Vlaams Parlement - Vragen en Antwoorden - Nr.4 - Januari 2008
-221-
VLAAMS PARLEMENT ₪ SCHRIFTELIJKE VRAGEN
FRANK VANDENBROUCKE VICEMINISTER-PRESIDENT VAN DE VLAAMSE REGERING, VLAAMS MINISTER VAN WERK, ONDERWIJS EN VORMING
Vraag nr. 97 van 14 december 2007 van ANDRÉ VAN NIEUWKERKE
Opleidingen verpleegkunde en verzorgenden - Instroom In het licht van de toenemende vergrijzing is er een personeelstekort in de zorginstellingen en de thuiszorg. Ondanks de werkloosheidscijfers is het moeilijk om het nodige personeel te vinden. En, binnen tien jaar gaan heel wat mensen met pensioen… Taakdifferentiatie waarbij de sector meer een beroep doet op verzorgenden kan een gedeeltelijke oplossing bieden. Voor lichamelijke verzorging thuis is bijvoorbeeld zelden hooggeschoolde professionele hulp door verpleegkundigen nodig. In rusthuizen rijst dan weer de vraag welke omkadering het best voldoet aan de noden, met andere woorden: wat is de optimale verhouding verpleegkundigen, verzorgenden, kinesisten, ergotherapeuten, enzovoort… En, wat is de rol van elk? Minister Demotte heeft in 2001 de “zorgkundige” gelanceerd. De “zorgkundige” moet de verpleegkundige bijstaan bij zorgverstrekking, gezondheidsopvoeding en logistiek. Dit gebeurt onder toezicht van de verpleegkundige die deze activiteiten coördineert binnen een gestructureerde equipe. Wat de verpleegkundigen zelf betreft, is er naast de bacheloropleiding de praktisch gerichte verpleegopleiding A2. Ook verzorgenden die al werken in de sector kunnen zich hierdoor opwerken tot verpleegkundige. Nadeel is dat de federale minister van Volksgezondheid hier jaarlijks over de middelen moet beslissen (cfr. CAO). Daarnaast is er de procedure voor de gelijkschakeling van diploma’s. Een ingewikkelde procedure, omdat de sector zekerheid wil dat de nieuwkomers over de nodige competenties beschikken. Het is bekend dat deze gediplomeerden hier nog vele jaren opnieuw aan het studeren moeten om hun beroep te mogen uitoefenen: verpleegkundigen en verzorgenden moeten zich eerst aanmelden bij naric (National Academic Recognition Information Centres). Na het taalexamen en een inhoudelijke peiling komt een minderheid tot slechts een gedeeltelijke gelijkschakeling. Zij moeten dan nog extra cursussen verwerken… In het licht van het tekort aan verpleegkundigen en verzorgenden is het dus noodzakelijk dat er een grotere instroom komt naar het onderwijs. 1. Welke sensibiliseringscampagnes zijn er voor het ogenblik lopende om de instroom in het onderwijs voor de opleidingen tot verpleegkundige en verzorgende te vergroten? 2. Is er een positieve evolutie in het aantal studenten in de bacheloropleiding tot verpleegkundige?
-222-
Vlaams Parlement - Vragen en Antwoorden - Nr.4 - Januari 2008
3. Wat met het inbedden van de praktische opleiding A2-verpleegkundigen? Moet hier niet eerst opnieuw gedacht worden aan de richting verpleegassistent op secundair niveau gevolgd door modules? 4. Is er een positieve evolutie in het aantal leerlingen in de richting verzorgende? 5. Wat de Naric-procedure betreft, zijn hieromtrent cijfergegevens bekend? Hoeveel aanvragen? Welke disciplines? Hoeveel weigeringen en waarom? Hoeveel gelijkwaardige of gedeeltelijke gelijkschakelingen?
Vlaams Parlement - Vragen en Antwoorden - Nr.4 - Januari 2008
-223-
FRANK VANDENBROUCKE VICEMINISTER-PRESIDENT VAN DE VLAAMSE REGERING, VLAAMS MINISTER VAN WERK, ONDERWIJS EN VORMING
ANTWOORD
op vraag nr. 97 van 14 december 2007 van ANDRE VAN NIEUWKERKE
1.
Vanuit het beleidsdomein onderwijs zijn er momenteel geen expliciete sensibiliseringscampagnes aan gang om de instroom in de opleidingen van de sector personenzorg te stimuleren. Dat betekent niet dat er geen initiatieven bestaan. Er lopen enkele lokale zeer interessante initiatieven: - in Leuven loopt intussen een interessante proeftuin: leerlingen van diverse studierichtingen in het secundair onderwijs brengen er een werkbezoek aan bepaalde instellingen van de social profitsector, zoals een ziekenhuis, een rust- en verzorgingstehuis, een psychiatrisch verzorgingstehuis, enz. Telkens wordt aan het bezoek ook gerichte informatie gekoppeld over de mensen die er werken en wat dat allemaal inhoudt. Het doel is leerlingen te laten kiezen voor een opleiding die leidt tot tewerkstelling in de gezondheids- of de welzijnssector. - in West-Vlaanderen loopt het project sTimul, zorg-ethisch lab. Het gaat om een bijzondere vorm van werkplekleren. De scholen voor Verpleegkunde vierde graad bso brengen studenten onder in een realistische setting en nemen zelf de plaats van zorgbehoevenden. Bedoeling is dat zij door een rol te spelen gedurende een wat langere tijd, ervaren wat het is, te moeten eten, slapen, wachten, bewegen als zorgbehoevenden. Dat leidt in ieder geval tot een empathische beroepshouding die voor hun latere beroepsuitoefening fundamenteel is. Ook de publiciteit die hierrond in de provincie gevoerd wordt draagt bij tot een bewuste keuze voor werken in de sector. Het project ontvangt o.m. steun van het Regionaal Technologisch Centrum West-Vlaanderen.
2.
Zoals de vraagsteller in de tabel hieronder kan zien, is er inderdaad een positieve evolutie in het aantal studenten verpleegkunde. Het gaat hier om studenten met een diplomacontract bij de eerste inschrijving in het studiegebied gezondheidszorg.
Tertiair Onderwijs Evolutie studentenaantallen gezondheidszorg opleiding verpleegkunde verpleegkunde bijsch v kine paramedici verpleegkunde brugprogramma Totaal
2002-2003
2003-2004
2004-2005
2005-2006
2006-2007
3.853
3.976
4.488
4.477
4.740
95
81
64
19
7
747
663
446
519
371
4.695
4.720
4.998
5.015
5.118
Bron: Databank Tertiair onderwijs 3.
Deze deelvraag is niet geheel duidelijk. Tot 1995 situeerde de secundaire opleiding verpleegkunde (ook aangeduid met symbool A2) zich binnen het aanvullend secundair beroepsonderwijs. Er werd een onderscheid gemaakt tussen een tweejarige opleiding van assistent-verpleegkundige en een derde jaar verpleegkundige. Nadien is deze opleiding
-224-
Vlaams Parlement - Vragen en Antwoorden - Nr.4 - Januari 2008 overgebracht naar het niveau vierde graad voltijds beroepssecundair onderwijs binnen de eenheidsstructuur. Om de opleiding volledig in overeenstemming te brengen met de Europese richtlijn, werd ze standaard op drie leerjaren vastgesteld, zodat de kwalificatie assistentverpleegkundige is weggevallen. Een herziening van deze maatregel is niet aan de orde. Sedert enkele jaren is ook de opdeling in ziekenhuisverpleegkunde en psychiatrische verpleegkunde verdwenen en bestaat er nog slechts de uniforme opleiding verpleegkunde. Op een uitzondering na, organiseren alle scholen deze opleiding volgens een modulair systeem. Afgestudeerden verpleegkunde in het secundair onderwijs, kunnen een bachelor behalen in de verpleegkunde via een brugopleiding. Aan het einde van de jaren ’90 ontstond wel een vraag om zorgkundigen op te leiden (intussen opgenomen in art. 21 van het KB nr. 78), die bepaalde handelingen van verpleegkundigen zouden overnemen. Deze zorgkundigen verlichten zo de taken van verpleegkundigen maar werken onder hun toezicht. Vandaag worden deze mensen opgeleid in het regulier onderwijs (7de jaar bso Thuis- en bejaardenzorg/Zorgkundige) in het volwassenenonderwijs (via 120 uur extra) én in de opleidingen van de Diensten voor Gezinszorg (idem). Men kan eigenlijk argumenteren dat zij de rol van de vroegere verpleegassistenten vervullen.
4.
Hierna een overzicht van de leerlingenevolutie voor de studierichting verzorging en aansluitende specialisatiejaren, derde graad voltijds beroepssecundair onderwijs. De globaal stijgende trend gedurende de voorbije vijf schooljaren is manifest zichtbaar. Gewoon Voltijds Secundair Onderwijs Evolutie leerlingenaantallen verzorgende 20032004
20042005
20052006
2006-2007
Verzorging 1e en 2e lj. 3e 5.599 gr.
5.508
5.629
5.762
5.886
Kinderzorg 3e lj. 3e gr.
1.116
1.101
1.070
1.067
Thuis- en bejaardenzorg 3e 699 lj. 3e gr.
754
824
833
806
Totaal
7.378
7.554
7.665
7.759
studierichting
5.
2002-2003
1.090
7.388
Houders van een buitenlands diploma van een opleiding die toegang geeft tot een beroep in de gezondheidssector, die onderdaan zijn van een Lidstaat van de Europese Economische Ruimte en hun diploma in een Lidstaat van de EER behaalden, kunnen een beroep doen op de Europese Richtlijnen voor toegang tot een (gereglementeerd) beroep. Ze wenden zich voor de toepassing van de Europese richtlijn rechtstreeks tot de FOD Volksgezondheid. Ze hoeven geen erkenning van hun buitenlands diploma aan te vragen bij NARIC-Vlaanderen. NARIC-Vlaanderen behandelt enkel de aanvragen voor erkenning van buitenlandse diploma’s hoger onderwijs en volwassenenonderwijs. Aanvragen voor erkenning van buitenlandse diploma’s secundair onderwijs moeten gericht worden aan het Agentschap voor Onderwijsdiensten. Voor 2007 zien de (voorlopige) cijfers van de erkenningsaanvragen bij NARIC voor buitenlandse diploma’s die toegang geven tot een beroep in de gezondheidssector er als volgt uit:
Vlaams Parlement - Vragen en Antwoorden - Nr.4 - Januari 2008
2007 HOGER ONDERWIJS Aantal 26 Positieve beslissingen Congo (Kinshasa) 14 Thailand
2
Polen
1
Philippijnen
1
Libanon
1
Australië
1
Verenigde Staten
1
Nederland
3
Nederland
1
Nederland
1
Negatieve beslissingen Congo (Kinshasa) Verenigde Staten
5
India
1
Nog in behandeling Congo (Kinshasa) Oekraïne Verenigd Koninkrijk
8 6 1 1
Vlaamse graad
Niet-erkende instelling Geen niveau professionele bachelor, doorgestuurd SO Geen niveau professionele Bachelor, doorgestuurd SO
VOLWASSENENONDERWIJS 10
Nederland India Kazakstan
1 1 1
Brazilië
1
Tadjikistan Duitsland
1 1
Nog in behandeling
1
4
Reden beslissing
Prof Bachelor Verplgk Ziekenhuisverpl Prof Bachelor Verplgk Ziekenhuisverpl Prof Bachelor Verplgk Ziekenhuisverpl Prof Bachelor Verplgk Ziekenhuisverpl Prof Bachelor Verplgk Ziekenhuisverpl Prof Bachelor Verplgk Ziekenhuisverpl Prof Bachelor Verplgk Ziekenhuisverpl Prof Bachelor Verplgk Ziekenhuisverpl Prof Bachelor Logopedie & audiologie Prof Bachelor Medische beeldvorming
3 1
Positieve beslissingen Nederland
-225-
Certificaat polyvalent verzorgende Certificaat BSO3 Certificaat BSO3 Certificaat polyvalent verzorgende Certificaat polyvalent verzorgende Certificaat BSO3 Certifcaat begeleider kinderopvang/kinderzorg
-226-
Vlaams Parlement - Vragen en Antwoorden - Nr.4 - Januari 2008 Verenigde Staten
1
Merk op: een negatieve beslissing betekent dat het diploma niet volledig gelijkwaardig verklaard kon worden; dat belet niet dat de diplomahouder een, soms aanzienlijk, pakket vrijstellingen kan krijgen wanneer die zich bij een Vlaamse hogeschool aanbiedt om alsnog een Vlaams bachelordiploma te behalen. Voor 2007 zien de cijfers van de erkenningsaanvragen bij de cel gelijkwaardigheden niveau secundair onderwijs (AgODi) voor buitenlandse diploma’s die toegang geven tot een beroep in de gezondheidssector er als volgt uit: Niveau secundair onderwijs 2007 Landen Aantal Gelijkwaardigheid TSO Armenië 2 Diploma sec. onderwijs TSO – gezondheids- en welzijnswetenschappen (vroeger verpleegaspirant) China 1 Diploma sec. onderwijs TSO – gezondheids- en welzijnswetenschappen (vroeger verpleegaspirant) Congo 1 Diploma sec. onderwijs TSO – gezondheids- en welzijnswetenschappen (vroeger verpleegaspirant) Filipijnen 1 Diploma sec. onderwijs TSO – gezondheids- en welzijnswetenschappen (vroeger verpleegaspirant) Hongarije 2 Diploma sec. onderwijs TSO – gezondheids- en welzijnswetenschappen (vroeger verpleegaspirant) India 1 Diploma sec. onderwijs TSO – gezondheids- en welzijnswetenschappen (vroeger verpleegaspirant) Kazachstan 1 Diploma sec. onderwijs TSO – gezondheids- en welzijnswetenschappen (vroeger verpleegaspirant) Macedonië 1 Diploma sec. onderwijs TSO – gezondheids- en welzijnswetenschappen (vroeger verpleegaspirant) Moldavië 2 Diploma sec. onderwijs TSO – gezondheids- en welzijnswetenschappen (vroeger verpleegaspirant) Oekraïne 2 Diploma sec. onderwijs TSO – gezondheids- en welzijnswetenschappen (vroeger verpleegaspirant) Oezbekistan 1 Diploma sec. onderwijs TSO – gezondheids- en welzijnswetenschappen (vroeger verpleegaspirant) Polen 4 Diploma sec. onderwijs TSO – gezondheids- en welzijnswetenschappen (vroeger verpleegaspirant) Roemenië 1 Diploma sec. onderwijs TSO – gezondheids- en welzijnswetenschappen (vroeger verpleegaspirant) Rusland 1 Diploma sec. onderwijs TSO – gezondheids- en welzijnswetenschappen (vroeger verpleegaspirant) Tsjechië 1 Diploma sec. onderwijs TSO – gezondheids- en welzijnswetenschappen (vroeger verpleegaspirant) Turkije 3 Diploma sec. onderwijs TSO – gezondheids- en welzijnswetenschappen (vroeger verpleegaspirant) BSO Congo 1 Getuigschrift 2de leerjaar 3de graad BSO verzorging Ethiopië 1 Getuigschrift 2de leerjaar 3de graad BSO verzorging
Vlaams Parlement - Vragen en Antwoorden - Nr.4 - Januari 2008 Filipijnen Kameroen Moldavië Nederland Nepal Rusland Verenigd Koninkrijk Bosnië
1 2 1 1 1 2 1 1
Roemenië
1
-227-
Getuigschrift 2de leerjaar 3de graad BSO verzorging Getuigschrift 2de leerjaar 3de graad BSO verzorging Getuigschrift 2de leerjaar 3de graad BSO verzorging Getuigschrift 2de leerjaar 3de graad BSO verzorging Getuigschrift 2de leerjaar 3de graad BSO verzorging Getuigschrift 2de leerjaar 3de graad BSO verzorging Getuigschrift 2de leerjaar 3de graad BSO verzorging Oriënteringsattest A 1ste leerjaar vierde graad BSO verpleegkunde Oriënteringsattest A 1ste leerjaar vierde graad BSO verpleegkunde
Totaal 38 nog hangende aanvragen (*) 25 (*) Deze aanvragen zijn nog niet afgehandeld omdat zij ofwel: - pas in december 2007 werden ingediend; - het dossier nog onvolledig is (ontbrekende stukken die werden gevraagd maar nog niet in ons bezit); - twijfel rond de authenticiteit van de ingediende stukken (vooral voor Afrika en een deel van Oost-Europa).