Vlaams Parlement - Vragen en Antwoorden - Nr.2 - November 2008
-147-
VLAAMS PARLEMENT ₪ SCHRIFTELIJKE VRAGEN
FRANK VANDENBROUCKE VICEMINISTER-PRESIDENT VAN DE VLAAMSE REGERING, VLAAMS MINISTER VAN WERK, ONDERWIJS EN VORMING
Vraag nr. 399 van 18 september 2008 van PIET DE BRUYN
Toepassing decreet lerarenopleiding - Evaluatie In deze vraag wil ik graag nader ingaan op vier punten die tijdens de discussies over het nieuwe decreet op de lerarenopleiding fel gecontesteerd werden: de expertisenetwerken, het LIO-schap (leraar-in-opleiding), de stages en het laten indalen van de lerarenopleiding in de master. 1. Hoeveel middelen heeft de Vlaamse overheid toegekend aan deze expertisenetwerken, onderverdeeld per associatie en per jaar? 2. Klopt het dat er heel wat onvrede heerst bij het veld over de rol van de Vlaamse Regering in dit dossier? Is er geen jaar verspeeld door de te trage afhandeling? 3. Het LIO-schap blijkt niet echt een succesformule. Kan de minister de exacte cijfers bezorgen? Hoe moeten we dit verder evalueren? 4. Veel scholen klagen over de exponentiële toename van het aantal stagairs. Bestaan hier cijfers van? Hoe denkt de minister dit in de toekomst op te vangen? 5. De multiculturele samenleving is een onloochenbaar feit. Net daarom vraagt het nieuwe decreet voldoende aandacht voor de grootstedelijke context in de lerarenopleiding. Toch blijft voor veel studenten de “grootstad” allesbehalve een aantrekkelijke stagebiotoop. Is het voor de minister bijvoorbeeld een optie om de studenten aan de lerarenopleiding van Mechelen, Aalst en Leuven te verplichten een deel van hun stage in het Nederlandstalig onderwijs in Brussel te lopen? 6. Uit onderzoek blijkt dat er op het vlak van taalvaardigheid iets schort bij onze toekomstige onderwijzers en leerkrachten. Dit zou mede het gevolg zijn van de veranderende instroom in de geïntegreerde lerarenopleiding. Zo zouden veel meer studenten uit het TSO en vooral BSO beginnen aan deze studie. Klopt dit? Kan de minister hierover cijfers bezorgen? Wat wordt er gedaan om het Nederlandse taalniveau van onze leraars op te krikken? 7. Universiteiten en hogescholen kregen in het nieuwe decreet de mogelijkheid om 30 studiepunten van de lerarenopleiding te organiseren als een afstudeerrichting in het opleidingsprogramma van een masteropleiding van 120 studiepunten.
-148-
Vlaams Parlement - Vragen en Antwoorden - Nr.2 - November 2008
Heeft de minister al een zicht op het gebruik van deze mogelijkheid? Waar en voor welke opleiding gebeurt dit? Is dit een succes (qua inschrijvingen)?
Vlaams Parlement - Vragen en Antwoorden - Nr.2 - November 2008
-149-
FRANK VANDENBROUCKE VICEMINISTER-PRESIDENT VAN DE VLAAMSE REGERING, VLAAMS MINISTER VAN WERK, ONDERWIJS EN VORMING
ANTWOORD
op vraag nr. 399 van 18 september 2008 van PIET DE BRUYN
1. subsidie 2007 in euro (werkjaar 2007-2008) Expertisenetwerk "School of Education, KULeuven" Brussels Expertisenetwerk (BEO) Expertisenetwerk Lerarenopleidingen Antwerpen Expertisenetwerk Lerarenopleiding Associatie UGent Regionaal Platform Lerarenopleiding Limburg "NOvELLe" TOTAAL
subsidie 2008 in euro (werkjaar 2008-2009)
1.170.845,35 192.810,03
1.213.267,73 189.962,31
453.065,84
458.154,76
702.808,94
703.086,08
420.290,92 2.939.821,08
419.447,52 2.983.918,40
2. Het heeft inderdaad tijd gevergd vooraleer de overheid en de expertisenetwerken c.q. het regionaal platform het helemaal eens waren over de precieze inhoud van de beheersovereenkomsten. De vooropgestelde startdatum voor deze vierjarige overeenkomsten (1 januari 2007) bleek daardoor niet haalbaar. Daarop is besloten de inwerkingtreding ervan op te schuiven naar 1 september 2007, zodat de werkjaren in de overeenkomsten samenvallen met de academiejaren (van 2007-2008 tot 2010-2011). In de overeenkomsten is wel opgenomen dat kosten die betrekking hebben op de voorbereidende fase, ook als uitgaven ingebracht kunnen worden. Zo garandeert de overheid dat activiteiten die de expertisenetwerken c.q. het regionaal platform verricht hebben in de periode tussen de ondertekening van hun oprichtingsovereenkomst en de inwerkingtreding van de beheersovereenkomst, ook financierbaar zijn. 3. In het eerste schooljaar (2007-2008) hadden 89 personen een LIO aanstelling. Voor het schooljaar 2008-2009 zijn er uiteraard nog geen cijfers beschikbaar. Dit schooljaar komt er alleszins een evaluatie, zoals ook decretaal voorzien. 4. Voor het schooljaar 2006-2007 zijn de stagiairs nog in absolute aantallen per school gerekend. Dat is echter geen ideale maat gebleken: soms komt een stagiair maar voor één uur, soms voor drie weken. Naargelang de duur en de invulling van de stage kan de begeleiding van een stagiair dus voor een heel andere belasting zorgen. Voor 2007-2008 zijn daarom de uren stage per school opgevraagd. Dat geeft een totaal van circa 2.900.000 uren. Die maatstaf moet een meer billijke verdeling van de mentoruren toelaten. Samen met het veld wordt gekeken om dit nog verder te verfijnen. Een evaluatie van het effect van de stagebevorderende maatregelen in het lerarendecreet is voorzien voor september 2009 en zal dit schooljaar opgestart worden. 5. In navolging van het decreet op de lerarenopleidingen zijn de basiscompetenties en het beroepsprofiel van de leraar herschreven. Hierbij is speciale aandacht besteed aan thema's als het multiculturele en diverse karakter van de samenleving, of het samenleven in de grootstad. Hoe de
-150-
Vlaams Parlement - Vragen en Antwoorden - Nr.2 - November 2008
lerarenopleidingen dit in de praktijk in het curriculum inbouwen, valt onder hun autonomie. Zij kunnen m.a.w. niet verplicht worden om hun studenten stage in Brussel te laten lopen; het promoten daarvan is echter wel aan te bevelen. 6. Ik beschik niet over studies die wijzen op een oorzakelijk verband tussen een veranderende instroom (meer studenten met een vooropleiding tso of bso) en zwakke prestaties inzake taalvaardigheid. Er zijn wel heel wat signalen uit het werkveld die wijzen op problemen met Nederlandse taalvaardigheid bij beginnende studenten Taal en taalcompetenties moeten dan ook een belangrijke plaats blijven innemen in de lerarenopleiding. Ze zijn daarom verstevigd opgenomen in de basiscompetenties en in het beroepsprofiel zijn. Daarnaast zal in de beheersovereenkomsten met de expertisenetwerken en het regionaal platform een actiepunt rond taalbeleid in de lerarenopleidingen worden opgenomen. Volgende tabellen geven het aantal inschrijvingen weer in de geïntegreerde lerarenopleidingen, naar vooropleiding. Kleuteronderwijs: Academiejaar ASO Andere of BSO buitenlands diploma 1 267 1995-1996 1 283 1996-1997 1 229 1997-1998 244 1998-1999 1 234 1999-2000 247 2000-2001 42 257 2001-2002 1 233 2002-2003 27 248 2003-2004 42 245 2004-2005 67 190 2005-2006 40 188 2006-2007 52 192 2007-2008
KSO
TSO 29 30 39 30 40 36 38 51 28 46 57 48 36
172 198 166 201 231 251 277 371 337 301 314 283 251
TOTAAL 1.122 1.184 1.070 1.016 1.203 1.137 1.346 1.329 1.407 1.334 1.293 1.246 1.141
653 672 635 541 697 603 732 673 767 700 665 687 610
Lager onderwijs: Academiejaar ASO 1995-1996 1996-1997 1997-1998 1998-1999 1999-2000 2000-2001 2001-2202 2002-2003 2003-2004 2004-2005 2005-2006
761 760 686 751 1.051 976 1.003 915 889 864 761
Andere of buitenlands diploma 1 2 90 3 61 59 104
BSO
KSO 39 31 31 30 40 59 84 86 81 88 64
TSO 29 22 25 29 28 35 35 23 24 31 17
609 556 569 670 973 1.039 1.022 989 897 942 780
Totaal 1.438 1.369 1.311 1.481 2.094 2.109 2.234 2.016 1.952 1.984 1.726
Vlaams Parlement - Vragen en Antwoorden - Nr.2 - November 2008 2006-2007 2007-2008
700 651
42 53
65 75
-15129 31
860 746
1.696 1.556
Secundair onderwijs: Academiejaar 1995-1996 1996-1997 1997-1998 1998-1999 1999-2000 2000-2001 2001-2002 2002-2003 2003-2004 2004-2005 2005-2006 2006-2007 2007-2008
ASO
Andere of buitenlands diploma
706 673 908 770 869 904 978 890 882 866 848 730 759
BSO
2 2 1 1 17 21 129 18 61 98 96 72 85
KSO 94 80 80 93 82 93 98 134 140 153 133 127 154
TSO 30 48 45 53 61 61 59 58 53 53 57 56 73
Totaal 1.489 1.513 1.891 1.787 1.972 2.061 2.216 2.118 2.245 2.266 2.281 2.100 2.267
657 710 857 570 943 982 952 1.018 1.109 1.096 1.147 1.115 1.196
7. Er zijn 33 specifieke lerarenopleidingen die ingedaald zijn in een master van 120 studiepunten. In 2007-2008 hebben 73 studenten zich daarvoor ingeschreven; dat lage aantal heeft wellicht ook te maken met het feit dat veel studenten zich nog ingeschreven hebben in de "oude" lerarenopleiding. Voor dit academiejaar zijn er inmiddels meer dan 100 inschrijvingen. De inschrijvingsperiode is in de meeste instellingen echter nog niet afgelopen; de cijfers zijn daarom voorlopig of vooralsnog ontbrekend (met "-" aangeduid in de tabel). Instelling
opleiding
Artesis Hogeschool Antwerpen Hogeschool Gent Hogeschool Wetenschap en Kunst Universiteit Antwerpen
Universiteit Gent Vrije Universiteit Brussel
K.U.Leuven
Master muziek: muziekpedagogie
20072008 0
20082009 2
Master muziek Master muziek
22 125
29 -
Master biochemie en biotechnologie Master biomedische wetenschappen Master in de biologie Master inde chemie Master in de informatica Master in de fysica Master inde wiskunde Master in de psychologie Master in de revalidatiewetenschappen en kinesitherapie Master in de biologie Master in de chemie Master in de fysica Master in de wiskunde Master in de geografie Master in de biomedische wetenschappen Master biochemie en biotechnologie Master in de biologie Master in de biomedische wetenschappen Master in de chemie
1 2 4 1 1 0 0 1 0
1 1
2 0 0 2 0 0 0 1 2 1
2 4 2 1
-152-
Vlaams Parlement - Vragen en Antwoorden - Nr.2 - November 2008 Master farmaceutische zorg Master in de fysica Master in de geneesmiddelenontwikkeling Master in de geografie Master inde de geologie Master in de informatica Master in de pedagogische wetenschappen Master in de psychologie Master in de revalidatiewetenschappen en kinesitherapie Master in de statistiek Master in de sterrenkunde Master in de wiskunde
0 2 0 1 0 0 15 8 0
0 4 0 7 0 1 23 8 1
1 0 6
2 0 12