Wijzigingen t.o.v. het vorige leerplan D/2002/0279/020. We verwijzen ter motivatie van dit erratum en addendum naar de CODEX Welzijn, Titel VIII, Bijzondere werknemerscategorieën en werksituaties, Hoofdstuk II, Jongeren op het werk, Afdeling III, verbodsbepalingen. Onder hoofdstuk 3 van het leerplan elektriciteit praktijk vond je onderstaande doelstellingen: 3.1 Met de gepaste gereedschappen en de juiste technieken gaten maken in een stenen muur en in beton. 3.2 Met de gepaste gereedschappen en de juiste technieken gaten maken in holle wanden. 3.3 De gepaste machines en beschermingsmiddelen gebruiken. 3.4 Met gepaste gereedschappen en de juiste technieken sleuven maken in een stenen muur in beton. 3.5 De gepaste beschermingsmiddelen gebruiken en de veiligheidsvoorschriften in acht nemen. Ondanks de verbodsbepalingen in CODEX zijn deze werkzaamheden een belangrijk onderdeel van het takenpakket van een elektrotechnisch installateur. We mogen daarom het werken rond deze doelstellingen zeker niet uit de weg gaan. Daarom is het aangewezen om de doelstellingen 3.1, 3.3, 3.4 en 3.5 te verwezenlijken in de het 2e leerjaar van de 3e graad. Deze doelstellingen worden verplaatst naar het leerplan Elektrische Installatietechnieken D/2004/0279/052 en als hoofdstuk 8.14 opgenomen.
O N TW ER P
VLAAMS VERBOND VAN HET KATHOLIEK SECUNDAIR ONDERWIJS
LEERPLAN SECUNDAIR ONDERWIJS
ELEKTROTECHNIEKEN Tweede graad TSO
Brussel - Licap: D/2002/0279/020 - september 2002
ALGEMENE INHOUD
5
ALGEMEEN DEEL..........................................................................................................
7
ELEKTRICITEIT - PRAKTIJK.....................................................................................
13
O N TW ER P
LESSENTABEL ................................................................................................................
ELEKTRICITEIT EN LAB.............................................................................................
47
INSTALLATIEMETHODEN..........................................................................................
83
Algemene inhoud D/2002/0279/020
3
Elektrotechnieken 2de graad TSO
LESSENTABEL
Uur/week Administratieve vakbenaming
Basisvorming en fundamenteel gedeelte Totaal Godsdienst Aardrijkskunde Frans Geschiedenis Informatica Lichamelijke opvoeding Nederlands Wiskunde Elektriciteit - praktijk (x) Elektriciteit en lab (x) Installatiemethoden (x) Toegepaste fysica
34 2 1 2 1 1 2 4 3 8 3 6 1
34 2 1 2 1 1 2 4 3 8 3 6 1
AV Godsdienst AV Aardrijkskunde AV Frans AV Geschiedenis AV Informatica AV Lichamelijke opvoeding AV Nederlands AV Wiskunde PV Praktijk Elektriciteit TV Elektriciteit TV Elektriciteit TV Toegepaste fysica
Complementair gedeelte maximum Elektriciteit - praktijk (x)
2 2
2 2
PV Praktijk Elektriciteit
Elektriciteit en lab (x) Engels
1 1
1 1
TV Elektriciteit AV Engels
O N TW ER P
Pedagogische vakbenaming
_______________________ (x) Voor deze vakken is het leerplan in deze brochure opgenomen.
Lessentabel D/2002/0279/020
5
Elektrotechnieken 2de graad TSO
O N TW ER P
ELEKTROTECHNIEKEN Tweede graad TSO
ALGEMEEN DEEL
D/2002/0279/020
Algemeen deel D/2002/0279/020
7
Elektrotechnieken 2de graad TSO
INHOUD
INLEIDING ....................................................................................................
9
2
INSTROOM EN BEGINSITUATIE ............................................................
12
3
O N TW ER P
1
UITSTROOM .................................................................................................
Algemeen deel D/2002/0279/020
8
12
Elektrotechnieken 2de graad TSO
1
INLEIDING
1.1
Nieuwe impulsen
Volgende impulsen liggen aan de basis tot vernieuwing van het leerplan:
1.2
vernieuwde visie op TSO en BSO die leidt naar duidelijkere profilering en een min of meer eenvormig stramien voor de leerplannen; pedagogisch-didactische inzichten om geïntegreerd te werken; het geïntegreerde gebruik van informatie- en communicatie technologie; leerplannen vertrekken vanuit leerplandoelstellingen die door hun formulering het beoogde niveau aangeven; recente aanbevelingen in de doorlichtingverslagen van de inspectie. Vormingscomponenten en doelstellingen van de studierichting
O N TW ER P
-
Deze tweede graad is in wezen geen finaliteit. De aangeboden vormingscomponenten streven vooral doorstroming naar de derde graad (zie 4: uitstroom) na. De TSO-studierichting Elektrotechnieken biedt in combinatie met een derde graad binnen het brede domein van de toegepaste elektriciteit, elektronica, en industriële ICT, een theoretisch-technische vorming aan eigen aan het arbeidsveld van de technicus. Deze TSO-vorming is erop gericht werknemers te vormen die zich op het niveau tussen de opdrachtgever-ontwerper en de zuivere uitvoerder kunnen bewegen. Het studieobject van een studierichting op dit ‘niveau’ heeft dus als studieobject de uit te voeren realisatie. De doelstellingen zijn: -
via technisch tekenen communiceren om het concept van de realisatie te begrijpen en de uitvoering voor te bereiden; de noodzakelijke uivoeringsrichtlijnen formuleren om de gevraagde kwaliteitscriteria te bereiken; meewerken aan de uitvoering en leidinggevend kunnen optreden.
De klemtoon ligt op het herkennen, toelichten en verwerken van de ontwerpaspecten om te komen tot de praktische realisaties. Er is echter ook voldoende aandacht voor de uitvoeringsgerichte vaardigheden. De taak van dergelijke technicus is dus zowel uitvoerend als coördinerend of leidinggevend. Dit in tegenstelling met een BSO-vorming die het uitvoeren van de realisatie als studieobject heeft. Met als doelstellingen: -
via technisch tekenen communiceren om tot de gewenste uitvoering te komen; gepast handelen op basis van de gevraagde kwaliteitscriteria; de uitvoering realiseren op basis van de gevraagde kwaliteitscriteria.
Uitgaande van bovenstaande profilering is het specifieke studieobject voor de tweede graad ‘Elektro-technieken’ de uit te voeren realisatie van de elektrische installatie van een nieuwe residentiële woning en de renovatie of herstelling daarvan. Daarnaast worden een grondige basiskennis en transfereerbare vaardigheden verworven om de doelstellingen van een derde graad binnen hetzelfde domein te bereiken.
Algemeen deel D/2002/0279/020
9
Elektrotechnieken 2de graad TSO
1.3
Algemene pedagogisch-didactische wenken: geïntegreerd leerplan
Het leerplan is in hoofdzaak bedoeld als leidraad. De doelstellingen en leerinhouden betekenen een referentiekader. De wenken zijn bedoeld als suggesties, als tips. Het leerplan mag in geen geval een excuus zijn om niet naar de noden van de maatschappij en de verwachtingen van de leerlingen te luisteren. Er moet naast opleiding voldoende aandacht blijven bestaan voor opvoeding. De vorming moet zo sterk mogelijk aanleunen op wat typisch en attractief is voor het betreffende arbeidsveld. De leerlingen dienen tot het inzicht te komen dat er een samenhang is tussen het lesgebeuren en het arbeidsproces in het dagelijkse leven. Het is de bedoeling om beroepsfiere technici te vormen.
O N TW ER P
Het is vanuit pedagogisch-didactisch standpunt absoluut noodzakelijk om een degelijke samenhang tussen de vakken te realiseren. Een eerste stap om op dit vlak goede resultaten te bereiken is vertrekken vanuit een geïntegreerd leerplan. Een geïntegreerd leerplan houdt in dat er zo weinig mogelijk onderverdeling is in vakken. Dit betekent voor het vak ‘Installatiemethoden’ dat er geen afzonderlijke leerplanonderdelen bestaan voor tekenen, installatieleer en werkmethoden. De leerplandoelstellingen en leerinhouden worden zodanig aangeboden dat deze elementen als één geheel worden ervaren, waardoor ook de relatie met het vak ‘Praktijk Elektriciteit’ optimaal wordt. In dit vak komen heel wat technologishe aspecten van elektrische installaties aan bod. Het is niet de bedoeling dat de leerlingen een encyclopedische kennis verwerven, maar wel dat zij de attitude en de methode ontwikkelen om de juiste bronnen rond deze materie te raadplegen. Zij leren de werking van elektrische componenten en apparaten verklaren en de technische specificaties van materialen, componenten en toestellen interpreteren. Door de leerplandoelstellingen en leerinhouden te groeperen ontstaat er een referentiekader om, waar mogelijk, projectmatig te werken. In de context van dit leerplan werken we aan een globaal project: het realiseren van de huishoudelijke elektrische installatie van een residentiële woning, het studieobject waarvan reeds sprake was in paragraaf 1.2 van deze inleiding waarin de vormingscomponenten en doelstellingen van de studierichting werden omschreven. Dergelijke aanpak bevordert sterk de succeservaring en het welbevinden van de leerlingen. Een aantal randvoorwaarden om op deze vernieuwde aanpak te realiseren dienen vervuld te zijn: voldoende ruimte en uitrusting, in aantal beperkte klasgroep, aangepaste leermiddelen … De nogal abstracte leerinhouden van deze discipline verplichten de leerkrachten constant te overwegen welke werkvorm zij zullen gebruiken in elke specifieke leersituatie. Een leerkracht kan werkvormen hanteren waarbij hij/zij doceert, demonstreert of delegeert. In deze laatste situatie heeft de leerkracht vooral een begeleidende taak. De leerlingen onderzoeken, experimenteren, dialogeren, testen, schetsen, tekenen, voeren uit, schakelen, stellen in werking, monteren, demonteren, controleren en evalueren. Enkel technische vakken die, naast een theoretische onderbouw voor de tweede graad, ook een belangrijke ondersteunende kennis aanbrengen voor doorstroming naar een volgende graad, worden afzonderlijk gehouden. Zij dienen echter de samenhang met de meer praktisch georiënteerde vakken te bewaren.
Algemeen deel D/2002/0279/020
10
Elektrotechnieken 2de graad TSO
Dit is hier het geval met het vak ‘Elektriciteit en lab’. De leerlingen verwerven inzichten om berekeningen en metingen uit te voeren in verband met elektrische grootheden. De wetenschappelijke en wiskundige benadering van dit vak moet ondersteund worden via overleg met de leerkrachten ‘Wiskunde’ en ‘Toegepaste fysica’. Er wordt gewerkt met de basisgrootheden en afgeleide grootheden van het SI-stelsel, waarbij ook steeds de correcte eenheden worden gebruikt. Vectoriële benaderingen worden niet uit de weg gegaan. Het niveau moet echter progressief worden opgebouwd.
O N TW ER P
Binnen dit vak wordt eveneens integratie nagestreefd. De theorie en de laboratoriumoefeningen dienen geïntegreerd aan bod te komen. Een vaklokaal dat, door zijn concept en uitrusting, de mogelijkheid biedt om er de basisbegrippen van de elektriciteit geïntegreerd te onderwijzen, kan daarbij bijzonder nuttig zijn. De verschillende activiteiten van de leerlingen zoals het volgen van theorie, het maken van oefeningen en het meten aan proefopstellingen, kunnen plaatsvinden in dit lokaal. Bepaalde leerinhouden die niet als meetopstelling door de leerlingen worden uitgevoerd, kunnen via klassikale opstellingen gehanteerd door de leraar, didactisch worden ondersteund. Ook didactische software zal daartoe worden aangewend. De metingen en proeven worden zoveel mogelijk aansluitend op de theorie door de leerlingen zelf uitgevoerd. Om de lessen efficiënt te laten verlopen wordt aanbevolen telkens twee lesuren na elkaar te voorzien voor dit vak. 1.4
Het gebruik van Informatie- en Communicatie Technologie (ICT)
Het is evident dat van de mogelijkheden die de computer, op het didactisch vlak, biedt optimaal gebruik moet worden gemaakt. Typische mogelijkheden die op dit leerplan betrekking hebben zijn: -
-
Het opzoeken van onder meer: kenmerken van materialen, gereedschappen en uitvoeringstechnieken via Internet, cd-rom’s, … Het gebruik van educatieve programma’s in verband met de elektriciteitstheorie, eenvoudige simulatie, het lezen van tekeningen, ruimtelijk voorstellings- en waarnemingsvermogen. Eenvoudige rekenbladen of geprogrammeerde formulieren om de kostprijs te berekenen. Programma’s ter ondersteuning van zelfevaluatie. Eenvoudige software om op een actieve manier kennis en inzichten te verwerken. In het vak ‘Installatietechnieken’ wordt de computer, met eenvoudige CAD-software, als tekenhulp geïntegreerd aangewend (zie ook paragraaf 2.5).
Er dient opgemerkt dat de programma’s die men gebruikt dermate gebruiksvriendelijk dienen te zijn dat de klemtoon ligt op de te verwerven leerplandoelstellingen en zeker niet op de beheersing van één of ander softwarepakket. 1.5
De aanpak van het tekenen en schetsen binnen de vakken ‘Installatiemethoden’ en ‘Praktijk Elektriciteit’
Zowel bij het meetkundig en mechanisch tekenen als bij het schematekenen, beiden geïntegreerd in het vak ‘Installatiemethoden’ is het gebruik van een aangepast CAD-pakket een belangrijk en hedendaags hulpmiddel.
Algemeen deel D/2002/0279/020
11
Elektrotechnieken 2de graad TSO
Vooral het verhogen van het waarnemings- en voorstellingsvermogen en het lezen, begrijpen en interpreteren van de tekeningen en schema’s staan centraal, NIET de beheersing van de software. aangebracht tijdens de uitvoering voor te stellen, om oorspronkelijke maten aan te passen, om toelichting bij uitvoeringsdetails te geven … Het gebruik van de computer met gebruikersvriendelijke tekensoftware verhoogt echter de efficiëntie, waardoor er meer aandacht kan gaan naar de reeds vermelde doelstellingen van het tekenen en de creatieve aspecten daarvan. In de lessen ‘Praktijk Elektriciteit’mogen echter de vaardigheden rond het schetsen niet worden vergeten, bijvoorbeeld om een opgemeten bestaande toestand of wijzigingen aangebracht tijdens de uitvoering voor te stellen, om oorspronkelijke maten aan te passen, om toelichting bij uitvoeringsdetails te geven …
2
INSTROOM EN BEGINSITUATIE
O N TW ER P
De logische instroom voor het eerste leerjaar van de tweede graad van de studierichting ‘Elektrotechnieken’, komt uit de A-stroom van de eerste graad, meer bepaald uit het tweede leerjaar van de basisopties ‘Mechanica-elektriciteit’ en ‘Industriële wettenschappen’. De leerlingen kunnen echter net zo goed van een ander tweede leerjaar van de eerste graad komen, waardoor eventueel een vrij heterogene groep kan ontstaan. Omwille van bovenstaande bedenkingen is het raadzaam de voorkennis rond elektriciteit te relativeren. Typische kenmerken die van de leerlingen verwacht worden en waar tijdens hun vorming verder aandacht wordt gegeven zijn: -
3
Beschikken over een voldoend ruimtelijk waarnemings- en voorstellingsvermogen. Interesse hebben voor het verwerven van zowel technisch-theoretische als praktische kennis en vaardigheden. In teamverband willen werken en communicatief ingesteld zijn. Probleemoplossend willen denken en handelen en voldoende creativiteit aan de dag willen leggen bij het organiseren van werkzaamheden. Verantwoordelijkheid nemen bij het voorbereiden en uitvoeren van werkzaamheden en aandacht willen besteden aan kwaliteit, preventie en milieu. Bereid zijn om informatie te raadplegen en documentatie te zoeken. Richtlijnen en voorschriften correct willen toepassen.
UITSTROOM
Na de tweede graad van de studierichting ‘Elektrotechnieken’ zullen de leerlingen vooral uitstromen naar de derde graad in: -
de studierichting ‘Elektrische installatietechnieken’ of de studierichting ‘Elektronische installatietechnieken’ of de studierichting ‘Industriële ICT’.
Algemeen deel D/2002/0279/020
12
Elektrotechnieken 2de graad TSO
O N TW ER P
ELEKTROTECHNIEKEN Tweede graad TSO Elektriciteit praktijk
1ste en 2de leerjaar: 8 (+2) uur/week
D/2002/0279/020
Elektriciteit praktijk D/2002/0279/020
13
Elektrotechnieken 2de graad TSO
INHOUD
2
3
4
LEERPLANDOELSTELLINGEN, LEERINHOUDEN EN PEDAGOGISCH-DIDACTISCHE WENKEN ...........................................
15
EVALUATIE ..................................................................................................
40
O N TW ER P
1
MINIMALE MATERIËLE VEREISTEN...................................................
40
BIBLIOGRAFIE ............................................................................................
44
Elektriciteit praktijk D/2002/0279/020
14
Elektrotechnieken 2de graad TSO
1
LEERPLANDOELSTELLINGEN, LEERINHOUDEN EN PEDAGOGISCH-DIDACTISCHE WENKEN
1
DE NODIGE MAATREGELEN TREFFEN OM VEILIG OM TE GAAN MET ELEKTRISCHE ENERGIE LEERINHOUDEN
1.1
Aandacht besteden aan een veilige en zuivere werkplek.
Veiligheidsvoorschriften Persoonlijke beschermingsmiddelen Hygiënische voorschriften
1.2
De gevaren die het gebruik van elektrische energie meebrengen onderkennen.
Veilig omgaan met elektriciteit Oorzaken en gevolgen
1.3
De gebods- en verbodstekens in functie van de uit te voeren werkzaamheden naleven.
Veiligheidsvoorschriften - de gebods- en verbodstekens - werkplaatsreglement - persoonlijke beschermingsmiddelen
Het werkplaatsreglement toepassen.
Werkplaatsreglement
De persoonlijke beschermingsmiddelen gebruiken, de collectieve beschermingsmaatregelen nemen en de richtlijnen terzake naleven.
Persoonlijke beschermingsmiddelen. Aanrakingsgevaar, elektrocutie Isolatie, aarding Veiligheidsmaatregelen
Veiligheidsgewoonten veranderen.
De voordelen van veilig gedrag versterken en het veilig gedrag aantrekkelijker maken
De bescherming van anderen bevorderen.
Sluiten van deuren Afdekken van klemmen Uitschakelen van voedingen. Plaatsen van waarschuwingsborden
Volgens de geldende afspraken afval sorteren en opslaan.
Milieuvoorschriften
De gereedschappen en machines veilig benaderen en ermee omgaan volgens goed vakmanschap.
Specifieke veiligheidsbegrippen in de elektriciteit: - aanrakingsgevaar, elektrocutie - isolatieaarding - te treffen veiligheidsmaatregelen - keur- en veiligheidsmerken - keuze van beveiligen - opbouwen van stellingen en - ladders - bediening van hoogtewerkers
1.4 1.5
1.6
1.7
1.8
1.9
O N TW ER P
LEERPLANDOELSTELLINGEN
Elektriciteit praktijk D/2002/0279/020
15
Elektrotechnieken 2de graad TSO
1.10
Het gebruik van een bedrijfsapotheek beheersen en gepast handelen in een noodsituatie.
Situering van de bedrijfsapotheek Alarmeren van de bevoegde diensten Eerste hulp verlenen
1.11
De hygiënische voorschriften naleven.
Hygiënische voorschriften
1.12
Verantwoordelijk zijn voor orde, netheid, gezondheid en milieu.
Orde, netheid, gezondheid en milieu
PEDAGOGISCH-DIDACTISCHE WENKEN
-
Laat steeds met de nodige zorg restafval verwijderen en deponeren op de daartoe bestemde plaats. Raadpleeg de betreffende reglementering in het AREI en ARAB. Doorheen de werkzaamheden dient men steeds aandacht te geven aan veiligheid, hygiëne en milieu. Een duidelijk uitgeschreven werkplaatsreglement als leidraad nemen en er voortdurend naar verwijzen. Didactische panelen op goed gekozen plaatsen helpen ter ondersteuning. De leerlingen dienen een veilige en doordachte arbeidsmentaliteit aan te leren. Kwaliteit moet men nastreven in elk deelaspect van de uitvoering maar ook in de veiligheid voor onszelf en de anderen. De leerlingen dienen erop gewezen dat de producten die men aflevert door anderen op een veilige wijze moeten gebruikt worden. Leerlingen aansporen om op het internet te zoeken naar de voorschriften terzake.
O N TW ER P
-
LEERPLANDOELSTELLINGEN
LEERINHOUDEN
Weten hoe elektriciteitsgevaar aan te duiden
Pictogrammen
De Europese regelgeving ter zake toelichten
Europese regelgeving
De gepaste veiligheid gebruiken in functie van de opdracht en de gebruikte toestellen; de veiligheidsregels in de elektrische installatie integreren.
Normen ARAB - AREI Voorschriften van de plaatselijke stroomleverancier
1.16
De regels van goed vakmanschap omschrijven.
Goed vakmanschap
1.17
Verantwoordelijkheid opnemen omtrent elkaars veiligheid
De EHBO-beginselen rond elektrocutie Het verzorgen van kleine verwondingen
1.13
1.14
1.15
Elektriciteit praktijk D/2002/0279/020
16
Elektrotechnieken 2de graad TSO
PEDAGOGISCH-DIDACTISCHE WENKEN
-
-
Aan de hand van beschikbare didactische platen en videobanden de gevaren en de veiligheidsmaatregelen tonen. Aandacht voor linkshandigen. Voorkeur- en veiligheidsmerken verwijzen naar de Europese reglementering. De keuze van de elektrische beveiligingen in schema’s en schakelingen integreren. Raadpleeg ter zake ook EN-6O2O4-1 Aandacht voor restmaterialen en batterijen
2
DE VOORBEREIDINGEN TREFFEN OM DE WERKZAAMHEDEN AAN EEN HUISINSTALLATIE UIT TE VOEREN
2.1
Het bouwplan LEERINHOUDEN
2.1.1
De gebruikte symboliek op een bouwplan herkennen.
De symbolen gebruikt door de architect
2.1.2
De meest geschikte plaats voor de meterkast aanduiden.
Plaatsbepaling meterkast, volgens de geldende voorschriften
2.1.3
De plaats van de energiesteen of aansluitbocht bepalen.
Plaatsbepaling energiesteen of aansluit bocht, volgens de geldende voorschriften
2.1.4
Het traject van de aardingslus bepalen.
Plaatsing aardingslus
2.1.5
De plaatsing van aardingspennen overwegen en bepalen.
Aardingspennen
2.1.6
De plaats van de aardonderbreker bepalen.
Aardonderbreker
2.1.7
Het traject van de wachtbuizen voor elektricteit, telefoon en teledistributie aanduiden.
Traject wachtbuizen
O N TW ER P
LEERPLANDOELSTELLINGEN
PEDAGOGISCH-DIDACTISCHE WENKEN
-
-
Het bouwplan van een eenvoudige woning kiezen waarin een gedeelte van een installatie kan gerealiseerd worden in inbouw, in holle wanden en opbouw, in droge en in vochtige lokalen. De symbolen en tekenmethoden op een bouwplan toelichten, zoals de gevels, de muren, doorsneden, platte gronden en bovenaanzichten en dit in samenspraak met de lessen ‘Installatiemethoden’.
Elektriciteit praktijk D/2002/0279/020
17
Elektrotechnieken 2de graad TSO
-
-
2.2
Samen met de leerlingen stapsgewijs de verschillende fasen van de realisatie van een huisinstallatie beknopt doorlopen en bespreken, zoals dit in praktijk voorkomt. De leerlingen dienen aan te voelen dat in het eerste leerjaar reeds een eenvoudige installatie tot stand komt. Klassikaal vanuit het vak ‘Installatiemethoden’ een dossier samenstellen van een zeer eenvoudige huisinstallatie in het 1ste jaar van de 2de graad. Het is aan te bevelen in het begin van het schooljaar een bouwwerf te bezoeken waar een installatie in realisatie is. Het is belangrijk dat de leerlingen van in het begin een zo volledig mogelijk beeld krijgen van de werkomgeving waarin ze later terecht komen. Gebruik ook zoveel mogelijk de multimedia en het internet. Zowel de nationale als de plaatselijke voorschriften en richtlijnen behandelen bij de praktische uitvoering van een installatie. Een aanbeveling: de leerlingen in het begin van het schooljaar een visuele voorstelling geven (tegen een wand van de werkplaats) van het grondplan van een huis, met daarop de voorbereidende werkzaamheden. Gereedschappen, materialen en technieken toepassen
O N TW ER P
-
LEERPLANDOELSTELLINGEN
LEERINHOUDEN
2.2.1
De gereedschappen herkennen en gebruiken.
Mes, kniptang, universele tang, bektang, juniorzaag, kabelstripper
2.2.2
Draad en kabels herkennen en bewerken.
HO7 V-U, H07 V-R, XVB- F2, XFVB-F2, EVAVB
2.2.3
Soepele snoeren herkennen en bewerken.
H07 VK, H03 VH-H, H05 RR-T, H07 RN-
2.2.4
De gepaste soldeerbout overeenkomstig de aard van het werk gebruiken.
Soldeerbouten
2.2.5
Het gebruik van verschillende soldeer- en vloeimiddelen gebruiken.
Soldeermiddelen
2.2.6
Het onderhoud van een soldeerbout correct uitvoeren.
Onderhoud soldeerbout
2.2.7
Draden vertinnen en solderen in functie van een reële toepassing.
Vertinnen en solderen
2.2.8
Solderen van een multikabel aan een multistekker.
Soepele multikabel solderen
2.2.9
Solderen en desolderen van componenten op een printplaat.
Componenten solderen en desolderen
PEDAGOGISCH-DIDACTISCHE WENKEN
-
Het hanteren van gereedschappen correct aanleren. Bewerkingen enkel uitvoeren in concrete toepassingen.
Elektriciteit praktijk D/2002/0279/020
18
Elektrotechnieken 2de graad TSO
-
-
O N TW ER P
-
We vermijden hier het veelvuldig oefenen van verbindingen, waar leerlingen nog geen kijk op hebben. Sommige verbindingen worden niet veel meer gebruikt, het is dan ook zinloos ze veelvuldig in te oefenen. Bij het solderen voorkomen we het langdurig solderen als bezigheid, een leerling die bewijst dat hij de techniek beheerst moet verder kunnen (uitbreiding). Veilige werkmethodes toepassen, geen breekmessen toelaten. een complexe draadfiguren plooien en solderen, maar reële toepassingen uit de praktijk. Oog hebben voor: lengte ontmanteling, degelijke verbindingen, beschadiging van de kern, de juiste aansluitdruk. De leerlingen ook kennis laten maken met nieuwe gereedschappen, die in de praktijk gebruikt worden. Zorgen voor een goede verluchting tijdens het solderen. Het gebruik van catalogi, het internet en cd-roms van firma’s vormen een goed hulpmiddel. LEERPLANDOELSTELLINGEN
LEERINHOUDEN
2.2.10 Kabelschoenen monteren met het gepaste gereedschap.
Kabelschoenen
2.2.11 Lasdopverbindingen maken met het gepaste gereedschap.
Lasdopverbindingen
2.2.12 Verbindingen met gepaste insteekklemmen maken.
Insteekklemmen
2.2.13 Verbindingen realiseren met lusterklemmen.
Lusterklemmen
2.2.14 Een krimpkous aanbrengen met het gepaste gereedschap .
Krimpkous
2.2.15 Een telefoonconnector aansluiten met het gepaste gereedschap.
Telefoonconnector RJ45 - krimptang
2.2.16 Een aardlus op een correcte wijze verbinden met de aardonderbreker.
Aardlus - aardonderbreker Voorschriften AREI
2.2.17 Een aardpen - aardgeleider en aardonderbreker met elkaar verbinden.
Aardpen - aardgeleider - aardonderbreker Voorschriften AREI
2.2.18 De hoofdequipotentiale verbindingen uitvoeren.
Draaddoorsneden Uitvoering Verbindingsklemmen
Elektriciteit praktijk D/2002/0279/020
19
Elektrotechnieken 2de graad TSO
2.2.19 De bijkomende equipotentiale verbindingen uitvoeren.
Draaddoorsneden Uitvoering Verbindingsklemmen
2.2.20 Het indrijven van een aardingspen uitvoeren.
Indrijven aardingspen Voorhamer Elektrische en pneumatische hamer
PEDAGOGISCH-DIDACTISCHE WENKEN
-
-
3 3.1
O N TW ER P
-
Al de verbindingen kaderen in een reële situatie. Gepaste gereedschappen gebruiken, bij dure gereedschappen toch minstens één exemplaar ter beschikking van de leerlingen stellen. Voor telefoonaansluitingen de gangbare verbindingen hanteren, maar ook de modulaire aansluiting uitvoeren. De leerlingen op het belang van een goede uitvoering van aarding en equipotentiale verbindingen wijzen. Aantonen waar je welk type aardgeleider gebruikt, elektrolytisch volkoper of loodommanteld. correcte plaatsingswijze van aardpennen benadrukken: eventueel werken met verkorte pennen, die terug uitgegraven kunnen worden. Een bezoek aan een werf waar op dat moment deze werken gebeuren is aan te raden. Een realistisch opgebouwd voorgemonteerd paneel of een wand ter beschikking stellen van de leerlingen om de oefeningen rond aarding en equipotentiale verbindingen uit te voeren.
PLAATSEN VAN INSTALLATIEMATERIALEN EN HUN COMPONENTEN Plaatsen van inbouwdozen, buis, kabel, centraaldozen en verdeelbord in en op muren, beton en holle wanden
LEERPLANDOELSTELLINGEN
LEERINHOUDEN
3.1.1
Stijve Tth-buis op maat maken, ontbramen en plooien.
Op maat Ontbramen Plooien
3.1.2
Stijve Tth-buis monteren in en op de muur.
Montage in opbouw in een droog lokaal Montage in inbouw Montage in opbouw en spatwaterdichte uitvoering
3.1.3
Stijve Tth-buis monteren in holle wanden.
Montage in holle wanden
3.1.4
Monteren en bevestigen van soepele buis in holle wanden.
Soepele buis in holle wanden
3.1.5
Monteren en bevestigen van soepele buis in muur en beton.
Soepele buis in muur en beton
Elektriciteit praktijk D/2002/0279/020
20
Elektrotechnieken 2de graad TSO
3.1.6
Voorbedrade, geribde buis in muur en beton plaatsen.
Voorbedrade, geribde buis Draadkleuren Aantal draden per buis
PEDAGOGISCH-DIDACTISCHE WENKEN
-
-
3.1.7
3.1.8
3.1.9
Het is de bedoeling dat de leerlingen vertrekken vanaf een paneel en zelfstandig, volgens en gegeven buizenplan, de buizen plooien en monteren. Dit paneel zal achteraf gebruikt worden om de basislichtschakelingen en de gemengde schakelingen op uit te voeren. De montage gebeurt best met inbegrip van een aftakdoos. Met H07 V-U en met XVB-F2 kan dan de bedrading uitgevoerd worden. Op deze wijze heeft de buisoefening nut. Voor de inbouw in holle wanden met stijve en soepele buis is het aangewezen dat de buizen door een paar balkjes of plankjes op de rugwand van een paneel en in inbouw- en centraaldozen kunnen bevestigd worden. Bijvoorbeeld, de tekening van een bouwplan overbrengen op een paneel; voorzie op dit paneel ook ruimte voor een verdeelbord. De leerlingen kunnen hierop later ook de gemengde schakelingen uitvoeren. Tabel met de handelsmaten van PVC-buis ter beschikking stellen. Tabel met maximum toegelaten geleiders per buis ter beschikking stellen. De leerlingen moeten ook in een gemetste muur buis aanleggen. Bezoek aan een werf is eveneens aangewezen.
O N TW ER P
-
LEERPLANDOELSTELLINGEN
LEERINHOUDEN
Met gepast gereedschap en de juiste grondstoffen mortelspecie aanmaken.
Grondstoffen en gereedschappen om mortelspecie aan te maken
Buizen en inbouwdozen inmetselen met mortelspecie.
Inmetselen van buizen en inbouwdozen
Het gereedschap onderhouden en de restmaterialen op een gepaste wijze wegbergen.
Onderhoud Opslag
3.1.10 Met gepast gereedschap en de juiste grondstoffen gips- en kalkspecie aanmaken.
Grondstoffen en gereedschappen voor het aanmaken van gips- en kalkspecie
3.1.11 Buizen en inbouwdozen inmetselen met gips- of kalkspecie.
Inmetselen van buizen en inbouwdozen
3.1.12 Het gereedschap onderhouden en de restmaterialen op een gepaste wijze wegbergen.
Onderhoud Opslag
PEDAGOGISCH-DIDACTISCHE WENKEN
-
Lijsten met voorschriften van de bouwfederatie ter beschikking stellen met betrekking tot de samenstelling van mortels, … Bij de bouwfederatie de technieken opvragen om de verwerking toe te lichten.
Elektriciteit praktijk D/2002/0279/020
21
Elektrotechnieken 2de graad TSO
-
De eigenschappen van de grondstoffen toelichten aan de hand van brochures aan te vragen bij deze federatie. Multimedia raadplegen.
3.2
Plaatsen van kabel, plaatsen van geribde bedrade buis en draad trekken LEERINHOUDEN
3.2.1
Plaatsen en aansluiten van kabel.
Leidingen voor vaste aanleg Aftakdozen Bevestigingen Invoeren Verbindingen Draadkleuren
3.2.2
Plaatsen en aansluiten van geribde bedrade buis.
Afrollen van de bobijn Vasthechten Invoeren Verbindingen Draadkleuren
Trekken van draden in een stijve Tth-buis.
Gereedschappen Aantal draden per buis Draadkleuren Draadreserven Verbindingen - achter schakelaar - centraaldoos - aftakdoos
O N TW ER P
LEERPLANDOELSTELLINGEN
3.2.3
PEDAGOGISCH-DIDACTISCHE WENKEN
-
Bij het plaatsen van kabels in opbouw zijn er veel plaatsingswijzen mogelijk, men moet de plaatselijke situatie goed inschatten.
-
De opmars van de bedrade buis is niet meer te stuiten, de loonkost bij plaatsing is veel kleiner. De aanleg vraagt wel een doordachte strategie, want het aantal draden dient vooraf bekend te zijn. Draadtrekken in bestaande buizen blijft nodig bij renovatie.
3.3
Plaatsen en aansluiten van schakelaars, wandcontactdozen en aftakdozen
LEERPLANDOELSTELLINGEN
LEERINHOUDEN
3.3.1
Een enkelpolige lichtschakeling uitvoeren, controleren, testen, fouten opsporen, de werking verklaren.
Enkelpolige lichtschakeling
3.3.2
Een dubbelpolige lichtschakeling uitvoeren, controleren, testen, fouten opsporen, de werking verklaren.
Dubbelpolige lichtschakeling
Elektriciteit praktijk D/2002/0279/020
22
Elektrotechnieken 2de graad TSO
Een schakeling met dubbele aansteking uitvoeren, controleren, testen, fouten opsporen, de werking verklaren. Een wisselschakeling uitvoeren, controleren, testen, fouten opsporen, de werking verklaren.
Dubbele aansteking
3.3.5
Een kruisschakeling uitvoeren, controleren, testen,fouten opsporen, de werking verklaren.
Kruisschakeling
3.3.6
Een dubbelpolige wisselschakeling uitvoeren, controleren, testen, de werking verklaren.
Dubbelpolige wisselschakeling
3.3.7
Een wissel - wisselschakeling uitvoeren, controleren, testen, fouten opsporen, de werking verklaren.
Wissel - wisselschakeling
3.3.8
Een gemengde schakeling uitvoeren, controleren, testen, fouten opsporen, de werking verklaren.
Lichtschakeling met wandcontactdoos Draadsectie.
4.3.9
Lichtschakelingen uitvoeren met schakelaars met controlelamp en signaallamp controleren, testen, fouten opsporen, de werking verklaren.
Lichtschakelaars met controlelamp Lichtschakelaars met signaallamp
3.3.3
Wisselschakeling
O N TW ER P
3.3.4
PEDAGOGISCH-DIDACTISCHE WENKEN
-
-
Klassikaal het situatieschema van het bouwplan stapsgewijs opbouwen en duiden waarom bepaalde schakelingen op die plaats hun toepassing vinden. Geen kableeroefeningen maken met deze schakelingen, maar ze uitvoeren op het buizenpaneel dat de leerlingen voorheen gerealiseerd hebben. Het accent leggen op het maken van verbindingen, draadreserve, draadkleuren. Stroombaan- en bedradingsschema’s uit het vak Installatiemethoden gebruiken. Rekening houden met de voorschriften uit het AREI. Schakelaars laten doormeten, spanning en stroom meten, fouten opsporen, en dit alles met de gepaste meetapperatuur.
3.4
Montage van draag- en gootsystemen LEERPLANDOELSTELLINGEN
LEERINHOUDEN
3.4.1
Een kabelgoot bewerken en plaatsen op een muur of draagsysteem.
Aftekenen Afkorten Boren in een muur of metaal Bevestigen op de muur of het draagsysteem
3.4.2
Klein materiaal plaatsen.
Pluggen, schroeven, eindstukken,
Elektriciteit praktijk D/2002/0279/020
23
Elektrotechnieken 2de graad TSO
hoekstukken, beugels 3.4.3
Montage van plintkabelgoot en deze van een stopcontact voorzien.
Aftekenen Afkorten Bevestigen Plaatsing stopcontact
PEDAGOGISCH-DIDACTISCHE WENKEN
Overzichtstabellen ter beschikking stellen: pluggen houtschroeven metaalschroeven parkers klein installatiematerialen bevestigingsmaterialen
-
De leerlingen laten werken met een verstekbak.
3.5
O N TW ER P
-
3.5.1
Plaatsen en aansluiten van elektrische toestellen met een vaste of losse standplaats
LEERPLANDOELSTELLINGEN
LEERINHOUDEN
Plaatsen en aansluiten van een elektrisch toestel met een losse standplaats.
Trekontlasting Soepele snoeren Stekker - stopcontact Strijkijzer, wafelijzer, broodrooster, … Beveiliging Trekontlasting Kabels voor vaste aansluiting Stekker - stopcontact Elektrisch vuur, wasmachine, droogkast, …
3.5.2
Plaatsen en aansluiten van een elektrisch toestel met een vaste standplaats.
3.5.3
De aansluiting van een nokkenschakelaar uitvoeren.
Schakeltabel Aansluiting
3.5.4
De aansluiting van een temperatuurregeling uitvoeren.
Thermostaat Mechanisch Elektrisch - elektronisch Programmeerbaar
3.5.5
Aansluiten van enkele eenvoudige toestellen met verwarmingselementen op een eenfasig net.
Waterdruk of hogedruktoestellen Drukloze of lagedrukvoorraadtoestellen Lagedruk aftap- of leeglooptoestellen Doorstroomtoestellen
Elektriciteit praktijk D/2002/0279/020
24
Elektrotechnieken 2de graad TSO
PEDAGOGISCH-DIDACTISCHE WENKEN
-
Belang hechten aan de trekontlasting bij snoeren en kabels. De leerlingen laten meten op de toestellen: doormeten van snoer, … Schakeltabellen opzoeken. Een thermostaat aansluiten op een reële verbruiker. Al de toestellen met een verwarmingselement hebben een éénfasige aansluiting.
3.6
Plaatsen van materialen in spatwaterdichte en niet-spatwaterdichte uitvoering. LEERINHOUDEN
Van gegeven stroombaanschema’s het bedradingsschema tekenen volgens een gegeven buizenplan.
Opbouw in een droog lokaal Opbouw spatwaterdicht Inbouw in een droog lokaal
O N TW ER P
3.6.1
LEERPLANDOELSTELLINGEN
3.6.2
Verzamelen van de benodigde materialen en gereedschappen.
Keuze materialen Keuze gereedschappen
3.6.3
Uitvoeren van de schakelingen, controleren, testenfout zoeken en de werking verklaren.
Gemengde schakelingen Montage inbouw - opbouw Draad, kabel Met en zonder aftakdoos Controle Foutzoeken
PEDAGOGISCH-DIDACTISCHE WENKEN
-
3.7
Dit zijn duidelijk doelstellingen voor het 2de leerjaar. Verwerken van de volgende installatiematerialen: opbouw en inbouw, spatwaterdicht, draad, kabel, voorbedrade buis, PVC-buis en alle bijhorende componenten. Deze oefeningen zijn een synthese van alle schakelingen. Alle schakelingen uit te voeren met beschermingsgeleider. De leerlingen laten kennis maken met de uitvoering van de schakelingen: met aftakdoos, met centraaldoos, met de verbindingen in een inbouwdoos.
3.7.1
Plaatsen van verlichtingstoestellen en signaalgevers
Plaatsen van verlichtingstoestellen
LEERPLANDOELSTELLINGEN
LEERINHOUDEN
3.7.1.1 Aan de hand van een stroombaanschema TL-lampschakelingen uitvoeren, controleren, testen en fout zoeken.
Elektriciteit praktijk D/2002/0279/020
25
TL-verlichting TL-lamp met starter Schakeling met condensator Duoschakeling Tandemschakeling Starterloze ontsteking HF-voorschakelapparaat Compacte fluorescentielampen Elektrotechnieken 2de graad TSO
Aansluiten op 12 V en 230 V. Klassieke en elektronische transformator Draaddoorsnede - beveiliging Lijninstallatie Sterinstallatie T-installatie Ringinstallatie
3.7.1.3 Aan de hand van een stroombaanschema schakelingen uitvoeren met dimmers, controleren, testen, foutzoeken.
Enkelpolige schakeling Wisselschakeling Inbouw - modulair Gloeilampen - halogeenlampen 230 V Halogeenlampen op ZLVS 12 of 24 V met gewikkelde transformator - met elektronische transformator Elektronische transformator met dimfunctie TL-lampen standaard en HF Compacte 4-pins TL-lampen Regelbare ballasten Starterloze TL - lampen
O N TW ER P
3.7.1.2 Aan de hand van een stroombaanschema schakelingen uitvoeren met halogeenlampen, controleren, testen, foutzoeken.
3.7.1.4 Aan de hand van het schema van de fabrikant een schakeling uitvoeren voor een noodverlichting.
Schema lezen Reglementering Autonome noodverlichting Met zelftest Pictogrammen Met veiligheidsverlichting
PEDAGOGISCH-DIDACTISCHE WENKEN
-
Het bestaan van de verschillende types TL-lampen verklaren aan de hand van hun toepassingsgebied. Het belang van kleurtemperatuur, kleurweergave-index en kleuronderscheiding aan de hand van praktische voorbeelden aantonen. (U) Verschillende types van armaturen ter beschikking stellen. Het belang van reflectoren en rasters toelichten. Nadruk leggen op het belang van de juiste montage van een armatuur. Documentatie van de fabrikanten gebruiken - didactische opstelling - multimedia.
3.7.2
Plaatsen en aansluiten van signaalgevers LEERPLANDOELSTELLINGEN
LEERINHOUDEN
3.7.2.1 Bel- en zoemerschakelingen uitvoeren, controleren, testen, foutzoeken en de werking verklaren.
Gewone drukknop Met verlichte drukknop
3.7.2.2 Signalisatieschakelingen met terugmelding uitvoeren, controleren, testen, fouten opsporen en de werking verklaren
Signalisatieschakelingen melding
Elektriciteit praktijk D/2002/0279/020
26
met
terug-
Elektrotechnieken 2de graad TSO
Deurmelder Schakelingen Controle Testen Foutzoeken
3.7.2.4 Een binnenhuiscentrale voor telefoon monteren en aansluiten volgens de voorschriften van de fabrikant.
Binnenhuiscentrale met meerdere toestellen Schakelingen Controle Testen Foutzoeken Modulaire aansluitingen van de toestellen.
3.7.2.5 Een parlefooninstallatie monteren en aansluiten volgens de gegevens van de fabrikant.
Twee- en meerdraadssystemen.
O N TW ER P
3.7.2.3 Een deurmelder monteren en aansluiten volgens de voorschriften van de fabrikant.
Eén deurstation en één binnentelefoon Idem met elektrisch deurslot Eén deurstation met meerdere binnentelefoons met en zonder onderlinge gespreksmogelijkheid - met elektrisch deurslot (U) Deurstation voor appartementsgebouw zonder en met gespreksgeheim, met etagebel en elektrisch deurslot (U)
PEDAGOGISCH-DIDACTISCHE WENKEN
-
De schema’s gebruiken uit de lessen ‘Installatiemethoden’ of die van de fabrikanten. (catalogi) De schakelingen duiden in het geheel van het bouwplan. Bij gebrek aan materiaal in de school, kan men meestal terecht bij de fabrikanten voor workshops. Gebruik catalogi, internet, cd, technische boeken.
3.7.2.6
LEERPLANDOELSTELLINGEN
LEERINHOUDEN
Een videofoon-installatie monteren en aansluiten volgens de gegevens van de fabrikant.
Schakelingen uitvoeren Controleren Testen Foutzoeken Twee of meerdraadssysteem Eén deurstation en één huistoestel
Elektriciteit praktijk D/2002/0279/020
27
Elektrotechnieken 2de graad TSO
Eén deurstation en één huistoestel met extra-oproepluidspreker en elektrisch slot Eén deurstation en meerdere huistoestellen met of zonder extra luidspreker en elektrisch slot (U)
Twee deurstations en meerdere huistoestellen (U) Deurstation voor appartementsgebouw met gespreksgeheim (U) Vaste of beweegbare camera met en zonder nachtverlichting (U) Rookmelder Brandmelder Aansluiten Controle Testen Foutzoeken
O N TW ER P
3.7.2.7 Een rook- en brandmelder monteren en aansluiten volgens de voorschriften van de fabrikant.
PEDAGOGISCH-DIDACTISCHE WENKEN
-
De schema’s van de fabrikanten gebruiken. De leerlingen aan borden met vaste opstelling de oefeningen laten uitvoeren. Aandacht geven aan spanningsvallen bij grote afstanden. Bezoek aan een beurs om kennis te maken met de soorten toestellen op de markt. Internet raadplegen - catalogi - technische werken.
3.7.3
Plaatsen en aansluiten van elektrisch gestuurde schakelingen
LEERPLANDOELSTELLINGEN
LEERINHOUDEN
3.7.3.1 Een relaisschakeling uitvoeren volgens een gegeven stroombaanschema, controleren, testen, foutzoeken en de werking verklaren.
Schakeling voor verlichtingsdoeleinden Vanop één of meerdere plaatsen te bedienen Montage Bedradingslijst opstellen Enkel-en dubbelpolige uitvoering Spoelspanningen 24 V en 230 V Schakeling voor verlichtingsdoeleinden
3.7.3.2 Een impulsrelaisschakeling uitvoeren volgens een gegeven stroombaanschema, controleren, testen, fouten opsporen en de werking verklaren.
Vanop één of meerder plaatsen te bedienen Montagemogelijkheden Enkel- en dubbelpolige uitvoering Met en zonder verlichte drukknoppen Met centrale besturing Bedradingslijst
Elektriciteit praktijk D/2002/0279/020
28
Elektrotechnieken 2de graad TSO
3.7.3.3 Een schakeling uitvoeren met een trappenhuisautomaat volgens een gegeven stroombaanschema, controleren, testen, fouten opsporen en de werking verklaren.
Vanop één of meerdere plaatsen te bedienen Enkel- en dubbelpolige uitvoering Verschillende spoelspanningen Montagemogelijkheden Met en zonder verlichte drukknoppen Met dimfunctie Bedradingslijst
3.7.3.4 Detectoren en modulaire technische alarmgevers monteren en aansluiten.
Rookdetectoren Gasdetectoren Overstromingsdetectoren Temperatuurverhogingsdetectoren Opbouw of modulaire inbouw
-
O N TW ER P
PEDAGOGISCH-DIDACTISCHE WENKEN
Schakelingen uitvoeren op panelen of in een verdeelkast, eventueel met kabelgoot. De schakelingen integreren in de opbouw van de huisinstallatie en duiden. De schema’s uit het vak installatiemethoden gebruiken. Metingen met juiste meetapparatuur uitvoeren. Rekening houden met de voorschriften van de fabrikant en het AREI. Catalogi gebruiken, … Normalisatie toepassen. LEERPLANDOELSTELLINGEN
LEERINHOUDEN
3.7.3.5
Een schakeling uitvoeren met een tijdrelais volgens een gegeven stroombaanschema, controleren, testen, fouten opsporen en de werking verklaren.
Vanop één of meerdere plaatsen te bedienen Enkel- en dubbelpolige uitvoering Verschillende spoelspanningen Montagemogelijkheden Vertragingsmogelijkheden Bedradingslijst
3.7.3.6
Een modulaire schakelaar aansluiten volgens de gegevens van de fabrikant.
1-2-3-4-polige uitvoering met of zonder signalisatie Enkelpolige- en dubbelpolige wisselschakelaar Draaischakelaar als hoofdschakelaar
Elektriciteit praktijk D/2002/0279/020
29
Elektrotechnieken 2de graad TSO
Aan de hand van de gegevens van de fabrikant een schakelklok aansluiten.
Analoge schakelklokken Digitale schakelklokken Gangreserve Programmeerbare klokken Uur -, dag-, weekprogramma Opbouw en modulaire inbouw
3.7.3.8
Een thermostaat aansluiten volgens de gegevens van de fabrikant.
Mechanische thermostaten Elektronische thermostaten Programmeerbare (U) Opbouw en modulaire inbouw
3.7.3.9
Een contactor aansluiten, de componten monteren, volgens de voorschriften van de fabrikant.
Monofasige uitvoering 24 V of 230 V spoelspanning, drie- en vierpolige aansluiting (U)
3.7.3.10 Een voorkeurrelais aansluiten, de componenten monteren, volgens de voorschriften van de fabrikant.
Monofasige uitvoering Drie- en vierpolige uitvoering (U)
3.7.3.11 Een voorrangrelais aansluiten, de componenten monteren, volgens de voorschriften van de fabrikant.
Monofasige uitvoering Één of meerdere ontlaste kringen Driefasige uitvoering (U)
3.7.3.12 En gecombineerde schakeling uitvoeren met de gekende componenten.
Synthese-oefening Lichtschakelingen Comfortschakelapparatuur Leidingsschema Bedradingsschema Keuze van de materialen, bestellijst In buis en met kabel Verdeelbord monteren en aansluiten Toestellen plaatsen Controle, testen, foutzoeken
O N TW ER P
3.7.3.7
PEDAGOGISCH-DIDACTISCHE WENKEN
-
-
Toestellen van verschillende fabrikanten ter beschikking stellen. Realistische schakelingen uitvoeren vookomend in huishoudelijke installaties. Stroombaanschema’s van de fabrikant omzetten naar bedradingsschema’s en bedradingslijsten. Schakelingen controleren en de fouten opsporen met gepaste apparatuur. Rekening houden met de voorschriften en reglementeringen van het AREI. Catalogi gebruiken. Multimedia en internet. Het is de bedoeling met de syntheseoefening om de leerling van het 1ste leerjaar een beperkte huishoudelijke installatie te laten uitvoeren met de componenten die hij beheerst op het einde van het schooljaar. Rekening houden met efficiëntie en veilige werkmethoden. De verschillende schema’s en lijsten kunnen in combinatie met ‘Installatiemethoden’ opgesteld worden, de oefening kan eventueel een groepswerkje zijn.
Elektriciteit praktijk D/2002/0279/020
30
Elektrotechnieken 2de graad TSO
-
4
4.1
4.2
De voorschriften van de plaatselijke stroomleverancier dienen in acht genomen en kunnen dus verschillen van regio tot regio. De leerlingen moeten de mogelijkheid krijgen om tijdens de werkzaamheden beroep te mogen doen op catalogi, multimedia en internet.
PLAATSEN EN AANSLUITEN VAN COMFORTSCHAKELINGEN LEERPLANDOELSTELLINGEN
LEERINHOUDEN
Een elektronisch stuurrelais met logische functies monteren en aansluiten.
Tijdfunctie, telfunctie, timerfunctie Programmeertaal Maak- en verbreekcontacten Uitgangrelais, hulprelais Uitgangen: spoel, impulsschakelaar Relais als houdfunctie Tijdrelais Optellende en aftellende componenten Schakelklokken Teksten met variabelen Functierelais: analoge waarde vergelijking Simulatie van de stroomweg Schakelschema’s: laden, opslaan, testen, beveiligen
O N TW ER P
-
Een eenvoudig domoticasysteem voor een residentiële woning opbouwen.
Situatieschema Twee- of vieraderige bedrading (U) Wel of niet verlichte drukknoppen Modulaire opbouw van de installatie Lijn-, ster- of boomstructuur Schakel- en rolluikmodules Programma: opstellen, invoeren, testen Installatiestructuur Componenten selecteren, bestellijst Sensoren RF-systeem integratie (U) Interfaces (U)
PEDAGOGISCH-DIDACTISCHE WENKEN
-
Een eenvoudig domoticasysteem gebruiken. Logische functies: logo, easy, nikobus. Nadruk leggen op modulaire opbouw van de installatie. Verschillende installatiestructuren aanleren. Aandacht trekken naar veilig en efficiënt werken. Catalogi gebruiken. Bij bepaalde firma’s kan men tijdelijk over demonstratiepanelen beschikken. Programmeren aanleren via trainingskit.
Elektriciteit praktijk D/2002/0279/020
31
Elektrotechnieken 2de graad TSO
-
4.3
4.4
4.5
4.6
4.7
Ook de programmatie via pc aanleren. Indien mogelijk een vergelijking maken tussen verschillende types van verschillende fabrikanten. Multimedia en internet raadplegen. Het is de bedoeling om op het einde van het 2de jaar de leerlingen voeling te laten hebben met basisbegrippen rond woningintelligentie, en met hen een huisinstallatie uit te voeren die gedeeltelijk dergelijke uitvoering krijgt. De uiteindelijk uitdieping kan gebeuren in de 3de graad. LEERPLANDOELSTELLINGEN
LEERINHOUDEN
Aan de hand van aansluitschema’s de installatie uitvoeren van een bewegingsmelder.
Verlichting Ventilatie Opbouw, inbouw Soorten schakelingen Controleren, testen en foutzoeken
O N TW ER P
-
Aan de hand van een aansluitschema de installatie uitvoeren van een schemerschakelaar.
Opbouw Modulaire inbouw Enkelpolig, dubbelpolig Één of meerdere functies Programmeerbaar (U) Controleren, testen, foutzoeken
Aan de hand van aansluitschema’s de installatie uitvoeren van op afstand gestuurde schakelingen (RF-systemen). (U)
Verlichting Scherm en zonnewering, rolluiken Signalisatie Hek en poorten Afstandsdimmers Vaste en mobile zenders en ontvangers
Aan de hand van aansluitschema’s de installatie uitvoeren van infrarood gestuurde schakelingen. (U)
Verlichting Zonnewering, rolluiken Afstandsdimmers Signalisatie Vaste en mobile zenders en ontvangers
Aan de hand van aansluitschema’s de installatie uitvoeren van draaggolfgestuurde schakelingen. (U)
Elektriciteit praktijk D/2002/0279/020
32
Verlichting Schermrolluik en zonnewering Afstandsdimmers Interface RF-draaggolfontvanger Interface-infrarooddraaggolfontvanger Vaste, modulaire en mobile zenders en ontvangers
Elektrotechnieken 2de graad TSO
PEDAGOGISCH-DIDACTISCHE WENKEN
5
5.1
5.2 5.3
5.4
5.5
5.6
5.7
Systemen van verschillende fabrikanten gebruiken. Realistische toepassingen uitvoeren in de praktijk. Programmatie van RF-systemen in de woning uitvoeren. (U) Alle schakelingen, indien mogelijk, in vaste bedrading uitvoeren. (U) Rekening houden met de geldende voorschriften. Met didactische panelen is, naar de leerlingen toe veel te bereiken. Catalogi, multimedia en internet. EEN VERDEEL- OF SCHAKELKAST SAMENSTELLEN EN DE VERSCHILLENDE COMPONENTEN MONTEREN EN AANSLUITEN LEERPLANDOELSTELLINGEN
LEERINHOUDEN
Een smeltveiligheidsvoet monteren en aansluiten.
Voet voor smeltveiligheid Keuze kalibreerwaarde
Een penautomaat monteren en aansluiten.
Penautomaat
Een railautomaat monteren en aansluiten.
Railautomaat 1-2-3-4-polige uitvoering. Modules
Een differentieelschakelaar of -automaat monteren en aansluiten.
Differentieel 2-en 4-polig Klemnummering Voorschriften AREI Selectiviteit - type
Een overspanningsbeveiliger monteren en aansluiten.
Overspanningsbeveiliger 2-4-polig Klemnummering Type Voor appartementsgebouw Beveiligingsniveau Umbr of Up
Een inwendige bliksemafleider monteren en aansluiten. (U)
Inwendige bliksemafleide (directe blikseminslag) Klemnummering 2-en 4-polige uitvoering Juiste type
De vereiste vonkbruggen selecteren bij een uitwendige bliksemafleider. (U)
Vonkbruggen IEC 1024 Directe en indirecte blikseminslag Bliksemafleider
O N TW ER P
-
Elektriciteit praktijk D/2002/0279/020
33
Elektrotechnieken 2de graad TSO
PEDAGOGISCH-DIDACTISCHE WENKEN
-
Bij de montage van de toestellen in het verdeelbord geen brugjes met draden meer plooien, maar gebruikmaken van verbindingsrails. Nadruk leggen op veilig en efficiënt werken. Componenten gebruiken of tenminste laten zien van verschillende fabrikanten. Op didactische panelen de verschillen aantonen. Gebruikmaken bij het opzoeken van cd ’s van fabrikanten. Catalogi. LEERINHOUDEN
5.8
Aan de hand van een ééndraadsschema van een woning, een geschikt verdeelbord bepalen.
Kasttype Aantal modules Voorschriften van het AREI
5.9
Een lay-out van het verdeelbord uittekenen in functie van de uit te voeren installatie.
Bord lay-out Maatschets Verschillende componenten
Het verdeelbord monteren in opbouw of opbouw volgens de voorschriften van de fabrikant.
Montage Op en in een muur In een holle wand
Het verdeelbord uitrusten met de vereiste modules en deze onderling verbinden met verbindingsrails.
Modules Verbindingsrails
De verschillende kringen volgens goed vakmanschap aansluiten.
Aansluiten van de kringen Uittesten Etikettering
5.10
5.11
5.12
O N TW ER P
LEERPLANDOELSTELLINGEN
PEDAGOGISCH-DIDACTISCHE WENKEN
-
-
De leerlingen brengen dit ééndraadsschema mee vanuit de lessen ‘Installatiemethoden’. In het 1ste jaar maken we een verdeelbord in een éénfasige uitvoering, in het 2de jaar kan dit gaan naar een driefasige uitvoering. Materialen van verschillende fabrikanten gebruiken of tenminste tonen. Bedraden komt alleen ter sprake bij renovatiewerken, het is goed dat leerlingen toch een beperkte oefening rond bedraden krijgen. Het doel en de principewerking van al de onderdelen van een verdeelbord zijn behandeld in het vak ‘Installatiemethoden’, de leerkracht beperkt zich in de praktijk tot een controle van deze componenten. Het testen van de goede werking van de componenten gebeurt demonstratief, bv. de uitschakeling van een differentieel. Metingen rond de lekstroom van een differentieel.
Elektriciteit praktijk D/2002/0279/020
34
Elektrotechnieken 2de graad TSO
LEERINHOUDEN
5.13
Een werfkast samenstellen.
Werfkast Reglementering AREI
5.14
Een energiekabel aansluiten.
EXVB - EVVB Verbindingen Gereedschappen AREI Plaatselijke voorschriften
5.15
Een huisaansluitkast samenstellen.
Huisaansluitkast Scheider Aansluitmodule Meetmodule Ontvangsttoestel Stuurkring Verbindingen Kleurencode Aftakkabel Aansluitbocht Aansluitplaat Meterkast
O N TW ER P
LEERPLANDOELSTELLINGEN
PEDAGOGISCH-DIDACTISCHE WENKEN
-
6
Hier is een verwijzing naar ‘Installatiemethoden’ nodig, de bespreking hiervan kan in de werkplaats niet gebeuren, wel de uitvoering en de samenstelling van de onderdelen. Hier dient men zeker rekening te houden met de plaatselijke reglementeringen, die variëren nogal sterk van regio naar regio. De leerkracht vraagt best documentatie op bij de stroomleverancier, de verschillen in netspanningen duiden en de voor- en nadelen verklaren. Aansluitkabels en hulpstukken verklaren vanuit overzichtslijsten (Installatiemethoden) Multimedia en internet raadplegen.
6.1
6.1.1
METEN, FOUTEN OPSPOREN EN HERSTELLINGEN UITVOEREN IN EEN RESIDENTIËLE INSTALLATIE EN HUISHOUDELIJKE TOESTELLEN Metingen uitvoeren in een residentiële installatie
LEERPLANDOELSTELLINGEN
LEERINHOUDEN
De spreidingsweerstand bij een residentiële installatie meten.
Spreidingsweerstand Voorschriften AREI Plaatselijke voorschriften Types van meetapparaten Voorschriften van de fabrikant
Elektriciteit praktijk D/2002/0279/020
35
Elektrotechnieken 2de graad TSO
6.1.2
Isolatiemetingen uitvoeren in een residentiële installatie.
Isolatiemetingen Voorschriften AREI Plaatselijke voorschriften Meettoestellen Voorschriften fabrikant
De nodige besluiten trekken uit de metingen
Besluiten, te nemen maatregelen
PEDAGOGISCH-DIDACTISCHE WENKEN
6.2
Metingen ven de spreidingsweerstand uitvoeren in een bestaande installatie, dit kan klassikaal gebeuren in een huis in opbouw bij een werfbezoek. Aandacht besteden aan de gevaren bij het openen van de aardonderbreker. De leerlingen kunnen de metingen zelfstandig uitvoeren of in groepjes. Laat de leerlingen zeker besluiten trekken uit de resultaten. De meest moderne meetapparatuur tonen.
O N TW ER P
-
Metingen uitvoeren bij huishoudelijke toestellen
LEERPLANDOELSTELLINGEN
LEERINHOUDEN
6.2.1
Isolatiemetingen uitvoeren bij huishoudelijke toestellen.
Isolatiemetingen Voorschriften van het AREI Meettoestellen Voorschriften van de fabrikant
6.2.2
De nodige besluiten trekken uit de meetresultaten.
Besluiten
6.2.3
Huishoudelijke toestellen demonteren en monteren.
Demonteren Monteren Werking Componenten herkennen
Koffiezet, toaster, wafelijzer, grillplaat, schotelverwarmer, kookplaat, verwarmingsradiator, accumulatie, waterverwarmer, ...
PEDAGOGISCH-DIDACTISCHE WENKEN
-
Recente toestellen gebruiken. Gepaste gereedschappen zijn zeker nodig, ook de juiste meettoestellen zijn van belang. Het demonteren en monteren dient met een bijzondere aandacht te gebeuren. Nadruk leggen op veilig, voorzichtig en efficiënt werken.
Elektriciteit praktijk D/2002/0279/020
36
Elektrotechnieken 2de graad TSO
6.3
Fouten opsporen en herstellingen uitvoeren in installatie en toestellen LEERINHOUDEN
6.3.1
Een algemene methode om fouten op te sporen toepassen.
Foutzoekmethoden
6.3.2
Door redenering de mogelijke oorzaken opsommen.
Oorzaken
6.3.3
Het gebruik van meetapparaten verantwoorden.
Meetapparaten
6.3.4
De herstelling vakkundig uitvoeren.
Herstelling
6.3.5
De controle uitvoeren na de herstelling.
Controle
O N TW ER P
LEERPLANDOELSTELLINGEN
6.3.6
Bij comfortschakelingen het gepaste meet- en testapparatuur gebruiken.
Comfortschakelingen
PEDAGOGISCH-DIDACTISCHE WENKEN
-
-
7
Het komt erop aan dat de leerling een algemene wijze kan toepassen om fouten op te sporen in de schakelingen die hij/zij uitvoert. Benadrukken dat herstellen op een doordachte en een veilige wijze dient te gebeuren. De verschillende methoden inoefenen om fouten op te sporen: - door bezichtiging, - door gebruik te maken van opsporingsdiagrammen, - door waar te nemen en te redeneren. De controle is een belangrijke schakel in het afleveren van een goed product. Het opsporen van fouten en de herstellingen zijn te integreren in alle onderdelen van dit leerplan, en dit het ganse leerjaar door.
KWALITEIT, VEILIGHEID EN MILIEUZORG NASTREVEN VOOR ZICHZELF EN DEANDEREN
LEERPLANDOELSTELLINGEN
LEERINHOUDEN
7.1
Assistentie verlenen bij de keuring.
Keuring van de installatie
7.2
Het eigen werk analyseren en beoordelen.
Zelfevaluatie
7.3
De kwaliteit van het eigen werk en de onderneming bevorderen.
Nastreven van kwaliteit
7.4
Voorkomen van situaties die mens en milieu schaden.
Mens en milieu
Elektriciteit praktijk D/2002/0279/020
37
Elektrotechnieken 2de graad TSO
De equipotentiale verbindingen volgens de gestelde criteria voorzien.
Eqiupotentiale verbindingen
7.6
Naleven van de veiligheidsvoorschriften en de evacuatieplannen.
Veiligheidsvoorschriften Evacuatieplannen
7.7
Concreet handelen in een noodsituatie, zorgen voor de veiligheid van zichzelf en de anderen.
Noodsituaties
7.8
Eerste hulp verlenen in afwachting van gespecialiseerde hulp.
Eerste hulp
7.9
Alarmeren van de bevoegde diensten en personen.
Bevoegde diensten Personen
7.10
Controle uitvoeren op installaties en toestellen.
Door de installateur Door de gebruiker Door een keuringsorganisme
8
O N TW ER P
7.5
HULPMIDDELEN, GEREEDSCHAPPEN EN MACHINES GEBRUIKEN EN ONDERHOUDEN BIJ REALISATIES IN METAAL, HOUT EN KUNSTSTOFFEN
LEERPLANDOELSTELLINGEN
LEERINHOUDEN
De hulpmiddelen, de gereedschappen en de machines juist benoemen en hun functie alsook de werking toelichten.
Aftekengereedschappen voor metaal, hout en kunststoffen: hoogtemaat, kraspen, centerpons, …
Een geschikt hulpmiddel, gereedschap en machine gebruiken in functie van het uit te voeren werk en vakkundig gebruiken.
Klemgereedschappen, gereedschappen om te vervormen, te verspanen, te verbinden, af te werken, …
De hulpmiddelen, de gereedschappen en de machines met zorg schoonmaken en opbergen.
Hygiëne en orde op de werkplek
Op een veilige wijze verspanende bewerkingen uitvoeren op metalen en kunststoffen.
Boren, zagen, vijlen, tappen van plaat-, staafmateriaal en profielen
8.5
Op een veilige wijze vervormende bewerkingen uitvoeren op metalen en kunststoffen.
Plooien van plaat, staafmateriaal en Profielen
8.6
Op een veilige wijze verbindingen uitvoeren met metalen en kunststoffen.
Lijmen, klinken, solderen, puntlassen, kunststoflassen
8.7
Het oppervlak behandelen en afwerken.
Verven, polijsten, …
8 .1
8.2
8.3
8.4
Elektriciteit praktijk D/2002/0279/020
38
Elektrotechnieken 2de graad TSO
8.8
De snij- en aftekengereedschappen onder houden.
Slijpen van boren, beitels, centerpunten, krasnaalden, …
PEDAGOGISCH-DIDACTISCHE WENKEN
-
LEERPLANDOELSTELLINGEN
LEERINHOUDEN
Een elektromechanisch project realiseren.
Materialen en gereedschappen Metaal Kunststoffen Bewerkingen Montage
O N TW ER P
8.9
Ervoor zorgen dat de hulpmiddelen, gereedschappen en de machines steeds juist benoemd worden. In het begin kan de keuze van hulpmiddelen, gereedschappen en machines nog bepaald worden door de leraar. Na verloop maken de leerlingen zelf hun keuze. Deze leerlingen hebben in de 1ste graad reeds kennis gemaakt met deze materie. Het schoonmaken van gereedschappen en machines behoort bij het gebruik. Zeer veel aandacht moet gaan naar het veilig werken en het ordenen van de werkplek.
8.10 Een bouwpakket realiseren.
Componenten herkennen De componenten plaatsen Mechanische inbouw Testen Foutzoeken Dimmer, flikkerlicht, kleine voeding, testapparaat, ….
8.11 Inzicht verwerven in de elektrische installatie bij een motor of auto. (U)
Autoelektriciteit Motorelektriciteit Verlichting Ruitenwissers, richtingaanwijzers, toeter Ontsteking, oplaadsysteem van een accu, … Componenten herkennen Testen Foutzoeken
PEDAGOGISCH-DIDACTISCHE WENKEN
-
-
Men heeft hier de keuze om met de leerlingen de mechanische bewerking in een oefening aan te leren. Het best zou een oefening gekozen worden waar ook elektriciteit of elektronica een inbreng hebben. De leerlingen begeleiden in hun keuze van materialen en gereedschappen. Gebruik maken van lichte metalen en van kunststoffen.
Elektriciteit praktijk D/2002/0279/020
39
Elektrotechnieken 2de graad TSO
-
2
Enkele voorbeelden als hulp: doormeetapparaat, bedieningspaneeltje, batterijlader, … de behuizing van een elektronicapakketje, … bureellamp, … Laat hier de leerling ook een inbreng in hebben, … Laat zoveel mogelijk bewerkingen aan bod komen met een aanbod aan gereedschappen. Gebruik de in de handel verkrijgbare bouwsetjes, aan een aanvaardbare kostprijs en onder teveel bijkomend ingrijpen. Veel aandacht naar fijn soldeerwerk, temperatuur, soldeerbanen, beschadiging aan componenten. Belang hechten aan het feit dat de leerlingen de componenten herkennen en de werking toelichten. Bij de elektriciteit van de auto ook verwijzen naar de elektrische aangedreven auto. Schema’s gebruiken van fabrikanten. Didactische oefenpanelen zijn hier zeker nuttig. Catalogi, multimedia en internet gebruiken.
O N TW ER P
-
EVALUATIE
Bij het evalueren van het praktijkgebeuren dient men afwisselend aandacht te hebben voor de vaardigheden, de beroepsgerichte kennis en de werkattitudes van de leerlingen. Een aantal aandachtspunten: -
3
de juiste keuze van gereedschappen, materialen en componenten, het correct gebruik van gereedschappen, het volgen van de richtlijnen, het toelichten en motiveren van de gebruikte werkmethodes, het raadplegen van werkdocumenten, het werken binnen de gestelde tijdslimieten, de zin voor nauwkeurigheid, netheid, kwaliteit en de zorg voor het milieu, het economisch verantwoord omgaan met materialen, het naleven van de veiligheidsvoorschriften, het kritisch ingesteld zijn ten opzichte van eigen werk, de zin voor teamwork, de groei naar zelfstandigheid.
MINIMALE MATERIËLE VEREISTEN
Werkplaats
Uitrusting en gereedschappen Multimedia pc met internetaansluiting AREI Oefenpanelen Wand: - opbouw - inbouw Kast met - catalogi Elektriciteit praktijk D/2002/0279/020
40
Elektrotechnieken 2de graad TSO
O N TW ER P
- prijslijsten - overzichtslijsten - leerboeken Pictogrammen Werkplaatsreglement Veiligheidsborden Kolomboormachine Handboormachine Set metaalboren Set houtboren Schroefmachine Set bits Metaalzaag Trekveer Plooiveer Waterpas - smetkoord Schietlood Slangwaterpas Buizensnijder Boorhamer Decoupeerzaag Tafelslijpmolen Krimptang Plaatschaar Plooibank Set doortrekmatrijzen Set schroefdraadsnijkussens Set schroefdraadtappen Wringijzer Set ring- en steeksleutels Set inbussleutels Borgveertang Blindklinknageltang Meetapparaten voor: - isolatiemeting - aardingsmetingen - stroom- en spanning Ladder en stelling
Grondstoffen en materialen Bouwstoffen (cement, zand, pleister, …) Gipskartonplaat Cellenbeton - steen - beton Silicone en lijmen Aardelektrode Meetbrug Enkele verdeelkasten Smeltveiligheiden Kalibreerelementen Elektriciteit praktijk D/2002/0279/020
41
Elektrotechnieken 2de graad TSO
Automaten Verliesstroomschakelaars Verdeelrais Verbindingsrails Invoertullen Soorten TL-buizen Soorten spaarlampen Soorten halogeenlampen Noodverlichtingsarmatuur Veiligheidsverlichtingsarmatuur Per groep leerlingen Gereedschappen
O N TW ER P
Mokerhamer Steenbeitel Schuifmaat Aftekengereedschappen Traceerpen Centerpons Doorslag Winkelhaak Set vijlen Soldeerbout 150 W Soldeerbout licht Soldeermiddelen Bankschroef Snelspantang Kabelschoentang Eindhulstang Truweel
Grondstoffen - materialen
Lichtschakelaars - stopcontacten: - opbouw - inbouw Imputschakelaars - enkel- en dubbelpolig - spoelspanning 230 V en 8 V Trappenhuisautomaat - zonder en met dimfunctie - 3 of 4 geleiders
Elektriciteit praktijk D/2002/0279/020
42
Elektrotechnieken 2de graad TSO
O N TW ER P
Parlofoon - videofoon Dimmers Bewegingsmelders Schemerschakelaars Relais - contactoren Tijdschakelaars - schakelklok Signaalgevers Drukknoppen Deurmelder Binnenhuisrelais Voorrangrelais Voorkeurrelais Beltransformatoren Kabelschoenen Tele-aansluitingen LS-aansluitingen Verlichtingsarmaturen - voor TL - voor huishoudelijke toepassingen
Stekkers en koppelstekkers Programmeerbare module Soorten - schakelaars - stopcontacten - inbouwdozen - aftakdozen - buizen - toebehoren - schroeven (metaal en hout) - pluggen - kabelgoten - lijsten - plinten - toebehoren - draden, kabels en snoeren - verbindingsmiddelen (lasdop, …) Huishoudelijke toestellen - kookplaat - strijkijzer - wafelijzer - koffiezet - wasmachine - droogkast Per leerling Universele tang Striptang Zijkniptang Elektriciteit praktijk D/2002/0279/020
43
Elektrotechnieken 2de graad TSO
4
O N TW ER P
Ronde bektang Set schroevendraaiers Set kruisschroevendraaiers Rolmeter Meetlat Juniorzaagje Hamer Elektricienmes Meettoestel Koffer Priem Kraspen Bouwplan - bouwsymbolen Lijst elektrische symbolen Werkplaatsreglement Veiligheidsvoorschriften bij het werken aan elektrische installaties Universe meetinstrument BIBLIOGRAFIE
DEKELVER, V., FICHET, J.M., VAN OPSTAL, J.-E., Technologie - Installatieleer1-2, Uitgeverij Wolters Plantyn. HAP, P., Tabellenboek voor Elektrotechniek, Uitgeverij Wolters Plantyn.
COOREMAN, H., DE BRUYN, M., Elektrotechnisch tekenen - schemalezen, Uitgeverij Wolters Plantyn. NEDERVEEN, J.P.,Tabellen Elektrotechniek, Uitgeverij Educaboek-Stam Technische Boeken. VANDEVIJVERE, J., Realisatietechnieken elektriciteit, Standaard Educatieve uitgeverij. VEKENS, J., Installatiepraktijk van de elektricien 1-2, Standaard Educatieve Uitgeverij Het installatieboek, GE Power Controls-Vynckier
Bouwen, verbouwen: de aansluiting van de woning, Electrabel Distributie Vlaanderen Algemeen reglement op de elektrische installaties, AREI, AIB-Vinçotte, Uitgeverij CED-Samson Normen EN-60617, 1 tot 13, BIN Technisch tekenen - tweede graad TSO - CAD Elektriciteit: theorieboek , VVKSO, Uitgeverij Wolters Plantyn Technisch tekenen - tweede graad TSO - CAD Elektriciteit: oefeningenboek, VVKSO, Uitgeverij Wolters Plantyn. Technisch tekenen, - Tweede graad TSO - CAD Elektriciteit: bundel leraar, VVKSO, Uitgeverij Wolters Plantyn.
Elektriciteit praktijk D/2002/0279/020
44
Elektrotechnieken 2de graad TSO
O N TW ER P
ELEKTROTECHNIEKEN Tweede graad TSO Elektriciteit en lab
1ste en 2de leerjaar: 3 (+1) uur/week
D/2002/0279/020
Elektriciteit en lab D/2002/0279/020
45
Elektrotechnieken 2de graad TSO
INHOUD
2
3
4
LEERPLANDOELSTELLINGEN, LEERINHOUDEN EN PEDAGOGISCH-DIDACTISCHE WENKEN ...........................................
47
MINIMALE MATERIËLE VEREISTEN...................................................
79
O N TW ER P
1
EVALUATIE ..................................................................................................
79
BIBLIOGRAFIE ............................................................................................
80
Elektriciteit en lab D/2002/0279/020
46
Elektrotechnieken 2de graad TSO
1
LEERPLANDOELSTELLINGEN, LEERINHOUDEN EN PEDAGOGISCH-DIDACTISCHE WENKEN
1
BOUW VAN DE STOF LEERINHOUDEN
1.1.
De samenstelling van de stof omschrijven.
Molecule, atoom, elektron, positief en negatief ion
1.2
Een elektrische stroom verklaren als een verplaatsing van vrije elektronen
Elektrische stroom
1.3
Het onderscheid verklaren tussen geleiders en isolatoren .
Geleiders en isolatoren.
O N TW ER P
LEERPLANDOELSTELLINGEN
PEDAGOGISCH-DIDACTISCHE WENKEN
-
Bij de aanvang van de leerstof elektriciteit vertrekken we zoals in de fysica vanuit dezelfde bouwstenen. Hoewel de kennis tot op heden nog onvolledig en ingewikkeld is willen we in deze leereenheid op een eenvoudige wijze deze materie reeds benaderen. De toestanden waarin een atoom zich kan bevinden geven een kijk op de herkomst van licht, warmte en stroomgeleiding. Toestanden als geleiding en niet-geleiding zijn van groot belang.
1.1 Verwijzen naar de lessen toegepaste fysica en in samenspraak deze elementen behandelen. 1.2 Leerstof beperken tot wat effectief gebruikt wordt in de lessen elektriciteit.
1.3 Een overzicht met voorbeelden aanbieden. Ook enkele proefjes inschakelen. Deze leerlingen hebben al even kennis gemaakt in de 1ste graad (TO).
2
DE ELEKTRISCHE STROOMKRING
LEERPLANDOELSTELLINGEN
LEERINHOUDEN
De onderdelen en hun functie in een stroomkring onderscheiden.
Bron, smeltveiligheid, leidingen, schakelaar en verbruiker
2.2
Onderscheid maken tussen een open en gesloten stroomkring en inzien wanneer er al dan niet vrije elektronen vloeien.
Open en gesloten stroomkring
2.3
De polariteit van een bron herkennen. Conventionele- en elektronenstroomzin van elkaar onderscheiden.
Polariteit en stroomzin
2.1
Elektriciteit en lab D/2002/0279/020
47
Elektrotechnieken 2de graad TSO
2.4
Zelfstandig een gesloten stroomkring opbouwen.
Opbouw van een gesloten stroomkring
2.5
De symbolen plaatsen in een stroomkring.
De elementaire symbolen voor de bron, de geleider, de verbruiker en de schakelaar
PEDAGOGISCH-DIDACTISCHE WENKEN
Nu we weten wat een elektrische stroom is en dat niet alle stoffen goede geleiders zijn, gaan we zoeken naar toepassingen om hem nuttig te gebruiken.
-
We bouwen met de leerlingen een stroomkring op met de onderdelen daarvoor nodig. Deze opbouw is reeds in de 1ste graad aan bod gekomen, toch is het nodig deze leereenheid nog eens grondig te herhalen.
-
Deze aanbreng lijkt abstract, maar met aangepaste leermiddelen en met vergelijkende voorbeelden zal de leerling de juiste inzichten verwerven. Een correct voorbeeld met waterkring mag gerust gehanteerd worden om de leerling die inzichten bij te brengen.
O N TW ER P
-
2.1 Demonstratie door de leerkracht: de leerstof vanuit de 1ste graad kan hier herhaald, uitgediept en eventueel bijgestuurd worden. 2.4 De leerlingen bouwen zelf de elektrische stroomkring op.
3
3.1
3.2
STROOMSTERKTE
LEERPLANDOELSTELLINGEN
LEERINHOUDEN
De basisgrootheid stroomsterkte met het gebruikte symbool en eenheid kennen en dit in het SI-stelsel onderbrengen.
De stroomsterkte I De ampère (A)
De meest praktische veelvouden en onder- Veelvouden en onderdelen van de delen van de eenheid ampère weergeven en ampère uA, mA, kA omzetten. PEDAGOGISCH-DIDACTISCHE WENKEN
SI-stelsel. -
We letten er vooral op die eenheden aan te brengen die op dat moment relevant zijn. Zo voorkomen we dat de leerlingen overdonderd worden met allerlei wetenswaardigheden die ze op dat moment niet kunnen plaatsen.
Elektriciteit en lab D/2002/0279/020
48
Elektrotechnieken 2de graad TSO
-
Belangrijk is het om de logica achter de opbouw van alle afgeleide eenheden te begrijpen. Om een samenhangend geheel te bekomen dienen we enkele mechanische begrippen te verduidelijken om vandaaruit de afgeleide SI-eenheden voor de elektrotechniek op te bouwen.
-
Ideaal zou zijn mocht de collega toegepaste fysica de onderlinge verbanden aanbrengen en de eenheden duiden in samenspraak met de onderscheiden vakleerkrachten.
3.1 Verwijzen naar de lessen toegepaste fysica: metrologie, grootheden en eenheden volgens het SI-eenhedenstelsel. Het SI-stelsel aanbrengen als een universele afspraak binnen de wetenschappen en de techniek.
O N TW ER P
3.2 Oefeningen op de omzettingen. Positieve en negatieve machten van 10 gebruiken, met als exponent steeds drie of een veelvoud van drie. Steeds de meest praktische waarden (uA, mA, kA) laten gebruiken. Hier is een duidelijke coördinatie met het vak wiskunde zeker nodig.
4
4.1
4.2
4.3
4.4
SPANNING
LEERPLANDOELSTELLINGEN
LEERINHOUDEN
Het begrip spanning afleiden uit het ladingsverschil tussen 2 punten.
Spanning U, potentiaal (v) en potentiaalverschil U
Het symbool en de eenheid weergeven.
Symbool U, en eenheid: de volt (V)
De meest gebruikte veelvouden en de onderdelen van de volt weergeven en omzetten.
De meest gebruikte veelvouden en onderdelen van de volt: µV, mV, kV, MV
De begrippen klemspanning en EMK van elkaar onderscheiden.
De klemspanning U De EMK-eenheid de volt (V)
PEDAGOGISCH-DIDACTISCHE WENKEN
4.1 Zie 3.1 voor de aanbreng van de begrippen uit het SI-stelsel. Maak gebruik van multimedia. -
De leerlingen meten zelfstandig een spanning over de aansluitklemmen van een batterij, zij doen dat met een digitaal toestel. Het meten met meettoestellen zien we in leerinhoud 7.
Elektriciteit en lab D/2002/0279/020
49
Elektrotechnieken 2de graad TSO
-
-
Zij gaan hun meettoestel controleren op de juiste instellingen en werking. Batterijcontrole, diverse meetbereiken, gevaren bij het gebruik van een meettoestel toe lichten. De leerlingen bouwen een eenvoudige elektrische stroomkring op met inschakeling van een A-meter en een V-meter. Zij meten de bronspanning en de stroom in de kring wanneer die gesloten wordt.
4.3 Oefeningen op de omzettingen, positieve en negatieve machten gebruiken. Zie 3.2. Bij al de omzettingen is het wellicht nuttig de leerlingen tabellen ter hand te stellen, op die wijze bekomen ze een duidelijk overzicht van het geheel.
5
WEERSTAND
5.1
5.2
5.3
5.4
5.5
5.6
5.7
5.8
LEERINHOUDEN
1V Weerstand als verhouding 1 = ---1A
O N TW ER P
LEERPLANDOELSTELLINGEN
Het begrip elektrische weerstand R omschrijven als verhouding tussen de spanning U en de stroom I.
Symbool en de eenheid en de grootheid van weerstand weergeven.
Symbool R en eenheid van weerstand de ohm (Ω)
De meest gebruikte veelvouden en de onderdelen van de ohm weergeven en omzetten.
Veelvouden en onderdelen van de Ohm: mΩ, Ω, kΩ, M Ω
Het systeem van de kleurencode gebruiken om de weerstandswaarde en de tolerantie te bepalen.
Weerstandswaarden en tolerantie aan de hand van de kleurencode
Zelfstandig weerstanden nameten.
Meten van weerstandswaarden met een digitale meter
De soorten weerstanden herkennen.
Soorten weerstanden
De samenstelling van een weerstand omschrijven en zijn toepassing duiden.
Kooldraadweerstand Metaalfilmweerstand Draadgewikkelde weerstand Regelbare weerstand Speciale weerstanden
Kenmerkende eigenschappen van weerstanden bespreken.
Stabiliteit, nauwkeurigheid, maximum. toegelaten spanning, temperatuur afhankelijk
Elektriciteit en lab D/2002/0279/020
50
Elektrotechnieken 2de graad TSO
PEDAGOGISCH-DIDACTISCHE WENKEN
5.1 Zie 3.1 in verband met het SI-telsel. 5.3 Oefeningen maken op de omzettingen, werken met negatieve en positieve exponenten van de machten van 10. De leerlingen een tabel bezorgen met benaming, waarde en symbool van de meest voorkomende waarden. 5.3 Verwijzen naar Installatiemethoden voor de samenstelling van weerstanden. Oefeningen maken met de 4-5-6-kleurenringen. (U) 5.4 Leerlingen zelf laten meten en de bedenkingen laten formuleren rond de gemeten waarden en de berekende waarden. 5.6 Beperken in de opsomming.
O N TW ER P
5.7 Aan de hand van overzichtslijsten de leerlingen kennis laten maken met de samenstelling en hun praktische bruikbaarheid. 5.8 De kenmerkende eigenschappen samen met de leerlingen ontdekken. 6
6.1
6.2
6.3
6.4
WET VAN FARADAY
LEERPLANDOELSTELLINGEN
LEERINHOUDEN
Het begrip hoeveelheid elektriciteit omschrijven.
Hoeveelheid elektriciteit Q
Het symbool en de eenheid van deze grootheid weergeven.
Symbool (Q) en eenheid van de hoeveelheid elektriciteit Coulomb (C)
De wet van faraday gebruiken. Het verband tussen de eenheid coulomb, ampère sec. (As) kennen en de gebruikte eenheid ampère-uur (Ah) toepassen.
Wet van Faraday Q=Ixt Praktische eenheid van de hoeveelheid elektriciteit (Ah)
De meest gebruikte veelvouden en onderdelen van de Coulomb weergeven en omzetten.
De meest gebruikte veelvouden en onderdelen van de eenheid Coulomb: C, kC
PEDAGOGISCH-DIDACTISCHE WENKEN
6.1 Wanneer de elektrische stroom door een verbruiker gaat, treden er bepaalde verschijnselen of effecten op. Deze effecten treden enkel op als de kring gesloten is, de hevigheid van het effect is afhankelijk van de grootte van de stroom. De duur van het effect is weer afhankelijk van de tijd dat de stroom door de kring mag vloeien. 6.3 Oefeningen maken die verwijzen naar praktische voorbeelden: accu, condensator. Vertrekken vanuit het SI-eenheden stelsel, zie 3.1.
Elektriciteit en lab D/2002/0279/020
51
Elektrotechnieken 2de graad TSO
6.4 Omzettingen inoefenen. Steeds positieve en negatieve machten van 10 per drie gebruiken bij de omzettingen.
7
WERKEN MET MEETTOESTELLEN LEERINHOUDEN
7.1
Analoge en digitale meettoestellen van elkaar onderscheiden. V-, A-, ohmmeter herkennen.
Soort meettoestellen
7.2
De symbolen op meettoestellen herkennen.
Symbolen op meettoestellen
7.3
De digitale multimeter als volt-ampére en ohmmeter gebruiken.
Gebruik van de digitale multimeter
O N TW ER P
LEERPLANDOELSTELLINGEN
Het gepast meetbereik ningsssoort kiezen.
7.4
7.5
en
span-
Zelfstandig een spanningsmeting uitvoeren.
Meten van spanningen
Zelfstandig een stroommeting uitvoeren.
Meten van stromen
PEDAGOGISCH-DIDACTISCHE WENKEN
7.1 Het onderscheid aantonen met didactische toestellen tussen analoge en digitale meettoestellen. 7.2 Oefeningen maken op het herkennen van de symbolen op een meettoestellen. 7.3 Een digitaal meettoestel leren gebruiken.
Een goede en veilige meetmethode aanleren is hier belangrijk voor het verdere verloop van de vele meetopdrachten die leerlingen dienen uit te voeren. De leerlingen meten met een digitaal toestel, maar de leerkracht dient een demo te doen met een analoog toestel om de leerling te laten zien dat de twee toestellen een toepassing vinden. 7.4 Zelfstandig een meetopstelling uitvoeren bij het meten van een stroom en een spanning. Het best integreren bij een ander leerinhoud. (stroomkring en wet van Ohm)
Elektriciteit en lab D/2002/0279/020
52
Elektrotechnieken 2de graad TSO
8
WET VAN OHM LEERINHOUDEN
8.1
Zelfstandig het verband tussen spanning en stroomsterkte uit een meting afleiden en het wiskundig verband nagaan.
Het verband tussen spanning en stroomsterkte bij een vaste weerstandswaarde U I = ---R
8.2
Het begrip weerstand kunnen omschrijven als verhouding tussen spanning en stroomsterkte.
Weerstand als verhouding: R = U/I
8.3
Zelfstandig het verband tussen spanning en stroom via een meting in een grafiek weergeven.
I = f(U) met R als constante
Uit de U/I-karakteristiek de weerstandswaarde bepalen.
I = f (R) met U als constante
Zelfstandig het verband tussen stroom en weerstand via een meting in een grafiek weergeven.
Toepassingen op de wet van ohm
8.4
8.5
O N TW ER P
LEERPLANDOELSTELLINGEN
De wet van ohm toepassen in een willekeurige keten.
PEDAGOGISCH-DIDACTISCHE WENKEN
8.1 Zie 3.1 in verband met. het SI-stelsel. -
Leerlingen dienen het wiskundig verband goed te doorgronden, de begrippen recht en omgekeerd evenredig goed in te oefenen in samenspraak met de collega wiskunde.
8.3 Een verbruiker kiezen met een zuiver resistief gedrag, die weinig temperatuurgevoelig is. Leerling zelf de meting laten uitvoeren. 8.5 Oefeningen maken met realistische waarden.
9
ENERGIE LEERPLANDOELSTELLINGEN
LEERINHOUDEN
9.1
De term energie omschrijven.
De bepaling van energie
9.2
De verschillende vormen van energie omschrijven.
Hoofdvormen van energie
Elektriciteit en lab D/2002/0279/020
53
Elektrotechnieken 2de graad TSO
9.3
De omzetting van elektrische energie naar andere energievormen met een praktisch voorbeeld omschrijven.
Energieomvormingen
De omzetting van andere energievormen naar elektrische energie met een praktisch voorbeeld omschrijven. 9.4
De wet op het behoud van energie interpreteren.
Wet van behoud van energie
PEDAGOGISCH-DIDACTISCHE WENKEN
O N TW ER P
Elke omvorming van energie gaat gepaard met een gedeeltelijk verlies aan energie. Dit verlies is niet nuttig gebruikt, het is echter niet verdwenen maar omgezet in een energie die niet bedoeld was. (bv. warmte bij een motor, warmte bij een gloeilamp, ...) 9.2 Praktische voorbeelden geven rond de verschillende vormen van energie. 9.3 Didactische panelen en multimedia gebruiken.
9.4 De wet op het behoud aantonen via een proefopstelling met proeflamp.
10
10.1
10.2 10.3
10.4
10.5
ARBEID, VERMOGEN EN RENDEMENT
LEERPLANDOELSTELLINGEN
LEERINHOUDEN
Aantonen dat het vermogen van een verbruiker kan bepaald worden door het product van spanning en stroomsterkte.
Elektrisch vermogen P, formule, afgeleide formule, eenheid de watt (W) P=UxI
Veelvoud van de watt weergeven.
De kilowatt (kW)
Zelfstandig het vermogen rechtstreeks meten met een W-meter. (U)
Vermogenmeting (U)
Uit de bepaling van arbeid in functie van het vermogen, de formule voor elektrische arbeid afleiden.
Elektrische arbeid W-formule - afgeleide formules - de kilowattuur (kWh) W= UxIxt Ws - J - Wh - kWh
De elektrische arbeid van een elektrisch toestel voor een gegeven tijd berekenen.
Berekenen van elektrische arbeid
Elektriciteit en lab D/2002/0279/020
54
Elektrotechnieken 2de graad TSO
PEDAGOGISCH-DIDACTISCHE WENKEN
De begrippen arbeid, vermogen en rendement staan in een nauwe onderlinge relatie met elkaar. Het vermogen is een vergelijkbare factor wanneer het gaat om toestellen (motoren, huishoudelijke toestellen, lampen, …).
-
Arbeid of energie is duur en er dient voorzichtig mee omgesprongen, denk maar aan het huishoudelijk verbruik. Sommige enrgiebronnen zullen met de tijd opgebruikt zijn (steenkool, aardolie, …) dus zullen andere bronnen dienen ontgonnen. Goedkope energiebronnen kunnen aangesproken worden (wind, water, …). Schadelijke bronnen dienen vermeden te worden (kernsplitsing, milieuonvriendelijke uitstoot van stoffen).
-
Het begrip rendement heeft verband met voorgaande begrippen. Hoe groter het rendement hoe minder verlies aan nutteloze energie.
O N TW ER P
-
10.1 Voorbeelden uit de praktijk, vergelijken van vermogens. Bv. vergelijking van de vermogens van gloeilampen. - De leerlingen zelf de proefopstellingen laten uitvoeren. - V-meter en A-meter (2 opstellingen). 10.3 In demo een W-meter bijschakelen.
10.4 De formules van arbeid, vermogen en de wet van ohm met elkaar in verband brengen. 10.5 Aantonen dat het vermogen kan berekend worden met de gegevens op de kWh-meter.
10.6
10.7
LEERPLANDOELSTELLINGEN
LEERINHOUDEN
De praktische eenheid afleiden uit de formule van arbeid, en het nut ervan aantonen.
De kWh als praktische eenheid van elektrische arbeid
Het begrip “Joule-effect“ verduidelijken.
Joule - effect
10.7.1 De formule afleiden.
W = R I ² x t in Joule
10.7.2 Het nut en het nadeel van het Jouleeffect aan de hand van voorbeelden aantonen.
Toepassingen van het Joule-effect
10.8
Het begrip rendement verduidelijken.
Rendement-symbool (n)
10.9
Het rendement van een elektrische verbruiker bepalen.
Rendement van een elektrische verbruiker Pn n = ----Pt
Elektriciteit en lab D/2002/0279/020
55
Elektrotechnieken 2de graad TSO
PEDAGOGISCH-DIDACTISCHE WENKEN
10.6 Energiemeters aanhalen. Demonstratieproef met kWh-meter. Faktuur elektriciteitsleverancier bespreken. 10.7 Het Joule-effect aantonen met een weerstand onder spanning, verschillende stromen sturen door enkele weerstanden. De factor I ² toelichten. Wijzen op de gevolgen van slechte contacten. 10.8 Praktische voorbeelden rond rendement, uit de praktijk. Via een praktische oefening de termen toegevoegde en nuttige energie verklaren.
11
O N TW ER P
10.9 Het vermogen laten aflezen op kenplaatjes van toestellen. Het rendement theoretisch en praktisch bepalen.
SCHAKELEN EN WEERSTANDEN
LEERPLANDOELSTELLINGEN
LEERINHOUDEN
11.1.1 De soorten schakelingen onderscheiden.
Serie - parallel - gemengd
11.1.2 Het begrip vervangingsweerstand omschrijven.
Vervangingsweerstand
1.1.2
Serieschakeling van weerstanden.
11.2.1 Een serieschakeling van enkele weerstanden tekenen en herkennen.
Serieschakeling van weerstanden Symbolen van weerstanden
11.2.2 De eigenschappen van een serieschakeling van weerstanden toelichten en de formules afleiden.
Eigenschappen van een serieschakeling
11.2.3 In een serieketen de stroomsterkte, de bron- en deelspanningen, de verschillende weerstanden berekenen.
Vervangingsweerstand - deelspanningen
11.2.4 Zelfstandig een serieschakeling opbouwen en de verschillende grootheden nameten.
Metingen en oefeningen op grootheden
11.2.5 Uit de eigenschappen enkele praktische toepassingen toelichten en hun voor- en nadelen verklaren.
Toepassingen van de serieschakeling Voor- en nadelen van de serieschakeling
Elektriciteit en lab D/2002/0279/020
56
Elektrotechnieken 2de graad TSO
PEDAGOGISCH-DIDACTISCHE WENKEN
-
Een verbruiker, meestal voorgesteld door één weerstand, kan echter bestaan uit meerdere weerstandselementen die op één of andere manier met elkaar verbonden zijn. Het kan gaan om in serie geschakelde weerstanden of parallel of een gemengde schakeling.
-
Serie geschakelde elementen vinden we terug in een kerstboomverlichting of in schakelingen waar we stroomsterkte onder controle willen houden. De leerlingen dienen op voorhand te weten waar men naar toe wil en welk praktisch nut de verschillende schakelingen hebben. Via computersoftware is een ondersteuning hier zeker mogelijk.
11.2.3
De resultaten van een oefening overnemen voor een meting.
O N TW ER P
11.2.1
11.2.4
De leerlingen zelfstandig de proefopstellingen laten uitvoeren. De resultaten van de oefeningen overnemen voor de metingen. De leerlingen zelfstandig de metingen laten uitvoeren.
11.2.5
Kerstboomverlichting, voorschakelweerstand, …
LEERPLANDOELSTELLINGEN
11.3
LEERINHOUDEN
Parallelschakeling van weerstanden
11.3.1 Een parallelschakeling van enkele weerstanden tekenen en herkennen.
Schema van een parallelschakeling
11.3.2 De eigenschappen van een parallelschakeling van weerstanden toelichten en de formules afleiden.
Vervangingsweerstand
11.3.3 Van een parallelketen de stroomsterkte, de deelstromen en de vervangingsweerstand berekenen.
Oefeningen op de parallelschakeling
11.3.4 Zelfstandig een parallelschakeling opbouwen en de verschillende grootheden nameten.
Metingen van de grootheden
11.3.5 Uit de eigenschappen enkele praktische toepassingen toelichten en hun vooren nadelen verklaren.
Praktische toepassingen Voor- en nadelen van de parallelschakeling
Elektriciteit en lab D/2002/0279/020
57
Elektrotechnieken 2de graad TSO
PEDAGOGISCH-DIDACTISCHE WENKEN
-
-
Parallel geschakelde elementen vinden we terug in vele huishoudelijke toestellen. Een parallelschakeling komt meer voor in de praktijk dan een serieschakeling, praktisch heel onze huisinstallatie is een vorm van parallelschakelingen. De leerlingen dient gewezen op het feit dat er zelden serieschakelingen voorkomen in de praktijk, dit sluit dan ook uit dat men in de praktijk lampen spontaan in serie schakelt.
11.3.4
De leerlingen zelfstandig de proefopstellingen laten uitvoeren. De leerlingen de metingen zelf laten uitvoeren en de resultaten laten vergelijken met de gemaakte oefeningen. LEERPLANDOELSTELLINGEN
LEERINHOUDEN
Gemengde schakeling van weerstanden.
O N TW ER P
11.4
11.4.1 Een gemengde schakeling van enkele weerstanden tekenen en herkennen.
Schema van een gemengde schakeling
11.4.2 De gemengde schakeling als een combinatie van een serie- en parallelschakeling beschouwen.
11.4.3 De gemengde schakeling methodisch vereenvoudigen.
Vervangingsweerstand
11.4.4 Van een gemengde schakeling de deelspanningen en deelstromen berekenen.
Oefeningen op een gemengde schakeling
11.4.5 Zelfstandig een gemengde schakeling opbouwen en de verschillende grootheden meten.
Meten van de verschillende grootheden
PEDAGOGISCH-DIDACTISCHE WENKEN
-
De leerlingen doen inzien dat een gemengde schakeling een combinatie is tussen een serie- en parallelschakeling. Deze combinatie komt zeer veel voor. De leerlingen dienen de gemengde schakeling te herleiden tot een zuiver serie- of parallelschakeling.
11.4.3
Aan de leerlingen methoden aanreiken om de vervangingsschema’s te tekenen en te berekenen. De schema’s aanvullen met deelstromen en deelspanningen.
11.4.4
De resultaten overnemen voor de metingen.
11.4.5
De leerlingen zelfstandig de proefopstelling laten uitvoeren. De leerlingen zelf de metingen laten uitvoeren.
Elektriciteit en lab D/2002/0279/020
58
Elektrotechnieken 2de graad TSO
LEERPLANDOELSTELLINGEN
11.5
LEERINHOUDEN
Belaste en onbelaste spanningsdeler
11.5.1 Zelfstandig een belaste spanningsdeler nameten.
Belaste spanningsdeler
11.5.2 Toepassingen in de praktijk toelichten.
Toepassingen
PEDAGOGISCH-DIDACTISCHE WENKEN
11.5.1
De resultaten van de oefeningen door de leerlingen laten nameten.
12
O N TW ER P
11.5.2 De leerlingen het nut van de basisschakelingen laten inzien en laten herkennen in toepassingen. Voorschakelweerstand, shuntweerstand, belaste spanningsdeler, potentiometer, ….
WET VAN POUILLET
LEERPLANDOELSTELLINGEN
LEERINHOUDEN
De factoren die de weerstand van geleiders beïnvloeden opsommen.
Resistiviteit of soortelijke weerstand Metingen
Het begrip soortelijke weerstand definiëren, het symbool benoemen en de eenheid afleiden.
Soortelijke weerstand (ρ) Eenheid: Ohmmeter (Ωm)
1.2.3
De soortelijke weerstand van de meest gebruikte materialen in de elektriciteit opzoeken en gebruiken.
Factoren die invloed hebben op de weerstand van vaste geleiders: lengte, doorsnede en materiaalsoort Eenheid en symbool van de grootheid Resistiviteit of soortelijke weerstand
12.4
De wet van Pouillet weergeven.
Wet van Pouillet en afgeleide formules ρxl R = ____ A
De wet van Pouillet toepassen bij het berekenen van een leiding die voldoet aan de gestelde eisen.
Toepassing
12.1
12.2
12.5
Elektriciteit en lab D/2002/0279/020
59
Elektrotechnieken 2de graad TSO
PEDAGOGISCH-DIDACTISCHE WENKEN.
-
Sommige onderdelen van de elektrische stroomkring verdienen onze bijzondere aandacht. Eén ervan zijn de leidingen, hoe laten zij de stroom door, welke zijn de gevolgen, welke zijn de voorzorgen die we dienen te nemen om een normaal functioneren van de verbruiker te garanderen.
12.1 Demonstratieproef door de leerkracht aan te tonen. 12.3 Tabel ter beschikking stellen van de leerlingen. De tabel toelichten. 12.4 Recht- en omgekeerde evenredigheid.
O N TW ER P
12.5 Uit meetresultaten de formule afleiden. Verwijzen naar de SI-eenheden. Toepassen op voorbeelden: - verwarmingsweerstand, spanningsverlies in de leidingen berekenen, halogeenverlichting,… - verwijzen naar het vak Installatiemethoden. LEERPLANDOELSTELLINGEN
12.6
LEERINHOUDEN
Geleiderweerstand en temperatuur
12.6.1 Zelfstandig uit een eenvoudige proefopstelling de invloed van de temperatuur op de waarde van de weerstand aantonen en de grafieken opstellen.
Invloed van de temperatuur op de waarde van de weerstand Temperatuur als basisgrootheid
12.6.2 Het begrip temperatuurcoëfficiënt verduidelijken, het symbool herkennen en de eenheid afleiden.
Formule en begrip temperatuurcoëfficiënt
12.6.3 De formule toepassen.
Oefeningen
PEDAGOGISCH-DIDACTISCHE WENKEN
12.6.1
Vertrekken vanuit het SI-eenhedenstelsel. Werken met een metaaldraadlamp en een kooldraadlamp. De leerlingen zelfstandig laten meten.
12.6.2
Een algemene formule opstellen bij het begrip temperatuurcoëfficient. De temperatuur van een gloeidraad bij een gloeilamp berekenen.
Elektriciteit en lab D/2002/0279/020
60
Elektrotechnieken 2de graad TSO
13
SCHEIKUNDIGE SPANNINGSBRONNEN LEERINHOUDEN
13.1
De eigenschappen van scheikundige spanningsbronnen toelichten en het symbool herkennen.
Ideale spanningsbron
13.2
Het begrip open klemspanning definiëren.
De onbelaste spanningsbron
13.3
Het begrip inwendige weerstand toelichten.
De belaste spanningsbron
13.4
Het verband tussen Ri en de toestand van de bron duiden.
Klemspanning
O N TW ER P
LEERPLANDOELSTELLINGEN
PEDAGOGISCH-DIDACTISCHE WENKEN
-
We maken kennis met de scheikundige verschijnselen die optreden wanneer een gelijkstroom door een elektrolyt vloeit. Het gaat hier vooral om het leveren van kleine vermogens voor een zaklantaarn, radio, afstandsbediening, …
-
Men dient de leerlingen er op te wijzen dat juiste benamingen belangrijk zijn en dat de gevaren bij het gebruik van scheikundige stoffen aandacht verdienen.
-
De begrippen klemspanning en bronspanning aantonen door deductie.
13.1 Gebruik van didactische panelen of multimedia.
13.2 Gebruik een geladen en een ontladen batterij. Meet het verschil tussen een belaste en een onbelaste spanningsbron. 13.4 De verbanden aantonen via proefopstellingen. LEERPLANDOELSTELLINGEN
LEERINHOUDEN
Het verband tussen open klemspanning, Ri en U in een formule definiëren.
Inwendige spanningsval
13.6
Het onderscheid tussen een nietoplaadbare en een oplaadbare batterij herkennen.
Oplaadbare batterijen
13.7
Soorten spanningsbronnen herkennen.
Soorten spanningsbronnen
13.5
Elektriciteit en lab D/2002/0279/020
61
Elektrotechnieken 2de graad TSO
PEDAGOGISCH-DIDACTISCHE WENKEN
13.5 Via proefopstellingen de verbanden aantonen. 13.6 Gebruik een didactisch paneel bij de uitleg rond de opbouw van een batterij. Maak hier gebruik van de multimedia die over dit onderwerp veelvuldig voorhanden zijn.
SCHAKELEN VAN SPANNINGSBRONNEN
14.1
14.2
LEERPLANDOELSTELLINGEN
LEERINHOUDEN
Het gebruik van een serieschakeling van batterijen toelichten. Praktische berekening uitvoeren.
Serieschakeling van batterijen
O N TW ER P
14
Het gebruik van een parallelschakeling bij batterijen toelichten.
Parallelschakeling van batterijen
PEDAGOGISCH-DIDACTISCHE WENKEN
-
Om tot een groter vermogen te komen dienen we spanningsbronnen te schakelen. Met de leerlingen een batterij of een accu samenstellen.
14.1 Verschillende combinaties van batterijen, goede en minder goede: in serie en oppositie, door de leerlingen zelf laten nameten. Accutester gebruiken (autotechniek).
15
MAGNETISME
LEERPLANDOELSTELLINGEN
LEERINHOUDEN
Natuurlijke en kunstmagneten onderscheiden. Het geografische van het magnetische noorden onderscheiden.
Natuurlijke en kunstmagneten
15.2
Vormen van magneten opnoemen.
Basisbegrippen: Polen, poolas, poolafstand, neutraal vlak
15.3
Aan de hand van een figuur de begrippen magnetische massa en poolsterkte als synoniem herkennen.
Magnetische massa
15.4
Aan de hand van een figuur de verschillende delen van een magneet aanduiden en benoemen.
Krachtwerking, afstoten en aantrekken
15.1
Elektriciteit en lab D/2002/0279/020
62
Elektrotechnieken 2de graad TSO
15.5
De krachtwerking tussen magneten aantonen via een proef.
Krachtwerking
15.6
Zelfsandig het magnetisch rondom een magneet ontdekken.
Magnetisch veld - magnetisch spectrum
15.7
Zelfstandig de wet van de polen ontdekken en verklaren.
veld
Wet van de polen
PEDAGOGISCH-DIDACTISCHE WENKEN
De werking van heel wat elektrische toestellen berust op de bijzondere eigenschappen van het magnetisme. Daarom is het aangewezen inzicht te verwerven over het bestaan, de herkomst en de eigenschappen van het magnetisch veld.
-
Begrippen zoals magnetisch veld, inductie, flux, poolsterkte ,… komen aan bod. Ook gaan we met de leerlingen de stoffen indelen volgens hun beïnvloeding door dit magnetisch veld.
-
De leerlingen proefondervindelijk de magnetische eigenschappen van materialen laten ontdekken.
O N TW ER P
-
15.1 Praktische voorbeelden tonen. 15.2 Demonstratie met permanente magneten. 15.5 Demoproeven.
15.6 De leerlingen doen deze proef zelf. Proef met ijzervijlsel en kompas.
De leerlingen ontdekken het aantrekken en afstoten van de polen LEERPLANDOELSTELLINGEN
LEERINHOUDEN
Het begrip magnetisch veld duiden en de eigenschappen aantonen.
Het magnetisch veld, definitie en eigenschappen
Eigenschappen en de zin van de veldlijnen weergeven.
Veldlijnen
15.10
Zelfstandig de krachtwerking bij magneten aantonen met een proef.
Krachtwerking
15.11
Het begrip permeabiliteit omschrijven als de doorlaatbaarheid van magnetische veldlijnen door een stof.
Permeabiliteit μ in Henry per meter (H/m)
15.12
Het begrip magnetische veldsterkte duiden. Symbool en eenheid benoemen.
Magnetische veldsterkte (H) Ampère per meter (A/m)
15.8
15.9
Elektriciteit en lab D/2002/0279/020
63
Elektrotechnieken 2de graad TSO
PEDAGOGISCH-DIDACTISCHE WENKEN
15.8 Proef met ijzervijlsel, magneten en transparant. 15.9 Buiten de magneet N - Z In de magneet van Z - N Tekening met de loop van de veldlijnen.
LEERPLANDOELSTELLINGEN
LEERINHOUDEN
Het begrip magnetische flux duiden. Symbool en eenheid benoemen. De formule voor flux door een oppervlakte A toepassen.
Magnetische flux (φ) Eenheid de weber (wb)
φ = B . A (wb) B = μ x H
15.14
Inductie als fluxdichtheid duiden.
Inductie B in wb/m²
15.15
De verschillende begrippen magnetiseren, demagnetiseren en remanent magnetisme verklaren.
Magnetisme, demagnetiseren, remanent magnetisme
15.16
Zacht-magnetische materialen omschrijven.
Gemakkelijk te magnetiseren en demagnetiseren Klein remanent magnetisme
15.17
Het gebruik van zacht-magnetische materialen toelichten en hun gebruik opsommen.
Zacht-agnetische materialen Toepassingen
15.18
Hard-magnetische materialen omschrijven.
Moeilijk te magnetiseren en demagnetiseren Groot remanent magnetisme
15.19
Het gebruik van hard-magnetische materia- Hard-magnetisch materialen len toelichten en hun gebruik opsommen. Gebruik
O N TW ER P
15.13
PEDAGOGISCH-DIDACTISCHE WENKEN
15.13
Flux = straling
15.14
Analogie met elektriciteit aantonen. Een figuur met veel ten opzichte van weinig veldlijnen per m². Overzichtslijsten met verschillende magnetische materialen ter beschikking stellen. Indien mogelijk vergelijkende tabellen met Bmax . μ r (voor zachte materialen), en Brem, H coer. voor harde materialen.
Elektriciteit en lab D/2002/0279/020
64
Elektrotechnieken 2de graad TSO
15.19
16
Permanente magneten bij luidsprekers, meettoestellen, kleine motoren, kastsluitingen, magnetische opspanplaten.
ELEKTROMAGNETISME LEERINHOUDEN
16.1
Uit een proef besluiten dat er een magnetisch veld rond een stroomvoerende geleider bestaat.
Proef van Öersted
16.2
De vorm, de zin en de grootte van het magnetisch veld aantonen.
Zin en sterkte van het veld
16.3
Zelfstandig de zin en het magnetisch veld op de doorsnede aanduiden.
Rechte geleider
Aan de hand van de regel van de rechterhandgreep de zin van het magnetisch veld rond een stroomvoerende geleider bepalen.
Regel van de rechterhandgreep bij de zinbepaling van het magnetisch veld bij een geleider
Aan de hand van een proefopstelling het magnetisch veld in een winding waarnemen.
Magnetisch veld in een winding
16.4
16.5
O N TW ER P
LEERPLANDOELSTELLINGEN
PEDAGOGISCH-DIDACTISCHE WENKEN
-
We kunnen ook kunstmatig magnetisme opwekken, rond elke stroomvoerende geleider ontstaat een magnetisch veld. Om dit veld krachtiger te maken nemen we onze toevlucht tot meer wikkelingen (spoel). We laten de leerlingen met eenvoudige proefjes dit ontdekken.
-
De toepassingen van elektromagnetisme zijn zeer veelvuldig, laat de leerlingen deze opsommen. Deurbel, zoemer, relais, … De leerlingen kunnen voor deze les didactisch materiaal aanbrengen.
16.1 Een demoproef met een stroomvoerende geleider en een kompasnaald. Proef met ijzervijlsel - leerlingproef. Didactische proeven met verschillende toepassingen. Demoproef met een grof gewikkelde spoel.
Elektriciteit en lab D/2002/0279/020
65
Elektrotechnieken 2de graad TSO
LEERINHOUDEN
16.6
De rechterhandgreep gebruiken om de zin te bepalen.
Regel van de rechterhandgreep bij de bepaling van de zin van het veld
16.7
Aan de hand van een proefopstelling het magnetisch veld in een solenoïde waarnemen.
Een spoel met luchtkern of solenoïde
16.8
De gevolgen van het aanbrengen van een ijzeren kern in een spoel verklaren.
Een elektromagneet
16.9
De magnetisatiecurve verklaren. (U) Het begrip verzadiging verklaren.
Magnetisatiecurve
O N TW ER P
LEERPLANDOELSTELLINGEN
PEDAGOGISCH-DIDACTISCHE WENKEN
16.8 Een elektromagneet laten vervaardigen en aansluiten op een bron. Demoproef: regelbare bron, verschillende kernen in de spoel. LEERPLANDOELSTELLINGEN
LEERINHOUDEN
16.10
Aan de hand van schema’s de werking verduidelijken van een bel, elektromagnetische schakelaar, hefmagneten, elektromagnetische beveiliging.
Praktisch gebruik van het elektromagnetisme
16.11
Het principe van de kooi van Faraday beschrijven.
Magnetische afscherming
16.12
Zelfstandig de aantrekstroom en de houdstroom van een relais bepalen.
Metingen op een relais
PEDAGOGISCH-DIDACTISCHE WENKEN
16.10
Didactische verduidelijking van de schema’s.
16.11
Afscherming van computers, telekabels, …
16.12
De leerlingen stellen zelfstandig de schakeling samen en voeren de metingen uit.
17
17.1
ELEKTRODYNAMISCHE KRACHTEN LEERPLANDOELSTELLINGEN
LEERINHOUDEN
Het gedrag van een stroomvoerende geleider in een magnetisch veld omschrijven en de gevolgen toelichten.
Stroomvoerende geleider in een magnetisch veld.
Elektriciteit en lab D/2002/0279/020
66
Elektrotechnieken 2de graad TSO
17.2
Met de linkerhandregel de zin van de Lorentzkracht bepalen.
Lorentzkracht
17.3
De factoren die de waarde van de Lorentzkracht bepalen opsommen
Het symbool, de grootte, de eenheid . F = B . I . l (N)
Het gedrag van twee evenwijdig geplaatste stroomvoerende geleiders omschrijven en de gevolgen ervan toelichten.
Krachtwerking tussen twee evenwijdig geplaatste stroomvoerende geleiders
17.5
Het werkingsprincipe van een elektromotor verklaren
Praktisch gebruik van de elektrodynamische krachten
O N TW ER P
17.4
PEDAGOGISCH-DIDACTISCHE WENKEN
-
Het is belangrijk dat de leerlingen in deze toch wel complexe materie de verbanden kunnen leggen. In dit onderdeel van het leerplan brengen we twee vorige begrippen samen, namelijk het magnetisme (permanent) en het magnetisme ontstaan bij stroomdoorgang in een spoel. Door de beide verschijnselen te combineren zal een stroomvoerende geleider krachten ondergaan. De leerling zal ontdekken dat dit verschijnsel (krachten) praktisch kan gebruikt worden. Het is van belang dit niet louter theoretisch aan te brengen maar minstens door demoproeven en als het enigszins kan via leerlingproeven te ondersteunen.
17.1 Via een demoproef de verschijnselen laten waarnemen.
17.2 Maak gebruik van transparanten of cd-rom met didactische software. 17.5 Elektromotor, draaispoelmeter, luidspreker, …
18
ELEKTROMAGNETISCHE INDUCTIE DOOR BEWEGING
LEERPLANDOELSTELLINGEN
LEERINHOUDEN
18.1
Het ontstaan van elektromagnetische inductie verklaren.
Het opwekken van een spanning in een rechte geleider
18.2
De zin van de geïnduceerde spanning aanduiden en met de rechterhandregel bepalen in een rechte geleider.
Zin van de opgewekte spanning in een rechte geleider
18.3
De formule toepassen E = B . l . v (volt).
Grootte van de opgewekte spanning
Elektriciteit en lab D/2002/0279/020
67
Elektrotechnieken 2de graad TSO
18.4
De zin van de geïnduceerde spanning aanduiden en deze met de rechterhandregel bepalen.
Zin van de opgewekte spanning in een spoel
18.5
De grootte van de opgewekte spanning in een spoel berekenen. De factoren die deze grootte bepalen duiden.
De opgewekte spanning in een spoel E = N . ----Δt
Het werkingsprincipe van een generator toelichten.
Het praktisch gebruik van de gegenereerde spanning
18.6
Δφ
PEDAGOGISCH-DIDACTISCHE WENKEN
-
-
Batterijen en accu’s zijn te zwak om langdurige en zware krachten te ontwikkelen, bv. het aandrijven van een elektromotor. Met elektriciteit kan men een mechanische beweging opwekken, het omgekeerde is ook waar, via beweging van een geleider in een magnetisch veld ontstaat een gegenereerde EMK in deze geleider (generator). Bij de behandeling van ‘elektrodynamische krachten’ kon al opgemerkt worden dat bij het bewegen van een geleider een EMK gegenereerd wordt. Waarnemen aan de hand van een didactische proefopstelling. Fietsdynamo (generator).
19
19.1
O N TW ER P
-
ELEKTROMAGNETISCHE INDUCTIE DOOR STROOMVERANDERING
LEERPLANDOELSTELLINGEN
LEERINHOUDEN
Het veranderlijk magnetisch veld door stroomverandering aantonen.
Stroomverandering in een spoel
Δφ
De formule E = - N ------Δt
Uit de waarnemingen in een proef het zelfinductieverschijnsel toelichten.
Zelfinductie
De factoren die de zelfinductiecoëfficient beïnvloeden opsommen. Het symbool en de eenheid benoemen.
Zelfinductiecoëfficient (L) Eenheid henry (H)
19.4
De inductieve componenten herkennen en hun samenstellingen omschrijven.
Inductieve componenten: spoelen en smoorspoelen
19.5
Enkele toepassingen van spoelen opsommen.
Toepassingen van spoelen op DC en AC
19.2
19.3
Elektriciteit en lab D/2002/0279/020
68
Elektrotechnieken 2de graad TSO
19.6
Uit de waarnemingen vanuit een proef het verschijnsel van de wederzijdse inductie toelichten.
Wederzijdse inductie
19.7
De principiële werking van een transformator verklaren.
Praktisch gebruik van het verschijnsel wederzijdse inductie
19.8
Bij een transformator het magnetisch en het elektrisch deel onderscheiden en toelichten.
Transformator
19.9
Enkele uitvoeringsvormen van enkelfasige transformatoren toelichten.
Beltransformator, scheidingstransformator, regelbare transformator, veiligheidstransformator, ampèretang
O N TW ER P
PEDAGOGISCH-DIDACTISCHE WENKEN
19.1 Demoproef: spoel en kompas. Demoproef: via scoop, reactie op een blokspanning. Met verschillende spoelen, de invloed aantonen van kernmateriaal. Twee spoelen op één kern. Bifilaire wikkeling, transformator met middenaftakking.
Didactische borden gebruiken met verschillende uitvoeringsvormen van spoelen. Laat de leerlingen zelf op zoek gaan naar toestellen waar spoelen gebruikt worden. Vestig de aandacht op het veelvuldig gebruik van spoelen in de electronica en hoogfrequenttechniek. (U) Bij transformatoren vooral de nadruk leggen op veiligheid, zoals bij het gebruik bij halogeenverlichting, kinderspeelgoed.
Het gevaar benadrukken bij een regelbare transformator (spaartransformator: geen netscheiding) LEERPLANDOELSTELLINGEN
LEERINHOUDEN
19.10
Uit de waarnemingen in een proef het bestaan van wervelstromen aantonen.
Wervelstromen
19.11
Het ontstaan van wervelstromen verklaren.
19.12
Het ontstaan van ijzerverliezen toelichten.
Ijzerverliezen (magnetisch verlies)
19.13
De maatregelen om het wervelstroomen ijzerverlies te beperken toelichten.
Maatregelen om wervelstromen te beperken
19.14
Toepassingen van de elektromagnetische inductie opsommen en verklaren
Toepassingen
Elektriciteit en lab D/2002/0279/020
69
Elektrotechnieken 2de graad TSO
PEDAGOGISCH-DIDACTISCHE WENKEN
19.10
Wervelstroomrem op vrachtwagens. Als rem in de kWh-meter. Foucaultrem (3de graad), transformatorprincipe, smoorspoel, inductieoven, …
19.14
Elektromagnetische microfoon, platenspeler,…
20
ELEKTROSTATICA LEERINHOUDEN
20.1
Het begrip elektrostatica verklaren
Begrip elektrostatica
20.2
Het ontstaan van een positieve en een negatieve lading toelichten.
Het begrip elektrische lading (Q) Eigenschappen - eenheid de coulomb (C)
Het onderscheid in het aanbrengen van ladingen verklaren.
Lading overbrengen door: - contact - wrijving - inductie
20.3
20.4
O N TW ER P
LEERPLANDOELSTELLINGEN
De onderlinge krachtwerking tussen elek- Onderlinge krachtwerking trisch geladen voorwerpen aantonen.
PEDAGOGISCH-DIDACTISCHE WENKEN
-
Deze leerinhouden niet te theoretisch behandelen, zeer praktisch aanbrengen en beperken in tijd.
-
We behandelen de elektriciteit in rust, geef een uitleg aan de benaming elektrostatica.
-
Onze dagelijkse bezigheden laten ons kennis maken, soms voelen, dat deze ophopingen van ladingen een realiteit is. Dit tonen we best aan met zoveel mogelijk proefjes, afhankelijk van de mogelijkheden, tal van proeven zijn aanwezig in de labo’s fysica.
20.1 Verwijzen naar de bouw van de stof. 20.4 Didactische proeven, praktijkvoorbeelden. Leerlingproefjes.
Elektriciteit en lab D/2002/0279/020
70
Elektrotechnieken 2de graad TSO
21
CONDENSATOREN LEERINHOUDEN
21.1
Het begrip capaciteit omschrijven.
Capaciteit
21.2
Het symbool en de eenheid herkennen.
Capaciteit (C), Farad (F)
21.3
De condensator als een specifieke component met capaciteit aanduiden.
Condensator De opbouw van een condensator
21.4
Een aantal uitvoeringsvormen en hun toepassingsgebied opsommen
Soorten en hun toepassing
21.5
De samenstelling van een condensator omschrijven en zijn toepassing duiden.
Samenstelling Toepassingen
21.6
De gevaren bij het gebruik van condensatoren onderkennen.
Veiligheid
21.7
Het gedrag van een condensator aangesloten op een gelijkspanning verklaren.
Condensator op gelijkspanning
21.8
De waarde van een capaciteit bepalen uitgaande van de constructiegegevens.
Q C = -----U
21.9
De gegevens vermeldt op condensatoren interpreteren.
Gegevens Kleurcode
O N TW ER P
LEERPLANDOELSTELLINGEN
A C = Σ -----d
PEDAGOGISCH-DIDACTISCHE WENKEN
Demoproef die aantoont dat een bron haar lading op de platen van een condensator overbrengt en dat die lading blijft bestaan na het wegnemen van de bron. Multimedia. Veiligheid, milieu (pcb ‘s), zie ‘Installatiemethoden’.
Op een didactisch bord de verschillende uitvoeringen tonen, zeker een overzichtstabel bezorgen aan de leerlingen. De nadruk leggen op het feit dat men bij ontlading zeker veiligheidsmaatregelen dient te treffen.
Elektriciteit en lab D/2002/0279/020
71
Elektrotechnieken 2de graad TSO
LEERINHOUDEN
21.10
De Ur, Uc en i grafisch herkennen.
Laden en ontladen
21.11
De formule voor de tijdsconstante van een RC keten herkennen. (U)
Tijdsconstante
21.12
De parallelschakeling van condensatoren tekenen en de vervangingscapaciteit berekenen. Inzien dat de lading verdeeld wordt.
Parallelschakeling van condensatoren
21.13
De serieschakeling van condensatoren tekenen en de vervangingscapaciteit berekenen. Inzien dat de lading overal dezelfde is.
Serieschakeling van condensatoren
O N TW ER P
LEERPLANDOELSTELLINGEN
PEDAGOGISCH-DIDACTISCHE WENKEN
21.6 Opnemen van een grafiek door de leerkracht als demo (U).
21.8 Enkele oefeningen oplossen rond de parallelschakeling van condensatoren. De leerlingen kunnen de grafieken en de metingen op een scoop vergelijken. De leerlingen voeren, indien mogelijk, de metingen zelf uit. De scoop dient dan wel als meetinstrument behandeld te zijn.
22
22.1
22.2
SINUSOÏDIALE SPANNINGEN EN STROMEN
LEERPLANDOELSTELLINGEN
LEERINHOUDEN
De voornaamste vormen van spanningen en stromen herkennen.
Soorten elektrische stromen Wisselspanning: sinusoïdale spanning
Het opwekken van een wisselspanning verklaren en het ontstaan ervan toelichten.
Opwekken van een sinusvormige éénfasige wisselspanning
22.3
De wiskundige formule voor het berekenen van de gegenereerde spanning in een draaiend raam toelichten.
22.4
De verband tussen pulsatie, frequentie en periode aantonen.
Kenmerkende eigenschappen: periode (T), frequentie (f), cirkelfrequentie (ω)
22.5
Het wiskundig verband tussen de periode T en de frequentie f aantonen.
Wiskundig verband
Elektriciteit en lab D/2002/0279/020
72
Elektrotechnieken 2de graad TSO
22.6
De begrippen van een sinusvormige wisselstroom of spanning onderscheiden en de praktische betekenis toelichten.
22.7
Het verband tussen deze twee begrippen begrijpen.
Waarden van de wisselspanning en stroom: - ogenblikkelijke waarde - effectieve waarde - gemiddelde waarde - top-tot-topwaarde
PEDAGOGISCH-DIDACTISCHE WENKEN
-
De wisselstroom neemt een zeer belangrijke plaats in de leerstof van de derde graad. Deze vorm van energie wordt in de centrales opgewekt en komt via het net naar de ver bruiker. De leerlingen dienen erop gewezen dat deze stroomsoort voortdurend van zin en grootte verandert. De begrippen wisselspanning, wisselstroom duidelijk plaatsen, dit kunnen we best doen met een grafische voorstelling. De leerlingen moeten voldoende vertrouwd worden met grafische voorstellingen om vervolgens andere begrippen te kunnen plaatsen.
O N TW ER P
-
22.1 Met een oscilloscoop aantonen - maak gebruik van een cd met didactische softwares. 22.2 De principiële opbouw van een éénfasige wisselstroomgenerator toelichten en aan de hand van een proef verduidelijken. 22.3 De verschillende eigenschappen benaderen en dit zelfstandig vanuit metingen met de oscilloscoop en de universele meter. Indien mogelijk de leerlingen zelf deze waarden laten ontdekken via meting met de scoop.
23
VECTORIËLE VOORSTELLING
LEERPLANDOELSTELLINGEN
LEERINHOUDEN
Het verband tussen een sinusoïdale wisselspanning en de vectoriële voorstelling aanduiden.
Verband tussen vectoriële en sinusoïdale voorstelling
23.2
De begrippen faseverschil, voorijlen, naijlen, in fase, tegenfase toepassen op de sinusoïdale en vectoriële voorstelling.
Faseverschil In fase Voorijlen Naijlen Tegenfase
23.3
Het optellen en ontbinden van vectoren toepassen.
Samenstellen en ontbinden van vectoren
23.1
Elektriciteit en lab D/2002/0279/020
73
Elektrotechnieken 2de graad TSO
PEDAGOGISCH-DIDACTISCHE WENKEN
De leerlingen vertrouwd maken met het werken met vectoren, dit in samenspraak met de collega’s wiskunde en mechanica.
-
Door middel van oefeningen de leerlingen het optellen en ontbinden van vectoren aanleren. Eenmaal hiermee vertrouwd kunnen we met de leerlingen nagaan hoe we met deze grootheden dienen te werken.
-
Een sinus kunnen we voorstellen als een draaiende vector, wanneer spanning en stroom niet gelijktijdig vetrekken laten we vectorieel zien wat de begrippen in fase, voorijlen en naijlen betekenen.
-
De leerlingen zullen na een tijd deze manier van benaderen overnemen en inzicht verwerven.
O N TW ER P
-
23.1 Maak gebruik van bestaande simulatiesoftware. Vertrekken vanuit vectoren die ronddraaien met een hoeksnelheid ω . 23.2 Via oefeningen het verband duiden. Verband met de wiskunde.
24
ENKELVOUDIGE WISSELSTROOMKETENS
24.1
24.2
24.3
24.4
24.5
LEERPLANDOELSTELLINGEN
LEERINHOUDEN
Zelfstandig een resistieve keten opbouwen en stroom en spanning meten, op AC en DC.
De zuiver resistieve keten Metingen op een zuiver resistieve kring
De eigenschappen van een zuiver resistieve keten herkennen (AC en DC).
Eigenschappen bij wissel- en gelijkspanning
Weten dat de frequentie bij een zuiver resistieve keten geen invloed heeft.
Invloed van de frequentie
Het spannings- en stroomverloop bij een zuiver resistieve keten sinusoïdaal en vectoriëel tekenen.
Vectordiagram en formules
De wet van Ohm voor een zuiver resistieve keten toepassen.
Wet van Ohm
PEDAGOGISCH-DIDACTISCHE WENKEN
-
De leerlingen maken kennis met een wisselstroomketen, waarin een ohmse weerstand R, een spoel L (inductief) en een condensator C (capacitief) zich gedragen als elementen aangesloten op een wisselspanning.
Elektriciteit en lab D/2002/0279/020
74
Elektrotechnieken 2de graad TSO
-
Aan de leerlingen tonen dat er zich bij wisselstroom andere verschijnselen voordoen dan bij gelijkstroom.
-
Samen met de leerlingen het gedrag onderzoeken van deze 3 componenten, elk afzonderlijk aangesloten op een wisselspanning.
-
Later in de 3de graad onderzoeken we de verschijnselen van de 3 componenten in combinatie met elkaar. Deze materie ondersteunen met proeven.
24.1 Zelfstandig via metingen tot een verklaring komen. 24.2 Demo met de scoop.
24.7
24.8
24.9
LEERINHOUDEN
De Joule-verliezen in een weerstand berekenen. (U)
Het Joule-effect
Zelfstandig een capacitieve keten opbouwen, de stroom en spanning meten op AC en DC.
De zuiver capacitieve keten Metingen op een zuiver capacitieve keten
De eigenschappen van een zuiver capacitieve keten herkennen (AC en DC).
Eigenschappen bij wissel- en gelijkspanning
De formule van capacitantie gebruiken.
De capacitieve reactantie Xc
De invloed van de frequentie verklaren op een capacitieve keten.
Vectordiagram en formules
O N TW ER P
24.6
LEERPLANDOELSTELLINGEN
24.10
PEDAGOGISCH-DIDACTISCHE WENKEN
-
Zelfstandig via metingen tot een verklaring komen.
-
Grafische voorstelling Xc = f (f).
-
De invloed verklaren van de frequentie op een capacitieve keten (tot 5 kHz). LEERPLANDOELSTELLINGEN
LEERINHOUDEN
24.11
Het spannings- en stroomverloop bij een zuiver capacitieve keten sinusoïdaal en vectoriëel tekenen.
Wet van Ohm
24.12
Het bepalen van de capaciteit met behulp van de wet van Ohm.
De praktische inductieve kring
Elektriciteit en lab D/2002/0279/020
75
Elektrotechnieken 2de graad TSO
24.13
De eigenschappen van een inductieve kring herkennen bij AC en DC.
Metingen op een praktische spoel
De verschillen aantonen tussen een spoel op AC en DC. 24.14
Het equivalent schema van een praktische spoel tekenen.
Vervangingsschema
24.15
De eigenschappen van een zuiver inductieve kring herkennen.
De zuiver inductieve kring
PEDAGOGISCH-DIDACTISCHE WENKEN
De invloed verklaren tot 5 kHz.
-
U en I verschoven, verschuiving bepalen. Demo met scoop.
-
Metingen op een hoogohmige inductieve kring zowel op AC als op DC.
-
De ohmse weerstand van een spoel bepalen met een ohmmeter of de V-A meter methode.
O N TW ER P
-
LEERPLANDOELSTELLINGEN
LEERINHOUDEN
24.16
De formule voor inductantie gebruiken. De invloed van de frequentie verklaren.
De inductieve reactantie XL en de invloed van de frequentie
24.17
Het spannings- en stroomverloop bij een zuiver inductieve keten sinusoïdaal en vectoriëel tekenen.
Vectordiagram en formules
24.18
De wet van Ohm voor een zuiver inductie- De wet van Ohm ve keten toepassen. (U) PEDAGOGISCH-DIDACTISCHE WENKEN
-
Grafische voorstelling XL = f (f).
-
De opbouw van dit hoofdstuk ondersteunen met een aanschouwelijke vorm van onderricht. De leerlingen dienen door metingen en oefeningen inzicht te verwerven in deze leerstof. Ook het gebruik van simulatie via software kan een goede didactische ondersteuning vormen.
Elektriciteit en lab D/2002/0279/020
76
Elektrotechnieken 2de graad TSO
2
MINIMALE MATERIËLE VEREISTEN
Klassikaal
-
Een of meer verticale didactische panelen met de gepaste bouwstenen voor de demonstratieproeven Soorten geleiders en isolatoren Batterijen, accu’s Een DC-voeding Een niet-gestabiliseerde voeding (ongeveer 20 A) voor proeven rond elektromagnetisme Didactische, goed af te lezen meettoestellen Een LF-functiegenerator (eventueel met digitale uitlezing) Een oscilloscoop Een Watt-meter Een kWh-meter Een cos φ-meter Elektrische motor, luidspreker, draaispoelmeter, transformator Multimedia pc met didactische software en internet-aansluiting Projectiesysteem Transparanten Catalogi, info-cd-rom’s … Normen, reglementeringen, lijsten, tabellen, kenplaatjes van elektrische toestellen …
O N TW ER P
-
Per meetgroep -
-
3
Universeel plug-systeem met componenten en verbindingselementen voor de diverse proeven en metingen. Componenten om stroomkringen op te bouwen: bron, veiligheden, schakelaars, verbruikers zoals verschillende soorten lampen, soorten weerstanden, potentiometers, geleiders … Componenten voor de proeven rond magnetisme: magneten, kompas, ijzervijlsel, magnetisch en niet-magnetisch materiaal, spoelen, elektromagneten, relais … Condensatoren Meetsnoeren Digitale multimeters Een regelbare DC-voeding (bijvoorbeeld 0-30 V, 0-2 A, kortsluitvast) Een eenvoudige LF-generator (U) Een eenvoudige oscilloscoop
EVALUATIE
Bij de evaluatie kan men de volgende basisprincipes in acht nemen: -
de evaluatiecriteria en -elementen dienen bij elke opdracht op voorhand bij de leerlingen bekend te zijn; zowel proces als product kunnen bij het evalueren aan bod komen; evalueren is een continu proces met evoluerende parameters in de leerfase; indien noodzakelijk moet aandacht worden besteed aan remediëring.
Elektriciteit en lab D/2002/0279/020
77
Elektrotechnieken 2de graad TSO
De volgende, mogelijke evaluatiemethoden kunnen voor dit vak worden aangewend: Oefeningen en huistaken: na het oplossen van voorbeeldoefeningen in klasverband, moeten de leerlingen in staat zijn gelijkaardige opgaven individueel op te lossen. Het verdient aanbeveling hierbij een vaste structuur aan te houden waardoor de leerlingen de probleemstelling correct interpreteren (gegeven, gevraagde, figuur ...). Bij de eenvoudigste opgaven volstaat het invullen van de gegevens in een basisformule. In andere gevallen dienen de leerlingen via een aantal tussenstappen het gevraagde uit de gegevens af te leiden.
-
Verslagen: de leerlingen moeten de meetresultaten uit de meetoefeningen correct kunnen weergeven en verwerken in een gestructureerd verslag en er de gepaste interpretatie kunnen aan geven. Ook hier is het aangewezen om een duidelijk vooropgesteld stramien te hanteren. Deze evaluatie mag zich niet beperken tot dit verslag, maar dient ook de activiteiten van de leerlingen tijdens de meetsessies in rekening te brengen (persoonlijke inzet, zin voor zelfstandigheid en nauwkeurigheid, aandacht voor veiligheid, kritische ingesteldheid, bereidheid tot teamwork ...).
-
-
-
4
O N TW ER P
-
Mondelinge overhoring: tijdens het aanbrengen van de leerstof kan men regelmatig duidelijk geformuleerde en doelgerichte vragen stellen. Uit de antwoorden van de leerlingen kunnen aandacht, inzet, inzicht en het begrijpen van de leerstof worden afgeleid. Overhoringen: regelmatige schriftelijke overhoringen zijn noodzakelijk. Een aantal vormen kunnen hierbij worden gebruikt: • Korte, eventueel onaangekondigde overhoringen op het einde van een les of bij het begin van de volgende les, over enkele hoofdelementen van de beperkte leerstof. • Aangekondigde, summatieve overhoringen waarbij alle elementen van een reeks lessen aan bod komen en waaruit ook moet blijken of de leerlingen de opgaven in hun juiste context kunnen plaatsen. Toetsen en examens: hiermee evalueert men of de leerlingen in staat zijn grotere pakketten leerstof te assimileren en ook dan de opgaven juist kunnen situeren in dit groter geheel.
BIBLIOGRAFIE
BAELE, D., BOODTS, W., CLABOUT, F., Elektra 1, Uitgeverij Plantyn Wolters. CLAERHOUT, L., Elektriciteit 1-2, Uitgeverij Wolters Plantyn. GOES, P., Basiselektriciteit, Uitgeverij Die Keure. HAP, P., Tabellenboek en Elektrotechniek, Uitgeverij Wolters Plantyn. NEDERVEEN, J.P., Tabellen Elektrotechniek, Uitgeverij Educaboek-Stam technische Boeken. Op ’T ROODT, M.A.J., Elektriciteit 1-2, Uitgeverij van In. ROELANTS, J., Software Elektra, Uitgeverij van In. Elektriciteit en lab D/2002/0279/020
78
Elektrotechnieken 2de graad TSO
STANDAERT, K., Gedifferentieerd leerpakket Elektriciteit, Standaard Educatieve Uitgeverij. TEUNISSEN, F., Elektrotechniek vaktheorie-naslagwerk 1-2, Uitgeverij W.J. Thieme & Cie. Software TINA, Uitgeverij Die Keure.
O N TW ER P
Software multiSIM, Electronics Workbench - Antratek.
Elektriciteit en lab D/2002/0279/020
79
Elektrotechnieken 2de graad TSO
O N TW ER P
ELEKTROTECHNIEKEN Tweede graad TSO
INSTALLATIEMETHODEN
D/2002/0279/020
Installatiemethoden D/2002/0279/020
83
Elektrotechnieken 2de graad TSO
INHOUD
2
3
4
LEERPLANDOELSTELLINGEN, LEERINHOUDEN EN PEDAGOGISCH-DIDACTISCHE WENKEN ...............................................
85
EVALUATIE ...................................................................................................... 126
O N TW ER P
1
MINIMALE MATERIËLE VEREISTEN....................................................... 127
BIBLIOGRAFIE ................................................................................................ 129
Installatiemethoden D/2002/0279/020
84
Elektrotechnieken 2de graad TSO
1
LEERPLANDOELSTELLINGEN, LEERINHOUDEN EN PEDAGOGISCH-DIDACTISCHE WENKEN
1
VEILIG EN MILIEUBEWUST OMGAAN MET ELEKTRISCHE ENERGIE EN DE NODIGE MAATREGELEN VOORZIEN
LEERINHOUDEN
1
De gevaren onderkennen die het gebruik van elektrische energie meebrengen.
Oorzaken en gevolgen van onveilige situaties.
2
De gebods- en verbodstekens in functie van de uit te voeren werkzaamheden naleven.
Veiligheidsvoorschriften - de gebods- en verbodstekens - werkplaatsreglement - persoonlijke beschermingsmiddelen
Het werkplaatsreglement kennen en naleven.
Werkplaatsreglement
De persoonlijke beschermingsmiddelen en collectieve beschermingsmaatregelen kennen en de richtlijnen terzake naleven.
Persoonlijke beschermingsmiddelen
De voordelen van veilig gedrag versterken en het veilig gedrag aantrekkelijker maken.
Veiligheidsgewoonten
De bescherming van anderen bevorderen.
Bescherming
3
4
5
6
O N TW ER P
LEERPLANDOELSTELLINGEN
PEDAGOGISCH-DIDACTISCHE WENKEN
-
Bij alle activiteiten dient het aspect veiligheid, hygiëne en milieu als een rode draad aanwezig te zijn. Enkel de gebods- en verbodstekens die concreet toepasbaar zijn op de werksituatie en de productrealisatie dienen aan bod te komen. Zorg voor een eenvoudig en duidelijk werkplaatsreglement, verwijs er voortdurend naar en voer geen gedoogbeleid. Bij de aanvang van elke nieuwe opdracht de aandacht vestigen op veilige werkmethoden. Firma's raadplegen rond pictogrammen. Sluiten van deuren, afdekken van klemmen, uitschakelen van voedingen.
Installatiemethoden D/2002/0279/020
85
Elektrotechnieken 2de graad TSO
LEERINHOUDEN
7
Volgens de geldende afspraken afval sorteren en opslaan.
Milieuvoorschriften
8
De gereedschappen en machines veilig benaderen en ermee omgaan volgens de regels van goed vakmanschap.
Specifieke veiligheidsbegrippen in de elektriciteit: - aanrakingsgevaar, elektrocutie - isolatie, aarding - te treffen veiligheidsmaatregelen - keur- en veiligheidsmerken - keuze van beveiligen - opbouw van stellingen en ladders - bediening van hoogtewerkers
9
Controle uitvoeren van elektrische installaties.
Controle - door de gebruiker - door de installateur - door een erkend organisme
O N TW ER P
LEERPLANDOELSTELLINGEN
PEDAGOGISCH-DIDACTISCHE WENKEN
-
Laat steeds met de nodige zorg restafval verwijderen en deponeren op de daartoe bestemde plaats. Raadpleeg de betreffende reglementering in het AREI en ARAB. Minicontainerparken installeren in de school. OVAM-regeling hanteren. Zie de informatie bij het ‘Veiligheidsinstituut, Jesusstraat, Antwerpen’. LEERPLANDOELSTELLINGEN
LEERINHOUDEN
Weten hoe elektriciteitsgevaar aan te duiden.
Pictogrammen
De Europese regelgeving terzake toelichten.
Europese regelgeving Normen Kwaliteitsmerk Beschermingsgraad van toestellen
De gepaste veiligheid kiezen in functie van de opdracht en de gebruikte toestellen, de veiligheidsregels in de elektrische installatie integreren.
Normen ARAB - AREI Voorschriften van de stroomleverancier
13
De regels van goed vakmanschap omschrijven.
Goed vakmanschap
14
De hygiënische voorschriften toelichten.
Hygiënische voorschriften
10
11
12
Installatiemethoden D/2002/0279/020
86
plaatselijke
Elektrotechnieken 2de graad TSO
15
Verantwoordelijkheid opnemen omtrent elkaars veiligheid en gezondheid.
EHBO-beginselen rond elektrocutie Verzorgen van kleine verwondingen
16
Zin hebben voor en verantwoordelijk zijn voor orde, netheid, gezondheid en milieu.
Orde, netheid, gezondheid, milieu
17
De klant inlichten over de plichten bij het veilig gebruiken van een elektrische installatie.
Plichten van de gebruiker
PEDAGOGISCH-DIDACTISCHE WENKEN
-
2
Aan de hand van beschikbare didactische platen en videobanden de gevaren en de veiligheidsmaatregelen tonen. Aandacht voor linkshandigen. Voorkeur- en veiligheidsmerken verwijs naar de Europese reglementering. De keuze van de elektrische beveiligingen in schema's en schakelingen integreren. Raadpleeg terzake ook NBN, EN 60204-1. Aandacht voor restmaterialen en batterijen. Tabellenboek gebruiken. Koper en lood zijn giftig.
O N TW ER P
-
DE WERKZAAMHEDEN PLANNEN EN DE VOORBEREIDINGEN TREFFEN OM EEN HUISINSTALLATIE UIT TE VOEREN
LEERPLANDOELSTELLINGEN
LEERINHOUDEN
Kennismaken met de gegevens op een bouwplan.
Het bouwplan
De noodzaak van tekennormen verklaren.
Tekennormen
De symbolen rangschikken naar type en gebruik.
Symbolen: types en gebruik
De noodzakelijke symbolen herkennen en toepassen.
Symbolen
22
De doelstellingen van de verschillende schema’s onderscheiden.
Naar tekenwijze Eénlijnig Veellijnig
23
Bestaande schema’s lezen.
Indeling naar doelstellingen: Verklarende schema's - Eendraadschema's - Stroombaanschema's - Situatieschema's
18
19
20
21
Installatiemethoden D/2002/0279/020
87
Elektrotechnieken 2de graad TSO
Uitvoeringsschema’s - Bedradingsschema's - Leidingschema's - Aansluitschema's PEDAGOGISCH-DIDACTISCHE WENKEN
-
-
24
25
26
27 28
Uitleggen waarom er bepaalde normen dienen afgesproken te worden. Gebruik maken van enkele normen (EN 60617 – 1 tot 13). Vademecum van de installateur (Electrabel). De symbolen die gebruikt worden in een eenvoudige huisinstallatie dienen gekend te zijn, en dit in enkel- of meerlijnige tekenwijze. Bij codeletters verstaan we enkel de benaming van de symbolen. De nummering van de schakelaar-aansluitpunten wordt niet meer aangeleerd, omdat ze toch niet echt bestaan op de schakelaars. Wel belangrijk is de benaming en nummering van de reële bestaande klemnummering. Bij schakelaars onderscheidt zich dit tussen een herkenningspunt (diep, ster, L, O). Het onderscheid aantonen tussen de vaste en losse tekenwijze met enkele voorbeelden. De leerlingen laten gebruikmaken van het dossier van een huisinstallatie.
O N TW ER P
-
LEERPLANDOELSTELLINGEN
LEERINHOUDEN
De codeletters van symbolen opzoeken en gebruiken.
Codeletters van onderdelen
De codeaanduidingen op de juiste plaats tekenen.
Plaats van de codering
Op een eenvoudig schema de geleiders en contacten merken.
Fasegeleider, nulleider, PE-geleider, Hoofd- en hulpcontacten
Gebruik van 230 V spanning aantonen.
Gebruik van 230 V
Kleurcode van de draden in een elektrische installatie herkennen.
Kleurcode
PEDAGOGISCH-DIDACTISCHE WENKEN
-
-
-
Aan de hand van een of twee eenvoudige lichtschakelingen, voorbeelden geven van de verschillende soorten schema's. Dit alles op een overzichtelijke structuur samengevat en moet steeds ter beschikking van de leerling staan. Over het voedingsnet spreken we enkel over een mono- of enkelfasig net 230 V. Hoe wordt ze van het net gehaald, en met welke kabel binnengebracht (energiekabel)? Toevoer langs de lucht/ondergronds. Aantonen en laten aantonen over het gebruik van 230V, samenhangend met het gevaar en de nodige veiligheidsmaatregelen die moeten genomen worden. Het tonen van een video van CPR, elektrocutie, voordracht EHBO. Voorbeelden van veilige en onveilige situaties laten aantonen door de leerlingen. Eventueel zelf voorbeelden geven van onveilige situaties en de leerlingen deze situaties laten uitwerken tot veilige situaties.
Installatiemethoden D/2002/0279/020
88
Elektrotechnieken 2de graad TSO
-
-
-
29
30
31
32
Voorbeelden geven aan de hand van catalogi in verband met persoonlijke beschermingsmiddelen. Voorbeelden geven met didactische materialen goed, veilig gereedschap, persoonlijke beschermingsmiddelen. Kleurcode: blauw, geel-groen. De andere kleurcode is volledig vrij (een kleurcode in samenwerking met de plaatselijke stroomleverancier afspreken). Op enkele plaatsen in de werkplaats dienen informatieborden voorhanden te zijn in verband met hulp aan derden rond elektrocutie.
LEERPLANDOELSTELLINGEN
LEERINHOUDEN
De eisen en reglementen waaraan een huisinstallatie moet voldoen opzoeken.
Voorschriften en reglementen AREI
O N TW ER P
-
De wensen van de eigenaar nagaan, begrijpen en uittekenen.
Bezoek aan een bestaande woning Wensen van de eigenaar
Een situatieschema tekenen in functie van voorgaande doelstellingen.
Situatieschema
De vijf basisschakelingen op een situatieschema weergeven en verantwoorden.
Enkelpolige schakeling Dubbelpolige schakeling Dubbele aansteking Wisselschakeling Kruisschakeling
PEDAGOGISCH-DIDACTISCHE WENKEN
-
-
-
Gebruik van het AREI voor het opzoeken van de basisreglementen voor een huisinstallatie. diff. 30 en 300 mA, badkamer: verschillend volume en zijn verband met de elektrische installatie, stopcontacten met beveiliging: aarding, kinderbeveiliging, buitenverlichting, aantal stopcontracten per kring, aantal lichtkringen, speciale kringen (wasmiddelen, afwasmiddelen, droogkuis, elektrisch fornuis, stoomoven) (dus kringen met een zwaar vermogen), draadsectie met zijn installatieautomaten. De vijf basisschakelingen herhalen met een ander situatieschema. De wensen van de eigenaar omzetten op een plan. De naverwerking is hier belangrijk. Hier mag zelfs een bespreking komen met een eigenaar. Heel voornaam is een plan van een reële nieuwbouw te bespreken met de eigenaar. (Dit is motiverend voor de leerling). Eventueel, op bepaalde tijdstippen, een bouwplaats bezoeken om de leerlingen voeling te geven met de realiteit. Een situatieplan van een eenvoudige woning zelfstandig kunnen uittekenen:
Installatiemethoden D/2002/0279/020
89
Elektrotechnieken 2de graad TSO
-
living, badkamer en keuken: inbouw in stenen muur, garage: opbouw op stenen muur, slaapkamer: inbouw in gipsplaten muur. Aardingen komen later aan bod. Aandacht bij het plaatsen van meubels, radiatoren, enz. Schakelaars worden door de fabrikant voorzien van een nummer volgens de normen.
LEERINHOUDEN
33
De installatie indelen in stroomkringen, rekening houdend met het AREI.
Indeling stroomkring
34
Het eendraadschema opstellen met de nodige symbolen en aantekeningen.
Het eendraadschema
35
Een aardingslus en een aardingsklem herkennen.
Aardingslus - aardingsklem
Een volledig elektrisch dossier samenstellen.
Frontblad Situatieplan Eendraadschema
Het verband leggen tussen de draadsectie en de te kiezen beveiliging.
Draadsectie - beveiliging Tabellen raadplegen
36
37
O N TW ER P
LEERPLANDOELSTELLINGEN
PEDAGOGISCH-DIDACTISCHE WENKEN
-
-
Vooraf een bestand dossier tonen en grondig bespreken. De installatie opdelen in kringen, rekening houdend met het AREI. Eveneens de speciale kringen uitwerken. Artikel van aardingsweerstand opzoeken in het AREI . Aandacht schenken aan de juiste symboliek met de functie ervan. Een volledig elektrisch dossier opbouwen: Voorblad: gegevens eigenaar, uitvoerder, adres, ... Situatieplan: uitgewerkt op bouwplan, met aandacht voor bouwkundig tekenen. (bv. bouwplan, muren, ramen, deuren, kasten, ...) Eendraadschema: volledig uitgewerkt, met al de symbolen, naam eigenaar, naam uitvoerder. De leerlingen krijgen tabellen ter beschikking: verhouding draadsectie - stroomdoorgang 34: in het eerste jaar een zeer eenvoudige huisinstallatie in het tweede jaar een uitgebreide volledige huisinstallatie met comfortschakelingen.
Installatiemethoden D/2002/0279/020
90
Elektrotechnieken 2de graad TSO
LEERPLANDOELSTELLINGEN
LEERINHOUDEN
38
Een keuringsverslag lezen.
Keuringsverslag
39
De vereiste materialen kiezen om een huisinstallatie uit te voeren.
Materialenlijst opstellen
PEDAGOGISCH-DIDACTISCHE WENKEN
-
40 41
42
43
44
45
46
Een bestaand keuringsverslag lezen, en eventuele opmerkingen theoretisch oplossen. De leerlingen kiezen de nodige materialen uit catalogi en multimedia. Een video van de verschillende materialen en hun gebruik ervan is eveneens nuttig. De lijst moet volledig zijn. Bij het tekenen volgende wenken in acht nemen: normen: EN - 60617 van 1 tot en met 13, een cd-rom is ter beschikking in de school of bij de begeleiding, de leerlingen integreren schetsen en CAD bij het verwerven van de tekenvaardigheden.
O N TW ER P
-
LEERPLANDOELSTELLINGEN
LEERINHOUDEN
De noodzaak van normen verklaren.
AREI, IEC, EN, ARAB
Het doel van het kwaliteitsmerk CEBEC omschrijven.
Kwaliteitsmerk
Enkele buitenlandse kwaliteitsmerken verklaren.
Buitenlandse kwaliteitsmerken
De verschillende beschermingsgraden (IP) verklaren.
Beschermingsgraden
De betekenis van letter- en cijfercombinaties in het AREI opzoeken.
Betekenis van letter- en cijfercombinaties
De soorten isolatie opnoemen en de symbolen herkennen.
Isolatie van materialen Symbolen bij dubbele en totale isolatie
De betekenis en de aanduiding toelichten bij klassen van materialen.
Klassen van materialen
PEDAGOGISCH-DIDACTISCHE WENKEN
-
Opzoekingen doen in de reglementen in functie van een huisinstallatie (AREI). Tabellen gebruiken met voorbeelden van: klassen van het materiaal: 01- 02 - 03 - ... uitwendige invloedsfactor: AD1 - AD2 - AD3 - ... beschermingsgraad IPxx-A/IPxx-B/IPxx-c/IPxx-D (AREI 24 juni 2002)
Installatiemethoden D/2002/0279/020
91
Elektrotechnieken 2de graad TSO
veiligheidscurve: verband leggen in curve tussen verschillende spanningen en de uitschakelsnelheid van de spanning bij verschillende huidvochtigheid: BB1 - BB2 - BB3. - Al de symbolen voor een huisinstallatie met lettercode, bestaande klemnummering; (voorrangsrelais, voorkeurrelais, digitale klok, impuls, trappenhuis, trappenhuis met dimfunctie, eenvoudig programmeerbare toestellen, parlofoon, verduisteringschakeling, sensorschakeling (IR) met schakelaar om de volgende mogelijkheden te kunnen uitvoeren: verlichting volledig af, verlichting automatisch, verlichting manueel aan. Uiteraard komen de items geleidelijk één voor één in het jaarplan ter sprake.
48
49
50
LEERINHOUDEN
Gecombineerde lichtschakelingen herkennen, tekenen en hun werking verklaren.
De 5 basisschakelingen en: dubbelpolige wisselschakeling wissel- wisselschakeling
Basissymbolen voor een motorschakeling herkennen en tekenen.
De werking van een eenvoudige motorschakeling verklaren.
Start-stop drukknopposten met codering Start-stopschakeling vanop 1 plaats Start-stopschakeling vanop 2 plaatsen Start-stopschakeling met signalisatie
Letter- en nummercodering toepassen.
Codering volgens AREI / EN 60204
Kleurcode bedrading, signalisatie bij de drukknoppen toepassen.
Gebruik AREI en officiële keuringsorganisaties
Verschillende tekenwijze toepassen.
Volgens plaats Volgens tekenwijze
Soorten schema's kennen.
Verklarende schema's Uitvoeringsschema's Situatieschema's Studieschema's
O N TW ER P
47
LEERPLANDOELSTELLINGEN
PEDAGOGISCH-DIDACTISCHE WENKEN
-
-
De werking van verschillende gecombineerde schakelingen behandelen via tekenen. Bij gecombineerde lichtschakelingen vertrekt de leerling best vanuit een gegeven buisschema. Een gecombineerde lichtschakeling kan ook een wisselschakeling zijn in combinatie met een dubbelpolige , … Basissymbolen van een motorschakeling dienen aangebracht te worden: 'motor'thermische beveiliging-start-stop-overneemcontact-contactor. Werking, materiaal, onderdelen van een contactor. De verschillende soorten schema's worden met voorbeelden zeer duidelijk en eenvoudig uitgetekend. Deze voorbeelden worden ter beschikking gesteld.
Installatiemethoden D/2002/0279/020
92
Elektrotechnieken 2de graad TSO
-
Bij elke schakeling dient het AREI gebruikt te worden waarmee men aantoont waarom men een schakeling op een bepaalde manier opbouwt. Ook zeer belangrijk is dat men bestaande schema's van huisinstallaties en motorschakelingen leert ontleden en lezen. De juiste symbolen dienen herkend te worden. Met enige begeleiding de werking laten verklaren aan de hand van schema’s. Kleurcode bedrading motorschakelingen (zwart-rood-blauw-lichtblauw-oranje). Kleurcode signalisatielampen en drukknoppen opzoeken in EN-norm en de machinerichtlijnen.
3
TECHNIEKEN EN GEREEDSCHAPPEN OORDEELKUNDIG KIEZEN BIJ DE UITVOERING VAN RUWBOUWWERKEN
3.1
Uitvoeringstechnieken en gereedschappen voor het maken van sleuven en gaten in muren, vloeren en wanden
52
53
54
55
56
LEERINHOUDEN
Soorten bouwmaterialen ondetscheiden.
Snelbouw, Ytong, gipsblokken, beton ... onderscheid naar afmeting, hardheid van het materiaal, toepassingen, gebruikte mortelspecie, lijm
Machines om gleuven te maken met de soorten bouwmateriaal associëren.
Haakse slijpmachine (met stofafzuiging) met enkel of dubbelblad, freesmachine
Veiligheidsvoorschriften in verband met het gebruik van een haakse slijpschijf toelichten.
Veiligheidsbril, helm, stofmasker
Soorten slijpschijven met het soort bouwmateriaal associëren.
Staal, roestvrijstaal, steen en nonferrometalen, beton, natuursteen
Werkmethode voor het maken van sleuven toelichten.
Stabiele werkpositie, slijprichting, slijpschijf aangepast aan het te bewerken materiaal Sleufdiepte, sleufbreedte
Soorten gereedschap om gleuven vrij te maken met het soort bouwmateriaal associëren.
Bouwhamer, platte beitel, puntbeitel, elektropneumatische hamer
O N TW ER P
51
LEERPLANDOELSTELLINGEN
PEDAGOGISCH-DIDACTISCHE WENKEN
-
Het is de bedoeling dat de leerlingen zo realistisch mogelijk kennismaken met de bouwmaterialen die gebruikt worden in de residentiële woningbouw. Enkel die kenmerken aan bod laten komen die relevant zijn, zoals de hardheid van het materiaal, de vorm, de afmetingen, toe te passen mortelspecie, enz.. Laat de leerlingen overzichtstabellen opstellen aangaande deze bouwmaterialen.
Installatiemethoden D/2002/0279/020
93
Elektrotechnieken 2de graad TSO
-
Een goede kennis van de bouwmaterialen draagt bij tot de keuze van de juiste gereedschappen, ook deze kunnen in de tabel opgenomen worden. Speciale aandacht voor de samenhang tussen veiligheidsvoorschriften en de werkmethoden bij het gebruik van een slijpschijf. Opzoekingen via internet kunnen de leerlingen helpen bij het opstellen van de overzichtslijsten.
LEERINHOUDEN
57
Soorten machines bij het maken van doorvoeren in muren, vloeren en wanden onderscheiden.
Elektropneumatische boormachine, met elektronische of mechanische slipkoppeling, snoerloze boormachine
58
Soorten boren met het soort bouwmateriaal associëren.
Steen, beton, hout, metaal
59
60
61
O N TW ER P
LEERPLANDOELSTELLINGEN
De werkmethode bij het maken van doorvoeren toelichten.
Boorrichting (van binnen naar buiten), boren in plafond, boren in betonnen dwarsliggers (afspraak met architect)
Veiligheidsvoorschriften in verband met het maken van doorvoeren toelichten.
Stabiele werkpositie (stelling), veiligheidsbril, helm, stofmasker, boormachine met slipkoppeling
Noodzaak van de netheid van de bouwplaats toelichten.
Na slijp- en hakwerk de bouwplaats opruimen, veiligheid, kwaliteitszorg
PEDAGOGISCH-DIDACTISCHE WENKEN
-
-
3.2
62
De soorten gereedschappen en machines opnemen in een documentatiemap. Speciale aandacht besteden aan het maken van doorvoeren in beton, het nut van een slipkoppeling benadrukken, als praktijkvoorbeeld kan hier het blokkeren van het boor aangehaald worden bij aanwezigheid van ijzer in het beton. Een boormachine heeft een stand ‘kloppen’ en een stand ‘boren’ , leerlingen vergeten vaak de omschakeling te doen. Goed gereedschap dient onderhouden te worden. We vergeten ook de verlengsnoeren niet. Uitvoeringstechnieken en gereedschappen om gaten te maken in wanden voor inbouwdozen, verdeelkasten en inbouwspots LEERPLANDOELSTELLINGEN
LEERINHOUDEN
Soorten inbouwdozen onderscheiden en toelichten.
Diep, halfdiep, universele inbouwdoos Centraaldoos, merkgebonden inbouwdoos Inbouwdoos voor holle wanden, samenstellen meervoudige inbouwdoos
Installatiemethoden D/2002/0279/020
94
Elektrotechnieken 2de graad TSO
Werkmethode voor het maken van gaten voor inbouwdozen en verdeelkasten in muren toelichten.
Gleufdiepte, slijprichting
64
Werkmethode voor het maken van gaten voor inbouwdozen in holle wanden toelichten.
Gebruik van een kroonboor, middelpunt bepalen en aftekenen, werkwijze voor enkelvoudige en dubbele inbouwdoos
65
Soort kroonboor met het soort bouwmateriaal associëren.
Kroonboor voor beton, steen en gips, gipsplaten, houten panelen Boren met waterkoeling (beton)
66
Veiligheidsvoorschriften in verband met het boren van gaten voor centraaldozen in inbouwspots toelichten.
Stabiele werkpositie, veiligheidsbril
67
O N TW ER P
63
Soorten machines voor het boren van gaten voor inbouwdozen, centraaldozen en inbouwspots toelichten.
Boormachine met elektronische of mechanische slipkoppeling
PEDAGOGISCH-DIDACTISCHE WENKEN
-
4
4.1
68
69
De soorten inbouwdozen naar vorm, afmetingen en toepassingsgebied in een overzichtstabel opnemen. Ook aandacht besteden aan merkgebonden inbouwdozen. De specifieke gereedschappen vermelden en opnemen in een overzichtstabel, ook de gereedschappen die niet voorhanden zijn in de werkplaats. UITVOERINGSTECHNIEKEN, MATERIALEN EN GEREEDSCHAPPEN KIEZEN BIJ HET PLAATSEN VAN INSTALLATIEMATERIALEN EN COMPONENTEN Uitvoeringstechnieken, materialen en gereedschappen voor het plaatsen van inbouwdozen, buizen, kabel, centraaldozen en verdeelborden in muren en holle wanden
LEERPLANDOELSTELLINGEN
LEERINHOUDEN
Werkmethode en gereedschappen voor het plaatsen van inbouwdozen in muren toelichten.
Voorbehandelen van de muur, pleister aanmaken (of cementmortel), aanbrengen van de pleister, plaatsingsdiepte, onderhoud gereedschap ...
Werkmethode voor het plaatsen van inwerkdozen in holle wanden toelichten.
Plaatsing vooraf in het frame van de holle wand (klassieke en merkgebonden inbouwdoos), plaatsing van de steunlatten, plaatsing achteraf (inbouwdoos holle wand)
Installatiemethoden D/2002/0279/020
95
Elektrotechnieken 2de graad TSO
70
Gereedschap en materiaal om eenvoudig schrijnwerk uit te voeren toelichten.
Soort zaag, houtbeitel, hamer, houtschroeven (afmetingen), nagels (afmetingen), snoerloze boormachine, ...
PEDAGOGISCH-DIDACTISCHE WENKEN
-
71
72
73
74
75
De voorschriften van de bouwfederatie in verband met de samenstelling van mortelspecies opvolgen. De voorschriften in verband met brandverspreiding, geluidverspreiding opvolgen. Een overzichtstabel in verband met zagen, beitels, vijzen en nagels met hun handelsmaten kan nuttig zijn.
LEERPLANDOELSTELLINGEN
LEERINHOUDEN
De soorten buizen herkennen en het toepassingsgebied omschrijven.
Tth , voorbedrade buis, metaal
De eigenschappen van de verschillende materialen toelichten.
Metalen, isolatiestoffen, thermoharders, thermoplasten, niet-ontvlambaar Overzichtstabel kunststoffen
De betekenis van de lettercode verklaren en de handelsmaten opnoemen.
Tth, Tal, P, versterkte buis Overzichtstabel
Voorschriften van het AREI toelichten.
Veiligheid, plaats, soort buis Plaatsingswijze.
Werkmethode om buizen te leggen toelichten.
Algemeen: gleuf op diepte controleren: plooien, lengte bepalen, afkorten, bevestigen ... PE: afkorten, vrije draadlengte, gebruik van haspel, bevestigen Tal: afkorten, bevestigen, toepassingsgebied Het bundelen van de buizen naar de verdeelkast. Voorbedrade buis: afkorten, bevestigen, plaatsen
O N TW ER P
-
PEDAGOGISCH-DIDACTISCHE WENKEN
-
Werken met overzichtstabellen, waar de leerlingen naast de benamingen en symbolen ook de gangbare gegevens gemakkelijk kunnen terugvinden. Enkel de meest gebruikte materialen behandelen. Bij voorbedrade buis het afrollen bespreken.
Installatiemethoden D/2002/0279/020
96
Elektrotechnieken 2de graad TSO
LEERINHOUDEN
76
Gereedschap voor het bewerken en leggen van buizen toelichten.
Buizensnijder, elektricienmes, drijver, juniorzaag, plooiveer
77
Klein materiaal voor het leggen van buizen toelichten.
Kleine installatiematerialen
78
De werkmethode toelichten om een installatie in holle wanden uit te voeren.
Kabels en voorbedrade buis, geribde buis plaatsen en bevestigen, kabelreserve voorzien
79
Klein materiaal nodig om een installatie in holle wanden uit te voeren herkennen.
Zadelklemmen, afmetingen en soorten
80
Werkmethode om sleuven dicht te metselen toelichten.
Aanmaak van de mortelspecie, samenstelling, soorten mortelspecie volgens het soort bouwmateriaal, aanbrengen mortel, afwerking
O N TW ER P
LEERPLANDOELSTELLINGEN
PEDAGOGISCH-DIDACTISCHE WENKEN
-
4.2
Een overzichtstabel laten opstellen rond het klein installatiemateriaal. Speciale aandacht rond de samenstelling van mortelspecie/kalkspecie in functie van de gebruikte bouwmaterialen.(doc. bij de bouwfederatie) Uitvoeringstechnieken materialen en gereedschappen voor het trekken van draad, kabel en voorbedrade geribde buis
LEERPLANDOELSTELLINGEN
LEERINHOUDEN
De benamingen en toepassingsgebieden van draden, snoeren, kabels en voorbedrade geribde buis verklaren.
Leidingen voor vaste aanleg
De eigenschappen van geleiders opzoeken.
Non-ferrometalen, weerstandsmaterialen Overzichtstabel
83
De eigenschappen van de mantels en kernisolatie opzoeken.
Isolatiestoffen - overzichtslijsten Thermohardende kunststoffen
84
Veiligheidstips herkennen in verband met het gebruik van kabels en bedrade geribde buis.
Veiligheidstips en reglementering over het gebruik van leidingen
85
De wettelijk bepaalde kleuren en genormaliseerde secties in een installatie toelichten.
Brochure van maatschappij
81
82
Installatiemethoden D/2002/0279/020
97
Overzichtstabel
de
stroomleverende
Elektrotechnieken 2de graad TSO
PEDAGOGISCH-DIDACTISCHE WENKEN
-
-
-
86
87
88
89
Hier kunnen didactische panelen voorzien worden met de meest gebruikte draden, snoeren, kabels en voorbedrade geribde buis voor gebruik in een huisinstallatie. Benadrukken hoe de afwerking (ontmanteling) op een correcte manier gebeurt. Het is niet de bedoeling dat hier tijdens de les een opsomming gegeven wordt van alle eigenschappen en toepassingen van al deze materialen. Er wordt een overzichtslijst ter beschikking gesteld aan de leerling zodat deze zaken kunnen opgezocht worden wanneer het gebruik van een draad, snoer, kabel of voorbedrade gebruikt wordt in de installatie. Enkel leidingen tot 16 mm2 vermelden. In de lijst de geharmoniseerde aanduidingen gebruiken naast de nationale aanduidingen. Er worden overzichtslijsten ter beschikking gesteld van de gebruikelijke nonferrometalen, isolatiematerialen, weerstandsmaterialen, evenwel ook weer ter raadpleging te gebruiken wanneer over een bepaalde draad, snoer of kabel gesproken wordt. Lange leidingen worden via een haspel op een veilige en efficiënte manier aangebracht. De voorschriften in verband met draadsecties en draadkleuren kunnen eventueel opgezocht worden in de AIB-Vincottegids (beperkt AREI in verband met veiligheid en betrouwbaarheid van huishoudelijke elektrische installaties). Deze gids is voor de leerlingen gemakkelijk op te zoeken via www.aib-vincotte.com en is heel praktisch en bruikbaar opgevat.
O N TW ER P
-
LEERPLANDOELSTELLINGEN
LEERINHOUDEN
De uitvoeringstechnieken om op een veilige wijze draden, kabels en voorbedrade buis te bewerken en monteren bespreken.
Bewerken van draden en kabels Ontmantelen van draden en kabels Trekken van draden.
De uitvoeringstechnieken om een goede verbinding te maken bespreken.
Maken van draadogen aan geleiders gebruik van kabelschoenen, -hulzen, ogen en -vorken
Een soepele snoer op een veilige manier aansluiten bespreken.
Algemene richtlijnen om een soepele leiding te verbinden aan een toestel
De verschillende gereedschappen voor het ontmantelen van leidingen herkennen en toelichten.
Ontmantelgereedschappen voor draad, kabel en voorbedrade buis Gebruik van verschillende tangen voor het plooien van ogen en het bewerken van kabel Veilig werken met mes en kabelmes
PEDAGOGISCH-DIDACTISCHE WENKEN
-
Bij deze leerinhouden moet veel gedemonstreerd worden door de leraar, vandaar best verwerken tijdens de praktijkles. Veel aandacht besteden aan veilige werkmethodes bij het ontmantelen en bewerken van kabels. Laat steeds met veel zorg het restafval verwijderen, sorteren en deponeren op de daartoe bestemde plaats.
Installatiemethoden D/2002/0279/020
98
Elektrotechnieken 2de graad TSO
-
4.3
90
91
92
93
94
Het belang benadrukken van een goede verbinding, verwijzen naar Joule-effect, op draadeinden van soepele snoeren en kabels wordt steeds met draadhulzen (pinnen) gewerkt (nier meer vertinnen). Wijzen op veiligheid van personen die met het aangesloten toestel in contact komen. Het juiste gereedschap gebruiken voor een bepaald werk: universele tang, zijdelingse kniptang, draadstriptang (verschillende uitvoeringen tonen), drukverbindingstang, ronde en platte bektang.
Uitvoeringstechnieken, materialen en gereedschappen voor het aansluiten van schakelaars en wandcontactdozen
LEERPLANDOELSTELLINGEN
LEERINHOUDEN
Stroombaan-, leiding- en bedradingschema tekenen en de werking verklaren van de lichtschakelingen.
De enkelpolige schakeling De dubbelpolige schakeling De dubbele aansteking De wisselschakeling De kruisschakeling De dubbelpolige wisselschakeling De wissel - wisselschakeling
Stroombaan-, leiding- en bedradingschematekenen van elektrisch gestuurde schakelaars.
De impulsschakeling De trappenhuisautomaat
Stroombaan-, leiding- en bedradingschema tekenen bij schakelingen met contactdozen.
Contactdozen
Functie, bediening en uitvoering omschrijven bij schakelaars en contactdozen.
Indeling volgens functie, bedieningswijze en uitvoering
Technische gegevens opzoeken en interpreteren bij schakelaars en contactdozen.
Technische gegevens, isolatiematerialen, non-ferrometalen, keramische mat Overzichtslijsten
O N TW ER P
-
PEDAGOGISCH-DIDACTISCHE WENKEN
-
-
Bij de tekenopgaven steeds vertrekken vanuit reële situaties in een perspectieftekening van een bepaald lokaal. Zo kan de enkelpolige schakeling bijvoorbeeld getekend worden voor een toilet. Vanuit het leidingschema en het stroomkringschema het bedradingschema opstellen. Verlichte schakelaars en drukknoppen (controle- , oriëntatie - en signalisatielampjes). Lichtschakelaars en contactdozen worden in catalogi van verschillende merken opgezocht. Dit opzoeken wordt best geïntegreerd terwijl de lichtschakeling wordt getekend. Zo ziet de leerling het verband tussen een symbool en de eigenlijke uitvoering.
Installatiemethoden D/2002/0279/020
99
Elektrotechnieken 2de graad TSO
-
-
Het gebruikte installatiemateriaal wordt gekozen in functie van de omgeving waarin het zich bevindt, zo krijgen we inbouw-, opbouw- en spatwaterdicht materiaal. Bij het opzoeken in catalogi hier ook de nodige aandacht aan besteden. Bij de bespreking van de technische gegevens kan verwezen worden naar de lijst van isolatiematerialen en non-ferrometalen. Bij het inrichten van winkelruimtes wordt veelvuldig gebruik gemaakt van modulaire schakelaars. Het is gewenst hier ook reeds de nodige aandacht aan te geven. LEERINHOUDEN
95
Beschermingsgraden opzoeken en interpreteren.
Beschermingsgraden bij elektrisch installatiemateriaal Overzichtslijsten
96
Werkmethoden opstellen om lichtschakelaars en contactdozen te monteren volgens de regels van goed vakmanschap.
Schakelaars en contactdozen bij inbouw-, opbouw- en spatwaterdicht materiaal
Gereedschappen voor het monteren van lichtschakelaars en contactdozen herkennen en het veilig gebruik toelichten.
Soorten gereedschappen
97
O N TW ER P
LEERPLANDOELSTELLINGEN
PEDAGOGISCH-DIDACTISCHE WENKEN
-
Overzichtstabellen ter beschikking stellen. LEEPLANDOELSTELLINGEN
LEERINHOUDEN
Het doel van een controlelamp in een schakelaar verwoorden.
Controlelampjes in schakelaars
Stroombaan-, leiding- en bedradingsschema tekenen bij lichtschakelingen met controlelampjes.
Lichtschakelingen met controlelampen in de schakelaars
Het doel van een oriëntatielamp verwoorden.
Oriëntatielampjes in de schakelaars
101
De beperking in het aantal verlichte schakelaars toelichten.
Beperkingen
102
Stroombaan-, leiding- en bedradingschema tekenen bij lichtschakelingen met oriëntatielampjes.
Lichtschakelingen met oriëntatielampjes in de schakelaars
103
Doel en toepassingsgebied van een signaallamp op een verdeelbord toelichten.
Signalisatie op een verdeelbord
98
99
100
Installatiemethoden D/2002/0279/020
100
Elektrotechnieken 2de graad TSO
104
Soorten elektrisch gestuurde schakelaars opsommen en hun toepassingsgebied verklaren.
Monostabiel, impuls en tijdrelais Multifunctioneel tijdrelais
105
Het doel, toepassingsgebied, samenstelling en werking verklaren van gestuurde schakelaars.
Relais - hulpcontact Contactor - groot vermogen Impulsrelais Trappenhuisautomaat Voorkeurrelais Voorrangrelais Schakelklok Thermostaat
PEDAGOGISCH-DIDACTISCHE WENKEN
-
Gebruik catalogi van verschillende merken om aan te tonen hoe de lampjes kunnen verwerkt worden in de schakelaars. Bij sommige merken worden schakelaars geleverd met een extra aansluitklem ingeval een controlelamp moet geschakeld worden. Deze schakelingen vormen een toepassing op de serie- en parallelschakeling, er kan goed aangetoond worden waarom de lampjes een zeer grote weerstand moeten hebben. Bij het tekenen van schema's worden verschillende lichtschakelingen in één opgave verwerkt. Bij de elektrisch gestuurde schakelaars kunnen defecte relais gedemonteerd worden om het onderscheid tussen de soorten te zien en de werking te verklaren.
O N TW ER P
-
LEERPLANDOELSTELLINGEN
LEERINHOUDEN
De technische gegevens van een relais opzoeken en interpreteren.
Technische gegevens van een relais Spoelgegevens - contactgegevens
Het stroombaanschema en de aansluitlijst opstellen van een relaisschakeling.
Opbouw van een schakeling met relais Codering en klemnummering bij relaisschakelingen
Het aansluitschema tekenen en de draadlijst opstellen van een relaisschakeling. (U)
Een relaisschakeling
De keuze van draaddoorsneden en beveiliging verantwoorden bij een relaisschakeling.
Draaddoorsneden bij relaisschakelingen
110
Verantwoord kiezen van draadkleuren en klemmen (kabelschoenen, draadpinnen) bij schakelingen met relais.
Draadkleuren en klemmen
111
Stroombaan-, leiding- en bedradingschema bij impuls- en trappenhuisschakelingen tekenen.
Impulsrelais en trappenhuisautomaat Netspanning - veiligheidsspanning Signalisatie in de drukknoppen Vochtige omgeving - centrale bediening
106
107
108
109
Installatiemethoden D/2002/0279/020
101
Elektrotechnieken 2de graad TSO
PEDAGOGISCH-DIDACTISCHE WENKEN
-
-
-
4.4
112 113
114
115
116
Voor het opzoeken van technische gegevens opnieuw gebruik maken van catalogi van verschillende fabrikanten. Goed onderscheid maken tussen de spoel- en contactgegevens. Bij het tekenen van stroombaanschema's van relaisschakelingen zeer duidelijk de stuuren vermogenkring van elkaar onderscheiden. De schakelingen laten uitvoeren in de praktijk op stuurspanning 24V, zeer interessant is het foutzoeken met voltmeter. Er worden enkel schakelingen gemaakt met lampen of kleine éénfasige motoren. (bijvoorbeeld: startstop met stop voorrang, bediening van op twee plaatsen, bediening van twee relais met vergrendeling, volgordeschakeling, kwisschakeling ...). Er kunnen ook combinaties gemaakt worden met schakelklok (bv. met mogelijkheid tot manuele bediening), schemerschakelaar (idem), voorkeurrelais, voorrangrelais ... Aandacht hebben voor de schakellogica, EN-functie, OF-functie, om vanuit een gesteld probleem tot een oplossing te komen. Bij de impulsschakelingen het voordeel ten opzichte van de klassieke lichtschakelingen toelichten. Besteed opnieuw de nodige aandacht aan de eventuele beperkingen in het aantal verlichte drukknoppen en de manier waarop dit probleem kan opgelost worden. De impulsschakelingen worden in combinatie met klassieke lichtschakelingen uitgevoerd.
O N TW ER P
-
Uitvoeringstechnieken, gereedschappen en materialen voor de montage van goot- en draagsystemen
LEERPLANDOELSTELLINGEN
LEERINHOUDEN
De soorten kabelgoten onderscheiden.
Handelsmaten, materiaalsoort ...
De werkmethode om kabelgoten te bewerken en te plaatsen toelichten.
Aftekenen, afkorten 'haaksheid', bevestigen ...
Het kleinmateriaal om kabelgoten te plaatsen herkennen en toelichten.
Keilbouten, pluggen, schroeven, bouten, eindstukken, hoekstukken, beugels
Voorschriften van het AREI toelichten in verband met montage van kabelgoten.
Aantal kabels, soort kabels, energie en telecommunicatieleiding
Plintmontage toelichten bij plaatsing van stopcontacten.
Plintmontage
PEDAGOGISCH-DIDACTISCHE WENKEN
-
Werken met overzichtstabellen waaruit de leerlingen de juiste keuzes kunnen maken.
Installatiemethoden D/2002/0279/020
102
Elektrotechnieken 2de graad TSO
4.5
Uitvoeringstechnieken, materialen en gereedschappen kiezen voor het plaatsen en aansluiten van elektrische toestellen
LEERINHOUDEN
117
De opbouw van een nokkenschakelaar toelichten. Een schakeltabel opvolgen.
Eénfasig Samenstelling Schakeltabel Gebruik
118
Verschillende vermogens uit serie- en parallelschakelingen met weerstanden bepalen.
Warmteregimes
119
Rechtstreekse en onrechtstreekse verwarming onderscheiden.
Rechtstreeks Onrechtstreeks
Stroomkringschema's lezen en de werking verklaren van eenvoudige toestellen met verwarmingselementen.
Waterdruk- of hogedrukvoorraadtoestellen Drukloze- of lagedrukvoorraadtoestellen Lagedrukaftap of leeglooptoestellen Doorstroomtoestellen
Plaatsingstechnieken doornemen gebruik makend van de gepaste gereedschappen.
Plaatsingstechnieken
Materiaalkennis van de onderdelen eigen maken.
Materialen Overzichtlijsten
Voorschriften inzake brandveiligheid toelichten.
Brandveiligheid - AREI
De werking van een thermostaat verklaren.
Thermostaat: - mechanische - elektronische - programmeerbare - opbouw en modulaire inbouw Elektrisch vuur met oven Wasmachine Droogkast Afwasmachine ...
120
121
122
123
124
O N TW ER P
LEERPLANDOELSTELLINGEN
125
De samenstelling en de werking bespreken van enkele elektrische toestellen met een vaste standplaats.
126
De samenstelling en de werking bespreken van enkele elektrische toestellen met een losse standplaats.
Installatiemethoden D/2002/0279/020
103
Kookplaat Strijkijzer Wafelijzer Broodrooster Waterverwarmer ...
Elektrotechnieken 2de graad TSO
127
De beveiliging en de temperatuurregeling herkennen en verklaren.
Temperatuurregeling Beveiliging
128
De soepele snoeren en aansluittechnieken bespreken om toestellen aan te sluiten met een losse standplaats.
Soepele snoeren Bevestiging elektrisch - mechanisch Trekontlasting
129
De kabels en aansluittechnieken bespreken om toestellen aan te sluiten met een vaste standplaats.
Kabels Bevestiging elektrisch - mechanisch Trekontlasting
130
Technieken ontwikkelen om fouten op te sporen in elektrische toestellen.
Fouten opsporen
PEDAGOGISCH-DIDACTISCHE WENKEN
Kennis maken met de juiste en nieuwste gereedschappen. Veilige werkmethodes aanhalen. Oog hebben voor: lengte ontmanteling, degelijke verbinding, beschadiging kern, ... Multimedia raadplegen. Overzichtslijsten rond soepele snoeren en kabels.
4.6
O N TW ER P
-
Uitvoeringstechnieken en materialen voor het plaatsen en aansluiten van materialen in spatwaterdichte en niet-spatwaterdichte uitvoering
LEERPLANDOELSTELLINGEN
LEERINHOUDEN
De soorten opbouwinstallaties onderscheiden.
Spatwaterdicht, niet-spatwaterdicht
Materiaal voor niet-spatwaterdichte uitvoering toelichten.
Klassieke uitvoering met montageplaat, uitvoering met opbouwplint
Materiaal voor spatwaterdichte uitvoering herkennen en toelichten.
Aftakdozen, buisingangen, geschroefde ingang, wartelingang (Pg), verbindingsklemmen, verhoogde beugels, railbevestiging van beugels, tullen, schroeven, pluggen, ... Overzichtstabellen
134
De werkmethode voor het plaatsen van een spatwaterdichte opbouw installatie toelichten.
Aftekenen, bepalen bevestigingspunten, plaatsen aftakdozen, ...
135
Het gereedschap om een spatwaterdichte installatie uit te voeren herkennen en toelichten.
Smetkoord, waterpas, boren, schroevendraaiers, ...
131
132
133
Installatiemethoden D/2002/0279/020
104
Elektrotechnieken 2de graad TSO
4.7
Aansluittechnieken, materialen en gereedschappen voor het plaatsen en aansluiten van verlichtingstoestellen en signaalgevers
4.7.1
Verlichtingstoestellen
136
LEERPLANDOELSTELLINGEN
LEERINHOUDEN
Begrippen rond verlichting verwoorden. (U)
Lichtstroom, lichtsterkte, lichtrendement, verlichtingssterkte, luminatie Kleurtemperatuur, kleurweergave, kleurnummer.
De noodzaak en voorwaarden van een goede verlichting toelichten.
Noodzaak Voorwaarden
138
De verschillende verlichtingssystemen opsommen en hun toepassingsgebied verklaren.
Direct - indirect - diffuus
De verschillende verlichtingssystemen opsommen en hun toepassingen toelichten.
Binnen - buiten Opbouw - inbouw
De voorschriften van het AREI toelichten, rekening houdende met de beschermingsgraad voor de verschillende lokalen.
Beschermingsgraad
139
140
O N TW ER P
137
PEDAGOGISCH-DIDACTISCHE WENKEN
-
Maak gebruik van catalogi, laat de leerlingen hierin varianten opzoeken. De voorschriften laten opzoeken in het AREI. Rekening houden met de plaatselijke voorschriften bij de plaatsing van buitenarmaturen. LEERPLANDOELSTELLINGEN
LEERINHOUDEN
Afhankelijk van de situatie een gepaste verlichting kiezen.
Verlichting in een woning
142
De werking en de samenstelling van een gloeilamp weergeven.
Lampvermogen Brandstand Uitvoeringsvormen
143
Doel en gebruik van de verschillende lampvoeten toelichten.
Lampvoeten - overzichtstabel
144
De lamphouders opzoeken en hun eigenschappen toelichten.
Lamphouders - overzichtstabel
141
Installatiemethoden D/2002/0279/020
105
Elektrotechnieken 2de graad TSO
145
Een veilige plaatsingstechniek opstellen om een lamparmatuur te installeren of te vervangen.
Vervangen van een lamp Noodverlichting Ontvlambare stoffen Vochtige lokalen Bevestigingen Montagetechnieken
146
De samenstelling en de werking van een fluorescentielamp verklaren.
Fluorescentielamp - samenstelling, materialen en werking
147
Het doel van het voorschakelapparaat toelichten.
Voorschakelapparaat
PEDAGOGISCH-DIDACTISCHE WENKEN
-
Handelsmaten, vormen en technische gegevens van lampvoeten opzoeken in catalogi en zelf een overzichtstabel laten opstellen. 145 Didactisch bord met enkelvoudige TL-schakeling gebruiken: aansluiten op spanning, schakelen, metingen doen op de starter en de lamp om de werking te verklaren, voorschakelapparaten tonen en laten uitmeten, op verschillende voorschakelapparaten de verschillen aantonen.
O N TW ER P
-
LEERPLANDOELSTELLINGEN
LEERINHOUDEN
De uitvoering met en zonder starter onderscheiden en toelichten.
Met starter Zonder starter
Stroombaanschema's tekenen en de werking verklaren bij schakelingen met TL-lampen.
Duoschakeling- stroboscopisch effect Tandemschakeling Handelsvormen Technische gegevens
De handelsvormen en technische gegevens opzoeken van TL-lampen.
Overzichtstabel
Speciale uitvoeringen van TL-lampen herkennen.
Inwendige reflectie Cirkelvormig Speciale effecten
152
De werking en de bouw van een spaarlamp toelichten.
De spaarlamp
153
De samenstelling, werking en de toepassingen van halogeenverlichting verklaren.
Samenstelling Werking Toepassingsgebied Gevaar Lampvoeten
148
149
150
151
Installatiemethoden D/2002/0279/020
106
Elektrotechnieken 2de graad TSO
154
De vergelijking gloeilamp - halogeenlamp toelichten.
Levensduur Lichtopbrengst Bedrijfstemperatuur
155
Het onderscheid tussen halogeenverlichting op lage spanning en op 230 V toelichten.
Lage spanning versus 230 V. Voordelen Toepassingen
PEDAGOGISCH-DIDACTISCHE WENKEN
-
-
De principiële werking van de verschillende onderdelen uitleggen: gloeilamp, TL-lamp, starter, voorschakelapparaat, de trafo's bij de halogeenverlichting, ... 148 Zelf metingen uitvoeren om de begrippen te verduidelijken. Schema's van installateurs ter beschikking stellen bij halogeenverlichting. Veelvuldig gebruik maken van catalogi, vooral kieskeurig zijn met de keuze hiervan, er zijn firma's die catalogi bezitten met aansluitschema's en de technische gegevens van de materialen en componenten. Overzichtstabellen aangaande verschillende verlichtingsmogelijkheden en lampvoeten.
O N TW ER P
-
LEERPLANDOELSTELLINGEN
LEERINHOUDEN
De verschillende handelsvormen van halogeenlampen herkennen en hun toepassingsgebied omschrijven.
Handelsvormen Toepassingsgebied Overzichtstabel
De veiligheidsmaatregelen verwoorden bij het installeren van halogeenverlichting.
Inwendige overdruk Grote stralingswarmte Aanrakingen Opwarmen van de toevoerleidingen Nadeel bij het dimmen
De gebruikte trafo's onderscheiden en een juiste keuze maken.
Veiligheidstrafo Beschermingstrafo Elektronische trafo
De soorten schakelingen met halogeen schetsen en verklaren.
Lijnschakeling De ster- of T-schakeling De ringschakeling
160
Het doel en principe van lichtdimming verklaren.
Dimmer met stuursignaal via lage veiligheidsspanning of draadloos
161
Het dimmen van gloeilampen omschrijven en een stroombaanschema lezen.
Dimmen van gloeilampen
156
157
158
159
Installatiemethoden D/2002/0279/020
107
Elektrotechnieken 2de graad TSO
Het dimmen van halogeen op zeer lage spanning omschrijven en een stroombaanschema lezen.
Dimmen van halogeen op lage spanning
163
Het dimmen van TL-lampen omschrijven en een stroombaanschema lezen.
Dimmen van TL-lampen
164
De soorten dimmers opsommen en hun toepassingsgebied afbakenen.
Drukknopdimmer Draaiknop of potentiometer Moduuldimmer met of zonder geheugen
165
Het principe van draadloze lichtsturing toelichten. (U)
Draadloze lichtsturing
166
Principe van lichtsturing door middel van een sensor toelichten en een stroombaanschema lezen.
Sensor
Het begrip noodverlichting en het toepassingsgebied omschrijven.
Noodverlichting
167
O N TW ER P
162
PEDAGOGISCH-DIDACTISCHE WENKEN
-
Schema's ter beschikking stellen vanuit catalogi.
4.7.2
168
169
170
Signaalgevers
LEERPLANDOELSTELLINGEN
LEERINHOUDEN
De constructie en de werking van een bel toelichten.
Universele bel, wisselstroombel, gong, zoemer
Stroombaan-, leiding- en bedradingschema's tekenen.
Schakelingen met bellen, keuze van bel of zoemer, keuze van drukknop, eenvoudige deurmelder
Uitvoeringstechnieken voor het plaatsen en aansluiten van contactdozen voor telefonie.
Soorten contactdozen voor telefonie, telefoniekabel
PEDAGOGISCH-DIDACTISCHE WENKEN
-
-
Alhoewel het elektromagnetisme nog niet behandeld werd in de les elektriciteit en labo, kan hier reeds de principiële werking van de verschillende toestellen worden gegeven (een spoel wordt een elektromagneet als er een stroom doorvloeit) Bij de belschakelingen worden best verschillende tekenopgaven voorzien, vertrekkende vanuit reële situaties in perspectieftekeningen. Hier vooral belang hechten aan het schakeltechnisch denken.
Installatiemethoden D/2002/0279/020
108
Elektrotechnieken 2de graad TSO
-
-
Ook hier weer de verschillende onderdelen van een belschakeling in catalogi laten opzoeken, ook verwijzen naar de overzichtslijsten over draad en kabel, isolatiestoffen, nonferrometalen. Het materiaal voor telefonie, tv en stereodoeleinden laten opzoeken in catalogi, wijzen op het belang van wachtbuizen in een huisinstallatie in sterverdeling. Bij lage spanning, rekening houden met de draadlengte.
LEERINHOUDEN
171
De installatietechnieken om contactdozen om tv- en kabeldistributie te plaatsen en aan te sluiten bespreken
Soorten contactdozen voor kabel-tv Coaxiale kabel
172
De installatietechnieken en contactdozen om luidsprekers te plaatsen en aan te sluiten bespreken.
Soorten contactdozen voor luidsprekers Parallelsnoer
Schema's van een parlofooninstallatie en video lezen en een aansluitmethode opstellen.
Deurtelefoon voor ééngezinswoningen en appartementsgebouw Richtlijnen voor het installeren
De functie van een microfoon, telefoon en luidspreker omschrijven en de werking verklaren.
Omzetting geluidstrilling in elektrische trilling en omgekeerd Soorten microfoons en eigenschappen Soorten telefoons en luidsprekers
De functie van een elektrisch deurslot omschrijven en de werking verklaren.
Deurslot
Doel en toepassingsgebied van een deurmelder verantwoorden.
Deurmelder
173
174
175
176
177
178
O N TW ER P
LEERPLANDOELSTELLINGEN
Aan de hand van een stroombaanschema de werking van een deurmelder verklaren en het bedradingschema afleiden.
Doel en toepassingsgebied verantwoorden van een videofoon. (U)
Videfoon
179
Aan de hand van een stroombaanschema de (principiële) werking van een telefoon verklaren en het bedradingschema afleiden. (U)
Telefoon
180
Aan de hand van een stroombaanschema de werking verklaren van rook- en brandmelders. (U)
Rookmelders Brandmelders
Installatiemethoden D/2002/0279/020
109
Elektrotechnieken 2de graad TSO
PEDAGOGISCH-DIDACTISCHE WENKEN
-
-
-
5
De contactdozen voor communicatiedoeleinden laten opzoeken in catalogi, ook aandacht besteden aan nieuwe evoluties (computernetwerken in UTP-kabel of Coax kabel, telenet ...). Ook hier weer het belang van wachtbuizen in een installatie aantonen ... Bij de aansluiting van luidsprekers moet aandacht gegeven worden aan de polariteit ervan. Een klassieke parlofooninstallatie laten uitvoeren (praktijk) in telefoniekabel, de nadruk leggen op het maken van verbindingen, draaddoorsnede voor deurslot, afstand van energieleidingen ... eventueel schema's van verschillende fabrikanten bespreken. Hetzelfde voor de videoaansluiting. 2-draads, 4-draads, appartementen. Microfoons en luidsprekers vormen een mooi te illusteren toepassing op Lorentzkracht en genereren van spanning door beweging, hier kan eventueel naar de les elektriciteit en labo verwezen worden. De leerlingen documentatie geven (eventueel laten opzoeken) over de nieuwe generaties parlofoons en videofoons in tweedraadsaansluiting.
O N TW ER P
-
AANSLUITTECHNIEKEN, MATERIALEN EN GEREEDSCHAPPEN BIJ HET INSTALLEREN VAN COMFORTSCHAKELINGEN
LEERPLANDOELSTELLINGEN
LEERINHOUDEN
Inzicht verwerven bij de plaatsing en het onderhoud van programmeerbare schakelmodules.
Domotica - woningintelligentie Programmeerbare schakelmodule
Kennis maken met verschillende programmeerbare schakelmodules.
Verschillende programmerbare schakelmodules
Het doel en toepassingsgebied toelichten van een domoticasysteem.
Nut van domotica Energiebeheer - comfort - veiligheid communicatie - technisch beheer
De voor- en nadelen van een domoticasysteem aantonen ten opzichte van een klassiek systeem.
Voor- en nadelen
185
Een situatieschema van een nieuwe installatie modulair omvormen.
Nieuwbouw
186
Een situatieschema van een bestaande installatie modulair omvormen.
Renovatie
187
Een keuze maken tussen 2- of 4aderige busbekabeling. (U)
Bekabeling
181
182
183
184
Installatiemethoden D/2002/0279/020
110
Elektrotechnieken 2de graad TSO
188
Een programmatietechniek van een programmeerbare schakelmodule toepassen.
Programmatietechniek
189
De componenten selecteren en een bestellijst opstellen.
Componenten - bestellijst
PEDAGOGISCH-DIDACTISCHE WENKEN
190
191
192
193
194
195
Een keuze maken uit enkele systemen, ze met de leerlingen bespreken en er enkele toepassingen in een huisinstallatie mee doorvoeren. De omvormingen klassikaal doorvoeren , onder leiding van de leerkracht, we geven hier een aanzet naar domotica, de uitwerking komt in de 3de graad.
LEERPLANDOELSTELLINGEN
LEERINHOUDEN
Het belang van een programmeerbare logische module toelichten.
Programmeerbare logische module
De voor- en nadelen van een bedrade oplossing ten opzichte van een programmeerbare oplossing nagaan.
Voor- en nadelen
Het systeemconcept toelichten aan de hand van de typische eigenschappen.
Ingangen, uitgangen en schakelprogramma
De waarheidstabel opstellen in functie van de programmeerbare module.
Logische blokken: AND, OR, NOT, NAND, NOR, EXOR
De typische eigenschappen van elk logisch blok opnoemen.
Eigenschappen
De typische eigenschappen van elk functieblok opnoemen
Functieblokken: delay, impuls, setreset, klok ...
O N TW ER P
-
PEDAGOGISCH-DIDACTISCHE WENKEN
-
-
-
Programmeerbare modules voor huishoudelijke en tertiaire toepassingen worden onder andere op de markt gebracht door Mitsubishi (alpha); Siemens (logo), Moeller (easy) en zullen ongetwijfeld hun plaats in een huisinstallatie innemen. Als documentatie kan heel wat informatie op internet worden teruggevonden: www.meau.com/alphaplc/software/visual_logic.htm (Mitsubishi) www.ad.siemens.de/logo//html_76/basic_pure.htm (Siemens) http://easy.moeller.net/easy/englisch/indes.html (Moeller) In de tekenles kunnen verschillende opdrachten worden uitgewerkt: vanuit een gesteld probleem de logische formule opstellen, een schema tekenen en laten uitvoeren via de simulatiesoftware. De schakelaar zelf kan dan geprogrammeerd worden vanuit de meegeleverde software of eventueel via de bedieningsknoppen op het toestel. Bij het werken met functieblokken enkel de reeds gekende behandelen, tekenen en laten programmeren.
Installatiemethoden D/2002/0279/020
111
Elektrotechnieken 2de graad TSO
-
Als praktische toepassingen kunnen gecombineerde opgaven met trappenhuisautomaat en impulsschakelaar worden uitgevoerd. Een programmeerbare module kan eventueel opgenomen worden in een zekeringkast en toegepast worden in een volledige huisinstallatie. Andere voorbeelden zijn comfortschakeling voor verlichting, automatische sturing , zonnewering, sturing rolluiken apart en gecentraliseerd, verschillende lichtfuncties in een woning met centrale bediening, automatische sturing regenwaterpomp/ventiel leidingwater ...
LEERINHOUDEN
196
Bij lichtschakelingen met bewegingsmelders de uitvoeringen en toepassingen toelichten.
Bewegingsmelders Principewerking Buiten de woning Binnen de woning
197
Aansluitschema's met verschillende bewegingsdetectoren (2 en 3 aansluitpunten) tekenen en verklaren.
Detector in combinatie met een schakelaar voor handbediening In combinatie met een serieschakelaar als keuzeschakelaar Aansluitschema met 2 detectoren (U)
Het principe van draadloze bediening toelichten. (U)
Principe draadloze bediening
Het principe van radiofrequentie en infrarood toelichten. (U)
Principe radiofrequentie - infrarood
De begrippen zender en ontvanger verklaren. (U)
Zender - ontvanger
Opstellingsmogelijkheden en aansluitschema's uitleggen. (U)
Van bestaande schema's en opstellingen
Het begrip woningbeveiliging toelichten.
Beveiligen van een woning
Het principe verklaren van sensoren die warmte en/of beweging detecteren.
Warmte - beweging
198
199
200
201
202
203
O N TW ER P
LEERPLANDOELSTELLINGEN
PEDAGOGISCH-DIDACTISCHE WENKEN
-
Schema's van verschillende fabrikanten gebruiken. De nodige catalogi, boeken, diskette of cd ter beschikking stellen en de leerlingen begeleiden in hun keuze. De leerlingen op een efficiënte wijze de materialen en gegevens leren opzoeken en vergelijken. Didactische panelen voorzien.
Installatiemethoden D/2002/0279/020
112
Elektrotechnieken 2de graad TSO
6
EEN VERDEEL- OF SCHAKELKAST OORDEELKUNDIG SAMENSTELLEN IN FUNCTIE VAN EEN INSTALLATIE
6.1
De verdeel- of schakelkast LEERINHOUDEN
204
Een overzicht geven van de diverse soorten verdeelkasten.
Kasten voor huishoudelijk gebruik
205
De verschillende onderdelen van een verdeelkast herkennen en de kast op schaal tekenen
Onderdelen van een verdeelkast
206
Weten hoe een kast dient geplaatst te worden rekening houdend met het AREI, ARAB en de eisen van de plaatselijke stroomleverancier.
Plaatsing van een kast
De kenmerken opzoeken en relateren naar de keuze van de te gebruiken kast.
De gegevens van het lastenboek De IP-klasse De plaatsingswijze
207
O N TW ER P
LEERPLANDOELSTELLINGEN
PEDAGOGISCH-DIDACTISCHE WENKEN
Een overzicht geven van de diverse soorten verdeelkasten: de leerlingen een beperkt aantal modellen ter keuze voorleggen. De verschillende onderdelen van een verdeelkast herkennen en kiezen: -
-
Ploftekening gebruiken. Bij de maatschappijen zijn plaatsingsmallen op papier te krijgen waarop alle aansluitingen staan. Deze gebruiken om de juiste plaatsing toe te lichten. Een verkleind exemplaar in de cursus is geen overbodige luxe voor later. Bij de schaaltekening van een kast enkel gebruik maken van de schalen die in de techniek gebruikelijk zijn.
De kenmerken kunnen opzoeken en relateren naar de keuze van de te gebruiken kast: -
Elke fabrikant heeft in zijn technische gegevens een overzicht van de IP-normalisatie. Dit is een prima basis om deze leerstof aan te brengen. Het kiezen van de juiste bevestigingsmiddelen is een item op een andere plaats in dit leerplan. Denk eraan, herhalen kan nooit kwaad. De bijkomende eisen van de maatschappij zouden kunnen zijn dat er een zekere overschot op de invoerkabel moet zijn, of dat die bij hen dient gekocht te worden, dat zij enkel de sleuf mogen graven. Dit punt is facultatief naargelang de plaatselijke situatie.
Installatiemethoden D/2002/0279/020
113
Elektrotechnieken 2de graad TSO
208
LEERPLANDOELSTELLINGEN
LEERINHOUDEN
Het aantal benodigde modules bepalen en de kast indelen.
Kringen - modules De kastgrootte De kastlay-out tekenen Bedradingsschema Nummeren en labelen
PEDAGOGISCH-DIDACTISCHE WENKEN
Het aantal benodigde modules bepalen en de kast indelen:
6.2
209
210
211
212
213
O N TW ER P
Dit deel van de leerstof kan men het best aanbrengen door de voorbeeldoefening waarrond dit jaar wordt gewerkt te gebruiken als basis. Een extra voorbeeld kan verduidelijkend werken. De keuringsorganismen verstrekken didactische platen met daarop de benodigde markeringen en veiligheidsvoorschriften.
De smeltveiligheden
LEERPLANDOELSTELLINGEN
LEERINHOUDEN
Begrippen rond smeltveiligheden verklaren en toelichten.
De EN-normen De begrippen: nominale stroom, gebruiksspanning en uitschakeltijd De basissamenstelling
Het doel van een smeltveiligheid verklaren.
De relatie nominale stroom en de uitgaande aansluitsectie
Het doel van kalibreerelementen toelichten.
Kalibreerelementen
De soorten smeltveiligheden onderscheiden.
Snelle en trage zekeringen Pen-pen, pen-bus, glaszekeringen, mes en schroefveiligheden
Uitschakelkarakteristieken toelichten.
Uitschakelkarakteristieken
PEDAGOGISCH-DIDACTISCHE WENKEN
De basisbegrippen aangaande smeltveiligheden verklaren en toelichten: -
De leerlingen dienen de norm niet van buiten te kennen maar moeten hem wel kunnen interpreteren. Een uittreksel van een cataloog gebruiken als basis om de begrippen aan te brengen. Vertrekkende van doorsnedentekening de samenstelling en het doel van elk onderdeel verklaren. Aandacht besteden aan het eventueel herstellen van smeltveiligheden.
Installatiemethoden D/2002/0279/020
114
Elektrotechnieken 2de graad TSO
-
Inhoud van een zekering tonen aan de hand van doorsnedentekening en een opengewerkte meszekering. Volgende onderdelen zeker behandelen: houder, zand, smeltdraad, aansluitingen, codering en een vervangset voor industriemodellen.
Het doel van een smeltveiligheid verklaren:
-
214
215
Aan de hand van een tabel uit een catalogi het verband tussen stroom en sectie verduidelijken. Het verband stroom en kalibreerelement verduidelijken aan de hand van een kleurtabel (catalogi). Geen oefeningen maken op verschil tussen snelle en trage zekeringen. Enkel het verschil verduidelijken. De soorten verduidelijken aan de hand van een groep modellen uit diverse catalogi en echte voorbeelden. Van een bepaalde smeltveiligheid enkel kunnen aflezen hoe snel hij bij een bepaalde stroom gaat uitvallen. De samenstelling, afmetingen en modellen van glaszekeringen zeker behandelen.
O N TW ER P
-
LEERPLANDOELSTELLINGEN
LEERINHOUDEN
De smeltveiligheden opzoeken, benoemen en tekenen rekening houdend met de gestelde eisen.
Soorten smeltveiligheden Symbolen en codering Meerpoligheid Bestellijst
De samenstelling van een zekeringhouder schetsen en toelichten.
Diverse modellen De onuitwisselbaarheid Kleurcode van kalibreerelementen Kleurtabel
PEDAGOGISCH-DIDACTISCHE WENKEN
De smeltveiligheden tekenen, benoemen en opzoeken rekening houdend met de gestelde eisen. -
-
Een beperkt cataloogaandeel bezorgen aan de leerling en die daaruit onder begeleiding leren en laten kiezen. De juiste symbolen zijn te vinden in het AREI. (enkel ter informatie ook de niet Europese symboliek tonen). Duidelijk het verband tussen de één- en de veellijnsymboliek verklaren. Een cataloog van een doorsnee ‘doe het zelf-zaak’ is een voldoende basis voor dit werk. Prijslijsten van de fabrikanten kunnen verhelderend zijn om het verschil in prijs te verduidelijken. Bij het samenstellen van de bestellijst rekening houden dat veiligheden, de voeten, de versleutelingen en de genaakbaarheidsplaten één geheel vormen.
De samenstelling van een zekeringhouder schetsen en toelichten: -
Een overzicht uit een cataloog is een voldoende basis. De verschillende vergrendelingsystemen laten zien en de plaatsing verduidelijken.
Installatiemethoden D/2002/0279/020
115
Elektrotechnieken 2de graad TSO
-
6.3
Het gepaste gereedschap tonen, en het gebruik toelichten, waarmee deze uitwisseling dient te geschieden. Het gebruik van een handvat bij de verwisseling van mesveiligheden uitleggen en demonstreren. De automaten LEERINHOUDEN
216
De basisbegrippen aangaande automaten verklaren.
Begrippen: uitschakelcurve, onderbrekingsvermogen, afschakelvermogen Norm NBN
217
Het doel van de automaten omschrijven.
Pen, schroef, en installatieautomaat Samenstelling - werking
218
De juiste automaat kiezen.
In functie van de aangesloten sectie en dit volgens het AREI
Een automaat tekenen en benoemen.
Soorten, symbolen, codering meerpoligheid, bestellijst.
219
O N TW ER P
LEERPLANDOELSTELLINGEN
PEDAGOGISCH-DIDACTISCHE WENKEN
-
-
6.4
Transparanten gebruiken om de samenstelling te verduidelijken. Diverse fabrikanten kunnen deze leveren in kleur en beschikken ook over een inkijkautomaat. Een defect exemplaar dat opengewerkt is kan ook verrijkend werken. De leerlingen dienen te weten dat het bimetaal dient om overbelasting te detecteren (traag) en de elektromagneet dient om een kortsluiting te detecteren (snel). Aandacht besteden aan het doel en het nut van de vonkenkamer. De BCD-uitschakelkarakteristieken behandelen en toepassen (behoren meestal bij bovenstaande transparantenreeks). Een zwart-wit exemplaar voor de leerlingen als hulp bij het oplossen van toepassingen is aangewezen. De verliesstroomschakelaar
LEERPLANDOELSTELLINGEN
LEERINHOUDEN
De functie van een verliesstroomschakelaar toelichten.
De plaats van een verliesstroomschakelaar
221
De verliesstroomschakelaar kiezen.
De verliesstroomschakelaar kiezen in functie van de nominale stroom Symboliek conform het AREI Aanluitingswijze De testknop
222
Aantal verliesstroomschakelaars in een installatie bepalen aan de hand van de waarde van de spreidingsweerstand.
Aantal verliesstroomschakelaars
220
Installatiemethoden D/2002/0279/020
116
Elektrotechnieken 2de graad TSO
PEDAGOGISCH-DIDACTISCHE WENKEN
Het doel van een verliesstroomschakelaar verklaren: -
De werking komt in het tweede leerjaar aan bod en dient dus niet behandeld te worden in het eerste leerjaar. De verliesstroomschakelaar behandelen in het eerste leerjaar als een zwarte doos waar enkel de nominale stroom belang heeft. De symboliek dient gekregen te worden zonder toelichting qua opbouw. Onderscheid maken tussen verschillende gevoeligheden. Periodiek gebruik van de testknop toelichten, duiden op gevaren. Toestellen met uurwerken en vluchtige geheugens zoals uurwerken, keukenapparatuur en verwarmingssystemen verliezen hun instellingen.
223
224
225
226
LEERINHOUDEN
O N TW ER P
LEERPLANDOELSTELLINGEN Het werkingsprincipe van een verliesstroomschakelaar toelichten.
Inwendige opbouw Transformatorprincipe De gevoeligheid
Soorten en types verliesstroomschakelaars opzoeken in catalogi en de verschillen aantonen.
Soorten en type Prijsevaluatie
Een verliesstroomschakelaar aanbrengen op schema's en dit volgens de geldende normen.
Symbool Normen
Het verschil tussen een verliestroomschakelaar en een verliesstroomautomaat aantonen.
Verschil Enkele samenstellingen
PEDAGOGISCH-DIDACTISCHE WENKEN
-
6.5
Prijzen bij verschillende firma's opvragen hetzij via catalogi of met multimedia. Twee versies maken, één met een gewone en één met een automaat, beiden met dezelfde eisen en daarvan een materiaal- en prijsvergelijking maken.
De overspanningbeveiliger LEERPLANDOELSTELLINGEN
LEERINHOUDEN
227
Het begrip overspanningbeveiliging definiëren.
Overspanningbeveiliging Overspanning = inwendige storing
228
Aandacht besteden aan de keuze van een verliesstroomschakelaar bij gebruik van een overspanningbeveiliger. (U)
Aandacht
Installatiemethoden D/2002/0279/020
117
Elektrotechnieken 2de graad TSO
229
De juiste overspanningbeveiliger kiezen in functie van de installatie.
Keuze Meerpoligheid Prijsbewust
230
In schema’s het juiste symbool gebruiken.
Symbool
PEDAGOGISCH-DIDACTISCHE WENKEN
-
6.6
231
232
Verklaren wat de gevolgen zouden kunnen zijn als de N van een systeem 3F+N wegvalt, dit in het kader van een overspanningbeveiliging. Het symbool van een overspanningbeveiliging geven en verklaren waarom het er zo uitziet. Aandacht besteden aan de verschillende niveaus van overstroombeveiliging, dit om een zekere vorm van selectiviteit te kunnen bewerkstelligen.
O N TW ER P
-
De tijdelijke aansluiting
LEERPLANDOELSTELLINGEN
LEERINHOUDEN
Het doel van een tijdelijke aansluiting uitleggen.
Doel Aanvraagformulier Voorschriften
Een werfkast herkennen en uittekenen.
Diverse bouwvormen De onderdelen Uittekenen Symbolen en het AREI
PEDAGOGISCH-DIDACTISCHE WENKEN
Het doel van een tijdelijke aansluiting verklaren: -
Samen met de leerlingen de elektriciteitsleveranciers uit hun doelgebied opzoeken met gebruikmaking van telefoonboek of multimedia. Een aanvraagformulier voor een denkbeeldige werf samen met de leerlingen invullen. Het AREI somt al de eisen op waaraan een werfaansluiting dient te voldoen. Aan de hand van het bouwplan en de ligging van de voedingleiding de beste keuze bepalen rekening houdend met het gemak op de werf en de plaatsing van de definitieve kast. De werf- en de definitieve kabel kunnen mogelijkerwijze dezelfde zijn.
Een werfkast herkennen en uittekenen: -
Een greep uit de catalogen van diverse producenten kan dienen als basis. Markt- en kermiskasten kunnen ook als voorbeeld dienen. Dergelijke kasten kunnen soms in bruikleen worden bekomen bij de gemeente- of stadsbesturen. Indien nodig de speciale stopcontacten voor dergelijke kasten behandelen.
Installatiemethoden D/2002/0279/020
118
Elektrotechnieken 2de graad TSO
6.7
De energiekabels LEERINHOUDEN
233
Soorten aansluitkabels kiezen in functie van de installatie.
Onder- en bovengrondse installaties EXVB - EVVB De kabellengte De geleiderdoorsnede
234
Benodigdheden voor ondergrondse aansluitingen opsommen.
Materialen - gereedschappen - verBindingsmethoden.
235
Benodigdheden voor bovengrondse aansluiting opsommen.
Materialen en gereedschappen - verbindingsmethoden
236
De verschillende voedingsspanningen bij een huisaansluiting opsommen.
Spanningen afhankelijk van de regio Veiligheidsinstructies bij gebruik
Soorten tarieven herkennen.
NT/TUT/DUT/UNT/ECO Sociaal tarief
De normen en regels van de plaatselijke stroomleverancier kennen.
Normen Regels
De aansluitmodaliteiten van een huisaansluiting verwoorden.
Scheider - aansluitmode - meetmodule ontvangtoestel - stuurkring - verbindingskabel - kleurenvolgorde bij de scheider - aftakkabel - aansluitbocht aansluitplaat - meterkast
237
238
239
O N TW ER P
LEERPLANDOELSTELLINGEN
PEDAGOGISCH-DIDACTISCHE WENKEN
-
Rekening houden met de eisen en de verlangens van de plaatselijke energieverdeler. Deze kunnen sterk variëren van regio tot regio. Documentatie opvragen bij de stroomleverende maatschappij. De verschillen in netspanningen duiden en de voor- en nadelen verklaren. De soorten aansluitkabels en hun hulpstukken bespreken vanuit een overzichtslijst. Voldoende didactisch materiaal aanbrengen om deze lessen te ondersteunen en duidelijk te maken. De tarieven aan de hand van prijs/uren /voordeel/nadeel: NT Normaal tarief TUT Tweevoudig urentarief DUT Dubbel urentarief UNT Uitsluitend nachttarief
Installatiemethoden D/2002/0279/020
119
Elektrotechnieken 2de graad TSO
6.8
De definitieve keuring van een installatie LEERINHOUDEN
240
Een procedure opvolgen om de installatie te controleren op zijn goede werking.
De aardingsweerstand Isolatieweerstand Eventuele fouten opzoeken Herstellingen uitvoeren
241
Een keuringsaanvraag invullen.
Keuringsaanvraag
242
Opsommen aan welke formaliteiten dienen voldaan en welke schema's dienen aanwezig te zijn.
Formaliteiten Schema's
243
Opsommen welke personen er dienen aanwezig te zijn bij de keuring.
Aanwezige personen
Een procedure volgen wanneer de keuring negatief is.
Procedure bij negatieve keuring
244
O N TW ER P
LEERPLANDOELSTELLINGEN
PEDAGOGISCH-DIDACTISCHE WENKEN
Een keuringsovereenkomst behandelen en daaruit de verschillende procedures afleiden. Een keuring bijwonen op een werf.
7
WERKWIJZEN VASTLEGGEN OM FOUTEN OP TE SPOREN IN EEN INSTALLATIE EN IN EEN TOESTEL
LEERPLANDOELSTELLINGEN
LEERINHOUDEN
Een algemene methode om fouten op te sporen vastleggen.
Opzoekmethoden
Door redenering de mogelijke oorzaken opsommen.
Onderbreking, doorverbinding, kortsluiting, aardsluiting
Het gebruik van verschillende testapparaten verantwoorden.
Testlamp, doormeetapparaat, multimeter, isolatiemeter
248
Een herstellingsplan opstellen.
Herstellingsplan
249
De herstelling vakkundig uitvoeren.
Herstelling
250
De controle uitvoeren na een herstelling.
Bezichtiging, meting, in dienst stellen
251
Het gebruik van meet- en regelapparatuur toelichten bij comfortschakelingen.
Meet- en regelapparatuur
245
246
247
Installatiemethoden D/2002/0279/020
120
Elektrotechnieken 2de graad TSO
PEDAGOGISCH-DIDACTISCHE WENKEN
-
-
8
Het komt er voornamelijk op aan dat de leerling een algemene werkwijze kan toepassen om de fouten op te sporen in de lichtschakelingen en de signalisatieschakelingen die hij/zij maakt. Benadrukken dat herstellen op een doordachte en op een veilige wijze dient te gebeuren. De verschillende methoden inoefenen om fouten op te sporen: door bezichtiging, door gebruik te maken van een foutenopsporingsdiagram, door waar te nemen en te redeneren. De controle is een belangrijke schakel naar het afleveren van een goed product. We beperken ons hier tot het opsporen en herstellen bij de basisschakelingen van licht en signaal. Het opsporen van fouten dient uiteraard te gebeuren bij de schakelingen zelf, maar ook speciale didactische panelen met een aantal schakelingen kunnen hier gebruikt worden. KWALITEIT, VEILIGHEID EN MILIEUZORG NASTREVEN VOOR ZICHZELF EN DE ANDEREN
O N TW ER P
-
LEERPLANDOELSTELLINGEN
LEERINHOUDEN
Aandacht besteden aan een veilige en zuivere werkplek.
Veiligheidsvoorschriften Persoonlijke beschermingsmiddelen Hygiënische voorschriften
Het werkplaatsreglement kennen en naleven.
Werkplaatsreglement
De persoonlijke beschermingsmiddelen en collectieve beschermingsmaatregelen kennen en de richtlijnen terzake naleven.
Aanrakingsgevaar, elektrocutie, Isolatie, aarding Te treffen veiligheidsmaatregelen
Volgens geldende afspraken afval sorteren en opslaan.
Afval, sorteren en opslaan
De gebods- en verbodstekens in functie van de uit te voeren werken naleven.
Gebods- en verbodstekens
257
De veiligheidsvoorschriften om veilig om te gaan met gereedschappen en machines kennen.
Veiligheidsvoorschriften
258
Kwaliteit nastreven bij de uitvoering van werkzaamheden om samen met anderen een goed product af te leveren.
Opgestelde criteria
252
253
254
255
256
Installatiemethoden D/2002/0279/020
121
Elektrotechnieken 2de graad TSO
PEDAGOGISCH-DIDACTISCHE WENKEN
-
259 260
261
262
263
264
265
Deze leerinhouden aanbrengen in de loop van het schooljaar, telkens wanneer ze aan bod komen. Doorheen alle werkzaamheden dient steeds aandacht gegeven aan veiligheid, hygiëne en milieu. Een duidelijk uitgeschreven werkplaatsreglement dient als leidraad genomen en er voortdurend naar verwezen. Laat steeds met veel zorg de restafval verwijderen, sorteren en deponeren op de daartoe bestemde plaats. Didactische panelen op goed zichtbare en juist gekozen plaatsen helpen ter ondersteuning. Kwaliteit dienen we na te streven in elk deelaspect in de uitvoering. De leerlingen dienen te weten dat de producten die we afleveren door anderen op een veilige wijze kunnen gebruikt worden.
LEERPLANDOELSTELLINGEN
LEERINHOUDEN
Assistentie verlenen bij de keuring.
Keuring van de installatie
Het eigen werk analyseren en beoordelen.
Zelfevaluatie
De kwaliteit van het eigen werk en de onderneming bevorderen.
Nastreven van kwaliteit
Voorkomen van situaties die milieu en personen schaden.
Milieu
De equipotentiale verbindingen volgens de gestelde criteria voorzien.
Equipotentiale verbindingen Aan te sluiten onderdelen, machines en constructies
De onderdelen van een equipotentiaalinstallatie opsommen.
Onderdelen van een equipotentiale systeem
De secties van equipotentiaal verbindingen bepalen.
De secties Soort van geleider
O N TW ER P
-
PEDAGOGISCH-DIDACTISCHE WENKEN
Het doel van een equipotentiaal verbinding verklaren: -
Voor de plaatsing een didactische bouwtekening gebruiken. In het AREI en Codex staan doorsnedentekeningen van fundering en de plaatsing van de lus. Didactische tekening van onderdelen gebruiken die te vinden zijn in het AREI.
Installatiemethoden D/2002/0279/020
122
Elektrotechnieken 2de graad TSO
De onderdelen van een equipotentiaal installatie herkennen en benoemen: -
-
Aardingspen (rond en kruis), aardingslus ondergronds, bovengrondse aardingsgeleiders, meetklem, verzamelrail, overschuifisolatiemantel bij funderingsdoorgang, buisaansluitingen (lint en beugel) en vloerdoorgang zeker behandelen. Prijzen verzamelen uit catalogi van doe-het-zelf-zaken.
De secties van equipotentiaalverbindingen opzoeken:
266
267
Oude en nieuwe benaming van aardingsgeleiders door elkaar gebruiken. Brugles naar plaatsing geleiders in opbouw, aarding niet samen met andere geleiders in dezelfde buis of koker trekken. LEERPLANDOELSTELLINGEN
LEERINHOUDEN
Op een bouwplan het equipotentiaal systeem tekenen.
Bouwplan Symbolen
De uitvoeringstechnieken bij de plaatsing van een equipotentiaal systeem beheersen.
Uitvoeringstechnieken
O N TW ER P
-
PEDAGOGISCH-DIDACTISCHE WENKEN
Het equipotentiaal systeem op tekeningen en schema's tekenen en lezen: -
Vertrekken van een bestaand bouwplan en de plaatsing en ligging bespreken. Idem voor situatieschema. Symbolen geven (om in het vademecum te steken) en toelichten. Betekenis zelf laten beredeneren en opschrijven.
De juiste uitvoeringstechnieken toepassen bij de plaatsing van een equipotentiaal systeem: -
-
Overzicht van productiegamma van kabelschoenen gebruiken en het gebruik van een kabelschoentang demonstreren. Toepassen in de praktijkles. Buisaansluitingen opzoeken in catalogi en de plaatsing demonstreren. Toepassen in de praktijkles. Plaatsing van aardingen aan metaalconstructies door middel van blindklinknagels en schroefdraadverbindingen. Aandacht schenken aan roest bij slechte plaatsing. Metalen kabelgoten dienen gelust te worden ook al is er een galvanische verbinding via de steunen. Zie AREI. Verschillende markeringen laten zien zoals plakkers met aardingssymbool, draadnummers, kabellabels en de juiste manier om deze te plaatsen. De plaatsing van een verzamelrail en de meetklem. De juiste kabelschoenen kiezen bij geleiders waar de kern uit verschillende draden bestaat. De juiste kabelschoentang kiezen om deze schoenen te persen. RVS-verbindingen kiezen om toe te passen in ondergrondse en vochtige omgevingen. Deskundig de juiste aansluitingen kiezen om op water-, gas- en CV-buizen aan te sluiten.
Installatiemethoden D/2002/0279/020
123
Elektrotechnieken 2de graad TSO
LEERPLANDOELSTELLINGEN
LEERINHOUDEN
268
Het doel van beschermingsgeleiders duiden.
Soorten. AREI
269
De beschermingsgeleiders aanduiden en tekenen.
Aanduiden Symbool
PEDAGOGISCH-DIDACTISCHE WENKEN
-
Het verschil tussen equipotentiaal en beschermingsgeleiders aangeven. Hoe beschermingsgeleiders koppelen aan een aarding. Rail, die voorzien is van aansluitingen, tonen en toelichten.
LEERPLANDOELSTELLINGEN
271
272
273
O N TW ER P
270
LEERINHOUDEN
Het principe van een aardingsmeting uitleggen.
Aardingsmeting
Het verschil tussen een elektronische, een manuele en een stopcontacttoestel duiden en verklaren.
Manueel toestel. Elektronisch toestel. Stopcontacttoestel.
Uitvoeringstechniek vastleggen om een aardingsweerstand te meten.
Uitvoeringstechniek.
Factoren die de aardingsweerstand beïnvloeden opsommen.
Factoren
PEDAGOGISCH-DIDACTISCHE WENKEN
-
Bij diverse fabrikanten van meettoestellen zijn deze beschrijvingen voorhanden. Zeker één toestel laten zien en de meting uitvoeren tijdens de les elektriciteit-labo of de praktijk. Hoe en waar de elektroden dienen geplaatst te worden staat meestal in het boekje van het meetinstrument zelf.
-
9
274
HULPMIDDELEN, GEREEDSCHAPPEN EN MACHINES KIEZEN BIJ REALISATIES MET METAAL, HOUT EN KUNSTSTOFFEN
LEERPLANDOELSTELLINGEN
LEERINHOUDEN
De functie en werking van hulpmiddelen, gereedschappen en machines toelichten.
Aftekengereedschappen voor metaal, hout en kunststoffen: hoogtemaat, kraspen, centerpons Klemgereedschappen, gereedschappen om te vervormen, te verspanen, te verbinden, af te werken
Installatiemethoden D/2002/0279/020
124
Elektrotechnieken 2de graad TSO
De hulpmiddelen, gereedschappen en machines met zorg schoonmaken en opbergen.
Zorg en orde op de werkplek
276
Op een veilige wijze bewerkingen uitvoeren op metalen, hout en kunststoffen: boren zagen vijlen tappen van plaat- en staafmateriaal, profielen plooien van plaat- en staafmateriaal, profielen
Bewerkingen op metaal, hout en kunststoffen
277
Lijmen klinken solderen puntlassen kunststoflassen
278
O N TW ER P
275
Oppervlakken behandelen en afwerken
Verven, polijsten
PEDAGOGISCH DIDACTISCHE WENKEN
-
Integreren in praktijk. Correcte benamingen gebruiken. Hulpmiddelen en gereedschappen worden bij het begin door de leerkracht gekozen, naderhand meer en meer door de leerlingen zelf. Een aantal van deze doelstellingen werden, in beperkte mate, reeds nagestreefd in de eerste graad. Zeer veel belang hechten aan veiligheid en orde.
-
10
MEETKUNDIG EN MECHANISCH TEKENEN
LEERPLANDOELSTELLINGEN
LEERINHOUDEN
279
Elementaire meetkundige constructies uitvoeren.
Meetkundige constructies
280
Elementaire projecties tekenen.
Projecties
281
Elementaire ontvouwingen tekenen.
Ontvouwingen
282
De regels van de isometrische projectie toelichten.
Isometrische projectie
Installatiemethoden D/2002/0279/020
125
Elektrotechnieken 2de graad TSO
LEERPLANDOELSTELLINGEN
LEERINHOUDEN
283
Aanzichten van een werkstuk tekenen.
Aanzichten
284
Maataanduidingen op een tekening lezen en verklaren.
Maataanduidingen
285
Het doel van een doorsnede toelichten.
Doorsneden
286
Uit samenstellingen de onderdelen afleiden.
Samenstellingen
287
Verschillende herkennen.
Buitendraad, binnendraad, afmetingen en samenstelling
schroefdraadvormen
-
2
O N TW ER P
PEDAGOGISCH-DIDACTISCHE WENKEN
Volgens de geldende normen tekenen. Integreren in praktijk waar mogelijk. Waar mogelijk het verband met de wiskunde duiden. Zoveel mogelijk tekeningen van werkstukken in verband met componenten en apparaten uit elektrische installaties gebruiken (zie catalogi). De doelstellingen via schetsen en gebruik van een eenvoudig CAD-pakket nastreven, waarbij het tekenen en niet de software centraal staat.
EVALUATIE
Bij de evaluatie kan men de volgende basisprincipes in acht nemen: -
de evaluatiecriteria en -elementen dienen bij elke opdracht op voorhand bij de leerlingen bekend te zijn; zowel proces als product kunnen bij het evalueren aan bod komen; evalueren is een continu proces met evoluerende parameters in de leerfase; indien noodzakelijk moet aandacht worden besteed aan remediëring.
De volgende, mogelijke evaluatiemethoden kunnen voor dit vak worden aangewend: -
Oefeningen en huistaken: na het oplossen van voorbeeldoefeningen in klasverband, moeten de leerlingen in staat zijn gelijkaardige opgaven individueel op te lossen. Het verdient aanbeveling hierbij een vaste structuur aan te houden waardoor de leerlingen de probleemstelling correct interpreteren (gegeven, gevraagde, figuur ...). Bij de eenvoudigste opgaven volstaat het invullen van de gegevens in een basisformule. In andere gevallen dienen de leerlingen via een aantal tussenstappen het gevraagde uit de gegevens af te leiden.
-
Verslagen: de leerlingen moeten de meetresultaten uit de meetoefeningen correct kunnen weergeven en verwerken in een gestructureerd verslag en er de gepaste interpretatie kunnen aan geven. Ook hier is het aangewezen om een duidelijk vooropgesteld stramien te hanteren.
Installatiemethoden D/2002/0279/020
126
Elektrotechnieken 2de graad TSO
Deze evaluatie mag zich niet beperken tot dit verslag, maar dient ook de activiteiten van de leerlingen tijdens de meetsessies in rekening te brengen (persoonlijke inzet, zin voor zelfstandigheid en nauwkeurigheid, aandacht voor veiligheid, kritische ingesteldheid, bereidheid tot teamwork ...). Mondelinge overhoring: tijdens het aanbrengen van de leerstof kan men regelmatig duidelijk geformuleerde en doelgerichte vragen stellen. Uit de antwoorden van de leerlingen kunnen aandacht, inzet, inzicht en het begrijpen van de leerstof worden afgeleid.
-
Overhoringen: regelmatige schriftelijke overhoringen zijn noodzakelijk. Een aantal vormen kunnen hierbij worden gebruikt: Korte, eventueel onaangekondigde overhoringen op het einde van een les of bij het begin van de volgende les, over enkele hoofdelementen van de beperkte leerstof. Aangekondigde, summatieve overhoringen waarbij alle elementen van een reeks lessen aan bod komen en waaruit ook moet blijken of de leerlingen de opgaven in hun juiste context kunnen plaatsen.
-
Toetsen en examens: hiermee evalueert men of de leerlingen in staat zijn grotere pakketten leerstof te assimileren en ook dan de opgaven juist kunnen situeren in dit groter geheel.
3
O N TW ER P
-
MINIMALE MATERIËLE VEREISTEN
Lokaal
Multimedia pc met internetaansluiting Projectiesystemen Catalogi Prijslijsten Info nutsbedrijven Didactische panelen: - Aarding - aardverbindingen equipotentiale verbindingen aardonerbreker - TL-schakeling - Bouwplan - Soorten lampen - Soorten lamphouders Werkplaatsreglement CD-rom Veiligheidsvoorschriften ARAB-AREI Normbladen Pictogrammen Bouwplannen Tekenprogramma voor pc (CAD) Tekenbenodigdheden Symboollijsten Installatiemethoden D/2002/0279/020
127
Elektrotechnieken 2de graad TSO
- bouwkundig - elektrisch Didactische materialen: - gereedschappen - installatiematerialen - hulpstukken Tabellen Overzichtslijsten Huishoudelijke toestellen Verlichtingstoestellen Signaalgevers Programmeerbare schakelmodule Meetapparatuur Per leerling
O N TW ER P
Bouwplan Lijst symbolen volgens CAD Lijst bouwkundige symbolen Tabellen: - handelsmaten buizen - draadsectie - veiligheid - …… Overzichtslijsten - installatiematerialen - hulpstukken - materialen - draden en kabels - snoeren - veiligheden - automaten - verdeelkasten - … Veiligheidsfiches Instructiefiches Keuringsformulier
Installatiemethoden D/2002/0279/020
128
Elektrotechnieken 2de graad TSO
4
BIBLIOGRAFIE
DEKELVER, V., FICHET, J.M., VAN OPSTAL, J.-E., Technologie - Installatieleer 1-2, Uitgeverij Wolters Plantyn. HAP, P., Tabellenboek voor Elektrotechniek, Uitgeverij Wolters Plantyn. COOREMAN, H., DE BRUYN, M., Elektrotechnisch tekenen - schemalezen, Uitgeverij Wolters Plantyn. NEDERVEEN, J.P., Tabellen Elektrotechniek, Uitgeverij Educaboek-Stam Technische Boeken. VANDEVIJVERE, J., Realisatietechnieken elektriciteit, Standaard Educatieve uitgeverij.
O N TW ER P
VEKENS, J., Installatiepraktijk van de elektricien 1-2, Standaard Educatieve Uitgeverij Het installatieboek, GE Power Controls-Vynckier
Bouwen, verbouwen: de aansluiting van de woning, Electrabel Distributie Vlaanderen Algemeen reglement op de elektrische installaties, AREI, AIB-Vinçotte, Uitgeverij CEDSamson Normen EN-60617, 1 tot 13, BIN
Technisch tekenen - tweede graad TSO - CAD Elektriciteit: theorieboek , VVKSO, Uitgeverij Wolters Plantyn Technisch tekenen - tweede graad TSO - CAD Elektriciteit: oefeningenboek, VVKSO, Uitgeverij Wolters Plantyn. Technisch tekenen, - Tweede graad TSO - CAD Elektriciteit: bundel leraar, VVKSO, Uitgeverij Wolters Plantyn.
Installatiemethoden D/2002/0279/020
129
Elektrotechnieken 2de graad TSO