Nederlandse Vereniging voor Brandweerzorg en Rampenbestrijding
RESULTATEN ENQUÊTE 'STAAT VAN VRIJWILLIGHEID' BIJ DE BRANDWEER
Arnhem, oktober 2007
-1-
De aanleiding Op 11 september jl. werd tijdens de behandeling in de Tweede Kamer van het wetsvoorstel Wijziging Brandweerwet 1985 een motie ingediend ten aanzien van de rol en positie van de vrijwilligers bij de brandweerkorpsen. In de motie verzocht de Tweede Kamer de minister om een beleidsvisie ten aanzien van het 'behoud van de beschikbaarheid van de vrijwilligers'. Om te komen tot een visie organiseert het ministerie van BZK op 29 oktober 2007 een miniconferentie, waar ook een afvaardiging van de NVBR aan deelneemt. Ter voorbereiding op deze conferentie heeft het bestuur van de NVBR een enquête gehouden onder haar leden. De resultaten van deze mini-enquête worden als achtergrondmateriaal gebruikt voor de werkconferentie. Daarnaast worden de uitkomsten van de enquête voorgelegd aan de Adviesraad van de NVBR met het verzoek om op basis van deze gegevens een aanzet te leveren voor een verdere toekomstverkenning. Alle leden ontvangen een verslag van de enquête. De enquête De enquête is onderverdeeld in vier thema's: rechtspositie, kwaliteit, beschikbaarheid en organisatie. De vragenlijst werd via internet aangeboden. In totaal werden er 29 vragen gesteld, waarvan een aantal als open vraag. Door de korte voorbereidingstijd zijn enkele vragen onvoldoende uitgewerkt. Zoals bij voorbeeld de vraag over uren betreffende oefenen en opleiden. De opmerkingen hierover of opmerkingen naar aanleiding van de vraagstelling zijn zoveel mogelijk verwerkt bij de vragen zelf. De vragenlijst is verstuurd naar de regionale en gemeentelijke commandanten. In totaal zijn er 393 enquêtes verstuurd, waarvan er 26 niet bezorgd konden worden. Er zijn 211 enquêtes teruggestuurd van de in totaal 368. Een response van bijna 55%. Twee commandanten gaven aan dat zij gegevens voor twee korpsen hebben aangeleverd en een commandant heeft gegevens voor drie korpsen aangeleverd. De enquête moet worden gezien als een quick-scan. De vragenlijst geeft een eerste indruk van de problematiek. Mede dankzij de hoge response en de moeite die mensen hebben gedaan om de vragenlijst toe te lichten is er –hoe globaal dan ook- een algemeen beeld van de huidige stand van zaken uit te vormen.
Arnhem, oktober 2007
-2-
Rechtspositie Past u de CAR/UWO-bepalingen toe in uw korps? Ja
202
95,7 %
Nee
7
3,3 %
Geen keuze
2
0,9 %
211
100,0 %
Totaal
In geval van 'Nee' , zou u hier uw antwoord willen toelichten?
Een van de opmerkingen betrof de vraagstelling: ja, maar de vraag klopt dus niet. UWO is namelijk niet overal hetzelfde. De vraag is dus niet eenduidig. Anderen passen het alleen toe op beroepspersoneel of in een aangepaste vorm.
Arnhem, oktober 2007
-3-
Kwaliteit Maakt uw korps bij het oefenen gebruik van de nieuwe Leidraad Oefenen? Ja Nee Geen keuze Totaal
157
74,4 %
51
24,2 %
3
1,4 %
211
100,0 %
Toelichting Van degenen die 'Nee' invulden, gaven 31 respondenten aan dit te gaan doen bij de invoerdatum van de herziene leidraad d.d. 01-01-2008. Ook werd aangegeven dat invoering afhankelijk is van beschikbaren middelen (geld en/of tijd) officiële vaststelling
Arnhem, oktober 2007
-4-
Bent u tevreden over de resultaten? Ja
143
67,8 %
Nee
53
25,1 %
Geen keuze
15
7,1 %
211
100,0 %
Totaal
Toelichting: 13 Respondenten hebben aangegeven nog onvoldoende ervaring te hebben met de leidraad om deze vraag te beantwoorden. Degenen die positief reageerden gaven onder andere aan: Past beter bij de praktijk Eenvoudiger dan de vorige leidraad Geeft richting aan het oefenrooster en zorgt ervoor dat alle oefeningen worden beoefend Wel tevreden, maar het vraagt een enorme inspanning van de vrijwilligers en de oefencoördinatoren. Minder positieve reacties zijn onder andere: Vergt veel tijd en organisatie Te hoog detailniveau De nieuwe leidraad geeft te weinig houvast Er is teveel in regels vastgelegd, waardoor variatie niet meer mogelijk is Te veel papierwerk Het is lastig om alle vrijwilligers te motiveren tot deelname Een probleem wordt geconstateerd bij de oefenleiders. Zij zijn tevens bevelvoerder. Zij worden zwaar belast (uitvoering oefening en zelf geoefend worden). Beoordeling die volgens Leidraad moet plaatsvinden is in praktijk niet uitvoerbaar! Praktische handreiking hiervoor ontbreekt.
Arnhem, oktober 2007
-5-
Beschikbaarheid De onduidelijke vraagstelling betreffende de beschikbaarheid voor opleiden en oefenen heeft tot veel opmerkingen geleid. De percentages die genoemd worden moeten gezien worden als een 'algemene indruk'. Kunt u overdag beschikken over vrijwilligers als het gaat om opleiden ? Ja Nee Geen keuze Totaal
44
20,9 %
165
78,2 %
2
0,9 %
211
100,0 %
U gaf zojuist aan dat u overdag kunt beschikken over vrijwilligers als het gaat om opleiden. Kunt u aangeven om hoeveel uren per week het minimaal gaat ?
44 Respondenten geven aan dat zij overdag kunnen beschikken over vrijwilligers en twee respondenten hebben de vraag niet beantwoord. Van deze 46 respondenten hebben er 39 het minimaal aantal uren ingevuld, variërend van 0 uur per week tot 16 uur per week. N.B.: Er is geen koppeling tussen het aantal uren en het aantal vrijwilligers in dienst bij een korps.
En om hoeveel uren per week gaat het maximaal ?
44 Respondenten geven aan dat zij overdag kunnen beschikken over vrijwilligers en twee respondenten hebben de vraag niet beantwoord. Van deze 46 respondenten hebben er 41 het maximaal aantal uren ingevuld, variërend van 0 uur per week tot 120 uur per week. Uitschieter hierbij was dat er 15x 8 uur werd ingevuld. N.B.: Er is geen koppeling tussen het aantal uren en het aantal vrijwilligers in dienst bij een korps.
Arnhem, oktober 2007
-6-
Beschikbaarheid
Kunt u 's avonds beschikken over vrijwilligers als het gaat om opleiden ? Ja
205
97,2 %
Nee
4
1,9 %
Geen keuze
2
0,9 %
211
100,0 %
Totaal
U gaf zojuist aan dat u 's avonds kunt beschikken over vrijwilligers als het gaat om opleiden. Kunt u aangeven om hoeveel uren per week het minimaal gaat ?
205 Respondenten geven aan dat zij overdag kunnen beschikken over vrijwilligers en twee respondenten hebben de vraag niet beantwoord. Van deze 207 respondenten hebben er 197 het minimaal aantal uren ingevuld, variërend van 0 uur per week tot 100 uur per week. Uitschieters hierbij: 82x 2 uur, 78x 3 uur en 16x 4 uur.
En om hoeveel uren per week gaat het maximaal ?
205 Respondenten geven aan dat zij overdag kunnen beschikken over vrijwilligers en twee respondenten hebben de vraag niet beantwoord. Van deze 207 respondenten hebben er 197 het maximaal aantal uren ingevuld, variërend van twee uur per week tot 320 uur per week. Uitschieters hierbij zijn: 58x 3 uur, 40x 6 uur en 13x 8 uur.
Arnhem, oktober 2007
-7-
Kunt u overdag beschikken over vrijwilligers als het gaat om oefenen ? Ja Nee Geen keuze Totaal
65
30,8 %
144
68,2 %
2
0,9 %
211
100,0 %
U gaf zojuist aan dat u overdag kunt beschikken over vrijwilligers als het gaat om oefenen. Kunt u aangeven om hoeveel uren per week het minimaal gaat ?
65 Respondenten geven aan dat zij overdag kunnen beschikken over vrijwilligers en twee respondenten hebben de vraag niet beantwoord. Van deze 67 respondenten hebben er 59 het minimaal aantal uren ingevuld, variërend van 0 uur per week tot 16 uur per week. Uitschieter hierbij: 9x 0 uur en 16x 4 uur.
En om hoeveel uren per week gaat het maximaal ?
65 Respondenten geven aan dat zij overdag kunnen beschikken over vrijwilligers en twee respondenten hebben de vraag niet beantwoord. Van deze 67 respondenten hebben er 59 het maximaal aantal uren ingevuld, variërend van 0 uur per week tot 240 uur per week. Uitschieter hierbij: 19x 7 uur.
Arnhem, oktober 2007
-8-
Kunt u 's avonds beschikken over vrijwilligers als het gaat om oefenen ? Ja
202
95,7 %
Nee
5
2,4 %
Geen keuze
4
1,9 %
211
100,0 %
Totaal
U gaf zojuist aan dat u 's avonds kunt beschikken over vrijwilligers als het gaat om oefenen. Kunt u aangeven om hoeveel uren per week het minimaal gaat ?
202 Respondenten geven aan dat zij overdag kunnen beschikken over vrijwilligers en vier respondenten hebben de vraag niet beantwoord. Van deze 206 respondenten hebben er 197 het minimaal aantal uren ingevuld, variërend van 0 uur per week tot 80 uur per week. Uitschieters hierbij: 98x 2uur en 66x 3 uur.
En om hoeveel uren per week gaat het maximaal ?
202 Respondenten geven aan dat zij overdag kunnen beschikken over vrijwilligers en vier respondenten hebben de vraag niet beantwoord. Van deze 206 respondenten hebben er 197 het minimaal aantal uren ingevuld, variërend van 1,5 uur per week tot 120 uur per week. Uitschieters hierbij: 51x 3 uur, 57x 4 uur en 36x 6 uur).
Arnhem, oktober 2007
-9-
Ervaart u problemen bij de opkomst voor brandbestrijding en hulpverlening? Ja Nee Geen keuze Totaal
140
66,4 %
69
32,7 %
2
0,9 %
211
100,0 %
De door de respondenten gegeven toelichting is onderverdeeld in rubrieken. Bezetting Het merendeel van de respondenten geeft aan met name problemen te ervaren bij de bezetting overdag. Ook de vakantieperioden en zon- feestdagen zijn problematisch (12 keer expliciet aangegeven) Tien respondenten geven aan problemen te ondervinden in zowel de dag- als avondbezetting Zeven correspondenten geven aan nog geen problemen te ervaren in de bezetting, maar deze wel in de nabije toekomst te verwachten Een aantal (5) respondenten geeft aan een tekort te hebben aan chauffeurs en bevelvoerders of verwachten in de toekomst bezettingsproblemen bij het vervullen van deze functies. Ook ervaren deze vrijwilligers een grotere werkdruk vanwege onderbezetting Vijf respondenten geven aan (nog) geen problemen te hebben met de bezetting, onder andere doordat zij een combinatie kunnen maken van vrijwilligers en beroepskrachten Ook omschrijft een aantal korpsen dat zij niet zozeer problemen ervaren als wel dat zij geen 'harde garanties' (meer) kunnen afgeven Drie korpsen ervaren problemen bij het bezetten van kleinere posten Een aantal korpsen kan de bezetting redelijk waarborgen dankzij 'vlieg- en kunstwerk', maar ervaren wel een toenemende spanning bij het invullen van de roosters Drie korpsen kunnen in ieder geval de eerste TS garanderen, maar voor de tweede en/of derde wagen wordt de bezetting moeilijk. Oorzaken bezettingsprobleem Oorzaken die worden genoemd als bezettingsprobleem zijn: Werkgevers Een deel van de respondenten geeft als oorzaak aan dat de werkgever in toenemende mate minder toestemming verleent. Oorzaken daarvan is onder andere de toename
Arnhem, oktober 2007
- 10 -
van valse meldingen (door BMI's), kleine brandjes. Ook het feit dat vrijwilligers meer buiten het eigen dorp werken en daardoor minder beschikbaar werd door drie respondenten genoemd (mobiliteit) Ook geven respondenten aan in de toekomst problemen te verwachten bij het beschikbaar stellen van brandweervrijwilligers door werkgevers (prio2 meldingen).
Toename loze meldingen Respondenten geven aan dat er toename is van het aantal vals meldingen door o.a. MBI's. Dit demotiveert vrijwilligers. Ook regelgeving, verkeersbeperkende maatregelen (3), en gebrek aan ondersteuning wordt aangegeven als probleem bij de bezetting, mede omdat de motivatie van vrijwilligers hierdoor afneemt. Overige oorzaken Drie korpsen geven aan bezettingsproblemen te hebben door ziekteverzuim. Ook wordt de arbeidstijdenwet genoemd als bezettingsprobleem Een oorzaak die door meerdere korpsen wordt aangegeven zijn de veranderingen in woon-werksituaties, zorgtaken van vrijwilligers, mobiliteit en meerdere invullingen van vrijetijdsbesteding. Een korps gaf expliciet aan dat 'in tegenstelling tot vijftien jaar geleden, meer vrijwilligers de brandweer vroegtijdig verlaten' Toename van verkeersremmende- en verkeersbeperkende maatregelen.
Arnhem, oktober 2007
- 11 -
U heeft aangegeven dat u problemen heeft bij de opkomst bij brandbestrijding en hulpverlening. Op welk tijdstip heeft u deze problemen? (meerdere opties mogelijk) Op werkdagen tussen 8.30 uur en 18.00 uur
111
52,6 %
Op werkdagen tussen 18.00 uur en 8.30 uur
3
1,4 %
In de weekenden
5
2,4 %
15
7,1 %
Tijdens feestdagen
3
1,4 %
Anders:
4
1,9 %
70
33,2 %
In vakantieperioden
Geen keuze
N.B. De percentages zijn onvoldoende betrouwbaar omdat de mogelijkheid voor meerdere opties niet mogelijk was. Dit is zoveel mogelijk verwerkt aan de hand van de opmerkingen. Toelichting Alle correspondenten geven aan problemen te ervaren bij de bezetting overdag. Ook de vakanties en zon- en feestdagen wordt door een groot aantal genoemd als probleem. Een aantal heeft ook bezettingsproblemen in de avond en nacht. Zes respondenten geven expliciet aan dat door werksituaties vrijwilligers minder in staat zijn om overdag beschikbaar te zijn. Ook het beschikbaar stellen van brandweer bij bijvoorbeeld evenementen als voetbalwedstrijden wordt problematisch. Zie ook toelichting vorige vraag.
Arnhem, oktober 2007
- 12 -
Kent u de Handreiking beschikbaarheid Vrijwilligers van de NVBR? Ja Nee Geen keuze Totaal
Arnhem, oktober 2007
178
84,4 %
32
15,2 %
1
0,5 %
211
100,0 %
- 13 -
Past u de Handreiking beschikbaarheid Vrijwilligers van de NVBR ook toe? Ja
86
40,8 %
Nee
88
41,7 %
Geen keuze
37
17,5 %
211
100,0 %
Totaal
De door de respondenten gegeven toelichting (73x) is onderverdeeld in rubrieken. De handreiking wordt toegepast Vier respondenten gaven aan dat zij al veel elementen uit de Handreiking toepassen en dat deze Handreiking 'reeds bekende oplossingen' biedt. De Handreiking wordt gedeeltelijk toegepast 38 Respondenten hebben aangegeven dat zij de Handreiking gedeeltelijk toepassen, met als extra toelichting: Twee respondenten gaven aan de handreiking alleen bij werving toe te passen. Drie maal is aangegeven dat de Handreiking te theoretisch is Een aantal keren wordt aangegeven dat de Handreiking wordt toegepast "Voorzover toepasbaar binnen de groep" Ook wordt aangegeven dat de handreiking als naslagwerk of als onderlegger bij het zoeken naar oplossingen wordt gebruikt Een korps gaf aan dat ze van de VNG te horen hebben gekregen dat als je een CAR/UWO gemeente bent, dat je dan niet de rechtspositionele zaken eruit over mag nemen Een andere opmerking betrof de vergoedingsregeling: "Vrijwilligers zijn qua betaling lastig te koppelen aan een schaal uit de CAR/UWO, omdat vrijwilligers geen functieprofielen hebben en betaald krijgen op basis van een rang. De handreiking wordt niet toegepast 31 Respondenten hebben aangegeven de Handreiking niet toe te passen, met als extra toelichting: Een aantal korpsen (3) geeft aan dat het lokaal (per post) maatwerk is Vier maal wordt aangegeven dat men eigen oplossingen gebruikt, waarbij één respondent het kanspiketsysteem noemt Acht maal is aangegeven dat de noodzaak er (nog) niet is, o.a. omdat de opkomst voldoende is en twee respondenten geven aan dat er geen vrijwilligers beschikbaar zijn Tenslotte wordt ook gebrek aan tijd/capaciteit een aantal keren genoemd.
Arnhem, oktober 2007
- 14 -
Thema Organisatie
Heeft u beroepskrachten in uw korps? Ja Nee Geen keuze Totaal
183
86,7 %
26
12,3 %
2
0,9 %
211
100,0 %
Hoeveel beroepskrachten werken in uw korps?
183 respondenten hebben deze vraag ingevuld. Een overzicht: 1 17x 2 27x 3 26x 4 19x 5 16x 6 13x 7 8x 8 9x 9 2x 10 2x 11 4x 12 3x 13 1x 14 3x 15 2x 18 1x 21 1x 25 1x 27 1x 30 3x 32 1x
Arnhem, oktober 2007
35 37 42 49 52 55 56 65 70 73 75 90 102 120 138 150 230 500 700 900
1x 1x 2x 1x 1x 1x 1x 1x 1x 1x 1x 1x 2x 1x 1x 1x 1x 1x 1x 1x
- 15 -
Heeft u vrijwilligers in uw korps? Ja Nee Geen keuze Totaal
183
86,7 %
1
0,5 %
27
12,8 %
211
100,0 %
Hoeveel vrijwilligers werken in uw korps?
208 respondenten hebben deze vraag ingevuld. Een overzicht: 0 2x 9 1x 10 t/m 20 18x 21 t/m 30 28x 31 t/m 40 38x 41 t/m 50 35x 51 t/m 60 26x 61 t/m 70 10x 71 t/m 80 15x 81 t/m 90 11x 91 t/m 100 9x 101 t/m 110 8x 111 t/m 120 5x 121 t/m 130 4x 135 2x 150 1x 160 1x 180 2x 190 1x 400 2x 900 1x
Arnhem, oktober 2007
- 16 -
Hoe ervaart u het verloop binnen uw korps? Groot
4
1,9 %
25
11,8 %
114
54,0 %
Minder dan normaal
30
14,2 %
Nauwelijks
35
16,6 %
3
1,4 %
211
100,0 %
Meer dan normaal Normaal
Geen keuze Totaal
De door de respondenten gegeven toelichting (75x) is onderverdeeld in rubrieken. Een algemene opmerking is dat er geen landelijke cijfers beschikbaar zijn over het gemiddelde verloop van vrijwilligers. Hierdoor kan er geen vergelijking worden getrokken. Ook de definitie 'Normaal' riep vragen op. Redenen van verloop 35 Respondenten geven aan dat men over het algemeen alleen vertrekt vanwege verhuizing, baanwisseling, gezondheidsredenen of FLO. Wel is het lastiger om nieuwe vrijwilligers binnen te halen Een deel geeft aan dat de vrijwilliger minder lang blijft dan 'vroeger': Brandweer wordt meer bedrijf en minder club en er is veel concurrentie van andere 'leuke dingen' bij steeds schaarser wordende vrije tijd Eén Respondent merkt op dat er veel vrijwilligers solliciteren naar een beroepdfunctie Eén korps stelt vast dat het verloop onder leden die niet uit de jeugdbrandweer voortkomen groter is dan die onder de leden die wel uit de jeugdbrandweer voortkomen. Dit omdat zij onvoldoende rekening hebben gehouden met belasting en cultuur van het korps.
Arnhem, oktober 2007
- 17 -
Beschikt u over een meerjarenperspectief betreffende de in- en uitstroom van uw personeel? Ja Nee Geen keuze Totaal
165
78,2 %
44
20,9 %
2
0,9 %
211
100,0 %
Toelichting
Vier respondenten ervaren geen problemen betreffende de in- en uitstroom. Een respondent geeft zelfs aan een kleine wachtlijst te hebben voor nieuw personeel Zeven respondenten geven aan (nog) niet over een meerjarenperspectief te beschikken. Vier daarvan zijn met de ontwikkeling bezig. Een respondent geeft aan geen capaciteit te hebben om dit te onderzoeken Het grootste deel (17) van de respondenten geeft aan dat vooruitblikken ten aanzien van de in-uitstroom moeilijk is. Vijf respondenten geven aan dat de uitstroom erg onvoorspelbaar is. Door privé-omstandigheden (ontslag, verhuizing, relatieproblemen) is beleid vaak ad hoc Twee respondenten geven aan dat door de afschaffing van de FLO de planning van de uitstroom alleen maar moeilijker is geworden Voor zover er sprake is van een meerjarenperspectief, is dat gebaseerd op 'terugblikken' (5 respondenten).
Arnhem, oktober 2007
- 18 -
Beschikt uw korps over een brandweervereniging? Ja Nee Geen keuze Totaal
179
84,8 %
29
13,7 %
3
1,4 %
211
100,0 %
Welke rol heeft deze brandweervereniging in uw korps?
Maar liefst 161 respondenten geven aan een brandweervereniging te hebben die zorgt voor de onderlinge sociale verbindingen tussen de brandweermensen onderling en tussen de brandweer en het thuisfront Het merendeel vergelijkt de vereniging met een personeelsvereniging. Drie korpsen geven aan dat de vereniging (logistieke) ondersteuning biedt bij oefeningen Twee verenigingen richten zich met name op de oud-brandweerlieden Veel respondenten geven aan dat de brandweervereniging zorgt voor 'sociale binding', is 'de ziel' van de brandweer en versterkt de saamhorigheid Veel verenigingen zorgen voor de teamspirit en organiseren bindingsactiviteiten ook voor het gezin Drie verenigingen zijn ook verantwoordelijk voor de verhuur van vakantiehuisjes.
Arnhem, oktober 2007
- 19 -
Kunt u aangeven welk percentage van de vrijwilligers lid zijn van deze vereniging? 0% - 10%
2
0,9 %
11% - 30%
1
0,5 %
31% - 50%
1
0,5 %
51% - 80%
9
4,3 %
166
78,7 %
81% - 100% Geen keuze Totaal
Arnhem, oktober 2007
32
15,2 %
211
100,0 %
- 20 -
Kunt u drie belangrijke problemen noemen die uw vrijwilligers ervaren bij het uitoefenen van hun werk?
De problemen zijn onder te verdelen in de volgende categorieën: Tijdsdruk en belastbaarheid 164 Respondenten geven aan dat er veel beroep wordt gedaan op de vrijwilligers. Dit wordt als probleem ervaren. 'Een steeds hogere taakbelasting, het vergt steeds meer uren. De eisen worden steeds hoger en staan niet meer in verhouding tot het na te streven doel (o.a. opleiding brandweerchauffeur) "Het wordt er niet leuker op bij de brandweer'. Beschikbaarheid en de druk van de werkgever 141 Respondenten geven aan dat de vrijwilliger minder beschikbaar is door gezin- en werkomstandigheden. 'Werkgevers die moeite hebben om hun personeel tijdens werktijd weg te laten gaan'. 'De druk die zij –de vrijwilligers- ervaren om beschikbaar te zijn tijdens kantooruren'. Combinatie gezin en veranderde werkomstandigheden partner'. De hoge eisen en de toename van de regels 74 Respondenten vermelden dat de vrijwilliger gebukt gaat onder de hogere eisen en het toenemen van de regels. 'De vrijblijvendheid voorbij. Dit gaat gepaard met steeds meer regels (tabakswet, arbowet, leidraden, centralisering, normen) wat uiteindelijk een ballast veroorzaakt die het vak vertroebeld. Het totaal wordt meer als last ervaren terwijl het een leuke zinvolle roeping is'. Het aantal loze meldingen 25 Respondenten geven aan dat de vele loze meldingen niet gewaardeerd worden door de vrijwilligers. De onnodige loze meldingen t.g.v. BMI;hierdoor minder opkomst en verlies aan motivatie. Vergoeding 16 Respondenten melden dat de vergoeding voor het werk van de vrijwilliger niet volstaat. Men ervaart het als: 'te lage vergoeding 'te weinig beloning'. Regionalisering Negen Respondenten geven aan dat de plannen over regionalisering voor onrust zorgt. Grote onzekerheid die er ontstaat over regionale plannen. Posten zijn onzeker over toekomst. Arbeidstijdenbesluit Zes respondenten geven aan dat het Arbeidstijdenbesluit als probleem wordt ervaren door de vrijwilligers. Tot slot gaf een respondent aan dat er geen daadwerkelijke problemen te noemen zijn.
Arnhem, oktober 2007
- 21 -
Heeft u nog opmerkingen?
Een groot aantal respondenten heeft gebruik gemaakt van de mogelijkheid om een opmerking te plaatsen. Een aantal daarvan was een toelichting op de uren betreffende de beschikbaarheid. Deze opmerkingen zijn daar waar mogelijk verwerkt bij de vraagstelling over de beschikbaarheid. Voor het overige zijn alle opmerkingen hieronder geplaatst. 22 respondenten hebben kritiek op de enquête. Met name over de betrouwbaarheid betreffende de percentages beschikbaarheid vrijwilligers. De suggesties die zijn gedaan voor een volgende enquête (vraagstelling, open/gesloten, percentages etc.) zullen zeker worden meegenomen. Enkele regionale commandanten hebben aangegeven de enquête niet te hebben ingevuld, omdat de vraagstellingen voornamelijk op gemeentelijk niveau gesteld waren. Toelichting De opmerkingen zijn globaal onder te verdelen in een aantal thema's: opleidingen/eisen, motivatie, oplossingen/suggesties, NVBR, financiën, beschikbaarheid en overigen. Opleidingen/eisen De overheid moet eens stoppen met het alsmaar verhogen van de eisen (diploma's o.a. bij duiken, brandweerchauffeur etc.) De nadruk ligt te veel op de theorie en het afdekken van de overheid. Er wordt niet meer gekeken of vrijwilligers nog kunnen voldoen aan de regels. Bovendien worden er steeds vaker nieuwe regels en eisen opgesteld, zonder dat er rekening mee gehouden wordt of het nog wel te behappen is door een vrijwilligerskorps Verder wordt de nieuwe manier van examineren niet gewaardeerd (onduidelijk, lastig om uit te voeren, sluit niet aan bij de praktijk, niveau van examineren past niet bij de stof, moet vaak hoogleraar zijn om vraagstelling te snappen (dubbele ontkenningen en dergelijke) Ook wordt er aangegeven dat het voor de hoofdwerkgever aantrekkelijker gemaakt moet worden door om mensen bij de vrijwillige brandweer te hebben (belastingvoordeel bv. Een soort van zelfstandige aftrek maar dan in de vorm van vrijwillige brandweer aftrek per, persoon welke dient bij een korps). Belasting voordeel voor de vrijwilligers zelf. Gezien de beperkte groep kost dit de Nederlandse staat nagenoeg niets. Wanneer de korpsen leeglopen kost dit veel meer Bij de vragen over beschikbaarheid bij opleiden en oefenen kon geen toelichting bij worden gegeven. Uiteraard is het beeld hiervan gemêleerd en de problematiek ook. Te kort door de bocht om hier een ja of nee te antwoorden Langzaam maar zeker wordt het voor een vrijwilligerskorps met meer taken dan alleen de basisbrandweerzorg onmogelijk om aan alle eisen en voorwaarden, welke door BZK over de muur worden gedumpt, te voldoen. Ik zie dit als een ontmoedigingsbeleid. Laten we de discussie nu eens voeren welke taken uitvoerbaar zijn door een vrijwillige organisatie. Ik zie wel allerlei kwaliteitsdocumenten worden opgehangen aan de Wet op de VR waardoor de strop nog verder om de nek van de vrijwillige organisatie wordt getrokken. De discussie zou vanuit de kwaliteit van het product brandweer moeten worden gevoerd en dan komt de invulling beroeps/vrijwillig vanzelf . Nu blazen we bewust de tent op en dat kan tot een grote schade leiden want de vrijwilligers blijven we voor de basistaken wel nodig houden Opleiden overdag alleen indien de nood hoog is. dan wordt middels een spoedcursus de manschap opgeleid. Door bevelvoerders kan een verzoek gedaan worden om overdag de opleiding te volgen. indien de noodzakelijke ervaring dat niet in de weg staat zal daar zo veel als mogelijk medewerking aan verleend worden.
Arnhem, oktober 2007
- 22 -
Motivatie Namens de vrijwilligers, houdt het leuk en gezellig bij en voor de korpsen. Op deze manier kunnen mensen gemotiveerd zijn en blijven. De vrijwilligers moeten het naar hun zin en plezier hebben bij het brandweerkorps. Het aansprakelijk stellen van mensen wordt steeds groter daardoor kunnen nieuwe leden terugdeinzen. Van deze afrekencultuur moeten we, zeker bij vrijwilligers, af. Brandweerlieden doen vreselijk hun best om mensen te helpen en als er dan wat misgaat worden ze daar op afgerekend Denk goed na wat je de vrijwilligers allemaal op dit moment wordt aangedaan. De vrijwilligers zijn het goud van de brandweer en niet het goed op de schouders van al die bobo's die nu of de brandweer aan het besluiten zijn. Ik ben een groot voorstander van kwaliteit verbetering maar dit moet dan wel samengaan met de continuïteit anders hebben we zo dadelijk voor een bepaald gebied een geweldig kwaliteit en op andere plaatsen zelf geen korpsen meer! De druk op de vrijwilligers wordt steeds meer en meer. dit breekt en keer op. nu al haken vrijwilligers af, omdat erg veel van hun verwacht wordt Laten we in de opleidingen sfeer eens echt kritisch kijken wat nodig en noodzakelijk is, innovatiever en sneller reageren op maatschappelijke trends, gevoel houden voor de vrijwilliger bij alle veranderingen. Het totale pakket blijven zien en niet steeds op onderdelen streven naar 110%, anders het niet meer haalbaar in tijd en geld Vrijwilliger wordt qua tijdsbesteding, inzet, beschikbaarheid en dergelijke steeds meer een parttimer terwijl de arbeidsvoorwaarden sinds jaar en dag niet meer zijn aangepast en als zodanig geen gelijke tred houden Juist het kleinschalige en de betrokkenheid van vrijwilligers maakt het leuk. Door een steeds meer regionale aanpak en opgelegde regels haken vrijwilligers af of beginnen er al niet meer aan, te veel verplichtingen in de vrije tijd. Het einde van de vrijwillige brandweer is in zicht, gewild of ongewild. De jeugd wil niet meer zo gebonden zijn aan regels in hun vrije tijd. Vergoedingen Er wordt veelvuldig gesproken over de positie van de vrijwilliger. Daadwerkelijk gebeurt er echter niets waaruit dit blijkt. De vergoedingen blijven zeker achter en vrijwilligers zijn steeds minder bereid om werkzaamheden uit te voeren Verstrek iedere vrijwilliger 1 vaste, maar hoge jaarvergoeding. Stel duidelijke eisen. Vergelijk dit met een sportvereniging. Daar wil men er bij en betaalt er zelfs voor en traint 2 of 3 keer in de week De waardering voor de vrijwilligers is minimaal gezien de vergoeding die in de CAR/UWO is vastgesteld. Oplossingen/suggesties We hebben dit probleem al eerder onderkend en zijn in proces samen met de vrijwilligers aan het werk om oplossingen te vinden. Dat we een probleem hebben is inmiddels duidelijk en zit ook bijna bij een ieder tussen de oren maar het blijft lastig een oplossing te vinden die ook gedragen wordt. de cultuuraspecten zijn erg belangrijk De landelijke overheid zal meer waardering en betrokkenheid moeten tonen naar deze groep vrijwilligers, om deze mensen in de toekomst te blijven behouden. Dit zal ook in moeten houden dat zij gesprekspartner moeten worden in overlegorganen die door deze vrijwilligers worden gedragen. Dus niet over, maar met de vrijwilligers praten Wij moeten meer aandacht hebben voor die grote groep vrijwilligers waar we toch niet zonder kunnen. hier moeten we toch naar luisteren. Met name de veranderprocessen moeten we geleidelijk door voeren met de betrokkenheid van de vrijwilligers. Men ziet ook wel in dat de maatschappij onderheven is aan veranderingen Als leidinggevende van een vrijwilligerskorps heb je gemiddeld maar 2 uur in de week dat je kontact heb met de vrijwilliger om dingen te bespreken.
Arnhem, oktober 2007
- 23 -
De gehele rechtspositie van de vrijwilliger dient te worden herzien. Betere beloning maar ook meer plichten. Voorts pensioen, verzekering en secundaire voorwaarden (fietsplan etc.) Graag uniform regelen in een nieuwe cao parttimers bij de brandweer!
Beschikbaarheid Met betrekking tot het oefenen wil ik nog wel even kwijt dat er weel bereidheid is om enkele zaterdagen per jaar te besteden aan wedstrijden en oefeningen, maar niet structureel en verplicht Sommige vragen zijn te abstract, voorbeeld is de beschikbaarheid overdag. Gedeelte is beschikbaar dus beperkt dus ja en nee! Bij de eerdere vragen over beschikbaarheid in de dagsituatie is het wel zo dat vrijwilligers bij incidentele opleidingen of oefeningen desnoods vrij nemen bij hun hoofdwerkgever, maar uiteraard niet structureel Ik ben benieuwd naar de resultaten. Ik vond sommige vragen lastig te beantwoorden, m.n. die over de beschikbare tijd van vrijwilligers voor oefenen en opleiden. Dit is namelijk sterk afhankelijk van de persoon, en over het hele korps genomen loopt dit van het ene uiterste tot het andere. Sommigen zijn bereid om twee weken een versnelde dagopleiding te volgen bij Risc (10 dagen, 8 avonden), voor anderen is de wekelijkse opleidings- en/of oefenavond soms al een te grote belasting Met betrekking tot het overdag of 's avonds kunnen oefenen: Normaliter kunnen mijn vrijwilligers op werkdagen niet overdag oefenen. Echter, 2 x / jaar gaan zij wel op zaterdag oefenen. En 60% gaat 1x / 4 jaar een week in Zweden oefenen. Mbt. de beroepskrachten bij brw. Overbetuwe: 2 personen zijn formeel repressief beroeps. Voor andere brandweertaken vallen onder mijn aansturing nog 5,8 beroepskrachten, die formeel geen brandweerman zijn, maar gewoon in dienst van de gemeente Ten aan zien van oefenen in dagsituatie zijn de vragen niet helemaal juist gesteld. Voor ons korps hebben we afspraken dat er op jaar basis 16.00 uur realistisch wordt geoefend in daguren. In de toekomst kan dit nog worden verhoogd naar 24.00 uur en voor bevelvoerders nog meer Ik weet dat er gekeken wordt of we over kunnen gaan naar het opleiden en oefenen overdag, maar geloof niet dat de tijd daar is om dat te doen. Wij gaan nu 2 dagen door de week trainen (alle leden 1x ) en merken al dat mensen dat net genoeg vinden. Voor opleiden wordt af en toe al een beroep gedaan op de mensen dat ze overdag moeten. Willen we het leuk houden voor de goed gemotiveerde vrijwilligers, dan zit het vooral in het organiseren van kwalitatief goede oefenavonden, met daarnaast een aantal (max 4) bijscholingsdagen Slechte enquête: daar waar nuancering bij een antwoord nodig is, is geen plaats (bijvoorbeeld beschikbaarheid overdag voor oefeningen: ik heb mensen die bereid zijn soms overdag mee te draaien in een oefening of die een week naar Zweden gaan voor een training. Maar dit is geen structurele beschikbaarheid!) Ook beroepskorpsen hebben een personeelsvereniging, ook reguliere bedrijven hebben een personeelsvereniging. Dus waarom zou het hebben van een vereniging onderscheidend zijn voor een vrijwilligerskorps? Dus een gemiste kans. Op basis van deze vragenlijst is geen correct beeld te krijgen van de vrijwilliger in NL bij de brandweer. Ik ben heel nieuwsgierig naar het standpunt dat op basis van deze enquête in de discussie wordt ingenomen Het oefenen en opleiden daar willen vrijwilligers veel tijd en energie in steken, in de enquête kon ik het niet kwijt maar het oefenen overdag gebeurt wel maar alleen wat realistisch oefenen betreft. Andere oefeningen gebeuren ook wel overdag maar dan meestal op een zaterdag, soms worden er ontruimingsoefeningen gehouden met bedrijven (op verzoek).
Arnhem, oktober 2007
- 24 -
NVBR De NVBR zou veel meer op moeten komen voor de vrijwilligers en niet altijd van alles laten "verzinnen" door de beroeps waaraan de vrijwilligers ook zouden moeten voldoen. Kwaliteit en geoefendheid prima maar niet ten koste van alles Wellicht dat de NVBR aandacht heeft voor het Besluit brandweer personeel(professionalisering brandweer personeel) in relatie tot vrijwilligers. In hoeverre kan de basis brandweerzorg nog ingevuld worden door vrijwilligers en kunnen die blijven voldoen aan de gestelde eisen Als ik af ga op de geluiden binnen de vrijwillige brandweerkorpsen (niet mijn mening) dan vraag ik mij sterk af of zij de NVBR wel zien als hun vertegenwoordiging. Maar dat punt van zorg zal bij het NVBR- bestuur natuurlijk wel bekend zijn NVBR zou meer initiatief moeten nemen om beschikbaarheid van vrijwilliger te faciliteren. Feitelijk bepaald de VNG en die wordt voornamelijk geleid door beschikbaarheid van financiële middelen. Rapportages over dit onderwerp zijn te theoretisch en bieden in de praktijk onvoldoende perspectief. Oplossingen/suggesties Onderzoek niet alleen, maar laten er ook daadwerkelijk oplossingen gevonden en vastgesteld worden om te zorgen dat we onze vrijwilligers gemotiveerd en enthousiast houden voor hun zeer belangrijke werk. We kunnen niet zonder hun N.a.v. een onderzoek bij werkgevers (zowel werkgevers met als zonder vrijwilligers) werd duidelijk gemaakt dat de wijze waarop de brandweer momenteel is georganiseerd, niet meer van deze tijd is. Zeker gezien de inspanningen die van een vrijwilliger worden gevraagd. Parttime banen zien zij als een oplossing om de problematiek van repressief optreden overdag en de oefenbelasting te ondervangen Men zal heel zorgvuldig om moeten gaan met vrijwilligers Ik ben zelf nog vrijwillig cdt van een korps met 2 posten en 38 vrijwilligers Dit is nauwelijks meer te doen omdat de regelgeving steeds strenger wordt. Ik heb echter niet de indruk dat het veel beter wordt. De vrijwilliger zit al aan het plafond van zijn kunnen en regelmatig regionale pelotonsoefeningen voegen hier nauwelijks iets aan toe Dit is alleen belangrijks voor de OvD en bevelvoerende Vrijwilligers omdopen naar parttimers De beschikbaarheid van vrijwilligers tijdens werkdagen overdag is een groot punt van zorg. Voor de avond en nacht en ook in het weekeinde zijn er over het algemeen wel vrijwilligers beschikbaar. Hieraan zal gericht gewerkt moeten gaan worden Wij moeten er met zijn allen voor zorgen dat de vrijwilligheid niet verloren gaat. Dan maar de lat wat lager leggen en voor specialistische taken (duiken, OGS enz.) beroepspersoneel inzetten Blijf veelvuldig communiceren met de vrijwilligers in het veld en steek geen kop in het zand Mijn inschatting visie over de vrijwilligers binnen de brandweer: De "vriendenclub" van vroeger verdwijnt door regels, procedure, professionaliteit en verplichtingen. Door de actoren moeten en andere beloningen komen voor de vrijwilligers om ze hierdoor te motiveren Ik vond dat deze enquête weinig mogelijkheden boot voor nuance. Jammer. Verder ben ik van mening dat de vrijwilligers alleen behouden kunnen blijven voor de toekomst als de brandweer regionaliseert en de vrijwilligers in de nieuwe organisatie beter worden ondersteund. Regionalisering dus als randvoorwaarde! Wanneer komt nu de vernieuwde rechtspositieregeling waarmee we professionele met vrijwilligers om kunnen laten gaan. Als we dit niet doen moeten we vooral vrijwilligers niet afrekenen op zorgnormen, etc. Het is dan wel nodig dit eens te communiceren i.p.v. het instrument zorgnormen (oorspronkelijk opgezet om te bepalen of we voldoende kazernes hadden en waar we ze bij tekorten ze zouden moeten bouwen) te gebruiken als afrekeninstrument De rechtpositie regeling voor vrijwilligers bij de brandweer wordt gehanteerd binnen de gemeente. maar andere voordelen die overige ambtenaren wel gebruik van kunnen maken binnen de gemeente zijn niet beschikbaar voor Parttime (vrijwilligers)
Arnhem, oktober 2007
- 25 -
bij de brandweer. Mogelijk kan hier een nog een voordeel uit worden gehaald om parttimers bij de brandweer te binden aan een korps, als secundaire arbeidsvoorwaarden Zorg dat we voor ogen houden waar het om draait, het verlenen van hulp aan de burger. Als we doorgaan op de weg die is ingeslagen hebben we straks een prachtig verhaal op papier maar geen mensen meer die dat kunnen (lees: willen) uitvoeren.
Overigen Ik ben bang dat we straks wel een ramp aan kunnen, en geen keukenbrand meer De brandweer, en met name de vrijwilligers, zijn minimaal in beeld bij het grote publiek. Men is onbekend met de investering die brandweermensen moeten doen om voor hun taak toegerust te zijn. Het publiek ziet de vrijwilligheid bij de brandweer nog steeds als een gezelligheidsclubje en niet als een professioneel opgeleide club mensen. Dit beeld wordt nog eens gesterkt door ongenuanceerde uitspraken als die van Don Berghuijs. Verder is de brandweervrijwilliger niet echt betrokken bij allerlei overlegvormen. Daar is naar ik begrepen heb nu een vereniging voor in oprichting Vraag me af of vragen inzicht geven. Zijn veel te beperkt van opzet, zie bv project www.brandweervanbinnennaarbuiten.nl onderzoeken beschikbaarheid We hebben een enthousiast korps dat vakkundig wil opereren en daarvoor tijd wil investeren maar tegen grenzen loopt van tijdbelasting Wanneer komen er eindelijk de beloofde verbeteringen in de rechtspositie van de vrijwilliger en wanneer wordt er nu eens serieus met onze doelgroep rekening gehouden? In het kader van de vorming van veiligheidsregio blijft een belangrijke rol weggelegd voor de lokale leiding als aanspreekpunt voor zowel het korps als het lokaal bestuur Sommige vragen waren niet duidelijk genoeg gesteld. Wordt bijvoorbeeld met beroeps de uitrukdienst bedoeld, of de stafmedewerkers op kantoor? Ik ben van mening dat er landelijk teveel geluisterd wordt naar vrijwilligers en teveel naar beroepskrachten. Daarnaast zijn er andere mogelijkheden om het aantal vrijwilligers op peil te houden, dan nu vaak geprobeerd wordt. Ook ben ik van mening dat de hele discussie over mogelijke regionalisering en de geoefendheid van het vrijwillig personeel, geen recht doet aan de inzet van al deze vrijwilligers. De uitlatingen van z.g. hoge beroepsofficieren in de pers vind ik ronduit belachelijk Vrijwilligers hebben aangegeven geen problemen te zien indien de lokale brandweer, inclusief de vrijwilligers geregionaliseerd zouden worden Pleidooi om landelijk te komen met handreikingen om hoofdwerkgevers tegemoet te kunnen komen vrijwillig brandweerpersoneel beschikbaar te stellen voor brandweerwerk Ik merk een groot verschil in de bovenstroom en onderstroom. Hierbij denk ik vooral aan Minister BZK - RRC t.o.v. Cdt'en - vrijwilligers. Het wordt onbetaalbaar als vrijwilligers afhaken De vrijwilligers willen graag serieus genomen worden. Bij velen heerst nu het idee dat er over hen en zonder hen beslist wordt. De meesten doen het met veel energie en passie en hebben grote vraagtekens hoe het in de toekomst er voor hen uit zal zien. Koester de vrijwilligers en aanvaard ook eens dat het geen beroeps zijn, maar dat zij hun hobby/vak wel goed uitoefenen Ik vind het jammer dat de vragenlijst zo beperkt is want er zijn veel meer aspecten die spelen waarvoor hier onvoldoende ruimte is om er op in te gaan. Het probleem is mijns inziens groot en de daarvoor gebruikte enquête te beperkt.
Arnhem, oktober 2007
- 26 -