VLAAMS VERBOND VAN HET KATHOLIEK SECUNDAIR ONDERWIJS LEERPLAN SECUNDAIR ONDERWIJS
TEXTIELPRODUCTIE Derde graad TSO
Brussel - Licap: D/1992/0279/071B - september 1992
INHOUD
1
BEGINSITUATIE . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
4
2
STUDIEPROFIEL
........................................
4
3
ALGEMENE METHODOLOGISCHE WENKEN . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
5
4
RELATIE TUSSEN DE DOELSTELLINGEN, DE EVALUATIE EN DE GEINTEGREERDE PROEF . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
6
5
TAXONOMIE . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
7
6
LEERINHOUDEN, LEERPLANDOELSTELLINGEN, METHODOLOGISCHE WENKEN . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
7
PV Praktijk/Stages Textiel . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
8
TV Elektriciteit/Textiel . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
15
TV Elektronica/Textiel . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
25
TV Textiel Theoretisch-technische vakken - Beroepseconomie
...........
29
TV Textiel Theoretisch-technische vakken - Bindtechnieken . . . . . . . . . . . . .
38
TV Textiel Theoretisch-technische vakken - Grondstoffen . . . . . . . . . . . . . .
46
TV Textiel Theoretisch-technische vakken - Laboratorium . . . . . . . . . . . . . .
52
TV Textiel Theoretisch-technische vakken - Technisch tekenen . . . . . . . . . . .
60
TV Textiel Theoretisch-technische vakken - Technologie . . . . . . . . . . . . . . .
64
TV Textiel Theoretisch-technische vakken - Textieltekenen
.............
73
.......................
78
COMPLEMENTAIR GEDEELTE TV Elektromechanica/Mechanica/Textiel - Laboratorium pneumatica . . . . . .
82
BIBLIOGRAFIE
87
TV Textiel/Toegepaste chemie Textielchemie
7
.........................................
Lessentabel Zie website: www.vvkso.be
4 1
BEGINSITUATIE
De leerlingen die in de 2de graad TSO de studierichting 'Textielproductie en -veredeling' doorlopen hebben, kunnen het 1ste leerjaar van de 3de graad Textielproductie aanvatten. Voor de leerlingen uit de TSO-studierichting 'Textiel' is de overgang mogelijk, maar toch zullen extra inspanningen voor PV Praktijk/Textiel moeten geleverd worden. Het hiernavolgend leerplan steunt en bouwt verder op het leerplan van de 2de graad TSO Textielproductie en -veredeling. 2
STUDIEPROFIEL
De studierichting 'Textielproductie' behoort tot de praktisch-technische TSO-studierichtingen. Dit betekent dat zij zowel de beroepskwalificatie als de voorbereiding op post-secundair onderwijs en op specialisatiejaren beoogt. Verder studeren in het hoger onderwijs van het korte type wordt niet uitgesloten. Textielonderwijs beoogt naast vorming en opleiding ook opvoeding: het begeleiden bij de ontwikkeling tot een evenwichtige persoonlijkheid, gericht op de soepele integratie in de maatschappij en in het latere beroepsleven. Er dient verwezen te worden naar de adviezen van de Hoge Raad TSO/BSO die verwerkt werden onder de vorm van 2 documenten. - Document 082: de profielen en de opleiding in het volledig leerplan van de jongeren in de sector Textiel (26 mei 1989). - Document C910025H7: dit document omvat het verslag en de eindresultaten van de werkgroepen Textielonderwijs in verband met de studie van de beroepsprofielen (27 april 1989). 2.1
Algemene doelstellingen
Er is een duidelijk onderscheid te maken tussen de productiemachines en de verf- en veredelingsmachines; in deze studierichting staat de eerstgenoemde groep centraal. De afgestudeerden zullen in staat zijn om van de verschillende productieprocessen: - de juiste terminologie te hanteren betreffende: . de textielgrondstoffen en hun kenmerken, . de productspecificaties (bijvoorbeeld garennummeringen, weefselbenamingen ...), . de machinespecificaties, . de verschillende verwerkingsstadia, . de diverse representatieve productiemachines en hun hoofdonderdelen, . de uit te voeren taken, interventies op de verschillende machines, apparaten, werkposten, - de werking van de verschillende machinecomponenten te ontleden en te verklaren (onder andere interpreteren, gebruiken en eventueel opstellen van tabellen en schema's over de bewegingen, standen van de machines), - technische handboeken, catalogi, wisselstukkenlijsten te raadplegen en begrijpend te lezen in een 2de taal, - via praktijkoefeningen (zelfstandige oefeningen, demonstraties, simulaties ...) een minimum aan praktische kennis en een vaardigheidsniveau te verwerven betreffende de regeltechnische en bedieningsaspecten van de verschillende soorten productiemachines, - de veiligheidsnormen te kennen en toe te passen, - de toekomstige verantwoordelijkheden in te schatten die hij/zij zal toebedeeld krijgen, - het belang in te zien van bedrijfsorganisatie en -structuur.
5 Zij zullen in staat zijn om - met een minimale, aanvullende opleiding - in het bedrijf waar hij/zij wordt tewerkgesteld: - de machines in werking te stellen, - de machines te bedienen, - de machines in te stellen, - de machines te regelen, - de machines te onderhouden, - de machines te controleren (goede werking, kwaliteit), - problemen/storingen/afwijkingen op te sporen, de oorzaken vast te stellen en de noodzakelijke herstellingen/vervangingen uit te voeren. Het motivatie- en attitudenpatroon dient, naast de kennis- en vaardigheidsaspecten, ook benadrukt te worden. Volgende werkhoudingen en persoonlijkheidskenmerken dienen gestimuleerd te worden doorheen de totale secundaire opleiding: - zin voor samenwerking en ervaringsuitwisseling, - communicatiebereidheid (schriftelijk en mondeling rapporteren in de eigen taal), - efficiënt en doelgericht gebruiken van de informatiebronnen in de afdelingen, - kostprijsbesef, - economisch/productief denken en handelen, - zin voor oplettendheid, concentratie, preventief optreden, - nauwkeurigheid, orde, netheid en grondigheid, - analytisch/systematisch problemen aanpakken, - bijscholingsbereidheid, - flexibiliteit en mobiliteit, - interesse voor de verschillende Europese en niet-Europese machineconstructeurs die - door middel van technische voordrachten - hun producten voorstellen. Veiligheid en hygiëne dienen als een "rode draad" doorheen de hele opleiding te lopen; naast technischinstructieve aspecten moeten ook motiverende en attitudevormende elementen aan bod komen. Kwaliteitsbewustzijn en verantwoordelijkheidszin nastreven in elk aspect van de opleiding. 2.2
Toekomstmogelijkheden
Na succesvolle beëindiging van deze studierichting en voorzien van de noodzakelijke motivatie, maken de leerlingen kans op slagen in het hoger onderwijs van het korte type, meer bepaald in het graduaat Textielfabricage, Textielveredeling of Confectie. Andere studiemogelijkheden - na beëindiging van de studierichting - zijn: - 3de leerjaar van de 3de graad TSO, - vormen van sociale promotie en andere vormen van postsecundair onderwijs. De leerling kan afzien van verder studeren en in de arbeidsmarkt zijn plaats zoeken als regelaar van machines, in de diensten van de productie, het textiellaboratorium, de ontwerpafdeling of als machineoperator. Een goed begeleide interne bedrijfsopleiding zal een extra motivatie betekenen om de "praktijkervaring-op-school" verder uit te breiden en op te bouwen. 3
ALGEMENE METHODOLOGISCHE WENKEN
Met het niveau van de genoten vooropleiding voor ogen, zal veel aandacht naar de gepaste didactiek uitgaan.
6 - Vertrekkend van concrete situaties - waarbij gebruik wordt gemaakt van modellen, catalogi, folders ... - zal men evolueren naar het meer abstraherend benaderen van de leerstof hoewel de concrete aanpak in deze praktische richting nooit ver weg mag zijn. - De leerling probeert zelfstandig de werking/het principe van een machine of een apparaat te achterhalen en weer te geven; andere werkingsprincipes kunnen aan de hand van fotoplaten, prenten, video, dia's verduidelijkt worden. - De volgorde van de leerinhouden van de betreffende vakleerplannen zijn niet bindend; niettemin is het aangewezen dat de verschillende leraars, die hetzelfde vak in de opeenvolgende leerjaren van de 3de graad onderrichten, concrete afspraken maken. - Indien een leerplan de leerinhoud(en) van twee leerjaren van de 3de graad omvat, dan is het de bedoeling dat de leerplandoelstellingen gerealiseerd worden op het einde van het 2de leerjaar. - Opdat de leerling 'de delen in het geheel zou zien' is het wenselijk dat - bij het begin van de les - de leseenheid gesitueerd wordt in de totale leereenheid. 4
RELATIE TUSSEN DE DOELSTELLINGEN, DE EVALUATIE EN DE GEINTEGREERDE PROEF
4.1 In zijn taak als didacticus heeft de leraar een plannings- en voorbereidingstaak: hij zet het leerplan om in een jaarplanning en de verschillende leerinhouden en doelstellingen zet hij om in een aangepast didactisch proces. De leraar heeft uiteraard ook een beoordelingstaak: hij moet de kennis, de vaardigheden en de attitudes van de leerlingen objectief evalueren in functie van de doelstellingen. De leraar-vakspecialist kan via bijscholingen en stages de eigen kennis en vaardigheden vermeerderen. Dit komt ten goede aan: - een objectieve evaluatie, - een realiteitsgerichte geïntegreerde proef, - een duidelijk inzicht in het onderscheid tussen basis- en uitbreidingsdoelstellingen. 4.2 Een verantwoorde evaluatie vertrekt dus van duidelijk geformuleerde en operationele lesdoelstellingen. In dit leerplan worden geen les-, maar leerplandoelstellingen geformuleerd, die een lessenreeks overspannen. Alle leerplandoelstellingen van de vakken van het studierichtingsgedeelte worden omvat door de algemene doelstellingen van de studierichting. De einddoelstellingen sluiten op hun beurt aan bij het studie- of beroepsopleidingsprofiel dat wij in de 3de graad duidelijk nastreven en dat een probleemloze overstap naar een functie- of beroepsprofiel moet kunnen garanderen. Dit functie- of beroepsprofiel werd door de beroepsfederaties geformuleerd binnen de voormalige Hoge Raad voor het Technisch en Beroepsonderwijs of binnen de huidige sectoriële commissies van de Vlaamse Onderwijsraad. Een leraar die zijn evaluatie ernstig wil opvatten moet zich bewust zijn van de verschillende doelstellingen die hij minimaal moet bereiken om tenslotte aan het studieprofiel te beantwoorden. 4.3 In het totale toetsingsmechanisme moet de leraar aandacht hebben voor de permanente evaluatie of het dagelijks werk (zeker voor de praktische vakken), voor de formatieve toetsen (waarin de foutenanalyse en de remediëring een belangrijke rol spelen) en voor de summatieve toetsen of voor de examens. Binnen het evaluatiesysteem neemt de geïntegreerde proef een speciale plaats in. De relatie tussen de geïntegreerde proef, de einddoelstellingen en het nagestreefde studie- of beroepsopleidingsprofiel moet de leraar duidelijk voor ogen staan. De geïntegreerde proef die in de loop van het 2de leerjaar van deze 3de graad moet georganiseerd worden, wil het geheel van kennis, vaardigheden en attitudes gericht op de beroepsactiviteit evalueren en omvat de vakken van het fundamenteel optioneel gedeelte. De geïntegreerde proef heeft een vakoverschrijdend, een beroeps- en realiteitsgericht karakter.
7 De proef kan de vorm aannemen van een project dat vanaf het begin van het schooljaar opgebouwd wordt en waarvan het zwaartepunt op het einde van het schooljaar ligt. Ook een eindwerk of een praktische realisatie kan op dezelfde wijze langzamerhand tot stand komen. Het concept, het ontwerp, de realisatie van de proef moet van bij het begin van het 2de leerjaar van de 3de graad aandacht krijgen. De aanstelling van de beoordelingsjury, die voor een groot deel uit deskundige buitenstaanders moet bestaan, dient ook in het begin van het schooljaar te gebeuren. Samenvattend kunnen wij besluiten dat bij de interpretatie van dit leerplan voor de 3de graad niet voorbijgegaan kan worden aan het studieprofiel, de einddoelstellingen en de evaluatie ervan in de geïntegreerde proef. 5
TAXONOMIE
De Technische Vakken (TV) in dit leerplan zijn opgesteld in de vorm van leerinhouden en verwerking die samen de doelstellingen vormen. Het minimum niveau van de verwerking wordt ook aangegeven. Hiervoor wordt de taxonomie van BLOOM toegepast met de volgende afkortingen: K A
= Kennen = Analyseren
B = Begrijpen S = Synthetiseren
T = Toepassen E = Evalueren
Voor de Praktische Vakken (PV) maakt men gebruik van de taxonomie voor de psychomotorische doelstellingen volgens BRION, met de volgende afkortingen: W I
6
= Waarnemen = Inoefenen
N = Nabootsen B = Beheersen
LEERINHOUDEN, LEERPLANDOELSTELLINGEN EN METHODOLOGISCHE WENKEN
8
PV Praktijk/Stages Textiel
1
1ste leerjaar: 8 u./w. 2de leerjaar: 8 u./w. (+ 2 u.)
BEGINSITUATIE
Drie productieprocessen (spinnen, weven en breien) werden door de school in de 2de graad aangeboden volgens eigen accenten en eigen infrastructuur. In de 3de graad biedt men keuzepakketten aan: spinnen, plat- en armureweven, jacquardweven, fluweelweven, tapijtweven, breien en tuften, waaruit de school een keuze moet maken. 2
ALGEMENE DOELSTELLINGEN
In staat zijn elke handeling/werkzaamheid te situeren in een textielproductieproces. In functie van het keuzepakket: de machine bedienen, onderdelen vervangen, basisregelingen uitvoeren, basisinstellingen doen, machine-onderhoud volgens planning uitvoeren. Arbeidsfierheid, zin voor samenwerking, teamwork en verantwoordelijkheid nastreven. Kwaliteit, afwerking en veiligheid in de toegewezen activiteiten nastreven. 3
ALGEMENE METHODOLOGISCHE WENKEN
De coördinatie tussen de vakken Praktijk en Technologie dient geoptimaliseerd te worden; het is wenselijk dat dezelfde leraar de beide vakken onderricht. Zoniet dient er overleg te zijn tussen de betrokken leraren om overlappingen en/of gaten te vermijden. De school dient uit de keuzepakketten datgene te nemen dat inspeelt op de industriële textielactiviteiten van de regio waar de school gelegen is. Indien een door de school gewenst pakket niet kan aangeboden worden door het ontbreken van passende infrastructuur, dan dient een betreffende stage voorbereid en aangeboden te worden. Stages kunnen ook ingeschakeld worden voor onderdelen van pakketten waarvoor geen machines voorhanden zijn op de school. Het hiernavolgend leerplan is een leerplan voor de volledige 3de graad. Het is aanbevolen dat de leraren, in onderling overleg, de leerstof opsplitsen in een pakket voor het 1ste en 2de leerjaar. 4
LEERINHOUDEN, VERWERKING (LEERPLANDOELSTELLINGEN) EN METHODOLOGISCHE WENKEN
PV Praktijk/Stages Textiel Nr.
LEERINHOUDEN
1
KEUZEPAKKET "SPINNEN"
1.1
Voorbereiding Van reinigen tot spinnen van wiek
1.2
1.4
COGNITIEF
MOTORISCH
W
N
I
Werking toelichten. Veiligheidsinrichtingen kennen.
De voorbereidingsmachines bedienen. Veiligheidsvoorschriften naleven. Basisinstellingen uitvoeren.
B B B
Werking toelichten. Veiligheidsinrichtingen kennen. Handboeken en technische fiches raadplegen.
De spinmachine bedienen. Metingen uitvoeren. Technische hulpmiddelen aanwenden. Veiligheidsvoorschriften naleven. Basisregelingen uitvoeren. Instellingen uitvoeren in functie van de grondstof, nummer, twist. Machine-onderdelen monteren.
B B B B B B
B
Spinnen van stapelvezel
B
Spinnen van filamentgaren Droogspinnen Natspinnen Smeltspinnen en extrusie
Soorten onderscheiden. Werking toelichten. Veiligheidsinrichtingen kennen. Handboeken en technische fiches raadplegen.
De productiemachines bedienen. Metingen uitvoeren. Technische hulpmiddelen aanwenden. Veiligheidsvoorschriften naleven.
U U U U
Bedrijfsbezoeken
Terminologie begrijpen van het keuzepakket.
Technisch verslag opstellen.
U
9
1.3
1ste leerjaar: 8 u./w. - 2de leerjaar: 8 u./w. ( + 2 u.)
Nr.
LEERINHOUDEN
2
KEUZEPAKKET "PLAT- EN ARMUREWEVEN"
2.1
Voorbereiding Scheren Aanknopen Doorhalen in schrank, hevels en riet
2.2
W
N
I
Scheerberekeningen maken. Aanknoopprocedure kennen. Veiligheidsinrichtingen kennen.
Basisinstellingen uitvoeren. Scheermolen bedienen. Veiligheidsvoorschriften naleven. Aanknoopmachine bedienen.
U U U B
Soorten onderscheiden. Werking toelichten. Handboeken en technische fiches raadplegen.
Informatiedragers aanmaken, gebruiken en vervangen. Nokkenbundels monteren. Basisregelingen uitvoeren. Onderdelen monteren.
B
Soorten onderscheiden. Werking toelichten. Veiligheidsinrichtingen kennen. Handboeken en technische fiches raadplegen.
Weefmachines bedienen. Inslag/ketting herstellen. Inslag/kettingcontrole en kleurselectie instellen. Veiligheidsvoorschriften naleven. Basisregelingen (grijper, lucht en projectiel) uitvoeren. Synchronisatie regelen. Machine-instellingen doen. Machine-onderdelen monteren.
B B B
Uitvoeren (de klas of de leerling die het weefsel weeft, dient het ook te controleren).
U
B
Weefselnazicht
Fouten herkennen, benoemen en oorzakelijke verbanden leggen. Kwaliteitstechnieken toepassen.
B B B B B
10
B B B
Weefmachines Grijperweefmachines Lucht-/waterstraalweefmachines Projectielweefmachines
2.4
MOTORISCH
Gaapvormingsmechanismen Nokschijven Schachtmachines
2.3
COGNITIEF
2.5
Bedrijfsbezoeken
3
KEUZEPAKKET VEN
3.1
Voorbereiding Scheerberekeningen maken. Aanknoopprocedure kennen. Veiligheidsinrichtingen kennen.
Basisinstellingen uitvoeren. Scheermolen bedienen. Veiligheidsvoorschriften naleven. Aanknoopmachine bedienen.
U U U B
Soorten onderscheiden. Werking toelichten. Handboeken en technische fiches raadplegen.
Informatiedragers aanmaken, gebruiken en vervangen. Onderdelen monteren. Basisregelingen uitvoeren.
B
Soorten onderscheiden. Werking toelichten. Veiligheidsinrichtingen kennen. Handboeken en technische fiches raadplegen.
Weefmachines bedienen. Inslag/ketting herstellen. Inslag/kettingcontrole en kleurselectie instellen. Veiligheidsvoorschriften naleven. Machine-onderdelen monteren. Basisregelingen (grijper, lucht en projectiel) uitvoeren. Synchronisatie regelen.
B B B
Uitvoeren (de klas of de leerling die het weefsel weeft, dient het ook te controleren).
U
Weefselnazicht
Fouten herkennen, benoemen en oorzakelijke verbanden leggen. Kwaliteitstechnieken toepassen.
B B B B
11
B B
Weefmachines Grijperweefmachines Lucht-/waterstraalweefmachines Projectielweefmachines
3.4
U
Gaapvormingsmechanismen Jacquardmachines
3.3
Technisch verslag opstellen.
"JACQUARDWE-
Scheren Aanknopen Doorhalen in schrank, hevels en riet 3.2
Terminologie van het keuzepakket begrijpen.
Nr.
LEERINHOUDEN
3.5
Bedrijfsbezoeken
4
KEUZEPAKKET VEN"
4.1
Enkelstuk- en dubbelstukgeweven fluweel
W
N
I
Terminologie van het keuzepakket begrijpen.
Technisch verslag opstellen.
U
Werking van machines en gaapvormingsmechanismen toelichten. Veiligheidsinrichtingen kennen. Handboeken en technische fiches raadplegen. Bindingsstructuren toelichten.
Machine-onderdelen monteren. Machine-instellingen doen. Basisregelingen uitvoeren. Synchronisatie regelen. Weefmachines bedienen. Inslag/ketting herstellen. Inslag/kettingcontrole en kleurselectie instellen. Rendement, toerental en inbrengsnelheid berekenen. Veiligheidsaspecten naleven.
B B B B B B B
B
Terminologie van het keuzepakket begrijpen.
Technisch verslag maken.
U B U
12
Bedrijfsbezoeken
MOTORISCH
"FLUWEELWE-
Weefmachines kunnen voorzien zijn van een schachtmachine of van jacquardmechaniek(en)
4.2
COGNITIEF
5
KEUZEPAKKET "TAPIJTWEVEN"
5.1
Weefmachines voor enkelstuk, dubbelstuk of axminstertapijten
Werking van weefmachine en gaapvormingsmechanismen toelichten. Handboeken en technische fiches hanteren. Soorten machines onderscheiden. Tapijtstructuren toelichten. Veiligheidsinrichtingen kennen.
Basisregelingen uitvoeren. Machine-onderdelen monteren. Weefmachines bedienen. Inslag- en kettingdraden herstellen. Inslag/kettingcontrole en kleurselectie instellen. Rendement, toerental en inbrengsnelheid berekenen. Veiligheidsvoorschriften naleven. Machine-instellingen doen. Synchronisatie regelen.
B B B B B U B B B
Technisch verslag maken.
U
Voorbereidingsmachines
Werking toelichten Handboeken en technische fiches raadplegen Bindingen toelichten Veiligheidsinrichtingen kennen
Voorbereidingsmachines bedienen Veiligheidsvoorschriften naleven Onderdelen monteren Basisinstellingen uitvoeren
B B B B
6.2
Vlakbrei-, rondbrei- of kettingbreimachines
Werking toelichten Handboeken en technische fiches raadplegen Bindingen toelichten Veiligheidsinrichtingen kennen
Breimachines bedienen Foutdetectie en correctie uitvoeren Veiligheidsvoorschriften naleven Onderdelen monteren Basisregelingen uitvoeren
B B B B B
6.3
Bedrijfsbezoeken
Terminologie van het keuzepakket begrijpen
Technisch verslag opstellen
U
Bedrijfsbezoeken
6
KEUZEPAKKET "BREIEN"
6.1
13
Terminologie van het keuzepakket begrijpen.
5.2
Nr.
LEERINHOUDEN
COGNITIEF
MOTORISCH
W
N
I
7
KEUZEPAKKET "TUFTEN"
7.1
Voorbereiding
Plaats van bobijn in rek kennen. Grondstoffen kennen. Soorten draagdoek van elkaar onderscheiden.
Bobijnen plaatsen en aanknopen. Draden doorblazen en doorhalen in tuftmachine.
7.2
Tuftmachine
Principe toelichten. Mogelijkheden aangeven. Veiligheidsinrichtingen kennen. Handboeken en technische fiches raadplegen. Onderdelen opnoemen. Versieringsmogelijkheden aangeven.
Tuftmachines bedienen. Naald, haak en mes vervangen. Veiligheidsvoorschriften naleven. Opsporen van fouten (messtreep, lussen in cut-pole, ontbrekende draden) en herstellen. Machine-onderdelen monteren. Basisinstellingen uitvoeren.
B B B B
Terminologie van het keuzepakket begrijpen.
Technisch verslag opstellen.
U
Bedrijfsbezoek
8
VEILIGHEID EN HYGIENE Kledij Werkplaats Werkpost
B B
B B
14
7.3
B
Dit item wordt bij elk keuzepakket bijgevoegd. Algemene voorschriften kennen. Werkplaatsreglement kennen. Veiligheidsvoorschriften kennen. Veiligheidsinrichtingen aanduiden.
Naleven. Naleven. Naleven. Machines, hulpapparatuur en gereedschappen reinigen.
B B B B
15
TV Elektriciteit/Textiel 1ste en 2de leerjaar: 1 u./w. 1
BEGINSITUATIE
In de 2de graad 'Textiel' of 'Textielproductie en -veredeling' komt het vak Elektriciteit niet voor in het leerplan. Vandaar dat de leerstof vanaf het nulniveau uitgeschreven werd. 2
ALGEMENE DOELSTELLINGEN
Enkele belangrijke theoretische technische basisbegrippen van de elektriciteit verwerven om met voldoende kennis te handelen in reële situaties, die zowel in de werk- als in de eigen leefomgeving voorkomen. De nodige veiligheidsmaatregelen kennen en ernaar handelen. Eenvoudige schakelingen praktisch uitvoeren en elementaire fouten waarnemen en herstellen. 3
ALGEMENE METHODOLOGISCHE WENKEN
De verschijnselen en wetmatigheden moeten door goed gekozen demonstratieproeven worden aangebracht en waar mogelijk door de leerlingen zelf proefondervindelijk vastgesteld. Daarom is het noodzakelijk over een goed uitgerust lokaal 'Elektriciteit' te kunnen beschikken, waar geleide en goed controleerbare activiteiten mogelijk zijn. In dit vak wisselen theorie, demonstraties en lab-oefeningen elkaar af. Met de nadruk op de praktische toepassing ligt het voor de hand dat de leerstof in functie van de elektriciteit - toegepast op textielproductiemachines - gegeven wordt. Veel aandacht besteden aan de mogelijke gevaren bij het omgaan met elektrische apparatuur en installaties. Het hiernavolgend leerplan is een leerplan voor de volledige 3de graad. Het is aanbevolen dat de leraren, in onderling overleg, de leerstof opsplitsen in een pakket voor het 1ste en 2de leerjaar. De volgorde van de leerinhouden is niet dwingend. 4
LEERINHOUDEN, VERWERKING (LEERPLANDOELSTELLINGEN) EN METHODOLOGISCHE WENKEN
TV Elektriciteit/Textiel Nr. 1
1ste en 2de leerjaar: 1 u./w.
LEERINHOUDEN
ELEKTRISCHE KRING
B
T
A
S
E
METHODOLOGISCHE WENKEN
B B B
Het onderscheid verklaren.
B
Voorstellen met de juiste symbolen. Functie toelichten.
B
Begrippen omschrijven.
Vertrekken vanuit praktische voorbeelden uit de textielafdeling. Leerlingen eenvoudige kring laten opbouwen.
B B
Begrippen definiëren.
B
Telkens Begrip omschrijven en definiëren. Symbool en eenheid weergeven. Grootheden meten in elektrische stroomkring. Veelvouden en onderdelen van eenheden naar elkaar transformeren.
B B
B B
In proefopstelling de verschillende grootheden meten.
16
ELEKTRISCHE GROOTHEDEN EN EENHEDEN; VEELVOUDEN EN ONDERDELEN Stroomsterkte Spanning Weerstand
Begrippen toelichten. Het wezen omschrijven. Oorzaak verklaren.
STROOM-
Elementen van de elektrische stroomkring (bron, veiligheden, schakelaar, verbruiker, leidingen) Gesloten stroomkring en energietransport Polen, stroomzin 3
K
ELEKTRISCHE STROOM Molecule, atoom, elektron Elektrische stroom Positieve en negatieve toestand van een lichaam Geleider, niet-geleider
2
VERWERKING
4
WET VAN OHM Verband spanning en stroom Oefeningen
5
6
ARBEID EN VERMOGEN
Proefondervindelijk vaststellen toelichten. Grafisch weergeven. Oplossen.
en
Begrippen toelichten en definiëren. Symbolen en eenheden weergeven. Formules voor berekenen weergeven. Vermogen met V- en A-meter bij ohmse belasting meten. Kostprijsberekeningen uitvoeren.
B B
B B
Leerlingen zelf proef laten uitvoeren, met ohmse weerstand als verbruiker.
B
B B
Leerlingen zelf metingen laten uitvoeren op textielmachines. Verwijzen naar dezelfde begrippen in de Mechanica.
B
SCHAKELEN VAN WEERSTANDEN
Parallelschakeling van weerstanden
Gemengde schakeling van weerstanden
De eigenschappen toelichten. Vervangingsweerstand en deelspanningen berekenen. Toepassingen met praktische voorbeelden illustreren.
B
De eigenschappen toelichten. Vervangingsweerstand en deelstromen berekenen. Toepassingen met praktische voorbeelden illustreren.
B
Vervangingsweerstand berekenen.
B
Leerlingen zelf proef laten uitvoeren.
B
B
B U
Leerlingen zelf proef laten uitvoeren.
17
Serieschakeling van weerstanden
Nr. 7
8
VERWERKING
ENERGIEOMVORMINGEN, JOULE-EFFECT EN RENDEMENT
Omvormingen toelichten met voorbeelden. Joule-effect omschrijven. Werking gloeilamp toelichten. Rendement definiëren. Werking bimetaal omschrijven.
SMELTVEILIGHEDEN
Functie en werking verklaren. Soorten gebruikt in huisinstallatie herkennen (pen- en schroef. Inom, kleurencode, onverwisselbaarheid ...). Symbolisch voorstellen.
VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN
10
KORTSLUITING
11
LICHTSCHAKELINGEN Eenpolige Tweepolige Dubbele aansteking Dubbele richting Kruisschakeling
De gevaren van de elektriciteit toelichten (elektrocutie, brand). Reglementering in verband met elektrische toestellen en installaties toelichten (AREI, CEBEC ...). Beschermingsmaatregelen opsommen.
K
B
T
A
S
E
METHODOLOGISCHE WENKEN
B B B B B B
B
Didactisch paneel met verschillende veiligheden.
B
Bericht van elektrocutie uit de krant. Bericht van brand door kortsluiting uit de krant.
B
B B
Omschrijven. Mogelijke gevolgen opsommen en toelichten.
B B
Stroombaanschema's lezen en toelichten.
B
U
Leerlingen schakelingen laten uitvoeren in losse bedrading.
18
9
LEERINHOUDEN
12
13
15
Schakelaar, contactdozen Stopcontacten Inbouw, opbouw Waterdicht materiaal Draden, kabels, snoeren Buizen
Voornaamste herkennen.
BEVEILIGING INSTALLATIE
Telkens
Aarding Differentieel schakelaar Veiligheden, automaten
Functie toelichten.
B
PRIMAIRE EN SECUNDAIRE BRONNEN (cellen, accu's)
Diverse soorten onderscheiden. Eigenschappen toelichten. Polariteit herkennen. Toepassingen opsommen. De begrippen EMK en klemspaning toelichten.
B U
MAGNETISME
installatiematerialen
Verschijnsel toelichten. Soorten magneten onderscheiden. De begrippen polen, magnetische as, neutrale lijn en magnetisch veld toelichten. De onderlinge krachtwerking van magneten beschrijven.
B
B U
B
Materialen tonen (bijvoorbeeld op didactische borden).
19
14
INSTALLATIEMATERIAAL (HUISINSTALLATIE)
U B U B
De eigenschappen en verschijnselen die optreden bij het magnetisme zoveel mogelijk door demonstratieproeven ondersteunen.
Nr. 16
LEERINHOUDEN
VERWERKING
K
B
T
A
S
E
METHODOLOGISCHE WENKEN
MAGNETISCH VELD VEROORZAAKT DOOR STROOM Schematisch voorstellen en toelichten.
B
Proefondervindelijk vaststellen.
17
TOEPASSINGEN MAGNETISME
In eenvoudige bewoordingen beschrijven aan de hand van een tekening.
B
Voorbeelden: spanplaten, elektrische bel, elektromagnetisch relais.
18
BEWEGENDE GELEIDER OF SPOEL IN MAGNETISCH VELD Geïnduceerde EMK
Verschijnsel waarnemen en beschrijven.
B
Door gepaste demonstratieproeven de abstracte leerinhouden concretiseren.
Generator
Principiële opbouw schetsen. Werkingsprincipe toelichten. Geïnduceerde spanningen (en stroom) grafisch voorstellen.
19
B B
B
W I S S E L S P A N N I N G , WISSELSTROOM Amplitude, periode, frequentie
Begrippen definiëren. Symbolen en eenheden weergeven. Verband aantonen.
B
B B
Op scoop laten zien.
20
Rond rechte geleider Rond winding In solenoïde In spoel met ijzeren kern
Vectoriële voorstelling
In verband brengen met sinusoïdaal verloop.
Fase, fase-verschil, voorijlen, naijlen
Begrippen toelichten. Op sinusoïdale en vectoriële voorstelling aanduiden.
Ogenblikkelijke waarde
Wiskundige uitdrukking weergeven. Begrippen omschrijven. Verband met amplitude weergeven. Verband berekenen.
U B B
Verschijnsel en oorzaak toelichten. Verschijnsel en oorzaak toelichten. Aan de hand van tekening opbouw weergeven. Principewerking toelichten. Begrippen windingsverhouding en transformator-verhouding omschrijven. Gebruik toelichten.
B B B
Gemiddelde en effectieve waarde 20
Zelfinductie Wederzijdse inductie Transformator
U
Meten met draaispoel- en weekijzerinstrument. Verband leggen met vectorenleer en harmonische beweging in Mechanica.
U
U
IN 21
STROOMVERANDERING SPOEL
U
B B B
Vooral door het uitvoeren van demonstratieproeven verschijnselen laten waarnemen.
Nr. 21
LEERINHOUDEN
B
T
A
S
E
METHODOLOGISCHE WENKEN
Aan de hand van figuur de kracht toelichten. Principiële opbouw schetsen. Werkingsprincipe toelichten. Werking bij gelijk- en wisselstroom verklaren. Toepassingsgebied omschrijven.
B B B
Vooral door het uitvoeren van demonstratieproeven verschijnselen laten waarnemen. U
U
ELEKTROSTATICA Door wrijving, aanraking en inductie omschrijven. Begrip omschrijven. Positieve en negatieve lading onderscheiden. Begrip ladingsdichtheid toelichten. Verschijnsel verklaren. Middelen om elektrostatische ladingen te voorkomen toelichten.
B B U
Demonstratieproef. Verwijzen naar optredende elektrostatische ladingen tijdens productieprocessen.
U U B
Demagnetiseertoestellen ren.
Omschrijven. Toelichten.
B B
Laden en ontladen condensator laten waarnemen.
Begrip toelichten. Symbool en eenheid weergeven. Bij serie- en parallelschakeling van twee condensatoren de vervangingswaarde berekenen.
B B U
demonstre-
CONDENSATOR Opbouw condensator Gedrag condensator bij gelijkspanning Capaciteit Schakelen condensatoren
22
Elektrisch laden Elektrische lading Punteffect Voorkomen
23
K
S TROOMVOERENDE GELEIDER IN MAGNETISCH VELD Lorentzkracht Motor Universele motor
22
VERWERKING
24
ENKELVOUDIGE STROOMKETEN
WISSEL-
Zuiver ohmse kring
25
Elektrisch schema tekenen. Verloop spanning en stroom grafisch voorstellen in f(t). Spanningen en stromen vectorieel voorstellen. Spanningen en stromen meten. Ogenblikkelijk vermogen grafisch in f(t) voorstellen. Gemiddeld vermogen berekenen. Vermogen meten met watt-meter.
DRIEFASENSYSTEMEN
Telkens
Sterschakeling Driehoekschakeling
Ontstaan toelichten. Lijnspanningen, lijnstromen, fasespanningen, fasestromen definiëren. Spanningen en stromen vectorieel voorstellen. Mogelijke koppelingen tussen bron en verbruiker uitvoeren. Functie nulleider bij sterschakeling toelichten. Formule voor berekenen van driefasig vermogen weergeven.
DRIEFASENKOOIANKERMOTOR
Opbouw beschrijven. Aansluitschema (ster of driehoek) op gegeven net toelichten. Omkeren van draaizin omschrijven.
B B
Leerlingen zoveel mogelijk zelf metingen laten uitvoeren. Met oscilloscoop spanningen en stromen visualiseren.
U U U
B B B B B U U U U
B
U
Door metingen laten waarnemen. Schakeling uitvoeren op textielmachine.
23
26
Telkens
Nr.
27
LEERINHOUDEN
GELIJKRICHTING WISSELSTROOM Diode Eenfase gelijkrichten Brug gelijkrichten
VERWERKING
K
B
T
A
S
E
METHODOLOGISCHE WENKEN
VAN Werking toelichten. Symbool herkennen. Schema tekenen. Uitgangsstroom grafisch voorstellen en toelichten. Schakeling tekenen. Uitgangsstroom toelichten en grafisch voorstellen.
U
U U U
Met oscilloscoop verloop stromen laten zien.
U U
24
25 TV Elektronica/Textiel
1
2de leerjaar: 1 u./w.
BEGINSITUATIE
De leerlingen maken voor de eerste maal kennis met het vak Elektronica. De meest essentiële begrippen zullen behandeld worden. 2
ALGEMENE DOELSTELLINGEN
De basiscomponenten benoemen en aanduiden. In staat zijn om het nut en het gebruik van Elektronica (onderdelen en schakelingen) op textielmachines te verwoorden. De signaalzenders en opnemers onderscheiden en toepassingsdomeinen toelichten. 3
ALGEMENE METHODOLOGISCHE WENKEN
In dit vak worden de toepassingen op de textielmachines centraal gesteld. Er dient veel aandacht geschonken te worden aan het lezen van de symbolen. In dit vak dienen theorie en demonstratie in de mate van het mogelijke afgewisseld te worden; dit kan bij een bezoek aan het voorhanden zijnde textielmachinepark. 4
LEERINHOUDEN, VERWERKING (LEERPLANDOELSTELLINGEN) EN METHODOLOGISCHE WENKEN
TV Elektronica/Textiel Nr. 1
LEERINHOUDEN
B
T
A
S
E
METHODOLOGISCHE WENKEN
Opnoemen. Toelichten.
B
Meest voorkomende diodes (schakelen zenerdiodes) op print aanduiden.
B
Toelichten. Werking toelichten.
B B
Principe toelichten.
B
Bespreken. Toelichten. Kennen. Spanningen en stroom nagaan bij transistor in verzadiging en in sper.
B B
TRANSISTOREN
B
Verschillende printen behandelen. U
SCHAKELTECHNIEK Schakelalgebra: - logische basisfuncties - vereenvoudigingsregels Schakelschema's: - elektrische uitvoering - logische uitvoering
- toepassingen
Toelichten. Toelichten. Opstellen. Elektrisch equivalent toelichten. Uitvoeren met volgende poorten: and, or, not: - nand, - nor.
B U B
B
Demonstreren op logische trainer. U U
Toepassingen behandelen.
op
textielmachines
26
Opbouw Werking Symbolische voorstelling Transistor als schakelaar 4
K
DIODEBRUGGEN Principe Eénfasige enkelzijdige gelijkrichter met afvlakcondensator Toepassing: spanningsregelaar
3
VERWERKING
DIODEN Types Elektrisch gedrag
2
2de leerjaar: 1 u./w.
5
OPNEMERS EN SIGNAALZENDERS Drukmetingen - druk - soorten berustend op: zwaartekracht elastische vervorming - principe
Definiëren.
B
Opnoemen.
B
Toelichten.
B
Temperatuursmetingen - schalen - soorten thermometers
Toelichten.
B
Toepassingen in de veredelingsbranche.
Niveaumetingen - soorten - principe
Toelichten. Opnoemen. Toelichten.
B
Toepassingen in verfveredelingsbranche.
Afstandmetingen - soorten: pneumatische elektrische impulsmethode - principe
Toelichten. Opnoemen.
B
Toelichten.
Debietmetingen - debiet - soorten - principe
Definiëren. Opnoemen. Toelichten.
Toerentalmetingen, hoekpositie- en verplaatsingsmetingen - begrippen - soorten - principe
Toelichten. Opnoemen. Toelichten.
B B
verf-
en
en
de 27
B
Meten van de kettingspanning op weefmachines.
Toepassing bij het meten van kettingspanning op weefmachines met behulp van nabijheidsschakelaars.
B B B
B
B
B B
Toepassingen in de verf- en de veredelingsbranche.
Toepassingen op weefmachines.
Nr.
LEERINHOUDEN Zendsystemen - soorten: krachtgevoelige zender verplaatsingsgevoelige zender spanningsgevoelige zender infra-roodzender
6
VERWERKING
Opnoemen. Principe toelichten.
K
B
B
U
T
A
S
E
METHODOLOGISCHE WENKEN
Toepassingen op weefmachines (inslagcontrole, startvoorwaarde).
MICROPROCESSORTECHNIEK Toelichten.
B
Blokschema
Toelichten.
U
Toepassingen spinmachines, chines.
op weefmachines, verf-/veredelingsma-
28
Basisbegrippen: IC RAM, EPROM Interface ...
29
TV Textiel Theoretisch-technische vakken Beroepseconomie
1
2de leerjaar : 1 u./w.
BEGINSITUATIE
De meeste jongeren zijn met dit onderdeel nog niet systematisch in aanraking gekomen. De kennis van een aantal basisprincipes van bedrijfsorganisatie zal wellicht de overgang van school naar bedrijf vergemakkelijken. 2
ALGEMENE DOELSTELLINGEN
De complexiteit van het bedrijf en het bedrijfsleven inzien. Een algemeen beeld van de structuur van de bedrijven via een minimum aan basiskennis verwerven. Nadenken over en zoeken naar oplossingen via het kritisch bespreken van actuele problemen; gemotiveerd werken. Inzien dat een goede organisatie aanleiding geeft tot het kwalitatief en kwantitatief verbeteren van de productie en het product. Het nut van de integratie van kwaliteitszorg, veiligheid en hygiëne in al de activiteiten inzien. 3
ALGEMENE METHODOLOGISCHE WENKEN
De toegemeten tijd is kort, hieruit volgt de noodzaak het leerplan soepel te interpreteren. Ga praktisch tewerk gezien het grote aanbod van het studiemateriaal en de voortdurende veranderingen op technisch, economisch en sociaal gebied. Kies een productiebedrijf in de vakspecialiteit van de leerlingen waarbij een verticaal geïntegreerd textielbedrijf het meest aangewezen is om alle delen van het leerplan aan bod te laten komen. Geef bij de theoretische uitleg zoveel mogelijk een praktische toepassing. Een bedrijfsbezoek biedt alvast vele mogelijkheden om de geziene leerstof te illustreren. Geef de leerlingen bij bedrijfsbezoeken welbepaalde opdrachten. Analyseer en bespreek deze opdracht daarna in klasverband. Bij planning en procesbeheersing speelt de computer een belangrijke rol. 4
LEERINHOUDEN, VERWERKING DOLOGISCHE WENKEN
(LEERPLANDOELSTELLINGEN)
EN
METHO-
TV Textiel Theoretisch-technische vakken - Beroepseconomie Nr.
LEERINHOUDEN
2de leerjaar: 1 u./w.
VERWERKING
K
B
1
INLEIDING
Het begrip onderneming en het nagestreefde doel omschrijven.
B
2
DE ECONOMISCHE KRINGLOOP
Begrippen als goederenstroom, geldstroom, diensten en arbeidscircuit verklaren.
B
De onderlinge samenhang beschrijven.
B
3
ALGEMENE ORGANISATIE
3.1
Bedrijfsstructuren (Van eenmanszaak tot onderneming)
4
Organisatievormen
MARKETING
bedrijfsvormen
B
S
E
METHODOLOGISCHE WENKEN
Illustreren met praktische voorbeelden uit de textielwereld.
Voorbeelden uit de textielindustrie geven.
De specifieke kenmerken van elke bedrijfsvorm omschrijven.
B
De meest voorkomende organisatievormen kennen en toelichten: - de lijnorganisatie, - de functionele organisatie, (Taylorstelsel) - de lijn en staforganisatie.
U
De voor- en nadelen van de verschillende organisatievormen bespreken.
U
Weten wat men onder "marketing" verstaat. Het begrip "vrije markteconomie" omschrijven.
A
30
3.2
De verschillende kennen.
T
Uitgewerkte voorbeelden in schemavorm bespreken met de leerlingen. Ter gelegenheid van een bedrijfsbezoek de aandacht vestigen op de organisatievorm van dit bedrijf.
U U
Illustreren met een praktisch voorbeeld.
5
PRODUCTIVITEIT EN PLANNING
5.1
Productiviteit
Het begrip productiviteit en rendement definiëren. De factoren die de productiviteit en h e t r e n d e m e n t be ïnvloe d e n , opsommen. Oorzaken van te lage productiviteit opnoemen.
5.2
PRODUCTIEPLANNING
Illustreren met een praktisch voorbeeld uit de textielnijverheid.
B B
Het begrip planning omschrijven.
B
De soorten planningen: - in de tijd, - in functie van de productie, kennen en bespreken.
B
Het doel en de taken van de planning omschrijven.
B
Het begrip productieplanning omschrijven.
B
Inzicht hebben in de factoren die de productieplanning beïnvloeden.
B
Illustreren met een praktisch voorbeeld eigen aan de textielindustrie. 31
6
Planning
B
Nr.
7
LEERINHOUDEN
STUDIE- EN TEKENBUREAU
VERWERKING
K
B
Begrippen capaciteitsplanning, bezettingsplanning en orderplanning omschrijven.
B
Het belang en de noodzaak van deze planningen aantonen.
B
Het doel en de opdrachten van het studiebureau en van de ontwerpafdeling omschrijven.
B
Het verloop vanaf het ontwerp tot het afgewerkte product bespreken.
B
T
A
S
E
METHODOLOGISCHE WENKEN Illustreren met een praktisch voorbeeld eigen aan de textielindustrie. Orderplanning illustreren met de Gantt-planning en de PERT-netwerkmethode. Samen met de leerlingen een praktisch voorbeeld bespreken.
WERKVOORBEREIDING
Het doel en de taken van de werkvoorbereiding beschrijven.
B
Uitleggen met behulp praktisch voorbeeld.
9
WERKVERDELING
Het doel en de taken van de werkverdeling omschrijven.
B
Illustreren met een praktisch voorbeeld.
Het belang van een goede werkverdeling toelichten.
B
Het begrip arbeidsanalyse omschrijven. De technieken gebruikt bij arbeidsanalyse omschrijven: - methodenstudie, - arbeidsmeting. De techniek van de multimomentopname (MMO) bespreken.
B
10
ARBEIDSANALYSE
U
U
van
een
Toepassen op een praktisch voorbeeld.
32
8
11
12
WERKPOSTSTUDIE
KOSTPRIJSBEREKENING
Definiëren wat men verstaat onder procesanalyse. Het doel van de procesanalyse omschrijven.
U
Het principe en het nut van het fabricage-, het procesanalyse- en het omloopschema uitleggen.
U
Begrip werkpost en werkpoststudie definiëren.
B
De werkmethode gevolgd bij werkpoststudies omschrijven: - studie van de werkpostinrichting, - studie van de bewegingen, - studie van de tijden, - studie van de ergonomie.
B
Het begrip en de soorten kostprijzen definiëren.
B
Het doel van de kostprijsberekening omschrijven.
B
De verschillende elementen waaruit een kostprijs is samengesteld, bepalen en toelichten.
B
Begrippen die belangrijk zijn bij kostprijsberekeningen toelichten: - voor- en nacalculatie, - directe en indirecte kosten, - vaste en variabele kosten.
U
Uitgewerkt voorbeeld met fabricage-, procesanalyse- en omloopschema gebruiken ter illustratie.
Illustreren met een praktisch voorbeeld in de eigen werkplaats. Illustreren met praktisch voorbeeld uitgewerkt met de MTM-methode. 33
13
PROCESANALYSE
Met een taartdiagram aanduiden.
Nr. 14
LEERINHOUDEN PERSONEEL
15
VEILIGHEID EN HYGIENE
15.1
Arbeidsongevallen
15.3
Eerste hulp bij ongevallen
Reglementeringen
K
B
Rechten en plichten van werkgever en werknemer bondig omschrijven.
B
De soorten statuten en arbeidsovereenkomsten bespreken.
B
Weten wat men verstaat onder "sociale zekerheid".
B
Mogelijke oorzaken van ongevallen omschrijven. Voorkomen van arbeidsongevallen bespreken. Gevolgen van arbeidsongevallen, zowel voor werkgever als voor werknemer, omschrijven.
B
T
A
S
E
METHODOLOGISCHE WENKEN
Voorbeeldformulieren van arbeidsovereenkomsten aan de leerlingen geven.
Concrete voorbeelden uit de school, vooral in de eigen werkplaats. Didactische panelen gebruiken.
B B
Basisregels in verband met eerste hulp bij ongevallen toepassen.
B
Werking van de dienst EHBO omschrijven.
B
Specifieke voorschriften voor het beroep opzoeken en omschrijven.
B
Het ARAB en het AREI ter beschikking hebben voor opzoekingswerk.
34
15.2
VERWERKING
15.4
Dienst veiligheid, gezondheid en verfraaiing
Het doel en bevoegdheden van het comité en van de dienst veiligheid, gezondheid en verfraaiing omschrijven. Wettelijke voorschriften aangaande verkiezing en samenstelling van dit comité kennen.
16
INTEGRALE KWALITEITSZORG (IKZ)
16.1
Kwaliteitsbeheersing
Integrale kwaliteitszorg
U
De begrippen kwaliteit, kwaliteitsbeheersing omschrijven. De kerngedachte van de kwaliteitsbeheersing toelichten en concretiseren in de Demingcirkel.
B
Het begrip IKZ omschrijven. De filosofie en de motivatie die erachter schuilen, inzien en uitleggen.
B
B
De zes basisregels van Ishikawa verwoorden en toelichten en toepassen. 16.3
Kwaliteitsmotivatie
Met praktische voorbeelden deze begrippen illustreren.
35
16.2
B
Illustreren met behulp van de kwaliteitsspiraal.
B
Begrip kwaliteitsmotivatie uitleggen.
B
De voorwaarden en de middelen tot kwaliteitsmotivatie bespreken.
B
Nr. 16.4
LEERINHOUDEN Kwaliteitskosten
VERWERKING
K
B
Het doel van een kwaliteitskostenonderzoek uitleggen.
B
Aan de hand van een diagram het waardenverloop van de kwaliteitskosten ten opzichte van de volmaaktheidsgraad toelichten.
U
Kwaliteitskringen
Het doel en de principes van kwaliteitskringen verduidelijken.
B
16.6
Groepsdynamische technieken
De groepsdynamische technieken die toegepast worden bij het behandelen van problemen, bespreken en toelichten - brainstorming, - visgraat of Ishikawa-diagram, - pareto-analyse.
U
De kwaliteitsbeoordeling tijdens het fabricageproces toelichten. De soorten keuringen omschrijven.
B
17
PROCESBEHEERSING
17.1
Kwaliteitsbeoordeling
Variabele keuringen
Het doel van het verzamelen van meetbare grootheden omschrijven.
S
E
METHODOLOGISCHE WENKEN
Illustreren met eenvoudige praktische voorbeelden.
Illustreren met praktische voorbeelden uit de textielindustrie.
Illustreren voorbeelden.
B
Het gebruik van controlekaarten bij proces- en bij prestatiebewaking toelichten en toepassen. 17.2
A
met
praktische
B
B
Praktisch voorbeeld gebruiken.
36
16.5
T
Attributieve keuringen
B
De begrippen "gemiddelde waarde" en "spreiding" kennen en berekenen. Hun verband met het productieproces (instellen en tolerantie) inzien.
B
Samen met de leerlingen een praktisch voorbeeld uitwerken. Laten inoefenen.
De grafische voorstelling volgens normale verdeling (Gauss-curve) opstellen, bespreken en toepassen.
U
Praktisch voorbeeld uitwerken.
Het principe, het doel en het gebruik van de X-R-kaarten toelichten.
U
X-R-kaart samen met de leerlingen opstellen.
Het doel en de principes van attributieve keuringen omschrijven. De soorten controlekaarten en hun gebruik toelichten.
U U
Illustreren met eenvoudige voorbeelden.
37
17.3
Het doel en de voordelen van een grafische weergave met de methode van de frequentieverdeling toelichten.
38
TV
1
Textiel Theoretisch-technische vakken Bindtechnieken
1ste en 2de leerjaar: 1 u./w.
BEGINSITUATIE
De leerlingen hebben in de 2de graad kennis gemaakt met de basisbindingen en hun belangrijkste afleidingen. 2
ALGEMENE DOELSTELLINGEN
Inzicht verkrijgen in de structuur van een weefsel na oefeningen maken op de verschillende bindingen/ structuren. De specifieke terminologie beheersen. Verkrijgen van ruimtelijk inzicht, verstrekt door het Technisch tekenen in de 2de graad en in het 1ste leerjaar van de 3de graad. In staat zijn de hoofdbindingen, afleidingen, samengestelde bindingen en structuren te begrijpen en de link te leggen met de praktische uitvoering ervan, met andere woorden de binding overbrengen op de informatiedrager (nokken, karton, papierband, floppy ...). In staat zijn het verband te leggen tussen idee, tekening en uitvoering, rekening houdende met de gebruikte textielgrondstoffen en hun eigenschappen. Netheid en de correctheid waarmee bindingen/structuren worden getekend, nastreven. 3
ALGEMENE METHODOLOGISCHE WENKEN
Dit vak heeft raakelementen met de vakken TV Textiel Laboratorium, Technologie en Grondstoffen, zodat het voor de hand ligt dat de betrokken leraren hun jaarplannen op elkaar afstemmen. Vanaf punt 6 tot en met 15 moet de school een keuze maken die gebaseerd is op de aanwezigheid van één of andere deelsector van de textielindustrie die in de regio actief is. De "U" (uitbreiding) dient hier als "K" (keuze) beschouwd te worden. Er dienen echter minimum 3 hoofdstukken toegevoegd te worden aan de basisleerstof. De nieuwe leerstof wordt klassikaal 'getekend' waarna de leerlingen individueel opgaven oplossen. Men moet er evenwel op toezien dat de lessen niet ontaarden in een teken- en kleurles. Men moet voorkomen dat oefeningen met grote oppervlakken in de klas dienen gemaakt te worden. Bij de getekende bindingen is het bijzonder aangewezen om uitgevoerde bindingen (weefsels, breisels) als voorbeeld ter beschikking te stellen. Indien er bovendien weefsels, breisels voorhanden zijn uit verschillende grondstoffen (met de respectievelijke eigenschappen), zullen de leerlingen door het uitlezen/uittekenen duidelijk kunnen vaststellen en aanvoelen dat de vakken Laboratorium, Technologie en Grondstoffen een belangrijke rol spelen bij het ontwerpen én realiseren van een weefsel. Het hiernavolgend leerplan is een leerplan voor de volledige 3de graad. Het is aanbevolen dat de leraren in onderling overleg de leerstof opsplitsen in een pakket voor het 1ste en 2de leerjaar. 4
LEERINHOUDEN, VERWERKING (LEERPLANDOELSTELLINGEN) EN METHODOLOGISCHE WENKEN
TV Textiel Theoretisch-technische vakken - Bindtechnieken Nr.
LEERINHOUDEN
1
AFLEIDINGEN WAADBINDING
1.1
Versterkte kettingrips
1.2
1.3
Deze afleiding tekenen met doorhaling en patroon. De binding herkennen. De uitvoering bespreken. Deze afleiding tekenen met doorhaling en patroon. De binding herkennen. De uitvoering bespreken.
Mattenbinding
Deze afleiding tekenen met doorhaling en patroon. De binding herkennen. De uitvoering bespreken.
Tekendoekbinding
AFLEIDINGEN BINDING
2.1
Diagonalen
Deze afleiding tekenen met doorhaling en patroon. De binding herkennen. De uitvoering bespreken. VAN
B
T
A
S
E
METHODOLOGISCHE WENKEN
LIJN-
Versterkte inslagrips
2
K
B
Gebruik maken van een weefstalenmap.
B
Aanleggen van stalenmap voor en door de leerlingen.
B U
B U B
39
1.4
VAN
VERWERKING
1ste en 2de leerjaar: 1 u./w.
B U U U U
KEPERDeze afleiding tekenen met doorhaling en patroon. De binding herkennen. De uitvoering bespreken.
B B U
Aanleggen van stalenmap voor en door de leerlingen.
Nr. 2.2
2.3
LEERINHOUDEN
VERWERKING Deze afleiding tekenen met doorhaling en patroon. De binding herkennen. De uitvoering bespreken.
Overhoeksruiten
Fantasiekepers en diagonalen
3
AFLEIDINGEN SATIJNBINDING
3.1
Zandsatijn
B
T
A
S
E
METHODOLOGISCHE WENKEN
B B U U U U
VAN
AFLEIDINGEN OP BASIS VAN EENVOUDIGE BINDINGEN
4.1
Schuine ketting en inslagrips
Plaatsverwisseling van ketting of inslagdraden
Deze afleiding tekenen met doorhaling en patroon. De binding herkennen. De uitvoering bespreken.
Deze afleiding tekenen met doorhaling en patroon. De binding herkennen. De uitvoering bespreken. Deze afleiding tekenen met doorhaling en patroon. De binding herkennen. De uitvoering bespreken.
B
Gebruik maken van weefstalenmap. Aanleggen van stalenmap voor en door de leerlingen.
B
Basisoefeningen in de klas drachten thuis afwerken).
B
Geruit bord, kaartpapier, gekleurd krijt, stiften of kleurpotloden.
B U
B U
B U
(op-
40
4
4.2
Deze afleiding tekenen met doorhaling en patroon. De binding herkennen. De uitvoering bespreken.
K
4.3
4.4
4.5
4.6
Wafelbinding
Schaduwbindingen
Granieteffecten
Glanseffecten
DE SAMENGESTELDE BINDINGEN
5.1
Strepen in de lengte
5.2
Strepen in de breedte
Deze afleiding tekenen met doorhaling en patroon. De binding herkennen. De uitvoering bespreken. Deze afleiding tekenen met doorhaling en patroon. De binding herkennen. De uitvoering bespreken. Deze afleiding tekenen met doorhaling en patroon. De binding herkennen. De uitvoering bespreken.
Deze afleiding tekenen met doorhaling en patroon. De binding herkennen. De uitvoering bespreken. Deze afleiding tekenen met doorhaling en patroon. De binding herkennen. De uitvoering bespreken.
B B U B
Gebruik maken van weefstalenmap.
U
Aanleggen van weefstalenmap voor en door de leerlingen.
B U
U U U
41
5
Deze afleiding tekenen met doorhaling en patroon. De binding herkennen. De uitvoering bespreken.
U U
B B U B B U
Nr. 5.3
6
LEERINHOUDEN Ruitweefsels
DAMASTWEEFSELS
7
Deze afleiding tekenen met doorhaling en patroon. De binding herkennen. De uitvoering bespreken. Deze afleiding tekenen met doorhaling en patroon. De binding herkennen. De uitvoering bespreken. Deze afleiding tekenen met doorhaling en patroon. De binding herkennen. De uitvoering bespreken.
K
B
T
A
S
E
METHODOLOGISCHE WENKEN
U U U
U
U U U U U
Aanleggen van stalenmap voor en door de leerlingen.
42
Strepen in de lengte Strepen in de breedte Ruiten Gefatsoeneerde damast Kwartdraai Slingerdraad of gaasimitatie
VERWERKING
DUBBELZIJDIGE WEEFSELS
Telkens
Dubbelzijdig door ketting . met verhoudingen . met vulinslag . afwisselend dubbelzijdig Dubbelzijdig door inslag . met verhoudingen . met vulketting . afwisselend dubbelzijdig Hervormde bindingen
Deze binding tekenen met doorhaling en patroon. De binding herkennen. De uitvoering bespreken. Doorsnede tekenen.
U U U
U
Aanleggen van stalenmap voor en door de leerlingen.
8
9
DUBBELE WEEFSELS
Telkens
Verhoudingen Gescheiden dubbele weefsels Verbonden dubbele weefsels Buisweefsel Afwisselend dubbele weefsels Meervoudige weefsels
Deze binding tekenen met doorhaling en patroon. De binding herkennen. De uitvoering bespreken. Doorsnede tekenen.
BADSTOFWEEFSELS
Telkens
Op 3 scheuten, op 4 scheuten Eenzijdig spons Tweezijdig spons Afwisselend spons
Deze binding tekenen met doorhaling en patroon. De binding herkennen. De uitvoering bespreken. Doorsnede tekenen.
FLUWELEN
10.1
Inslagfluwelen
U U
U
U U U
Aanleggen van stalenmap voor en door de leerlingen.
U 43
10
U
Aanleggen van stalenmap voor en door de leerlingen.
Telkens De soorten onderscheiden. Deze binding tekenen met doorhaling en patroon. De binding herkennen. De uitvoering bespreken. Doorsnede tekenen.
Stalenmap aanleggen. U
U U U
U
Nr. 10.2
11
13
14
Kettingfluwelen
GAASBINDINGEN
VERWERKING
K
De soorten onderscheiden. Deze binding tekenen met doorhaling en patroon. De binding herkennen. De uitvoering bespreken. De terminologie begrijpen en verklaren. Doorsnede tekenen.
U
B
T
A
S
E
METHODOLOGISCHE WENKEN
Telkens
Deze binding tekenen met doorhaling en patroon. De binding herkennen. De uitvoering bespreken.
U U U U U
Tapijtstructuren verklaren aan de hand van lengtedoorsnedes en tapijtweefsels (de leerlingen dienen reeds de productietechnieken te begrijpen). De infobrochure van M. Van De Wiele-1989 is een uitstekend hulpmiddel.
U
Gaapvormingsmogelijkheden aan de hand van duidelijke figuren toelichten.
U
Gaapvormingsmogelijkheden aan de hand van duidelijke figuren toelichten.
U U
44
12
LEERINHOUDEN
IMITATIE VAN PELS Op basis van fluweelweefsels Op basis van platweefsel
Deze binding tekenen met doorhaling en patroon. De binding herkennen. De uitvoering bespreken.
ELASTISCHE WEEFSELS
Deze binding tekenen met doorhaling en patroon. De binding herkennen. De uitvoering bespreken.
PASSEMENT-, LINTWEEFSELS
De binding tekenen met doorhaling en patroon. De binding herkennen. De uitvoering bespreken.
U U U U U U U U
15
BREIKUNDE
15.1
Basisbindingen
Tekenen
U
Tekenen
U
Tekenen
U
Stagemap aanleggen voor en door de leerlingen.
Ribbinding Jerseybinding Randbinding Jacquardbinding Milanobinding Oxfordbinding 15.2
Bindingen met rang
15.3
Fantasiebindingen Combinaties van de basisbindingen, eventueel met kleurwissel
45
Parallelbindingen Nopbindingen Engelse steek
46
TV Textiel Theoretisch-technische vakken Grondstoffen
1
1ste leerjaar: 1 u./w.
BEGINSITUATIE
Enkel indien in de 2de graad het vak TV Textiel Grondstoffen (uit het complementair deel) aangeboden werd, kunnen de hoofdstukken 1 tot en met 3 - bij wijze van snelle herhaling - als inleiding dienen voor de items 4 tot en met 9. Indien men voor het eerst kennismaakt met dit vak vormen de hoofdstukken 1 tot en met 3 bijna helemaal basisleerstof (met uitzondering onder de items aangeduid met U). De items 5, 8 en 9 vormen het uitbreidingspakket. 2
ALGEMENE DOELSTELLINGEN
Kennis verwerven over nieuwe vezels/garens. De toepassingsmogelijkheden in verband brengen met de eigenschappen van de vezels. De terminologie beheersen en een lijst met de handelsbenamingen raadplegen. Inzicht verkrijgen in de verschillende textureerprocédés en de onderhoudsproblematiek. Zin voor creativiteit/inventiviteit ontwikkelen door opdrachten uit te voeren die betrekking hebben op textieltoepassingen met een bepaalde vezelsoort. Nieuwsgierigheid omtrent de gebruikte grondstoffen in talrijke weefsels/breisels opwekken. Het verband leggen met het vak TV Textiel Laboratorium. 3
ALGEMENE METHODOLOGISCHE WENKEN
Er kunnen tabellen aangereikt worden waarin de leerlingen met een oogopslag de vezels (met hun eigenschappen/specificaties) kunnen terugvinden. Videomateriaal van de verschillende productieprocessen zijn een uitstekend middel om de niet altijd eenvoudige vezelaanmaak te verduidelijken. Bedrijfsbezoeken zijn ook een welkome aanvulling. Het (aan)voelen van de vezels/garens/weefsels betekent een belangrijke toegevoegde waarde aan de lessen. 4
LEERINHOUDEN, VERWERKING (LEERPLANDOELSTELLINGEN) EN METHODOLOGISCHE WENKEN
TV Textiel Theoretisch-technische vakken - Grondstoffen Nr.
1ste leerjaar: 1 u./w.
LEERINHOUDEN
VERWERKING
K
1
CLASSIFICATIE VAN DE TEXTIELVEZELS VOLGENS HERKOMST
De classificatie van textielvezels volgens herkomst opnoemen.
B
1.1
Natuurlijke vezels
Deze indeling toelichten.
Plantaardige vezels: . zaadvezels: katoen, kapok . bastvezels: vlas, jute, rameh en hennep . bladvezels: manilla . vruchtvezels: kokos
De teelt verwoorden. De identificatiemogelijkheden noemen en toetsen. De microscopische structuur kennen. De eigenschappen opsommen. Toepassingen opnoemen.
B
Dierlijke vezels: . huidbedekking van dieren: wol, haar . afscheidingsproduct: zijde
De teelt verwoorden. De identificatiemogelijkheden noemen en toetsen. De microscopische structuur kennen. De eigenschappen opsommen. De toepassingen opnoemen.
B
De ontginning verwoorden. De eigenschappen opsommen. De microscopische structuur kennen. Toepassingen opnoemen.
U
T
A
S
E
METHODOLOGISCHE WENKEN Overzichtelijke vezeltabel opstellen en gebruik maken van vezel-, garenen/of weefselstalen.
B
B B
B B
U U
B B
De microscopische structuur overtekenen. Eenvoudige proeven uitvoeren. Weefselstalenmap gebruiken. B
B
U
Allerhande illustraties (foto's, dia's, video). Producenten op wereldkaarten aanduiden.
Het "aanvoelen" van de grondstof benadrukken. Verwijzen naar etiketten op allerhande weefsels. Bezoek aan Nationaal Vlasmuseum.
47
Minerale vezels: asbest
B
Nr.
LEERINHOUDEN
K
Deze indeling toelichten. De identificatiemogelijkheden noemen en toetsen.
B B
De soorten vezels opnoemen. De eigenschappen opsommen.
B
Dierlijk: . lanital . caseïne
De soorten vezels opnoemen. De eigenschappen opsommen.
B
Mineraal: . metaalvezels . glasvezels
De soorten vezels opnoemen. De eigenschappen opsommen.
B
De soorten opnoemen. De productie toelichten. Toepassingen opnoemen. De eigenschappen opsommen.
B U U
1.2
Kunstvezels
1.2.1
VEZELS UIT NATUURLIJKE POLYMEREN Plantaardig: . viscose . polynose . koperrayon . acetaat . rubber
1.2.2
VEZELS UIT POLYMEREN
B
T
A
S
E
METHODOLOGISCHE WENKEN Vezel-, garen- en/of weefselstalen.
B
Allerhande illustraties (foto's, dia's, video). Het "aanvoelen" van de grondstof benadrukken. Verwijzen naar etiketten op allerhande weefsels. 48
VERWERKING
U
U
SYNTHETISCHE
Verkregen door polycondensatie: . polyamidevezels . polyestervezels
B
Vezel-, garen- en/of weefselstalen. Het "aanvoelen" van de grondstof benadrukken. Verwijzen naar etiketten op allerhande weefsels.
2
Verkregen door polymerisatie: . polyolefinevezels . polyvinylvezels . polyacrylnitrielvezels . polyvinylchloridevezels . modacrylvezels
De soorten opnoemen. De productie toelichten. Toepassingen opnoemen. De eigenschappen opsommen.
B U U
Verkregen door polyadditie: . polyurethaanvezels en elastomeren
De soorten opnoemen. De productie toelichten. Toepassingen opsommen. De eigenschappen opsommen.
B U U
CLASSIFICATIE VAN DE TEXTIELVEZELS VOLGENS HUN VORM
De classificatie van textielvezels volgens hun vorm opnoemen.
B
Eindeloze vezels
De betekenis uitleggen en voorbeelden opsommen. De betekenis uitleggen en voorbeelden opsommen. De betekenis uitleggen en voorbeelden geven.
B
ALGEMENE VEZELEIGENSCHAPPEN
De vezeleigenschappen opsommen.
B
Vezellengte, vezelfijnheid, vezelsterkte, vezelelasticiteit, vochtigheid
Deze eigenschappen toelichten.
B
Elementaire vezels 3
B
B Overzichtelijke vezeltabel opstellen en gebruik maken van vezel-, garenen/of weefselstalen. 49
Technische vezels
Allerhande illustraties (foto's, dia's, video).
B B Eenvoudige proeven uitvoeren.
Nr.
LEERINHOUDEN
VERWERKING
K
B
T
A
S
E
METHODOLOGISCHE WENKEN
KUNSTVEZELS
De indeling opnoemen.
B
Didactische materialen aanwenden (dia's, video's).
4.1
Vezels uit natuurlijke polymeren
De sub-indeling opnoemen. Soorten opnoemen. Eigenschappen toelichten. Toepassingen illustreren. Productieproces toelichten. Spinprocédés toelichten.
B B B B U B
Stalenboek aanleggen (van vezels, garen of weefsels). De leerlingen verbanden leren inzien tussen de eigenschappen en de toepassingen.
De sub-indeling opnoemen. Soorten opnoemen. Eigenschappen toelichten. Toepassingen illustreren. Productieproces toelichten. Spinprocédés toelichten.
B B B B U B
Stalenboek aanleggen (van vezels, garen of weefsels). De leerlingen verbanden leren inzien tussen de eigenschappen en de toepassingen.
Bicomponentvezels Microvezels Holle vezels Andere vezels
Soorten opnoemen. Eigenschappen toelichten. Toepassingen illustreren. Productieproces toelichten.
B B B B
6
HANDELSBENAMINGEN
De vezels catalogeren.
7
VEZELEIGENSCHAPPEN
Plantaardige Dierlijke Minerale 4.2
Vezels uit synthetische polymeren
5
NIEUWE VEZELS
Fysische eigenschappen Chemische eigenschappen
De vezeleigenschappen opnoemen. Toepassingen illustreren.
U
Tabel gebruiken.
B B
Overzichtstabel leren gebruiken. Verband leggen tussen de vezeleigenschap en de toepassingen.
50
4
8
TEXTUREERPROCEDES Hoogelastische volumineuze garens Garens met gereduceerd rek 'Bulck'-garen Profileren van garen
9
De terminologie begrijpen. De processen toelichten.
B B
Symbolen verklaren. Terminologie begrijpen. Noodzakelijkheid van verwoorden. Samenstelling toelichten. Proces toelichten.
B B B
ONDERHOUD VAN TEXTIELPRODUCTIE Onderhoudssymbolen Wassen Zepen en waspoeders Wasverzachters Chemisch reinigen
onderhoud
U U 51
52
TV
1
Textiel Theoretisch-technische vakken Laboratorium
1ste en 2de leerjaar: 3 u./w.
BEGINSITUATIE
Een belangrijke specificatie van een garen is het 'nummer'. De leerlingen zijn vertrouwd met de meest frequente nummeringen die in de textielindustrie aangewend worden. Een correct en volledig vezel-, garen en weefselonderzoek van eenvoudige weefsels uitvoeren is de basis om meer ingewikkelde weefselstructuren te kunnen ontleden en er de specifieke proeven op uit te voeren. 2
ALGEMENE DOELSTELLINGEN
Het hoofdstuk 'Nummeringen' herhalen omdat deze materie in alle deelsectoren van de textielindustrie een belangrijk aspect vormt. Belangrijke textielgrondstoffen kennen die het uiteindelijke vertrekpunt zijn van elk productieproces (zowel fysisch als chemisch), zodat de specifieke problemen die zich op de werkvloer afspelen toch begrepen en opgelost worden. De noodzaak van onderzoek inzien door de verbanden aan te tonen die er zijn tussen de resultaten van de uitgevoerde proeven, en de instellingen van de productiemachines. Psychomotorisch een zekere vastberadenheid aan de dag leggen bij het uitvoeren van de proeven. Op het affectieve vlak zin voor nauwkeurigheid en zelfstandigheid bezitten. 3
ALGEMENE METHODOLOGISCHE WENKEN
Verkregen resultaten statistisch verwerken, zodat juistheid en betrouwbaarheid kan nagegaan worden. Ook grafische methodes gebruiken. De relatie met het vak TV Textiel Grondstoffen ligt voor de hand zodat de betrokken leraren hun jaarplannen op elkaar zouden afstemmen. Het is wenselijk dat elk labtoestel een steekkaart heeft om de leerling een houvast te geven bij het uitvoeren van zijn proef. Zo leert de leerling het apparaat correct te gebruiken. Normen en veiligheidsaspecten komen aan bod en dienen in elke les gerespecteerd en geïntegreerd te worden. Het hiernavolgend leerplan is een leerplan voor de volledige 3de graad. Het is aanbevolen dat de leraar in onderling overleg - de leerstof opsplitst in een pakket voor het 1ste en 2de leerjaar. 4
LEERINHOUDEN, VERWERKING METHODOLOGISCHE WENKEN
(LEERPLANDOELSTELLINGEN)
EN
Nr.
LEERINHOUDEN - Fibrograaf
VERWERKING Machinaal vaststellen van de verdeling.
K
B U
Berekeningsmethode opstellen.
Vezelrijpheid - Begrip - Groeiproces katoen - Methode Goldwaith - Methode Miss Glegg - Rijpheidscoëfficiënt - Micronaire
Begrip verwoorden. Proces toelichten. Toelichten. Toelichten. Methode verklaren. Werkingsprincipe bespreken.
B B U U U U
Begrip verwoorden. Het diagram voor de verschillende grondstoffen uitleggen. Begrippen toelichten.
B B B B B B B
Werking en normen toelichten. Treksterkte op vezelbundels uitleggen. Werkingsprincipe toelichten.
U U
Begrip en verband met vezelrijpheid leggen. Werking en principe toelichten.
B
Vezelsterkte-verlenging - Begrip - Verlengingsdiagram - Breuksterkte - Breukrek - Elastische verlenging - Plastische verlenging - Breukverlenging - Vezeldynamometer - Pressly-tester - Stelometer Vezelfijnheid - Begrip - Bepaling - Orealometer
aanwenden,
U U U
A
S
E
METHODOLOGISCHE WENKEN Getekend diagram. Foto's van sorters tonen. Bezoek aan textiellab. Tekeningen/folders bekijken. Tekening/foto's bekijken.
Gamma van tekening/diagrammen per grondstof ter hand stellen.
Toestelfolders ter hand stellen. Labbezoek organiseren.
U
U
Toestelfolders ter hand stellen. Labbezoek organiseren.
53
- Sorters - Opstellen vezelgewichtsdiagram - Opstellen vezelaantaldiagram
T
Nr.
LEERINHOUDEN Nemen van monsters - Bemonstering katoen - Bewaring
Het hoe en waarom uitleggen. Voorbeeld met balen en getarifeerde dozen geven.
K
met
De begrippen uitleggen en verklaren.
Werkingsprincipe uitleggen. Werkingsprincipe uitleggen. Werkingsprincipe uitleggen. Verwoorden. Bepalen. Bepalen. Werkingsprincipe toelichten.
B
A
S
E
METHODOLOGISCHE WENKEN
B B
Getarifeerde dozen gebruiken.
B B B U B B B
Curven Atlas Copco gebruiken. (Uit handboek Atlas Copco)
B U
Mogelijkheden van het toestel verwoorden.
U
Werkingsprincipe toelichten. Conclusies trekken. Toelichten.
U
Begrip toelichten en toepassen.
T
U U
54
1.3
Standaardatmosfeer - Begrippen - Relatieve vochtigheid - Absolute vochtigheid - Verzadigingscurven - Haarhygrometer - Psychrometer - Registreertoestellen Conditioneren - Begrip - Drooggewicht - Handelsgewicht - Conditioneeroven Bepalen van afval bij het spinnen - Bedoeling - Shirley-analyses Regelmatigheid van lonten-wieken - Uster regularimeter Beoordeling van proeven Factoren die de proef beïnvloeden (apparaat-laborant) Rekenkundig gemiddelde en standaardafwijking
VERWERKING
Gebruik van Shirley-toestel tonen.
B
B B
Foto's en principeschets tonen. Gebruik van het toestel van Galton.
Nr.
LEERINHOUDEN
2.1
Nummer-bepaling
K
Toelichten.
B B U
Toelichten. Toelichten. Ontstaan toelichten en functieverloop opstellen.
B
T
B B
A
S
E
METHODOLOGISCHE WENKEN Gebruik van dobbelstenen en winstkans in het lottospel.
Galton-toestel is uitstekend didactisch hulpmiddel.
De verschillende berekeningsmethodes begrijpen en toepassen.
U
Millimeterpapier gebruiken.
Grafieken opmaken en ontleden. Toelichten. Toelichten.
B B U
Speciaal opnameblad gebruiken. 55
2
Begrippen kansberekening - betrouwbaarheid Spreiding - Belang - Bepaling Variatiecoëfficiënt De Gausskromme - Eigenschappen - Grafische voorstelling Berekeningen - Soorten frequentie - Gegroepeerde frequentietabel - Bepaling kwalitatieve afwijking Grafische methodes Range-methode Regressievergelijking Betrouwbaarheid ONDERZOEK OP DRADEN
VERWERKING
Gebruik maken van schuifmaat.
Lengtenummering
Soorten opsommen. Principe toelichten.
B
Massanummering
Soorten opsommen. Principe toelichten.
B
B B
Maken van een Romeinse balans.
Nr.
LEERINHOUDEN Twistmeter
3
ONDERZOEK OP
VERWERKING Werking en principe toelichten. Twist opzoeken.
Weefsel Breiwerk Non-wovens 3.1
K
B B
T
A
S
E
METHODOLOGISCHE WENKEN
B B U U
Kennis vergaren om: - een gelijkaardig weefsel te maken, - een weefsel te kunnen samenstellen. Het weefsel met zijn kenmerken ontleden.
B
Kettingrichting bepalen
Bepalen.
B
Dichtheid bepalen (zowel in ketting en inslag) Effen weefsel Met kleurstrepen Met tekeningrapporten
Bepalen.
B
Inkorting
Begrip en invloeden verklaren.
B
Versmalling
Begrip en invloeden verklaren.
B
Bindingsbepaling
Uitvoeren.
B
Mogelijkheden met scanner en kopieermachines toelichten.
Massabepaling en massavergelijking
Na berekening de praktische massa nazien.
B
Precisieweegschaal gebruiken.
Ontleding van opgave
B
Gebruik maken van: - schaar, - pinnen, - vergrootglas, - ruitjespapier, - kleurpotloden. 56
3.2
Uitvoeren.
B
Rietfijnheid en juiste versmalling Grondstof en kettingnummer
Gebruikte rieten opnoemen. Bepalen.
Grondstof en inslagnummer
Bepalen.
B
Dichtheden in ketting en inslag
Berekenen.
B
Bepaling montage - Montageblad - Planktekening - Berekenen van de plank
Montage berekenen en tekenen.
B
Voorbeeld planksteking.
Scheerberekening/kettingsamenstelling - Totaal aantal draden - Scheerbreedte - Verdeling secties - Wagenverplaatsing
Weten hoe de ketting wordt samengesteld aan de hand van de hoeveelheid kleur en rentabiliteit.
B
Foto's ling.
B
B
Grondstofherkenning met microscoop.
bezoek
voorbereidingsafde57
3.3
Berekeningen
Waardebepaling op weefsels Dynamometrie op weefsels - De stripmethode - De Grabmethode
Toelichten resultaten. Uitvoeren. Uitvoeren.
B
Drukproeven op weefsels - Kogeldrukproef - Types scheuren
Belang toelichten. Uitvoeren.
B
Testen kreukherstelling De pluviometer
U U
Weefseldynamometer gebruiken.
U
Eenvoudig druktoestel gebruiken. Bezoek lab inlassen.
Belang toelichten.
U
Proefstand maken met leerlingen.
Belang toelichten. Werkingsprincipes toelichten.
U
Foto's tonen. Bezoek lab inlassen.
Nr.
LEERINHOUDEN
VERWERKING
K
B
T
A
S
E
METHODOLOGISCHE WENKEN
Wrijvingsweerstand Martindale Tripod/hexopod Rolstoeltest Usometer Pillingtester
De verschillende proeven toelichten en uitvoeren. Principewerking van de toestellen toelichten.
Testen op brandbaarheid Sigaretproef Tapijttest
Belang aantonen van goede normmeting.
U
Bezoek lab Demeulemeester.
Vermoeiingstest
Belang van test aantonen.
U
Weefseldynamometer met instelbare proeflengte gebruiken.
Normen
Toelichten.
U
B B
VERVEN
4.1
Doel Reacties Invloeden Beitsen Soorten verfstoffen
Verwoorden. Invloeden verklaren.
B U
4.2
Aanverfmethodes
Toelichten.
U
Op vezels Op draden . Bobijn . Streng . Bomen Op weefsel
Bezoek lab inlassen.
58
4
U
Verfkeuken. Verfproeven uitvoeren en invloeden aantonen.
4.3
Echtheden Soorten Klassering Wasproeven
5
Opsommen. Toelichten. Toelichten. Samenstelling wasproducten toelichten.
B
BEDRUKKEN Doel Soorten Toepassingsgebied
Het doel en de specifieke toepassingen aanduiden.
B
Bepaling van het soort appret
Toelichten.
B
7
WEEFSELBESPREKING
Frequent voorkomende weefsels met hun specifieke benaming herkennen.
U
8
BEZOEK AAN TEXTIELLAB
Opmaken van het technisch verslag.
6
Verfkaarten gebruiken. Grijsschalen gebruiken.
U U U
De soorten toelichten: - sjabloondruk, - zeefdruk, - cilinderdruk.
AFWERKING - APPRET 59 Specifieke weefsels komen voor in bovenkledingsstoffen, voeringsstoffen, huishoudlinnen, woningtextiel, industriële weefsels, imitatieweefsels, medische weefsels. B
Zie bibliografie.
60
TV Textiel Theoretisch-technische vakken Technisch tekenen
1
1ste leerjaar: 1 u./w.
BEGINSITUATIE
Dit leerplan sluit aan op de inhouden van het leerplan TV Textiel Technisch tekenen van de 2de graad 'Textielproductie en -veredeling'. 2
ALGEMENE DOELSTELLINGEN
De tekentaal verwerven om de verbanden tussen de verschillende technische vakken te herleiden (synthese) naar een bruikbaar document (tekening) voor het realiseren van een werkstuk. Het lezen van samenstellingstekeningen, ploftekeningen en andere vormen de hoofddoelstelling. 3
ALGEMENE METHODOLOGISCHE WENKEN
Men moet er zorg voor dragen dat op het einde van het 1ste leerjaar alle doelstellingen bereikt zijn. Het leerplan geeft enkel de te verwerven basiselementen aan, die als deelelementen in samenvattende tekeningen moeten verwerkt worden. De aangewende tekeningen moeten door de leerling duidelijk herkenbaar zijn, zoals bijvoorbeeld: tandradkasten, eenvoudige machine-onderdelen van textielmachines ... De moeilijkheidsgraad van het tekeninglezen stijgt naarmate de leraar van bestaande, eenvoudige tekeningen overgaat naar case-studies. 4
LEERINHOUDEN, VERWERKING (LEERPLANDOELSTELLINGEN) EN METHODOLOGISCHE WENKEN
TV Textiel Theoretisch-technische vakken - Technisch tekenen Nr.
LEERINHOUDEN
VERWERKING
1
INFORMATIEBRONNEN
1.1
Normalisatie
Het begrip normalisatie toelichten. Het belang van de normalisatie met voorbeelden toelichten.
1.2
Normen
De normen functioneel raadplegen: NBN-, DIN-, EURO- en ISO-normen. Deze normen vertalen naar het tekenen toe.
Technische documentatie
2
TEKENINGLEZEN
2.1
Analyse van de samenstelling van een getekend mechanisme
K
B
T
A
S
E
METHODOLOGISCHE WENKEN
B B B
In de tekenklas dienen de bijzonderste normen aanwezig te zijn.
U
De technische documentatie (handleidingen, wisselstukcatalogi) efficiënt raadplegen en gebruiken.
B
Voldoende technische documentatie van verschillende fabrikanten ter beschikking leggen. 61
1.3
1ste leerjaar: 1 u./w.
Samenstelling
De werking van het getekende mechanisme verklaren.
Aanzichten en/of doorsneden
De gegeven aanzichten en/of doorsneden benoemen.
Genormaliseerde onderdelen
Toelichten welke onderdelen genormaliseerd zijn.
Symbolische voorstelling
De symbolische voorstelling van de onderdelen weergeven.
B
Elke leerling ontvangt de samenstelling van een bestaand mechanisme en de werktekeningen. B
Klassikaal de gekregen tekeningen analyseren en bespreken.
B U
De leerlingen vertrouwd maken met technische documenten.
Nr.
VERWERKING
K
B
T
A
S
E
METHODOLOGISCHE WENKEN
Titelhoek en stuklijst
De gegevens in de titelhoek en de stuklijst verklaren.
B
De leerlingen kritisch doen nadenken over: - welke constructie werd toegepast? - welke materialen werden gebruikt? - welke nabehandelingen ondergingen de onderdelen en waarom?
Materiaalkeuze
De samenstelling en de eigenschappen van de gebruikte materialen opzoeken.
B
De materiaalnormen verklaren aan de hand van enkele voorbeelden.
Nabehandeling
Het doel van de nabehandeling verantwoorden.
U
Meer complexe tekeningen als syntheseoefeningen op verworven inzichten en vaardigheden voorleggen.
Werktekeningen
Schetsen maken.
U
Maattoleranties
De keuze van de maattoleranties verantwoorden.
U
ISO-tolerantiestelsel
De aanduiding, de betekenis en het gebruik van de symbolen toepassen en verantwoorden.
U
Passingen
Begrip verklaren.
B
Vorm- en plaatstoleranties
De symbolen voor de aanduiding van vorm- en plaatstoleranties lezen en verklaren.
B
62
2.2
LEERINHOUDEN
Werken met zin voor: - netheid, - nauwkeurigheid, - volledigheid, - ...
Door middel van leesoefeningen en eenvoudige toepassingen van V- en Ptoleranties een juist inzicht geven op welke wijze de normalisatie moet worden toegepast.
Oppervlaktegesteldheid 3
VAKTEKENEN
3.1
Samenstellingstekening
3.2
Werktekeningen Aanzichten Doorsneden Stuklijst en titelhoek Maataanduidingen Maattoleranties Vereenvoudigde en voorstellingen
De werktekeningen van de onderdelen opbouwen in functie van de fabricatiemogelijkheden en het product.
in
U
De leerlingen de gelegenheid bieden op computer te tekenen. Tekenen en werkmethode moeten hand in hand gaan. Overleg met de leraar technologische vakken is gewenst.
symbolische Uitvoeren van een computertekening met bijhorende werkgang vanaf de bladkeuze tot het eindresultaat op papier.
COMPUTERTEKENEN
Algemeenheden CAD Hardware Basisfuncties
B
verband
met
Begrippen verwoorden (CAD, CAM, CIM). Verwoorden. Menusysteem doorlopen, keuzes maken en tekenen. Printen en plotten van tekeningen.
U
U U
U U
Verbreding en verdieping van de inzichten in verband met CAD-tekenen verworven in het 2de leerjaar van de 2de graad.
63
4
Het begrip oppervlakteruwheid verklaren.
64
TV Textiel Theoretisch-technische vakken Technologie
1
1ste en 2de leerjaar: 3 u./w.
BEGINSITUATIE
De leerlingen hebben in de 2de graad kennis gemaakt met de verschillende productietechnieken uit de textielindustrie. Dit gebeurde aan de hand van de infrastructuur van de eigen textielafdeling, didactische modellen, video- en diamateriaal. 2
ALGEMENE DOELSTELLINGEN
Inzicht verwerven in de verschillende deelprocessen van de textielproductiebranche. De werktuigkundige samenstelling van de diverse machines/apparaten en de werking van de verschillende machinecomponenten ontleden en verklaren (onder andere interpreteren, gebruiken en eventueel opstellen van tabellen en schema's over de bewegingen en de synchronisatie, de standen, de karakteristieken ... van de machines). Een technische bibliotheek raadplegen. 3
ALGEMENE METHODOLOGISCHE WENKEN
Gebruik maken van tekeningen/transparanten die van alle ballast (overbodige tekeningonderdelen) ontdaan worden om de aandacht van de leerlingen op de kern van de zaak te houden: de werking van één of andere machine of onderdeel. Men mag evenwel niet vervallen in het louter beschrijvende van elke machine. De leraar moet de leerlingen aanmoedigen om zelf het principe of de werking te achterhalen. Bedrijfsbezoeken kunnen ingericht worden indien zij zorgvuldig voorbereid worden. In een voorafgaande les dient de betrokkenheid van de leerling opgebouwd te worden door de verschillende aspecten die tijdens het bezoek aan bod zullen komen, toe te lichten. Bedrijfsbezoeken dienen gericht te zijn. Bij het doorlopen van volledige productiehallen met alle productieprocessen zien de leerlingen de delen in het geheel niet meer. De betrokkenheid van de leerlingen wordt geëvalueerd in een nabeschouwing tijdens een volgende les. Welbepaalde opdrachten die aan de leerlingen gegeven worden, worden nadien in klasverband besproken. De coördinatie tussen de vakken PV Praktijk en TV Textiel Technologie dient optimaal te verlopen. Het is aangewezen dat eenzelfde leraar beide vakken in zijn lesopdracht heeft. Tussen de leraar van het 1ste en 2de leerjaar is communicatie (overleg en samenwerking) meer dan noodzakelijk. Het hiernavolgend leerplan is een leerplan voor de volledige 3de graad. Het is aanbevolen dat de leraars in onderling overleg - de leerstof opsplitsten in een pakket voor het 1ste en 2de leerjaar. 4
LEERINHOUDEN, VERWERKING (LEERPLANDOELSTELLINGEN) EN METHODOLOGISCHE WENKEN
TV Textiel Theoretisch-technische vakken - Technologie Nr. 1
LEERINHOUDEN
2
GAAPVORMINGSSYSTEMEN
2.1
De negatieve schachtmachine
K
B
T
A
S
E
METHODOLOGISCHE WENKEN
Het begrip verwoorden. Verwoorden. De verschillende soorten toelichten. De werking van de systemen uitleggen.
Toelichten. Informatiedragers toelichten. Verklaren. Verklaren.
B B
B U
B B
Documentatiepakket ter hand stellen. Tekeningen van verschillende soorten gebruiken. De lengte van de bepaling berekenen. Toetsen aan de lessen Praktijk.
B B
Tekeningen en folders gebruiken. Met behulp van de tekeningen de werking en de regeling bespreken.
B B
Tekeningen gebruiken. Met behulp van de tekeningen de werking en de regeling bespreken.
B B
Tekeningen toelichten. Met behulp van de tekeningen de werking en de regeling bespreken.
De positieve schachtmachine Werking en principes Programmatie Bewegingsmechanisme Synchronisatie
Toelichten. Informatiedragers toelichten. Verklaren. Verklaren.
B U
De rotatieve schachtmachine Werking en principes Programmatie Bewegingsmechanisme Synchronisatie
Toelichten. Informatiedragers toelichten. Verklaren. Verklaren.
B U
65
Werkingsprincipes Programmatie Bewegingsmechanisme Synchronisatie
2.3
VERWERKING
DE VOORAFWINDERS Inslagspanning Herkomst en doel Soorten voorafwinders Beschrijving van enkele voorafwinders Praktische richtlijnen in verband met het gebruik van voorafwinders
2.2
1ste en 2de leerjaar: 3 u./w.
Nr. 2.4
LEERINHOUDEN
K
Begrippen verklaren en berekeningen uitvoeren.
B
B
T
A
S
E
METHODOLOGISCHE WENKEN
Algemene jacquardbegrippen Tekeningen en folders. Voorbeelden en soorten in de weverij tonen. Bezoek aan ontwerpafdeling van weverij.
B
B B B B B U
66
Verschillende principes van jacquardbegrippen Opstelling en plaatsing . Open gaap . Gesloten gaap . Progressieve gaapvorming Aantal haken en schikking Montagegetal en schikking Arkadenbundel Planksteking Opstelling meerdere jacquardtoestellen Invoer van Jacquardgegevens op CAD-CAM-systemen 2.5
VERWERKING
Verbeterde mechanismen Mechanische jacquardmachines Elektronische jacquardmachines
Werking en onderdelen bespreken. Werking en onderdelen bespreken.
3
INSLAGINBRENGSYSTEMEN
Overzicht van de soorten indelingen kennen.
B
3.1
Projectielinbrengsysteem De verschillende onderdelen onderscheiden en de werking uitleggen. Toelichten. Bespreken. Synchronisatie tussen de bewegingen toelichten.
B
Werking Kleurselectie Gaapgeometrie Synchronisatie van wegingen
de
hoofdbe-
B B
U U
Bezoek weverij.
Tekeningen en folders gebruiken. Bezoek weverij. B
3.2
Grijperinbrengsysteem De weefmachine grijpers Werking Kleurselectie Gaapgeometrie Synchronisatie van wegingen
met
de
flexibele
hoofdbe-
Inslaginbreng met starre grijper Werking
3.3
de
hoofdbe-
De versc hillende onderdelen onderscheiden en de werking uitleggen. Toelichten. Bespreken. Synchronisatie tussen de bewegingen toelichten.
B U
B B
Tekeningen en folders gebruiken. Bezoek weverij.
B U
B B
Tekeningen en folders gebruiken. Bezoek weverij.
De luchtstraalweefmachines Werking Kleurselectie Gaapgeometrie Synchronisatie van wegingen
de
hoofdbe-
De verschillende onderdele n onderscheiden en de werking uitleggen. Toelichten. Bespreken. Synchronisatie tussen de bewegingen toelichten.
B U
67
Kleurselectie Gaapgeometrie Synchronisatie van wegingen
De versc hillende onderdelen onderscheiden en de werking uitleggen. Toelichten. Bespreken. Synchronisatie tussen de bewegingen toelichten.
Tekeningen en folders gebruiken. Bezoek weverij.
B B
Nr. 3.4
LEERINHOUDEN Controle-inrichtingen heidsinrichtingen
en
VERWERKING
K
B
T
A
S
E
METHODOLOGISCHE WENKEN
veiligSoorten opnoemen. Onderdelen van werking bespreken.
B U
Tekeningen en folders gebruiken.
Inslagdraadwachters : mechanische, elektro-mechanische, elektrische, optische
Soorten opnoemen. Onderdelen van werking bespreken.
B U
Tekeningen en folders gebruiken.
Controle van projectiel, grijpers, weefproces ...
Soorten opnoemen. Onderdelen van werking bespreken.
B U
Tekeningen en folders gebruiken.
Veiligheidsinrichtingen
Toelichten.
B
Smeersystemen
Smeersystemen toelichten.
U
Automatisatie
Begrip omschrijven. Voorbeelden en toepassingen bespreken.
B U
4
SPECIALE WEEFPROCESSEN
4.1
Badstofweefmachines
4.2
Fluweelweefmachines
Onderdelen onderscheiden. Werking toelichten. Nopvorming uitleggen.
B
68
Kettingdraadwachters: mechanische, elektro-mechanische, elektrische, optische
B B
ENKELSTUK Werking Kleurselectie Gaapgeometrie
De verschillende onderdelen onderscheiden en de werking uitleggen. Toelichten. Bespreken.
B U B
Tekeningen en folders gebruiken. Bezoek weverij. Weefselstructuur als vertrekpunt nemen.
Synchronisatie van de hoofdbewegingen Koorverdeling
Synchronisatie tussen de bewegingen toelichten. Bespreken.
B
De verschillende onderdelen onderscheiden en de werking uitleggen. Toelichten. Bespreken. Synchronisatie tussen de bewegingen toelichten. Bespreken.
B
B
DUBBELSTUK Werking Kleurselectie Gaapgeometrie Synchronisatie van de hoofdbewegingen Koorverdeling 4.3
U
B B
Tekeningen en folders gebruiken. Bezoek weverij. Weefselstructuur als vertrekpunt nemen.
B
Tapijtweefmachines ENKELSTUK Werking Kleurselectie Gaapgeometrie Synchronisatie van de hoofdbewegingen Koorverdeling
De verschillende onderdelen onderscheiden en de werking uitleggen. Toelichten. Bespreken. Synchronisatie tussen de bewegingen toelichten. Bespreken.
B U
B B
Tekeningen en folders gebruiken. Bezoek weverij. Weefselstructuur als vertrekpunt nemen.
B
DUBBELSTUK Werking Kleurselectie Gaapgeometrie Synchronisatie van de hoofdbewegingen Koorverdeling
De verschillende onderdelen onderscheiden en de werking uitleggen. Toelichten. Bespreken. Synchronisatie tussen de bewegingen toelichten. Bespreken.
B U
B B B
Tekeningen en folders gebruiken. Bezoek weverij. Weefselstructuur als vertrekpunt nemen.
Nr.
LEERINHOUDEN
VERWERKING
K
B
AXMINSTER Werking Kleurselectie Gaapgeometrie Synchronisatie van de hoofdbewegingen Koorverdeling 4.4
Controle-inrichtingen heidsinrichtingen
en
De verschillende onderdelen onderscheiden en de werking uitleggen. Toelichten. Bespreken. Synchronisatie tussen de bewegingen toelichten. Bespreken.
B U
T
A
S
E
METHODOLOGISCHE WENKEN Tekeningen en folders gebruiken. Bezoek weverij. Weefselstructuur als vertrekpunt nemen.
U U U
veiligSoorten opnoemen. Onderdelen van werking bespreken.
B U
Tekeningen en folders gebruiken.
Inslagdraadwachters : mechanische, elektro-mechanische, elektrische, optische
Soorten opnoemen. Onderdelen van werking bespreken.
B U
Tekeningen en folders gebruiken.
Controle van grijpers, weefproces ...
Soorten opnoemen. Onderdelen van werking bespreken.
B U
Tekeningen en folders gebruiken.
Veiligheidsinrichtingen
Toelichten.
B
Smeersystemen
Smeersystemen toelichten.
U
Automatisatie
Begrip omschrijven. Voorbeelden en toepassingen bespreken.
B U
70
Kettingdraadwachters: mechanische, elektro-mechanische, elektrische, optische
Nr. 6.2
LEERINHOUDEN
K
B
T
A
S
E
METHODOLOGISCHE WENKEN
Handtuften Werking veiligheidsinrichtingen Mogelijkheden Afwerking
7
VERWERKING
Bespreken. Bespreken. Toelichten.
U U U
NON-WOVEN Vorm van de grondstof (stapelvezel, filament) Verbindingswijzen . Vernaalden . Thermobounded Fixatie Testen (treksterkte, gewicht, dikte ...)
Opnoemen van mogelijkheden.
B B
Mogelijkheden toelichten. Bespreken.
U U
Ringspinnen
Machinepark en werking toelichten. Eindproducten bespreken. Bewerkingsvolgorde toelichten. Controle-inrichtingen toelichten.
B B U U
Tekeningen en folders ter hand stellen. Bezoek aan spinnerij voorbereiden.
Rotorspinnen
Machinepark en werking toelichten. Eindproducten bespreken. Bewerkingsvolgorde toelichten. Controle-inrichtingen toelichten.
B B U U
Tekeningen en folders ter hand stellen. Bezoek aan spinnerij voorbereiden.
Andere: frictiespinnen
Machinepark en werking toelichten. Eindproducten bespreken. Bewerkingsvolgorde toelichten.
U B U
Tekeningen en folders ter hand stellen. Bezoek aan spinnerij voorbereiden.
8
SPINNEN
8.1
Spinnen van stapelvezels
71
Werking bespreken.
8.2
Spinnen van filamentvezels
Soorten onderscheiden. Machinepark en werking toelichten.
U U
8.3
Twijnen
Werking toelichten. Eindproduct bespreken.
B B
Tekeningen en folders ter hand stellen. Bezoek aan spinnerij voorbereiden.
72
73
TV Textiel Theoretisch-technische vakken Textieltekenen
1
1ste leerjaar: 1 u./w. 2de leerjaar: 1 u./w.
BEGINSITUATIE
Voor de 1ste maal maken leerlingen kennis met dit vak. Met betrekking tot het CAD-gedeelte in uitbreiding, hebben de leerlingen reeds kennis gemaakt met de basistekenfuncties in het vak Technisch tekenen. Een textieltekensysteem heeft heel specifieke software. 2
ALGEMENE DOELSTELLINGEN
Op de hoogte zijn van de mogelijkheden die de textielmachine biedt om tot een volwaardig product te komen. Een grondige basiskennis van het 1ste deel - het ontwerpen op papier - bezitten vooraleer tot resultaten te komen op het CAD-ontwerp- en tekensysteem (dat eigenlijk een heel snel hulpmiddel is). Creativiteit en zin voor realiseerbaarheid van de tekening combineren. 3
ALGEMENE METHODOLOGISCHE WENKEN
Het beschikken over een CAD-tekensysteem biedt de leerlingen uiteraard de kans om kennis te maken met de realiteit in de teken- en ontwerpbureaus van de textielindustrie. Minder creatieve leerlingen zullen bij het aanwenden van een CAD-systeem bovendien gemakkelijker tot experimenteren aangezet worden. De aankoop van zo een CAD-tekensysteem kan geen verplichting zijn voor de school. Een degelijk voorbereid bedrijfsbezoek aan een CAD-CAM-constructeur (desnoods gespreid over een aantal lesuren) moet de leerling toelaten inzicht te krijgen in een belangrijk onderdeel van het totale concept van de productontwikkeling. Door het grote aanbod van CAD-CAM-systemen op de markt is het onmogelijk hiervan een gedetailleerd overzicht te geven in dit leerplan. Vandaar dat enkel de grote lijnen (hardware) worden uitgeschreven; de uitdieping dient te gebeuren in de school zelf. Men moet de link leggen met het hoofdstuk "Gaapvormingssystemen" van het vak TV Technologie opdat het verband tussen idee/ontwerp en uitvoering duidelijk aan bod zou komen. In de klas kan desgevallend simultaan gewerkt worden aan hetzelfde ontwerp van een platweefsel (respectievelijk jacquardweefsel) zowel op papier als via de ontwerpcomputer. Het 1-uursvak (zowel in het 1ste en 2de leerjaar) wordt best gebundeld en in een tweewekelijks beurtsysteem opgenomen. Het hiernavolgend leerplan is een leerplan voor de volledige 3de graad. 4
LEERINHOUDEN, VERWERKING (LEERPLANDOELSTELLINGEN) EN METHODOLOGISCHE WENKEN
TV Textiel Theoretisch-technische vakken - Textieltekenen Nr.
1
LEERINHOUDEN
B
T
A
S
E
METHODOLOGISCHE WENKEN
Correcte volgorde opnoemen.
B
Opnoemen. Mogelijkheden en verwachtingen op elkaar afstemmen. Opzoeken. Toelichten.
B
Basisprincipes opnoemen.
B
Toelichten. Toelichten. Toelichten.
B
Opnoemen. Uitvoeren.
B
ANALYSE VAN HET NIEUWE PRODUCT Verwachtingen van de klant Mogelijkheden en beperkingen van het machinepark Specificaties van het artikel ONTWERP
3.1
Basisprincipes van kleur en kleurmenging Primaire, secundaire, tertiaire kleuren Complementaire kleuren Kleurdiepte Opbouw van kleurenpakket
Een rollenspel organiseren waarbij de leerling ofwel klant ofwel productieleider is.
B U B
74
3
3.2
K
INLEIDING Chronologische volgorde bij de creatie van een nieuw weefsel.
2
VERWERKING
1ste leerjaar en 2de leerjaar: 1 u./w.
U
U
Ontwerpen van platweefsel Hulpmiddelen Realisatie (streepweefsel, zakdoek, Schotse ruit, schijnpatronen ...)
B
Voorbeelden tonen.
Nr. 3.3
LEERINHOUDEN
Vereisten van een goed ontwerp 3.4
Ontwerpen voor druktechnieken
4
KAARTTEKENING
B
T
A
S
E
METHODOLOGISCHE WENKEN
Definiëren. Verwoorden. Toepassen en keuze bepalen. Definiëren, berekenen en uitvoeren. Opnoemen.
B
Grondkleur bepalen en uitvoeren. Doel en functie van tegenpunt begrijpen. Uitvoeren.
B U
B
Het werken met lagen toelichten.
Opnoemen. Berekenen en uitvoeren.
B
U
B
B
B
Het volstaat om kleine oppervlakken te bewerken.
B B
TOEPASSINGEN Glanseffecten Effectendamast Badstof
Uitvoeren. Uitvoeren. Uitvoeren.
U U U
EIGEN ONTWERP
Uitvoeren.
U
De realisatie op de weefmachine in functie van de aanwezige infrastructuur zien.
75
Soorten Uithoeken van . rechte lijn . cirkels . willekeurige lijnen Inkleuren van kaarttekening Inbrengen van bindingen en aanpassen van de omtrek van het motief (binnen en buiten)
6
K
Ontwerpen van jacquardweefsel Kaartpapier en module Bepaling van koordslag-punt Berekenen van module van het papier Transponeren
5
VERWERKING
7
OVERZETTEN VAN KAARTTEKENING NAAR INFORMATIEDRAGERS Kaarten Papierband Floppy Eprom RAM-kaart Removable harddisk
8
CAD
8.1
Algemeenheden
8.2
Opnoemen. Mogelijkheden toelichten.
B
en
principewerking
B
U
B
Uitvoeren. Uitvoeren.
U U
Ontwerp- en tekenhulpfuncties Opnemen van kleur Tekengrootte Tabletgrootte Tabletoorsprong Wissen Zoom Opvullen van motieven Kopiëren Kleurwijziging
Opnoemen. Het gebruik van de functies toelichten.
Gebruik van bestaande didactische middelen. Bezoek aan "kapperij" organiseren.
76
Configuratie . Invoer . Verwerking . Uitvoer Opstartprocedure Ophalen en wegschrijven van informatie
Opnoemen. Uitvoeren.
U
U
Nr.
LEERINHOUDEN
VERWERKING
K
B
T
A
S
E
METHODOLOGISCHE WENKEN
Grenslijnbewerkingen Manipulatie van de tekening ... 8.3
Scannen Doel Procedures
8.4
B
De procedure is afhankelijk van het toestel.
U
De manipulaties zijn printerafhankelijk. 77
Uitvoeren.
U
Uitvoeren.
U
Uitvoeren.
U
De software-pakketten laten in de meeste gevallen het ontwerpen toe van zowel plat- als jacquardweefsel.
Overzetten naar informatiedrager Procedure
9.2
Verklaren. Uitvoeren.
U
CAM Inbrengen van bindingen Kleurprogrammatie Zelfkanten Instellingen van inslagdichtheid Monteringen
9.1
B
Printen Doel Manipulaties
9
Verklaren. Uitvoeren.
Realisatie van het product Uitvoering, evaluatie, aanpassing en verbetering
Dit dient te gebeuren in functie van aanwezige infrastructuur.
78
TV Textiel/Toegepaste chemie Textielchemie 1ste en 2de leerjaar: 1 u./w. 1
BEGINSITUATIE
In het fundamenteel gedeelte van de 2de graad wordt het vak TV Textielchemie onderwezen. Er is algemene basiskennis bij de leerlingen aanwezig (leerinhoud van het 1ste leerjaar) en er werd reeds elementair kennis gemaakt met enkele processen die zich in de textielindustrie afspelen (leerinhoud van het 2de leerjaar). 2
ALGEMENE DOELSTELLINGEN
De toestellen/apparaten die in de textielveredelingsbranche aangewend worden, onderscheiden. Inzicht verwerven in de nabewerkingsprocessen/voorbehandelingen. Vastberaden doch zorgvuldig omgaan met chemische stoffen. Nauwkeurigheid nastreven bij het uitvoeren van een opdracht (bijvoorbeeld het afwegen van verfstof). Veiligheidsaspecten inbouwen. 3
ALGEMENE METHODOLOGISCHE WENKEN
In deze lessen zal de leraar eenvoudige proeven als demonstratie in zijn lessen verwerken, terwijl de leerlingen deze proeven herhalen in de lessen van het vak TV Laboratorium. Alle mogelijke didactische middelen (inclusief bedrijfsbezoeken) dienen optimaal aangewend te worden om de chemische verschijnselen te visualiseren. Het abstract denken in de chemie (in het verf- en veredelingsproces) kan slechts gevoed worden door een helpende hand: visualisatie van de theorie door eenvoudige maar wetenschappelijk verantwoorde proefjes. Er dienen zoveel mogelijk waarnemingen te gebeuren op basis van experimenten door de leraar en/of leerling(en) in overleg met de leraar die het vak Laboratorium geeft. De volgorde van de leerstof is niet bindend. Het hiernavolgend leerplan is een leerplan voor de volledige 3de graad. 4
LEERINHOUDEN, VERWERKING (LEERPLANDOELSTELLINGEN) EN METHODOLOGISCHE WENKEN
TV Textiel/Toegepaste chemie - Textielchemie Nr. 1
LEERINHOUDEN
VERWERKING
K
B
T
A
S
E
METHODOLOGISCHE WENKEN
VERFKUNDE Begrippen Gestelde eisen aan de geverfde kleur
Verftoestellen
Substantiviteit, vlotverhouding, diffusie, migratie verklaren. Egaliteit, kleurovereenkomst, echtheid toelichten. Indeling en soorten van echtheden aangeven. Beoordeling uitvoeren.
B
De indeling van de werkingsprincipes bespreken. Voor- en nadelen toelichten.
B
De voornaamste bespreken.
kleurstofgroepen
B B B
B B
Uitbreiding van gekende leerstof (2de graad). Gebruik maken van geverfde stalen, kleurstofkaarten; uitvoeren van verfproef en echtheidsmeting. De leraar voert een demonstratieproef uit; de leerlingen voeren die uit in het TV Lab. Gebruik maken van afbeeldingen en schema's. Eventueel een studiebezoek aan een firma inlassen. Gebruik maken van kleurstofkaarten en geverfde stalen.
APPRETEREN Mechanische nabewerking
Het doel, de indeling, de werkingsprincipes en de toepassingen van de meest voorkomende nabewerkingen bespreken.
B
Fysico-chemische nabewerkingen
Het doel, de indeling, de werkingsprincipes en de toepassingen van de meest voorkomende nabewerkingen bespreken.
B
Door middel van werkingsschema's en afbeeldingen de werking van de toestellen verduidelijken. Stalen vergelijken met elkaar (voor en na de respectieve behandeling).
79
Verfstoffen . Kenmerken . Verfwijze . Echtheid . Toepassing verklaren 2
1ste en 2de leerjaar: 1 u./w.
3
INDUSTRIELE TOEPASSINGEN
3.1
Vochtigheidsgraad van de lucht Verdamping Vochtigheidsgraad (relatieve vochtigheidsgraad) Meten van de relatieve vochtigheidsgraad Luchtconditionering
3.2
U
Belang aantonen op industrieel gebied.
U
Doel en toestellen bespreken.
U
In verband brengen met de textielnijverheid. Illustreren met eenvoudige voorbeelden en proeven.
Water in de textielnijverheid Vindplaatsen aangeven. Graad van verontreiniging illustreren. Definitie. Indeling aangeven. Bespreken. Werkwijze toelichten. De methodes bespreken.
B B B
In het laboratorium verduidelijken met eenvoudige proeven. 80
Voorkomen van water in de natuur Hardheid . Hardheidsgraad . Soorten hardheid . Nadelen . Meetmethoden Zuiveren van water . Onoplosbare bestanddelen . Opgeloste organische bestanddelen . Hardheidszouten . Afvalwater 3.3
Begrip verklaren.
B B U B
Warmte Thermometers . Schalen . Soorten Vloeistofthermometer Metaalthermometer
Aangeven. Gebruik aantonen.
B B
De nadruk op de Celsiusschaal leggen. Voorbeelden en demonstraties geven.
Nr.
3.4
LEERINHOUDEN
VERWERKING
K
B
. Werking . Toepassingsgebied
Demonstreren. Aantonen.
B U
Warmteoverbrenging . Geleiding . Stroming . Straling
Voorwaarden, voorkomen, eigenschappen en toepassingen aangeven.
U
Warmteverliezen
Oorzaken opnoemen. Voorkoming toelichten.
U
Factoren toelichten.
B U
T
A
S
E
METHODOLOGISCHE WENKEN
Oplossen
Telkens Definiëren. Toepassingsgebied aantonen. Voorbeelden aangeven. Oefeningen maken.
Telkens
Aan de hand van concrete voorbeelden uit de textielindustrie verduidelijken. Gebruik van omzettabellen.
U
Kenmerken, voorkomen en toepassingsgebied bespreken.
Verduidelijken met enkele proeven.
De neerslagvorming bepalen.
Demonstreren.
81
Oplosbaarheid Concentratie . Molariteit . Normaliteit . Molfractie . Parts pro million (PPM) en parts pro billion (PPB) . Massa - (gewicht) - procenten . Volumeprocenten . Gram/liter (combinatie) . Graden Baumé Oplossingswarmte Stolpunt en kookpunt Diffusie Osmose Colloïdale oplossingen Suspensie en emulsie Neerslagvorming
82
TV Elektromechanica/Mechanica/Textiel Laboratorium pneumatica 1ste leerjaar: 2 u./w. 1
BEGINSITUATIE
De leerlingen maken voor de 1ste maal kennis met pneumatische sturingen. In aanverwante vakken hebben zij probleem-analyserend leren denken/handelen. 2
ALGEMENE DOELSTELLINGEN
De basiscomponenten benoemen en aanduiden. In staat zijn om het nut en het gebruik van eenvoudige schakelingen in bestaande sturingen te begrijpen. Toestellen voor het behandelen van lucht herkennen. 3
ALGEMENE METHODOLOGISCHE WENKEN
In het vak wisselen theorie, demonstraties en laboratorium-proeven elkaar af. Bij voorkeur wordt het vak in een daartoe uitgerust lokaal gegeven. Veel aandacht schenken aan het lezen van de symbolen. Software van firma's kan bijdragen tot het vlot leren omgaan met symbolen. Er wordt veel aandacht geschonken aan probleemanalyse met de belangrijke elementen: signaaldetectie, signaalverwerking en oplossing. Afhankelijk van de beschikbare uitrusting in de school kunnen verschillende sturingstechnieken (combinatorische, tijdafhankelijke, wegafhankelijke, sequentiële) in een stijgende moeilijkheidsgraad aangeleerd worden. 4
LEERINHOUDEN, VERWERKING (LEERPLANDOELSTELLINGEN) EN METHODOLOGISCHE WENKEN
TV Elektromechanica/Mechanica/Textiel - Laboratorium pneumatica Nr. 1
LEERINHOUDEN
B
T
A
S
E
METHODOLOGISCHE WENKEN
Opnoemen. Toelichten.
B
Opnoemen.
B
B
Onderscheid maken tussen atmosfeer in productiezaal, lab en lucht voor perslucht.
De meest courante eenheden gebruiken.
BLOKSCHEMA VAN EEN PROCES De verschillende delen van de kringloop herkennen en benoemen.
B
Het onderscheid maken tussen hoofden stuurkring.
B
Vergelijken van pneumatische sturingen met elektrische sturingen qua voor- en nadelen, toepassingsgebied, realisatie ...
De werking en het principe verklaren. Toelichten.
B
Geen theoretische berekeningen behandelen.
83
Energiebron Signaalgevers Verwerking Aandrijving Blokschema
3
K
LUCHT Bestanddelen Kenmerken . druk/drukval . temperatuur . dichtheid . vochtigheid Eenheden
2
VERWERKING
1ste leerjaar: 2 u./w.
ENERGIEBRONNEN EN TOEBEHOREN Soorten compressoren Toepassingsdomeinen
B
Nr.
LEERINHOUDEN Toestellen voor het behandelen van lucht en perslucht: . filter . waterafscheider . droger . smeertoestel . leidingen . drukvat . afsluitkranen
4
K
Telkens doel en werking verklaren.
B B
T
A
S
E
METHODOLOGISCHE WENKEN In de textielindustrie is de hoedanigheid van lucht/perslucht zeer belangrijk.
MEETINSTRUMENTEN Druk: . meetinstrumenten . eenheden
Opnoemen. Opnoemen.
B B
Debiet: . meetinstrumenten . eenheden
Opnoemen. Opnoemen.
B B
Omzettingstabellen gebruiken voor het verbruik van lucht (m3/uur en g/sec en 1/min).
ENERGIE-OMVORMERS
Voorstellen op schema (genormaliseerd symbool).
B
Cilinders: . enkelwerkende . dubbelwerkende . speciale uitvoeringen
Werking verklaren. Doel en gebruik verantwoorden.
B B
Persluchtmotoren
Keuze verantwoorden.
B
Gebruik maken van catalogi.
Gebruik maken van catalogi.
84
5
VERWERKING
6
Soorten: . smoorventiel . drukregelventiel . monostabiel . bistabiel . 2/2, 3/2, 4/2 en 5/2 . snelheidsregelventiel . snelontluchtingsventiel . terugslagklep . pilootgestuurd ventiel
Opnoemen. Telkens werking, doel en gebruik toelichten.
Bediening van ventielen: . mechanisch . elektrisch . pneumatisch
De soorten herkennen. Werking toelichten.
B U
Soorten sturingen: . naar signaalverwerking
Soorten onderscheiden. Toepassingen opnoemen.
B B
Bespreken van combinatorische en sequentiële sturingen.
.
Soorten onderscheiden. Toepassingen opnoemen.
B B
Bespreken van volgsturingen, sturingen met geheugen, programmasturing.
B
U
Keuze maken aan de hand van catalogi.
85
7
VENTIELEN
AUTOMATIE
naar soort
Schakelelementen: . eindeloopschakelaars . naderingsschakelaars . optische sensoren
Soorten opnoemen. Telkens principe toelichten. Montagevoorschriften toepassen. Voor- en nadelen opnoemen.
B B
B U
Nr.
LEERINHOUDEN Bewegingsdiagram: . grafische voorstelling . aanduiding van -stappen -weg -signaal Functiediagram voor zuiver lineair proces: . principe en gebruik . basisregels . programmeren
VERWERKING
K
B
Door bewegingsdiagram de werking afleiden.
T
A
S
E
METHODOLOGISCHE WENKEN
B
B B U
Sturingen verklaren
Case-studies toelichten.
B
Beveiligingen: . mogelijkheden . voorschriften
Opnoemen. Opnoemen.
U U
Case-studies uit de textielwereld bespreken. Permanente motivatie om aandacht te hebben voor de veiligheid.
86
Toelichten. De elementen lezen, benoemen. Bewegingsdiagram vertalen naar functiediagram.
Logisch redeneren ontwikkelen door gebruik van functiediagram.
87 7
BIBLIOGRAFIE
7.1 -
Boeken
DE CRAECKER, Textieltechnologie. ISBN 9030144485. DUBOIS, Textielvezels. ISBN 9001094007. Textiel ABC. Etitex. Kunststoffen, vandaag en morgen. Brussel, Federatie van de Chemische Nijverheid. SCHRIJNEMAKERS, SCHULTE, Stoffenvademecum. ISBN 9001794610. SCHRIJNEMAKERS, SCHULTE, Textielwarenkennis. ISBN 9001794602. Textiel A B C. Antwerpen, Etitex, ISBN 90091154.
7.2
Tijdschriften
NEDERLANDSTALIG - Texpress. Weekblad voor de textiel- en kledingindustrie en -handel in de Benelux, Rijnsbrugstraat 11, NL 1059 AT Amsterdam. - Etitex-post. Lange Leemstraat 137, B 2018 Antwerpen. - Infotex 2000. Driemaandelijks informatieblad voor de textielindustrie. Rode Beukendreef 19, 9831 Sint-Martens-Latem. - Unitex. Tweemaandelijks tijdschrift voor textielkaderleden. Ketelstraat 40, 9800 Deinze. - De Tex Textilis. Uitgeverij Context BVBA. Brusselpoortstraat 10, 2800 Mechelen. FRANSTALIG - L'industrie Textile. 26, Rue Ballu, F 75009 Paris. DUITSTALIG - Der Melliand. Textilberichte. Rohrbacher Strasse 76, D 6900 Heidelberg. - Textil Praxis International. Konradin Verlag R. Kohlhammer, Postfach 100252, E. Meystrasse 8, 7022 Leinfelder-Ehterdingen. - Chemiefasern/Textilindustrie. Deutscher Fachverlag GmbH, Mainzer Landstrasse 251, Postfach 100606, W 6000 Frankfurt am Main 1. ENGELSTALIG - Textile Leader. International Textile Service, Univer Haus, Kesslerstrasse 9, CH 8952 SchlierenZürich. 7.3
Documentatiecentra
"Documentatie" is hier opgevat in de breedste zin van het woord: het gaat hier om boeken, tijdschriften, thesissen, naslagwerken, bedrijvenfolders, diareeksen, videofilms, grondstoffen- en weefselkoffers, transparanten, didactische modellen ... (Het is begrijpelijk dat niet alle centra over de hele waaier van documentatievormen beschikken). - Centexbel (Technisch en wetenschappelijke centrum van de Belgische textielnijverheid), Grote steenweg noord 2, 9052 Zwijnaarde, tel. (091)20 41 51. - Lab Demeulemeester (Universiteit Gent), Grote steenweg noord 2, 9052 Zwijnaarde, tel. (091)64 57 35. - Cobot (Centrum voor opleiding, bij- en omscholing voor de Textiel- en breigoednijverheid), Burggravenlaan 40, 9000 Gent tel. (091)22 26 14. - Documentatiecentrum IHR-CTL, Voskenslaan 270, 9000 Gent, tel. (091)21 80 11. - Etitex, Lange Leemstraat 137, 2018 Antwerpen, tel. (03)230 18 70. - IWS (Internationaal Wolsecretariaat), R. Vandendriesschelaan 18, 1150 Brussel, tel. (02)772 79 00. - BNTI (Belgisch Nationaal Tapijtinstituut), Montoyerstraat 24, 1040 Brussel. - Algemeen Belgisch Vlasverbond, Oude Vestingstraat 15, 8500 Kortrijk. - Vlasbureau, Montoyerstraat 24, 1040 Brussel.
88 - Belgisch Tapijt- en Meubelstofverbond, Casinoplein 10, 8500 Kortrijk, tel. (056)21 68 05. - Febeltex (beroepsfederatie), Montoyerstraat 24, 1040 Brussel: - Bedrijven Hier kan men terecht voor info-brochures, documentatiepakketten, handleidingen ... - Machineconstructeurs Hier kan men terecht voor info-brochures, documentatiepakketten, handleidingen ... 7.4
Vormingsmogelijkheden
- Cobot (Centrum voor opleiding, bij- en omscholing voor de Textiel- en breigoednijverheid), Burggravelaan 40, 9000 Gent tel. (091)22 26 14. - Textiellerarencomité, secretariaat: Wolvenstraat 29, 9550 Herzele of Watermolenwal 7, 8501 Heule. - VDAB (Vlaamse Dienst voor Arbeidsvoorziening), Vlamingstraat 10, 8560 Wevelgem, tel. (056)40 04 32. - Textielbedrijven voor het volgen van vormingsactiviteiten (stages, bedrijfsbezoeken ...). - Constructiehuizen voor het volgen van vormingsactiviteiten (stages, cursussen, technische voordrachten ...). OPMERKING Deze lijst werd geactualiseerd en afgesloten op 1 november 1992; bijgevolg kunnen zich reeds wijzigingen hebben voorgedaan (telefoonnummer, adres, nieuw textielboek of -tijdschrift ...). Mogen wij de gebruiker van dit leerplan vragen, de Leerplancommissie Textiel of het NVKSO op de hoogte te brengen van de vastgestelde veranderingen. Gelieve het nummer van het leerplan te vermelden waarin de aanvulling/wijziging dient te gebeuren.