VLAAMS PARLEMENT ₪ SCHRIFTELIJKE VRAGEN
FREYA VAN DEN BOSSCHE VLAAMS MINISTER VAN ENERGIE, WONEN, STEDEN EN SOCIALE ECONOMIE
Vraag nr. 340 van 17 maart 2014 van LODE VEREECK
Studentenkamers – Conformiteit Elke woning moet voldoen aan de elementaire veiligheids-, gezondheids- en kwaliteitsvereisten die door de Vlaamse Regering werden bepaald. Daarom werd in 1997 een nieuwe wetgeving van toepassing: de Vlaamse Wooncode. Omdat er binnen het aanbod op de huurmarkt zowel zelfstandige woningen als studentenkamers/-studio’s bestaan, gelden er voor beide ook specifieke regels. De regels voor zelfstandige woningen zijn in hoofdzaak terug te vinden in de Vlaamse Wooncode. Studentenkamers/-studio’s moeten voldoen aan de regelgeving van zowel de Vlaamse Wooncode als van het Kamerdecreet. Het Kamerdecreet legt kwaliteits- en veiligheidsnormen op aan de gebouwen en aan de studentenkamers/-studio’s die er deel van uitmaken. Bovendien moeten panden waarin men studentenkamers/-studio’s wil onderbrengen ook voldoen aan de regelgeving van de stedelijke verordening. De belangrijkste comfortnormen waaraan studentenkamers/-studio’s moeten voldoen zijn de volgende.
De minimale oppervlakte van een studentenkamer is 12 m². Studentenstudio’s zijn minimum 18m².
Men kan zich niet domiciliëren op een studentenkamer en -studio.
Elke studentenkamer/-studio dient over een lavabo met stromend warm en koud water, afvoer en reukafsnijder te beschikken.
Elke studentenkamer/-studio heeft een raam dat kan worden geopend (belangrijk voor verluchting en evacuatie). De onderkant van een raam mag zich op ten hoogste 1m20 boven de vloer bevinden.
De totale glasoppervlakte van een specifieke ruimte (alle ramen bij elkaar) moet minimaal 1/12 van het vloeroppervlak bedragen, met een minimum van 1 m².
Per begonnen groep van 6 bewoners moet er minimaal één wc zijn (in goede staat en werking). Deze norm geldt niet voor een studentenstudio.
Per begonnen groep van 10 bewoners moet er minimaal één douche of bad zijn (in goede staat en werking). Deze norm geldt niet voor een studentenstudio.
De gemeenschappelijke keuken dient minimaal 1,5 m² per bewoner groot te zijn en mag nooit kleiner zijn dan 6 m². Deze norm geldt niet voor een studentenstudio.
Ieder studentenhuis moet beschikken over een ruimte voor de berging van evenveel fietsen als er studentenkamers/-studio’s zijn.
Ieder studentenhuis moet beschikken over een ruimte voor onderhoudsmateriaal.
Elke studentenkamer/-studio moet rechtstreeks toegankelijk en slotvast afsluitbaar zijn.
Wie studentenkamers/-studio’s wil verhuren moet naast de kwaliteitsvereisten van het Kamerdecreet ook steeds voldoen aan de kwaliteitsvereisten van de brandweer.
1. Kan de minister een overzicht geven van het aantal geregistreerde studentenkamers in de verschillende Vlaamse studentensteden (Leuven, Antwerpen, Gent, Mechelen, Hasselt, Kortrijk, Brugge, enz.)? Graag een overzicht per gemeente, alsook een overzicht per provincie. 2. Kan de minister een inschatting maken van het aantal niet-geregistreerde studentenkamers in de verschillende Vlaamse studentensteden (Leuven, Antwerpen, Gent, Mechelen, Hasselt, Kortrijk, Brugge, enz.)? Graag een overzicht per gemeente, alsook een overzicht per provincie. 3. Kan de minister een overzicht geven van het aantal studentenkamers die op heden kleiner zijn dan 12m²? Graag een opsplitsing tussen het aantal geregistreerde en niet-geregistreerde studentenkamers met een overzicht per gemeente en provincie. 4. In verschillende gemeenten zijn er stedelijke verordeningen of politieverordeningen die de specifieke regels opleggen. a) Hoe verloopt de registratie van de studentenkamers in de verschillende Vlaamse studentensteden (Leuven, Antwerpen, Gent, Mechelen, Hasselt, Kortrijk, Brugge, enz.)? Wordt het aantal studentenkamers strikt opgevolgd? Graag een overzicht per gemeente. b) Bestaan er in de verschillende steden specifieke regels (bv. via een stedelijke verordening) voor studentenkamers? Zo ja, graag een toelichting hieromtrent. 5. In 1997 werd het Kamerdecreet goedgekeurd waarbij de kameroppervlakte minstens 12 m² diende te bedragen. Eigenaars van kamers die dateerden van voor het Kamerdecreet kregen de kans om, uiterlijk tegen september 2001, een conformiteitsattest aan te vragen om een afwijking te verkrijgen. a) Hoeveel eigenaars hebben een conformiteitsattest aangevraagd? b) In hoeveel gevallen werd het conformiteitsattest verleend? Op hoeveel kamers had dit conformiteitsattest betrekking? c) Hoeveel studentenkamers zijn er op heden met een oppervlakte kleiner dan 12 m² die dateren van voor de invoering van het Kamerdecreet? d) Bestaat er op heden nog een mogelijkheid om kamers met een oppervlakte kleiner dan 12 m² die dateren van voor de invoering van het Kamerdecreet te regulariseren? Zo ja, graag een nadere toelichting hieromtrent. 6. Kan de minister een overzicht geven van de procedure voor de controle van studentenkamers? Graag een overzicht van alle stappen en betrokken actoren. 7. Hoeveel studentenkamers werden er jaarlijkse gecontroleerd gedurende de periode 2004-2013? Graag een jaarlijks overzicht per stad (Leuven, Antwerpen, Gent, Mechelen, Hasselt, Kortrijk, Brugge, enz.), alsook per provincie. 8. Hoeveel inbreuken werden er vastgesteld bij de jaarlijkse controles uit deelvraag 8? Om welke inbreuken gaat het voornamelijk? Graag een jaarlijks overzicht per stad (Leuven, Antwerpen, Gent, Mechelen, Hasselt, Kortrijk, Brugge, enz.), alsook per provincie. 9. Welke sancties hangen er vast aan de inbreuken uit deelvraag 9? Graag een overzicht van het soort en het aantal toegekende sancties met de overeenkomstige bedragen. Graag eveneens een overzicht per stad (Leuven, Antwerpen, Gent, Mechelen, Hasselt, Kortrijk, Brugge, enz.) en per provincie. 10. Hoeveel van de studentenkamers zijn in overeenstemming met de huidige wetgeving? Graag een overzicht per stad (Leuven, Antwerpen, Gent, Mechelen, Hasselt, Kortrijk, Brugge, enz.), alsook een overzicht per provincie.
ANTWOORD Ik wil er de vraagsteller eerst en vooral toch op wijzen dat het Kamerdecreet niet meer bestaat. Bij decreet van 29 maart 2013 houdende wijziging van diverse decreten wat de woonkwaliteitsbewaking betreft (het zogenaamde ‘Integratiedecreet’) werden de specifieke kwaliteitsvereisten en procedures voor kamers volledig geïntegreerd in de Vlaamse Wooncode en haar uitvoeringsbesluit. Het Kamerdecreet is dan ook opgeheven bij de inwerkingtreding van dat Integratiedecreet op 11 augustus 2013. De specifieke minimale kwaliteitsnormen voor kamers en studentenkamers zijn wel, zoals voordien, uitgewerkt in een technisch verslag voor kamers. Vervolgens moet ik er ook op wijzen dat een (studenten)studio, in tegenstelling tot wat in de introductie van deze vraag is vermeld, steeds een zelfstandige woning is en dus in geen geval onder de specifieke regels voor kamers kan ressorteren. Er zijn op dit ogenblik geen speciale kwaliteitsnormen voor studentenstudio’s. Deze worden beschouwd als gewone zelfstandige woningen en moeten dan ook voldoen aan de minimale veiligheids-, gezondheids- en woonkwaliteitsvereisten voor zelfstandige woningen. Alvorens op de deelvragen in te gaan, wil ik nog volgende opmerkingen formuleren bij de opgesomde ‘comfortnormen’: Naast normen van minimaal comfort, zijn er ook nog veiligheids- en gezondheidsnormen vastgesteld; De oppervlaktenorm waarnaar verwezen wordt voor studentenstudio’s, is de oppervlaktenorm voor een gewone zelfstandige woning. Er bestaat geen speciale oppervlaktenorm voor studentenstudio’s; De regels rond domiciliëring behoren tot de bevoegdheid van de federale overheid en zitten dan ook niet vervat in de Vlaamse woonkwaliteitsvereisten; Een studio dient, zoals elke zelfstandige woning, te beschikken over een volwaardige bad- en toiletfunctie. Voor een kamer is een lavabo voldoende op voorwaarde dat de bad- en toiletfunctie gemeenschappelijk worden voorzien; De verplichting om een fietsenberging te voorzien geldt niet voor studio’s; Er wordt weliswaar binnen de Vlaamse woonkwaliteitsbewaking maximaal rekening gehouden met de kwaliteitsvereisten van de brandweer, maar de vaststelling en handhaving ervan zijn federale bevoegdheid; Het is niet de gemeenschappelijke keuken, maar wel de gemeenschappelijk leefruimte van een studentenhuis die minstens 1,5 m² groot moet zijn. De keuken kan zich hierin bevinden, maar dat is niet per definitie het geval. 1. Er bestaat geen Vlaamse registratieverplichting en de gemeenten die deze registratie zelf verplichten moeten hun lijsten niet voorleggen. Ik heb dan ook geen zicht op de verhouding tussen het aantal geregistreerde en niet-geregistreerde studentenkamers. 2. Idem 1. 3. Wonen-Vlaanderen beschikt niet over dergelijk overzicht aangezien de gemeenten er niet toe gehouden zijn dit te bezorgen. Als bijlage 1 vindt u wel het aantal studentenkamers kleiner dan 12m², zoals opgemeten tijdens een conformiteitsonderzoek uitgevoerd vóór 11/08/2013. Op 11/08/2013 is immers een overgangsbepaling rond deze afwijking op de oppervlaktenorm in werking getreden. Alleen studentenkamers die beschikken over een geldig conformiteitsattest zullen nog kleiner dan 12m² mogen zijn. Momenteel hebben eigenaars nog de kans om dit attest aan te vragen. 4. a) Een aantal gemeentelijke reglementen voorziet in een meldingsplicht, andere verplichten de verhuurders van (studenten)kamers om een conformiteitsattest aan te vragen. Enkele gemeenten gaan nog verder en leggen een verhuurvergunning op. Ik verwijs in dit verband naar mijn antwoord op vraag om uitleg nr. 898 van mevrouw Schrijvers.
Tijdens het overleg met de brandweercommandanten, dat doorging op 24 maart, signaleerden de steden mij dat de opvolging en handhaving van dergelijke registratieverplichting niet evident is. Leuven bijvoorbeeld, die het totaal aantal zelfstandige woning en kamers verhuurd aan studenten op 35.000 à 40.000 schat, probeert hier zicht op te krijgen door verschillende bronnen (bevolkingsregister, belasting tweede verblijven, immo-websites,…) te combineren. Het grootste probleem in verband met de handhaving is volgens de steden het tekort aan woningcontroleurs en brandpreventieadviseurs. In verband met de woningkwaliteit heb ik gewezen op de mogelijkheid om een vergoeding te vragen voor de afgifte van het conformiteitsattest. Wat de brandpreventie betreft, zal nagegaan worden of er efficiëntiewinsten kunnen gevonden worden in de lopende hervormingsoperatie. b) Een aantal steden heeft inderdaad strengere gemeentelijke veiligheids- en kwaliteitsvereisten voor (studenten)kamers vastgesteld in een gemeentelijke verordening. Voor een overzicht van de bestaande gemeentelijke reglementen verwijs ik naar mijn antwoord op schriftelijke vragen nr. 298 van 2 februari 2012 en nr. 355 van 22 februari 2012. In het Integratiedecreet is vastgesteld dat de bestaande reglementen met aanvullende vereisten voor (studenten)kamers maar geldig blijven tot 31 december 2014. Dat betekent dat de gemeenten hun verordening moeten aanpassen aan de gewijzigde regelgeving en het herwerkte reglement dit jaar nog ter goedkeuring moeten voorleggen aan de minister van wonen. WonenVlaanderen ondersteunt de gemeenten bij de opmaak van dat reglement. Naar aanleiding hiervan evalueren de gemeenten thans de opportuniteit van (het behoud van) een kamerreglement. 5. Het conformiteitsattest moest vóór 1 september 2001 worden aangevraagd bij de gemeente. Er was geen verplichting voorzien om Wonen-Vlaanderen hierover te informeren. Het agentschap heeft daar dan ook geen volledige cijfers over. Van de 520 onderzochte studentenkamers met een vastgestelde oppervlakte kleiner dan 12m² (zie deelvraag 3), vielen er 192 onder de afwijkingsbepaling. Dat wil zeggen dat voor die studentenkamers een conformiteitsattest werd aangevraagd vóór 1 september 2001. Studentenkamers waarvoor geen conformiteitsattest is aangevraagd vóór 1 september 2001 moeten minstens 12m² zijn. Daarvoor is thans geen regularisatie meer mogelijk. 6. Dit hangt af van de aanleiding van het conformiteitsonderzoek. Voor alle Vlaamse instrumenten lopen de procedure voor kamers en zelfstandige woningen volledig gelijk: Strafrechtelijke procedure: - actie door de Vlaamse Wooninspectie; - horen van betrokkenen; - proces-verbaal en eventueel herstelvordering van de Vlaamse Wooninspectie naar parket. Administratieve procedure tot ongeschikt- en onbewoonbaarverklaring: gedeelde bevoegdheid burgemeester - Wonen-Vlaanderen: 1. Start procedure bij burgemeester 2. onderzoek ontvankelijkheid
gemeente
3. Verzoek conformiteitsonderzoek
gemeente
4. Conformiteitsonderzoek
Wonen-Vlaanderen
5. Advies aan burgemeester
Wonen-Vlaanderen
6. Betrokkenen informeren
burgemeester
7. Betrokkenen horen
burgemeester
8. Besluit
burgemeester
9. Beroep
bij minister
10. Beslissing beroep
minister
Aanvraag tot afgifte conformiteitsattest: - Aanvraag tot afgifte bij burgemeester; - Conformiteitsonderzoek door woningcontroleur, aangewezen door de burgemeester; - Beslissing over afgifte of weigering door burgemeester; - Mogelijkheid om bij weigering door burgemeester een nieuwe aanvraag bij WonenVlaanderen in te dienen. Onderzoek in kader van gemeentelijk reglement voor (studenten)kamers: burgemeester Preventieonderzoek brandveiligheid: brandweer 7. Bijlage 2 geeft het aantal studentenkamers gecontroleerd door Wonen-Vlaanderen en de Vlaamse Wooninspectie. Wonen-Vlaanderen voert conformiteitsonderzoeken uit in studentenkamers in het kader van de administratieve procedure tot ongeschikt- en onbewoonbaarverklaring (dus uitsluitend vraaggestuurd). De Vlaamse Wooninspectie voert onderzoeken uit in het kader van de strafrechtelijke handhaving. 8. De term ‘inbreuk’ refereert naar de strafrechtelijke procedure. De Vlaamse Wooninspectie, die instaat voor die strafrechtelijke handhaving, houdt evenwel geen aparte cijfers bij over studentenkamers. Als bijlage 3 vindt u wel het gemiddeld aantal strafpunten voor de gecontroleerde studentenkamers, alsook een overzicht van de meest voorkomende gebreken in die studentenkamers. 9. Als een woning (zelfstandig of niet-zelfstandig) ongeschikt of onbewoonbaar wordt verklaard, wordt ze opgenomen op de Vlaamse inventaris. Aan die inventaris is een jaarlijkse heffing gekoppeld. Ik heb geen zicht op de heffingsbedragen die voor studentenkamers worden betaald, dat behoort tot de bevoegdheid van minister Muyters. De Vlaamse Wooninspectie houdt geen aparte cijfers bij over het aantal herstelvorderingen voor studentenkamers. Ik heb geen informatie over het aantal sancties gekoppeld aan de gemeentelijke kamerreglementen. 10. Als bijlage 4 het aantal studentenkamers door Vlaamse ambtenaren onderzocht sinds 2004 met minder dan 15 punten (= niet ongeschikt), die niet onbewoonbaar zijn bevonden en geschikt waren voor bewoning door minstens 1 persoon. Gelieve er wel mee rekening te houden dat verschillende gemeenten een vooronderzoek doen, alvorens een dossier door te sturen naar het Vlaams Gewest. Als uit het vooronderzoek blijkt dat de woning conform is, dan zal dit dossier niet worden doorgestuurd. Hoeveel dossiers niet worden doorgestuurd omdat uit het vooronderzoek bleek dat de kamers conform waren, weet ik niet. De gemeenten zijn niet verplicht dit te melden. BIJLAGEN
1. Aantal unieke studentenkamers kleiner dan 12 m² onderzocht vóór 11/08/2013. Aantal studentenkamers gecontroleerd in de periode 2004-2014 per gemeente. Gemiddeld aantal strafpunten voor de gecontroleerde studentenkamers en een overzicht van de meest voorkomende gebreken in die studentenkamers. Totaal aantal uniek gecontroleerde studentenkamers niet-ongeschikt, niet-onbewoonbaar en geschikt voor 1 persoon vanaf 2004.
Bijlage 1: Aantal unieke studentenkamers kleiner dan 12 m² onderzocht vóór 11/08/2013 gemeente aantal unieke studentenkamers onderzocht vóór 11/08/2013 kleiner dan 12m² Antwerpen 4 Gent 408 Kortrijk 1 Leuven 83 Lier 1 Merelbeke 1 Oostende 13 Riemst 7 Turnhout 2 totaal 520
Bijlage 2. Aantal studentenkamers gecontroleerd door Vlaamse ambtenaren in de periode 2004-2013 per gemeente gemeente Aalst Antwerpen Gent Heusden-Zolder Kortrijk Kraainem Leuven Lier Merelbeke Oostende Riemst Sint-Niklaas Turnhout
2004
2005
2006
2007
2008
12
23
46
15 114
2009 1
2010
2011
2012
150
96 2
231
12 197
15 1 2
1 100
8
22
2013 2 25 524 12
84
179
11 1
2 18 48
35
13
23 7 3
2
Bijlage 3. a) Het gemiddeld aantal strafpunten voor studentenkamers gecontroleerd door Vlaamse ambtenaren per gemeente per jaar gemeente Aalst Antwerpen Gent Heusden-Zolder Kortrijk Kraainem Leuven Lier Merelbeke Oostende Riemst Sint-Niklaas Turnhout
2004
2005
47,75
2006
33,91
2007
2008
20,91
0 53,4
2009 26 42,71
2010
57,16 24,5
33,8 24 0
2011
2012
44,54
1,75 54,49
47 67,6
8,88
107,5
2013 7 41,8 76,15
2014
51,13
61,25 65,08
50,93
14,71
0 15
3 4,67 10,92
12,74
3,13
5,38
89 49 111
b) De meest voorkomende gebreken in kamerwoningen met minstens één studentenkamer deel Kamer Kamer Kamer Gemeensch. Ruimte
categorie 3 2 1 2
Kamer Kamer Kamer Gemeensch. Ruimte
4 4 4 2
beschrijving gebrek lavabo met aanvoer van warm en koud water ontbreekt in de kamer (tenzij gootsteen aanwezig) lavabo met aanvoer van warm en koud water (tenzij gootsteen aanwezig) de kamer beschikt niet over een brievenbus en een bel er is onvoldoende verluchting in het lokaal aanwezigheid niet-luchtdichte verwarmingstoestellen (incl. toestellen die voorzien in sanitair warm water)/ indicatie van risico op CO-vergiftiging totale nettovloeroppervlakte woonlokalen voldoet niet aan de minimale normen indicatie van ernstig risico op CO-vergiftiging/aanwezigheid niet-luchtdichte verwarmingstoestellen er is onvoldoende verluchting in het lokaal
Bijlage 4. Totaal aantal uniek gecontroleerde studentenkamers niet-ongeschikt, niet-onbewoonbaar en geschikt voor 1 persoon vanaf 2004 gemeente Aalst Antwerpen Gent Kortrijk Leuven Lier Merelbeke Oostende Riemst
aantal 2 16 153 1 24 10 1 30 6