VLAAMS VERBOND VAN HET KATHOLIEK SECUNDAIR ONDERWIJS
LEERPLAN SECUNDAIR ONDERWIJS
RUIMTELIJKE VORMGEVING Derde graad KSO Derde leerjaar
LICAP – BRUSSEL D/1996/0279/020
INHOUD
1 2 3 4 5 6
Lessentabel.................................................................................................................................... 3 Studieprofiel ................................................................................................................................. 4 Algemene beginsituatie................................................................................................................. 5 Algemene doelstellingen............................................................................................................... 6 Evaluatie ....................................................................................................................................... 7 Leerinhouden, leerplandoelstellingen en methodologische wenken............................................. 8 6.1 AV Kunstgeschiedenis/KV Kunstinitiatie (2 u./w.) ............................................................... 8 6.2 KV Binnenhuiskunst/Kunstambachten/Toegepaste beeldende vorming (18 u./w.) ........... 10 6.3 KV Binnenhuiskunst/Kunstambachten/Toegepaste beeldende vorming/PV Praktijk/Stages Beeldende kunsten/Werkelijkheidsgerichte contacten (4 u./w.)..................................................... 23 7 Bibliografie ................................................................................................................................. 25 7.1 Tijdschriften ........................................................................................................................ 25 7.2 Boeken ................................................................................................................................. 25
2
1
Lessentabel
Zie website VVKSO
3
2
Studieprofiel
Het specialisatiejaar 'Ruimtelijke vormgeving KSO' bereidt de leerlingen voor op de uitoefening van een artistiek beroep: ontwerper-uitvoerder van driedimensionale vormgeving al dan niet in de bestaande ruimte. Op de arbeidsmarkt kan dit beroep zich situeren binnen de reclamewereld, het toneel- en aanverwant gebeuren ... Concreet kunnen volgende realisaties binnen het domein van de gespecialiseerde driedimensionale vormgeving aan bod komen: etalages en vitrines van musea, gelegenheidsportieken, standen, praalwagens, toneel- en televisiedecors, montage van tentoonstellingen, decors voor modevoorstellingen, realisatie van didactische schaalmodellen, maquettes ... De artistieke verworvenheden, de kennis, het inzicht en de vaardigheden uit de 2de en 3de graad worden in realiteitsbenaderende leeromstandigheden toegepast binnen het driedimensionaal vormgeven en aangevuld met nieuwe realiteitsgerichte leerinhouden op artistiek en technisch vlak. De realiteitsnabijheid wordt onder andere bepaald door de sterke aanwezigheid van de driedimensionale vormgeving via het computerbeeld. Tevens worden de artistieke kennis en vaardigheid verder verworven door middel van onderzoek en toepassing binnen realiteitsbenaderende projecten of opdrachten. Contacten met de realiteit binnen de wereld van de reclame, decor- en standenbouw en verpakking via stages of andere contactvormen worden als efficiënte werkvorm binnen het specialisatiejaar veelvuldig gehanteerd. Het betrekken van juryleden uit de bedrijfswereld kan de samenwerking tussen de school en het bedrijf optimaliseren. Het specialisatiejaar 'Ruimtelijke vormgeving KSO' staat open voor leerlingen die hun artistieke en expressiemogelijkheden zeer gericht willen gebruiken, dit met betrekking tot de ruimtelijke vormgeving en met de aspiratie op onmiddellijke tewerkstelling binnen de sector. De afgestudeerde moet in de mogelijkheid zijn om een briefing, of ruwe schets van een klant, artdirector of collega's te begrijpen, de gedachte met betrekking tot het ontwerp te vatten en deze via het uitdiepen van de startidee te concretiseren om achteraf met inzicht het driedimensionaal product, daar waar het kan te realiseren, of bij grotere projecten waar té specifieke uitvoeringstechnieken aan bod komen, op artistiek vlak te begeleiden of deeluitvoeringen te realiseren.
4
3
Algemene beginsituatie
Naast het voldoen aan de wettelijke verplichtingen moeten de aspirantleerlingen de basisleerinhouden met betrekking tot de beeldtaal verworven en een beeldend expressievermogen ontwikkeld hebben, zowel op tweedimensionaal als driedimensionaal vlak dit via ontwerpen en uitvoeringen met een toegepast karakter. Daarnaast hebben zij zich ook een aantal vaktechnische vaardigheden eigen gemaakt en verwierven ze inzichten omtrent de beginselen van de digitale beeldverwerking. Een initiële opleiding met betrekking tot de letter en de lay-out en de daaraan verbonden toepassingen vormt de basiskennis waarop verder gebouwd wordt binnen het specialisatiejaar. De aspirantleerlingen voor het specialisatiejaar kunnen uit diverse KSO-studierichtingen komen, zelfs uit andere onderwijsvormen (zie de omzendbrief van de overeenstemmende studierichtingen). Willen zij kans op slagen maken, dan dienen zij minimaal de hierboven omschreven kennis, inzichten en vaardigheden verworven te hebben. Een achterstand, of het ontbreken van een deel van de kennis of vaardigheid behorend tot de verwachte basis kan zijn oorsprong vinden in de eigenheid van de gevolgde studierichting of in de uitkleuring van de raamleerplannen in de school waar de leerling de KSO-studierichting volgde. Op diverse wijzen dient de leerling de eventueel opgelopen achterstand weg te werken: ofwel via zelfstudie en persoonlijk onderzoek, of dit kan ook door binnenklasdifferentiatie of door middel van inhaallessen. Het volgen van deeltijds kunstonderwijs kan evenzeer ondersteunend werken.
5
4
Algemene doelstellingen
Via gespecialiseerde, op de werkelijkheid afgestemde leerinhouden met betrekking tot kennis, inzicht en vaardigheid bij het ontwerpen en uitvoeren van ruimtelijke vormgeving de tewerkstellingskansen vergroten. Vanuit een gesimuleerde realiteitsnabije leersituatie het tempo opdrijven en routine verwerven bij het ontwerpen en uitvoeren wat de methodische aanpak betreft, het toepassen van vaardigheden, kennis, inzicht en transfer. Verder de ontplooiingskansen in de hand werken voor attitudes als: - zin voor nauwkeurigheid, orde, netheid en stiptheid; - de wil tot zich verder te ontwikkelen en te specialiseren; - ontwikkelen van verbale en non-verbale communicatievaardigheden; - ontwikkelen van zelfstandigheid en het opnemen van verantwoordelijkheid; - vormen van concentratie, inzet en doorzettingsvermogen; - zich openstellen met een brede belangstelling en een positief kritische houding ten opzichte van het kunstgebeuren, de media en vernieuwingen met betrekking tot ruimtelijke vormgeving; - ontwikkelen van de mogelijkheid tot functioneren in teamverband. De studiehouding intensifiëren waarbij analyseren, observeren, informeren, documenteren, synthetiseren, zorgvuldig uitvoeren en presenteren als een logisch proces worden ervaren. Verder het leren kennen, het functioneel en met de grootste zorg leren gebruiken van het materieel en de uitrusting van de ateliers in en buiten de school. Vormen en verwoorden van waardeoordelen over eigen en andermans werk en kritisch evalueren ten opzichte van vooropgestelde normen en doelen binnen de wereld van ruimtelijke vormgeving. Ontwikkelen van overtuigingsvaardigheid met het oog op de verantwoording van het eigen werk. Als afgestudeerde kunnen deelnemen aan het maatschappelijke leven. Zijn rechten en plichten kennen, zich kritisch opstellen, verantwoordelijkheid kunnen dragen en respect opbrengen voor de hem omringende wereld en medemens.
6
5
Evaluatie
Op het einde van het specialisatiejaar dient de klassenraad een uitspraak te doen over de mogelijkheden van de leerling met betrekking tot het ontwerpen en uitvoeren van ruimtelijke vormgeving. De leraren en de externe juryleden dienen na te gaan in hoeverre de kennis, het inzicht, de vaardigheden en de attitudes van de leerling aan de vooropgestelde doelstellingen van het specialisatiejaar beantwoorden. Een deel van de eindevaluatie zal berusten op de geïntegreerde proef. Binnen de totale beoordeling zal de geïntegreerde proef op een synthetische en realiteitsgebonden wijze de artistieke, technische en praktische bekwaamheid toetsen. De examencommissie van de geïntegreerde proef moet de delibererende klassenraad een oordeel aanreiken over het voldaan hebben aan de artistieke, technische en praktische aspecten van de vorming. Voorafgaand aan de eindevaluatie is er een veelheid van evaluatiemomenten. Deze richten zich tot de diverse aspecten binnen de opleiding met als functie het leer- en vormingsproces te bevorderen, dit na constatatie van de mate waarin en de wijze waarop het inzicht met betrekking tot het ruimtelijk vormgeven en de persoonlijke vorming van de leerling verlopen als leerproces. De permanente individuele begeleiding Dit is een onderzoek naar en door de relatie opdracht-leerling. De evaluatie bestaat erin het werkproces van de leerling te toetsen aan de realiteitsgerichte opdracht en omgekeerd. Het ateliergesprek Het ateliergesprek is het toetsen naar verwachtingen in verband met de opdracht, het individu, de groep, de atelierleraar(s), de maatschappij en de wereld van de ruimtelijke vormgeving. De atelierleraars staan ervoor in dat deze vorm van evaluatie gebeurt als een confrontatie binnen een gesprek. Er wordt gewezen op vorderingen, eventuele tekortkomingen wat onder andere de technische vaardigheden, de verbeelding, de emotionele betrokkenheid, het engagement en het verstandelijke inzicht betreft. Evaluatie van de Stages Werkelijkheidsgerichte contacten De evaluatie van de werkelijkheidsgerichte contacten op stages dient te gebeuren vanuit de leerling, in verslagvorm waarin hij/zij, zijn of haar persoonlijk leerproces en zijn ervaringen met betrekking tot de contacten omschrijft. Daarnaast wordt vanuit het bedrijf, het ontwerpbureau, de drukkerij ... een beoordelingsverslag gegeven voor wat betreft de cognitieve en vaardigheidsaspecten, attitudes, sociale omgang ... De begeleidende leraar evalueert het leerproces van de leerling in al zijn aspecten en de leersituatie binnen de stage- of contactplaats.
7
6
Leerinhouden, leerplandoelstellingen en methodologische wenken
6.1
AV Kunstgeschiedenis/KV Kunstinitiatie (2 u./w.)
6.1.1
Beginsituatie
De leerlingen hebben kennis en/of vaardigheden verworven met betrekking tot het historisch inzicht, begrippen, technieken, normering, vormgeving ... binnen het vak Kunstgeschiedenis en/of Kunstinitiatie. In de vrij homogeen samengestelde klasgroep vormen de bovenvermelde verworvenheden de basis en het vertrekpunt voor de nieuwe leerinhouden van dit vak.
6.1.2
Algemene doelstellingen
- De mogelijkheden met betrekking tot vormelijke, inhoudelijke en esthetische analyse verder ontwikkelen. - Inzicht verwerven omtrent de functie van ruimtelijke vormgeving. - Via vergelijkende analyse de artistieke smaak verder ontwikkelen. - De begripsvorming met betrekking tot de ruimtelijke vormgeving verbreden. - Via beschouwing de mogelijkheid tot reflecteren en beleven met betrekking tot de ruimtelijke vormgeving verdiepen en de verbale communicatie verhogen.
6.1.3
Leerplandoelstellingen
De doelstellingen en de leerinhouden kunnen worden gekozen op basis van het atelier of een actuele gebeurtenis. Kennis en inzicht verwerven over onder andere: - de diverse vormen van ruimtelijke vormgeving; - de historiek en de stijlevolutie van de ruimtelijke vormgeving; - de mogelijke cultuurinvloeden en trendbepalingen binnen de ruimtelijke vormgeving; - de noodzakelijke relatie tussen vorm en inhoud; - het analyseren van kleur in relatie tot de functionaliteit ervan; - het analyseren van de soort decoratie en de impact ervan; - de mogelijkheden en de impact van typografie en lay-out binnen de ruimtelijke vormgeving; - de expressiekracht van de foto binnen de ruimtelijke vormgeving; - de expressiekracht van het materiaal; - de expressiekracht van de techniek.
6.1.4
Leerinhouden
- Het gebruik van de beeldtaal binnen de twee- en driedimensionale vormgeving - Studie van stijlen (exterieur en interieur) geografisch en chronologisch: algemene architectuur, voorwerpen ... - Ornamentiek op meubels en textiel, patronen voor plafond-, muur- en vloerdecoratie ... - Ruimtesuggestie op het platte vlak • lijn- en kleurperspectief • clair-obscur
8
• trompe l'oeil • afwijkende vormen van wetenschappelijk perspectief . ... - Moderne en hedendaagse stromingen in de kunst, waar de ruimtelijke of sculpturale vormgeving en of het driedimensionaal aspect bijzonder aan bod komen • cobrabeweging • abstract expressionisme • futurisme en opart • popart • nouveau realisme • kinetische kunst • lichtkunst • hyperrealisme en trompe l'oeil • minimal art • environnements • installaties • assemblages • collage en décollage • inpakken • ... - Fotografie als toegepaste kunst • herhaling • ritme • spiegelbeeld • uitsnit • afbakening • versnijden naar nieuwe montage • contrasten (groot-klein of licht-donker) • ... - Actueel kunstgebeuren als vertrekpunt • tentoonstellingen • kunstmanifestaties • kunst- en designbeurzen • artistiek verantwoorde winkelinrichtingen en etalages • projecten van decors en decoraties • ...
6.1.5
Methodologische wenken
De vooropgestelde leerinhouden, die niet strikt systematisch aan bod dienen te komen, zijn de basis en het vertrekpunt om inzicht te verwerven in de werking en het doel van het ruimtelijk vormgeven. Reflecteren en beleving zijn inherent aan het leerproces en de gekozen werkvorm. De actualiteit als vertrekpunt is evenzeer aangewezen om de vooropgestelde doelstellingen te realiseren. Naast vakkennis en pedagogische onderlegdheid zijn geestdrift en overtuiging van de leraar onmiskenbare kwaliteiten om de vooropgestelde doelen te bereiken. Het bezielend woord werkt, zeker in dit vak, stimulerend. Aan de basis van elke les ligt waarneming. Het leerproces geschiedt altijd aan de hand van representatief en kwalitatief beeldmateriaal. Illustratie is conditio sine qua non.
9
Voor analyse van representatieve voorbeelden wordt de leerling actief en intens bij het beschouwen en reflecteren betrokken. Het onderwijsleergesprek verdient bijzondere aandacht. Meer dan eens zal naar dezelfde goed gekozen voorbeelden worden verwezen, om zo door herhaling, door vergelijking en tegenstelling met ander beeldmateriaal de karakteristieken scherper in profiel te plaatsen. Didactische hulpmiddelen zijn onmisbaar: werkschrift audiovisuele middelen, alle mogelijk beeldmateriaal, en in de grootst mogelijke mate het direct contact met de ruimtelijke vormgeving zelf. Naast assimilatie van de voorgeschreven leerinhoud zullen de leerlingen in het specialisatiejaar ieder individueel de kans krijgen een product eventueel uit eigen atelier met betrekking tot de ruimtelijke vormgeving te ontleden en te bespreken in klassikaal verband, steunend op de verworven analysemogelijkheden. Om de lessen op een pedagogisch verantwoorde manier te kunnen geven, moet de leraar beschikken over een eigen lokaal waarin, naast de normale inrichting, de volgende uitrusting absoluut noodzakelijk is: diaprojector met scherm en aangepaste verduistering, illustratie- en klasmateriaal, videoapparatuur, episcoop en/of overheadprojector. Een tweede diaprojector met scherm en een bibliotheek zijn hoogst wenselijk.
6.2
KV Binnenhuiskunst/Kunstambachten/Toegepaste beeldende vorming (18 u./w.)
6.2.1
Atelier
Het uitwerken van onderstaande leerinhouden veronderstelt 360 lesuren op jaarbasis 6.2.1.1 Beginsituatie Alle leerlingen hebben in de 3de graad een studierichting met kunstkarakter gevolgd. Toch hebben niet allen een 3de graad 'Artistieke opleiding' genoten. Die leerlingen die een achterstand hebben op een deelgebied van de ruimtelijke vormgeving en de daaraan verbonden toepassingen, en/of op het gebied van de digitale beeldverwerking, dienen die achterstand bij te werken. Dit kan ofwel via zelfstudie en persoonlijk onderzoek, via binnenklasdifferentiatie of via inhaallessen. 6.2.1.2 Algemene doelstellingen - Het verworven inzicht in de relatie tussen de beeldende middelen, beeldende materialen en beeldende technieken vanuit de 2de en 3de graad verder verdiepen en toepassen in functie van ruimtelijke vormgeving, decoratie en lettering. - Een studiehouding verwerven waarbij analyseren, observeren, documenteren, synthetiseren, zorgvuldig uitvoeren en presenteren als logische processen worden ervaren en op een creatieve, persoonlijke wijze functioneel worden toegepast. - Het toepassen en integreren van volgende attitudes: • creativiteit als mogelijkheid om op flexibele en originele manier te denken en te handelen; • zin voor veiligheid. - Verworven leerinhouden van andere vakken, onder andere Kunstinitiatie/Kunstgeschiedenis, en het kunstgebeuren adequaat leren integreren in het eigen werk.
10
6.2.1.3 Leerplandoelstellingen en leerinhouden met betrekking tot de beeldtaal
LEERPLANDOELSTELLINGEN -
Een opdracht vooraf kunnen analyseren aan de hand van de gegeven briefing. Zich voldoende informeren en documenteren omtrent de nieuwe opdracht. Het ruimtelijk aspect onderzoeken en toepassen. Kwalitatief hoogstaande presentatieontwerpen, maquettes en uitvoeringen verwezenlijken door het systematisch uitdiepen van diverse technieken, hun specifieke technologie en het gebruik van materialen en dragers. - Toepassen van de verworven werkstappen; van ideeschets over rough of driedimensionaal model tot presentatieontwerp en uitvoering in uiteenlopende ruimtelijke vormgevingen en met diverse materialen en technieken. - Kritisch evalueren van eigen en andermans werk in functie van de gestelde opdracht. - Het eigen werk verbaal voorstellen en verantwoorden. De gekozen benadering, techniek, materialen en verwerking verantwoorden in functie van de opdracht.
11
LEERINHOUDEN - De beeldende middelen, materialen en technieken in relatie tot de inhoud, de boodschap en de functie en als een organisch geheel beschouwd. - De werking van beeldende middelen, materialen en technieken als organisch geheel en hun respectievelijke functie met betrekking tot de vormgeving en de expressiemogelijkheden. - De beeldende middelen, beeldende materialen en beeldende technieken staan alfabetisch gerangschikt. Er wordt uit geput voor zover de noodzakelijkheid zich voordoet. Ze worden niet systematisch bijgebracht. De leerinhouden worden inzichtelijk verworven via het onderzoeks-, vormgevings- en uitvoeringsproces. Beeldende middelen Compositie Asymmetrische Duidende Dynamische Expressieve Filosofische Gesloten Open Overlappende Ritmische Samengestelde Statische Symmetrische Thematische Verwoordende ... Compositie en constructie Compositie en expressie Compositie en figuratie Compositie en formaat Compositie en inhoud Compositie en kleur Compositie en licht Compositie en materie Compositie en volume Compositie en vorm ... Kleur Betekenis Compositorische waarde Contrasten Eigenheid van het materiaal en de drager Expressieve waarde Intensiteit Massa en hoeveelheid Mengingen Vormbepaling of -beïnvloeding ...
12
Licht Beeldscherpte Densiteit Kleurwaarde Leegte Lichtsoorten Lichtcontrasten Lichtvorming Materiaalabsorptie Reflectie Schaduwcontrasten Schaduwsoorten Schaduwvorming Sfeerwerking Spectrum Toonwaarden en -overgangen Volheid ... Ruimte De beeld- en klankdimensie De decoratieve ruimte De denkbeeldige ruimte De eigenheid, het karakter De geestelijke ruimte De groeiende ruimtelijkheid De ingesloten ruimte De kleurdimensie De murale ruimte De natuurlijke ruimte De open ruimte De suggestieve ruimte De vlakke ruimte De vrijstaande driedimensionale vorm Het driedimensionale Voorstellingen van driedimensionale vormen op tweedimensionale drager ... Vorm Abstract Analytisch Anatomisch Constructief Dimensie Expressief Figuratief Geometrisch Graduerend Grafisch Idealistisch Industrieel Minimalistisch Nominalistisch
13
Organisch Plastisch Realistisch Ruimtelijk Symbolisch Synthetisch Toegepast ...
Beeldende materialen Diverse materialen Industriële: cellofaan, gaas, glasvezel, karton, katoenstof, leder, metaal, papier, plexy ... Natuurlijke: been, erts, hout, klei, kwarts, steen ... Recuperatie: afval, bewerkt materiaal, recyclage, vindmateriaal, wegwerpmateriaal ... Synthetisch: acrylaten, epoxy's, polymeren, polystyreen ... Gereedschap en apparatuur Decoupeerzagen Diversen: T-lat, snijmessen, -toestellen, meetinstrumenten, zagen, vijlen, raspen ... Belichtingsapparatuur Boormachine Camera's Fotomateriaal, -toebehoren Grafische computers, software Kijkkasten en schermen Lasapparatuur Lichtprojectoren, -bronnen Model- en miniatuurgereedschap Plotters Printers Scanners Statieven Videorecorders en randapparatuur Workmates ... Grafische materialen Houtskool, inkten, krijt, pennen, poeders, potloden, stiften ... Grafische software, tekenpen, tekentablet ... Schilderkunstige materialen Acryl, aquarel, ecoline, gouache, lak, olieverf, pigmenten, plakkaatverf, vernis ... Borstels, kwasten, penselen, rollen, spuitpistolen ...
Beeldende technieken Bewerkingstechnieken Behandelen, inbijten, klieven, snijden, zagen ...
14
Constructieve technieken Afbreken, assembleren, binden, boetseren, bouwen, hechten, inkleden, opbouwen, plaatsen, stapelen, verbouwen, vouwen ... Decoratieve technieken Spatten, sponsen, tamponneren ... Materiaalweergave ... Grafische technieken Degraderen, kerven, kopiëren, krassen, markeren, ophogen, sjabloneren ... Arceren, drukken, kleuren, lijnen, schetsen, tekenen, vlakken ... Airbrush, grisailles, pastel ... Computerbestuur-, plot- en printtechnieken ... Montagetechnieken Knopen, lijmen, nagelen, plakken, schakelen, verbinden ... Lassen, solderen, braseren ... Presentatietechnieken Aanwenden, brengen, inplanten, voorleggen, voorstellen ... Composeren ... Schilderkunstige technieken Borstelen, frotteren, krassen, spuiten, vegen, verven, wassen ... Aanzetten, dekken, glaceren, gronden, prepareren ... Droog werken, nat in nat werken ... Vormanalytische technieken Analyse, determineren, invloed, onderzoek, ontleding, overdracht, samenstelling, verwerking ... 6.2.1.4 Leerplandoelstellingen en leerinhouden met betrekking tot de methode Een project op een methodische wijze kunnen ontwerpen en/of realiseren. - Briefing: opdracht analyseren naar: • doelgroep • inhoud • uitvoeringskosten • technieken • deadline - Informatieronde: • brainstormen • documenteren - Ideeschetsen: • voorstudies • experimenteren - Roughs en driedimensionale modellen - Uitdieping van het project: artistiek, commercieel, technisch, financieel ... - Presentatie: grafisch en/of driedimensionaal Evaluatie: • verband opdracht, uitvoeringskost, tijdsduur
15
• verantwoording, bijsturing - Eventueel uitvoeringsfase: • planning, werkschema • aanschaf materiaal • uitvoering • afwerking 6.2.1.5 Leerplandoelstellingen en leerinhouden met betrekking tot vormgeven De deelinhouden van het atelier ruimtelijke vormgeving werden in dit leerplan opgesplitst in: - ruimtelijke vormgeving - decoratie - lettering. Het is de bedoeling ze geïntegreerd in atelierprojecten aan te bieden. RUIMTELIJKE VORMGEVING Inleiding Ervan uitgaande dat de beeldelementen - alfabet en woordenschat van onze beeldtaal - gekend, bestudeerd en toegepast werden in het 1ste en 2de leerjaar van de 3de graad, zal het atelier ruimtelijke vormgeving voornamelijk de nadruk leggen op de zinvolle artistieke invulling (vervollediging, oppuntstelling...) van ruimtelijke concepten. De betrokkene zal ook de nodige basiskennis en werkmethode moeten verwerven om concepten op een verantwoorde wijze technisch, constructief en grafisch te kunnen uitwerken, en zo nodig, ook materieel te kunnen realiseren. Het domein dat de ruimtelijke vormgeving bestrijkt is veelomvattend. Het toepassingsveld kan men enigszins onderverdelen in twee grote gebieden. 1) De publicitaire vormgeving, gericht naar de handelsmarkt: - standenbouw - etalage, display - promotie-elementen - reuze-elementen - blikvangers - goederenpresentatie in winkels - periodieke presentaties in winkels - ... 2) De kunstzinnige vormgeving, veelal gericht naar het ondersteunen van andere expressievormen. Het is kunst van korte duur, na gebruik slechts terug te vinden in maquettes, films, publicaties, video's ...: - theaterdecor - decor poppentheater - decor danstheater - decor mimetheater - operadecor - film- en videodecor - fotodecor - tv-decor - historisch decor - sfeerdecor
16
- rekwisieten voor allerlei doeleinden - tentoonstellingen: • gelegenheidstentoonstellingen • thematentoonstellingen • didactische tentoonstellingen en musea - pretparken - gelegenheidsverpakking - driedimensionale letters - ... Mogelijke projecten - Standenbouw: vakbeurzen, publieke en themabeurzen ...: • ambachtelijke stand • systeembouwstand - Etalage, display: • gesloten uitstalramen • open uitstalraam • uitstallen binnen de winkelruimte - Promotie-elementen: occasionele opdrachten gepaard gaande met een publicitaire campagne - Reuze-elementen: bestemd voor binnen of buiten - Blikvangers zoals uithangborden, lichtreclames, stand- en feestblikvangers ... - Scenografische opstellingen, decors: toepasbaar voor de verschillende plateaus, voor verschillende doeleinden, voor zaal- of openlucht manifestaties - Film-, video-, tv- en fotodecor: met aandacht voor snelle technologische vernieuwing binnen dit segment - Tentoonstellingen: zowel tijdelijke als vaste presentatie binnen en buiten musea - Historisch decor: stoeten, praalwagens, karnavalwagens ... - Rekwisieten: opsporen van locaties, invulling van etalages, standen, theaterdecors ... - Pretparken: sfeer- en historisch decor, reuze-elementen, blikvangers ... - Gelegenheidsverpakking: voor feesten en promotie - Driedimensionale letters als beeldend, decoratief, expressief of communicatief element - Prototype en modellen - Sfeer- en tijdsgebonden decoratie - ... Leerplandoelstellingen en leerinhouden - Tweedimensionale voorstellingstechnieken beheersen: • aanzichten, opstanden ... • doorsneden • schaal-, plan- en werktekening • perspectief • evenwijdige projecties • fotomontages • schetsen • vergrotingstechnieken - Driedimensionale voorstellingstechnieken beheersen: • studiemaquettes • presentatiemaquettes in diverse materialen - Opmetingstechniek beheersen
17
- Enkele belangrijke verbindingstechnieken kennen voor hout, houtderivaten, synthetische panelen ...: • hoekverbindingen • breedteverbindingen - Inzicht verwerven in constructieve concepten van: • raamwerken • skeletbouw- en massiefbouwsystemen • vaste en uiteenneembare gehelen • modulaire systeembouw - Materiaalkennis en verkenning van marktaanbod: kennen van de meest voorkomende materialen in het domein van de ruimtelijke vormgeving en inzicht verwerven in hun toepassingen, zoals: hout, kunststoffen, lijmsoorten, ijzerbeslag, textiel, bekledingsmateriaal, natuurlijke materialen zoals zand, water ... - Documentatie verzamelen, raadplegen, begrijpen en bewaren - Belichtingsaspecten bij etalages, vitrines ...: • soorten belichting • belichtingseffecten • marktaanbod - Bekledingstechnieken en ophangingstechnieken kennen - Een verantwoorde werkmethode kunnen voorstellen; werkplanning en tijdschema kunnen opstellen - Kostprijsbeheersing en -berekening - Hanteren van materiaal en onderhoud ervan - De veiligheidsvoorschriften omtrent materiaal en werkplaats kennen - Montagetechnieken kunnen uitwerken voor grote ruimtelijke realisaties, rekening houdend met vervoermogelijkheden - In staat zijn een concept in artistiek en/of publicitair verantwoorde vormen te gieten - De nodige technologische kennis verwerven omtrent winkel-, museum-, beurshalle-, theateraccommodatie DECORATIE Inleiding Binnen de ruimtelijke vormgeving is de decoratie een deelcomponent dat niet los van het ruimtelijk ontwerp onderzocht of toegepast wordt. Leerplandoelstellingen en leerinhouden - Inzichtelijk toepassen van de juiste werkwijze in de voorbereidende fase bij decoratief schilderwerk: • voorontwerp (zie werkmethode) • ontwerp op schaal • vergrotingstechnieken • prepareren van dragers • overbrengmethoden - Het materiaal op een adequate wijze toepassen in de uitvoeringsfase bij decoratief schilderwerk. Schilder- en tekengereedschappen: • verfsoorten voor binnen en buiten: lijm en lijmwaterverf, olieverf, kalkverf, glaceerverf, caseïneverf, lakverf, acrylverf, latex ... • mediums en verdunners: terpentijn, terpentine, terpentijnolie, water, alcohol, spiritus, lijnolie, olie, siccatief, glaceerverf, bijenwas, dierlijke lijm, arabische gom, eigeel, kalk, polyvinylalcohol ...
18
-
-
-
-
-
19
• kwasten, borstels en penselen: tamponneerkwast, behangborstel, spalters, daskwasten, zwaardpenselen, bunzingharen penselen, klopkwasten, sleepkwasten, sjabloneerkwasten, verniskwasten, blokkwasten, staalborstels, kunstschilderpenselen, marmerkwasten, biespenselen, gessopenselen, waaierpenselen, wasborstels, poetsborstels, lijmkwasten ... • andere materialen: synthetische en natuurlijke sponsen, tricotpoetsdoeken, antistatische doeken, tikrollers, hartvlammers, verlopende- driehoekige- stalen kammen, verfrollers, veren, watten, plamuurmessen, schuurpapier, staalwol, schuurblok, schuurapparaten, schietpotlood, schilderstok, afplakband, linialen, messen, bladgoud, metaalpoeders, goudkussen, goudaanleggers, vernis, boenwas, siliconen ... • drogisterij-artikelen: aceton, ammoniak, thinner, terpentijn, soda, lijnolie, white-spirit, bleekwater, methylalcohol ... Specifieke decoratietechnieken toepassen in relatie tot het beoogde doel bij ruimtelijke vormgeving, onder andere interieur, stand, decor, etalage ... • schilderstechnieken: grisaille, fresco, trompe l'oeil, muurschilderijen, decoupage, sjabloneren, biezen, airbrush ... • imitatietechnieken: graniet, porfier, lapis lazuli, moiré, schildpad, marmers: fossielmarmer, witte- en gele marmer, Sienna marmer ..., hout: den, eik, mahonie, wortelhout ... ijzer en lood, terracotta, plaaster, leder, ... • antiek maken: craqueleren, bladderende verf, patineren, kalken, olievergulden ... • afwerkingstechnieken: beitsen en vernissen, was, siliconen ... Doelbewust bewerken en decoreren van ruimtelijke structuren Tweedimensionaal: • basis- en imitatietechnieken • teken-, schilder en verftechnieken, graffiti • foto: reprografische en grafische technieken • snijfolies en plexiglas (zandstraal-, spons- en graveertechniek) • ... Driedimensionaal: • assemblagetechnieken met vindmateriaal • papier-machétechnieken: papier en karton • boetseer- en gipstechnieken • steen-, hout-, metaal-, plexi-, polystereenbewerking • lassen en solderen • glas- en textielbewerking • met bindmateriaal • met hedendaagse kunststoffen • met vindmateriaal • ... Vanuit de leerinhouden Kunstgeschiedenis/Kunstinitiatie de belangrijkste stijlen en sfeerkenmerken spontaan kunnen toepassen in decoratieve aangelegenheden: • geografisch: mediterrane stijl, landelijke stijl ... • periodisch: barok, rococo, art deco ... • toepassingen gekoppeld aan trends ... Gericht toepassen van decoratieve stileringen. Symbolen, patronen en motieven, ornamenten: • naar soorten: organisch en anorganisch • naar herkomst: Afrikaans, Europees, Oosters ... • naar toepassingsgebieden: interieur, juwelen, architectuur, publiciteit, mode en textiel, keramiek ... De kleurwerking in al haar toepassingsmogelijkheden aanwenden: • kleurcontrasten • harmonische en historische kleurencombinaties • kleurenschema's • ruimtelijke werking van kleuren
• sfeerscheppend • expressiviteit • ... LETTERING Inleiding Binnen de ruimtelijke vormgeving is de lettering een deelcomponent die geenszins verwaarloosd mag worden met dien verstande dat het - gekoppeld aan een ruimtelijk ontwerp - een ondersteunende functie heeft. De toepassingsmogelijkheden zijn veelvuldig: - bij standenbouw - bij etalages - naam- en merkvermelding op gevels en uitstalramen - lichtreclames - blikvangers - ... Leerplandoelstellingen en leerinhouden - Documentatie aanleggen over de verschillende lettertypen en hun toepassingen: • de meest gebruikte basistypen • vreemde schriften en lettertypen - Analyseren van enkele basistypen: • grafische waarde • kunstzinnige waarde • communicatieve waarde • spatiëring van de letter - Technieken van letterproductie kennen en zo mogelijk beheersen: • voor vlakke letters: computerbestuurde lettersnijmachine en computerbestuurde spuittechniek • voor reliëfletters: versnijding met laser- of elektrische apparatuur - Integreren van een tekst (naar lettertype, karakter, grootte, kleur, lay-out ...) in een ruimtelijk concept, rekening houdend met het beoogde doel
6.2.2
Toegepaste informatica:
Het uitwerken van onderstaande leerinhouden veronderstelt 180 lesuren op jaarbasis. 6.2.2.1 Beginsituatie - De leerlingen worden vanuit hun vooropleiding verondersteld initieel ervaring te hebben met het gebruik van computers voor grafische toepassingen. - De noodzaak om met de hedendaagse toepassingen van de grafische computertechnieken om te gaan alsook de uitgebreide technische mogelijkheden werken motiverend naar de leerlingen toe en zijn noodzakelijk voor tewerkstelling. - Inhaallessen, interne klasdifferentiatie en het bieden van de mogelijkheid om gedurende de beginfase extra begeleiding te krijgen komen tegemoet aan de eventueel opgelopen achterstand met betrekking tot de bovenvermelde leerinhouden.
20
6.2.2.2 Algemene doelstellingen - Specifieke kennis verwerven met betrekking tot het gebruik van computerhardware (toestellen en randapparatuur). - Specifieke kennis verwerven met betrekking tot het gebruik van software (twee- en driedimensionale programma's). - Ervaring opdoen met driedimensionale programma's die tegemoetkomen aan de vereisten van de sector van ruimtelijke vormgeving, scenografie en decor. - De computer kunnen inschakelen als creatief middel naast het gebruik als uitvoerend middel. 6.2.2.3 Leerplandoelstellingen - Kennis, inzicht en vaardigheden verwerven in diverse programma's; tweedimensionale vectoriële tekenprogramma's en renderingprogramma's. - De geëigende programma's kunnen gebruiken tot het digitaal inladen van beelden via scanning, opname met videocamera en opname met elektronische camera (DCS). - Teksten en beelden kunnen verwerken in verschillende programma's en ze samenbrengen in typografische en ruimtelijke tekenprogramma's. - Op een creatieve manier de computer gebruiken ook om binnen een vectoriële ruimte complexe vormen te ontwikkelen. - Op een creatieve manier de computer gebruiken om deze complexe vormen te voorzien van belichting, en oppervlaktestructuren. - Kennis en inzicht verwerven met betrekking tot het modelleren via de computer (CAM). - Kennis en inzicht verwerven omtrent de afwerking door derden, van aangemaakte computerbestanden. 6.2.2.4 Leerinhouden Initiatie in het gebruik van: - vectoriële tekenprogramma's (b.v. Freehand, Illustrator, Coreldraw ...) - vectoriële driedimensionale tekenprogramma's (b.v. Swivvel, Dimensions, ACAD, STAR ...) - renderingprogramma's (driedimensionale studio) - scanprogramma's (b.v. Agfa photoscan, Macview ...)
21
Werken met scanner en verwerken van ingescande beelden: - inlezen via scanner van zwart-/witlijnwerkbeelden, halftoonbeelden en kleurbeelden - het verwerken van teksten en logo's in tekenprogramma's in functie van lettering - het bewaren van de beelden in geëigende code (Tiff, Eps ...) - detourages maken met behulp van vectoriële paden - gescande lijnwerkbeelden omzetten naar vectoriële beelden, manueel en met specifieke programma's - binnen de vectorieel driedimensionale ruimte vormen creëren met ribstructuren - deze vormen plaatsen en combineren via de projectievlakken - de visualisering van de ruimte binnen de previewmode kunnen gebruiken en de perspectivische standpunten wijzigen (van groothoek tot tele) - de vectoriële ribstructuren van kleur en oppervlaktestructuur voorzien (rendering) - één of meerdere lichtbronnen binnen de vectoriële ruimte voorzien en hun onderlinge lichtsterkte aanpassen in functie van een beoogde sfeer - tweedimensionale tekeningen op driedimensionale elementen plaatsen - driedimensionale tekeningen realiseren - ... Exporteren en importeren van teksten en beelden van en naar verschillende programma's - van tekenprogramma naar driedimensionaal programma - van beeldverwerkingsprogramma's naar teken- of driedimensionale programma's (via Eps, Pict, Tiff, TGA ...) - van driedimensionaal programma naar tekenprogramma en naar paginaopmaak - van driedimensionaal programma naar doorgedreven renderingsprogramma's - van driedimensionaal programma naar video-animatieprogramma's - ... Updating: bespreking van recente en te verwachten ontwikkelingen op het gebied van software en hardware Output - afdrukken van de tekeningen via laserprinter - uittekenen van de tekeningen via de plotter - uitsnijden van lettering via de digitale snijtafel in zelfklevende filmen - uitprint via slidewriter op 24 x 36 dia of negatief - ... Mogelijke onderwerpen voor computeropdrachten: logo-ontwerp, huisstijltoepassingen, verpakkingsontwerp, displayontwerp, etalageontwerp, standenontwerp, tentoonstellingsontwerp, decorontwerp, meubel-ontwerp, winkelruimteontwerp enzovoort. 6.2.2.5 Methodologische wenken - Het verdient aanbeveling om daar waar het kan vanuit een concept te werken dat reeds ontwikkeld werd via brainstormings, documentatie, schetsen en roughs en vanaf dit punt de computer in te schakelen. Dit om te vermijden dat de leerlingen zich zouden beperken tot voor de handliggende oplossingen binnen het aanbod van de computer. - Het is nodig dat de leerlingen zich een gestructureerde werkmethode eigen maken waarin de computer gebruikt wordt op de momenten dat dit aangewezen is. - Hierbij aansluitend maken de leerlingen een werkplanning op die aansluit bij het reëel verloop van opdrachten in een werksituatie. - De planning zorgt er voor dat beurtelings gebruik kan gemaakt worden van ruimte en apparatuur. - De leerlingen bewaren dubbels van hun eigen werk op persoonlijke diskettes.
22
6.2.2.6 Benodigde apparatuur: opmerkingen - De apparatuur moet voorzien zijn van voldoende werkgeheugen om complexere rendering toe te laten. - Snijtafels en plotters kunnen eventueel bij afwerkers gebruikt worden.
6.3
6.3.1
KVBinnenhuiskunst/Kunstambachten/Toegepaste beeldende vorming/PV Praktijk/Stages Beeldende kunsten/Werkelijkheidsgerichte contacten (4 u./w.)
Algemene doelstellingen
In het 1ste en het 2de leerjaar van de 3de graad KSO werden realiteitsgerichte contacten georganiseerd, onder andere bedrijfsbezoeken, gastcolleges, bezoeken aan vakbeurzen, plaatsbezoeken ... Sommige leerlingen namen persoonlijk het initiatief om stage te lopen buiten schoolverband. De voorbereiding op de overgang naar het beroepsleven is één van de belangrijkste doelstellingen van de 3de leerjaren van de 3de graad. Daarom worden contacten met dit beroepsleven nu structureel ingebouwd, in de vorm van observatie- of doestages in of bezoeken aan ateliers, decoratiebedrijven, ontwerpbureaus, fotostudio's, drukkerijen, verpakkingsfirma's; bezoeken aan vakbeurzen, tentoonstellingen en gastcolleges. Deze activiteiten worden gekozen in functie van de projecten en van de geboden mogelijkheden. De algemene doelstellingen kunnen als volgt gespecificeerd worden: - de tewerkstellingskansen verhogen; - de verworvenheden met betrekking tot de kennis, het inzicht, de vaardigheden, de transfermogelijkheden in de realiteit toepassen en aan de realiteit toetsen; - regelmatig bijsturen van de schoolopleiding dankzij de betrokkenheid van de medewerkers van het bedrijf.
6.3.2
Leerplandoelstellingen
- Inzicht krijgen in de structuur en de werking van een instelling, bedrijf of bureau ... - Kennismaken met het werkmilieu, de sfeer, het werkritme en de eigen mogelijkheden erop afstemmen. - Nieuwe werkmethodes aanleren, en leren werken met up-to-dateapparatuur die een school zich niet kan aanschaffen. - De taakspanning binnen het bedrijf, bij de realisatie van projecten, ervaren. - Het belang van verantwoordelijkheidszin binnen de toebedeelde taken ervaren. - Weerbaarheid verwerven binnen de werksituatie ook op algemeen menselijk vlak. - Verbale en andere communicatievaardigheid toepassen binnen de reële werksituatie. - Zich passend leren gedragen in een werkmilieu, al dan niet in teamverband, dit voor wat betreft taal, houding en voorkomen. - Verantwoordelijkheid leren dragen als individu en in teamverband. - Kritiek leren aanvaarden en positief verwerken. - De verworven attitudes met betrekking tot zelfstandigheid verder ontwikkelen bij het uitvoeren van opdrachten. - Kennismaken met zoveel mogelijk facetten van de opleiding.
23
- Een verslag van de stage of de werkelijkheidsgerichte contacten kunnen opmaken.
6.3.3
Methodologische wenken
De contactmogelijkheden dienen zo gekozen te worden dat er een zo nauw mogelijke relatie is tussen de leerinhouden van de studierichting en de activiteiten van het bedrijf of bureau. Er dienen voorafgaandelijk contacten te zijn tussen de school en de stage- of contactplaats om afspraken te maken met betrekking tot de diversiteit, de moeilijkheidsgraad en de soort activiteiten voor de leerlingen. De doelstellingen, leer- en werkopdrachten en de evaluatie dienen besproken te worden. De leerling dient zich voor te bereiden op zijn of haar taak in het realiteitsgericht gebeuren. Er dient vooraf contact genomen om afspraken te maken omtrent de kennismaking met de stageplaats, de werkuren, verplaatsing, melding bij aankomst, vertrek of afwezigheid, speciale eisen met betrekking tot kleding en de specifieke regels van het bedrijf. De begeleiding tijdens de stage of de werkelijkheidsgerichte contacten gebeurt door geregelde bezoeken door de betrokken leraar en door de toegewezen stagementor of het bedrijfslid. De evaluatie kan steunen op vooraf opgestelde schema's voorzien van vaste beoordelingspunten. Naast waardeoordelen dient ook ruimte voorzien voor bevestiging van de leerling en voor suggesties voor verbetering. De evaluatie door de stagebegeleider, de stagementor en door de leerling gebeurt door middel van verslagen. Voor het verzamelen van relevante informatie als middel tot bijsturing van het onderwijs- en begeleidingsproces kan geput worden uit de contacten en besprekingen tussen de school en het bedrijf, maar eveneens uit de verslagen van de leerlingen.
24
7
Bibliografie
7.1
Tijdschriften
Allerlei facetten Beeldende kunst, Toegepaste beeldende kunst -
Arte Factum Connaissance des Arts Kunstschrift OKV
Bouwen, wonen, monumentenzorg - Archis - Monumenten en landschappen Decor - Etalage - Inspiration - Schaufenster Interieur Design - Arbitare - Domus - Interni
7.2
Boeken
- BELJON, J.J., Ogen open. Grondbeginselen van de vormgeving. De Arbeiderspers, Amsterdam, 1987. - BELJON, J.J., Twaalf omgevingen. Wet. Uitg., Amsterdam, 1976. - BERGER, J.A.A., Anders zien. Sunschrift, Nijmegen, 1974. - BORSCH-SUPAK, Europese stijlen in de bouw-, beeldhouw- en schilderkunst van Karel de Grote tot heden. Donker, Rotterdam, 1976. - BOWDEN, J., BAZLEY, M., The art and crafts of papier maché. 1990. - BROSSEAU-MARX, I., MARX, A., MARX, R., Professional painted finishes. Watson Guptill publications, New York, 1991. - CAPOEN, VAN ROEY, Meetkundig tekenen voor de lagere cyclus van het secundair onderwijs. - CELANT, G., Arte Povera. - CHAMBERS, K.S., Trompe l'oeil. Cassell Viliers House - Strand, 1991. - CHRIST, Y., La grammaire des styles, 2 delen. Flammarion, Parijs. - CLARYSSE, D., Technologie Houtbewerking: Algemene Constructie. Deuren. Kortrijk, 1984. - CNUDDE, e.a., Standaardmeetmethode. WTCB, Brussel, 1980. - CNUDDE, Stenen en marmers van Wallonië. Archieven voor Moderne Architectuur, Brussel, 1987. - COLE, A., Perspectief. (Ooggetuigen Kunst), Standaard, 1994. - CURRELL, D., The complete Book of Puppetry. Pitman Publish, London, 1976.
25
- DEBRAIGTS, NAHMIAS, Devantures. Schaufenster. Shop Fronts. Fribourg office de Livres, 1974. - DECORATIVO, Decorativo 1. International Textile Design, Studio Vista, Milano, 1976. - DE VRIES, T., Het tekenen van het perspectief. Prisma, Het Spectrum, Antwerpen, 1966. - DIETENS, RITZEN, Bouwmaterialen. Deel IV: Hout en afgeleide materialen. Vol. I en II. Story Scientia, Gent, 1971. - DOERNER, M., Schilderkunst. W. Gaade bv, Amerongen, 1977. - DONY, F., Antiek Encyclopedie. Elsevier, Brussel, 1977. - EVERS, I., Het complete papierboek. Cantecleer, De Bilt. - FAUSTLE, A., Perspektief en projectie. Inleiding tot het technisch tekenen. Cantecleer, De Bilt, 1971. - FRANKEN, F., Kleine Schaufenster Praxis. Hachbuchverlag Dr. Pfannenberg & C°, Giessen, 1971. - GAADE, Gaades teken- en schilderboek. Gaade, Amerongen. - GERRITSEN, F., Het fenomeen kleur. De Bilt, Cantecleer, 1978. - GILL, R.W., The Thames and Hudson manual of rendering with pen and ink. - GRUB, W., Boutiquen, Shops und schicke Läden. Verlag SDW, Callway, München, 1974. - GUEGAN, Y., Frises et Ornements. Dessain et Tolra, Paris, 1993. - Guide pratique de la décoration. Readers Digest, 1972. - GUILD, T., Kleur in het interieur. Van Dishoeck-Unieboek, Houten, 1992. - HAINAUX, Spectacles 70-75 dans le monde. Nouvelles mises en scène, nouveaux décors, nouveaux auteurs ..., Ed. Meddens, Bruxelles, 1975. - Handvaardigheid. Alles voor de creatieve handvaardigheden. Katalogus 75/76, Tebbe. - HARTUNG, E., Golfkarton. Cantecleer, De Bilt, 1968. - HASLINGHUIS, F., Bouwkundige termen. Oosthoeks, Utrecht, 1976. - HELLEMAN, D., Woning stofferen. Educaboek, STB, Culemborg, 1979. - HOGERVORST, NAAIJKENS, KOHLWEY, Materialen voor het meubel maken. Nijgh & Van Ditmar Educatief, 's Gravenhage. - HOGERVORST, NAAIJKENS, KOHLWEY, Kunststoffen. Elsevier, Brussel, 1971. - INSPIRATION, The Best n° 2. The world's best visual merchandising in shopwindow and store interior design. Atlanta, Inspiration Press, 1985. - INSPIRATION, The Best n° 3. - INSPIRATION, The Best n° 4. - ITTEN, D., Kleurenleer. Cantecleer, De Bilt 1973. - JANKE, R., Architectural Models. Academy Editions, London. - JORNAES, Kunststijlen in kleur. Standaard, Antwerpen, 1976. - KATALOOG, Arturodam. Kunst op schaal. SDU, 's Gravenhage, 1989. - KATALOOG, Design. Made in Belgium. 1900-1994. Stichting Interieur, Kortrijk, 1994. - KATALOOG, Diaghilw. Costumes & Designs of the Ballets Russes. The Metropolitan Museum of Arts, 1978. - Kleur. Zomer & Keuning boeken, Ede, 1981. - KLOCKNER, K., Handbuch der Kunst- und Werkerziehung. Werken und plastische Gestalten. Rembrandtverlag, Berlin, 1975. - KOCH, W., De Europese bouwstijlen. Elsevier, Brussel, 1986. - KOST, S., Papiertechnieken. Cantecleer, De Bilt, Westland, 1990. - Kostuumgeschiedenis. 5000 jaar dagelijks leven (5 delen). Amsterdamboek, Amsterdam, 1976. - KRON, SLESIN, High-Tech. Allen Lane, London, 1980. - LAZET, A., Gids voor de technische menskunde. Standaard Wet. uitg., Antwerpen, 1967. - LEEMAN, ELFFERS, SCHUYF, Anamorfosen. Handshoff, Amsterdam, 1975. En boeken over: Art Nouveau, Art Deco, Jugendstil, Design, Meubelkunst/Meubelstijlen. - MACAULAY, D., De kathedraal. Het verhaal van de bouw. De piramide.
26
Het kasteel. Ondergronds. Ploegsma, Amsterdam. - McCLOUD, Decorating book. Dorling Kindersley, London, 1990. - MARTIN, La grammaire des styles. La renaissance. La renaissance française. La renaissance italienne. Le style Louis XIII. Le style Louis XIV. Le style Louis XV. Le style Empire/Directoire. - MOORE, G., GOLDMAN, O., Windows at Tiffany's. The art of Gene Moore. Harra Abrams Inc. Publishers, New York, 1980. - Nationaal houtvoorlichtingsbureau, Hout. 1966. - Ornamental Design. E source book ... Fribourg, Office du Livre, 1970. - ROTTGER, KLANTE, Papier. Cantecleer, De Bilt, 1973. - SAINT GEORGE, A., Het complete sjabloneerboek. Cantecleer, De Bilt. - SCHUYT, ELFFERS, COLLINS, Fantastische architectuur. Landshoff, Meulenhoof, 1980. - SHANNON, F., Veelzijdig papier. Gaade, 1988. - 39. SERIE OOGGETUIGEN, 22 titels. - SLOAN, A., GWYNN, K., Decoratieve verftechnieken. Cantecleer, De Bilt, Westland, 1991. - SLOAN, A., Meubels decoreren met eenvoudige verftechnieken. Cantecleer, De Bilt, Westland, 1992. - SLOAN, A., GWYNN, K., Traditionele verven en afwerkingen. Cantecleer, De Bilt, Westland, 1994. - SMEETS, R., Ornament symbool en teken. Cantecleer, De Bilt, 1973. - SPELTZ, A., Ornamenten. Van prehistorie tot Biedermeier. Gaade, Amerongen, 1980. - SPRANGERS, Hout als materiaal en grondstof. Kluwer, Deventer. - STEIN, The international Design Yearbook 1985-1986. Elsevier, Brussel, 1986. - STICHTING HOUTVOORLICHTINGSBUREAU AMSTERDAM, Houtvademecum: I Houtsoorten, II Handelsafmetingen. - STORE DESIGN, Selection of world best. Vol. 1. Inspiration Press, Atlanta, 1985. - STORES, Stores of the year. A pictural report on store interiors, 1979-1980, Retail Reporting Bureau, New York, 1979. - VAN LEEUWEN, Meubelstofferen. Educaboek, Culemborg, 1977. - VREDEMAN-DE VRIES, H., Perspective. Tableau, Mijdrecht, 1979. - WINKELGIDS, Uit winkelen. Een kleurrijke winkelgids voor Nederland. De Toorts, Haarlem, 1985.
27