Vlaams Verbond van het Katholiek Secundair Onderwijs Guimardstraat 1 1040 Brussel
DECORATIE Beroepsvoorbereidend leerjaar
In voege vanaf 1 september 1999
Licap - Brussel D/1999/0279/033 -
september 1999
INHOUD
LESSENTABEL................................................................................................................................. 3
1
BEGINSITUATIE........................................................................................................................ 4
2 ALGEMENE DOELSTELLINGEN ............................................................................................. 4
3 ALGEMENE PEDAGOGISCH-DIDACTISCHE WENKEN ................................................... 4
4 LEERPLANDOELSTELLINGEN EN LEERINHOUDEN ....................................................... 5 4.1 Waarnemingstekenen, vorm en kleur ........................................................................................ 5 4.2 Handvaardigheid.......................................................................................................................... 7
5 PEDAGOGISCH-DIDACTISCHE WENKEN EN DIDACTISCHE MIDDELEN……......7
6 EVALUATIE................................................................................................................................... 8
7 MINIMALE MATERIELE VEREISTEN ................................................................................... 8
8 BIBLIOGRAFIE............................................................................................................................. 9
D/1999/0279/033
2
Decoratie BVL
LESSENTABEL
Zie website VVKSO bij lessentabellen.
D/1999/0279/033
3
Decoratie BVL
1
BEGINSITUATIE
De leerlingen van het Beroepsvoorbereidend leerjaar vormen een heterogene groep.Zij komen zowel uit het eerste leerjaar A als uit het eerste leerjaar B, zelfs uit het tweede leerjaar van de eerste graad. Velen hebben reeds enkele mislukkingen achter de rug. Voor hun leraren geldt in het algemeen de opdracht om deze jongeren via een andere, minder cognitieve aanpak,(opnieuw)te motiveren voor het schoolgebeuren. De leraar in het beroepenveld Decoratie kan gedeeltelijk aanknopen bij wat de leerlingen hebben meegekregen in het vak AV Plastische opvoeding in het eerste leerjaar en zal ook kunnen aansluiten bij de Plastische opvoeding in de Basisvorming van het Beroepsvoorbereidend leerjaar. Terwijl de Plastische opvoeding echter gericht is op het opentrekken van de algemene creativiteit via het werken met vorm en kleur, zal het beroepenveld Decoratie de leerlingen laten kennismaken met een aantal basisvaardigheden en -technieken die in de studierichtingen Publiciteit en etalage en Schilder- en decoratietechnieken van de tweede graad aan bod komen.
2
ALGEMENE DOELSTELLINGEN
De leerling -gaat op een creatieve manier om met vorm, kleur en materiaal; -gebruikt het juiste gereedschap op een verantwoorde manier; -heeft zin voor detail en afwerking; -heeft zin voor orde en netheid; -kan, binnen de opdracht, een werkplan opmaken; -respecteert milieu- en veiligheidsvoorschriften.
3
ALGEMENE PEDAGOGISCH-DIDACTISCHE WENKEN
Een beroepenveld is een smaakmaker. Het moet de leerling zin geven in en zicht op de opleidingen in de tweede en derde graad, maar ze er nog niet voor opleiden. Dit moet uitsluitend gebeuren via empirisch leren, waarvan de technologie slechts een afgeleide kan zijn. Dit leerplan is bewust uitgeschreven als één geheel. Indien het gegeven wordt door twee of meer leerkrachten, dan is het aangewezen dat zij een gezamenlijk jaarplan opmaken en regelmatig afspraken maken in verband met de coördinatie van hun lessen. Het spreekt ook vanzelf dat coördinatie met AV Plastische opvoeding noodzakelijk is.
D/1999/0279/033
4
Decoratie BVL
4
LEERPLANDOELSTELLINGEN EN LEERINHOUDEN
4.1 Waarnemingstekenen, vorm en kleur
Leerplandoelstellingen
Leerinhouden
De leerling:
leert bewust en gericht kijken; ontwikkelt vorm- en kleurgevoel;
kan verhoudingen zien, meten en weergeven;
Op de juiste manier opmeten met potlood en beeldzoeker.
ontleedt een vorm tot zijn basisstructuren en geeft deze weer;
Schetsen van geometrische basisvormen, ten minste -vierkant, rechthoek, cirkel, driehoek; -kubus, balk. Met lat, passer en trekpen constructief tekenen van ten minste vierkant, rechthoek, cirkel, driehoek, zeshoek en achthoek.
onderscheidt organische en geometrische vormen;
Verschil tussen organische en geometrische vormen. Positieve en negatieve ruimte. (Eventueel:) Stilering
D/1999/0279/033
5
Decoratie BVL
ziet lijn- en toonwaarden en geeft deze weer;
Licht/donker. Elementair perspectief.
geeft een onderwerp weer in verschillende technieken en met verschillende materialen;
Belangrijkste technieken, onder andere -potlood en krijt; -kleurpotlood; -plakkaatverf; -studie-aquarel; -pen en inkt.
heeft inzicht in de kleurencirkel en gebruikt hem als werkinstrument;
De twaalfdelige kleurencirkel op basis van pigmentmenging. Mengen en ontleden van kleuren.
past elementaire compositieregels toe;
Elementaire compositieregels, ten minste -symmetrie en asymmetrie; -ritme; -evenwicht; -bladspiegel.
past vorm- en kleuraspecten toe binnen een welomschreven opdracht.
D/1999/0279/033
6
Decoratie BVL
4.2 Handvaardigheid
Leerplandoelstellingen
Leerinhouden
De leerling: gebruikt materiaal en gereedschap op een technisch-verantwoorde manier;
a) Materiaal Bijvoorbeeld: watergedragen verfsoorten, klei, gips, natuurmaterialen, metaal, verbindingsmateriaal (lijm, touw, soldeerlood, ...) b) Gereedschap Bijvoorbeeld: penselen, borstels, kwasten, plamuurmes, schietlood, soldeerbout, snijmessen, schuurpapier.
kan verschillende dragers onderscheiden en bewerken;
a) Ondergronden Bijvoorbeeld: plaatmaterialen, papier en karton, glas, piepschuim. b) Bewerken van ondergrond Bijvoorbeeld: schuren, plamuren, schilderen, voorweken en opspannen.
ontwikkelt een grotere motorische coördinatie.
a) Lijnbeheersing Bijvoorbeeld: contourlijn, aflijning, rechte, gebogen lijn, evenwijdigen. b) Penseel- en kwastbeheersing.
5
PEDAGOGISCH-DIDACTISCHE WENKEN EN DIDACTISCHE MIDDELEN
De doelstellingen moeten nagestreefd worden door middel van korte en afwisselende opdrachten. Opdrachten die een lang werkproces vergen of vele opdrachten rond éénzelfde thema leiden tot concentratievermindering en verveling. De keuze van de thema’s kan gericht zijn op het verbreden van de horizon van de leerlingen, door bijvoorbeeld aan te knopen bij andere vakken of bij de actualiteit. Dit plaatst de opdracht ook in een context. Extra-muros activiteiten kunnen ondersteunend werken. Het is van het grootste belang om de opdracht zo duidelijk mogelijk te omschrijven. Men kan hem zelfs best op papier zetten. Dit voorkomt trouwens discussies over de evaluatie. Hetzelfde geldt voor een goede verantwoording van sommige opdrachten. Het belang van sommige vaardigheden of regels is voor de leerlingen niet steeds meteen duidelijk. Het kan hun best aangetoond worden met praktijkvoorbeelden, door bijvoorbeeld te tonen of te laten ondervinden wat gebeurt als men sommige zaken niet doet.
D/1999/0279/033
7
Decoratie BVL
Dit geldt in het bijzonder voor de algemene doelstellingen in verband met orde, netheid, werkdiscipline, die in een beroepenveld steeds aandacht krijgen. Enkele specifieke punten: -Bij waarnemingstekenen komt het waarnemen op de eerste plaats. Dit kan gebeuren via oefeningen op concentratie, zoals tekenen van een voorwerp dat men na het bekijken heeft afgedekt, tekenen zonder naar het blad te kijken, enz. -Het kan nog niet de bedoeling zijn om kleurenleer te geven. Men beperkt zich tot deze éne kleurencirkel, als werkinstrument. Achterliggende theorieën komen hier niet aan bod. -Hetzelfde geldt voor regels in verband met perspectief en compositie: hierbij hoort geen theorie!
6
EVALUATIE
Van bij de aanvang moet veel aandacht gaan naar zelfevaluatie. Dit is voor deze leerlingen van het grootste belang. Een eerste belangrijke stap daartoe is de klassikale bespreking van het werk. Zo leren zij stilaan -dat er objectieve beoordelingsregels bestaan; -een beoordeling formuleren; -respect opbrengen voor de mening van anderen. Bij de beoordeling door de leerkracht staan in dit stadium niet het artistieke, maar wel de zorg en de juiste toepassing van de grondregels voorop, evenals de correcte uitvoering van de opdracht. De normen moeten vooraf duidelijk gekend zijn.
7
MINIMALE MATERIELE VEREISTEN
Stromend water en een spoelbak. Tekentafels en/of ezels. Werktafel(s). Projectiemogelijkheden. Mogelijkheden om het werk tentoon te stellen. Bergruimte.
D/1999/0279/033
8
Decoratie BVL
8
BIBLIOGRAFIE
ASSELBERGHS-NEESSEN, V., Kunst, kind en onderwijs, Leuven, Acco, 1990. BASSIE, D., KUIPER, J., Wandafwerking : pleisterwerk, muurverfwerk, behangen, Leiden, Spruyt, Van Mantgem en De Does, 88 blz. BODSON, B., Basiscursus tekenen, Standaard Uitgeverij, 1995, 224 blz. BUDDEMEIJER, M., e.a., Tekenen en schilderen, Utrecht, Teleac, 1983, 308 blz. DEJONCKHEERE, M., Zien, denken, doen, Lier, Van In, 1988, 106 blz. ELZINGA, R., e.a., Het tekenonderwijs in de praktijk, De Bilt, Cantecleer, 1978, 139 blz. FISCHER, M.P., Zelanski, P., Kleur: principe, theorie en toepassing, Houten, Gaade, 1989, 144 blz. FRAYLING, C., H., Het Kunstpakket, Amsterdam, De Brink, 1993, 15 blz. (+ cassette + kunstwijzer). GERRITSE, A., ELZINGA, R., Het tekenonderwijs in de praktijk, De Bilt, Cantecleer, 1978, 139 blz. GERRITSE, A., Beginselen van de beeldende vorming, De Bilt, Cantecleer, 1977, 200 blz. GERRITSEN, F., Het fenomeen kleur, De Bilt, Cantecleer, 1983, 180 blz. ITTEN, J., Beeldende kunst in beeld. Analyses van vorm en inhoud, De Bilt, Cantecleer, 1990, 235 blz. ITTEN, J., Kunst en kleur, De Bilt, Cantecleer, 1992, 157 blz. KAUPELIS, R., Experimenteel tekenen: tekenen als creatief proces, De Bilt, Cantecleer, 1982, 173 blz. KOOISTRA, M.F., Moderne verven en lakken, Deventer - Antwerpen, Kluwer, 1991, 160 blz. KOPPERS, P., DE WINTER, W., Kinderen leren tekenen, De Bilt, Cantecleer, 1994, 192 blz. KUIPER, J., e.a. Reeks: Bouwtechniek. Modules schilderen, Leiden, Spruyt, Van Mantgem en De Does. MICKLETHWAIT, L., Woordjes leren - kunst ontdekken - Kunstkijkboek voor kinderen, Demtas; 1992, 192 blz. PEPJUNEN, A., WILLIAMS, H., Kijken is de kunst, Casterman, 1992, 192 blz. RODWELL, J., Tekenen met alle materialen, Cantecleer, 1991, 156 blz. RUSSEL, J., In the Garden, New York, H.N. Abrams, 1982. SAVENIJE, J., Handvaardigheidsonderwijs in de praktijk, De Bilt, Cantecleer, 1981, 282 blz. SCHASFOORT, B., Tekenen en didactiek, Groningen, Wolters-Noordhoff, 1993, 248 blz. SMEETS, R., Ornament, symbool en teken, De Bilt, Cantecleer, 1983, 169 blz. STEFFENS, H., Reclame in vorm, Groningen, Wolters-Noordhoff, 1988, 234 blz. WATERS, E., HARRIS, A., Schilderen. Gids voor de jonge kunstenaar, Brecht, Gottmer, 1996, 45 blz. WELTON, J., Tekenen. Gids voor de jonge kunstenaar, Brecht, Gottmer, 1994, 45 blz.
D/1999/0279/033
9
Decoratie BVL