VLAAMS VERBOND VAN HET KATHOLIEK SECUNDAIR ONDERWIJS LEERPLAN SECUNDAIR ONDERWIJS
ORGANISATIE-ASSISTENTIE Derde graad BSO Derde leerjaar
Licap - Brussel D/2000/0279/023 - september 2000
ALGEMENE INHOUD
LESSENTABEL . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 5 Administratieve lessentabel . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 5 Pedagogische lessentabel . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 7
ALGEMEEN DEEL . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 9
PARTICIPATIE AAN DE ARBEIDSWERELD . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 15
SPECIFIEKE MODULE LOGISTIEKE DIENST . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 33
SPECIFIEKE MODULE VOEDINGSDIENST . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 49
SPECIFIEKE MODULE TECHNISCHE DIENST . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 73
STAGES EN SEMINARIE . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 85
3
Organisatie-assistentie 3de graad BSO - 3de leerjaar
LESSENTABEL ORGANISATIE-ASSISTENTIE
Administratieve lessentabel Deze lessentabel is de enige bruikbare voor de administratie). 1
Basisvorming
12
1.1
Volledig gemeenschappelijk gedeelte
AV AV AV AV OF AV
Godsdienst Lichamelijke opvoeding Maatschappelijke vorming Nederlands
2 2
Project algemene vakken
4
1.2
Beperkt gemeenschappelijk gedeelte
8 2 2 4 4
Te kiezen uit AV Duits AV Engels AV Frans AV Maatschappelijke vorming AV Nederlands AV Plastische opvoeding AV Project algemene vakken AV Wiskunde Pedagogische aanbeveling AV Frans 1 AV Plastische opvoeding 2 2
Studierichting (fundamenteel gedeelte)
PV
Praktijk Huishoudkunde Voedingsdienst (x) Praktijk Huishoudkunde/Verzorging Logistieke dienst (x) Boekhouding/Toegepaste economie Participatie aan de arbeidswereld (x) Huishoudkunde Voedingsdienst (x) Huishoudkunde/Verzorging Logistieke dienst (x) Huishoudkunde/Nijverheidstechnieken/ Verzorging Seminarie (x)
PV TV TV TV TV
1 1 1 1 1 1 2 1
of of of of of of of of
2 2 2 2 2 2 4 2
2 2 20 3 1 2 1 1 2
5
Organisatie-assistentie 3de graad BSO - 3de leerjaar
1 pakketje naar keuze uit: PV Praktijk Huishoudkunde/Nijverheidstechnieken Technische dienst (x) TV Huishoudkunde/Nijverheidstechnieken Technische dienst (x) OF PV Stages Huishoudkunde (x) PV Stages Huishoudkunde/Verzorging (x) PV PV PV 3
2 1 1 1 1
Stages Huishoudkunde (x) Stages Huishoudkunde/Verzorging (x) Stages Huishoudkunde/Nijverheidstechnieken (x) Complementair gedeelte: maximum
4 2 2 4
Geen specifieke aanbevelingen.
1
Zie apart leerplan D/1995/0279/027.
2
Zie apart leerplan D/2000/0279/024.
(x)
Voor deze vakken is het leerplan in deze brochure opgenomen.
6
Organisatie-assistentie 3de graad BSO - 3de leerjaar
Pedagogische lessentabel In deze lessentabel ! worden vakbenamingen opgenomen, zoals deze voorzien zijn in de administratieve lessentabel, met het voorziene aantal lesuren; ! worden classificaties van vakken (AV, KV, PV, TV) en specialiteiten (= bekwaamheidsbewijzen) weggelaten. Deze lessentabel ! is een pedagogisch verantwoorde vertaling van de administratieve lessentabel; ! is overzichtelijker voor leerlingen, ouders, CLB ... 1
Basisvorming
1.1
Volledig gemeenschappelijk gedeelte
12 8
Godsdienst Lichamelijke opvoeding Maatschappelijke opvoeding Nederlands
2 2 2 2
Project algemene vakken
4
OF 1.2
4 4
Beperkt gemeenschappelijk gedeelte 1 1 1 1 1 1 1 2 1
Te kiezen uit Duits Engels Frans Maatschappelijke vorming Nederlands Plastische opvoeding Project algemene vakken Wiskunde Pedagogische aanbeveling Frans Plastische opvoeding 2
2 2 2 2 2 2 2 4 2
2 2
Studierichting (fundamenteel gedeelte)
20
Participatie aan de arbeidswereld Logistieke dienst Voedingsdienst 1 pakketje naar keuze uit Technische dienst OF Stages Stages en seminarie 3
of of of of of of of of of
2 2 4 2 10
Complementair gedeelte: maximum
4
Geen specifieke aanbevelingen.
7
Organisatie-assistentie 3de graad BSO - 3de leerjaar
ORGANISATIE-ASSISTENTIE Derde graad BSO Derde leerjaar ALGEMEEN DEEL
In voege vanaf 1 september 2000
D/2000/0279/023
Algemeen deel D/2000/0279/023
8
Organisatie-assistentie 3de graad BSO - 3de leerjaar
INHOUD
1 1.1 1.2
UITGANGSPUNTEN . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 11 Sociaal-pedagogische bekommernis . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 11 Sociaal-economische bekommernis . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 11
2
PROFIEL VAN DE LEERLINGEN EN BEGINSITUATIE . . . . . . . . . . . . . . . . . 11
3 3.1 3.2
STUDIERICHTINGPROFIEL . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 12 Praktijkgerichte en tewerkstellingsgerichte studierichting . . . . . . . . . . . . . . . . . . 12 Algemene doelstellingen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 13
4
ALGEMENE PEDAGOGISCH-DIDACTISCHE WENKEN . . . . . . . . . . . . . . . . 13
5
EVALUATIE . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 14
6
HET LEERPLAN EN HET OPVOEDINGSPROJECT . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 14
Algemeen deel D/2000/0279/023
9
Organisatie-assistentie 3de graad BSO - 3de leerjaar
1
UITGANGSPUNTEN
1.1
Sociaal-pedagogische bekommernis
Bepaalde leerlingen zijn na de derde graad aan heroriëntering toe, zie ook punt 3. Leerlingen krijgen kans hun totale persoonlijkheid te ontwikkelen. Zij maken zich vaardigheden en attitudes eigen die ze ook in hun dagelijks leven zullen kunnen gebruiken. Leerlingen worden gestimuleerd tot levenslang leren onder zeer verscheiden vormen.
1.2
Sociaal-economische bekommernis
De kansen op tewerkstelling verhogen omwille van de specialisatie in voedingsdienst, logistieke dienst en eventueel technische en/of onderhoudsdienst en omwille van de stage-ervaring. Leerlingen worden goed voorbereid om als beginnend beroepsbeoefenaar aan de slag te kunnen. Op termijn verhogen de kansen op tewerkstelling ook omwille van het diploma secundair onderwijs waardoor deelname aan bepaalde staatsexamens en de toegang tot andere onderwijsmogelijkheden mogelijk wordt.. Het verwerven van het attest van bedrijfsbeheer is een eerste stap in een eventuele vestiging als zelfstandige. 2
PROFIEL VAN DE LEERLINGEN EN BEGINSITUATIE
Leerlingen die het specialisatiejaar 'Organisatie-assistentie' volgen komen uit: ! 'Organisatiehulp': deze leerlingen kregen een basisopleiding om te functioneren in de logistieke dienst, de voedingsdienst en/of de technische dienst en/of de onderhoudsdienst. Als leraar is het erg belangrijk goed te weten wat leerlingen in het eerste en het tweede leerjaar 'Organisatiehulp' gekregen hebben. Eerste leerjaar • logistieke dienst (2 uur/week) • voedingsdienst (6 uur/week) • stage in beide diensten (7 uur/week) of • logistieke dienst (2 uur/week) • voedingsdienst (6 uur/week) • technische of onderhoudsdienst (3 uur/week) • stage in de drie diensten (4 uur/week)
Algemeen deel D/2000/0279/023
10
Organisatie-assistentie 3de graad BSO - 3de leerjaar
Tweede leerjaar • logistieke dienst (2 uur/week) • voedingsdienst (6 uur/week) • technische of onderhoudsdienst, gewoonlijk zelfde keuze als in het eerste leerjaar (3 uur/week) • stage in minimum twee en maximun drie diensten waarvan minimum één derde voedingsdienst ! Een andere BSO-studierichting ('Verzorging', 'Groepskoken' vanaf 2002 'Grootkeuken') of TSO-studierichting ('Bijzondere jeugdzorg' vanaf 2002 'Jeugd- en gehandicaptenzorg', 'Verpleegaspiranten' vanaf 2002 'Gezondheids- en welzijnswetenschappen', 'Sociale en technische wetenschappen') die gesitueerd is binnen het studiegebied Personenzorg. De beginsituatie van de leerlingen kan dus zeer verscheiden zijn. Bij elk vakleerplan is de beginsituatie uitgeschreven. Als leraar is het belangrijk deze goed in te schatten en eventueel individuele zelfstudieopdrachten te geven en te begeleiden. De meerderheid van de leerlingen bezit een behoorlijke sociale intelligentie, kan zich onderscheiden in sociale omgangsvormen en het leggen van relaties met andere mensen en voelt veel voor de mensgerichte oriëntering van de studierichting. Een andere groep leerlingen onderscheid zich in het technisch handelen en het manipuleren van producten. Zij voelen er veel minder voor om direct met mensen om te gaan. Hun interesses liggen duidelijk in de productgerichte oriëntering van de studierichting. 3
STUDIERICHTINGPROFIEL
3.1
Praktijkgerichte en tewerkstellingsgerichte studierichting
'Organisatie-assistentie' is praktijkgericht en heeft zowel een mensgerichte als productgerichte oriëntering. Naargelang de door de school gekozen diensten en de door de leerling gekozen stage worden leerlingen professioneel voorbereid op tewerkstelling in: ! logistieke dienst: als medewerker in een voorziening met complexe zorgsituaties zoals een algemeen ziekenhuis, een psychiatrisch ziekenhuis, bejaardenopvang, kinderopvang ... ! voedingsdienst: als medewerker in de keuken, bij de bediening, in de verkoop ... en/of ! technische dienst: als medewerker in een doe-het-zelf-zaak, een woonwarenhuis, in een tuincentrum ... ! onderhoudsdienst: als medewerker in een onderhoudsdienst. Via de algemene vorming en de meer specifieke praktijkopleiding zijn deze leerlingen tevens professioneel voorbereid om meer specifieke en complexe taken uit te voeren in aanverwante dienstverlenende sectoren, zoals: ! in verblijfs-, onderwijs-, vormingsinstellingen en openbare diensten ... ! in industrie-, distributie- en toeleveringsbedrijven ... ! bij gelegenheidsonthaal, in dienstencentra ...
Algemeen deel D/2000/0279/023
11
Organisatie-assistentie 3de graad BSO - 3de leerjaar
3.2
Algemene doelstellingen
Toepassen en integreren van vaardigheden, kennis en beroepshoudingen in verband met voedingsdienst, logistieke dienst en eventueel technische dienst en/of onderhoudsdienst met het oog op: ! het deskundig en methodisch uitvoeren van complexe opdrachten; ! het werken onder verwijderd toezicht; ! het startklaar zijn als beginnend beroepsbeoefenaar; ! het uitvoeren van kwaliteitszorg rekening houdend met principes zoals klantgericht werken op een hygiënische, veilige, ecologische, economische, ergonomische wijze; ! het verwerven van beroepshoudingen zoals een gepast voorkomen, stiptheid en orde, zin voor creativiteit, sociale vaardigheden, klantgericht werken, teamgericht werken, zelfstandig, verantwoordelijk en met zin voor zelfhantering. Breed inzetbaar zijn op de arbeidsmarkt. Behalen van het diploma secundair onderwijs en het attest van bedrijfsbeheer. Verdere groei naar volwassenheid en het vinden van een eigen weg in de maatschappij. 4
ALGEMENE PEDAGOGISCH-DIDACTISCHE WENKEN
! Instromen in 'Organisatie-assistentie BSO' vanuit andere studierichtingen dan 'Organisatiehulp BSO' veronderstelt dat zowel de leerling als de betrokken leraren een inspanning leveren om de aansluiting voor de diverse vakken zo optimaal mogelijk te laten verlopen. Leraren lezen best vooraf de leerplannen door van het eerste en het tweede leerjaar en werken verder op leerlingenmateriaal uit het eerste en het tweede leerjaar. ! Stimuleren van zelfactiviteit van leerlingen door het gebruik van actieve werkvormen. Gericht opzoeken en verwerken van informatie onder andere via het gebruik van ICT is prioritair. ! Methodisch werken en het streven naar kwaliteitszorg stimuleren via concrete doe-opdrachten. ! Integratie stimuleren van kennis, vaardigheden en beroepshoudingen via het werken met concrete complexe situatieschetsen, klassikaal gestuurde praktijkervaringen, totaalopdrachten, projecten ... Overleg tussen de leraren van de verschillende diensten, stage en seminarie is onontbeerlijk. Het afstemmen van de jaarplannen bevordert de samenwerking. ! Integratie van vakken (PV, TV en AV) verhogen door thematisch en projectmatig te werken, bijvoorbeeld introductiedagen, arbeidsoriënterende dagen ...
Algemeen deel D/2000/0279/023
12
Organisatie-assistentie 3de graad BSO - 3de leerjaar
5
EVALUATIE
Zowel handelingsgerichte vaardigheden, ondersteunende cognitieve vaardigheden als ondersteunende beroepshoudingen dienen geëvalueerd te worden. Dit kan op een permanente basis en met een éénvormig evaluatiemodel dat voor de verschillende diensten en stage gelijklopend in overleg is opgesteld. Het methodisch werken op een kwaliteitsvolle wijze en met de nodige beroepshoudingen maakt het basisstramien uit aangevuld met specifieke leerplandoelstellingen. Niet alleen het product wordt geëvalueerd maar ook het proces wordt begeleid en bijgestuurd zowel door de leerlingen zelf als door de leraren. Leerlingen dienen vooraf goed geïnformeerd te zijn over de evaluatiecriteria. 6
HET LEERPLAN EN HET OPVOEDINGSPROJECT
Een school wil haar leerlingen meer meegeven dan louter vakkennis, waardeopvoeding en christelijke duiding zijn evenzeer belangrijk. Leerlingen zijn over het algemeen erg zoekend dienaangaande en erg gevoelig voor de voorbeeldfunctie van hun leraren. Ruimte scheppen om stil te staan bij zins- en zijnsvragen is noodzakelijk. Respecteren van verschillen tussen zichzelf en anderen zonder zichzelf te verliezen is de basis voor een vreedzame samenleving waarin ieder zijn weg kan vinden.
Algemeen deel D/2000/0279/023
13
Organisatie-assistentie 3de graad BSO - 3de leerjaar
ORGANISATIE-ASSISTENTIE Derde graad BSO Derde leerjaar TV BOEKHOUDING/TOEGEPASTE ECONOMIE PARTICIPATIE AAN DE ARBEIDSWERELD 2 uur/week
In voege vanaf 1 september 2000
D/2000/0279/023
Participatie aan de arbeidswereld D/2000/0279/023
14
Organisatie-assistentie 3de graad BSO - 3de leerjaar
INHOUD
1
BEGINSITUATIE . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 17
2
ALGEMENE DOELSTELLINGEN . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 18
3
LEERPLANDOELSTELLINGEN EN LEERINHOUDEN . . . . . . . . . . . . . . . . . 18
4 4.1 4.2 4.3 4.4 4.5 4.6 4.7 4.8
PEDAGOGISCH-DIDACTISCHE WENKEN EN DIDACTISCHE MIDDELEN . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Algemeen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . De zelfstandige ondernemer . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . De handelsverrichtingen: bijzondere reglementeringen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Het krediet . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . De boekhoudkundige verwerking . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Aspecten van bedrijfsbeleid . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Werken als zelfstandige of als werknemer . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Informatica . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
5
MINIMALE MATERIELE VEREISTEN . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 28
6
EVALUATIE . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 28
7
BIBLIOGRAFIE . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 29
Participatie aan de arbeidswereld D/2000/0279/023
15
25 25 25 26 26 27 27 28 28
Organisatie-assistentie 3de graad BSO - 3de leerjaar
1
BEGINSITUATIE
Het leerplan TV Boekhouding/Toegepaste economie - Participatie aan de arbeidswereld is bestemd voor de leerlingen van het derde leerjaar van de derde graad 'Organisatie-assistentie BSO'. Dit vak komt voor in het fundamenteel gedeelte pro rata van twee wekelijkse lestijden. De inhoud van dit vak wordt in belangrijke mate bepaald door het programma van de basiskennis van bedrijfsbeheer zoals is vastgelegd in het Koninklijk Besluit van 21 oktober 1998. Normaliter komen de leerlingen in dit specialisatiejaar uit de studierichting 'Organisatiehulp' (derde graad BSO). Hier hebben zij via het vak TV Boekhouding/Toegepaste economie - Participatie aan de arbeidswereld kennisgemaakt met een aantal aspecten uit de sociale wetgeving (arbeidsovereenkomsten, arbeidsreglement, lonen, RSZ-bijdragen voor werknemers, aanwerving van personeel, arbeidsbemiddeling). Bovendien hebben de leerlingen zich binnen dit vak een aantal ICT-basisvaardigheden eigen gemaakt aan de hand van toepassingen uit de latere beroepswereld. In een derde deel kregen zij een basisprogramma Bedrijfsbeheer aangeboden met onder andere aandacht voor de handelsverrichtingen (handelsbeleid, de aan- en verkoopverrichtingen), de BTW, de betalingen en de inningen. Uitzonderlijk kunnen ook leerlingen instromen in het derde leerjaar van de derde graad 'Organisatieassistentie' na de derde graad van de volgende studierichtingen: 'Sociale en technische wetenschappen TSO', 'Verpleegaspiranten TSO', 'Grootkeuken BSO' (de 'oude' benaming is 'Groepskoken BSO') en 'Verzorging BSO'. Enkel de leerlingen uit de derde graad 'Grootkeuken BSO' hebben voldoende elementen uit het basisprogramma van bedrijfsbeheer bestudeerd in het vak TV Hotel/Toegepaste economie/Voeding - Toegepaste economie (zie VVKSO-leerplanbundel 'Grootkeuken' - derde graad BSO). Kort samengevat kwamen volgende items aan bod: ! Marketing (marktvormen, commerciële samenwerkingsvormen, marketinginstrumenten), ! Kwaliteitsnormen en -controle, ! Wet op de handelspraktijken, ! ARAB-reglementering, ! Administratieve organisatie in een grootkeuken (aankoopkanalen, van prijsaanvraag tot betaling, de koopovereenkomst, inkoop- en voorraadbeleid, controlediensten en vergunningen), ! Personeelsaspecten (organisatiestructuur in de grootkeuken, personeelsbeleid), ! Financieel beheer en administratie (berekening kostprijs, verkoopprijs, netto- en brutowinst, winstmarges en break-even-point, budgettering, eenvoudige ratio's), ! Betalingen en inningen, ! Verzekeringen. Concreet betekent dit dat enkel de instroomleerlingen van de derde graad 'Grootkeuken BSO' dezelfde voorkennis van het basisprogramma Bedrijfsbeheer hebben als de leerlingen uit de derde graad 'Organisatiehulp BSO'. Instroomleerlingen uit andere studierichtingen hebben deze voorkennis niet en kunnen op het einde van dit specialisatiejaar het bijkomend getuigschrift over de basiskennis van bedrijfsbeheer enkel krijgen indien zij via een individueel programma de leerinhouden van de module Basisprogramma Bedrijfsbeheer (zie VVKSO-leerplanbundel 'Organisatiehulp' - derde graad BSO, p. 53 t.e.m. 68) zelfstandig verwerken en hierover ten laatste onmiddellijk na de Allerheiligenvakantie een bijkomende toets afleggen. Dan pas heeft de delibererende klassenraad voldoende en objectieve informatie om te kunnen oordelen of deze instroomleerlingen het getuigschrift over de basiskennis van het bedrijfsbeheer al dan niet krijgen op het einde van het specialisatiejaar.
Participatie aan de arbeidswereld D/2000/0279/023
16
Organisatie-assistentie 3de graad BSO - 3de leerjaar
2
ALGEMENE DOELSTELLINGEN
De leerlingen zien in dat zij bij het zich vestigen als zelfstandige moeten voldoen aan een aantal verplichtingen en dat zij een aantal ondernemersvaardigheden moeten verwerven.. De leerlingen zijn bovendien in staat om frequent voorkomende verrichtingen in een zaak boekhoudkundig te verwerken. Zij weten dat dit steeds gebeurt aan de hand van officiële verantwoordingsstukken. Om later effectief in hun bedrijf te kunnen functioneren, moeten de leerlingen de ICT-basisvaardigheden, die zij zich in het verleden hebben eigen gemaakt, onderhouden. Een aantal van de ondernemersvaardigheden kunnen zij immers verwerken met aangepaste informaticatoepassingen. Zij leren belangrijke waarden aanvoelen, zoals respect tonen voor zichzelf en de anderen, een eerlijke houding aannemen, rechtvaardig en ethisch verantwoord handelen. Ze ontwikkelen verder een aantal vaardigheden en attitudes zoals: ! orde en nauwkeurigheid; ! doorzettingsvermogen; ! zelfstandig en geconcentreerd werken; ! assertieve houding; ! klantgerichte houding; ! kwaliteits- en kostenbewustzijn; ! leergierigheid; ! spontaan gebruik van informatiebronnen; ! numerieke vaardigheid. 3
LEERPLANDOELSTELLINGEN EN LEERINHOUDEN
De uitbreidingsdoelstellingen en -leerinhouden zijn cursief aangeduid. 1
De zelfstandig ondernemer (5 lestijden) LEERPLANDOELSTELLINGEN
LEERINHOUDEN
1.1
Weten wie zich als zelfstandig ondernemer De zelfstandig ondernemer (handelaar, am(handelaar, ambachtsman/-vrouw) kan vesti- bachtsman/-vrouw) gen.
1.2.
Weten aan welke voorwaarden men moet De voorwaarden om zich te kunnen vestigen beantwoorden om zich als zelfstandige te kunnen vestigen (handelaar, ambachtsman/ -vrouw). Opzoeken bij welke instanties men informatie en hulp kan krijgen bij het opstarten van een eigen zaak.
Participatie aan de arbeidswereld D/2000/0279/023
17
Organisatie-assistentie 3de graad BSO - 3de leerjaar
1.2.1 Actuele informatie kunnen opzoeken over de wettelijke verplichtingen die vooraf moeten vervuld worden bij het starten van een eigen zaak. De instellingen opzoeken en contacteren in verband met de formaliteiten die moeten vervuld worden om aan de gestelde verplichtingen te voldoen.
Voorafgaande verplichtingen Handelsnaam, handelsregister, financieel rekeningnummer, BTW-inschrijving, huwelijksstelsel, aansluiting sociale verzekeringskas en mutualiteit
1.2.2 De specifieke beroepsuitoefeningsvoorwaar- Beroepsuitoefeningsvoorwaarden den kunnen opzoeken en weten hoe men er- Vestigingswet, andere reglementeringen en aan moet voldoen. vergunningen 1.2.3 De voor- en nadelen van een mogelijke vestigingsplaats kunnen beoordelen. De voor- en nadelen kunnen afwegen bij het keuzeprobleem: kopen of huren van een onroerend goed. De wettelijke voorschriften kennen bij het afsluiten van een koopcontract voor onroerende goederen. De wettelijke voorschriften kennen bij het afsluiten van een handelshuurcontract. Het handelshuurcontract vergelijken met een privé-huurcontract. Weten wat leasing is en de voor- en nadelen in een concreet geval kunnen afwegen. In de wetgeving op de handelsvestigingen kunnen opzoeken wat voor de eigen vestiging vereist is. Weten dat vergunningen nodig zijn voor het bouwen en verbouwen. Weten welke instanties de nodige inlichtingen kunnen verschaffen over de reglementering inzake bouwen en/of verbouwen. Weten waar men de nodige informatie kan bekomen betreffende de milieuvergunningen voor de vestiging van een bepaalde zaak. 1.3
Vestigingsplaats Keuze van de vestigingsplaats Aankoop, huur of leasing gebouw/grond
Vergelijking handelshuur - privé-huur Wet op de handelsvestigingen
(Ver-)bouwvergunning Milieuvergunning
De kanalen kennen waarlangs startende on- Tegemoetkomingen dernemers informatie en ondersteuning kun- Advies startersdiensten nen krijgen. De steunmaatregelen kunnen opzoeken voor Steunmaatregelen voor starters startende ondernemers.
Participatie aan de arbeidswereld D/2000/0279/023
18
Organisatie-assistentie 3de graad BSO - 3de leerjaar
2
De handelsverrichtingen bijzondere reglementeringen (5 lestijden)
2.1
De basisprincipes van de wet op de handels- Wet op de handelspraktijken en op de voorlichpraktijken en op de voorlichting en de be- ting en de bescherming van de consument: scherming van de consument kennen. ! Prijs- en hoeveelheidsaanduiding ! Voorlichting consument ! Koopjes ! Uitverkoop ! Verkoop met verlies ! Oneerlijke handelspraktijken ! Gezamenlijk aanbod ! Reclame ! Bedenktijd bij aankopen De wettelijke aspecten en de bescherming van ! Wet op de handelspraktijken en e-commerce de consument bij e-commerce verwoorden.
2.2
Weten dat er een speciale reglementering Openingstijden bestaat in verband met de openingstijden. Wekelijkse rustdag Zondagssluiting Openingsuren Nachtwinkels
2.3
Weten dat door de wet op de privacy bestan- De wet op de privacy den moeten worden aangegeven en weten wat men moet doen om aan de verplichtingen te voldoen.
2.4
Weten wat gereglementeerd wordt bij de wet op de auteursrechten. Weten dat er softwarelicenties bestaan en wat de juiste betekenis ervan is. Concreet kunnen opzoeken op welke manier men kan bewijzen dat de softwarelicenties voldoen aan de vereisten van deze specifieke auteursrechten.
2.5
Weten dat er een milieuwetgeving bestaat. Milieuwetgeving Weten waar men de nodige documenten en inlichtingen kan bekomen om aan deze wetgeving te voldoen.
3
Het krediet (5 lestijden)
3.1
De meest voorkomende kredietvormen op- Kredietverlening door handelaars sommen.
Auteursrechten ! Sabam ! Softwarelicenties ! Reprobel
3.1.1 De betekenis en de gevolgen van een verkoop ! Verkoop op termijn op termijn kunnen formuleren.
Participatie aan de arbeidswereld D/2000/0279/023
19
Organisatie-assistentie 3de graad BSO - 3de leerjaar
3.1.2 De betekenis en de gevolgen van een verkoop ! Verkoop op afbetaling op afbetaling kunnen formuleren. 3.2
De meest courante kredietvormen kunnen Kredietverlening door financiële instellingen toelichten. Negatieve saldi en het kostenaspect interpre- Op korte termijn teren voor de verschillende kredieten op korte ! Kaskrediet termijn. ! Kasvoorschot ! Discontokrediet Een aflossingstabel interpreteren. Op basis van de aflossingstabellen, de intrestpercentages en het kostenaspect de verschillende kredieten bij een aantal financiële instellingen vergelijken.
Op langere termijn ! Hypothecair krediet ! Investeringskrediet ! Leasing ! Financiering op afbetaling
3.3
Weten dat er steunmaatregelen kunnen zijn Steunmaatregelen bij specifieke financieringsbij specifieke financieringsvormen. vormen Weten waar men de nodige inlichtingen kan bekomen over deze steunmaatregelen.
3.4
Beseffen dat de opname van kredieten ook Gevaren bij kredietverlening verplichtingen van terugbetaling inhoudt en dat geld lenen geen gratis dienstverlening is. Met een concreet voorbeeld kunnen berekenen wat krediet kost. Weten dat het toestaan van krediet ook risico's met zich meebrengt. Weten wanneer het opnemen en het toestaan van krediet verantwoord is. In een concreet geval de mogelijke kredietvormen kunnen beoordelen.
4
De boekhoudkundige verwerking (20 lestijden)
4.1
Het begrip boekhouden verklaren en de noodzakelijkheid ervan aantonen. De soorten ondernemingen volgens de boekhoudwetgeving kunnen opzoeken en onderscheiden (in het bijzonder voor de kleine onderneming). De algemene eisen waaraan de boekhouding van een kleine onderneming moet voldoen kennen en kunnen opzoeken (verantwoordingsstukken, volledigheid, voorzichtigheid, vormvoorwaarden, bewaringstermijn).
Participatie aan de arbeidswereld D/2000/0279/023
20
Basisprincipes en wettelijke bepalingen van de boekhoudreglementering ! Begrip en noodzaak ! Vormvoorwaarden ! Verantwoordingsstukken ! Volledigheid - voorzichtigheid ! Bewaringstermijn
Organisatie-assistentie 3de graad BSO - 3de leerjaar
4.2
Het begrip vereenvoudigde boekhouding De vereenvoudigde boekhouding kunnen verklaren.
4.2.1 Het aankoopdagboek kunnen invullen en de ! Aankoopdagboek - leverancierskaarten leverancierskaarten kunnen opmaken en bijhouden op basis van de verantwoordingsstukken. 4.2.2 Het verkoopdagboek kunnen invullen en de ! Verkoopdagboek - klantenkaarten klantenkaarten kunnen opmaken en bijhouden op basis van de verantwoordingsstukken. 4.2.3 De financiële dagboeken op basis van de ! Financiële dagboeken verantwoordingsstukken kunnen invullen en eventuele klanten- en leverancierskaarten bijhouden. 4.2.4 De voorraad/inventaris kunnen bepalen en ! Voorraad/inventaris weten waarom dit belangrijk is. 4.2.5 De resultaatberekening kunnen uitvoeren en ! Resultaatberekening de betekenis ervan begrijpen. 4.2.6 De gegevens uit de ingevulde dagboeken ! BTW-aangifte kunnen gebruiken om de BTW-aangifte in te vullen. 4.3
Inleiding tot de dubbele boekhouding Een balans- en resultatenrekening kunnen lezen. Aanduiden welke werkmiddelen een bedrijf aanwendt en hoe ze worden gefinancieerd. Deze werk- en financieringsmiddelen ordenen op een balans. De weerslag van eenvoudige verrichtingen (aankoop, verkoop, betaling, lening ...) weergeven op een balans. Een eenvoudige resultatenrekening kunnen opstellen. Het beknopt rekeningenstelsel kunnen lezen en weten waarvoor het gebruikt wordt.
5
! Het lezen van balans- en resultatenrekening ! Werkmiddelen en financiering
! Eenvoudige verrichtingen (aankoop, verkoop, betaling, lening) ! De resultatenrekening ! Het beknopt rekeningenstelsel (betekenis)
Aspecten van bedrijfsbeleid (8 lestijden)
5.1
Een gezonde financiële structuur
5.1.1 Het belang kunnen inzien van het vooraf !Financieel plan begroten van inkomsten en uitgaven, van investeringen en financieringen.
Participatie aan de arbeidswereld D/2000/0279/023
21
Organisatie-assistentie 3de graad BSO - 3de leerjaar
Een eenvoudig financieel plan kunnen opstellen. 5.1.2 De basisprincipes van het financieel plan ! Basisprincipe van financieel evenwicht kunnen inzien (bronnen en aanwending). De elementen van de kostprijs (handelsonderneming, ambacht) kennen. Het onderscheid tussen vaste en variabele kosten concreet kunnen weergeven en toelichten met voorbeelden. Eenvoudige kostprijsberekeningen kunnen uitvoeren.
Kosten en kostprijsberekeningen ! Elementen van de kostprijs ! Onderscheid tussen variabele en vaste kosten
De elementen van de verkoopprijs (handelsonderneming, ambacht) kennen. De verkoopprijsberekening kunnen uitvoeren. Het begrip omzet kennen en begrijpen. De winstcoëfficiënt in de sector kennen en kunnen toepassen (= de factor waarmee de handelaar de aankoopprijs vermenigvuldigt om aan de verkoopprijs te komen). Break-even-point kunnen berekenen.
Omzet en verkoopprijsberekening ! Elementen van de verkoopprijs ! Berekenen van de verkoopprijs ! De omzet
5.4
De winstmarge kunnen berekenen. De rendabiliteit van het eigen vermogen kunnen berekenen. De rendabiliteit van de eigen onderneming vergelijken met deze in de branche. Het verband kunnen leggen tussen de boekhouding en het bedrijfsbeleid. De toegevoegde waarde per tewerkgestelde kunnen berekenen.
De begrippen netto- en brutowinst en winstmarge ! De winstmarge ! Netto- en brutowinst ! Het begrip rendabiliteit
5.5
Het belang inzien van een goed voorraadbe- Voorraadbeheer heer.
6
Werken als zelfstandige of als werknemer (7 lestijden)
6.1
De belangrijke sociale rechten en verplichtingen kennen van de zelfstandigen (in hoofden bijberoep), helpers, echtgeno(o)t(e)-help(st)er. Weten welke diensten een sociale verzekeringsmaatschappij kan vervullen. Het sociaal statuut van een bediende/arbeider kunnen situeren ten opzichte van dit van een zelfstandige.
5.2
5.3
Participatie aan de arbeidswereld D/2000/0279/023
22
! Eenvoudige kostprijsberekeningen
Break-even-point
Sociaal statuut ! Zelfstandige in hoofdberoep ! Zelfstandige in bijberoep ! Helper ! Echtgeno(o)t(e)-help(st)er ! Het verschil tussen bediende/arbeider en een zelfstandige
Organisatie-assistentie 3de graad BSO - 3de leerjaar
6.2
De belangrijkste fiscale plichten en rechten van een zelfstandige (in hoofd- en bijberoep) kennen. Weten welke diensten een fiscaal raadgever (accountant ...) kan vervullen.
6.3
Fiscaal statuut ! Zelfstandige in hoofdberoep ! Zelfstandige in bijberoep ! Voorafbetalingen ! De belastingaangifte De ondernemingsvormen
6.3.1 Het verschil tussen een eenmanszaak en een ! Eenmanszaak of vennootschap vennootschap kunnen toelichten (oprichting, aansprakelijkheid, verplichtingen). 6.3.2 De kenmerken van de meest voorkomende ! Kenmerken van de meest voorkomende venvennootschapsvormen kunnen toelichten en nootschapsvormen: EVBA, BVBA, NV, CV begrijpen. 6.4
Verzekeringen tegen allerlei risico's
6.4.1 De verplicht af te sluiten verzekeringen ken- Noodzakelijke verzekeringen nen en weten welke risico's ze dekken. ! Burgerlijke aansprakelijkheid Een courante polis kunnen begrijpen. ! Brandverzekering ! Autoverzekering 6.4.2 De voornaamste aanvullende verzekeringspo- Wenselijke verzekeringen (o.m. risico-aanlissen kennen. sprakelijkheidsverzekering) 6.5
Tegemoetkomingen bij aanwerving personeel
6.5.1 Weten waarvoor men bij aanwerving van ! Adviesmogelijkheden sociale secretariaten personeel beroep kan doen op een sociaal secretariaat. 6.5.2 Weten dat er steunmaatregelen kunnen zijn ! Steunmaatregelen bij aanwerving bij de aanwerving van personeel. Weten waar men de nodige inlichtingen kan bekomen voor steunmaatregelen bij de aanwerving van personeel. 7 7.1
Informatica Voor enkele eenvoudige problemen in een Informaticatoepassingen onderneming informaticatoepassingen gebruiken.
Participatie aan de arbeidswereld D/2000/0279/023
23
Organisatie-assistentie 3de graad BSO - 3de leerjaar
4
PEDAGOGISCH-DIDACTISCHE WENKEN EN DIDACTISCHE MIDDELEN
4.1
Algemeen
Bij de verschillende thema's staat vermeld hoeveel lestijden de leraar bij voorkeur hieraan dient te besteden. Als vertrekbasis rekenen wij op 50 lestijden voor het hele schooljaar (pro rata van 2 wekelijkse lestijden). Hier en daar staan enkele onderwerpen cursief aangeduid. Dit betekent dat deze kunnen bestudeerd worden als uitbreiding. De leraar moet oordelen of het zinvoller is om bepaalde leerinhouden grondiger in te oefenen. De leerinhouden komen uit het programma van de basiskennis van het bedrijfsbeheer en dienen minimaal aangeboden te worden om leerlingen het speciale getuigschrift te kunnen toekennen. De leerplandoelstellingen zijn bepalend voor de diepgang waarin de leerinhouden dienen te worden aangeleerd. Het heeft geen zin om de leerlingen bijvoorbeeld uitgebreid en diepgaand de module boekhouding of bedrijfsbeleid aan te bieden. Enkel wat relevant is voor het zelfstandig uitoefenen van een beroep dient als leerinhoud aangeboden te worden. Dit leerplan moet verder zo realistisch mogelijk ingekleurd worden naar de studierichting. Bepaalde leerinhouden kunnen wellicht beter in de specifieke vakken aan bod komen, bv. de HACCP-reglementering in het vak TV Huishoudkunde - Voedingsdienst, de ethische aspecten van het zelfstandig werken tijdens de lessen van godsdienst, opzoekwerk en korte verslagen van sprekers en bezoeken tijdens de lessen Project algemene vakken (of Nederlands), seminaries ... Duidelijke afspraken met de betrokken vakleraren zijn dan noodzakelijk. Bij voorkeur worden de leerinhouden aangebracht via het werken aan een gevallenstudie, gebaseerd op een spilbedrijf. Zo zien de leerlingen veel beter wat de relatie is tussen de verschillende onderdelen van het leerplan. Er zijn voldoende mogelijkheden aanwezig om de relatie te leggen met eventueel de minionderneming, een geïntegreerd project of met het stagebedrijf. Zo leggen de leerlingen vlot de link naar de realiteit. Een aantal leerplandoelstellingen kan men ook bereiken via een goed voorbereid studiebezoek aan het plaatselijk winkelcentrum, de winkelstraat of het stagebedrijf. De leerlingen kunnen, individueel of in groepswerk, dan zelf opdrachten uitvoeren en informatie verzamelen. Dit gebeurt op basis van eigen waarnemingen, interviews, foto's, video-opnames ... Nadien volgt de nabespreking in de klas. Andere leerinhouden kunnen misschien beter gerealiseerd worden door een spreker uit te nodigen in de klas. De vakleraar dient hem vooraf goed te informeren over de beginsituatie van de leerlingen en over de te bereiken doelstellingen.
4.2
De zelfstandige ondernemer
De plaatselijke middenstandsorganisatie (bv. de starterscel) kan interessante sprekers voorstellen die dit thema vanuit hun praktijk interessant kunnen brengen. Eventueel kan men hiervoor een oud-leerling of de verantwoordelijke van een stagebedrijf aanspreken. Door gebruik te maken van de enorme mogelijkheden van het Internet zullen de leerlingen snel ontdekken dat eigenlijk alle informatie binnen handbereik is. Belangrijk is het dat de leraar dit laat gebeuren op een gestructureerde wijze.
Participatie aan de arbeidswereld D/2000/0279/023
24
Organisatie-assistentie 3de graad BSO - 3de leerjaar
Het Internet, cd-roms ... zijn belangrijke informatiebronnen om recente informatie op te zoeken, bv. verplichtingen en vergunningen, steunmaatregelen voor starters ... Nochtans mag men niet vergeten om ook een beroep te doen op de meer traditionele informatiebronnen zoals de telefoongids, de gouden gids, allerlei naslagwerken, brochures en folders ... Een aantal leerplandoelstellingen kan men vlotter en efficiënter realiseren door te vertrekken van een concreet voorbeeld, met een klare situatieschets en met ingevulde documenten en formulieren. Via gerichte vragen komt men dan snel tot de essentie.
4.3
De handelsverrichtingen: bijzondere reglementeringen
Aan de hand van concrete situaties ontdekken de leerlingen of de wet op de handelspraktijken en op de voorlichting en de bescherming van de consument correct is toegepast. Heel veel materiaal vindt men in de uitgaven van Test Aankoop - Budget en Recht. Eveneens kan men gebruikmaken van informatieve en/of kritische tv-consumentenprogramma's. Bij de wet op de auteursrechten heeft de leraar de kans de leerlingen op te roepen om rechtvaardig te handelen. In verband met de milieuwetgeving is een geleid bezoek aan het containerpark wenselijk. De verantwoordelijke van de technische dienst of de milieu-ambtenaar kan deze moeilijke wetgeving voor de leerling helder voorstellen en illustreren met documenten.
4.4
Het krediet
Belangrijk is het dat de leerlingen inzien dat zij bij hun leveranciers uitstel van betaling kunnen krijgen en zo geen krediet moeten aangaan bij hun kredietinstelling. Het kostenplaatje verdient bijzondere aandacht. Ook moeten zij ontdekken dat zij op voorhand bij verschillende kandidaat-kredietverleners informatie moeten inwinnen. Aan de hand van cijfergegevens en/of aflossingsplannen kunnen zij beslissen wat de goedkoopste kredietvorm is. Op het Internet kan men bij de sites van een aantal financiële instellingen simulaties uitvoeren om zo te weten hoeveel je moet aflossen en wat het krediet kost. Het is zeker interessant om een kredietdossier bij een financiële instelling op te vragen. De leraar bespreekt de grote lijnen en legt het verband met de boekhouding en het bedrijfsbeleid. De bespreking van het kredietdossier kan eveneens gebeuren door een vertegenwoordiger van een financiële instelling. Leerlingen moeten inzien dat zij zich bij veelvuldig gebruik van allerlei kredietvormen in problemen werken. Indien men niet tijdig optreedt, komt men in een situatie terecht dat er misschien wel veel bestellingen zijn, maar geen financiële middelen om de vele schulden af te betalen.
Participatie aan de arbeidswereld D/2000/0279/023
25
Organisatie-assistentie 3de graad BSO - 3de leerjaar
4.5
De boekhoudkundige verwerking
De leerlingen moeten inzien dat elke boekhoudkundige verrichting gebaseerd is op een verantwoordingsstuk. Zowel de boekhouding als de verantwoordingsstukken moeten aan bepaalde eisen voldoen. Zij dienen eveneens geordend te worden in een klassement en moeten bewaard blijven gedurende een aantal jaren. Ook tijdens de werking van de mini-onderneming of op de stageplaats kan de leerling kennismaken met boekhoudkundige aspecten. De vereenvoudigde boekhouding gebeurt bij voorkeur met een computerprogramma, bv. Fortabel of via het invullen van dagboeken, opgemaakt met een elektronisch rekenblad. Automatisch gebeuren een aantal bewerkingen: het bijhouden van de klanten-/leverancierskaarten, het berekenen van de totalen, het invullen van de BTW-aangifte ... De dagboeken, de klanten-/leverancierskaarten en de BTWaangifte dienen afgedrukt te worden. De leerlingen kunnen dan ontdekken welke relatie er bestaat tussen de bedragen van bv. de BTW-aangifte en de dagboeken. De leerlingen kunnen de principes van het dubbel boekhouden aanleren via een computerprogramma, namelijk Flitsend boekhouden. Het boeken van eenvoudige verrichtingen kan met een professioneel pakket dubbel boekhouden. De leraar moet zich bij de keuze van het pakket laten leiden door de eenvoud in het gebruik. Bij de keuze van toepassingen beperkt de leraar zich tot de meest frequent voorkomende verrichtingen (aankopen, verkopen, financiële verrichtingen). Specifieke opdrachten die de zelfstandige uitbesteedt zoals bv. het openen van de boekhouding, de BTW-aangifte, de belastingsaangifte, het openen en afsluiten van het boekjaar ... worden niet bestudeerd. Ook het voeren van de boekhouding van de mini-onderneming is een mooie toepassing op het leerstofonderdeel in verband met de boekhoudkundige verwerking.
4.6
Aspecten van bedrijfsbeleid
De leraar wijst de leerling op het belang van het financieel plan en legt de relatie met het kredietdossier. Het ligt voor de hand dat men de leerinhouden beperkt tot de situatie van de handelsonderneming. Men vertrekt van een dossier waarin alle aspecten van bedrijfsbeleid voorkomen. Voor de berekeningen maakt men gebruik van de rekenmachine en/of het elektronisch rekenblad. Om het inzicht van de leerlingen te vergroten kan men gebruikmaken van grafische voorstellingen. Om het voorraadbeleid in een onderneming te illustreren, kan de leraar gebruikmaken van een computerprogramma. Dit leerstofonderdeel kan eventueel reeds in de derde graad 'Organisatiehulp' bestudeerd zijn in het deel Basisvaardigheden in verband met de Toegepaste informatica binnen het vak TV Boekhouding/Toegepaste economie - Participatie aan de arbeidswereld.
Participatie aan de arbeidswereld D/2000/0279/023
26
Organisatie-assistentie 3de graad BSO - 3de leerjaar
4.7
Werken als zelfstandige of als werknemer
Recente gegevens over steunmaatregelen, bijdragen, wettelijk kader, documenten ... vindt men terug op het Internet. Voor meer informatie over het sociaal statuut kan men de sociale gids raadplegen. De leerlingen moeten inzien dat het sociaal statuut van de zelfstandige anders is dan dit van de werknemer. Dit inzicht verkrijgen de leerlingen door beide statuten te vergelijken. Het fiscaal statuut van de zelfstandige bestudeert men aan de hand van een ingevulde belastingsaangifte. Men wijst op het belang van de voorafbetalingen. Berekeningen gebeuren automatisch met een computerprogramma. Bij de bespreking van het berekeningsblad beperkt men zich tot de grote lijnen. De leerlingen verwerven inzicht in de verschillende ondernemingsvormen via een schematisch overzicht. Zij kunnen dan in een aantal situaties een verantwoorde keuze maken. Rond de verzekeringen nodigt men best een verzekeringsmakelaar uit. Hij kan de verschillende verplichte en niet-verplichte verzekeringen voor een zelfstandige bespreken. Bij voorkeur bespreekt men exemplarisch een polis. Zo maken de leerlingen kennis met het typische begrippenkader.
4.8
Informatica
Dit leerstofonderdeel is reeds in de derde graad 'Organisatiehulp' bestudeerd in het deel Basisvaardigheden in verband met de Toegepaste informatica binnen het vak TV Boekhouding/Toegepaste economie Participatie aan de arbeidswereld. Bijkomende computertoepassingen zijn op niveau van de leerlingen uitgeschreven. 5
MINIMALE MATERIELE VEREISTEN
De school dient te beschikken over een internetaansluiting zodat men vlot actuele informatie kan opzoeken over allerlei aspecten van het programma van het bedrijfsbeheer. Bij de bibliografie vindt men in dit verband enkele interessante sites. Het is eveneens noodzakelijk om te beschikken over documentatie- en naslagwerken. 6
EVALUATIE
Om te kunnen garanderen dat de school de programmavereisten van het bedrijfsbeheer volledig heeft behandeld en om overheidscontrole hierop mogelijk te maken, zal de onderwijsinstelling een checklist opstellen. Deze checklist, waarvan de vorm vrij gelaten wordt, moet enerzijds aantonen in welke vakken de diverse leerinhouden worden gegeven en anderzijds dat de leerstof evenwicht is verdeeld. Voor meer informatie verwijzen wij naar de Mededelingen van het VVKSO, Klassement 50.01.03, Checklist Bedrijfsbeheer (6 november 1998). De delibererende klassenraad oordeelt op het einde van het specialisatiejaar of de leerling een getuigschrift over de basiskennis van het bedrijfsbeheer bekomt. De beoordeling rond het al dan niet geslaagd zijn voor het programma van bedrijfsbeheer is totaal losgekoppeld van de beslissing of de leerling met vrucht het specialisatiejaar heeft doorlopen.
Participatie aan de arbeidswereld D/2000/0279/023
27
Organisatie-assistentie 3de graad BSO - 3de leerjaar
Omdat het programma van bedrijfsbeheer over meerdere leerjaren is verspreid, steunt de delibererende klassenraad zich niet alleen op de gegevens van het laatste jaar, maar eveneens op de schriftelijke bevindingen die zijn aangebracht door de delibererende klassenraad van het (de) voorbije jaar (jaren). Voor de instroomleerlingen is de tussentijdse toets over het individueel bijscholingsprogramma van bijzondere betekenis (zie beginsituatie van de leerling). Het verdient aanbeveling om in het beroepsonderwijs duidelijk te opteren voor permanente evaluatie, met meer accenten op de procesevaluatie dan op de productevaluatie. 7
BIBLIOGRAFIE 7.1
Handboeken
CORNELIS, M., Dossier 54 - Bedrijfsbeheer: werkboek, uitgeverij Den Arend, Bonheiden. DE TROYER, W., VAN HAUWERMEIREN, D., Bedrijfsbeheer (werkboek en handleiding), Novum, Deurne. ROBBE, Beginselen van het handelsrecht, Novum, Deurne. SMEKENS, K., VAN CAER, F., Bedrijfsbeheer, Standaard uitgeverij - MIM, Antwerpen. SNYERS, H., VERBERCKT, F., Economie vandaag: Bedrijfsbeheer, De Sikkel, Malle. VAN ROMPAY, M., Handelsrecht (SO), MIM, Antwerpen. VAN ROMPAY, M., GOEDSEELS, A., Burgerlijk en Handelsrecht (BSO), MIM, Antwerpen.
7.2
Naslagwerken
ANGENON, VANDEMEULEBROUCKE, e.a. Praktijkboek voor zelfstandigen en KMO, Instituut voor economische promotie, Brussel. BOGAERT, G., e.a., Succes Partner, praktische gids voor succesvol ondernemen, Kluwer rechtswetenschappen, Antwerpen. De ondernemer: Praktisch jaarboek voor de bedrijfsleider, Kluwer rechtswetenschappen, Antwerpen. Recht en wet: Praktijkgids voor zelfstandigen en KMO, Instituut voor economische promotie, Brussel. Commercieel beleid: Praktijkgids voor zelfstandigen en KMO, Instituut voor economische promotie, Brussel. Praktische gidsen van het Ministerie van Economische zaken, Algemene directie voor studiën en documentatie, Brussel, Tel. (02)506 51 11 - Enkele voorbeelden: ! Vademecum van de onderneming ! Praktische gids
Participatie aan de arbeidswereld D/2000/0279/023
28
Organisatie-assistentie 3de graad BSO - 3de leerjaar
! Inventaris van formaliteiten Sociale gids, SBB Fiscaliteit VZW, Diestsevest 14, 3000 Leuven. Fiscaal memento, Ministerie van Financiën - Studie- en Documentatiedienst, Kruidtuinlaan 50, bus 53, 1010 Brussel, Tel. (02)210 39 76. De verzekeringen - dossier ten behoeve van het onderwijs, Centrum voor informatie in Assuranties, BVVO, de Meeûsplantsoen 29, 1000 Brussel. Brochures van sociale secretariaten, financiële instellingen, sociale verzekeringskassen, middenstandsorganisaties.
7.3
Tijdschriften
Tips & Advies Handelaar, uitgegeven door Indicator, Tiensesteenweg 296 te 3000 Leuven. Test Aankoop, Budget & Recht, uitgegeven door Test Aankoop, Hollandstraat 13 te 1060 Brussel. ZO, magazine voor zelfstandig ondernemen, een veertiendaags tijdschrift van het NCMV, Spastraat 8, 1000 Brussel, tel. (02)231 16 22.
7.4
Internetsites
Starten als zelfstandige www.ncmv.be www.amv.be/starten/index/htm www.finance.esociety.net/nl/business/starters/ Sociale zekerheid http://ww.club.innet.be/pub00771/soczek.htm http://socialsecurity.fgov.be Vestigingswet, getuigschrift, gereglementeerde beroepen www.kmonet.be/kan/voortelling/definitie.htm Handelsregister www.kmonet.be (starten van een zaak) Handelsnaam www.kmonet.be/zoekrobot/fiscaal/415.html Vlaamse overheid, vergunningen en formulieren, subsidies en steunmaatregelen www.vlaanderen.be Nieuwe bepalingen over de kennis van het bedrijfsbeheer www.cmlag.fgov.be/nl/dos/dosdgl nl2.html
Participatie aan de arbeidswereld D/2000/0279/023
29
Organisatie-assistentie 3de graad BSO - 3de leerjaar
Zelfstandige arbeid: administratieve verplichtingen http://meta.fgov.be/pf/pfb/pfbh/nlfbh00.htm Bedrijvengids, vademecum van de onderneming, arbeids- en sociale wetgeving www.mineco.fgov.be Ministerie van financiën - BTW-aangifte www.minfin.fgov.be Belgische vereniging van banken, diensten en producten met onder andere informatie over kredieten www.abb-bvb.be Opzoeken van adressen en telefoonnummers www.goudengids.be Meerdere links naar interessante websites over bedrijfseconomische onderwerpen www.sip.be/dpb/econ/
7.5
Videofilm en cd-rom
De onderneming, als bron van onze welvaart, een videofilm van het Instituut van de onderneming, VZW, 1050 Brussel. Starten met een eigen zaak, een videofilm van het NCMV over volgende onderwerpen: organisatie van de administratie, opstellen van een ondernemingsplan, hoe de financiële kant in goede banen leiden, reportages en gesprekken met specialisten en consultants, nuttige tips. Meer informatie op telefoonnummer (03)685 11 38.
7.6
Software
! cd-rom Starten met een eigen zaak, KBC-bank. ! Bij voorkeur te bestellen via de projecten van samenaankoop bij het VVKSO, Guimardstraat 1, 1040 Brussel - zie Mededelingen van het VVKSO, klassement 64.05.02): ! Forfabel, een pakket voor de vereenvoudigde boekhouding en forfaitaire BTW-aangifte ! Fiskobel, een gebruikersvriendelijk pakket in verband met de belastingaangifte van een zelfstandige (ABS - Zonhoven) ! Excellent, een geïntegreerd pakket met facturatie, voorraad, dubbele boekhouding en beleidsaspecten ! Stockmanager, een pakket om de voorraadadministratie uit te voeren ! Flitsend boekhouden, een educatief programma om de basisprincipes van het dubbel boekhouden aan te leren (Wolters-Plantijn Deurne). ! Starterskit - geef je zaak een flitsende start (NCMV).
Participatie aan de arbeidswereld D/2000/0279/023
30
Organisatie-assistentie 3de graad BSO - 3de leerjaar
ORGANISATIE-ASSISTENTIE Derde graad BSO Derde leerjaar SPECIFIEKE MODULE LOGISTIEKE DIENST 2 uur week
In voege vanaf 1 september 2000
D/2000/0279/023
Specifieke module Logistieke dienst D/2000/0279/023
33
Organisatie-assistentie 3de graad BSO - 3de leerjaar
INHOUD
1
BEGINSITUATIE ORGANISATIE-ASSISTENTIE VOOR OPLEIDING LOGISTIEK ASSISTENT . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 35
2
ALGEMENE DOELSTELLINGEN . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 35
3
ALGEMENE PEDAGOGISCH-DIDACTISCHE WENKEN EN DIDACTISCHE MIDDELEN . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 36
4 4.1 4.2 4.3
LEERPLANDOELSTELLINGEN, LEERINHOUDEN EN PEDAGOGISCH-DIDACTISCHE WENKEN . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Handelingsgerichte vaardigheden . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Ondersteunende cognitieve vaardigheden . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Ondersteunende beroepshoudingen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
5
EVALUATIE . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 44
6
MINIMALE MATERIELE VEREISTEN . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 44
7
BIBLIOGRAFIE . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 46
Specifieke module Logistieke dienst D/2000/0279/023
34
37 37 40 41
Organisatie-assistentie 3de graad BSO - 3de leerjaar
1
BEGINSITUATIE VOOR OPLEIDING LOGISTIEK ASSISTENT
Voor de leerlingen die de meest gangbare schoolloopbaan volgen en doorstromen van de derde graad, eerste en tweede leerjaar 'Organisatiehulp' zijn alle handelingsgerichte vaardigheden met de daaraan gekoppelde kennis en beroepshoudingen verworven voor de normale zorgsituaties zoals beschreven in het beroepsprofiel. Dit geldt voor: ! het maaltijdgebeuren; ! de interieurzorg; ! het intern transportgebeuren; ! ondersteunende administratieve taken. Leerlingen die overstappen in het tweede leerjaar 'Verzorging' BSO bezitten zeker de nodige vaardigheden, kennis en beroepshouding om in zorgsituaties voor de logistieke dienst te functioneren. Wél moet bij deze leerlingen met grote zorg gewaakt worden over de afbakening van hun werkzaamheden binnen hun stages in 'Organisatie-assistentie', zoals beschreven in de functiebeschrijving van 'Logistiek assistent' in de ziekenhuizen. Zij hebben nog geen inzicht verworven in de ziekenhuiswereld. Kinderopvang en bejaardenzorg zijn de terreinen die zij verkend hebben. Zij zijn ook niet op de hoogte van de ondersteunende administratieve taken en van maaltijddistributiesystemen. Leerlingen die overstappen vanuit BSO 'Groepskoken' (nieuwe naam 'Grootkeuken') hebben enkel ervaring met maaltijden bereiden, presenteren, opdienen en afdienen en hebben elementaire EHBOkennis. Leerlingen die overstappen na het tweede leerjaar TSO, hetzij vanuit 'Verpleegaspiranten' (nieuwe naam 'Gezondheids- en welzijnswetenschappen'), hetzij vanuit 'Bijzondere jeugdzorg' (nieuwe naam 'Jeugden gehandicaptenzorg') bevinden zich wat logistieke dienst betreft in een vergelijkbare situatie als verzorgenden. Hun stage-ervaring is meestal ruimer dan die van verzorgenden doch ze hebben ook niet kennisgemaakt met ziekenhuisdiensten. Leerlingen die vanuit de derde graad 'Sociale en technische wetenschappen' instappen in het leerjaar 'Organisatie-assistentie' hebben voedsel leren behandelen vanuit een technisch-wetenschappelijke benadering. Ook leerden zij werken vanuit een klantgerichte visie om zo de proces- en productkwaliteit te verhogen. Deze leerlingen hebben wat in te halen in verband met handelingsgerichte vaardigheden betreffende interieurzorg, maaltijdgebeuren en het transportgebeuren. Eveneens is de aanpak tot een beroepsgerichte zorghouding in concrete situaties nieuw voor hen. Al te zware problemen mag dit echter niet stellen, omdat deze instromers toch over voldoende mogelijkheden beschikken om vrij vlot leerstof te verwerven en te verwerken. 2
ALGEMENE DOELSTELLINGEN
! Ondersteunen het verpleegkundig, hulpverlenend en verzorgend personeel maar participeren niet in de directe zorgverlening aan patiënten, bewoners, cliënten ... ! Voeren hoofdzakelijk huishoudelijke taken, hotelactiviteiten en ondersteunende administratieve taken uit. ! Zorgen voor het intern transport van patiënten/bewoners. ! Werken onder supervisie of verwijderd toezicht. ! Functioneren in team. ! Passen op een methodische wijze kwaliteitszorg toe.
Specifieke module Logistieke dienst D/2000/0279/023
35
Organisatie-assistentie 3de graad BSO - 3de leerjaar
! Benaderen complexe zorgsituaties op een passende wijze. ! Integreren kennis, vaardigheden en attitudes tot op het niveau van een beginnend beroepsbeoefenaar. ! Concretiseren het belang van levenslang leren. De exacte invulling van het takenpakket van de logistiek assistent op een afdeling kan verschillen van instelling tot instelling en zelfs binnen een instelling en/of voorziening. De taakomschrijving slaat op een modale beroepsuitoefening, abstractie makend van de verschillen die voorkomen tussen de verschillende ziekenhuizen/verzorgingsinstellingen en andere voorzieningen. Bovenstaande elementen beantwoorden aan het beroepsprofiel van de SERV (1997) en zijn geïntroduceerd aan de leerlingen in het eerste en het tweede leerjaar 'Organisatiehulp' van de derde graad. We adviseren de actuele ontwikkelingen op dit vlak goed te volgen. Exploratie van mogelijke stageplaatsen en werkterreinen is noodzakelijk. De bekendmaking en de inschakeling van logistieke assistenten is nog volop aan de gang. Een aantal mogelijkheden zijn: algemene en psychiatrische ziekenhuizen, bejaardenzorg of RVT, PVT, ROB, dienstencentra, kinderopvang, voorzieningen in de gezondheidszorg, openbare diensten ... 3
ALGEMENE PEDAGOGISCH-DIDACTISCHE WENKEN EN DIDACTISCHE MIDDELEN
Leraren die het vak Logistieke dienst geven dienen over praktijkervaring te beschikken en aan stagebegeleiding te doen, tevens dienen zij het totale curriculum van de derde graad 'Organisatiehulp' te kennen. Het leerplan is een integratie van PV en TV en dient bijgevolg door één persoon te worden gegeven. Het kan zinvol zijn de lessen te groeperen in 4 uur per twee weken om het mogelijk te maken een studiebezoek en inleefmomenten te organiseren. Voldoende vakoverschrijdend overleg en vakoverleg bevorderen de samenhang en integratie voor de leerlingen. Dit kan zich ook vertalen in het werken aan een gezamenlijk project. ! Aanvullende studiebezoeken en getuigenissen, naargelang de beginsituatie en de instroom van de leerlingen, verlevendigen en concretiseren de lessen. Gerichte vragen en opdrachten plaatsen de complexiteit van zorgsituaties in de kijker en concretiseren de ondersteunende beroepshoudingen. ! Vertrekken vanuit concrete situatieschetsen van complexe zorgsituaties waarbij leerlingen hun voorkennis inzake sociale activiteiten, hygiëne, veiligheid en EHBO, voedingsdienst en technische dienst dienen te gebruiken. Integratie van kennis, vaardigheden en attitudes tot het niveau van beginnende beroepsuitoefening. Combineren en organiseren van een aantal opdrachten binnen een bepaald tijdsbestek is de uitdaging. ! Gebruikmaken van een duidelijk omschreven methode zoals het probleemoplossend denken met als deelstappen: analyseren (informeren, probleem en/of behoefte bepalen, doelstellingen bepalen), plannen, uitvoeren en evalueren. Het is aan te raden om hetzelfde 'stappenplan' te gebruiken gedurende de ganse derde graad en over de verschillende diensten heen. ! Klassikaal georganiseerde inleefmomenten en het uitvoeren van concrete opdrachten in het werkveld geven een realiteitsgetrouw beeld van de werksituatie. Gericht reflecteren over de opgedane ervaringen en concrete feedback stimuleren het leerproces.
Specifieke module Logistieke dienst D/2000/0279/023
36
Organisatie-assistentie 3de graad BSO - 3de leerjaar
! Het gebruiken van het woord 'patiënt' dient aangepast te worden aan verscheidene zorgsituaties, dit kan ook 'deelnemer', 'gast', 'bewoner', 'cliënt' ... zijn. ! Het volgen van de actualiteit van het werkveld is noodzakelijk evenals het opzoeken en verwerken van informatie op diverse wijzen. ! De concretisering van deze doelstellingen kan bekomen worden door studiebezoeken en inleefmomenten met concrete vragen en opdrachten (die over de verschillende doelstellingen handelen) te organiseren in diverse voorzieningen. Hierbij dient natuurlijk rekening gehouden te worden met de beginsituatie (voorkennis en opleiding, stage-ervaringen) en de mogelijke stageplaatsen van de leerlingen. De voorbeeldfunctie en de getuigenissen van het personeel in een voorziening spreken leerlingen sterk aan en verhelderen de taakinhoud van een logistiek assistent. Voldoende en heldere feedback en reflectie over de opgedane ervaringen verhogen het leereffect. 4
LEERPLANDOELSTELLINGEN, LEERINHOUDEN EN PEDAGOGISCHDIDACTISCHE WENKEN
Tijdens de concrete lessen logistieke dienst maakt de leraar een geheel van de handelingsgerichte vaardigheden, de cognitieve vaardigheden en de ondersteunende beroepshoudingen en situeert dat in diverse concrete en complexe situaties. Wat vetjes staat is nieuw voor het derde leerjaar van de derde graad.
4.1
Handelingsgerichte vaardigheden LEERPLANDOELSTELLINGEN
LEERINHOUDEN
1
Handelingsgericht werken in complexe situaties op een methodische wijze en met specifieke aandacht voor organisatie en combinatie van taken binnen een tijdsbestek. Toepassen van de principes van kwaliteitszorg.
Kwaliteitszorg in complexe zorgsituaties
2
Toepassen van EHBO-vaardigheden. CPR inoefenen. Signalen herkennen en verantwoord handelen binnen de specifieke context van de situatie.
EHBO
3
Toepassen van basisprincipes in verband met hygiene in diverse concrete situaties. Herkennen van verschillende sets (verpakkingstechnieken). Gebruiken van sterilisatieovens: voorbereiding en uitvoering verwoorden. Nazorg bij sterilisatie uitvoeren.
Hygiëne en steriliteit
Specifieke module Logistieke dienst D/2000/0279/023
37
Organisatie-assistentie 3de graad BSO - 3de leerjaar
4
Herkennen van verschillende toedieningsvormen en verdeelsystemen. Veiligheid en gevaren in verband met medicatie benoemen en toepassen. Verwoorden van eigen rol en bevoegdheid als logistiek assistent bij medicatietoediening, in normale omstandigheden haalt de logistiek assistent enkel medicatie af bij de apotheek.
Medicatie
5
Bed verschonen en opdekken met VP/VZ ! met bedlegerige patiënt Leef en woonruimte, dienstlokalen aanpassen en onderhouden in het kader van de specifieke behoeften en de concrete situatie van de patiënt, zorgvrager ... het team.
Interieurzorg
6
Heffen en tillen op een verantwoorde wijze, gebruikmaken van aangepast hulpmaterieel zoals een tillift ... Transport toepassen in diverse situaties.
Intern transport
7
Onderhouden van persoonlijk materiaal van de patiënt ... in de specifieke context.
Persoonsgerichte zorg
8
Preventief optreden en handelen bij noodsituaties zoals brand, diefstal, prikongeval ... Veiligheidsvoorschriften volgen in verband met röntgenprotectie, afvalverwerking ... zowel naar derden als naar zichzelf. Hanteren van oproepsystemen, weten wie verantwoordelijk of aanspreekbaar is.
Veiligheidsprocedures
9
Hanteren van belangrijkste principes bij bewaring, opwarming, opdienen en afdienen van voedsel en drank ... Zorg besteden aan de presentatie van voedsel en drank.
Maaltijdgebeuren
10 Beheren van materiaal: levering, stockage en opvolging. Toepassen van elementaire computervaardigheden. Administratieve taken eigen aan de functie vervullen.
Specifieke module Logistieke dienst D/2000/0279/023
38
Voorraadbeheer
Organisatie-assistentie 3de graad BSO - 3de leerjaar
PEDAGOGISCH-DIDACTISCHE WENKEN 1
Leren plannen, organiseren en combineren van verschillende taken binnen specifieke situaties (rekening houdend met de doelstellingen en dagindeling van de voorziening) en binnen een tijdsbestek is een uitdaging voor leerlingen en kan ingeoefend worden aan de hand van concrete situatieschetsen. Deze situatieschetsen dienen een complexe problematiek aan te reiken (zie mogelijke stageplaatsen). De ondersteunende beroepshoudingen dienen steeds geïntegreerd te worden. Het methodisch werken gebeurt volgens dezelfde stappen als in de andere diensten. De principes in verband met kwaliteitszorg dienen ook steeds toegepast te worden, met name patiëntgericht werken op een veilige, hygiënische, economische, ecologische en ergonomische wijze.
2
Leerlingen hebben al heel wat voorkennis omtrent EHBO doch deze dient opgefrist te worden. Het is erg belangrijk dat zij tijdig alarmsignalen opmerken, correct rapporteren aan de bevoegde mensen en een noodoproep kunnen doen.
3
Een studiebezoek kan deze doelstelling concretiseren.
4
Als logistiek assistent is het niet de bedoeling medicatie klaar te zetten en/of toe te dienen. Toch hebben ze een eigen verantwoordelijkheid, bijvoorbeeld bij het vinden van medicatie in het bed dienen zij dit onmiddellijk te melden.
5
Logistieke assistenten dienen een correcte bedzorg te kunnen uitvoeren, indien de patiënt zich in bed bevindt treden zij op als hulp bij een verpleegkundige en/of verzorgende. Het letten op een droge en gladde onderlaag en het hygiënisch omgaan met vuil linnen zijn de belangrijkste aandachtspunten. De rest van de techniek dient aangepast te worden aan de gewoonten van de dienst. Natuurlijk kan er nooit over het hoofd van de patiënt gebabbeld worden ... (In het Beroepsopleidingsprofiel (ZH) worden deze direct patiëntgerichte zorgen geschrapt! Zorg dragen voor de leef- en woonruimte gebeurt in afspraak met het team en met de patiënt (of diens omgeving). Het kan hierbij zowel gaan om wat dagelijks onderhoud en opruimen als om sfeerschepping naargelang de gelegenheid (verjaardag, Pasen, opbaring van een overleden) en bloemen en planten verzorgen. We adviseren in dit verband goed de actualiteit te volgen, overleg te plegen met de stageoorden. In instellingen zou men dan weer meer taken laten invullen...
6
Voor het uitvoeren van een goede transfer is het belangrijk de verschillende diensten en hun opdracht te kennen. Zich vooraf voldoende informeren over de opdracht is fundamenteel net zoals rapporteren van opvallende observaties. In overleg met de leraar Lichamelijke opvoeding kunnen er afspraken gemaakt worden in verband met rugversterkende en rugsparende oefeningen.
7
Afhankelijk van de doelstellingen van de voorziening en de behoeften van de patiënt kan er persoonsgerichte zorg worden verstrekt.
8
Veiligheidsvoorschriften lezen en toepassen wordt best ingeoefend aan de hand van concrete instructiefiches van een welbepaalde voorziening. Telefoon aannemen en doorverbinden.
Specifieke module Logistieke dienst D/2000/0279/023
39
Organisatie-assistentie 3de graad BSO - 3de leerjaar
9
Hieromtrent dient samengewerkt te worden met Voedingsdienst en dan een concrete vertaling maken naar de specifieke voorzieningen. Het belang van een aangename sfeer (storende geluiden ...), smaakvolle en gebruiksvriendelijke presentatie (geur, uitzicht, samenstelling, schikking, eventueel voorgesneden ...) en een comfortabele houding moet benadrukt worden. Een inleefmoment tijdens het maaltijdgebeuren in een instelling kan dit concretiseren. De logistiek assistent dient ook maaltijden (tussendoortjes) te kunnen bereiden. Dit wordt ingevuld via lessen Voedingsdienst.
10
Deze doelstelling wordt ook in de andere diensten ingeoefend en kan best specifiek toegelicht worden tijdens een studiebezoek. Post verdelen, voorraad beheren, menukeuzekaarten invullen en gegevens invoeren via een toetsenbord zijn de voornaamste bezigheden.
4.2
Ondersteunende cognitieve vaardigheden LEERPLANDOELSTELLINGEN
LEERINHOUDEN
11 Visie op kwaliteitszorg in de gezondheidszorg verwoorden en toetsen aan eigen ervaringen. Rechten en plichten als logistiek assistent benoemen en toepassen in concrete situaties. Begrippen verantwoordelijkheid en aansprakelijkheid verwoorden en toepassen. Benoemen van de verschillende beroepsgroepen en hun opdrachten.
Algemene gezondheidszorg
12 Elementaire basiskennis verwoorden omtrent veel voorkomende problematieken op fysiek, psychisch en sociaal vlak. Omschrijven van de invloed die een bepaalde problematiek kan hebben op de persoon in kwestie en zijn omgeving.
Complexe zorgsituaties
13 Verwoorden van elementaire kennis omtrent gezonde voeding, diëten en vochtbehoeften aangepast aan leeftijd en specifieke behoeften.
Voeding
14 Benoemen van de belangrijkste hygiënische en veiligheidsregels en de bijbehorende preventiemogelijkheden.
Veiligheid en hygiëne
PEDAGOGISCH-DIDACTISCHE WENKEN 11
Vroegere stage-ervaringen kunnen als vertrekbasis genomen worden. Regionaal verkennen van de gezondheidszorg is een noodzaak via studiebezoeken, het doornemen van folders en brochures ... Een getuigenis kan de specifieke taak, rechten en plichten toelichten. Concrete situatieschetsen werken verhelderend.
Specifieke module Logistieke dienst D/2000/0279/023
40
Organisatie-assistentie 3de graad BSO - 3de leerjaar
12
Minstens twee problematieken per domein bespreken: bijvoorbeeld fysieke problemen: CVA, Parkinson, aids, diabetes, luizen ... psychische problemen: depressie, schizofrenie, dementie, mentale handicap ... sociale problemen: sociaal-emotionele problemen, autistoform gedrag, kansarmoede, andere culturen. Belangrijk is dat leerlingen hulpmiddelen aangereikt krijgen om gegevens omtrent een bepaalde problematiek op te zoeken en te verwerken. Het is niet de bedoeling dat zij een fysiologische uiteenzetting geven maar wel dat zij de belangrijkste signalen benoemen die met de problematiek samenhangen en verwoorden hoe de betrokken persoon en zijn omgeving best benaderd wordt. Deze doelstelling leent zich om bijvoorbeeld een jaaropdracht in kleine groep rond te maken. Het is dan wel noodzakelijk dat leerlingen regelmatig begeleid en bijgestuurd worden en als afsluiting kan er een klassikale voorstelling gebeuren. Dit kan ook gebeuren in het kader van een vakoverschrijdend project.
13
Overleg met Voedingsdienst is hier aangewezen. Het belang van een gezonde voeding met voldoende vochtinname dient hierbij benadrukt te worden. Er wordt best met eenzelfde voedingsvoorlichtingsmodel gewerkt.
14
Overleg met andere diensten en specifieke vertaling is zinvol. Leerlingen dienen deze kennis ook toe te passen, zie ook 1 en 14.
4.3
Ondersteunende beroepshoudingen LEERPLANDOELSTELLINGEN
LEERINHOUDEN
15 Hygiënische, veiligheidsgerichte, economische, ecologische, ergonomische, comfortgerichte houding toepassen in concrete beroepsgebonden situaties. Deontologische aspecten toepassen zoals beroepsgeheim en privacy respecteren. Concreet vertalen van de visie op dienstverlening. Reflecteren over ethisch moeilijke situaties.
Specifieke beroepshouding en deontologie
16 Eigen uiterlijk, voorkomen en taal verzorgen.
Persoonlijk voorkomen
17 Stipt zijn en ordelijk werken volgens de afgesproken regels en procedures.
Stiptheid en orde
18 Creatief en esthetisch verantwoord werken met aandacht voor het totaalconcept en de mensen voor wie het bestemd is. Aandacht voor sfeerschepping binnen de doelstellingen van de voorziening en rekening houdend met de behoeften van de patiënten.
Zin voor creativiteit
Specifieke module Logistieke dienst D/2000/0279/023
41
Organisatie-assistentie 3de graad BSO - 3de leerjaar
19 Sociaal vaardig zijn op een hoffelijke en assertieve wijze. Eigen grenzen kennen en durven aangeven in de gepaste context. Omgaan met ongewenste intimiteiten en/of intimidatie. Flexibel omgaan in diverse complexe situaties, met arbeidsvoorwaarden en omstandigheden.
Sociaal vaardig
20 Zich gepast inleven in de patiënten en hen respectvol benaderen in hun unieke zijn in relatie met anderen. Aandacht hebben voor zelfbeschikking, autonomie en inspraak. Verwoorden van mogelijkheden tot respectvolle contactname met patiënten die over weinig of geen verbale mogelijkheden beschikken. Op een uitnodigende wijze en/of met een animatieve grondhouding de patiënt betrekken bij het dagelijks gebeuren: interieurzorg, maaltijdtransport ...
Patiëntgerichtheid
21 Vlot en spontaan samen werken en samenwerken. Opdrachten van anderen en hun competentie aanvaarden. Doorgeven van informatie, observaties en suggesties. Opmerkzaam zijn voor signalen en deze op de juiste wijze rapporteren. Eigen plaats en taak binnen het team (h)erkennen.
Teamwerking
22 Initiatief nemen en zelfstandig opgelegde taken afwerken, een combinatie van taken organiseren en uitvoeren in een welbepaald tijdsbestek.
Zelfstandigheid
23 Verantwoordelijkheid opnemen voor het eigen werk en de bijbehorende specifieke beroepshoudingen. Eventuele eigen tekortkomingen of fouten melden aan de gepaste personen. Alert zijn voor ongewone situaties en signaleren aan de gepaste personen.
Verantwoordelijkheid
24 Positief zelfbeeld ontwikkelen met zicht op eigen mogelijkheden en beperkingen. Zichzelf evalueren en toetsen aan reflecties van anderen. Voorkomen van stress en burn-out door onder andere een gezond evenwicht tussen werken en ontspanning, levenslang leren ... Uitleg en informatie vragen en gericht opzoeken en kritisch verwerken.
Zelfhantering
Specifieke module Logistieke dienst D/2000/0279/023
42
Organisatie-assistentie 3de graad BSO - 3de leerjaar
PEDAGOGISCH-DIDACTISCHE WENKEN 15
Via concrete situatieschetsen en/of getuigenissen (bijvoorbeeld korte videofragmenten) leerlingen deontologische aspecten zoals beroepsgeheim, rechten en plichten laten situeren en verschillende visies (bijvoorbeeld de caritatieve visie versus de emancipatorische visie) in hulpverlening. Een ethisch moeilijke situatie kan optreden als een leerling betrokken wordt bij een discussie tussen patiënt en diens familie ... Stage-ervaringen kunnen concreet materiaal bieden. Al deze beroepshoudingen (verwijzend naar de doelstellingen 15 t.e.m. 24) zijn streefdoelen waartoe we leerlingen willen begeleiden, ze zijn eveneens herkenbaar in de andere diensten en worden op stage ook concreet ingeoefend. Geen enkele beroepsbeoefenaar is er ooit helemaal klaar mee. Leerlingen dienen te weten wat deze houdingen concreet inhouden en zichzelf hierin te situeren. Als leraar dien je regelmatig feedback en bijsturing te geven (bijvoorbeeld na een inleefmoment de leerling eerst zichzelf laten evalueren en nadien feedback geven al dan niet met iemand van het werkveld) zodat het leerproces gestimuleerd wordt.
16
Wijzen op het belang van de eerste indruk.
17
Wijzen op het belang van het volgen van de afspraken in een voorziening en het rekening houden bij de eigen werkzaamheden met het groter geheel (zowel qua dagindeling, doelstellingen en visie ...) waarin men werkt.
18
Aandacht besteden aan sfeerschepping met respect voor de visie van de voorziening en de patiënten, bijvoorbeeld geen popmuziek aanzetten in de kamer van een patiënt die van klassieke muziek houdt ...
19
Duidelijk durven verwoorden wat men wenst over te brengen aan anderen. Ook in bijvoorbeeld groepswerk kan hieraan aandacht gegeven worden.
20
De kennis van verschillende problematieken (zie 12) helpt om zich in te leven, zich in de plaats te stellen van ..., dit inleven of zich empatisch opstellen kent ook zijn beperkingen en zijn grenzen. Leerlingen dienen steeds te communiceren met de patiënt als zij bijvoorbeeld een bed opmaken, een maaltijd brengen ... ook al is het niet steeds duidelijk of de patiënt hen wel begrijpt. Uitleggen wie je bent en wat je gaat doen, kloppen op de deur en 10 tellen wachten, toestemming vragen om iets in de kast te leggen... dit zijn elementaire zaken! Tenslotte is het heel belangrijk de patiënt zoveel mogelijk te betrekken bij wat er gebeurt, als er planten moeten verzorgd worden dien je in de eerste plaats te vragen of de patiënt het zelf wil doen of welk deel van de handeling hij kan doen. Het gaat er niet om patiënten te verplichten maar wel hen kansen tot inspraak te bieden al was het maar door hen te vragen hoe je het het best doet ...
21
Binnen een voorziening zijn er steeds heel wat verschillende disciplines werkzaam met telkens een eigen opdracht maar met uiteindelijk dezelfde bekommernis: kwaliteitszorg aanbieden. Als logistiek assistent is het heel belangrijk de eigen plaats en opdracht binnen het team te kennen, zich te houden aan gezamenlijke afspraken (bijvoorbeeld in verband met de zelfredzaamheidstraining van een welbepaalde patiënt, een dieet ...) en belangrijke gegevens (bijvoorbeeld een patiënt die bijna niets gegeten heeft ...) door te spelen aan de juiste persoon.
Specifieke module Logistieke dienst D/2000/0279/023
43
Organisatie-assistentie 3de graad BSO - 3de leerjaar
22
De eigen opdrachten dienen zo zelfstandig mogelijk te worden uitgevoerd (zie ook 1 en 15).
23
Verantwoordelijkheid opnemen bijvoorbeeld als je ziet dat bloemen geen water meer hebben, als je een pilletje onder het hoofdkussen vindt, als je een verkeerde maaltijd besteld hebt, als een familielid klaagt ...
24
Leerlingen voldoende inlichten over bijscholingsmogelijkheden. Een getuigenis van een patiënt over de betekenis van de logistieke assistent kan een hart onder de riem zijn voor de leerlingen. Het opmerken en verwoorden van fijne stage-ervaringen is zeker zo belangrijk als het uiten van negatieve ervaringen. Het delen van ervaringen heeft mits de nodige begeleiding meestal een leereffect.
5
EVALUATIE
Leerlingen dienen op voorhand goed te weten wat en hoe er geëvalueerd wordt. Zowel vaardigheden, kennis als houding dienen aan bod te komen. Permanente evaluatie is aangewezen mits de nodige aandacht voor het begeleiden van het leerproces. 6
MINIMALE MATERIELE VEREISTEN
6.1
Nutsvoorzieningen
! voorzieningen voor koud en warm water
6.2
Infrastructurele voorzieningen
! zone voor handhygiëne (*) ! zone voor berging van verzorgingsgerief
6.3
Specifieke uitrusting voor
! handhygiëne, met inbegrip van ontsmetten ! brandveiligheid
6.4
Klein werkmateriaal, toestellen en apparaten omtrent
voedselbehandeling: (*) ! de technieken: portioneren, schillen, smeren, beleggen, snijden, verkleinen, inschenken ... ! het bewaren van voedingsmiddelen: koelen (*)
Hiervoor kan een afzonderlijk lokaal voor voedselbehandeling worden gebruikt.
Specifieke module Logistieke dienst D/2000/0279/023
44
Organisatie-assistentie 3de graad BSO - 3de leerjaar
! het presenteren en afruimen van voedsel: dienbladen, voedseltransportwagen (voedselverdeelwagen/voedselafruimwagen) ! de omkadering van de voedselpresentatie: tafelbekleding, uitrusting en decoratie • de zorg voor textiel gebruiksklaar maken • de zorg voor het interieur verschonen en dekken van bed: bed en bedlinnen dagelijks reinigen en onderhouden van lavabo, klein meubilair, spiegel, met onder meer industriële producten • de zorg voor gebruiksgoederen van patiënt/bewoner klein onderhoud van toiletgerief, rolstoel • de ondersteuning van de zorg voor de patiënt/bewoner: rolstoel, verzorgingskar en verzorgingsgerief
6.5
Producten en gerief in verband met eerste hulp bij ongevallen
6.6
Informatiebronnen
! in verband met handhygiëne 6 hygiëneplan 6 instructiefiche ! in verband met veiligheid 6 instructiefiche
6.7
Uitzicht en afwerking
Het geheel is ingericht, uitgerust en afgewerkt volgens de regelgeving in verband met hygiëne (voor voedselbehandeling) en veiligheid.
Specifieke module Logistieke dienst D/2000/0279/023
45
Organisatie-assistentie 3de graad BSO - 3de leerjaar
7
BIBLIOGRAFIE
IJZERMAN, R.K., Huishoudkunde anders groothuishouding, Theorieboek 2 - Praktijkboek 2, Thieme. MANSCHOT, M., SIEMERINCK, I.W.Th., FABER, E., Huishoudkunde voor verzorgenden. Basisboek - Vervolgboek, Wolters-Noordhoff, Groningen, 1991. RITSEMA, I.M., Interactie in beroepssituaties. Kwalificatieniveau 2 - Theorieboek, Kwalificatieniveau 3 - Theorieboek - Vaardigheden, SMD - De Sikkel. VAN HAREN, A., MORIE, G., RIEMSDIJK, M.M.M., VRIES, A., Zorg voor huishouding, Kwalificatieniveau 2 - Theorieboek - Vaardigheden - Werkboek, SMD - De Sikkel. 'Thuiszorg hulpmiddelencentrum' van de Christelijke Mutualiteit, Gouverneur Verwilghensingel, Hasselt (voor studiebezoek). Kom een beetje bij mij zitten, Animatie in het rusthuis, Cooreman-Massie, Acco, Leuven. 'Traject' deel 1: Sociaal-agogische vaardigheden deel 2: Begeleiding Nygh en Van Ditmar, Nederland Voeding en Voorlichting (maandblad) Voorlichtingsbureau van de voeding, Eisenhowerlaan 108-111, Postbus 85700, 2508 CK Den Haag. Maandblad 'Eigen Aard', KVLV Leuven. EHBO, Handboek voor helpers, Rode Kruis, Dienst GVO, Vleurgatsesteenweg 98, 1050 Brussel, vernieuwde uitgave 1997. Pas op! ... je rug, preventie van rugklachten, KU Leuven. Mijn rug en ik, Provinciaal veiligheidsinstituut, Jezusstraat 28, 2000 Antwerpen. Het brandveiligheidsplan, de heer E. Van den Berghe, Centrum voor Andragogiek, UFSIA, Antwerpen, 1995. Brandschool van de NVBB, opleidingsprogramma NVBB, Nationale Vereniging voor beveiliging tegen brand en binnendringing, 1990. Hulpmiddelen voor brandpreventie, KVID, VZW G. Schildknechtstraat 9, 1020 Brussel. Ergonomie en Arbeidsklimaat, CGAB, Commissariaat-generaal voor de bevordering van de arbeid, Belliardstraat 53, 1040 Brussel. Ergonomie: mens en werk, kwaliteit van A tot Z (handboek en videofilm) VRT, Instructieve omroep, 1043.
Specifieke module Logistieke dienst D/2000/0279/023
46
Organisatie-assistentie 3de graad BSO - 3de leerjaar
Courante kamerplanten, uitgeverij CERA, Leuven. Gezin en gezondheid, Mayo-clinic, Combium, 1999. Leerlingennotities derde graad Verzorging, Licap, Brussel.
Specifieke module Logistieke dienst D/2000/0279/023
47
Organisatie-assistentie 3de graad BSO - 3de leerjaar
ORGANISATIE-ASSISTENTIE Derde graad BSO Derde leerjaar SPECIFIEKE MODULE VOEDINGSDIENST 4 uur/week
In voege vanaf 1 september 2000
D/2000/0279/023
Specifieke module Logistieke dienst D/2000/0279/023
49
Organisatie-assistentie 3de graad BSO - 3de leerjaar
INHOUD
1
BEGINSITUATIE . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 51
2
ALGEMENE DOELSTELLINGEN . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 52
3
ALGEMENE PEDAGOGISCH-DIDACTISCHE WENKEN EN DIDACTISCHE MIDDELEN . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 52
4
4.1.3 4.1.4 4.1.5 4.2 4.2.1 4.2.2 4.2.3 4.2.4 4.2.5 4.3
LEERPLANDOELSTELLINGEN, LEERINHOUDEN, PEDAGOGISCHDIDACTISCHE WENKEN EN DIDACTISCHE MIDDELEN . . . . . . . . . . . . . . . Handelingsgerichte vaardigheden . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Ondersteunende vaardigheden ten aanzien van eigen werkzaamheden . . . . . . . . . Vaardigheden die betrekking hebben op het voedingsmagazijn/ het winkelpand/kleinhorecazaak . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Vaardigheden omtrent voedselbehandeling en nazorg in de keuken . . . . . . . . . . . . Vaardigheden omtrent interieurzorg en maaltijdbediening . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Vaardigheden die betrekking hebben op de klant . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Ondersteunende cognitieve vaardigheden . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Administratie . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Deontologie . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Grondstoffenleer . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Hygiëne omtrent voedselbehandeling . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Veiligheid en ergonomie . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Ondersteunende beroepshoudingen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
5
EVALUATIE . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 67
6
MINIMALE MATERIELE VEREISTEN . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 68
7
BIBLIOGRAFIE . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 70
4.1 4.1.1 4.1.2
Specifieke module Logistieke dienst D/2000/0279/023
50
53 54 54 55 56 59 61 62 62 63 63 64 65 66
Organisatie-assistentie 3de graad BSO - 3de leerjaar
1
BEGINSITUATIE
Normalerwijze stromen leerlingen door vanuit de onderliggende studierichting ‘Organisatiehulp’ derde graad BSO. Voor de leerlingen die de derde graad ‘Organisatiehulp’ hebben gevolgd sluit de leerstof van de vormingscomponent ‘Voedingsdiensten’ in ‘Organisatie -assistentie’ aan op de leerstof van dezelfde vormingscomponent in de derde graad. De instroom van andere studierichtingen derde graad is mogelijk: ! de leerlingen die de derde graad BSO ‘Verzorging’ hebben gevolgd hebben volgende beginsituatie: • de leerlingen kunnen niet-complexe deeltaken omtrent voeding, textiel- en woningzorg organiseren en uitvoeren; • de leerlingen werken hygiënisch, ergonomisch, rationeel, veilig met milieubesparende producten en technieken en dit op terrein van zorg voor voeding, textiel en woonomgeving; • de voorkennis omtrent voeding is beperkt, er zal een inspanning gevraagd worden van de leerlingen tot bijscholen, van hen zal extra belangstelling en actieve inzet verwacht worden. ! de leerlingen die de derde graad BSO ‘Grootkeuken’ hebben gevolgd hebben volgende beginsituatie: • de leerlingen kunnen handelingen en technieken toepassen op voedingsproducten, volgens de gegeven receptuur en de regels voor goede hygiënepraktijken en dit met aandacht voor evenwichtige en gezonde voeding; • de kennis en de vaardigheden kunnen worden uitgevoerd onder wisselende omstandigheden volgens de aard en de wensen van de doelgroep. ! de leerlingen die de derde graad TSO ‘Sociale en technische wetenschappen’ hebben gevolgd hebben volgende beginsituatie: • de leerlingen kregen een initiatie in het ontwikkelen van een voedingsproduct; • ze zijn vertrouwd met het ‘organiseren’ bij voedselbehandeling; • ze kunnen nutritionele waarden van voedingsproducten berekenen en interpreteren; • ze kunnen basisprincipes en –technieken in verband met het bewaren en bereiden van voedsel toepassen. ! de leerlingen die de derde graad TSO 'Verpleegaspiranten' (nieuwe naam ‘Gezondheids- en welzijnswetenschappen’) hebben gevolgd hebben een zeer beperkte basiskennis omtrent voedselbereiding. Ze hebben enkel specifieke kennis omtrent toepassingen in verband met voedselbereiding voor zuigelingen, gezinsmaaltijden, kindervoeding en dieetvoeding. Deze overstap vraagt van de leraar ‘Voedingsdienst’ begeleidende maatregelen. ! de leerlingen die de derde graad TSO 'Bijzondere jeugdzorg' (nieuwe naam ‘Jeugd- en gehandicaptenzorg’) hebben gevolgd hebben geen schoolse voorkennis wat voedselbereiding betreft . Sommige leerlingen hebben een voorkennis vanuit de tweede graad ‘Sociale en technische wetenschappen': ze bezitten na praktijkoefeningen een technische basiskennis en vaardigheden in het behandelen van voedingsproducten.
Specifieke module Voedingsdienst D/2000/0279/023
51
Organisatie-assistentie 3de graad BSO - 3de leerjaar
2
ALGEMENE DOELSTELLINGEN
Bij de opleiding tot (service)medewerker in de voedingsdienst verwacht men dat de leerling bepaalde deelverantwoordelijkheden binnen een zekere grens van zelfstandigheid onder (verwijderd) toezicht van een eindverantwoordelijke kan uitvoeren. De (service)medewerker: ! ondersteunt • de verantwoordelijke in de keuken en bij de bediening van maaltijden; • de magazijnier/verkoper van de voedingszaak; ! voert wisselende meervoudige complexe opdrachten uit in verband met • de voorbereiding, de bereiding en de presentatie van gerechten, en de nazorg in de keuken; • de organisatie en de omkadering van het maaltijdgebeuren: de verbruikzaal, de bediening/ verstrekking van gerechten/ maaltijden en de nazorg in de verbruikzaal; • de opslag, het ordenen, prijzen, schikken, presenteren, verkopen en verpakken van voedingswaren; • het voorraadbeheer: het bewaren van voedingsmiddelen, inrichten van bergruimten, inventarisatie; ! moet kennis nemen en inzicht verwerven in verschillende organisatievaardigheden in verband met aankoop- en verkoopplanning. De opleiding en de vorming tot (service)medewerker in de voedingsdienst stelt hem/haar in staat om functies waar te nemen in instellingen (verzorgings-, vormings-, onderwijs-), bedrijven, vakantiecentra, zelfbedieningsrestaurants, fastfood- of cateringbedrijven, voedselverwerkende bedrijven, kleinhoreca, openbare instellingen, voedingszaken … en bij gelegenheidsonthaal. De exacte invulling van het takenpakket van de (service)medewerker kan verschillen van zaak tot zaak. Een geleidelijke ontplooiing naar meer zelfstandigheid en verantwoordelijkheid zal de leerling in staat stellen het domein van hulpkracht te overstijgen. 3
ALGEMENE PEDAGOGISCH-DIDACTISCHE WENKEN EN DIDACTISCHE MIDDELEN
Het contact met de arbeidswereld is zeer belangrijk, daarom is het aangewezen om in overleg met de collega’s, enkele bezoeken af te leggen naar bedrijven, instellingen… Omtrent activiteiten ! in de keuken; ! bij organisatie/omkadering van het maaltijdgebeuren/verbruikzaal, en bij de bediening aan personeel/ klanten; ! in een voedingsmagazijn, een voedingszaak. Dit bezoek kan bijzonder verrijkend zijn voor het zelf opstarten van een project, een arbeidsoriënterende projectweek in het binnen- of buitenland …
Specifieke module Voedingsdienst D/2000/0279/023
52
Organisatie-assistentie 3de graad BSO - 3de leerjaar
Dit bezoek heeft het best plaats in het begin van het schooljaar, het kan gepland worden tijdens een introductieweek of -dagen. De leerlingen moeten voortdurend in contact staan met de arbeidswereld via stages, bezoeken, voordrachten, eigen projecten … Het begeleiden van leerlingen via een aangepaste aanpak: concreet, praktisch, vertrekkend vanuit hun ervaringen biedt duidelijk een meerwaarde voor de leerlingen. Praktijk en theorie moeten behandeld worden als één geheel: de leerlingen moeten ‘al denkend doen’; om dit systematisch probleemoplossend denken en handelen te ondersteunen kan men werken met een stappenplan in afspraak met de andere diensten. Deze leerlingen hebben geen boodschap aan te veel theorie, er moet levensecht praktisch gewerkt worden. De leerling is waarnemer en uitvoerder en zal op deze manier de leerstof ervaren en vanuit deze ervaring kennis en vaardigheden verwerken. Bij een verschillende beginsituatie is een gedifferentieerde aanpak belangrijk, hiermee moet de leraar rekening houden bij het uitbouwen van het didactisch proces. Herhaling is zinvol indien de beginsituatie zeer verscheiden is, voor éénzelfde beginsituatie is een gevarieerde herhaling aan de raden. Bij een grote heterogeniteit moet naar uitbreidingstaken gezocht worden, zodat leerlingen die geen herhaling nodig hebben toch aan bod komen. Bijvoorbeeld een projectweek kan sterk gedifferentieerd worden naar de leerlingen toe. Een nauwe samenwerking en overleg met plastische opvoeding, stage, participatie, technische dienst … is gewenst. Voor bepaalde leerinhouden is een zekere integratie noodzakelijk. 4
LEERPLANDOELSTELLINGEN, LEERINHOUDEN, PEDAGOGISCHDIDACTISCHE WENKEN EN DIDACTISCHE MIDDELEN
Bepaalde leerplandoelstellingen beogen vaardigheden die fundamenteel zijn voor het domein van de voedingsdienst. We groeperen ze hier vooraf om er extra aandacht op te vestigen. De leraar moet ze in zoveel mogelijk lessen integreren. De opdrachten via een systematische probleemaanpak benaderen. Onder een systematische probleemaanpak verstaan we de opdracht analyseren, zich informeren, plannen, uitvoeren en evalueren. Bij deze aanpak de principes van proces- en productkwaliteit hanteren: ! hygiëneplannen en -instructies stipt en correct uitvoeren; ! oog hebben voor veiligheid; ! bij opdrachten die betrekking hebben op de klant, vertrekken vanuit een klantgerichte visie met aandacht voor creatief en esthetisch verantwoord werken;
Specifieke module Voedingsdienst D/2000/0279/023
53
Organisatie-assistentie 3de graad BSO - 3de leerjaar
! een opdracht organiseren in functie van een vooropgestelde tijdsplanning en in functie van het ergonomisch werken; ! ecologisch en economisch handelen.
4.1
Handelingsgerichte vaardigheden
Alle leerplandoelstellingen welke vet gedrukt zijn, zijn nieuw voor het derde leerjaar in de derde graad, de andere zijn een herhaling van de derde graad 'Organisatiehulp'. Het is van groot belang dat zowel de handelingsgerichte vaardigheden, de ondersteunende cognitieve vaardigheden en de ondersteunende beroepshoudingen voortdurend geïntegreerd aan bod komen. 4.1.1
Ondersteunende vaardigheden ten aanzien van eigen werkzaamheden
LEERPLANDOELSTELLINGEN
LEERINHOUDEN
1
Opdracht analyseren, plannen, uitvoeren en evalueren, inzake proces- en productkwaliteit. Informatiebronnen kiezen en juist aanwenden.
Kwaliteitszorg bij het uitvoeren van vaardigheden
2
Veiligheids- en hygiënemaatregelen toepassen omtrent: ! het werk in het magazijn/het winkelpand/de keuken/de verbruikruimte; ! het gebruik van gereedschappen en apparaten; ! het gebruik van producten; ! het bewaren van producten; ! de werkpostschikking. Veiligheidsregels toepassen omtrent: ! het gebruik van elektriciteit; ! brandpreventie, -evacuatie en -bestrijding; ! ongevallenpreventie. Veiligheidspictogrammen toepassen.
Maatregelen inzake veiligheid en hygiëne
3
Ergonomisch: ! heffen, tillen en zittend werken; ! werkpost schikken; ! werken binnen een welomschreven tijdsplanning.
Ergonomie en tijdsplanning
Specifieke module Voedingsdienst D/2000/0279/023
54
Organisatie-assistentie 3de graad BSO - 3de leerjaar
PEDAGOGISCH-DIDACTISCHE WENKEN 1
Bij de analyse van de opdracht zoveel mogelijk gebruikmaken van informatiebronnen. Criteria voor de product- en proceskwaliteit zijn terug te vinden bij de leerplandoelstellingen, leerinhouden, pedagogische en didactische wenken. Eventueel een bezoek brengen aan de stadsbibliotheek of een gespecialiseerde bibliotheek voor het raadplegen van informatie.
2
Gebruikmaken van de 'Gids voor goede hygiënepraktijken bij voedselvoorziening in grootkeuken en verzorgingsinstellingen'. Raadpleeg de ARAB-reglementering.
4.1.2
Vaardigheden die betrekking hebben op het voedingsmagazijn/het winkelpand/ kleinhorecazaak
LEERPLANDOELSTELLINGEN
LEERINHOUDEN
4
Magazijn ! controleren wat betreft temperatuur, vochtigheidsgraad en verluchting; ! milieubewust opruimen; ! grof schoonmaken; ! informatiebronnen raadplegen omtrent de wettelijke voorschriften die worden gesteld aan magazijnen.
Magazijn
5
Levering controleren wat betreft: ! overeenstemming van de bestelling; ! verpakking en etikettering, data; ! sensorische kwaliteit; ! hygiënische omstandigheden; ! informatiebronnen en checklijsten hanteren; ! kritische gevarenpunten in het voedingsmiddelencircuit opsporen.
Ontvangst van producten
6
Voedingsproducten: ! sorteren volgens de vijf gamma's; ! stockeren volgens het principe 'first-in-first-out' Inventaris opnemen en aanvullen van voorraden. Bewaaromstandigheden controleren, wat betreft: temperatuur, vochtigheidsgraad, lichtinval, luchttoevoer. Koel- en vriesruimtes verantwoord gebruiken. Gestockeerde voedingsproducten controleren (cf. criteria bij levering). Instructiefiches correct invullen.
Stockage van producten
Specifieke module Voedingsdienst D/2000/0279/023
55
Organisatie-assistentie 3de graad BSO - 3de leerjaar
7
Winkelpand/kleinhorecazaak ! milieubewust opruimen; ! systematisch schoonmaken. Voedingsproducten prijzen, correct stapelen, aanvullen en etaleren.
Winkelpand/kleinhorecazaak
PEDAGOGISCH-DIDACTISCHE WENKEN 4
Gebruikmaken van voorraad en ruimtes op school, bevoorrading van eigen praktijklokalen op de school via beurtsysteem, checklijsten gebruiken. Werken met gerichte stageopdrachten en de stagegegevens inventariseren om ze te gebruiken binnen de lessen praktijk.
5
Concrete documenten gebruiken. Via checklijsten de kritische gevaarpunten in het voedingsmiddelencircuit opsporen bijvoorbeeld in eigen praktijklokalen. Zelf controleren en registreren van leveringen via een beurtsysteem.
6
Eigen voorraden controleren en stapelen cf. 'first-in-first-out'-principe. Leerlingen voeren zelf temperatuurcontroles uit in eigen bergingen, koel- en diepvriesruimtes op school aan de hand van instructiefiches.
4.1.3
Vaardigheden omtrent voedselbehandeling en nazorg in de keuken
LEERPLANDOELSTELLINGEN
LEERINHOUDEN
8
In overeenstemming met de hygiënevoorschriften en/of instructiefiche: ! handen verzorgen; ! lavabo correct gebruiken; ! aangepaste kledij in orde brengen; ! haarhygiëne; ! haarbeschermingsmiddelen gebruiken. Factoren opsommen omtrent de verantwoorde aankoop en gebruik van: ! verzorgingsproducten handenhygiëne; ! reinigingsmiddelen; ! ontsmettingsmiddelen; ! aangepaste kledij en beschermingsmiddelen: keuken, zaal en onthaal.
Persoonlijke voorbereiding op de dienst
9
Voedingsproducten klaarzetten rekening houdend met ! de hygiënevoorschriften; ! de werkpostschikking. Bepaalde technische voorzieningen en apparaten operationeel maken. Handleiding en/of instructiefiche ontleden en toepassen tot het opstarten van de keuken.
Opstarten van de keuken
Specifieke module Voedingsdienst D/2000/0279/023
56
Organisatie-assistentie 3de graad BSO - 3de leerjaar
10 Vanuit de zorg voor hygiëne, voedingsproducten behandelen, rekening houdend met hun risicograad. Bij de (niet-gastronomische) maaltijdproductie van ontbijt- en brunchgerechten, lunchgerechten, soepen, koude en warme (deel)bereidingen, salades, nagerechten, buffetgerechten en gerechten uit de kleinhorecasector: ! aangepaste grondstoffen gebruiken; ! nieuwe 'grondstoffen', vernieuwde 'grondstoffen' , halffabrikaten, vacuümbereide maatlijden gebruiken en verwerken; ! aangepaste werkmiddelen correct hanteren volgens de veiligheidsnormen; ! aangepaste methode gebruiken wat betreft: voorbereiden, bereiden, proportioneren, schikken, dresseren, eventueel inpakken voor latere consumptie; ! met aangepaste meetapparatuur de kerntemperatuur en de temperatuur van frituurvet controleren; ! temperatuurregistratie in functie van HACCP; ! snelheid van afkoeling en afdekken van gerechten bewaken onder andere door gebruik van snelkoker, vacuümtoestel ... ! soorten afdek- en plasticfolies oordeelkundig gebruiken waar nodig; ! mogelijkheden van koelen, koelinstallaties oordeelkundig gebruiken. Getuigenschotel bereiden. Speciale gelegenheden (cf. doelstelling 18) uitvoeren volgens organisatieplan. Bereiden van gerechten voor andere voedingsgewoonten: onder andere vegetarische gerechten. Dranken bereiden met aangepaste apparatuur, schenken en presenteren op een veilig en economische verantwoorde manier.
Maaltijdproductie
11 Bij manuele vaatwas, hygiënevereisten toepassen wat betreft: ! vuilverwijdering; ! sorteren van de vaat; ! temperatuur van het waswater; ! naspoelen; ! afdrogen en gebruik van keukenhanddoeken; ! bergen van de vaat. Nazorg van de afwasruimte. Bij machinale vaatwas, hygiënevereisten toepassen wat betreft: ! vuilverwijdering; ! nazorg.
Vaatwas
Specifieke module Voedingsdienst D/2000/0279/023
57
Organisatie-assistentie 3de graad BSO - 3de leerjaar
Milieuvriendelijke vaatwasproducten oordeelkundig gebruiken. Handleiding toepassen bij machinale vaatwas. Reinigen van keukenhanddoeken en poetsdoeken. Transportmiddelen, bergruimten op wielen gebruiken. 12 Omtrent afvalverwijdering, hygiënevoorschriften toepassen bij het ! selecteren en verwijderen van afval; ! systematisch reinigen van recipiënten voor afval. Desinfecteren van middelen en milieu: ! gebruik van aangepaste producten en middelen; ! combinatie van reinigingsproducten en desinfectiemiddelen oordeelkundig en veilig toepassen; ! milieuvriendelijke producten gebruiken; ! reinigingsproducten en desinfectiemiddelen veilig bewaren. Ongedierte en parasieten voorkomen en bestrijden.
Afvalbeheer
13 Hygiënevoorschriften toepassen bij het reinigen/ ontsmetten van ! lavabo's; ! werkvlakken, tafels en apparaten; ! snijplanken, roer- en schepmateriaal; ! kookpotten; ! bestek en porselein; ! thermoskannen, theepotten; ! bergruimten. Dagelijkse en periodieke onderhoud verzorgen. Omtrent het reinigen in het algemeen, en van vloeren in het bijzonder, hygiënevoorschriften volgens HACCP toepassen bij het: ! kiezen en doseren van reinigingsproducten; ! kiezen en gebruiken van werkmiddelen; ! uitvoeren van het reinigings-/ontsmettingsproces. Onderhoudsplan uitvoeren volgens de hygiënevoorschriften. Werkdocumenten omtrent HACCP en gidsen voor goede hygiënepraktijken doeltreffend gebruiken.
Nazorg in de keuken
Specifieke module Voedingsdienst D/2000/0279/023
58
Organisatie-assistentie 3de graad BSO - 3de leerjaar
PEDAGOGISCH-DIDACTISCHE WENKEN 8-9
Concrete instructiefiches van eigen school of de stageplaatsen gebruiken en invullen.
9
Externe firma's raadplegen die zich specialiseren in horecahygiëne, linnendienst, kledij voor de horeca ... eventueel een demonstratie laten uitvoeren in de school.
10
Keuze van de gerechten wordt medebepaald door de stageplaatsen, door projecten binnen en buiten de school. Er wordt rekening gehouden met de principes van een gezonde voeding. Onder 'nieuwe of vernieuwde' grondstoffen verstaan we bijvoorbeeld nieuwe vetstoffen, gemodificeerde zetmelen, vreemde groenten- en fruitsoorten, vers voorbereide producten zoals groenten, fruit ... halffabrikaten zoals sausen, puddingen, chocoladeschuim, soepen ... Een bezoek aan een horecabeurs, een vroegmarkt, een groothandel voor horeca ... kan heel verrijkend zijn. Demonstraties laten uitvoeren door gespecialiseerde firma's onder andere expressotoestellen, snijmiddelen, steamers, inductiekookplaten, toestellen voor temperatuurregistratie, snelkoelen, ... Trends opvolgen in culinaire magazines en via televisieprogramma's. Aan de hand van bijkomende informatie het informatiebestand van de derde graad verder uitbouwen.
11
Toepassen van de machinale vaatwas kan gebeuren op stage of bij buitenschoolse activiteiten.
12
Voor de externe afvalverwerking kan contact opgenomen worden met externe diensten zoals containerpark, gespecialiseerde firma's ... Gebruikmaken van assortimentfolders van verschillende afvalrecipiënten, reinigingsproducten, desinfectiemiddelen ... Ongediertebestrijding door externe diensten even aanhalen.
13
Concrete werkdocumenten zoals instructiefiches en onderhoudsplannen gebruiken van de school en/of de stageplaatsen. Leerlingen erop attent maken dat er schoonmaakbeurten kunnen gebeuren door behulp van externe firma's. Eventuele demonstratie bijwonen van schrob-, zuig- en andere schoonmaaktoestellen.
4.1.4
Vaardigheden omtrent interieurzorg en maaltijdbediening
LEERPLANDOELSTELLINGEN
LEERINHOUDEN
14 Veiligheidsregels en hygiënevoorschriften naleven. Verbruikzaal/verbruikruimte ! schoonmaken, ordenen en schikken; ! organisatieplan van eigen werkzaamheden kunnen opstellen;
Specifieke module Voedingsdienst D/2000/0279/023
59
Interieurzorg
Organisatie-assistentie 3de graad BSO - 3de leerjaar
! verzorgen van de algemene inrichting van een lokaal en/of zaal in overeenstemming met de gelegenheid en volgens de hygiëne en veiligheidswetgeving; ! tafels klaarzetten aan de hand van een grondplan of een schema aangepast aan de ruimte; ! zelf een grondplan van de tafelschikking voor een gegeven situatie uitwerken; ! aanbrengen van aangepaste decoratieve tafelversiering en een presentatiehoek of blikvanger; ! totale omgeving met elkaar in harmonie brengen. 15 Instaan voor het/de te reinigen en gebruiksklaar te maken tafeltextiel/tafelaankleding: ! in diverse grondstoffen; ! voor diverse gelegenheden.
Zorg voor tafelaankleding
16 Tafels bekleden. Tafels dekken met servies, bestekglazen en aangepaste decoratie zoals menukaarten, decoratief verwerkte bloemen ... rekening houdend met de totale sfeer.
Dekken van tafels
17 Veiligheidsregels en hygiënevoorschriften naleven. Gerechten kunnen: ! proportioneren en verdelen op de juiste manier; ! aanreiken in schotel, kom ... ! inzetten per persoon; ! serveren met dienblad, voedseltransportwagen; ! bedienen aan buffet. Serveren voor groepen. Bedienen in zelfbedieningsrestaurants en serveren in de kleinhorecabedrijven. Hulp bieden bij speciale maaltijden onder andere ! receptie; ! koud en warm buffet; ! kaasbuffet; ! barbecue, fondue, gourmet ... Dranken schenken en serveren: onder andere gebruikmaken van tapkast, ijsblokjes bereiden ... Opstellen van bedieningsbuffet. Presenteren van dranken en gerechten.
Maaltijdbediening Maaltijdverstrekking
18 Vlot veiligheidsregels en hygiënevoorschriften naleven. Afruimen: manueel en met een transportwagen.
Nazorg in de verbruikzaal/verbruikruimte
Specifieke module Voedingsdienst D/2000/0279/023
60
Organisatie-assistentie 3de graad BSO - 3de leerjaar
Afruimen bij speciale gelegenheden (cf. doelstelling 10). Schoonmaken en ordenen van de verbruikruimte. Werken aan de hand van een onderhoudsplan. Operationeel maken van de verbruikruimte voor de volgende activiteit. PEDAGOGISCH-DIDACTISCHE WENKEN 14-16 Afspraken maken met de leraar Plastische opvoeding, Stage en Technische dienst. Firma's raadplegen die zich specialiseren in externe linnendienst. 17
Afspraken maken met de leraar Logistieke dienst in verband met het be-/en afdienen met dienblad en voedseltransportwagen. Hulp bieden bij speciale maaltijden kan gebeuren bij binnen- en buitenschoolse activiteiten. Mogelijkheden nagaan tot de aankoop van kant-en-klare-ijsblokjes.
18
Werken met concrete onderhoudsplannen en instructiefiches.
4.1.5
Vaardigheden die betrekking hebben op de klant
LEERPLANDOELSTELLINGEN
LEERINHOUDEN
19 Klanten gericht doorverwijzen. Klanten wegwijs maken in de winkelruimte/verbruikruimte. Bestellingen klaarzetten. Klanten helpen bij het inladen.
Algemene vaardigheden omtrent klantenservice
20 Klanten verwelkomen, begeleiden, helpen ... Adequaat reageren bij onvoorziene omstandigheden, zoals bij morsen, vergeten te bedienen, onwel worden.
Klanten ontvangen
21 Inlichtingen verstrekken aan de hand van gegevens op (de verpakking van) voedingsproducten, zoals: ! soort product; ! bewaarvoorschriften; ! voedingswaarde; ! bereidingswijze.
Specifieke klantenservice
PEDAGOGISCH-DIDACTISCHE WENKEN 19-21 Gebruikmaken van assortiment van producten van de stageplaatsen. Situatieschetsen vanuit de stage benutten om assertiviteit in te oefenen.
Specifieke module Voedingsdienst D/2000/0279/023
61
Organisatie-assistentie 3de graad BSO - 3de leerjaar
4.2
Ondersteunende cognitieve vaardigheden
4.2.1
Administratie
LEERPLANDOELSTELLINGEN
LEERINHOUDEN
22 Documenten herkennen en benoemen. Leveringen nazien. Bestellingen uitvoeren. Instructiefiche omtrent veiligheid en voedselhygiëne ontleden en toelichten. Aanvragen van folders. Kiezen en raadplegen van informatiebronnen in verband met recepten, hygiëne, veiligheid ... Werkdocumenten in verband met hygiëne, organisatie interpreteren. Handleidingen in verband met middelen, materialen raadplegen.
Eenvoudige administratieve verrichtingen
23 Interne en externe telefoongesprekken aannemen, voeren en eventueel doorverbinden. Telefonisch of per fax allerhande informatie opvragen onder andere prijsoffertes, bestellingen.
Telefoon- en faxpermanentie
24 Eenvoudig computergebruik in verband met invoeren en opzoeken van gegevens omtrent: ! bestelbonnen, ! stockbeheer, ! etiketten. Uitprinten van gegevens. Opmaken van uitnodigingen, menu's ... Gebruik van cd-rom, het Internet.
Eenvoudig computergebruik
PEDAGOGISCH-DIDACTISCHE WENKEN 22-24 Allerhande folders, catalogi, handleidingen ... omtrent hygiëne, veiligheid, middelen, materialen ... telefonisch bestellen.
Specifieke module Voedingsdienst D/2000/0279/023
62
Organisatie-assistentie 3de graad BSO - 3de leerjaar
4.2.2
Deontologie
LEERPLANDOELSTELLINGEN
LEERINHOUDEN
25 Organogram toelichten. Eigen functie situeren in het geheel.
Eigen functioneren
26 Basisprincipes inzake deontologie toelichten en toepassen.
Beroepscodes ten aanzien van klanten, collega's en instelling
PEDAGOGISCH-DIDACTISCHE WENKEN 25
Samenwerken met de leraar Participatie aan de arbeidswereld.
4.2.3
Grondstoffenleer
LEERPLANDOELSTELLINGEN
LEERINHOUDEN
27 Voedselvoorlichtingsmodel concretiseren en als model gebruiken bij de beoordeling van een dagelijkse menuplanning. De voedingswaarde van dagelijks gebruikte voedingsproducten toelichten. Receptuur kunnen aanpassen aan de regels van een gezonde voeding. Gebruik en integratie van eenvoudige software bij menuplanning en receptkeuze. Recepten kunnen vertalen naar een goede werkplanning.
Gezonde voeding
28 Voedselproducten herkennen cf de vijf gamma's en consequenties toelichten omtrent bewaaromstandigheden en gebruik. Voedingsproducten indelen volgens risicograad. Gegevens (op verpakking) van voedselproducten begrijpen. Sensorische kwaliteit van voedingsproducten beoordelen. In functie van het uitvoeren van de handelingsgerichte vaardigheden producten herkennen, benoemen en eigenschappen kennen in functie van gebruik en bewaren. Nieuwe of vernieuwde voedingsproducten in functie van hun gebruik herkennen, benoemen onder andere kant-en-klare-producten, snelklare producten, halffabrikaten, vacuümbereide maaltijden ... Analyseren van andere voedingsgewoonten.
Voedselproducten
Specifieke module Voedingsdienst D/2000/0279/023
63
Organisatie-assistentie 3de graad BSO - 3de leerjaar
29 Reinigings- en ontsmettingsmiddelen, voor specifiek gebruik in de keuken/de verbruiksruimte, de toiletten en de vestiaire, herkennen en indelen volgens toepassing.
Reinigings- en ontsmettingsmiddelen
30 In functie van het uitvoeren van de handelsgerichte vaardigheden werkmiddelen en apparatuur herkennen, benoemen, eigenschappen kunnen toelichten in functie van gebruik en keuze. Gegevens op elektrische apparatuur verklaren. Onderhoudsprocedures voor dagelijkse en periodieke onderhoud van de apparaten toelichten. Besparingstips toelichten. Informatie opzoeken en verwerken die belangrijk is bij de aankoop en het vervangen van werkmiddelen.
Werkmiddelen en apparaten
PEDAGOGISCH-DIDACTISCHE WENKEN 27-28 Gebruikmaken van één voedingsvoorlichtingsmodel in afspraak met de andere leraren in de school. Werken vanuit gezonde voeding. Enkele voorbeelden van andere voedingsgewoonten zijn onder andere de vegetarische keuken, de ecologische keuken, de mediterrane keuken, de macrobiotische keuken ... Gebruikmaken van actuele voedingsmagazines, het Internet en cd-roms ... 29-30 Gebruikmaken van folders, handleidingen, catalogi ... 4.2.4
Hygiëne omtrent voedselbehandeling
LEERPLANDOELSTELLINGEN
LEERINHOUDEN
31 Gevaren benoemen. Hygiëneplannen ontleden. Controlepunten bepalen - HACCP.
Gevaren bij maaltijdbereiding en distributie
32 Basiskennis opnoemen omtrent de specifieke eisen gesteld aan: ! keuken, magazijnen, koel- en vriesinstallaties, vestiaires, eetruimten en toiletten; ! ontvangst van goederen: kwaliteitscontroles onder andere de temperatuur-, data- en productcontrole;
Specifieke eisen gesteld rond hygiëne
Specifieke module Voedingsdienst D/2000/0279/023
64
Organisatie-assistentie 3de graad BSO - 3de leerjaar
! persoonlijke hygiëne: kleding, hoofddeksel en handhygiëne ... ! indeling van de voedingsmiddelen naargelang de risicograad van de plaats waar de voeding bereid wordt; ! getuigenschotel; ! portioneerruimte; ! maaltijdtransport en -distributie; ! afvalverwijdering onder andere selectie van vuil-kruisbesmetting, stockage van afval ...; ! afruimen en transport naar de afwas; ! vaatwassen: manueel en machinaal; ! schoonmaakmethodes: voor onder andere vloeren, oppervlaktes in aanraking met voeding ... PEDAGOGISCH-DIDACTISCHE WENKEN 31-32 Werken met de 'Gids voor goede hygiënepraktijken' bij voedselvoorziening in grootkeuken en verzorgingsinstellingen'. 4.2.5
Veiligheid en ergonomie
LEERPLANDOELSTELLINGEN
LEERINHOUDEN
33 Opsommen van maatregelen in verband met ongevallen- en brandpreventie ! persoonlijke veiligheid; ! veiligheidspictogrammen; ! veiligheid op de werkvloer.
Veiligheid in de keuken/verbruikzaal/voedingszaak
34 Basisprincipes toelichten omtrent ! heffen en tillen; ! bergen; ! schikken van de werkpost; ! zittend werken; ! werkhoogte.
Ergonomie
PEDAGOGISCH-DIDACTISCHE WENKEN 33-34 Raadpleeg de ARAB-reglementering.
Specifieke module Voedingsdienst D/2000/0279/023
65
Organisatie-assistentie 3de graad BSO - 3de leerjaar
4.3
Ondersteunende beroepshoudingen LEERPLANDOELSTELLINGEN
LEERINHOUDEN
35 Beroepscode naleven onder andere het beroepsgeheim. Hygiënische, veiligheidsgerichte, ergonomische, ecologische vaardigheden zich eigen maken als een houding. Arbeidsvoorwaarden en -omstandigheden aanvaarden.
Specifieke beroepshoudingen en deontologie
36 Voorkomen en taal verzorgen. Regels, meer specifiek hygiëneregels, inzake persoonlijk voorkomen en kledij respecteren.
Persoonlijk voorkomen
37 Werken volgens afgesproken tijdsplanning. Stipt en volledig uitvoeren van opgedragen taken volgens de juiste principes en technieken. Grondstoffen correct aanwenden. Voorraad op een correcte wijze en op de juiste wijze opslaan.
Stiptheid en orde
38 Creatief en origineel zijn bij het bereiden en afwerken van gerechten, bij aankleden van tafels ... Bij decoratie in harmonie werken met het milieu.
Zin voor creativiteit
39 Hoffelijk zijn ten opzichte van (moeilijke) klanten. Luisterbereid zijn naar klanten toe.
Sociale vaardigheden
40 Klanten respecteren en benaderen als persoon, ongeacht geslacht, cultuur of handicap. Respectvol en geduldig omgaan met het keuzeprobleem van de klant. Keuze van de klant respecteren.
Klantgerichtheid
41 Vlot samen werken en samenwerken. Opdrachten van anderen en hun competentie aanvaarden. Doorgeven van informatie. Opdrachten van anderen afwerken indien nodig. Collega's spontaan helpen wanneer deze hulp nodig hebben. Correct omgaan met ingrijpende veranderingen zoals onder andere reorganisatie, drukke perioden, nieuwe collega's ...
Teamwerking
42 Zelfstandig de opgelegde taken uitvoeren. Zelf suggesties geven waar het kan. Werk zien en initiatief nemen.
Zelfstandigheid
Specifieke module Voedingsdienst D/2000/0279/023
66
Organisatie-assistentie 3de graad BSO - 3de leerjaar
43 Verantwoordelijkheid opnemen voor eigen werk. Alert zijn voor ongewone situaties. Tekorten in verband met veiligheid en hygïene, en middelen signaleren bij verantwoordelijken. Verantwoordelijkheid nemen bij preventie voedselhygiëne en veiligheid. Erkennen van klachten en doorverwijzen. Respectvol omgaan met onder andere winkelartikelen, het werk van anderen, grondstoffen en apparatuur.
Verantwoordelijkheid
44 Positief zelfbeeld ontwikkelen. Eigen grenzen aanvaarden. Eigen handelen aan zelfkritiek onderwerpen. Hoffelijk opkomen voor eigen waarden en normen. Toegewezen opdrachten in vraag durven stellen en eigen positie bepalen.
Zelfhantering
PEDAGOGISCH-DIDACTISCHE WENKEN 35-44 Het verwerven van beroepshoudingen steunt op een voortdurende begeleiding van de leerling. De beroepshoudingen zijn in de verschillende diensten identiek, het is dan ook een voorwaarde dat er voortdurend overleg is tussen de verschillende leraren, dat men komt tot eenzelfde begeleidingsstrategie en dat het evaluatiesysteem op elkaar is afgestemd. 5
EVALUATIE
Leerlingen dienen op voorhand goed te weten wat en hoe er geëvalueerd wordt. Zowel vaardigheden, kennis als houding dienen aan bod te komen. Permanente evaluatie is aangewezen mits de nodige aandacht voor het begeleiden van het leerproces.
Specifieke module Voedingsdienst D/2000/0279/023
67
Organisatie-assistentie 3de graad BSO - 3de leerjaar
6
MINIMALE MATERIELE VEREISTEN
6.1
Specifieke inrichting
6.1.1 Nutsvoorzieningen ! voorzieningen voor koud en warm water ! elektriciteitsvoorziening voor verlichting, aansluiting toestellen en apparatuur ! verluchtingssysteem 6.1.2 Infrastructurele voorzieningen ! zone voor praktijk voedselbehandeling ! ruimte voor presentatie en bediening van gerechten (*) ! zone voor handhygiëne ! zone en uitrusting voor theorie ! zone voor aangepaste berging van voedingsproducten ! zone voor voorraad (*) ! zone voor berging van schoonmaakgerief (*) ! zone voor berging en uitrusting van gerief voor zorg voor textiel en decoratie (*)
6.2
Specifieke uitrusting
Het aantal keer dat bepaalde voorzieningen moeten aanwezig zijn, is afhankelijk van het aantal leerlingen. Er dient voldoende te zijn voor elke werkende leerling; niet noodzakelijk in één en hetzelfde lokaal. Bepaalde specifieke uitrusting voor het derde leerjaar in de derde graad kan voor de school een te dure en onverantwoorde investering zijn. Leerlingen kunnen via een demonstratie van een gespecialiseerde firma of via de stage toch in contact gebracht worden met dergelijke toestellen, zo hebben ze weet van het bestaan en de werking van dergelijke middelen. 6.2.1 Specifieke uitrusting naar gelang van de volgende zorgprocessen ! opslag van grondstoffen en producten voor voedselbehandeling ! koeling en diepvriesbewaring van grondstoffen voor voedselbehandeling, en bereid voedsel ! koude en warme maaltijdproductie ! interieurzorg en -omkadering ! maaltijdbediening ! vaathygiëne ! afvalhygiëne ! nazorg in de keuken/verbruikruimte
(*)
Hiervoor kan een afzonderlijk lokaal worden gebruikt
Specifieke module Voedingsdienst D/2000/0279/023
68
Organisatie-assistentie 3de graad BSO - 3de leerjaar
6.2.2 Specifieke uitrusting voor ! persoonlijke hygiëne ! brandveiligheid 6.2.3 Klein werkmateriaal, toestellen en apparaten omtrent ! koude en warme maaltijdproductie (met inbegrip van microgolfoven) ! het bewaren van voedingsmiddelen: koelen en diepvriezen ! het presenteren en afruimen van voedsel: dienbladen, voedseltransportwagen ! de omkadering van de voedselpresentatie: tafelbekleding, uitrusting en decoratie ! de zorg voor textiel: reinigen en gebruiksklaar maken ! de zorg voor het interieur: reinigen en omkaderen. 6.2.4
Producten en gerief in verband met eerste hulp bij ongevallen
6.2.5 Informatiebronnen in verband met ! voedingshygiëne ÷ diverse hygiëneplannen ÷ diverse instructiefiches receptuur omkadering 6.2.6
Personal computer (bij voorkeur uitgerust met cd- rom), printer en internetaansluiting
Met aangepaste software voor: ! tekstverwerking ! opmaken van menukaarten, uitnodigingen… ! receptuur ! voorraadbeheer ! cijfers omtrent gezonde voeding De computer kan eventueel voorzien worden in een aangrenzend lokaal, in een bergkast in het praktijklokaal.
Specifieke module Voedingsdienst D/2000/0279/023
69
Organisatie-assistentie 3de graad BSO - 3de leerjaar
7
BIBLIOGRAFIE
7.1
Boeken
NUBEL, Belgische voedingsmiddelentabel, Nubel VZW, derde editie, 1999. NEVO, De Nederlandse voedingsmiddelentabel, Voorlichtingsbureau voor de Voeding, Den Haag , 1996. BRAMS, A., Kookblaadjes, Standaard educatieve uitgeverij. Van de basisgrondstoffen worden de eigenschappen, toepassingen en bereidingswijzen besproken, bij de recepten staan het materiaal en de middelen vermeld. DE SCHUTTER, D., DE WILDE, D., VAN HEUCKELOM, R., Basisbegrippen van de keuken, Pelckmans. Dit handboek beschrijft en illustreert alle gangbare klassieke en moderne bereidingstechnieken- en wijzen.
DE SCHUTTER, D., DE WILDE, D., GORIS, J., Basisgerechten, Pelckmans. 1000 recepten van éénvoudig tot meer gespecialiseerd en van klassiek tot vernieuwend. De bereidingswijzen worden stapsgewijs geformuleerd. VAN HEUCKELOM, R., Basisbegrippen van de bediening, Pelckmans. Uitgebreide inleiding met onderwerpen zoals: etiquette, protocol, materiaal, welk bestek past bij de gerechten, technieken voor het dragen van borden, glazen … Gerechten, de volgorde van bediening, schikken van gerechten op borden, het versnijden… DE WILDE, D., Basisbegrippen van de moderne menuleer, Pelckmans. Dit handboek biedt iedereen de mogelijkheid om van restaurant- en menukaarten foutloze juweeltjes te maken. Biedt o.a. basisregels voor het samenstellen van restaurantkaarten en het opstellen van menu’s.
Nieuw FORTIN, F., Handboek Ingrediënten uit de hele wereld, Tirion, 1999. Een keukenencyclopedie waar alle mogelijke voedingsmiddelen keurig staan ingedeeld en krijgen naast een bondige en duidelijke omschrijving een beeld mee om meteen herkend te worden. stap-voor-stap basisbereidingen vullen de theorie aan. Ook de voedingswaarde wordt vermeld. het boek kost 2500 BEF dus niet goedkoop , maar het is een aanrader voor de schoolbibliotheek.
Beginselen van ergonomie: Spaar je rug, een uitgave van ABB, Minderbroedersstraat 8. 3000 Leuven. VANHAVERBEKE, L. , Gids voor goede hygiënepraktijken bij voedselvoorziening in grootkeukens en verzorgingsinstellingen, HACCP een handleiding om zelf uw HACCP-plan uit te werken.1996 Vereniging van Gemeenschapsrestaurateurs van België, Eikenbergstraat 23, 3020 Winksele. tel. (016)48 97 98
Specifieke module Voedingsdienst D/2000/0279/023
70
Organisatie-assistentie 3de graad BSO - 3de leerjaar
7.2
Tijdschriften
De eetbrief, maandelijks wetenschappelijk vulgariserend tijdschrift, uitg. Biblo NV, Brasschaatsesteenweg 308 2920 Kalmthout- tel. (03)620 02 11- fax (03)620 03 61 Voeding en voorlichting, maandelijks wetenschappelijk vulgariserend tijdschrift, Voorlichtingsbureau voor de Voeding, Den Haag, abonnement IPB, Jezusstraat 16 B 2000 Antwerpen, tel. (03)232 88 55, fax (03)231 71 33. Nutrinews, trimestrieel voedings- en gezondheidsmagazine, NICE VZW– Treurenberg 16 1000 Brussel. e-mail:
[email protected] Facilities, magazine voor facility management, tweemaandelijks tijdschrift. Een uitgave van technipress NV, Stationstraat 30 BI 1702 Groot-Bijgaarden, tel. (02)481 81 14 – fax. (02 )481 81 88
7.3
Magazines
Creatieve keuken. ‘Onze beste recepten zijn voor U’, SOLO –magazine , maandblad. SMAAK. ‘Trendsettend magazine over gastronomie, toerisme, lifestyle en interieur’. Trimestriële uitgave. ELLE, eten. Trimestriële uitgave. PROEVEN. ‘Het lekkerste tijdschrift van bij ons’ Maandelijkse uitgave. TIP. Maandblad , uitgeverij MIJ, J. Blockxstraat 7 2000 Antwerpen. Deze magazines zijn verkrijgbaar in de boek- en tijdschriftenhandel of in het betere warenhuis.
7.4
Folders
Veilig voedsel, hoe houden we het bij? OIVO -1998 De voedingswaarde op het etiket, wat biedt deze informatie ons als gebruiker? Algemene eetwareninspectie.1997 Het etiket: geen geheimtaal. OIVO – 1999 Deze uitgaven zijn verkrijgbaar bij OIVO , Riddersstraat 18, 1050 Brussel. De voedingsdriehoek, voor een evenwichtige keuze en hoe je ermee werkt, affiche-folder- 1997 uitg. Voeding en voorlichting VZW, G. Schildknechtstraat 9 1020 Brussel, tel. (02)420 33 33 Gezond aan tafel, gezondheidsfolder uitg. GVO - Christelijke Mutualiteiten, te verkrijgen via de plaatselijke GVO-dienst of christelijke mutualiteit Diverse uitgaven van de VLAM, Leuvense plein 4, 1000 Brussel Specifieke module Voedingsdienst D/2000/0279/023
71
Organisatie-assistentie 3de graad BSO - 3de leerjaar
De stoel en de tafel, we gaan er even bij zitten. 1999. Provinciaal comité van Vlaams-Brabant voor de bevordering van de arbeid. Diestsesteenweg 52, 3010 Leuven.
7.5
cd-rom
Voedingscentrum, Eetmeter ’99, stichting voedingscentrum Nederland, Den Haag, 1999. te bestellen IBP – Jezusstraat 16 B 2000 Antwerpen, tel. (03)232 88 55, fax (03)231 71 33. Nubel Voedingsplanner, versie 2.0 , logimed s.a. 1999, NUBEL VZW, Rijksadministratief centrum, Esplanadegebouw, lokaal 1104, 1010 Brussel, tel. (02)210 48 28, fax (02)210 48 16 MJA – Maattijdwijzer - eet wijzer met de maaltijdwijzer. te bestellen MJA- Sint-Jansstraat 32, 1000 Brussel, tel. (02)515 02 53, fax. (02)511 07 13 e-mail:
[email protected]
Specifieke module Voedingsdienst D/2000/0279/023
72
Organisatie-assistentie 3de graad BSO - 3de leerjaar
ORGANISATIE-ASSISTENTIE Derde graad BSO Derde leerjaar SPECIFIEKE MODULE TECHNISCHE DIENST 2 uur/week
In voege vanaf 1 september 2000
D/2000/0279/023
Specifieke module Voedingsdienst D/2000/0279/023
73
Organisatie-assistentie 3de graad BSO - 3de leerjaar
INHOUD
1
BEGINSITUATIE . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 75
2
ALGEMENE DOELSTELLINGEN . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 75
3
ALGEMENE PEDAGOGISCH-DIDACTISCHE WENKEN EN DIDACTISCHE MIDDELEN . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 75
4 4.1 4.2 4.3
LEERPLANDOELSTELLINGEN, LEERINHOUDEN EN PEDAGOGISCH-DIDACTISCHE WENKEN . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Handelingsgerichte vaardigheden . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Ondersteunende cognitieve vaardigheden . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Ondersteunende beroepshoudingen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
5
EVALUATIE . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 81
6
MINIMALE MATERIELE VEREISTEN . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 82
7
BIBLIOGRAFIE . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 83
Specifieke module Voedingsdienst D/2000/0279/023
74
76 76 78 79
Organisatie-assistentie 3de graad BSO - 3de leerjaar
1
BEGINSITUATIE
Deze kan heel verscheiden zijn. Zelfs leerlingen uit de derde graad 'Organisatiehulp' hebben soms nog geen technische dienst gekregen. Er kunnen ook leerlingen instromen uit richtingen waarvoor dit vak volledig nieuw is (uit 'Sociale en technische wetenschappen', 'Bijzondere jeugdzorg' (nieuwe benaming 'Jeugd- en gehandicaptenzorg'), 'Verpleegaspiranten' (nieuwe benaming 'Gezondheids- en welzijnswetenschappen'), 'Grootkeuken' en 'Verzorging'). De leraar zal bijgevolg de individuele beginsituaties moeten opsporen en desgevallend gedifferentieerde opdrachten aanbieden. De hoofdbekommernis is dat iedere leerling nieuwe vaardigheden verwerft en gepaste klantenservice verleent. De beginsituatie van de leerlingen zal bepalend zijn voor de mate waarin onderstaande doelstellingen gerealiseerd kunnen worden. 2
ALGEMENE DOELSTELLINGEN
! Handelingsgerichte vaardigheden, ondersteunende cognitieve vaardigheden en ondersteunende beroepshoudingen verwerven ter ondersteuning van de klantenservice in een doe-het-zelfzaak, tuincentrum, woonwarenhuis ... ! Eigen zelfredzaamheid in het dagelijks leven verhogen op technisch gebied. ! Aanwenden van de aangeleerde vaardigheden in voedingsdienst en logistieke dienst. ! Gericht kennismaken met de sector en inoefenen van concrete vaardigheden in functie van klantenservice en kwaliteitszorg. ! Opzoeken en verwerken van informatie in verband met nieuwe ontwikkelingen, grondstoffen en middelen uit de sector. ! Verwerven van zelfstandigheid in het methodisch uitvoeren van complexe en gecombineerde taken in functie van een tewerkstelling als beginnend beroepsbeoefenaar, in casu servicemedewerker. 3
ALGEMENE PEDAGOGISCH-DIDACTISCHE WENKEN EN DIDACTISCHE MIDDELEN
! Stimuleren van het werken in team door leerlingen in groep een opdracht te laten organiseren en uitvoeren, bijvoorbeeld een speelhoek inrichten in een woonwarenhuis. ! Inspelen op de individuele beginsituatie van leerlingen door de complexiteit van de opdrachten aan te passen. ! Verhogen van werktempo door het aanbieden van een opdracht waarin een repetitief karakter zit, bijvoorbeeld maken van kaartjes als nieuwjaarsattentie voor de stagementoren van de school. ! Vakoverschrijdend overleggen en samenwerken resulterend in een project waarbij er vanuit elke dienst een inbreng is of beter gezegd geïntegreerd werken. ! Methodisch werken door het gebruik van het stappenplan met name analyseren (met onder andere informeren), plannen, uitvoeren en evalueren (zowel proces als productgericht). ! Kwaliteitszorg nastreven door rekening te houden met de klanten en met economische, ergonomische, ecologische, hygiënische en veiligheidsprincipes ... ! Correct en concreet inoefenen van handelingsgerichte vaardigheden zodat leerlingen bruikbare en praktische ervaringen opdoen, wat hun zelfstandigheid en organisatievermogen bevordert, en hun inzicht en mogelijkheden naar klantenservice verhoogt. ! Bewust hanteren van beroepshoudingen door deze te verweven in alle opdrachten zodat leerlingen hun taken op een sociaal vaardige en professionele wijze vervullen.
Specifieke module Technische dienst D/2000/0279/023
75
Organisatie-assistentie 3de graad BSO - 3de leerjaar
! Bewust hanteren van de ondersteunende cognitieve vaardigheden zodat leerlingen bij het uitvoeren van handelingsgerichte vaardigheden gebruikmaken van hun verworven kennis. ! Bewust maken van transfermogelijkheden van het geleerde in technische dienst naar de andere diensten, bijvoorbeeld bepaalde principes en methodes kunnen niet alleen gebruikt worden in de context van een doe-het-zelfzaak maar ook in de context van de voedingsdienst bij het inrichten van een sfeerhoekje ... ! Tenslotte is dit leerplan een integratie van TV en PV en dient door één leraar gegeven te worden, eventueel in blokken van 4 uur om de twee weken. 4
LEERPLANDOELSTELLINGEN, LEERINHOUDEN EN PEDAGOGISCHDIDACTISCHE WENKEN
Er wordt een opsplitsing gemaakt in handelingsgerichte vaardigheden, ondersteunende cognitieve vaardigheden en ondersteunende beroepshoudingen. In de dagelijkse lespraktijk is het absoluut noodzakelijk dat deze drie facetten met elkaar gelinkt worden. Alle leerplandoelstellingen kunnen geïntegreerd worden in het kader van doelstelling 4.
4.1
Handelingsgerichte vaardigheden LEERPLANDOELSTELLINGEN
LEERINHOUDEN
1
Vervaardigen van een individueel werkstuk op een Individueel werkstuk methodische wijze rekening houdend met middelen, materiaal, methode, grondstoffen, kostprijs, functie, ontwerp, werkpost, technieken, afwerking ... en met de principes rond kwaliteitszorg. Combineren van diverse vaardigheden bij de realisatie.
2
Onderhouden, herstellen en/of verfraaien van voor- Onderhoud, herstel en verfraaiing werpen en ruimten in het kader van de woning en/of de tuin.
3
Stockeren, presenteren en verkopen in het kader van Klantenservice de specifieke dienstverlening in onder andere een doe-het-zelfzaak, een woonwarenhuis, een tuincentrum ... Gebruiken, onderhouden en opstellen van multimediamateriaal in het kader van klantenservice. Verwoorden van maatregelen in verband met diefstal en inbraakpreventie. Verwoorden van maatregelen in verband met brandbeveiliging. Toepassen van persoonlijke beschermingsvoorschriften. Toepassen van afvalverwerking.
Specifieke module Technische dienst D/2000/0279/023
76
Organisatie-assistentie 3de graad BSO - 3de leerjaar
4
Organiseren en uitvoeren op een methodische wijze Totaalopdracht van een totaalopdracht (project) in een groep. Integreren van verschillende vaardigheden en kennis tot een totaalopdracht in dialoog met opdrachtgevers en gebruikers. PEDAGOGISCH-DIDACTISCHE WENKEN
Het leerplan van de derde graad 'Organisatiehulp' kan als inspiratiebron gebruikt worden wat betreft de keuze van handelingsgerichte vaardigheden. 1
Belangrijk is het om voldoende te differentiëren zodat de beginsituatie van de leerling gevaloriseerd wordt. De zelfwerkzaamheid van de leerling maximaal stimuleren door hem of haar de verantwoordelijkheid voor de totaliteit van het werkstuk te geven. Voor leerlingen voor wie technische dienst nieuw is kan eventueel gewerkt worden met zelfbouwpakketten. Bijsturing en evaluatie zorgen voor de nodige reflectiemogelijkheden. Het methodisch werken gebeurt op dezelfde wijze als in logistieke en voedingsdienst, de principes van kwaliteitszorg vindt u terug in doelstelling 8. Deze individuele werkstukken kunnen deel uitmaken van een totaalproject, zie doelstelling 4, bijvoorbeeld het organiseren van een kerstmarkt met onder andere de verkoop van verschillende werkstukken. In overleg met de leraar Plastische opvoeding.
2
Concrete onderwerpen zijn onder andere tuin met gazon en planten, vloeren en vloerbedekkingen, deuren en ramen, muurbekleding, meubelstukken, fiets, brommer, auto ... Hier zal de individuele beginsituatie bepalend zijn voor de keuze die men maakt alsook de eventuele stageplaatsen (leerlingen kiezen in dit schooljaar zelf de sector waar ze stage lopen). Er kunnen bijvoorbeeld afspraken gemaakt worden met de plantsoendienst van de stad. Ook met logistieke dienst kunnen er afspraken gemaakt worden in verband met het verzorgen van kamerplanten. Tevens is het noodzakelijk dat leerlingen weten waar en hoe ze informatie kunnen opzoeken en met welke factoren ze rekening moeten houden bij het bepalen van een werkwijze. Gerichte (met duidelijke opdrachten en klassikale nabespreking) bezoeken aan beurzen en het raadplegen van vakliteratuur kunnen nieuwe perspectieven openen. Bedoeling is dat ze later zelf nieuwe werkwijzen, middelen, grondstoffen ... durven exploreren. Deze doelstelling kan eveneens geïntegreerd worden in doelstelling 4.
3
Studiebezoeken met gerichte opdrachten (verschillende groepjes die diverse zaken bezoeken) en klassikale verwerking, stageopdrachten, gerichte inleefmomenten (bijvoorbeeld een dag meewerken met een servicemedewerker, wegwijs geraken in catalogi in functie van de klantenservice) ... zorgen voor realistische en up-to-dategegevens. Het toepassen van maatregelen in verband met veiligheid en hygiëne kan op school (onder andere bij het gebruik van het technologielokaal, contact met het comité voor veiligheid en verfraaiing ...) getoetst en in praktijk gebracht worden. In overleg met Voedingsdienst en Logistieke dienst kunnen gezamenlijke aandachtspunten afgesproken worden in verband met het gebruik van multimedia (onder andere audiovisuele middelen), stockage, presentatie en verkoop, toepassen van ergonomische, economische, ecologische, hygiënische, veiligheids- en klantgerichte principes.
Specifieke module Technische dienst D/2000/0279/023
77
Organisatie-assistentie 3de graad BSO - 3de leerjaar
Leerlingen moeten de plaatselijke instructiefiches in verband met diefstal en brandpreventie kunnen lezen en toepassen binnen hun bevoegdheid. Het bekijken van deze fiches kan eveneens een opdracht zijn voor een studiebezoek. 4
Voorbeelden van totaalprojecten zijn het organiseren en uitvoeren van het inrichten van een verbruikruimte in een rustoord ter gelegenheid van het grootoudersfeest, het opzetten van koppen en/of blikvangers in een woonwarenhuis, het doelgericht meewerken in een tuincentrum, organiseren en uitvoeren van een opknapbeurt van de tuin van bijvoorbeeld een kinderdagverblijf, opknappen en inhuldigen van een speellokaal op een pediatrieafdeling, organiseren van een paasmarkt met eigengemaakte werkstukken. De projectonderwerpen dienen de realiteit van het werk als servicemedewerker te benaderen. De leraar dient zeer goed de haalbaarheid van het geheel in het oog te houden, rekening houden met tijdsbesteding, budget ... Hoofddoelstelling is immers het bieden van leerkansen aan leerlingen! De totaalopdracht kan gegeven worden door externen (de schooldirecteur, verantwoordelijke van een stageplaats, een teledienst ...) waardoor het realiteitskarakter en de onmiddellijke bruikbaarheid verhoogt. Tevens is dit een mooie kans om met de opleiding naar buiten te treden. Om effectief te kunnen werken mogen de groepen (klasgroep opsplitsen in deelgroepen van maximum 4 tot 5 leerlingen) niet te groot zijn en dient er gebruikgemaakt te worden van vergadertechnische aspecten zoals een gespreksleider, verslaggever ... Leerlingen moeten zelf onder begeleiding mogen onderhandelen met de opdrachtgevers en regelmatig feedback krijgen. Heldere afspraken en een goede taakafbakening zijn hierbij onontbeerlijk! Deze totaalopdracht kan in samenwerking gebeuren met Stage, Voedingsdienst, Logistieke dienst, Plastische opvoeding, Project algemene vakken en Godsdienst en heeft dan het karakter van een geïntegreerde proef (of beter gezegd geïntegreerd werken). Alle andere leerplandoelstellingen zijn integreerbaar.
4.2
Ondersteunende cognitieve vaardigheden LEERPLANDOELSTELLINGEN
LEERINHOUDEN
5
Omschrijven van de sector en actuele ontwikkeling- Sectorverkenning en. Verwoorden van de taakomschrijving en deontologie van een servicemedewerker.
6
Berekenen van oppervlakte ... in functie van het Berekeningen bepalen van het nodige materiaal en middelen voor een welbepaald doel.
7
Gericht gebruiken van handleidingen en instructie- Informatieverwerking fiches. Gericht opzoeken en verwerken van informatie in verband met voorbeeld stock, prijzen, middelen, materiaal en methoden ... gebruikmakend van multimediamogelijkheden.
Specifieke module Technische dienst D/2000/0279/023
78
Organisatie-assistentie 3de graad BSO - 3de leerjaar
PEDAGOGISCH-DIDACTISCHE WENKEN 5
Deze verkenning is gelinkt aan de beginsituatie van de leerling en kan tevens als basis dienen om de taakomschrijving van servicemedewerker helder te krijgen. Vooral voor leerlingen voor wie technische dienst een nieuw vak is, lijkt dit zinvol. Gerichte studiebezoeken, getuigenis van een servicemedewerker, stageopdrachten ... geven een concrete vertaling.
6
Deze doelstelling komt automatisch aan bod tijdens het concreet uitvoeren (zie doelstelling 1 en 4). Ook in Project algemene vakken kan men hieromtrent werken.
7
Deze doelstelling dient eveneens geïntegreerd aangeboden te worden tijdens het concreet uitvoeren. Bijzondere aandacht krijgen veiligheidsinstructies, brandinstructies, diefstalpreventie, handleiding van videomateriaal ... Opzoeken en verwerken van informatie in verband met middelen, materiaal en methoden verruimt de mogelijkheden van de leerlingen, ook naar de toekomst toe.
4.3
Ondersteunende beroepshoudingen LEERPLANDOELSTELLINGEN
LEERINHOUDEN
8
Kwaliteitszorg nastreven door een hygiënische, Specifieke beroepshouding en deonveiligheidsgerichte, economische, ecologische, tologie ergonomische, comfortgerichte houding te integreren in concrete beroepsgebonden situaties. Deontologische aspecten zoals beroepsgeheim en privacy respecteren. Concreet vertalen van de visie op dienstverlening. Reflecteren over ethisch moeilijke situaties.
9
Eigen uiterlijk, voorkomen en taal verzorgen.
10
Stipt zijn en ordelijk werken volgens de afgesproken Stiptheid en orde regels en procedures.
11
Creatief en esthetisch verantwoord werken met Zin voor creativiteit aandacht voor het totaalconcept en de klanten voor wie het bestemd is.
12
Sociaal vaardig zijn op een hoffelijke en assertieve Sociaal vaardig wijze. Eigen grenzen kennen en durven aangeven in de gepaste context. Omgaan met ongewenste intimiteiten en/of intimidatie. Flexibel omgaan in diverse complexe situaties, met arbeidsvoorwaarden en -omstandigheden.
Specifieke module Technische dienst D/2000/0279/023
79
Persoonlijk voorkomen
Organisatie-assistentie 3de graad BSO - 3de leerjaar
13
Zich gepast inleven in de klanten en hen respectvol Klantgerichtheid benaderen in hun unieke zijn in relatie met anderen. Aandacht hebben voor zelfbeschikking, autonomie en inspraak.
14
Vlot en spontaan samen werken en samenwerken. Teamwerking Opdrachten van anderen en hun competentie aanvaarden. Doorgeven van informatie, observaties en suggesties. Eigen plaats en taak binnen het team (h)erkennen.
15
Initiatief nemen en zelfstandig opgelegde taken Zelfstandigheid afwerken, een combinatie van taken organiseren en uitvoeren in een welbepaald tijdsbestek.
16
Verantwoordelijkheid opnemen voor het eigen werk Verantwoordelijkheid en de bijbehorende specifieke beroepshoudingen. Eventuele tekortkomingen of fouten melden aan de gepaste personen. Alert zijn voor ongewone situaties en signaleren aan de gepaste personen.
17
Positief zelfbeeld ontwikkelen met zicht op eigen Zelfhantering mogelijkheden en beperkingen. Zichzelf evalueren en toetsen aan reflecties van anderen. Voorkomen van stress en burn-out door onder andere een gezond evenwicht tussen werken en ontspanning, levenslang leren ... Uitleg en informatie vragen en gericht opzoeken en kritisch verwerken. PEDAGOGISCH-DIDACTISCHE WENKEN
8-17 Deze beroepshoudingen zijn streefdoelen waarheen we leerlingen willen begeleiden, aanmoedigen ... Ze zijn eveneens herkenbaar in logistieke en voedingsdienst en ze worden ook op stage ingeoefend. Geen enkele beroepsbeoefenaar is er helemaal klaar mee. Leerlingen dienen te weten wat deze houdingen concreet inhouden en zichzelf hierop te evalueren. Als leraar dien je regelmatig feedback te geven en concreet bij te sturen. Voorbeelden uit de dagelijkse praktijk, een getuigenis van een stagementor ... verhelderen de inhoud en het belang van het streven naar een goede beroepshouding zodat de leerling als beginnend beroepsbeoefenaar aan de slag kan. De doelstellingen van 1 tot en met 4 bieden een prima oefenkans mits leerlingen goed weten welke beroepshoudingen er van hen verwacht worden en er voldoende reflectiemomenten worden voorzien (bijvoorbeeld tijdens het totaalproject een grondige tussentijdse en eindevaluatie).
Specifieke module Technische dienst D/2000/0279/023
80
Organisatie-assistentie 3de graad BSO - 3de leerjaar
8
Een ethisch moeilijke situatie kan ontstaan als bijvoorbeeld een leerling merkt dat de opdrachtgever de klant een minderwaardig product verkoopt.
11
Leerlingen moeten zicht krijgen op de visie van de opdrachtgever, wat vindt die belangrijk, welk imago wordt er opgebouwd. Tevens moeten de leerlingen ook weten wie de klanten en/of de gebruikers zijn, wat hun wensen en verwachtingen zijn.
12
Leerlingen moeten duidelijk neen durven zeggen als iets voor hen niet kan, bijvoorbeeld bij lichamelijke agressie. Ze moeten ook weten waarheen (de bevoegde persoon of verantwoordelijke) met hun gevoelens daaromtrent. Leerlingen krijgen best een waarheidsgetrouw beeld van het werkveld, de arbeidsvoorwaarden en omstandigheden, bijvoorbeeld zaterdagwerk, dagelijks onderhoud dat bij de opdracht hoort.
13
Goed luisteren en kijken is de allereerste opdracht. Aanvaarden dat klanten andere wensen en smaken hebben. Geduldig omgaan met klanten die moeilijk kunnen beslissen, steeds dezelfde vragen stellen.
14
Ook een klas werkt zoals een team, je kiest niet met wie je samen werkt, zie doelstelling 4. Onderscheid maken tussen vriendschappelijke relaties en professionele relaties.
15
Dit is zeker in het zevende leerjaar een erg belangrijke houding en vaardigheid die evolueert door ervaring.
16
Durven uitkomen voor eigen fouten en dit tegenover de gepaste persoon of verantwoordelijke. Klanten met vragen, bedenkingen en/of klachten doorverwijzen naar de bevoegde personen. Ongewone situaties zoals een klant die zit te slapen in een zetel in de aankomsthal, sporen van diefstal en of vandalisme, melden aan de bevoegde personen.
17
Informatie geven aan leerlingen waar ze terecht kunnen voor bijvoorbeeld avondonderwijs, ontspanningsmogelijkheden, vorming, belangenvereniging ... Ook bij het solliciteren en later bij eventuele functioneringsgesprekken wordt er verwacht dat men een realistisch zelfbeeld heeft en dat ter sprake kan brengen.
5
EVALUATIE
Leerlingen dienen op voorhand goed te weten hoe en wat er geëvalueerd wordt. Zowel handelingsgerichte vaardigheden, ondersteunende cognitieve vaardigheden als ondersteunende beroepshoudingen dienen aan bod te komen. Permanente evaluatie is mogelijk. Er dient gewaakt te worden over procesen productevaluatie en gedurende het proces dient de leraar voldoende bijsturing te voorzien (zie doelstelling 4).
Specifieke module Technische dienst D/2000/0279/023
81
Organisatie-assistentie 3de graad BSO - 3de leerjaar
6
MINIMALE MATERIELE VEREISTEN
Technologielokaal (lokaal met specifieke inrichting en uitrusting voor de technische dienst - een overdekte ruimte buiten kan interessant zijn).
6.1 6.1.1
Specifieke inrichting Nutsvoorzieningen
! toevoer en afvoer van water ! elektriciteitsvoorziening voor verlichting, aansluiting toestellen en apparatuur ! verluchtingssysteem 6.1.2 ! ! ! !
Infrastructurele voorzieningen
zone voor praktisch handelen zone voor presentatie en etalagewerk zone voor berging van producten zone voor berging van gereedschappen en apparaten
6.2
Specifieke uitrusting
Het aantal keer dat bepaalde voorzieningen moeten aanwezig zijn, is afhankelijk van het aantal leerlingen. Er dient voldoende te zijn voor elke werkende leerling; niet noodzakelijk in één en hetzelfde lokaal. 6.2.1 ! ! ! ! ! ! ! !
Producten, klein werkmateriaal, toestellen en apparaten omtrent de technieken (zie doelstellingen)
opstellen en afbreken van bouwpakketten aanbrengen blikvangers, rayonkoppen en gelegenheidsversiering verzorgen van planten en snijbloemen schilderen houtbewerking gebruiksklaar maken van bromfiets/fiets gebruiksklaar maken van elektriciteitstoevoer gebruiksklaar maken van gootsteen, sifon, straalbreker
6.2.2
Producten en gerief in verband met eerste hulp bij ongevallen
6.2.3
Informatiebronnen
! in verband met het uitvoeren van technieken ÷ instructiefiches ÷ gebruiksaanwijzingen bij gereedschappen, apparaten, machines
Specifieke module Technische dienst D/2000/0279/023
82
Organisatie-assistentie 3de graad BSO - 3de leerjaar
! in verband met te behandelen grondstoffen en te gebruiken producten ÷ bloemen en planten ÷ hout ÷ verf ! 1 vaktijdschrift 6.2.4
Persoonlijke beschermingsmiddelen cf. het uitvoeren van technieken
6.2.5
Specifieke uitrusting voor
! brandveiligheid ! afvalbeheer
6.3
Uitzicht en afwerking
Het geheel is ingericht, uitgerust en afgewerkt volgens de regelgeving in verband met veiligheid. 7
BIBLIOGRAFIE
BERKHOUT, E., 1001 tips voor huis, tuin en keuken, Kluwer, groep algemene uitgeverijen, Wageningen. Brico-gids, Test-Aankoop, Hollandstraat 13, 1060 Brussel. Deltas grote Tuinencyclopedie, Deltas. Zuid-Nederlandse Uitgeverij, Aartselaar. HERWIG, M., Tuinplantenencyclopedie op kleur, Groenboekerij, Zomer en Keuning, Ede. HERWIG, M., Kamerplantenencyclopedie op kleur, Groenboekerij, Zomer en Keuning, Ede. Het beste doe-het-zelfhandboek - Ideeën, Reader's Digest, Grote Markt 12A, 1000 Brussel. Het beste doe-het-zelfhandboek - Technieken, Reader's Digest, Grote Markt 12A, 1000 Brussel. Informatie goedgekeurde elektro-huishoudelijke toestellen, Cebec, 1640 Sint-Genesius-Rode. Praktisch tuinieren, Reader's Digest, Grote Markt 12A, 1000 Brussel. SCHUURMAN, J., Handig thuis, Kluwer, groep algemene uitgeverijen, Wageningen. Tips van Eugène de tuinman, Sterlux. Tuinieren met Test-Aankoop, Test-Aankoop, Hollandstraat 13, 1060 Brussel. Tuinieren stap voor stap, Kosmos, Groendrukkerij, Antwerpen.
Specifieke module Technische dienst D/2000/0279/023
83
Organisatie-assistentie 3de graad BSO - 3de leerjaar
Uw huis onderhouden en herstellen - Consumentenwegwijzer, Test-Aankoop, Hollandstraat 13, 1060 Brussel. Woninginrichting 1001 ideeën en tips., Test-Aankoop, Hollandstraat 13, 1060 Brussel. Vaktijdschriften, brochures en video's - Advies Doe-het-zelf, Brico, Technologiestraat 11/15, 1082 Brussel. - Bloemen en planten, Mediaxis, Jan Blockstraat 7, 2018 Antwerpen. - Brico-fiches. - Dobbit - Do it yourself, Gistelse steenweg 112, 8490 Varsenare. - Doe het zelf Woonideeën, Mediaxis, Jan Blockstraat 7, 2018 Antwerpen. - Van zaad tot plank en Tijdrover, Video: VRT Schooltelevisie. - VT wonen, Mediaxis, Jan Blockstraat 7, 2018 Antwerpen. Dobbitmagazine. Speciaal stap voor stap (driemaandelijks), EPM Internationaal NV, Pulsebaan 5/1, Zandhoven.
Specifieke module Technische dienst D/2000/0279/023
84
Organisatie-assistentie 3de graad BSO - 3de leerjaar
ORGANISATIE-ASSISTENTIE Derde graad BSO Derde leerjaar STAGES EN SEMINARIE 10 uur/week
In voege vanaf 1 september 2000
D/2000/0279/023
Specifieke module Technische dienst D/2000/0279/023
85
Organisatie-assistentie 3de graad BSO - 3de leerjaar
INHOUD 1 1.1 1.2 1.3
SITUERING . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Complementariteit: Praktijk/Stages en theorie . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Praktijk/Stages en vaardig gedrag . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Stages als adequate leeromgeving . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
2
BEGINSITUATIE . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 87
3
DOELSTELLINGEN . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 88
4 4.1 4.2 4.3 4.4
ORGANISATORISCHE ASPECTEN . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Voorwaarden tot organisatie . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Het stagedossier . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Stageplanning . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Mogelijke stageoorden . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
89 89 89 90 90
5 5.1 5.2 5.3 5.4 5.5
ALGEMENE PEDAGOGISCH-DIDACTISCHE WENKEN . . . . . . . . . . . . . . . . . Algemeen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Stagementor - stagebegeleider . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Stagebegeleiding . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Stageactiviteitenlijst . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Stage-evaluatie . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
91 91 91 92 93 94
6 6.1 6.2 6.3
SEMINARIE . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Stage-ervaringen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Projectwerking . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Evaluatie . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
95 95 96 96
7
MINIMALE MATERIELE VEREISTEN . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 96
8 8.1 8.2 8.3 8.4 8.5
GEINTEGREERDE PROEF . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Specifieke doelstellingen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Betrokken vakken . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Inhoud en vorm . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Organisatie . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Evaluatie . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
Specifieke module Technische dienst D/2000/0279/023
86
87 87 87 87
96 96 97 97 97 98
Organisatie-assistentie 3de graad BSO - 3de leerjaar
1
SITUERING STAGES
1.1
Complementariteit: Praktijk/Stages en theorie
De praktische vorming kan men niet loskoppelen van de andere componenten van de vorming. Immers praktisch handelen veronderstelt inzicht in ! waarom men zo moet handelen, ! de wijze waarop men moet handelen, ! de betekenis van het handelen (attitudes en waarden). Deze verwevenheid van theorie en praktijk verdraagt dus geen isolatie van opleidingsonderdelen, zoals enerzijds stage en anderzijds theoretische lessen. Veeleer is hier sprake van complementariteit vanuit verschillende klemtonen.
1.2
Praktijk/Stages en vaardig gedrag
Onderzoek heeft aangetoond (Prof. dr. J. Lowyck - KU Leuven) dat geïsoleerde training van afzonderlijke vaardigheden niet wenselijk blijkt, tenzij voor remediërende doeleinden. De aandacht moet dus gericht worden op de samenhang van de afzonderlijke deelgedragingen, waarbij men voortdurend een bepaald doel beoogt binnen een welbepaalde situatie. In deze visie verdient het 'proces van nadenkend handelen' evenzeer aandacht als het 'product'. Dergelijk handelen wordt door Prof. dr. J. Lowyck genoemd: 'vaardig gedrag'.
1.3
Stages als adequate leeromgeving
Aan stage zijn belangrijke voordelen verbonden, namelijk het hoge realiteitsgehalte en de duurtijd. Men dient dan wel uit te kijken naar een optimale integratie van theorie en praktijk (en omgekeerd). Zo kan een stage twee functies vervullen, namelijk de integratie van het reeds gekende in nieuwe (praktijk)situaties (= verwerkingsstage) of het voorbereiden van nieuw te leren theorie door inzicht te krijgen in de behoefte aan theorie vanuit de praktijk (= exploratieve stage). De stage biedt kansen om het geïntegreerd denken en handelen van de leerling (en de leraren van de diverse vakken en diensten) te ondersteunen en verder te ontwikkelen. Stage behoort dan ook tot de essentie van de geïntegreerde proef. De stage biedt op haar beurt de mogelijkheid om een geleidelijke overstap te maken naar de realiteit. 2
BEGINSITUATIE
Voor de leerlingen die de meest gangbare schoolloopbaan volgen en doorstromen van de derde graad, eerste en tweede leerjaar 'Organisatiehulp' zijn alle handelingsgerichte vaardigheden met de daaraan gekoppelde kennis en beroepshoudingen verworven voor de normale zorgsituaties. Dit geldt voor: ! het maaltijdgebeuren; ! de interieurzorg; ! het transportgebeuren; ! ondersteunende administratieve taken.
Stages en Seminarie D/2000/0279/023
87
Organisatie-assistentie 3de graad BSO - 3de leerjaar
Leerlingen die overstappen van een derde graad, eerste en tweede leerjaar 'Verzorging' zijn vertrouwd met stage lopen. Zij hebben gedurende twee jaar ongeveer 10 uur per week stage gedaan in de kinderopvang en de residentiële bejaardenzorg. Ze zijn deskundig in niet complexe zorgsituaties waar zij als verzorgende een eigen takenpakket hebben. Wanneer zij in OA stage lopen als logistiek assistent in een ziekenhuis is zowel de omgeving als de taakinvulling anders. Bij deze leerlingen moet dus met grote zorg gewaakt worden over de afbakening van hun werkzaamheden, zoals beschreven in de functiebeschrijving van 'Logistiek assistent' in de ziekenhuizen. Leerlingen die de studierichting 'Groepskoken' (nieuwe benaming 'Grootkeuken') volgden zijn vertrouwd met het stagegebeuren. Voor leerlingen die uit een derde graad 'Sociale en technische wetenschappen' komen is stage een nieuw gegeven. Deze leerlingen maken een eerste maal kennis met een werksituatie. Bovendien missen zij om in deze werksituatie goed te functioneren een aantal basisvaardigheden, de bijbehorende kennis en vooral een aantal beroepshoudingen. De hiaten van deze doorstromers uit STW zijn uitgebreid beschreven in de diverse beginsituaties van de specifieke modules in dit leerplan. Verder missen deze leerlingen elke voorkennis omtrent stageadministratie. Verslaggeving hebben zij wel degelijk ingeoefend. Leerlingen uit de derde graad 'Bijzondere jeugdzorg' (nieuwe benaming 'Jeugd-en gehandicaptenzorg') zijn vertrouwd met stage lopen. Zij hebben in het eerste leerjaar 4 uur per week en in het tweede leerjaar 8 uur per week stage gedaan in de jeugd- en gehandicaptenzorg. Zij hebben een specifieke deskundigheid als ‘opvoeder‘ verworven. Met de voedingsdienst, onderhouds- en technische dienst hebben zij geen ervaring. Leerlingen die zouden overstappen uit de derde graad 'Verpleegaspiranten' (nieuwe benaming 'Gezondheids- en welzijnswetenschappen') zijn vertrouwd met het stagegebeuren. Zij hebben gedurende twee jaar 4 tot 6 uur per week stage gelopen in de gezondheidssector, via seminarie hebben zij ook een introductie in de ruimere welzijnssector gekregen. Zij hebben geen specifieke kwalificatie verworven maar zijn vooral voorbereid op vervolgonderwijs. Met de voedingsdienst, onderhouds- en technische dienst hebben zij geen ervaring. 3
DOELSTELLINGEN
Regelmatig bijsturen van de schoolopleiding dankzij de betrokkenheid en uitwisseling van de instellingsverantwoordelijken/bedrijfsverantwoordelijken en de stagebegeleiders/leraren. De tewerkstellingskansen verhogen, onder meer door ! inzicht te krijgen in de structuur van de werking van een instelling/bedrijf; ! kennis te maken met het werkmilieu, de sfeer, het werkritme, de klanten en/ of patiënten; ! nieuwe werkmethodes aan te leren en te werken met apparatuur specifiek voor de instelling/het bedrijf; ! instructiemateriaal op de stageplaats zelfstandig te gebruiken; ! grotere zelfstandigheid te verwerven bij het uitvoeren van complexe en gecombineerde opdrachten onder verwijderd toezicht; ! geïntegreerd toepassen van beroepshoudingen, vaardigheden en kennis;
Stages en Seminarie D/2000/0279/023
88
Organisatie-assistentie 3de graad BSO - 3de leerjaar
! methodisch (analyseren, plannen, uitvoeren en evalueren) en kwaliteitsvol (rekening houden met hygiënische, veiligheids-, economische, ergonomische en ecologische principes op een klantgerichte wijze) werken binnen een afgebakende tijdspanne passend in het team en/of de visie van de voorziening; ! beroepshoudingen verder verwerven zoals deontologisch werken, persoonlijk voorkomen verzorgen, stiptheid en orde nastreven, zin voor creativiteit uiten, sociaal vaardig zijn, klantgericht werken, in team werken, zelfstandig eigen taken uitvoeren, verantwoordelijkheid opnemen en zichzelf hanteren.; ! kennismaken met en functioneren in een beroepssector naar de keuze van de leerling, uiteraard binnen het opleidingsprofiel van 'Organisatie-assistentie'. De leerplandoelstellingen van de desbetreffende dienst (voedingsdienst, logistieke dienst en eventueel technische dienst) waarin stage gelopen wordt dienen in de stagepraktijk aan bod te komen en de leerling wordt hierop geëvalueerd. Dit heeft dus consequenties bij de keuze van een stageplaats, de leerplandoelstellingen van die specifieke dienst moeten op de stageplaats aan bod komen en verwezenlijkt worden door de leerling. Uiteindelijk moet de leerling op het einde van het derde leerjaar van de derde graad als beginnend beroepsbeoefenaar aan de slag kunnen. Het kan zijn dat bepaalde doelstellingen niet op stage kunnen geëvalueerd worden maar wel binnen het lesgebeuren. 4
ORGANISATORISCHE ASPECTEN
4.1
Voorwaarden tot organisatie
Wat de voorwaarden tot organisatie van stages betreft, het bijhouden van het stageregister, het opmaken van het algemeen stagedossier en de kostenvergoeding verwijzen we naar de ministeriële omzendbrief SOZ(91)15 van 10 juli 1991 betreffende stages ingericht in bedrijven en instellingen ten behoeve van de leerlingen uit het secundair onderwijs en naar de VVKSO-Mededelingen betreffende stages KI.50.01 04 (+ ARAB, art. 28 en consequenties). Het is evident dat de actuele reglementering tijdig bij de stagecoördinator en/of stagebegeleiders terechtkomt.
4.2
Het stagedossier
Bij de aanvang van een nieuw schooljaar wordt het algemeen stagedossier samengesteld met gegevens betreffende: ! de stageovereenkomst, ! de formaliteiten betreffende de verzekering, ! het stagereglement, ! de stagekalender, ! de stageactiviteitenlijst, ! de namen van de stagairs, ! de namen van de stagebegeleiders, ! de stageplaatsen, ! de toepassing van het ARAB en/of veiligheidsreglementering.
Stages en Seminarie D/2000/0279/023
89
Organisatie-assistentie 3de graad BSO - 3de leerjaar
Er dient ook een individueel leerlingendossier opgemaakt te worden met alle gegevens betreffende stageplaatsen, stagementoren, stagebegeleiders, stageovereenkomsten, gepresteerde uren, observatieen evaluatiegegevens. Daar het beroepsgeheim belangrijk is, worden stagemappen ofwel op school bewaard, ofwel met de leerling meegegeven nadat er een schriftelijke verklaring opgemaakt werd waarbij de leerling de verantwoordelijkheid omtrent de bewaring van de inhoud opneemt Het is sowieso belangrijk dat er geen namen van zorgvragers terug te vinden zijn in stagedocumenten.
4.3
Stageplanning
In de eerste twee leerjaren van de derde graad 'Organisatiehulp' kregen de leerlingen de kans om met diverse sectoren binnen het beroepsprofiel in contact te komen en zo het werkveld te verkennen. In het derde leerjaar 'Organisatie-assistentie' kan de leerling zich oriënteren naar één bepaald werkveld. Met andere woorden de leerlingen zelf hebben in dit studiejaar de keuze tussen één stageoord of maximaal twee stageoorden. De keuze kan gebeuren in functie van regionale tewerkstellingskansen. Wèl dient de stagebegeleider erover te waken dat de mogelijkheden van de stageplaats overeenstemmen met de stagedoelstellingen. Leerlingen die niet uit OH komen kunnen baat hebben om twee stageplaatsen te hebben, zodat zij een zo ruim mogelijk werkveld ervaren. In het derde leerjaar van de derde graad dringt het inrichten van blokstages (minimaal 1 week aaneengesloten) zich op. Blokstages zijn immers de beste onmiddellijke voorbereiding op tewerkstelling. Op deze manier maken leerlingen een volledig weekwerkschema van een organisatie mee.
4.4
Mogelijke stageoorden
Bij de keuze van stageplaatsen dient de directeur en/of de stagecoördinator/-stagebegeleider zich te vergewissen van de kwaliteit ervan. Kwaliteitsvolle stageplaatsen zijn: ! organisaties met een leerlinggerichte werking; ! organisaties waar de stagedoelstellingen kunnen bereikt worden. Voor de verschillende diensten komen volgende plaatsen in aanmerking waar de leerling als servicemedewerker aan de slag kan: De schuingedrukte plaatsen zijn nieuw voor 'Organisatie-assistentie'. Logistieke dienst ! op een afdeling van een algemeen- en psychiatrisch ziekenhuis, verzorgingsinstelling, dienstencentra, herstellingsoord, voorzieningen in de gezondheidszorg, kinderopvang, openbare diensten …
Stages en Seminarie D/2000/0279/023
90
Organisatie-assistentie 3de graad BSO - 3de leerjaar
Voedingsdienst ! in de centrale keuken en bij de bediening van personeel/klanten van onder meer instellingen, bedrijven, ziekenhuizen, verblijfcentra, kleinhoreca; ! in voedingszaken zoals bij kleine zelfstandigen, in KMO’s en distributiebedrijven; ! vakantiecentra, cateringbedrijven, zelfbedieningsrestaurants, openbare instellingen ... Onderhoudsdienst: (enkel indien de leerling onderhoudsdienst gevolgd heeft in 5 OH + 6 OH) ! interne schoonmaakdienst van een instelling (bijvoorbeeld: verzorgings- en onderwijsinstellingen). Technische dienst: (enkel indien de school technische dienst inricht) ! speciaalzaken bijvoorbeeld verf-, behangers-, decoratiezaken … ! doe-het-zelfzaken, woonwarenhuizen, tuincentrum … 5
ALGEMENE PEDAGOGISCH-DIDACTISCHE WENKEN
5.1
Algemeen
In de stagepraktijk staat het leren van de leerling centraal. Wil men voldoende garantie hebben dat zoveel mogelijk leerlingen de stagedoelen bereiken, dient men bij het plannen en organiseren van elk stageleerproces, rekening te houden met het profiel van de leerlingen. Belangrijke aspecten zijn: ! een intense voorbereiding op de stage; ! een intense begeleiding: het is meer dan aanleren en doceren; het is een 'naast de leerling staan' (zie verder Stagebegeleiding); ! in het begin: het accent leggen op complexe en gecombineerde situaties, zodat schoolse gegevens makkelijker kunnen worden getransfereerd naar stagesituaties; ! geleidelijk aan ruimte bieden voor nieuwe situaties, voor het ontwikkelen van een eigen stijl; ! het zoeken naar leermomenten; deze nadien evalueren en remediëren (zie verder Evaluatie); ! kennismaken met verschillende stageoorden: afhankelijk van de vooropleiding. Als uitgangspunt voor de stage geldt: ! het participeren van de stagiair in de stageoorden staat op de eerste plaats ten dienste van het leerproces; ! de leerling staat centraal in het opdoen van praktijkervaringen, waarbij tevens de ontwikkeling van de persoonlijkheid en de sociale vaardigheden belangrijk zijn; ! de leerling moet leren zelfstandig zijn leerproces te sturen en te evalueren door hem medeverantwoordelijk te stellen voor zijn persoonlijke leerdoelen.
5.2
Stagementor - stagebegeleider
Door de stagegever wordt een personeelslid als stagementor aangeduid. De mentor is de verbindingspersoon tussen de stageplaats en de stagebegeleider. De stagementor staat in voor de continuïteit van de begeleiding, neemt deel aan de evaluatie en is bereid om voldoende feedback te geven. In kleine ondernemingen is het mogelijk dat de stagegever tegelijkertijd stagementor is.
Stages en Seminarie D/2000/0279/023
91
Organisatie-assistentie 3de graad BSO - 3de leerjaar
De leraar-stagebegeleider moet zich als hoofddoel stellen: het scheppen van zodanige praktijksituaties dat de leerling de vooropgestelde stagedoelen (van de leerperiode) kan bereiken. Dit begeleiden is een deeltaak, die in eerste instantie het best gebeurt door stagebegeleiders die met de stagiair vertrouwd zijn en die weet hebben van zijn/haar vorderingen in het leerproces. De stagebegeleider moet de nodige tijd maken om het leerproces van de leerling bij te bespreken en bij te sturen en dit in samenspraak met de mentor én de leerling. De relatie stagementor-stagebegeleider is van groot belang. De stagebegeleider vervult een public relationstaak voor de school. De goede verstandhouding in stand houden betekent vaak ook een tewerkstellingshulp voor afgestudeerde leerlingen. De school kan voor een aantal uur iemand de opdracht van stagecoördinatie geven. Deze persoon is ook stagebegeleider en heeft ervaring in de sector. Hij staat in voor de inhoudelijke, praktische en administratieve organisatie van de stages. Hij begeleidt de stagevergaderingen en kan ook aanspreekpunt voor de geïntegreerde proef zijn. Hij onderhoudt contacten met het werkveld en volgt de actuele ontwikkelingen.
5.3
Stagebegeleiding
De kwaliteit van ervaringsleren wordt sterk bepaald door de kwaliteit van de stagebegeleiding. Een goede begeleiding vereist van de stagebegeleider/stagementor een voortdurende positieve ondersteunende houding en een persoonlijke interesse voor de leerling. Dit veronderstelt vier belangrijke attitudes: positief aanvaarden, empathie, echtheid en concreetheid. Het gaat hier niet om een techniek maar om een wijze van zijn, die de hele persoon doordringt. In overleg met de collega's is het aangewezen om aan de hand van het volgend overzicht een keuze te maken uit de onderscheiden vormen van begeleiding en zich uit te spreken over de aard en de kwaliteit van de stagebegeleiding. Binnen deze ordening zijn enkel die vormen van stagebegeleiding opgenomen die in aanmerking komen voor deze leerlingen in deze studierichting. Het ordeningscriterium dat hier wordt gehanteerd, is de afstand van waarop de stagebegeleiding gebeurt. Onthaal en introductie Doel: Verwelkomen van de stagiair + wegwijs maken in de stage en het stageoord (medewerkers, gebouwen, uitrusting, praktische info, e.d.). Door: Stagebegeleider (als daarvoor voldoende tijd en ruimte is). Stagementor Demonstratie en samen-doen Doel: Directe ondersteuning door middel van voortonen of samen-doen van bepaalde vaardigheden, technieken, activiteiten.
Stages en Seminarie D/2000/0279/023
92
Organisatie-assistentie 3de graad BSO - 3de leerjaar
Coaching Doel: Het verbeteren van de vakbekwaamheid op basis van voortdurende zelfreflectie en feedback op het eigen professioneel handelen. De leersituatie van de stagiair staat centraal en er is sprake van een van tevoren bepaald leerdoel (afgesproken met de stagiair). Essentieel is de observatie op de werkvloer; de coach verzamelt op directe wijze gegevens over het handelen van de stagiair. Er wordt gewerkt met een voorgesprek, een concrete observatie en een nabespreking. Door: Stagebegeleider Stagementor Begeleidingsgesprekken Doel: Het opmaken en het in bespreking brengen van een bilan, een tussentijdse sterkte-zwakteanalyse (evaluatie) tegen de achtergrond van de stagedoelstellingen die vooraf door alle betrokkenen gekend zijn. De stagiair wordt hierbij gestimuleerd om het evaluatiegesprek zelf te sturen (zelfevaluatie). De bespreking is een triade stagebegeleider - stagementor - stagiair. Door: Stagebegeleider Stagementor Niet-methodische werkbegeleiding (komt aan bod in seminarie).
5.4
Stageactiviteitenlijst
Naast de specifieke doelstellingen per stageplaats, maakt men best een activiteitenplanning op per stageplaats en per leerjaar. Deze activiteitenplanning moet in overeenstemming zijn met de algemene en beroepsgerichte stagedoelstellingen. De diverse stageactiviteiten worden vastgelegd door de stagebegeleider en de stagementor in onderlinge afspraak. Er moet gestreefd worden naar het geleidelijk opvoeren van de moeilijkheidsgraad van de stageactiviteiten en naar de diversiteit ervan, zodat alle aspecten van de opleiding aan bod komen. Deze lijst is een werkdocument dat met de stagiair moet doorgenomen worden. Hierbij kan de stagiair (onder begeleiding) zelf de individuele doelen leren formuleren (aanstippen). Op de activiteitenlijst worden de stagedoelen die de leerling heeft bereikt, na elke stage ingevuld. Een zeer goed bewaken van de activiteitenlijst is des te belangrijker naargelang de leerlingen langere tijd op één stageoord doorbrengen. Het gevaar is immers reëel dat teveel dezelfde stageactiviteiten aan bod komen.
Stages en Seminarie D/2000/0279/023
93
Organisatie-assistentie 3de graad BSO - 3de leerjaar
5.5
5.5.1
Stage-evaluatie
Evaluatie van de stagiair
Deze gebeurt op basis van de activiteitenlijst en de bijbehorende doelstellingen in verband met de concrete handelingsgerichte en ondersteunende cognitieve vaardigheden per specifieke dienst. Wat betreft beroepshoudingen en methodisch werken aan kwaliteitszorg kan er eventueel een overkoepelende doelstellingen- en evaluatielijst opgemaakt worden. De SAM schaal kan inspirerend werken. ! Het evalueren mag niet uitsluitend aan de stagementor worden overgelaten. Het is een pedagogische activiteit die tot de verantwoordelijkheid van de stagebegeleider behoort, op basis van het advies van de stagementor. ! Vermits evaluatiedocumenten noodzakelijke begeleidings- en beoordelingsinstrumenten zijn, is het belangrijk hieraan ruime aandacht te besteden. Hun gebruik dient bij te dragen tot een gespreide, geïntegreerde evaluatie van de vorderingen van de stagiair. De inhoudelijke opvulling van de evaluatieformulieren en -rapporten moet zo concreet mogelijk zijn. Bij het invullen moet men telkens de beoogde stagedoelen en de corresponderende stageactiviteitenplanning raadplegen. ! Leerlingen dienen vooraf op de hoogte te zijn van de evaluatiecriteria. ! Het is van essentieel belang om voldoende waarde te hechten aan de zelfevaluatie van de leerling. Hiervoor kan een lijst met aandachtspunten of open vragen worden gebruikt, die de stagiair als handleiding kan gebruiken. Het is een leidraad bij de beschrijving van zijn/haar functioneren, zowel op technisch als relationeel vlak. Bij een mondeling evaluatiegesprek kan de leerling zich gemotiveerd uitspreken over de punten die hij/zij voor zijn verdere ontwikkeling belangrijk acht. ! Een tussentijdse evaluatie bevat naast waardeoordeel, ook suggesties ter bevestiging en verbetering van het leerproces. Als leerlingen in 7 OA maar één stageplaats hebben worden er best meerdere tussentijdse evaluaties ingelast. Het evalueren gebeurt best in aanwezigheid van de leerling. Het is belangrijk dat de leerling tijdig terugkoppelingsinformatie ontvangt. ! De eindevaluatie of het waardeoordeel over het bereikte verwerkings- en beheersingsniveau van de leerling en het stageleerproces moet gebaseerd zijn op de bevindingen van de stagementor en de stagebegeleider. De mondelinge/schriftelijke evaluatie van de voorbije stageperiode wordt hierin uiteraard verrekend. De eindevaluatie wordt in een globaal geschreven beoordeling uitgedrukt. Ze wordt liefst voorgelegd aan en toegelicht op een teamvergadering, zodat ze als vertrekpunt kan dienen voor de leer- en begeleidingsactiviteiten tijdens de volgende stageperiode. 5.5.2
Evaluatie van de stages als praktijkleersituatie
Het verzamelen van relevante informatie kan als middel worden gebruikt voor het bijsturen van het stageleer- en begeleidingsproces. Dit kan gebeuren via ! stagebespreking; ! de schriftelijke neerslag van de stage-ervaring van de stagiair. Wel dient aangestipt dat in dit studiejaar de weging van het zogenaamde stageverslag moet beperkt worden bij de beoordeling van de stages. Het functioneren als toekomstige werknemer primeert boven de schriftelijke neerslag. Uit deze gedachtewisseling en de schriftelijke gegevens kunnen suggesties groeien, omtrent wijzigingen die aan de organisatie en de uitvoering van de stage zouden moeten worden aangebracht.
Stages en Seminarie D/2000/0279/023
94
Organisatie-assistentie 3de graad BSO - 3de leerjaar
5.6
Uren stagebegeleiding
Hierbij dient rekening gehouden te worden met het aantal uren stage op de lessentabel, het aantal leerlingen en de inhoudelijke invulling van de stagebegeleiding. Gewoonlijk hanteert men de oude splitsingsnormen voor praktijkgroepen. De uren voor stagecoördinatie kunnen hieruit genomen worden alweer in functie van de taakinhoud. 6
SEMINARIE
Twee uren per week worden voorzien om seminarie te geven. Dit gebeurt best in kleine groep (maximum 14 leerlingen) en wordt bij voorkeur begeleid door een leraar die vakleraar en stagebegeleider is (omwille van de ervaring en de overlegmogelijkheden) en graag constructief een groep begeleidt. Er kan 4 uur om de 14 dagen voorzien worden zodat men meer ruimte heeft.
6.1
Stage-ervaringen
Door middel van de stages krijgen de leerlingen voeling met het beroepsleven. In het derde leerjaar van de derde graad BSO 'Organisatie-assistentie' worden leerlingen bovendien geconfronteerd met complexere situaties en een langdurige stageperiode die hen tot het niveau van beginnend beroepsbeoefenaar moet brengen Gericht Reflecteren over deze stage-ervaringen bevordert het leerproces. Dit gebeurt binnen de individuele stagebegeleiding, zie 5.3. In Seminarie gebeurt het ook maar dan een aantal keer in groep omwille van de meerwaarde die alle groepsleden inbrengen. Vaardigheden uit Sociale activiteiten (derde graad OH) en eventueel uit Leefsleutels kunnen verder verworven worden. Stage-ervaringen worden op een methodische wijze uitgewisseld, actief beluisterd, aansluitende ervaringen worden gebracht en verschillende gezichtspunten worden aldus aangereikt. Als leraar neem je een begeleidende rol in waarbij je de groep vooral met elkaar laat communiceren, zoeken en groeien … Op bepaalde momenten kan je linken leggen tussen theorie en praktijk, iets uitdiepen door bijvoorbeeld een getuigenis in te lassen, een rollenspel te doen … Bedoeling is het leerproces van de groep en de individuen te dienen. Op het einde van elke bijeenkomst is het aangewezen ieder voor zich te laten formuleren wat hij of zij geleerd heeft uit de bespreking. Tenslotte deint er op gewezen te worden dat zowel leerlingen als leraar zich moeten houden aan het gedeeld beroepsgeheim en op een loyale en ethische wijze met alle verkregen informatie moeten omgaan. Ook stagevoorbereiding, verkenning van het werkveld en exploratie van toekomstmogelijkheden behoren tot de doelstellingen.
Stages en Seminarie D/2000/0279/023
95
Organisatie-assistentie 3de graad BSO - 3de leerjaar
6.2
Projectwerking
Verder biedt Seminarie de kans om vakoverschrijdend en dus geïntegreerd projecten uit te werken waarbij handelingsgerichte vaardigheden, cognitieve ondersteunende vaardigheden en ondersteunende beroepshoudingen uit de verschillende diensten en uit participatie aan de arbeidswereld aan bod kunnen komen. Dit gebeurt best in samenwerking met de leraren van de verschillende diensten, participatie, project algemene vakken en kan onder vele vormen plaatsvinden, bijvoorbeeld een horecaproject, een project in een verzorgingsinstelling, een woonwarenhuis … Bedoeling hierbij is dat leerlingen leren in groep samenwerken: afspraken maken, analyseren, gegevens opzoeken en verwerken, plannen, uitvoeren en evalueren. De leraar begeleidt nauwgezet dit samenwerkingsproces en geeft feedback. De beroepshoudingen en methodisch werken op een kwaliteitsvolle manier komen ook hier aan bod. Het product of het resultaat van het project toont de vakbewaamheid van de leerlingen en steunt op wat ze in de verschillende diensten verworven hebben aan vaardigheden en kennis. Het proces en het product zijn evenwaardig en dienen ook aldus geëvalueerd te worden.
6.3
Evaluatie
Een vorm van permanente evaluatie is zinvol waarbij ook de leerling zelf zich evalueert en er regelmatig feedback en bijsturing door de begeleidende leraar gebeurt. Toepasbare delen van de evaluatielijsten voor stage kunnen hier gebruikt worden. 7
MINIMALE MATERIELE VEREISTEN
! leslokaal met weinig schoolse opstelling ! video ! voldoende ruimte voor groepswerk
8
GEINTEGREERDE PROEF
8.1
Specifieke doelstellingen
De geïntegreerde proef wil de bekwaamheid van de leerling nagaan met het oog op mogelijke tewerkstelling als hulp in de logistieke, voedings-, technische- en/of onderhoudsdienst. De geïntegreerde proef moet nagaan in welke mate de leerling in staat is om in te spelen op een diversiteit van opdrachten veelal vanuit een klantgerichte en dienstverlenende benadering. Binnen dit gedifferentieerd tewerkstellingsaanbod kan de leerling een zekere voorkeur laten gelden om zich daarbij specifiekere en zelfstandig uit te voeren taken eigen te maken.
Stages en Seminarie D/2000/0279/023
96
Organisatie-assistentie 3de graad BSO - 3de leerjaar
8.2
Betrokken vakken
De geïntegreerde proef steunt op de tweepoligheid van deze studierichting: productgericht en mensgericht binnen de dienstverlenende sector. Het geheel van de geïntegreerde proef steunt op volgende vormingscomponenten: de handelingsgerichte vaardigheden, de ondersteunende cognitieve vaardigheden en op de ondersteunende beroepshoudingen. In de proef worden deze verschillende vormingscomponenten, en dus niet noodzakelijk alle vakken, geïntegreerd. Het is evident dat de stage een groter aandeel zal hebben in het geheel van de geïntegreerde proef. Vormingscomponenten
Vakken
Handelingsgerichte vaardigheden Cognitieve vaardigheden Beroepshoudingen
Logistieke dienst Voedingsdienst Technische dienst Stages en seminarie
vanuit
Ondersteunende cognitieve vaardigheden vanuit
Participatie aan de arbeidswereld
Het opnemen van vakken uit het complementair gedeelte is mogelijk, soms wenselijk, voor zover ze deel uitmaken van het beoogde doel.
8.3
Inhoud en vorm
! De opdracht bestaat uit: een stagegedeelte een praktische opdracht: gekaderd als één groot geheel of opgebouwd uit verschillende deelopdrachten en activiteiten. Voor het gedeelte stage moet de leerling het stageschrift mondeling kunnen toelichten ! De inhoud van de praktische opdracht moet steunen op de drie bovenvermelde vormingscomponenten. In hoofdzaak worden die gesitueerd binnen de vakken uit het fundamenteel gedeelte: logistieke dienst - voedingsdienst - technische dienst. Daar waar de school kiest voor een didactisch totaalproject als geïntegreerd project ... is het evident dat de geïntegreerde proef ook binnen deze didactische werkvorm wordt gerealiseerd. Voor deze praktische opdracht moet de leerling het bijgehouden logboek van de activiteiten kunnen toelichten.
8.4
Organisatie
Er wordt voor gezorgd dat het gedeelte stage, dat in aanmerking komt voor de geïntegreerde proef, representatief is voor de polyvalentie van de studierichting en tevens de mogelijkheid biedt om de evolutie in het zelfstandig optreden onder verwijderd toezicht na te gaan. De praktische opdracht bestaat uit gedeeltelijk groepswerk en teamwerk maar voorziet ook in een aantal taken die individueel moeten uitgevoerd worden. Stages en Seminarie D/2000/0279/023
97
Organisatie-assistentie 3de graad BSO - 3de leerjaar
Voor deze praktische opdracht wordt de nodige tijd voorzien binnen de betrokken vakken uit het fundamenteel en/of complementair gedeelte. Bij de opstelling van de jaarplannen dient men hiermee rekening te houden. De jury wordt samengesteld uit leraars van de betrokken vakken en juryleden van buiten de school. De deskundigheid ten aanzien van de inhoud van de stageopdrachten en de praktische opdracht, en het beoordelingsvermogen ten aanzien van de tewerkstellingsmogelijkheden bepalen mede de selectie van de externe juryleden. Er wordt in overleg met alle juryleden bij het begin van het schooljaar een tijdsplanning opgesteld. Globaal komt die hierop neer: ! begin schooljaar: • het gedeelte stage dat in aanmerking komt voor de geïntegreerde proef, en gespreid is over het schooljaar, voor elke leerling afbakenen, • de leerlingen houden het stageschrift systematisch bij; ! eerste trimester: • de praktische opdracht, met inbegrip van de individuele opdrachten, formuleren; ! eerste en tweede trimester: • de praktische opdracht opsplitsen in deelopdrachten, deze analyseren, plannen en gedeeltelijk uitvoeren (voorbereidend werk), • de leerlingen houden het logboek systematisch bij; ! derde trimester: • eindvoorstelling van de realisatie, • mondelinge toelichting bij het stageschrift en het logboek.
8.5
Evaluatie
Voor het gedeelte stage worden de criteria per stageplaats en per leerling vastgelegd, bij het begin van die bepaalde stageperiode. Voor de praktische proef worden de criteria in de mate van het mogelijke vastgelegd, vóór het formuleren van de opdracht, op basis van de algemene doelstellingen van de studierichting en van de vakken uit het fundamenteel gedeelte. Het verloop van de stage en de geleidelijke uitwerking van de praktische opdracht wordt opgevolgd en geëvalueerd aan de hand van het stageschrift en van het systematisch bijgehouden logboek. Er worden tussentijdse evaluatiemomenten afgesproken tussen de juryleden en de leerlingen, waar het evaluatieoverleg moet beschouwd worden als een voortgangsrapportering in verband met de vorderingen of prestaties van de leerling . Het vormingsproces komt tot stand aan de hand van regelmatigheid, met voldoende vormingskansen en stimuleert via zelfevaluatie de weg tot zelfkennis. Al deze tussentijdse evaluatiemomenten en bijsturingen worden geregistreerd op evaluatieformulieren. De eindevaluatie gebeurt na de eindvoorstelling van de realisatie en het mondeling toelichten van het stageschrift en het logboek.
Stages en Seminarie D/2000/0279/023
98
Organisatie-assistentie 3de graad BSO - 3de leerjaar