TOEGANGSNUMMER 354
INVENTARIS VAN HET ARCHIEF VAN DE
SCHUTTERIJ
1814-1907
DOOR
C.H.A.M. VAN ES
SCHIEDAM 1971
TOEGANGSNUMMER 354 INHOUDSOPGAVE INLEIDING ...................................................................................................................................2 1. Geschiedkundig overzicht .....................................................................................................2 1.1 de periode 1814-1827 ................................................................................................2 1.2 de periode 1827-1907 ................................................................................................3 2. Het archief ............................................................................................................................3 2.1 vorming......................................................................................................................3 2.2 bewaring ....................................................................................................................4 2.3 ordening .....................................................................................................................4 2.4 wijze van citeren ........................................................................................................5 INVENTARIS ................................................................................................................................6 I. Eerste Afdeling 1814-1827 ...................................................................................................6 1. Stukken van algemene aard .......................................................................................6 2. Stukken betreffende bijzondere onderwerpen ...........................................................6 2.1 financiën ..........................................................................................................6 2.2 administratie van de manschappen ..................................................................8 2.3 administratie van de uitrusting ........................................................................9 II. Tweede afdeling 1828-1907 .................................................................................................9 1. Stukken van algemene aard .......................................................................................9 2. Stukken betreffende bijzondere onderwerpen .........................................................10 2.1 financiën ........................................................................................................10 2.2 administratie van de manschappen ................................................................13 2.3 de mobilisatie van 1830.................................................................................22 3. Varia ........................................................................................................................23 BIJLAGE .....................................................................................................................................24 Lijst van commandanten van de dienstdoende schutterij .............................................................24
TOEGANGSNUMMER 354 INLEIDING 1. Geschiedkundig overzicht De geschiedenis van de schutterij na de franse tijd valt ten gevolge van de wet op de schutte rijen van 1827 uiteen in twee periodes: 1814-1827 en 1827-1907. 1.1 de periode 1814-1827 Gezien de instabiele situatie op het eind van 1813, was een van de dringendste maatregelen die Willem I moest treffen het reorganiseren van het leger. Reeds op 20 december 1813 werd een besluit genomen dat een reglement voor de algemene volksbewapening, landstorm en landmilitie inhield. Artikel 24 van dit reglement bepaalde dat in alle steden waar tot dan toe een burgerwacht bestond een gedeelte van de mannen die de landstorm uitmaakten (alle weerbare mannen van 17 tot 50 jaar) in schutterijen werden georganiseerd. Behoudens het verdedigen van stad en land, waren de schutterijen verplicht tot het houden van wachten en andere stedelijke diensten. In Schiedam kwam de organisatie in het voorjaar van 1814 op gang. Na installatie van de krijgsraad op 2 april van het zelfde jaar, werden op 16 april de officieren van de schutterij benoemd. De benoeming van de leden van de commissie van financiën en de commissie van discipline had plaats op 27 april 1814. De leden van de schutterij waren buiten de staf en het muziekkorps verdeeld over vier compagnieën. Het aantal leden was evenredig met de voor raad geweren. Gezien de primitieve organisatie was de schutterij van Schiedam in deze eerste tijden van weinig praktische betekenis. Zo waren er in november 1814 nog geen geweren aanwezig. De wet op de schutterijen van 27 februari 1815 deed een betere organisatie tot stand komen. De taak bleef gelijk aan die van voorheen. Voor het verdedigen van het land in oorlogstijd was de schutterij georganiseerd in de landstorm, een combinatie van dienstdoende en rusten de schutterij. In plaatsen met meer dan 2500 inwoners werden dienstdoende schutterijen opgericht, in plaatsen met minder dan 2500 inwoners rustende schutterijen. Op een inwoners aantal van 20.000 dienden 600 man lid van de schutterij te zijn. Voor Schiedam, met een inwonersaantal dat zweefde rond de 10.000, betekende dit een dienstdoende schutterij met ongeveer 300 leden. Het aantal compagnieën werd teruggebracht van vier op drie, elk honderd man sterk. Voor die dienst kwamen in aanmerking alle mannen tussen de 18 en 50 jaar. Grote groepen werden echter uitgesloten of vrijgesteld. Onder andere werden vrijgesteld zij die lichaamsgebreken hadden, of die dienst deden bij de Nationale Militie. Vooral deze onttrok de beste krachten aan de schutterij. Ontslagen werd men na zevenjarige dienst of bij het bereiken van het vijftigste levensjaar. Op 1 juli 1815 werd de oude krijgsraad ontbonden en de leden voor de nieuwe voorgedragen. Wie vormden deze raad en wat waren haar competenties? De krijgsraad bestond uit negen leden, elke rang in de schutterij vertegenwoordigend: een luitenant-kolonel (commandant), twee kapiteins, een eerste luitenant, een tweede luitenant, twee sergeanten, een korporaal en een schutter. Voorzitter was de oudste officier in rang. Als secretaris fungeerde de luitenantkwartiermeester. De raad voerde de administratie en behandelde alle overtredingen van de krijgstucht, zoals het veel voorkomende verzuim van exercitie. De voor de schutterij benodigde financiële middelen werden gevonden uit de heffing van contributie en uit het innen van boetes. Contributie werd betaald door hen die zich uitkochten en door hen die weigerden officier, onderofficier of korporaal te zijn. Een commissie van financiën, gevormd uit de leden van de krijgsraad, voerde het beheer over de financiën. Een aparte groep in de schutterij vormde het korps muzikanten onder leiding van de kapel meester. Van dit korps werd gebruik gemaakt voor het doen van afkondigingen en brandmeldingen. Het speelde een kleurrijke rol bij exercities en parades. 2
TOEGANGSNUMMER 354 In bovenstaande vorm heeft de schutterij bestaan tot 1827. Gebrek aan uniformiteit voor het gehele land en gebrek aan financiële middelen en manschappen, maakten een nieuwe organisatie noodzakelijk. 1.2 de periode 1827-1907 De wet op de schutterijen van 11 april 1827 bracht vele veranderingen met zich mee. Het duurde dan ook tot 1829 voordat de schutterij te Schiedam opnieuw haar taak opnam. Evenals bij de wet van 1815 was bepaald, kende Schiedam een dienstdoende schutterij, waarvan de taak dezelfde bleef. Als gevolg van het feit dat nu slechts twee op de honderd inwoners tot schuttersdiensten verplicht waren, werd het aantal compagnieën te Schiedam teruggebracht van drie op twee. Voor de dienst kwamen alle mannelijke inwoners tussen de 25 en 35 jaar in aanmerking. Globaal genomen waren de bepalingen omtrent uitsluiting en vrijstelling gelijk gebleven. Uitspraak over uitsluiting en vrijstelling deed de commissie van onderzoek en beslissing. De commissie was samengesteld uit twee leden van de gemeente raad en de commandant van de schutterij. Zij werd geassisteerd door een geneeskundige. Eveneens tot haar competentie behoorde het bepalen van de grootte van de contributie. Nieuw was de bepaling, dat men na vijf jaar actieve dienst overging tot de reserve, waarin men tot geen enkele dienst verplicht was. De gezamenlijke dienstdoende schutterij en reserve waren onderverdeeld in zogenaamde bans. Tot de eerste ban behoorden zij die ongehuwd waren of gehuwd maar zonder kinderen. Zij vormden de keurcompagnieën. Tot de tweede of derde ban behoorden de overigen, al naar gelang de huiselijke omstandigheden. Deze indeling was bedoeld om in tijden van oorlog eerst hen op te roepen, die daarvoor het meest geschikt waren. De schuttersraad, de nieuwe naam voor de oude krijgsraad, kwam op 24 juli 1829 op het stadhuis voor het eerst bijeen. Haar taak was niet noemenswaard veranderd. Het aantal leden was verminderd tot zeven, waarbij wel was vastgehouden aan het democratisch beginsel dat iedere rang vertegenwoordigd moest zijn. De financiële positie van de schutterij was sterk verbeterd. De tekorten aan opbrengsten uit boetes en contributies werden gedekt door een jaarlijkse bijdrage uit de gemeentekas. In augustus 1830 brak de Belgische opstand uit. Gedurende de maanden oktober en november werden militaire troepen en schutterijen naar Noord-Brabant en Nijmegen gedirigeerd. De Schiedamse schutterij werd gelegerd in Willemstad. Zij maakte deel uit van de 2 e afdeling mobiele schutterij in Zuid-Holland, samen met die van Rotterdam en Delft. De mobiele schutterij bestond uit leden van de keurcompagnieën aangevuld met vrijwilligers. Schiedam leverde zes officieren en tweehonderd man. Op 25 juli 1834 besloot Koning Willem I de schutters met onbepaald verlof naar huis te sturen. Op 21 augustus werden de Schiedamse schutters feestelijk ingehaald. Het was de laatste keer dat de schutterij zich te velde had kunnen onderscheiden. Langzamerhand kon de schutterij worden gemist. De politie werd beter georganiseerd, de branden geringer in aantal en de oproepen zeldzamer. Het einde kwam in 1906, bij Koninklijk Besluit van 24 oktober werd de schutterij met ingang van 1 januari 1907 gelijk gesteld met de rustende schutterij. Bij Koninklijk Besluit van 9 juli 1907 werd zij tenslotte opgeheven. 2. Het archief 2.1 vorming De wet op de schutterijen van 1827 verplichtte tot de aanleg van diverse registers. Tot dusver 3
TOEGANGSNUMMER 354 kende men alleen inschrijvings- lotings- en stamregisters. Op volgorde van aanleg zullen wij de functie van de verschillende registers bespreken. Alle mannelijke inwoners, die na 1 januari van een bepaald jaar 25 jaar werden, moesten zich laten inschrijven in het inschrijvingsregister. Dadelijk na het afsluiten van het inschrijvingsregister (1 juni), vervaardigde men op dit register een alfabetische lijst. Bovenaan op deze lijst plaatst men de ambtshalve ingeschrevenen, daarna hen die uit een andere gemeente afkomstig waren en verplicht waren hun diensttijd nog te volbrengen en tenslotte de voorwaardelijk vrijgestelden, wier vrijstelling was komen te vervallen. Alle namen voorkomend op de alfabetische lijst werden in dezelfde volgorde nu overgeschreven op de lotingslijst. Van deze lijst maakte de lotingscommissie op de dag van loting (vóór 1 juli) gebruik. Deze commissie, bestaande uit twee leden van de gemeenteraad en een lid van de schutterij, had toezicht op de loting. Het door de kandidaat-schutters getrokken getal werd in letters uitgeschreven op de alfabetische lijst en in cijfers ingevuld op de lotingslijst. Aan de hand van de lotingslijst deed de commissie van onderzoek uitspraak over vrijstelling en uitsluiting, daarvan aantekeningen makend op die lijst. Door de lotingscommissie werd daarna de algemene rol opgemaakt, waarop de vrijgestelden en uitgeslotenen werden weggelaten. Op deze rol werden naar volgordenummer van de lotingsnummers allereerst de ongehuwden en weduwnaars geplaatst en pas daarna de overigen. Tenslotte werd de bijzondere rol opgesteld. Op deze rol werden, in gelijke volgorde als op de algemene rol, zoveel namen geplaatst als er nieuwe schutters nodig waren. De commandant zorgde ervoor dat uiterlijk op 15 augustus de op de bijzondere rol voorkomende manschappen waren ingelijfd. Mocht in de loop van het jaar een schutter komen te overlijden of verhuizen naar een andere gemeente, dan werd de eerstvolgende op de algemene rol ingelijfd en zijn naam geplaatst op de bijzondere rol. Verantwoordelijk voor het opmaken en bijhouden van bovengenoemde registers was de secretaris van de commissie van onderzoek en beslissing, werkzaam als ambtenaar op de gemeentesecretarie. Naast deze "inlijvingsregisters" werden alle gegevens van de schutters vanaf het inlijven tot het afzwaaien bijgehouden in de stamboeken. Het secretariaat van de schuttersraad werd gevoerd door de luitenant-kwartiermeester. Als zodanig assisteerde hij de commissie van financiën bij het opstellen van de begroting en hield hij de boetenboeken bij. In de boetenboeken werden de door de schuttersraad tot een geldboete veroordeelde schutters genoteerd. De orderboeken dienden voor het bekendmaken van orders, bepalingen en aanschrijvingen en werden bijgehouden door de commandant. 2.2 bewaring Voor wat betreft het gedeelte van het archief van de schutterij dat onder de schuttersraad berustte, had de gemeente de verplichting hiervoor een bewaarplaats ter beschikking te stellen. Hoewel nergens in de notulen of andere stukken van de schutterij over de bewaring van het archief wordt gesproken, mag worden aangenomen dat dit gedeelte van het schutterijarchief in het vergaderlokaal van de schuttersraad was opgeborgen. De schuttersraad vergaderde eerst in het stadhuis, daarna in het Blauwhuis en tenslotte na 1848 opnieuw in het stad huis. De registers en stamboeken waarvoor de secretaris van de commissie van onderzoek verantwoordelijk was, bevonden zich waarschijnlijk in zijn werkvertrek op de gemeentesecretarie (eveneens in het stadhuis). Na de opheffing van de schutterij in 1907 is het archief terecht gekomen op de zolder van het toenmalig politiebureau op de Markt. In 1939 is het archief overgebracht naar het gemeentearchief. 2.3 ordening Bij de inventarisatie is gebruik gemaakt van een voorlopige inventaris uit 1939 van de hand van 4
TOEGANGSNUMMER 354 mejuffrouw E.C. van Meulen. In deze inventaris was terecht een scheiding gelegd in het archief van voor en na de inwerkingtreding van de schutterijwet 1827. Anderzijds klopten een aantal series niet, terwijl de omschrijving van de bestanddelen te wensen overliet. Bij de nieuwe beschrijving van de stukken bleek een groot gedeelte te bestaan uit historisch en administratief onbelangrijk materiaal. Deze stukken zijn vernietigd.
2.4 wijze van citeren Verwijzing naar archiefstukken uit dit archief geschiedt door (eerste maal altijd volledig): Gemeentearchief Schiedam, Archief van de Schutterij 1814-1907, inv.nr....: of (verkort) GA Schiedam, Schutterij, inv.nr....
5
TOEGANGSNUMMER 354 INVENTARIS I. Eerste Afdeling 1814-1827 1. Stukken van algemene aard 1-3.
Notulen van de krijgsraad, 1814-1827. 2 delen en 1 omslag 1. 1814-1818. 2. 1818-1825. omslag N.B.: Met chronologische lijst van het verhandelde van 1818-1822. 3. 1825-1827. N.B.: Op pagina 27 wordt dit deel kopieboek van uitgaande stukken van de commandant 1835-1872.
4.
Ingekomen stukken bij de krijgsraad, 1818-1826. 1 omslag
5.
Register van door de commandant uitgevaardigde wacht- en dagorders, 1815-1827. 1 deel
6.
Reglement van orde voor de krijgsraad, 1819. Met afschrift 1 katern
7.
Instructie voor de chirurgijn-majoor, (1815). Met afschrift 1 katern
8.
Reglement voor het korps muzikanten, (1815). Met afschrift 1 katern
2. Stukken betreffende bijzondere onderwerpen 2.1 financiën 9.
Rapporten van de gecommitteerden tot de financiën, 1814-1815. 1 omslag
10-19.
Begrotingen en memories van toelichting op de begroting, 1816-1825. 10 omslagen 10. 1816. 11. 1817. 12. 1818. 13. 1819. 14. 1820. 15. 1821. 16. 1822. 17. 1823. 18. 1824. 19. 1825.
20-30.
Kasboeken, 1814-1828. 6
TOEGANGSNUMMER 354 11 delen N.B.: 1825 ontbreekt. 20. 1814-1818. 21. 1816. 22. 1817. 23. 1818. 24. 1819. 25. 1820. 26. 1821. 27. 1822. 28. 1823. 29. 1824. 30. 1826-1828. 31-41.
Rekeningen en verantwoording, 1814-1825. 11 delen N.B.: 1823 ontbreekt. 31. 1814. 32. 1815. 33. 1816. 34. 1817. 35. 1818. 36. 1819. 37. 1820. 38. 1821. 39. 1822. 40. 1824. 41. 1825.
42-52.
Bijlagen van de rekeningen, 1814-1825. 11 omslagen N.B.: 1823 ontbreekt. 42. 1814. 43. 1815. 44. 1816. 45. 1817. 46. 1818. 47. 1819. 48. 1820. 49. 1821. 50. 1822. 51. 1824. 52. 1825.
53.
Staten bevattende het resultaat naar het onderzoek in de wijken B en E met betrekking tot de contributie voor de schutterij, (ca.1820). Klad en net 1 omslag N.B.: Het kladregister is slechts gedeeltelijk in het net overgenomen.
54-55.
Kohieren van de belasting op het personeel en het meubilair, 1814-1815. Met afschriften 7
TOEGANGSNUMMER 354 2 delen N.B.: Met klapper. 54. 1814. 55. 1815. 56-61.
Staten houdende opgaaf der ontvangsten van de contributie (volgens huurwaarde der huizen), 1814-1823. 6 delen N.B.: 1815 ontbreekt. 56. 1814. 57. 1816-1817. 58. 1818-1820. 59. 1821. 60. 1822. 61. 1823.
62-70.
Staten houdende opgave van de ontvangsten van de contributie (volgens de belasting op het personeel en meubilair), 1815-1824. 9 delen N.B.: 1816 ontbreekt. 62. 1815. 63. 1817. 64. 1818. 65. 1819. 66. 1820. 67. 1821. 68. 1822. 69. 1823. 70. 1824.
2.2 administratie van de manschappen 71.
Inschrijvingsregister, (ca. 1820). 7 katernen
72.
Lotingsregisters. (ca. 1820). 7 katernen
73-75.
Stamregisters, 1814-1832. 3 delen 73. 1814-1822. 74. 1819-1829. 75. 1822-1830.
76.
Bijlagen op de manschappenregisters, 1814-1827. 1 omslag
77.
Staten houdende opgaaf van de sterkte van de vier compagnieën van de schutterij, alsmede van de daarin optredende mutaties, 1814-1815. 1 pak 8
TOEGANGSNUMMER 354 78.
Register van vrijstellingen, (ca. 1815). 1 deel
2.3 administratie van de uitrusting 79.
Staten houdende opgaaf van manschappen, die onvermogend zijn voor eigen rekening de montering aan te schaffen, 1814.
1 omslag 80.
Staten houdende opgaaf van uitgegeven en ingenomen wapens, 1814-1815. 1 omslag
81.
Staten houdende opgaaf van uitgegeven en ingenomen kleding, 1814-1815. 1 omslag
82.
Staten houdende opgaaf van manschappen, waarmee contracten van kleding zijn aangegaan, 1814-1815. 1 omslag
83.
Staten houdende opgaaf van sterkte, bewapening en kleding, 1815. 1 omslag
II. Tweede afdeling 1828-1907 1. Stukken van algemene aard 84-90.
Notulen van de schuttersraad, 1829-1831, 1842-1906. 7 delen 84. 1829-1831. 85. 1842-1848. 86. 1848-1860. 87. 1860-1868. 88. 1868-1875. 89. 1875-1888. 90. 1888-1906.
91.
Ingekomen stukken bij de schuttersraad en commandant, 1837-1906. 1 pak
92.
Kopieboek van uitgaande stukken van de schuttersraad, 1838-1873. 1 deel N.B.: De kopieën over de jaren 1873-1883 ontbreken.
--- en 93.
Kopieboeken van uitgaande stukken van de commandant, 1834-1883. 2 delen --1834-1872. N.B.: Zie inv.nr.3. 93. 1872-1883.
94-96.
Kopieboeken van uitgaande stukken van de schuttersraad en commandant, 18831907. 9
TOEGANGSNUMMER 354 3 delen 94. 1883-1892. 95. 1893-1900. 96. 1900-1907. 97-109.
"Orderboeken", registers van beschikkingen van de commandant, 1835-1907. 13 delen 97. 1835-1844. 98. 1844-1848. 99. 1848-1852. 100. 1852-1858. 101. 1858-1862. 102. 1863-1866. 103. 1867-1870. N.B.: De nummers 2377 en 2378 ontbreken. 104. 1870-1873. 105. 1873-1875. 106. 1875-1881. 107. 1881-1889. 108. 1890-1900. 109. 1901-1907.
110.
Huishoudelijk reglement voor het muziekkorps, 1874, 1876. 1 omslag
2. Stukken betreffende bijzondere onderwerpen 2.1 financiën 110a-157.
Begrotingen en memories van toelichting, 1828, 1836-1864, 1887, 1888, 18911907. 49 omslagen N.B.: Met hiaten. 110a. 1828. In zesvoud. 111. 1836. 112. 1837. 113. 1838. 114. 1839. 115. 1840. 116. 1841. 117. 1842. 118. 1843. 119. 1844. 120. 1845. 121. 1846. 122. 1847. 123. 1848. 124. 1849. 125. 1850. 126. 1851. 127. 1852. 10
TOEGANGSNUMMER 354 128. 129. 130. 131. 132. 133. 134. 135. 136. 137. 138. 139. 140. 141. 142. 143. 144. 145. 146. 147. 148. 149. 150. 151. 152. 153. 154. 155. 155a. 156. 157.
1853. 1854. 1855. 1856. 1857. 1858. 1859. 1860. 1861. 1862. 1863. 1864. 1887 1888. 1891. 1892. 1893. 1894. 1895. 1896. 1897. 1898. 1899. 1900. 1901. 1902. 1903. 1904. 1905. 1906. 1907.
158-159.
Kasboeken, 1846-1872. 2 delen 158. 1846-1868. 159. 1868-1872.
160-221a.
Rekeningen, 1829-1864, 1866-1874, 1878, 1888-1889, 1891-1907. 14 delen en 50 omslagen N.B.: Met hiaten. 160. 1829. 161. 1830. 162. 1831. 163. 1832. 164. 1833. 165. 1834. 166. 1835. 167. 1836. 168. 1837. 169. 1838. 170. 1839. 11
TOEGANGSNUMMER 354 171. 172. 173. 174. 175. 176. 177. 178. 179. 180. 181. 182. 183. 184. 185. 186. 187. 188. 189. 190. 191. 192. 193. 194. 195. 196. 197. 198. 199. 200. 201. 202. 203. 204. 205. 206. 207. 208. 209. 210. 211. 212. 213. 214. 215. 216. 217. 218. 219. 220. 220a.
1840. 1841. 1842. 1843. 1844. 1845. 1846. 1847. 1848. 1849. 1850. 1851. 1852. 1853. 1854. 1855. 1856. 1857. 1858. 1859. 1860. 1861. 1862. 1863. 1864. 1866. 1867. 1868. 1869. 1870. 1871. 1872. 1873. 1874. 1878. 1889. 1891. 1892. 1893. 1894. 1895. 1896. 1897. 1898. 1899. 1900. 1901. 1902. 1903. 1904. 1905. 12
TOEGANGSNUMMER 354 221. 1906. 221a. 1907. 221b-e.
Bijlagen bij de rekeningen, 1828, z.d., 1854, 1857, 1860, 1868-1869, 1871, 1874, 1876-1877, 1880, 1885-1888, 1890, 1894, 1897-1898, 1900-1903, 1905-1907. 4 omslagen 221b. 1828. 221c. z.d., 1854, 1857, 1860, 1868-1869, 1871, 1874, 1876-1877, 1880, 18851888, 1890, 1894, 1897-1898, 1900-1903. 221d. 1905. 221e. 1906-1907.
221f.
Staat houdende opgaaf der ontvangsten van de contributie volgens de aanslag der grondbelasting, 1828. In drievoud. 1 omslag
222-228.
Lijsten per schutter van door de schuttersraad of commandant opgelegde boetes, 1850, 1860-1906. 7 delen 222. 1850. 223. 1860-1867. 224. 1861-1876. Met klapper 225. 1874-1877. Met klapper 226. 1881-1889. 227. 1887-1897. 228. 1896-1906.
229.
Chronologische lijst van door de schuttersraad opgelegde boetes, 1852-1867. 1 deel
230-231.
Chronologische lijsten van door de commandant opgelegde boetes, 1852-1873. 2 delen 230. 1852-1868. 231. 1868-1873.
232.
Klapper op de namen van de door de schuttersraad of commandant beboete schut ters, 1852-1865. 1 deel
2.2 administratie van de manschappen 233-234.
Notulen van de commissie van onderzoek en beslissing, 1828-1830, 1859-1867. 1 deel en 1 omslag 233. 1828 september 22-1830 februari 17. 234. 1859 oktober 6-1867 augustus 6.
235.
Ingekomen stukken en minuten van uitgaande stukken van de commissie van onderzoek en beslissing, 1828-1830. 1 omslag N.B.: In slechte staat. 13
TOEGANGSNUMMER 354 236-319.
Inschrijvingsregisters, 1828-1902. 84 delen 236. 1828. 1e klasse, geboren 1803. 237. 1828. 2e klasse, geboren 1802. 238. 1828. 3e klasse, geboren 1801. 239. 1828. 4e klasse, geboren 1800. 240. 1828. 5e klasse, geboren 1799. 241. 1828. 6e klasse, geboren 1798. 242. 1828. 7e klasse, geboren 1797. 243. 1828. 8e klasse, geboren 1796. 244. 1828. 9e klasse, geboren 1795. 245. 1828. 10e klasse, geboren 1794. 246. 1829. 247. 1830. 248. 1831. 249. 1832. 250. 1833. 251. 1834. 252. 1835. 253. 1836. 254. 1837. 255. 1838. 256. 1839. 257. 1840. 258. 1841. 259. 1842. 260. 1843. 261. 1844. 262. 1845. 263. 1846. 264. 1847. 265. 1848. 266. 1849. 267. 1850. 268. 1851. 269. 1852. 270. 1853. 271. 1854. 272. 1855. 273. 1856. 274. 1857. 275. 1858. 276. 1859. 277. 1860. 278. 1861. 279. 1862. 280. 1863. 281. 1864. 282. 1865. 283. 1866. 284. 1867. 14
TOEGANGSNUMMER 354 285. 286. 287. 288. 289. 290. 291. 292. 293. 294. 295. 296. 297. 298. 299. 300. 301. 302. 303. 304. 305. 306. 307. 308. 309. 310. 311. 312. 313. 314. 315. 316. 317. 318. 319. 320-403.
1868. 1869. 1870. 1871. 1872. 1873. 1874. 1875. 1876. 1877. 1878. 1879. 1880. 1881. 1882. 1883. 1884. 1885. 1886. 1887. 1888. 1889. 1890. 1891. 1892. 1893. 1894. 1895. 1896. 1897. 1898. 1899. 1900. 1901. 1902.
Alfabetische registers op de inschrijvingsregisters, 1828-1902. 84 delen 320. 1828. 1e klasse, geboren 1803. 321. 1828. 2e klasse, geboren 1802. 322. 1828. 3e klasse, geboren 1801. 323. 1828. 4e klasse, geboren 1800. 324. 1828. 5e klasse, geboren 1799. 325. 1828. 6e klasse, geboren 1798. 326. 1828. 7e klasse, geboren 1797. 327. 1828. 8e klasse, geboren 1796. 328. 1828. 9e klasse, geboren 1795. 329. 1828. 10e klasse, geboren 1794. 330. 1829. 331. 1830. 332. 1831. 15
TOEGANGSNUMMER 354 333. 334. 335. 336. 337. 338. 339. 340. 341. 342. 343. 344. 345. 346. 347. 348. 349. 350. 351. 352. 353. 354. 355. 356. 357. 358. 359. 360. 361. 362. 363. 364. 365. 366. 367. 368. 369. 370. 371. 372. 373. 374. 375. 376. 377. 378. 379. 380. 381. 382. 383.
1832. 1833. 1834. 1835. 1836. 1837. 1838. 1839. 1840. 1841. 1842. 1843. 1844. 1845. 1846. 1847. 1848. 1849. 1850. 1851. 1852. 1853. 1854. 1855. 1856. 1857. 1858. 1859. 1860. 1861. 1862. 1863. 1864. 1865. 1866. 1867. 1868. 1869. 1870. 1871. 1872. 1873. 1874. 1875. 1876. 1877. 1878. 1879. 1880. 1881. 1882. 16
TOEGANGSNUMMER 354 384. 385. 386. 387. 388. 389. 390. 391. 392. 393. 394. 395. 396. 397. 398. 399. 400. 401. 402. 403. 404-487.
1883. 1884. 1885. 1886. 1887. 1888. 1889. 1890. 1891. 1892. 1893. 1894. 1895. 1896. 1897. 1898. 1899. 1900. 1901. 1902.
Lotingsregisters, 1828-1902. 84 delen 404. 1828. 1e klasse, geboren 1803. 405. 1828. 2e klasse, geboren 1802. 406. 1828. 3e klasse, geboren 1801. 407. 1828. 4e klasse, geboren 1800. 408. 1828. 5e klasse, geboren 1799. 409. 1828. 6e klasse, geboren 1798. 410. 1828. 7e klasse, geboren 1797. 411. 1828. 8e klasse, geboren 1796. 412. 1828. 9e klasse, geboren 1795. 413. 1828. 10e klasse, geboren 1794. 414. 1829. 415. 1830. 416. 1831. 417. 1832. 418. 1833. 419. 1834. 420. 1835. 421. 1836. 422. 1837. 423. 1838. 424. 1839. 425. 1840. 426. 1841. 427. 1842. 428. 1843. 429. 1844. 430. 1845. 431. 1846. 17
TOEGANGSNUMMER 354 432. 433. 434. 435. 436. 437. 438. 439. 440. 441. 442. 443. 444. 445. 446. 447. 448. 449. 450. 451. 452. 453. 454. 455. 456. 457. 458. 459. 460. 461. 462. 463. 464. 465. 466. 467. 468. 469. 470. 471. 472. 473. 474. 475. 476. 477. 478. 479. 480. 481. 482.
1847. 1848. 1849. 1850. 1851. 1852. 1853. 1854. 1855. 1856. 1857. 1858. 1859. 1860. 1861. 1862. 1863. 1864. 1865. 1866. 1867. 1868. 1869. 1870. 1871. 1872. 1873. 1874. 1875. 1876. 1877. 1878. 1879. 1880. 1881. 1882. 1883. 1884. 1885. 1886. 1887. 1888. 1889. 1890. 1891. 1892. 1893. 1894. 1895. 1896. 1897. 18
TOEGANGSNUMMER 354 483. 484. 485. 486. 487. 488-562.
1898. 1899. 1900. 1901. 1902.
Algemene rollen, 1828-1902. 75 delen 488. 1828. 489. 1829. 490. 1830. 491. 1831. 492. 1832. 493. 1833. 494. 1834. 495. 1835. 496. 1836. Met klapper 497. 1837. Met klapper 498. 1838. Met klapper 499. 1839. Met klapper 500. 1840. Met klapper 501. 1841. Met klapper 502. 1842. Met klapper 503. 1843. Met klapper 504. 1844. Met klapper 505. 1845. Met klapper 506. 1846. 507. 1847. 508. 1848. 509. 1849. 510. 1850. 511. 1851. 512. 1852. 513. 1853. 514. 1854. 515. 1855. 516. 1856. 517. 1857. 518. 1858. 519. 1859. 520. 1860. 521. 1861. 522. 1862. 523. 1863. 524. 1864. 525. 1865. 526. 1866. 527. 1867. 528. 1868. 529. 1869. 530. 1870. 19
TOEGANGSNUMMER 354 531. 532. 533. 534. 535. 536. 537. 538. 539. 540. 541. 542. 543. 544. 545. 546. 547. 548. 549. 550. 551. 552. 553. 554. 555. 556. 557. 558. 559. 560. 561. 562. 563-636.
1871. 1872. 1873. 1874. 1875. 1876. 1877. 1878. 1879. 1880. 1881. 1882. 1883. 1884. 1885. 1886. 1887. 1888. 1889. 1890. 1891. 1892. 1893. 1894. 1895. 1896. 1897. 1898. 1899. 1900. 1901. 1902.
Bijzondere rollen, 1829-1902. 74 delen 563. 1829. 564. 1830. 565. 1831. 566. 1832. 567. 1833. 568. 1834. 569. 1835. 570. 1836. 571. 1837. 572. 1838. 573. 1839. 574. 1840. 575. 1841. 576. 1842. 577. 1843. 578. 1844. 20
TOEGANGSNUMMER 354 579. 580. 581. 582. 583. 584. 585. 586. 587. 588. 589. 590. 591. 592. 593. 594. 595. 596. 597. 598. 599. 600. 601. 602. 603. 604. 605. 606. 607. 608. 609. 610. 611. 612. 613. 614. 615. 616. 617. 618. 619. 620. 621. 622. 623. 624. 625. 626. 627. 628. 629.
1845. 1846. 1847. 1848. 1849. 1850. 1851. 1852. 1853. 1854. 1855. 1856. 1857. 1858. 1859. 1860. 1861. 1862. 1863. 1864. 1865. 1866. 1867. 1868. 1869. 1870. 1871. 1872. 1873. 1874. 1875. 1876. 1877. 1878. 1879. 1880. 1881. 1882. 1883. 1884. 1885. 1886. 1887. 1888. 1889. 1890. 1891. 1892. 1893. 1894. 1895. 21
TOEGANGSNUMMER 354 630. 631. 632. 633. 634. 635. 636.
1896. 1897. 1898. 1899. 1900. 1901. 1902.
637-644.
Stamboeken, 1828-1903. 8 delen 637. 1828-1838. Met klapper 638. 1839-1860. 639. 1853-1860. 640. 1861-1868. 641. 1869-1875. 642. 1876-1888. 643. 1888-1897. 644. 1897-1903.
645.
Bijlagen op de manschappenregisters, 1828-1906. 1 omslag
646-647.
Nominatieve staten van schutters behorende tot de eerste ban, 1839-1840. 2 delen 646. 1839. 647. 1840.
648.
Staten houdende opgaaf van gereclameerde vrijstellingen, 1844-1867. 1 omslag
2.3 de mobilisatie van 1830 649-655.
Registers van manschappen behorende tot de eerste ban, (1830). 7 delen 649. wijk A. 650. wijk B. 651. wijk C. 652. wijk D. 653. wijk E. 654. wijk F. 655. wijk G.
655a.
Formulieren voor de driemaandelijkse mutatie van de leden van de eerste ban, [1830]. 1 omslag
656-662.
Registers van manschappen behorende tot de tweede ban, (1830). 7 delen 656. wijk A. 657. wijk B. 658. wijk C. 22
TOEGANGSNUMMER 354 659. 660. 661. 662.
wijk D. wijk E. wijk F. wijk G.
663.
Lijst van personen, die zich hebben gemeld om buiten de stad militaire diensten te verrichten, 1830. 1 deel
664.
Stukken betreffende de verhoogde activiteiten ingevolge de spanningen met België en de daarop volgende legering in het garnizoen Willemstad, 1830. 1 omslag
665-670.
Registers houdende opgaaf van uitbetaalde gelden aan de vrouwen en andere belangstellenden van uitgetrokken schutters en vrijwilligers, 1831-1834. 6 delen 665. 1831-1831. 666. 1831-1832. 667. 1832-1833. 668. 1833-1833. 669. 1833-1834. 670. 1834-1834.
671.
Kasboek van de commissie ter verzorging van de onderstand aan de betrekkingen van uitgetrokken schutters en vrijwilligers, 1831-1834. 1 deel
3. Varia 672.
Diverse niet nader te omschrijven geschriften, diploma's, paspoorten en formulieren, 1834-1900. 1 omslag
673.
Ontwerptekening van een schietbaan voor de gemeente Schiedam, z.d. 1 stuk
674-676.
Kaartbladen van Gelderland, blad 1-54. 3 portefeuilles 674. blad 1-20. 675. blad 21-40. 676. blad 41-54.
677-678.
Kaartbladen van Zuid-Holland, blad 74-148. 2 portefeuilles 677. blad 74-114. 678. blad 115-148.
23
TOEGANGSNUMMER 354 BIJLAGE Lijst van commandanten van de dienstdoende schutterij Adrianus Poort
1814-1818
Simon Rijnbende
1818-1821
F.B.J. Bremmer
1821-1828
W.N. Cool
1828-1832
H.W. Roelants
1832-1875
H. Hoppe
1875-1885
G. Visser Bzn.
1885-1907
24