Visie op vrijwilligheid Brandweer 2016-2019 Datum: 18-12-2015
Inhoud Inleiding ................................................................................................................................................... 4 Managementsamenvatting ..................................................................................................................... 5 1.
Landelijke visie................................................................................................................................. 7
2.
Van landelijke visie naar Zeeuwse visie........................................................................................... 8 2.1
Zeeuwse prioritering ............................................................................................................... 8
2.2
Toetsing Zeeuwse aan landelijke prioritering ....................................................................... 12
2.3
Toetsing Zeeuwse prioritering aan actualiteit........................................................................... 14
2.4 3.
Koppeling thema’s aan regionaal beleid ............................................................................... 15
Visie op vrijwilligheid, Brandweer 2016-2019 ............................................................................... 17 3.1
Prioriteren thema’s Visie op vrijwilligheid ............................................................................ 19
3.2
Jaarplannen ........................................................................................................................... 20
3.2.1 Jaarplan 2015 ....................................................................................................................... 20 3.2.2 Jaarplan 2016 ....................................................................................................................... 20 3.2.3 Jaarplan 2017 ....................................................................................................................... 22 3.2.4 Jaarplan 2018 ....................................................................................................................... 22 3.2.5 Jaarplan 2019 ....................................................................................................................... 23 3.3
Communicatie Zeeuwse visie op vrijwilligheid...................................................................... 24
Bijlage 1 Deelnemers ............................................................................................................................. 25 Bijlage 2 Selectie van gemaakte opmerkingen...................................................................................... 26 Bijlage 3 Landelijke visie ........................................................................................................................ 27
Visie op vrijwilligheid, Brandweer 2016-2019 Versie 0.9
3
Inleiding Vanuit ruim 60 brandweerposten wordt door ongeveer 1200 brandweervrijwilligers brandweerzorg verzorgd. De lokale brandweerposten met haar brandweervrijwilligers vormen daarmee een belangrijke hoeksteen binnen de brandweer. Vanuit de samenleving zijn deze brandweerposten bovendien een lokaal centrum voor versterking van zelfredzaamheid binnen de lokale gemeenschap en brandveilig leven. Een visie op de inbedding van de brandweervrijwilligers binnen de brandweer is om die reden onontbeerlijk. Omdat de brandweer sterk in ontwikkeling is en de effecten van die ontwikkelingen op vrijwilligheid niet zijn onderzocht, werd dit als een gemis ervaren. Voor de minister van Veiligheid en Justitie was dat aanleiding om de vereniging van Brandweervrijwilligers (VBV) en Brandweer Nederland te vragen samen het Project Visieontwikkeling Vrijwilligheid uit te voeren. Immers het uitgangspunt, ook voor het ministerie, is dat de vrijwilligers de basis voor de lokale brandweerzorg zijn en blijven. Op 19 september 2013 is door de Raad van Brandweercommandanten (RBC) de landelijke “Visie van, voor en door vrijwilligers bij de brandweer” vastgesteld. De landelijk Visie op Vrijwilligheid is het product van een samenwerking tussen de VBV en Brandweer Nederland. De uitvoering is opgepakt door de Brandweeracademie en de RBC. VRZ neemt met deze regionale Visie op vrijwilligheid, Brandweer 2016-2019 de nadere uitwerking ter hand van het landelijk ingezette beleid. De ‘Zeeuwse’ Visie op vrijwilligheid, Brandweer 2016-2019 is tot stand gekomen in overleg met de Onderdeelcommissie Brandweer (OC Brandweer), de ploegleiders en (een delegatie van) brandweervrijwilligers van VRZ.
Visie op vrijwilligheid, Brandweer 2016-2019 Versie 0.9
4
Managementsamenvatting Vanuit ruim 60 brandweerposten wordt de brandweerzorg door ongeveer 1200 brandweervrijwilligers verzorgd. De lokale brandweerposten met haar brandweervrijwilligers vormen daarmee een belangrijke hoeksteen binnen de brandweer. Vanuit de samenleving zijn deze brandweerposten bovendien een lokaal centrum voor versterking van zelfredzaamheid binnen de lokale gemeenschap en brandveilig leven. Een visie op de inbedding van de brandweervrijwilligers binnen de brandweer is om die reden onontbeerlijk. Op 19 september 2013 is door de Raad van Brandweercommandanten (RBC) de landelijke “Visie van, voor en door vrijwilligers bij de brandweer” (kortweg Visie op vrijwilligheid) vastgesteld. De landelijke visie op vrijwilligheid luidt: “Vrijwilligers zijn nu en in de toekomst de hoeksteen van de brandweerorganisatie. Zij vormen met hun brandweerpost de lokale sleutel naar een diepere inbedding van de brandweer in de lokale samenleving, waarbij zij niet alleen uitrukken voor brand en hulpverlening, maar ook de burgers helpen brand te voorkomen en te leren beperken.” In de landelijke Visie op vrijwilligheid worden de volgende thema’s benoemd (in willekeurige volgorde): 1. Taakuitbreiding naast de uitruk (bv voorlichting); 2. Taakuitbreiding tijdens de uitruk (zoals medische basistaken); 3. Nazorg bij traumatische gebeurtenissen; 4. Filmen en fotograferen door omstanders tijdens de uitruk; 5. Mate van waardering voor het vrijwilligerswerk; 6. Mate van voldoening uit het vrijwilligerswerk; 7. De jeugdbrandweer; 8. Aandeel van vrouwen en allochtonen binnen de vrijwillige brandweer; 9. De onderlinge verbondenheid tussen vrijwilligers; 10. Leer- en ontwikkelingsmogelijkheden; 11. De cultuur binnen de brandweer; 12. Binding met de lokale samenleving; 13. Brandweer-nevenactiviteiten; 14. Mate van belasting door de brandweer (zoals oefenen, uitrukken en opleiden); 15. Mate van belasting door de combinatie werk, privé en vrijwilligerswerk; 16. Ruimte om beschikbaarheid en oefeningen zelf te plannen; 17. Communicatie met de kazerneleiding en het management; 18. Het leidinggeven; 19. Mate van invloed op het beleid; 20. Gebruik door de brandweer van de kennis en kunde van vrijwilligers; 21. Mate van vrijheid van handelen op de brandweerpost. In de voorbereiding op de formulering van een landelijke visie is, in opdracht van Brandweer Nederland, door TNO in 2012 in Zeeland (en daarna in alle andere regio’s) onderzoek gedaan naar de inbedding van de brandweervrijwilligers binnen de brandweerorganisatie. In bijeenkomsten met vrijwilligers, ploegleiders en leden van de Onderdeelcommissie brandweer is nagevraagd welke prioritering van de thema’s de voorkeur heeft. In de bijeenkomsten in 2015 is aangegeven dat de Zeeuwse prioritering van de thema’s uit 2012 dichter bij de huidige gevoelens staan, dan de landelijke prioritering. Om die reden wordt de Zeeuwse prioritering aangehouden. Visie op vrijwilligheid, Brandweer 2016-2019 Versie 0.9
5
De sessie in 2012 kan omschreven worden als een nulmeting naar de inbedding van brandweervrijwilligers binnen de brandweerorganisatie. Tot 2013 waren de brandweervrijwilligers aangesloten bij de gemeentelijk brandweren. Door de regionalisering is de inbedding van de vrijwilliger iets meer naar de achtergrond gegaan. Na de regionalisering van de brandweer kan meer aandacht worden besteed aan de inbedding van de vrijwilligers binnen de brandweer. Een voorbeeld hiervan is het ontwikkelen van het Handboek rijwilliger alsmede de aandacht voor het organiseren en positioneren van de jeugdbrandweer binnen de regionale brandweer. Mogelijk heeft de verminderde aandacht in 2012 voor de betrokkenheid van de brandweervrijwilliger binnen de brandweerorganisatie (een negatieve) invloed gehad op de beoordeling. De Visie op vrijwilligheid wordt als volgt vorm en inhoud gegeven: • opgebouwd vanuit de landelijke thema’s; • geprioriteerd op basis van voorkeuren vanuit vrijwilligers, ploegleiders en medezeggenschap (OC); • geclusterd in samenhangende thema’s; • uitgevoerd in een meerjarenplan 2016-2019. De regionale visie op vrijwilligheid is niet een document waarin alle visiethema’s worden uitgewerkt. Het aantal thema’s waarop een nadere visie en uitwerking nodig is, is aanzienlijk. Om het mogelijk te maken voldoende inhoud en diepgang per onderwerp te bereiken, wordt de visie in thema’s uitgewerkt over de periode 2016-2020.
Visie op vrijwilligheid, Brandweer 2016-2019 Versie 0.9
6
1. Landelijke visie In artikel 25 lid 1 van de Wet veiligheidsregio’s zijn de taken voor de brandweer opgenomen. Deze hebben onder andere betrekking op het voorkomen, beperken en bestrijden van brand en het beperken en bestrijden van gevaar voor mensen en dieren bij ongevallen anders dan bij brand. De brandweer voert deze wettelijke taken uit met zowel beroepspersoneel als met vrijwilligers. De ‘Brandweer over morgen’ schetst het toekomstconcept voor de brandweer in 2040 met vrijwilligheid als belangrijke basis. De vrijwilligers vormen met hun brandweerpost de lokale sleutel naar de vermaatschappelijking van de brandweer. Zij rukken dan niet alleen meer uit voor brand en hulpverlening, maar helpen burgers ook brand te voorkomen en te leren beperken. Omdat 2040 een grote sprong in de tijd is, worden verschillende tussenstappen gemaakt. De eerste tussenstap is naar 2020. In 2020 is te zien dat vrijwilligheid (nog steeds) de belangrijkste basis is voor lokale inbedding en voor een effectieve uitvoering van de lokale brandweerzorg. Vrijwilligheid is daarom in de hele lijnorganisatie vertegenwoordigd. De belasting is afgenomen en er zijn andere vormen van vrijwilligheid naast de gangbare ‘allround vrijwilliger’, bijvoorbeeld voor voorlichtingstaken, maar ook voor bepaalde specialismen. Omdat de brandweer sterk in ontwikkeling is en de effecten van die ontwikkelingen op vrijwilligheid niet zijn onderzocht, werd dit als een gemis ervaren. Voor de minister van Veiligheid en Justitie was dat aanleiding om de VBV en Brandweer Nederland te vragen samen het Project Visieontwikkeling Vrijwilligheid uit te voeren. Immers het uitgangspunt, ook voor het ministerie, is dat de vrijwilligers de basis voor de lokale brandweerzorg zijn en blijven.
De landelijke visie op vrijwilligheid: “Vrijwilligers zijn nu en in de toekomst de hoeksteen van de brandweerorganisatie. Zij vormen met hun brandweerpost de lokale sleutel naar een diepere inbedding van de brandweer in de lokale samenleving, waarbij zij niet alleen uitrukken voor brand en hulpverlening, maar ook de burgers helpen brand te voorkomen en te leren beperken.”
Basis voor de toekomst is: “De wereld van vrijwilligers is in beweging en de brandweer(organisatie) beweegt mee. De brandweerorganisatie schept regelruimte en geeft zelfsturing aan de lokale brandweerposten. Denkt en werkt vanuit de leefwereld van de vrijwilligers, ondersteunt en faciliteert vanuit eigentijdse (ICT)communicatie, stimuleert de jeugdbrandweer. Zij onderhoudt daarbij nauwe banden met de hoofdwerkgevers en gemeenten. Om daarmee het beleid op gebied van sociale samenhang in dorpen, buurten en steden te versterken; mede in relatie tot brandveilig leven.”
Visie op vrijwilligheid, Brandweer 2016-2019 Versie 0.9
7
2. Van landelijke visie naar Zeeuwse visie De landelijke visie is een handvat om daarmee een regionaal instrument uit te werken en toe te passen (de Zeeuwse Visie op vrijwilligheid). Daarvoor is het noodzakelijk om de visie te vertalen naar de Zeeuwse situatie. Voor de toepassing in de eigen situatie is het van belang de uitkomsten in overweging te nemen van de regionaal gehouden sessies (die is gebruikt als input voor de onderzoeken van TNO). Om ook de introductie van elementen uit de visie in tijd en capaciteit uitvoerbaar te houden, is het daarbij ook noodzakelijke een meerjarenplan te ontwerpen op basis van een aantal criteria die van belang zijn voor de prioritering van de thema’s uit de visie en op welke wijze deze thema’s uit de visie over de periode naar 2020 een plaats krijgen in een meerjarenplan.
2.1
Zeeuwse prioritering (2012)
In 2012 zijn in alle veiligheidsregio’s sessies gehouden. Het doel van deze sessies was om de vrijwilligers zelf de bouwstenen aan te laten dragen voor de visie op vrijwilligers. In dergelijke sessies konden deelnemers via laptops op gestructureerde wijze vragen beantwoorden, oordelen geven en prioriteren. Voordelen van dergelijke sessies zijn dat iedere deelnemer zijn of haar mening kan uiten en dat de sessies op (vooraf) gestructureerde wijze verloopt. De thema’s die in de sessies aan de orde moesten komen, zijn afgeleid uit de trends zoals in het voorgaande hoofdstuk zijn beschreven. Per trend zijn in een aantal sessies (met vertegenwoordigers van TNO, Atrivé en stuurgroepleden) nagegaan wat de onderliggende thema’s zijn. Uiteindelijk leverde dat 19 thema’s op die zijn weergegeven in navolgende tabel. De thema’s ‘nazorg bij traumatische gebeurtenissen’ en ‘filmen en fotograferen door omstanders tijdens de uitruk’ zijn toegevoegd na de eerste pilotsessie in Zeeland. Hierdoor zijn uiteindelijk 21 thema’s in de verschillende veiligheidsregio’s beoordeeld. Trend Nadruk op zelfredzaamheid
Thema Taakuitbreiding naast de uitruk (bv voorlichting) Taakuitbreiding tijdens de uitruk (zoals medische basistaken) Nazorg bij traumatische gebeurtenissen Filmen en fotograferen door omstanders tijdens de uitruk Individualisering van de samenleving Mate van waardering voor het vrijwilligerswerk Mate van voldoening uit het vrijwilligerswerk De jeugdbrandweer Groei in diversiteit en veelzijdigheid Aandeel van vrouwen en allochtonen binnen de vrijwillige brandweer De onderlinge verbondenheid tussen vrijwilligers Leer- en ontwikkelingsmogelijkheden De cultuur binnen de brandweer Globalisering en lokalisering Binding met de lokale samenleving Brandweer-nevenactiviteiten Toenemende druk op combinatie Mate van belasting door de brandweer (zoals oefenen, uitrukken en opleiden) werk, gezin en vrijwilligerswerk Mate van belasting door de combinatie werk, privé en vrijwilligerswerk Ruimte om beschikbaarheid en oefeningen zelf te plannen Netwerken en zelforganisatie Communicatie met de kazerneleiding en het management Het leidinggeven Mate van invloed op het beleid Gebruik door de brandweer van de kennis en kunde van vrijwilligers Mate van vrijheid van handelen op de brandweerpost Tabel 1: gedefinieerde thema's per onderscheiden trend
In totaal deden 378 vrijwilligers mee aan de sessies in de 25 veiligheidsregio’s. In Zeeland werd de sessie als eerste gehouden in Goes op 22 augustus 2012. Het aantal deelnemers bedroeg 17 (er was een maximum gesteld van 20 deelnemers per sessie). Visie op vrijwilligheid, Brandweer 2016-2019 Versie 0.9
8
De sessie in 2012 kan omschreven worden als een nulmeting naar de betrokkenheid van brandweervrijwilligers binnen de brandweerorganisatie. Tot2013 waren de brandweervrijwilligers aangesloten bij de gemeentelijk brandweren. Reeds vanaf 2010 is veel tijd en energie gestoken in de regionalisering van de brandweer. Hierdoor was minder aandacht voor het inbedden van de vrijwilligers binnen de regionale en gemeentelijke brandweren. Na de regionalisering van de brandweer is meer tijd beschikbaar gekomen om de vereiste aandacht te kunnen besteden aan inbedding van de vrijwilligers binnen de brandweer. Mogelijk heeft de verminderde aandacht in 2012 voor de betrokkenheid van de brandweervrijwilliger binnen de brandweerorganisatie (een negatieve) invloed gehad op de beoordeling. In de afgelopen periode is het handboek Vrijwilliger geactualiseerd en is het beleidsplan Jeugdbrandweer vastgesteld. Hiermee wordt aandacht besteed aan de inbedding van de jeugdbrandweer binnen VRZ. Resultaten In figuur 2 worden de gemiddelde scores weergegeven voor de mate waarin de vrijwilligers het thema belangrijk achtten en in hoeverre zij er ook tevreden over waren. De betekenis van de gekleurde bollen wordt weergegeven in tabel 3. De vrijwilligers vonden de thema’s ‘onderlinge verbondenheid tussen vrijwilligers’ en ‘mate van voldoening uit het vrijwilligerswerk’ het meest belangrijk en de thema’s ‘taakuitbreiding naast de uitruk’ en ‘aandeel vrouwen en allochtonen binnen de vrijwillige brandweer’ het minst belangrijk.
Figuur 2: Gemiddelde Zeeuwse scores op ‘belangrijkheid’ en ‘tevredenheid’ voor 19 thema’s.
Visie op vrijwilligheid, Brandweer 2016-2019 Versie 0.9
9
Tabel 3 Betekenis van de kleur/cijfer van tabel 2 (gerangschikt naar de ‘mate van belang’) De Zeeuwse prioritering kan afgezet worden tegen de landelijke prioritering. Tussen de Zeeuwse en landelijke prioritering zijn veel overeenkomsten te vinden. Echter zijn er ook verschillen te benoemen. De verschillen hangen samen met de verschillen tussen de regio’s onderling qua ligging, mate van verstedelijking, omvang van de posten, verhouding beroeps/vrijwillig e.d. Opvallend verschil is dat het thema ‘Communicatie met de kazerneleiding en het management’ in Zeeland aanzienlijk minder van belang wordt geacht (Zeeland 9e prioriteit en landelijk 5e). Het tegenovergestelde is waar te nemen bij het thema ‘Mate van voldoening uit het vrijwilligerswerk’. In Zeeland wordt dit thema als 2e prioriteit aangeduid, landelijk als 9e prioriteit.
Visie op vrijwilligheid, Brandweer 2016-2019 Versie 0.9
10
mate van belang (VRZ 2012)
Thema Taakuitbreiding naast de uitruk (bv voorlichting) Taakuitbreiding tijdens de uitruk (zoals medische basistaken) Nazorg bij traumatische gebeurtenissen Filmen en fotograferen door omstanders tijdens de uitruk Individualisering van de samenleving Mate van waardering voor het vrijwilligerswerk Mate van voldoening uit het vrijwilligerswerk De jeugdbrandweer Groei in diversiteit en veelzijdigheid Aandeel van vrouwen en allochtonen binnen de vrijwillige brandweer De onderlinge verbondenheid tussen vrijwilligers Leer- en ontwikkelingsmogelijkheden De cultuur binnen de brandweer Globalisering en lokalisering Binding met de lokale samenleving Brandweer-nevenactiviteiten Toenemende druk op combinatie Mate van belasting door de brandweer (zoals oefenen, uitrukken en opleiden) werk, gezin en vrijwilligerswerk Mate van belasting door de combinatie werk, privé en vrijwilligerswerk Ruimte om beschikbaarheid en oefeningen zelf te plannen Netwerken en zelforganisatie Communicatie met de kazerneleiding en het management Het leidinggeven Mate van invloed op het beleid Gebruik door de brandweer van de kennis en kunde van vrijwilligers Mate van vrijheid van handelen op de brandweerpost
mate van belang (landelijk 2013)
Trend Nadruk op zelfredzaamheid
19 15 2 21 8 9 18 20 1 7 16 6 17 11 10 14 5 13 12 3 4
18 13 10 2 15 19 1 4 16 8 17 12 3 14 9 7 11 6 5
Tabel 4: Mate van belangrijkheid van het thema: Landelijk/Zeeland
N.B. In Zeeland is niet gescoord op de thema’s ‘Nazorg’ en ‘Filmen en fotograferen’. De reden is dat deze thema’s pas in de sessie in Zeeland zijn benoemd. Conclusie 1: Bij de bepaling van de prioriteit van een thema dient te worden gekeken naar de mate van belang die aan het betreffende thema regionaal wordt aangemerkt. Op basis van de uitkomsten van de sessies zijn de thema’s in de delen in 4 categorieën: • ‘belangrijk en tevreden’ (donkergroen); • ‘belangrijk en ontevreden’ (rood); • ‘onbelangrijk en tevreden’ (lichtgroen); • ‘onbelangrijk en ontevreden’ (oranje).
Visie op vrijwilligheid, Brandweer 2016-2019 Versie 0.9
11
2.2
Toetsing Zeeuwse aan landelijke prioritering (2012)
1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21
onbelangrijk en ontevreden
onbelangrijk en tevreden
belangrijk en ontevreden
belangrijk en tevreden
mate van belang (VRZ 2012)
onbelangrijk en ontevreden
onbelangrijk en tevreden
belangrijk en ontevreden
belangrijk en tevreden
Thema De onderlinge verbondenheid tussen vrijwilligers Nazorg bij traumatische gebeurtenissen Gebruik door de brandweer van de kennis en kunde van vrijwilligers Mate van vrijheid van handelen op de brandweerpost Communicatie met de kazerneleiding en het management Binding met de lokale samenleving Leer- en ontwikkelingsmogelijkheden Mate van waardering voor het vrijwilligerswerk Mate van voldoening uit het vrijwilligerswerk Mate van belasting door de combinatie werk, privé en vrijwilligerswerk Mate van belasting door de brandweer (zoals oefenen, uitrukken en opleiden) Mate van invloed op het beleid Het leidinggeven Ruimte om beschikbaarheid en oefeningen zelf te plannen Taakuitbreiding tijdens de uitruk (zoals medische basistaken) De cultuur binnen de brandweer Brandweer-nevenactiviteiten De jeugdbrandweer Taakuitbreiding naast de uitruk (bv voorlichting) Aandeel van vrouwen en allochtonen binnen de vrijwillige brandweer Filmen en fotograferen door omstanders tijdens de uitruk
mate van belang (landelijk 2013)
In tabel 5 zijn de uitkomsten van de Zeeuwse sessie naast de landelijke uitkomsten geplaatst. Daarin is te zien dat de mate van belangrijkheid bij een vijftal thema’s verschilt. Een tweetal thema’s scoren landelijk de score belangrijk en tevreden, terwijl deze in Zeeland de score belangrijk en ontevreden scoren (‘Mate van vrijheid van handelen op de brandweerpost’ en ‘Mate van belasting door de brandweer’). Een tweetal thema’s scoren landelijk de score onbelangrijk en tevreden, terwijl deze thema’s in Zeeland de score onbelangrijk en ontevreden heeft (‘Ruimte om beschikbaarheid en oefeningen zelf in te plannen’ en ‘Brandweer- en nevenactiviteiten’. Eén thema scoort landelijk onbelangrijk en ontevreden, terwijl deze in Zeeland de score belangrijk en ontevreden scoort (taakuitbreiding tijdens de uitruk). Een oorzaken daarvoor kan gevonden worden in de verschillen tussen specifieke resultaten en gemiddelden uit een onderzoek. De landelijke prioritering is een gemiddelde van 25 regio’s. Zeeland kent, zoals elke regio, eigen specifieke gebiedskenmerken en bevolkingssamenstelling die er toe leiden dat sommige thema’s belangrijker dan andere gevonden worden.
1 -
?
6 5 9 8 4 10 2 3 12 11 7 14 13 16 17 15 18 19 -
?
Tabel 5: Thema’s naar mate van belang en tevredenheid Landelijk
Conclusie 2: Bij de bepaling van de prioritering van een thema dient te worden gekeken naar thema’s uit de resultaten van de Zeeuwse sessie en dient daarbij de afweging te worden gemaakt of deze van voldoende belang zijn om opgenomen te moeten worden in de uitwerking van de Zeeuwse Visie op vrijwilligheid. Visie op vrijwilligheid, Brandweer 2016-2019 Versie 0.9
12
1 9 10 7 4 3 13 6 5 8 12 11 15 14 18 16 17 19 20 2 21
1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 - ? -
onbelangrijk en ontevreden
onbelangrijk en tevreden
belangrijk en ontevreden
belangrijk en tevreden
mate van belang (VRZ 2012)
onbelangrijk en ontevreden
onbelangrijk en tevreden
belangrijk en ontevreden
belangrijk en tevreden
Thema De onderlinge verbondenheid tussen vrijwilligers Mate van voldoening uit het vrijwilligerswerk Mate van belasting door de combinatie werk, privé en vrijwilligerswerk Leer- en ontwikkelingsmogelijkheden Mate van vrijheid van handelen op de brandweerpost Gebruik door de brandweer van de kennis en kunde van vrijwilligers Het leidinggeven Binding met de lokale samenleving Communicatie met de kazerneleiding en het management Mate van waardering voor het vrijwilligerswerk Mate van invloed op het beleid Mate van belasting door de brandweer (zoals oefenen, uitrukken en opleiden) Taakuitbreiding tijdens de uitruk (zoals medische basistaken) Ruimte om beschikbaarheid en oefeningen zelf te plannen De jeugdbrandweer De cultuur binnen de brandweer Brandweer-nevenactiviteiten Taakuitbreiding naast de uitruk (bv voorlichting) Aandeel van vrouwen en allochtonen binnen de vrijwillige brandweer Nazorg bij traumatische gebeurtenissen Filmen en fotograferen door omstanders tijdens de uitruk
mate van belang (landelijk 2013)
In tabel 6 is de rangschikking gesorteerd naar ‘mate van belang’ gebaseerd op de Zeeuwse uitkomsten.
?
Tabel 6: Thema’s naar mate van belang en tevredenheid Zeeland
In bovenstaande tabel is te zien welke thema’s: • belangrijk gevonden worden door de Zeeuwse vrijwilligers; • de mate van (on)tevredenheid daarover.
Visie op vrijwilligheid, Brandweer 2016-2019 Versie 0.9
13
2.3 Toetsing Zeeuwse prioritering aan actualiteit (2015) In paragraaf 2.1 is reeds beschreven dat de sessie van 2012 kan worden beschouwd als een nulmeting. In die periode werden de gemeentelijke brandweren geregionaliseerd. In dit proces naar regionalisering was mogelijk onvoldoende aandacht om de inbedding van de vrijwilliger te verbeteren. Na de regionalisering zijn stappen gezet om deze inbedding te verbeteren. In 2015 is met verschillende delegaties van vrijwilligers overleg geweest om na te gaan of de Zeeuwse prioritering uit 2012 nog actueel is en of die prioritering nog steeds de voorkeur verdient boven de landelijke prioritering. In een viertal bijeenkomsten zijn de vrijwilligers uitgenodigd om mee te denken over de vorming van de ‘Zeeuwse visie op vrijwilligheid’ door middel van één of twee afgevaardigden van de ploeg. In bijlage 1 is aangegeven welke ploegen iemand hebben afgevaardigd om deel te nemen aan de bijeenkomsten. Tijdens deze bijeenkomsten is een presentatie gegeven van de landelijke visie en bijbehorende thema’s. Daarbij is de vraag gesteld of de Zeeuwse of de landelijke prioritering meer bij hun gevoelens ‘van vandaag’ aansluit. In grote meerderheid is het gevoel dat de Zeeuwse prioritering dichter bij de actuele gevoelens staan dan de landelijke prioritering.
11 12 4 3 5 8 15 14 19 20 17 21 18 6 10 16 7 2 13 1 9
12 11 5 6 9 10 13 14 18 19 17 15 8 3 16 4 - ? 7 1 2
?
mate van belang (VRZ 2015)
onbelangrijk en ontevreden
onbelangrijk en tevreden
belangrijk en ontevreden
belangrijk en tevreden
mate van belang (VRZ 2012)
onbelangrijk en ontevreden
onbelangrijk en tevreden
belangrijk en ontevreden
belangrijk en tevreden
Thema Mate van belasting door de brandweer (zoals oefenen, uitrukken en opleiden) Mate van invloed op het beleid Mate van vrijheid van handelen op de brandweerpost Gebruik door de brandweer van de kennis en kunde van vrijwilligers Communicatie met de kazerneleiding en het management Mate van waardering voor het vrijwilligerswerk Taakuitbreiding tijdens de uitruk (zoals medische basistaken) Ruimte om beschikbaarheid en oefeningen zelf te plannen Taakuitbreiding naast de uitruk (bv voorlichting) Aandeel van vrouwen en allochtonen binnen de vrijwillige brandweer Brandweer-nevenactiviteiten Filmen en fotograferen door omstanders tijdens de uitruk De jeugdbrandweer Binding met de lokale samenleving Mate van belasting door de combinatie werk, privé en vrijwilligerswerk De cultuur binnen de brandweer Leer- en ontwikkelingsmogelijkheden Nazorg bij traumatische gebeurtenissen Het leidinggeven De onderlinge verbondenheid tussen vrijwilligers Mate van voldoening uit het vrijwilligerswerk
mate van belang (landelijk)
De uitkomsten van deze actualisering van de Zeeuwse prioritering uit 2012 levert onderstaande beeld op.
1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21
Tabel 7: Thema’s naar mate van belang en tevredenheid (voorkeur vrijwilligers 2015)
Visie op vrijwilligheid, Brandweer 2016-2019 Versie 0.9
14
Opvallend in bovenstaande tabel is dat een aantal thema’s die in 2012 als ‘belangrijk en tevreden’ zijn geclassificeerd en daarmee hoog geprioriteerd waren (de thema’s ‘de onderlinge verbondenheid tussen vrijwilligers’(1e prioriteit in Zeeland in 2012) en ‘Mate van voldoening uit het vrijwilligerswerk (2e prioriteit in Zeeland in 2012) in 2015 laag (20 respectievelijk 21) worden geprioriteerd. Op basis van de geactualiseerde prioritering kan geconcludeerd worden dat thema’s die in 2015 ‘belangrijk en tevreden’ zijn geclassificeerd ook lager zijn geprioriteerd. Met name de thema’s waarover vrijwilligers ‘ontevreden’ zijn (ongeacht ‘belangrijk’ of ‘onbelangrijk’), zijn hoog geprioriteerd. Conclusie 3: De ‘mate van belang’ vanuit het beeld dat vrijwilligers op dit moment hebben bij de thema’s vanuit de visie, sluit nauw aan bij de thema’s waarover men minder tevreden is (belangrijk en ontevreden alsmede onbelangrijk en ontevreden). Op basis van conclusie 3 is in tabel 7 goed te zien dat de prioritering naar de ‘mate van belang’ de thema’s nagenoeg automatisch groepeert op de kwalificatie (naar kleur). De mate van belang (landelijk en Zeeland) kan daaraan als ondergeschikt worden aangemerkt. Op basis van voornoemde punten kan een prioritering worden gemaakt voor de uitvoering van thema’s uit de visie. Wel dient daarbij gekeken te worden naar de mogelijke aanwezigheid van samenhang tussen de thema’s en parallelle sporen in regionaal en/of landelijke beleid.
2.4
Koppeling thema’s aan regionaal beleid
VRZ werkt op basis van een meerjarenbeleidsplan, concern jaarplannen, afdelingsjaarplannen en teamjaarplannen. Diverse thema’s uit de landelijke en Zeeuwse visie komen, in meer of mindere mate, voor in de diverse beleids-, jaar- of afdelingsplannen. Het kan echter voorkomen dat er thema’s zijn die een speerpunt van beleid vormen in de meerjarenplannen van VRZ. In onderstaande tabel is de relatie tussen de thema’s en het meerjarenbeleidsplan 2016-2019 opgenomen.
Visie op vrijwilligheid, Brandweer 2016-2019 Versie 0.9
15
11 12 4 3 5 8 15 14 19 20 17 21 18 6 10 16 7 2 13 1 9
12 11 5 6 9 10 13 14 18 19 17 15 8 3 16 4 - ? 7 1 2
Speerpunten meerjarenbeleid VRZ
onbelangrijk en ontevreden
onbelangrijk en tevreden
belangrijk en ontevreden
belangrijk en tevreden
mate van belang (VRZ 2012)
onbelangrijk en ontevreden
onbelangrijk en tevreden
belangrijk en ontevreden
belangrijk en tevreden
mate van belang (landelijk 2013)
Thema Mate van belasting door de brandweer (zoals oefenen, uitrukken en opleiden) Mate van invloed op het beleid Mate van vrijheid van handelen op de brandweerpost Gebruik door de brandweer van de kennis en kunde van vrijwilligers Communicatie met de kazerneleiding en het management Mate van waardering voor het vrijwilligerswerk Taakuitbreiding tijdens de uitruk (zoals medische basistaken) Ruimte om beschikbaarheid (besch.) en oefeningen (oef.) zelf te plannen Taakuitbreiding naast de uitruk (bv voorlichting) Aandeel van vrouwen en allochtonen binnen de vrijwillige brandweer Brandweer-nevenactiviteiten Filmen en fotograferen door omstanders (incl. personeel) tijdens de uitruk De jeugdbrandweer Binding met de lokale samenleving Mate van belasting door de combinatie werk, privé en vrijwilligerswerk De cultuur binnen de brandweer Leer- en ontwikkelingsmogelijkheden Nazorg bij traumatische gebeurtenissen Het leidinggeven De onderlinge verbondenheid tussen vrijwilligers Mate van voldoening uit het vrijwilligerswerk
?
Tabel 8: Thema’s naar mate van belang en tevredenheid (speerpunten meerjarenbeleid VRZ)
Conclusie 4: Bij de bepaling van de prioriteit van een thema dient te worden gekeken naar de samenhang tussen deze thema’s en het voorkomen van deze thema’s in de verschillende meerjarenplannen van VRZ.
Visie op vrijwilligheid, Brandweer 2016-2019 Versie 0.9
16
3. Visie op vrijwilligheid, Brandweer 2016-2019 De Zeeuwse visie sluit aan op de landelijke visie: “Vrijwilligers zijn nu en in de toekomst de hoeksteen van de brandweerorganisatie. Zij vormen met hun brandweerpost de lokale sleutel naar een diepere inbedding van de brandweer in de lokale samenleving, waarbij zij niet alleen uitrukken voor brand en hulpverlening, maar ook de burgers helpen brand te voorkomen en te leren beperken.” De ’Zeeuwse visie op vrijwilligheid’ wordt als volgt vorm en inhoud gegeven: • opgebouwd vanuit de landelijke thema’s; • op basis van de voorkeuren die zijn uitgevraagd bij vrijwilligers, ploegleiders en Onderdeelcommissie Brandweer; • geclusterd in samenhangende thema’s; • uitgevoerd in een meerjarenplan 2016-2019. De Visie op vrijwilligheid vraagt van de verschillende actoren een uitwerking van onderstaande (landelijke) onderwerpen: VRZ •
Versterkt het organisatiemodel voor een plaatselijke brandweerpost waarbij zelfsturing en voldoende regelruimte als uitgangspunt gelden. Zoekt de balans tussen wat aan lokaal kan worden overgelaten en beter regionaal kan worden georganiseerd. Creëer mogelijkheden voor een platte organisatie;
•
Stuurt op leiderschap voor leidinggevenden van de brandweerposten. En denkt en werkt vanuit de leefwereld van de vrijwilliger. Zet dit principe door in de gehele organisatie, door vrijwilligheid op alle niveaus te laten vertegenwoordigen;
•
Kiest en bevordert de toepassing van effectieve communicatiemethodes die doelgroepgericht zijn en (technologisch) passen in de huidige leefwereld van de vrijwilligers;
•
Promoot jeugdbrandweergroepen voor de aanwas van nieuwe medewerkers en de verbinding met de lokale jeugd;
•
Ontwikkelt beleid voor werkgevers waarin wederzijdse voordelen van het hebben van vrijwilligers als werknemer worden uitgewerkt en benut.
Vrijwilligers • Staan open voor veranderingen met behoud van passie voor het brandweervak en het vakmanschap. Zoek daarbij (uit je)zelf de dialoog om aan te geven wat er nodig is om nu en in de toekomst op een prettige manier dienstbaar te zijn aan de lokale samenleving. Burgemeesters Zeeuwse gemeenten • Stimuleren de lokale binding tussen burgers in stad(swijk) of dorp en de vrijwilligers bij de brandweer. Neem in het gemeentelijke integrale veiligheidsbeleid de rol en meerwaarde van brandweervrijwilligers op en gebruikt het programma Brandveilig leven. In 2020 is de lokale brandweerpost er dan één: •
waar ruimte wordt geboden en genomen om lokaal dingen te regelen die geleid wordt door een vrijwillig ploegleider die krachtig ondersteunt bij voorbereiding van de uitruk en burgerhulp, bij voorkomen en beperken, hen vrijwaart van allerlei ballast en bureaucratie. Hij bewaakt de balans tussen regionaal regelen of lokaal houden. Hij zorgt voor lokale contacten met werkgevers, dorpsraden en de plaatselijke politiek. Visie op vrijwilligheid, Brandweer 2016-2019 Versie 0.9
17
•
•
•
•
van waaruit flexibiliteit wordt geboden om paraatheid te organiseren met moderne voertuigen en apparatuur in combinatie met (flexibele) bezettingen die 24/7 zorgen voor beschikbaarheid door vrije instroom, consigneren, kazernering en flexplekken op de kazerne; mogelijk aangevuld door vrijwilligers die elders wonen. waarbij de combinatie van hoofdberoep en vrijwilligerschap goed wordt ondersteund waarbij vrijwilligers wonen en werken in het dorp, stad of wijk, en hoofdwerkgevers hun werknemers stimuleren vrijwilliger te worden. De hoofdwerkgever en de regionale brandweer maken het mogelijk dat de vrijwilliger zijn taken vanuit beide functies uit kan oefenen. Zowel de hoofdwerkgever als ook de vrijwilliger zijn gevrijwaard in geval van ongeval of beroepsziekte. die vrijwillige ambassadeurs heeft voor veiligheid voor burgers waar vrijwilligers voorlichting geven en ondersteuning bieden op voorkomen en beperken van brand in woningen, scholen en zorgcentra (rookmelders, vluchtplan en eerste hulp bij brandwonden). die eigen ‘aanwas’ verzorgt, ondersteund door regionale en landelijke wervingscampagnes waar de uitstraling van het leven in en rondom de brandweerpost voor aantrekkingskracht zorgt en krachtige positieve beeldvorming naar de lokale bevolking.
•
waar jeugdbrandweer doorstroomt en bijdraagt in de binding van lokale jeugd en betrokkenheid waar de leden van de jeugdbrandweer jeugd beïnvloedt en zo de vorming op gebied van (brand)veiligheid al vroeg wordt bijgebracht.
•
waarvan vrijwilligheid een kernwaarde is in de gehele organisatie waar in de organisatie, naast de medezeggenschap, vrijwilligheid bij alle beleid en uitvoering wordt meegenomen waardoor aangegeven wordt dat de vrijwilliger niet naast de organisatie staat maar daar integraal onderdeel van uitmaakt.
Visie op vrijwilligheid, Brandweer 2016-2019 Versie 0.9
18
3.1
Prioriteren thema’s Visie op vrijwilligheid
De Zeeuwse Visie op vrijwilligheid is niet een document waarin alle thema’s worden uitgewerkt. Het aantal thema’s waarop een nadere visie en uitwerking nodig is, is aanzienlijk. Om het mogelijk te maken voldoende inhoud en diepgang per onderwerp te bereiken, wordt de visie in onderdelen uitgewerkt over de periode tot 2020. De Visie op vrijwilligheid wordt daarmee een meerjarenplan 2016-2019. Om de uitwerking van de Visie op vrijwilligheid haalbaar te maken, worden per jaar: • een aantal thema’s van de visie nader uitgewerkt in afspraken; • een aantal thema’s van de visie nader uitgewerkt in beleid of; • nieuw beleid wordt getoetst aan de visie. De volgorde voor de periode 2015-2019 wordt bepaald aan de hand van een aantal criteria. Deze criteria zijn: • de ‘mate van belang’ die aan het thema wordt gehecht vanuit de Zeeuwse prioritering uit 2012 (par. 2.2, conclusie 2); • de ‘mate van belang’ die aan het thema wordt gehecht vanuit de Zeeuwse prioritering uit 2015 (par. 2.3, conclusie 3); • de samenhang tussen thema’s onderling en het voorkomen van thema’s in de verschillende meerjarenplannen van VRZ (par. 2.4, conclusie 4).
11 12 4 3 5 8
12 11 5 6 9 10
1 2 3 4 5 6
Taakuitbreiding tijdens de uitruk (zoals medische basistaken)
15
13
7
Ruimte om beschikbaarheid (besch.) en oefeningen (oef.) zelf te plannen Taakuitbreiding naast de uitruk (bv voorlichting) Aandeel van vrouwen en allochtonen binnen de vrijwillige brandweer Brandweer-nevenactiviteiten Filmen en fotograferen door omstanders (incl. personeel) tijdens de uitruk De jeugdbrandweer Binding met de lokale samenleving Mate van belasting door de combinatie werk, privé en vrijwilligerswerk De cultuur binnen de brandweer Leer- en ontwikkelingsmogelijkheden
14 19 20 17 21 18 6 10 16 7
14 18 19 17 15 8 3 16 4
8 9 10 11 12 13 14 15 16 17
Nazorg bij traumatische gebeurtenissen Het leidinggeven De onderlinge verbondenheid tussen vrijwilligers Mate van voldoening uit het vrijwilligerswerk
2 13 1 9
-
?
? 7 1 2
18 19 20 21
pilot FRB pilot besc besch h
2019
2018
2017
2016
2015
mate van belang (VRZ 2015)
Speerpunten meerjarenbeleid VRZ
onbelangrijk en ontevreden
onbelangrijk en tevreden
belangrijk en ontevreden
belangrijk en tevreden
mate van belang (VRZ 2012)
onbelangrijk en ontevreden
onbelangrijk en tevreden
belangrijk en ontevreden
belangrijk en tevreden
Thema Mate van belasting door de brandweer (zoals oefenen, uitrukken en opleiden) Mate van invloed op het beleid Mate van vrijheid van handelen op de brandweerpost Gebruik door de brandweer van de kennis en kunde van vrijwilligers Communicatie met de kazerneleiding en het management Mate van waardering voor het vrijwilligerswerk
mate van belang (landelijk 2013)
De voortgang van Visie op vrijwilligheid wordt jaarlijks geëvalueerd. Deze tussentijdse evaluatie kan leiden tot aanpassing van het plan.
oef
visie
regeling
Tabel 9: Thema’s naar mate van belang en tevredenheid (voorkeur vrijwilligers 2015)
Visie op vrijwilligheid, Brandweer 2016-2019 Versie 0.9
19
3.2
Jaarplannen
De ‘Visie op vrijwilligheid’ is geen doel op zich, maar vooral een hulpmiddel om structureel en in een afgesproken volgorde aandacht te besteden aan de thema’s uit de visie. Daarmee is de visie niet een meerjarenbeleidsplan, maar wel een plan voor meer-jaren om de thema’s successievelijk in het beleid op de verschillende gebieden te kunnen opnemen. Vandaar ook de te maken verbinding met de meerjarenbeleidsvisie van Veiligheidsregio Zeeland. In deze paragraaf wordt beschreven welke thema’s in welk jaar worden opgepakt. 3.2.1 Jaarplan 2015 • Taakuitbreiding tijdens de uitruk Vanuit een aantal posten wordt een pilot First responder brandweer (FRB) gedraaid. In geval van een medische calamiteit worden ook opgeleide vrijwilligers van een brandweerpost gealarmeerd om medische verrichtingen te kunnen verrichten. De pilot verloopt succesvol. De verwachting is dat in 2016 een besluit wordt genomen over het vervolg van deze pilot. •
Ruimte om beschikbaarheid zelf te plannen Vanuit een aantal posten wordt een pilot ‘beschikbaarheid’ gedraaid met behulp van ‘alarmontvangers met terugmelding’. Daarmee wordt de beschikbaarheid van diverse uitrukfuncties (bevelvoerder, chauffeur of manschap) permanent gemonitord en wordt een signaal gegeven in geval er een tekort is aan een bepaalde functie.
•
Promoot jeugdbrandweergroepen voor de aanwas van nieuwe medewerkers en de verbinding met de lokale jeugd. De Beleidsnotitie Jeugdbrandweer Veiligheidsregio Zeeland 2014-2018, vastgesteld oktober 2013, wordt in januari 2016 aangevuld met de Visie Jeugdbrandweer 2016-2019. In deze aanvullende visie wordt uitwerking gegeven aan de punten uit de Visie op vrijwilligheid.
•
Nazorg bij traumatische gebeurtenissen Het beleidsplan Nazorg is 17 december 2013 vastgesteld. In 2015 heeft de omvorming van het oude naar het nieuwe model COT plaatsgevonden. Vanaf 2016 wordt gewerkt volgens de nieuwe Regeling Personele Nazorg.
3.2.2 Jaarplan 2016 • Mate van belasting door de brandweer (zoals oefenen, uitrukken en opleiden) VRZ maakt beleid voor de mate van belastbaarheid van vrijwilligers gerelateerd aan functies. Daarmee is onlosmakelijk verbonden: •
Mate van belasting door de combinatie werk, privé en vrijwilligerswerk VRZ ontwikkelt beleid voor werkgevers waarin wederzijdse voordelen van het hebben van vrijwilligers als werknemer worden uitgewerkt en benut. Tevens hangen daarmee taakuitbreidingen samen die ook gevolgen hebben voor de belasting:
•
Taakuitbreiding tijdens de uitruk (zoals medische basistaken) Op basis van de uitgevoerde pilot voor de functie van ‘First Responder Brandweer’ waarin vrijwilligers ingezet kunnen worden ter assistentie bij reanimatie, wordt beleid gemaakt voor deze taak. Visie op vrijwilligheid, Brandweer 2016-2019 Versie 0.9
20
•
Taakuitbreiding naast de uitruk (bv voorlichtingsactiviteiten) Gemeenten stimuleren de lokale binding tussen burgers in stad(swijk) of dorp en de vrijwilligers bij de brandweer en nemen in het gemeentelijke integrale veiligheidsbeleid de rol en meerwaarde van brandweervrijwilligers op en gebruiken het programma Brandveilig leven met name vanuit de meerwaarde door het project ‘blussen voor dat het brandt’. Aansluiting wordt gevonden in het Beleidsplan Risicobeheersing 2016-2019 waarin ten aanzien van Brandveilig leven o.a. is opgenomen: Focus op woningbranden, vanuit (Brand)Veilig Leven en team Brandonderzoek en de invloed uit het “(Dynamisch) (Brand) Risicoprofiel”; Risico gerelateerde voorlichting, voortkomend uit het “(Dynamisch)(Brand) Risicoprofiel” en incidenten (Voorlichting na Brand); Aansluiten op landelijke en regionale ontwikkelingen, zoals “Zorgcontinuiteit” en “Blussen voordat het brand …”; Vergroten van de personele capaciteit voor activiteiten bij (Brand)Veilig Leven en team Brandonderzoek; Uitvoering geven aan project “Geen Nood bij Brand”, door het uitvoeren van expedities; Uitvoering geven aan de landelijke en regionale doelstellingen van het project “STOOM”.
•
Mate van vrijheid van handelen op de brandweerpost VRZ versterk het organisatiemodel voor een plaatselijke brandweerpost waarbij zelfsturing en voldoende regelruimte als uitgangspunt gelden. Zoekt de balans tussen wat aan lokaal kan worden overgelaten en beter regionaal kan worden georganiseerd. Onderzoek en creëer mogelijkheden voor een platte organisatie. Activiteiten omtrent dit thema lopen door in 2017 zodat handelingsvrijheid gefaseerd kan worden ingevoerd. VRZ legt beleid vast op het gebied van werving en selectie, zowel externe- als interne procedures.
•
Daarmee zijn onlosmakelijk verbonden: Communicatie met de kazerneleiding en het management VRZ kiest en bevordert de toepassing van effectieve en doelgroepgerichte communicatiemiddelen en –methodieken.
•
Brandweer-nevenactiviteiten VRZ versterkt het organisatiemodel voor een plaatselijke brandweerpost waarbij zelfsturing en voldoende regelruimte als uitgangspunt gelden. Zoek de balans tussen wat aan lokaal kan worden overgelaten en beter regionaal kan worden georganiseerd.
•
Filmen en fotograferen door omstanders (incl. personeel) tijdens de uitruk VRZ legt (social media) beleid vast ten aanzien van filmen en fotograferen (en de publicatie hiervan) door eigen personeel en geeft een handreiking voor het omgaan met derden ten aanzien van dit onderwerp.
•
Mate van waardering voor het vrijwilligerswerk Vrijwilligerswerk bij de brandweer is gebaseerd op wederkerigheid. Belangrijke redenen om dit specifieke vrijwilligerswerk te verrichten zijn voor brandweervrijwilligers: sociale waardering, het verrichten van avontuurlijk werk en de waardering die zij hiervoor ontvangen.
Visie op vrijwilligheid, Brandweer 2016-2019 Versie 0.9
21
•
Ruimte om beschikbaarheid (zelf) te plannen VRZ legt beleid vast van waaruit flexibiliteit wordt geboden om paraatheid te organiseren; met moderne voertuigen en apparatuur in combinatie met (flexibele) bezettingen die 24/7 zorgen voor beschikbaarheid door vrije instroom, consigneren, kazernering en flexplekken op de kazerne; mogelijk aangevuld door vrijwilligers die elders wonen.
3.2.3 Jaarplan 2017 • Mate van invloed op het beleid VRZ stuurt op leiderschap voor leidinggevenden van de brandweerposten. En denkt en werkt hierbij ook vanuit de leefwereld van de vrijwilliger. Zet dit principe door in de gehele organisatie door vrijwilligheid op alle niveaus te laten vertegenwoordigen.
•
Tevens hangen daarmee samen: Gebruik door de brandweer van de kennis en kunde van vrijwilligers VRZ introduceert een systeem door middel waarvan vrijwilligers op alle niveaus in de organisatie betrokken kunnen worden in de besluitvorming op grond van hun kennis en kunde uit hun hoofdberoep.
•
Leer- en ontwikkelingsmogelijkheden VRZ bevordert leer- en ontwikkelingsmogelijkheden op het gebied van kennis, kunde en competenties (vaardigheden, attitudes, bekwaamheden, capaciteiten etc.) en biedt daarmee gereedschappen om te kunnen (blijven) voldoen aan de vakbekwaamheidsvereisten.
•
Mate van vrijheid van handelen op de brandweerpost Vervolg van 2016
•
Taakuitbreiding naast de uitruk (bv voorlichtingsactiviteiten) Vervolg van 2016
•
Tevens hangt daarmee samen: Binding met de lokale samenleving Gemeenten stimuleren de lokale binding tussen burgers in stad(swijk) of dorp en de vrijwilligers bij de brandweer en nemen in het gemeentelijke integrale veiligheidsbeleid de rol en meerwaarde van brandweervrijwilligers op en gebruiken het programma Brandveilig leven met name de participatie in wijkteams
3.2.4 Jaarplan 2018 • Gebruik door de brandweer van de kennis en kunde van vrijwilligers Vervolg van 2017 •
Ruimte om oefeningen zelf te plannen VRZ versterk het organisatiemodel voor een plaatselijke brandweerpost waarbij zelfsturing en voldoende regelruimte op het gebied van Oefenen als uitgangspunt gelden. Gezocht wordt naar de balans tussen wat aan lokaal kan worden overgelaten en beter regionaal kan worden georganiseerd.
•
Taakuitbreiding naast de uitruk (bv voorlichtingsactiviteiten) Vervolg van 2016 en 2017 Visie op vrijwilligheid, Brandweer 2016-2019 Versie 0.9
22
•
•
Aandeel van vrouwen en allochtonen binnen de vrijwillige brandweer VRZ evalueert wervingsbeleid, met name op voornoemde onderdelen. Tevens hangt daarmee samen: De cultuur binnen de brandweer Vrijwilligers staan open voor veranderingen met behoud van passie voor het brandweervak en het vakmanschap. Belangrijke cultuurkenmerken van de brandweer zijn: een machocultuur, verenigings- of familiecultuur en een kritische houding. De organisatiecultuur komt tot uiting in de gedeelde normen en waarden van werknemers en bepaalt welk gedrag wel en niet gepast en gewenst is binnen de organisatie.
3.2.5 Jaarplan 2019 • Taakuitbreiding naast de uitruk (bv voorlichtingsactiviteiten) Vervolg van 2016, 2017 en 2018 •
De cultuur binnen de brandweer Vervolg van 2018
•
Het leidinggeven VRZ toetst of de aansturing door de leidinggevenden nog in dezelfde mate tevredenheid oplevert als bij vaststelling van de Visie op vrijwilligheid.
•
Onderlinge verbondenheid tussen vrijwilligers VRZ toetst of de vrijwilligers zich nog in dezelfde mate met elkaar verbonden voelen.
•
Mate van voldoening uit het vrijwilligerswerk VRZ toetst of de vrijwilligers in dezelfde mate voldoening uit het vrijwilligerswerk haalt.
•
Evaluatie van de Visie op vrijwilligheid 2016-2019 Aan het eind van de beleidsplanperiode zal de visie worden geëvalueerd met als doel te toetsen of alle thema’s uit de visie structureel en voldoende zijn geborgd. Ook zal op grond van de evaluatie een advies geformuleerd worden of er voor de volgende beleidsplanperiode een nieuwe visie moet worden vastgesteld.
Visie op vrijwilligheid, Brandweer 2016-2019 Versie 0.9
23
3.3
Communicatie Zeeuwse visie op vrijwilligheid
De ‘Zeeuwse visie op vrijwilligheid’ geeft richting aan het beleid voor vrijwilligers in de periode 20162019, aansluitend op het meerjarenbeleidsplan VRZ 2016-2019 en als eerste stap voor ‘Brandweer over morgen’. In deze visie beschrijft Brandweer Nederland een nieuw bedrijfsmodel van de brandweer om de komende jaren minder te gaan uitrukken en een deel van haar taak over te laten aan inwoners en bedrijven (ook wel de strategische reis genoemd). In de Zeeuwse visie hebben de vrijwilligers de relevantie van de (landelijke) thema’s aangegeven. In een meerjarenplan 2016 -2019 wordt de visie in onderdelen per jaar uitgewerkt, zie tabel 9. Vanuit VRZ wordt in de diverse jaar- en beleidsplannen aandacht besteed aan de communicatie van de het beleid. Daarbij is er aandacht voor: a. het tijdig en effectief informeren en betrekken van interne en externe publieksgroepen (bijvoorbeeld vrijwilligers, beroepspersoneel, leidinggevenden, inwoners, gemeenten, hoofdwerkgevers) b. de integraliteit met in- en externe (beleids)ontwikkelingen Het brandweermanagement gaat initiatieven initiëren om uitwerking te geven aan de plannen, mogelijk via sessies met vrijwilligers, die op deze wijze worden betrokken bij de plannen en de uitvoering.
Visie op vrijwilligheid, Brandweer 2016-2019 Versie 0.9
24
Bijlage 1 Deelnemers aantal Overleg met de OC 14 oktober 2015
Goes
leden OC
7
Ploegen die (een) vrijwilliger(s) hebben afgevaardigd om deel te nemen aan de bijeenkomsten. 19 oktober 2015
Walcheren
Westkapelle Westdorpe
2 1
20 oktober 2015
Zeeuws-Vlaanderen
Sas van Gent
1
21 oktober 2015
Schouwen-Duiveland en Tholen
Oosterland Scharendijke Sint-Annaland
1 1 1
22 oktober 2015
Bevelanden
Goes Nieuwdorp ’s Heer Arendskerke Kortgene/Colijnsplaat
Totaal
1 2 1 1 12
Operationeel managers hebben afstemming gehad over de Visie op vrijwilligheid met de ploegleiders in het de reguliere overleggen. 20-22 oktober 2015
alle gebieden
Visie op vrijwilligheid, Brandweer 2016-2019 Versie 0.9
ca. 60
25
Bijlage 2 Selectie van gemaakte opmerkingen Selectie van gemaakt opmerkingen tijdens de overleggen: Social media van groot belang. Geld minder belangrijk, waardering belangrijker (voorbeeld van kleding waar ze lang op moeten wachten). Jeugdbrandweer voorrang geven door bijvoorbeeld de opleiding korter te maken (vrijstelling voor brand). Per post kijken wat je nodig hebt op basis van uitrukken (vakbekwaamheid) Opleiden en oefenen: chemie, brand, hulpverlening, tunnel, boerderij, camping, spoorlijn water niet hetzelfde doen MAATWERK. Registreren overname oefeningen (van personen die bij hoofdwerkgever geoefend zijn). Trainingen (trainingscentrum)overdag niet handig. Liever ’s avonds of in het weekend. ‘Er verandert niet voor de vrijwilligers’ is altijd gezegd. Waarom dus nu een visie om te maken zoals het 10 jaar geleden was? Wie zijn er al allemaal als vrijwilliger gestopt en waarom? Belasting vrijwilligers: balans aanbrengen! Hoe vorm geven aan niet-repressieve werkzaamheden? Voorlichting versus preventieadvies? Maak post zelfstandiger. Accepteer (en faciliteer) verschillen tussen posten (stedelijk/landelijk). Vertegenwoordiging van vrijwilligers op alle niveaus in de organisatie. Faciliteer vrijwilligers op gebied van vakbekwaamheid. Doen wat je zegt! Pak punten uit de visie werkelijk op! Hoe wordt visie geïmplementeerd? Oefenbeleid veel te strak. Ontneemt alle lust. Zelf bepalen van nevenactiviteiten. Nevenactiviteiten dienen al ‘voorlopers’ voor werving. Kijk ook naar uitkomsten RI&E. Evaluatie oefencyclus op helft van de 18 maanden (enquête?). Door minder oefenen wordt onderlinge verbondenheid minder. Gebruik brandweerpost voor andere verenigingen/activiteiten. Meer differentiatie naar functies/specialismen, ook chauffeur of manschap moet apart mogelijk zijn. Werving vrouwen/allochtonen. Ontbreken van een goede opvolging na aanstelling: geen pieper, geen kleding, geen sleutel. Klachten (van externen) via Piet Maljaars goed opgelost, ook gebruiken voor interne klachten (hoor en wederhoor door onafhankelijk persoon). In verhouding veel vrijwilligers weg. Worden echte redenen nagegaan en vastgelegd? Onvrede in sommige ploegen bij ouderen; jongeren vinden (bijv. scannen declaratie) normaal. Indek-cultuur (?) voor oefeningen. Oefenleider stelt niets voor omdat cursus niets voorstelt. Oefenen is alleen maar een aanwezigheidsregistratie. Wanneer wordt kwalitatief getoetst? Dat is middel om oefenmomenten te beperken. Beleid: laat iemand iets vinden over onderwerpen waarover ze willen meepraten (bijv. door inschrijving op onderwerp). Maatwerk ontworpen op basis van risicogericht denken. Waarom niet risicogericht oefenen? Twee OM's per gebied is twee kapiteins op een schip. Ploegen merken dat. Er wordt ‘geshopt’. Vraag: “Ziet de vrijwilliger VRZ wel als de organisatie waar hij/zij zelf deel van uitmaakt? Antwoord: “VRZ ziet vrijwilligers als andere partij”. Vrijwilligheid (volgens de visie) 'hoeksteen' van VRZ? Wordt door VRZ niet naar gehandeld. We lezen in de krant: vacature managementassistent. Op kosten van een post? Visie op vrijwilligheid, Brandweer 2016-2019 Versie 0.9
26
Bijlage 3 Landelijke visie Visie op vrijwilligheid bij de brandweer Omdat de brandweer sterk in ontwikkeling is en de effecten van die ontwikkelingen op vrijwilligheid niet zijn onderzocht, werd dit als een gemis ervaren. Voor de minister van Veiligheid en Justitie was dat aanleiding om de Vakvereniging Brandweer Vrijwilligers (VBV) en Brandweer Nederland te vragen samen het Project Visieontwikkeling Vrijwilligheid uit te voeren. Immers het uitgangspunt, ook voor het ministerie, is dat de vrijwilligers de basis voor de lokale brandweerzorg zijn en blijven. Vorming Landelijke visie Brandweer Nederland en de VBV zijn in januari 2012 aan de slag gegaan met de oprichting van een stuurgroep. Deze heeft als eerste alle lopende landelijke initiatieven op het gebied vrijwilligheid gebundeld. Denk aan het gestarte onderzoek van de Wetenschappelijke Raad van Brandweer Nederland en de lopende initiatieven vanuit Brandweer over morgen (huifkarsessies), met als doel om overzicht te krijgen over het veld en focus op het onderwerp. De stuurgroep is vervolgens op zoek gegaan naar een partner voor de wetenschappelijke borging van het onderzoekgedeelte van het project. Dat is TNO geworden. Naast het raadplegen van de vrijwilligers zijn alle bestaande landelijke studies en beleidsstukken over vrijwilligheid onderzocht. TNO heeft op basis van dit uitgebreide literatuuronderzoek aan de hand van de belangrijkste maatschappelijke trends meer dan twintig thema’s benoemd die van belang zijn bij het vinden, binden en boeien van vrijwilligers. Vrijwilligers zijn in alle veiligheidsregio’s in 2012 over deze thema’s bevraagd en mede op basis hiervan is door TNO het onderzoeksrapport “Vrijwilligers bij de brandweer: bouwstenen voor visieontwikkeling”, geschreven. De stuurgroep ontwikkelde daarna de visie. Daarbij zijn ook verbindingen gelegd naar bestaande ontwikkelingen vanuit de Brandweer over morgen en bijvoorbeeld de Wetenschappelijke Raad voor regeringsbeleid. De conceptversie is vervolgens langs de direct betrokkenen, Raad van Brandweercommandanten en de brandweervrijwilligers, gegaan voor consultatie en langs alle stakeholders van het project zoals het Veiligheidsberaad, de Jeugdbrandweer en de vrijwilligersorganisaties in veiligheid. De stuurgroep heeft alle input uit de consultatie voor zover mogelijk verwerkt en is tot deze visie gekomen. Trends in het vrijwilligerswerk Een visie kan niet worden ontwikkeld zonder de belangrijkste trends in de maatschappij te onderkennen. Zeker als deze belangrijke invloed hebben op het werk, het vak en de motivatie van vrijwilligers bij de brandweer. Burgers leven in een maatschappij die continu in ontwikkeling is, soms met schokken, soms bijna ongemerkt. Globaal kan gesteld worden dat de maatschappij in de 21e eeuw in een behoorlijk tempo verandert. Thema’s als zelfredzaamheid en participatie van burgers hebben inmiddels sterk aan belang gewonnen, waarbij burgers de vrijheid hebben genomen om zelf hun gewenste vorm van samenwerken te kiezen. Deze veranderingen hebben direct invloed op het karakter en de intensiteit van het vrijwilligerswerk. De maatschappelijke trends en thema’s zijn van groot belang voor de ontwikkeling van vrijwilligheid bij de brandweer, nu en in de toekomst. Deze trends vertegenwoordigen de maatschappelijke onderstroom die leidt naar de toekomst.
Visie op vrijwilligheid, Brandweer 2016-2019 Versie 0.9
27
Trend 1: Nadruk op zelfredzaamheid Er wordt steeds meer beroep gedaan op de zelfredzaamheid van mensen, op de eigen verantwoordelijkheid in zowel fysieke als sociale domeinen zoals veiligheid en zorg. Dit wordt ook wel aangeduid als de ‘civil society’ (ofwel sociale samenhang); de samenleving die gevormd wordt door netwerken van mensen die zich op vrijwillige basis inzetten voor het algemene belang. Het gaat dan met name om een inzet op onderwerpen die als het ware ‘dicht bij huis’ zijn voor de vrijwilligers. Trend 2: Individualisering van de samenleving Traditionele verbanden zijn minder van zelfsprekend geworden de afgelopen jaren. Gezinnen en andere type samenlevingsverbanden worden kleiner. Het aantal eenpersoonshuishoudens is groeiende. Dit creëert mogelijkheden voor aansluiting bij andere sociale structuren. Voorheen deden mensen vaak vrijwilligerswerk vanuit een vereniging of vanuit de kerk. Tegenwoordig kiezen vrijwilligers meer voor vrijwilligerswerk dat hen iets oplevert, bijvoorbeeld in de vorm van sociale contacten, opleiding en persoonlijke ontwikkeling. Trend 3: Groei in diversiteit en veelzijdigheid Nederland is een sociaal actief land met een traditioneel sterk verenigingsleven en vrijwilligersactiviteiten. Het aantal vrijwilligers is constant gebleven; het aantal uren dat zij zich inzetten, neemt af. Er ontstaan meer lossere vormen van vrijwilligerswerk in tijdelijke constructies. Een opvallende trend is dat de diversiteit toeneemt, zowel in typen vrijwilligers als in de vorm waarin zij bij een organisatie betrokken willen zijn. Trend 4: Globalisering en lokalisering Aan de ene kant maken technologische ontwikkelingen de wereld kleiner, aan de andere kant hechten mensen meer belang aan lokaal betrokken netwerken. Mensen regelen meer zaken zelf die voorheen door de verzorgingsstaat op zich werd genomen. In zekere zin geven informele gemeenschappen een indicatie aan van de toenemende zelfredzaamheid van mensen (zowel in informele zin als in juridische vorm zoals een vereniging of coöperatie). Trend 5: Toenemende druk op combinatie van werk, gezin en vrijwilligerswerk Door bezuinigingen in de verzorgingsstaat wordt het takenpakket van individuen uitgebreider. De mindere welvaartsgroei en de grotere roep om zelfredzaamheid leiden ertoe dat mensen een toenemende tijdsdruk ervaren om het werk, gezin en sociaal leven te combineren met het vrijwilligerswerk. Bovendien worden de eisen die organisaties stellen aan vrijwilligers groter. Trend 6: Netwerken en zelforganisatie De ontwikkeling van verzorgings- naar participatiestaat maakt dat mensen meer inspraak hebben op verschillende terreinen. Meer mensen worden mondiger en organiseren met ‘lotgenoten’ uit hun netwerk zelf oplossingen voor vraagstukken waar ze tegenaan lopen. Om deze netwerken van burgers goed te laten samenwerken met professionele organisaties, is het belangrijk dat de dialoog wordt aangegaan en gezocht wordt naar co-creaties. Ook op het vlak van veiligheid en crisisbeheersing wordt gepleit voor een omslag, waarin burgers meer als bondgenoten worden gezien. Door goed samen te werken kunnen problemen opgelost worden. Het stimuleren van zelforganisatie op lokaal niveau kan nog meer mogelijk gemaakt worden door het gebruik van ICT en ‘social media’ toepassingen. Succesfactoren In het rapport ‘Vertrouwen in Burgers’ van de Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid (WRR) wordt de toekomstige rol van vrijwilligers in onze maatschappij toegelicht en op welke wijze de centrale en lokale overheid en de overige (semi) publiekrechtelijke instellingen de positie van vrijwilligers kunnen versterken. De WRR heeft nog eens benadrukt dat er drie wezenlijke succesfactoren zijn als je vrijwilligers wilt blijven motiveren en betrokken houden. Visie op vrijwilligheid, Brandweer 2016-2019 Versie 0.9
28
Betrokkenheid bouwt op drie succesfactoren: 1. De aanwezigheid van vrijwilligers (de vernieuwers) die zich inhoudelijk verbinden aan het vak én van vrijwilligers (de verbinders) die ook de schakel kunnen en willen vormen met het hogere management. 2. Er is sprake van respect en waardering: de vrijwilliger wil serieus worden genomen. 3. En professionele organisaties zijn bereid een nieuw evenwicht te zoeken tussen loslaten (ont-regelen) en ondersteunen. Landelijke visie Om tot een visie te komen van, door en voor vrijwilligers voor de komende 10 jaar, worden de benoemde trends beschouwd als de maatschappelijke onderstroom. Deze krachtige, veelal onzichtbare beweging zal ons meenemen in de vaart van de tijd. Deze maatschappelijke context is daarom een vast gegeven voor de brandweer. Vrijwilligers staan met één been middenin de lokale samenleving van gezin, familie, buren, kennissenkring, hoofdberoep en met het andere been binnen de brandweer op de post met collega’s en brandweerleiding. Dit is een belangrijk gegeven en biedt de organisaties een directe verbinding met de maatschappij en de ontwikkelingen die daar spelen. De opgave is om deze verbinding te benutten als onderlegger voor beleid en lokale binding van de regionale organisatie op afstand. De visie op vrijwilligheid luidt als volgt: “Vrijwilligers zijn nu en in de toekomst de hoeksteen van de brandweerorganisatie. Zij vormen met hun brandweerpost de lokale sleutel naar een diepere inbedding van de brandweer in de lokale samenleving waarbij zij niet alleen uitrukken voor brand en hulpverlening maar ook de burgers helpen brand te voorkomen en te leren beperken.” Om de visie op vrijwilligers in de toekomst uit te voeren en de hoge betrouwbaarheid bij burgers te behouden, is ook verandering van de organisatie noodzakelijk. Niet alleen moeten de maatschappelijke trends worden binnengelaten maar ook de aansturing moet veranderen. Wij beschouwen dit even noodzakelijk als de veranderingsbereidheid bij de vrijwilligers en constateren dat hierdoor evenwicht en balans ontstaat. Basis voor de toekomst is: “De wereld van vrijwilligers is in beweging en de brandweer(organisatie) beweegt mee. De brandweerorganisatie schept regelruimte en geeft zelfsturing aan de lokale brandweerposten. Denkt en werkt vanuit de leefwereld van de vrijwilligers, ondersteunt en faciliteert vanuit eigentijdse (ICT)communicatie, stimuleert de jeugdbrandweer. Zij onderhoudt daarbij nauwe banden met de hoofdwerkgevers en gemeenten. Om daarmee het beleid op gebied van sociale samenhang in dorpen, buurten en steden te versterken; mede in relatie tot brandveilig leven.” Wat zien we in 2020? Wet veiligheidsregio’s, artikel 25 lid 1, draagt de door het bestuur ingestelde brandweer op tot het voorkomen, beperken en bestrijden van brand en het beperken en bestrijden van gevaar voor mensen en dieren bij ongevallen anders dan bij brand. De regionale brandweren voeren die wettelijke opdracht uit met beroepspersoneel en met vrijwilligers. De Brandweer over morgen schetst het toekomstconcept voor de brandweer in 2040 met vrijwilligheid als belangrijke basis. De vrijwilligers vormen met hun brandweerpost de lokale sleutel naar de vermaatschappelijking van de brandweer. Zij rukken dan niet alleen meer uit voor brand en hulpverlening maar helpen burgers ook brand te voorkomen en te leren beperken. Visie op vrijwilligheid, Brandweer 2016-2019 Versie 0.9
29
Omdat 2040 een grote sprong in de tijd is maken verschillende tussenstappen. De eerste is naar 2020. In 2020 zien wij (nog steeds) dat vrijwilligheid de belangrijkste basis is voor lokale inbedding en voor een effectieve uitvoering van de lokale brandweerzorg. Vrijwilligheid is daarom in de hele lijnorganisatie vertegenwoordigd. De belasting is afgenomen en er zijn andere vormen van vrijwilligheid naast de gangbare ‘allround vrijwilliger’, bijvoorbeeld voor voorlichtingstaken, maar ook voor bepaalde specialismen. De lokale vrijwilligersposten vormen een belangrijke hoeksteen binnen de regionale brandweren en vanuit de samenleving een lokaal centrum voor versterking van zelfredzaamheid binnen de lokale gemeenschap en brandveilig leven. De lokale brandweerpost is er dan één: • waar ruimte wordt geboden en genomen om lokaal dingen te regelen; die geleid wordt door een vrijwillig ploegleider die krachtig ondersteunt bij voorbereiding van de uitruk en burgerhulp, bij voorkomen en beperken, hen vrijwaart van allerlei ballast en bureaucratie. Hij bewaakt de balans tussen regionaal regelen of lokaal houden. Hij zorgt voor lokale contacten met werkgevers, dorpsraden en de plaatselijke politiek; • van waaruit flexibiliteit wordt geboden om paraatheid te organiseren; met moderne voertuigen en apparatuur in combinatie met (flexibele) bezettingen die 24/7 zorgen voor beschikbaarheid door vrije instroom, consigneren, kazernering en flexplekken op de kazerne; mogelijk aangevuld door vrijwilligers die elders wonen; • waarbij de combinatie van hoofdberoep en vrijwilligerschap goed wordt ondersteund; waarbij vrijwilligers wonen en werken in het dorp, stad of wijk, en hoofdwerkgevers hun werknemers stimuleren vrijwilliger te worden. De hoofdwerkgever en de regionale brandweer maken het mogelijk dat de vrijwilliger zijn taken vanuit beide functies uit kan oefenen. Zowel de hoofdwerkgever als ook de vrijwilliger zijn gevrijwaard in geval van ongeval of beroepsziekte; • die vrijwillige ambassadeurs heeft voor veiligheid voor burgers; waar vrijwilligers voorlichting geven en ondersteuning bieden op voorkomen en beperken van brand in woningen, scholen en zorgcentra (rookmelders, vluchtplan en eerste hulp bij brandwonden); • die eigen (lokale) ‘aanwas’ verzorgt, ondersteunt door regionale en landelijke wervingscampagnes; waar de uitstraling van het leven in en rondom de brandweerpost voor aantrekkingskracht zorgt en krachtige positieve beeldvorming naar de lokale bevolking; • waar jeugdbrandweer doorstroomt en bijdraagt in de binding van lokale jeugd en betrokkenheid; waar jeugd jeugd beïnvloedt en zo de vorming op gebied van brandveiligheid al vroeg wordt bijgebracht; • waarvan vrijwilligheid een kernwaarde is in de gehele organisatie; waar in de organisatie, naast de medezeggenschap, vrijwilligheid bij alle beleid en uitvoering wordt meegenomen waardoor aangegeven wordt dat de vrijwilliger niet naast de organisatie staat maar daar integraal onderdeel van uitmaakt. Aanpak voor de komende 5 jaar Op basis van de informatie en de input van vrijwilligers die is opgehaald en gebruikt in dit document, komen we tot de volgende aanpak. De verwachting is dat de uitvoering van deze visie en aanpak succesvol zullen zijn. Succesvol om de bestaande vrijwilligers te behouden, mee te nemen in ontwikkelingen en nieuwe vrijwilligers te werven en te binden. De uitwerking van deze aanpak is een regionale verantwoordelijkheid. Visie op vrijwilligheid, Brandweer 2016-2019 Versie 0.9
30
Commandant • Versterk het organisatiemodel voor een plaatselijke brandweerpost waarbij zelfsturing en voldoende regelruimte als uitgangspunt gelden. Zoek de balans tussen wat aan lokaal kan worden overgelaten en beter regionaal kan worden georganiseerd. Creëer mogelijkheden voor een platte organisatie. • Stuur op leiderschap voor leidinggevenden van de brandweerposten. En denk en werk hierbij vanuit de leefwereld van de vrijwilliger. Zet dit principe door in de gehele organisatie door vrijwilligheid op alle niveaus te laten vertegenwoordigen. • Kies en bevorder de toepassing van moderne technische en mensgerichte communicatiemethodieken die passen in de huidige leefwereld van de vrijwilligers. • Promoot jeugdbrandweergroepen voor de aanwas van nieuwe medewerkers en de verbinding met de lokale jeugd. • Ontwikkel beleid voor werkgevers waarin wederzijdse voordelen van het hebben van vrijwilligers als werknemer worden uitgewerkt en benut. Vrijwilligers • Sta open voor veranderingen met behoud van passie voor het brandweervak en het vakmanschap. Zoek daarbij ook (uit je)zelf de dialoog om aan te geven wat er nodig is om nu en in de toekomst op een prettige manier dienstbaar te zijn aan de lokale samenleving. Burgemeesters • Stimuleer de lokale binding tussen burgers in stad(wijk) of dorp en de vrijwilligers bij de brandweer. Neem in het gemeentelijke integrale veiligheidsbeleid de rol en meerwaarde van brandweervrijwilligers op en gebruik het programma Brandveilig leven.
Visie op vrijwilligheid, Brandweer 2016-2019 Versie 0.9
31