Visie Global Hub Port Compass is de visie op de toekomst van de haven van Rotterdam: de Havenvisie 2030. Port Compass is de opvolger van het Havenplan 2020 en verwoordt de ambitie en visie op de toekomst van het Rotterdamse haven- en industriecomplex. Het Havenbedrijf Rotterdam heeft Port Compass gemaakt met hulp van diverse klanten, overheden, kennisinstellingen en maatschappelijke organisaties.
“Rotterdam is in 2030 het toonaangevende Europese knooppunt voor mondiale en intra-Europese goederen stromen. Dé Global Hub van Europa voor containers, brandstof- en energie-stromen. Rotterdam vormt met het achterland een geïntegreerd netwerk. Rotterdam is koploper op het gebied van duurzame en efficiënte ketens.”
Visie 2030
Visie Europe’s Industrial Cluster
“Rotterdam is in 2030 Europa’s belangrijkste haven- en industriecomplex. Het is een ijzersterke combinatie van de Global Hub en Europe’s Industrial Cluster, beide koploper op het gebied van efficiëntie en duurzaamheid. Rotterdam is nauw verbonden met Noordwest-Europese industriële en logistieke knooppunten. Toonaangevende bedrijven investeren blijvend in de meest moderne faciliteiten Nauwe samenwerking tussen bedrijven, overheden en kennisinstellingen leidt tot een hoogwaardige arbeidsmarkt, leefomgeving en bereikbaarheid. Aanpassingsvermogen is het kernwoord. Hierdoor is de haven in 2030 een belangrijke pijler onder de welvaart van de regio, Nederland en Europa.”
“Het Rotterdamse industriële en energiecomplex functioneert in 2030 als een geïntegreerd cluster met Antwerpen en is daarmee het grootste, meest moderne en duurzame petrochemie- en energiecomplex van Europa. Dit complex concurreert op wereldschaal door de grote clustervoor delen, geïntegreerde supply chains en energie-efficiëntie. De transitie naar duurzame energieopwekking en biobased chemicals is in volle gang.”
Kenmerken van de Global Hub
1 Mondiale en intra-Europese goederenstromen In 2030 is Rotterdam een belangrijk knooppunt voor goederenstromen van en naar Europa én een groot kruispunt voor ladingstromen tussen andere werelddelen. Het gaat om bestaande goederensoorten, zoals olie, olieproducten, containers en kolen, en nieuwe, zoals LNG, biomassa en CO2.
5 Hoogwaardige activiteiten in de regio Zowel de Global Hub als Europe’s Industrial Cluster zorgen voor veel werkgelegenheid en activiteiten in de regio, bijvoorbeeld door het aantrekken van handelskantoren, logistieke regisseurs, industriële dienstverleners, (maritieme) onderhoudsbedrijven, inspectiediensten en (Europese) hoofdkantoren.
RAFFIN
R
A
TO
RI
CO
LA
AN
G
EN
O
IE
AFV
M
RAFFINAGE
IE
ENERGIEOPW
CHEM
PETR
TRO
OC
PE
G
HE
LA
EK A
G
CH
R
G
TO
SE
RA
HE
BO
S
BI
O-
BA
SE
D D
YN T
LA
EM
S
N
IE
KI
SM
AR
T
G
R
I
4 Geïntegreerd havennetwerk In 2030 is de haven nauw verbonden met logistieke knoop punten in het achterland en met andere zeehavens. Achterland knooppunten gaan zich steeds meer ontwikkelen als voorportaal voor de Global Hub.
2
PS
3 Duurzame Hub In 2030 is de Rotterdamse haven onderdeel van logistieke ketens met de laagste ecologische footprint per tonkilometer ter wereld. Duurzame transportmiddelen, schone brandstoffen en efficiënte logistieke ketens zorgen daarvoor.
AGE
A
B
O
2 Ketenefficiëntie In 2030 zijn de logistieke ketens die via Rotterdam lopen de meest efficiënte ter wereld. Samenwerking en coördinatie tussen spelers in de logistiek is daarvoor essentieel.
IA
De logistieke en industriële pijlers van het havencomplex, respectievelijk de Global Hub en Europe’s Industrial Cluster, vormen samen de haven van de toekomst. De Global Hub heeft de volgende kenmerken:
Kenmerken van Europe’s Industrial Cluster De logistieke en industriële pijlers van het havencomplex, respectievelijk de Global Hub en Europe’s Industrial Cluster, vormen samen de haven van de toekomst. Europe’s Industrial Cluster heeft de volgende kenmerken: 1 Integratie tussen bedrijven In 2030 maken bedrijven veel meer gebruik van elkaars (rest) producten en restwarmte. 2 Verbindingen tussen complexen in de regio In 2030 zijn de industrie van Rotterdam, Antwerpen en Moerdijk volledig met elkaar verknoopt zodat ze als één industriecomplex functioneert: Europe’s Industrial Cluster. Dit levert voordelen op op het gebied van efficiëntie, zodat de industrie kan blijven concurreren met industriële clusters elders in de wereld.
3 Diversificatie en verduurzaming van energieopwekking In 2030 wordt veel meer energie geproduceerd op basis van nieuwe en hernieuwbare energiebronnen. CO2 wordt opgevangen en opgeslagen in lege olievelden op de Noordzee of hergebruikt in bijvoorbeeld de Greenport. 4 Productie van schone brandstoffen In 2030 produceren de raffinaderijen nog schonere brand stoffen. LNG is een belangrijke brandstof die via Rotterdam Europa binnenkomt. Ook worden volop tweede generatie biobrandstoffen geproduceerd. 5 Groei van biobased chemie Petrochemie en duurzame chemie zijn met elkaar verenigd. In 2030 is in Rotterdam een transitie naar biobased chemie op gang gekomen. Aardolie wordt als grondstof steeds vaker vervangen door hernieuwbare grondstoffen op basis van bijvoorbeeld algen of enzymen. 6 Hoogwaardige activiteiten in de regio Zowel de Global Hub als Europe’s Industrial Cluster zorgen voor veel werkgelegenheid en activiteiten in de regio, bijvoorbeeld door het aantrekken van handelskantoren, logistieke regisseurs, industriële dienstverleners, (maritieme) onderhoudsbedrijven, inspectiediensten en (Europese) hoofdkantoren.
Ramingen goederenoverslag Voor het bepalen van de juiste koers richting 2030 is kennis van relevante ontwikkelingen in de wereld essentieel. Op basis van een analyse van trends en ontwikkelingen zijn vier scenario’s voor het voorspellen van toekomstige goederenstromen geselecteerd. Het gaat om het Low Growth-, High Oil Price-, European Trend- en Global Economy-scenario. Deze scenario’s zijn gemaakt door het CPB en de Europese Commissie. De meest bepalende factoren voor het ramen van toekomstige goederenstromen in deze scenario’s zijn: - economische groei; - de omvang van de wereldhandel; - olieprijs; - milieubeleid. Met deze scenario’s is de toekomstige overslag van goederen in geschat. Deze ramingen zijn getoetst aan de verwachtingen van een groot aantal klanten en kennisinstituten. De ramingen laten de volgende uitkomsten zien: - Low Growth: 475 miljoen ton - High Oil Price: 575 miljoen ton - European Trend: 650 miljoen ton - Global Economy: 750 miljoen ton De groei is niet evenredig verdeeld over de verschillende soorten goederen. Voor sommige goederen is soms zelfs sprake van krimp. Containers zijn de belangrijkste groeimarkt. Het Haven bedrijf en het bedrijfsleven hebben de ambitie dat de overlsag in 2030 aan de bovenkant van deze ramingen zal liggen.
1 1 Voordelta
- Onderzoek naar mogelijkheden offshore overslag 2 2 Energyport
- Ontwikkeling van een syngascluster - Gedeeld gebruik van overslag faciliteiten - Infrastructuur voor CO2-afvang, -opslag en -transport (CCS) 3 3 Containerport
- Investeren in optimale nautische voorzieningen - Stijging ruimteproductiviteit 4 4 Fuelport
- - - - -
– Europoort Strategische reserves herontwikkelen Ontwikkelen en nautisch ontsluiten braakliggende terreinen Aanleg verbindende pijpleidingen Clustervorming en co-siting faciliteren Gedeeld gebruik kadefaciliteiten stimuleren
Ruimte & Bereikbaarheid in 2030 1
2 3
ORANJETUNNEL
4 BLANKENBURGTUNNEL
6 5 A4-ZUID PIJPLEIDINGTRACÉ VOORNE PUTTEN - HOEKSE WAARD
7
Legenda weg spoor pijpleiding nieuwe infrastructuur
8
Co-creatie 55 Botlek
- Vondelingenplaat - Vitaal petrochemisch cluster - Aanleg van verbindende pijpleidingen - Clustering en co-siting
66 Stadshavens
- - - -
Realiseren van stedelijke functies Maritiem service cluster & zakelijke dienstverlening Ontwikkeling shortsea cluster Coolport realiseren (versproducten zoals fruit)
77 Dordrecht
- Herinrichting en ontwikkeling van het breakbulkcluster - Tankopslag 88 Moerdijk
- Versterking industrieel cluster - Extended gate voor de Global Hub - Sterk logistiek cluster
Het Havenbedrijf Rotterdam heeft Port Compass niet alleen gemaakt. De gemeente Rotterdam, verschillende ministeries en Deltalinqs hebben meegedacht en meegewerkt. Er is gesproken met kennisinstituten, een groot aantal bedrijven in de haven, gebruikers van de haven, de DCMR Milieudienst Rijnmond en een aantal natuur- en milieuorganisaties. Tenslotte is er over de toekomst van de haven gediscussieerd met bewoners uit gemeenten rond het havengebied tijdens een serie bijeenkomsten. Status In de periode eind mei – begin juli 2011 organiseert het Havenbedrijf Rotterdam een brede discussie met klanten, overheden en maatschappelijke organisaties over deze ontwerpversie van Port Compass. Doel van de discussies is de visie aan te scherpen en afspraken te maken over de vervolgstappen om de visie te realiseren. Het is de bedoeling dat de gemeenteraad van Rotterdam de Havenvisie 2030 eind 2011 vaststelt. Meer informatie Voor meer informatie: www.portofrotterdam.com/portcompass. Daar zijn de volledige ontwerp-Havenvisie 2030, achterliggende studies, een interactieve versie, factsheets, een agenda en reactiemogelijkheden te vinden.
Succesfactoren & Cruciale acties De visie wordt niet vanzelf werkelijkheid. Op tal van gebieden is actie nodig om te zorgen dat bedrijven optimaal kunnen functioneren in de Global Hub en in Europe’s Industrial Cluster. Dit is ook van belang voor het creëren van een aantrekkelijke woon- en leefomgeving rondom het Rotterdamse havengebied. Port Compass beschrijft daarom negen succesfactoren, elk met een concrete ambitie, gevolgd door een aantal verschillende opgaven om die ambitie te realiseren. Het gaat om: 1 Investeringsklimaat 2 Ruimte 3 Bereikbaarheid 4 Scheepvaart 5 Milieu, veiligheid & leefomgeving 6 Werk 7 Stad & regio 8 Wet- & regelgeving 9 Innovatie
Actie 1 Transitie van de Industrie...
Actie 2
Efficiënte logistieke ketens in een Europees netwerk...
doorgaan
Cruciale acties Aan de hand van de visie, de succesfactoren en de trends, ontwikkelingen en ramingen is geanalyseerd welke maatregelen genomen moeten worden om de visie te realiseren. Cruciale acties voor het realiseren van de visie die sowieso genomen moeten worden. Het gaat hier om cruciale acties voor het realiseren van de visie die sowieso genomen moeten worden: 1 Transitie van de industrie 2 Efficiënte logistieke ketens in een Europees netwerk 3 Verbeteren van de bereikbaarheid 4 Verbeteren van de kwaliteit van de leefomgeving 5 Innovatie & Daadkracht
Actie 3
Actie 4 Verbeteren van de bereikbaarheid...
doorgaanVerbeteren van de kwaliteit van de leefomgeving...
Actie 5
doorgaan
Innovatie & Daadkracht...
doorgaan
doorgaan
USE USE
actie 1 Transitie van de industrie Grote investeringen in uitbreiding van de productiecapaciteit van de Europese industrie liggen niet direct voor de hand. De Europese bevolking vergrijst, Europa heeft relatief weinig grondstoffen en economieën elders in de wereld groeien veel sneller. De Europese afzetmarkt is volwassen. Gelukkig vormt de industrie in het Rijn-Scheldegebied een uitzondering. Dankzij de gunstige ligging voor de het aanvoeren van grondstoffen van overzee en grote cluster- en schaalvoordelen (bedrijven gebruiken elkaars (rest)producten), is de concurrentiepositie voor de industrie hier gunstig. Er is echter een verdere verknoping nodig tussen bedrijven in Rotterdam zelf, en tussen de Antwerpse en Rotterdamse industrie, om bedrijven grotere schaal- en clustervoordelen te bieden. Door koppeling van bedrijven met pijpleidingen ontstaat in feite één groot industrieel cluster. Dat stelt bedrijven in staat efficiënt te produceren. De verwachte schaarste aan grondstoffen zorgt voor stijgende prijzen. Naast ruwe olie en steenkool, komen LNG en biobrandstoffen op. Vanwege de hoge prijzen, om minder afhankelijk te zijn van olie én om duurzamer te produceren, komt in de (petro)chemische industrie een transitie op gang naar productie op basis van biobased grondstoffen en recycling. Daarnaast worden ook meer verschillende grondstoffen gebruikt voor de productie van elektriciteit. Om de klimaatverandering te beperken is vermindering van de CO2–uitstoot nodig. Het afvangen, opslaan en gebruiken van CO2 draagt daar aan bij (Carbon Capture & Storage). Daarvoor moet speciale CCS infrastructuur (pijpleidingen) en afvanginstallaties worden aangelegd.
USE USE
REDUCE REDUCE REDUCE REDUCE
RECYCLE RECYCLE RECYCLE RECYCLE
REPLACE REPLACE REPLACE REPLACE
actie 2 Efficiënte logistieke ketens in een Europees netwerk Havens zijn een schakel in mondiale logistieke ketens. De bereikbaarheid van het achterland wordt daarom belangrijker in de concurrentie tussen havens. Voor verladers zijn de efficiëntie (en daarmee de kosten) en de betrouwbaarheid van de logistieke keten de belangrijkste aspecten waarop zij de keuze voor een haven bepalen.
Voor het verbeteren van de efficiëntie van logistieke ketens is afstemming en coördinatie tussen de verschillende partijen die een rol spelen in de ketens essentieel. Als het voor reders, terminals, vervoerders, verladers etc. bekend is welke container wanneer waar is, en waar die naar toe moet, worden wacht tijden en onnodig leeg transport voorkomen. Ook kunnen vaartijden afgestemd worden op het moment waarop er ruimte is aan de kade. Dat bespaart brandstof en vermindert de CO2-uitstoot. Het gebruik van ICT-systemen zoals Portbase is van wezenlijk belang om de benodigde uitwisseling van informatie en afstemming te realiseren. In Nederland en Noordwest-Europa moet een netwerk ontstaan van logistieke knooppunten die met Rotterdam verbonden zijn via weg, spoor en binnenvaart. Via zo’n netwerk met ‘inland hubs’ kan lading snel en efficiënt naar de bestemming worden vervoerd. De inland hubs moeten zich ontwikkelen tot toegangspoorten van de haven, waar bijvoorbeeld de Douane al goederen kan controleren. In het spoorvervoer en de binnenvaart functioneren Venlo en Duisburg nu al als belangrijke knooppunten. Uiteindelijk moet er een dekkend Europees netwerk met intermodale inland hubs komen.
actie 3 Verbeteren van de bereikbaarheid
Bereikbaarheid is cruciaal voor de haven. Het verbeteren van de bereikbaarheid is lang niet altijd alleen een kwestie van het aanleggen van extra infrastructuur. Het is belangrijk om de capaciteit van bestaande infrastructuur beter te benutten. Nu zijn er vaak files tijdens de spits, terwijl het op andere momenten van de dag erg rustig is, zeker ’s nachts. Voor het efficiënter benutten van infrastructuur moet er pro-actief verkeersmanagement gerealiseerd worden voor alle vervoerswijzen. Regieorganisaties als De Verkeersonderneming (voor het wegverkeer) en Keyrail (voor het spoor) moeten zich verder ontwikkelen. De Verkeersonderneming moet verkeersmanagement voeren op de ruit van Rotterdam en de toevoerwegen. Een regieorganisatie voor de binnenvaart moet de afhandeling van binnenvaartcontainers in de haven meer
stroomlijnen. Het is noodzakelijk deze organisaties vergaande bevoegdheden en verantwoordelijkheden te geven. Alleen dan kan de capaciteit van de infrastructuur optimaal worden benut. Als er geen landelijk systeem komt voor het beprijzen van het weggebruik, dan is regionale beprijzing een middel om het verkeer beter over de dag te spreiden. Naast het beter benutten van infrastructuur moeten in de aanloop naar 2030 meer goederen per spoor en binnenvaart vervoerd worden, in plaats van per truck: de zogenoemde ‘modal shift’, oftwel een verschuiving in vervoerswijzen. Daarnaast ontbreken op dit moment nog enkele verbindende schakels in het rijkswegennet, die van groot belang zijn voor de ontwikkeling van de haven. Deze schakels moeten voortvarend worden aangelegd. Voor de weg gaat het daarbij met name om de Blankenburgtunnel en de A4-Zuid. Bij het spoor is de goede aansluiting van de Betuweroute in Duitsland essentieel. Vergroting van sluizen op de route Rotterdam – Antwerpen is nodig voor de binnenvaart.
actie 4 Verbeteren van de kwaliteit van de leefomgeving Een succesvolle haven van de toekomst kan niet zonder een succesvolle regio, en vice versa. De haven heeft een regio nodig waar mensen graag wonen en recreëren. Naar verwachting zal de economische activiteit in het havengebied in 20 jaar zeker anderhalf keer zo groot worden. Dat moet binnen milieugrenzen die waarschijnlijk alleen maar strenger worden. Er zal dus fors geïnvesteerd moet worden in maatregelen om de uitstoot van geluid en luchtverontreiniging te verminderen. Het wegverkeer heeft een grote invloed op de lokale luchtkwaliteit. Hoewel het transport van en naar de haven daar maar een klein deel van uitmaakt, heeft het optimaliseren van logistieke ketens een positief effect op de uitstoot door het vrachtverkeer. Door de komst van schonere
trucks, elektrische treinen en schonere schepen gaat de uitstoot van het goederentransport naar beneden. De uitstoot van de industrie geeft de komende twintig jaar eenzelfde beeld: productieprocessen worden door innovaties en forse investeringen steeds schoner. Waar regiobewoners forse overlast van de haven ervaren, moeten maatregelen genomen worden om die overlast te verminderen. Zo wordt de kwaliteit van de leefomgeving verbeterd en wordt de aantrekkelijkheid van regio Rijnmond alleen maar groter. Tegelijkertijd moeten er (afgezien van in het Stadshavensgebied) geen woningen of andere overlastgevoelige functies meer vlakbij de haven gerealiseerd worden. Door woningen in de buurt van de haven te bouwen neemt de door regiobewoners ervaren overlast namelijk juist toe.
actie 5 Innovatie & Daadkracht
Voor het realiseren van de Havenvisie zijn innovaties essentieel. Van procesoptimalisatie en ketenintegratie in de industrie en het realiseren van snelle containerkramen, tot het verduurzamen van transportmiddelen. Het realiseren van innovaties en bedenken van nieuwe oplossingen alleen is niet voldoende. De kunst is vooral om ervoor te zorgen dat nieuwe technieken op grote schaal worden toegepast. Nederland kan in de toekomst moeilijker concurreren op basis van traditionele productiefactoren. Kennis wordt de concurrentiefactor van de toekomst. Daarom moet er gericht worden geïnvesteerd in de ontwikkeling en toepassing van kennis, die de traditioneel sterke sectoren van de Nederlandse economie verder brengt. Sociale innovatie is daar een belangrijk onderdeel van, samen met de vernieuwing van wet- en regelgeving.
Ingewikkelde en stroperige procedures, eindeloze vergunningtrajecten en talloze overlegorganen zorgen ervoor dat het erg lang duurt voordat projecten en investeringen gerealiseerd worden. De haven van Rotterdam verliest als motor van de economie zo kostbare tijd. In andere delen van de wereld wordt vaak sneller en daadkrachtiger gehandeld. Dat blijkt ook uit de achterblijvende groei van de Europese economie. Bovendien heeft Europa ook allang niet meer het monopolie op de ontwikkeling van nieuwe technologie. Het tempo van plan-, besluitvorming en realisatie moet daarom omhoog, bij alle partijen. Versnelling is hier het credo.
Cruciale acties De vijf cruciale acties voor het realiseren van de Havenvisie 2030 zijn: 1 Voor Europe’s Industrial Cluster: - Transitie naar meer biobased chemie en industrie, verduurzamen van de energieopwekking en afvang en opslag van CO2 (CCS); - Verder integreren en clusteren van industrie, binnen Rotterdam én op het niveau van Antwerpen-Rotterdam; 2 Voor de Global Hub: - Flink verbeteren van de efficiëntie van logistieke ketens - Uitbreiding van het Europese transportnetwerk; 3 Voor het verbeteren van de bereikbaarheid: - Veel beter benutten van de bestaande infrastructuur; - Voortvarende uitbreiding van het wegennet met Blankenburgtunnel en A4-Zuid; 4 Voor het verbeteren van de kwaliteit van de leefomgeving - Sterk verminderen van overlast; - Creëren van groene randen tussen haven en regio; 5 Innovatie & Daadkracht Voor dit alles is naast technische vooral sociale innovatie nodig: daadkracht en organiserend vermogen zijn de kernwoorden.