Vlaams Architectuurinstituut Beleidsplan 2006 - 2009
Inhoudstafel 1.
INLEIDING ...................................................................................................................................... 3 1.1. 1.2.
2.
Vlaams Architectuurinstituut 2002-2004 ............................................................................... 3 Situatieschets ........................................................................................................................ 5
BELEIDSPLAN ............................................................................................................................... 7 2.1 Missie .................................................................................................................................... 7 2.2. Doelpublieken ...................................................................................................................... 10 2.3. Sterkte – zwakteanalyse VAi ............................................................................................... 11 2.3.1. Intern sterk ................................................................................................................... 11 2.3.2. Intern zwak ................................................................................................................... 11 2.3.3. Bedreigingen ................................................................................................................ 12 2.3.4. Kansen ........................................................................................................................ 12 2.4 Beleidsopties of strategische doelstellingen ...................................................................... 13 2.4.1. Mensen interesseren in en sensibiliseren voor architectuur. ....................................... 13 2.4.2. Een goede informatiedoorstroming en brede kennis inzake architectuur verzekeren. 13 2.4.3. Een klimaat creëren dat meer mogelijkheden biedt voor de realisatie van architectuur .. 14 2.4.4. Vlaamse architectuur ook internationaal een uitstraling en bekendheid geven. ......... 14 2.5. Operationele doelstellingen ................................................................................................. 15 2.5.1. Architectuur openstellen voor het publiek en bespreekbaar maken (1.1) ................... 18 2.5.2. Architectuur in concrete programma‟s in kranten, tijdschriften, radio en tv brengen (1.2) .............................................................................................................................. 24 2.5.3. Architectuureducatie initiëren en begeleiden (1.3) ...................................................... 26 2.5.4. Private bouwheren stimuleren voor de keuze van kwalitatieve, eigentijdse architectuur (1.4) .............................................................................................................................. 28 2.5.5. Informatieverzameling en –verspreiding verzekeren (2.1) .......................................... 29 2.5.6. Het VAi als aanspreekpunt profileren en naambekendheid geven (2.2) ..................... 35 2.5.7. Het verwerven van nieuwe ideeën en het vergelijken van standpunten rond architectuur bevorderen (2.3) ....................................................................................... 36 2.5.8. Onderzoek en kritische reflectie bewerkstelligen (2.4) ................................................ 38 2.5.9. Landelijke uitbouw van de architectuurarchiefcoördinatie (2.5) ................................... 40 2.5.10. Samenwerking tussen leden van het architectuurlandschap stimuleren (3.1) ............ 43 2.5.11. Een onderbouwd professioneel debat over architectuur op gang brengen (3.2) ........ 44 2.5.12. Een forum bieden aan jonge architecten (3.3) ............................................................. 45 2.5.13. Beleidsondersteunend en –adviserend optreden (3.4) ................................................ 47 2.5.14. Een internationaal netwerk creëren (4.1) ..................................................................... 49 2.5.15. Internationaal de eigen kwaliteit en culturele identiteit van de Vlaamse architecten specifiëren en promoten (4.2) ...................................................................................... 50 2.6. Tijdsplanning van de resultaten ........................................................................................... 51 2.7. Evaluatie .............................................................................................................................. 55 2.8. Personen betrokken bij het samenstellen van het beleidsplan ........................................... 56
3.
SITUERING .................................................................................................................................. 57 3.1. Infrastructuur ....................................................................................................................... 57 3.1.1. Kantoren en informatieopslagplaats 2006-2008 .......................................................... 57 3.1.2. Andere oplossingen 2006-2009 ................................................................................... 57 3.1.3. De nieuwbouw van het deSingelcomplex, publiek gezicht voor het VAi ..................... 57 3.2. Personeel ..................................................................... Fout! Bladwijzer niet gedefinieerd. 3.2.1. Intern, bestaande personeelsstructuur ..................Fout! Bladwijzer niet gedefinieerd. 3.2.2. Extern personeel ....................................................Fout! Bladwijzer niet gedefinieerd. 3.2.3. Aangroei personeel ................................................Fout! Bladwijzer niet gedefinieerd. 3.3. Organigram................................................................... Fout! Bladwijzer niet gedefinieerd. 3.4. Financiële middelen ............................................................................................................ 59 3.4. Financiële middelen ............................................................................................................ 59 3.5. Begroting ...................................................................... Fout! Bladwijzer niet gedefinieerd. 3.6. Ledenlijst van de Raad van Bestuur.................................................................................... 60 3.7. Ledenlijst van de Algemene Vergadering ........................................................................... 61
2
1.
INLEIDING
Dit beleidsplan 2006-2009 ten behoeve van het Kunstendecreet dat ingaat vanaf 2006 vertrekt van het beleidsplan 2002-2006 dat het Vlaams Architectuurinstituut samenstelde. De instelling is nog steeds in opstart, bijgevolg zijn de missie noch de strategische doelstellingen gewijzigd. Dit omdat ze nog steeds gelden en onderschreven worden door de overheid, de raad van bestuur en het VAi. De strategische doelstellingen en de opdracht die het VAi meekreeg bij de opstart vereisen een continue en steeds breder wordende actieradius. Een koerswijziging voor het VAi is nog niet aan de orde, wel de verder ontplooiing van werking. Ook in de operationele doelstellingen vertoont dit plan weinig wijzigingen. De acties zijn daarentegen soms verfijnd en uitgebreid, anderen hebben reeds hun effect bewezen in de werking van de voorbije twee jaar.
1.1.
Vlaams Architectuurinstituut 2002-2004
Het Vlaams Architectuurinstituut is opgericht op initiatief van de Vlaamse overheid in oktober 2001 en wordt omschreven als steunpunt voor de architectuursector. Het VAi start zijn werking in mei 2002 met de aanstelling van de directeur. De eerste twee werkjaren zijn uitgebouwd op vier sporen: de publieksacitiviteiten, de sensibiliseringsopdracht, de beleidsondersteunende en de steunpuntfunctie. Publieksactiviteiten Voor de publieksactiviteiten wordt geopteerd om een aantal acties uit te werken die zeer divers van aanpak en karakter zijn. Ze beogen ook steeds andere doelgroepen. We vermelden de twee edities Dag van de Architectuur met opengestelde gebouwen, architectuurrondleidingen en stadswandelingen, en de rondleidingen omtrent het thema bedrijfsgebouwen. Maar ook de twee tentoonstellingen die het VAi samenstelde kenden groot succes en blijken nog steeds het meest direct allerlei publiek te bereiken. De expo Léon Stijnen en het veelvuldig gebruik van beton wordt meermaals in Vlaanderen gepresenteerd. Met de tentoonstelling Kinshasa, The Imaginary City kreeg de het VAi door de vermelding en de prijs van de Gouden Leeuw op de 9 Internationale Architectuurbiënnale van Venetië een internationale erkenning. Ook deze tentoonstelling wordt meermaals opgesteld in binnen- en buitenland. De thema’s van de publieksactiviteiten betreffen steeds onderwerpen die actueel zijn in het architectuurdebat. Soms is ook aansluiting gezocht bij initiatieven van anderen en is door de samenwerking een groter effect en bereik bekomen. Het VAi wil zich voeden en contact houden met de typische vakinhoudelijke discussie om ze daarna te vertalen en te verbreden naar een breder en groter publiek. Sensibiliseren Voor de sensibiliseringsopdracht wordt geopteerd om vooreerst de jongeren en anderzijds de geschreven pers aan te spreken. Met een lessenpakket; video, handleiding voor leerkrachten en website voor jongeren is voor het middelbaar onderwijs een uitgebreid werkinstrument samengesteld. Leerkrachten voeden en lesmateriaal aanbieden die jongeren gevoelig maakt voor architectuur is een langzaam maar noodzakelijk proces in het bewustwordingsproces van architectuur. In de workshop architectuurkritiek worden „beginnende critici‟ een theoretisch denkkader over het belang van kritiek aangeboden. Daarnaast wordt een schrijfopdracht begeleid. Diverse deelnemers schrijven nu reeds over architectuur in allerhande publicaties. Het VAi neemt dit initiatief als antwoord op de dringende vraag vanuit de media naar auteurs die vlot en leesbaar over deze specifiek materie kunnen schrijven. Hierdoor werkt het VAi via de pers aan de sensibilisering. De publicatiepolitiek van het VAi is zowel een strategie om groter publieksbereik voor architectuur op te bouwen alsook het publiek meer en betere kennis over eigentijdse architectuur mee te geven. Door de diversiteit aan publicaties is voor elk segment van het doelpubliek reeds aanbod voorhanden. We vermelden het tweejaarlijkse Jaarboek Architectuur Vlaanderen (eerste editie met VAi als uitgever in 2004) die een selectie aan belangwekkende gebouwen aanbiedt, de cahiers Achtergrond die
3
thema‟s behandelen die actueel en relevant zijn voor het architectuurdebat in Vlaanderen en die gekoppeld zijn aan een andere publieksactiviteit van het VAi, de reeks jonge Architecten in Vlaanderen dat een forum biedt aan de nieuwe generatie die een meer experimentele positie binnen de architectuur innemen, de magazines van de Dag van de architectuur: handige gidsjes met kaartjes, adressen, namen van architecten en bouwheren van meer dan honderd recente kwalitatieve architectuurprojecten die zich bevinden in de grote en middelgrote steden in Vlaanderen. Beleidsonderzoek en steunpuntfunctie De eerste werkingsjaren wordt intens met de administratie BKM samengewerkt om het ontluikende architectuurbeleid verder uit te werken. Tevens wordt gepeild naar bestaande initiatieven en acties, samenwerkingsverbanden en specifieke taken voor het VAi. Dit resulteerde ondermeer in de samenstelling van een beleidsplan VAi 2002-2006 en een beleidsplan voor archiefcoördinatie met betrekking tot de architectuurarchieven, de oprichting van het Centrum Vlaamse Architectuurarchieven (CVAa) onder de koepel van het VAi, een nota Architectuur en Vormgeving vanuit Cultureel Perspectief: een intern document ter aansturing van een mogelijk architectuurbeleid, een onderzoek naar de aanwezigheid en mogelijkheden van een lokaal architectuurnetwerk. Het VAi heeft ook op dit aspect zijn expertise en dynamiek ingezet en wenst dit ook in de toekomst verder te doen. Het VAi is steunpunt voor de sector architectuur. Dit betekent dat het VAi een diverse waaier van acties opneemt en uitvoert die gaan van informeren, communiceren, coördineren, verzamelen, documenten bewaren,… Ook hier is voor een deel onzichtbaar en achter de schermen werk verricht in een uitgebreide portfolioverzameling van architecten. Anderzijds toont de uitgebreide en gebruiksvriendelijke website www.vai.be de veelzijdigheid van de informatieverstrekking en gebruiksmogelijkheden aan. Deze website is sinds april 2004 online en een uitstekend communicatiemiddel voor het VAi. Een uitgebreide architectuuractiviteitenkalender en de nieuwsbrief zijn slecht twee van de instrumenten die we hier vermelden. Het VAi profileerde zich ook de eerste twee jaar als partner voor onderzoek en kritische reflectie. Diverse actoren, maar ook lokale overheden vroegen om medewerking, opstellen van inhoudelijke kaders voor offertes, tentoonstellingen, publicaties, communicatie rond typische problematiek. Ondermeer rond de problematiek van bedrijfsgebouwen, sociale huisvesting, platteland- en landschapsbeleid werd samengewerkt. Met gerichte fotografieopdrachten wil het VAi tevens een impuls geven aan het debat. Door middel van de fotografie wil het instituut enerzijds een groter publiek aanspreken en het materiaal beschikbaar stellen aan onderzoekers en makers van publieksevenementen. Het VAi heeft zich sinds zijn prille bestaan ook internationaal geprofileerd. Het Jaarboek Architectuur Vlaanderen 2003-2004 is ook in het Engels uitgegeven en wordt in het buitenland verspreid. De internationale erkenning was duidelijk met de onderscheiding voor de beste tentoonstelling op de Internationale Architectuurbiënnale in Venetië in september 2004. Dit bewijst dat het VAi als jonge instelling een plaats verworven heeft in het internationale architectuurdebat èn de deskundigheid in huis heeft om aantrekkelijke publieksactiviteiten op te zetten. Centrum voor Vlaamse Architectuurarchieven In 2003 werd in opdracht van de administratie cultuur binnen de werking van het VAi een coördinatiecentrum voor architectuurarchieven opgericht. Dit centrum heeft een eigen overeenkomst met de overheid en valt onder de subsidieregelgeving van het archiefdecreet. Bij de opmaak van dit plan is het CVAa slechts één jaar operatief en nu al is merkbaar dat archiefvormers en -bewaarders door het CVAa gesensibiliseerd zijn rondom het belang van architectuurarchieven. Het grote publiek werd opgeroepen om archieven te signaleren. Omdat de hoofdopdracht van het CVAa is om architectuurarchieven en de kennis erover duurzaam te bewaren, te ontsluiten en te valoriseren ondernemen zij hiervoor specifieke acties. Die acties zijn het opstellen van rapporten, het maken van partnerships rondom afgebakende projecten, geïntegreerde projecten waarin onderzoek, ontsluiting, expertise en sensibilisering zitten vervat.
4
1.2.
Situatieschets
Deze situatieschets geeft aan welk architectuurbeleid de Vlaamse overheid voerde en illustreert op beknopte wijze de producenten van architectuurcultuur van dit moment in Vlaanderen. Deze schets beperkt zich tot een beschrijving en is geen beoordeling of doorlichting. Ze is er ten behoeve van de lezer die op deze manier beter de plaats en de opdracht van het VAi kan inschatten. De beleidsvorming rond hedendaagse architectuurcultuur binnen de Vlaamse overheid steunt in hoofdzaak op twee pijlers: de afdeling Beeldende Kunst en Musea (BKM) binnen de administratie Cultuur van het departement WVC en het team van de Vlaams Bouwmeester binnen de administratie Overheidsopdrachten, Gebouwen en Gesubsidieerde Infrastructuur van het departement AZF. In de loop van voorgaande legislaturen hebben diverse werkgroepen nagedacht en gedebatteerd over een te ontwikkelen architectuurbeleid. Begin jaren ‟90 lanceerde een informele werkgroep het idee om een Jaarboek Architectuur uit te geven. Geïnspireerd door deze dynamiek stelde de afdeling BKM in 1992 een redactieraad samen voor de publicatie van een Jaarboek Architectuur Vlaanderen. De eerste editie van het Jaarboek verscheen in 1994 als uitgave van de afdeling. Daarnaast kent de minister van Cultuur, op advies van een informele adviescommissie, ad hoc subsidies toe voor architectuur- en vormgevingsinitiatieven, en reikt hij sinds 1995 een jaarlijkse Cultuurprijs Architectuur/Vormgeving uit (alternerend). De subsidieprocedure werd in 1998 formeel geregeld door de oprichting van een beoordelingscommissie Architectuur en Vormgeving en het opstellen van een experimenteel subsidiereglement. Vanaf 2006 wordt het beleidsdomein architectuur opgenomen binnen het kunstendecreet. Uit de redactieraad van het Jaarboek en de beoordelingscommissie kwamen belangrijke impulsen voor de ontwikkeling van een architectuurbeleid vanuit cultureel perspectief. Met name de ideeën rond een Vlaams Bouwmeester en een Architectuurinstituut ontstonden in dit kader. Het ambt van Vlaams Bouwmeester werd in 1998 geïnstalleerd onder de directe verantwoordelijkheid van de Vlaamse regering, met als centrale opdracht: de overheid aanzetten tot voorbeeldig opdrachtgeverschap. De Vlaams Bouwmeester stelde een architectuurbeleid op voor overheidsgebouwen die geconcretiseerd zijn in een actieprogramma voor vijf jaar. Het beleid steunt enerzijds op de voorbeeldfunctie van de Vlaamse overheid inzake goed opdrachtgeverschap voor de eigen huisvesting van ambtenaren. Daarnaast worden alle bouwopdrachten die door de overheid worden gesubsidieerd op vraag van de bouwheer begeleid inzake opmaak van het programma en de projectdefinitie en keuze van de architect. Dit behelst een voorbeeldfunctie inzake kwaliteitspraktijk. De acties van de Vlaams Bouwmeester zijn te uitgebreid om binnen dit bestek te presenteren. We vermelden slechts de hoofdlijnen van de doelstellingen: systematische ondersteuning van de overheid als bouwheer een selectiebeleid voor ontwerpers een stimuleringsbeleid voor jonge ontwerpers een onderzoeksbeleid met betrekking tot kunstintegratie een ondersteuningsbeleid voor lokale besturen een ondersteuningsbeleid bij de bouw van scholen een horizontaal overleg met verschillende departementen een internationaal samenwerkingsbeleid een publicatiebeleid een sensibiliseringsbeleid voor bouwheren van de overheid.
Op initiatief van de Cultuuroverheid werd vervolgens de oprichting van een Architectuurinstituut opgenomen in het regeerakkoord 2002-2004. Tijdens de legislatuur 2002-2004 werd het concept van „steunpunten‟ voor diverse cultuursectoren ontwikkeld en zo werd eind 2001 het „Vlaams Architectuurinstituut‟ opgericht als steunpunt voor de sector. Het VAi werd operationeel met de aanstelling van zijn directeur in mei 2002.
5
In tegenstelling tot de Vlaams Bouwmeester richt het VAi zich niet op de overheid, maar op het publiek en de professionele sector. Zijn opdracht werd in 2002 vastgelegd in een beheersovereenkomst: Het coördineren, verwerken en optimaal beschikbaar stellen van actuele kennis en informatie over architectuur en het architectuurgebeuren in Vlaanderen in het bijzonder. Het sensibiliseren van het grote publiek voor de hedendaagse architectuur. De samenwerking bevorderen tussen de bestaande architectuurinitiatieven en samenwerking ontwikkelen met relevante organisaties en personen. Het deskundig begeleiden van de professionele architectuursector in Vlaanderen en op basis van permanente evaluatie en toegepast onderzoek een bijdrage leveren tot een continue ontwikkeling in het veld en het overheidsbeleid. Architectuurcultuur krijgt eveneens vorm door diverse actoren in het culturele veld. De Stichting Architectuur Museum (SAM) Gent, ontwikkelde vanaf de jaren ‟80 met de steun van het Designmuseum een dynamische werking. In de jaren negentig speelde het Kunstcentrum deSingel inzake architectuurtentoonstellingen een voortrekkersrol. Inmiddels staat architectuur op het programma van diverse culturele en kunstencentra: De Beursschouwburg, het STUK, Netwerk, CC Turnhout, CC Dilbeek,... Het programma betreft tentoonstellingen, lezingen, wedstrijden naar aanleiding van verbouwingen van de eigen infrastructuur. Ook de hogescholen en universitaire opleidingen voor architectuur en stedenbouw werken dmv. allerlei activiteiten voor onderwijzend personeel en studenten aan een dynamisch architectuurklimaat. Alhoewel een publiekswerking vanuit de onderwijsopdracht geen evidentie is, slagen veel instellingen erin om relevant onderzoek te vertalen naar interessante publicaties, tentoonstellingen, debatten. De docenten van de instellingen zijn vaak adviseur, of verbonden met de werking van de institutionele en culturele partners. In het voorbije decennium zijn heel wat lokale architectuurinitiatieven ontstaan naar aanleiding van uitzonderlijke evenementen. Ze zijn essentieel gebleken in het op gang trekken van lokale bewustwordingsprocessen. Evenementen genereren slechts een enkele maal middelen en personeel. Na afloop van het evenement leidt dit gebrek aan financiële middelen jammer genoeg tot het ontbinden of langzaamaan doodbloeden van de initiatieven. (Anno 02, CAD, Architectuur als Buur, Stad aan de Stroom, StudioOpenStad....) Sommige overleven door samenwerkingen aan te gaan met beroepsorganisaties, stadsadministraties, onderwijsinstellingen. Meestal blijven de initiatieven enkel overleven door belangeloos engagement. Een uitzondering op lokaal niveau is de Stichting Stad en Architectuur uit Leuven. Deze vzw opgericht door de Stad Leuven, de Provincie Vlaams Brabant en de KULeuven bestaat sinds 2001 en vervult de volwaardige taak van lokaal architectuurcentrum. Diverse provincies reiken ondertussen een provinciale Architectuurprijs uit, wat in veel gevallen de aanzet is voor een stimulerend debat. Naast de Orde van Architecten, die het tijdschrift A+ ondersteunt, zijn er verder de verschillende beroepsverenigingen die meewerken aan de verbetering van de architectuurkwaliteit en het architectuurklimaat. Zij verzorgen om. publicaties, studiedagen, rondleidingen, ontmoetingen, websites edm. Tot slot zijn er in Vlaanderen diverse overheden, verenigingen, instellingen en individuen die onrechtstreeks ijveren voor kwalitatieve hedendaagse architectuur. Zij benaderen het domein via andere thema's als leefmilieu, stedenbeleid, huisvesting, erfgoed en landschap. Alhoewel architectuurkwaliteit bevorderen niet direct hun directe opdracht is, werken zij mee aan het bewustzijn van de maatschappelijke relevantie van architectuur.
6
2.
BELEIDSPLAN
2.1
Missie
Een goed uitgewerkte missie is een essentiële voorwaarde voor het bereiken van de doelstellingen van het VAi. Bij het uitwerken van de missie werd er immers nagedacht over waar we in grote lijnen met het VAi naartoe willen, m.a.w. hoe de ideale organisatie er zou uitzien, wat de organisatie wil worden en wat ze nastreeft. De missie van het VAi werd voor haar oprichting als volgt in het regeerakkoord 2002-2006 van de Vlaamse Regering vermeld: " De culturele betekenis van hedendaagse architectuur is onvoldoende bekend. Nochtans hangt de algemene levenskwaliteit in hoge mate af van de manier waarop de leefomgeving vorm wordt gegeven. Er is een grote nood aan een actueel denk- en referentiekader. Een Centrum voor architectuur kan bijdragen tot het promoten van kwaliteitsvolle architectuur, tot reflectie en debat. Het kan tevens fungeren als een netwerk-centrum dat synergieën bewerkstelligt tussen de verschillende initiatieven en instellingen." De vzw tracht deze missie te herformuleren om hierin de antwoorden op te nemen op de vragen “Wat doet het VAi?”, “Voor wie doet het VAi dit?” en “Wat wil het VAi daarmee realiseren?”. Hiermee zorgt de vzw ervoor dat de missie: - een bron van inspiratie is voor al de personeelsleden naar de toekomst toe; - helpt bij het leggen van consistentie in de acties, plannen en beleid van het VAi; - een focus biedt om het VAi te richten op duidelijk afgelijnde prioriteiten waarover consensus bestaat. De missie van het VAi formuleert de vzw als volgt:
"Het VAi wil zowel het brede publiek als professionelen, onderzoekers, de media en de overheid interesseren in en sensibiliseren voor de culturele en maatschappelijke aspecten van kwalitatieve eigentijdse architectuur en haar impact op de leefomgeving. Hiervoor wil het VAi hét aanspreekpunt worden voor iedere geïnteresseerde of betrokkene in de architectuur om - de kennis over architectuur in Vlaanderen te bevorderen; - de ontwikkeling van het architectuurbeleid en -gebeuren te initiëren, te coördineren en te stimuleren.”
Interesseren en sensibiliseren: Het VAi streeft ernaar dat de verschillende doelgroepen zich interesseren in en bewust zijn van architectuur en van de impact van architectuur op de kwaliteit van de leefomgeving. Zowel het brede publiek als de andere doelgroepen moeten de eigentijdse architectuur, die tenslotte een perceptie is van de hedendaagse realiteit, kennen en “evident” vinden. Niet alleen de eigentijdse architectuur verdient aandacht. Het Centrum Vlaamse architectuurarchieven richt zich op architectuur van het recente verleden en het onderzoek van ontwerpen, processen, gerealiseerde gebouwen aan de hand van archiefmateriaal. Een inzicht in de bouwgeschiedenis levert immers kennis op die voor de actualiteit essentieel is. Hiervoor werkt het CVAa aan een sensibilisering van het belang van architectuurarchieven en coördineren zij voor Vlaanderen deze
7
materie. Het VAi en het CVAa zetten in de toekomst geïntegreerde projecten op die een groot en breed publiek aanspreken en de culturele waarde van architectuur bevattelijk maken. Het VAi benadert architectuur niet enkel vanuit het culturele aspect maar ook vanuit maatschappelijke aspecten zoals de duurzaamheid en flexibiliteit van gebouwen, de niet onuitputbaarheid van grondstoffen, het gebruik van belastingsgelden, het promoten van jonge vooruitstrevende architecten, enz. Het VAi wil de architectuur meer evident inzetbaar maken in het totstandkomen van een kwalitatieve omgeving. Het VAi onderzoekt diverse strategieën en acties die deze inzetten vertalen naar grotere publieksgroepen zonder dat daarom de inhoud of de vorm kwaliteitsverlies moeten lijden. De betrokkenheid met architectuur moet steeds groter worden. Het VAi werkt hiervoor aan een communicatiestrategie die accenten zoekt die aanspreken en breed kunnen doordringen. Aanspreekpunt: Het VAi is hét aanspreekpunt voor iedere geïnteresseerde of betrokkene in de architectuur. Het VAi is het adres, het gezicht, het geheugen van de architectuur in Vlaanderen. Vlaanderen mag dan wel beschikken over een reeks architectuuropleidingen en culturele verenigingen, geen enkele instelling kan aanspraak maken op een centrale en representatieve positie zoals die van het VAi. Hierbij is het belangrijk op te merken dat architectuur voor het VAi een containerbegrip is. Dit betekent dat het zich toelegt op alle vaktypische, wetenschappelijke, maar ook de maatschappelijke gevolgen van architectuur. Architectuur is geen afgebakend begrip. Ze interfereert met disciplines als infrastructuurwerken, landschapsarchitectuur, stedenbouw, monumentenzorg, vormgeving, beeldende kunst, scenografie. Maar ook literatuur, filosofie, geschiedenis, geografie, statistiek... kunnen bijdragen tot een beter begrip van de betekenis van architectuur. Vanuit verwante praktijken als bovenvermelde, ontleent en ontwikkelt architectuur voortdurend nieuwe betekenissen en vervult ze een brede maatschappelijke rol. Architectuur begrijpen we tevens vanuit diverse schaalniveaus van ontwerp en actieradius. De architectuur gaat 'van stoel tot stad' zoals de Nederlandse architect Herman Herzberger het ooit gevat uitdrukte. Het is vanuit dit ruime kader dat het VAi zal opereren en standpunten innemen over architectuur. Het VAi stimuleert als steunpunt architectuur in Vlaanderen door een klimaat te creëren en te versterken waarbinnen kwaliteitsvolle architectuur kansen krijgt. Het VAi fungeert als tussenpersoon, katalysator en communicator tussen beleid en werkveld, tussen universiteiten en publiek, tussen informatie en educatie, tussen overheid en praktijk en tussen de maatschappij en de cultuurpraktijk. Op deze wijze herdefinieert het VAi architectuur steeds opnieuw vanuit de vakinhoudelijke kennis en introduceert het VAi architectuur binnen de brede maatschappelijke discussies over de kwaliteit van onze leefomgeving. Daarbij is zowel de particulier als opdrachtgever, maar ook als gebruiker de eerste doelgroep. Daarnaast werkt het VAi samen met diverse overheden op Vlaams, Provinciaal en gemeentelijke niveau aan de uitbouw van een onderbouwd architectuurbeleid. Dit laatste is complementair aan de reeds ingezette werking van de Vlaams Bouwmeester en betreft vooral de sensibilisering, de communicatie over architectuur, het stimulerings- en onderzoeksbeleid van die overheden met betrekking tot eigentijdse architectuur. Kennis bevorderen: Het VAi bevordert voor het geïnteresseerde brede publiek en de professionelen de informatiedoorstroming en kennis rond de eigentijdse architectuur in Vlaanderen. In deze context neemt het VAi zowel een verzamelfunctie als een stimulerende functie op: enerzijds zorgt het VAi voor het opslaan en verwerken van alle mogelijke gegevens over het werkveld, anderzijds bevordert en stimuleert het VAi de activiteiten en initiatieven die de kennis over de sector, onder meer door bekendmaking bij zowel professionelen als bij het grote publiek, stimulering van reflectie en discussie en internationale uitstraling.
8
Bij de opbouw van deze kennis speelt de samenwerking met het CVAa een cruciale rol. Nieuwe denkpistes en modellen worden immers niet ‘ex nihilo’ ontwikkeld, maar steunen vaak op ervaringen en evaluaties van het verleden. Het VAi en het CVAa streven ernaar om thematische synergieën te bewerkstelligen zodat er een wederzijdse ondersteuning van kennisbevordering ontstaat. Ontwikkeling van architectuurbeleid en -gebeuren initiëren, coördineren en stimuleren: a) Architectuurbeleid Architectuur is zowel een cultuurproduct, als een producent van cultuur. Ze is de vertaling van het leven in ruimte, tijd en materie, terwijl ze tegelijk de conditionerende factor is van dat leven zelf. Vandaar dat architectuur onmiskenbaar een zaak is van iedereen. De maatschappelijke betekenis van architectuur kan derhalve niet genoeg worden onderlijnd, gezien het immense effect van een gebouw of de gebouwde omgeving op de samenleving. Het is dan ook de taak van de overheid om architectuur de plaats te geven die ze verdient. Dit betekent architectuur opnemen in een integraal kwaliteitsbeleid van duurzame ontwikkeling, solidariteit en culturele innovatie. Architectuurbeleid is niet alleen een verantwoordelijkheid van de Vlaamse overheid. Alle overheden op lagere niveaus, maar ook organisaties, besturen, instellingen in diverse sectoren moeten zich bewust worden dat architectuur van groot belang is. We denken hierbij aan de zorgsector, intercommunales, sociale huisvestingsmaatschappijen, de privé-bouwsektor, enz. Het VAi wil hen allen stimuleren om een architectuurbeleid te voeren en verantwoordelijkheid te nemen inzake de kwaliteit van de gebouwde omgeving. b) Architectuurgebeuren Het VAi formuleert voorstellen en werkt met de culturele overheid samen om een blijvende en noodzakelijke onderbouw voor een algemeen en toekomstgericht architectuurbeleid mogelijk te maken. Daarvoor is het noodzakelijk dat het instituut beroep kan doen op de bestaande expertise en de krachten die nog steeds verspreid en versnipperd in het veld aanwezig zijn. Als open en onafhankelijk instituut organiseert het VAi samenwerkingen met partners in het veld: culturele instellingen, onderwijs, administraties en het team van de Vlaamse Bouwmeester, stedenbeleid, beleidsmakers, beroepsorganisaties. Het VAi zal de identiteit van de verschillende actoren in het Vlaamse architectuurveld respecteren en met hen samen of in specifieke werkverbanden opereren. Het VAi neemt in deze context enerzijds een begeleidende functie op via onder meer dienstverlening en ondersteuning van het desbetreffende domein en bevordering van deskundigheid. Het VAi biedt, door de ervaring en de centrumfunctie, aan de partners in het veld aan hun werking te professionaliseren en hun activiteiten aan bredere en andere publieken door te geven. Het VAi pleit ervoor meer actoren in het veld te subsidiëren, zodat een professionalisering en deskundigheid kan worden opgebouwd die meer effect en impact zal opleveren. Het kunstendecreet opent perspectieven voor nieuwe culturele architectuurpraktijken. Anderzijds neemt het VAi hier een onderzoeksfunctie op via onderzoek en analyse van de sector en ontwikkeling van projecten: een architectuurbeleid vraagt om overzicht en inzicht ondersteund door een ernstig wetenschappelijk én cultureel denkkader. Het VAi moet een dergelijk kader onderbouwen. Gezien het institutioneel fragiele architectuurlandschap in Vlaanderen, heeft het VAi een dubbele rol. Enerzijds zal het synergie bewerkstelligen tussen de bestaande instellingen en verenigingen en zodoende het kennisareaal ontsluiten en inzetten via netwerking. Anderzijds zal het instituut zelf ook een brede en diepgaande kennis moeten ontwikkelen. Zoals eerder aangehaald gebeurt deze kennisontwikkeling in nauwe samenwerking met het CVAa. Vertrekkend vanuit deze overtuiging organiseert het VAi projecten die deze visie verduidelijken, die processen in gang zetten. Dit zal resulteren in een meer kwalitatieve architectuur en in een groter bewustzijn over architectuur.
9
2.2.
Doelpublieken
In de missie wordt een antwoord gegeven op de vragen “Wat doet het VAi?”, “Voor wie doet het VAi dit?” en “Wat wil het VAi daarmee realiseren?”. Met betrekking tot de tweede vraag, de doelpublieken van het VAi, wordt in dit deel een meer gedetailleerde categorisering weergegeven. Het VAi moet de kennis en de belangstelling voor architectuur vergroten bij vele diverse doelpublieken. Daarnaast zullen bepaalde groepen beroep doen op de diensten van het VAi. Alle doelgroepen zijn voor het VAi belangrijk. Soms zal voor een bepaalde activiteit een breed publiek gezocht worden, voor andere activiteiten zal een meer specifieke doelgroep voor ogen staan. Het VAi wenst daar geen hiërarchie of prioriteiten aan vast te koppelen. De doelgroepen zijn in verscheidene categorieën onder te brengen: 1. Het grote publiek: de brede groep die met architectuur en architectuurcultuur in aanraking komt. Ook jongeren en kinderen moeten in onderwijs en vrijetijdsactiviteiten in aanraking komen met de architectuurwereld. 2. Ontwerpers (architecten, stedenbouwkundigen, landschapsarchitecten, interieurontwerpers, studenten in die disciplines): het VAi moet voor hen een discussieplatform aanbieden en kennisverbreding- en uitwisseling mogelijk maken. 3. Actoren die actief in het bouwproces aanwezig zijn: overheden, projectontwikkelaars, opdrachtgevers, bedrijfswereld, investeerders,... 4. Binnenlandse en buitenlandse partners die op een of andere manier bij architectuur betrokken zijn. Het VAi moet voor buitenlandse actoren het aanspreekpunt zijn voor informatieverstrekking over de Vlaamse architectuurwereld. Omgekeerd moet het VAi aanvragen voor participatie aan tentoonstellingen, debatten, wedstrijden e.a. manifestaties coördineren en doorspelen aan administraties, locale actoren, onderwijsinstellingen, personen. Het VAi moet een stimulerende en coördinerende rol spelen in het bewerkstelligen van deze landelijke en internationale contacten en uitwisselingen. 5. Het VAi heeft een goede relatie met de landelijke en internationale (architectuur)pers. Het VAi is voor de pers in Vlaanderen hét informatiepunt over architectuur. Het VAi informeert de pers via de nieuwsbrief, via persberichten en het doorgeven van informatie over eigen activiteiten en activiteiten van derden. Bij extensie kan men stellen dat ook andere media zoals televisie, radio, websites en gespreksfora op website architectuur op de agenda moeten plaatsen. Ook hier ligt een opdracht voor het VAi. 6. Architectuurcritici en de academische architectuurwereld die op professionele basis studies en analyses maken. Het is van belang dat het VAi nieuwe informatie, nieuwe bevindingen over architectuur kent en vertaalt naar het grote publiek, het beleid dmv acties. Op die manier vervult het VAi zijn werkelijke rol. 7. Archiefvormers en archiefbewaarders moeten gesensibiliseerd worden over het belang van architectuurarchieven en gestimuleerd om architectuurarchieven op te nemen, te inventariseren, te bewaren en ontsluitbaar te maken voor onderzoekers en publieksevenementen. Dit betreft zowel de overheidsarchieven als de privaatrechterlijke archieven.
10
2.3.
Sterkte – zwakteanalyse VAi
Alvorens vanuit de missiebepaling van het VAi de strategische en operationele doelstellingen af te leiden, werd eerst nog een tussenstap uitgevoerd: een sterkte-zwakteanalyse van het VAi. Deze tussenstap bepaalt enerzijds de drijvende krachten (de factoren die het VAi drijven in de richting van de realisatie van de missie) en anderzijds de tegenwerkende krachten (de factoren die de realisatie van de missie bemoeilijken). Het realiseren van de missie kan namelijk beduidend vlotter verlopen door het versterken van de drijvende, sterke kanten en/of het verzwakken van de tegenwerkende, zwakke kanten. Het resultaat van de sterkte-zwakteanalyse wordt hieronder ter informatie weergegeven en werd gebruikt als aanknopingspunt om vanuit de missie de strategische en operationele doelstellingen te bepalen. 2.3.1.
Intern sterk
-
Het VAi beschikt over ervaring en deskundigheid op diverse vlakken. Het team heeft kennis van de ontwerppraktijk. Het VAi kan procesmatig werken, kan publieksevenementen opzetten, heeft kennis van het maken van publicaties, heeft ervaring met beleidsadvies. Het team is vertrouwd met het onderzoek in de academische wereld en heeft ervaring met educatie.
-
Het VAi gebruikt de middelen die haar ter beschikking staan optimaal en verkrijgt impact.
-
Binnen het VAi is de kennis van de internationale architectuurcultuur groot.
-
Het VAi heeft goede relaties met architecten, studenten, academici en het culturele netwerk.
-
Het VAi heeft een pioniersmentaliteit. Daarom is de organisatie flexibel, kunnen er vlug beslissingen worden genomen, kan het vlug anticiperen en vrij vlug inpikken op aanbod, vragen en problemen.
-
Het VAi heeft onder haar koepel het CVAa en werkt samen voor de coördinatie- en informatieopdrachten.
-
Het VAi heeft met de diverse acties in de voorbije twee jaar een dynamisch en inhoudelijk sterk profiel opgebouwd dat divers doelpubliek aanspreekt.
-
Het VAi heeft internationale erkenning gekregen door de toekenning van de prijs voor beste tentoonstelling op de Internationale Architectuurbiënnale van Venetië in 2004.
2.3.2.
Intern zwak
-
Het VAi beschikt in huis voor bepaalde aspecten van haar opdracht over onvoldoende expertise. De opdrachten van het VAi zijn zo verscheiden en breed dat de vereiste specifieke kennis moet ingehuurd worden. De communicatie rond publieksevenementen is te omvattend om intern op te volgen. Bepaalde juridische en zakelijke aspecten vereisen nauwe opvolging. De debatfunctie die het VAi moet opnemen als opiniemaker heeft nood aan weer andere deskundigheid.
-
Het VAi heeft een te beperkte relatie met de bouwsector, de beroepsverenigingen en de Orde van Architecten en is in de optiek van deze groep geen vanzelfsprekende partner. Nochtans hebben het VAi en deze sector één gemeenschappelijke drijfveer, namelijk de deskundigheid van de architect verduidelijken en promoten.
-
Binnen de hoeveelheid aan evenementen, in het bijzonder binnen de architectuursector, moet het VAi een identiteit kunnen profileren en de specificiteit van zijn werking blijven aantonen.
-
De torenhoge verwachtingen van het veld en de sector zijn niet onmiddellijk inlosbaar.
11
2.3.3.
Bedreigingen
-
Bouwen en architectuur zijn zeer afhankelijk van processen en beslissingsmechanismen die met louter economische en commerciële belangen te maken hebben. De culturele dimensie van architectuur is in die wereld en bij het publiek in het algemeen niet sterk aanwezig.
-
Er is nog geen goede landelijke verspreiding van partners waarmee het VAi een zogenaamd professioneel netwerk kan opbouwen.
-
De aandacht voor kwalitatieve architectuur is jong en onvoldoende doorgedrongen in alle sectoren (sociale huisvesting, ruimtelijke ordening, monumentenzorg, onderwijs, economie, milieu ...). Dit betekent dat betrokkenen er zich niet van bewust zijn dat zij in hun professionele activiteit keuzes moeten maken over architectuur. Alle overheden hebben hier een voorbeeldfunctie te vervullen. Een integrale visie en aanpak van architectuur op Vlaams niveau is nog niet realiseerbaar. Dit geldt ook voor de lokale en provinciale overheden.
-
Er is een gebrek aan traditie en bestuurscultuur inzake kwalitatieve architectuur en de manier waarop kansen kunnen worden geschapen om die tot stand te laten komen.
-
Het VAi is volledig afhankelijk van één subsidiërende overheid.
2.3.4.
Kansen
-
De doelstellingen die de overheid via de beheersovereenkomst aan het VAi meegaf, zijn zeer ruim. Dit biedt vele mogelijkheden en maakt de mogelijke actieradius van het VAi zeer breed. Het VAi kan bijgevolg vele diverse richtingen uit en met zeer verschillende partners werken.
-
Het VAi heeft de mogelijkheid en de vrijheid om zelf strategieën en operaties te bedenken voor het vervullen van zijn opdracht. Het VAi kan hiervoor autonoom de meeste geschikte partners kiezen.
-
De locatie van de kantoren in de gebouwen van het complex van deSingel bieden het VAi diverse voordelen en infrastructuur. In 2008 krijgt het VAi een publiek gezicht met nieuwe kantoren geënt op de publieksas en een voor publiek toegankelijke leeszaal waar het informatiedocumentatiecentrum wordt ondergebracht.
-
De huisvesting in deSingel kost aan het VAi enkel verbruiks- en onderhoudskosten.
-
Bepaalde onderwerpen met betrekking tot architectuur en ruimtelijke ordening leven bij het middenveld en het grote publiek (bouwgrondschaarste, onbetaalbare woonhuizen in de stad, nieuwe wooncultuur, structuurplannen op gemeentelijk niveau, Europese wetgeving voor architecten en het onderwijs,...). Dit betekent dat er wel degelijk een maatschappelijk debat aan de gang is over architectuur en kwaliteit, maar dat het niet op die manier gepercipieerd wordt. Dit betekent eveneens dat publiek en politici op crisismomenten behoefte hebben aan informatie, duiding en visie omtrent dit soort problematiek.
-
Op lokaal niveau bestaat een soort van embryonale architectuurwerking. Er zijn een aantal lokale beroepsorganisaties, individuen, stadsbesturen die een startpunt kunnen zijn voor een professionele en permanente opvolging van een lokale architectuurwerking. Dit netwerk kan door activiteiten van het VAi ontstaan, professionaliseren, actief worden.
-
De lokale architectuurinitiatieven kunnen juist door hun lokale verankering beroep doen op middelen, werkkracht en infrastructuur die ter plekke aanwezig zijn. Bijgevolg moet de Vlaamse overheid niet steeds aangesproken worden om activiteiten die het lokale niet overstijgen te subsidiëren.
-
Enerzijds is door de welvaart en het economische draagvlak van heel wat inwoners in Vlaanderen een discussie over kwaliteit met betrekking tot architectuur mogelijk. Anderzijds moet die discussie worden verbreed naar de hoofdthema's van het toekomstig ruimtegebruik en het betaalbaar en waardevol wonen voor alle lagen van de bevolking.
12
2.4
Beleidsopties of strategische doelstellingen
Met behulp van de sterkte-zwakteanalyse werd er bepaald wat er concreet op lange termijn moet gedaan worden om de beoogde doelstellingen, zoals bepaald in de missie, te realiseren. Zo werden een aantal leidende richtlijnen opgesteld die een doorslaggevende invloed zullen hebben op de toekomstige operationele activiteiten van het VAi. Gezien de uitgebreidheid van het domein waarop het VAi wil werken, werd er voor dit beleidsplan 2006-2009 een destillatie gemaakt van de meest prioritaire doelstellingen van het VAi. Deze strategische doelstellingen worden hieronder opgesomd en uitgelegd. De missie noch de strategische doelstellingen zijn sinds de oprichting van het VAi in 2002 gewijzigd. Bovendien zal het resultaat van de doelstellingen slechts merkbaar zijn na een termijn van tien jaar werking.
Missie
“Het VAi wil zowel het brede publiek als professionelen, onderzoekers, de media en de overheid interesseren in en sensibiliseren voor de culturele en maatschappelijke aspecten van kwalitatieve eigentijdse architectuur en haar impact op de leefomgeving. Hiervoor wil het VAi hét aanspreekpunt worden voor iedere geïnteresseerde of betrokkene in de architectuur om - de kennis over architectuur in Vlaanderen te bevorderen; - de ontwikkeling van het architectuurbeleid en -gebeuren te initiëren, te coördineren en te stimuleren.”
2.4.1.
Strategische doelstellingen
1. Mensen interesseren in en sensibiliseren voor architectuur.
2. Een goede informatiedoorstroming en brede kennis inzake architectuur verzekeren
3. Een klimaat creëren dat meer mogelijkheden biedt voor de realisatie van architectuur.
4. Vlaams architectuur ook internationaal een uitstraling en bekendheid geven.
Mensen interesseren in en sensibiliseren voor architectuur.
Met deze doelstelling wil het VAi publiek dat niet vertrouwd zijn met architectuur of niet direct zelf met een concrete vraag naar architectuur leven interesseren en sensibiliseren. Het is noodzakelijk om op een laagdrempelige manier precies te verduidelijken wat de betekenis, de meerwaarde van architectuur is. Daarenboven is het even onmisbaar om te spreken over hoe architectuur tot stand komt, wat van belang is in een ontwerpproces en realisatie van een gebouw. 2.4.2.
Een goede informatiedoorstroming en brede kennis inzake architectuur verzekeren.
Het VAi wil via het verzamelen, verwerken en beschikbaar stellen van alle mogelijke actuele kennis en informatie over het architectuurgebeuren in Vlaanderen komen tot een betere informatiedoorstroming, een betere bekendmaking en bredere kennis van allerlei aspecten die te maken hebben met architectuur. De informatie en het niveau van kennisverzameling zijn in de eerste plaats bedoeld voor geïnteresseerden en de private professionele opdrachtgevers.
13
De kennis, de beschikbaarheid en de verspreiding van informatie zullen eveneens leiden tot een grotere deskundigheid van de professionele architectuursector. Het VAi wil immers de plek zijn waar men terecht kan voor specifieke vragen en waar men concrete informatie vindt of wordt doorverwezen voor gerichte informatie. Binnen de opdracht van de archiefcoördinatie voor architectuurarchieven van het VAi ligt eveneens de nadruk op kennisoverdracht en informatiedoorstroming tussen het publiek, de archiefinstellingen en de overheid. De verschillende Vlaamse archiefinstellingen zijn verantwoordelijk voor de hoofdtaken bewaren, onderzoeken en ontsluiten. Het CVAa zal instaan voor de gestroomlijnde en toegankelijke informatie over architectuurarchieven. 2.4.3.
Een klimaat creëren dat meer mogelijkheden biedt voor de realisatie van architectuur.
Voor diegenen die reeds het belang van architectuur kennen en/of er dagelijks in de praktijk mee omgaan, wil het VAi een goed privaat opdrachtgeverschap stimuleren. Het VAi wil elke bouwheer maar ook de overheid bewust maken van hun verantwoordelijkheid in het totstandkomen van en het collectief gebruik van onze leefomgeving vandaag en in de toekomst. Het VAi streeft ernaar dat alle personen die door hun professionele activiteit meewerken aan de realisatie van de gebouwde omgeving zich van de noodzaak van kwaliteit bewust zijn en meewerken aan processen die deze kunnen bevorderen. Voor hen moeten concrete acties, voorbeelden, gesprekken, artikels die vakspecifiek en inhoudelijk zijn, aangeboden worden. Op die wijze zal het VAi ook een concrete bijdrage leveren aan het debat over architectuur en aan het uitwerken van een architectuurbeleid. Die bijdragen zullen heel gericht, specifiek en grondig zijn en bedoeld voor specifieke betrokkenen. 2.4.4.
Vlaamse architectuur ook internationaal een uitstraling en bekendheid geven.
De Europese regelgeving laat toe dat buitenlandse architecten projecten uitvoeren in Vlaanderen en dat architecten uit Vlaanderen projecten uitvoeren in andere deelstaten van de Europese Gemeenschap. Het VAi wil dus niet enkel in Vlaanderen het gezicht zijn van de architectuur, maar wil ook in het buitenland ambassadeur zijn voor de creativiteit en het vakmanschap die aanwezig zijn bij architecten in Vlaanderen.
14
2.5.
Operationele doelstellingen
De strategische doelstellingen, zoals gedefinieerd in het voorgaande deel, zijn de doelstellingen die het VAi op lange termijn wil realiseren. Om deze lange termijn doelstellingen te realiseren, moeten deze vertaald worden naar doelstellingen op korte termijn. Bij het opstellen van de operationele doelstellingen en de hieruit volgende projecten en activiteiten werd zo veel mogelijk vertrokken van het “SMART-concept”: - S = Specifiek Een effectieve doelstelling vereist specifieke en herkenbare resultaten, die zo concreet mogelijk geformuleerd worden. - M = Meetbaar Het beoogde resultaat moet meetbaar of tenminste vast te stellen zijn om na te gaan of het doel bereikt is. - A = Afgesproken (overeengekomen) Een effectieve doelstelling vereist acceptatie en instemming van alle betrokken niveaus. - R = Realistisch (maar toch uitdagend) Het gestelde doel moet haalbaar zijn, maar met het oog op continue verbetering moet de uitdaging in de doelstelling expliciet aanwezig zijn. - T = Tijdsgebonden Een effectieve doelstelling is gebonden aan een te volgen tijdsschema. Hierdoor wordt het bepalen van de belangrijkheid van de doelstelling en het stellen van prioriteiten mogelijk gemaakt. Aan de operationele doelstellingen worden projecten gekoppeld die de acties definiëren om de doelstellingen te verwezenlijken. De meetbaarheid van de operationele doelstellingen wordt opgesteld in functie van deze projecten en acties: per project/actie worden er meetindicatoren aangegeven die toelaten om te evalueren in welke mate de doelstellingen behaald zijn. Hierbij is het belangrijk op te merken dat de materie van architectuurwerking en vooral de mate van sensibilisering en informatie verstrekken moeilijk te meten zijn via één enkele meetindicator, temeer daar projecten en acties meer dan één operationele doelstelling kunnen ondersteunen. Om het succes van de projecten/acties te meten is het dus belangrijk de verschillende meetindicatoren tezamen te bekijken en hieruit conclusies te trekken. Gezien het VAi nog in een opstartfase zit en er dus nog geen nulmeting gebeurd is, worden er in dit document geen streefcijfers aangegeven voor de meetindicatoren. Bij de evaluatie van de werking van het VAi en het behalen van de doelstellingen moeten de cijfers m.b.t. de meetindicatoren verzameld en vervolgens geanalyseerd worden in functie van het budget dat beschikbaar was en de accenten die tijdens het lopende jaar bepaald zijn. In de volgende figuur wordt de vertaling van de strategische doelstellingen in operationele doelstellingen weergegeven. Bovendien wordt er aangegeven welke projecten/acties ondernomen worden om de operationele doelstellingen te realiseren. Zoals aangegeven kunnen projecten een impact hebben op verschillende operationele doelstellingen.
15
Strategische doelstellingen
Operationele doelstellingen
Projecten/Acties
1.1. Architectuur openstellen voor het publiek en bespreekbaar maken
Dag van de architectuur, rondleidingen, tentoonstellingen/geïntegreerde projecten CVAa, website, nieuwsbrief, samenwerking bibliotheken, promotie architectuurpublicaties, erfgoeddag, cultuurmarkt, personeelsplan VAi
1.2. Architectuur in concrete programma‟s, in kranten, in tijdschriften, radio en tv brengen
Dag van de architectuur, workshop architectuurkritiek, het creëren van en deelnemen aan een levendige debatcultuur in de media, het maken van concrete formats voor tv-programma‟s, standpunten innemen en verspreiden ivm modern architecturaal erfgoed, personeelsplan VAi
1. Mensen interesseren in en sensibiliseren voor architectuur 1.3. Architectuureducatie initiëren en begeleiden
Lessenpakket architectuur (inclusief begeleiding), leerkrachten begeleiden in het gebruik van de pakketten, actieve internationale prospectie naar educatief materiaal, personeelsplan VAi
1.4. Private bouwheren stimuleren voor keuze van kwalitatieve, eigentijdse
architectuur
Missie
2.1. Informatieverzameling en – verspreiding verzekeren
2.2. Het VAi als aanspreekpunt profileren en naambekendheid geven
2. Een goede informatiedoorstroming en brede kennis inzake architectuur verzekeren
Informatie- en documentatiecentrum, website, Jaarboek Architectuur Vlaanderen, Cahierreeks Achtergrond, Publicatiereeks architecten en thema‟s 20ste eeuw, publicatiereeks CVAa: archieftechnische en architectuurhistorische publicaties, toolbox voor archiefvormers, website CVAa, partnerships CVAa
Medewerking aan publicaties van derden, website, communicatie en promotie
2.3. Het verwerven van nieuwe ideeën en het vergelijken van standpunten rond architectuur bevorderen
Cahierreeks Achtergrond, Colloquia en lezingen, website, nieuwsbrief, het creëren van en deelnemen aan een levendige debatcultuur in de media, het maken van concrete formats voor tv-programma‟s, adviesraad CVAa
2.4. Onderzoek en kritische reflectie bewerkstelligen
Bestaande onderzoeken stimuleren en bekendmaken, eigen onderzoek initiëren, geïntegreerde projecten CVAa, partnerships CVAa, publicaties CVAa
2.5. Landelijke uitbouw van de architectuurarchiefcoördinatie
Rapporten, partnerships CVAa, databanken, archiefoverdrachten, website van het CVAa, architectuurhistorische en archieftechnische onderzoeksprojecten, vertegenwoordiging, adviesraad van het CVAa, expertiseverlening aan archiefvormers en -bewaarders
16
Strategische doelstellingen
Operationele doelstellingen
3.1. Samenwerking tussen leden van het architectuurlandschap stimuleren
3. Een klimaat creëren dat meer mogelijkheden biedt voor de realisatie van architectuur
Projecten/Acties
Uitbouw van netwerken (professionele, Vlaams Bouwmeester, stedenbeleid, adviesraad CVAa
3.2. Een onderbouwd professioneel debat over architectuur op gang brengen
Colloquia of lezingenreeksen, cahierreeks Achtergrond, Communicatie en promotie, het creëren en deelnemen aan een levendige debatcultuur in de media, adviesraad CVAa, personeelsplan VAi
3.3. Een forum bieden aan jonge architecten
Presentatie werk van jonge architecten, internationale acties voor jonge architecten
3.4. Beleidsondersteunend en– adviserend optreden
Jaarboek Architectuur Vlaanderen, uitbouwen van netwerken, voorbereiding van en rapportering over een stimulerend architectuurbeleid
4.1. Een internationaal netwerk creëren
Colloquia of lezingenreeks, website, vertalingen, vertegenwoordigingsbeleid
4.2. Internationaal de eigen kwaliteit en culturele identiteit van de Vlaamse architecten specifiëren en promoten
Vertalingen, Jaarboek Architectuur Vlaanderen, Vertegenwoordigingsbeleid
Missie
4. Architectuur in Vlaanderen ook internationaal een uitstraling en bekendheid geven
17
In wat volgt worden de verschillende operationele doelstellingen toegelicht aan de hand van de projecten/acties die eraan gekoppeld zijn. Voor elk van de projecten/acties wordt ook telkens aangegeven welke de resultaatsindicatoren zijn.
2.5.1.
Architectuur openstellen voor het publiek en bespreekbaar maken (1.1)
2.5.1.1.
Dag van de architectuur
Het VAi organiseert tweejaarlijks in het vroege najaar de Dag van de architectuur. Hedendaagse architectuur en recent gebouwde projecten openstellen voor het publiek is een succesformule. Velen blijken geïnteresseerd om een blik te werpen achter de gevels van de gebouwen waar je anders niet binnen kan, of om duiding te krijgen over locaties waar je anders dagelijks voorbij zou lopen. Niet alleen architecten en studenten architectuur zijn geïnteresseerd, ook het grote publiek komt naar dit soort manifestatie. De Dag van de architectuur krijgt ook media-aandacht. Het belang van kwaliteitsvolle hedendaagse architectuur wordt in de pers op heel diverse wijze onderstreept. De belangrijkste doelstelling van de Dag van de architectuur is om alle mogelijke opdrachtgevers te stimuleren te kiezen voor kwaliteitsvolle hedendaagse architectuur. Bovendien wil de dag niet alleen de nadruk leggen op het evenement maar ook op de communicatie, een werkelijk gesprek tussen bouwheren, architecten en geïnteresseerden. Elke Dag van de architectuur behandelt een specifiek thema. (2002 Gebouwen en verhalen, 2004 Publieke ruimte, openbare gebouwen) Het is de bedoeling om via het thema de selectie te verscherpen en echte voorbeeldprojecten voor te stellen. Dit betekent dat niet steeds opnieuw voor allerlei manifestaties dezelfde gebouwen, bouwheren en ontwerpers aan bod komen. Er wordt naar gestreefd om de ideeën en theorieën van architecten, stedenbouwkundigen en specialisten in binnenen buitenland te vertalen om een ruimer en actueel inhoudelijk kader voor dit grote sensibiliserende evenement op te bouwen. Op die manier werkt het VAi aan het doorgeven van nieuwe ideeën, aan het tonen van andere oplossingen en verbreedt het VAi het debat over architectuur. Het is belangrijk om een evenwicht te bewaren tussen het mogelijk grootschalige karakter van het evenement en het streven naar verdieping door deelname aan een rondleiding te stimuleren. Daarvoor wordt voor het publiek een gelaagde vorm van participatie aangeboden: het vrij bezoeken van een opengesteld gebouw, de architectuurrondleiding, de stadstour. Ook lokale initiatieven van stadsbesturen, verenigingen, opleidingen e.a. organiseren tal van activiteiten van tentoonstellingen tot debatten. Zo worden nog meer mensen bij de dag betrokken. Voor de rondleiding worden architecten, studenten en professionele gidsen ingezet. Het VAi verkrijgt door de Dag van de architectuur naambekendheid en erkenning. Na twee edities in 2002 en 2004 is duidelijk voor het VAi hoe ze een dergelijk evenement organisatorisch moeten opzetten. Uit de ervaringen worden voor de toekomstige edities lessen getrokken. In grote lijnen gaan de bekommernissen over hoe nog meer publiek intensief bij de dag betrokken kan worden, hoe en met welke middelen de communicatie en haar aanpak moet vergroten, hoe de lokale organisatoren professionaliseren en begeleiden. Verder wenst het VAi met de Dag van de architectuur thema‟s en inhouden die belangrijk zijn voor het maatschappelijk debat over architectuur als aanleiding te nemen. Het blijft noodzakelijk deze thema‟s te expliciteren naar het brede publiek, het blijft noodzakelijk om stellingen in te nemen voor architectuur. Dit alles vereist een uitbreiding van de ploeg medewerkers van het VAi, alsook meer middelen voor het evenement op zich. Het blijft aan te raden om van de Dag van de architectuur een Biënnale te maken om enerzijds een volwaardig nieuw aanbod te kunnen aanbieden, lokale medewerking te kunnen krijgen en anderzijds om de uitvoering van de andere opdrachten van het VAi te kunnen waarmaken. Operationele doelstellingen waaraan deze activiteit ook nog tegemoet komt: - 1.2 Architectuur in concrete programma‟s in kranten, tijdschriften, radio en tv brengen - 1.4 Private bouwheren stimuleren voor de keuze van kwalitatieve, eigentijdse architectuur
18
Resultaatsindicatoren: - Aantal keer dat de Dag van de architectuur georganiseerd wordt (te meten door het VAi) - Aantal deelnemers aan de Dag van de architectuur (te meten bij de organisatie) - Tevredenheid van de deelnemers aan de Dag van de architectuur (te meten via enquête/bevraging op de Dag zelf) - Aantal persartikels en de inhoud ervan over de Dag van de architectuur (te meten via persmap) - Aantal lokale architectuurinitiatieven die naar aanleiding van de Dag van de architectuur opgestart werden (te meten via de activiteitenkalender) - Aantal vragen dat het VAi krijgt m.b.t. de Dag van de architectuur, ingedeeld volgens doelgroep (te meten door het VAi) - Peiling naar de gekendheid van de activiteit
2.5.1.2.
Rondleidingen
Architectuurrondleidingen zijn net als de Dag van de architectuur een uitstekend medium om een nieuw en ander publiek te bereiken en gevoelig te maken voor architectuur. Momenteel verzorgen diverse verenigingen, toeristische diensten, culturele-educatieve instellingen in de grote steden in Vlaanderen een groot pakket aan architectuuruitstappen. Na grondige analyse van het aanbod, heeft het VAi vastgesteld dat hedendaagse en kwalitatieve architectuur niet zo veelvuldig in het pakket voorkomt. Slechts een aantal organisatoren als Brusselbinnenstebuiten, AntwerpenAverechts, Amarant, VTB e.d. geven ook meer diepgaander informatie over meestal historische architectuur. Het VAi wil zelf rondleidingen opzetten die ingaan op specifieke thema‟s die aansluiten op de actualiteit en op het eigen programma van het VAi. We refereren aan de eerste reeks tours met betrekking tot bedrijfsgebouwen, de vestigingsproblematiek en architectuur. De rondleidingen zijn steeds voorzien van commentaar door een speciaal opgeleide gids, auteurs, critici, of architecten. Opnieuw is de rondleiding vanuit dezelfde bekommernis om een werkelijk gesprek en sensibilisering tot stand te brengen tussen de professionelen en de leken primordiaal. Daarnaast is het belangrijkste aspect van bezoeken ter plaatse de mogelijkheid tot het direct fysiek ervaren van het gebouw en de plek. De rondleidingen worden in een dubbelformule aan het publiek aangeboden. Enerzijds richten ze zich tot het grote publiek en anderzijds tot de professionelen: bouwheren, ambtenaren,... Het VAi zal op termijn een aanbod van diverse rondleidingen kunnen aanbieden. Om deze expertise en contacten maximaal te valoriseren en een nog groter publiekbereik te bewerkstelligen zal het VAi zelf of een partner waarmee het samenwerkt, deze rondleidingen aanbieden. We kunnen denken aan groepering van een vijftal verschillende rondleidingen die georganiseerd worden in de najaren wanneer er geen Dag van de architectuur plaats vindt.. Operationele doelstellingen waaraan deze activiteit ook nog tegemoet komt: - 1.4 Private bouwheren stimuleren om te kiezen voor van kwalitatieve, eigentijdse architectuur Resultaatsindicatoren: - Aantal rondleidingen dat georganiseerd wordt (te meten door het VAi) - Aantal deelnemers aan de rondleidingen (te meten bij de organisatie/inschrijving) - Tevredenheid van de deelnemers (grote publiek) aan de rondleidingen (te meten via enquête/bevraging op de rondleiding zelf) - Evaluatiegesprekken met professionele deelnemers - Aantal recensies en de inhoud ervan over de rondleidingen (te meten via persmap) - Aantal vragen dat het VAi krijgt m.b.t. de rondleidingen, ingedeeld volgens doelgroep (te meten door het VAi) - Peiling naar de gekendheid van de activiteit
2.5.1.3.
Tentoonstellingen / geïntegreerde projecten CVAa
Architectuurtentoonstellingen zijn een uitstekend medium om diverse publieken voor architectuur te sensibiliseren. Ondanks het feit dat architectuur „tentoonstellen‟ een niet evidente opgave is, blijkt een goede mix van educatieve aspecten en scenografische installatie architectuur bespreekbaar te maken. Het VAi kan niet onmiddellijk zelf architectuurtentoonstellingen produceren. Zij zal indien er
19
zich mogelijkheden en opdrachten aandienen, ook deze vorm van publiekswerking opnemen. Tentoonstellingen opgedragen door de Vlaamse Gemeenschap in een internationaal verband liggen wel binnen de verantwoordelijkheid en mogelijkheden van het VAi. Hiervoor dienen wel aparte kredieten worden voorzien. Het is aangewezen om samenwerkingen voor tentoonstellingen op te zetten met het CVAa. Verder zal het VAi fungeren als adviseur voor lokale en eenmalige organisatoren van tentoonstellingen. De geïntegreerde projecten in samenwerking met het CVAa hebben als doelstelling om recent wetenschappelijk onderzoek te confronteren met belangrijke archiefstukken van Vlaamse architecten. De confrontatie resulteert telkens in een publieksmoment (tentoonstelling, lezingenreeks,…) dat is gericht op verspreiding van kennis over het architecturale erfgoed en een duurzaam product (catalogus, inventaris, …) dat de kennis over het architecturale erfgoed blijvend vastlegt en een opstap biedt voor verdere ontsluiting en onderzoek. Resultaatsindicatoren: - Aantal tentoonstellingen dat georganiseerd wordt (te meten door het VAi) - Aantal deelnemers aan de tentoonstellingen (te meten bij de organisatie/inschrijving) - Tevredenheid van de deelnemers aan de tentoonstellingen (te meten via enquête/bevraging op de tentoonstelling zelf) - Evaluatiegesprekken met professionele deelnemers - Aantal recensies en de inhoud ervan over de tentoonstellingen (te meten via persmap) - Aantal vragen dat het VAi krijgt m.b.t. de tentoonstellingen, ingedeeld volgens doelgroep (te meten door het VAi) - Peiling naar de gekendheid van de activiteit 2.5.1.4.
Website
Het VAi hecht een groot belang aan het bestaan en het permanent updaten van een Nederlands- en Engelstalige website. De site is een krachtig instrument dat een adequate selectie informatie over architectuur in Vlaanderen groepeert. Daarnaast is het een communicatiemiddel om de verschillende activiteiten en opdrachten van het VAi te verspreiden. De site is een zeer dynamisch instrument dat steeds wordt aangevuld met actuele informatie. Het VAi bouwt de website uit als een virtueel documentatiecentrum met een uitgebreide databank van gegevens over de professionele en culturele architectuurwereld in Vlaanderen. Het instrument verleent een directe toegang tot nuttige informatie voor alle publiek. De website is tevens een promotie-instrument dat ingezet wordt om de architectuur in Vlaanderen en in het buitenland beter bekend te maken. De technische constructie van de website van het VAi gebeurde in het jaar 2003. In maart 2004 ging de website online. In 2005 wordt voor het permanent beheer van de website en voor de documentatieverwerking een extra medewerker aangeworven. De website blijft in de toekomst één van de belangrijkste projecten van het VAi. De Architectuurkalender, de nieuwsbrief, de praktische organisatie van boeken -en rondleidingenverkoop, het CMS-systeem zijn slechts enkele van de vele klantvriendelijke mogelijkheden die de website aanbiedt. Voor het structureren en ter beschikking stellen van de informatie en documentatie die het VAi verzamelt is ze onontbeerlijk. De website kan bovendien uitgroeien tot een discussieplatform. Operationele doelstellingen waaraan deze activiteit ook nog tegemoet komt: - 2.1 Informatieverzameling en -verspreiding verzekeren - 2.2 Het VAi als aanspreekpunt profileren en naambekendheid geven - 2.3 Het verwerven van nieuwe ideeën en het vergelijken van standpunten rond architectuur bevorderen - 4.1 Een internationaal netwerk creëren Resultaatsindicatoren: - Beschikbaarheid van de website (is hij er en werkt hij volgens functionele en technische vereisten; te meten door het VAi) - Aantal hits/bezoekers van de website (te meten door het VAi) - Tevredenheid van de bezoekers van de website (te meten via bevraging op de website zelf) - Aantal recensies en de inhoud ervan over de website (te meten via persmap) - Peiling naar de gekendheid van de website
20
2.5.1.5.
Nieuwsbrief
De nieuwsbrief heeft tot doel het publiek op de hoogte te houden van de activiteiten van het VAi en te informeren over het architectuurgebeuren in Vlaanderen in het algemeen. De nieuwsbrief kan op termijn uitgroeien tot een kritisch instrument waar recensies verschijnen, waar discussies kunnen worden gevoerd, waar rapporten en publicaties worden bekend gemaakt en dergelijke meer. De nieuwsbrief is gericht zowel naar het groot publiek als op professionelen. Iedereen kan er zich gratis voor inschrijven. Het VAi kiest ervoor om de nieuwsbrief via de website en e-mail te verspreiden. Operationele doelstellingen waaraan deze activiteit ook nog tegemoet komt: - 2.3 Het verwerven van nieuwe ideeën en het vergelijken van standpunten rond architectuur bevorderen Resultaatsindicatoren: - Aantal abonnees van de nieuwsbrief (te meten door het VAi) - Aantal personen ingeschreven op de mailinglist “geïnteresseerden en vrienden van het VAi” (te meten door het VAi) - Tevredenheid over de nieuwsbrief (te meten via regelmatige enquête/bevraging in de nieuwsbrief zelf) - Aantal recensies en de inhoud ervan over de nieuwsbrief (te meten via persmap)
2.5.1.6.
Samenwerking bibliotheken, boekencampagne
Allerlei publicaties, vooral het boek en het tijdschrift zijn belangrijke media voor het overdragen van de eigentijdse architectuurcultuur aan de verschillende doelgroepen. Het VAi komt met een actief publicatiebeleid slechts gedeeltelijk aan deze noodzaak tegemoet. De ste Cahierreeks Achtergrond, de publicatiereeks over architecten en thema‟s uit de 20 eeuw, het Jaarboek Architectuur Vlaanderen en het magazine Dag van de architectuur, allen zijn steeds bedoeld om zo veel mogelijk mensen in contact te brengen met architectuur. Het spreekt voor zich dat de aanwezigheid van de eigen publicaties van het VAi in de Openbare Bibliotheken een must is. Hiervoor werkt het VAi aan een duurzaam samenwerkingvoorstel met de bibliotheken. Anderzijds heeft het VAi als taak het draagvlak voor bestaande en nieuwe boeken of tijdschriften over architectuur te vergroten. Het VAi stelt een jaarlijkse campagne op waarbij aandacht wordt gevraagd voor de aankoop van kwaliteitsvolle architectuurpublicaties; standaardwerken, thematische boeken of publicaties die het accent leggen op innovatie. Samenwerking met de bibliotheken voor de promotie van de Dag van de architectuur, de rondleidingen, de VAi-publicaties kan leiden tot speciale stands, lezingen, rond boeken en architectuur in het algemeen of rond de gekozen thema‟s. Operationele doelstellingen waaraan deze activiteit ook nog tegemoet komt: - 1.3 Architectuureducatie initiëren en begeleiden - 2.1 Informatieverzameling en -verspreiding verzekeren Resultaatsindicatoren: - Aantal mailings naar de bibliotheken (te meten door het VAi) - Aantal concrete acties met bibliotheken (te meten door het VAi) - Evaluatie van samenwerking (door enquête)
2.5.1.7.
Erfgoeddag
Het CVAa neemt deel aan de Erfgoeddag als de werking van het CVAa aansluit bij het opgelegde thema van dit culturele evenement.
21
De Erfgoeddag is een gezamenlijk initiatief van Culturele Biografie Vlaanderen vzw, de Erfgoedcellen van Antwerpen, Brugge, Brussel, Gent, Ieper, Kortrijk, Leuven, Mechelen en Tongeren, het Vlaams Centrum voor Volkscultuur vzw, de Vlaamse Museumvereniging vzw en de Vlaamse Vereniging voor Bibliotheek-, Archief- en Documentatiewezen vzw. De Erfgoeddag wordt georganiseerd om aandacht te vragen voor het belang van het cultureel erfgoed in Vlaanderen. Het cultureel erfgoed is nog onvoldoende bekend bij het grote publiek, hoewel iedereen er dagelijks mee geconfronteerd wordt. De Erfgoeddag tracht de interesse en de betrokkenheid te vergroten bij het brede publiek. De Erfgoeddag wordt telkens georganiseerd rond een bepaald thema. De organisatoren van de Erfgoeddag verwachten dat alle deelnemende instellingen met het thema aan de slag gaan. Mocht het verband tussen de algemene coördinerende werking van het CVAa rondom het architecturale erfgoed en het thema van de Erfgoeddag onduidelijk zijn, dan verkiest het CVAa niet deel te nemen aan dit jaarlijkse evenement. Wanneer het CVAa beslist deel te nemen aan de Erfgoeddag zal het een subthema uitdenken waaraan verschillende lokale initiatieven gekoppeld kunnen worden. Het CVAa zal eventueel ook eigen activiteiten initiëren die tijdens de Erfgoeddag kunnen doorgaan (vb. lezingen, rondleidingen, tentoonstellingen,…). De rol van het CVAa zal erin bestaan lokale instellingen die waardevol architecturaal erfgoed bezitten aan te zetten om dit erfgoed in te zetten tijdens de Erfgoeddag en hen te ondersteunen bij het uitdenken van een overkoepelend concept dat het subthema van de Erfgoeddag voor het architecturale erfgoed zal zijn. Belangrijk hierbij is het ontwikkelen van een permanent bewustzijn voor het thema van het architecturale erfgoed, zowel bij de betrokken bewaarinstellingen als bij het brede publiek. Operationele doelstellingen waaraan deze activiteit ook nog tegemoet komt: - 2.5 Landelijke uitbouw van de architectuurarchiefcoördinatie - 3.1 Samenwerking tussen leden van het architectuurlandschap stimuleren Resultaatsindicatoren: - Aantal deelnemers aan activiteiten die het CVAa organiseert en/of coördineert tijdens de Erfgoeddag (te meten door het CVAa en de deelnemende instellingen) - Tevredenheid van de instellingen die onder coördinatie van het CVAa deelnemen aan de Erfgoeddag ( te meten via bevraging na de Erfgoeddag) 2.5.1.8.
Cultuurmarkt
Het VAi en het CVAa nemen deel aan de Cultuurmarkt, een jaarlijks evenement dat georganiseerd wordt tijdens het laatste weekend van augustus aan het begin van het culturele seizoen. De Cultuurmarkt is een evenement dat georganiseerd wordt door Prospekta vzw. Tijdens de Cultuurmarkt wordt het nieuwe culturele seizoen voorgesteld aan een breed publiek. Instellingen zoals het VAi en het CVAa werken niet echt met een seizoensconcept, maar ook voor dit soort organisaties biedt de Cultuurmarkt een forum om hun culturele werking toe te lichten en om zich aan een groter publiek voor te stellen. Het VAI gebruikt de cultuurmarkt vooral om de naambekendheid te vergroten. Het CVAa gebruikt het forum van de Cultuurmarkt voornamelijk om de archiefwerking rondom het architecturale erfgoed beter bekend te maken bij het grote publiek. Op de Cultuurmarkt kunnen VAi en CVAa ook rechtstreeks peilen naar de interesses van het publiek. Operationele doelstellingen waaraan deze activiteit ook nog tegemoet komt: - 2.2 Het VAi als aanspreekpunt profileren en naambekendheid geven Resultaatsindicatoren: - Aantal keer dat VAi en het CVAa deelnemen aan de cultuurmarkt (te meten door het VAi) - Aantal bezoekers van de Cultuurmarkt (te meten door de organisatie) - Reacties van de bezoekers
22
2.5.1.9.
Personeelsplan VAi
Het is duidelijk dat het VAi voor de opgelegde opdrachten een groeiscenario voor personeelsaangroei moet uittekenen: voor het uitdiepen van het educatieve luik van elke activiteit en het opstellen en begeleiden van een nieuw leerpakket moet beroep worden gedaan op een freelance kracht en dient één projectleider de helft van zijn/haar activiteiten hierop te concentreren. Om het architectuurdebat te initiëren en te houden en het gesprek met diverse media over architectuur aan te gaan zal een communicatieverantwoordelijke noodzakelijk zijn. Met het oog op een actieve samenwerking met de in opstart zijnde lokale architectuurcentra, en een groots opgezette editie van de Dag van de architectuur in 2007 is de uitbreiding met een projectleider noodzakelijk. Met de toekomstige werking is het noodzakelijk dat ook het zakelijk beheer en de boekhouding wordt opgevolgd door een zakelijk directeur. Het CVAa zal door zijn sensibiliseringsacties, de geïntegreerde projecten en partnerships steeds meer bevraagd worden door archiefvormers en archiefbewaarders. Het is wenselijk dat op termijn daar een voltijdse administratieve en inhoudelijke kracht bijkomt. Hiervoor werken het VAi en het CVAa een personeelsplan uit. Operationele doelstellingen waaraan deze activiteit ook nog tegemoet komt: - 1.2 Architectuur in concrete programma‟s in kranten, tijdschriften, radio en tv brengen - 1.3 Architectuureducatie initiëren en begeleiden - 2.5 Landelijke uitbouw van de architectuurarchiefcoördinatie - 3.2 Een onderbouwd professioneel debat over architectuur op gang brengen Resultaatsindicatoren: - Aanwezigheid van het personeelsplan - Invulling van de vereiste functies
23
2.5.2.
Architectuur in concrete programma’s in kranten, tijdschriften, radio en tv brengen (1.2)
2.5.2.1.
Dag van de architectuur
Zie punt 2.5.1.1.
2.5.2.2.
Workshop architectuurkritiek
Architectuurkritiek in pers en media vormt een belangrijk instrument om het debat over architectuur te voeden. Het zet aan tot nadenken en kan leiden tot verandering of herziening van het beleid. Veel jonge schrijvers en critici kennen echter niet de kanalen en missen de vaardigheden. Architectuurkritiek vraagt een specifieke deskundigheid. Veel geschreven pers is dan weer op zoek naar goede critici. Het VAi wil jonge potentiële schrijvers en critici daarom stimuleren en begeleiden om zo een netwerk op te zetten tussen schrijvers, uitgeverijen en tijdschriften. Het stimuleren van een publicatiebeleid gaat immers ook over het professionaliseren van alle schakels in dit proces. Hiervoor organiseert het VAi niet enkel een workshop architectuurkritiek, maar geeft het VAi de schrijvers ook werkelijk kansen in de eigen publicaties van het VAi of in publicaties van derden. Zo kan het VAi jonge schrijvers helpen bij het opbouwen van hun netwerk in binnen- en buitenland. De kandidaten voor de workshop architectuurkritiek worden op basis van een opgave geselecteerd. Hiervoor wordt ook met de onderwijsinstellingen samengewerkt. Een groep professionelen van critici, journalisten en redacteurs wordt uitgenodigd om mee te werken door feedback te geven en de schrijverspraktijk toe te lichten. Daarnaast wordt een concrete schrijfoefening uitgewerkt, gekoppeld aan een bespreking en evaluatie. Resultaatsindicatoren: - Aantal workshops dat georganiseerd wordt (te meten door het VAi) - Aantal deelnemers aan de workshops (te meten bij de organisatie/inschrijving) - Aantal vragen dat het VAi krijgt m.b.t. de workshop, ingedeeld volgens doelgroep (te meten door het VAi) - Aantal keer dat het werk van deelnemende schrijvers gepubliceerd wordt in publicaties van het VAi of van derden
2.5.2.3.
Het creëren van en deelnemen aan een levendige debatcultuur in de media
In het sensibiliseren van kwaliteitsvolle hedendaagse architectuur spelen de media een belangrijk rol. Bovendien zorgt de media-aandacht voor architectuur en aanverwante disciplines ervoor dat ook de aandacht van beleidsmakers zich richt op dit bepaalde onderwerp. Niet alleen crisismomenten of de activiteiten van een culturele activiteit mogen aanleiding zijn om over architectuur te spreken. Ook achtergrondinformatie, duiding, analyse en kritiek op de thema‟s die leven bij de professionelen, verdienen de aandacht van de media en van het grote publiek. Het VAi zal in de komende periode een intense samenwerking met dag- en weekbladpers opzetten om kwaliteitsvolle hedendaagse architectuur onder de aandacht te brengen. Het VAi zal regelmatig opiniestukken, recht van antwoord, reacties ter publicatie rondsturen. Het VAi zal informatie en suggesties voor het behandelen van bepaalde onderwerpen geven. Het VAi zal aanwezig zijn op publieke debatten in de media wanneer het over architectuur gaat. Hiervoor moet het personeelsbestand en de expertise van het VAi toenemen. Operationele doelstellingen waaraan deze activiteit ook nog tegemoet komt:
24
-
3.2 Een onderbouwd professioneel debat over architectuur op gang brengen
Resultaatsindicatoren: - Kwalitatieve evaluatie van samenwerking met media - Aantal malen dat architectuur als onderwerp in de media verschijnt (door mediamonitoring)
2.5.2.4.
Het maken van concrete formats voor tv-programma’s
De openbare omroep maar ook de vele commerciële zenders zijn belangrijke spelers bij het opwekken van interesse voor, en de opbouw van kennis over, kwaliteitsvolle eigentijdse architectuur. De televisieprogramma‟s zijn mee verantwoordelijk voor de architectuurcultuur en het niveau ervan. Het VAi zal de televisiemakers onderwerpen voorstellen, bijdragen aan programma‟s en medewerkers suggereren. Dit medium is uitermate geschikt om inhoud, duiding en visie mee te geven over het belang van architectuur. Het VAi zal met diverse programmamakers gesprekken voeren. Het VAi zal ze informatie geven, met ze samenwerken, en ze coachen. Het VAi kan zelf meewerken aan het bedenken van concrete programma‟s of programmaonderdelen die architectuur in de kijker plaatsen. Zoals hierboven reeds vermeld, is hiervoor uitbreiding van personeelsbestand noodzakelijk. Operationele doelstellingen waaraan deze activiteit ook nog tegemoet komt: - 3.2 Een onderbouwd professioneel debat over architectuur op gang brengen Resultaatsindicatoren: - Kwantitatieve en kwalitatieve evaluatie van samenwerking met media
2.5.2.5.
Standpunten innemen en verspreiden i.v.m. modern architecturaal erfgoed
Belangrijke gebouwen uit het architecturale patrimonium van de twintigste eeuw worden vandaag bedreigd door onaangepaste nieuwe invullingen, ondoordachte transformaties, ontoereikend beheer, speculatie of in het ergste geval sloop. Het moderne architecturale erfgoed bepaalt in grote mate het uitzicht en de vorm van de hedendaagse Vlaamse gebouwde omgeving. Het bezit vaak bijzondere landschappelijke en stedelijke kwaliteiten of is de neerslag van cruciale experimenten met vormen van eigentijds wonen, werken, opvoeding of cultuur. Indien we willen vermijden dat dit belangrijk deel van ons patrimonium verloren gaat, is er dringend nood aan een kentering. Er is behoefte aan het creëren van alternatieve financiële oplossingen hiervoor, waarbij middelen van privé en overheid worden samengebracht voor dit gemeenschappelijk doel. Er is nood aan zowel inventarisatie als de ontwikkeling van een toekomstvisie voor de omgang met moderne gebouwen en stadsprojecten of “ensembles”. Op basis van gegevens en middels een visie kunnen aandachtspunten en prioriteiten worden afgeleid voor bescherming, herbestemming en restauratie. Het VAi en het CVAa willen de waarde van het moderne architecturale erfgoed onder de aandacht brengen door het innemen van standpunten, die worden verspreid via alle mogelijke media.
2.5.2.6.
Personeelsplan VAi
Zie punt 2.5.1.9.
25
2.5.3.
Architectuureducatie initiëren en begeleiden (1.3)
2.5.3.1.
Lessenpakket architectuur (incl. begeleiding)
Het VAi heeft de opdracht om te sensibiliseren vertaald in een actieplan voor architectuureducatie. Na onderzoek bleek dat in de kunsteducatie en jeugdwerking een beperkt aantal actoren werkzaam zijn die op kleine schaal kwaliteitsvol werk verrichten. Deze richten zich bijna uitsluitend tot kinderen van het lager onderwijs. Het VAi koos ervoor om de oudere doelgroep nl. 16 - 18 jarigen via het onderwijs te initiëren in de hedendaagse architectuurcultuur. Het VAi was in 2003 producent en opdrachtgever van een lessenpakket architectuur voor de scholieren en de leerkrachten van het secondair onderwijs. Het pilootproject „School maken in architectuur‟, was het resultaat van een samenwerking tussen CANON, de cultuurcel van het ministerie van onderwijs en het VAi. Het werd in 2004 aan de scholen voorgesteld. Het pakket bestond uit een video, een handleiding voor de leerkrachten en een website. Het VAi wenst in 2007 een nieuw en actueel lessenpakket op te stellen voor het middelbaar onderwijs. Dit zal gebaseerd zijn op de ervaringen en evaluaties van het op dat moment voor handen zijnde educatief materiaal.
2.5.3.2.
Leerkrachten begeleiden in het gebruik van de pakketten
Het VAi wil de leerkrachten en jongeren ook verder begeleiden. Het volstaat niet om het materiaal aan de scholen te geven, er moet ook effectief in de school mee gewerkt worden. Er is nood aan begeleiding om architectuur te integreren in de „projectweken‟ en om lokale architecten en partners te zoeken en te stimuleren tot samenwerking met scholen. Het VAi kan door zijn goede contacten met de architecten en de architectuuropleidingen bemiddelen voor samenwerking.
2.5.3.3.
Actieve internationale prospectie naar educatief materiaal
De educatiewerking van het VAi omhelst tevens het verzamelen van literatuur over architectuureducatie, lessenpakketten, naslagwerken over gebouwen voor jongeren en kinderen. Het VAi doet ook research naar internationale projecten rond educatie en architectuur. Bij de uitwerking voor een model voor lokale architectuurwerking is van meet af aan een module voor lokale architectuureducatie voor jongeren en kinderen door het VAi voorgesteld. Het VAi begeleidt de lokale educatie-medewerkers. Dit kan door het verzamelen van informatie over hedendaagse gebouwen, expertise doorgeven over de organisatie van architectuurrondleidingen georganiseerd worden, door lesmateriaal ter beschikking te stellen, door samenwerking voor te stellen naar aanleiding van de evenementen van het VAi. Er wordt geopteerd om op de VAi-website een zeer duidelijke en toegankelijke plek voor architectuur en jongeren te voorzien. Jongeren vinden er de website van het lessenpakket voor het uitvoeren van de opdrachten. Deze site biedt ook diverse linken naar internationale sites over architectuur voor kinderen en jongeren. Er wordt voor de Dag van de architectuur 2007 een programma voor jongeren uitgewerkt. Het VAi doet hiervoor beroep op een gespecialiseerde medewerker educatie binnen het team. Resultaatsindicatoren: - Aantal aanvragen voor het lessenpakket (te meten door het VAi) - Evaluatie van het lessenpakket (door enquête/bevraging van gebruikers) - Aantal begeleidingsopdrachten die in het kader van het lessenpakket gedaan worden (te meten door het VAi)
26
-
Aantal hits op dit gedeelte van de website (te meten door het VAi) Aantal vragen dat het VAi krijgt m.b.t. het lessenpakket en de begeleiding (te meten door het VAi)
2.5.3.4.
Personeelsplan VAi
Zie punt 2.5.1.9.
27
2.5.4.
Private bouwheren stimuleren voor de keuze van kwalitatieve, eigentijdse architectuur (1.4)
Het VAi zal in al de projecten en acties bijzondere aandacht hebben voor de aanwezigheid en de rol van de private bouwheer. Hiervoor zal er vooral beroep gedaan worden op de medewerking van ervaren private bouwheren om toekomstige bouwers te overtuigen van de meerwaarde van eigentijdse architectuur. De medewerking van private bouwheren wordt in de verf gezet via artikels in publicaties van het VAi, tijdens de Dag van de architectuur, via de thematische rondleidingen, in het debat over architectuur in de media, op de website van het VAi. Resultaatsindicatoren: - Peiling naar het stimulerende effect van andere bouwheren (te meten door een tweejaarlijkse enquête via het VAi)
28
2.5.5.
Informatieverzameling en –verspreiding verzekeren (2.1)
2.5.5.1.
Informatie- en documentatiecentrum
Het VAi wordt verondersteld een documentatie- en informatiecentrum uit te bouwen. Van bij de opstart van het VAi is door de overheid duidelijk gesteld dat het VAi geen eigen bibliotheek voor publiekswerking kan en moet oprichten. Het VAi heeft de taak om de bestaande architectuurbibliotheken beter bekend te maken en hen aan te zetten tot samenwerking. In functie van het eigen en in de toekomst voor publiek toegankelijk documentatiecentrum gaat het VAi in haar opstartfase over tot: 1.
2. 3.
4. 5. 6. 7.
De systematische aankoop en verzameling van alle publicaties over architectuur in België en relevante internationale werken voor eigen onderzoek, in functie van informatieverstrekking en aanleg eigen werkbibliotheek. De systematische aankoop van architectuurtijdschriften. Dit met oog op het in de toekomst ter beschikking stellen in een „multimedia-leeszaal‟. De aanleg van een foto-, plannen- en tekstarchief vertrekkend vanuit de eigen werking: de productie van het Jaarboek Architectuur, de organisatie Dag van de architectuur, het eigen publicatiebeleid … Het systematisch verzamelen van studies, onderzoeken en rapporten die in Vlaanderen uitgevoerd worden door overheden, onderwijsinstellingen, wetenschappelijke onderzoekers. Het consulteerbaar maken van de inventarissen van bestaande architectuurbibliotheken via een interbibliothecair netwerk. Het verzamelen van informatie over allerlei professionele en niet-professionele actoren in het architectuurlandschap. Toegankelijk maken van bestaande informatie, documentatie- en promotiekanalen van architectuur voor potentiële gebruikers.
Het VAi heeft een informatie- en documentatiewerking voor interne werking. Deze kan ook worden ingezet voor de website en voor specifieke vragen door derden. Deze werking wordt samen met het CVAa verder uitgebouwd: verzameld, geïnventariseerd, beheerd met het oog op publieke werking en bewaring. Het documentatiecentrum moet een goede basis vormen voor een archief over het architectuurgebeuren in Vlaanderen. Deze werking moet in 2006-2009 grondig worden uitgewerkt en overlegd met andere actoren, zoals OKBV (Overleg Kunstbibliotheken Vlaanderen), de werkgroep „architectuurbibliotheken‟, de Vlaams Bouwmeester, de diverse onderwijsinstellingen, de lokale architectuurcentra en de architectuurarchieven. De verzamelde informatie moet ontsloten worden in een voor het publiek toegankelijke plaats. Het VAi kan alleen de kennis en gevoeligheid voor architectuur vergroten als zij deze informatie fysiek kan aanbieden aan de geïnteresseerden. Met de nieuwbouw voor deSingel en de verhuis van de leeszaal (bib-shop) van de Conservatoriumbibliotheek is deze ruimte voor het VAi voor handen. De informatieverstrekking zal gebeuren via de consultatie in de leeszaal of door middel van een afspraak met een VAi-medewerker. Ook telefonisch en via de website kan informatie worden verstrekt door de medewerkers. De uitbouw van een kenniscentrum voor architectuur zal afhankelijk zijn van de middelen die ervoor ter beschikking worden gesteld. Resultaatsindicatoren: - Aantal informatieaanvragen via het centrum (te meten door het VAi) - Aantal bezoekers van het centrum (te meten door het VAi) - Aantal werken/tijdschriften/studies/documenten dat het centrum ter beschikking heeft (te meten door het VAi) - Aantal aanvragen en consultaties via het interbibliothecair netwerk (te meten door het VAi) - Aantal vragen dat het VAi krijgt m.b.t. de werking van het informatie- en documentatiecentrum, ingedeeld volgens doelgroep (te meten door het VAi)
29
-
Aantal recensies en de inhoud ervan over het informatie- en documentatiecentrum (te meten via persmap) Peiling naar de gekendheid van het informatie- en documentatiecentrum (te meten door een jaarlijkse enquête via het VAi)
2.5.5.2.
Website
Zie punt 2.5.1.4.
2.5.5.3.
Jaarboek Architectuur Vlaanderen
Het Jaarboek biedt een tweejaarlijks overzicht van de recente ontwikkelingen in de architectuur en stedenbouw in Vlaanderen en Brussel. Het boek toont een selectie van de kwaliteitsvolle architectuurproductie en koppelt deze aan een aantal kritische essays. De eerste vijf edities (start 1990) werden uitgegeven door de administratie cultuur van de Vlaamse Gemeenschap. De jaarboeken zijn onder meer initiator van een architectuurbeleid in Vlaanderen en daarom een belangrijk medium. Het jaarboek richt zich tot professionelen, ambtenaren, opdrachtgevers en de geïnteresseerde leken. Het Jaarboek Architectuur Vlaanderen is in 2004 voor de zesde maal verschenen en voor het eerst als uitgave van het VAi. Deze tweejaarlijkse uitgaven worden opnieuw opgezet door het VAi in 2006 en 2008. Een kleine vaste redactieraad – bestaande uit een aantal medewerkers van het VAi en een groep freelancers werkt twee jaar aan de concrete productie van het jaarboek. Zij bepalen selectie van de gebouwen en de onderwerpen voor de artikels, de auteurs en de fotografieopdrachten. Traditioneel bevat het boek ook een overzicht van publicaties, tentoonstellingen, lezingen, wedstrijden, architectuurprijzen en subsidies uit de beschouwde periode. Door dit alles is het jaarboek een waardevolle bron van informatie. Voor de verzameling van deze gegevens staat het VAi in, daar zij in functie van het informatie- en documentatiecentrum deze gegevens opzoekt en bijhoudt. Het is wenselijk om in de toekomst een grote promotiecampagne in Vlaanderen op te zetten naar aanleiding van het verschijnen van dit boek. Daar wil het VAi een professioneel plan voor ontwikkelen. Het VAi zal tevens een internationale promotiecampagne uitwerken aangezien het boek eveneens in het Engels wordt uitgegeven. Operationele doelstellingen waaraan deze activiteit ook nog tegemoet komt: - 3.4 Beleidsondersteunend en –adviserend optreden Resultaatsindicatoren: - Aantal verkochte exemplaren, incl. informatie per doelgroep (te meten door het VAi) - Aantal recensies en de inhoud ervan over het Jaarboek (te meten via persmap) - Aantal vragen dat het VAi krijgt m.b.t. het Jaarboek, ingedeeld volgens doelgroep (te meten door het VAi) - Evaluatiegesprek met professionelen - Peiling naar de gekendheid van het Jaarboek (te meten door een tweejaarlijkse enquête via het VAi)
2.5.5.4.
Cahierreeks Achtergrond
In een reeks cahiers „Achtergrond„ stelt het VAi diverse actuele thema's ter discussie. De cahiers signaleren en diepen nieuwe bewegingen en tendensen uit. Onderwerpen waar architecten in Vlaanderen vaak mee te maken krijgen, worden kritisch geanalyseerd. Complexe en delicate onderwerpen die ook bij de overheid gevoelig liggen, worden uitgespit. Het VAi wil zo bijdragen aan een onderbouwd debat dat in Vlaanderen vaak ontbreekt. Bij de samenstelling van het Jaarboek is gebleken dat hiernaar een reële behoefte heerst. Immers binnen de nieuw uitgezette opties waarbij
30
artikels korter en minder specialistisch zijn, blijft een discussie onder specialisten voor de eigen discipline noodzakelijk. Ook de Nederlandstalige tijdschriften, met uitzondering van Oase, spelen niet in op die behoefte. De cahierreeks richt zich tot een publiek van specialisten, architecten, betrokken partijen en actoren in het veld. Deze doelgroep wisselt afhankelijk van de thematiek van het cahier. Het VAi wenst omwille van het reekseffect, maar ook omwille van de nood aan een werkelijke discussie, minimum twee cahiers per jaar uit te geven. De reeks is tevens een middel om achtergrondinformatie te brengen bij eigen programma‟s of die van derden. Zo behandelde het eerste nummer de problematiek van bedrijfsgebouwen, architectuur en vestigingspolitiek. Het tweede nummer onderzocht de publiek ruimte in relatie tot de openbare gebouwen. Het werd onder meer opgezet als theoretisch kader en discussieboek voor de partners, de lokale organisaties, gidsen en andere betrokkenen, voor de uitwerking van de Dag van de architectuur 2004. Op die wijze werd er knowhow aangeboden aan de lokale medewerkers en sloten de activiteiten inhoudelijk nauwer aan bij de voorgestelde thematiek van het VAi. Het VAi wil met de cahiers ook samenwerkingsverbanden aangaan. Ze kunnen symposia, lezingen of tentoonstellingen van andere organisaties begeleiden. Verder kan het cahier aansluiten bij een bepaalde activiteit van het VAi of er een theoretisch kader voor bieden. Operationele doelstellingen waaraan deze activiteit ook nog tegemoet komt: - 2.3 Het verwerven van nieuwe ideeën en het vergelijken van standpunten rond architectuur bevorderen - 3.2 Een onderbouwd professioneel debat over architectuur op gang brengen Resultaatsindicatoren: - Aantal verkochte exemplaren, incl. informatie per doelgroep (te meten door het VAi) - Aantal cahiers dat opgesteld wordt (te meten door het VAi) - Aantal recensies en de inhoud ervan over de cahiers (te meten via de persmap) - Aantal bijkomende activiteiten die opgestart worden naar aanleiding van de cahiers (te meten via enquête/bevraging op basis van de activiteitenkalender) - Aantal vragen dat het VAi krijgt m.b.t. de cahiers, ingedeeld volgens doelgroep (te meten door het VAi)
2.5.5.5.
Publicatiereeks architecten en thema’s 20
ste
eeuw
In het kader van bestaande publicaties, van onderzoekswerk aan de universiteiten en van tentoonstellingen werd al heel wat werk verricht om de recente geschiedenis van de architectuur en stedenbouw in Vlaanderen te documenteren. Het CVAa wil dit werk mee helpen ontsluiten onder de vorm van geïntegreerde projecten. De geïntegreerde projecten hebben als doelstelling om recent wetenschappelijk onderzoek te confronteren met belangrijke archiefstukken van Vlaamse architecten. De confrontatie resulteert telkens in een publieksmoment (tentoonstelling, lezingenreeks,…) dat is gericht op verspreiding van kennis over het architecturale erfgoed en een duurzaam product (catalogus, inventaris, …) dat de kennis over het architecturale erfgoed blijvend vastlegt en een opstap biedt voor verdere ontsluiting en onderzoek. ste
De publicatiereeks architecten en thema’s 20 eeuw zou in eerste instantie niet in eigen beheer worden uitgegeven, maar in coproductie met een bestaande uitgever en andere partners. Het CVAa en het VAi kunnen participeren in de redactieraad, de promotie- en verkoopsacties voeren, de fotografieopdrachten omschrijven voor de discussie rond de actuele toestand van architecturaal erfgoed… Tegen de achtergrond van de doelstellingen van het CVAa om de kennis rondom architectuurarchieven te vergroten, ze te bewaren en te ontsluiten, wint deze actie aan belang. Het CVAa zal zich in eerste instantie toeleggen op het verwerven en goed bewaren van architectuurarchieven door bestaande archiefinstellingen. Niettemin is de monografieënreeks een
31
middel om op regelmatige basis het architectuurpatrimonium door middel van een degelijk naslagwerk te documenteren. De publicaties richten zich tot de professionele wereld: historici, architectuurcritici en architecten die zich interesseren in de geschiedenis van de architectuur in Vlaanderen. Daarnaast wil het VAi met dergelijke publicaties ook de geïnteresseerde leek aanspreken. De publicaties kunnen de vorm krijgen van een reeks monografieën of thematische boeken. Operationele doelstellingen waaraan deze activiteit ook nog tegemoet komt: - 1.1 Architectuur openstellen voor het publiek en bespreekbaar maken - 1.2 Architectuur in concrete programma‟s in kranten, tijdschriften, radio en tv brengen Resultaatsindicatoren: - Aantal reeksen die uitgegeven worden (te meten door het VAi) - Aantal verkochte exemplaren van de reeksen (te meten door het VAi) - Aantal recensies en de inhoud ervan over de reeksen (te meten via persmap) - Aantal vragen dat het VAi krijgt m.b.t. de reeks, ingedeeld volgens doelgroep (te meten door het VAi)
2.5.5.6.
Publicatiereeks CVAa: archieftechnische en architectuurhistorische publicaties
Vanuit de doelstelling van het CVAa om de kennis rondom architectuurarchieven duurzaam te bewaren, ontsluiten en valoriseren, ontwikkelde het CVAa twee publicatiereeksen. Een eerste reeks is gericht op archieftechnische vraagstukken rond het bewaren, ordenen, beschrijven en selecteren van architectuurarchieven. Archiefinstellingen en archiefvormers kunnen deze reeks als handleiding gebruiken om architectuurarchieven beter te beheren. De archieftechnische publicatiereeks werd aangezet met de uitgave van „Handleiding voor architectuur- en atelierarchieven: inventarisatie‟ in 2004. Daarnaast volgen in 2006 en 2007 de vervolgdelen „Bewaren‟ en „Ontsluiten‟ binnen deze reeks. Deze aanvullingen gaan dieper in op respectievelijk de problematiek rond de materiële zorg van architectuurarchieven en het beschrijven van architectuurbescheiden. Een tweede reeks is architectuurhistorisch van aard en wil de kennis over het architecturale erfgoed toegankelijk maken voor een breder publiek. De publicaties uit deze reeks zullen bestaan uit een inventaris gekoppeld aan een monografische studie, of omkaderd door een begeleidend artikel. Beide reeksen resulteren in duurzame producten die architectuurhistorische of archivalische kennis verzamelen en vastleggen. De architectuurhistorische reeks biedt bovendien een aantal kwalitatieve toegangen tot archiefbestanden en vormt dus een essentieel platform voor verdere ontsluiting of onderzoek. Daarnaast zal de inventaris ongetwijfeld ook een sensibiliserende functie vervullen. Resultaatsindicatoren: - aantal verspreide exemplaren - aantal vragen dat het CVAa krijgt naar aanleiding van de publicaties, in te delen volgens doelgroep (te meten door het CVAa) - evaluatiegesprekken met professionelen - peiling naar de gekendheid van de publicaties
2.5.5.7.
Toolbox voor archiefvormers
Het CVAa verzamelt kennis en expertise over architectuurarchieven door middel van acties, zoals de adviesraad, partnerships, geïntegreerde projecten en publicaties en het bijwonen van studiedagen, colloquia en workshops. Daarnaast tracht het CVAa ook op de hoogte te blijven van internationale ontwikkelingen in de sector van de architectuurarchieven via haar actief lidmaatschap van de International Council on Archives (ICA) en de International Confederation of Architectural Museums (ICAM).
32
De kennisverzameling en –verspreiding van het CVAa richt zich niet enkel tot archiefbewaarders en het grote publiek, maar ook tot de groep van de archiefvormers: architecten, stedenbouwkundigen, landschapsarchitecten, … Het CVAa heeft de intentie om vanaf 2007 een „toolbox‟ te ontwikkelen voor archiefvormers. Een dergelijke toolbox zal ondermeer praktische tips omvatten over de ordening van een architectuurarchief en eenvoudige richtlijnen geven voor de goede bewaring van de verschillende dragers in een architectuurarchief. De toolbox zal de vorm aannemen van een (digitale) publicatie, die vlot kan worden gecommuniceerd aan de doelgroep. Een digitale publicatie biedt bovendien het voordeel dat ze voordturend kan worden aangepast aan de meest recente inzichten omtrent ordening en bewaring. Naast de digitale verspreiding zal het CVAa ook andere acties uitwerken om de bekendheid van de toolbox bij de doelgroep te verhogen en te verdiepen. Hier wordt ondermeer gedacht aan het organiseren van lezingen voor beroepsorganisaties en het initiëren van seminars rondom de toolbox in architectuurscholen en universiteiten. Resultaatsindicatoren: - Verspreiding van de toolbox (te meten door het VAi) - Gekendheid van de toolbox bij de doelgroep - Gebruik van de toolbox (te meten door het VAi) - Tevredenheid van de gebruikers
2.5.5.8.
Website van het CVAa
Een van de belangrijke kanalen voor het verspreiden van informatie en kennis, is de website die het CVAa voortdurend zal ontwikkelen. De werking van het CVAa genereert nieuwe inzichten en informatie die kunnen worden ingezet om derden te sensibiliseren over architectuurarchieven. Bovendien zal het CVAa vanaf 2005 starten met de invoer van informatie over Vlaamse architectuurarchieven in twee databanken: Archiefbank Vlaanderen en ODIS. Vanuit beide perspectieven is het aangewezen dat het CVAa zijn webpage verder uitbouwt. Momenteel wordt enkel het CVAa en de werking voorgesteld op de website. Omwille van de hoge kosten voor opstart en structureel onderhoud, wordt niet geopteerd om een afzonderlijke website te ontwikkelen, maar wordt een deelwebsite gecreëerd op de website van het Vlaams Architectuurinstituut. Deze deelwebsite zal in de eerste plaats als portaalsite dienen om de informatie aan te bieden die werd verzameld in het kader van het Stafkaart onderzoek. Via een aangepaste interface zal informatie over architectuurarchieven, architecten, architectuurverenigingen of –organisaties uit Archiefbank Vlaanderen en ODIS geconsulteerd kunnen worden via de deelwebsite van het CVAa. Daarnaast zal de site ook een instrument zijn om informatie over architectuurarchieven te communiceren, zoals praktische tips in verband met het beheren en bewaren van architectuurarchieven. Voor veelgestelde vragen kan een FAQ-rubriek opgestart worden op de website. Het beheer van de website en de portaalsite zal in de komende werkjaren geëvalueerd worden en gerelateerd aan de globale opdracht van het CVAa als coördinatiecentrum. Operationele doelstellingen waaraan deze activiteit ook nog tegemoet komt: 1.1 Architectuur openstellen en voor het publiek bespreekbaar maken 1.2 Architectuur in concrete programma‟s in kranten, tijdschriften, radio en tv brengen Resultaatsindicatoren: - Beschikbaarheid van de website - Aantal hits van de website (te meten door het VAi) - Aantal reacties op/via de website (te meten door het VAi)
33
2.5.5.9.
Partnerships CVAa
Vlaamse archiefinstellingen, musea en andere culturele instellingen bewaren en beheren reeds een enorme rijkdom aan architectuurarchieven. Soms bevinden deze waardevolle fondsen zich in een precaire toestand. De instellingen die hen beheren, beschikken soms over onvoldoende middelen, mankracht of expertise om architectuurarchieven optimaal te bewaren, te onderzoeken of te ontsluiten. Het programma van de partnerships neemt de precaire toestand (op het niveau van bewaren, ontsluiten of valoriseren) van een architectuurarchief of –archiefbestanden als vertrekpunt. Het betreft een programma dat projectmatig is opgebouwd en verschillende experts samenbrengt rondom afgebakende projecten. Het CVAa ziet mogelijkheden op vier niveaus: - de verwerving en overdracht - bewaring (conservatie/preservatie) - inventarisatie (ordenen & beschrijven) - ontsluiting Het CVAa zal bij elk partnership een coördinerende rol vervullen en het project actief begeleiden en ondersteunen met de kennis die het in huis heeft op het vlak van architectuur, architectuurgeschiedenis en archiefwetenschap. Het CVAa zal ook de kwaliteit van het project en de geboekte resultaten bewaken. Daarnaast zal de verzamelde kennis uit elke partnership duurzaam voor de toekomst worden vastgelegd door middel van een (digitale) publicatie van een inventaris, een monografie, een tentoonstellingscatalogus,… Operationele doelstellingen waaraan deze activiteit ook nog tegemoet komt: - 2.4 Onderzoek en kritische reflectie bewerkstelligen Resultaatsindicatoren: - aantal gerealiseerde partnerships - de publicatie - de kwaliteit van het eindresultaat - de tevredenheid van de deelnemende partners
34
2.5.6.
Het VAi als aanspreekpunt profileren en naambekendheid geven (2.2)
2.5.6.1.
Medewerking aan publicaties van derden
Het VAi communiceert over architectuur door middel van eigen publicaties, maar daarnaast vormt het ook een schakel in het netwerk van instellingen en personen die betrokken zijn bij architectuurpublicaties. Het VAi geeft ook inhoudelijke input en sturing voor publicaties van derden: onder meer tijdschriften, publicaties bij colloquia en publicaties van lokale architectuurverenigingen, bij uitgevers. De organisatie en het initiatief ligt dan niet of slechts deels in handen van het VAi zelf. Dergelijke publicaties leggen een „ei in andermans nest‟: ze bevorderen de zichtbaarheid van het VAi zonder dat het zelf een publicatie of activiteit moet opstellen. Het VAi zal bij elke samenwerking deze zichtbaarheid echter moeten garanderen. Tegelijk maakt het VAi door zijn knowhow ter beschikking te stellen zijn functie als steunpunt en gesprekspartner waar. De vorm en het publiek van dergelijke publicaties zullen zeer divers zijn en afhangen van de organiserende partij. Al van bij de opstart van het VAi zijn samenwerking en gesprekken doorgegaan met uitgevers van tijdschriften en boeken. Dit wordt intensief voortgezet in de toekomst. Resultaatsindicatoren: Aantal publicaties waaraan het VAi meewerkt (te meten door het VAi) Aantal verkochte exemplaren van de publicaties waaraan het VAi meewerkt (te meten door derden die publicaties uitgeven) Aantal recensies en de inhoud ervan over de publicaties waaraan het VAi meewerkt (te meten via persmap) Aantal vragen dat het VAi krijgt m.b.t. de medewerking aan publicaties, ingedeeld volgens doelgroep (te meten door het VAi) 2.5.6.2.
Website
Zie punt 2.5.1.4. 2.5.6.3.
Communicatie en promotie
Om het VAi als aanspreekpunt te kunnen profileren en naambekendheid te geven, moet er gecommuniceerd en gepromoot worden. Na de aanmaak en verspreiding van de folder in 2004 moet onderzocht worden of die campagne tweejaarlijks moet worden herhaald. Het VAi promoot bij elke activiteit ook de werking van het VAi en zijn rol m.b.t. het architectuurgebeuren in Vlaanderen. Het is aangewezen om in 2008 met het openstellen van het informatie- en documentatiecentrum en de nieuwe huisvesting van het VAi op de publieksas in het nieuwe deSingel-complex een uitgebreide promotiecampagne op te zetten voor het VAi. Op dat moment zal ook duidelijker zijn hoe de werking van het CVAa wordt verdergezet en is hierover communicatie noodzakelijk. De website van het VAi biedt plaats aan een uitgebreide activiteitenkalender die een totaal overzicht geeft van de verschillende activiteiten ingericht door alle actoren in Vlaanderen en België (en voor de aangrenzende Europese landen). Zo wordt de communicatie en promotie voor deze lokale initiatieven ondersteund. Operationele doelstellingen waaraan deze activiteit ook nog tegemoet komt: - 3.2 Een onderbouwd professioneel debat over architectuur op gang brengen Resultaatsindicatoren: - Peiling naar de gekendheid van het VAi en de VAi initiatieven (te meten door een jaarlijkse enquête via het VAi)
35
2.5.7.
Het verwerven van nieuwe ideeën en het vergelijken van standpunten rond architectuur bevorderen (2.3)
2.5.7.1.
Cahierreeks Achtergrond
Zie punt 2.5.5.4.
2.5.7.2.
Colloquium of lezingenreeks
Het VAi kan zelf colloquia of lezingen organiseren. Deze zijn uiterst waardevol om nieuwe ideeën te verwerven, standpunten te verduidelijken en te vergelijken. Tevens zijn ze een middel om internationale contacten en expertise naar Vlaanderen te halen en een netwerk op te zetten. Lezingen of debatten zijn meestal bedoeld voor de professionelen. Het verslag of de publicatie van de lezingen is een waardevolle en blijvende getuigenis van het gebeuren. We pleiten ervoor om deze „nazorg‟ die meestal evenveel financiële middelen vergt als de lezingen zelf, steeds te voorzien. Om de onderwerpen of thema‟s te bepalen, wordt aansluiting gezocht met de actualiteit enerzijds en anderzijds met de programma‟s die opgezet worden bij de andere actoren in het veld. Dit betreft zowel de Vlaamse overheid (Vlaams Bouwmeester), de provinciale overheden, alsook diverse groepen zoals Studio Open Stad, Wonen in de Westhoek, de Vereniging voor Ruimtelijke Planning en groepen uit de bouwsector. Het VAi heeft hiervoor permanent gesprekken met verschillende actoren. In het verleden zijn samenwerkingsverbanden opgezet met diverse partners. Het VAi stelt zich hiervoor open en adviseert ook actoren hierover. Als blijkt dat het aanbod van debatten, lezingen en colloquia in Vlaanderen blijft aangroeien, omdat ook lokale organisatoren en onderwijsinstellingen zich hierin profileren, dan zal het VAi zijn werking hier niet op toespitsen. Het VAi zal enkel op vraag expertise aanleveren en de communicatie versterken en verbreden. Operationele doelstellingen waaraan deze activiteit ook nog tegemoet komt: - 3.2 Een onderbouwd professioneel debat over architectuur op gang brengen - 4.1 Een internationaal netwerk creëren - 4.2 Internationaal de eigen kwaliteit en culturele identiteit van de Vlaamse architecten specifiëren en promoten Resultaatsindicatoren: - Aantal colloquia dat georganiseerd wordt (te meten door het VAi) - Aantal deelnemers aan de colloquia (te meten bij de organisatie/inschrijving) - Aantal internationale deelnemers aan de colloquia (te meten bij de organisatie/inschrijving) - Tevredenheid van de deelnemers aan de colloquia (te meten via enquête/bevraging op het colloquium zelf) - Aantal recensies en de inhoud ervan over de colloquia (te meten via persmap) - Aantal colloquia dat in het buitenland georganiseerd wordt met als onderwerp de Vlaamse architectuur (te meten door het VAi) - Aantal vragen dat het VAi krijgt m.b.t. de colloquia, ingedeeld volgens doelgroep (te meten door het VAi) - Evaluatiegesprekken met professionele deelnemers - Peiling naar de gekendheid van de colloquia (te meten door een jaarlijkse enquête via het VAi)
2.5.7.3.
Website
Zie punt 2.5.1.4.
36
2.5.7.4.
Nieuwsbrief
Zie punt 2.5.1.5.
2.5.7.5.
Het creëren van en deelnemen aan een levendige debatcultuur in de media
Zie punt 2.5.2.3.
2.5.7.6.
Het maken van concrete formats voor tv-programma’s
Zie punt 2.5.2.4.
2.5.7.7.
Adviesraad CVAa
De samenwerking tussen de verschillende archiefinstellingen krijgt vorm door middel van een informele adviesraad waaraan verschillende lokale en internationale actoren die zich inlaten met architectuurarchieven deelnemen. De adviesraad fungeert als klankbord voor het onderzoek in functie van de Stafkaart Vlaamse Architectuurarchieven en de andere acties die het CVAa initieert. Daarnaast werkt het CVAa in samenspraak met de adviesraad ook scenario‟s uit om de samenwerking tussen de bestaande instellingen en instituten te verhogen. Resultaatsindicatoren: - Aantal adviesraden (te meten door het VAi) - Verslagen van de adviesraden
37
2.5.8.
Onderzoek en kritische reflectie bewerkstelligen (2.4)
2.5.8.1.
Bestaande onderzoeken stimuleren en bekendmaken
Allerlei overheidsdiensten, maar ook hogescholen en universiteiten en ook particuliere architectuurbureaus verrichten fundamenteel en waardevol onderzoek met betrekking tot architectuur. De resultaten van deze onderzoeken zijn niet of onvoldoende bekend voor alle mogelijke geïnteresseerden. Het VAi wil dit onderzoeksmateriaal verzamelen, beschikbaar stellen en bijdragen aan een betere verspreiding ervan. Het onderzoekswerk door specialisten geleverd kan ook inspirerend of ondersteunend zijn aan allerlei publieksactiviteiten voor het VAi of anderen. Het is wenselijk om een goede communicatie op te bouwen met de diverse onderzoekers. Resultaatsindicatoren: - Aantal onderzoeken dat het VAi ter beschikking heeft (te meten door het VAi) - Aantal onderzoeken geïnitieerd/mee uitgevoerd door het VAi (te meten door het VAi) - Aantal aanvragen en consultaties via het informatie- en documentatiecentrum (te meten door het VAi) - Peiling naar de gekendheid van de onderzoeken (te meten door een jaarlijkse enquête via het VAi) - Aantal contacten met instanties die onderzoeken uitvoeren (te meten door het VAi)
2.5.8.2.
Eigen onderzoek initiëren
Het VAi wil geen nieuw onderzoekscentrum oprichten, noch een alternatieve manier van subsidie voor onderzoek opzetten. Het VAi wil wel het wetenschappelijk onderzoek stimuleren en ondersteunen. Het VAi komt door de dagelijkse werking in contact met allerlei actoren en wordt attent gemaakt op diverse problemen en mogelijke onderzoeksonderwerpen die wetenschappelijk of vakinhoudelijk van belang zijn. In functie van publieksacties zoals lokale architectuurwerking, communicatie rond architectuur, samenstelling van een architectuurnota, bewaren en ontsluiten van het architecturaal erfgoed kan het VAi zelf onderzoek initiëren, er een team voor samenstellen en de resultaten ervan bekend maken. Opnieuw ligt de synergie met het CVAa hier voor de hand. Ook onderzoeken hebben vaak een historische component. Vanuit dit perspectief kan worden samengewerkt rond gemeenschappelijke thema‟s. Eén van deze onderzoeken heeft betrekking op een fotografieopdracht die het VAi als operationeel middel wil opzetten om diverse redenen. Het VAi zal op verschillende manieren documentatie aanleggen en verzamelen over de gebouwde omgeving en architectuur. Het registreren van bepaalde omgevingen, landschappen, of onderdelen ervan zijn valabele en interessante tijdsdocumenten die kunnen bijdragen tot een analyse van en een beter inzicht in onze biotoop. Architecten en stedenbouwkundigen maken op allerlei manieren gebruik van de fotografie. Het registreren, analyseren en ontwerpen hebben te maken met een bepaalde manier van kijken die heel eigen is. Het VAi wil anderen (bouwheren, overheden, kunstenaars, fotografen,…) aanzetten om de omgeving te registreren en zal zelf met beperkte middelen hiermee beginnen. De fotografieopdracht is voor het VAi ook relevant wanneer die in relatie staat tot een thema, een onderwerp, een inhoudelijke stelling. Als statement kan de fotografie worden ingezet in de diverse discussies die het VAi wil opzetten. Bovendien zullen de foto‟s gebruikt worden als beeldmateriaal in de communicatie tussen het publiek en het VAi. De stad, de verstedelijking, de architectuur, maar ook het natuurlijke landschap en de vele tussengebieden kunnen aan bod komen. Ook details van onze visuele werkelijkheid kunnen onderdeel vormen van een opdracht. De foto‟s moeten aanzetten tot anders kijken, anders begrijpen en nieuwe benaderingen. Hiervoor zal met diverse partners worden samengewerkt.
38
In 2003 werd al zo‟n langlopend project opgezet in samenwerking de onderzoeksgroep Labo Stedenbouw van de Universiteit Gent. Een fotografieopdracht maakte voorwerp uit van onderzoek, studentenontwerpen, een grote publiekstentoonstelling (2005) en een publicatie over de verstedelijking en het zich transformerend landschap in Vlaanderen. Resultaatsindicatoren: - Aantal onderzoeken geïnitieerd/mee uitgevoerd door het VAi (te meten door het VAi) - Aantal aanvragen en consultaties via het informatie- en documentatiecentrum (te meten door het VAi) - Peiling naar de gekendheid van de onderzoeken (te meten door een jaarlijkse enquête via het VAi)
2.5.8.3.
Geïntegreerde projecten CVAa
Zie punt 2.5.1.3.
2.5.8.4.
Partnerships CVAa
Zie punt 2.5.5.9.
2.5.8.5.
Publicatiesreeks CVAa: archieftechnische en architectuurhistorische publicaties
Zie punt 2.5.5.6.
39
2.5.9.
Landelijke uitbouw van de architectuurarchiefcoördinatie (2.5)
2.5.9.1.
Rapporten
Het CVAa zal door een permanent contact met bewaarinstellingen, archiefvormers en actoren uit de sector van het architecturale erfgoed voortdurend voeling houden met de ontwikkelingen in het veld van de architectuurarchieven. De veranderende noden en behoeften van het veld zullen in kaart worden gebracht en bespreekbaar worden gemaakt. De verzamelde gegevens zullen worden vertaald in een jaarlijks rapport. Het rapport zal fungeren als een jaarlijkse evaluatie van het veld van de architectuurarchieven voor de overheid. Het zal een basis bieden voor een breder publiek debat over de architectuurarchieven en het architecturaal erfgoed. Tenslotte zal het rapport als onderlegger worden gebruikt om de prioritaire aandachtspunten van de archiefcoördinatie te definiëren, scherp te stellen of aan te vullen. Resultaatsindicatoren: - Jaarlijks rapport CVAa
2.5.9.2.
Partnerships CVAa
Zie punt 2.5.5.9.
2.5.9.3.
Databanken
Het CVAa heeft aan Archiefbank Vlaanderen en aan ODIS de opdracht gegeven om een interface te ontwikkelen die specifiek is voor architectuurarchieven en hun vormers. Deze interfaces zullen toegankelijk worden gemaakt via de deelwebsite van het CVAa. Het CVAa wil de verschillende instellingen die reeds architectuurarchieven bewaren, aanzetten tot het bijdragen aan deze digitale catalogi en wil als coördinator optreden voor de invoer van gegevens over architectuurarchieven. Het in toenemende mate toegankelijk maken van informatie over architectuurarchieven via deze databanken is een blijvende opdracht voor het CVAa. Verder zal het CVAa zich toeleggen op het aanvullen en actualiseren van de informatie over architecten en architectuurarchieven, die reeds in de databanken is opgenomen. Resultaatsindicatoren: - Aantal databanken die verschijnen op de website - Aantal files die in de databanken zijn opgenomen
2.5.9.4.
Archiefoverdrachten
Het CVAa kreeg reeds meerdere architectuurarchieven aangeboden. Wellicht zal dit aanbieden van archieven de komende jaren nog toenemen. De vraag naar de omgang met deze archieven in termen van verwerving, bewaarplaats en selectie dringt zich op. Het CVAa zal procedures opzetten om archiefstukken te verwerven en een visie ontwikkelen over de bewaarproblematiek van toekomstige archiefstukken. Er moet eveneens een visie worden ontwikkeld over de procedure voor het bepalen van welke architectuurarchieven dienen te worden bewaard (bewaarprofielen), over de meest geschikte bewaarplaatsen en over eventuele selectie. Hiervoor zal eerst een grondig onderzoek worden gevoerd naar de modellen en procedures die in binnen- en buitenland door archiefinstellingen worden toegepast. In een volgend stadium zullen uit dit onderzoek concrete richtlijnen voor verwerving en waardebeoordeling van architectuurarchieven worden gedistilleerd. Resultaatsindicatoren: -aantal archiefoverdrachten die via het CVAa verlopen (te meten door het CVAa) -onderzoeksrapport naar de modellen en procedures in binnen- en buitenland -concrete richtlijnen voor verwerving en waardebeoordeling
40
2.5.9.5.
Website van het CVAa
Zie punt 2.5.5.8.
2.5.9.6.
Architectuurhistorische en archieftechnische onderzoeksprojecten
Vanuit de hoofddoelstelling van het CVAa om architectuurarchieven én de kennis erover duurzaam te bewaren, te ontsluiten en te valoriseren, wil het CVAa voortdurend architectuurhistorisch en archieftechnisch onderzoek blijven stimuleren, initiëren en voeren. Het eigen architectuurhistorische onderzoek zal worden ontwikkeld door middel van het programma van de geïntegreerde projecten. Dit programma vertrekt vanuit twee vaststellingen. Enerzijds is er de beperkte doorstroming van het recente architectuurwetenschappelijk onderzoek naar het grote publiek. Anderzijds hebben archiefinstellingen die architectuurarchieven bewaren vaak onvoldoende middelen om nieuw verworven fondsen bekend te maken en te ontsluiten. Deze lacunes beknotten niet alleen de cultuurhistorische kennis over het architecturale erfgoed, maar hypothekeren ook de hedendaagse architectuurpraktijk. Kwalitatieve renovatie of transformatie van gebouwen en stedelijke gehelen, steunt immers op een grondige kennis van het erfgoed. Bovendien fungeren historische projecten vaak als een achtergrond waartegen vandaag nieuwe en kritische architecturale benaderingen kunnen worden ontwikkeld. De geïntegreerde projecten van het CVAa willen zich strategisch positioneren ten opzichte van deze twee lacunes. Ze willen een verband leggen tussen: -wetenschappelijk onderzoek -architectuurarchieven -publiekswerking De projecten hebben als doelstelling om deze verschillende elementen te integreren rondom een thema en vanuit zogenaamde sleutelprojecten (ontwerpen voor gebouwen of -gehelen). Ze confronteren recent wetenschappelijk onderzoek met belangrijke archiefstukken van Vlaamse architecten. De confrontatie resulteert telkens in een publieksmoment (tentoonstelling, lezingenreeks,…) dat is gericht op verspreiding van kennis over het architecturale erfgoed en een duurzaam product (catalogus, inventaris, …) dat de kennis over het architecturale erfgoed blijvend vastlegt en een opstap biedt voor verdere ontsluiting en onderzoek. Naast architectuurhistorisch onderzoek zal het CVAa ook archieftechnisch onderzoek over architectuurarchieven blijven stimuleren, initiëren of uitvoeren. Dit zal voornamelijk gebeuren vanuit de noden en vragen die rijzen vanuit het veld. Het CVAa zal acties ondernemen om onderzoek rondom vraagstukken als de omgang met digitaal gegenereerde archieven en digitale ontsluiting op gang te brengen. De expertise die wordt opgebouwd of verzameld binnen deze onderzoeken zal ondermeer via de archieftechnische publicatiereeks van het CVAa worden verspreid. Resultaatsindicatoren: - Aantal deelnemers aan de publieksmomenten (te meten door het CVAa) - Aantal nieuwe toegangen tot archieven (te meten door het CVAa) - Evaluatie van de kwaliteit van het project door betrokken instellingen - Aantal recensies over het geïntegreerde project (te meten door het CVAa) - Aantal archieftechnische onderzoeken rondom architectuurarchieven die met inbreng van het CVAa worden gevoerd (te meten door het CVAa) - Peiling naar de verspreiding van de expertise die werd opgebouwd binnen de archieftechnische onderzoeken (door het CVAa)
2.5.9.7.
Vertegenwoordiging
Het CVAa vertegenwoordigt het veld van de Vlaamse architectuurarchieven op verschillende professionele en publieke fora. Het CVAa zal deze rol van communicator en bemiddelaar zowel op een nationaal als op een internationaal niveau blijven uitbouwen:
41
-
VVBAD/AHD (Vlaamse Vereniging voor Bibliotheek, Archief- en Documentatiewezen / Sectiebestuur Archief en Hedendaags Documentbeheer) Adviesraad Archiefbank Vlaanderen Programmacommissie OKV (Openbaar Kunstbezet in Vlaanderen) KAPA (Kring van Archivarissen in de Provincie Antwerpen
-
ICA/SAR (International Council on Archives / Section on Architectural Records) ICAM (International Confederation of Architectural Museums)
Resultaatsindicatoren: - Aantal actieve interventies van het CVAa op internationale fora rond architectuurarchieven (te meten door het CVAa) - Aantal reacties van internationale personen op de werking van het CVAa (te meten door het CVAa)
2.5.9.8.
Adviesraad CVAa
Zie punt 2.5.7.7.
2.5.9.9.
Expertiseverlening aan archiefvormers en -bewaarders
Het CVAa verzamelt en genereert voortdurend archieftechnische kennis en expertise over architectuurarchieven door middel van acties, zoals de adviesraad, partnerships, geïntegreerde projecten en publicaties en het bijwonen van studiedagen, colloquia en workshops. Daarnaast tracht het CVAa ook op de hoogte te blijven van internationale ontwikkelingen in de sector van de architectuurarchieven ondermeer via haar actief lidmaatschap van de International Council on Archives (ICA) en de Internatinal Confederation of Architectural Museums (ICAM). De verzamelde expertise zal het CVAa inzetten bij het verlenen van advies aan archiefvormers en archiefbewaarders. Het CVAa wil zich profileren als intermediair aanspreekpunt voor vragen omtrent ordening, bewaring, inventarisatie en valorisatie van architectuurarchieven. Resultaatsindicatoren: - Aantal interventies van het CVAa naar archiefvormers en –bewaarders (te meten door het CVAa) - Peiling naar tevredenheid over advies
42
2.5.10.
Samenwerking tussen leden van het architectuurlandschap stimuleren (3.1)
2.5.10.1.
Uitbouw van netwerken
Het VAi zet samenwerking op met enkele sleutelactoren op het vlak van het architectuurbeleid in Vlaanderen. In eerste instantie wordt gedacht aan de Vlaams Bouwmeester en de steden met Erfgoedconvenanten, Stedenbeleid, Plattelandsbeleid… In het verleden bleken ook verschillende provincies, intercommunales en stedelijke administraties vragende partij voor samenwerking. De intentie is om te verduidelijken op welke domeinen elk van de actoren zich richt, de ideeën te stroomlijnen en aan te tonen hoe het VAi vanuit haar expertise een bijdrage en ondersteuning kan bieden aan projecten van anderen binnen de architectuurwereld. Complementair aan het Atelier Lokale architectuur van de Vlaams Bouwmeester, wordt in de periode 2006-2009 een lokaal cultureel architectuurbeleid opgezet. Lokale overheden die als bouwheer optreden kunnen te rade gaan bij het atelier van de Bouwmeester. Maar voor de algemene sensibilisering op lokaal vlak is er een grote nood aan concrete begeleiding. Het VAi was in het verleden hiervoor soms gevraagd voor medewerking. Maar het VAi kan dit niet voor alle steden in Vlaanderen waarmaken. Hiervoor is het opzetten van lokaal verankerde architectuurcenta noodzakelijk. Het VAi werkt in 2006-2009 samen aan de ontwikkeling en professionalisering van de culturele lokale architectuurwerking door middel van samenwerking aan publieksactiviteiten en door het vervullen van zijn informatie-en documentatieopdracht. Het VAi wil voor en met de architectuursector werken. Ondanks de deskundigheid van de medewerkers, die een goede inbedding van het VAi in het architectenmilieu waarborgt, blijft het uitbouwen van een professioneel netwerk van groot belang om te komen tot een eenduidig en consistent architectuurbeleid.. Daarnaast meent het VAi dat een consistent Vlaams architectuurbeleid en gebeuren haar missie zal helpen te bewerkstelligen. Dit kan enkel als de verschillende spelers in het architectuurlandschap de stap tot samenwerking zetten. Het VAi wil deze stap dan ook stimuleren Het VAi wil ook een netwerk uitbouwen met professionele organisaties in het domein van de architectuur, zodat deze enerzijds betrokken worden in het opzetten van het beleid en anderzijds ook concreet (mee) acties kunnen opzetten rond eigentijdse architectuur. Operationele doelstellingen waaraan deze activiteit ook nog tegemoet komt: - 2.5.Landelijke uitbouw van de architectuurarchiefcoördinatie - 3.4 Beleidsondersteunend en –adviserend optreden Resultaatsindicatoren: - Aantal contacten met andere instanties (professionelen, Vlaams Bouwmeester, Stedenbeleid, lokale organisaties) (te meten door het VAi) - Aantal projecten die gezamenlijk opgezet worden of waarin het VAi een adviserende of katalyserende rol heeft gespeeld (te meten door het VAi) - Aantal lokale verantwoordelijken/organisaties die in het „netwerk‟ kunnen worden opgenomen (te meten door het VAi) - Aantal lokale architectuurinitiatieven die opgestart werden (te meten via de activiteitenkalender)
43
2.5.11.
Een onderbouwd professioneel debat over architectuur op gang brengen (3.2)
2.5.11.1.
Colloquium of lezingenreeks
Zie punt 2.5.7.2.
2.5.11.2.
Cahierreeks Achtergrond
Zie punt 2.5.5.4.
2.5.11.3.
Communicatie en promotie
Zie punt 2.5.6.3.
2.5.11.4.
Het creëren van en deelnemen aan een levendige debatcultuur in media
Zie punt 2.5.2.3.
2.5.11.5.
Adviesraad CVAa
Zie punt 2.5.7.7.
2.5.11.6.
Personeelsplan VAi
Zie punt 2.5.1.9.
44
2.5.12.
Een forum bieden aan jonge architecten (3.3)
Het VAi wil een forum bieden aan jonge architecten in Vlaanderen. Zij nemen vandaag in architectuur en aanverwante disciplines een actuele en experimentele positie in. Architectuur manifesteert zich in hun werk in uiteenlopende vormen en uitingen. Ze krijgt steeds opnieuw andere invullingen, soms minder zichtbaar en zelfs ongekend.
2.5.12.1.
Presentaties werk van jonge architecten
Na het initiëren en ondersteunen van de publicatiereeks „Jonge Architecten in Vlaanderen‟, zal het VAi op zoek gaan naar andere vormen om het werk van de nieuwe generatie architecten aan het publiek te presenteren. Nieuwe acties en presentatievormen worden uitgewerkt in samenwerking met nieuwe partners. Bedoeling is om meer werk van jonge architecten op vrij informele wijze voor een groter publiek bereikbaar te maken. Zo zal in samenwerking met kunstencentra getracht worden de jonge generatie een plaats te geven in tentoonstelling-, lezing-, en workshopformats. Ten opzichte van diverse mediakanalen (krant, tijdschrift, tv… ) en met de eigen website zal het VAi stimulerende acties ondernemen om het werk van veelbelovende architecten op te nemen. De verzameling portfolio‟s uit het documentatiecentrum van het VAi biedt hiervoor een belangrijke inspiratie- en informatiebron. Operationele doelstellingen waaraan deze activiteit ook nog tegemoet komt: - 1.1 Architectuur openstellen voor het publiek en bespreekbaar maken - 1.2 Architectuur in concrete programma‟s van kranten, tijdschriften, radio en tv brengen - 2.1 Informatieverzameling en –verspreiding verzekeren - 2.3 Het verwerven van nieuwe ideeën en het vergelijken van standpunten rond architectuur - 2.4 Onderzoek en kritische reflectie bewerkstelligen Resultaatsindicatoren: - Aantal initiatieven waarbij jonge architecten uit Vlaanderen betrokken zijn - Aantal keren dat het werk van jonge architecten in de media aan bod komt - Peiling naar de gekendheid van het werk van jonge architecten - Aantal portfolio‟s die door jonge architecten worden toegestuurd - Aantal vragen die het VAi krijgt m.b.t het werk van jonge architecten
2.5.12.2.
Internationale acties voor jonge architecten
Architectuur is een discipline die zich bij uitstek internationaal ontwikkelt. Het komt er dus op aan om op die „internationale markt‟ de eigen kwaliteit en de culturele identiteit van Vlaamse architectuur te specificeren en te promoten. Jonge ontwerpers uit onze regio moeten de kans krijgen om een internationaal parcours te verkennen en om de opgedane ervaringen en kennis te laten neerslaan op de ontwerppraktijk in Vlaanderen. Dit kan bijdragen tot de kwaliteit van de architectuur in Vlaanderen en de promotie van Vlaanderen in de wereld. Het VAi wil daarom jonge architecten begeleiden en ondersteunen door hun internationale contacten te faciliteren. Zij kunnen worden aangemoedigd om deel te nemen aan tentoonstellingen, ontwerpwedstrijden, congressen … Het VAi zal een stimulerende en bemiddelende rol vervullen bij het aankaarten van de ondersteuning van studenten en onderzoekers die zich willen vervolmaken of specialiseren in het buitenland. Dit stimuleringsbeleid is ook in architectuur noodzakelijk voor vernieuwing en deskundigheidsbevordering op internationaal niveau. Operationele doelstellingen waaraan deze activiteit ook nog tegemoet komt: - 2.3 Het verwerven van nieuwe ideeën en het vergelijken van standpunten rond architectuur - 2.4 Onderzoek en kritische reflectie bewerkstelligen - 4.1 Een internationaal netwerk creëren - 4.2 Internationaal de eigen kwaliteit en culturele identiteit van de Vlaamse architecten specifiëren en promoten
45
Resultaatsindicatoren: - Aantal internationale manifestaties waarbij jonge architecten uit Vlaanderen betrokken zijn. - Aantal jonge architecten die op internationale schaal actief zijn - Peiling naar de gekendheid en appreciatie van het werk van jonge architecten op internationaal vlak - Aantal vragen dat het VAi krijgt uit het buitenland m.b.t het werk van jonge architecten uit Vlaanderen
46
2.5.13.
Beleidsondersteunend en –adviserend optreden (3.4)
2.5.13.1.
Jaarboek Architectuur Vlaanderen
Zie punt 2.5.5.3.
2.5.13.2.
Uitbouw van netwerken
Zie punt 2.5.10.1.
2.5.13.3.
Voorbereiding van en rapportering over een stimulerend architectuurbeleid
De Vlaamse overheid heeft de verantwoordelijkheid om een klimaat te scheppen van gunstige voorwaarden voor de totstandkoming van architectonische kwaliteit. Kwaliteit is hierbij een zeer ruim begrip en een integraalconcept. Kwaliteit richt zich op de kwaliteit van de gebruikswaarde, de culturele waarde en de toekomstwaarde en staat los van een bepaalde stijl, bepaalde architecten, een specifieke regio of bouwprogramma. Het toekomstig architectuurbeleid beoogt een samenhang te versterken tussen het bouw- en cultuurbeleid. Dit impliceert een stimuleringsbeleid in vele richtingen en een samenwerking tussen verschillende administraties. De overheden hebben een aantal verschillende rollen te spelen: ten eerste directe betrokkenheid onder de vorm van opdrachtgeverschap, ten tweede het mogelijk maken van een lokaal architectuurbeleid en tot slot het stimuleren van private opdrachtgevers voor kwaliteitsvolle architectuur, rekening houdend met maatschappelijke tendensen in de architectuurwereld. De overheid heeft de plicht om met een eigen architectuurbeleid een substantieel deel van de bouwproductie in Vlaanderen te beïnvloeden. Het VAi wil in 2006-2009 haar actieve rol in het maken van onderzoeken en prospecties voor een stimuleringsbeleid verder zetten. Het VAi zal ook in de toekomst bijdragen leveren aan regeringsbijdrages, memoranda, beleidsplannen en rapporten om het maatschappelijk belang van een kwalitatieve leefomgeving en architectuur in het bijzonder steeds weer onder de aandacht te brengen. Het VAi zal een interdepartementaal architectuuroverleg op Vlaams niveau initiëren, ondersteunen en eraan participeren. De Vlaamse overheid moet haar aandachtspunten rond het architectuurbeleid voor de komende jaren in een overlegorgaan bespreken en prioriteiten in een nota vastleggen. Voor deze prioritaire actiepunten moet een stimuleringsbeleid een budget voorzien worden. Verder moet de nota een mogelijk kader beschrijven en een afstemming van taken voor de bestaande en toekomstige instellingen als de Vlaams Bouwmeester, het VAi, de advies- en beoordelingscommissies voor subsidie, de lokale architectuurverenigingen, het architectuuronderwijs, de kunstencentra en culturele centra uitzetten. De beleidsondersteuning en –advisering betreft in eerste instantie de Vlaamse overheid en het ministerie van cultuur. Maar het spreekt voor zich dat ook allerlei instellingen die niet direct gelinkt zijn aan cultuur en culturele subsidies in dit overleg en in de nota moeten worden opgenomen. Denken we hierbij bijvoorbeeld aan de mogelijke rol van architectuur bij allerlei private sectoren als zieken- en bejaardenverzorging, onderwijs, bedrijfswereld, beroepswereld van de architecten….
Resultaatsindicatoren: - Aantal aanvragen tot onderzoek/advies (te meten door het VAi) - Aantal adviezen/rapporten geïnitieerd/uitgevoerd door het VAi (te meten door het VAi) - Aantal projecten waarin wordt samengewerkt met de Vlaamse Bouwmeester en andere instanties
47
-
Tevredenheid over de onderzoekingen/adviezen/samenwerkingen (te meten via enquête/bevraging aan de betrokken partijen)
48
2.5.14.
Een internationaal netwerk creëren (4.1)
2.5.14.1.
Colloquium of lezingenreeks
Zie punt 2.5.7.2.
2.5.14.2.
Website
Zie punt 2.5.1.4.
2.5.14.3.
Vertalingen
Om de werking van het VAi en andere Vlaamse organisaties op de internationale markt op de kaart te brengen, zijn vertalingen van de werken en acties nodig. Zo worden zowel het Jaarboek Architectuur Vlaanderen als onderdelen van de website naar het Engels vertaald. Resultaatsindicatoren: - Beschikbaarheid van de anderstalige versies van het Jaarboek en de website (te meten door het VAi) - Aantal anderstalige colloquia dat georganiseerd wordt (te meten door het VAi) - Aantal deelnemers aan de anderstalige colloquia (te meten bij de organisatie/inschrijving) - Aantal verkochte exemplaren van het vertaalde Jaarboek (te meten door het VAi) - Evaluatiegesprekken met professionele deelnemers - Peiling naar de gekendheid van de anderstalige versies (te meten door een jaarlijkse enquête via het VAi)
2.5.14.4.
Vertegenwoordigingsbeleid
Architectuur is bij uitstek een internationale discipline; culturele en zakelijke contacten zijn belangrijk voor internationale uitwisseling van ervaring en kennis. Bovendien is het door de Europese regelgeving mogelijk om als architect uit Vlaanderen projecten uit te voeren in andere deelstaten van de Europese Gemeenschap. Het komt er dus op aan om op die grote „internationale markt‟ de eigen kwaliteit, de culturele identiteit van de architecten te specifiëren en te promoten. Dit kan bijdragen tot de kwaliteit van de architectuur in Vlaanderen. Daarom wil het VAi bijdragen aan het bekendmaken van architectuur uit Vlaanderen op de internationale scène. Deze bekendmaking kan door concrete werking en uitwisseling van ervaringen, publicaties, bezoeken en dergelijke meer. Een gedragen internationale campagne wordt opgehangen aan een aantal ankerpunten. De internationale werking van het VAi houdt tevens in dat het VAi Vlaanderen vertegenwoordigt op congressen en participeert aan tentoonstellingen, manifestaties in het buitenland. De internationale werking kan gestimuleerd worden door de culturele akkoorden en ontwikkelingssamenwerking tussen Vlaanderen en andere landen. Totnogtoe is de internationale werking nog teveel afhankelijk van persoonlijke netwerken en relaties. Dit moet verstevigd worden door de continuïteit van de werking van het VAi in de periode 2006-2009.
Resultaatsindicatoren: - Deelname van het VAi aan internationale werking rond architectuur (te meten door het VAi) - Deelname van internationale personen aan acties van het VAi (te meten door het VAi) - Peiling naar de gekendheid van de Vlaamse architectuurwerking op internationaal vlak (te meten door een jaarlijkse enquête via het VAi)
49
2.5.15.
Internationaal de eigen kwaliteit en culturele identiteit van de Vlaamse architecten specifiëren en promoten (4.2)
2.5.15.1.
Vertalingen
Zie punt 2.5.14.3.
2.5.15.2.
Jaarboek Architectuur Vlaanderen
Zie punt 2.5.5.3.
2.5.15.3.
Vertegenwoordigingsbeleid
Zie punt 2.5.14.4.
50
2.6.
Tijdsplanning van de resultaten
Hier geven we aan welke resultaten het VAi wenst te verwezenlijken om de vooropgestelde doelstellingen te halen. De resultaten voor de archiefwerking zijn in beperkte mate hierin opgenomen, zij maken deel uit van een apart plan dan tevens over een andere tijdsplanning en subsidieregeling verloopt. Wat hier opgenomen is, is de reguliere, minimale werking van het CVAa.
2006 Publieksactiviteiten -
Rondleidingen Website Nieuwsbrief Geïntegreerd project CVAa Samenwerking bibliotheken, boekencampagne Het maken van concrete formats voor tv-programma‟s Presentatie werk van jonge architecten Erfgoeddag Cultuurmarkt
Steunpuntfunctie en beleidsondersteuning -
Website Nieuwsbrief Promotiecampagne Vai / CVAa Voorbereiding van en rapportering over een stimulerend architectuurbeleid Creëren en uitbouwen van netwerken
-
Productie Jaarboek Architectuur Vlaanderen 2004-2005 Publicaties in de cahierreeks Achtergrond Publicatiereeks CVAa
-
Architectuureducatie initiëren en begeleiden
Publicatiebeleid
Educatie
Onderzoek en kritische reflectie -
Het creëren van en deelnemen aan een levendige debatcultuur in de media Standpunten innemen en verspreiden via de media i.v.m. architecturaal erfgoed Bestaande onderzoeken stimuleren en bekendmaken Eigen onderzoek initiëren
Landelijke uitbouw van architectuurarchiefcoördinatie CVAa
51
2007 Publieksactiviteiten -
Dag van de architectuur Publieksevenement i.s.m. lokale actoren Architectuurbiënnale van Rotterdam Website Nieuwsbrief Samenwerking bibliotheken, promotie architectuurpublicaties Het maken van concrete formats voor tv-programma‟s Erfgoeddag Cultuurmarkt
Steunpuntfunctie en beleidsondersteuning -
Website Nieuwsbrief Internationale actie voor jonge architecten Voorbereiding van en rapportering over een stimulerend architectuurbeleid Creëren en uitbouwen van netwerken
-
Voorbereiding Jaarboek Architectuur Vlaanderen 2006-2007 Publicaties in de cahierreeks Achtergrond e Publicatie in de reeks architecten en thema‟s 20 eeuw Publicatiereeks CVAa
-
Architectuureducatie initiëren en begeleiden Lessenpakket aanmaken Jongerenactie Dag van de architectuur
Publicatiebeleid
Educatie
Onderzoek en kritische reflectie -
Workshop architectuurkritiek Het creëren van en deelnemen aan een levendige debatcultuur in de media Standpunten innemen en verspreiden via de media i.v.m. architecturaal erfgoed Bestaande onderzoeken stimuleren en bekendmaken Eigen onderzoek initiëren
Landelijke uitbouw van architectuurarchiefcoördinatie CVAa
52
2008 Publieksactiviteiten -
Rondleidingen Architectuurbiënnale van Venetië Website Nieuwsbrief Geïntegreerd project CVAa Samenwerking bibliotheken, promotie architectuurpublicaties Het maken van concrete formats voor tv-programma‟s Presentatie werk van jonge architecten Erfgoeddag Cultuurmarkt
Steunpuntfunctie en beleidsondersteuning -
Website Nieuwsbrief Promotiecampagne VAi / CVAa Publiekswerking informatie- en documentatiecentrum Voorbereiding van en rapportering over een stimulerend architectuurbeleid Creëren en uitbouwen van netwerken
-
Productie Jaarboek 2006-2007 en internationale promotie van het Jaarboek Publicaties in de cahierreeks Achtergrond Publicatiereeks CVAa
-
Architectuureducatie initiëren en begeleiden Promotiecampagne lessenpakket
Publicatiebeleid
Educatie
Onderzoek en kritische reflectie -
Het creëren van en deelnemen aan een levendige debatcultuur in de media Standpunten innemen en verspreiden via de media i.v.m. architecturaal erfgoed Bestaande onderzoeken stimuleren en bekendmaken Eigen onderzoek initiëren
Landelijke uitbouw van architectuurarchiefcoördinatie CVAa
53
2009 Publieksactiviteiten -
Dag van de architectuur Publieksevenement i.s.m. lokale actoren Architectuurbiënnale van Rotterdam Website Nieuwsbrief Samenwerking bibliotheken, promotie architectuurpublicaties Internationale contacten faciliteren voor jonge architecten Erfgoeddag Cultuurmarkt
Steunpuntfunctie en beleidsondersteuning -
Website Nieuwsbrief Publiekswerking informatie- en documentatiecentrum Internationale actie voor jonge architecten Voorbereiding van en rapportering over een stimulerend architectuurbeleid Creëren en uitbouwen van netwerken
-
Voorbereiding Jaarboek Architectuur Vlaanderen 2008-2009 Publicaties in de cahierreeks Achtergrond e Publicatie in de reeks architecten en thema‟s 20 eeuw Publicatiereeks CVAa
-
Architectuureducatie initiëren en begeleiden Jongerenactie Dag van de architectuur
Publicatiebeleid
Educatie
Onderzoek en kritische reflectie -
Workshop architectuurkritiek Het creëren van en deelnemen aan een levendige debatcultuur in de media Standpunten innemen en verspreiden via de media i.v.m. architecturaal erfgoed Bestaande onderzoeken stimuleren en bekendmaken Eigen onderzoek initiëren
Landelijke uitbouw van architectuurarchiefcoördinatie CVAa
54
2.7.
Evaluatie
Het team van het VAi zorgt in de eerste plaats voor een zelfevaluatie en bijsturing door het toetsen van de resultaten aan de beoogde doelstellingen door middel van de resultaatsindicatoren en door te peilen naar de beoordeling door publiek en actoren. De Algemene Vergadering controleert de financiële acties en de jaarlijkse balans. De Raad van Bestuur controleert de werking van het VAi, keurt jaarplannen en activiteitenoverzicht goed en onderschrijft de visie en beleidsopties die door de directie worden genomen. Het jaarlijkse activiteitenverslag met financieel overzicht en de jaarplannen verlenen de administratie Beeldende Kunst en Musea, de Commissie architectuur en vormgeving, en de minister een inzage in de werking van het VAi. Bovendien is met de administratie en de medewerkers van het kabinet van de minister van Cultuur meermaals overleg tijdens een werkjaar. De ontwerpers, het publiek, de bouwsector, de critici, etc. zullen dankzij een actieve samenwerking met het VAi permanent de vragen, noden, pijnpunten waaraan moet gewerkt worden verduidelijken. Bijgevolg is evaluatie en bijsturing elk jaar in specifieke acties of accentverschuivingen mogelijk.
55
2.8.
Personen betrokken bij het samenstellen van het beleidsplan
Het beleidsplan is het resultaat van een discussie en samenwerking tussen de leden van de raad van bestuur in het bijzonder Wivina Demeester, Christiaan Dugardyn, Kristiaan Borret, Hilde Heynen, Linda Boudry, Jan Strubbe en de directeur Katrien Vandermarliere. De uitwerking van de acties is ontstaan in overleg met Saskia Kloosterboer, Roeland Dudal, Edith Wouters, Tom Avermaete, Annelies Nevejans en Siska Claessens.
56
3.
SITUERING
3.1.
Infrastructuur
De kantoren van het VAi en het CVAa zijn in het gebouwencomplex van deSingel gehuisvest. De biotoop van een actief kunstcentrum met bovendien een architectuurprogramma tentoonstellingen is een aanzienlijke troef voor het VAi. Vijftien jaar lang heeft het kunstcentrum deSingel architectuurtentoonstellingen en evenementen georganiseerd. Bij het grote publiek en de professionelen is deSingel duidelijk dé plek voor presentaties en acties i.v.m. eigentijdse architectuur. deSingel en het VAi bepalen elk hun eigen koers, maar kunnen samenwerkingsverbanden opzetten voor tal van publieke manifestaties.
3.1.1.
Kantoren en informatieopslagplaats 2006-2008
Inmiddels is door het VAi en het CVAa een kantoorvleugel in gebruik genomen onder de VRT studio‟s. Het VAi heeft ook een aanzienlijke opslag- en archiefruimte ter beschikking in de kelder van het complex. Het VAi betaalt onderhouds- en verbruikskosten voor het gebruik van de kantoren. Het VAi maakt gebruik van alle mogelijke logistieke faciliteiten van de deSingel werking zoals netwerking voor pc en telefonie en van de materiële infrastructuur zoals daar zijn: vergaderruimte, gebruik van grote en kleine publiekszalen, parking, onthaalbalie, café en refter.
3.1.2.
Andere oplossingen 2006-2009
Naar gelang de activiteiten maakt het VAi gebruik van infrastructuur van partners uit de architectuurwereld, universiteiten of hogescholen. Voor publieksevenementen wordt steeds geopteerd om deze te laten plaatsvinden in een kwaliteitsvol hedendaags gebouw. Ook voor de archiefwerking zal samenwerking met een aantal partners aangewezen zijn, daar het archiveren niet in de gebouwen van deSingel kan gebeuren. Voor onderzoek en behandeling van archieven is de voor handen zijnde ruimte voldoende.
3.1.3.
De nieuwbouw van het deSingelcomplex, publiek gezicht voor het VAi
1. In de nieuwbouw van deSingel is vanaf 2008 een nieuw ruim kantoor bestemd voor het VAi. De ligging van de kantoren op de publieksas van deSingel en met eigen toegang is voor het VAi een belangrijke vooruitgang. Het VAi krijgt er immers een publiek gezicht 2. De nieuwe leeszaal van de Conservatoriumbibliotheek met multimediaruimte annex bookshop is voor het VAi een tweede opportuniteit om de werking van het VAi meer zichtbaar en meer bereikbaar te maken voor haar doelpubliek. Het VAi wil in de leeszaal en informatiehoek (loketfunctie) en consultatieruimte beschikbaar maken voor het publiek. De leeszaal omvat tijdschriften (1 jaar oud), recente publicaties en studies van overheden, onderwijsinstellingen en dergelijke meer. Door middel van een interbibliothecair systeem moet het publiek de catalogi van de architectuurbibliotheken kunnen consulteren. De leeszaal is dagelijks van 10 tot 22 uur open (tijdens schooldagen en deSingel-voorstellingen). De mogelijke uitbouw van een degelijke, internationale architectuurbibliotheek voor publiek en professionelen is onderwerp van een gecoördineerd en grondig plan dat opgemaakt moet worden in samenspraak met de overheidsbibliotheken en de onderwijsinstellingen. De consultatieruimte is een plek waar een VAi-medewerker op bepaalde momenten aanwezig is om mensen te adviseren of te woord te staan. Deze persoon kan ook de verantwoordelijke zijn voor de website en het onderhouden van de site. 3. In het bouwplan zit de uitbouw van een nieuwe tentoonstellingsruimte. De huidige tentoonstellingsmogelijkheden worden dus vergroot. Dit betekent dat grotere of twee kleinere
57
tentoonstellingen gelijktijdig kunnen doorgaan. Met andere woorden kan er op een flexibele manier gewerkt worden. Het VAi zal door de directe fysieke aanwezigheid van tentoonstellingsruimte ook een opportuniteit krijgen om met of zonder deSingel tentoonstellingen op te zetten. We denken eerder aan kleinere, en op de actualiteit geënte onderwerpen. De knowhow van expositieopbouw van deSingel kan door het VAi worden ingehuurd.
58
3.4.
Financiële middelen
Het VAi wordt jaarlijks betoelaagd door de Vlaamse Gemeenschap. Er is een beheersovereenkomst afgesloten tussen de overheid en het VAi. Het VAi kan bijkomende opdrachten krijgen van de overheid. Deze worden met extra subsidies betoelaagd. (bvb. leveren van een tentoonstelling voor een internationale architectuur Biënnale, publicatie, onderzoeken). De archiefcoördinatiewerking (CVAa) valt onder het decreet houdende de privaatrechterlijke culturele archiefwerking van 01.10.2002. Hiervoor heeft het VAi een tweede overeenkomst met de overheid. Deze werking is eveneens volledig door de Vlaamse Gemeenschap betoelaagd. Het VAi zoekt bijkomende financiële middelen en sponsorovereenkomsten met media-partners voor publieksevenementen, publicaties en andere activiteiten. Het VAi zoekt steeds naar een inhoudelijke samenwerking met de sponsors en kan niet zomaar het kwaliteitslabel of de naam van de instelling met allerlei partners verbinden.
59
3.6.
Ledenlijst van de Raad van Bestuur
Wivina Demeester, Monnikendreef 5, 2980 Zoersel, Belg (voorzitter) Vlaams volksvertegenwoordiger, gemeenteraadslid Zoersel, Voorzitter van de commissie voor Openbare Werken, Mobiliteit en Energie; Lid van de commissie voor Algemeen Beleid, Financiën en Begroting Piet Van Cauwenberghe, Leernsesteenweg 185D, 9800 Deinze architect-stedenbuwkundige, ondervoorzitter VAi Christian Dugardyn, Zwarthoutstraat 9, 2550 Waarloos, Belg Verantwoordelijk voor architectuurprogramma BBL, penningmeester VAi Hilde Heynen, Volmolenlaan 22/101, 3000 Leuven, Belg Professor bij het Departement Architectuur, stedenbouw en ruimtelijke ordening (ASRO) van de Katholieke Universiteit Leuven, secretaris VAi Kristiaan Borret, Eden City 17, 1190 Brussel, Belg hoofd afdeling ruimtelijke planning, Studiebureau Technum, assistent aan de universiteit Gent André Loeckx, Volhardingslaan 22, 3001 Heverlee, Belg Voorzitter van het Departement Architectuur, stedenbouw en ruimtelijke ordening (ASRO) van de Katholieke Universiteit Leuven Paul Van Lindt, Eversemsesteenweg 42, 1852 Grimbergen, Belg Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap, afdeling Monumenten en Landschappen, Adjunct van de directeur Bob Van Reeth, Paardenmarkt 85, 2000 Antwerpen, Belg Vlaams Bouwmeester, hoogleraar en architect Jan Vermassen, Eekhout 32, 9000 Gent, Belg Architect, directeur Reproductiefonds Vlaamse musea Linda Boudry, Statiestraat 55, 1740 Ternat, Belg Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap, Projectleider Stedenbeleid Sinds september 2003 Inge Schoups, Transvaalstraat 29, 2600 Berchem, Belg Archivaris-bestuurscoördinator stad Antwerpen Sinds september 2003 Jan Strubbe, Bollostraat 152, 3140 Keerbergen, Belg Directeur-generaal Waterwegen en Zeewezen Sinds september 2003 Ignace Vandenabeele, coupure links 179, 9000 Gent, Belg Projectontwikkelaar Sinds september 2003 Herman Van Hove, Duinendreef 13, 2950 Kapellen, Belg Stichter Biblo Sinds september 2003
60
3.7.
Ledenlijst van de Algemene Vergadering
Wivina Demeester, Monnikendreef 5, 2980 Zoersel, Belg (voorzitter) Vlaams volksvertegenwoordiger, gemeenteraadslid Zoersel, Voorzitter van de commissie voor Openbare Werken, Mobiliteit en Energie; Lid van de commissie voor Algemeen Beleid, Financiën en Begroting Piet Van Cauwenberghe, Leernsesteenweg 185D, 9800 Deinze (ondervoorzitter), Belg, architectstedenbouwkundige, Christian Dugardyn, Zwarthoutstraat 9, 2550 Waarloos, Belg (penningmeester) Verantwoordelijk voor architectuurprogramma BBL, Hilde Heynen, Volmolenlaan 22/101, 3000 Leuven, Belg (secretaris) Professor bij het Departement Architectuur, stedenbouw en ruimtelijke ordening (ASRO) van de Katholieke Universiteit Leuven, secretaris Geert Bekaert, Koepoortbrug 4, 2000 Antwerpen, Belg (eerste voorzitter) Professor emeritus aan de K.U. Leuven en de T.U. Eindhoven, Kristiaan Borret, Eden City 17, 1190 Brussel, Belg hoofd afdeling ruimtelijke planning, Studiebureau Technum, assistent aan de universiteit Gent André Loeckx, Volhardingslaan 22, 3001 Heverlee, Belg Diensthoofd van het Departement Architectuur, stedenbouw en ruimtelijke ordening (ASRO) van de Katholieke Universiteit Leuven Paul Van Lindt, Eversemsesteenweg 42, 1852 Grimbergen, Belg Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap, afdeling Monumenten en Landschappen, Adjunct van de directeur Bob Van Reeth, Paardenmarkt 85, 2000 Antwerpen, Belg Hoogleraar, Vlaams Bouwmeester en architect Jan Vermassen, Eekhout 32, 9000 Gent, Belg Architect, directeur reproduktiefonds Vlaamse musea Linda Boudry, Statiestraat 55, 1740 Ternat, Belg Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap, Projectleider Stedenbeleid Inge Schoups, Transvaalstraat 29, 2600 Berchem, Belg Archivaris-bestuurscoördinator stad Antwerpen Jan Strubbe, Bollostraat 152, 3140 Keerbergen, Belg Directeur-generaal Waterwegen en Zeewezen Ignace Vandenabeele, Coupure Links 179, 9000 Gent, Belg Projectontwikkelaar Herman Van Hove, Duinendreef 13, 2950 Kapellen, Belg Stichter Biblo Jan van den Nieuwenhuijzen, Floraliënlaan 18, 2600 Berchem, Belg Afgevaardigd bestuurder, SDWorx Filip De Pau, Prinsenhofstraat 7, 9900 Eeklo, Belg Hoofd technische dienst Stad Eeklo Christine Conix, Cockerillkaai 18, 2000 Antwerpen, Belg Architect
61
André Bergen, Vlaskouter 20, 8500 Kortrijk, Belg Voorzitter directiecomité KBC-bank Goedele Desmet, Lambert Crickxstraat 16, 1070 Brussel, Belg Architect Marc Dubois, Holstraat 69, 9000 Gent Architect, docent departement architectuur Sint-Lucas hogeschool Gent en Brussel
62