VLAAMS VERBOND VAN HET KATHOLIEK SECUNDAIR ONDERWIJS LEERPLAN SECUNDAIR ONDERWIJS
NEDERLANDS Derde graad BSO Derde leerjaar Alle studierichtingen
Licap - Brussel: D/1995/0279/003F - september 1995
INHOUD
1
BEGINSITUATIE . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 5
2 2.1 2.2
DOELSTELLINGEN . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 5 Algemene doelstelling . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 5 Concrete doelen en leerinhouden . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 5
3
NEDERLANDS EN DE GEÏNTEGREERDE PROEF . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 8
4 4.1 4.2 4.3 4.4
UITBREIDING VAN HET VAK NEDERLANDS VIA HET . . . . . . . . . . . . . . . . BEPERKT GEMEENSCHAPPELIJK GEDEELTE - 2 UUR/WEEK Inleiding . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Algemene doelstelling . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Concrete doelen en leerinhouden . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Bemerking . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
5
DIDACTISCHE WENKEN . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 9
6
EVALUATIE . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 9
7
BIBLIOGRAFIE . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 9
AV Nederlands D/1995/0279/003F
3
8 8 8 8 8
Alle studierichtingen 3de graad - 3de leerjaar BSO
2 (+ 1 of 2) uur/week 1
BEGINSITUATIE
De leerlingen die het derde leerjaar van de derde graad BSO aanvatten, hebben onder andere via het vak Nederlands tijdens hun opleiding een zekere taalvaardigheid verworven. Het bereikte niveau ervan zal ongetwijfeld anders zijn voor de individuele leerlingen, en zal zeker duidelijke verschillen vertonen naargelang van de studierichting en naargelang van de voorafgaandelijk gevolgde onderwijsvorm. Verder zullen factoren als de inplanting van de school in een regio, de recrutering van de school, de noodzaak aan samenzettingen van leerlingen, mede bepalen of de klasgroep een eerder beperkte dan wel zeer grote heterogeniteit vertoont. 2
DOELSTELLINGEN
2.1
Algemene doelstelling
Het taalonderricht in de lessen Nederlands in het derde leerjaar van de derde graad streeft ernaar dat: - leerlingen in hun taalgebruik met anderen respectvol kunnen omgaan; - leerlingen hun taal praktisch kunnen gebruiken om zowel in de maatschappij als bij de beroepsuitoefening vlot en voldoende assertief te kunnen functioneren. De leerlingen in het derde leerjaar van de 3de graad BSO zullen dus geconfronteerd worden met onderricht in het Nederlands dat zich richt op het bevorderen van concrete taalvaarigheid. Deze concrete taalvaardigheid moet de leerlingen ten goede komen in twee domeinen. Er is het domein van het maatschappelijk gebruik: de mens in verschillende situaties die in het leven als burger (kunnen) voorkomen. Anderzijds is er het domein van het beroepsleven. Naargelang van de studierichting treden hier duidelijke verschillen op, en dus duidelijk onderscheiden eisen. Het specifieke van de specialisatiejaren vereist duidelijke en concrete afspraken tussen de leraar Nederlands (of de leraar PAV) en de collega's van het fundamenteel gedeelte ten einde overlappingen te vermijden. Gelijkaardige afspraken moeten ook gebeuren met de collega's van de onderliggende leerjaren van het betrokken domein. 2.2
Concrete doelen en leerinhouden
B = basis U = uitbreiding
AV Nederlands D/1995/0279/003F
5
Alle studierichtingen 3de graad - 3de leerjaar BSO
2.2.1 VOOR DE ONTVANGER VAN TALIGE BOODSCHAPPEN: RECEPTIEF Als luisteraar Doelstellingen B B -
De leerlingen kunnen van courante mondelinge boodschappen de essentie vatten. De leerlingen kunnen op hun niveau kritisch luisteren naar standpunten van anderen.
Leerinhouden B B B B B -
Eenvoudige, courante gesprekken over alledaagse onderwerpen. Bijvoorbeeld gesprekken, debatten, interview ... over maatschappelijk actuele onderwerpen (b.v. sociaal, economisch, ethisch ...). Telefonische mededelingen. Mededelingen via radio, tv, in het station ... met inbegrip van courante woordenschat. Studierichting gericht: mondelinge boodschappen uit het mogelijke werkmidden.
Als lezer Doelstellingen B B B B
-
De leerlingen kunnen informatieve teksten op een zinvolle/nuttige wijze gebruiken. De leerlingen kunnen formulieren begrijpen. De leerlingen kunnen het leesaanbod op de commerciële markt kritisch benaderen. De leerlingen kunnen genietend en verwonderend lezen.
Leerinhouden B B B B B -
Bij informatieve teksten: scannend lezen, zoekend lezen, de essentie van zakelijke teksten vatten, naslagwerken gebruiken ... Formulieren en documenten uit het dagelijkse leven (b.v. belastingsformulieren, weddeuittreksels, bankverrichtingen, kinderbijslagformulieren, gemeentelijke onderrichtingen, contracten, aanrijdingsformulieren ...). Kritische vergelijking van verslagen in dag- en weekbladen. Literatuur voor adolescenten: eenvoudige en korte literaire teksten die de verwondering van de leerlingen kunnen opwekken. Teksten uit het mogelijke latere werkmidden.
2.2.2 ALS UITZENDER VAN TALIGE BOODSCHAPPEN: PRODUCTIEF Als spreker Doelstellingen B B B B -
De leerlingen kunnen onderscheiden sociale situaties herkennen/inschatten en hun mondeling taalgebruik daaraan aanpassen. De leerlingen durven hun mening te uiten in contact met minder gekende personen. De leerlingen kunnen in een groepsgesprek functioneren. De leerlingen kunnen telefoneren in onderscheiden situaties.
AV Nederlands D/1995/0279/003F
6
Alle studierichtingen 3de graad - 3de leerjaar BSO
B B -
De leerlingen kunnen betreffende formulieren en documenten uit het dagelijkse leven informatie inwinnen. De leerlingen kunnen kort verslag uitbrengen van bijvoorbeeld een gebeurtenis, een werkopdracht, een stage-activiteit ...
Leerinhouden B B B B B B -
B B -
Onderscheiden sociale situaties (van informele tot formele). Trainingsgesprekken: onder andere sollicitatiegesprekken, inlichtingen inwinnen, zijn recht vragen bij instanties ... Verzorgende omgangsvormen, bijvoorbeeld efficiënt dienstbetoon (koffie kunnen aanbieden aan gasten), zichzelf kunnen voorstellen ... Voldoende assertief zijn in dagelijkse situaties (winkel ...). Mening uiten bij gesprekken rond maatschappelijk relevante onderwerpen (politiek, economisch, religieus ...). Groepsgesprekken, onder andere: zakelijke gesprekken, bijvoorbeeld tot een akkoord komen over ... met elkaar spreken over gezamenlijke ervaringen van verwondering, ontroering bijvoorbeeld bij een film ... Telefoneren. Mondeling taalgebruik in studierichting gerichte situaties, bijvoorbeeld ondervonden moeilijkheden verwoorden.
Als schrijver Doelstellingen B U -
De leerlingen kunnen schrijfopdrachten uit het dagelijkse leven vlot vervullen. De leerlingen kunnen schrijfopdrachten uit de mogelijke latere werkkring vervullen.
Leerinhouden B B B B B B U -
Schrijfopdrachten dagelijks leven: de brief: probleem stellen, formulieren, juist antwoorden. In te vullen formulieren en documenten (b.v. bestelbon ...). Telefoongesprekken: schematisch voorbereiden notities nemen tijdens het gesprek. Meeleven met (geboorte, overlijden, verjaardag ...) onder andere via formulering op een visiekaartje. Solliciteren: cv + brief. Beknopte faxberichten. Algemeen: schrijven in functie van de beroepsgerichte vorming. Specifiek: voor de studierichtingen Kantooradministratie en gegevensbeheer, Verkoop en vertegenwoordiging: training in correcte spelling en zinsbouw, met inbegrip van spelcontrole bij tekstverwerker (in samenwerking met de leraar TV).
AV Nederlands D/1995/0279/003F
7
Alle studierichtingen 3de graad - 3de leerjaar BSO
3
NEDERLANDS EN DE GEÏNTEGREERDE PROEF
Het vak Nederlands kan zeer zinvol participeren aan de geïntegreerde proef. In bepaalde studierrichtingen zal het vooral ondersteunen. Concreet is onder andere mogelijk: - voorbereiden op het mondeling voorbrengen van de geïntegreerde proef; - simulatie van toelichtingen bij praktische oefeningen; - documentatie verzamelen, selecteren, verwerken, helder en beknopt de informatie neerschrijven; - het logboek bijhouden; - ondersteunen naar de geschreven neerslag bij de geïntegreerde proef (schikking, indeling, eenvoudige en begrijpbare taal, komen tot een goede synthese, aanmaken van een beperkte bibliografie, bronnenvermelding ...). 4
UITBREIDING VAN HET VAK NEDERLANDS VIA HET BEPERKT GEMEENSCHAPPELIJK GEDEELTE - 2 UUR/WEEK
4.1
Inleiding
Uit het gemeenschappelijk gedeelte van de lessentabel nemen alle scholen 2 uur Nederlands of 4 uur Project algemene vakken (geïntegreerd Nederlands en Maatschappelijke vorming). Via het beperkt gemeenschappelijk gedeelte van de lessentabel kunnen scholen onder andere opteren voor uitbreiding van het vak Nederlands met 1 of 2 uur/week bij hun keuze voor Nederlands of Project algemene vakken uit het gemeenschappelijk gedeelte. 4.2
Algemene doelstelling
Leraren die geconfronteerd worden met de uitbreiding van het vak Nederlands via het beperkt gemeenschappelijk gedeelte, zullen zich vooral concentreren op het nastreven van een grotere beheersing van de taalvaardigheid in het algemeen, en op het bereiken van een hoger toepassingsniveau ervan in de gekozen specialisatie in het bijzonder. 4.3
Concrete doelen en leerinhouden
De concrete doelen en de leerinhouden kunnen geen andere zijn dan deze beschreven in punt 2.2. Het leerplan kan hier niet specifieker uit worden geschreven. Het is immers de leraar in zijn concrete klas binnen de gekozen specialisatie die invulling moet geven aan de algemene doelstelling. 4.4
Bemerking
De leraar Nederlands die zijn opdracht krijgt vanuit het beperkt gemeenschappelijk gedeelte is op pedagogische achtergronden bij voorkeur dezelfde dan de leraar die zijn opdracht krijgt vanuit het gemeenschappelijk gedeelte, hetzij 2 uur Nederlands, hetzij 4 uur Project algemene vakken. Indien deze opdracht toch wordt toevertrouwd aan twee leraren ontstaat het gevaar voor overlappingen en nodeloze herhalingen. Daarom zullen in dit geval beide collega's overleg plegen over de na te streven doelen en leerinhouden.
AV Nederlands D/1995/0279/003F
8
Alle studierichtingen 3de graad - 3de leerjaar BSO
In elk geval is overleg met de leraren Praktijk noodzakelijk. 5
DIDACTISCHE WENKEN
Voor de didactische wenken is het aangewezen te gaan kijken bij deze die beschreven zijn in het leerplan Nederlands 3de graad BSO (LICAP, Brussel, D/1992/0279/028, september 1992), bij de onderscheiden taalvaardigheden. Voor het derde leerjaar van de derde graad gelden bovendien volgende aanbevelingen: - de zelfwerkzaamheid van de leerlingen moet in dit leerjaar alle kansen krijgen. Zij participeren in zowel het leerproces als in de leerinhoud. Het lesgebeuren verloopt volgens een projectmatige aanpak waarbij de leraar vooral begeleidt en coördineert; - uit de beschrijving van de beginsituatie van de leerlingen blijkt de zeer grote heterogeniteit die in dit leerjaar mogelijk is. Wat men zal doen, hoe diep inhouden worden uitgewerkt, hoe vlot werkvormen gehanteerd kunnen worden, zal mede bepaald worden door deze heterogeniteit en ook door de studierichting; - zelfwerkzaamheid van de leerlingen, oefenen in praktisch taalgebruik ...: het is slechts mogelijk indien in de klas voldoende didactisch materiaal aanwezig is, zoals een goede cassetterecorder, naslagwerken, de mogelijkheid om video in te schakelen, om transparanten te gebruiken ... 6
EVALUATIE
De vorderingen van de leerlingen ten aanzien van de doelstellingen voor het vak Nederlands gebeurt bij voorkeur gespreid over het hele jaar. Er is uiteraard dagelijkse bevraging en bijsturing. De evaluatie moet representatief zijn. Dit wil zeggen dat ze betrekking heeft op alle doelen van het vak. Concreet betekent dit dat de evaluatie van het praktische taalgebruik het belangrijkste deel ervan uitmaakt. Als de zelfwerkzaamheid van de leerlingen bij het didactische proces erg belangrijk is, is het logisch dat zij ook sterk betrokken worden bij de evaluatie van zowel het proces als van het product. In de mate dat de geïntegreerde proef betrokken wordt op het vak Nederlands, zal ze ook ruimte krijgen bij de evaluatie. 7
BIBLIOGRAFIE
DEKKER, H., Didactische werkvormen, Educaboek, Culemborg, 1980. STANDAERT, R., TROCH, F., Leren en onderwijzen, Leuven, Acco, 1987. VVKSO, Het beroepssecundair onderwijs op nieuwe wegen, basisdocument, Licap, Brussel, D/1986/0279/076. VVKSO, BSO op nieuwe wegen: naar een vernieuwde evaluatie, Brussel, Pedagogische dienst VVKSO, D/1988/0279/079.
AV Nederlands D/1995/0279/003F
9
Alle studierichtingen 3de graad - 3de leerjaar BSO
VVKSO, Leerplan Nederlands 3de graad BSO, Licap, Brussel, D/1992/0279/028, september 1992. VVKSO, Leerplan Project Algemene Vakken 3de graad BSO, Licap, Brussel, D/1992/0279/029. VVKSO, Leerplan Project Algemene Vakken 3de leerjaar 3de graad BSO, Licap, Brussel, D/1995/0279/003. Tijdschrift, Pedagogische Bijdragen voor Technisch en Beroepsonderwijs, Baeté, Puurs. Tijdschrift, Werkblad voor Nederlandse Didactiek, Idea, UFSIA, Antwerpen.
AV Nederlands D/1995/0279/003F
10
Alle studierichtingen 3de graad - 3de leerjaar BSO