IN DEZE UITGAVE O.A.
VIO & VOC Symposium 2013 Military Liaison Officer in Zuid-Sudan 50 jaar Canadian Army Trophy
Project Advanced Vetronics Jaargang 74 - uitgave 334 nummer 1 - 2013
Lgen Oostendorp met FLO
u ziet niet wat wij zien
uw Partner voor mobiele video observatie Tegenwoordig is video-observatie niet meer weg te denken uit de samenleving, waarbij er steeds meer video-observatie plaats vindt op mobiele en/of ongebruikelijke locaties. Door het ontbreken van infrastructuur is draadloze videotransmissie een voor de hand liggende oplossing. Heijmans realiseert projecten met draadloze videotransmissie, door toepassing van het Mobile Viewpoint concept ontwikkeld door ICT bedrijf Triple IT. toepassingsgebieden Dienstverlenende voertuigen Hulpverlenende voertuigen Observatie vanuit meldkamer Locaties waar geen infrastructuur aanwezig is Evenementen Tijdelijke opstellingen (locatie onafhankelijk)
technische specificatie Web-based oplossing Live beelden Camera onafhankelijk Draadloos via UMTS / HSPA Bi-directionele communicatie Positiebepaling via GPS Video opslag lokaal / centraal
Voor meer informatie en vragen kunt u contact opnemen met Anthony Elbers 06-54982293 /
[email protected] Heijmans techniek & Mobiliteit, Postbus 766, 5201 at ‘s-Hertogenbosch, tel. 073 - 648 41 11
Ereleden oud-res-lkol J. Moes, oud-res-maj E.J. Vinkhuyzen, oud-res-elnt ir. J.J. Heyse, bgen b.d. J.M.A. Thomas, lgen b.d. A.J.G.M. Blomjous, res-ritm jhr. ir. M.O.M. van der Goes.
Inhoudsopgave Blauw-witte artikelen zijn vaste rubrieken
Dagelijks bestuur genm b.d. jhr. J.H. de Jonge oud-res lkol mr. D. van Zuidam res-elnt drs. R.J. Groot res-elnt mr. C.D.J. Bijleveld ritm b.d. G.H. Snellen lkol b.d. D.G.G.M. Alexander ritm L.J.J. Reinders maj. b.d. N.H. Hoogsteder cad-vdg Niek Lobé lkol D.M. Brongers oudres-ritm drs. J.M.S. van
voorzitter vice-voorzitter secretaris penningmeester ledenadministratie bestuurslid bestuurslid bestuurslid toehoorder bestuur toehoorder bestuur toehoorder bestuur
Griethuysen
Secretariaat res-elnt drs. R.J. Groot, Graaf Florislaan 64, 1405 BW Bussum, T 06 - 53408840 - E
[email protected]
Ledenadministratie, aanmelding lidmaatschap ritm b.d. G.H.Th. Snellen, Acaciastraat 4, 4921 MA Made, E
[email protected], Rekeningnummer 159555 t.n.v. VOC te Bussum. De leden wordt verzocht aan dit adres opgave te doen van adreswijzigingen, benoemingen, bevorderingen, onderscheidingen, eervolle ontslagen enz. Inloggegevens voor het besloten (alleen leden) deel van de website kunnen alhier worden opgevraagd onder vermelding van uw naam, rang en geboortejaar.
Redactie kol A.A. Leuvering lkol D.M. Brongers lkol b.d. E. Westerhuis maj T.J.H.L.M. Van Rijckevorsel maj H. Plakke res-maj F. Koolhof tlnt H.C.J. van Vulpen
voorzitter redactie vice-voorzitter redactie eindredactie redactielid redactielid redactielid redactielid
hr. Dennis Boom
fotograaf
De redactie dringt er bij de scribenten op aan de kopij en bijbehorende foto’s elektronisch (min. 300 dpi) aan te leveren. Overname artikelen - met bronvermelding - is toegestaan.
Commerciële exploitatie Green Paper Association, Hr. J.J. Akkerman, Reijnier Vinkeleskade 14 B, 1071 SP Amsterdam, T 06 - 53 56 95 50 E
[email protected] Het adverteren door bedrijven in de VOC Mededelingen houdt niet in dat deze bedrijven automatisch de voorkeur hebben bij het verwerven van producten/diensten door het ministerie van Defensie.
Redactieadres lkol b.d. E. Westerhuis - Sprielderhout 36 - 3881 PT Putten T +31 341 266630 - E
[email protected] E
[email protected] - W www.voc-cavalerie.nl E
[email protected]
Vormgeving Druk Coverfoto Achterblad
Van de redactie
4
Van de Voorzitter
5
Symposium Intell Driven Operations
7
Military Liaison Officer in Zuid-Sudan
15
50 jaar Canadian Army Trophy
25
Nieuw evenement: De St. Joris Rally
31
NTP Advanced Vetronics
32
Waterloo-rit 2013
35
Reorganisatie KC Grondgebonden Manoeuvre
37
Luitenant Generaal der Cavalerie Lex Oostendorp
39
Traditie... Het Trakehner embleem
43
Geschiedenis van de Cavalerieschool
45
Ingezonden reactie ‘Van het Oude Haar’
47
Van het Oude Haar
49
Driedubbele commando-overdacht Oldebroek
53
Zinvol geweld?
55
Mededelingen
57
Regelmatig terugkerende bijeenkomsten
60
VOC-activiteitenkalender
61
Personeelsmutaties
62
Reinder Carton | DRUK Concept & Design Practicum - Soest - www.practicum.nl Koninklijk Saluut B-esk 11 Tkbat in 1989
Kopij voor het volgende nummer inzenden voor 1 mei 2013
3
Een nieuw jaar! We zijn begonnen aan een nieuw jaar: 2013. Die dertien zien velen als een ongeluksgetal en inderdaad wordt het voor een aantal cavaleristen op zijn zachtst gezegd een uitdagend jaar. Voor het eerst in het 200-jarig bestaan van de Koninklijke Landmacht zullen er gedwongen ontslagen vallen. Iets wat in het verleden onmogelijk leek, gaat dit jaar gebeuren. Militairen bereiken de datum einde functievervulling zonder dat ze succesvol op een andere functie hebben gesolliciteerd. Drie maanden kun je dan nog doorwerken op je werkplek, maar daarna ga je onverbiddelijk naar huis in afwachting van het vinden van een baan binnen of buiten Defensie waaraan dan ook de organisatie meewerkt. Feit blijft dat er meer personeel is dan er functies overblijven. Om die reden heeft het bestuur twee jaar geleden al het initiatief genomen tot ‘Operatie Sprong Voorwaarts’, waarover u in de VOC Mededelingen bent geïnformeerd. We zijn immers in de eerste plaats een saamhorigheidsvereniging, dus we raden u aan gebruik te maken van dit platform ‘van cavaleristen voor cavaleristen’ als het overtolligheidslot u treft. 2013 wordt ook voor de redactie een moment om te kijken naar nieuwe stimulansen. Gezamenlijk hebben we gekeken hoe we onze reservisten nauwer bij de VOC en het blad kunnen betrekken. De VOC is immers voortgekomen uit de reserveofficieren van de cavalerie. Er heeft zich al een idee gevormd, maar dat moeten we nog verder ontwikkelen. Mogelijk in het volgende nummer kunnen we daar verder op ingaan. Belangrijkste item in dit nummer is het symposium ‘Intell driven operations’ dat op 1 februari plaatsvond in Stroe. Het was voor de eerst keer in de geschiedenis dat de Vereniging Infanterie Officieren en onze VOC een dergelijk evenement hebben georganiseerd. Eigenlijk wel vreemd, omdat we al decennia lang de manoeuvregedachte omarmen. Het was een groot succes en het smaakt naar meer. Verder is het wederom een uitgave geworden met een ‘ruim doelenaanbod’, variërend over inzet, technische ontwikkelingen tot de persoonlijke verhalen van cavaleristen in het buitenland en cavaleriehistorische achtergronden.
4
Tot slot hebben we afscheid genomen van de voorzitter van de redactie, kolonel Bas van Hoof. Hij is overgeplaatst naar Brussel en de werkzaamheden daar zijn niet meer te combineren met het redactiewerk. We hebben vervolgens kolonel Anton Leuvering benaderd om de rol van Bas over te nemen en die had slechts twee seconden bedenktijd nodig om hier positief op te reageren. Vanaf deze kant willen we Bas hartelijk dank zeggen voor het werk wat hij de afgelopen jaren voor ons verenigingsblad heeft gedaan. Hij heeft voor een belangrijk deel zorg gedragen voor de inhoudelijke ontwikkeling van het blad, zoals u dat de afgelopen jaren heeft kunnen waarnemen. Daarnaast heten we Anton van harte welkom. Wij wensen u weer veel leesplezier toe. ●
2013, vanaf het inluiden, blijkt een jaar van grote veranderingen te worden... Het belangrijkste nieuws van de afgelopen periode was de bekendmaking van de abdicatie van Hare Majesteit Koningin Beatrix; een goede reden voor de redactie om Hare Majesteit de voorpagina te laten sieren. Na 33 jaar heeft zij besloten afstand te doen van de troon, omdat het - zoals zij aangaf - tijd wordt voor een nieuwe generatie. De geweldige wijze waarop zij invulling heeft gegeven aan haar rol als vorstin heeft diepe indruk achtergelaten. Niet alleen in het gehele Koninkrijk, maar ook ver daarbuiten. Veel cavaleristen herinneren zich de indrukwekkende wijze waarop zij in welhaast persoonlijke zin de Majesteit mochten dienen door deel uit te maken van escortes, erewachten en muzikale omlijsting van evenementen. Ook mochten veel leden van de vereniging haar op individuele basis terzijde staan. Met diep respect voor de ‘Moeder des Vaderlands’ hopen wij dat zij nog vele jaren in goede gezondheid mag genieten van de rust die haar nu gegund wordt. In een komende uitgave zal door de redactie aandacht worden besteed aan Hare Majesteit en haar band met de cavalerie. Uw bestuur heeft zich geruime tijd geleden gebogen over de vraag op welke wijze wij passend de dankbaarheid van onze leden jegens Koningin Beatrix tot uitdrukking kunnen laten komen. Plannen daarvoor zijn in vergevorderd stadium en moeten in detail verder afgestemd worden. U zult daaromtrent geïnformeerd worden zodra de tijd daar rijp voor is. Het jaar 2013, en voorts 2014 en 2015, wordt om een andere reden bijzonder. Wij zullen in die opeenvolgende jaren stil staan bij het 200 jaar bestaan van onze Regimenten,
‘De geweldige wijze waarop zij invulling heeft gegeven aan haar rol als vorstin heeft diepe indruk achtergelaten.’ 200 jaar Nederlandse Cavalerie, 200 jaar Koninklijke Landmacht, 200 jaar Slag bij Waterloo, enz. De wijze waarop soms sober, soms uitbundig - wordt nu besproken. In de loop van de komende maanden zal dit in toenemende mate duidelijk worden gemaakt. Bij de volgende uitgave kom ik daar zeker op terug. Het VOC / VIO symposium, elders wordt daarvan verslag gedaan, was een groot succes. Het bestuur dankt luitenant-kolonel Duco Brongers voor het vele voorbereidingswerk wat onder zijn leiding verricht werd. Tenslotte vraag ik uw aandacht voor de Algemene Vergadering voor leden van de VOC op 13 april te Naarden. Aankondiging en inhoud vindt u elders in dit nummer. Ik hoop op een grote opkomst. ●
5
www.orlaco.nl
Vision is our mission
Telefoon: +31 (0) 342 404 555 Email:
[email protected]
Symposium
‘Intell Driven Operations’ Luitenant-kolonel H.J. van der Linden Algemeen Op vrijdag 1 februari jongstleden vond voor het eerst een gezamenlijk georganiseerd symposium plaats van de Vereniging Officieren Cavalerie (VOC) en de Vereniging Infanterie Officieren (VIO). Voorgaande jaren waren vertegenwoordigers van de infanterie en cavalerie al wel bij elkaars symposium aanwezig, maar vanuit de manoeuvregedachte zijn er vele thema’s die beide wapens bezig houden en die best gezamenlijk kunnen worden behandeld. Tevens heb je dan ook een grotere doelgroep relevant publiek zodat kwalitatief hoogwaardige sprekers niet voor een paar mensen staan. De gedachte sluit prima aan bij de recente ideeën over inrichting van de krijgsmachten in de toekomst: als de doelmatigheid of militaire effectiviteit kan worden verhoogd door samen te werken, moet je dat doen.
Voorbereiding Voorafgaand aan het symposium zijn meerdere voorbereidende sessies gehouden met het organiserend comité op het bureau van C-OTCMan, kolonel Hoogstraten, de dagvoorzitter van het symposium. Hier werd het draaiboek met actiepunten voor praktische aanvragen en regelingen doorgelopen, en bezien hoe bedrijven die relevante producten leveren ten aanzien van het thema van dit symposium konden worden betrokken. De keuze voor het thema `intell driven operations` is vanwege het feit dat vele infanteristen en cavaleristen tijdens operaties hiermee te maken krijgen. Infanterie-eenheden zagen zich de afgelopen missies geconfronteerd met het toegenomen belang van hoogwaardige, ‘near real time’ inlichtingen, op alle tactische en
operationele niveaus. De cavalerie is grotendeels verantwoordelijk voor het leveren van inlichtingenverzamelorganen, m.n. het Joint Intelligence Surveillance Target Acquisition and Reconnaissance Commando met haar sub eenheden, en de brigade verkenningseskadrons. Een vakinhoudelijke verdieping leek dus relevant en interessant.
Dagvoorzitter kolonel Hans Hoogstraten
Opzet Voor de behandeling van het thema is gekozen voor een gemixte aanpak . Enerzijds een aantal lezingen door gerenommeerde sprekers, die vanuit verschillende achtergronden, missiegebieden en invalshoeken hun visie gaven op het thema, met daarbij ook de mogelijkheid tot vragen en discussie. De discussie werd actief aangewakkerd middels een aantal stellingen die de zaal in werden gedeponeerd. Het publiek werd
7
Het panel van ‘subject matter experts’ uitgerust met stemkastjes en zo bleek telkens na 1 minuut hoe de mening van de zaal was ten aanzien van een bepaald onderwerp. Hierdoor kon de dagvoorzitter de voor- en tegenstanders verzoeken hun argumenten voor het voetlicht te brengen. Verder was er een panel aanwezig met ‘subject matter experts’ bestaande uit kolonel Matthijssen vanuit operaties, kolonel Keijsers vanuit intell en kolonel Rietdijk vanuit opleiden en training, die de discussie hielpen zuiver te houden en waar gewenst ook hun eigen mening gaven.
de digitale data-hoek zaten (data beveiliging, opslag en transport onder operationele omstandigheden, dataverwerking software, datasnelheid). Verder gaat een woord van dank uit naar de steun die 103 Grondgebonden Verkenningseskadron en 102 Elektronische Oorlog Voeringcompagnie hebben geleverd. De aanwezigheid van Fenneks inclusief organiek materieel van een verkenningsploeg en de peil Fuchs inclusief uitleg van het bijbehorende personeel, was voor velen uit het publiek een unieke gelegenheid die je normaal niet snel tegenkomt.
Natuurlijk is er bij een symposium als deze altijd een secundaire doelstelling, het informeel bijeenzijn. Iedereen heeft het druk en als je je dan toch een dag hebt los gewurmd van je dagelijkse werk om op een andere manier met je vak bezig te zijn, is het mooi meegenomen als je ook nog leuk met oude bekenden bij kunt praten. Diverse pauzes in het programma gaven daar ruim gelegenheid voor. In de centrale hal van het KEK-gebouw in Garderen waren meer dan twintig bedrijven aanwezig die waren benaderd door Green Paper Association, omdat ze iets met het thema van het symposium van doen hebben. Zij hadden daar informatiestands ingericht. Tijdens een presentatieblok in de zaal van een minuut vertelden ze het publiek wie ze waren, welke product ze maken en waarom dat relevant is voor ‘intell driven operations’. Ze nodigden het publiek uit om in de pauzes langs te komen om de nieuwste technologische ontwikkelingen te komen bekijken. Met hun aanwezigheid was een goede uitwisseling van relevante informatie met de industrie mogelijk. Er waren bedrijven die, gekoppeld aan inlichtingen verzamelen, producten leveren als sensoren (van kijkers tot mini-helikopter), maar er waren ook bedrijven die zich meer bezig houden met het verwerken van informatie en als product meer in
8
De ‘static show’ staat buiten opgesteld
Uitvoering In zijn openingswoord kwam de voorzitter van de VOC, generaal-majoor b.d. de Jonge met een mail die hij uit Afghanistan had gekregen van een jong officier. Deze had de uitnodiging gezien en vroeg zich af: ‘Als we intell driven operations allemaal zo belangrijk vinden, waarom gebeurt het dan nauwelijks in de praktijk?’ Uit eigen ervaring herinnerde de voorzitter zich de planflexibiliteit bij een bezoek aan staf van RC-South. Operaties werden continu bijgesteld op basis van nieuwe beschikbare inlichtingen. Hij wenste ons allen een prettig symposium. Hierna volgde de dagvoorzitter, kolonel Hoogstraten, die de procedure van de stemkastjes doornam met het publiek. Het bleek gelijk dat deze een reëel beeld geven van de werkelijkheid want op de proefstelling wie landskampioen 2013 zou worden volgde het enige juiste antwoord. Op een vraag uit de zaal waar ADO Den Haag stond, was het antwoord ‘meestal ergens onderaan’.
Een aandachtig gehoor met stemkastjes
‘Als we intell driven operations allemaal zo belangrijk vinden, waarom gebeurt het dan nauwelijks in de praktijk?’ Op de stemkastje kon echter maximaal van 1 tot 10 kan worden gestemd en op die plek vind je ADO meestal niet terug. Als eerste en tevens ‘key note speaker’ trad luitenant-generaal de Kruif op. Middels een aantal historische voorbeelden toonde hij aan dat ‘intell driven operations’ niets nieuws zijn. Van belang is wel dat als je inlichtingen verzameld hebt en uit analyse blijkt dat je moet gaan handelen, commandanten dan ook dienen te handelen anders heb je nog niets aan al je inlichtingen. Verder haalde hij een paradigma shift aan. Tegenwoordig is de reactietijd van een reserve-eenheid van bataljonstaakgroep grootte (circa 72 uur) vele malen korter dan de planningshorizon om deze effectief in te kunnen zetten. Hoogwaardige inlichtingen vergen tegenwoordig minimaal drie maanden, omdat ook de effecten op de burgerbevolkingsgroepen, economische gevolgen, juridische en bancaire instellingen, enz. allemaal van belang zijn. Verder betoogde generaal de Kruif dat we het onszelf moeilijk hebben gemaakt. Wij zijn zo goed en sterk dat we de vijanden daarmee veelal dwingen tot irregulier optreden. Het zoeken naar het ‘intent’ van de vijand is daarmee een stuk moeilijker geworden dan voorheen. In een afsluitend filmpje kwam op humoristische wijze naar voren dat misleiding makkelijk is te bewerkstelligen en dat je er dus niet blind van uit mag gaan dat iets is wat het lijkt. Bij de eerste ronde stel-
9
lingen werd in de aftrap meteen door de zaal bepaald wat voor de dag werd verstaan onder ‘intell driven operations’. Een operatie specifiek opgetuigd om hoogwaardige inlichtingen te verkrijgen, of een operatie die het product is van een basis van hoogwaardige inlichtingen. De laatste versie werd door bijna 85% van het publiek gekozen. De eerste is een inlichtingenoperatie. In het verhaal van de tweede spreker, majoor Dimitriu, werd de rol van de S2-functionaris in de context van Special Forces (SF)-operaties belicht. Aan de hand van een praktijkvoorbeeld vertelde de majoor hoe de intell voorbereiding van een SF-operatie in Afghanistan plaatsvond. SF-operaties kennen hetzelfde proces voor intell als reguliere operaties, alleen de behoefte aan intell is vaak anders van aard. Een commandant die zich de goede vragen stelt, krijgt daarop antwoord van zijn S2 en dat bepaalt grotendeels de meerwaarde van intell voor een operatie. Met de inzet van sensoren is tegenwoordig ‘near real time’ ook tijdens de uitvoering van de operatie nog intell beschikbaar waardoor de operatie kan worden bijgestuurd met een grotere kans op succes. Een heel andere ervaring werd toegelicht door de majoor Sievers. Hij is commandant grondgebonden verkenningseskadron en tevens ISTAR-modulecommandant. Als zodanig werd hij samen met het ‘Scan Eagle’ UAV systeem ingezet aan boord van de Hr. Ms. Rotterdam bij de anti-piraterij missie ‘Ocean Shield’ voor de kust van Somalië. Door een geïntegreerde inzet van humint, sigint en de Scan Eagle
Foto’s Symposium: Erik Attema en Harrie Meijers
10
Brigadegeneraal Gijs van Keulen kon het gewenste effect worden bereikt. De geanalyseerde informatie leidde tot bewijs van betrokkenheid van bepaalde kustplaatsen bij de kaping van internationale vrachtschepen. Uit beide praktijkverhalen komt naar voren dat de rol van de commandant, die zich af moet vragen wat hij van zijn S2 wil weten, van groot belang is. Uit de zaal bleek dat 61% van het publiek vond dat de functionaliteit inlichtingen op dit moment niet optimaal bijdraagt aan de ondersteuning van de commandant. Als belangrijkste oorzaak werd aangegeven de onbekend-
‘Inzet van ons intell personeel om analyses te maken bij nationale inzet biedt wel een prima platform voor ervaringsopbouw.’ heid met de doctrine en de mogelijkheden en beperkingen van de inlichtingenketen van commandanten en hun staven. Na de middagpauze hield brigadegeneraal Van Keulen een lezing vanuit zijn rol als commandant. Aangezien hij net terug is uit Afghanistan als CJ4 had hij ook deze ervaringen in zijn lezing verwerkt. Uit zijn verhaal bleek dat bij hem wel degelijk het besef aanwezig is dat de ‘oude’ enkelvoudige operationele omgeving is geëvolueerd, via meer complex in de missies in de jaren ‘90, naar zeer complex in de huidige COIN-omgeving. Zo complex dat commandanten niet meer moeten denken dat ze hun effect bereiken door een aantal variabelen te doelbewust te beïnvloeden. Goede ‘situational awareness’ opbouwen kost jaren en wij draaien vaak missies van zes maanden die we in twee weken overdragen aan opvolgers. Verder is de informatie ergens in het HQ aanwezig, maar daardoor niet automatisch beschikbaar voor degene die het nodig heeft of er naar zoekt. Relevant is de vraag als nieuwe informatie beschikbaar komt en wat betekent dat concreet voor mijn operatie?
Wapenoudste Infanterie - brigadegeneraal Otto van Wiggen
11
Vanuit zijn nieuwe rol als commandant 13 Gemechaniseerde Brigade heeft generaal van Keulen te maken met nationale inzet van zijn eenheden ter ondersteuning van de politie. Hier valt nog veel te verbeteren in de onderlinge samenwerking, zodat het product nog beter wordt. Formele regels omtrent onderlinge informatie-uitwisseling werken nu vaak beperkend. Inzet van ons intell personeel om analyses te maken bij nationale inzet biedt wel een prima platform voor ervaringsopbouw. Om realistisch te oefenen en te trainen pleit generaal van Keulen voor intell geschikte scenario´s (vaak veel tijd nodig voor opbouw van een omgevingsbeeld, terwijl de gemiddelde oefening dan al weer bijna voorbij is). Aangezien ‘windows of opportunity’ bij inzet vaak van korte duur zijn moeten we ook op alle niveaus trainen om snel te kunnen schakelen en adaptief te kunnen optreden. Dit sloot weer prima aan bij de mening van de zaal over welke prioriteit de intell ketentrainingen de komende jaren moet hebben: een brede COIN omgeving of optreden in hoogmobiele gevechtsoperaties tegen een regulier optredende vijand; volgens het publiek hebben beiden een even hoge prioriteit. Aan het einde van de dag was bewust de commandant Joint ISTAR Commando gevraagd te spreken. Zo kon hij eerst de hele dag horen wat er leefde bij het publiek. Vanuit zijn kennis en ervaring en met zijn rol als kennisadviseur op het vakgebied inlichtingen voor het landoptreden, kon hij interactief inspelen op zaken die in de discussie nog niet helder
12
waren geworden of toelichten welke activiteiten hij momenteel ontplooit om het vakgebied intell beter in te richten. Hij lichtte toe dat de intell driven operatie (operaties ingezet/ bijgesteld op basis van beschikbare inlichtingen) in doctrine nog niet helder verwoord staan, maar duidelijk afwijkt van inlichtingenoperaties (inzet van middelen om informatie te verwerven of actuele inlichtingen te produceren). Verder beschreef hij hoe het hoofdwapensysteem van intell ICT databases zijn, maar tegelijkertijd blijft de mens de cruciale factor. Aangezien personeel en materieel schaars zijn, wordt de capaciteit voor O&T bepaald door de restanten na de vraag ten behoeve van de ernst inzetcapaciteit. Over de immer opspelende vraag of intell niet een eigen dienstvak moet worden met een intern loopbaanspoor zei hij dat het van belang is om de geïnvesteerde kennis en ervaring te behouden, maar dat ook weer geen verzuiling moet optreden en een switch met het operationele domein zich ook terugbetaalt. Wellicht is het mogelijk om defensiebreed een intell loopbaanspoor te maken. Met een modulaire opbouw van de inlichtingenopleidingen is winst te behalen en de training is inmiddels geborgd in het generieke jaarplan. Verder wordt ook reeds gewerkt aan de zogenaamde intell geschikte scenario´s. Tot slot liet kolonel van Zanten zien dat hard wordt nagedacht over de ‘tailoring to the mission’ van het JISTARC. Van de huidige grote generieke modules wordt nu gedacht aan meer modulaire elementen in een toolboxconcept, waarbij gekeken wordt wat nodig is om de commandant optimaal te kunnen ondersteunen.
Een tevreden organisator
Conclusie Na een dag verdieping over het onderwerp intell driven operations kwam er een eind aan het symposium. Uit de evaluatie, die ook nog met de uitgedeelde stemkastjes werd gehouden, bleek dat eenieder zeer tevreden was over de opzet, de aanpak, de locatie en de gekozen dag. Voldoende
reden om kort formeel af te sluiten door de generaal van Wiggen. Hierna volgde de afrondende fase van de nevendoelstelling, het informeel samenzijn. Met wederom een prima culinaire verzorging door het Parestoteam in Garderen werd teruggekeken op een zeer geslaagd symposium. ●
13
Kennis is macht! afspeelt in de civiele sector. Deze sector is continue connected, maar wij zijn dat niet. NEC, NII, Situational Awareness, IGO is al lang gemeen goed in de civiele maatschappij (zonder dat ze dat overigens zelf in de gaten hebben). En binnen deze civiele sector speelt zich ook de criminaliteit c.q. de dreiging vanuit terrorisme zich af. Ketenbesturing, maar nog liever netwerkbesturing is essentieel om het hoofd te kunnen bieden aan de informatie- achterstand die we op dit moment hebben of dreigen op te lopen. We moeten er dus voor zorgen dat we de informatieketen weten te sluiten, zowel vertikaal in de hiërarchische commandolijnen als horizontaal met de genetwerkte
Initiatieven genoeg zou u zeggen. Maar helaas nog niet in samenhang als gevolg van het ontbreken van een gezamenlijk architectuurmodel en een gezamenlijke sturing op dit netwerkmodel; het gemis van de netwerk-CIO. Het benoemen van een netwerk-CIO is essentieel om de doelstellingen van IGO te kunnen verwezenlijken. Informatie Gestuurd Optreden. De juiste informatie, op het juiste tijdstip, bij de juiste persoon. Om dit te kunnen bereiken moet er dus beter worden samengewerkt en op het netwerk worden gestuurd. Niet alleen op het gebied van techniek, maar vooral op het gebied van de informatie-uitwisseling. Samenwerken betekent: elkaar wat willen gunnen. Kennis is macht, maar het onthouden van kennis is ook macht. Dit laatste werkt helaas averechts en kan een ieder in het netwerk in gevaar brengen.
samenleving en onze coalitiepartners. Een sterk vereenvoudigd logisch model waarin NEC, NII, SA en IGO samen komen ziet er uit zoals in de afbeelding hierboven. De uitdaging voor de komende periode wordt het omzetten van dit logisch ontwerp
Ordina heeft van connectiviteit al jaren haar speerpunt gemaakt. To be connected is haar core business, zowel bestuurlijk als technisch. Ordina kan u dus uitstekend ondersteunen bij de realisatie van uw hogere doelstellingen.
Kol b.d. Arnold van der Burg
Het verleden heeft bewezen dat kennis over de tegenstander bepalend kan zijn of je deze tegenstander kan verslaan of niet. Het gaat er daarbij om dat de juiste informatie, op het juiste tijdstip, bij de juiste persoon aanwezig is om het doel te bereiken wat onze bewindslieden voor ogen hebben. Binnen Defensie hebben we het dan over Informatie Gestuurd Optreden of Intell Driven Operations. Dit blijkt in de praktijk best weerbarstige materie te zijn. Wat we in de samenleving zien is dat het publiek, maar ook de tegenstander die zich daartussen verschuilt, zich heeft “georganiseerd” met behulp van mobile devices en op een zeer eenvoudige en snelle wijze informatie uitwisselt met behulp van de honderden applicaties die worden aangeboden door even zoveel providers. Op dit moment zijn er al meer mobile devices verkocht dan dat er mensen op deze planeet rondlopen. Een ieder is dus op de een of andere manier verbonden met de ander en wisselt continue informatie uit. Met andere woorden de informatie ligt letterlijk op straat en is veelal sneller beschikbaar binnen het publiek dan binnen onze eigen, hiërarchisch opgebouwde, commandolijnen. Het gevolg is dat we dus achter de feiten aan lopen, onze informatiepositie dreigen kwijt te raken en daarmee ook het momentum kunnen missen om de tegenstander tijdig uit te schakelen. Wat we dus zien is dat onze “opponent” anders is georganiseerd dan wijzelf en dat we daardoor minder adequaat kunnen optreden dan we zouden willen of moeten. Dit alles heeft ons inziens te maken met de wijze waarop we onze informatieketen besturen. Willen we het verschil maken dan moeten we dus anders tegen de organisatie van onze informatieketen aankijken. We moeten leren van datgene wat er zich
naar een generiek architectuurmodel dat voor het gehele netwerk, dat onder onze verantwoordelijkheid valt, gaat gelden. Waarbij afspraken worden gemaakt over de verschillende initiatieven die nu nog steeds op de tekentafel liggen (Secure Werkplek Defensie of mogelijk Secure Werkplek Government, NOIS, inzet van Mobile Devices, Cyber activiteiten, analyse van Open Source en Social Media, 3D Arts).
Meer weten over onze expertise en oplossingen?
Ordina Overheid Oplossingen
Neem contact op met:
Ringwade 1 - 3439 LM Nieuwegein
• Maas Bos
M 06 - 55 72 62 69
• Arnold van der Burg M 06 - 10 22 78 52
Telefoon +31 (0)30 663 8120 www.ordina.nl
Military Liaison Officer in Zuid-Sudan De afgelopen zomer heb ik door gebracht in de jongste natie van de wereld, Zuid-Sudan. De kans om een missie op het Afrikaanse continent te mogen uitvoeren, was al een lang gekoesterde wens. Van medio april tot begin november was ik gestationeerd op het HQ East Equatorial State UN Base in Torit. Ik werd een Military Liaision Officer (MLO) in de United Nations Mission in South Sudan (UNMISS). UNMISS opereert onder Chapter VII van het VN-handvest en is gericht op staatsopbouw, conflictpreventie, bescherming van burgers en versterking van de justitie- en veiligheidssector. Graag neem ik u mee op reis naar Afrika. Afwisselend wil ik u meenemen door de geschiedenis van het land, het heden en mijn ervaringen. Het is evident dat ik dit verhaal op persoonlijke titel opteken.
Luitenant-kolonel Meino Jongma
Ik liep begin 2011 tegen een collega aan die net op het punt stond in te schepen naar de VN-missie in Sudan. Natuurlijk, zoals dat gaat in collegiale gesprekken, eindigde ik met enige bluf: laat alles goed achter, want ik word jouw opvolger. Dit is wel gelukt, maar geheel anders dan toen voorzien. Hoe kom je voor zo’n missie in aanmerking, terwijl de ISAF missie veruit de prioriteit heeft. Op ons intranet is ergens een soort uitzend vacaturebank verstopt en daar zou je toch de uitzendfunctie moeten kunnen terugvinden, maar dat blijkt in de praktijk een schaars gevuld document te zijn. Je moet dus ergens bovenin de organisatie weet hebben van de uitzendfuncties die jouw OPCO moet gaan vullen. Uiteindelijk heb ik via die zelfde schaars gevulde uitzendvacature bank een formulier gedownload en ben ik die op goed geluk gaan invullen. PeopleSoft codes en arbeidsplaats nummers zijn goed verstopt dus maar een rondje bellen. Bij G1 CLAS kijkt overigens niemand vreemd op van de belletjes, dus het zal wel eerder regel zijn dan uitzondering. Uiteindelijk moet je dus je com-
mandant overtuigen dat hij je kan missen en dat is waarschijnlijk het lastigste. Eind goed al goed, ik had het juiste formulier met de beoogde handtekeningen en even later kreeg ik bericht dat ik inderdaad was ingeroosterd was voor de komende rotatie. Op naar het avontuur ! Eer ik de kans kreeg om op cursus te gaan, scheidde Zuid Sudan zich af met als gevolg dat de missie beëindigd werd door onze regering en de Nederlandse militairen de opdracht kregen om binnen een maand terug te keren. Ik ben toch naar de UNMOcursus gegaan op de School voor Vredesmissies (SVV) en kreeg al snel in de gaten dat Nederland gevraagd was door de VN om deel te nemen aan een nieuwe missie in Zuid-Sudan. Via de J5 van de Directie Operatiën werd informatie verstrekt over de stand van zaken, maar wel met de mededeling : heb geduld, politiek laat zich niet opjagen. Na de cursus UNMO, overigens een prima opleiding, volgde een weekje ‘ZHKH in de jungle’ en een oriëntatiecursus over het gebruik van de lier en algemene bergingregels en trucs. Toen... wachten, thuisfrontinformatie-
15
dag en wachten. Wachten is vreselijk vervelend, niet alleen voor je zelf, maar niet minder voor jouw eenheid en natuurlijk het gezin. Ik moet zeggen dat ik nog nooit zo gemotiveerd heb gewacht in mijn ongeduldige (militaire) leven. Na SFOR en twee keer ISAF wilde ik nu VN en niet gelijk weer ISAF. Om het allemaal gemakkelijk te maken had ik ook een nieuwe functie toegewezen gekregen. Het commandantenoverleg over de datum overgang wordt wel bemoeilijkt met het niet precies weten of hij er is of niet. Uiteindelijk deelde de regering mee dat Nederland mee ging doen met de UNMISS en met een hamerklopje in de Tweede Kamer werd mijn vertrekdatum vastgesteld. Daarmee begon een periode met te veel e-mails, logistieke procedures, afspraken, verlof plannen, thuis van alles regelen, enz. Na het inleveren van mijn PGU, een oefening als Observer/Trainer bij de PTG-4 en een verlof, stond ik op 15 april op Schiphol, weggebracht door mijn zoon en mijn vader en een drietal collegae.
16
De gehele rotatie UNMISS-1 bestond uit een zevental stafofficieren, voor het Force Head Quarters en Mission Head Quarters veertien Marechaussees en drie politie mensen voor de United Nations Police (UNPOL). Later kwam er nog een beleidsmedewerker van Justitie, om precies te zijn voor het gevangeniswezen. Een drietal posities bleven vacature en alle krijgsmachtdelen waren vertegenwoordigd. In Zuid-Sudan is een defensieattaché permanent toegevoegd aan Hare Majesteits Ambassade. Zuid-Sudan werd op 9 juli 2011 onafhankelijk. Punt, klaar, we regelen het zelf verder wel, althans dat denkt de meerderheid van het Sudanees People’s Liberation Army (SPLA) en de bevolking. De wereld verwelkomde de fragiele jonge natie, maar was tevens verontrust of de prille regering het wel aan zou kunnen. Immers het SPLA kent een bewogen geschiedenis met allerlei tijdelijke coalities en ‘infighting’. De geschiedenis die hier aan voorafging is eigenlijk
niet met een paar woorden te beschrijven. Naast mijn beknopte beschrijving die hier volgt, kan ik u aanraden om Wikipedia1 te bezoeken, waar het op eenvoudige wijze wordt beschreven. Op 18 augustus 1955, in hetzelfde Torit als waar ik was gestationeerd, klonk het eerste schot ‘fired in anger’ tegen de Sudanese regeringstroepen. Dit was vier en een halve maand voor de terugtrekking van de Engelsen, die in hun toenmalige wijsheid hadden besloten tot het in één geheel laten van het condominium Sudan. De regering zou overgedragen worden aan het Arabische deel van de bevolking. Zoals nu bekend en eigenlijk toen ook al, gaan beide bevolkingsgroepen niet samen. Het noorden is Arabisch en moslim en de zuidelijke negroïde stammen zijn christelijk en animistisch. Tijdens de overdracht en de terugtrekking van het Engelse garnizoen, kwamen de Arabische officieren om het lokale leger over te nemen en vanaf dat moment is het fout gegaan. Een zuid Sudanese onderofficier met gevechtservaring in de koloniale Britse troepen, pikte het gedrag van de Arabische officieren niet en begon een kleinschalige guerrilla. Dit geldt als het begin van de eerste burgeroorlog die duurde tot en met 1972. Na een periode van tien jaar geldt de opstand en de desertie van 104 Bataljon op 16 mei 1983 onder leiding van luitenant-kolonel Dr. John Garang naar Ethiopië als de start van de tweede burgeroorlog. De toenmalig President van Sudan, Jafaar Numeiri, kondigde plotsklaps af, tegen alle
officierslegering 1
http://nl.wikipedia.org/wiki/Zuid-Soedan
afspraken in, dat de sharia niet alleen in het noorden maar voortaan voor het gehele land zou gelden. Dit bracht veel verontwaardiging en opstand te weeg bij de zuidelijke bevolking. Om het geheel nog ingewikkelder te maken was er olie ontdekt in Upper Nile State, de noordelijkste staat van nu Zuid Sudan, maar de pijplijn gaat direct naar Port Sudan en de zuidelijken zagen niets van de revenuen. De allerbelangrijkste factor is dat beide bevolkingen sinds mensenheugenis elkaar niet verdragen. In 2005, na een kleine dertien jaar diplomatie werd het Comprehensive Peace Agreement (CPA) in januari 2005 ondertekend. De belangrijkste punten waren geen sharia voor het zuiden, gedurende de komend zes en half jaar, zelfbeschikkingsrecht voor het zuiden en de olie-opbrengsten zouden worden gedeeld. Het CPA voorzag in een toezicht door de VN met de United Nations Mission in Sudan (UNMIS), waar een fors aantal Nederlandse militairen in hebben gediend. In januari 2011 werd het langverwacht referendum gehouden en 99% stemde voor onafhankelijkheid, hetgeen tot ieders verbazing al op 19 juli van dat zelfde jaar inging. Van 1956 tot 2005 waren drie en een half miljoen dodelijke slachtoffers te betreuren en vier miljoen mensen gevlucht. Eén van de meest verwerpelijke wapens die alle partijen hanteerde was het (ont)regelen van nood- en voedselhulp voor de door oorlog of hongersnood getroffen bevolking. De ‘must have read’ is het boek ‘What’s the what’ van Dave Eggers, over een twaalfjarige Dinka jongen die te voet na een aanval op zijn dorp vlucht naar Ethiopie en Kenia. Dan heb ik het nog
niet eens gehad over de slachtingen en inmenging van de Lord’s Resistence Army. Na een lange maar comfortabele vlucht sta je dan eindelijk op het vliegveld van Entebbe, waar in 1976 een historische raid door Israel werd uitgevoerd. Vanaf het moment dat je het vliegtuig verlaat is alles anders, Afrikaans dus. Naast het vliegveld is een Logistic Base ingericht door de VN. Ook zij moeten efficiënter, en dus goedkoper, werken en hiervandaan worden alle missies bevoorraad, zoals Congo, Rwanda en Burundi, Darfur en Zuid-Sudan en nog wat kleinere posten. Tevens is het de gateway v.w.b. personeel naar UNMISS. Inboeken, oriëntatie, voorlichtingslessenen financiën regelen, neemt al gauw een aantal dagen in beslag en ik leer langzaam dat ik in een bureaucratisch systeem ben terecht gekomen. Je kunt je druk en kwaad maken, maar het gaat echt niet sneller. De lessen zijn noodzakelijk, maar tevens veelvuldig een redundantie van wat we in Nederland hebben gekregen. Geen vinkje dat je les hebt bijgewoond, dan niet naar het volgend station op je loopbriefje. Ondertussen kijk je je ogen uit. Een hele vloot van VN vrachtvliegtuigen, enorme konvooien die worden beladen en veel interessante mensen uit alle windstreken van de wereld. Na vier dagen vloog ik naar Juba. Was de overgang al groot van Nederland naar Uganda, het kan nog een graadje erger. In alles wat je hier meemaakt, vind ik het niet meer zo vreemd dat de VN hen de helpende hand toesteekt. Een vaag georganiseerde chaos, in mijn ogen wel te verstaan. Ook hier weer een incheck proces en geen opmerkingen ma-
‘Was de overgang al groot van Nederland naar Uganda, het kan nog een graadje erger.’ 17
East Equatorial State ken dat dit en dat al gebeurd was in Entebbe, het staat hier, dus moet het zo. Een voordeel was dat een deel van onze rotatie drie weken voor ons waren geland en zij ons naar binnen coachten. De lessen spitsen zich meer toe op de eigenlijke toekomstige werkzaamheden en het wordt allemaal concreter. Het leukste en spannendste is het rij-examen en geloof me: je kan zakken. Ik heb de hellingproef in een greppeltje gedaan en wel 1237 meter gereden. Geen VN rijbewijs: ‘Come back tomorrow’ en dat is het laatste wat je wilt horen. Uiteindelijk mondt deze periode uit in een toewijzing van je locatie. Voor mij en mijn KLu collega werd dit Torit in East Equatorial State. Nog een toertje door de stad en de KonjoKonjo markt om een sim card te scoren en we konden beginnen. Zuid-Sudan is een republiek met aan het hoofd een president, tevens opperbevelhebber van de SPLA. De regering zetelt in Juba, maar er is een wens om de hoofdstad centraler te verleggen, echter daar is nu nog niets. Zo’n situatie als ‘the making of Brasilia’ doemt dan op. Het land is administratief in tien zogeheten ‘states’, lees provincies, verdeeld. States zijn weer opgedeeld in counties, districten en boma’s, het best te vertalen in buurtschappen. Het bevolkingsaantal is, naar de laatste telling van 1993, tussen negen en een half en elf miljoen inwoners op een oppervlakte van zes keer Nederland. Jaren lang gemarginaliseerd door het noorden en de slepende burgeroorlog, maakt dat er nagenoeg geen infrastructuur aan wegen en voorzieningen is. Het mobiele telefonienetwerk werkt wel goed. Langs de noordgrens met Sudan vinden regelmatig schermutselingen plaats. Er zijn nog vijftien twistpunten over waar de grens loopt. U raadt het al : de olievelden maken hier onderdeel van uit, met Abyei als meest in het oog springende locatie. East Equatorial State in het zuidoosten is een schijnbaar rustig gebied en grenst in het oosten aan Ethiopië en in het zuiden aan Kenia en Uganda. Noord de ontvlambare Jongley
18
State en west Central Equatorial State. Ons operatiegebied was dus iets groter dan Nederland. Hoevelaken-Leeuwarden is 1 uur en 20 minuten, daar rekende ik voor zo’n afstand een dagreis. Van maart tot en met november is het de regentijd. Ik heb regenbuien meegemaakt die in drie kwartier net zo veel water spuugden als hier in de gehele maand mei. Dit maakte dat grote delen van het gebied niet te bereiken waren over de grond, vandaar dat ik aardig wat (mee)vlieguren heb in de oerdegelijke Mi-8/17 van de Oekraïense contractor die voor de VN opereerde. Iedere staat heeft een State UN HQ. Voornamelijk bemand door civiel VN personeel en daar zijn veel soorten in. Je hebt de ‘UN employees’ met een vaste aanstelling, volunteers, temporary employees en ga zo maar door. Een klein deel van de basebevolking is geüniformeerd. Grofweg zijn er twee categorieën. UN police, waar onze marechaussees en politiemensen toe behoren, en militairen. Militairen zijn weer op te splitsen in Military Liaison Officers (MLO) en Forces. In mijn geval was er een infanteriecompagnie uit Rwanda gestationeerd. Prima betrouwbare militairen die voornamelijk bezig waren met base-bewaking, konvooibegeleiding en daar waar nodig ‘showing the force’ t/m optreden met een geweldsmandaat. De forces zijn bewapend en de MLOs treden ongewapend op. Het is vreemd als je voor het eerst door het gebied trekt zonder Glock of Diemaco onder handbereik, maar goed het went. De beste verdediging is je blauwe baret en je witte terreinwagen, alhoewel ik mij besef dat dit in andere situaties niet heeft geleid tot het beoogde doel. De UN-organisatie is niet zo’n lijn-staf organisatie zoals wij die kennen binnen onze krijgsmachten, maar bestaat uit allerlei parallelle organisaties. De ‘State Coordinator’, de aanwezige VN-functionaris binnen de state, commandeert dus niet, maar bewerkstelligt een ‘focus of effort’. Verder zijn er VN-organisaties aanwezig als UNHCR, WFP, Human Rights, Civil Affairs enz. Op het eerste oog lijkt het een allegaartje waarbinnen ieder zijn eigen doelstellingen nastreeft, maar gaandeweg vindt
je wel een manier om binnen zo’n organisatie te bewegen. Het gevaar is natuurlijk aanwezig dat je wegrijdt van een bezoek en je de volgende functionaris binnen ziet rijden, en dat wanneer het niet bij de ene lukt het lokale gezag naar de andere VN-medewerker gaat. Overigens is de Zuid-Sudanese overheid ook in stove pipes ingericht, dus vaak moet je los van elkaar op de zelfde locatie bezoeken afleggen. Het overleggen binnen de VN is een precair proces. Als Nederlander kijk ik er vreemd van op als er iemand niet is er geen mandataris is aangesteld. Velen werken er al jaren en hebben hun eigen takengebied tot eigendom verklaard, inclusief duistere en ingewikkelde processen. Onbegrijpelijke eisen voor soorten stempels drijven je tot waanzin en als je denkt dat je het door hebt, veranderen ze wat of gaan ze op verlof zonder
een vervanger die gemandateerd achterblijft. De logistieke tak is de kampioen in deze sport. Boos worden heeft geen zin, want voordat je het in de gaten hebt, wordt je onderzocht voor een misconduct. Dus snel leren. Er zal wel een diepgaande reden achter dit gedrag schuil gaan. Controles zijn vreselijk strikt en er wordt al snel voor een baan gevreesd. Bij anderen is het gewoon een kwestie van ‘dit valt niet binnen mijn takenpakket’ en dus waag ik mij er niet aan. Ik moet zeggen dat ik wel wat geleerd heb van een paar VNmedewerkers die heel geduldig, maar vastberaden een overleg voerden en zo hun doelstellingen behaalden. Mijn MLO-team varieerde per periode. Wij hadden een zgn. OTAS van elf officieren, maar het varieerde tussen vijf en negen. De senior MLO is een kolonel en de teamleden luitenant-kolonel
‘Ik heb daar goed geleerd dat er wel degelijk een verschil is tussen gelijk hebben en gelijk krijgen.’
Bezoek aan een SPLA eenheid
en majoor. In mijn geval kwam de teamleader uit Brazilië en de leden uit India, El Salvador, Peru, Kenia, Equator, Bolivia, Zimbabwe en Nederland. Gewoonweg fantastisch zo’n mix aan nationaliteiten. Het gemeenschappelijk is dat je een uniform aanhebt, grotendeels dezelfde taal spreekt, maar kijk uit, neem niet aan dat iedereen op gelijke wijze opmerkingen of bemerkingen interpreteert. Werktempo, Engels en wel of niet voorzichtig zijn, is niet voor iedereen gelijk. Met goed overleg en een standaard werkschema is veel op te lossen, maar ik trapte nog wel eens in de val van mijn eigen succes als ik weer in no time een magnifiek plan had bedacht en met mijn westerse geest dacht dat het klopte. Ik heb daar goed geleerd dat er wel degelijk een verschil is tussen gelijk hebben en gelijk krijgen. Nog zo’n ervaring is: te vroeg is op tijd, op tijd is te laat en te laat is geen militair begrip. Ik weet echt niet hoe al die andere legers op tijd de startlijnen overschrijden! De kijk naar elkaar verschilt ook enorm. Op de vraag ‘Is this your first mission?’, wordt veelal bevestigend beantwoord, maar wanneer je relatie beter wordt vertellen ze over de campagnes in hun eigen land. Zo was de Braziliaanse overste voor het eerst op missie, maar was wel al een fors aantal maal ingezet met zijn batterij in de acties tegen de drugslords in de vuelva’s en dat gaat niet zachtzinnig. De Braziliaanse kolonel was een cavalerie-regimentscommandant geweest in het Amazonegebied en deed nog wat duiten in de zak met counterdrugs operaties. Of de Indiase majoor die een jaar met zijn eenheid was ingezet langs de Pakistaanse grens, helemaal COIN tot in z’n haarwortels. En als laatste voorbeeld de Zimbabwiaanse overste, die als rebel met Dr. Mugabe Zaïre was binnen getrokken en later met zijn regiment Congo binnenviel om tegengewicht te bieden tegen de Rwandese opmars. Daarna spreek je met de plaatsvervanger van de Rwandese infanteriecompagnie, die met Paul Kagame Rwanda binnentrok en later een gedeelte mee-
19
Wegenplan in Zuid Sudan vocht in de zogenaamde niet Rwandese opmars naar de Congolese hoofdstad, wat leidde tot de val van Mobutu. Boeiende oorlogsverhalen waar je avonden mee kan vullen, wat we vaak deden. Verder werkte ons team in nauwe samenwerking met de liaison officieren van de SPLA. Dit was een fluctuerende groep officieren aangevoerd door een luitenant-kolonel. Wanneer mijn favoriet mee was op patrouille, stopten we veelvuldig om hem te laten vertellen van de acties die daar hadden plaatsgevonden; buitengewoon interessante battlefield touren. De documenten die ik heb gebruikt om goed te kunnen doorgronden wat de exacte taakstelling voor de MLO-organisatie is, zijn: United Nations Security Counsel Resolution 19662, de artikel 1003 brief van de Ministers Uri Rosenthal en Hans Hillen en de OPORDs van de Force Commander. Toch blijft het in zo’n internationale wereld moeilijk te doorgronden wat er exact van je wordt verlangd. Opeens bevond ik mij in een Chapter VII operatie. Maar wat betekent Chapter VII voor ons optreden, mandaat, veiligheid en wat zijn de do’s and don’ts’. De Special Representative of the Secretary General (SRSG), Mrs. Hilda Johnson4 legde het uit als: ‘drink tea with them’, oftewel ‘develop a close and warm relationship’. Ja prima, maar we zijn er met een reden en hoe leiden mijn/onze handelingen er toe dat we de end state bereiken. U begrijpt het wel, zoveel MLOs zoveel meningen. Uiteindelijk heeft de Force Commander, De Nigeriaanse generaalmajoor Obi, na een jaar een commander’s guidance uitgegeven met een expliciete uitleg over het optreden van de MLO-organisatie en de Forces. De lezer moet beseffen dat UNMIS ondanks dat het een compleet nieuwe missie is, qua materieel en menskracht grotendeels is voortgekomen uit de beëindigde UNMIS. Hierdoor was de mindset niet goed ingebed, met alle gevolgen van dien. Het is dus niet zo gek dat het senior leadership grotendeels van de tijd bezig moet zijn met het richten van de eigen organisatie. Nieuw personeel, zoals ik, die later instroomden en niets met UNMIS te maken heeft gehad, stellen kritische vragen aan het zittende gezag, wat in het begin gezien wordt als lastig. Nu moet ik zeggen dat niet alleen de VN-organisatie dit door moest maken maar tevens de gezagsdragers en hun administratie van Zuid-Sudan. Ik herinner me een voorval waarbij wij een legereenheid van de SPLA wilde gaan bezoeken die
2 3
4
http://www.un.org/ga/search/view_doc.asp?symbol=S/RES/1996(2011) http://www.denederlandsegrondwet.nl/9353000/1/ j9vvihlf299q0sr/vivohaojc3k4 https://www.un.org/News/Press/docs/2011/sga1299.doc.htm
20
aan, eigenlijk op, de grens met Oeganda was gestationeerd en waar we per se niet heen mochten gaan. Wat we ook aanbrachten als argument en document, het zat nog steeds in hun hoofd dat er bepaalde delen ‘no go areas’ waren. In zo’n geval kun als westerling en VN-medewerker gewoon doorduwen, maar er is ook nog zo iets als een relatie en je eigen veiligheid en die van de teamleden. Een planning van een dergelijk bezoek kan dan gerust twee tot drie weken uitlopen, met uiteindelijk de ultieme inzet van de Force Com-
Brugslag mander of zelfs de SRSG. Second and third order effects mogen hier niet uit het oog verloren worden. Een overwinning van het MLO-team kan zoet zijn, maar wordt heel bitter als daarna niets meer gaat. Dit was zo’n moment dat ik terug sjokte naar mijn legering en met een bakkie uiteindelijk tot besef kwam, dat de westerling niet alles weet en kan. De werkroutine bestond uit het zoveel mogelijk bezoeken van SPLA eenheden. Eerst identificeren wat er allemaal was en tot op de laatste week werden we verrast met waar de zogeheten kazernes zich bevonden. Ondanks de aanwezigheid van de SPLA-liaison officieren was het nog niet gezegd dat alle eenheden bekend waren. Op patrouilles en door rapporten van derden vonden we nieuwe locaties. Alhoewel, nieuw ? De SPLA is erg gesloten en verhult niet gemakkelijk haar eenheden en de databasing van ons eigen team was ook niet om over naar huis te schrijven. Er waren al VN-militairen vanaf 2005 in het gebied en het is mij nog steeds een groot raadsel hoe het komt dat ik regelmatig weer een eenheid ontdekte waar we niets van wisten. We rapporteerde de G2 van het Force HQ en die was altijd weer laaiend enthousiast als we ‘nieuwe’ gegevens kwamen. De database was dus niet alleen bij ons incompleet. Het er gewoon heen rijden en een praatje houden, zoals dat in mijn ’hand-over take over’ periode gebeurde, was naar onze mening (mijn Nederlandse collegae en ik), niet de meest efficiënte wijze van optreden. Ook hoe er besloten werd, waar we wanneer heen gingen, was eerder een loterij dan een militair plan. Langzaam maar zeker is er voorge-
steld om het op een voor ons allen toepasbare concept van militaire besluitvorming te grondvesten. Besloten werd een maandplan te creëren met een duidelijk operatieconcept, zwaartepunt, eventualiteitenplannen en meer militaire bijzonderheden. Het bijkomend voordeel was dat we de nevenorganisaties op het State HQ konden laten mee plannen en mee laten beslissen over de af te leggen bezoeken. Dit is geen onverdeeld succes geworden in het begin, zoals ik al eerder aangaf is overleg binnen de VN erg precair. Gaandeweg sloten meereizenden zich aan en op een gegeven moment hadden we eindelijk die grote samengestelde patrouille, waar de VN-organisatie zo op hamerde. Niet dat dit vanzelfsprekend werd, het bleef hard werken en praten om deze koers vast te houden. Een bezoek aan een legereenheid was niet zo spectaculair, maar vereiste wel behoedzaamheid. In het begin loop je tegen een muur van onwilligheid aan, met behang van beleefdheid. Ook hier geldt dat de kracht zit in de herhaling. Gewoon er vaak naar toe gaan in gesprek blijven. Een bataljonscommandant die glashard bleef weigeren ons te woord te staan, was overbeleefd
Military Academy Het contact met de brigadecommandant van de 9th Brigade in East Equtorial State was een wisselend succes. Hij kreeg van ons het maandplan voor de volgende maand en wij vroegen hem dan om met ons mee te denken. Een tochtje in de VN-helikopter naar een over de grond onbereikbare locatie smeert de relatie wonderwel. Ik kon die SPLA-commandanten niet ongelijk geven. Ben je een zelfstandig land en heeft jouw organisatie het meest
Ik weet niet hoe ik mij zou voelen als er allemaal vreemde bezoekers op mijn kazerne zouden komen om vragen te stellen...’ nadat zijn brigadecommandant door de SPLA-liaison officieren was benaderd. Gaandeweg de tijd toonde hij meer medewerking en konden we spreken van een dialoog. De compagniescommandant op een andere locatie bracht ik wat kranten en dan was hij een open boek. Met hem kon je ook discussiëren over de toekomst van de SPLA en Zuid-Sudan.
bloed zien vloeien om het ultieme doel van zelfstandigheid te bereiken, komen er allerlei vreemde militairen bij jou buurten en willen ze alles van je organisatie weten. Ik weet niet hoe ik mij zou voelen als er allemaal vreemde bezoekers op mijn kazerne zouden komen om vragen te stellen. De MLO-organisatie is wel een speerpunt, naast de UNPOL en Civil Affairs,
voor de UNMIS als het gaat om ‘early warning’. Middels die bezoeken konden we snel polsen hoe de stemming in het gebied was. De SPLA is een leger zonder al te veel geld en veel te veel militairen. Een van de manieren om de wind uit de zeilen te nemen van rebellengroeperingen, is door ze op te nemen in het staande leger. Aan generaal-majoors hebben ze dan ook geen gebrek. Maar om een voormalige rebel, nu een trots lid van het staatsleger, af te laten vloeien is een degelijk programma nodig. Hem gewoon ontslaan creëert nieuwe rebellen, maar omscholingsprogramma’s of pensioenen instellen kost veel geld. Ergo, er zijn nu nog te veel legeronderdelen die ogenschijnlijk niets doen. Er wordt wel wat gepatrouilleerd in de omgeving van de kazernes, maar ik had niet de indruk dat dit veel uithaalde. Er is hier echt niets aan de hand. Alles is veilig en de burgers kunnen gewoon naar hun velden en weidegronden. Het wordt dan een lastig gesprek als ik het wil hebben over het stelen van vee van gisterenmiddag. In onze state bevindt zich de Military Academy. Hier worden de officieren opgeleid in de basis officiers training. Ik mocht het derde bezoek brengen en trof daar een enorm enthousiaste groep officieren aan die de staf en de docenten vormden. De locatie van de
21
academie stond op historische grond waar grote veldslagen hadden plaats gevonden tussen de SPLA en de Sudanese Armed Forces. En passant vond ik daar ook nog een schoolbataljon, waar de SPLA-liaison officieren ons niet over hadden verteld. Met de plaatsvervangend commandant werd een intentieverklaring opgesteld waarin wij zouden terugkeren met een aantal experts om wat lezingen en lessen te gaan geven. HIV-prevention, Humanitair Oorlogsrecht, leiderschap, echter aan ethiek durfde ik mij nog niet te wagen. Verder zou ik proberen een CIS-medewerker mee te nemen om de satellietschotel en het netwerk (vier desktops) weer te proberen te revitaliseren en een advocaat van Human Rights en Child Protection, die adviezen kon geven over met name de problematiek van de kindsoldaten. Voor de relatie met de gemeenschap zou UNPOL en Civil Affairs meegevraagd worden. Helaas heb ik het resultaat niet meer mogen meemaken in mijn rotatie, want de generaal-majoor O&T van het SPLA HQ in Juba had andere ideeën. Zelfs de inmenging van de Force Commander bracht hem niet op andere ideeën en de moeizame diplomatie woekerde voort op het moment van mijn afscheid. Toch denk ik dat dit een waardevol idee is om verder uit te buiten. Het alleen op bezoek gaan en praten is goed, maar de relatie moet worden verstevigd en wij brengen een heleboel militaire kennis en kunde mee, die zij mogelijk kunnen gebruiken. Bij dit bezoek ontmoette ik een luitenant die een cursus had gevolgd waar hij instructeurs van de Nederlandse School voor Vredesmissies had ontmoet, en laaiend enthousiast was over wat er te halen viel in de (militaire) wereld, maar het duurt nog een fiks aantal jaren eer deze generatie de ‘policy & decisionmakers’ zijn. Wat heeft een VN-missie te maken met de VOC? Alles en niets. Waarom verlaat je je gezin om een half jaar door de
Overleg met lokale autoriteiten
22
Jeugdige belangstelling boze wijde wereld te trekken ? Wanneer je een officier bent in de Nederlandse krijgsmacht moet je m.i. zo veel mogelijk ervaring verzamelen op de gekste plaatsen. Soldiering is toch ons vak en het al oude adagio van oud VN secretarisgeneraal Dag Hammarskjöld, ‘it’s not a soldiers job, but only a soldier can do it’, blijft onverkort van kracht. Die ervaring krijg je door het te doen. In een snel veranderende wereld en de focus die langzamerhand naar Afrika wordt verlegd, mag je zo’n inzet niet missen. Maar vergeet niet wat er op het persoonlijke vlak gebeurt. Jarenlang kijk je naar het journaal en zie je wat, in ieder geval datgene wat ze willen laten zien, er gebeurt op het Afrikaanse continent. Het wordt een compleet ander verhaal als daar tussen de mensen staat en met hen kan discussiëren. Wat wij soms vinden dat de beste oplossing moet zijn, ervaren zij geheel anders en het is heel moeilijk om je voor te stellen wat er in de hoofden
omgaat. Waarom heeft u geen programma voor uw troepen, zij moeten toch hun skills bijhouden, vroeg ik een bataljonscommandant. Zo westers als ik was, dacht ik dat hij het zou gaan hebben over een tekort aan geld of munitie e.d. Colonel Meino, he said, we have a few generations of battle hardened soldiers, a lot of war experience and we just won the battle of Heglig , there is no need to train, only to maintain loyalty and working hard on the fields for our food. Hun hele leven heeft in het teken gestaan van vechten en sterven voor een ideële zaak. Niks op en neer naar de Leusderheide of het Elbe Seite kanaal, niks uitzendtoelage en fortified cabins op de base. Je hele leven in de bush doorbrengen met net genoeg eten om niet dood te gaan en vervolgens dagenlang verplaatsingen te voet zonder water om vervolgens op een ontzettend dappere wijze de vijand te lijf te gaan, maakt een ander karakter. Opeens is je tijd voorbij en zie je een order verschijnen die jouw uitrotatie behandeld. Zeven maanden van huis is lang genoeg, maar ik denk dat we moeten overwegen om dit ook gewoon een missie van een jaar te maken, net als op de Golan Hoogvlakte. De contacten overdragen is een vervelend proces. Het is niet gewoon een ordner doorgeven, hier spelen sentimenten en gevoeligheden en die moet je in je ‘Denglish’ (Dutch/English) overdragen aan een andere niet native English speaker. Uiteindelijk is daar het moment dat je in de heli stapt en verdwijnt jouw operatiegebied gaandeweg uit zicht. Nog een paar dagen uitroteren in Juba en dan via het adaptatieprogramma in Kreta naar Nederland. Op vrijdagavond 2 november landde ik op Schiphol en kon ik mij weer thuis melden in de vrieskou. Ik geloof in het instituut United Nations. Als er iemand met je meekijkt, gedraag je toch anders, dit geldt ook voor de regering en het leger van Zuid-Sudan. Voor het individu is de VN een nachtmerrie, want het is een moloch met een inert intern systeem. Toch werkt het. Zonder de aanwezig-
Afscheid van Zuid-Sudan
‘Uiteindelijk is daar het moment dat je in de heli stapt... en verdwijnt jouw operatiegebied gaandeweg uit zicht.’ heid van de UNMISS zou Zuid-Sudan verder in het moeras van corruptie, schendingen van de mensenrechten en conflict met hun noorderburen verdwijnen. Alles wat je doet als VNmedewerker heeft een gevolg, micro door je lokale contacten en door je rapportages hoogst waarschijnlijk ook macro. U kunt nog zoveel voorvallen opsommen die niet volledig werken, wij hebben onze eigen zwarte geschiedenisdeel, maar er bij zijn levert altijd meer op dan vanuit Europa denken te
moeten vertellen hoe het zou moeten gaan. Waar ik nog mee worstel is de ‘Non Governmental Organisations industrie’. Overal staan hun borden langs de kant van weg of bij een project in een dorp, maar is dit wel de oplossing. Naastenliefde behoren we allemaal na te streven, maar of het zo moet gaan als het nu gaat, betwijfel ik. Deels zou ik willen stellen : ‘laat ze het zelf oplossen’. Als ze met ingewikkelde wapens kunnen vechten, kunnen ze ook leren hoe een tractor werkt. Ik kijk tevreden terug op weer een boeiende periode van mijn militaire loopbaan. Samen met mijn echtgenote heb ik een safari gemaakt door Oeganda. Ik was daar toch al in de buurt en later heb ik ook Rwanda en Burundi kunnen bezoeken. Maar de mooiste herinneringen bewaar ik aan de mensen die ik overal mocht ontmoeten. Wij westerlingen weten wel veel, maar ook weer niet. Er zit nu weer een VOC-lid bij UNMIS rotatie 2 en wellicht is hij over te halen om ook zijn impressies aan te leveren.
Zuid-Sudan
Ik wil afsluiten met een aanbeveling over een uitzending naar Afrika: aarzel niet, ga! ●
23
Toshiba raadt Windows 8 aan.
De Z930 is niet alleen ultradun- en licht maar ook duurzaam en krachtig dankzij de robuuste magnesium behuizing die aan de binnenzijde versterkt is met een honingraatstructuur. Voorzien van de derde generatie Intel® Core™ processors voor Ultrabook™ kan de Z930 moeiteloos overweg met veeleisende toepassingen. De efficiënte Solid State Drive (SSD) en de Intel® Rapid Start Technology, starten pijlsnel op en zijn binnen enkele seconden bedrijfsklaar. Met 3 USB poorten en aansluitingen voor HDMI, VGA, Gigabit LAN en SD staat de Z930 borg voor snelle, gemakkelijke verbindingen. Het full-size backlighttoetsenbord stelt u in staat comfortabel te typen, zelfs bij weinig licht. Ultrabook™. Geïnspireerd door Intel.
WWW.TOSHIBA.NL/COMPUTERS
Intel, het logo van Intel, Intel Inside, Intel Core, Ultrabook en Core Inside zijn handelsmerken van Intel Corporation in de Verenigde Staten en andere landen.
PORTÉGÉ Z930 ’S WERELDS LICHTSTE ULTRABOOK™ OMDAT DE REST AL ZWAAR GENOEG IS
A-esk 41 Tkbat - Winnaar van de Canadian Army Trophy in 1989
50 jaar 1963-2013
Canadian Army Trophy Kapitein R.C. Kuenen - 1 CIMIC bataljon Na de stationering van geallieerde strijdkrachten na het einde van de Tweede Wereldoorlog in West-Duitsland, ontstond al snel de wens om onderlinge wedstrijden te houden tussen militaire eenheden van de diverse landen. Zo was er de ‘Britannia Shield’, die vanaf 1946 in Engeland werd gehouden. Sporten waren boksen, zwemmen, schieten en schermen. In 1951 werden er schietwedstrijden georganiseerd tussen de geallieerde legers gelegerd in West-Duitsland om de ‘Prix Leclerc’. Het zou uitgroeien tot de ‘Olympische spelen’ voor kleinkaliber schietwedstrijden binnen de NATO. Onderlinge tankschietwedstrijden werden pas in 1963 voor het eerst gehouden, en wel om de ‘Canadian Army Trophy’ (CAT). Deze wedstrijd werd gezien als de ‘Prix Leclerc’ voor het tankschieten. Of zo men wil: de internationale uitgave van de ‘Bult Francis Cup’, de wisselbeker waar de Nederlandse tankeskadrons ieder jaar om streden. Deelname aan deze CAT was tot voor kort een belangrijk deel van de cavalerietraditie, die ik in verband met het 50-jarig jubileum - in 2013 - graag nader wil belichten. Tijdens de oprichtingsvergadering van de Canadian Army Trophy op 20 maart 1962, onder voorzitterschap van (Staf) Comlandcent (Commandant Landstrijdkrachten in Centraal Europa) in Fontainebleau, werd als doel van de wedstrijd vastgelegd ‘to improve the overall standards of tankgunnery within forces participating’. Daarnaast de deelnemers in de gelegenheid
stellen elkaar te ontmoeten in een ware geest van kameraadschap. De Canadese regering stelde een zilveren model van een Centurion-tank als prijs beschikbaar. Dit model kreeg de naam ‘Canadian Army Trophy for Tank Gunnery’. De eerste wedstrijd om de CAT werd in 1963 gehouden op het NATO schietterrein Bergen-Hohne. De wedstrijd
stond open voor alle NATO-landen die deel uitmaakten van de Allied Land Forces Central Europe. Voor 1963 hadden Canada, Engeland, Nederland, Duitsland en België zich aangemeld. Voor Nederland deden vijf tankbemanningen mee: twee van 11 Tankbataljon en drie van respectievelijk 41, 43 en 101 Tankbataljon. Deze teams waren uitgekozen in verband met hun prestaties tijdens de onderlinge strijd om de Bult Francis Cup. Alle zeven oefeningen werden geschoten vanuit een stilstaande tank op zowel bewegende als stilstaande doelen. Bewegende schijven, tanks voorstellende, die op afstanden tussen 650 en 1450 meter door het voorterrein reden en stilstaande schijven, op afstanden soms tot boven twee kilometer, die een antitankkanon, een vrachtwagen dan wel de voorkant van een tank te zien gaven. Op de bewegende doelen werd met pantsermunitie geschoten, op de stilstaande doelen meestal met brisantmunitie. Een wolkje in het terrein, de z.g. mondingsvlamnabootser, gaf steeds aan wanneer een schijf omhoogkwam. De score was afhankelijk van treffers, snelheid en strafpunten.
25
Bergen-Hohne. De CAT wedstrijden op baan 9 in 1977 De tijdsfactor telde zeer zwaar. Voor de meeste oefeningen met drie of vier granaten kreeg men slechts twaalf seconden, voor twee brisantdoelen vijftien seconden en voor het brisantdoel boven 2000 meter met vijf granaten, dertig seconden. Het aantal seconden dat langer werd gevuurd leverde strafpunten op en treffers bij de eerste schoten leverde extra punten op. Elk land voerde in hun eigen schietperiode in Bergen-Hohne, met tussenpozen van een maand, deze vastgestelde schietoefeningen uit. Pas aan het eind van het jaar was dan het winnende land bekend. Van een verbroedering - wat juist een van de charmes is van internationale militaire wedstrijden - was geen sprake, want de cavaleristen kregen elkaar niet of nauwelijks te zien. In deze eerste CAT wedstrijd werd Nederland met 1221 punten derde. In de eerste jaren van de CAT-wedstrijd wisten onze tankbemanningen zich goed te weren tegen-
Spanning in de baan en op de tribune
26
over getrainde beroepstankers, die jaren ervaring hadden en speciaal trainden voor deze competitie. De Nederlandse tankbemanningen bestonden uit dienstplichtigen, gemiddeld twintig jaar oud, die tien maanden in dienst waren en zich minder dan zes maanden op dit evenement hadden kunnen voorbereiden. In 1965 werd de CAT op nieuwe leest geschoeid. Er werd niet meer maanden na elkaar geschoten, maar alle vijf deelnemende landen schoten in één vijfdaagse periode tegelijk. De aanpak had de allure van de bekende Prix Leclerc schietwedstrijden: tribune en vlaggen op de schietbaan, een feestelijke opening en een niet minder feestelijk slot. De deelnemers kwamen een week voor de wedstrijd naar Bergen-Hohne om daar te trainen. De wedstrijd zelf werd verdeeld over vijf dagen. Iedere dag schoot van elk land één tankbemanning alle oefeningen. De strijd kreeg daardoor een aantrekkelijke spanning, terwijl het resultaat onmiddellijk na het laatste schot tijdens een stijlvolle ceremonie bekend werd gemaakt. Oorzaak dat de Nederlanders in de eerste jaren van de wedstrijd niet wonnen, waren m.n. onvoldoende trainingsmogelijkheden. In 1967 namen de Duitsers voor het eerst deel met hun nieuwe Leopard-1 tank. De Belgen kwamen weer uit met hun vertrouwde M47 Patton, terwijl de Britten en Canadezen hun hoop op de Centurion hadden gevestigd, net als Nederland. De commandant AFCENT, generaal J. Bennecke, hoopte dat het mogelijk zou zijn de competitie meer aan gevechtsomstandigheden aan te passen en ook te bezuinigen door het huidige systeem van selectie van de bemanningen te herzien. In 1970 zou dat ook gebeuren. In plaats van stil-
Tableau van de deelnemende landen in 1977 staand vanaf een platform op stilstaande doelen te vuren, schoten de tanks rijdend op bewegende doelen. Zowel de (Canadese) organisatoren als waarnemers bleken tevreden over deze reëlere opzet. Slechts drie landen namen dit jaar aan de wedstrijden deel: Canada, Duitsland en Engeland. Vanuit kostenoverwegingen werd de wedstrijd vanaf toen tweejaarlijks gehouden. In 1977 werden de regels herzien. Dit hield ondermeer in een verhoogde gevechtsvaardigheid en inzetbaarheid (‘readiness’). Zo werd een aanval beoefend waarbij een oprukkende tank met kanon en mitrailleur in verschillende posities zo snel en efficiënt mogelijk een doel moest zien te raken. Dat doel kon tot op twee kilometer afstand van de gevechtsmachine liggen. Het kwam plotseling op en kon bewegend of stilstaand zijn. Er konden ook meerdere doelen tegelijk zijn. De aanval werd uitgevoerd door drie tanks. Een systeem van loting moest voorkomen dat de legers hun beste mannen voor de wedstrijd selecteerden. De Amerikanen deden dit jaar voor het eerst mee met hun beroepsmensen, maar zij eindigden door onervarenheid met de wedstrijdregels op de laagste plaats. In 1981 zag de staf van 41 Tankbataljon reeds in dat bij het bedrijven van topsport meer komt kijken dan alleen intensief trainen. Het ging erom dat ze beter geconcentreerd waren en tijdens de wedstrijd niet minder gingen schieten dan tijdens de training. De wedstrijd bestond uit een zoge-
naamde ‘battlerun’ voor een ‘troop’, waarbij stilstaand en rijdend werd geschoten met het kanon en de mitrailleur. In elk van de drie vuuropstellingen werden minimaal twee en maximaal vijf doelen gepresenteerd op afstanden tussen 1000 en 2000 m; de doelen waren veertig seconden zichtbaar. Deelnemers wisten niet hoeveel doelen er per keer zouden verschijnen en evenmin op welke afstand. Tijdens de sprong van vuuropstelling naar vuuropstelling werd rijdend op een kanondoel en op dertig mitrailleurdoelen geschoten. Daarbij moest een gemiddelde snelheid van 16 km/u worden gehaald. Voor het totaal van achttien kanondoelen waren slechts dertig granaten per troop beschikbaar. Hoewel elk nationaal team bestond uit vijf troops, deden er slechts vier mee aan de wedstrijd; de vijfde troop trad op als reserve en schoot mee in een aparte wedstrijd voor reservepelotons. Selectie vond plaats door loting o.l.v. de hoofdscheidsrechter. Slechts de drie troops met de hoogste score telden mee voor het eindklassement. De punten werden toegekend door de leden van het internationale scheidsrechterteam. De wedstrijd was tot 1983 een onderlinge aangelegenheid voor de Northern Army Group. Dat jaar echter werd er door de kleinere diversiteit in tanks, gestreden tussen de in WestDuitsland gestationeerde Noordelijke legergroep (Northag) en de Centrale legergroep (Centag). Maar aangezien het delen van een prijs met andere landen niet zo motiverend
C-esk 43 Tkbat met de Trophy in 1991
27
Een Canadese Leopard1A4 in actie op baan 9 tijdens de CAT 1991 was, kwamen de drie beste pelotons per legergroep ook voor een prijs in aanmerking. In 1985 nam Nederland voor het eerst deel met de nieuwe, geavanceerde Leopard-2 tank. Een andere spannend element werd door de Amerikanen in de wedstrijd gebracht, omdat zij voor het eerst verschenen met hun modernste tank, de M-1 Abrams. Het kwaliteitsverschil tussen twee generaties tanks kwam onbarmhartig aan het daglicht. De Leopards-2 en de M-1 Abrams schoten gemiddeld 21.000 punten per peloton bij elkaar. Het Duitse team, dat met een verbeterde versie van de Leopard-1 schoot, behaalde gemiddeld 19.000 punten. De Britse pelotons met de Chieftain, de Canadese en Belgische pelotons met de Leopard-1 en de Amerikaanse pelotons met de M-60 haalden niet meer dan 14.000 tot 18.000 punten. De opperbevelhebber van de geallieerde strijdkrachten in Centraal Europa (CINCENT) prees in zijn toespraak de kwaliteiten van de aanwezige pelotons: ‘Moderne tanks doen hun intrede bij onze strijdkrachten. Zij bieden vele voordelen, maar de beslissende factoren voor een hoog peil bij het tankschieten zijn niet veranderd. Leiderschap, samenwerking en korpsgeest bij de tankeenheden blijven de belangrijkste vereisten’. Nederland was als beste eenheid naar voren gekomen door intensieve voorbereiding, inzet, vakmanschap en teamgeest. De Trophy ging naar Northag, waar Nederland deel van uitmaakte. De Bevelhebber der Landstrijdkrachten, kende daarom de BLS-speld (voor groepswaardering) toe aan de CATpelotons vanwege de winnende
28
prestaties bij de CAT tankschietwedstrijden. Dit was de eerste keer dat een Nederlands team de Canadian Army Trophy won. Voor de wedstrijd in 1987 werd er een CAT-projectbureau ingericht met deelnemers uit vorige CAT wedstrijden. Ook de betere training droeg bij aan de goede prestaties. Zo werden er bij de voorbereiding een video-oefenuitrusting en de Pelotons Vuurleidings Trainer (PVT) gebruikt. Door het aansluiten van het videosysteem op de richtmiddelen van de tank kon men precies zien wat de schutter deed en achteraf analyseren wat er goed en fout ging. Met de PVT kon de samen-
De score in 1981
werking tussen de vier de tanks van elk peloton droog worden beoefend. De PVT was oorspronkelijk voor twee tanks ontworpen voor de training voor de ‘doppelpanzers’, een run met twee tanks, die in het begin verschoten werden. Hierdoor kwam de communicatie in en tussen de tanks beter tot stand. Rond april 1987 werd de PVT uitgebouwd voor het gebruik met vier tanks. Het resultaat was verbeterde actietijden en het beter leren bepalen van de sectorindelingen. Toen Nederland in 1989 voorstelde niet meer mee te doen aan de schietwedstrijd voor tanks om de Canadian Army Trophy, heeft de commandant van de Northern Army Group persoonlijk gevraagd of Nederland alsnog wilde deelnemen aan de ‘Olympiade van het tankschieten’. Deelname was te duur geworden, oordeelde men in Nederland vóór het bezoek van de Northag-commandant. Uiteindelijk werd alsnog besloten mee te doen aan de CAT. Het geeft al aan dat het meer was dan alleen een wedstrijd tussen tankpelotons van Northag en Centag. De ‘battle runs’ kostte per run
bijna een ton (in guldens), nog los van de opleidingskosten en de munitie bij de voorbereidingen. Om een indruk te krijgen van de vorderingen van de deelnemende landen binnen Northag (Nederland, Duitsland, Engeland en België) werd voor de CAT reeds een vriendschappelijk treffen gehouden, de z.g. mini-CAT. Pas toen kwamen de praktische problemen boven water. Zo bleek de loop van de Leopard-2 al na enkele schoten licht door te hangen en niet, zoals de fabrikant opgaf, pas na vijftien schoten. De schutters moesten deze afwijking zelf leren corrigeren. De Britten deden in 1989 niet mee omdat zij zichzelf al tevoren als kansloos hadden bestempeld. Met hun in eigen beheer ontwikkelde Challenger-tank durfden zij deze uitdaging niet aan, bang voor een blamage. Bij de vorige wedstrijd in het Zuid-Duitse Grafenwöhr presteerden zij met hun Challenger-tanks zo slecht, dat de leiding van het British Army on the Rhine (BAOR) had geadviseerd niet aan de CAT deel te nemen. Het ging daarom dat jaar alleen tussen de Duitse Leopard-1, Leopard-2 en de Amerikaanse M-1 Abrams tanks. Door de verzengende hitte was
Ritmeester Ad Koevoets - NL Jurylid CAT in 1991
Bergen-Hohne baan 9. Een sectie Leopard-1 tanks maakt een run het wedstrijdterrein gortdroog. De schoten deden zo veel stof opwaaien dat het waarnemen van doelen sterk werd bemoeilijkt. De Nederlanders hadden dat probleem tijdens hun voorbereiding onderkend en hadden hun vuuropening daar op aangepast. Tegen de logica van de praktijk in werden eerst de achterste doelen onder vuur genomen. Als je namelijk de voorste doelen het eerste afschiet, bestaat het gevaar dat je last hebt van een stofwolk die het zicht op andere doelen ernstig belemmerd. Dat jaar waren de doelen kleiner, niet groter dan het vooraanzicht van een tankkoepel. Bovendien kreeg elke tank een andere doelenpresentatie voorgeschoteld, zodat de laatste deelnemers niet door betere verkenningsmogelijkheden in het voordeel zouden zijn. De vlaggen, de volle tribunes, de spanning, de concentratie, de resultaten en het gejuich waren allemaal ingrediënten die bij deze sportieve gebeurtenis op hoog niveau thuishoorden. Het winnen was gebaseerd op vier pijlers: personeel, materieel, training en leiderschap. Door de uitstekende resultaten versloeg Northag (Northern Army Group) de collega-tankers van Centag (Central Army Group). In 1991 deden de Amerikaanse en Engelse teams niet mee.
Ze hadden zich vanwege de Golfoorlog niet kunnen voorbereiden op de wedstrijd, maar ook Nederland kende problemen. Voor 1991 was het A-eskadron 43 Tankbataljon aangewezen als CAT-deelnemer. Daardoor kon al tijdens de opleiding op het Opleidingscentrum Cavalerie een eerste selectie plaatsvinden. Hierna werd begonnen met trainen en teamvorming. Er kwam echter een kink in de kabel: de diensttijdverkorting. Door het vervroegde afzwaaien zou het A-eskadron niet meer beschikbaar zijn voor de CAT. In januari kon men daarom van voren af aan beginnen, nu met het C-eskadron. Door dag en nacht te oefenen, zes dagen per week er voluit tegen aan te gaan hebben onze jongens toen een niveau bereikt om trots op te zijn. Er werd nog vanuit gegaan dat de volgende wedstrijd in 1993 zou worden gehouden. De Nederlanders hebben hiervoor nog de emblemen laten vervaardigen, doch de wedstrijden werden vanaf dat jaar vanwege de bezuinigingen en reorganisaties voorlopig opgeschort.
Canadian Army Trophy for Tank Gunnery
29
Nederlandse deelname Canadian Army Trophy 1963
Bergen-Hohne, Centurion, 3e plaats, 11, 41, 43 en 101 Tkbat
1964
Bergen-Hohne baan 5B, Centurion, 4e plaats, B-esk 43 Tkbat
1965
Bergen-Hohne baan 5A, Centurion, 4e plaats, A-esk 11 Tkbat
1966
Bergen-Hohne, Centurion, 5e plaats, B-esk 101 Tkbat
NL CAT emblemen In 2003 werd de zilveren Trophy in Nederland tentoongesteld. Bij deze tentoonstelling en de reünie voor veertig jaar CAT heb ik een overzicht gemaakt van alle Nederlandse CAT-emblemen. De afgelopen jaren zijn ook items van de ‘Prix Leclerc’, ‘Britannia Shield’, ‘Boeselager’ en ‘Canadian Army Trophy’ bij elkaar gebracht.
1967
Bergen-Hohne baan 5A, Centurion, 5e plaats, 41 Tkbat
1968
Bergen-Hohne baan 5A, Centurion, 4e plaats, C-esk 43 Tkbat
1970 1973
Bergen-Hohne, geen NL deelname Bergen-Hohne, Leopard-1, 3e plaats, B-esk 11 Tkbat
1975 1977
Bergen-Hohne, geen NL deelname Bergen-Hohne, Leopard-1, 5e plaats, B-esk 11 Tkbat
Voor de CAT zijn van bijna alle deelnemende landen sinds 1963 hun emblemen compleet gemaakt. Veel musea, verzamelaars, CAT-eenheden en oud-deelnemers hebben hieraan bijgedragen. Maar ook de oorkonden, programmaboekjes, prijzen, reglementen, stickers, uniformen, etc. zijn nu vrijwel compleet. ●
1979 1981
Belangstellenden kunnen voor informatie of schenkingen contact opnemen met de auteur via mobiel 06-20362926 of
[email protected].
1985
Bergen-Hohne, geen NL deelname Grafenwöhr, Leopard-1A1, 6e plaats, B-esk 41 Tkbat
1983
Bergen-Hohne, Leopard-1A1, Centag winnaar (NL 5e plaats), B-esk 11 Tkbat Bergen-Hohne baan 9, Leopard-2, Northag winnaar (NL 1e plaats), A-esk 43 Tkbat
1987
Grafenwöhr, Leopard-2, Centag winnaar (NL 4e plaats), C-esk 43 Tkbat
1989
Bergen-Hohne baan 9, Leopard-2A4, Northag winnaar (NL 1e plaats), A-esk 41 Tkbat
1991
Grafenwöhr, Leopard-2A4, Northag winnaar (NL 2e plaats), C-esk 43 Tkbat
Prijsuitreiking CAT 1983 - B-esk 11 Tkbat
30
Los van de ‘ranking’ om de CAT Trophy, heeft Nederland ook bij de best scorende pelotons diverse prijzen behaald.
aanwezig en de auto’s geparkeerd zijn, vindt een Concours d’ Élégance plaats. Een deskundige jury beoordeelt de auto’s en uzelf op een aantal criteria (o.a. originaliteit, motortechniek, outfit equipe, productieaantallen enz.).
Équipes
NIEUW EVENEMENT
De St. Joris Rally Op 25 mei 2013 wordt voor VOC en VOOC-leden een nieuw evenement georganiseerd : de ‘Sint Joris Rally’.
Deelnemende auto’s Het is de bedoeling met klassieke auto’s te rijden, of auto’s die het in zich hebben om een klassieker te worden. Dat betekent, dat u meer dan welkom bent in een Bentley ‘Blower’ 4 ½ liter uit 1930, maar dat een Ferrari F12 Berlinetta uit 2012 ook toegelaten wordt. Ook prima is de categorie MG-B, Volvo Amazon, Austin Healey, Alfa Gulietta, enz. U mag ook inschrijven met een gewone alledaagse auto. Er kunnen maximaal 50 auto’s deelnemen, bij overinschrijving worden eerst (potentiële) klassiekers toegelaten en daarna de meer alledaagse automobielen.
Locatie
Een deelnemende équipe bestaat uit een rijder, een navigator (zo mogelijk beiden lid van de VOC of VOOC) en een auto. In een auto met ruimte mogen meer mensen meerijden, ook hier geldt bij voorkeur VOC / VOOC-leden. U tekent vooraf een vrijwaringsclausule waarin staat dat bij calamiteiten (kapotte auto, snelheidsovertredingen, schades) de VOC / VOOC of het organisatiecomité niet aansprakelijk kan worden gesteld. Er wordt een bijdrage voor de lunch gevraagd van € 30 per persoon. De verschuldigde bijdrage dient vooraf overgemaakt te worden op rekening 55.17.49.628 van de Stichting SGW Maarsbergen onder vermelding van Sint Joris Rally. Het spreekt voor zich dat het tenue van de rijder en de navigator past bij de historie van het automobiel.
Prijzen Er worden aan het eind van de dag drie prijzen uitgereikt: • de mooiste combinatie van auto en équipe, de ‘Maarsbergen Trofee’ • de meest bijzondere auto, de ‘Carel Godin de Beaufort Trofee’ • de winnaars van de tourrit en de navigatieproef, de ‘St. Joris Rally Trofee 2013’
Opgeven en betalen
De Sint Joris Rally heeft als locatie het Landgoed Maarsbergen, waar verzameld, gestart en gefinisht wordt en waar de afsluitende VOC / VOOC-borrel plaats vindt. Naast de Sint Joris Rally vind er op het landgoed op dezelfde dag een internationale eventing wedstrijd plaats.
U kunt zich tot 1 mei 2013 opgeven - VOC-leden : via de website van de VOC - VOOC-leden : via een mail naar Erwin Vonk. Mailadres :
[email protected] Vermeld in de kolom bijzonderheden via de website of in de mail in ieder geval namen, regiment en e-mailadressen van de deelnemers/équipes, en van de auto het merk, type en bouwjaar.
Programma
Het organisatiecomité
Vanaf 10.00 uur wordt u verwacht in het verzamelgebied op het Landgoed Maarsbergen, Om 11.00 uur vindt de opening van het evenement plaats en tevens de bevelsuitgifte van de rally door de wedstrijdleider. Vanaf 11.30 uur gaat er, om de minuut, een équipe over het aanvangspunt. U krijgt de lunch mee tijdens de rally. Om 16.30 uur is iedereen weer terug op het Landgoed Maarsbergen voor de borrel en de prijsuitreikingen. Het is nadrukkelijk geen snelheidswedstrijd, maar een tourrit zonder wedstrijdelement (met gebruik van de bekende stafkaart 1 : 50.000). Het doel is een plezierige kaartleesmiddag te beleven en kennis te maken met een aantal verschillende kaartlees- en routesystemen. De rally heeft als thema ‘de Grebbelinie’ en voert langs interessante punten rond dit thema in de omgeving van Renswoude, Voorthuizen, enz. Om u toch even te testen op uw stressbestendigheid vindt er tijdens de rit een speciale navigatieproef plaats. Alle deelnemers leggen deze proef af en hieruit ontstaat een klassement. Wanneer ’s ochtends de équipes
Reserve majoor Gert-Jan Polman, voorzitter Luitenant-kolonel Erwin Vonk, secretaris Reserve ritmeester Maurits van der Goes, penningmeester Majoor Hein van Rijckevorsel, technisch commissaris ●
Het ‘Adderbataljon’ is er al klaar voor...
31
Nationaal Technologie Project Advanced Vetronics Ritmeester Wouter Samson Over de intercom klinkt ‘shot 3 o’clock’, op het beeldscherm wordt aangeven waar het schot vandaan komt en op het 360 graden camerabeeld wordt aangeven vanuit welk terreindeel wordt geschoten. De bemanning neemt een opstelling in en zijn met het boordwapen gelijk gericht op de bedreiging. Toekomstmuziek? Ja, maar wel de zeer nabije toekomst, want door middel van nieuwe sensoren en de integratie ervan kan de bemanning van een voertuig een beter omgevingsbewustzijn opbouwen. Momenteel wordt deze kennis op het integreren van sensoren uitgebreid door een Nationaal Technologie Project (NTP).
Een NTP heeft als doel specifieke kennis op een bepaald vlak te vergroten. Het NTP ‘Advanced Vetronics’ moet meer inzicht geven in sensorintegratie voor voertuigen. Om dit te bereiken werkt Defensie samen met Thales en TNO, waarbij Defensie een voertuig en de sensoren zal aanleveren. Thales zorgt voor de simulatie, bouw van het conceptuele Battlefield Management Systeem (BMS) en de bouw van de sensoren en andere apparatuur in het voertuig. De wetenschappelijke onderbouwing voor de ‘human machine interface’ wordt verzorgd door TNO. Het NTP zelf is uit een aantal workshops opgebouwd. De eerste workshop is om te bepalen wat de uiteindelijke doelen zijn en welke sensoren gebruikt worden. De daarop volgende workshops worden gebruikt voor simulaties in Virtual Battle Space 2 (VBS2). Met deze simulaties wordt getest of de uitgedachte werkwijze voldoet. Aan de hand van evaluaties worden dan verbeteringen en wijzigingen toegepast. De laatste workshops
32
worden gebruikt voor de opbouw van de ‘demonstrator’. De volgende onderwerpen komen aan bod : allereerst zal ik de doelen behandelen die zijn opgesteld om sturing te geven aan het project. Gevolgd door de in het NTP opgenomen sensoren met een korte beschrijving. Tot slot ga ik in op de simulaties en sluit ik af met de conclusies.
Doelen Tijdens de workshop werden de doelen vastgesteld om het project op het juiste spoor te houden. Het voornaamste doel was natuurlijk kennis opdoen, maar dat kan concreter. Gezamenlijk met TNO hebben de medewerkers van Defensie en Thales de doelstellingen geformuleerd met focus op een zo praktische en realistisch mogelijke invulling. De volgende subdoelen werden vastgesteld : • informatiesuperioriteit verkrijgen • informatie verrijking door het leveren van meerdere sensor gegevens • de personen in het voertuig voorzien van sensorinformatie zonder deze personen met informatie te overbelasten Deze doelen zijn het best als volgt samen te vatten: het omgevingsbewustzijn en de beslissingscapaciteit van voertuigbemanning verbeteren zonder deze bemanning te overbelasten.
De sensoren Tijdens de eerst workshop hebben deelnemers vanuit Defensie een aantal sensoren voorgesteld. Uiteraard hebben functionarissen hierbij verschillende belangen. Deze belangen worden behandeld bij de opsomming van de sensoren verder in dit artikel. Uiteindelijk werd bepaald welke acht
sensoren zou worden toegepast binnen het NTP. De volgende sensoren zijn voor het project gekozen : 1. 360 graden camera 2. IR-camera 3. laser range finder 4. gevechtsveldcontroleradar ‘Squire’ (GVCR) 5. een akoestische sensor, ontwikkeld door een Nederlands bedrijf. Hiermee kunnen klein kaliber wapens (KKW), artillerie (Art) en Rocket propelled grenade (RPG) worden gedetecteerd 6. Sigint Man packed System (SMS), een systeem waarmee radiosignalen worden gedetecteerd 7. GPS en kompas 8. Voertuig informatie systeem (VIS) / Controller area network (CAN) bus interface Omdat er ook onderzoek gedaan moest worden naar de presentatie van de informatie, werd bepaald dat elk bemanningslid een beeldscherm moest hebben en dit beeldscherm alle sensorinformatie moest presenteren. Figuur 1 geeft de uiteindelijk gekozen optie aan waarbij de hardwareknoppen om de rand zijn gesimuleerd.
360 graden-camera De camera is aangebracht met de bedoeling om omgevingen 3-dimensioneel in kaart te brengen voor trainingsdoeleinden. Al snel werd de meerwaarde door de ontwerpers gezien. Met het aan elkaar plakken van beelden (stitching) werd de 360 graden-camera als een all round view aangeboden op een beeldscherm. De testbemanningen waren in eerste instantie zeer sceptisch. Tijdens het rijden was het beeld moeilijk te interpreteren en gedurende statisch optreden werd de meerwaarde niet gezien. Dit veranderde al toen er een klokstand in het beeld werd aangegeven. Uiteindelijk hebben ervaring, nieuwe aanduidingen in het beeld (zoals een weergave van de shot detection en de richting van de camera’s) en goede schermindeling ervoor gezorgd dat de
Een beeldscherm met het conceptuele BMS (CERBERUS van Thales), de buttons rondom en de 360 graden camera onderin. De volgende sensoren worden in de 360 camera weergegeven: rood KKW-schot waargenomen tussen 11 en 12 uur ten opzichte van het voertuig, geel een radiosignaal op 6 uur, paars laser range finder camera op 4 uur en zwart de Infrarood camera tussen 7 en 8 360 graden-camera een zeer gewaardeerde sensor is geworden. Dit blijkt wel uit de vraag van beide bemanningen die wilden weten wanneer er ook een IR-beeld van de 360 gradencamera komt.
GVCR Squire
Deze camera is opgenomen, omdat een van de randvoorwaarden was dat een bemanning onder alle omstandigheden met een sensor een beeld moet kunnen krijgen van een object. Uiteraard was er commentaar op de IR-camera, omdat de scherpte van VBS2 niet met de werkelijkheid overeen komt.
In tegenstelling tot de radar, die momenteel in gebruik is bij Defensie, werd in de simulatie en ook op de demonstrator de radar op het voertuig geplaatst. Doordat het navigatiesysteem de radar met de locatie en richting voedt, is de radar sneller inzetbaar. De radarplots werden niet op een apart beeldscherm weergegeven, zoals nu het geval is, maar op hetzelfde beeldscherm waar de ‘BMS kaart’ en alle andere sensoren ook op te roepen zijn. De plots worden gepresenteerd op de digitale kaart waarbij de richting in het terrein word weergegeven.
Laser range finder
Akoestische Sensor
Deze sensor werd opgenomen, omdat de sensor informatie levert die essentieel is voor de bemanning en wanneer gekoppeld met de navigatiesystemen van het voertuig een coördinaat kan geven van het door de laser aangestraalde doel. Tevens biedt de laser range finder de dagzichtcamera.
Deze sensor werd vanaf het begin van het NTP van grote meerwaarde beschouwd door de mogelijkheden die de nieuwe technologie biedt. Op basis van de aangeleverde gegevens door Microflown Avisa (de ontwerper van de sensor) werd een gunshot detection gegenereerd. Bij deze sensor
IR-camera
33
moest er ook over de presentatie worden nagedacht. Dit omdat de sensor nieuw is en er weinig bestaande data op dit gebied is. Al snel werd geconcludeerd dat er een akoestisch signaal over de intercom en headset moest komen en op het beeldscherm een grafisch signaal. Het grafische signaal was een pop up kompasroos waar de graden voor uren zijn verwisseld. Wanneer er wordt geschoten komt dit op en geeft in de uren stand aan waar vandaan wordt geschoten. Uiteindelijk is dankzij de simulaties een goed resultaat bereikt met de presentatie.
Simulaties De simulaties hebben als doel gehad de optimale setting en presentatie te bepalen voordat er daadwerkelijk een demonstrator wordt gebouwd. Tevens kunnen, in tegenstelling tot bij de demonstrator, de sensoren gebaseerd worden op de varianten uit de nabije toekomst. Hierdoor kunnen nieuwe mogelijkheden worden getest. Met de demonstrator is dat minder goed mogelijk, omdat Defensie alleen bestaande sensoren aanlevert (alleen de akoestische sensor is hier een uitzondering op). Het zestal simulaties hebben de volgende zaken opgebracht: 1. een goede presentatie van de nieuwe sensoren, zoals de akoestische sensor, de SMS en de 360 graden-camera 2. een goede weergave van alle sensoren op één beeldscherm voor de bemanningsleden en twee beeldschermen voor de commandant 3. integratie van sensoren; een goed voorbeeld hiervan is het aangeven van de camera’s, SMS en de shot detector in het 360 graden-beeld voor een verbetering van het omgevingsbewustzijn 4. goede werkposities voor de voertuigbemanning
Rechts boven is de pop up met een gele streep uit de klok stand waar vandaan word geschoten
Signal intelligence Man packed System (SMS) Om zoveel mogelijk sensoren te verkrijgen met een verschillende output werd de SMS opgenomen. Ook bij de SMS moest nagedacht worden over een presentatie vorm. Uiteindelijk is gekozen voor een vergelijkbare grafische presentatie als voor de akoestische sensor, een pop up met een ander icoon. Ook het akoestisch signaal is anders.
GPS en kompas De GPS/kompas-combinatie is benodigd als navigatie en positiebepalingsysteem. Dit is nodig om andere sensoren optimaal te laten functioneren. Bijvoorbeeld de eigen positie voor de Squire, een coördinaat van het met de laser aangestraalde doel en het BMS.
Voertuig Informatie Systeem (VIS) Dit is een verzameling van voertuigsensoren die uiteindelijk ook weer gesimuleerd worden. Binnen de simulatie kan bijvoorbeeld de batterijconditie, brandstofniveau, munitievoorraad enz. gegenereerd worden. Bij de demonstrator worden door middel van potmeters maximaal twee signalen weergegeven. Dit omdat het huidige demovoertuig geen VIS bevat.
34
De simulaties werden ondersteund met militaire bemanningen. Deze bemanningen zijn door 103 en 104 JVE van JISTARC geleverd en waren, op een uitzondering na, elke keer gelijk. De ervaring opgedaan door de bemanningen is ook weer van belang voor TNO. TNO verkrijgt de juiste informatie door middel van uitgebreide evaluaties. Deze evaluaties duurden ongeveer een uur en waren een combinatie van een vragenlijst en een open discussie. Commentaar werd zoveel mogelijk voor de daarop volgende simulatie verwerkt. Bij de eerste simulaties kon veel relevante informatie verwerkt worden. Maar naarmate de simulaties vorderden waren de integratie, presentatie en besturing van de sensoren zo geoptimaliseerd, dat er slechts commentaar geleverd werd op zaken die buiten de scope van het NTP vallen. Een voorbeeld hiervan is het conceptueel C2-systeem van Thales, waar nog niet alle functies ingebouwd zijn. Ook de feedback, die buiten de scope leek te vallen, is meegenomen bij ontwikkeling van nieuwe voertuigelektronica, omdat deze van meerwaarde is voor de optimale werkomgeving van de bemanning.
Conclusies Het NTP heeft voor zowel Defensie, Thales alsook TNO zeer veel informatie opgeleverd. Daarnaast biedt het voor Defensie een blik in de toekomst. Allereerst kan er vastgesteld worden dat voertuigen digitaal uitgerust moeten worden. Momenteel is binnen Defensie alleen de CV-9035NL een digitaal voertuig. Een of meerdere CAN bussen in het voertuig bieden de mogelijkheid om sensoren te integreren en informatie op te slaan op een Solid State Drive (SSD). Deze SSD moeten gemakkelijk te verwisselen zijn om informatie te delen en eventueel upgrades snel te downloaden via bijvoorbeeld een PC. Omdat militaire voertuigen een lange
Een simulatie met een bemanning van 103 JVE, met begeleiding van Bureau Verkenning KCGM en Thales levensduur hebben, moet de digitale uitrusting modulair zijn opgebouwd, zodat de apperatuur gemakkelijk te vervangen is. We moeten dit bezien als een desktop waarvan zelfs een
moederboord te vervangen is. Op deze manier is de levensduur van een voertuig gemakkelijker te verlengen. Bij de CV-90 is dit niet goed mogelijk, waardoor sommige zaken nu al een beetje achterhaald zijn. Ten tweede kan gesteld worden dat Defensie een interface standaard moet stellen (Duitsland heeft dit reeds gesteld), zodat nieuwe sensoren, radio’s en andere randapparatuur als plug en play op de digitale voertuiguitrusting zijn aan te sluiten en op te roepen op het reeds bestaande besturingsen weergave systeem. Hierdoor verdwijnt de afhankelijkheid van leverende fabrikanten bij de vraag naar nieuwe sensoren. De integratie van sensoren kan het werk van de bemanning vergemakkelijken. Een voorbeeld is de 360 graden-camera, die met een integratie met andere sensoren het omgevingsbewustzijn verbeterd. Het integreren en delen van voertuig- en sensorinformatie zou het omgevingsbewustzijn van een gehele eenheid kunnen verbeteren indien de informatie in een netwerk doormiddel en push en pull gedeeld kan worden. Dit vraagt uiteraard meer onderzoek, want kennis opbouwen op dit vlak is cruciaal voor Defensie in een omgeving die steeds meer vraagt om te verbeteren op efficientie en effectiviteit. Want de toekomstige strijder zal meer beslissingen sneller moeten nemen. ●
Waterloo-rit 2013 Brigadegeneraal b.d. P.J. Kautz Sinds 1968 wordt om de twee jaar, onder auspiciën van de VOC, de Waterloo-rit gereden. Op 15 en 16 juni 2013 zal de 22e herdenkingsrit van de veldslagen bij Quatre-Bras en Waterloo plaatsvinden. Er wordt deelgenomen door officieren van de cavalerie van de toenmalige geallieerden, Duitsland, Groot-Brittannië en Nederland/België, evenals door de tegenstander Frankrijk. Het streven is er ook dit keer een gezellig, sportief, leerzaam en stijlvol weekend van te maken voor de ruiters en hun partners. Op zaterdag is er een ontvangst, gevolgd door een lunch en een excursie. (tenue DT). ’s Avonds is het galadiner in de Club van de Gidsen ( tenue attila/AT en voor de dames avondkleding). Zondag vroeg uit de veren en te paard voor een rit van ongeveer vijf uur met daarin een korte pauze (militair rijtenue met cap).
Waterloo monument Na terugkomst op de manege ‘Gaillemarde’ is er een lunch waarna het weekend wordt afgesloten. Gelet op het beperkte aantal beschikbare paarden, wordt het meenemen van een eigen paard aangemoedigd. Goede stalling is aanwezig. Aanmelden bij reserve majoor H.J.P.H. in den Kleef, email:
[email protected] vóór 27 april, in verband met het reserveren van paarden, maaltijden en kamers. ●
35
Accelerate your business with the #1 storage operating system. NetApp® Data ONTAP® offers an unprecedented level of agility, so that your business can shift and grow in whatever direction it needs to. Discover how to transform your storage into an agile data infrastructure that is intelligent, immortal, and infinite at netapp.com/nl.
©2012 NetApp. All rights reserved. Specifications are subject to change without notice. NetApp, the NetApp logo, Data ONTAP, and Go further, faster are trademarks or registered trademarks of NetApp, Inc., in the United States and/or other countries. All other brands or products are trademarks or registered trademarks of their respective holders and should be treated as such. Headline source: NetApp internal estimates, June 2012: VNX, VNXe, Celerra NS can run any of Flare and Dart Operating Systems. Contribution of these products to the OS share has been estimated based on the proportion of NAS and SAN installations in these products (NAS – Dart; SAN – Flare).
Reorganisatie Kenniscentrum Grondgebonden Manoeuvre Luitenant-kolonel Marcel van Luit ‘Het Kenniscentrum Grondgebonden Manoeuvre (KCGM) levert essentiële bijdragen aan het opleidings-, trainings- en kennisproductieproces voor de operationele manoeuvre van de Koninklijke Landmacht door het ontwikkelen, verzamelen, analyseren, vastleggen, verspreiden en toepassen van kennis. Hiermee geeft het Kenniscentrum Grondgebonden Manoeuvre als expertisecentrum van infanterie en cavalerie eenheden invulling aan de innovatiekracht van de Koninklijke Landmacht’ Bovenstaande tekst is de missie van het Kenniscentrum Grondgebonden Manoeuvre. Het KCGM zal in 2013 een aangepaste organisatie kennen. Het KCGM maakt na de formele datum ‘begin geldige eenheid’ (op het moment van het schrijven van dit artikel is die datum nog onbekend) een stevige doorstart. De doelstelling van het KCGM wordt het leveren van essentiële bijdragen aan het kennisproductieproces van het Opleidings en Trainings Centrum Manoeuvre (OTCMan) door het bijhouden, verzamelen, analyseren, verwerken, vastleggen en verspreiden van kennis. Het KCGM zal verantwoordelijk zijn voor het uitbrengen van diverse technische en tactische publicaties, het leveren van bijdragen aan het opleidings- en trainingsproces en het initiëren van, participeren in, of uitvoeren van studies. Op het gebied van
het schrijven van doctrine voor de gevechtseenheden betreft het groepsniveau t/m compagnies- en eskadronsniveau. Het ondersteunen van operationeel beleid zal plaats vinden voor de gevechtseenheden vanaf het niveau enkele man t/m het bataljonsniveau. Daarnaast zal het KCGM deelnemen aan materieelbeproevingen. Voor de opleidings- en trainingsontwikkeling en ondersteuning en kennisvergaring
en -productie zal het KCGM contacten onderhouden met de diverse scholen binnen het OTCMan, overige kennisen expertisecentra, het Land Training Centre, het Land Warfare Centre, operationele eenheden, wetenschappelijke instellingen, internationale partners en civiele overheidsdiensten. De medewerkers van het KCGM gaan
vanuit bovenstaande schematische organisatie uitvoering gaan geven aan de toebedeelde taken. OTO/OKZ : Opleidings- en Trainings Ontwikkeling/Operationele Kwaliteits Zorg OVG : Optreden in Verstedelijkt Gebied PAVTGN : Pantservoertuigen AASLT : Air Assault
37
Gebaseerd op bovenstaande beschrijving is voor het atoom gekozen: ‘Een manoeuvregroep is van iedere gevechtseenheid de kleinste nog als zodanig herkenbare bouwsteen. Er bestaan nog kleinere elementaire gevechtselementen waar de groepen weer uit bestaan. Vrijwel alle gevechtskracht van de manoeuvre is gekoppeld aan de eigenschappen van de manoeuvregroep. Het is daarom een sleutelbegrip binnen de Landmacht. De eigenschappen van manoeuvregroepen als geheel worden bestudeerd binnen het Kenniscentrum Grondgebonden Manoeuvre’.
Ook het eenheidsembleem van het KCGM zal een metamorfose ondergaan. Gebaseerd op de afbeelding van een atoom is uiteindelijk bovenstaand embleem ontwikkeld. Een atoom is van ieder scheikundig element de kleinste nog als zodanig herkenbare bouwsteen. Er bestaan nog kleinere elementaire deeltjes waar de atomen weer uit bestaan. Vrijwel alle scheikundige en natuurkundige eigenschappen van de op aarde voorkomende materie zijn gekoppeld aan de eigenschappen van atomen. Het is daarom een sleutelbegrip in deze beide wetenschappen. De eigenschappen van atomen als geheel worden bestudeerd in de atoomfysica.
38
De invulling van het atoom is gebaseeerd op een aantal symbolische kenmerken. Zo staat de wijnrode kleur symbool voor de air assault infanterie eenheden. De groene kleur staat symbool voor de pantserinfanterie eenheden. De zwarte kleur staat symbool voor de grondgebonden cavalerie verkenningseenheden. De pijlen staan voor het tactische teken ‘aanval’, waarbij voorwaarts denken en gaan, kansen benutten en initiatief nemen leidende begrippen zijn voor zowel operationele eenheden als medewerkers van het KCGM. De twist in de wijnrode pijl staat voor het tactische teken ‘opmarsrichting van helikopters’. De centrale bol staat voor de grondgebonden manoeuvre, waarbij de kleuren in elkaar overlopen. Dit symboliseert eenheid en samenhang. Het aantal kleine bollen staat per pijl voor het aantal (pantser)infanteriebataljons of verkenningseskadrons. Tenslotte, maar wellicht het allerbelangrijkst: de pijlen zijn vervlochten, er is geen eenheid en/of specialisatie belangrijker dan de andere eenheid/specialisatie. Manoeuvre-eenheden kunnen niet zonder elkaar, in ieder geval niet tijdens operaties... ●
Luitenant-generaal der Cavalerie Lex Oostendorp van huzaar tot Inspecteur-generaal der Krijgsmacht Tweede Luitenant Henk-Jan van Vulpen Na 36 jaar dienst trok op 29 november j.l. de hoogst actief dienende generaal binnen de Cavalerie zijn jasje uit, vanwege Functioneel Leeftijds Ontslag. Het accent op de mens in de organisatie kenmerkte deze wapenbroeder tot op zijn laatste functie. ‘Op de SROC kreeg ik de beste vorming die ik mij kon wensen. De Cavalerie is bepalend geweest voor mijn carrière, daar ben ik dankbaar voor’, aldus Luitenant-generaal Lex Oostendorp (56). Een moment om terug te blikken, maar ook vooruit.’ ‘Of ik bewust koos voor Defensie? Ach, eigenlijk hangt mijn carriere meer van toeval aan elkaar, vertelt Oostendorp. Na mijn middelbare schooltijd was ik van plan om te gaan studeren en de advocatuur in te gaan. Maar, na twee jaar vond ik het zo’n verschrikkelijk saaie studie. Toen ben ik in dienst gegaan. Mijn huisgenoten uit het studentenhuis adviseerden me om dan wel bij de Cavalerie te gaan, want ‘dan doe je nog iets leuks’. Zo begon ik in 1977 als dienstplichtige bij de School Reserve Officieren Cavalerie (SROC). Ik kreeg daar overigens de
beste vorming die ik me kon wensen: je werd in een soort pressure cooker gezet en in zes maanden tijd pelotonscommandant gemaakt. Toen was de focus er al die nog steeds leeft en van grote waarde is binnen de Cavalerie: aandacht voor de mens, met respect en oprechte behulpvaardigheid. Na het afronden van de SROC werd ik commandant van een tankpeloton in Duitsland.
Van plicht naar beroep Na verloop van tijd moest ik kiezen: wat ga ik verder doen? Ik koos voor de
KMA en ook voor de Cavalerie, omdat ik daar mijn draai inmiddels gevonden had. De sfeer en omgangsvormen bij de Cavalerie vond ik een stuk plezieriger dan ik elders had gezien. En niet onbelangrijk: je maakt deel uit van een van de meest operationele wapens van de krijgsmacht en speelt in de voorste lijn een rol. Dat vond ik - met name in die tijd en vanuit die filosofie - heel belangrijk. En zeg nou zelf, als tijdens oefeningen je plannen slagen en je in staat bent de tegenstander te overrompelen en te verslaan dan blijven dat mooie momenten, toch? We worden opgeleid om te winnen, niet om tweede te worden. Bewust risico’s nemen, agressie en verassing tonen... alles wat je hebt geleerd in theorie moet je in praktijk durven toepassen. Dat deed ik met veel plezier! Na een dienstplicht bij de tanks, wilde ik na de KMA een verkenningseenheid commanderen. Zodoende ben ik twee keer beëdigd: bij Sytzama als dienstplichtige en als beroeps bij Boreel. Later werd ik tijdelijk in Oirschot geplaatst, om vervolgens eskadronsVerkenningsbatalcommandant bij 104 Verkenningsbatal jon te worden. Maar, vanuit Oirschot kwam het verzoek of ik juist dáár eskadronscommandant wilde worden. In die tijd dreigde al de opheffing van 104 Verkenningsbataljon. Ik heb er toen voor gekozen om in Oirschot te blijven. Na mijn periode als eskadronscommandant werd ik in Den Haag geplaatst en heringedeeld bij Boreel. Vervolgens werd ik, na een periode in Frankrijk, bataljonscommandant van 11Tkbat. Daarna bleef ik van Sytzama. Met afstand was dit de mooiste periode uit mijn loopbaan, omdat ik met deze club (die voor de uitzending werd aangevuld tot 1150 mensen) ben ingezet in Bosnië-Herzegovina. In alles wat je deed, ook in het voortraject, was het doel zo goed mogelijk voorbereid te zijn en het maximale uit je mensen te halen. Als je vervolgens mag zien dat het ook goed gaat in het uitzendgebied dan geeft dat een ontzettend goed gevoel. Met dit bataljon en regiment voel ik me meer verbonden dan wat dan ook.
39
Ritmeester Lex Oostendorp - commandant B-eskadron 11 Tankbataljon 1987-1989 (midden zittend voor) Ik ben trouw gebleven aan Sytzama. De mensen die voor mij hebben gewerkt verdienen dat. Als ik langer in dienst was gebleven, had ik dit opnieuw overwogen. We moeten wel vooruitkijken. Voor de oudgedienden is het natuurlijk leuk om jaarlijks bij elkaar te komen en verhalen van vroeger op te halen, maar de jonge luitenant die de kaarsjes heeft aangestoken is over vijfentwintig jaar nog steeds de jongste officier van het regiment Huzaren van Sytzama. Kun je dat van hem verlangen? Hij moet mogelijk nieuwe keuzes maken en iets anders gaan doen. We moeten wel met het gezicht naar de toekomst gaan staan en verder kijken.
Operatiën Ik ben altijd gecharmeerd geweest van alles wat met operaties te maken heeft. In mijn voorlaatste functie was ik Directeur Operatiën bij het Ministerie van Defensie. Het was een van de meest veeleisende functies die ik ooit gehad heb. We waren in de hoogtijdagen van onze missie in Uruzgan. En niet alleen daar waren we actief: in Bosnië zaten nog vrij veel mensen, de laatste dagen van Irak liepen nog, de operaties rond Somalië begonnen en in Afrika liepen verschillende missies... Bij de Directie Operatiën werkten we gewoon zeven dagen per week, en dat ging dag en nacht door. Na tweeënhalf jaar was ik echt uitgeput, het is zwaar geweest. Ook daar probeer je alles wat je hebt geleerd bij elkaar te brengen. Ik probeerde met al die commandanten, die er toe deden in de verschillende missiegebieden, contact te houden. Je wilt niet de suggestie wekken dat ‘Den Haag’ vanuit fluwelen stoelen oordeelt over de inzet. Een belangrijk aandachtspunt, maar dat kostte wel veel energie. Ver-
40
trouwen tussen de verschillende niveaus moest er zijn, van de politiek tot de man in het veld. Met name rondom een gevoeligere inzet, zoals die van onze commando’s , bleek dat vertrouwen essentieel om goed af te kunnen stemmen en de juiste dingen te doen.
In de voetsporen van de prins… Ik was beslist niet op de functie van Inspecteur-generaal der Krijgsmacht (IGK) gefocust. Sterker nog: het leek me helemaal niets voor mij. En dan word je uitgekozen voor zo’n functie! Wanneer mensen me benadrukten dat ik juist heel geschikt was - omdat ik altijd mezelf ben gebleven en iemand ben die er voor de mensen is - stelde me dat gerust. Blijkbaar hebben ze zulke mensen nodig om dit werk te kunnen doen, maar ik zag wel tegen de functie op. En toen was nog niet eens duidelijk in welk vaarwater Defensie terecht gekomen was: het begon natuurlijk al met bezuinigingen, maar dat we een jaar later een miljard moesten inleveren had ik toen niet kunnen denken. Bij aanvang was mijn grootste zorg: doet het er wel toe wat ik doe? Zijn mensen wel bereid om te luisteren naar die betweter uit Hilversum? Drie maal per jaar maakte ik een rapportage over de afgelopen vier maanden. Ik pakte daar trends en structurele tekortkomingen uit (drie a vier kantjes A4 per keer) en die legde ik neer in Den Haag. Zo drukte ik de vinger op de zere plek en konden de beleidsmakers zelf bedenken wat ze moesten doen. Gelukkig zie je dat daar serieus naar gekeken wordt en dat dit in sommige gevallen geleidelijk aan leidt tot beleidsaanpassingen in de richting
’Ik vind dat je moet doen wat van je gevraagd wordt en van je huidige functie iets moet maken.’ die ik adviseerde. Dat heeft me in ieder geval de geruststelling gegeven dat het werk dat ik als IGK deed, niet voor niets was.
Taakinvulling De functie van IGK bestaat uit drie belangrijke taken. Hoofdtaak is de adviesrol naar de Minister van Defensie. Dat is taak nummer één. Je moet weten wat er speelt, wil je daar een goede invulling aan kunnen geven. Om dat zo goed mogelijk te doen bracht ik minimaal twee keer per week een werkbezoek aan een element van de Defensieorganisatie. De ene keer was dat een directie van het CDC, een andere keer een fregat van de marine of een eenheid van de Landmacht. Je ziet goed hoe breed we zijn als organisatie. Jammergenoeg werden deze bezoeken in mijn tijd als IGK over-
Werkbezoek IGK aan de Vliegbasis Woensdrecht schaduwd door de ellende van bezuinigingen en reor-ganisaties waar we in terecht zijn gekomen. De werkbezoeken koppelde ik onmiddellijk terug bij de commandant van het krijgsmachtdeel. Als antwoord ontving ik altijd een schriftelijke reactie op mijn waarnemingen. Diezelfde reactie werd ook doorgestuurd naar de commandant waar ik ben geweest. Dat genereert ook allerlei acties en dat is belangrijk. Een tweede en meer zichtbare taak van de IGK is Inspecteur der Veteranen. Om zo goed mogelijk in contact te komen met de veteranen ging ik het land in en bezocht inloophuizen en veteranencafe’s: plaatsen waar onze veteranen elkaar met regelmaat ontmoeten. Zonder aankondiging en zonder ceremonieel, om zo goed mogelijk met die veteranen te kunnen spreken. Het is belangrijk dat ook zij weten en voelen dat ze gewaardeerd worden. Als ik dan ineens binnen stap kijken ze even verbaasd: wie komt daar nu binnen? Ik stel me dan
voor als hun inspecteur, maar veel veteranen zegt dat helemaal niets. Die kennen de rangonderscheidingstekens niet. Vervolgens bied ik ze een rondje aan en schuif ik aan om te luisteren, en dan komen de verhalen vanzelf... Daar wordt heel hard gelachen, maar ook ontzettend gehuild. De pijn en boosheid van vroeger komt weer boven. Hele bijzondere verhalen. Ik luister en kijk wat ik voor hen kan betekenen. De sfeer is informeel, zo blijkt op een moment als een van de veteranen me aanspreekt: ‘Nu moet je me toch eens vertellen, ben je nu kapitein of kolonel?’. Zo gaat dat. Een ontzettend leuke taak om uit te voeren! Tenslotte is de derde taak van de IGK individuele bemiddeling. Ieder individu dat bij Defensie werkt, heeft gewerkt of wil gaan werken kan bij de IGK bemiddeling vragen. Wij kunnen dan, als onafhankelijke partij, meekijken naar oplossingen en door overtuiging en goede begeleiding deze mensen zo goed mogelijk helpen. Sinds de crisis binnen Defensie is de omvang van deze taak behoorlijk toegenomen. Om dit te illustreren: In 2010 ontving de IGK het recordaantal van 500 verzoeken en dat is sindsdien jaarlijks alleen maar toegenomen. We merken wel dat we deze mensen minder tevreden kunnen stellen. Vroeger bedacht je een maatwerkoplossing, die je voorstelde aan de commandant of de personeelsdienst, en die stemde daar meestal mee in. Alleen, nu mag dat niet meer, omdat een groot aantal besluiten veel hoger in de organisatie liggen. Door minder flexibiliteit binnen de organisatie, kan de IGK de bemiddelingsdossiers minder goed tot een einde brengen. Toch is deze taak een van de kroonjuweeltjes van de IGK, alleen al omdat mensen gehoord worden en weer met positieve energie naar de toekomst kunnen kijken. Ik ben niet aan alles toegekomen. Zo had ik graag de besturing van Defensie willen vereenvoudigen. Ik vind dat we, door het centraliseren in de afgelopen jaren, teveel aan slagvaardigheid hebben ingeboet op de onderliggende niveaus. Als een commandant niet meer zelf mag besluiten over het gros van zijn personeel, dan wordt het wel heel erg moeizaam. We zouden meer verantwoordelijkheid terug moeten geven aan de commandanten, maar wel goed aangeven waar de grenzen liggen. Daar kunnen we meer over nadenkenen en veel meer vooruitgang in boeken. De grote commandanten (marine, landmacht, luchtmacht en marechaussee) moeten ook zichtbaar zijn in de organisatie. Het is niet alleen de CDS, het zijn vooral ook die mensen die besluiten moeten kunnen nemen. En als ze iets niet goed doen, mogen ze worden afgetikt op hun besluiten. Het is
41
nu nog te onduidelijk wanneer wat wordt besloten en waarom. Ik vind het vervelend om in deze tijd weg te gaan. Het geeft een gevoel van ‘hij verlaat het zinkende schip’, maar ik kan niet anders doen en begrijp het ook. Je gaat liever weg in een tijd dat mensen enthousiast zijn over de organisatie. Nu zijn zoveel mensen het vertrouwen kwijt. Zolang er geen duidelijkheid is over de toekomst en het perspectief er nog niet is krijgen mensen dat vertrouwen niet terug. En dat kost veel tijd: vertrouwen komt te voet en gaat te paard.
Voorwaarts Onlangs ontmoette ik onze tolk uit de tijd in Bosnië. Ze vertelde dat ze daar altijd blij waren als de mensen met de zwarte baretten kwamen. Ze keken met andere ogen naar ons als de mensen met de bruine baretten. Bij ons gingen de poorten open, werd er contact gelegd met iedereen en gebeurde er van alles. Maar, wanneer een infanterieclub het commando overnam, sloten de poorten en werden deze alleen geopend voor patrouilles. Veel minder contact, in tegenstelling tot cavaleristen. En dat is natuurlijk een eigenschap, bijna een capaciteit, van die cavaleriemensen die je niet kwijt moet raken. Juist de huidige missies vragen om mensen die in contact gaan en de risico’s nemen om in contact te gaan. Ik vond dat bijzonder om te horen. Die eigenschap moeten we als officieren wel hebben. Dus als de Cavalerie bijna verdwijnt, op de verkenning na, dan verlies je misschien die eigenschap die binnen de landmacht wel van belang is. Bij de Cavalerie zit die vorming er gewoon in. Ik maakte daar al kennis mee tijdens mijn tijd bij de SROC en dat is gebleven. De verkenning blijft een capaciteit die altijd nodig is, maar de vraag is: rechtvaardigt dat straks nog een eigen wapen? Zijn we qua massa sterk genoeg om de verkenning apart te houden? Ik ben er geen voorstander van om alles steeds in aparte hokjes te houden, er moet ook een onderlinge uitwisselbaarheid zijn. Er zijn weinig loopbaanmogelijkheden binnen alleen
42
De IGK in gesprek met instructeurs van de Elementaire Vliegeropleiding maar die hele kleine Cavalerie Verkenning, waarbij er slechts specifieke cavaleriefuncties zijn tot en met eskadronsniveau. Een commandant van bijvoorbeeld JISTARC kan ook iemand zijn die vanuit de inlichtingenwereld komt en niet met het ‘Cavalerie-virus’ is besmet. En is de massa nog groot genoeg om straks die traditie vast te houden? Ik weet het niet, maar ik hoop wel dat we in staat zijn om die positieve karaktereigenschappen, die cavaleristen bezitten, te borgen binnen de organisatie. De toekomst is best somber, zoals overigens de toekomst voor heel veel elementen binnen Defensie somber is, maar het kan wel. Het hangt van mensen af. Het hangt ook af van de Vereniging Officieren Cavalerie: is de VOC in staat om mee te blijven gaan, om aan die vorming aandacht te geven? Of blijven we omkijken naar hoe goed we vroeger waren? Dat riscio is er ook. Misschien moeten we cyber als speerpunt nemen. Welke paardrijders hadden ooit kunnen denken dat wij de eersten zouden zijn met de meest gemechaniseerde eenheden zoveel jaren later? Misschien moeten we een geheel nieuwe sprong maken naar het gebied waar je ook offensief moet kunnen zijn, want dat konden we! Met de slagkracht die we hadden waren we ook heel offensief. Kijk, het ministerie heet wel Defensie, maar uiteindelijk
’Is de VOC in staat om mee te gaan of blijven we omkijken naar hoe goed we vroeger waren?’ wil je winnen en zul je af en toe toch een klap uit moeten delen. En dat kan ook in de vijfde dimensie, denk ik. Misschien moet je je dat proberen toe te eigenen, want als we alleen maar doorgaan met de voortzetting van het huidige, dan zie ik het somber in. Bij de Cavalerie heb ik ontzettend veel plezier gehad. De vorming bij de SROC is bepalend geweest voor de rest van mijn carriere, bepalender dan wat ik op de KMA heb gekregen aan vorming. Dat zit dan in je. Er is een heel netwerk aan mensen die ooit bij de Cavalerie hebben gediend en op bijzondere posities zitten in onze maatschappij. Dat is de moeite waard en dat moeten we wel koesteren. Daar ligt ook de kracht van het Wapen en dat mag niet verloren gaan. Het is heel goed om de jonge collega’s te helpen vanuit het netwerk. Ook ik zal daar aan bij dragen als ik daar de mogelijkheid toe heb, want ik ben dankbaar voor wat de Cavalerie mij geboden heeft.’ ●
Of ik er ooit aan gedacht had om generaal te worden? Wel, op de KMA werd mij verteld - ik was 22 en de meeste jaargenoten waren 18 - dat overste voor mij een mooie eindrang zou zijn, want voor generaal hebben we geen rendement van jou. Met dat beeld begon ik mijn loopbaan. Ik wist er ook te weinig van en het was zeker niet mijn intentie om te gaan voor generaal. Het werk was leuk en ik vind dat je moet doen wat op dat moment van je verlangd werd. Sommige collega’s binnen de defen-sieorganisatie zijn altijd bezig met hun volgende functie, in plaats van met hun huidige functie. Je moet juist van je huidige functie wat maken. Zodoende heb ik er tot op het laatste moment geen bewuste planning op na gehouden.
Het ontstaan van het ‘Trakehner’ embleem Ritmeester b.d. Jos Claessen en Dennis Boom
Op 15 Juni 1961 wordt, onder commando van (waarnemend) commandant majoor van den Bergh, op de legerplaats ’t Harde 103 Verkenningsbataljon opgericht. Het bataljon maakt deel uit van de 121ste Lichte Brigade en is gelegerd in ‘t Harde. ‘t Harde zou voorlopig de thuisbasis van het bataljon blijven, maar voor het einde van het jaar verhuist het 103 Verkbat naar het Duitse Bergen-Hohne in het kader van de stationering van Nederlandse troepen in West-Duitsland als gevolg van de Berlijn-crisis. Tijdens deze periode kreeg de bataljonscommandant de opdracht een schuilnaam voor het bataljon te zoeken, beginnende met de letter ‘T’. Hij koos als schuilnaam het woord ‘Trakehner’. De naam Trakehner komt voort uit de paardenwereld. Met een geschiedenis van meer dan 400 jaar is de Trakehner het oudste warmbloedras ter wereld. De eerste paarden waren klein en werden ‘Schwalke’ genoemd, bekend om hun veelzijdigheid en uithoudingsvermogen. Deze werden gekruist met Engelse en Arabische volbloeden en kregen toen de naam ‘Trakehners’, naar de plaats waar ze werden gefokt. Begin 18e eeuw realiseerde Koning Friedrich Wilhelm I zich dat een nieuw type paard nodig was: sneller, lichter gebouwd maar toch met kracht en uithoudingsvermogen. In 1732 bracht hij de beste paarden uit de cavalerie samen naar de Koninklijke fokkerij in Trakehnen en begon systematisch het paard te selecteren dat hij voor ogen had. Het werd de Trahkehner. Voor de Tweede Wereld oorlog werden de Trakehnerpaarden gefokt in het
Bron: www.trakehnercontact.nl toenmalige Oost-Pruisen. Na de oorlog werd de stoeterij heropgericht in de omgeving van Bad-Bevensen, een dorp in de buurt van de stad Lüneburg. De bataljonscommandant nam contact op met deze stoeterij en diende een verzoek in om het brandmerk van de paarden te mogen gebruiken als bataljonsembleem. De leiding van de
stoeterij en tevens het beschermde ‘Trakehnerverband’, ging akkoord waarna het embleem werd ingevoerd. Het brandmerk van deze paarden, de dubbele ‘Elchschuffel’ ofwel het Elandsgewei, werd het symbool van het bataljon. Het embleem heeft een geel elandsgewei op een diepblauwe ondergrond. Geel is de internationale kleur voor de verkenningseenheden, blauw de kleur van het Regiment Huzaren van Boreel. Na de opheffing van 103 Verkbat in 2001 zijn de tradities overgegaan naar 103 ISTAR-bataljon. Bij de oprichting van het JISTARC op 19 oktober 2011 zijn de tradities van 103 Verkbat, en daarmee ook de Trakehner, overgedragen aan het Stafstaf-eskadron van het JISTARC. ●
43
Panasonic raadt Windows 8 Pro aan.
TOUGHPAD: TABLETS VOOR ROBUUSTE MOBILITEIT IN THE FIELD AL MEER DAN 17 JAAR PRODUCEREN WIJ ROBUUSTE MOBIELE TOUGHBOOK COMPUTERS. NU IS ER OOK EEN COMPLETE LIJN ROBUUSTE TABLET PC’S DIE TEGEMOET KOMEN AAN DE VRAAG NAAR MEER COMPACTHEID EN LICHT IN GEWICHT, MAAR UITERAARD CONFORM DE BEKENDE TOUGHBOOK KWALITEIT!
GECERTIFICEERD VOOR DEFENSIE Onze ruggedized tablets zijn er in verschillende groottes voor uiteenlopende toepassingen: gaande van een groot 13 inch beeldscherm tot een compact 7 inch beeldscherm dat eenvoudig op de man te dragen is. De nieuwe Toughpad tablets voldoen aan de MIL-Standaard (MIL-STD810G) voor o.a. schokbestendigheids- en temperatuurklasses en aan de Ingress Protection standaard IP65 voor water- en stofbestendigheid. De TOUGHPAD geeft u optimale bewegingsvrijheid en toegang tot uw data en applicaties, ook onder de meest extreme omstandigheden! Voor vrijblijvend advies contacteer ons op: +31 73 640 2576 (Nederland) +32 2 481 03 73 (België) Of stuur ons een e-mail op
[email protected]
www.toughbook.eu
FZ-G1 JT-B1 FZ-A1
Intel, het Intel logo, Intel Core, Intel vPro, Core Inside en vPro Inside zijn handelsmerken van Intel Corporation in de V.S. en andere landen. Google en Android zijn handelsmerken van Google Inc.
CF-D1
In maart van dit jaar wordt na ruim zestig jaar de Cavalerieschool officieel opgeheven. Het huidige personeel heeft inmiddels als gevolg van de reorganisatie het pand verlaten en zich elders gemeld voor een nieuwe functie. Het einde van een instituut dat voor vele cavaleristen het beginpunt vormde van hun loopbaan en waar menig officier met veel plezier als instructeur heeft gediend. In dit artikel blikt de luitenant-kolonel b.d. Rens kort terug op de geschiedenis van deze roemruchte school.
Een kleine geschiedenis van de Cavalerieschool 1945 - 2013 Luitenant-kolonel b.d. A. Rens Voor de Tweede Wereldoorlog bestond er nog geen Cavalerieschool. Wel was er sinds 1887 in Amersfoort de wereldberoemde Rijschool, maar deze was voor alle bereden wapens en werd na de oorlog voortgezet als de Rij- en Tractieschool (RTS). Op initiatief van de toenmalige majoor Jhr. J.J.G. Beelaerts van Blokland werd op 18 juni 1945, met hoofdzakelijk personeel van de vooroorlogse cavalerie, te Bergen op Zoom de ‘Pantserschool’ opgericht. Zonder er een drama van te maken was het paard definitief uit de organisatie verdwenen en vervangen door motor en pantser. De opbouw van de cavalerie werd met alle ter beschikking staande middelen ter hand genomen. Het werd echter verstandig geacht om voorlopig de naam cavalerie niet te gebruiken, vanwege te verwachten allergische reacties uit Den Haag. De Pantserschool verhuisde in december 1945 naar de Prins Willem III kazerne te Amersfoort. Reeds op 1 juni 1946 werd de Pantserschool herdoopt in Cavalerieschool, het taboe was door persoonlijk ingrijpen van minister mr. J. Meijnen opgeheven. In mijn herinnering omvatte de school destijds een instructiegroep, een oefen- en demonstratiepeloton en de School Reserve Officieren Cavalerie (SROC), en viel rechtstreeks onder de Inspecteur der Cavalerie. Op 1 januari 1948 werd de naam Cavalerieschool gewijzigd in Depot Cavalerie, doch op 1 november 1948 veranderde de naam alweer in Depot Pantserwagens. Dat kwam omdat op dezelfde datum het in de Bernhardkazerne gelegerde Proefeskadron Vechtwagens veranderde in Depot Vechtwagens (tanks). De SROC kwam in deze organisatie niet voor en bleef recht-
streeks onder de Inspecteur der Cavalerie. Op 1 juli 1950 werd het Depot Pantserwagen Regiment Huzaren van Boreel en het Depot Vechtwagens werd Regiment Huzaren Prins Alexander. Op 1 juli 1952 gaf de Inspecteur opdracht aan de commandant SROC, ritmeester J.K.L. Koch, om wederom een Cavalerieschool te stichten, waarbinnen de SROC zijn plaats zou hebben. Ritmeester Koch vervulde deze dubbelfunctie tot 1 april 1953, toen luitenant-kolonel Dorhout Mees aantrad als commandant Cavalerieschool. Per zelfde datum werd het Depot Cavalerie heropgericht, bestaande uit het Staf- en Verzorgingseskadron, de drie huzarenregimenten en de Cavalerieschool. Merkwaardig is een lacune in de lijst van commandanten der Cavalerieschool van bijna anderhalf jaar, tussen luitenant-kolonel Dorhout Mees en majoor M.A. van den Wall Bake, van 31 augustus 1954 tot 15 februari 1956. In mijn herinnering was majoor Van den Wall Bake in deze periode ‘waarnemend’ commandant, omdat hij nog te jong in rang was. In de ruim 60 jaar van haar bestaan is de organisatie der Cavalerieschool vele malen gewijzigd, te veel om in deze terugblik op te noemen. De belangrijkste oorzaken daarvan waren de heroprichting van het Depot Cavalerie in 1953, de inlijving van de kaderscholen in 1957, de invoering van het Onderdeels Aanvulling Systeem (ONDAS) in 1963, de verkorting van de duur van de eerste oefening in 1966, de wijziging van het Depot Cavalerie in Opleidings Centrum Cavalerie (OCC) in 1967, de invoering van de ellendige POLstructuur (Personeel, Opleidingen, Logistiek) in 1972, de
45
Officieren Cavalerieschool in 1964. Midden: commandant Cavalerieschool kolonel Jhr. J. W. van den Wall Bake
Officieren Cavalerieschool in 1991. V.l.n.r. : ritmeester Heeres (Schiet- en Wapenschool), ritmeester Koelma (Materieel Verzorgingseskadron), luitenant-kolonel Alexander (Instructiegroep Tactiek), luitenant-kolonel Eleveld (commandant Cavalerieschool), majoor Kriesch (School Reserve Officieren), majoor Westerhuis (School Beroeps Opleidingen) en majoor van der Neut (Kaderschool). reorganisatie van het OCC in 1984 en de opheffing van het OCC en opname van de Cavalerieschool in het Opleidingsen Trainings Centrum Manoeuvre (OTCMan) in 1996. Door het wegvallen van de gevechtstanks uit de organisatie van de Koninklijke Landmacht is de Cavalerieschool niet langer meer levensvatbaar. Een complete school in stand houden voor het opleiden van het personeel van 12 verkenningspelotons is in deze tijd van inkrimpen en bezuinigingen niet
46
te verantwoorden. Vandaar het besluit om de overgebleven instructiegroepen samen te voegen met de Infanterieschool. Gezamenlijk zullen zij verder gaan als Manoeuvreschool. Tot de laatste dag zijn de tank- en verkenningsopleidingen uitgevoerd met de onvoorwaardelijke inzet van de instructeurs. Het opheffen van de Cavalerieschool betekent zondermeer het einde van een tijdperk. ●
Ingezonden reactie De eerste Sherman-tanks voor de Koninklijke Landmacht In de vorige uitgave van de VOC-Mededelingen besteedde de redactie in de vaste rubriek ‘Van het oude haar’ aandacht aan de aankomst van de eerste Sherman-tanks, die Nederland ontving uit de Verenigde Staten in het kader van het Mutual Defence Assistance Program (MDAP) ten behoeve van de wederopbouw van de Koninklijke Landmacht. De nieuwe gevechtstanks arriveerden op 24 december 1951 in de Rijnhaven te Rotterdam met het m.s. Eemland van de Holland Amerika Lijn. Het waren zeker niet de eerste Sherman-tanks op vaderlandse bodem. De tankeenheden van de geallieerde strijdkrachten hebben in de Tweede Wereldoorlog immers ons land met o.m. deze gevechtstanks bevrijd. Ook bij de oprichting van de naoorlogse Nederlandse cavalerie in 1945/1946 werden reeds Sherman-tanks ‘in gebruik genomen’. Of is ‘geritseld’ een betere uitdrukking ? De redactie ontving naar aanleiding van genoemd artikel een reactie van de heer Dick van den Bergh Jr. Het ingezonden schrijven willen wij onze lezers niet onthouden...
Leuk artikel ‘Van het oude haar’. Toch heb ik wat vraagtekens. Eind 1951 zouden de eerste Shermans bij het Nederlandse leger zijn ingevoerd. Stel dat deze tanks dan begin 1952 in Amersfoort aankomen. Ik ben echter de stellige mening toegedaan dat nadat de ijzervreters uit Bergen op Zoom in november/december 1945 in de Willem III kazerne in Amersfoort arri-
veren (waaronder mijn vader), men al rap Sherman-tanks uit het demobilisatiedepot van de Engelsen en Canadezen in Deelen is gaan ‘organiseren’. Verhalen van mijn vader dat er strooptochten werden ondernomen en men maar één tankbestuurder had om meerdere tanks of pantserwagens
met kabels en kettingen naar Amersfoort te slepen. Vrijwel niemand kon natuurlijk overweg met tanks. Dit zal destijds voorbehouden zijn geweest aan enkele Poolse militairen die in
Sherman-tank M4A1 op de Leusderhei
47
Ingezonden reactie
Sherman-tanks op de Boskamp Nederland zijn blijven hangen, zoals de latere luitenantkolonel Kohutnicki. Het is aannemelijk, daar ik geloof dat de Engelsen noch de Canadezen hun Shermans mee terug naar huis namen. De Engelsen hadden inmiddels de Centuriontank gereed.
Waarom ben ik zo stellig (ik kan mij vergissen)? Wij zijn in augustus 1950 vanuit Den Haag naar Amersfoort verhuisd en wel naar de Willem III kazerne. Wij betrokken een huis (één van de twee) naast de MGD, die weer naast de onderofficiersmess was gelegen. De tanks reden als het ware door onze huiskamer. Mijn zus, toen amper drie jaar oud, gilde het altijd uit als er een Sherman-tank langs kwam. Het lawaai was oorverdovend in verband met de stalen tracks. Ook herinner ik me uit die tijd dat er een aantal ‘Archers’ waren, de selfpropelled anti-tank gun. Verder waren er op de oude Willem III kazerne volop pantserwagens aanwezig, zoals Humbers, Staghounds en Otters. Ik vermoed dat het 3-tonner wagenpark (GMC Dodge - met stompe neus), ook van de Canadezen is ‘geleend’. Als kleine jongens mochten wij vaak mee over de Stompert en de Leusderhei ‘scheuren’. In augustus 1950 waren er ook
48
‘De tanks reden als het ware door onze huiskamer. Mijn zus, toen amper drie jaar oud, gilde het altijd uit als er een Sherman-tank langs kwam.’ al Chaffee lichte verkenningstanks aanwezig. Ik heb mij er altijd over verbaasd hoe snel dit vooroorlogse paardenvolk kon overschakelen naar ijzeren rossen met een enorme toename van vernietigingsgeweld. Ik heb geen bewijs kunnen vinden dat mijn vader voor de oorlog een rijbewijs had, laat staan een tankrijbewijs. Maar dat gold destijds voor alle huzaren van hoog tot laag.’ ● Dick van den Bergh Jr.
Geschiedenis van de Pantserschool thans Depôt Pantserwagens | 18 juni 1945 tot 1 juli 1946 Luitenant-kolonel b.d. Ed Westerhuis Foto boven: De Willem III kazerne aan de Heiligenbergerweg te Amersfoort aan het begin van de jaren vijftig van de vorige eeuw Het beknopte overzicht van de luitenant-kolonel b.d. A. Rens van de historie van de Cavalerieschool en de reactie op het artikel in de vorige VOC Mededelingen over de aankomst van de Sherman-tanks in Nederland, begin jaren vijftig van de vorige eeuw, vormden de directe aanleiding voor de redactie om op zoek te gaan naar meer informatie omtrent de begindagen van cavalerie. In het archief vonden we dit interessante artikel uit 1946 van de hand van de oprichter van de naoorlogse cavalerie majoor Jhr. J.J.L. Beelaerts van Blokland. De mogelijkheid om een pantserschool op te richten werd geschapen door de C-Depôt Koninklijke Brigade Prinses Irene, de luitenant-kolonel Flooringh van Beek, die uit persoonlijke connectie en waardeering voor wat de Cavalerie bij de Brigade Prinses
Irene deed, gaarne een stijgbeugel gereed hield. Deze stijgbeugel bestond uit onderdak, kleeding, voeding en instructeurs voor de sterkte van ± 50 man. Wanneer men weet hoe schaarsch deze dingen toen waren dan valt dit aanbod des te meer op.
Voor de oprichtingsdatum werd 18 Juni 1945 gekozen, daar de generaal Doorman veel voor een historische datum voelde en dit de dag was waarop de Cavalerie zich bij Waterloo had onderscheiden. De gastheer van het C-Depôt Prinses Irene door ons ‘Oom Paul’ genoemd was zeer groot. Daarbij deed hij veel voor de officieren buiten het depôt, die uit krijgsgevangenschap terugkeerden. Door ZKH Prins Bernhard werd ook steun aan de pantserschool verleend. Hij hield besprekingen met de Canadezen voor materiële hulp. C-Pantserschool besprak o.a. met Colonel Lister van de staf van de Canadezen wat hij noodig had. Dit materiaal kwam, voor een deel zelf
49
Cort Heijligerskazerne - Bergen op Zoom gehaald, spoedig bij de Pantserschool aan. Het bestond uit: 3 Staghound paw’s (red: pantserwagens), 3 verkenningswagens Humber, 6 Bren Carriërs, 4 motoren en 2 vrachtauto’s. Ongeveer een week na den 18 Juni meldde zich de eerste cursus. De school werd gevestigd in een paviljoen van de Cort Heijligerskazerne in Bergen op Zoom. De ruimte bestond uit: bureau commandant, tevens bureau administrateur, tevens rustkamer, een eetzaal,
tevens theoriezaal, een slaapzaal voor de officieren, met kribben in 2 rijen boven elkaar en twee slaapzalen voor de onderofficieren. De eerste dag na aankomst van de deelnemers werd op een 3-tonner naar de stad gereden en een welkomstbier gedronken wat we niet licht zullen vergeten. Na de oprichting gaven benzine- en munitievoorziening dadelijk groote moeilijkheden. De school had n.l. geen officieel erkende status bij de Engelse
autoriteiten. Gelukkig werd er onofficiële munitie genoeg gevonden. Het hebben van geen vastgelegde organisatie heeft nog zeer lang geduurd. Instructeurs waren o.a. de wachtmeesters IJsselstein en Haak, die vroeger bij de paws der Brigade Prinses Irene hadden gediend. Na de eerste cursus welke 6 weken duurde, volgde een 2e cursus en groeide de school zoo snel uit de beschikbare ruimte, dat een deel van het personeel naar huis moest worden gestuurd. Door allen werd hard gewerkt. Vooral door het garagepersoneel, dat zonder veel gereedschap, in een houten loods met zandbodem, reparaties moest verrichten. De luitenant J.W. Baron van Dedem van het Korps Motordienst deed hier belangrijk werk. Interessant bij de opleidingen waren de demonstraties van de Engelsche paw-pelotons, welke (zonder extra kosten) een week
De Pantserschool in de Willem III kazerne begin 1946
Pantserwagen Staghound met 37 mm kanon
50
overkwamen uit Duitschland. Begin November bezocht ons de Minister van Oorlog, die snelle uitbouw noodzakelijk achtte en dacht, zijn fabriek voor oogen houdend, dat het mogelijk was om om de 3 maanden steeds 3 eskadrons af te leveren. Deze eskadrons zouden dan naar Indië worden
uitgestuurd; wij hadden steeds aan Europa gedacht en de Expeditionaire Macht voor Indië gehouden. Waar meer plaatsruimte en materiaal niet kwamen, moesten we hier zelf voor zorgen, wat tijd nam. Na veel zoeken en getelefoneer lukte het tenslotte om in de Prins Willem III Kazerne in Amersfoort te komen die aan vele eischen voldeed. Als kwartiermaker ging de luitenant Snoek van de ‘Prinses Irene’ vooruit gewapend met een cognacfles voor de Canadeesche Commandant van de Prins Willem III Kazerne, die de Heer Snoek gelukkig kende van de veldtocht. Hierdoor was het mogelijk veel meubilair en eenig serviesgoed in handen te krijgen. De verhuizing had eind December 1945 plaats waarbij helaas een auto bepakt met de archieven en kaartcollecties in brand vloog.
De pantserwagen Otter (collectie Museum Nederlandse Cavalerie)
De Prins Willem III Kazerne bleek geheel vervuild, zodat een 40-tal NSBers er 14 dagen werk aan hadden om hem weer schoon te krijgen. In januari kwamen de eerste 3 eskadrons onder de wapenen, ± 450 man. Hierbij waren een deel, ± 150 oude huzaren uit 1940, daar men dacht deze sneller te kunnen
herscholen, wat niet het geval was. Waar bij de andere wapens geen oudgedienden waren opgeroepen, was het gelukkig dat deze weer naar huis konden worden gezonden. Wachtmeester Kap verrichtte in deze tijd een groote prestatie door met niet-ingewerkt keukenpersoneel, 800 man te voeden. De organisatie van de school was in januari gegroeid tot: staf, staf-eskadron (waarin een transportafdeeling), instructie-eskadron (waarin de rij-, radio- en wapenschool) en 3 Indië-eskadrons. Wat materiaal betreft waren er een tachtigtal Otter verkenningswagens, oorspronkelijk voor de Marechaussee bestemd, uit een dump gesleept en met veel moeite aan het rijden gebracht. Eenige maanden later werd een onvolledige schooluitrusting door bemiddeling van majoor Walst (van de Engelsche staf) ontvangen. De werkplaats had er de handen vol, vooral aan de Otters en ander dumpmateriaal. Grappig was, dat de pantserschool de eerste was die over een ambulancewagen beschikte, die later weer moest worden afgegeven. Om instructeurs te vormen waren nog van Bergen op Zoom 5 officieren en 12 onderofficieren naar Engeland ge-
zonden voor cursussen. Deze kwamen geleidelijk in het voorjaar terug. Een hoogtij was de eerste beëdiging op 17 Januari 1946. De troep bestaande uit 2 eskadrons Otters onder commando van ritmeester Ootmar, was opgesteld voor het kazernegebouw. De inspectie werd afgenomen door den generaal-majoor H.F.M. Baron van Voorst tot Voorst, oud-inspecteur der Cavalerie. Beëdigd werd een vijftal officieren: de luitenants Eendenburg, Baron van Voorst tot Voorst, Stork, Smit van Gelder en Bisschoff van Heemskerck. Het muziekkorps bij de beëdiging werd gevormd door de tamboers en hoornblazers van het depot der Brigade ‘Prinses Irene’ wat nu ‘Gardeinfanterie-depôt’ werd genoemd. Van Cavaleriezijde waren er reeds een viertal bazuinblazers aanwezig. Na de beëdiging vond een gezellige maaltijd in Hotel ‘de Witte’ plaats, waaraan ook de dames deelnamen. Met de troep hadden ook nog eenige maaltijden plaats, waarmee in Bergen op Zoom was begonnen. Ongeveer één per twee maanden.
51
De Willem III kazerne in Amersfoort werd in 1883 gebouwd voor de Bereden Wapens. In het voorjaar van 1978 werd het complex afgebroken. De school groeide snel. Een leerlingeskadron, waarin een school reserve officieren, onder luitenant Dijxhoorn, een muziekkorps onder kapelmeester O.W. Wisman en een museum werden opgericht. In het museum werd de bibliotheek van het 4e regiment Huzaren uit Deventer en een wapencollectie van het 1e regiment Huzaren opgenomen. De kazerne was nu geheel belegd met 1100 man en ± 250 voertuigen. Voor de eskadrons 4-6 was er geen plaats en werd een deel van het vliegkamp Deelen verkregen. Naar vechtwagens (tanks) waren de verlangens reeds lang uitgegaan. De ritmeester Steenkamp werd met dit voorbereidend werk belast. Een andere hoogtijdag voor het wapen was 6 Juni 1946 waarop voor ZKH Prins Bernhard een demonstratie en daarna een inspectie op de springheide plaats had. Na de inspectie werd op de Leusderheide, tusschen de
52
schietbanen en de bosrand in colonne met pelotons gedefileerd. Het was een machtig gezicht de eskadrons 1, 2 en 3 in blokvorm (totaal ± 70 pantservoertuigen) te zien passeren. Kort voordat de eskadrons in Deelen waren aangekomen werd een 70-tal pantser- en verkenningswagens uit de dump in Deelen ontvangen en rijdbaar gemaakt, hiermee werd nu 1½ maand geoefend. Op het eind van deze oefenperiode had een familiedag plaats, wat toen nog een nieuwigheid was. Op het programma stond een behendigheidsrit door het terrein, gevechtsdemonstraties door een peloton en een gemeenschappelijke maaltijd in de groote montagehal, opgeluisterd door korpsmuziek. Geduurende de laatste maanden hadden nog eenige bezoeken aan de pantserschool plaats. Zoo bezochten ons de Sultan van Pontianak enige buitenlandsche militaire
attachés. Voor een bezoek van den Generalen Staf werd een oefening op de heide rond Terlet door 3 eskadrons gehouden. De uitstekende muziek en zeer goede officierskeuken droegen in niet geringe mate, tot het welslagen van deze bezoeken bij. Op 1 Juli 1946 had er weder een parade met défilé op de springhei plaats, waarbij het bevel over de pantserschool door majoor jhr. J.J.G. Beelaerts van Blokland werd overgedragen aan den luitenant-kolonel H.A.M. Latour. Komende en gaande commandanten waren bij deze gelegenheid gekleed in rijtenue met sabel. Een nieuwe periode brak hiermee aan. Van de voorgaande periode moeten nog genoemd worden de OWI Talsma en de fourier Sturm, die er het hunne aan bijdroegen dat de school met een minimum aan staf zoveel werk kon verzetten. ●
Driedubbele commando-overdracht op Oldebroek Dennis Boom Foto boven links: kolonel Rob van Zanten | Foto achtergrond: commando-overdracht CEE Op de Legerplaats Oldebroek is op 14 december 2012 door kolonel Harold de Jong, na meer dan vijf en een half jaar commandant te zijn geweest, op ceremoniële wijze het commando overgedragen van het JISTARC-bataljon aan kolonel Rob van Zanten en daarmee gelijktijdig het commando over het Regiment Huzaren van Boreel (RHB). Met deze commando-overdracht is het Defensie Inlichtingen en Veiligheids Instituut (DIVI), waar kolonel Rob van Zanten commandant van was, opgenomen in het Joint Intelligence Surveillance Target Acquisition Reconnaissance Commando (JISTARC). De ceremonie werd grotendeels bereden uitgevoerd en dat gaf deze bijeenkomst een bijzonder karakter.
Op deze koude decemberdag werden ook het Cavalerie Ere Escorte (CEE) en het Fanfarekorps Koninklijke Landmacht Bereden Wapens (FKKLBW) binnen het Regiment Huzaren van Boreel opgenomen. Dit geschiedde door het wisselen van de fanions van de twee pelotons naar de fanions van RHB. Kolonel Harold de Jong reikte de fanions te paard uit aan de commandant CEE, luitenant-kolonel Harry Kampen, die op zijn beurt de fanions overhandigde aan de faniondragers van zowel het eerste als het tweede peloton. Daarna vond de derde commandowisseling plaats. Na vijf jaar gaf luitenant-kolonel Harry Kampen het commando van het CEE over aan zijn ranggenoot Jeroen Teunissen.
Dit gebeurde door het te paard overdragen van de CEE-vlag tussen de twee oversten. Wat het Cavalerie Ere-Escorte ook bijzonder maakt is dat ze voornamelijk bestaat uit reservisten, hoewel vanzelfsprekend er ook altijd een enthousiaste component beroepsmilitairen binnen het CEE gebleven is. Naast het op niveau houden van de hippische vaardigheden tijdens de oefendagen, leggen de ruiters jaarlijks de Defensie Conditieproef af. Ook bekwamen zij zich op de oefendagen in de militaire basisvaardigheden voor ceremoniële ruiters, zowel theorie als praktijk. Deze bestaan naast ruiterschap uit kennis over de verzorging van paarden, materieelonderhoud, optreden in bereden formaties en sabelexercitie te paard.
53
Fanfarekorps KL Bereden Wapens
standaardwacht Regiment Huzaren van Boreel
commando-overdracht RHB Het CEE heeft de eervolle taak om het Staatshoofd bij Ceremoniën van Staat te escorteren. Voorbeelden hiervan zijn Prinsjesdag, huwelijken van het koningshuis en de inhuldiging van een nieuw Staatshoofd. De tweede taak van het Escorte is om de bereden tradities binnen het Wapen der Cavalerie in leven te houden. Het feit dat de regimentscommandant van het Regiment Huzaren van Boreel te paard het regimentscommando overdroeg tijdens dezelfde ceremonie, waarbij het Escorte werd opgenomen binnen dat regiment, laat zien dat die tweede taak breed wordt gedragen. Het enige fulltime professionele militaire fanfareorkest van Defensie liet nog eenmaal haar stevige en verfijnde orkestklanken klinken. Hoewel de fanfarebezetting zich bij uitstek leent voor een buitenoptreden, klonk er vandaag
54
Uitreiken fanions RHB aan CEE door de prachtige performance een grote traan: door de bezuinigingen bij defensie hield het fanfarekorps per 31 december j.l. helaas op te bestaan. De aanwezigheid van vele regimentsgenoten, alle (sub-)eenheden van JISTARC, het CEE (inclusief een peloton ruiters te paard), FKKLBW en talloze genodigden maakte deze bijzondere ceremonie compleet. Tijdens de sfeervolle receptie na afloop van de plechtigheden ontving kolonel de Jong uit handen van de wapenoudste, generaal-majoor b.d. jhr. de Jonge, de inspecteursmedaille Cavalerie voor zijn bewezen diensten, ondermeer als enthousiast Regimentscommandant RHB. ●
Uitreiking Inspecteursmedaille aan kolonel Harold de Jong
Zinvol geweld? Een manuscriptbespreking door luitenant-kolonel b.d. P.H. Hoevenaars. Foto boven: 1e Eskadron Pantserwagens in Nederlands-Indië Op 8 augustus 2012 werd door de oud reserve-eerste luitenant G. F. van der Lee een door hem geschreven en geïllustreerd manuscript ‘Zinvol Geweld ?’ aangeboden aan de bibliotheek van het Museum Nederlandse Cavalerie. Het werd door de museumdirectrice mevrouw M. Vermeulen met woorden van dank als een aanwinst voor de bibliotheek en de geschiedschrijving van de cavalerie in ontvangst genomen. De heer van der Lee gaf als toevoeging bij de aanbieding aan, dat hij het vooral had geschreven om zijn kennis voor volgende generaties officieren vast te leggen.
Hem als medeleerling kennende van de SROC-Blauw van januari 1948, herinner ik mij dat wij het eerste cavalerieonderdeel waren met een eigen ‘weekorgaan’, getekend door Gerard van der Lee. Dat is kennelijk zijn hele diensttijd zo doorgegaan. Nu blijkt dat hij naast een befaamd cartoontekenaar ook een goed schrijver is, die behoudens gevechtsacties en gebeurtenissen, het geweldsaspect in die periode, in een ethisch kader wil plaatsen. Een onderwerp dat in de vele gepubliceerde eenheidshistories vrijwel niet of nauwelijks aan de orde kwam. Het manuscript geeft een deel van zijn levensloop en ervaringen weer als kornet en luitenant in de Indiëperiode van een jonge man, die opkwam als dienstplichtige in de op-
richtingsfase van de Koninklijke Landmacht. Afgezien van uiteraard andere gevechtscontacten, stemmen vooral de weergegeven achtergrondgedachten en gevoelens met het daaraan gerelateerde gedrag zeer met de mijne en naar ik meen te weten met mijn destijdse cavaleriecollega’s overeen. Op de SROC waren de technische opleidingen (wapens, radio, voertuig, tirailleur) uitstekend. De tactische opleiding was nog onvast gestoeld op Nederlandse, geallieerde en Duitse opvattingen met een scheutje KNIL-wetenschap. De lessen over officiersgedrag, houding en leiderschap waren, zeker gezien tegen de huidige overvloed aan boeken, publicaties enz. zeer summier. Men ging uit van ieders eigen oorlogs- en bezettingsherinneringen waaronder de houding en gedrag van geallieerde en Duitse officieren, het
55
Een befaamd cartoon tekenaar recente Neurenbergproces en de bijzondere rechtspleging alsmede de inmiddels verschijnende publicaties van verzetsmensen en oud-gevangenen. Dit werd aangevuld met enige lessen over rangen en graden, krijgstucht en de conventie van Geneve en de betekenis van de officierseed. Veel nadruk werd gelegd op de voorbeeldfunctie en het geweten gerelateerd aan de indringende overduidelijke oorlogsherinneringen (het begrip ‘ethiek’ werd nog niet gehanteerd), verantwoordelijkheidsgevoel en initiatief. Samengevat : door kennis en kunde de opdracht zo goed mogelijk uitvoeren en met zoveel mogelijk kerels thuiskomen, ergo kameraadschap. In Indië hebben de huzareneenheden in al hun gebieden een maximum aan orde en veiligheid gebracht en gehandhaafd, hard in het gevecht maar zonder verwerpelijke nazimethoden, strafrechtelijke praktijken enz. Geen huzaar is aangeklaagd, laat staan veroordeeld, bij enig exces. Verwerpelijke misdragingen van individuen en enkele onderdelen elders, worden telkenmale door gebrek aan kennis aan alle krijgsmachteenheden verweten. Veteranen van die voortreffelijke eenheden voelen hun naam en eer aangetast, om over waardering voor welgedane taak maar niet te spreken. Schrijver herinnert aan het interessante, actieve, plezierige jonge luitenantsleven vertoevend in goed gezelschap van jonge en oudere collega’s. Omdat we als cavaleristen over voertuigen beschikten, zo-
56
‘Geen huzaar is aangeklaagd, laat staan veroordeeld, bij enig exces.’ wel in gevechtsomstandigheden als in de dagelijkse dienst, hadden we een aanmerkelijk ruimere horizon en contacten dan onze ranggenoten van andere wapens of dienstvakken. Naast alle eenheidshistorische geschriften en boeken, mede door de diverse functiewisselingen van de schrijver, is het een prachtig historisch document geworden van een jong cavalerieofficier in de woelige naoorlogse tijd en de koloniale stuiptrekkingen in Nederlands-Indië. Het is een mooie herinnering voor tijdgenoten en een must om te lezen voor jongere generaties cavalerieofficieren. De schrijver schenkt enige exemplaren aan de museumbibliotheek ter uitlening en een exemplaar aan elk eskadron ter lezing. Afhankelijk van de reacties die hem bereiken, wil hij overwegen om het manuscript (met sponsoring) te laten drukken. Het zou mooi zijn als dat zou lukken. ●
Nieuwe voorzitter voor redactie van VOC Mededelingen Met ingang van dit nummer van de Mededelingen van de VOC treedt kolonel Anton Leuvering aan als nieuwe voorzitter van de redactie. Een korte introductie. Het was tijdens de gecombineerde commando-overdracht van het JISTARC en ons Ere-Escorte Cavalerie december vorig jaar te Oldeboek, toen Duco Brongers tijdens het noenmaal naast mij plaats nam en vrijwel direct vroeg of ik tot de redactie van de Mededelingen wilde toetreden. Ik herinner mij dat ik nog geen drie seconden nodig had om ‘ja’ te zeggen. Te gretig of een gebrek aan zinvolle vrijetijdsbesteding? Niets van dat alles! Ik kom mijn dagen meer dan goed door. Hou het op betrokkenheid bij ons Wapen, waarbinnen ik inmiddels 33 jaar met veel voldoening dien.
Kolonel A.A. Leuvering
Ik herinner mij dat ik nog geen drie seconden nodig had om ‘ja’ te zeggen. Die loopbaan begon In 1980 als schutter op de tank van de commandant van het B-eskadron 43 Tankbataljon in Langemannshof, wijlen Hans Berkhout. Na afronding van de KMA zette ik ‘de opmars’ in 1985 in ‘t Harde voort als luitenant bij 59 Tankbataljon. Het eerste deel van mijn ritmeesterstijd vervolgde ik vanaf 1989 tot aan de datum opheffing wederom bij 43 Tankbataljon, eerst als hoofd sectie S2 en daarna als eskadronscommandant. Kortom, een voor die tijd standaardloopbaan in de ‘onderbouw’. Na vele Veluwse en Haagse omzwervingen vond de bekroning in 2007
plaats toen ik van jaargenoot Nico Tak het commando over 42 Tankbataljon overnam. Inmiddels ben ik al weer ruim een half jaar aan het werk als plaatsvervangend commandant van 43 Gemechaniseerde Brigade en als Regionaal Militair Commandant Noord. Vanuit die positie zie ik de letterlijke en figuurlijke leegte binnen de formatie als gevolg van de opheffing van 42 Tankbataljon. De huidige Commandant Landstrijdkrachten hoef je hiervan niet te overtuigen. Het is in zijn opdracht dat ik nu iets onderzoek. Mocht dat tot iets moois leiden, bericht ik daarover in de volgende Mededelingen. Verder hoop ik met een plaats in de redactie bij te dragen aan een mooie periodiek die oud en jong, tanker en verkenner bindt en waarbinnen plaats is voor nostalgie, mooie herinneringen, het heden en vanzelfsprekend vergezichten. ●
57
Commando-overdracht 13 Gemechaniseerde Brigade Luitenant-kolonel b.d. Eric Puik
Herdenking gevallenen der Cavalerie - 3 mei 2013
Op 20 december 2012 droeg brigadegeneraal M.A. van der Laan het commando over de 13e Gemechaniseerde Brigade over aan brigadegeneraal G.W. van Keulen. Generaal van der Laan zou het paradeterrein niet als brigadegeneraal verlaten.
Ook dit jaar herdenken we op de Bernhardkazerne te Amersfoort op passende wijze de gevallenen van ons Wapen. Deze herdenking is vele jaren door de Cavalerieschool georganiseerd. Vanwege de opheffing van de Cavalerieschool zal de herdenking vanaf dit jaar door het JISTARC worden georganiseerd. JISTARC is de thuisbasis van ons enige overgebleven cavalerieregiment, Huzaren van Boreel. Dit jaar valt 4 mei op een zaterdag, door de beschikbaarheid van eenheden en muziek heeft de Wapenoudste generaal-majoor b.d. jhr. J.H. de Jonge in overleg met de Regimentscommandant Huzaren van Boreel besloten de herdenking van onze gevallenen te laten plaats vinden op 3 mei 2013. Door deze keuze zijn wij verzekerd van ondersteunende militaire muziek en hoopt onze Wapenoudste op een bijzonder grote opkomst om de gevallenen en hun nabestaanden waardig te herdenken. U bent van harte uitgenodigd op 3 mei om hier bij aanwezig te zijn. Gedacht tijdschema: • 14.00 uur ontvangst in gebouw O • 14.35 uur opstelling ingenomen • 14.45 uur intreden Standaardgroep • 14.50 uur Aankomst Wapenoudste en Regimentscommandanten • ± 15.15 uur einde plechtigheid, aanvang gelegenheid tot samenzijn in gebouw O • 16.30 uur einde gelegenheid tot samenzijn Gaarne nodig ik u en uw gezinsleden uit om hierbij aanwezig te zijn. Ik verzoek commandanten de in hun eenheid aanwezige cavaleristen hiervan op de hoogte en in de gelegenheid te stellen om aan deze uitnodiging gevolg te kunnen geven. Tenue militairen: DT met modeldecoraties. ●
58
Rechts brigadegeneraal G.W. van Keulen Een gezellige ontvangst, waarbij het VIP- en niet VIPgedeelte naadloos in elkaar overgingen, bevestigde het gemoedelijke karakter ervan. Onder de vele genodigden een aantal oud-brigadecommandanten, waarvan luitenant-generaal Oostendorp het predicaat ‘oud commandant 11 Tankbataljon’ gerechtigd was te dragen. Brigadegeneraal b.d. en Mevr. Baudoin ontbraken niet op deze voor hen zo vertrouwde locatie. Een reünie kortom, waarbij de vreugde van het weerzien van ieders gezicht was af te lezen. Een streng protocol met een peloton begeleiders zorgden voor een tijdige bezetting van het paradeterrein. De protocollaire ceremonie stelde de traditioneel ingestelde bezoeker niet teleur. Het verrassende element zat in de staart. Commandant Landstrijdkrachten luitenantgeneraal de Kruif verzocht de aftredende brigadecommandant uit te treden. Voorgelezen werd een Koninklijk Besluit waaruit bleek dat de generaal van der Laan (in verband met zijn benoeming tot plaatsvervangend commandant van 1 NL/GE Corps) was bevorderd tot generaal-majoor. De daarbij behorende rangonderscheidingstekens werden hem vervolgens door C-LAS ‘opgeschroefd’. Na de sfeervolle plechtigheid vond een geanimeerde afscheidsreceptie plaats. ●
De 75ste Algemene Vergadering van de VOC in de Vesting Naarden & concert van het Reünieorkest Trompetterkorps der Cavalerie Op zaterdag 13 april 2013 zal de 75ste algemene vergadering van de VOC plaatsvinden binnen de Vesting Naarden, de oudste stad van het Gooi en één van de mooiste Nederlandse cultuurmonumenten. De vesting Naarden is nog de enige complete vesting van Europa. Een militaire ambiance bij uitstek. Zowel voor de leden als de echtgenoten/partners is er een aantrekkelijk programma in voorbereiding. In het stadhuis uit 1601, een typisch voorbeeld van Hollandse Renaissancebouw zullen de deelnemers worden ontvangen en wordt daar door de leden vergaderd. Voor de dames staat dan een bezoek aan het Arsenaal van Jan de Bouvrie en andere binnenhuisdesigners op het programma. Een must voor dames met ideeën over inrichting en interieur. Na de lunch in de vesting, zal een uniek concert worden gegeven op de vestingwallen door het Reünieorkest Trompetterkorps der Cavalerie. Daarna wordt de dag afgesloten met een borrel in het Vestingmuseum en een kanonschot op Napoleontische wijze afgevuurd door de voorzitter. Kortom, een gezellig dagje uit. Leden en hun partners die deze dag willen bijwonen, dienen vóór
Programma 10.30 - 11.00 uur 11.00 - 12.30 uur 12.45 - 14.15 uur 14.15 - 16.30 uur
Ontvangst door de burgemeester van Naarden, mevrouw dr. Joyce Sylvester. Jaarvergadering door de leden in de fraaie Burgerzaal. Bezoek van de dames aan het Arsenaal. Lunch in de vesting. Bezoek aan het Vestingmuseum. Concert door het Reünieorkest en een afscheidsborrel.
7 april a.s. zich aan te melden en wel uitsluitend via de website: www.voc-cavalerie.nl. Na het inloggen* klikt u in het navigatievenster op Activiteiten en vervolgens scrolt u naar de activiteit: 13 april 2013 - 75e Algemene Vergadering VOC en klikt op Aanmelden of Correspondentie. Bij Aanmelden dient u aan te geven met hoeveel personen u komt. Het is ook mogelijk om alleen deel te nemen aan het middaggedeelte (vestingmuseum met concert en borrel). U dient dit wel uitdrukkelijk te vermelden bij de aanmelding. Museumjaarkaarthouders worden verzocht hun museumkaart mee te nemen. Dat betekent minder kosten voor de VOC. Tevens dient u
vóór 7 april a.s. een bijdrage van € 15,00 per persoon te storten op rekeningnummer 159555 op naam van de Vereniging Officieren Cavalerie te Bussum o.v.v. ‘deelname Naarden’. Dit bedrag geldt eveneens voor de deelnemers die alleen deelnemen aan het middaggedeelte. De leden die zich hebben aangemeld worden via e-mail op de hoogte gehouden van verdere bijzonderheden (zoals route, parkeren e.d.). Voor meer informatie: oud res lkol mr. D. van Zuidam, GSM 06-10053946.
* Indien u uw inloggegevens niet meer weet, stuurt u een mail naar:
[email protected]
59
Regelmatig Terugkerende Bijeenkomsten Lunches Zutphen Elke eerste donderdag van de maand v.a. 12.00 uur in de Roskam te Gorssel, info: maj b.d. H.A.G. Nix. T 0575 52 80 02 E
[email protected]
Den Haag Elke tweede donderdag van de maand v.a. 12.00 uur in de Pulchri Studio, Lange Voorhout 15, T: 070 358 94 74. Inlichtingen en opgave aldaar of bij lkol b.d. drs A.J. Rosendahl Huber. T 0655 99 18 08
Eemland lunch Elke derde donderdag van de maand v.a. 12.00 uur in Huize van den Brink, Soesterbergsestraat 122 te Soest. Info en opgave bij kol b.d. mr. C.H. Blok. E
[email protected]
Rotterdam Elke derde woensdag in de derde maand van het kwartaal v.a. 12.00 uur in Roei en Zeilvereniging “de Maas”. Info: res elnt W. Aalders, E
[email protected]
Brabantse Lunch Elke vierde woensdag van de maand v.a. 12.00 uur in auberge de Waag, Markt 32 te Boxtel. Info en opgave bij de res lkol mr. D. van Zuidam. T 0411 61 02 19 E
[email protected]
Borrels Nederland Amsterdam/ ‘t Gooi De Henk Oortman Gerlings borrel wordt in beginsel in Loosdrecht gehouden in de maanden maart, juni en november.
60
De borrel wordt gevolgd door een maaltijd. Aanmelden bij res ritm mr. M.P. Oortman Gerlings, E
[email protected] of bij de res lkol mr. J.F. Verhaert, E
[email protected]
Borrels buitenland Australië Sydney, bij de oud res elnt drs. H.A.J. Sprangers. T (privé) 029 634 18 22 E
[email protected]
België Brusselse VOC-borrel vindt plaats op uitnodiging en op wisselende locaties. Info bij oud res elnt D. Tromp, E
[email protected]
Curacao Willemstad, bij oud res ritm F. Fontein. Flexibel qua locatie, datum en tijd. De Ketel One Vodka en Ketel 1 jenever staan altijd koud. T +59 99 461 0425 / +59 99 529 7027 E
[email protected]
Duitsland München. oud-res ritm Rob Zaagman nodigt (oud-)cavaleristen die in München zijn uit voor een borrel. Contact via: Consulaat-generaal van het Koninkrijk der Nederlanden, Nymphenburgerstrasse 20a, 5 Stock, München. T 089 206 02 67 16, F 089 206 02 67 30 E
[email protected]
Frankrijk Mornac sur Suedre, elke dinsdag bij oud res maj J.H. Goedkoop in Le Mornac, 21 rue des Halles, 17113 Mornac sur Suedre. T +33 546 22 63 20 E
[email protected] Opgave: tel. aanmelden 1 dag vooraf.
Leden en niet leden op doorreis welkom bij kol b.d. mr. C.H. Blok, Château des Loges, 61250 Hauterive, Orne. T +33 233 82 67 56 E
[email protected]
Luxemburg Bij de oud res elnt jhr. T.C.H.N.G. van Rijckevorsel. T/F 00 (352) 770 436
Noorwegen Oslo, bij de Defensie attaché voor Scandinavie, lkol P. Teeuw. Leden en niet leden, altijd welkom. T +47 91 39 12 56 E
[email protected]
Spanje Cavaleristen in Barcelona zijn welkom om contact op te nemen met Mark Wuijten. E
[email protected]
Zuid-Afrika Cavaleristen wonend of op reis in Zuid-Afrika worden uitgenodigd deel te nemen aan een Cavalerieborrel, die bij iedere gelegenheid die zich aandient, zal worden gehouden in 7233 Greyton, Western Cape. Contact: lkol b.d. Leo Venrooy. T 00277 85 81 55 82 E
[email protected]
USA Lancaster (Pennsylvania), bij de oud res elnt W.R.H.M. van Huystee. T (kantoor) 717 393 15 51 T (privé) 717 393 30 05
Atlanta bij res ritm Robert B. Koch 44 05 10 209 ‘t Hoveke, 730 Mt Paran Rd NW, Atlanta Ga 30327. T 404 323 60 75 / 404 843 39 46 E
[email protected]
VOC Activiteitenkalender 4 april VOC Lunchtafel Locatie: De Roskam - Gorssel Info/aanmelden: Maj b.d. H.A.G. Nix E
[email protected] T 0575-528002
6 en 7 april Nationaal Museum Weekend Open Dag Museum Nederlandse Cavalerie (11-17 uur) Info: lkol b.d. W.G.F. van Kempen E
[email protected] W www.Cavaleriemuseum.nl
7 april Oefendag Cavalerie Ere-Escorte Locatie: Rotterdamse Manege Kralingerweg 120 Info: Secretaris Stichting Lkol H. Kampen E
[email protected]
11 april Haagsche VOC Koffietafel Locatie: Pulchri Studio Info/aanmelden: Lkol b.d. drs. A. Rosendahl Huber E
[email protected] T 06-55991808 / 070-3506875
13 april Algemene Ledenvergadering VOC Locatie: Vesting Naarden Info: oud res Lkol mr. D. van Zuidam E
[email protected] (info en opgave alleen via e-mail)
18 april VOC Eemland Lunch Locatie : Huize van den Brink - Soest Info/aanmelden: Kol b.d. mr. C.H. Blok E
[email protected]
24 april VOC Brabantse Lunch Het Buffet van Nix Locatie : De Waag - Boxtel Info/aanmelden: oud res Lkol mr. D. van Zuidam E
[email protected] T 06-10053946
3 mei Herdenking Gevallenen Cavalerie Locatie: Bernhardkazerne Amersfoort Info: Maj. H. Plakke T 06-15600182
8 mei VOC Lunchtafel Locatie: De Roskam - Gorssel Info/aanmelden: Maj b.d. H.A.G. Nix E
[email protected] T 0575-528002 (in juni en juli geen lunchtafel i.v.m. zomerreces)
9 mei Haagsche VOC Koffietafel Locatie: Pulchri Studio Info/aanmelden: Lkol b.d. drs. A. Rosendahl Huber E
[email protected] T 06-55991808 / 070-3506875
16 mei VOC Eemland Lunch Locatie: Huize van den Brink - Soest Info/aanmelden: Kol b.d. mr. C.H. Blok E
[email protected]
24 mei VOC Brabantse Lunch Locatie: De Waag - Boxtel Info/aanmelden: oud res Lkol mr. D. van Zuidam E
[email protected] T 06-10053946
25 mei Rally met klassieke auto’s voor VOC en VOOC leden Locatie: Landgoed Maarsbergen Info en opgave: res Maj G.J.M. Polman E
[email protected] T 06-19981358
26 mei Oefendag Cavalerie Ere-Escorte Locatie: Manege Marcroix Bernhardkazerne Info: Secretaris Stichting Lkol H. Kampen E
[email protected]
31 mei en 1 juni Nationale Eventing Wedstrijden Tevens Militair Eventing Kampioenschap Locatie: Landgoed Maarsbergen Info: res Ritm Jhr. ir. M.O.M. van der Goes E momvandergoes@ landgoedmaarsbergen.nl
9 juni Oefendag Cavalerie Ere-Escorte Locatie: Manege Treekhoeve Leusden Info: Secretaris Stichting Lkol H. Kampen E
[email protected]
13 juni Haagsche VOC Koffietafel Locatie: Pulchri Studio Info/aanmelden: Lkol b.d. drs. A. Rosendahl Huber E
[email protected] T 06-55991808 / 070-3506875
15 en 16 juni Waterloo rit Brussel Info: Bgen b.d. P.J. Kautz E
[email protected]
19 juni Lunchtafel VOC Rotterdam KR & ZV ‘De Maas’ vanaf 12.15 uur Info/opgave bij: res Elnt W.J.G. Aalders T 06-51173185 E
[email protected]
20 juni VOC Eemland Lunch Locatie: Huize van den Brink - Soest Info/aanmelden: Kol b.d. mr. C.H. Blok E
[email protected]
26 juni VOC Brabantse Lunch Locatie: De Waag - Boxtel Info/aanmelden: oud res Lkol mr. D. van Zuidam E
[email protected] T 06-10053946
61
Personeelsmutaties Herplaatsingen Rang
Naam
Arbeidsplaats titel
Afdeling
Locatie
Elt
Dubbeldam, Adriaan W.
STOFF ONTW O&T NIVEAU IV-VI
# OTCOPN/DOCTR/KCE3D/KWAL HELI
Amersfoort - Bernhardkazerne
Kap/Ritm
Laheij, Ron
STOFF O&TO
OTCMAN/ST/OTK/BUR O&T/OTOGP
Amersfoort - Bernhardkazerne
Elt
Zee, Vera van der
HUMAN FACTOR ANALIST
106INLNESK/INTELLPEL/HFAGP
‘t Harde - Art Schietkamp
Kap/Ritm
Boer, Albert A. de
JR OFF VEILIGHEIDSREGIO
43MECHBRIG/ST/G3/NATOPS
Darp - Johannes Postkazerne
Kap/Ritm
Borst, Timo de
PLV C-BRIG VERKENNINGSESKADRON
43BVE/ESKST
Darp - Johannes Postkazerne
LtKol
Gevers, Arthur B.
PLV C-LWC
OTCOPN/ST
Amersfoort - Bernhardkazerne
Elt
Gouw, Marc
GEO SPATIAL ANALIST
106INLNESK/INTELLPEL/GSAGP
‘t Harde - Art Schietkamp
Maj
Groot, Harald B. de
STOFF OPLEIDING & TRAINING
OTCOPN/ST/TF CIED (PROJECT)
Amersfoort - Bernhardkazerne
Maj
Kuijpers, Hermanus J.M.
MDW COORD AFSTO RESEHDN&PROJ
RESSORT PROJN AFSTO BET EXTN
Den Haag - Frederikkazerne
Kap/Ritm
Vorst, Ronald
DOCENT CIV/SCENSCHR
DIVI/O&TRG/CIV HUMINT/IG CIV
‘t Harde - Lpl Bij Oldebroek
LtKol
Dalen, Johannes A. van
HOOFD AFDELING LW
OTCOPN/ST
Amersfoort - Bernhardkazerne
LtKol
Dekkers, Patrick A.P.
medewerker Bestuursstaf
Afdeling
Den Haag - Frederikkazerne
Maj
Kik, Hans H.
Projectoff en budgeth HGIS
HGIS STOFF HGIS
Den Haag - Prinses Julianakaz
Genm
Laan, Michiel A. van der
DEPUTY CORPSCOMMANDER
HAAB/HQHRF/DEP COMMANDER
Muenster - Ktr Hindenburgplatz
Kol
Luijten, Sander M.
CHEF-STAF OOCL
OOCL/HQ
Apeldoorn - F v Bijnenkazerne
Kap/Ritm
Dekker, René
PROJMNGR SR
CIMIC/RSD/CIV ADM/PROJN
Apeldoorn - F v Bijnenkazerne
Kol
Dulfer, Michiel C.
Cdt KTOMMB
Kon Tehuis voor Oud Mil & Mus
Arnhem - Bronbeek
Kap/Ritm
Euving, Jan J.
PLV C-FIELD HUMINT ESKADRON
105FHESK/ESKST
‘t Harde - Lkol Tonnetkazerne
Kap/Ritm
Franse, Rob
HOOFD SECTIE OPERATIEN
20NRBAT/STDET/SIE OPN&O&T&NBC
Den Haag - Frederikkazerne
Elt
Goethals, Mirjam
GEO SPATIAL ANALIST
106INLNESK/INTELLPEL/GSAGP
‘t Harde - Art Schietkamp
LtKol
Haan, Corstiaan de
HOOFD CEREMONIEEL&PROTOCOL
KAB/SIE C&P
Utrecht - Kromhoutkazerne
LtKol
Haitsma Mulier, Pieter W.G.
ADV STRAT ALG/SPEC
CIMIC/RSD/ECON&EMPL/PROJN
Apeldoorn - F v Bijnenkazerne
Kap/Ritm
Hopstaken, Wilhelmus J.
CURSUSLDR/DOCENT/TR VVO VERK
OTCMAN/ST
Amersfoort - Bernhardkazerne
Kap/Ritm
Kloosterman, Steve
LOOPBAANBEGELEIDER SR
PLC/LBBGL/HAVELTE/SPEC&OVERIGE
Wezep - Pr. Margrietkazerne
Kap/Ritm
Laarman,.Stephanus J.
HOOFD MCTC
OTCOPN/ST
Amersfoort - Bernhardkazerne
Kap/Ritm
Moes, Daan
C-INSTRPEL CBRN
JCBRNS/INSTRPEL CBRN
Vught - Lunettenkazerne
Maj
Plakke, Henry
HOOFD SECTIE S3
OTCOPN/ST/SIE S3
Amersfoort - Bernhardkazerne
LtKol
Smulders, Marcus A.
HFD SIE SEC
AFD C3I SYSN SEC
Den Haag - Frederikkazerne
Kap/Ritm
Stal, Rob van
OFF UAS OPERATIONS
107ASBT/OPSPEL/FLIGHTOPS UAS3
‘t Harde - Lkol Tonnetkazerne
LtKol
Vries, Frans de
HOOFD GROEP TEAMBUILDING
KMS/SLO/SIE LDG/GP TEAMBL
Utrecht - Kromhoutkazerne
62
Personeelsmutaties Bevorderingen Bevorderd tot
Naam
Datum
Reden
Elt
Broersen, Doeke
14-02-13
Effectieve bevordering
Elt
Lofström, Maarten
14-02-13
Effectieve bevordering
Elt
Scheuer, Thomas
21-02-13
Effectieve bevordering
Elt
Venema, Thomas
21-02-13
Effectieve bevordering
Elt
Dubbeldam, Adriaan W.
01-03-13
Effectieve bevordering
Kap/Ritm
Dekker, René
01-01-13
Effectieve bevordering
Kap/Ritm
Franse, Rob
01-01-13
Effectieve bevordering
Kap/Ritm
Hopstaken, Wilhelmus J.
01-01-13
Effectieve bevordering
Kap/Ritm
Boer, Albert A. de
01-02-13
Effectieve bevordering
LtKol
Haitsma Mulier, Pieter W.G.
01-01-13
Effectieve bevordering
Kol
Luijten, Sander M.
07-01-13
Effectieve bevordering
Genm
Laan, Michiel A. van der
07-01-13
Effectieve bevordering
Uitdiensttreding Naam
Leeftijd
Rang
Datum dienstverlating
Trel, Alex
23
Tlt
01-01-2013
Boonacker, Andreas
50
Tlt
01-01-2013
Langbein, Remco
32
Tlt
01-01-2013
Kleef, Carl M. van
56
Maj
01-01-2013
Waart, Cees de
56
Kap/Ritm
01-01-2013
Turksema, Martijn
29
Geen
09-02-2013
Bakker, Jacob A.
34
Kap/Ritm
01-02-2013
Goes-Petter, Wilhelmina van der
40
Geen
01-02-2013
Jong, Willem E. de
56
Maj
01-02-2013
Graaff, Rudy de
56
Kap/Ritm
01-02-2013
Goes, Maurits van der
57
Geen
01-02-2013
Noordanus, Gert
56
Kol
01-02-2013
Seijn, Boudewijn F.R.
35
Kap/Ritm
01-02-2013
Ottens, Hendrik
56
Tlt
01-02-2013
Overlijdensbericht Het bestuur van de VOC heeft de droeve plicht u in kennis te stellen van het overlijden van : Mr. Jan Christiaan Hendrik Haring, Oud Reserve Eerste Luitenant der Cavalerie. Overleden op 8 januari 2013 in de leeftijd van 85 jaar Wij betuigen de nabestaanden onze deelneming en wensen hen veel sterkte toe.
63