VAN DE REDACTIE
200 Jaar Nederlandse Cavalerie VIO/VOC Symposium 2014 Panzertruppen
Innovatieprogramma Purple Nectar Jaargang 75 - uitgave 339 nummer 2 - 2014
Leusderheide tijdens de oorlog VOC Mededelingen
We see a cloud where your data lives without limits. Choose the right cloud solution that works for you.
Visit netapp.com/unboundcloud
TM
© 2014 NetApp, Inc. All rights reserved.
INDEX Ereleden oud-res-lkol J. Moes, oud-res-maj E.J. Vinkhuyzen, oud-res-elnt ir. J.J. Heyse, bgen b.d. J.M.A. Thomas, lgen b.d. A.J.G.M. Blomjous,
UITGAVE 339
res-ritm jhr. ir. M.O.M. van der Goes.
Dagelijks bestuur genm b.d. jhr. J.H. de Jonge oud-res lkol mr. D. van Zuidam res-elnt drs. R.J. Groot res-elnt mr. C.D.J. Bijleveld ritm b.d. G.H. Snellen lkol b.d. D.G.G.M. Alexander maj L.J.J. Reinders lkol D.M. Brongers lkol J.A. van Dalen oudres-ritm drs. J.M.S. van Griethuysen
voorzitter vice-voorzitter secretaris penningmeester ledenadministratie bestuurslid bestuurslid toehoorder redactie toehoorder evenementen toehoorder MNC
Wmr1 M. Wilms
toehoorder Kilacadmon
Van de redactie 4 Van de Voorzitter
5
Amersfoort kleurt zwart
7
VIO/VOC Symposium Commandovoering
13
Panzertruppen 21 Innovatieprogramma Purple Nectar
31
Ontwikkelingen ‘Sprong Voorwaarts’
35
Ledenadministratie, aanmelding lidmaatschap
Interview met de nieuwe Wapenoudste
37
ritm b.d. G.H.Th. Snellen, Acaciastraat 4, 4921 MA Made, E
[email protected],
200 Jaar Regiment Huzaren Prins Alexander
40
Ingezonden reactie
42
Verslag Algemene Vergadering VOC
43
Leusderheide tijdens de oorlog
44
Secretariaat res-elnt drs. R.J. Groot, Graaf Florislaan 64, 1405 BW Bussum, T 06 - 53408840 - E
[email protected]
Rekeningnummer 159555 t.n.v. VOC te Bussum. De leden wordt verzocht aan dit adres opgave te doen van adreswijzigingen, benoemingen, bevorderingen, onderscheidingen, eervolle ontslagen enz. Inloggegevens voor het besloten (alleen leden) deel van de website kunnen alhier worden opgevraagd onder vermelding van uw naam, rang en geboortejaar.
Redactie kol A.A. Leuvering lkol D.M. Brongers lkol b.d. E. Westerhuis maj T.J.H.L.M. Van Rijckevorsel maj H. Plakke res-maj F. Koolhof kap H.C.J. van Vulpen
voorzitter redactie vice-voorzitter redactie eindredactie redactielid redactielid redactielid redactielid
hr. Dennis Boom
redactielid
De redactie dringt er bij de scribenten op aan de kopij en de bijbehorende foto’s elektronisch (minimaal 300 dpi) aan te leveren. Overname van artikelen is toegestaan, mits de bron en de schrijver worden vermeld en een presentexemplaar van de publicatie
VOC-Mededelingen 48 52
Personeel
Overlijdensberichten 52 In Memoriam
53
Regelmatig terugkerende bijeenkomsten 54
wordt toegezonden aan de redactie van de VOC Mededelingen.
Commerciële exploitatie Green Paper Association, Hr. J.J. Akkerman, Reijnier Vinkeleskade 14 B, 1071 SP Amsterdam, T 06 - 53 56 95 50 E
[email protected] Het adverteren door bedrijven in de VOC Mededelingen houdt niet in dat deze bedrijven automatisch de voorkeur hebben bij het verwerven van producten/diensten door het ministerie van Defensie.
Redactieadres lkol b.d. E. Westerhuis - Sprielderhout 36 - 3881 PT Putten T +31 341 266630 - E
[email protected] E
[email protected] - W www.voc-cavalerie.nl E
[email protected]
Vormgeving Druk
DRUK Concept & Design
Coverfoto Achterblad
Leopard-2A6 (Canada) - Afghanistan 2010
Practicum - Soest - www.practicum.nl
Standaardwacht - Amersfoort 2014
VOC-activiteitenkalender 55
7
31
44
Kopij voor het volgende nummer inzenden voor 1 augustus 2014 VOC Mededelingen
3
VAN DE REDACTIE
...naar een dashing Glossy! Er zijn redacties van vakbladen die het moeilijker hebben dan de ‘werkpaarden’ van uw lijfblad om iedere keer weer voldoende kopij voor het volgende kwartaal te bemachtigen. De oproep van uw redactie in uitgave 338 om vooral met artikelen bij te blijven dragen blijft evenwel staan; maar tijdens de laatste redactievergadering was er eerder sprake van een luxeprobleem, dan van een zorg om de voorliggende uitgave evenwichtig gevuld te krijgen. Even werd gedacht aan een eenmalige uitgave van 64 bladzijden, maar sommige zaken kun je maar beter bij het ‘oude vertrouwde’ laten. Inmiddels liggen de eerste festiviteiten ter gelegenheid van
Deze commissie heeft zich de afgelopen twee en een half
het 200-jaar koninklijke bestaan van onze Landmacht al
jaar intensief ingezet voor de officieren en onderofficieren
weer achter ons. Na een voor iedereen duidelijk zichtbare
van ons Wapen, die door de bezuinigingen bij defensie
aanwezigheid tijdens de Vaandelgroet op 9 januari op Plein
de krijgsmacht moesten verlaten. Luitenant-kolonel Duco
1813 in onze Hofstad, presenteerden wij ons ‘entre nous’
Brongers informeert ons over de laatste ontwikkelingen op
op 23 april in onze laatste gezamenlijke bakermat:
het gebied van C-2 ondersteunende maatregelen met zijn
Amersfoort. Oud-reserve eerste luitenant drs. Tijme
verslag over ‘Purple Nectar 2014’.
Bouwers rapporteert daarover. Gelukkig wijst niets erop
Ten slotte. Er is een gerede kans dat in een van de volgende
dat wij in ons verleden zijn blijven hangen en blijven
VOC-Mededelingen de tankontwikkelingen meer regionaal
zwijmelen over de dagen van weleer. Zo goed als vroeger,
worden belicht. Als inleiding hierop beschrijft luitenant-
is het immers nog nooit geweest.
kolonel Marcel de Beus de huidige situatie bij de Panzer-
Verder blikken wij terug op het bijzonder geslaagde VIO/
truppen van de Bundeswehr. Want onlangs heeft Comman-
VOC symposium op 7 maart in de generaal-majoor Kootka-
dant Landstrijdkrachten, luitenant-generaal de Kruif zijn
zerne in Garderen, waar de operatie ‘Taki Ghar’ in juli 2009
Duitse evenknie, generaal Kasdorf, gesproken.
in Afghanistan centraal stond bij de diverse voordrachten
Een van de vele gesprekonderwerpen betrof een toekom-
en discussies. In het kader van de jaarlijkse mei-herdenkin-
stige samenwerking tussen 43 Gemechaniseerde Brigade
gen een indrukwekkend verhaal over de Leusderheide als
en de Duitse 1e Panzerdivision op opleidings- en trainings-
grootste executieplaats van verzetsstrijders en gijzelaars in
gebied. Het is niet uitgesloten dat die relatie in de nabije
Nederland tijdens de Tweede Wereldoorlog. En natuurlijk
toekomst inniger wordt. Binnen die samenwerking krijgt
mag een interview met onze nieuwe Wapenoudste, briga-
het subonderwerp ‘behoud van kennis en ervaring m.b.t.
degeneraal Gijs van Keulen, in deze uitgave niet ontbreken.
het tankoptreden’ nadrukkelijk de aandacht.
In deze Mededelingen eveneens aandacht voor de stand
Laat dat de cliffhanger van deze ‘van de redactie’ zijn.
van zaken bij de commissie Sprong Voorwaarts.
Wij wensen u weer veel leesplezier. ●
4
VOC Mededelingen
VAN DE VOORZITTER
De Nederlandse cavalerie heeft een ongemeen mooi kwartaal achter zich. En daarmee de leden van onze vereniging ook, althans voor zover u de kans pakte om die vele hoogtepunten mee te maken en bij te wonen. Ik memoreer slechts enkele... Een heel bijzondere viering was er ter
Algemene Vergadering. Een goede
gelegenheid van de 200 verjaardag van
ontvangst in Rotterdam en veel opge-
het ‘moeder-regiment ‘ van RHPA en de
wekte leden. Ook al omdat de kascon-
Belgische 1/3 Lanciers. Dat bood een
trolecommissie tevreden was en veel
ontvangst in het stadhuis van Nivelles,
complimenten gaf aan het gevoerde
een battlefield tour, een plechtigheid
beleid van de penningmeester. Na de
bij ons monument te Quatre Bras en
lunch genoten wij van een rondvaart
natuurlijk, een fantastisch diner te
op de Maas en op de Nieuwe Waterweg
samen met de Belgische collega’s.
waar onze ‘Cavalerie Havenbaron’
Wij kijken ook terug op een bijzonder
Rein Breeman ons buitengewoon in-
geslaagd symposium, waarvan elders
formatief en boeiend onderhield over
een verslag. Begin april hielden VOC-
de ontwikkelingen in dit havengebied.
leden Tom van Nierop en Jan Lakeman
Op 23 april heeft de Cavalerie het Garni-
de dvd ‘200 jaar Cavalerie in Nederland’
zoen Amersfoort weer gereactiveerd.
ten doop. Weer zo’n typisch eigen initia-
Veel leden van de vereniging waren
tief van onze reserve officieren.
daar bij, hetgeen ook de aandacht van
haar leden. Zodat u echt ervaart daar bij
De dvd is te koop in het Museum.
Commandant Landstrijdkrachten niet
te willen zijn. En dan natuurlijk de Chal-
Onmiddellijk daarna kwamen we met
ontging. Natuurlijk nam hij het defilé af
lenge Saumur, het internationaal tref-
veel leden bijeen voor de jaarlijkse
van de eskadrons, de veteranen en de
fen van (reserve)militaire ruiters, wat
oud-gedienden. Een uniek moment!
eenmaal in de vier jaar door Nederland
En vóór ons liggen tal van even zo
wordt georganiseerd. Dit jaar op 4 ok-
mooie activiteiten en bijeenkomsten.
tober te Maarsbergen. Uw bestuur zal
U vindt ze terug in de activiteitenkalen-
daar met een aangeboden borrel of een
der en op de website. Wat denkt u van
lunch iets zodanig optuigen dat u ook
het heel bijzondere ‘Internationaal Bere-
dat kleurrijk schouwspel en die heerlijke
den Defilé’ op 14 september op de
ambiance niet hoeft te missen.
Lange Voorhout? Dat wordt een uniek
En al onze leden ontvangen uiteraard
schouwspel waar u echt wel bij moet
de invitatie voor ons jubileum ‘Grote
zijn! Georganiseerd door het Cavalerie
Officieren Saamhorigheidsdiner’ op
Ere-Escorte. Wellicht plaatst de VOC
26 september te Utrecht in het Spoor-
daar nog een ‘Panzerkuchen Heinz’ bij
wegmuseum. Uw bestuur heeft er zin
of een mobiel Chardonnay tappunt voor
in. U toch ook? ●
e
VOC Mededelingen
5
Nieuw! Ultra-lichtgewicht combitools voor tactisch knippen en spreiden • Compact design: probleemloos aan bestaande uitrusting toe te voegen • Extreem lichtgewicht: gemakkelijk te dragen en hanteren • Snel inzetbaar met geïntegreerde of losse handpomp • Speciaal ontworpen voor tactische operaties • Keuze uit modellen met een hogere spreidkracht of grotere spreidafstand
Holmatro | Special Tactics equipment
[email protected] | www.holmatro.com
200 JAAR NEDERLANDSE CAVALERIE
kleurt zwart
Oud-reserve eerste luitenant drs. Tijme Bouwers - Foto’s Dennis Boom ‘Hoe typeer je in een paar woorden deze dag?’, vraag ik aan zeven wapenbroeders in een Indonesisch restaurant na afloop van de viering van ‘200 jaar Nederlandse Cavalerie, 1814-2014’. ‘Nostalgie en trots’, zegt de een, ‘uniek’ roept een ander. ‘Mijn tranen liepen over van blijdschap’ zegt een lyrische oud-reserve eerste luitenant, weer een ander heeft het over ‘kameraadschap’ en over de typering ‘geslaagde cavaleriedag’ is ieder het eens. ››
VOC Mededelingen
7
200 JAAR NEDERLANDSE CAVALERIE Meer dan 1.500 oud huzaren met hun baret op kleuren reeds rond de middag de straten van de binnenstad van Amersfoort zwart. De beëdiging van zeven tot het wapen toegetreden militairen vormt de kern van een indrukwekkende ceremonie op de Hof in Amersfoort onder toeziend oog van de burgemeester van de huzarenstad, de heer Lucas Bolsius, en de Wapenoudste van de cavalerie, generaal-majoor b.d. Jhr. Harm de Jonge. Soms kon men tijdens de plechtigheid een speld horen vallen. Later nemen zij met de Commandant Landstrijdkrachten, luitenant-generaal Mart de Kruif, het defilé van de aangetreden troepen af. De dag begint met de ontmoeting van de deelnemers in de stadszaal van theater ‘De Flint’. Langs de wanden staan stalletjes van de verschillende regimenten, van het Nederlands Instituut voor Militaire Historie, enz. Middenin de zaal een toog. Iedere deelnemer is bij binnenkomst voorzien van een paar consumptiebonnen. Huzaren van alle rangen en van alle regimenten druppelen binnen. Allen leden van één fami-
Voorbereidingen
Oud cavaleristen verzamelen zich op het plein de Hof
lie, dit is het huis van iedere huzaar, hier voelt iedereen zich senang. Ook de huzaren van de parate eenheden komen het gebouw binnen. Zij krijgen een lunchpakket. Voor een grijze kop van boven de zeventig is het gemakkelijk om ook een lunchpakket te bietsen. De Wapenoudste heet de aanwezigen welkom. Hij noemt de huzaren als eerste, dan de korporaals enz. Hij roept de aanwezigen op vandaag met de burgers in gesprek te gaan om aan te geven dat vrede en veiligheid niet vanzelfsprekend is. Overal in Nederland wordt vandaag 200 jaar Nederlandse krijgsmacht gevierd, de manifestatie van de cavalerie in Amersfoort is de grootste. Het is tijd om naar de Hof, het grote plein naast de SintJoriskerk, in het centrum van Amersfoort te gaan. 8
VOC Mededelingen
Buiten De Flint, in het zonnetje, stelt iedereen zich op. De deelnemende huzaren marcheren per eenheid, de oudgedienden lopen al keuvelend met elkaar naar de Paradeplaats. Zes parate eenheden stellen zich op onder het toeziend oog van luitenant-kolonel Bjørn Bozuwa. De oudgedienden van vier regimenten nemen plaats. De genodigden zijn ontvangen in de Sint-Joriskerk en nemen plaats onder het afdak van de vroegere viswaag. Ritmeester Wouter Jan Holleman stelt de troepen voor en vertelt ook iets over hun tenue. Tijdens de ceremonie is hij de spreekstalmeester. Het is prachtig weer, het zonnetje schijnt, de temperatuur is aangenaam. Ook het winkelend publiek komt even kijken. De paradecommandant luitenant-kolonel Meino Jongma gaat over tot het officiersappèl, de commanderende offi-
200 JAAR NEDERLANDSE CAVALERIE Hierna zegt de Wapenoudste enkele woorden en geeft direct het commando over aan de regimentscommandant van de Huzaren van Boreel, kolonel Rob van Zanten. Hij gaat over tot de beëdiging van twee luitenants, een wachtmeester en vier huzaren. Zij zweren trouw aan de Koning, gehoorzaamheid aan de wetten en onderwerping aan de krijgstucht. De zeven huzaren spreken elk de belofte uit, de tijd van gelovige gereformeerde boerenzonen is voorbij. De ceremonie wordt correct uitgevoerd, zeker voor de burgertoeschouwer. De paradecommandant hoor ik Inspectie door de Wapenoudste en de burgemeester
Zij zweren trouw aan de Koning, gehoorzaamheid aan de wetten en onderwerping aan de krijgstucht. cieren melden hun eenheid bij de paradecommandant. Wanneer ze weer intreden is het net of ze naar alle windrichtingen uiteen gaan. Een groep opperofficieren treedt in en vervolgens de standaardgroep met de vier standaards. De paradecommandant nodigt de Wapenoudste der cavalerie en de burgemeester van Amersfoort uit voor inspectie der troepen.
slechts één keer ‘herstel’ roepen. De Wapenoudste neemt weer plaats achter de katheder. Hij beveelt de opening van de ban. Een Koninklijk Besluit wordt voorgelezen, een zeer bijzonder besluit. De majoor b.d. Willem Plink wordt de rang van luitenant-kolonel titulair toegekend. De Wapenoudste licht het besluit toe. Plink is een man van grote verdienste voor de ››
Afleggen van de belofte
VOC Mededelingen
9
200 JAAR NEDERLANDSE CAVALERIE Nederlandse Cavalerie. Hij is expert op het gebied van tradities, door zijn verblijf in Jappenkampen is hij betrokken bij herdenkingen van die tijd en hij is de verzekering dat de organisatie op een stevig historisch fundament gebouwd blijft. Op een burgerpak zijn militaire rangonderscheidingstekens moeilijk aan te brengen, daarom krijgt Willem Plink een zeer fraaie oorkonde van het KB. Moge het de kersverse luitenant-kolonel titulair gegeven zijn dat hij deze rang nog lang zal dragen. De Wapenoudste houdt een korte herdenkingsrede. Hij memoreert de banden tussen de stad Amersfoort en de cavalerie. De oorlog tussen Pruisen en Frankrijk van 1870/1871 gaf de stoot tot de komst van de huzaren in deze stad. In 1881 werd de bouw van de Prins Willem III kazerne aanbesteed. Rond 1900 waren er in Amersfoort 1.600 militairen op 16.000 inwoners en er waren honderden paarden. Door de komst van de gevechtswagens werd net voor het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog de Bernhardkazerne gebouwd. Ruim 130 jaar cavalerie in Amersfoort is een goed huwelijk gebleken. Als dank voor de gastvrijheid van de stad en de burgers van Amersfoort overhandigt de Wapenoudste een sabel aan de burgemeester. De heer Bolsius memoreert in zijn dankwoord dat voor velen Amersfoort de eerste plek was waar ze buiten het ouderlijk huis sliepen. De sabel is een cadeau van een oude vriend, een vriend die het gemeentebestuur graag ziet. Het Wilhelmus wordt gespeeld. De eenheden melden zich af en de parade wordt ontbonden. Vervolgens marcheren de zes parate eenheden en vier regimentsdetachementen af. Zij stellen zich op voor de Mars door de Stad. Commandant Landstrijdkrachten (C-LAS) luitenant-generaal Mart de Kruif
Ruim 130 jaar cavalerie in Amersfoort is een goed huwelijk gebleken.
Luitenant-kolonel titulair b.d. Willem Plink
Toespraak van de Wapenoudste
laat zich op het plein zien. Via de oostkant van de Hof loopt hij de Sint-Joriskerk binnen. Om drie uur zal hij samen met de burgemeester en de Wapenoudste het defilé afnemen. Ik ben op De Hof gebleven, het is aangenaam toeven op dit plein. De terrasjes zijn goed bezet, de tapperijen slaan af en toe een nieuw vat bier aan. Dan klinkt een mars, het Fanfarekorps Bereden Wapens marcheert de Hof op, het publiek staat achter dranghekken. De eenheden marcheren voorbij. Ook het Cavalerie EreEscorte geeft acte de présence, een fraai gezicht. De eenheid van majoor Ruud Theunissen oogst applaus, zij exerceren als de beste. De mars door de stad eindigt bij De Flint. Een bekende reserve ritmeester zal een aantal huzaren wel even langs de kortste route naar De Flint brengen.
10
VOC Mededelingen
C-LAS, luitenant-generaal Mart de Kruif
200 JAAR NEDERLANDSE CAVALERIE
Cadeau voor de stad Amersfoort
De verkenner verdwaalt in een achterpad van een hofje. Het is een bijna romantisch gezicht wanneer de eenheden door het smalle straatje naar De Flint komen aanmarcheren.
In theater De Flint vindt de Cavalerieborrel plaats. Het reünieorkest van het Trompetterkorps der Cavalerie zit op het podium en speelt de muziek waar het hart van iedere huzaar naar snakt.
Felicitaties voor de zojuist beëdigde militairen door C-LAS in de Sint Joris kerk
Onze Wapenoudste heeft nog wat in petto. De inspecteur-generaal der cavalerie is een functie die niet meer bestaat. Van zijn bevoegdheden heeft de Wapenoudste er nog slechts een paar overgehouden. Waaronder die van toekenning van de Inspecteurspenning. Hij roept luitenant-kolonel b.d. Jack Johan naar voren. Hij is commandant van het Regiment Huzaren van Boreel geweest en voorzitter van de Vereniging Boreel. Hij was voorzitter van de stichting cavalerie monument Quatre Bras en laatstelijk voorzitter van de werkgroep aanpassing cavaleriemonument Bernhardkazerne. Met engelengeduld en veel tact heeft hij de renovatie en modernisering weten te realiseren. Een tweede inspecteurspenning is er voor kolonel b.d. Frank de Wit. Hij is meer dan anderhalf jaar geleden gevraagd om de viering van 200 jaar Cavalerie vorm te geven. ››
VOC Mededelingen
11
200 JAAR NEDERLANDSE CAVALERIE Grote belangstelling van oud-cavaleristen
Zonder aarzelen accepteerde hij dit verzoek. Hij verzamelde een team om zich heen en dat liep als een trein. Het resultaat is fantastisch en dat hebben we vandaag kunnen zien. De Wapenoudste bedankt ieder voor zijn of haar komst en wenst ons nog een aangename borrel toe. Opvallend veel huzaren blijven.
Defilé door de deelnemende troepen
12
VOC Mededelingen
Ze zien oude makkers, halen herinneringen op, of informeren naar elkaars welstand. Er lijkt geen eind aan te komen. Om vijf uur is het nog een drukte van belang in de theaterzaal. Het is een feestje dat voor herhaling vatbaar is. Er zijn er, zoals ik, die deze reünie met een blauwe hap elders in de stad voortzetten en beëindigen. ●
VIO-VOC SYMPOSIUM 2014
VIO/VOC SYMPOSIUM COMMANDOVOERING
Luitenant-kolonel H.J. van der Linden Fotografie symposium: kapitein b.d. Harrie Meijers & oud-reserve eerste luitenant mr. Erik Attema Op vrijdag 7 maart
2014 heeft voor de tweede keer een succesvol, gezamenlijk georganiseerd symposium
plaatsgevonden van de Vereniging Infanterie Officieren en de Vereniging Officieren Cavalerie. Na het thema van afgelopen jaar, Intelligence Operations, was dit jaar gekozen voor een ander aansprekend thema: commandovoering. Alle ingrediënten voor een succesvol symposium waren ook dit jaar weer aanwezig. Natuurlijk blijft de primaire doelstelling om professioneel met ons vak bezig te zijn door verdieping in een militair onderwerp met collega-officieren. Daarnaast biedt dit soort gelegenheden een uitstekende gelegenheid om weer eens met (oud-)collega´s bij te kletsen. Het dagprogramma op de legerplaats Stroe bood hiervoor ruim de gelegenheid. ›› VOC Mededelingen
13
Neutralise the RCIED, not your own communications.
RCIED
Convoy with iProTxS Vehicular Configuration
Ground Forces with iProTxS Lite
Follow Exelis:
Exelis is a registered trademark and “The Power of Ingenuity” is a trademark, both of Exelis Inc. Copyright © 2014 Exelis Inc. All rights reserved. Original map image courtesy of Google ©2013
*All dimensions and weights are approximate – depending on exact model
RCIED
VIO-VOC SYMPOSIUM 2014 De dag werd geopend door de wapenoudste van de Cavalerie, generaal-majoor b.d. Jonkheer J.H. de Jonge. Hij gaf aan verheugd te zijn met de massale opkomst en de diversiteit van het publiek. Met ruim 350 deelnemers moesten er zelfs extra stoelen in de zaal worden geplaatst. Er waren actief dienende officieren aanwezig in de rangen van luitenant tot en met luitenant-generaal, met een grote variëteit in achtergrond en uitzendervaringen. Verder bestond het publiek uit meer dan 40 reservisten, 30 officieren buiten dienst en een aantal cadetten van de cavalerie en infanterie, die hiermee hun betrokkenheid toonden. Tot slot waren nog officieren van andere wapens en dienstvakken aanwezig en vertegenwoordigers van de bedrijven die dit symposium mede mogelijk hebben gemaakt.
Voorzitter VOC, generaal-majoor b.d. Jhr. De Jonge
Generaal de Jonge gaf aan dat tijdens het symposium terug zou worden geblikt om vooruit te kunnen kijken. Een belangrijk deel van het programma bestond namelijk uit de persoonlijk toelichting van de opgedane lessen op het gebied van commandovoering, door de betrokken officieren bij een konvooi-operatie in Afghanistan (operatie Taki Ghar). Lerende organisaties beleggen het ‘lessen leren’ institutioneel, maar belangrijker nog is de vrijheid van geest en handelen bij de mensen uit een organisatie. Dit geldt zeker voor officieren bij de landmacht. De openheid om te vertellen wat je hebt meegemaakt, wat goed ging, maar ook wat er fout ging, zit niet in de Nederlandse cultuur. Toch is het van groot belang dat mensen dat doen, opdat anderen er van kunnen leren. De aanwezigheid en openheid van een aantal van de sprekers dwingt dan ook groot respect en waardering af. Hierop nam de dagvoorzitter, kolonel I.M. de Jong, Commandant van het Land Warfare Centre (LWC) en tevens kennisadviseur Commandovoering het woord om het gehele dagprogramma toe te lichten en de eerste spreker te introduceren. Om van een gezamenlijk vertrekpunt uit te gaan, werd een toelichting gegeven op de belangrijkste begrippen rondom commandovoering (besluitvorming, bevelvoering en leiding geven), en een aantal recente ontwikkelingen. Luitenant-kolonel Schroeder Zo zijn dit jaar de Doctrinepublicaties Landoptreden (DPLO), Commandovoering en Command Support in Land Operations afgerond. Hij lichtte daarnaast de zes principes toe die horen bij commandovoering (eenheid van opvatting, bepalen zwaartepunt, wederzijds begrip,vrijheid van handelen, vertrouwen naar boven en beneden, en tijdige effectieve besluitvorming). Een ontwikkeling is dat naast het al bestaande operational design, nu ook een tactical design wordt beschreven, dat bestaat uit tactische besluitvorming en troepenaanvoering. De eerste vraag uit de zaal kwam, zeer verrassend, van generaal b.d. de Vries, die er echter gelijk bij beloofde zich daarna koest te zullen houden, zodat
ook actief dienenden vragen zouden kunnen stellen. Zijn vraag zette het publiek wel meteen aan het denken: ‘Draagt het aanwakkeren van het belang bij leiders om goed te leren plannen (onzekerheden trachten te reduceren) niet bij aan een houding die juist in tegenspraak is met de benodigde flexibele houding tijdens de uitvoering (onzekerheid per definitie)?’ De tweede spreker was de luitenant-kolonel Y.C.J. Schroeder, geplaatst bij het Expertise Centrum Leiderschap Defensie (ECLD). Zij gaf aan dat de diverse Operationele Commando´s de behoefte hadden om de visie ››
VOC Mededelingen
15
VIO-VOC SYMPOSIUM 2014 leidinggeven (2007) in een eigen richting door te ontwikkelen. Immers, er is sinds die tijd veel veranderd in technologische mogelijkheden en er zijn nieuwe bedreigingen en nieuwe samenwerkingsverbanden. Uiteindelijk is gekozen voor bundeling van de gedachten in een nieuw recentelijk ontwikkeld joint model voor leidinggeven. Een leider zegt wat hij denkt en doet wat hij zegt. Leidinggeven is ZIJN (leider), DOEN (doelen stellen, handelen en inspireren) en LEREN (willen blijven leren). Een aantal belangrijke accentverschuivingen ten aanzien van de visie op leidinggeven zijn: inspireren boven controleren, luisteren om te begrijpen boven zenden en tot slot vragen wat nodig is boven overtuigen. Na twee sprekers die de theorie van commandovoering en leidinggeven in de juiste context hebben geplaatst en voorafgaand aan de praktijkervaringen van de operatie Taki Ghar, is het de beurt aan de aanwezige vertegenwoordigers van de (defensie) industrie. Hun aanwezigheid bij dit symposium onderschrijft het gedachtegoed van de gouden driehoek: defensie, kennisinstituten en het bedrijfsleven kunnen elkaar versterken door intens samen te werken en samen na te denken over veiligheid in de toekomst. In een pitch van enkele minuten vertellen ze hun bijdrage aan het onderwerp commandovoering. Variërend van communicatiemiddelen, tenten voor commandoposten, tot middelen ter verbetering van de situational awareness of understanding, dagen de deelnemende bedrijven het publiek uit om bij de stands de middelen te komen bekijken en verder te praten over toepassingsmogelijkheden. De statement van een van de bedrijven dat al voor 60 euro per systeem per maand een long range radio (400km gegarandeerd) kan worden verkregen,
Aandachtige toehoorders in de zaal
leidt tot reuring in de zaal. Hierna volgt een toelichting op de militaire ontwikkeling van een aantal middelen die die commandovoering moeten ondersteunen. Dit gebeurt door luitenant-kolonel A.M.J. Wagemakers en luitenantkolonel D.M. Brongers. Als eerste wordt beschreven hoe de C2-keten gesloten wordt. Door invoering van ELIAS worden bestaande middelen en applicaties in het deployed en mobile domein aan elkaar gekoppeld. Van belang is de interoperabiliteit met internationale partners en aansluitmogelijkheden van simulatoren. Verder wordt een korte toelichting gegeven op HYPERION, waarin sensorinformatie van diverse soorten sensoren kan worden geïntegreerd en over langere afstand naar bijvoorbeeld een CP kan worden gestuurd. Overste Brongers licht toe dat we moeten inspelen op innovaties in de communicatiewereld. Zo zullen we de LTE-(4G)technologie zeker tegen gaan komen in operaties.
Static Show
16
VOC Mededelingen
VIO-VOC SYMPOSIUM 2014 Ook de app-technologie moeten we toepassen om onze soldaten er hun voordeel mee te kunnen laten doen. Zij beschikken immers allemaal al over smartphones en maken zichzelf nieuwe apps in korte tijd eigen. Hierbij dienen we als krijgsmacht goed na te denken wat nu echt confidentieel moet zijn, zoals nu formeel is vastgesteld voor de mobiele omgeving. 20% Meer security kost immers 80% meer geld. Toepassingen die o.a. al werken zijn bijvoorbeeld de content viewer (handboeken lezen), het maken van foto´s en deze zichtbaar maken op de kaart,
foto´s maken met een Swarovski kijker voor de lens van de smartphone en versturen, chat (minder radiogebruik), sniper app (correctie van zijwindeffecten), Swiss army knife (o.a. zaklamp en kompas op je telefoon) en een translate app (stemherkenning omzetten in andere taal). Maar dit is nog maar het puntje van de ijsberg als het gaat om nieuwe ontwikkelingen. Na de lunchpauze, waarin de stands en het materieel dat buiten stond opgesteld konden worden bezocht, werd de commandant Battlegroup, kolonel
Nijkamp geïntroduceerd. Hij vertelde, tezamen met een aantal van zijn officieren zijn persoonlijk verhaal bij de operatie Taki Ghar tijdens de missie in Afghanistan. De operatie betrof een konvooi-operatie van militaire en civiele vrachtvoertuigen die begeleid werden door de battlegroup van Tarin Kowt naar Kandahar en retour. Onderweg is het konvooi meerdere keren op IED´s gestuit, zijn ze aangevallen vanuit het zijterrein en beschoten met direct en indirect vuur. De planning (besluitvorming en bevelvoering) en uitvoering (leiding en gevechts- ››
Ook de app-technologie moeten we toepassen om onze soldaten er hun voordeel mee te kunnen laten doen.
VOC Mededelingen
17
ASSURED MOBILITY PEROCC The Pearson Engineering Route Opening and Clearing Capability (PEROCC) provides a single platform solution to the requirements of the Counter-Mine / Counter-IED route clearance mission with the capability to detect explosive threats and proof routes at tempo whilst maintaining a high level of self-protection.
t. +44 (0) 191 234 0001
e.
[email protected]
www.pearson-eng.com
VIO-VOC SYMPOSIUM 2014 leiding) door betrokken officieren werd hierbij toegelicht. Voorafgaand aan het verhaal werd vastgesteld dat het zeker de bedoeling was om kritisch te kunnen discussiëren over de inhoud, maar dan wel zonder aanziens des persoons en met respect voor de betrokken officieren. Commandant Battlegroup (BG) stelde dat zijn samengestelde eenheid tijdens de uitvoering ook nog eens bestond uit vele subeenheden die elkaar niet kenden. Hiermee werd het belang van gezamenlijk oefenen en trainen voorafgaand aan de uitvoering van een operatie geduid. Met name het beoefenen van procedures bij stuiten op IED´s, nachtoptreden, deconflictiemaatregelen, oefenen met de 3e dimensie (fixed wing en heli), parallel plannen en fysieke training om uitval te voorkomen (zware weer- en terreincondities) zijn van belang gebleken. Tijdens de operatie Taki Ghar was de Commandant Battle Group, kolonel Nijkamp
verplaatsing, veelal gedwongen, beperkt tot de wegen, met erg weinig manoeuvreruimte. Binnen twee weken vanaf het allereerste moment van ontvangst van de opdracht moest het konvooi worden uitgevoerd. Dit konvooi was het eerste waarbij het Afghaanse leger (ANA) betrokken was, niet alleen bij de uitvoering, maar ook reeds bij de planning. Het konvooi bestond uit circa 100 voertuigen, met 110 Nederlandse militairen en 200 man ANA. De wegbezetting bedroeg ruim 10 kilometer met voorop een verkenningsdetachement, dan de hoofdmacht en een achterdetachement dat bestond uit elementen van de ANA. Konvooicommandant majoor Schillemans, commandant verkenningspeloton ritmeester van der Meer, commandant force protection peloton kapitein van der Vegt, forward air controller ritmeester Willemse, commandant Quick Reaction Force sergeantmajoor Bakkes en de genieadviseur vertelden vervolgens fase voor fase van de route welke informatie er binnenkwam, wat hun eigen beeld van de situatie was en wat ›› Operatie Taki Ghar
VOC Mededelingen
19
VIO-VOC SYMPOSIUM 2014 Het konvooiteam
Wapenoudste Infanterie, brigadegeneraal van Wiggen
hun eigen communicatie en acties waren. Met een slide lieten ze de feitelijke situatie zien in één plaatje achteraf en vertelden ze hun beeld van de werkelijkheid ter plekke. De BG commandant die op afstand was (hij bevond zich in de OPS op de base in Tarin Kowt waar tegelijkertijd ook een operatie in Deh Rawod speelde met troops in contact), lichtte toe wat zijn beeld was en zijn richtlijnen waren onder leiding van majoor Schillemans. Een van de dilemma´s van de leidinggevende tijdens de uitvoering van het konvooi was of hij in de weinige uren daglicht die nog resteerden na het afslaan van een gecoördineerde aanval, waarbij gewonden waren gevallen, toch nog met de eenheid zou gaan verplaatsen om op een enigszins beschermde locatie te komen. Twee kilometer verderop was een terreindeel van waaruit de omgeving enigszins kon worden beheerst, maar zoals pijnlijk was gebleken lagen overal IED´s. De commandant ter plaatse heeft het beste beeld van de situatie en na een korte commanders huddle met zijn ondercommandanten en adviseurs werd besloten om van de route af te gaan en de nacht verderop door te brengen, in afwachting van versterking bij daglicht. Het gaat te ver om in dit verslag alles uitgebreid en inhoudelijk te behandelen, want er zijn vele lessen geleerd. 20
VOC Mededelingen
Aan vrijwilligers uit de zaal werd gevraagd wat zij, staand in de schoenen van de commandant, zouden hebben gedaan en er zijn inderdaad kritische vragen gesteld. Ook bleek dat bij enkele rotaties eerder soortgelijke incidenten al waren voorgevallen en dat daardoor in ieder geval de chokepoints op de route al in kaart waren gebracht. De uitgebreide verhandeling van de belevenissen van de operatie Taki Ghar spraken zeer aan, lieten duidelijk zien hoe de theorie van commandovoering en leiding geven in de praktijk is toegepast en dat inderdaad geen enkel plan de startlijn overleeft. De konvooi-operatie belandde in een gecoördineerde aanval op meerdere
plekken, waarbij Nederlandse militairen gewond zijn geraakt, Afghaanse militairen zijn gesneuveld en voertuigen verloren zijn gegaan. Door de persoonlijke ervaringen te delen met toekomstige leiders en terug te kijken naar het verleden door een professionele bril, werden hopelijk de harde lessons identified deels omgezet in lessons learned voor de toekomst. De dag werd afgesloten door de wapenoudste van de Infanterie, brigadegeneraal O.P. van Wiggen. Hij dankte de organisatie, de sprekers, de vertegenwoordigers van het bedrijfsleven en alle deelnemers. Kort ging hij nog in op het onderwerp vorming, dat weer prominent op de CLAS-agenda staat. Na een geslaagde dag vond een afsluitende borrel plaats waar nog rustig kon worden nagepraat. ●
Afsluitende borrel
PANZERTRUPPEN
Luitenant-kolonel Marcel de Beus Defensie verkoopt 100 Leopard-2A6 tanks aan Finland en de Koninklijke Landmacht richt weer een tankpeloton op. Contraire berichten die beide op dit moment plaatsvinden. Ze hebben, hoe gek het ook klinkt, te maken met de steeds intensievere samenwerking tussen Europese landen. Aan de ene kant vertrouwen we onze buren en is er geen directe tankdreiging meer aan onze landsgrenzen en aan de andere kant werken we steeds intensiever met diezelfde buren samen omdat we beide geknepen worden in onze defensiebudgetten. Een van de buren waar we als landmacht zeer nauw mee samenwerken, is Duitsland. Een verdieping in de Duitse landstrijdkrachten, das Heer, is dan ook gepast.
De doelstelling van dit artikel is om inzicht te geven in de Duitse Pantserinfanterie (Painf) en Duitse Cavalerie (Cav) om zo zichtbaar te maken waar er een win-win situatie kan worden behaald in de samenwerking tussen het Duitse Heer en de Koninklijke Landmacht. Het is belangrijk om te
weten dat de Duitse pantserinfanterie (‘Panzergrenadiere’) niet tot de infanterie, maar tot de Duitse cavalerie behoort. De Duitse cavalerie wordt de ‘Panzertruppe’ genoemd en samen met de Panzergrenadiere vormen zij de ‘Panzertruppen’. In dit artikel worden de
Duitse ‘Panzertruppen’ en de samenwerking met Nederland nader belicht.
Opbouw Het eerste deel van dit artikel behandelt de ‘Panzertruppe’ (Cav). Het tweede deel behandelt de ‘Panzergrenadiere’ (Painf). Samen vormen beide wapens de ‘Panzertruppen’. De Painf is in Duitsland onder de vleugels van de Cav genomen. Zowel Painf als Cav worden opgeleid in Munster. Dit in tegenstelling tot de infanterie. De Duitse koningin van het slagveld wordt opgeleid in Hammelburg. Beide onderdelen van het Duitse Heer, Cav en Painf, worden op identieke wijze beschouwd. Naast een inleiding worden telkens de taakstelling, de opleiding en de organisatie (OTAS) tot op pelotonsniveau besproken. Voor beide wapens worden daarnaast twee hoofduitrustingsstukken besproken. Het is de doelstelling om een indruk te geven van de ‘Panzertruppen’ tot ›› VOC Mededelingen
21
‘Communicatie is voor ons letterlijk van levensbelang’
KPN Critical Communications
Verzeker u van continuïteit in vitale communicatie
Door mensen te verbinden wanneer elke seconde telt, kunnen we levens redden. Daarom ontwerpt, installeert en beheert KPN communicatiesystemen die de gebruikers in staat stellen altijd en overal hun werk te doen. Onder alle omstandigheden.
Kijk op kpn.com/criticalcommunications
PANZERTRUPPEN op pelotons niveau. Mede hierdoor heb ik er voor gekozen om niet uitgebreid in te gaan op alle uitrustingsstukken, groeps- en persoonlijke bewapening.
Panzertruppe Een van de samenwerkingsverbanden tussen Nederland en Duitsland is het gebruik van Duitse tanks tijdens oefeningen op niveau IV en V. De tijdruimte factoren, of zoals de Duitsers zeggen: Zeit, Raum, Kräfte und Information, zijn anders als die van pantserinfanterie-eenheden. Om de kennis van het manoeuvreren met tankeenheden niet te verliezen is het absoluut noodzakelijk de kennis van dit wapen-
Leopard-2A6
systeem actueel te houden. Dit wordt niet alleen door de Commandant der Landstrijdkrachten (C-LAS), luitenantgeneraal De Kruif, onderkent. Ook de Chef Defensie Staf (CDS), generaal Middendorp, heeft aangegeven dat kennis over het inzetten van tanks behouden moet blijven. Hij heeft ermee ingestemd om een tankpeloton en twee instructeurs (14 + 2) op te leiden in Duitsland. Hierover later meer. De Duitse Bundeswehr heeft net zo-
als onze krijgsmacht te maken met stevige bezuinigingen. Mede hierdoor heeft de ‘Panzertruppe’ twee gevechtseskadrons ingeleverd en is het aantal moderne gevechtstanks inmiddels kleiner dan die van de Spaanse landmacht. De overgebleven tankbataljons beschikken elk over vier gevechtseskadrons (‘Panzerkompanien’). De gevechtseskadrons en de tankpelotons worden in dit artikel nader besproken.
Taakstelling De primaire taakstelling van tanks is het verslaan van vijandelijke tanks. Daarnaast zijn de Duitse pantsereenheden in staat om op alle tactische niveaus, in samenwerking met andere (gemechaniseerde) eenheden, zwaartepunten snel te verleggen. De tankeenheden moeten in staat zijn onder bevel te kunnen werken van ‘Panzergrenadier’ eenheden. Daarnaast moeten zij ook ‘Panzergrenadier’ een- ›› VOC Mededelingen
23
PANZERTRUPPEN heden onder bevel kunnen nemen. De doctrine schrijft voor dat tanks opgedeeld kunnen worden tot op sectieniveau. Twee tanks is de ondergrens. De samenwerking met infanterie-eenheden is aanmerkelijk toegenomen. Op het moment wordt er geoefend waarbij er getest wordt of het mogelijk is infanterie-eenheden te voorzien van één tank. Het United States Marine Corps (USMC) gebruikt deze manier van optreden al langere tijd. Vooral in verstedelijkte gebieden gebeurt dit zeer succesvol. De tank is inmiddels getransformeerd van het beste anti-tank middel naar de beste sniper. Lessons learned uit zowel de Afghanistan als de Irak oorlog, laten duidelijk zien dat de tank een meerwaarde heeft in conflicten waar het niet primair wordt ingezet als systeem tegen vijandelijke tanks, maar als ondersteuning voor de infanterie. Met zijn optiek, sensoren, wapensystemen en incasseringsvermogen wordt de tank door het USMC de meest efficiente sniper genoemd. In alle weersomstandigheden, in tegenstelling tot vuursteunmiddelen die vanuit de lucht opereren, is de tank 24 uur per dag onafgebroken inzetbaar. Daarnaast weet het, door de precisie van het systeem, de collaterale schade tot een minimum te beperken.
Opleiding Aansluitend aan de basisopleiding vindt de functieopleiding aan de Panzertruppenschule in Munster plaats. Dit houdt in dat de schutters en laders hier de schietopleiding krijgen en de chauffeurs hun rijopleiding ondergaan voor het tankrijbewijs. Onderdeel van de specialisatie is ook een cross-training op de andere functies die er op een tank te vinden zijn. Het niveau dat nagestreefd wordt is het niveau 1+. Binnen de functieopleiding wordt veel gebruikt gemaakt van simulatoren. De huzaren verlaten hierna de Panzertruppenschule en gaan naar een tankbataljon. Bij het bataljon wordt de training vanaf niveau 1+ opgepakt en worden de huzaren geïntegreerd in de gevechtspelotons.
Organisatie ‘Panzerkompanie’ Een ‘Panzerkompanie’ bestaat uit vier pelotons. Drie gevechtspelotons, 24
VOC Mededelingen
Leopard-2A6 in woestijnuitvoering Leopard-2A7 PSO (Peace Support Operations)
elk bestaande uit vier gevechtstanks en een stafpeloton. De personele sterkte van een gevechtseskadron ligt ongeveer bij 70 man. Het stafpeloton is op te delen in drie delen. Als eerste het commando-element. Hierin zitten o.m. de eskadronscommandant (EC) en zijn plaatsvervanger (Plv EC). Bij de commando en bevelvoering worden zij ondersteund door een luitenant en een onderofficier operatien. Zowel de EC als Plv EC beschikken over een gevechtstank. Dit brengt het aantal gevechtstanks binnen een eskadron op veertien. Naast de twee tanks heeft de eskadronsstaf ook de beschikking over vier Eagle IV gepantserde wielvoertuigen. Het ondersteuningsdeel van het stafpeloton wordt geleid door de ‘Kompaniefeldwebel’, ook wel ‘Spieß’ genoemd. Deze functie is min of meer te vergelijken met de Nederlandse eskadronsopperwachtmeester met dien verstande dat de ‘Spieß’ zich niet bemoeit met de tactische gang van zaken. De rol van de onderofficier in het algemeen en die van de ‘Spieß’ in het bijzonder is anders gedefinieerd
als binnen de KL. De ‘Spieß’ richt zich voornamelijk op personeelszorg. Hij regelt de klasse 1 (voeding) en stuurt de ‘Instandsetzungstrupp’ aan. Deze is min of meer te vergelijken met de onderhouds- en diagnosegroep van een Nederlandse eenheid. Deze ‘Trupp’ beschikt over berging en Battle Damage Repair (BDR) capaciteit.
Organisatie ‘Panzerzug’ Een Duitse ‘Panzerzug’ (tankpeloton) bestaat uit vier Leopard gevechtstanks. De personele sterkte ligt bij zestien huzaren. De bemanning van een tank wordt aangevoerd door een onderofficier. Na een aantal jaren wordt de tankcommandant sectiecommandant. Als sectiecommandant voert hij het bevel over twee tanks. De ‘Zugführer’ (pelotonscommandant) is meestal een ervaren onderofficier die van tankcommandant, sectiecommandant via opvolgend pelotonscommandant uiteindelijk pelotonscommandant is geworden. Kortom, ervaren commandanten die zelf op het
PANZERTRUPPEN Meer informatie over de Leopard-2A7 onder http://www.kmweg.de/home/ kettenfahrzeuge/kampfpanzer/leopard2-a7/produktinformation.html
Dingo 2
De Dingo Remoted Weapon Control Station FLW100
Kortom, ervaren commandanten die zelf op het laagste niveau zijn begonnen. laagste niveau zijn begonnen. 1 à 2 pelotons binnen een eskadron worden gecommandeerd door officieren.
Hoofduitrustingsstukken Leopard gevechtstanks De Duitse ‘Panzertruppe’ heeft na de recente reorganisaties nog 225 Leopard gevechtstanks in de bewapening en in verschillende versies. Het gaat hierbij om 17 x Leopard-2A5, 141 x Leopard-2A6, 48 x Leopard-2A6M en 19 x Leopard-2A7. De Leopard2A7 is voorlopig de laatste telg in de Leopardfamilie. Het grootste onderscheid tussen de A7 en de vroegere versies, is dat de A7 beter is uitgerust voor de urbane omgeving. Vooral het dozerblad (optioneel) en de onderluiks bedienbare torendakmitrailleur (7,62mm) zijn hier voorbeelden van. De torendakmitrailleur is ook te ver-
vangen door een .50 mitrailleur of een granaatwerper. Daarnaast is de bescherming tegen Improvised Explosive Devices (‘bermbommen’) vergroot en heeft de bemanning de mogelijkheid automatisch te reageren op anti-tankprojectielen zoals de Russische RPG 7, enz. die de tank bedreigen. De stroomgenerator is aangepast waardoor het eenvoudiger wordt de tank stationair te laten draaien. Hierdoor kunnen zogenaamde ‘check-point missionen’ beter worden uitgevoerd. Om ervoor te zorgen dat de tank in alle klimatologische omstandigheden kan optreden, is de airconditioning verbeterd. Last but not least is het nu mogelijk om van buiten door middel van een hand-telemicrofoon met de bemanning van de tank te communiceren, ook wanneer deze onder pantser zit.
Naast de Leopard gevechtstank heeft het gevechtseskadron ook de beschikking over licht gepantserde wielvoertuigen. Deze worden gebruikt voor commandovoering, bevoorrading, onderhoud en transport. Een van deze gepantserde voertuigen is de Dingo. De Dingo beschermd tegen Improvised Explosive Devices (STANAG 4569, Klasse IIIA, 8kg onder het wiel), klein kaliber wapens, artillerie en mortieren (STANAG 4569 Level 3, tot 7.62mm en artilleriescherven vanaf 90m). Daarnaast biedt het voertuig ook bescherming tegen NBC middelen. De korte versie kan maximaal vijf soldaten vervoeren (de langere versie acht). Naast de commandant, de chauffeur en de schutter kunnen er twee soldaten voor de nabijbeveiliging worden meegevoerd. De bewapening is optioneel. Deze kan bestaan uit de MG3 mitrailleur (7.62mm), de 40mm granaatwerper of de .50 mitrailleur. Alle systemen zijn van binnenuit te bedienen. Dit veelzijdige platform biedt, evenals de EAGLE IV dat doet bij de ‘Panzergrenadiere’, het ‘zachte’ deel van de gevechtseenheden de nodige bescherming. Hierdoor kunnen deze voertuigen in de onmiddellijke omgeving van de gevechtseenheden optreden. Meer informatie onder http://www.kmweg.de/home/radfahrzeuge/dingo-familie-teil-2/dingo-2-gsi/ produktinformation.html
Samenwerking met Nederland Zoals aangegeven hebben zowel C-LAS als CDS ingestemd met het oprichten en opleiden van een Nederlands tankpeloton in Duitsland. Deze ‘14+2 cavaleristen’ worden opgeleid in Munster (op Duitse tanks) en gaan hun vaardigheden voor een deel behouden door gebruik te maken van de Tactische Indoor Simulator (TACTIS) die op het OTCMan in Amersfoort staat. De doelstelling van dit project is om het behoud van de kennis van dit wapensysteem binnen de Koninklijke Landmacht te borgen. ›› VOC Mededelingen
25
PANZERTRUPPEN
Panzergrenadiere met Marder 1A3
Daarnaast ligt het in de lijn van de verwachting dat de 43 Mechbrigade intensiever gaat samenwerken met een Duitse divisie of brigade. Voor de hand liggend is, geografisch gezien, dat dit de 1 Duitse Panzerdivision of een van haar brigades wordt. Het besluit hierover zal niet lang op zich laten wachten.
Panzergrenadiere Onder het motto ‘dran, drauf, drüber’ (erop en erover!) zijn de ‘Panzergrenadiere’ een van de ‘Truppengattungen’ (wapens) binnen het Duitse Heer. Oorspronkelijk beschrijft het woord grenadier een infanterist die gespecialiseerd is in het gooien van granaten. Voorlopers van de bereden en daarmee beweeglijke infanterie waren de dragonders. Pas in de Tweede Wereldoorlog werd de bereden infanterie binnen de ‘Wehrmacht’ als ‘Panzergrenadiere’ bestempeld. De eerste organieke ‘Panzergrenadier’ eenheden werden door Generaal Heinz Guderian (‘Schnelle Heinz’) opgericht en ingezet. De inzet vond geïntegreerd met tanks plaats. De ‘Panzergrenadier’ begeleidt de tanks van de ‘Panzertruppe’ en vecht als onderdeel van de verbonden wapens tegen vijandelijke (gemechaniseerde) Infanterie. Met antitank wapens bestrijdt men gepantserde voertuigen. In het bijzonder in onoverzichtelijk terrein (verstedelijkt en bebost 26
VOC Mededelingen
gebied) moeten de ‘Panzergrenadiere’ de tanks bijstaan. In feite vormt de grenadier de nabijbeveiliging van de tank.
Opleiding Aansluitend aan de basisopleiding worden de functieopleidingen aan de Panzertruppenschule in Munster verzorgd. Dit houdt in dat de boordwapenschutters hier de schietopleiding ondergaan, de MG schutter de MG-opleiding en de chauffeurs de rijopleiding voor het ‘groot-rijbewijs’. Onderdeel van de specialisatie is ook een cross-training op andere functies die binnen een PaGrenTrupp (Painfgroep) te vinden zijn. Het niveau dat nagestreefd wordt is het niveau 1+. De soldaten verlaten hierna de Panzertruppenschule en gaan
PANZERTRUPPEN maken gebruik van bergingstanks en beide compagnieën zijn nagenoeg compleet bepantserd. Kortom, dat wat omschreven is in het vorige deel m.b.t. de organisatie van een tankeskadron geldt ook voor de pantserinfanteriecompagnie. Het enige opvallende wat de beide compagniesstaven anders maakt is de ‘Scharfschutztrupp’. De ‘Scharfschutze’ is te vergelijken met de Nederlandse Schutter Lange Afstand (SLA). Binnen de ‘Panzergrenadierkompanie’ zijn de SLAs op compagniesniveau samengetrokken. De eenheid bestaat uit drie ploegen die zowel samen of als ploeg kunnen optreden. Per ploeg staat een EAGLE IV wielvoertuig ter beschikking. Dit maakt de ploegen mobiel en geeft ze bescherming.
bouwen van vertrouwen, samenwerking enz. neemt telkens weer veel tijd in beslag. Dit gaat tenkoste van het opleidingsniveau van de compagnie.
Organisatie ‘Panzergrenadierzug’ Het Duitse Painfpel bestaat uit zesendertig manschappen en vier voertuigen. De voertuigbemanning bestaat uit drie soldaten, dit houdt in dat er per groep zes soldaten uit kunnen stijgen. Op pelotonsniveau betekent dit dat er maximaal vierentwintig soldaten uitstijgen. Het peloton kan zowel als peloton, sectie of als groep optreden. Daarbij moeten wel de nadelen van het pantserinfanteriegevechtsvoertuig PUMA, zoals die hieronder beschreven worden, in acht genomen worden. Het peloton is verdeeld in
Het enige opvallende wat de beide compagniesstaven anders maakt is de ‘Scharfschutztrupp’. twee gelijkwaardige secties. Binnen beide secties zijn de zware anti-tank wapens Milan in een voertuig gecentraliseerd. Bij het uitgestegen optreden worden er meestal drie groepen gevormd bestaande uit acht soldaten. Uitgestegen moeten de grenadiers zowel in bebost als verstedelijkt gebied uit de voeten kunnen. Het optreden te voet wordt nauwelijks beoefend. Dit wordt binnen de ‘Panzertruppen’ als taak voor de reguliere infanterie gezien.
Pantserinfanteriegevechtsvoertuig Puma
Hoofduitrustingsstukken Infanterie gevechtsvoertuig Puma naar een pantserinfanteriebataljon. Bij het bataljon wordt de training vanaf niveau 1+ opgepakt en worden de soldaten geïntegreerd in de painfpels.
Organisatie Panzergrenadierkompanie Wat direct opvalt, is dat de opbouw van een ‘Panzergrenadierkompanie’ nagenoeg gelijk is aan die van een ‘Panzerkompanie’. Dit heeft als groot voordeel dat de ‘teamvorming’ weinig obstakels kent. Beide compagnieën
Naast de organieke opdracht kunnen deze ploegen ook worden ingezet voor beveiligings- en verkenningstaken. Dit geeft de CC extra ogen en oren die hij, mobiel, snel kan inzetten. In gesprekken met voormalige CC’n van ‘Grenadierkompanien’ komt duidelijk naar voren dat het integreren van vuursteun, geneeskundige afvoer e.d. telkens weer op problemen stuit. Vanaf oefeningen op niveau 4 worden ‘enablers’ toegevoegd aan de compagnieën of teams. Afstemming, op-
De komende jaren wordt het infanterie gevechtsvoertuig ‘Marder’ vervangen door de Puma. De eerste ‘Panzergrenadier’ eenheden zijn inmiddels uitgerust met dit nieuwe gevechtsvoertuig. Naast dat alle ‘Panzergrenadierbataillone’ 44 gevechtsversies krijgen (niet elke “Panzergrenadiertrupp’ krijgt een voertuig omdat de Bundeswehr niet voldoende gevechtsvoertuigen heeft en deze in een poule laat rouleren), krijgen artillerie-eenheden er in totaal 18 die gebruikt gaan worden voor ›› VOC Mededelingen
27
PANZERTRUPPEN Toren Puma met 30 mm kanon
Eagle IV
HK 121
de Joint Fire Support Coördination Teams (JFSCT). De rest van de 350 Puma gevechtsvoertuigen wordt gebruikt voor opleiding aan o.a. de ‘Panzertruppenschule’ in Munster. Het voertuig kenmerkt zich door een relatief klein en laag silhouet en een onbemande toren. Dit was een voorwaarde om er o.a. voor te zorgen dat het voertuig getransporteerd kan worden met tactisch luchttransport. Een A400M transportvliegtuig is in staat om een Puma te vervoeren. Het voertuig heeft een driekoppige bemanning en achterin zitten zes grenadiers die kunnen uitstijgen. In het achtercompartiment bestaat de mogelijkheid om bovenluiks waar te nemen. Doordat het voertuig relatief klein is, is het niet mogelijk om meer persoonlijke uitrusting mee te nemen als een ‘opsvest’. Doordat de buitenzijde van het voertuig is voorzien van een aantal sensoren en camera´s die o.a. het voertuig moeten beschermen tegen RPG projectielen, is het niet mogelijk Persoons Gebonden Uitrusting aan de buitenzijde van het voertuig mee te voeren. Rugzakken, extra munitie, klasse I e.d., moeten in een alternatief transportmiddel vervoerd worden. De binnenzijde van het voertuig is compleet gedigitaliseerd. Hierdoor is het voor de voertuigcommandant vrij eenvoudig het uitgestegen deel up-to-date te houden. Het voertuigsysteem is gekoppeld aan het IDZ (Infanterie der Zukunft). Dit systeem is in feite het Duitse Battlefield Management System (BMS). Elke grenadier en infanterist wordt hier uiteindelijk mee uitgerust. De grenadier die uitstijgt, is zichtbaar op de systemen binnen de groep en het peloton. 28
VOC Mededelingen
De neven pelotons kunnen de individuele grenadiers overigens niet zien. De beschermingsystemen waarmee de Puma is uitgerust zijn passief en actief. De passieve systemen zijn o.a. de bepantsering tegen IEDs en sensoren om inkomende projectielen te onderkennen. De bewapening bestaat uit een boordkanon, een coaxiale mitrailleur en een rookbuslanceerinrichting. Daarnaast kunnen de sensoren gekoppeld worden aan een raketafweersysteem dat automatisch inkomende projectielen kan bestrijden. Dit systeem zit in de laatste ontwikkelingsfase. Het hoofdwapensysteem, een 30mm boordkanon, heeft de mogelijkheid om tempeerbare munitie te verschieten. Daarnaast heeft het hoofdwapensysteem het zgn. ‘hunter-killer’ vermogen. Dat wil zeggen de voertuigcommandant in een andere sector kan waarnemen dan waar de boordschutter in vuurt. Door een druk op de knop richt het systeem zich automatische op het doel dat de commandant gelokaliseerd heeft. Meer informatie is te vinden onder http://www.psm-spz.de/index.php?id=home
Eagle IV Binnen de KL is de Mercedes-Benz (MB) in verschillende varianten dat wat de Eagle IV voor de Bundeswehr gaat worden. De beweegreden om de MB (Wulf) te vervangen door de Eagle IV, zijn o.a. betere bescherming tegen IED’s, directe beschieting, indirecte beschieting en NBC-strijdmiddelen. Er worden verschillende varianten ingevoerd (198 stuks), maar met name gaat de Eagle IV gebruikt worden voor ge-
PANZERTRUPPEN vechtssteun en C2 (Command & Control) taken. Het systeem kan bewapend worden met een MG3 (7.62mm) mitrailleur, een .50 mitrailleur of een granaatwerper. Alle systemen zijn van binnenuit bedienbaar door een van de maximaal vijf bemanningsleden. Het gewicht van de Eagle IV is 8,5 ton en gezien de afmetingen van het voertuig kan het worden getransporteerd met de Transall of de A400M. Door de invoering van de Eagle IV zijn alle voertuigen binnen een Panzeren Panzergrenadierkompanie (licht) bepantserd. De eerste ervaringen uit Afghanistan zijn overwegend positief en zijn gebruikt om de Eagle V verder te ontwikkelen. Deze nieuwste versie wordt binnenkort door de Zwitserse producent MOWAG op de markt gebracht. Meer informatie over de EAGLE IV onder http://de.wikipedia.org/wiki/Mowag_Eagle
Leopard-2A7 PSO
Toekomstige projecten binnen ‘Panzertruppen’ HV-bril Tijdens de afgelopen oorlogen in Irak en Afghanistan is aangetoond dat de technische voorsprong doorslaggevend is geweest in gevechtssituaties. Daar waar de ‘insurgents’ het voordeel hadden van een betere kennis van het terrein, waren de Westerse troepen ver vooruit op technologisch gebied. Een verdere stap kan, of moet zijn om de situaties bij nacht nog meer uit te buiten. Het Duitse Heer is met dit gegeven in het achterhoofd begonnen om de eenheden meer ‘night-capable’ te maken. Een stap hierin is het aanschaffen van een nieuwe HV-bril. Met de nieuwe bril is het mogelijk diepte te zien en is de breedte van het blikveld 100 graden. Dit is ongeveer gelijk aan een normaal menselijk blikveld. Door deze twee kenmerken is de nieuwe bril uitstekend geschikt voor het optreden in verstedelijkte gebieden.
Vervanging MG3 mitrailleur door de MG5 mitrailleur Een van de grote projecten die op het moment lopen binnen de Duitse infanterie, is de vervanging van de MG3 (equivalent van de MAG) door de MG5 (HK 121). De MG5 is een mitrailleur met kaliber 7.62mm. De MG5 is in verschillende versies leverbaar. Door zijn modulaire opbouw zijn alle onderdelen van alle versies uitwisselbaar. De geleverde versies zijn de inbouwversie voor de Puma, de SOF versie met een dubbele achtergreep zoals de .50, de universale versie vergelijkbaar met de huidige MG3 en de infanterie versie vergelijkbaar met de Minimi. Door deze vervanging verwacht de Duitse infanterie de doorslagkracht en de maximale schootsafstand van de (pantser) infanteriegroep aanzienlijk te vergroten. Meer informatie over dit wapensysteem is te vinden onder http://www.heckler-koch.com/de/ militaer/produkte/maschinengewehre/hk121/hk121/produktbeschreibung.html
Samenvatting Het Duitse Heer transfomeert van een tank zware naar een overwegend (pantser) infanterie zware organisatie. In dit artikel is aangegeven dat de ‘Panzertruppen’ in Munster worden opgeleid. Dit in tegenstelling tot de reguliere infanterie eenheden, hier ligt het opleidingszwaartepunt in
Hammelburg. Niet alleen geografisch, maar ook doctrinair verschillen de opleidingen van de ‘Panzergrenadiere’ en de infanterie van elkaar. Een van de speerpunten is dat het Heer ‘lichter’ wordt. Alle nieuwe voertuigen moeten met tactisch luchttransport zoals bijv. de A400M, vervoerd kunnen worden. Lichter betekent niet ongepantserd. Nagenoeg alle voertuigen op bataljons, compagnies en pelotonsniveau zijn gepantserd. Op technologisch gebied zet het Heer grote stappen door o.a. de invoering van het infanteriegevechtsvoertuig Puma en het IDZ-systeem. Hierdoor moet de ‘situational awareness’ en de commandovoering verbeterd worden. De digitalisatie van het gevechtsveld is een gebied waar ook de Nederlandse infanterie en cavalerie zijn ervaringen opdoet. De voor en nadelen en de daarvoor gevonden oplossingen zijn waarschijnlijk in beide landen identiek. Het vergelijken van de ‘lessons Identified’ en de omzetting in ‘lessons learned’ op dit gebied, kan voor beide landen een win-win situatie opleveren. Een aantal projecten staat in de startblokken om uitgerold te worden. O.a. de MG5 mitrailleur (vervanger van de MG3) en de nieuwe HV-bril zijn interessante projecten om te volgen. Wanneer deze projecten doen wat ze beloven, kan de Nederlandse landmacht er gebruik van maken door ze ‘van de plank’ te kopen. Vooral de verhoogde doorslagkracht op groeps- en pelotonsniveau zijn naar mijn mening ook interessante ontwikkelingen voor de Nederlandse infanterie. Naast dat het ontwikkelingskosten spaart, vergroot het ook de operabiliteit met een van de belangrijkste strategische partners. Last but not least gaat de Koninklijke Landmacht een tankpeloton opleiden in Duitsland en laten optreden met Duitse tanks. De tank doet wederom zijn intrede binnen de Nederlandse krijgsmacht. Laten we dit koesteren. ●
Over de auteur: luitenant-kolonel Marcel de Beus is werkzaam als Länderreferent bij het Kommando Heer en verantwoordelijk voor de Duitse samenwerking met Nederland, België en Noorwegen.
VOC Mededelingen
29
Always On De totaaloplossing voor mobiel werken Tablets en andere mobiele devices veranderen steeds meer van handige gadgets naar essentiële hulpmiddelen voor uw medewerkers. Bij het invoeren van een mobiele werkwijze is het belangrijk om de juiste weg te bewandelen. Met de Always On service van Scholten Awater helpen wij u op alle fronten. Of het nu gaat om beleid, beheer, veiligheid, hardware, trainingen, verzekeringen of het implementatietraject. Wij adviseren u op alle vlakken en bieden u een totaalpakket waaruit u zelf de componenten kunt kiezen die voor uw organisatie van toepassing zijn. Wij helpen u bij de overgang naar een succesvolle mobiele werkwijze. Dat is de kracht van Always On!
Bekijk de Always On roadmap op www.sa.nl/alwayson of neem contact op via
[email protected] of 024-357 98 88 Fase 1
Doelen en wensen
Fase 2
Activatie
Fase 3
Kiezen en bestellen
A LWAY S O N
Fase 4
Implementatie
PURPLE NECTAR 2014
Luitenant-kolonel Duco Brongers, Hoofd Concept Development & Experimentation Office Van 17 tot 25 februari vond in de provincie Friesland de oefening ‘Dutch Bison’ plaats o.l.v. C-43 Mechbrig. De belangrijkste spelers in deze oefening waren 44 Pantserinfanteriebataljon Regiment Infanterie Johan Willem Friso (44 Painfbat) en 43 Brigadeverkenningseskadron Regiment Huzaren van Boreel (43 BVE). Onder de noemer ‘Purple Nectar’ ondersteunde het Kennis-, Innovatie, Experimenten- en Simulatiecentrum (KIXS) deze oefening met zes experimenten, die alle ten doel hadden de situational awareness van commandant, staf en eenheden te verbeteren. Naast de experimenten werd een expositiehal ingericht om elf demonstraties te laten zien aan gasten en gebruikers in de oefening over wat er speelt op het gebied van ideeën en projecten bij defensie, bedrijven en kenniscentra.
Experimenten
Lay-out commandopost 44 Painfbat De commandopost van 44 Painfbat, die zich in Heerenveen bevond, werd ondersteund met het programma pixelnet van het bedrijf Visual Display Solutions. Hierbij werd een viertal relatief kleine schermen uitgereikt
In gemeenschappelijk overleg met brigade en bataljon werd afgelopen zomer gekozen voor een tiental experimenten. Door het verleggen van prioriteiten, bijvoorbeeld door de inzet in Mali en verkorting van de oefening, bleven daarvan zes experimenten over. Alle zes worden hieronder kort besproken.
Pixelnet bij de commandopost van 44 Painfbat
aan de bataljonsstaf met daarop gemonteerd een smart beamer, die negen bronnen kan projecteren op de beschikbare schermen. Op elk gewenst moment en in vele vormen (video, foto’s, presentaties, documenten, kaarten enz.) kan de staf snel en gemakkelijk zijn omgeving presenteren om een betere situational awareness te creëren.
Joint chat Eigenlijk al een bekend en zeer populair communicatiesysteem tussen eenheden en staven, maar veelal toegepast op hogere stafniveaus en in ISAF inzetgebieden. Bij deze oefening kon dat ook tussen de teams en het bataljon. Ook de brigade beschikte over deze faciliteit in combinatie met 44 Painfbat en 43 BVE. Probleem hierbij is dat er gecommuniceerd wordt tussen twee verschillende rubriceringsniveaus: de brigade op niveau secret en de overige eenheden op niveau confidentieel. Daar moet software voor worden ontwikkeld en die was in de Verenigde Staten beschikbaar via het bedrijf Trident. Helaas lukte het niet de exportvergunning tijdig te regelen. Daar we hier aan een oefe- ›› VOC Mededelingen
31
PURPLE NECTAR 2014
Video teleconferencing, eenvoudig en doeltreffend
Blue Force Tracker systeem
ning deelnemen was het secret niveau in werkelijkheid confidentieel en daardoor werd het technisch mogelijk met toestemming van de beveiligingsautoriteit de twee verschillende niveaus te koppelen.
te spreken over deze tool die personen en voertuigen snel en doeltreffend op de kaart zet van welke organisatie zij ook zijn.
Video teleconferencing (VTC) Een andere wens van de gebruikers was de mogelijkheid om een video teleconferencing op te kunnen zetten tussen de bataljonscommandopost (Heerenveen) en de teams op de andere locaties (Drachten, Bolsward en Veenhuizen). Met de open source software ‘Jitsi’ was er niet alleen een spraakverbinding met het beeld van de spreker, maar konden op het beeldscherm tevens diverse soorten bestanden worden gebruikt om de communicatie te ondersteunen, zoals bijvoorbeeld een screenshot van een kaart om iedere gewenste situatie toe te lichten of een powerpoint-presentatie. Ook werd eenvoudig een flip-over achter de spreker neergezet om toelichting te geven bij bepaalde gebeurtenissen. Het was daarmee niet alleen een middel om te confereren, maar ook om in te zetten als middel t.b.v. parallelle planning tussen het bataljon en de teams, vooral als weinig tijd beschikbaar was. Het gebruik van dit middel was duidelijk nog geen gemeengoed. Voor velen werd het gezien als een middel voor commandanten, maar ook andere functionarissen moesten nog gaan beseffen dat ook zij de VTC konden gebruiken.
Gateway NIMCIS-BMS Het vierde experiment mag een successtory worden genoemd. In de vorige Purple Nectar in september 2012 liet het Korps Mariniers een gateway voor voice en C2-data tussen hun eigen battlefield managementsysteem NIMCIS en
Blue Force Trackers Tijdens deze Purple Nectar werd wederom uitvoerig gebruik gemaakt van de blue force trackers van de firma Cosetec. De trackers zijn in bezit van de Purple Nectar-organisatie. Zowel 43 Mechbrig, 44 Painfbat, 43 BVE als 200 Bevoorradings- en Transportbataljon maakten gebruik van deze eenvoudige tool om inzicht te krijgen in de actuele locatie van die elementen waarvan de commandant vond dat hij op de hoogte wilde blijven op de kaart. Wederom was de gebruiker zeer 32
VOC Mededelingen
Koppeling BMS van het CLAS met het NIMCIS systeem van het Korps Mariniers
PURPLE NECTAR 2014 Presentatie tijdens de bezoekersdag
Salzgittermast van 23 meter hoogte
het battlefield managementsysteem (BMS) van het Commando Landstrijdkrachten als demonstratie. Tijdens deze Purple Nectar was een peloton mariniers ingedeeld bij de A-cie 44 Painfbat. Ze gebruiken de gateway integraal in de oefening om aan te tonen dat het systeem functioneert. De werking werd aangetoond, maar door het zeer beperkte gebruik van BMS door 44 Painfbat werd het systeem helaas niet zwaar belast.
Extended range BMS Tot slot was er het verzoek om het bereik van het BMS te vergroten. Voor deze extended range werd een 23 meter hoge zogenaamde Salzgitter-mast ingezet om zorg te dragen voor een verdere reikwijdte van de dragende communicatielaag. Zoals eerder aangegeven was het gebruik van BMS beperkt. Om het effect van de mast toch te kunnen meten, werd samen met het bataljon een test uitgevoerd. Het resultaat was conform de verwachting, de reikwijdte was tussen 25% en 100% toegenomen. De variatie in de toename is te wijten aan diverse omgevingsfactoren, zoals bijvoorbeeld bebouwing.
Demonstraties Naast de integrale ondersteuning van de oefende eenheden, was er een bezoekersdag georganiseerd. In een grote hal werden veertien ex-
postitiestands ingericht voor in totaal elf projecten bemand door kenniscentra en bedrijven die uitgenodigd waren om hun produkten te laten zien. Hiermee werd de zogenaamde gouden driehoek (defensie, industrie en kenniscentra) in praktijk gebracht. In totaal kwamen circa 170 bezoekers vanuit alle operationele commando’s om te luisteren naar presentaties over de opzet van de oefening en de ondersteunende rol hierin van Purple Nectar. De gasten werden rondgeleid langs de diverse experimenten in de bataljonscommandopost en kregen uitgebreid de gelegenheid om de stands te bezoeken. De experimenten die werden getoond waren: ELIAS ELIAS is de nieuwe C2-ondersteunende applicatie van CLAS en ontwikkeld door het JIVC dat in 2015 zowel ISIS, BMS, OpOrder-tool als Athena gaat vervangen. De laatste stand van zaken werd gedemonstreerd. Hyperion/discus Hyperion/discus is een lopend project bij defensie waarbij diverse sensoren, zoals de Squire-radar, geluidsensoren en een Kylmar-camera, aan elkaar worden gekoppeld. Waarbij het resultaat van deze sensordatafusie in ELIAS wordt gepresenteerd. ›› VOC Mededelingen
33
PURPLE NECTAR 2014 Bowman van General Dynamics Het bedrijf was al aanwezig om te ondersteunen bij het experiment met de koppeling tussen NIMCIS en BMS en liet hier de laatste ontwikkelingen zien op dat gebied.
Demostands
Touch mii/leap motion De multi-touch technieken zijn langzamerhand bij de meeste mensen gemeengoed geworden, zeker bij de jeugd. Deze tool geeft inzicht in de mogelijkheden anders om te gaan met informatie. Als een team achter een
deelnemende kenniscentra, bedrijven en projectleiders waren zeer te spreken over o.a. de compacte opzet. Hierdoor zochten ze elkaar snel op, vooral als het ging om gelijksoortige projecten. Soms wisten ze niet van elkaars bestaan en werden afspraken gemaakt om activiteiten met en op elkaar af te stemmen. Al met al een steun in de rug van de organisatie die ambitieuze plannen heeft voor 2015.
Way ahead voor Purple Nectar Voor Purple Nectar 2015 worden de komende maand de eerste stappen
Virtuele missiegebieden Populair gezegd: de stafkaart van de toekomst. Niet meer een platte kaart, maar een 3D-beeld van de omgeving met steeds beter wordende detailinformatie en resolutie. Het is te vergelijken met Streetview, maar dan vanaf verschillende hoogtes te bekijken, en snel aan te passen voor de specifieke situatie van een inzetgebied. Cyber COP Cyber COP is een tool om de gebruiker inzicht te geven in de gevolgen van cyber attacks, met name gericht op de bewustwording bij het personeel en de effecten ervan. IN4STARS IN4STARS is een programma voor het verbeteren van de inlichtingenpositie en verhoging van de situational awareness ter ondersteuning van het commandovoeringsproces in joint operaties door het ontwikkelen van tools die het mogelijk maken grote hoeveelheden complexe en heterogene informatie te correleren, fuseren, exploiteren en uit te wisselen. MINE MINE is een nationaal technologieprogramma o.l.v. de kenniscentra NLR en TNO, vergelijkbaar met IN4STARS, maar dan meer gericht op het beschikbaar stellen van informatie aan de militair te voet en vice versa. Advanced Vetronics Een project van Thales waarbij diverse sensoren gekoppeld zijn in een Fuchsvoertuig dat een gezamenlijk beeld geeft van de omgeving (zie ook VOCMededelingen 2013-1). 34
VOC Mededelingen
Uitleg bij de ‘Vetronics’ stand multi-touch birdtable staat met op de tafel een digitale kaart kan gezamenlijk een analyse worden uitgevoerd en actiepunten worden toegewezen door deze manueel naar elkaar toe te schuiven (swipen). De spelers hebben inzicht in elkaars actiepunten en de status ervan. Een experiment om vooral met beelden informatie te delen en te beheren. Een middel dat mogelijk het besluitvormingsproces kan ondersteunen door het te visualiseren tijdens de analyse van de eigen mogelijkheden van optreden, de geïntegreeerde operatie-analyse of een rehearsal. CP-lay-out van Visual Display Solutions Dit experiment werd gebruikt tijdens de oefening (zie experimenten). Het bedrijf Visual Display Solutions had ook een stand ingericht om toelichting te geven op het product. De bezoekersdag mag een succes worden genoemd. De gasten waren enthousiast over de presentaties, rondgang en demonstraties. Ook de
gezet. Focus zal liggen bij ondersteuning aan een oefening waarin de samenwerking met Openbare Orde en Veiligheid voorop staat in een joint omgeving; we zijn immers paars. Uiteraard zal de oefenende eenheid weer ondersteund worden met innovatieve technieken. Het innovatieplatform met demonstraties zal breder worden uitgezet bij de industrie om hun betrokkenheid bij Purple Nectar te vergroten. Hierdoor worden bedrijven beter geïnformeerd over de wensen van defensie en defensie kan beter gebruik maken van de kennis van het bedrijfsleven. Tevens zal getracht worden de aanwezige technische kennis op gebied van systemen meer te ontsluiten voor de gebruiker door deze te vertalen in functionaliteiten. Tot slot wil Purple Nectar zijn vleugels uitslaan naar internationale partners. De Duitsers zijn al uitgenodigd, maar daar willen we het zeker niet bij laten. Hopelijk kunnen we u volgend jaar berichten over de volgende succesvolle stap voorwaarts. ●
SPRONG VOORWAARTS
Brigadegeneraal b.d. drs. R.E. de Pruyssenaere de la Woestijne ‘Time flies indeed’, het is inmiddels ruim twee en een half jaar geleden dat het bestuur van de VOC de commissie ‘Sprong Voorwaarts’ heeft opgericht. Even het geheugen opfrissen. In 2011 kondigde Defensie aan dat het een kleine 12.000 functies ging reduceren en dat dit zou leiden tot ongeveer 6000 gedwongen ontslagen. Het teleurstellende besluit werd vervolgens genomen onze tankbataljons en de gehele daaraan gerelateerde keten op te heffen. Tegen dat licht was het de verwachting dat een substantieel aantal cavaleristen, zowel officieren als onderofficieren, overtollig zou worden en geen emplooi meer zou vinden binnen defensie. De commissie werd verzocht te bezien of de VOC een rol zou kunnen spelen om de dreigend overtollige cavaleristen perspectief te bieden buiten defensie en zo ja om hen ook feitelijk te begeleiden. Voor de eventuele begeleiding van hen buiten defensie heeft de commissie als eerste actie VOC leden benaderd met het verzoek of zij, vanuit hun professie, kennis, kunde en zakelijke netwerken, de collega’s zouden kunnen helpen. Ook werd VOC-leden verzocht concreet vacatures te melden. De overtolligheid bij de cavalerie had betrekking op luitenant-kolonels, adjudanten-onderofficier en ‘uitloopofficieren’. Zij werden dan ook concreet benoemd als ‘knelpuntcategorieën’ en kunnen op basis daarvan gebruik maken van het Sociaal Beleids Kader (SBK) 2012-2016. Het deed enorm deugd te
constateren dat veel leden van onze vereniging hun diensten spontaan aanboden. Een deel van hen is ook ingezet als procesbegeleider, om de beroepscollega’s te begeleiden in het proces naar werk buiten defensie. In de afgelopen periode heeft de commissie zorgvuldig de bewegingen binnen defensie, en in het bijzonder de KL, gevolgd en zich voorbereid om in voorkomend geval direct activiteiten te kunnen ontplooien voor het overtollig personeel. Daarnaast heeft de commissie, op verzoek van andere wapens en dienstvakken, inzicht gegeven in haar aanpak en werd, waar opportuun, collegiaal samengewerkt. Er zijn contacten gelegd met landelijke en regionale initiatieven en last but not least: er is contact gelegd met potentiële werkgevers. Tenslotte hebben we met ondersteuning van enkele procesbegeleiders een aantal actief dienenden, op hun verzoek begeleid in het zetten van een stap buiten de KL. Het betrof in alle gevallen echter cavaleristen die niet tot de knelpuntcategorieën behoorden. In totaal zijn ongeveer tien personen daarin begeleid. We kunnen derhalve constateren dat de formule en het ontwikkelde proces werken. Ondanks herhaalde oproepen hebben zich geen
cavaleristen gemeld bij de commissie die deel uitmaken van de knelpuntcategorieën.
Wat is nu de huidige stand van zaken? Als u de media heeft gevolgd, is u waarschijnlijk opgevallen dat defensie de afgelopen jaren een verhoogde irreguliere uitstroom en een sterk gekrompen instroom heeft gekend. Hoewel macro en krijgsmachtbreed gezien nu al wordt voldaan aan de Numerus Fixus van 2016, zijn per rang/ schaal nog wel verschillen te zien. Een teveel aan personeel is nog zichtbaar in de rangen van luitenant-kolonel en adjudant-onderofficier, waarbij wel in specifieke (bijv. in de medische en technische) vakgebieden ook al tekorten waarneembaar worden. E.e.a. heeft uiteraard gevolgen voor doorstroom en bevorderingsmogelijkheden. In de rangen van luitenant en kapitein/ritmeester is thans sprake van ondervulling, o.a. als gevolg van een verlaagde instroominspanning, terwijl bij de onderofficieren het geheel in de onderbouw in balans komt. In een kamerbrief van 25 oktober 2013, als aanvulling op de nota ‘In belang van Nederland’ heeft onze minister ›› VOC Mededelingen
35
SPRONG VOORWAARTS
‘Geheel belangeloos is veel werk verzet en zijn kilometers gereisd om onze vergaderingen bij te wonen.’ daarom gemeld dat het aantal gedwongen ontslagen beduidend lager zal zijn dan de initieel ingeschatte 6000. Het gevolg is dat er op dit moment geen cavaleristen overtollig zijn verklaard, ondanks het feit dat de formeel benoemde knelpuntcategorieën niet zijn gewijzigd. De werkzaamheden van de commissie en onze VOC-leden die zich bereid hebben verklaard het proces te ondersteunen, liggen thans dan ook stil. Dat is goed nieuws! Hoe nu verder met de commissie is dan ook een terechte vraag? Het lijkt ons nog te vroeg om te juichen, omdat defensie nog steeds een overtolligheid aankondigt. De commissie nu geheel opheffen is dan ook niet verstandig. In overleg met het bestuur is daarom besloten de commissie ‘slapend’ te maken, onder handhaving van twee Points-of-Contact. Het betreft luitenant-kolonel Wim Janse die zicht houdt op de reorganisaties en mogelijke consequenties voor cavaleristen, en reserve-ritmeester Maurits van der Goes, die schakel blijft naar procesbegeleiders en het bedrijfsleven. Mochten cavaleristen de behoefte hebben om van gedachten te wisselen over een overstap, dan zullen zij daartoe ‘op wacht’ staan. De commissie heeft daarnaast een schat aan ervaringen opgedaan, tegen dat licht is besloten
36
VOC Mededelingen
om alle geproduceerde documenten te archiveren. Wat is het plan met onze procesbegeleiders/brugfunctionarissen? Op de eerste plaats zijn de besturen van de VOC en de VOOC en de commissie ‘Sprong Voorwaarts’ u zeer erkentelijk voor de getoonde bereidheid om te ondersteunen - onvoorwaardelijk! Het is het bewijs van de kameraadschap onder cavaleristen - for better and for worse! Enkelen van u zijn ook feitelijk en met succes in actie gekomen, velen van u niet; het had alles te maken met het beperkte aanbod. Toch zouden wij u willen vragen, als de nood aan de man komt, opnieuw bereid te zijn uw kennis, kunde en ervaring in te zetten. U blijft dan ook als zodanig in ons bestand van procesbegeleider/ brugfunctionaris staan. Tenslotte, spreek ik als voorzitter van ‘Sprong Voorwaarts’ mijn grote waardering uit voor de inzet van de leden van mijn commissie. Geheel belangeloos is veel werk verzet en zijn kilometers gereisd om onze vergaderingen bij te wonen. Zonder iemand te kort te willen doen wil ik toch speciaal Maurits van der Goes noemen, die veel initiatieven heeft getoond en de feitelijke contacten heeft onderhouden met de procesbegeleiders en bedrijfsleven. Grote klasse! ●
INTERVIEW
DE NIEUWE WAPENOUDSTE
DER CAVALERIE
BRIGADEGENERAAL
GIJS VAN KEULEN Kapitein Henk-Jan van Vulpen
Op 2 mei droeg generaal-majoor b.d. Harm de Jonge, na ruim 5 jaar behartiging van de belangen van de cavalerie, zijn taak als wapenoudste over aan brigadegeneraal Gijs van Keulen (52). ‘Het is prima dat ik word geïnterviewd, maar het gaat toch niet alleen maar over mij als persoon hè? Het team gaat boven het individu, we denken in ‘wij’ en ‘samen’ bij de cavalerie. Laat dat de kern zijn’, onderstreept Van Keulen. Waarvan akte. Van Keulen werd al jong gegrepen door het wapen: ‘Mijn middelbare school grensde aan de Bernhardkazerne. Tijdens de lessen hoorde ik het geronk van zwaar materieel. Nog steeds een mooi geluid! Dat sprak me aan. Ik was toen een fanatiek tennisser en leerde tijdens toernooien in en rond Amersfoort de ritmeester Douglas Alexander kennen. Hij was commandant School Reserve Officieren Cavalerie (SROC) en ik vroeg of ik een dag met hem mee mocht. En dat gebeurde: tijdens een dag op de kazerne kreeg ik alles te zien. Zo kon ik kort proeven van al die facetten die me aanspraken: leidinggeven, bijzondere mensen, materieel, sport, uitdaging en het vakmanschap. Die dag gaf de doorslag, waarna ik mij aanmeldde voor de KMA. De Leopard-2A4 was
net nieuw en na het afronden van de opleiding kwamen pelotonscommandantenstoelen vrij bij 41 Tankbataljon RHPA in Bergen-Hohne. Ik begon bij het B-eskadron, onder leiding van ritmeester Bertil Sundquest. Die eerste jaren in Duitsland zijn enorm leerzaam geweest. Ik heb veel geleerd over ons vak van de onderofficieren en officieren van het bataljon. Mijn hart gaat nog steeds harder kloppen als ik terugdenk aan die tijd. En het mooie is: ik kom er nu nog steeds, als brigadecommandant 13 Gemechaniseerde brigade. Commandantenfuncties zijn de mooiste functies. Zo stond ik als eskadronscommandant dicht op mijn mensen en was ik direct met hen bezig. Ook als commandant 101 Tankbataljon RHPA heb ik een prima tijd gehad dankzij onze uitstekende huza-
ren en soldaten, onderofficieren en officieren. Dat merkte ik vooral tijdens de uitzending van het bataljon naar Bosnië. Wat een teamsfeer en een sterke wil om samen de goede dingen te doen en dat wat we doen ook echt goed te doen. Het was een samengesteld bataljon met een compagnie panterinfanterie van de Limburgse Jagers en een geniecompagnie. Mooie tijd! Ik ben net terug van een oefening van enkele eenheden van de brigade in Várpalota (Hongarije). Mooi om direct met de mannen en vrouwen op de werkvloer te werken. Dat zijn de leerzame momenten. Niet alleen voor mijn mensen zijn die oefeningen goed, maar ook ik leer er dagelijks zelf van. Zo leren we van elkaar. Daarbij is het telkens nog beter willen worden de juiste instelling. Ik bevraag hen over het optreden met de CV90’s, uitgestegen en te voet en keuzes voor benadering van het terrein. Naast de pantserinfanterie hebben we nog zoveel specialisten in de brigade. Iedereen verdient aandacht voor zijn vak. Klassepersoneel! ›› VOC Mededelingen
37
INTERVIEW Natuurlijk probeer ik mijn mensen ook de specifieke cavalerie-kennis en ervaring bij te brengen, zoals onze schiettechniek en het denken en manoevreren in tijd en ruimte. De mensen binnen mijn brigade zijn immers met zaken bezig die ik gedurende mijn loopbaan ook gedaan heb. De manier van denken die de cavalerist zo typeert is een beetje een beroepstik geworden: altijd opereren en denken in tijd, ruimte en middelen, grote aandacht voor schiettechniek, denken in manoeuvre, het verrassingselement en kansen zien en pakken. We zijn er mee opgegroeid. Niet alleen door officieren, maar juist ook door de ervaren onderofficieren. Van hen heb ik echt veel geleerd en leer ik nog steeds. Het zijn echte professionals. Daarbij neem je ook nieuwe ervaringen in je rugzak mee, onder meer opgedaan vanuit uitzending. Zo heb ik als Hoofd Logistiek van de NAVO in Afghanistan een op de praktijk gebaseerde warme aandacht gekregen voor de logistiek. Een Amerikaanse collega zei in Kabul tegen mij : ‘If logistics was easy, they would have called it tactics.’ Dit is mijns inziens echt juist. Logistiek is een vakgebied dat bere-interessant en uitdagend is en soms ontzettend spannend. Die kennis en benadering helpt me nu ook in de brigade. Regelmatig focussen wij op de logistieke keten, want zonder de logistiek staat echt alles stil. Het is niet vanzelfsprekend dat de logistiek wel in de hand is tijdens de vredesbedrijfsvoering, oefeningen en daadwerkelijke inzet. Dat besef ik terdege.
Niet ‘ik’, maar ‘wij’ en ‘samen’ Persoonlijk heeft de cavalerie mij ook gevormd en veranderd en gemaakt tot de officier die ik nu ben. Zo ben ik veel meer een teamplayer geworden dan ik daarvoor was. Je moet het beste uit jezelf halen, om het collectief te ondersteunen. Het gaat niet om mij of ‘ik’. We zijn een ‘wij-organisatie’. De onderlinge kameraadschap versterkt dit, met name bij de cavalerie, waar deze heel prominent aanwezig is. Je groeit daarin op en mee. Zo word je niet alleen een beter militair, maar ook een beter mens. Het lijken kleine dingen, maar door attent en goed te zijn voor je mensen en echte hulp te bieden kun 38
VOC Mededelingen
‘If logistics was easy, they would have called it tactics.’ je samen zoveel meer betekenen en bereiken. Andere kenmerkende zaken die de vorming van de cavalerist typeren? Denk aan innovatief zijn, verrassend optreden, flexibiliteit, niet bij de pakken neer zitten, kansen zien en grijpen... Het zit er in gebakken. In dit alles staat de mens centraal. Al beschik je over het mooiste materieel, het gaat er om wat er in de koppen speelt. De juiste instelling en moreel zijn het allerbelangrijkste.
Dienen Toen ik gevraagd werd om wapenoudste te worden heb ik meteen ‘ja’ gezegd. Natuurlijk wil ik ons Wapen dienen, ook omdat het mij zoveel gebracht heeft als militair en als mens. Maar ook omdat ik het collectief wil dienen, het gaat om ‘wij’ en ‘samen’. Ons Wapen doet er toe en blijft de moeite waard. Dienen doe ik al jaren, maar als Wapenoudste krijgt dat een nieuwe dimensie. Het is een bijzondere positie, waarbij ik als boegbeeld ook de belangen achter de schijnwerpers kan behartigen. Waarom ik geschikt ben voor deze taak? Daar hebben anderen een beetje over nagedacht, zegt hij met een glimlach. Veel ervaring binnen de cavalerie en ook buiten het wapen en een groot netwerk zijn voorwaarden om de rol van Wapenoudste goed invulling te geven. Daarnaast ben ik persoonlijk gemotiveerd om de kar te helpen trekken en er 24/7 te zijn voor onze mede-cavaleristen. Ik heb er zin in en u kunt op mij rekenen. Invulling van traditiebeleving, herdenkingen en veteranenbeleving zijn zaken waar ik mij, samen met
de commandanten, voor zal inzetten. Eigenlijk is mijn belangrijkste taak: zorg voor de cavaleristen en ons Wapen in de breedste zin van het woord, de belangen van al deze wapenbroeders - van huzaar tot generaal, buiten dienst en actief dienend - behartigen en onder het voetlicht brengen.
Speerpunten Alvorens ik plannen, uitdagingen of toekomstdoelen als Wapenoudste wil benoemen wil ik eerst mijn oprechte dank uitspreken naar mijn voorganger, generaal-majoor b.d. de Jonge. Hij verdient ons respect en onze waardering. In de afgelopen jaren heeft hij als Wapenoudste een geweldige betrokkenheid getoond en de belangen van de cavalerie altijd hoog in ‘de standaard’ gehad. Hij heeft veel goeds gedaan en alles gegeven, zowel in zijn diensttijd als in de periode daarbuiten. Hij was er voor jong en oud, tijdens mooie, maar ook de minder mooie momenten die deze periode markeerden. Ik ga graag in zijn voetsporen voorwaarts. De samenwerking binnen de manoeuvre heeft gestalte gekregen zo blijkt uit de symposia die we samen met de Vereniging Infanterie Officieren (VIO) organiseren - en kan nog verder worden uitgediept. De cavalerie is een aparte tak van sport en onze kennis en ervaring (manoeuvreren en schieten) kunnen we ook inbrengen bij de pantserinfanterie. Zo kunnen we zeker wat betekenen voor het vechten met de CV90. We leren veel van elkaar en het is goed om elkaar op te zoeken, want door kennis te bundelen worden we nog beter. Een ander verdiepingspunt: hoe kunnen we meer halen uit detectie en selectie van ons personeel? Het gaat dan om actief opzoeken, coachen en sturen van excellerende (onder) officieren. Haal ze uit de massa en kijk wat we ze kunnen bieden aan loopbaanperspectieven en ontwikkeling. Andere wapens en dienstvakken zijn daar ook mee bezig. Door mensen naar voren te schuiven, richting strategische functies, help je niet alleen de persoon, maar ook de organisatie verder. Hier ga ik in overleg met commandanten mee aan de slag.
‘Ik doe een beroep op alle cavaleristen om mee te denken. Schroom niet om mij te benaderen.’ Vooruitblik En dan zijn er uitdagingen voor de toekomst. De cavalerie is de laatste jaren behoorlijk gekrompen, maar het gedachtegoed mag niet verloren gaan en gaat ook niet verloren. Het gaat erom het zijn en denken van de cavalerist te behouden en te borgen in de organisatie. Hoe zorgen we dat commandanten en bijvoorbeeld een hoofd Operatiën en Logistiek van een bataljon en een brigade kennis behouden over het tankoptreden? In de samenwerking met onder meer Duitsland oefenen we met hun tanks en bemanningen tijdens onze oefeningen. Het is ook niet ondenkbaar dat we in de toekomst gezamenlijk met hen worden ingezet. Internationale samenwerking en misschien wellicht zelfs integratie is niet alleen de toekomst, maar ook de werkelijkheid van nu. Kennis van het optreden met tanks in tijd en ruimte blijft belangrijk. Een andere uitdaging is hoe onze verkenningscapaciteit met de tijd mee kan blijven gaan. De behoefte aan ogen en oren blijft, dat staat buiten kijf. Intell-driven operaties blijven nodig. Maar, er zullen nieuwe(re) en andere
systemen komen en we blijven onze verkenning daarop optimaliseren. Vooruit blijven denken, proactief, initiatief nemen, kansen zien en proberen te pakken. Het zit al in ons denken, dat scheelt, en ook hier is het van belang. Ten slotte: de mens in de organisatie, elke cavalerist, staat centraal. Respect, aandacht en warmte zijn daarin kenmerkend. De ideeën en geluiden die nodig zijn om de cavalerie goed te positioneren en alle belangen te behartigen kunnen niet alleen vanuit de Wapenoudste komen. Daarom doe ik een beroep op alle cavaleristen om mee te denken. Schroom niet mij te benaderen met ideeën en voorstellen. De meeste tankers zullen mij wel kennen, bij de verkenners (met uitzondering van de verkenners in mijn eigen brigade) zullen dat er nu nog wat minder zijn. Daar gaan we wat aan doen. Mijn deur in Oirschot staat zoveel mogelijk open en waar mogelijk loop ik in het veld, tussen de mensen. Met uw hulp en ondersteuning kan ik optimaal opereren en niet anders, want we doen het samen en het gaat om het collectief, om ons’. ●
Brigadegeneraal Gijs van Keulen (52) startte zijn loopbaan in 1984 als pelotonscommandant en later als eskadronscommandant bij 41 Tankbataljon Regiment Huzaren Prins Alexander (RHPA) in Bergen-Hohne. In 1991 volgde een plaatsing bij de Legerkorpsstaf (Plannen) in Apeldoorn. Hij volgde de Hogere Militaire Vorming in 1994 en 1995. Vervolgens was hij bij de Afdeling Operationeel Beleid van de Landmachtstaf betrokken bij diverse projecten, waarbij met simulatoren operationele omstandigheden worden nagebootst. Hij studeerde in de periode 1997 tot 1999 aan de Führungsakademie der Bundeswehr in Hamburg. In 1999 werd hij Military Assistent to the Chief of Staff bij het Hoofdkwartier van het Eerste Duits-Nederlandse Legerkorps in Münster. Een aantal jaren later, nadat hij commandant van 101 Tankbataljon RHPA in Seedorf was geworden, werd hij naar Bosnië uitgezonden als commandant van 101 NL Battlegroup RHPA. Na terugkomst in 2004 werd hij hoofd van de sectie Parlementaire Aangelegenheden in de Defensiestaf in Den Haag, waar hij de militaire en politieke leiding adviseerde in hun contacten met het Parlement. Een jaar later werd hij als kolonel Chef Kabinet van de Commandant Landstrijdkrachten. Daarop volgden functies als hoofd Operationeel Beleid en Souschef Integrale Plannen bij de Defensiestaf (bij laatstgenoemde functie bevordering tot brigadegeneraal in 2009). Van sept. 2011 tot sept. 2012 volgde een missie als Hoofd Logistiek van NAVO in Kabul (ISAF). Tijdens deze missie was hij onder meer lid van een Amerikaans onderhandelingsteam om de logistieke routes in Pakistan voor ISAF geopend te krijgen. Sinds december 2012 is hij commandant van 13 Gemechaniseerde Brigade. Daarnaast houdt hij van sporten. Hij is Chef de Mission en selectiespeler van het Nederlands Militair Golf Team en neemt deel aan het Militair Wereldkampioenschap 2014 in Bahrein.
VOC Mededelingen
39
200 JAAR RHPA
Luitenant-kolonel b.d. Ed Westerhuis Op zondag 13 februari 1814 werd in Brussel het stamregiment opgericht van het (ontbonden) Regiment Huzaren Prins Alexander, het regiment Cheveau Légers Van der Burch. Kort daarna aangeduid als het Regiment Ligte Dragonders Nr. 5. Bij Koninklijk Besluit van 26 januari 1983 is dit regiment overigens aangemerkt als de voortzetting van Napoleons aanvankelijk geheel Nederlandse 2e Régiment de Cheveau-Légers. Reeds zestien maanden na de oprichting vergaarde het Regiment Ligte Dragonders Nr. 5 roem bij de veldslagen bij Quatre-Bras en Waterloo. Na de Belgische afscheiding in 1830 verlieten in november van dat jaar 267 officieren, onderofficieren en dragonders het regiment. Zij vormden de kern van het nieuwe Belgische 1er Régiment de Lanciers. Op initiatief van C-RHPA, luitenant-kolonel b.d. Doug Alexander, heeft op 12 en 13 februari 2014 een bijeenkomst plaats gevonden met het huidige Belgische 1/3 Regiment Lanciers in Nivelles en bij het monument ‘Gémioncourt’ in de omgeving van Quatre Bras, ter herdenking van de oprichting van het gezamenlijke stamregiment 200 jaar geleden. Ruim zestig (oud-)officieren van RHPA verzamelden zich op 12 februari in de loop van de middag in Hotel Nivelles-Sud, waarna om 17.00 uur op het gemeentehuis van Nivelles (ooit het hoofdkwartier van de Prins van Oranje) een ontvangst door het stadsbestuur plaats vond onder leiding van burgemeester Pierre Huart, gevolgd door een receptie. Als dank voor de Belgische gastvrijheid zongen de officieren bij hun afscheid uit volle borst het Huzarenlied. Voor de Nederlandse gasten was op donderdag 13 februari ’s morgens een Battlefieldtour georganiseerd op het slagveld van Quatre40
VOC Mededelingen
Bras. Erwin Muilwijk, auteur van diverse boeken over het Nederlandse aandeel bij de gevechten bij Waterloo en Quatre-Bras, wist ondanks het slechte weer de toehoorders te boeien met zijn enthousiaste uitleg over het optreden van het Regiment Ligte Dragonders Nr. 5 en de hevige gevechten op 16 juni 1815 tegen een Franse overmacht. Aansluitend vond bij het monument ‘Gémioncourt’ een plechtigheid plaats met het Belgische 1/3 Regiment Lanciers. Hier vond destijds de grote charge en de melée van het stamregiment plaats. Stipt om 11.30 uur stonden bij dit Nederlandse monument zuid van Quatre-Bras, naast een Nederlandse en een Belgische erewacht, detachementen te paard aangetreden van het Cavalerie Ere-Escorte en 1/3 Regiment Lanciers. Muzikale ondersteuning van de plechtigheid vond plaats door het Fanfarekorps Koninklijke Landmacht Bereden Wapens. De onthulling van de nieuwe gedenkplaat RHPA werd
200 JAAR RHPA
Ontvangst op het gemeentehuis van Nivelles
Battlefieldtour
Quatre-Bras 1815
Onthulling gedenkplaat
V.r.n.l.: C-RHPA, Wapenoudste Cavalerie, Lgen Philippe Grosdent
uitgevoerd door de Wapenoudste Cavalerie, de generaal-majoor b.d. Jhr. Harm de Jonge en luitenant-generaal Philippe Grosdent, directeur Human Resources en oud korpscommandant 1/3 Regiment Lanciers. Na de plechtigheid verplaatsten de Belgische en Nederlandse gasten zich naar Genappe, waar C-1/3 Lanciers tevens de korpscommandant, luitenant-kolonel Marc Bastin, de aanwezigen een déjeuner de campagne aanbood. De dag werd afgesloten met een aperitief in Hotel Nivelles-Sud en een gemeenschappelijk Diner du Bicentenaire met de officieren van 1/3 Regiment Lanciers. Het Belgische bataljon had ’s middags de tanktrein beladen om de volgende dag te vertrekken naar Duitsland voor een grote oefening. Ondanks het drukke opleidingsprogramma was het officierskorps vrijwel voltallig aanwezig. Zo’n honderdtwintig gasten hadden zich in de grote zaal verzameld voor een uiterst genoeglijke maaltijd. Beide regimentscommandanten voerden het woord en de vriendschapsbanden tussen de Nederlandse en Belgische cavaleristen werden duidelijk aangehaald. De bijeenkomst in België was zondermeer een succes en is voor herhaling vatbaar. ●
Diner du Bicentenaire
VOC Mededelingen
41
INGEZONDEN REACTIE
Majoor Henry Plakke In de VOC-Mededelingen 2014-1 hebben manoeuvredocenten van de MMO1 luitenant-kolonel Bert Wijnhoud en majoor Peter de Bock een artikel gewijd aan het uitvoeren van een defensieve tactische activiteit aangepast op de huidige organisatie en vooruitlopend op nieuwe doctrine en handboeken. Ik wil graag op dit artikel reageren. Het betreft hier een persoonlijke visie, zoals zij denken hoe het beter kan. In mijn ogen is het alternatief niet vernieuwend. Er zijn een aantal Engelse termen overgenomen en wat eenheden herschikt, maar uiteindelijk is het allemaal ‘oude wijn in nieuwe zakken’. Wat mij wel bevreemdt, is dat deze persoonlijke visie ‘vooruitlopend op de nieuwe doctrine’ in de MMO wordt onderwezen als zijnde de waarheid. In de inleiding bespreken de auteurs de belangrijkste wijzigingen waarop zij het ‘nieuwe’ scenario voor een gebiedsverdediging baseren én het voorstel om de doctrine aan te passen. Deze wijzigingen zijn een opsomming van tactische activiteiten en technische middelen. Het onderrichten van doctrine in de MMO is in mijn optiek juist bedoeld om officieren onze conceptuele gedachte bij te brengen. Doctrine moet de basis zijn voor militaire inzet en geeft de militaire organisatie de mogelijkheid om als organisatie te kunnen handelen. Doctrine wordt gevormd door een conceptuele gedachte en niet door (technische) middelen en zelf opgelegde tactische beperkingen. Deze behoren tot het fysieke component en zijn slechts een middel om doctrine om te zetten in de praktijk. Daarnaast is het ook niet zinvol om delen van een buitenlandse doctrine 1:1 te kopiëren. Er is een duidelijke relatie tussen de verschillende doctrinepublicaties op de verschillende niveaus. De auteurs zien terecht de
1
defensieve tactische activiteit nog steeds als een mogelijke inzetoptie in het kader van de bondgenootschappelijke verdediging. Ik stel hun voorstel van een aaneengesloten verdediging van brigadevakken met vaste afstanden ter discussie. De voorgestelde afstanden zijn gerelateerd aan een gemechaniseerde brigade uitgerust met tanks en de PzH 2000. Als we onze gemechaniseerde brigade en alle Duitse (straks zes) brigades naast elkaar zetten, zouden ze samen niet meer dan ruim 100 strekkende kilometers kunnen verdedigen, waarbij dan de Nederlandse brigade niet over tanks beschikt. Wij hebben eenvoudigweg niet meer de gevechtskracht om deze gevechtsvorm op deze wijze uit te kunnen voeren. Het was natuurlijk niet voor niets dat Nederland op het hoogtepunt van de Koude Oorlog bijna 1000 tanks had, die zij aan zij langs het Elbe-Seitenkanaal stonden om de opmars uit het Oosten te stoppen. En zelfs toen hadden we al het probleem van open flanken. Natuurlijk zijn er inmiddels andere technische middelen, zoals o.a. de UAV om het probleem van grote vakken en open flanken onder waarneming te houden. Echter veel van deze middelen staan maar in beperkte mate ter beschikking en zeker niet gedurende ‘24/7’. Daarbij refereren wij vaak naar de recente operaties in Irak en Afghanistan. Ik denk niet dat het juist is om aan te nemen dat wij bij toe-
MMO: MDV Module Operatien. Specifiek Landmacht gedeelte ter voorbereiding op de Middel-
42
bare Defensie Vorming. Wordt onderwezen bij het Land Training Centre in Amersfoort.
VOC Mededelingen
komstige operaties altijd en overal direct over een vrij luchtruim kunnen beschikken en de tegenstander maar beperkt technologisch is uitgerust. Het niet meer hebben van eigen tanks beperkt ons als Nederlandse krijgsmacht ontzettend in toe te passen gevechtsvormen. Het ervan uitgaan dat NATO-partners ons wel zullen ondersteunen met tanks getuigt volgens mij van misplaatst opportunisme. We hoeven niet ver terug te gaan in de tijd voor praktijkvoorbeelden waarbij de toegezegde steun toch even niet kwam. Met de huidige middelen in de huidige tijd zullen naar mijn mening de brigadevakken in afstand flexibel moeten zijn, aangepast aan o.a. het terrein en dreiging. Binnen deze vakken zullen de manoeuvre-bataljons (inclusief de vuursteun) vrij moeten kunnen manoeuvreren. Het gaat erom om op het juiste tijdstip, op de juiste locatie een concentratie van middelen te krijgen, die een verdediging kunnen uitvoeren. De uitvoering van de verdediging gaat dan veel meer lijken op het ‘oude’ vertragende gevecht. Het grote verschil met het ‘oude’ vertragende gevecht is dat wij nu wel de beslissing moeten zoeken en niet alleen tijd en ruimte willen winnen. Om deze ‘combat power’ zo vroeg mogelijk te kunnen richten is het van groot belang dat we begrip van de operationele omgeving hebben. Hierin is naar mijn mening een essentiële rol weggelegd voor verkenningseenheden. Zij kunnen lang autonoom optreden en over grote afstanden voorwaarts gaan om op tijd de locatie van de opponent en hun (militaire) intenties te onderkennen. Hierbij zullen ze juist niet gebonden moeten worden aan afstanden zoals voorgesteld in het plan van de auteurs waardoor hun mogelijkheden worden beperkt. Op basis van de intentie van de opponent kun je de
INGEZONDEN REACTIE juiste concentratie van middelen in tijd en ruimte tegenover de opponent plaatsen. Overigens wordt dit belang door de Duitse krijgsmacht al geruime tijd onderkend. De Bundeswehr is dusdanig gereorganiseerd dat alle gemechaniseerde brigades beschikken over een verkenningsbataljon. Afsluitend: Naar mijn mening hebben luitenant-kolonel Wijnhoud en majoor de Bock de ‘oude’ doctrine van 2001 als gevolg van reorganisaties en nieuwe ontwikkelingen niet aangepast, maar passend gemaakt voor de huidige technische middelen. Daarbij is
de conceptuele vraag: ‘Hoe voeren wij in de toekomst in een multinationale operatie de verdediging uit?’ buiten beschouwing gelaten. Zoals gezegd is dit uitgangspunt naar mijn mening onjuist: wijzigingen in de fysieke component leiden niet, automatisch, tot wijzigingen van het conceptuele component. Ik denk dat de verdediging zoals voorgesteld in een vast brigadevak achter een aaneengesloten VRW achterhaald is en met onze huidige middelen niet uitvoerbaar. Voor deze gevechtsvorm missen wij gevechtskracht in de vorm van tanks. Hoe goed de CV-90 ook is, dit voertuig is qua
mobiliteit, bepantsering, vuurkracht en reikwijdte niet opgewassen tegen een Main Battle Tank. Het begrijpen van de militaire situatie door inzet van verkenningseenheden is cruciaal. Het inzetten van de beschikbare eenheden bepalen we o.a. door een analyse van het terrein en de intentie van de opponent en niet door opgedragen vakgrenzen. Hierdoor wordt er maximale invulling gegeven aan de grondbeginselen van militair optreden: concentratie, doelgerichtheid, initiatief maar vooral economisch gebruik van middelen en flexibiliteit. ●
Luitenant-kolonel b.d. Doug Alexander en oud-reserve eerste luitenant Ing. Jan Lakeman Op zaterdag 5 april 2014 kwamen vijftig VOC-leden en vijfendertig partners bijeen in de Koninklijke Roei- en Zeilvereniging ‘De Maas’, waar het bestuur hen verwelkomde met koffie en cake. De sfeer was als die van een familiereünie. Vrienden, kennissen en partners troffen elkaar in het sfeervolle sociëteitsgebouw. Erelid brigadegeneraal b.d. J.M.A. Thomas bevond zich als immer - onder de aanwezigen. De dames bezochten het vlakbij gelegen Wereldmuseum. De heer Rein Breeman, bestuurslid aldaar, hield een inleiding over de opzet van het museum. De rondleiding door de expositie ‘Future Pass 3.0’ was aanleiding tot zeer diverse reacties. De heren ter vergadering bogen zich over de ernst des levens en die van de VOC. Het bestuur was alert en had zich gedegen op een mogelijke storm voorbereid, vooraf niet wetend dat notoire vragenstellers het hadden laten afweten. Want traditiegetrouw maakt men zich niet druk om aan-, laat staan, afmeldingen. Toch was er een lid dat zijn zorg uitte over het ‘gebrek aan paarden’ en of we ‘die tanks toch niet uit Finland konden terughalen’. Kordaat en met veel humor leidde voorzitter generaal-majoor b.d. Harm de Jonge zijn cavalerieofficieren door de vergadering. Op de vraag om het ‘blauwe boekje’ eens per vijf jaar in geprinte vorm uit te geven, reageerde onze voor-
zitter begripvol. Na een duidelijke toelichting op de financiën, werden penningmeester en bestuur onder applaus gedechargeerd voor het gevoerde financieel beleid en begon - in aanwezigheid van de dames - het gezellige deel van deze lentedag. Op het zonnig terras genoten we van een aperitief en een voortreffelijke lunch met sandwiches en heerlijke bisque. Vervolgens wandelde het gezelschap over de kade en monsterde aan op een Spido-salonboot. Wederom onder leiding van onze bijzonder deskundige gids en voormalig havenbaron Rein, nu met Rotterdamse tongval, voeren we stroomop- en afwaarts en ontdekten we markante plekken in het havengebied. De Maas/Waterweg werd gevolgd van Willemsbrug tot Quarantainehaven en van afmeerplek tot containerhaven. Oude roem van het S.S. Rotterdam werd extra toegelicht. De indruk werd gewekt van een mentaliteit van ‘niet kletsen, maar mouwen opstropen’. Voorwaar: een dynamische haven. De dag werd afgesloten met borrel en bitterbal op het zonovergoten terras van de gastvrije vereniging ‘De Maas’ met een indrukwekkend uitzicht over rivier, scheepvaart en kades, waarna eenieder tevreden huiswaarts kon keren. Met dank aan ondervoorzitter en regelaar oud-reserve luitenant-kolonel mr. Dirk van Zuidam voor een voortreffelijke bijeenkomst. ●
VOC Mededelingen
43
LEUSDERHEIDE
Over de auteur Luitenant-kolonel b.d. Willem G.F. van Kempen is secretaris van de Stichting Museum Nederlandse Cavalerie en Coördinator Nationaal Monument Kamp Amersfoort. De foto’s zijn afkomstig van Gert Stein, coördinator NMKA, en uit de foto-collectie van het Museum Nederlandse Cavalerie.
DE GROOTSTE EXECUTIEPLAATS IN NEDERLAND TIJDENS DE TWEEDE WERELDOORLOG Luitenant-kolonel b.d. Willem G.F. van Kempen Iedere cavalerist die ooit in en om Amersfoort werd opgeleid of geplaatst is geweest, heeft zijn eigen herinneringen aan de Leusderheide. Verhalen over de schietoefeningen, oefeningen te voet, met de wiel- of rupsvoertuigen overdag en bij nacht en ontij, zijn er velen. Want wat was het er, waarnemend vanuit de toren van een Centurion of in een luisterpost aan het eind van een rol WD-1-TT, donker en stil bij nacht. En wat waren de kuilen en plassen diep in het traject dat bij de rijopleidingen moest worden gevolgd. Ondanks die vele naoorlogse herinneringen aan de Leusderheide, is het veel minder bekend dat de Duitse bezetter dit gebied in de Tweede Wereldoorlog gebruikte als executieplaats...
44
VOC Mededelingen
Op 21 verschillende plekken in het gebied werden ongeveer 240 Nederlanders gefusilleerd. Meer dan op welke andere plaats in Nederland ook. Dit verhaal gaat over de historie van die min of meer vergeten plekken op de Leusderheide, welke in de gemeente Leusden ligt, maar grotendeels eigendom is van de gemeente Amersfoort.
Leusderheide Over de Leusderheide klonken tenminste zestien keer de schoten van een vuurpeloton. De slachtoffers waren Nederlandse mannen die werden verdacht van het plegen van acties tegen de bezettingsmacht. Na een veroordeling door een Duitse rechtbank of als represaille werden zij gefusilleerd en ter plekke begraven. Ze kwamen onder meer uit het Polizeiliches Durchgangslager Amersfoort (PDA, Kamp Amersfoort), maar ook werden zij uit gevangenissen in Utrecht, Amsterdam of rechtstreeks uit het ‘Oranjehotel’ aangevoerd om op de Leusderheide gedood te worden. Na de oorlog werd direct een begin gemaakt met de zoektocht naar de verdwenen slachtoffers. Veelal op aanwijzingen van voormalige kampbewakers werden de graven gelokaliseerd. De slachtoffers werden geborgen en na identificatie, in Leusden, in hun woonplaats of op een ereveld herbegraven. Het was een proces dat tot ver in 1947 zou gaan duren. Daarna werd het stil op de
LEUSDERHEIDE Leusderheide. Bijna tien jaar herinnerde niets aan de executies die hier plaatsvonden. Acht massagraven waar de meeste executies hadden plaatsgevonden, lagen achter de schietbanen aan de noordoostzijde van de Leusderheide. Hoewel volgens historische kaarten het Jannetjesdal zich elders op de Leusderheide bevindt, staat de locatie met vier van die acht graven toch bekend als het Jannetjesdal. Op initiatief van nabestaanden kwam hier een gedenkteken in de vorm van een wit kruis (zie foto pagina 48). Hierbij werd op 4 mei 1954 een eerste herdenking gehouden. Het kruis staat sindsdien bekend als het ‘gedenkkruis Jannetjesdal’. In andere delen van de Leusderheide werden nog dertien massagraven aangetroffen, soms dicht bij elkaar. Deze plekken werden nooit gemarkeerd of van een gedenkteken voorzien. Het gedenkkruis Jannetjesdal brengt ook deze slachtoffers in herinnering. Vanwege militaire (schiet)oefeningen werd het gebied na de oorlog voor publiek ontoegankelijk verklaard. Hoewel de schietoefeningen al enkele jaren zijn gestopt, bleef de Leusderheide gesloten voor publiek. Maar niet op 4 mei, want in 2003 heeft de Stichting Nationaal Monument Kamp Amersfoort (NMKA) zich garant verklaard voor de instandhouding van het herdenkingskruis. Het spant zich sindsdien in de herinnering aan de slachtoffers niet verloren te laten gaan en zo ook voor de toekomst te bewaren. Jaarlijks wordt met steun van Defensie op 4 mei om 14.00 uur een herdenkingsplechtigheid gehouden. Nabestaanden, medewerkers van Kamp Amersfoort en steeds meer belangstellenden maken onder begeleiding van de terreinbeheerder de wandeling naar het herdenkingskruis Jannetjesdal. Bij de ruim honderd slachtoffers die bij het Jannetjesdal werden geborgen, was een groep van 17 leden van de verzetsorganisatie Ordedienst (OD). Hiertoe behoorden ook twee oud-SROC’ers, de reserveeerste-luitenant jhr. Willem Th. C. van Doorn en de kornet Fritjof Dudok van Heel. Aan de hand van hun lot geven we een voorbeeld van het hoe en
waarom dat slachtoffers van de Duitse bezetter daar het leven lieten.
Verzet en de Ordedienst Na de capitulatie van de krijgsmacht begonnen in Nederland al snel personen, groepen en organisaties zich op allerlei wijzen tegen de bezetter te keren. Er ontstonden allerlei verzetsgroepen. Zo werd ook de Ordedienst (OD) organisatie opgericht op initiatief van de reserve-luitenant-kolonel der Artillerie Johan H. Westerveld. Hij was zijn militaire carrière begonnen als cadet op de KMA. In 1920 had hij als beroepsofficier eervol ontslag gekregen, maar hij was als reserveofficier blijven dienen. In de OD gingen veel spontaan opgerichte lokale verzetsorganisaties op. Hoewel de oud-Commandant Veldleger, luitenant-generaal b.d. jhr. W. Röell, formeel de commandant OD was, zou de feitelijke landelijke leiding van de OD steeds in handen zijn van de chef-staf Westerveld en zijn opvolgers. Het doel van de OD was om, in geval de Duitse overheerser spoedig zou vertrekken, te kunnen beschikken over een regionaal bestuursorgaan. De regering zat immers in Londen en het parlement was eind mei 1940 al ontbonden. Hoewel de organisatie deels werd bemand door beroepsofficieren en reserveofficieren, had het geen echt militaire structuur. De meerderheid van de leden van de OD waren burgers. Zelfs toen de OD tot een grote landelijke en breed vertakte verzetsorganisatie met diverse inzetdomeinen uitgroeide, bleef de landelijke staf beperkt tot de commandant, de chef-staf en enkele verbindingsofficieren. Voordat de Sicherheitsdienst (SD) begin maart 1941 in Den Haag een actie op touw zette tegen de verspreiders van illegale bladen, had de bezetter geen idee van het bestaan van de OD. Bij een inval werd toen naast een aantal revolvers en een zendapparaat, een namenlijst gevonden. Het gevolg was een arrestatiegolf van OD-kernen, die van maart tot november 1941 duurde. De groep met de overste Westerveld en de aan de OD gelieerde groepen van de Delftse prof.ir. R.L.A. Schoemaker en de Delftse prof.ir. J.A.A. Mekel belandden respectievelijk op 3
april, op 2 mei en op 3 juli 1941 in het Oranjehotel te Scheveningen. De arrestatie op 21 september 1941 van de opvolger van Westerveld, de luitenantkolonel der Koninklijke Marechaussee P.M.R. Versteegh, was weer een harde klap voor de OD. Besloten werd dat jhr. Johan Schimmelpenninck opvolger zou worden van Versteegh als derde chef-staf OD. Hij had aanvankelijk een eigen organisatie opgebouwd. Het doel daarvan was een overgangsbewind voor te bereiden dat direct na het vertrek van de bezetter in Nederland leiding aan de maatschappij zou kunnen geven. In de groep van medewerkers die hij hiervoor om zich heen verzamelde, bevonden zich onder meer cadetten en adelborsten. Ook de reserve-eerste luitenant jhr. Willem Th. C. van Doorn en de kornet Fritjof Dudok van Heel behoorden tot zijn medewerkers, die optraden als koeriers en verbindingsofficieren. Zijn periode als chef-staf OD zou maar kort duren, want al op 13 november 1941 werd hij door de SD gevangen genomen. De SD stroopte het land verder af naar dit soort gezagsondermijnende elementen en niet gewenste organisaties en kwam in het centrum van ons land een andere tak van de OD op het spoor. Ook deze laatste groep moest worden ingesloten in het Oranjehotel. De gevangenis zat echter overvol en de Duitsers besloten daarom een deel van de eerder gearresteerden over te brengen naar het PDA. Het betrof 72 man van de groepen van overste Westerveld en de professoren Mekel en Schoemaker. Het eerste OD-proces, de rechtszaak tegen de eerste groep van 72 man, vond vanaf 27 maart 1942 plaats in Amersfoort in het paviljoen van het huidige Berghotel. De uitspraak volgde op 11 april 1942 in de ‘SS-kantine’ van het PDA. De 72 aangeklaagden kregen tegen de verwachting in de doodstraf. Overste Versteegh had als een van de beklaagden de rechtbank niet kunnen overtuigen van de werkelijke beweegredenen waarom de OD was opgericht. Het gerecht vond het een tegen Duitsland gerichte organisatie. De aanklacht voor allen was spionage en wapenbezit, wat overigens maar voor een beperkt aantal van hen gold. ›› VOC Mededelingen
45
LEUSDERHEIDE Allen werden voor het gemak over één kam geschoren. Voor de tweede groep van 30 mannen en een jonge vrouw uit Midden-Nederland moest een andere locatie voor de rechtbank worden gezocht. Alle reguliere gevangenissen in Nederland, waar dat in principe moest plaatsvinden, hadden hiervoor geen ruimte. Uiteindelijk werd in Maastricht een deel van een Franciscaner klooster gevorderd. Net als in Amersfoort volgde hier op 26 april 1942 de rechtszaak tegen de 31; dezelfde aanklacht en een vrijwel gelijkluidend vonnis: levenslang voor zes mannen en een vrouw en de doodstraf voor 24 man. Alle ter dood veroordeelde verzetsmensen werden naar Sachsenhausen gebracht en daar gefusilleerd, de groep uit Amersfoort op 3 mei 1942 en de groep uit Maastricht op 11 mei 1942. De nacht tevoren mochten zij nog een afscheidsbrief aan de familie schrijven. De executies werden uitgevoerd in de Schießstand, de schietbaan; de stoffelijke resten werden onmiddellijk daarna gecremeerd. Dat er tegen de verwachting in zwaar werd opgetreden door het Duitse regime, valt te verklaren uit het feit dat de OD in de ogen van de bezetter een ongewenste organisatie was. Men was bezig de nazi-staat tot wasdom te brengen en daar paste de OD zeker niet in. Daarnaast moest er een afschrikwekkend voorbeeld worden gesteld. Dat de executies in Duitsland plaatsvonden, heeft te maken met de periode waarin deze affaire zich afspeelde. Nederland zat nog volop in de gelijkschakeling, d.w.z. het rijp maken van Nederland voor het nationaalsocialisme. De Nederlanders moesten daarom met dit soort voorvallen niet tegen de haren in gestreken worden. Het feit dat aan het verzet zoveel beroepsmilitairen deelnamen, leidde ertoe dat Hitler opdracht gaf hen in krijgsgevangenschap weg te voeren. Het beroepspersoneel kreeg de opdracht zich op 15 mei 1942 onder het mom van registratie in een aantal kazernes te melden. Slechts een zeventigtal van de ruim 2000 officieren meldde zich niet omdat ze het (terecht) niet vertrouwden of omdat ze al waren ondergedoken 46
VOC Mededelingen
wegens hun verzetswerk. Voor alle anderen sloeg de val dicht en zij werden afgevoerd naar Duitsland. Hierbij bevond zich ook de majoor N. Tibo die na de gevangenneming van jhr. Schimmelpenninck door diens jonge officieren was aangezocht zijn opvolger te worden. Het verlies van de 72 en de 24 en de wegvoering van zoveel beroepsofficieren waarvan diverse binnen de OD organisatie hadden gediend, leidden tot nieuwe uitdagingen. Dit ook al omdat in het voorjaar van 1942 de SD een nieuwe golf van arrestaties had uitgevoerd. Zo’n 300 OD’ers waren hierbij inmiddels opgepakt en in het ‘Oranjehotel’ opgesloten. Ook enkele van de jonge officieren van de staf van jhr. Schimmelpenninck waren opgepakt. Een van hen was kornet Dudok van Heel die op 14 juli 1942 werd gevangengenomen. De bezetter had uit de 300 gevangen OD’ers een honderdtal aangewezen als ‘Todeskandidaten’ voor het 2e ODproces in Haaren. Op 27 april 1943 werden uiteindelijk 21 van hen ter dood veroordeeld, waarvan 17 werden geëxecuteerd. Dit was de groep van jhr. Schimmelpenninck, waartoe ook Dudok van Heel en jhr. Van Doorn behoorden. Jhr. Schimmelpenninck had na de veroordeling aan de rechters verzocht hem te midden van zijn jonge officieren te fusilleren. En zo geschiedde. Maar desondanks bleef de OD met zijn vele vaak vrij zelfstandige onderafdelingen, zoals de Inlichtingendienst (ID), functioneren. In totaal hebben 307 OD’ers uit de eerste periode het leven gelaten in concentratiekampen en tuchthuizen of voor vuurpelotons. Buiten de executies die in Duitsland plaatsvonden, werden er ook OD/ID’ers op de Leusderheide omgebracht. Hierbij waren de twee executies van OD/ID’ers; op 20 juli 1943 de fusillade van 20 ID’ers van de Gebr. Van Hattem en op 29 juli 1943 de fusillade van de 17 man van de groep Schimmelpenninck. Steeds weer wist de OD zich te herstellen. In het tweede deel van de oorlog stond een nieuwe, beter beveiligde OD onder leiding van ‘chef-staf’ reserve-ritmeester Jhr. P.J. Six. In 1943 vestigde Six zijn hoofdkwartier in de thans verdwenen Amsterdamse Koepelkerk naast de ingang
van het Vondelpark bij het Leidseplein. Deze geschiedenis kunt u lezen in ‘Jonkheer P.J. Six, Amsterdammer en Verzetsstrijder’ door Dr. C.M. Schulten. Ook daarbij vielen slachtoffers, al werden in latere processen niet alle arrestanten tot de doodstraf veroordeeld. Een groot aantal OD’ers werd na berechting toch weer vrijgelaten.
Reserve-eerste-luitenant Jhr. Willem Th. C. van Doorn Jonkheer Willem Th. C. van Doorn werd op 31 mei 1911 te ‘s-Gravenhage geboren. Na het gymnasium begon hij in 1931 in Leiden een studie rechten. Na zijn kandidaats rechten vervolgde hij zijn studie niet omdat hij zich geheel wilde wijden aan de Oxfordbeweging, het werken aan de morele en geestelijke herbewapening. Hij was een goed race-roeier en ook voorzitter van Pro Patria, de Leidse Studentenweerbaarheidsvereniging. Zijn opleiding aan de School Reserve Officieren Cavalerie ontving hij van 1 oktober 1932 tot 1 juli 1933 als leerling van de 16e cursus SROC. Op 1 januari 1934 werd hij benoemd tot reservetweede-luitenant bij het 3e Regiment Huzaren, waarna hij op 1 januari 1938 werd bevorderd tot reserve-eersteluitenant. In de mobilisatie was hij ingedeeld bij het 1e Eskadron Wielrijders. Dit maakte na 1 mei 1940 deel uit van het 3e Regiment Huzaren en het nam o.a. te Schiebroek deel aan de strijd. Na de capitulatie werkte hij korte tijd bij de Nederlandse Opbouwdienst maar omdat hij zich niet met de leiding kon verenigen, nam hij al weer
LEUSDERHEIDE snel ontslag om zich aan de vaderlandse zaak te gaan wijden. In de zomer van 1940 kocht hij een vliegtuig. Hij had zowel een sportvliegbrevet als een militair vliegbrevet en hij wilde naar Engeland vliegen om zich bij de RAF te melden. Maar dat moedige plan mislukte. Bovendien vonden er veel arrestaties plaats waar hij zich door onderduiken aan wist te onttrekken. In het voorjaar van 1941 deed hij weer een poging om naar Engeland te komen, ditmaal samen met een metgezel in een kano. Maar ze werden door een storm overvallen. Een Nederlandse vissersboot waarop zich Duitse militairen bevonden nam hen aan boord. Bij aankomst in IJmuiden wisten ze toch te ontkomen. Nu sloot hij zich aan bij de OD en werd lid van de staf van jhr. Schimmelpenninck. Hij verrichtte koeriersdiensten en richtte zich op de afzonderlijke verzetsgroepen binnen de opbouw van de OD. In november 1941 zond jhr. Schimmelpenninck hem met een opdracht naar Vichy. Hij was van plan na het uitvoeren van de opdracht weer een poging te wagen naar Engeland te komen om bij de RAF in dienst te treden. Maar hij werd in Noord-Frankrijk bij Mézières gevangen genomen, waarbij op hem wapens en papieren gevonden werden. Vanaf november 1941 was hij achtereenvolgens opgesloten in een gevangenis in Parijs, het ‘Oranjehotel’ in Scheveningen, het PDA en het concentratiekamp Vught. In maart 1943 werd hij overgebracht naar Haaren. Tijdens het 2e OD-proces werd daar op 27 april 1943 tegen hem en 20 andere OD’ers van de groep Schimmelpenninck de doodstraf uitgesproken. Zij werden overgebracht naar de Kriegswehrmachtsgefängnis in Utrecht. Hij weigerde om gratie te vragen omdat hij, zoals hij tegenover het ‘Kriegsgericht’ verklaarde, zijn vijanden niet om genade wilde vragen. Op 29 juli 1943 werd hij samen met de andere 16 OD’ers in het Jannetjesdal gefusilleerd. Hij rust nu met andere leden van de OD en van de ID op het oorlogsereveld van de begraafplaats Rusthof te Leusden.
Kornet Fritjof Dudok van Heel Fritjof Dudok van Heel werd op 19 april 1918 in Semarang op Java geboren. Na huisonderwijs en de lagere school vertrok hij met zijn familie naar Europa. Na een jaar op een internaat in Zwitserland vertrok hij naar Nederland. Daar behaalde hij in 1938 het HBS diploma aan het Bussums Lyceum. Zijn opleiding aan de School Reserve Officieren Cavalerie ontving hij van 1 oktober 1938 tot 1 juli 1939 als leerling van de 22e cursus SROC. Hij werd aangesteld tot kornet en gemobiliseerd. In de meidagen 1940 was hij met zijn eenheid in de Betuwe en bij Rhenen bij gevechtshandelingen betrokken. Hoewel de capitulatie van de Nederlandse krijgsmacht en de daarop volgende demobilisatie formeel zijn militaire carrière als reserveofficier beëindigden, nam hij deze binnen de illegaliteit al snel weer op. Vanaf medio 1941 was hij volledig in dienst van het verzetswerk als koerier en verbindingsofficier van de chef-staf OD, jhr. Schimmelpenninck en diens opvolger. Toen op 15 mei 1942 een belangrijk deel van de beroepsofficieren binnen de OD inclusief de chef-staf in krijgsgevangenschap naar Duitsland werden afgevoerd, bleef hij als oudste bij de staf over en met maar één medewerker was hij verantwoordelijk voor de voortzetting van de organisatie. Ondanks zijn jeugdige leeftijd heeft hij heel zelfstandig aan de wederopbouw van de OD gewerkt; niet alleen
Kornet Fritjof Dudok van Heel van de staf maar ook van de regionale afdelingen die grote klappen hadden gehad. Op 14 juli 1942 werd hij vermoedelijk door verraad gearresteerd en in het ‘Oranjehotel’ te Scheveningen gevangen gezet. Vervolgens werd hij overgeplaatst naar het PDA en later naar het concentratiekamp Vught. Medio maart 1943 werd hij overgebracht naar Haaren. Tijdens het 2e OD-proces werd daar op 27 april 1943 tegen hem en 20 andere OD’ers van de groep Schimmelpenninck de doodstraf uitgesproken. Zij werden overgebracht naar de Kriegswehrmachtsgefängnis in Utrecht waar ze nog drie maanden werden vastgehouden. Op 29 juli 1943 werd hij samen met de andere 16 OD’ers in het Jannetjesdal gefusilleerd. Hij rust nu op de Oude Gemeentelijke begraafplaats te Naarden. ●
Kamp Amersfoort in oorlogstijd. De maker van de foto is onbekend, evenals de datum waarop de foto is genomen. Op de foto zien we gevangenen in een ‘Arbeitskommando’. In de barak op de achtergrond was Abteilung III (de administratie) gevestigd.
VOC Mededelingen
47
VOC MEDEDELINGEN
Het gebeurt bijzonder zelden dat een militair buiten dienst - hij ging in 1991 met eervol ontslag - wordt bevorderd. En al helemaal niet voor het front van de troep. Het overkwam de majoor b.d. Willem Plink. Na afloop van de beëdigingsplechtigheid op de Hof te Amersfoort op 23 april, werd hem tot zijn grote verrassing de rang van luitenant-kolonel titulair b.d. toegekend. De overste Plink is een expert op het gebied van tradities. Jarenlang heeft hij gewerkt voor de Traditie Commissie Krijgsmacht. Hij heeft een groot aandeel gehad in het ontwerp van bijna alle vaandels en standaarden, die door HM Koningin Beatrix zijn uitgereikt. Hij is mede ontwerper van de vaandels van de Militaire Administratie, van een Eskader van de Koninklijke Marine, en van het vaandel van de Koninklijke Luchtmacht met opschrift Kosovo. Daarnaast heeft hij geadviseerd over de aanhechtingen van cravatten aan
48
VOC Mededelingen
de vaandels van het toenmalige Regiment Stoottroepen Prins Bernhard, het Regiment Limburgse Jagers en het vaandel van de Poolse Luchtlandingseenheden. Ook trad hij op als adviseur voor het Korps Landelijke Politie inzake een standaard voor het Bereden Ere-Escorte Politie. In 2013 heeft hij zijn medewerking verleend aan de realisatie van een nieuwe standaard voor de Nationale Politie. Deze werd onlangs door ZM Koning Willem Alexander uitgereikt. Verder heeft hij talrijke publicaties verzorgd en bijdragen geleverd voor uiteenlopende instanties, zoals de Universiteit van Leiden, de Koninklijke Vereniging ter Beoefening van de Krijgswetenschap, de Vereniging Officieren Cavalerie en de Vereniging Mars en Historica, waarvan hij ook enige jaren secretaris is geweest. Vele militaire en civiele instanties
Uitreiking standaard Bereden Ere-Escorte Politie door HM Koningin Beatrix. Uiterst rechts Lkol tit b.d. Plink. hebben gedurende vele jaren gebruik gemaakt van zijn grote kennis over de militaire tradities. Tenslotte heeft zijn verblijf als kind in diverse jappenkampen geleid tot een meer dan nadrukkelijke betrokkenheid bij organisaties en herdenkingen gerelateerd aan het lijden in de Japanse bezetting in het Verre Oosten. De Koninklijke Landmacht ondergaat de laatste jaren de grootste reorganisatie uit zijn geschiedenis. Het is van cruciaal belang dat deze organisatie blijft geworteld op een stevig historisch fundament. Luitenant-kolonel titulair b.d. Plink heeft door zijn grote inzet, betrokkenheid, enthousiasme en vakmanschap een enorme inhoudelijke, kwalitatief hoogstaande bijdrage geleverd aan dit fundament. ●
VOC MEDEDELINGEN
Internationaal bereden defilé In het kader van het tweehonderdjarig bestaan van de Koninklijke Landmacht, organiseert het Cavalerie Ere-Escorte op zondagmiddag 14 september 2014 een internationaal bereden defilé in het centrum van Den Haag. Voor dit defilé zijn detachementen aanwezig van de Household Cavalry uit Groot-Brittannië, de Garde Republicaine uit Frankrijk, het Koninklijk Escorte uit België en bereden detachementen uit Duitsland en de Verenigde Staten. Vanuit Defensie neemt naast het Cavalerie Ere-Escorte, ook het Marechaussee Ere-Escorte en het Korps Rijdende Artillerie deel. Het defilé wordt muzikaal ondersteund door de Fanfare Bereden Wapens. ●
VOC-lunch Zutphen nu in Joppe
VOC-Borrel in Canada Aan de reeks VOC borrels buitenland kan een nieuwe locatie worden toegevoegd. Op initiatief van oud reserve-eerste luitenant Huibert Arnold (SROC jaargang 1968 en reeds jarenlang woonachtig in Canada), wordt er met ingang van heden bij elke gelegenheid die zich aandient, een cavalerieborrel georganiseerd in ‘The Canadian Army Officers’ Mess’ te Ottawa, 149 Somerset Street West. VOC leden woonachtig of op doorreis in Canada zijn van harte uitgenodigd. Het dragen van de regimentsdas wordt op prijs gesteld. Voor informatie en opgave (1 dag vooraf): oud reserve-eerste luitenant Huibert Arnold. Telefoon (1) 613-761-1939 en/of mail :
[email protected]. ●
Na jarenlang gastvrij te zijn ontvangen in Gorssel, heeft tafelpresident majoor b.d. Henk Nix moeten omzien naar een nieuwe locatie voor de VOC lunch Zutphen. Het bij vele cavalerieofficieren bekende restaurant de Roskam is inmiddels gesloten. Na zijn eerste verkenning gaf de tafelpresident slechts een kaartcoördinaat door, hetgeen bij enkele oudofficieren het angstige vermoeden deed ontstaan dat de eerstvolgende VOC lunch zou worden gehouden met gevechtsrantsoenen ‘tien in één’ in een schamele legertent in het Quarlesbosje op de Gorsselse Heide, slechts verwarmd door een oude aladin. Echter, bij navraag bleek het nieuwe etablissement zich ongeveer 2 km noordoost van de Roskam te bevinden. Vanaf heden wordt de VOC lunch Zutphen gehouden in het Bosrestaurant Joppe, Joppelaan 100 te 7215 AE Joppe (www.bosrestaurant.nl). Overige condities blijven onveranderd. Parkeren is vrij en de chef heeft er zin in. Zie voor de data van de volgende bijeenkomsten de VOC Activiteitenkalender op pagina 59. ●
VOC Mededelingen
49
VOC MEDEDELINGEN
Herdenking gevallenen Cavalerie Majoor Danny Dudart Traditiegetrouw herdenken we op de vrijdag voorafgaand aan de nationale dodenherdenking van 4 mei alle gevallenen der Cavalerie sedert de oprichting van ons Koninkrijk. Dit jaar had de herdenking echter een bijzonder tintje. De afgelopen jaren is luitenant-kolonel b.d. J.L. Johan met veel passie en inzet bezig geweest om het monument uit te breiden. Met de toevoeging van een sculptuur die verwijst naar de wereldwijde inzet van Nederlandse cavaleristen tijdens vredesmissies en de plaquettes met de namen van de gevallen cavaleristen tijdens deze missies, wordt nu ook eer betoond aan deze categorie militairen. Tevens is nu ook de plaquette met de ruim vijftig namen van de gesneuvelde oud-leerlingen van de SROC bijgeplaatst in het monument. Met deze herdenking is het gerenoveerde monument nu formeel in gebruik genomen. Een andere reden die deze herdenking bijzonder maakte, was dat dit de laatste herdenking was die geleid werd door generaalmajoor b.d. jhr. J.H. de Jonge in zijn rol als Wapenoudste. Zoals hij de afgelopen jaren steevast deed, besteedde hij ook dit jaar weer aandacht aan enkele gevallen cavaleristen in het bijzonder, zoals korporaal eerste klas Groen,
huzaar Broekmaat en wachtmeester Adriaansen. Hij maakte ons deelgenoot van hun heldendaden voordat zij het grootste offer brachten bij het bevechten van onze vrijheid. Op deze wijze krijgen de namen die op de plaquettes staan weer even een gezicht en worden zij op passende wijze geëerd. Tevens trok hij de vergelijking met de toestand van het Nederlandse leger van voor de oorlog met die van tegenwoordig. Ook toen was onze krijgsmacht uitgehold zoals nu het geval is. Toch deden de cavaleristen van toen vol overgave hun plicht. Een voorbeeld voor eenieder die dient bij de krijgsmacht van nu. ●
Feestelijke première cavaleriefilm Luitenant-kolonel b.d. Ed Westerhuis Op donderdag 3 april j.l. werd in een van de zalen van het Eye filmmuseum in Amsterdam de documentaire ‘200 jaar cavalerie - wapenfeiten om nooit te vergeten’ ten doop gehouden. Vol trots presenteerde het productieteam, oud-reserve ritmeester Tom van Nierop, cineast Roderick Jurgens en journaliste Gerda Zwartjes, de documentaire die de afgelopen maanden in het kader van 200 jaar cavalerie in Nederland met medewerking van velen werd samengesteld. De film is bestemd voor iedere cavalerist, beroeps of reservist, jong of oud, en voor iedereen die geïnteresseerd is in de geschiedenis van de Nederlandse krijgskunst in het algemeen en die van de cavalerie in het bijzonder. Naast beelden van de gebeurtenissen tijdens de meidagen van 1940, de politionele acties in het voormalig Nederlands-Indië, de dienstplicht en de oefeningen op de Noord-Duitse Laagvlakte tijdens de Koude Oorlog en de recente uitzendingen naar missies in voormalig Joegoslavië en Afghanistan, staan vooral de interviews met zeventien markante cavaleristen, zowel beroeps en reservist, in deze documentaire centraal. Zij maken de kijker deelgenoot van hun persoonlijke belevenissen en herinneringen aan de vele activiteiten van ons wapen tijdens de afgelopen decennia. En natuurlijk krijgt de kijker ook antwoord op de vraag : ‘wat is er zo bijzonder aan een cavalerist?’ In zijn inleidend woord bij deze drukbezochte première, wees de Wapenoudste, generaal-majoor b.d. Jhr. Harm de Jonge, op het feit dat een kunstenaar niet alles kan tonen. Hij moet keuzes maken. Dat was zo in de tijd van de bekende schilder Hoyink van Papendrecht met zijn kleurrijke beelden van het militaire leven, en dat is voor de hedendaagse filmmaker nog steeds zo. Ook het productieteam moest bij het draaien van deze documentaire keuzes maken. Het eindresultaat is een prachtig pallet aan stemmingen geworden. De ruim vijftig minuten durende film toont lolbroeken, filosofen, cavaleristen die in dankbaarheid terug kijken en enthousiast verhalen, maar ook cavaleristen die met merkbare pijn getuigen van wat zij hebben meegemaakt, soms met boosheid. Zo is het leven, ook bij de cavalerie. Alle stemmingen moeten daarom zichtbaar zijn, het is geen wervingsfilm. Doelstelling van de initiatiefnemers was het verleden levend te houden. Oud-reserve ritmeester Tom van Nierop en zijn team zijn hier zondermeer in geslaagd en dat is een groot compliment waard. ●
50
VOC Mededelingen
VOC MEDEDELINGEN
Gedreven en volhardend Tijdens de receptie aansluitend aan de herdenking gevallenen Cavalerie op 2 mei j.l. heeft generaal-majoor b.d. jhr. J.H. de Jonge zijn functie als Wapenoudste der Cavalerie overgedragen aan brigadegeneraal G.W. van Keulen. Maar liefst vijf jaar heeft hij deze functie met veel toewijding vervuld van 2008 tot 2014. Als ‘voorste ruiter’ is hij gedurende deze jaren de bindende factor binnen de Cavalerie geweest en vocht hij voor de belangen van ons wapen. Gezien het karakter van de herdenking had hij er voor gekozen de overdracht sober te houden. Dit afscheid kreeg nog een feestelijk tintje toen brigadegeneraal G.W. van Keulen als eerste ‘ambtshandeling’ in zijn rol als Wapenoudste de inspecteurspenning uitreikte aan generaal-majoor b.d. jhr. J.H. de Jonge voor zijn bewezen diensten. De penning was voorzien van een inscriptie met de woorden ‘gedreven en volhardend’. Ook een woord van dank aan de echtgenote van de scheidende Wapenoudste, daar zij ook steevast bij veel gelegenheden aanwezig was en de Cavalerie zichtbaar een warm hart toedraagt. Tevens kreeg generaal-majoor b.d. jhr. J.H. de Jonge uit handen van de commandant van het Regiment Huzaren van Boreel, kolonel R. van Zanten, de Boreel legpenning in zilver uitgereikt. Een bevestiging dat zijn inzet en toewijding door velen binnen en buiten ons Wapen werd gewaardeerd. ●
Op talloze iconen wordt Sint Joris afgebeeld met een ‘bijrijder’ op zijn paard. In een van de vorige VOC Mededelingen vroeg de oud-reserve ritmeester Alexander Verstraeten zich af wie dit figuurtje voorstelt en welk verhaal hier achter schuil gaat. Oud-reserve ritmeester Frans Weijer, zelf een groot iconen liefhebber, wees de redactie op de uitleg van Karin Braamhorst, zoals door haar verwoord in de ‘Iconen Lexicon’. Het gaat hier om het slaafje Mitilini. Deze persoon speelt een belangrijke rol in een bekende legende uit Byzantijnse bron, die vooral in Libanon en Syrië populair was. De slaaf Mitilini werd door Sint Joris bevrijd op het moment dat hij wijn inschonk voor zijn meester. Reden waarom hij vaak met een schenkkan nog in de hand wordt afgebeeld. Meestal is Mitilini gekleed als jonge Turk en is zijn identificatie als slaaf of bediende voor de hand liggend. Maar er is meer aan de hand. Gedurende de Turkse overheersing werden jongens uit christenfamilies gedwongen dienst te nemen in het Turkse leger. Daartoe werd elk jaar een aantal jongens weggehaald bij hun families. Terwijl ze in hun opleidingsperiode zaten, werden ze meteen ingewijd in de islam. Het was een systeem van georganiseerde kidnapping. Het was voor zo’n jonge soldaat onmogelijk terug te keren naar huis; voor de christengemeenschap was zo’n jongen dood. Dit ‘wervingssysteem’ werd in de iconografie van soldatenheiligen ingepast. Het miniatuur figuurtje achterop het paard is dan geen slaaf of bediende, maar een christelijke jongen die wordt gered van de Turkse officier die het land doorreist op zoek naar rekruten. Ook andere soldatenheiligen als Sint Joris hebben vaak een dergelijke figuur achter zich op het paard zitten. ●
In de nacht van 19 op 20 februari 2014 organiseerde 42 BVE voor de eerste maal een ‘Recce Obstacle Night Run’ in de omgeving van Oirschot. Het 15 km lange parcours diende in teamverband en te voet te worden afgelegd. Onderweg moesten de verkenners een twintigtal opdrachten uitvoeren, zoals het werken met kaart en kompas, het nemen van touw- en waterhindernissen, materieelherkenning, het bergen van gewonden, het toepassen van ZHKH en het indienen van een vuuraanvraag. De uitdagende en afwisselende wedstrijd bij duisternis vormde een combinatie van fysieke inspanning en het testen van vakkennis. Deelnemende eenheden waren o.m. 103 JVE, Kilacadmon Kaartleesopdracht (KMA), 42 BLJ, 11 Infbat AASLT en 41 Pagnbat. Van de negen teams, behaalden de verkenners van 42 BLJ de eerste plaats, gevolgd door 11 Infbat en 42 BVE. Brigadecommandant generaal G.W. van Keulen reikte de prijzen uit. Dit geslaagde evenement wordt volgend jaar zeker herhaald. ●
VOC Mededelingen
51
PERSONEEL ›› BEVORDERINGEN Bevorderd tot rang
Actie/Reden
Ingangsdatum
Naam
Elt
Effectieve bevordering
24-02-14
Weistra, Michael
Kap/Ritm
Effectieve bevordering
01-01-14
Borgman, Roland
Kap/Ritm
Effectieve bevordering
01-04-14
Ende, Lex van den
Maj
Effectieve bevordering
16-01-14
Reinders, Laurens J.J.
Maj
Effectieve bevordering
01-02-14
Samson, Wouter A.
Maj
Effectieve bevordering
01-04-14
Brood, Pascal
LtKol
Effectieve bevordering
01-01-14
Gillis, Johan
LtKol
Effectieve bevordering
01-01-14
Klaarbergen, Andele van
LtKol
Effectieve bevordering
15-03-14
Prak, Peter
PERSONEEL ›› UITSTROOM Rang
Naam
Datum
Reden
Leeftijd ontslagdatum
Genm LtKol Tlt Maj Bgen/Cdre Elt
Kuperus, Tom Blokland, Jacob Haccou, Patrick L.G. Ploeg, Tabe T. van der Bruin, Silvester de Morsink, Henk Ruiter, Onno Berg, Michiel R. van den Vonk, Erwin P. Brumlief, Nikolaas Lobé, Niek Verhaert, Frits Hardenbol, Hans Brijs, Lex Jonker, Arie P. Vos, Ronny de
01-01-14 01-01-14 01-01-14 01-01-14 01-01-14 01-01-14 01-01-14 01-02-14 01-02-14 01-02-14 01-03-14 01-03-14 01-03-14 01-03-14 01-04-14 01-04-14
Ontslag AMAR art. 39.1 Ontslag AMAR art. 39.1 Ontslag AMAR art. 39.1 Ontslag AMAR art. 39.1 Ontslag AMAR art. 39.1 Ontslag AMAR art. 39.2a jo 39a Ontslag AMAR art. 39.2d Ontslag AMAR art. 39.2a jo 39a Ontslag AMAR art. 39.2a jo 39a Ontslag AMAR art. 39.2a jo 39a Ontslag AMAR art. 39.1 Ontslag AMAR art. 39.1 Ontslag AMAR art. 39.2a jo 39a Ontslag AMAR art. 39.2a jo 39a Ontslag AMAR art. 39.2a jo 39a Ontslag AMAR art. 39.2a jo 39a
42 48 46 43 50 57 43 57 57 57 22 58 57 57 57 57
OVERLIJDENSBERICHTEN Het bestuur van de VOC heeft de droeve plicht u in kennis te stellen van het overlijden van: Dominicus van den Bergh
Ger Beijering
Wietse Bijlsma
Ritmeester der Cavalerie b.d.
Oud-reserve Eerste Luitenant
Kolonel der Cavalerie b.d.
Overleden op 3 februari 2014 in de leeftijd van 98 jaar
Overleden op 9 april 2014 in de leeftijd van 70 jaar
Overleden op 19 april 2014 in de leeftijd van 71 jaar
Mr. Tom Veeneman
Leo Otten
Ir. Arent Modderman
Oud-reserve Ritmeester
Luitenant-kolonel b.d. der Cavalerie
Overleden op 23 april 2014 in de leeftijd van 70 jaar
Overleden op 2 mei 2014 in de leeftijd van 84 jaar
Oud-reserve Ritmeester Ridder in de Orde van Oranje Nassau Erekruis in de Huisorde van Oranje
Overleden op 26 april 2014 in de leeftijd van 74 jaar Wij betuigen de nabestaanden onze deelneming en wensen hen veel sterkte toe. 52
VOC Mededelingen
IN MEMORIAM
FELIX ANTOINE THEOPHILE JOSEPH RECEVEUR RI D D E R IN D E O R D E VA N ORANJE-NASSAU M ET DE ZWAARDEN L U ITE N A N T-KOLONEL DER CAVALERIE B.D. MAASTRICHT 18 MAART 1936
|
† ZANDVOORT 12 FEBRUARI 2014
Een markant cavalerieofficier is heengegaan. Felix’s vader was Procureur-generaal in Den Bosch en daardoor was het niet vanzelfsprekend dat hij cavalerieofficier zou worden. Aanvankelijk begon hij de studie in de rechtsgeleerdheid in Nijmegen, maar dat bleek na enige tijd een onbegaanbare weg. Na zijn jaren aan de universiteit, werd Felix in de militaire dienst opgeroepen en werd hij tot reserveofficier opgeleid bij de SROC te Amersfoort. In de cavalerie vond hij zijn passie en heeft hij lange tijd gediend en vele vrienden aan zich gebonden. Felix bleek te beschikken over een geweldig organisatie vermogen en samen met zijn grote intelligentie heeft hij veel voor het Wapen der Cavalerie kunnen betekenen. Hij analyseerde scherp en schroomde niet afwijkende meningen in opbouwende wijze naar voren te brengen. Zo is hij jaren lang intens betrokken geweest bij de ontwikkeling van de schiettechniek van diverse tanktypes. In zijn carrière was hij steeds met enthousiasme en toewijding betrokken in de omscholingsteams voor de Leopard-1, Leopard-1-V en Leopard-2. Zijn persoonlijke benadering en zijn subtiele humor in en na zijn werk leidde ertoe dat Felix door alle rangen heen als een vakman, maar vooral als een bijzonder collega werd gezien. Ook na de dienst leerden wij hem in de diverse messes als goede vriend kennen. In zijn carrière heeft hij zich verdienstelijk gemaakt als schietinstructeur en organisator van schietopleidingen, maar zeker ook heeft hij vele jaren bij de parate troepen commando- en staffuncties kunnen vervullen. Eerst in Bergen-Hohne (BRD) bij 41 Tankbataljon, ondermeer als eskadrons commandant van het Bravo- en het Staf-Stafverzorgingseskadron en in 1987 bij 101 Tankbataljon te Soesterberg als plaatsvervangend bataljonscommandant. In deze laatste functie mocht ik hem namens Hare Majesteit de Koningin zijn verdiende ridderorde uitreiken. In die tijd heb ik Felix indringend en goed leren kennen. Al was het maar omdat wij in Bergen (BRD) samen met
Ton Oudwater in één woonblok woonden, dat spoedig het jeneverblok werd genoemd. Het was een gezelligheidsmens. Geboren in Maastricht en als echte Limburger is dat dan ook niet verwonderlijk. Felix kon zijn lange carrière afsluiten met de bevordering tot luitenant-kolonel en in een functie in het Limburgse land. Hij ging in Hoensbroek wonen en vervulde de functie van Militair Assistent van Cincent te Brunssum. Daar genoot hij met volle teugen van en hebben wij in vele gezellige avonden en nachten onze bijzondere ervaringen doorgesproken. De laatste jaren verwaterde ons contact. Zijn gezondheid was niet meer optimaal en tenslotte werd hij in een verpleeghuis te Zandvoort opgenomen. Na een mooie uitvaart onder leiding van zijn broer Louis werd van Felix te Zandvoort afscheid genomen. Ik wens Kücki, de kinderen en de gehele familie Receveur veel sterkte toe. Met Felix’ overlijden is een groot cavalerist heengegaan, waar de cavalerie en vooral het tankwapen veel aan te danken heeft gehad. A.J.G.M. Blomjous Luitenant-generaal b.d. Adjudant-generaal i.b.d. van Hare Majesteit de Koningin
VOC Mededelingen
53
REGELMATIG TERUGKERENDE BIJEENKOMSTEN Lunches
Borrels buitenland
Zutphen
Australië
Elke eerste donderdag van de maand v.a. 12.00 uur in Bosrestaurant Joppe te Joppe. Info en opgave : maj b.d. H.A.G. Nix T 0575 528002 E
[email protected]
Sydney, bij de oud res elnt drs. H.A.J. Sprangers. T (privé) 029 634 18 22 E
[email protected]
Den Haag Elke tweede donderdag van de maand in de Haagsche Club, Info en opgave: bij lkol b.d. drs. A.J. Rosendahl Huber. T 06 55 99 18 08 E
[email protected]
Eemland lunch Elke derde donderdag van de maand v.a. 12.00 uur in Huize van den Brink, Soesterbergsestraat 122 te Soest. Info en opgave: bij kol b.d. mr. C.H. Blok. T 0546 601 091 E
[email protected]
Rotterdam Elke derde woensdag in de derde maand van het kwartaal v.a. 12.00 uur in Roei en Zeilvereniging “de Maas”. Info en opgave: res elnt W. Aalders, E
[email protected]
Brabantse Lunch Elke vierde woensdag van de maand v.a. 12.00 uur in auberge de Waag, Markt 32 te Boxtel. Info en opgave: bij de res lkol mr. D. van Zuidam. T 0411 61 02 19 E
[email protected]
Borrels Nederland Amsterdam/ ‘t Gooi De Henk Oortman Gerlings borrel wordt in beginsel in Loosdrecht gehouden in de maanden maart, juni en november. De borrel wordt gevolgd door een maaltijd. Aanmelden bij res ritm mr. M.P. Oortman Gerlings, E
[email protected] of bij de res lkol mr. J.F. Verhaert: E
[email protected]
54
VOC Mededelingen
België Brusselse VOC-borrel vindt plaats op uitnodiging en op wisselende locaties. Info bij oud res elnt D. Tromp, E
[email protected]
Canada Cavaleristen woonachtig of op doorreis in Canada worden uitgenodigd voor een borrel bij iedere gelegenheid die zich aandient in ‘The Canadian Army Officers’ Mess’ - 149 Somerset Street West. K2P OH7 Ottawa. Contact (1 dag vooraf): res elnt Hubert Arnold T (1) 613-761-1939 E
[email protected]
Spanje Cavaleristen in Barcelona zijn welkom om contact op te nemen met Mark Wuijten. E
[email protected]
Luxemburg Bij de oud res elnt jhr. T.C.H.N.G. van Rijckevorsel. T/F 00 (352) 770 436
Duitsland
Noorwegen
München Oud-res ritm Rob Zaagman nodigt (oud-)cavaleristen die in München zijn uit voor een borrel. Contact via: Consulaat-generaal van het Koninkrijk der Nederlanden, Nymphenburgerstrasse 20a, 5 Stock, München. T 089 206 02 67 16, F 089 206 02 67 30 E
[email protected]
Oslo, bij de Defensie attaché voor Scandinavie, lkol P. Teeuw. Leden en niet leden, altijd welkom. T +47 91 39 12 56 E
[email protected]
Fehmarn Oud res elnt Rolf Reijnders nodigt (oud-)cavaleristen die het eiland Fehmarn bezoeken, uit voor een borrel. Hauptstrasse 49, D-23769 Fehmarn OT Landkirchen. T +49 171 5510424 E
[email protected]
Frankrijk Mornac sur Suedre, elke dinsdag bij oud res maj J.H. Goedkoop in Le Mornac, 21 rue des Halles, 17113 Mornac sur Suedre. T +33 546 22 63 20 E
[email protected] Opgave: tel. aanmelden 1 dag vooraf.
Zuid-Afrika Cavaleristen wonend of op reis in Zuid-Afrika worden uitgenodigd deel te nemen aan een Cavalerieborrel, die bij iedere gelegenheid die zich aandient, zal worden gehouden in 7233 Greyton, Western Cape. Contact: lkol b.d. Leo Venrooy. T 00277 85 81 55 82 E
[email protected]
USA Lancaster (Pennsylvania), bij de oud res elnt W.R.H.M. van Huystee. T (kantoor) 717 393 15 51 T (privé) 717 393 30 05
Atlanta bij res ritm Robert B. Koch 44 05 10 209 ‘t Hoveke, 730 Mt Paran Rd NW, Atlanta Ga 30327. T 404 323 60 75 / 404 843 39 46 E
[email protected]
VOC ACTIVITEITENKALENDER J UNI
AU G U ST U S
Donderdag 19 juni
Donderdag 7 augustus
VOC Eemland Lunch - Soest Locatie: Huize van den Brink Info/aanmelden: kol b.d. mr. C.H. Blok E
[email protected], T 0546 601 091
VOC Lunchtafel Zutphen Locatie: het Bosrestaurant Joppe Info/aanmelden: maj b.d. H.A.G. Nix E
[email protected], T 0575-528002
VOC Lunch Rotterdam Locatie: KR&ZV De Maas Veerdam 1 - Rotterdam Info/aanmelden: res-elnt W.J.G. Alders MBA E
[email protected]
Donderdag 14 augustus
Woensdag 25 juni VOC Brabantse Lunch Locatie: De Waag - Boxtel Info/aanmelden: oud-res lkol mr. D. van Zuidam, E
[email protected] T 06-10053946
Zaterdag 28 juni Nationale Veteranendag Deelname Cavalerie Veteranenpeloton Info/aanmelden: lkol b.d. J. Johan E
[email protected]
J UL I Donderdag 3 juli VOC Lunchtafel - Zutphen Locatie: het Bosrestaurant Joppe Info/aanmelden: maj b.d. H.A.G. Nix E
[email protected] T 0575-528002
Donderdag 10 juli Haagsche VOC Koffietafel Locatie: De Haagsche Club Info/aanmelden: lkol b.d. drs. A. Rosendahl Huber, E
[email protected] T 06-55991808
Donderdag 17 juli VOC Eemland Lunch - Soest Locatie: Huize van den Brink Info/aanmelden: kol b.d. mr. C.H. Blok E
[email protected] T 0546 601 091
Woensdag 23 juli VOC Brabantse Lunch Locatie: De Waag - Boxtel Info/aanmelden: oud-res lkol mr. D. van Zuidam, E
[email protected] T 06-10053946
Haagsche VOC Koffietafel Attentie : eenmalige andere locatie Sociëteit De Vereniging - Kazernestraat 38 B. Info/aanmelden: lkol b.d. drs. A. Rosendahl Huber E
[email protected] T 06-55991808
Donderdag 21 augustus VOC Eemland Lunch - Soest Locatie: Huize van den Brink Info/aanmelden: kol b.d. mr. C.H. Blok E
[email protected] T 0546 601 091
Woensdag 27 augustus VOC Brabantse Lunch Locatie: De Waag - Boxtel Info/aanmelden: oud-res lkol mr. D. van Zuidam E
[email protected] T 06-10053946
SE P T E M B E R
Zondag 14 september Internationaal bereden defilé Korte Voorhout te Den Haag Deelname militaire ruiters uit Nederland, België, Frankrijk, UK, USA, Duitsland Zie: Mededelingen/website VOC
Maandag 15 september Oefening Cavalerie Ere-Escorte Strand van Scheveningen 10.00 uur - 12.00 uur E
[email protected]
Donderdag 18 september VOC Eemland Lunch - Soest Locatie: Huize van den Brink Info/aanmelden: kol b.d. mr. C.H. Blok E
[email protected] T 0546 601 091
Woensdag 24 september
Wedstrijd om de Zilveren Kijker voor Verkenningspelotons Bergen-Hohne Zie www.huzarenvanboreel.nl
VOC Brabantse Lunch Locatie: De Waag - Boxtel Info/aanmelden: oud-res lkol mr. D. van Zuidam E
[email protected] T 06-10053946
Donderdag 4 september
Woensdag 24 september
VOC Lunchtafel Zutphen Locatie: het Bosrestaurant Joppe Info/aanmelden: maj b.d. H.A.G. Nix E
[email protected] T 0575-528002
VOC Lunch Rotterdam Locatie: KR&ZV De Maas Veerdam 1 - Rotterdam Info/aanmelden: res-elnt W.J.G. Alders MBA E
[email protected]
Wo. 3 en do. 4 september
Donderdag 11 september Haagsche VOC Koffietafel Locatie: De Haagsche Club Info/aanmelden: lkol b.d. drs. A. Rosendahl Huber E
[email protected] T 06-55991808
Vrijdag 26 september Het Grote Officieren Saamhorigheidsdiner VOC Spoorwegmuseum Utrecht Zie: Mededelingen/website VOC Opgave
[email protected]
VOC Mededelingen
55
VAN DE REDACTIE
VOC Mededelingen