van Branssenburch, dat van Johan Huerninck, de geschonden van Johan van Voerthuesen, Johan Kreynck Andrieszoon en dat van Evert Mengerynck in groene was.
782
1454, 1 september Richter en schepenen van Zutphen stellen vast dat de zusters in het Spittael voortaan de derde regel van Sint Franciscus zullen houden en maken tevens een regel voor haar. Gegeven in den jaer ons heren duesent vierhondert ende vier ende vijftich up Sonnendach nae sunte Johansdach decollacionis nu ter tyt dach sancti Egidii abbatis. Concept op papier in inv.nr. 5.
790
1455, 27 april Richter en schepenen van Zutphen oorkonden dat Johan Kreijng Alphertszoon en zijn vrouw Everharda aan Jutte Joeperts een jaarlijkse los- en erfrente hebben verkocht van 5 pond uit hun huis in de Cuijpkenstraat. Ghegeven in den jaer ons heren dusent vierhondert vijf ende vijftich op dominica Jubilate. Afschrift in inv.nr. 1.
Archiefnummer 354 Pagina 16 van 30 (regestenlijst)
791
1455, 5 mei Henrick Kolsack en Willem Lerinck, beheerders van het Spittaal, enerzijds en Henrick Hueginck en zijn vrouw Lubbe anderzijds, gaan een ruil van land aan gelegen in het kerspel Voerst, buurschap Empe. Gegeven in den jaer ons heren duesent vierhondert vijf ende vijftich up Maendach nae dominica Cantate. Oorspronkelijk in inv.nr. 38. Met het zegel van Henrick Kolsack, het zwaar geschonden van Willem Lerinck en de enigszins geschonden zegel van Gerijt Hueginck en Mense Smedeken in groene was.
802
1456, 13 april Hubert van Reet, zijn vrouw Aleit en Bette, dochter van Derick Roetbaert, verkopen aan Gherit Aessack ten behoeve van de jonkvrouwen van het Hospitaell een maat, genaamd het Dyepeghoer, gelegen in het kerspel Opvoerst, buurschap Empe, ambt Brommen, terwijl Sander Schimmelpenning en Lambert ten Veen waarborgen zijn. Gegeven in den jaer ons heren dusent vierhondert seess ende vijftich des Dijnsdaighs na den Sonnendach Misericordia domini. Oorspronkelijk in inv.nr. 39. Met het geschonden zegel van Hubert Reet in groene was, terwijl de zegels van Sander en Andries Schimmelpenning verloren zijn gegaan.
805
1456, 18 september David de Burgundia, bisschop van Traiectum, staat de moeder en zusters in het Oude Hospitaal toe om een draagbaar altaar te hebben. Datum in statione nostra campestri in Daventria … anno domini millesimo quadringentesimo quinquagesimo sexto die decima octava mensis Septembris. Oorspronkelijk in inv.nr. 6. Met het geschonden zegel van bisschop David in rode was.
816
1457, 1 augustus Broeder Theodericus Aurige, vicaris van de minister-generaal van de minderbroederorde voor de fratres cismontani de observantia, geeft de zusters van het Oude Hospitaal van de derde orde van Franciscus deelgenootschap aan de goede werken. Datum in conventu nostro prima die mensis Augusti anno domini millesimo quadringentesimo quinquagesimo septimo in oppido Harlemensi. Oorspronkelijk in inv.nr. 7. Met het geschonden zegel van het officium in rode was, in gele was gevat (in de gele was is een kruis gedrukt).
819
1458, 11 maart Evert Schuerinck en zijn vrouw Jutte verkopen aan de jonkvrouwen in het Hospitaell een stuk land van circa 6 schepels zaad, gelegen in het kerspel Opvoerst, buurschap Emp. Gegeven in den jaer ons heren dusent vierhondert acht ende vijftich op sente Gregoriusavondt pape. Oorspronkelijk in inv.nr. 40. Met het enigszins geschonden zegel van Wilhem van Dorsten in groene was, terwijl het zegel van Sander Schimmelpenning ontbreekt.
858
1462, 1 juli Gerit Esken oorkondt dat Herman Berner en Werner Tolner, beheerders van het Spittaell, hem de jaarlijkse rente van 1 oude groot tijns uit een slag land, geheten Veenhoeven, gelegen in het kerspel Voerst, buurschap Empe, hebben afgelost. Gegeven in den jaer ons heren MCCCC ende twe ende sestich op onser liever vrouwen aevent visitacionis. Oorspronkelijk in inv.nr. 42. Met het enigszins geschonden zegel van Gerit Aetsack in groene was.
Archiefnummer 354 Pagina 17 van 30 (regestenlijst)
864
1462, 23 november Geryt die Jeger van Padtbroick, richter van Arnhem en Veluwenzoem, oorkondt dat Geryt Eessken aan Johan Krodenvenger ten behoeve van Johan die Ruyter, burger van Zutphen, een jaarlijkse los- en erfrente van 2½ Rijnse guldens heeft verkocht, terwijl hij als onderpand twee akkers en een hofstede, nu bewoond door Jan Dobbe, stelt. Gegeven int jair onss heren dusent vierhondert twe ende tsestich des Dynxsdages na sente Elysabetden dach. Oorspronkelijk in inv.nr. 108. Met het zegel van Geryt die Jeger van Padtbroick in groene was. N.B. Door deze brief is waarschijnlijk gestoken geweest de brief van 17 februari 1539 (reg. nr. 2018).
872
1463, 23 juli Richter en schepenen van Zutphen verkopen aan het Hospitael een jaarlijkse erf- en losrente van 15 oude gouden schilden. Gegeven in den jaer ons heren duesent vierhondert ende drie ende sestich op Saterdach na sunte Maria Magdalenendach. Afschrift in inv.nr. 1.
889
1464, 9 oktober Richter en schepenen van Zutphen verkopen aan Evert van den Walle en Henrick Kreyng, beheerders van het Spittaell, een jaarlijkse los- en erfrente van 14 gouden Rijnse guldens en 7 witte stuivers. Gegeven in den jaer ons heren duesent vierhondert ende vier ende tsestich op sunte Gereonis ende Victoersaevent. a. Oorspronkelijk in inv.nr. 112. Met fragment van het zegel en contrazegel van de stad in groene was. b. Afschrift in Oud-archief Zutphen (archiefnummer 1), inv.nr. 1331, folio 47 verso.
890
1464, 10 november Richter en schepenen van Zutphen verkopen aan Evert van den Walle en Henrick Kreyng, beheerders van het Spittaell, een jaarlijkse erftijns van 18 pond. Gegeven in den jaer ons heren duesent vierhondert ende vier ende tsestich op sunte Mertensaevent in den winter. a. Oorspronkelijk in inv.nr. 112. Met het zegel en contrazegel van de stad in groene was. b. Afschrift in Oud-archief Zutphen (archiefnummer 1), inv.nr. 1331, folio 48.
892
1464, 24 november Richter en schepenen van Zutphen verkopen aan Evert van den Walle en Heinrick Kreyng, beheerders van het Spittaell, een jaarlijkse erf- en losrente van 15 gouden Rijnse guldens, 3 oort. Gegeven in den jaer ons heren duesent vierhondert ende vier ende tsestich op sunte Kathrynenaevent. a. Oorspronkelijk in inv.nr. 112. Met fragment van het zegel en contrazegel van de stad in groene was. b. Afschrift in Oud-archief Zutphen (archiefnummer 1), inv.nr. 1331, folio 46.
Archiefnummer 354 Pagina 18 van 30 (regestenlijst)
912
1465, 10 juni Evert van den Walle en Evert Scholdeman, schepenen van Zutphen, oorkonden dat Rotger Florensz en zijn vrouw Lutgart aan Henrick Kolsack en Willem Leryng, beheerders van het Spittaell, de Ganzecolckshoeve met een gaarde en twee akkers tijnsland en een halve waar in de Emper mark hebben verkocht. Gegeven in den jaer ons heren duesent vierhondert ende vyff ende tsestich op Maendach nae belaeken Pynxterdach. Oorspronkelijk in inv.nr. 36. Met de zegels van Evert van den Walle en Evert Scholdeman in groene was.
913
1465, 12 juni Rotger Florensz en Willem ter Leermoelen, borgen, beloven om in te staan voor Ganzecolkshoeve met een tuin en twee akkers tijnsland in de Emper mark, door Henrick Kolsack en Willem Lerinck, schepenen van Zutphen ten behoeve van het Spittael gekocht. Gegeven in den jaer ons heren duesent vierhondert ende vyf ende sestich op tes heilligen Sacramentsaevent. Oorspronkelijk in inv.nr. 36. Met de zegels van Rotger Florensz en Willem ter Leermoelen in groene was.
973
1472 … Broeder Theodericus, prior van het huis van beata Maria in Windesim, en de overige 2 definitoren van het generaal kapittel van de orde van reguliere kanunniken geven aan Aleydis Kreyncs, Anthonia Assen en Eva Stuvenberghes, zusters in het Spittaell, deelgenootschap aan de goede werken. Datum … anno domini millesimo quadringentesimo septuagesimo secundo sedente capitulo nostro generali in Windesim. Oorspronkelijk in inv.nr. 8. Met het geschonden geheim zegel van broeder Theodericus in groene was.
1027
1475, 30 april Richter en schepenen van Zutphen verkopen aan Willem Rensen en Johan Huerninck als beheerders van het Spittael een jaarlijkse los- en erfrente van 6 gouden Rijnse guldens. Gegeven in den jaer ons heren duesent vierhondert vyf ende soventich op Meyaevent. a. Oorspronkelijk in inv.nr. 112. Met het geschonden zegel en contrazegel van de stad in groene was. b. Afschrift in Oud-archief Zutphen (archiefnummer 1), inv.nr. 1331, folio 47.
1031
1475, 13 juni Richter en schepenen van Zutphen oorkonden dat Cele Keppelman vanwege het Spittael gerechtelijk een hofstede buiten de Spittaelspoort heeft verkocht en dat Wolbert van Borkell genoemde hofstede voor het Spittael heeft verworven. Gegeven in den jaer ons heren duesent vierhondert vijf ende soventich op Dinsdach nae Odulphi confessoris. Oorspronkelijk in inv.nr. 70. Met het geschonden zegel en contrazegel van de stad in groene was.
2
Definitoren zijn leden van de commissie tot wetsontwerping en bestuur.
Archiefnummer 354 Pagina 19 van 30 (regestenlijst)
1053
1477, 24 juli Richter en schepenen van Zutphen oorkonden dat Johan Goessenszoon en zijn vrouw Griete en Evert Vytinck aan Johan Kreynck en Aernt Berck, beheerders van het Spittaell, jaarlijks 2 paar tijnshoenders en 4 pond erftijns schuldig zijn, te betalen uit hun hofstede buiten de Spittaelspoort. Gegeven in den jaer ons heren duesent vierhondert soven ende soventich op sunte Jacobsaevent in den boewe. Oorspronkelijk in inv.nr. 100. Met het geschonden zegel en contrazegel van de stad in groene was.
1064
1478, 31 maart Huege Janszoon en zijn vrouw Gertken verkopen aan Johan Schymmelpennynck hun vierde deel van een huis, geheten Woltinc buss ende broeck, gelegen in het kerspel Opvoirst, buurschap Emppe. In den jaere ons heeren duesent vierhondert acht ende tzoeventich op den leesten dach in der Merten. Oorspronkelijk in inv.nr. 119. Het zegel van Derick Mennynck is verloren gegaan, met het zwaar geschonden zegel van Willem Sturman in groene was.
1125
1482, 19 november Gerit van Haickfordt scheldt de zusters van het Spittaell de tijns kwijt die zij hem uit haar goed schuldig waren. Gegeven in den jair ons heren duesent vierhondert twe ind tachtentich op sunte Elizabethsdach weduwe. Oorspronkelijk in inv.nr. 114. Met het geschonden zegel van Gerit van Haickfordt in groene was.
1131
1483, 17 maart Evert Scholdman en Gairt Bernner, schepenen van Zutphen, oorkonden dat Sthyn Onbedwongens aan de zusters van het Spitaill verscheidene renten heeft opgedragen, samen 8 pond jaarlijks bedragende, waarvan zij 3 pond voor zichzelf mogen gebruiken en 5 pond ten behoeve van de armen moeten besteden. In den jair onss heren duesent vierhondert drie ende tachtentich op den Manendach na Judica. Oorspronkelijk in inv.nr. 101. Met de zegels van Evert Scholdman en Gairt Bernner in groene was.
1144
1484, 28 juni Raymundus Peraudi, apostolisch commissaris, aartsdiaken van Alnisium in de kerk van Xanctonia, benevens deken en kapittel van deze kerk, staan aan Henrica Keppelmans, Berta Hoeffstede, Gertruda van Steenre, Eva Stuvenbarch, Gertruda Avercampss, Nesa Aessagss, Fenna toe Wael, Hadewych Mennynch, Hadewych Sturemans, Thonia van Leesten, Gertruda van Ruderloe, bewoonsters van het Hospitael, een indulgentie toe en het recht, om een eigen biechtvader te kiezen. Datum … die lune vicesima octava mensis Junii anno domini M CCCC LXXXIIII. Oorspronkelijk in inv.nr. 9. Met het zwaar geschonden zegel en contrazegel van de kerk in rode was.
Archiefnummer 354 Pagina 20 van 30 (regestenlijst)
1145
1484, 24 juli Johan van Seijst, richter te Hengell op het Goy, oorkondt dat Gherrit van Hartebruek aan het Spittaell een jaarlijkse los- en erfrente heeft verkocht van 6 Rijnse guldens, gaande uit zijn tiende in de kerspelen Hengell en Seelhem, geheten de Schueden tienden en uit een slag land, geheten den Regenwynckell. Ghescreven int jaer ons heren vieerhondert vieer ende tachtentich op sunte Jacobsavent in den bouwe. a. Oorspronkelijk in inv.nr. 102. Met de zegels van Johan van Seijst, Aelbert Hederynck, Reynt Reessinck en Gherrit van Hartebruek in groene was. b. Authentiek gelijktijdig afschrift in inv.nr. 102.
1159
1485, 11 augustus Henrick Krijnck en Arnt Yseren, schepenen van Zutphen, oorkonden dat juffrouw Sthijn Onbedwongens aan Henrick Kaelsack en Arnt Huyrnynck ten behoeve van het Spitaill een slag land gegeven heeft in het kerspel Warnsfelt, geheten Onbedwongens meeste slach en 100 gouden Rijnse guldens, samen getaxeerd op 10 guldens jaarlijks. Gegeven in den jair onss heren duysent vierhondert vyff ende tachtentich op Donredach na sunte Laurenciusdaghe. Oorspronkelijk in inv.nr. 50. Met de zwaar geschonden zegels van beide oorkonders in groene was.
1160
1485, 7 september Richter en schepenen van Zutphen verkopen aan het Spittael een jaarlijkse los- en erfrente van 5 gouden Rijnse guldens, ½ oort. Gegeven in den jair onss heren duesent vierhondert viff ind tachtentich op onser liever vrouwenavont nativitatis. a. Oorspronkelijk in inv.nr. 112. Met fragment van het zegel en contrazegel van de stad in groene was. b. Afschrift in Oud-archief Zutphen (archiefnummer 1), inv.nr. 1331, folio 58.
1175
1486, 25 maart Richter en schepenen van Zutphen verkopen aan mr. Johan van Vliet, doctor in de medicijnen, en zijn vrouw Griete een jaarlijkse los- en erfrente van 11 gouden Rijnse guldens. Gegeven in den jair onss heren duysent vierhondert sess ende tachtentich op Paischavont. a. Oorspronkelijk in inv.nr. 112. Met fragment van het zegel en contrazegel van de stad in groene was. N.B. Door deze brief zijn gestoken de brieven van 16 september 1531 en 20 september 1531 (reg.nrs. 1886 en 1887). b. Afschrift in Oud-archief Zutphen (archiefnummer 1), inv.nr. 1331, folio 50.
1231
1487, 12 juli Richter en schepenen van Zutphen oorkonden dat Johan Henrixsz en zijn vrouw Gertruyt aan Gertruyt grote Janssdochter een jaarlijkse los- en erfrente hebben verkocht van 1 koopmans Rijnse gulden, gaande uit hun huis buiten de Spitailspoort. Gegeven in den jair onss heren duesent vierhondert seven ende tachtentich op sunte Margrietenavont. Oorspronkelijk in inv.nr. 103. Met het geschonden zegel en contrazegel van de stad in groene was.
Archiefnummer 354 Pagina 21 van 30 (regestenlijst)
1279
1489, 5 december Wylhem van Poellwick, stadhouder van Johan van Ghemen, bastaard, onderdrost van het land van Zutphen, oorkondt dat Claes van Keppell en zijn vrouw Lutgart van Bransenborch bekennen aan Marten Voss 200 gouden Rijnse guldens schuldig te zijn, voor welke schuld zij hem een jaarlijkse los- en erfrente verkopen van 12½ gouden Rijnse guldens, gaande uit het goed toe Holthuesen en uit de Schyphorst en uit de Brummelmaet, gelegen in het kerspel Steenre, terwijl Henrick Stemerdinck belooft hiervoor waarborg te zijn. Gegeven int jair ons heren duisent vyrhondert ind negen inde tachtentich des naesten Saitersdaiges na sente Barbarendaige der hiliger jonckfrouwen. Oorspronkelijk in inv.nr. 29. Met het geschonden zegel van Johan van Ghemen, dat van Claes van Keppell is verloren gegaan, met de geschonden zegels van Lutgart van Bransenborch en van Wylhem van Poellwick in groene was. N.B. Door deze brief is gestoken de brief van 28 mei 1493 (reg.nr. 1361).
1361
1493, 28 mei Bernt van Holthussen, schout binnen en buiten Zutphen, oorkondt dat Marten Voss en zijn vrouw Gertrut aan Gisbert Lansinck en zijn vrouw Styne twee brieven hebben verkocht, de ene betreffende het huis te Holthussen en de andere de Bromellmaet en de hofstede op de Toldyck, door welke brieven deze gestoken is. Gegeven int jaer onss heren dussent vyrhondert drie ind tnegentich op Dinsdach na den hilgen Pinxterdach. Oorspronkelijk in inv.nr. 29. Het zegel van de oorkonder is verloren gegaan. N.B. Deze brief is gestoken door de brief van 5 december 1489 (reg.nr. 1279). Blijkbaar is één van de brieven, waardoor deze gestoken is geweest, verloren gegaan.
1383
1494, 21 juni Arnt van den Wall, stadhouder van Bernt van Holthussen, schout binnen en buiten Zutphen, oorkondt dat Dirck van Elthen en zijn vrouw Grieta aan Arnt Hurnynck en Henrick Barick als beheerders ten behoeve van het Spyttall Eltens maetken in het kerspel Wichtmond hebben verkocht. Gegeven int jaer onss heren dusent vyrhondert vyr ind tnegentich op Saterdach post Viti et Modesti. Oorspronkelijk in inv.nr. 61. Met de zegels van Arnt van den Walle en Bernt van Holthussen in groene was.
1387
1494, 29 juli Ceelman Ceppelman en Arnt Huernynck, schepenen van Zutphen, oorkonden dat Geryt en Andriess van Elten, broeders, hun toestemming geven tot de verkoop van Eltens maitken, gedaan door hun vader en moeder Derick en Griete aan het Hospittall. Gegeven in den jair ons heren duesent vierhondert vier int tniegentich op Dinxedach na Jacobi. Oorspronkelijk in inv.nr. 61. Met het enigszins geschonden zegel van Ceelman Ceppelman in groene was, terwijl dat van de tweede oorkonder verloren is gegaan.
1508
1500, 28 juli Gerlich Stuirman en Gerrit van Vorthuesen, schepenen van Zutphen, oorkonden dat Gelmer van den Walle, raad, en zijn vrouw Margriete aan het Hospittaill 100 gouden Rijnse guldens schuldig zijn, afkomstig van wijlen hun dochter Fenneke van den Walle, die zuster in dit huis was. Gegeven in den jair ons heren duesent vyffhondert opten Dinxedach na sunt Jacobsdach. Oorspronkelijk in inv.nr. 21. Met het enigszins geschonden zegel van Gerlich Stuirman en dat van Gerrit van Vorthuesen in groene was.
Archiefnummer 354 Pagina 22 van 30 (regestenlijst)
1533
1501, 29 juni Gadert van Nuijnhem, pastoor te Arnhem, medebroeder van het Godshuis te Prumen, ambtman, gaat vanwege het Godshuis een ruil aan met moeder Gertruet Havercamp en met de zusters in het Spittael, zó, dat deze het Cruysstuck verwerven, waartegenover zij een stuk land in het kerspel Wijchmont afstaan. Gegeven in den jaren onsz heren dusent vijfhondert ende een op Dinxdach nae sunte Johannes dach nativitatis. Oorspronkelijk in inv.nr. 71. Met fragment van het zegel van de oorkonder in groene was.
1534
1501, 5 juli Otte van Keken, richter in het ambt Stienre, oorkondt dat Claeuss van Keppell en zijn vrouw Lutgert aan Derick Kreynck en Johan Kreynck als beheerders van het Hospittaill de Brummelre mait in het kerspel Stienre aan de Toldyck hebben verkocht. Gegeven in den jair ons heren duesent viffhondert ende een opten Manendach na sant Peters ende Pauwelsdach der twier apostelen. Oorspronkelijk in inv.nr. 29. Met het zegel van Otte van Keken en het enigszins geschonden van Claeuss van Keppell in groene was.
1548
1501, 4 december Derick Kreynck en Johan Kreynck, schepenen van Zutphen, beheerders van het Hospittail, oorkonden dat Gertruit Averkamps, moeder van dit huis, aan Thomas Aipeldoorn Brugger slach in Baikerbroick heeft verpand, te lossen met 100 gouden Rijnse guldens. Gegeven in den jair ons heren duesent viffhondert ende een op Saterdach na sunt Andriess dach. Oorspronkelijk in inv.nr. 27. De zegels van de beide oorkonden zijn verloren gegaan.
1576
1503, 8 januari Otte van Keken, richter te Steenre, oorkondt dat Derick Scholdwyck aan de juffrouwen in het Hospittaill 75 gouden Rijnse guldens schuldig is, voor welke schuld hij tot onderpand een stuk land in het kerspel Stienre tussen het erf Spittaill en de Goltkamp stelt. Gegeven in den jair ons heren duesent vyffhondert ende drie op Sondach na Epiphanie domini. Oorspronkelijk in inv.nr. 28. Met het enigszins geschonden zegel van Otte van Keken in groene was. N.B. Door deze brief is gestoken de brief van 16 mei 1532 (reg.nr. 1902).
1647
1507, 10 juni Bernt van Holthuessen, schout binnen en buiten Zutphen, oorkondt dat Derick Kribbe aan Eeffze Stuvenbarch, moeder in het Hospittael, 16 Philippusguldens schuldig is, voor welke schuld hij een stuk land, geheten Kribben Braemhoevell, gelegen buiten de Hospittaelspoort, tot onderpand stelt. Opten Donresdach post Bonifacii anno domini vyffthienhondert ende seeven jaer. Oorspronkelijk in inv.nr. 72. Met het zegel van Bernt van Holthuessen in groene was. N.B. Door deze brief is gestoken de brief van 14 oktober 1532 (reg.nr. 1907).
Archiefnummer 354 Pagina 23 van 30 (regestenlijst)
1658
1508, 19 mei Gerrit van Voirthuisen en Andriess Schymmelpennynck, schepenen van Zutphen, oorkonden dat mr. Johan van den Walle, kanunnik, aan het Hospittail 100 gouden Rijnse guldens schuldig is waarvoor hij haar een jaarlijkse losrente heeft verkocht van 6 guldens en 1 oort, gaande uit de helft van het goed, genaamd Kielberger guet, gelegen op de Veluwe in Kortenoever in het kerspel Wichmont, ambt Brummen. Gegeven in den jair ons heren duesent vifhondert ind acht opten Vridach na Jubilate. Oorspronkelijk in inv.nr. 104. Met de zegels van Gerrit van Voirthuisen en Andriess Schymmelpennynck en het geschonden van Johan van den Walle in groene was.
1665
1509, 2 april Kairle, hertog van Gelre etc., bevestigt de privileges, vroeger door graaf Reynaldt, hertog van Lynborch en graaf Reynaldus van Gelre aan het hospitaal van de H. Geest in Zutphen gegeven, namelijk dat hun goed Bensynck, gelegen te Emp in het kerspel Voirst, vrij van schatting zal zijn. In den jair onss heren duysent vyffhondert ind neghen op Manendach nae den heyligen Palmdach. Oorspronkelijk in inv.nr. 32. Met het geschonden geheim zegel van hertog Kairle in rode was.
1671
1509, 25 september Bernt van Holthuessen, schout binnen en buiten Zutphen, oorkondt dat Elisabeth, weduwe van Johan Kreynck, aan haar dochter Agnes voor haar kindsdeel ten behoeve van het Hospitaell heeft opgedragen de tienden uit Haerdenbarch en al het land van het Hospittaell en de tienden over de Wittenkamp in het kerspel Wijchtmont, benevens twee stukken land op de Eng bij de Braemhoevell. Gegeven in den jaere onses heren duesent vyffhondert ende negenne des Dynsdaiges na sunt Mauricius. Oorspronkelijk in inv.nr. 62. Het zegel van de oorkonder is verloren gegaan. N.B. In dorso een aantekening uit 1530, blijkens welke de inhoud van deze brief te niet is gedaan.
1672
1509, 8 oktober Richter en schepenen van Zutphen oorkonden, dat Gerrit van Elten en zijn vrouw Griete aan Arnt Slindewater en zijn vrouw Griete een jaarlijkse los- en erfrente van 6 gouden Rijnse guldens en 1 oort hebben verkocht, gaande uit hun huis op de hoek van de Marspoort aan de Berleheze. Gegeven in den jaer ons heren duysent vifhondert ind negen des Manendaiges na sent Franciscusdaige. Oorspronkelijk in inv.nr. 111. Met fragment van het zegel en contrazegel van de stad in groene was. N.B. Door deze brief is gestoken de brief van 29 januari 1560.
1681
1510, 13 december Gerloch vander Capellen Claiszoon en Otto Keyen, schepenen van Zutphen, oorkonden dat Andreas Yseren verklaart dat het zijn uiterste wil is, dat de vier huisjes op de Nyestat, door zijn vader ten behoeve van arme lieden gegeven, voor dit doel bestemd blijven en dat de moeder in het Hospitail en zijn dochter, die daar ingekleed is, er het opzicht over zullen hebben en gifters zullen zijn. Gegeven in den jaer ons heren dusent vifhondert ind tien des Fridages sent Luciendach virginis. Oorspronkelijk in inv.nr. 10. Met de geschonden zegels van Gerloch van der Capellen Claiszoon en Otto Keyen in groene was.
Archiefnummer 354 Pagina 24 van 30 (regestenlijst)
1694
1513, 1 juni Lenze Veer en Otto Keijen, schepenen van Zutphen, oorkonden dat heer Wessell van Schelenborch, vicaris van het Sint Stephanus- en Simonsaltaar in de Grote Kerk, aan Arnt van den Walle en Andreas Kreynck als beheerders van het Hospitaill heer Genzekenslant, gelegen op de Velouwe in de buurschap Empe, heeft verkocht. Gegeven in den jaren ons heren dusent vifhondert ind dartien sGoinsdages post Sacramenti. a. Oorspronkelijk in inv.nr. 41. Met de zegels van Lenze Veer en Otto Keijen in groene was. b. Gelijktijdig afschrift in inv.nr. 41.
1707
1515, 23 januari Johan van Scherpenzeell, richter van Arnhem en Veluwenzoem, oorkondt dat mr. Johan van den Walle, licentiaat, bij testament aan Conrait Wentinck ten behoeve van het Hospitail een jaarlijkse erf en losrente heeft verkocht van 6 gouden Rijnse guldens en 1 oort, gaande uit het goed then Corten oever, gelegen in het kerspel Wichmont, ambt Brummen. Gegeven int jaer onss heren duysent vieffhondert ind vyeffthien des Dinxdach post Agnetis virginis. a. Oorspronkelijk in inv.nr. 105. Met het geschonden zegel van Johan van Scherpenzeell in groene was. e b. Afschrift uit het einde van de 16 eeuw in inv.nr. 105.
1709
1516, 15 januari Arndt van den Walle en Arnt Slindewaiter, schepenen van Zutphen, oorkonden dat juffrouw Styne van Bransenborch, weduwe van Gisbert Lansinck, belooft dat zij de juffrouwen in het Hospitail in het vrije bezit zal laten van de Brummelre mait, gelegen in de Toldijck, welke maat door Claeuss van Keppel en zijn vrouw Griete aan het Hospittail was verkocht en die later tot een onderpand voor Merten Voss is gesteld. Gegeven in den jair ons heeren duesent vyfhondert ende sestien opten Dinxedach post Ponciani. Oorspronkelijk in inv.nr. 29. Met fragmenten van de zegels van de beide oorkonders in groene was.
1714
1516, 12 april Johan van Scherpenseel, richter van Arnhem en Veluwensoom, oorkondt dat Johan Kreijnck en zijn vrouw Jorden aan Stine Huernincks ten behoeve van het Spittaell de Veenhoeve, gelegen in het ambt Veluwensoom, kerspel Voorst, buurschap Empe, hebben verkocht. Gegeven int jaer ons heeren MCCCCC ind sestien op Saterdach post misericordia domini. Gelijktijdig afschrift naar een authentiek afschrift in inv.nr. 42.
1722
1517, 1 november Johannes Angelus Arcimboldus, doctor in de beide rechten, proost van Arcisate, prothonotarius en referendarius van paus Leo X, nuntius en commissarius vanwege de bouw van de Pieterskerk in verscheidene provincies, steden en diocesen, geeft aan Eva Stuvenbarges, Gertrudis Averkampt, Heesa Mennynges, Margareta de Ruerlo, Stijne Huerlinges, Agneza van der Elst, Agnes Kreynges, Margareta Iserens, Hilla van Tyll, Wysa van Holthuesen, Agneza then Walle en Styne van Voirthusen, zusters in het nieuwe Hospitaal, verscheidene voorrechten, ondermeer het recht om een eigen biechtvader en een draagbaar altaar te hebben. Datum Daventrie anno domini millesimo quingentesimo decimoseptimo die vero prima mensis Novembris pontificatus prefati sanctissimi domini nostri anno quinto. Oorspronkelijk in inv.nr. 11. Met fragmenten van het zegel van de oorkonder in rode was.
Archiefnummer 354 Pagina 25 van 30 (regestenlijst)
1791
1523 ... Johannes van Oeszbergen, proost, en Clara, priorin, en convent van Clarenwater verkopen aan het Oude Gasthuis ten behoeve van Alyt van Baeck, moeder van het Gasthuis, en de juffrouwen van het Hospitael het halve goed den Oldenhoff, gelegen in het kerspel Voorst, buurschap Vorstonden. Gegeven in den jaer onses heren dusent vyffhondert ende dre ende twintich. Oorspronkelijk in inv.nr. 45. Met het geschonden zegel van het convent in groene was.
1804
1525, 20 februari Richter en schepenen van Zutphen oorkonden dat Alef van Lennop en zijn vrouw Anthonia aan de juffrouwen in het Hospittael hun huisplaats in de Spittaelspoort verkocht hebben. Gegieven int jaer ons heren dusent vifhondert ende vif ende twyntich sManendages post Valentini. Oorspronkelijk in inv.nr. 81. Met het geschonden zegel en contrazegel van de stad in groene was.
1828
1527, 28 maart De juffrouwen in het Spittael ruilen land, gelegen op Emper eynck met Lubbert ten Brynck. In den jaere ons heren dusent vyfhondert soeven ind twyntich upten XXVIII dach in die Meerte). Oorspronkelijk in inv.nr. 43.
1840
1528, 31 oktober Henrick van Vorden en Garrit Barner, schepenen van Zutphen, oorkonden dat Mathijes Coppelman, zijn vrouw Elijsabet e.a., erfgenamen van Wobbeke Stipelz, aan het Hospittaell hebben opgedragen wat hun van deze is aanbestorven. Gegieven int jaer ons heren dusent viffhondert ende acht ende twintich op aller hillichgenavent. Oorspronkelijk in inv.nr. 22. Met het zegel van Henrick van Vorden en het geschonden van Garrit Barner in groene was.
1859
1529, 26 september Henrick van Vorden en Andries Kreinck, schepenen van Zutphen, oorkonden dat Alidt van Baeck, moeder in het Oude Gasthuis, aan juffrouw Witze van Holthusen, moeder in het Hospittaell, het goed ten Olden hoff, gelegen in de buurschap Vorstonde, gericht Brummell, heeft verkocht. Gegieven int jaer ons heren dusent viffhondert unde negen ende twintich op Sonnendach post Matthei. Oorspronkelijk in inv.nr. 45. Met de geschonden zegels van Henrick van Vorden en Andries Kreinck in groene was.
1863
1530, 18 januari Roeloff Momme, richter van Arnhem en Veluwenzoon, oorkondt dat Jan van Munster als voogd van Aelheydt van Baecks van Rense van Holthuysen, secretaris, als voogd, en aan Wysse van Holthhuysen, moeder, en de juffrouwen in het Hospitaell den Oldenhoff, gelegen in de buurschap Voirstonden, gericht Brummen, heeft verkocht. Gegeven int jaer onss heren duysent vyffhondert ind dartich den achtienden dach Januarij. Oorspronkelijk in inv.nr. 45. Met het zwaar geschonden zegel van de oorkonder in groene was.
Archiefnummer 354 Pagina 26 van 30 (regestenlijst)
1865
1530, 27 januari Richter en schepenen van Zutphen oorkonden, dat Geryt Bairtscherre en zijn vrouw Gryete aan het Hospitaell een jaarlijkse los- en erfrente hebben verkocht van 1 goudgulden, gaande uit de helft van hun huis in de Lairpoort. Gegeven in den jaer onss heren duysent vijffhondert ende darttich op Donresdach post conversionis sancti Pauwli. Oorspronkelijk in inv.nr. 106. Met fragment van het zegel en contrazegel van de stad in groene was.
1876
1530, 3 december Sander Schymmelpenninck, stadhouder en richter van het schoutambt Zutphen binnen en buiten, oorkondt dat Johan Kreinck en zijn vrouw Johanna aan Wyse van Holthusen, moeder in het Spittaell, een jaarlijkse los- en erfrente hebben verkocht van 5 gouden Rijnse guldens, gaande uit 3 deelen van het goed Hellenfoert, gelegen in het kerspel Wichtmont, terwijl zij tot onderpand hun aandeel aan twee stukken land: Kyffshorne en Tronneboemken in hetzelfde kerspel stellen. Gegeven in den jair onsses heren duysent viffhondert ind dartich opten Saterdach sunt Barbarenavont der hilliger jonffrouwen. Oorspronkelijk in inv.nr. 107. Met het geschonden zegel van Sander Schimmelpenninck in groene was.
1886
1531, 16 september Henrick van Voirden en Geryt Kreijnck, schepenen van Zutphenn, oorkonden, dat Hylle, weduwe van mr. Claes van Vlijt, aan Arnt Kloetbane en zijn vrouw Alijt de rente van 11 guldens heeft opgedragen, gelijk deze beschreven is in de brief, waardoor deze is gestoken. Gegeven in den jair ons heren duysent vyffhondert ende eyn ende darttich op Satersdach post exaltacionis Crucis. Oorspronkelijk in inv.nr. 112. Met het geschonden zegel van Henrick van Voirden en dat van Geryt Kreijnck in groene was. N.B. Deze brief is gehecht aan de brieven van 25 maart 1486 en 20 september 1531 (reg.nrs. 1175 en 1887).
1887
1531, 20 september Henrick van Voirden en Geryt Kreijnck, schepenen van Zutphenn, oorkonden dat Arnt Cloetbaene en zijn vrouw Alyt aan Wyza van Holthuyssen, moeder in het Hospitaell, de rente van 11 guldens hebben opgedragen, gelijk deze beschreven is in de brief, waardoor deze is gestoken. Gegeven in den jaer ons heren duysent vyffhondert ende eyn ende darttich op avont Mathei apostoli et ewangeliste. Oorspronkelijk in inv.nr. 112. Met de zegels van Henrick van Voirden en Geryt Kreijnck in groene was. N.B. Deze brief is gestoken door de brieven van 25 maart 1486 en 16 september 1531 (reg.nrs. 1175 en 1886).
1902
1532, 16 mei Claisz Hesse, richter van Steynre, oorkondt dat Clais Scholdwick aan Wyse van Holthuysen, moeder en de juffrouwen in het Spitaill het stuk land verkoopt in het kerspel Steynre, door zijn vader Derick aan deze tot onderpand gegeven voor een schuld, gelijk vermeld is in de brief, waardoor deze is gestoken. Gegeven in den jair onses heren duysent vyffhondert twei ende dertich opten Donredach nae dem Sondage Exaudi. Oorspronkelijk in inv.nr. 28. Met het zegel van Claisz Hesse in groene was. N.B. Deze brief is gestoken door den brief van 8 januari 1503 (reg.nr. 1576).
Archiefnummer 354 Pagina 27 van 30 (regestenlijst)
1907
1532, 14 oktober Luloff van Achtevelt, stadhouder van Johan van Holthuyssen, schout binnen en buiten Zutphen, oorkondt dat Steven Kribbe en zijn vrouw Margrita aan Juffrouw Wysse van Holthuyssen, moeder van het Hospitaal, een stuk land verkocht hebben, geheten Krybben Braemhoevell, gelegen buiten de Hospitailspoort, gelijk dit beschreven is in de brief, waardoor deze is gestoken. Gegeven in den jair onses heren dusent vyffhondert ind twe en dartich opten Mandach na sunt Victoersdach. Oorspronkelijk in inv.nr. 72. Met het zegel van Luloff van Achtevelt in groene was. N.B. Deze brief is gestoken door de brief van 10 juni 1507 (reg.nr. 1647).
1932
1534, 19 februari Richter en schepenen van Zutphen verkopen aan Goirt Zetter en zijn vrouw Johanna een jaarlijkse los en erfrente van 11 gouden Rijnse guldens, gaande uit de stadswaag. Gegeven int jair ons heren dusent viffhondert ind vier ind dartich opten Donredach nae dem Sondage Esto mihi. a. Oorspronkelijk in inv.nr. 112. Het stadszegel is verloren gegaan. N.B. Deze brief is gestoken door de brief van 3 maart 1535 (reg.nr. 1948). b. Afschrift in Oud-archief Zutphen (archiefnummer 1), inv.nr. 1331, folio 49.
1933
1534, 19 februari Richter en schepenen van Zutphen verkopen aan Goirt Zetter en zijn vrouw Johanna een jaarlijkse los- en erfrente van 5½ gouden Rijnse guldens, gaande uit de stadswaag. Gegeven int jair ons heren dusent viffhondert vier ind dartich tich opten Donredach nae dem Sondaige Esto michi. a. Oorspronkelijk in inv.nr. 112. Met het zwaar geschonden zegel en contrazegel van de stad in groene was. N.B. Door deze brief is gestoken de brief van 3 maart 1535 (reg. nr. 1947). b. Afschrift in Oud-archief Zutphen (archiefnummer 1) in inv.nr 1331, folio 48 verso.
1942
1534, 13 oktober Garrit Schymmelpenninck, Johan Vaick en Harmen Baeinck oorkonden dat het Hospitall met de erfgenamen van Johan Eppinx een ruil van land in het kerspel Voirst, buurtschap Vorstonden, heeft aangegaan, zó, dat het eerste de Stramptenacker en een akker in de Braick heeft verworven. Gegeeven yn den jare onss heeren dusent vijffhundert vier in dartich opten Dinxdach na sunt Victoirsdach geheiten Santgangen. Oorspronkelijk in inv.nr. 46. Met het geschonden zegel van Garrit Schymmelpenninck, fragment van dat van de tweede oorkonder en die van Harmen Baeinck en Wijssa van Holthusen in groene was.
1947
1535, 3 maart Henrick Kalsaick en Derick van den Walle, schepenen van Zutphen, oorkonden dat Gart Setter en zijn vrouw Joanna aan Wysse van Holthuesen, moeder in het Hospitaell, de rente van 5½ gulden hebben verkocht, gelijk deze beschreven is in de brief, waardoor deze is gestoken. Gegeven in den jair ons heren dusent vyfhondert ind vijf ende dertich opten Guedesdach nae den Sondach Oculi. Oorspronkelijk in inv.nr. 112. Met de zegels van Henrick Kalsaick en Derick van den Walle in groene was. N.B. Deze brief is gestoken door de brief van 19 februari 1534 (reg.nr. 1933).
Archiefnummer 354 Pagina 28 van 30 (regestenlijst)
1948
1535, 3 maart Henrick Kalsaick en Derick van den Walle, schepenen van Zutphen, oorkonden dat Gart Setter en zijn vrouw Joanna aan Wysse van Holthuesen, moeder in het Hoispittael, de rente van 11 gouden Rijnse guldens hebben verkocht, gelijk deze beschreven is in de brief, waardoor deze is gestoken. Gegeven in den jair onss heren duesent vyfhondert ind vyf ende dertich opten Guedesdach nae den Sondach Oculi. Oorspronkelijk in inv.nr. 112. Met de zegels van Henrick Kalsaick en Derick van den Walle in groene was. N.B. Deze brief is gestoken door de brief van 19 februari 1534 (reg.nr. 1932).
1982
1537, 15 oktober Kairle, hertog van Gelre, etc. beveelt Wilhem Hijnckert, richter van Arnhem en Velouwenzoon, en Johan Nordinck, peijnder te Brummen, om te zorgen, dat alle schatting, in strijd met de privileges op het goed van het Spittaal Bensijnck in Noirtempe gesteld, niet wordt gevorderd en er voortaan niet meer op gesteld zal worden. den XVen dach Octobris anno etc. XXXVII. Oorspronkelijk in inv.nr. 33. Met het opgedrukt secreet zegel van de hertog in rode was onder papieren ruit en met zijn handtekening.
2018
1539, 17 februari Schepenen van Zutphen oorkonden dat mr. Alphart van Tyll, zijn vrouw Anna en zijn zuster Roleff aan het Hospitael de jaarlijkse rente van 2½ gulden opdragen, gelijk ... zijn vrouw Magdalena hun deel daaraan op 28 april 1538 uit liefde voor hun zuster Hilleken van Tyll hebben opgedragen, gelijk deze rente beschreven is in de brief, waardoor deze is gestoken. Gegeven int jair ons heren dusent viffhondert acht in dertich opten Sondach belaicken Paisschen. Oorspronkelijk in inv.nr. 108. De zegels van de oorkonders zijn verloren gegaan. N.B. Dit stuk is zwaar beschadigd. De brief, waardoor deze gestoken is geweest, is waarschijnlijk de brief van 23 november 1462 (reg.nr. 864).
2022
1539, 2 mei Andries Schimmelpenninck, Derick van den Wall en Gerith Schimmelpenninck oorkonden dat Thomas van Buerlo en zijn vrouw Gertruid met het Spittaell land hebben geruild en wel zó, dat het laatste Peters acker verwerft en het Hanck maetken afstaat, beide gelegen in het kerspel Voerst, buurschap Empe. Gegeven in den jair ons heren duijsent vijffhondert negen ind dertich opten twieden daich in dem Meij. Oorspronkelijk in inv.nr. 47. Met fragment van het zegel van de eerste oorkonder, dat van Derick van den Wall, de geschonden van Gerith Schimmelpenninck en van het Spittaal en dat van Thomas van Buerlo in groene was.
2049
1540, 5 december Henrick Smeynck en zijn vrouw Mechtelt verkopen aan Thomas van Buerloe en zijn vrouw Gertruid een stukje land van ½ schepel zaad, gelegen op Emper enck. Gegeven in den jaer ons heren duysent vyffhondert ind viertich op avont Nicolai episcopi. Oorspronkelijk in inv.nr. 44. Met de zegels van Henrick Smeynck, Jan Vaick en Peter van Beell in groene was.
Archiefnummer 354 Pagina 29 van 30 (regestenlijst)
2056
1541, 7 juli Rutger van Isendorn, richter en stadhouder van Marten van Rossem, heer van Puderoyn, Gelderse maarschalk, drost en ambtman van de heerlijkheid Brederfoirt vanwege de hertog, oorkondt, dat Gert Koissinck en zijn vrouw Mechtelt aan het Hospitaell van de H. Drievuldigheid een jaarlijkse rente van 1 horns gulden hebben overgegeven, gaande uit het huis, bewoond door Ingerman. Geschiet und gegeven den sevenden dach July in den jaren unsers hern dusent viffhondert en und vertich. Oorspronkelijk in inv.nr. 120. Met fragment van het zegel van de oorkonder in groene was.
2060
1541, 17 september Wysse van Holthuijsen, moeder van het Spittael, en Thomas van Boerlloe en zijn vrouw Gertruid gaan een ruil van land met elkander aan, gelegen op Emper enck. Actum indt jair ons heren duysent vyffhondert een ind twirtich opten XVIIen dach Septembris. Oorspronkelijk in inv.nr. 44. N.B. Dit stuk is een chirograaf.
2082
1543, 7 april Richter en schepenen van Zutphen oorkonden dat Aelheit, weduwe van Johan van Ruerlloe, aan Yde Heijmerinck, dochter van Heijmerick van Nijmegen, een jaarlijkse los- en erfrente heeft verkocht van ½ goudgulden, gaande uit haar huis in de Spittailspoort. Gegieven int jair ons heren duesent vijffhondert ind drie ind viertich opten Saterdach nae quasi modo geniti. Oorspronkelijk in inv.nr. 109. Met het geschonden zegel en contrazegel van de stad in groene was.
2086
1543, 11 juni Richter en schepenen van Zutphen oorkonden dat Benrdt die Wijlde en zijn vrouw Aeltken aan Wijze van Holthuesen, moeder, en Grietken Yserens in het Spittaell als obsieners van de vier arme huisjes van wijlen Andries Yseren op de Nijestadt naast den kruittoren een jaarlijkse los- en erfrente hebben verkocht van 1½ stadpond, gaande uit hun huis in de Spittaelspoort. Gegieven int jair ons heren duesent vijffhondert ind drie ind viertich opten Manedachavent Odulphi confessoris. Oorspronkelijk in inv.nr. 110. Met het geschonden zegel en contrazegel van de stad in groene was.
2140
1546, 8 oktober Ottho Keye en Thomas van Buerlloe, schepenen van Zutphen, oorkonden dat Sandern Schimmelpenninck heeft verklaard, dat hij noch aan de bezittingen van de zusters in het Hospitaill, noch aan de straat meer zal timmeren en dat het een gunst van de zusters is geweest, dat zij hem hebben toegestaan, om in hun weer te anckeren. Gegeven int jaer ons heren duysent viffhondert seesz ind viertich opten Fridach nae Francisci. Oorspronkelijk in inv.nr. 115. Met de zegels van Ottho Keye en Thomas van Buerlloe in groene was.
2147
1547, 17 januari Richter en schepenen van Zutphen verkopen aan Thomas van Burlloe een plaats aan de Saltmartk. Gegeven int jaer ons heren dusent viffhondert soeven ind viertich opten Manendach nae Pontiani. Oorspronkelijk in inv.nr. 82. Met het geschonden zegel en contrazegel van de stad in groene was.
Archiefnummer 354 Pagina 30 van 30 (regestenlijst)