Innovatieprogramma Amersfoort 2008-2011
Gemeente Amersfoort Sector Stedelijke Ontwikkeling en Beheer, afdeling Economsche Zaken September 2007 Docs 2535571
Inhoudsopgave
1. Inleiding 2. De noodzaak van actief innovatiebeleid in Amersfoort 3. Strategie, doelstellingen en voorwaarden voor succes 4. Programmalijnen en acties 5. Financiële investeringen
1
1. Inleiding Achtergrond en totstandkoming programma Uitgangspunt van het economisch beleid van de gemeente Amersfoort is het verder versterken van de kennis- en diensteneconomie. De integrale beleidsvisie voor het versterken van onze economische structuur is vastgesteld in de nota ‘Amersfoort Werkt – Plan van Aanpak Economie’(2004). Binnen dat kader is het voorliggende innovatieprogramma een van de bouwstenen om de economische structuur van Amersfoort verder te versterken. In de medio 2006 vastgestelde voortgangsnota ‘Economische acties tot 2008’ hebben we aangegeven dit innovatieprogramma met onze partners op te stellen. Het dient als inhoudelijk kader en geeft richting aan onze inzet in projecten en andere werkzaamheden in de komende jaren. De centrale ligging, bereikbaarheid en goede kwaliteit voor wonen, werken en verblijven van Amersfoort bieden de stad een sterke economische positie die we met het innovatiebeleid verder willen versterken. In ons innovatiebeleid maken we inhoudelijke keuzes voor de thema’s waarop we onze inzet willen concentreren. Qua kennis en innovatie onderscheidt de Amersfoortse economie zich op het creatieve profiel, op de ICT-bedrijvigheid (inclusief de beschikbare breedbandinfrastructuur) en het aanwezige kennispotentieel bij bedrijven, instellingen en op de arbeidsmarkt1. Bij de totstandkoming van dit programma zijn het bedrijfsleven en andere partners nauw betrokken. We hebben ons in eerste instantie gericht op de vraag wat de Amersfoortse economie bijzonder maakt en waar het innovatiepotentieel in de stad ligt. Daarbij hebben we ook gevraagd welke rol verschillende partijen waaronder de gemeente kan (moet) vervullen om innovatie in het bedrijfsleven te stimuleren. Het beeld uit de gesprekken en bijeenkomsten is de basis van dit innovatieprogramma en heeft veel draagvlak. Verder hebben we ons mede laten inspireren door vergelijkbare projecten en programma’s in andere steden. In bijlage 2 is een overzicht opgenomen van onze gesprekspartners. Lysias Advies BV heeft ons begeleid en geadviseerd bij de totstandkoming. Aard van het programma Het innovatieprogramma is ontwikkelingsgericht: vanuit een momentopname schetsen we een toekomstige richting die we met onze partners verder kleuring gaan geven. Het is een mix van concrete acties op korte termijn en ambities op langere termijn waarmee we duidelijk maken waar onze prioriteiten liggen. Zo gaan we verder met lopende projecten als Amersfoort Creatieve Stad, BreedNet Amersfoort, onze participatie in de Taskforce Innovatie regio Utrecht (TFI) en de idee- en planvorming voor broedplaatsen in onder andere het Oliemolenkwartier, Wagenwerkplaats en Amersfoort Vernieuwt. We gaan binnen de Noordvleugel van de Randstad (de regio Schiphol-Amsterdam-AlmereAmersfoort-Utrecht) regionaal samenwerken in projecten als Creative Cities, Dutch Game Factory, BreedNet Noordvleugel en Groeilink. Verder gaan we nieuwe kansen verkennen en staan open voor initiatieven vanuit de markt en onze partners. In hoofdstuk 4 ‘Programmalijnen en acties’ worden de projecten en activiteiten nader toegelicht. De komende vier jaar (2008-2011) is dit innovatieprogramma het beleidskader voor onze activiteiten. Het is afgestemd met onze partners en heeft draagvlak. Voor de uitvoering maken we met hen jaarlijks een concrete innovatieagenda waarin we de doelen en activiteiten van dat jaar bepalen, mede op basis van voortgang en resultaten tot dan toe. In 2011 evalueren we de uitvoering van het programma en de mate waarin we onze doelen hebben bereikt. In paragraaf ‘3.3 Doelen innovatieprogramma’ zijn de doelen en de wijze waarop we meten en evalueren nader beschreven. Mede op basis daarvan zullen we dan het innovatieprogramma actualiseren.
1
Zie onder meer Cross Media Monitor 2007.
2
Opbouw van het programma In hoofdstuk 2 van dit innovatieprogramma staan we kort stil bij de noodzaak om te investeren in innovatie en vernieuwing. Dat doen we aan de hand van een beschrijving van enkele relevante trends en ontwikkelingen voor Amersfoort. Vervolgens beschrijven we in hoofdstuk 3 onze strategie, uitgangspunten en doelstellingen met dit programma. De inhoudelijke uitwerking naar programmalijnen en acties presenteren we in hoofdstuk 4. Het innovatieprogramma ronden we in hoofdstuk 5 af met onze investeringsstrategie.
3
2. De noodzaak van actief innovatiebeleid in Amersfoort Noodzaak 1: Amersfoortse ambities Amersfoort is een motor met kracht en dynamiek. De economie groeit, de bevolking groeit, de ruimte wint aan kwaliteit. De ambitie is vooruitgang. Meer innovatie. Profilering op unieke kwaliteiten, zoals het creatieve profiel. Stedelijke allure. Ongedeelde stad. Sociale samenhang. Landschappelijke aantrekkingskracht. Stad en regio hand in hand. Kansen voor iedereen. In het collegeprogramma 2006-2010 staat dat Amersfoort een ondernemende en innovatieve stad is, waar het bedrijfsleven kan bloeien. Er wordt gewerkt aan de voorwaarden voor een goed vestigingsklimaat, zoals passende ontwikkelingsmogelijkheden, een goede bereikbaarheid en een stimulerend ondernemingsklimaat. De Amersfoortse motor vraagt meer brandstof om op volle toeren te kunnen draaien. Ambities worden niet vanzelf gehaald. Daarom is dit innovatieprogramma van groot belang. Het is een van de (economische) bouwstenen die in samenhang met andere beleidsterreinen de ambities mede vorm en invulling geeft. Onze ambities sluiten aan bij de ambities van hogere overheden. In de Lissabon- en Göteborgstrategie heeft Europa uitgesproken zich te willen ontwikkelen tot de meest krachtige economie van de wereld. Investeren in kennis en innovatie is als sleutel benoemd. Ook het Rijk en de provincie Utrecht zetten sterk in op kennis en innovatie. Aan de steden wordt een cruciale rol toebedeeld als plaatsen waar kennis, bedrijven en talent zich concentreren. Steden als Amersfoort vormen de motoren van de economie. Samen met andere overheden en private partners werken we dan ook aan de versterking van onze stad. Noodzaak 2: Stedelijke ontwikkeling: van uitbreiding naar inbreiding Het karakter van de stedelijke ontwikkeling verandert. Amersfoort is de afgelopen decennia sterk in omvang gegroeid. De stadsgrenzen zijn verlegd en nieuwe woningen, bedrijven en voorzieningen zijn verwelkomd. Dit zorgde voor groei van de economie en werkgelegenheid. Na de afronding van Vathorst (2015/2020) komt hier verandering in. De stad zal op een andere manier groeien: van uitbreiding naar inbreiding. Vooruitgang blijft de ambitie, maar hiertoe zal het verbeteren van de kwaliteit van de stad verder in belang toenemen2. Voor de ontwikkeling van de stad en haar samenleving moet Amersfoort bedrijven aan zich binden die binnen de toekomstige stadsgrenzen productiviteitsgroei en (op zijn minst) behoud van werkgelegenheid garanderen. Dit betreft (kennisintensieve) bedrijven met een groeistrategie die vooral uitgaat van innovatie en investeren in kwaliteit en in de regel minder afhankelijk zijn van extra ruimte (of op zijn minst in hun groei een efficiënt ruimtebeslag kennen). Noodzaak 3: Positionering in en met de regio De (internationale) concurrentie tussen steden en regio’s neemt toe. Steden als Amsterdam, Utrecht en Almere investeren grootschalig in hun economische kwaliteiten. Amersfoort zal binnen haar eigen regio (Noordvleugel van de Randstad / Midden-Nederland) haar positie moeten verstevigen en tegelijkertijd met de regio de gezamenlijke positie ten opzichte van andere regio’s moeten verstevigen. In bijlage 1 is een schematische weergave van de economische positionering van Amersfoort opgenomen. Op het gebied van kennis en innovatie is er vooral functionele samenhang binnen de Noordvleugel van de Randstad (deel van West-Nederland en Midden-Nederland).
2
Zie ook de concept-versie van ‘Een ruimtelijke financieringsagenda voor Amersfoort’.
4
3. Strategie, doelstellingen en voorwaarden voor succes 3.1
Strategische keuze: vernieuwing vanuit kracht
Onze ambities om de kennis en diensteneconomie verder te versterken, de toekomstige omslag in de stedelijke ontwikkeling van uitbreiding naar inbreiding en de noodzaak van een sterke positionering in en met de regio vergen lokale inspanningen en regionale samenwerking: in de breedte en op specifieke prioriteiten. In de uitvoering van ons Plan van Aanpak Economie werken we in de breedte aan de versterking van onze economische structuur. Zo werken we bijvoorbeeld met de herstructurering van Isselt en de realisatie van nieuwe locaties als Bedrijvenpark Vathorst en De Wieken aan een divers vestigingsmilieu voor verschillende vormen van bedrijvigheid. Ons innovatiebeleid is een van de bouwstenen van het Plan van Aanpak Economie. Actief innovatiebeleid is niet alleen van belang voor het voortbestaan van individuele bedrijven, maar ook voor de kwaliteit van de stad en de regio. We gaan onze specifieke vestigingsvoordelen nog sterker dan voorheen benutten en nemen een actieve rol in het benutten en vergroten van het innovatief vermogen van het bedrijfsleven. Projecten voor innovatie betreffen maatwerk voor specifieke doelgroepen. Met ons innovatieprogramma richten we ons primair op de meest innovatieve, kennisintensieve en kansrijke doelgroepen in Amersfoort. Sterke clusters als de zakelijke diensten en ICT willen we verder versterken en opkomende bedrijvigheid als de creatieve industrie willen we verder stimuleren. Vanuit deze primaire focus ontstaan tevens nieuwe verbindingen en nieuwe combinaties met andere vormen van bedrijvigheid (bijvoorbeeld maakindustrie, bouw, handel) of maatschappelijke sectoren of thema’s (bijvoorbeeld zorg, onderwijs, veiligheid, duurzaamheid). Onze strategie is erop gericht dat kennis bij ICT, creatieve en dienstverlenende bedrijven meer in onderlinge samenhang wordt benut en meer in andere clusters en sectoren wordt benut. Kenmerkend voor ICT, creatieve en dienstverlenende bedrijven is hun facilitaire rol: elk bedrijf heeft er mee te maken en kan profiteren van de ontwikkelingen en innovaties in dergelijke bedrijven. ICTdienstverleners, adviesbureaus, vormgevers en dergelijke werken in meerdere sectoren, ontwikkelen hun kennis bij verschillende typen opdrachtgevers en in hun dienstverlening combineren en verbinden zij kennis tussen clusters. Onderstaande figuur geeft dit weer: MVO
Zorg
Onderwijs Jeugd
Ruimte Creatieve industrie, ICT, zakelijke diensten
ICT Gaming Multimedia
Zakelijk toerisme
Cultuur Industrie
Duurzaamheid
Dit innovatieprogramma heeft de volgende drie inhoudelijke speerpunten: 1. Stimuleren van de creatieve bedrijvigheid, met name via ons profiel Ontwerp- en Adviesstad; 2. Stimuleren van ICT-innovaties en benutten van de aanwezige breedbandinfrastructuur met BreedNet Amersfoort; 3. Benutten van kennis en groeipotentie in de stad door het faciliteren van ambitieuze, vernieuwende bedrijven en kennisinstellingen. In hoofdstuk 4 ‘Programmalijnen en acties’ worden de projecten en activiteiten nader toegelicht.
5
3.2 Vier operationele lijnen Het onderstaande figuur schetst de vertaling van de strategie naar operationele uitvoering: meer ontmoeting, meer verbinding, meer ontplooiing, meer profilering.
Vernieuwing vanuit kracht 1
2
3
4
Ontmoeting
Verbinding
Ontplooiing
Profilering
Onderstaand lichten wij de operationele lijnen toe. 1. Ontmoeting (van mensen, organisaties en ideeën) Bedrijven hebben behoefte aan netwerken voor ontmoeting, om van elkaar te leren en voor samenwerking met andere bedrijven en met kennisinstellingen. Onze inzet is erop gericht dat partijen elkaar ontmoeten en er kruisbestuiving ontstaat tussen bedrijven uit verschillende sectoren en clusters. Met bijeenkomsten - fysiek en virtueel - die inspiratie en energie opwekken bij partijen ontstaan nieuwe verbindingen en combinaties. 2. Verbinding (van kennis en uitvoeringskracht) Bij ‘verbinding’ staat het begrip kennis centraal. Het gaat om het benutten van nieuwe en bestaande kennis, en het faciliteren van de verspreiding van kennis. De verbinding van het bedrijfsleven in Amersfoort met onderwijs- en kennisinstellingen speelt hier een belangrijke rol. 3. Ontplooiing (van kansen en talent) ‘Ontplooiing’ richt zich primair op facilitering van de gevestigde ondernemers in de stad. Bedrijven hebben behoefte aan faciliteiten die hun (innovatief) ondernemerschap bevorderen, zoals bijvoorbeeld individuele begeleiding (coaching, training, innovatievouchers), financieringsmogelijkheden (risicokapitaal), huisvesting op maat (broedplaatsen) en breedbandinfrastructuur. 4. Profilering (van kracht en succes) ‘Profilering’ is erop gericht innovatie en vernieuwing zichtbaar te maken binnen en buiten de stad. De constatering is dat Amersfoort zich nog onvoldoende profileert met zijn eigen kracht en mogelijkheden. Bedrijven zijn gebaat bij een positief en inspirerend klimaat: een stad waar ‘het’ gebeurt, is een stad met een sfeer en identiteit waarmee een bedrijf zich graag associeert. Het zichtbaar maken van de kwaliteit en potentie van de stad en haar bedrijven en instellingen vormt een belangrijk instrument om partijen aan de stad te binden en vernieuwing en creativiteit uit te lokken. Met bijvoorbeeld stadspromotie, communicatie, prijsvragen en aansprekende bijeenkomsten kan dit vorm worden gegeven.
Deze vier operationele lijnen vormen de rode draad in het soort activiteiten dat we in verschillende projecten met onze partners uitvoeren. Het duidt tevens de rol die wij als gemeente voor onszelf zien: het (helpen) creëren van goede randvoorwaarden. 3.3
Doelen innovatieprogramma
Met dit innovatieprogramma beogen we het innovatief vermogen van het Amersfoortse bedrijfsleven te stimuleren en te faciliteren. Wij gaan het succes van dit programma op twee niveaus meten: 1. de mate waarin extra activiteiten bij het bedrijfsleven ontstaan;
6
2. de mate waarin wij met onze partners meer projecten en activiteiten genereren. 1) Resultaten in het bedrijfsleven Het succes bij het bedrijfsleven gaan we meten aan de hand van de Amersfoorste ontwikkeling van een aantal innovatie-indicatoren in de komende jaren. Deze indicatoren zijn in onderstaande tabel weergegeven en ingevuld voor de landelijke situatie. Onder de Amersfoortse doelgroep gaan we nog dit jaar een nulmeting uitvoeren die we periodiek herhalen.
Tabel 3.1: Percentage bedrijven met innovatiekenmerken in Nederland in 2006 Innovatiekenmerken
Architecten, ontwerpers, ingenieurs
Computer Economische service en IT diensten
Innovatieve resultaten (in afgelopen drie jaar): Bedrijven met nieuwe producten / diensten 62% 80% 49% Bedrijven met nieuwe producten / diensten voor 42% 56% 30% de bedrijfstak Bedrijven met innovatie in interne processen 69% 71% 60% Innovatieve inspanningen: Bedrijven die externe kennisnetwerken 76% 69% 80% gebruiken Bedrijven die samenwerken om te vernieuwen 75% 74% 70% Bedrijven met gespecialiseerde 82% 87% 74% innovatiemedewerkers Bron: EIM, ‘Innovatie in het MKB’ (2006) en EIM, ‘Determinanten bedrijfsprestaties 2006’ (2006).
MKB
28% 10% 71% 29% 34% 64%
De EIM-rapportages waarop de tabel is gebaseerd, laten de afgelopen jaren landelijk een afname zien van het percentage bedrijven dat innoveert. Het percentage bedrijven dat zich bezighoudt met uitwisseling van kennis ten behoeve van innovatie is in de afgelopen jaren ongeveer gelijk gebleven. Gegeven deze ontwikkelingen streven wij met dit programma de komende vier jaar naar een positieve trendbreuk in Amersfoort: toename van het aantal bedrijven met innovatieve resultaten en toename van het aantal bedrijven met innovatieve inspanningen (zie tabel). De concrete invulling van de na te streven toename kunnen we pas doen als de nulmeting beschikbaar is. Om de relatie tussen de inspanningen die we doen en de uiteindelijke effecten in het bedijfsleven zo goed mogelijk te kunnen meten, zullen we de metingen specifiek richten op bedrijven die tot onze primaire doelgroep behoren: ICT, creatieve en dienstverlenende bedrijven. 2) Resultaten in projecten met onze partners Samen met onze partners maken we elk jaar een innovatieagenda. Daarin spreken we onder meer af welke acties we willen uitvoeren. Daaraan verbinden we concrete resultaten, bijvoorbeeld het aantal georganiseerde bijeenkomsten, het aantal ondersteunde bedrijven, het aantal website-bezoekers, de realisatie van een gebouw (broedplaats).
3.4
Voorwaarden voor succes
Samenwerking voor ondernemerschap en kennis Innovatie is een kwestie van ondernemen. Voor ondernemers is innoveren een strategische keuze om de concurrentie aan te kunnen of die een stap voor te blijven. Daarbij wordt kennis een steeds belangrijkere concurrentiefactor. Vanwege de kennis die nodig is om te vernieuwen en innovaties tot een succes te maken, hechten bedrijven eraan om van elkaar te leren en samen te werken met andere bedrijven en onderwijs- en kennisinstellingen. Samenwerking leidt tot nieuwe combinaties en toepassingen.
Het succes van dit innovatieprogramma is daarom afhankelijk van een gezamenlijke inzet van bedrijfsleven, onderwijs- en kennisinstellingen, intermediaire organisaties en de overheid. Samen met onze partners werken we aan onze ambities.
7
Verbinding met andere gemeentelijke beleidsprogramma’s Dit innovatieprogramma staat niet op zichzelf. Het heeft nadrukkelijk raakvlakken met andere beleidsprogramma’s binnen de gemeente. In de eerste plaats vormt het innovatieprogramma een van de bouwstennen van het Plan van Aanpak Economie en is er samenhang met de andere onderdelen hiervan.
Er is een sterke relatie en verwevenheid tussen de activiteiten in het kader van dit innovatieprogramma en thema city marketing. Vanuit beide invalshoeken willen we de kracht en kwaliteit van de stad meer aandacht geven. Daarnaast kan het innovatieprogramma bouwstenen aanreiken voor stadsbrede visies, programma’s of (strategische) activiteiten. Te denken valt aan Amersfoort 2030, AmersfoortPlus-Vergezichten, de ruimtelijke financieringsagenda, de gemeentelijke lobby en externe positionering. Voor het welslagen van de ambities van dit innovatieprogramma is een brede inzet vereist. De wisselwerking met dergelijke trajecten en andere beleidsvelden, zoals ruimtelijke ordening, zorg, onderwijs, milieu en cultuur, is dan ook onderdeel van de uitvoering. De gemeente als innovatief opdrachtgever De gemeente kan ook zelf innovatief opdrachtgever zijn. In de gemeentelijke inkoop, aanbesteding en serviceovereenkomsten kunnen innovaties worden bevorderd. Zo investeren we veel in de publieke ruimte (verlichting, afvalsystemen, (camera)beveiliging, parkeervoorzieningen etc.) waarbij technologische vernieuwing en duurzaamheid kan worden afgedwongen. We leveren tal van diensten (vergunningverlening, paspoorten, website, informatiewinkel) waarbij we voorop kunnen lopen in de toepassing van nieuwe mogelijkheden. Op tal van terreinen binnen de gemeentelijke organisatie lopen we al voorop en het reikt buiten het kader van dit innovatieprogramma om daar dieper op in te gaan, maar verdere bewustwording en verbeteringen in het innovatief opdrachtgeverschap van de gemeentelijke organisatie dragen bij aan het innovatief vermogen van de stad.
8
4. Programmalijnen en acties 4.1
Van strategie naar actie
In dit hoofdstuk beschrijven we onze inhoudelijke prioriteiten waarmee we de in het vorige hoofdstuk beschreven strategie concreet gaan invullen. We richten ons primair op de meest innovatieve, kennisintensieve en kansrijke doelgroepen in Amersfoort en zoeken van daaruit tevens naar verbindingen met andere doelgroepen en thema’s. Dit vertaalt zich in de volgende drie programmalijnen: 1. Amersfoort Creatieve Stad 2. ICT en Breedband 3. Kennis en Groei Elke programmalijn kent meerdere activiteiten. De in het vorige hoofdstuk beschreven operationele lijnen ‘ontmoeting’, ‘verbinding’, ‘ontplooiing’ en ‘profilering’ vormen de rode draad in onze activiteiten. Een belangrijk onderscheid (ook voor de financiering, zie hoofdstuk 5) is dat tussen fysieke en niet-fysieke projecten: - Niet-fysiek: dit betreft het stimuleren van ondernemerschap. We geven hier invulling aan met projecten of de participatie in organisaties waarmee diverse faciliteiten voor ondernemers beschikbaar komen (netwerkvorming, innovatievouchers, scholing en training, projectondersteuning, promotie etc.). Daarvoor is tevens extra menskracht nodig voor ondersteuning, regie en verbinding van verschillende projecten en organisaties. Dit betreft bijvoorbeeld de innovatiemanager (vanaf september 2007), externe specialisten en uitvoerende mensen voor bijvoorbeeld de organisatie van bijeenkomsten. - Fysiek: dit betreft de ontwikkeling van broedplaatsen. Een broedplaats is een gebouw of een gebied en ‘meer dan een stapel stenen’: het voorziet in een specifieke behoefte of creëert nieuwe kansen die in reguliere huisvesting niet zouden ontstaan. Meerwaarde kan op verschillende manieren ontstaan: - Als wordt voorzien in specifieke huisvestingswensen van doelgroepen (bijvoorbeeld betaalbaarheid voor starters; uitstraling / imago voor creatieve ondernemers; flexibiliteit en doorgroei faciliteiten voor snelle groeiers). - In het verlengde hiervan ontstaat meerwaarde door clustering van bedrijven met gelijksoortige behoeften (samenwerking, kruisbestuiving) of de verbinding met culturele, kennis- en onderwijsinstellingen en evenementen. - De meerwaarde van een broedplaats kan verder worden versterkt als bedrijven gebruik kunnen maken van specifieke niet-fysieke faciliteiten. In de volgende paragrafen zijn de activiteiten per programmalijn aangegeven. We beschrijven het belang, onze ambities en de acties op korte en lange termijn die wij willen oppakken. De korte termijn acties betreffen lopende activiteiten en kansrijke nieuwe initiatieven voor 2007/2008. Op langere termijn vragen onderdelen van onze ambities nog een nadere concretisering en zijn de activiteiten nu nog veelal verkenningen met onze partners voor kansrijke projecten. 4.2
Programmalijn 1: Amersfoort Creatieve Stad
Belang van creatieve economie Creatieve economie gaat over de menselijke creativiteit als bron van innovatie en economische groei. Er is een nieuwe sector aan het ontstaan waarin economische waarde ontstaat door ‘creativiteit’: ontwerpers, vormgevers, consultants, architecten, mediamensen, ICT-ers, wetenschappers, onderzoekers, innovatieve ondernemers, kunstenaars, podiumartiesten en dergelijke. Steden met een hoog aandeel creatieven vertonen een bovengemiddelde economische groei, waaronder Amersfoort.
9
Vele actoren dragen vanuit verschillende invalshoeken bij aan de creatieve economie. Het werken aan de creatieve economie staat niet op zichzelf. Zo gaat creatieve economie over het innovatievermogen van bedrijven, in het bijzonder de creatieve industrie. Het gaat over de verbindingen tussen cultuur, economie en onderwijs. Het gaat over profilering en promotie van de stad, met name economisch en cultureel. Het gaat over investeren in mensen, in gebieden, in gebouwen, in organisaties, in netwerken, in samenwerking. Het gaat over nieuwe denk- en werkwijzen van commerciële en noncommerciële partijen waarbij de creativiteit van mensen centraal staat. Deze creativiteit leidt tot vernieuwing en daarmee tot economische, culturele en maatschappelijke vooruitgang. Amersfoort heeft een stevige positie waar het gaat om de creatieve industrie. De creatieve industrie bestaat uit creatieve en adviserende zakelijke dienstverlening; media, uitgeverijen en entertainment en de kunst- en erfgoedsector. Met name de creatieve en adviserende zakelijke dienstverlening is in Amersfoort sterk vertegenwoordigd. Met een gemiddelde groei van meer dan 5% scoort Amersfoort ook op het gebied van cultureel ondernemerschap hoog. Een aantrekkelijk cultureel klimaat heeft een aantrekkende werking op mensen werkzaam in de creatieve sector. Ambities met creatieve economie Vanuit de programmalijn ‘Amersfoort Creatieve Stad’ (ACS) is onze inzet er op gericht dat Amersfoort een toonaangevende positie bekleedt op het gebied van creatieve bedrijvigheid, met name het sterk vertegenwoordigde cluster van ontwerp- en adviesbureaus. Amersfoort kan zich nationaal onderscheiden als Ontwerp- en Adviesstad. Verder gaat creatieve economie om sfeer en identiteit als dragers van stedelijke en economische dynamiek. De relatie met cultuur is hierin prominent, evenals ruimtelijke ordening (gebruik en vormgeving van de stad) en stadspromotie (zichtbaarheid en profilering van de stad). We hebben de volgende doelstellingen: Het versterken van het imago van Amersfoort als toonaangevende stad op het gebied van creatieve bedrijvigheid binnen het ontwerp- en adviescluster (Ontwerp- en Adviesstad). Het versterken van de huidige creatieve bedrijvigheid in Amersfoort. Het aantrekkelijk maken van de ondernemersomgeving om zodoende nieuwe creatieve bedrijvigheid aan te trekken. Doelstelling is om de creatieve industrie in Amersfoort sneller te laten groeien dan de gemiddelde groei in de Noordvleugel. Het versterken van de keten rondom creatieve bedrijvigheid, waaronder kennisinstellingen, onderwijs en onderzoek. Lopende activiteiten: Met de werktitel ACS (Amersfoort Creatieve Stad) is een stimuleringsprogramma voor creatieve economie uitgewerkt. Het thema Ontwerp- en Adviesstad is de primaire focus. Daarnaast werkt de gemeente met partners aan de ontwikkeling van broedplaatsen waar creatieve economie de ruimte krijgt: o Het Oliemolenkwartier is de komende 15 jaar vrijgemaakt voor creatieve economie; het project herbergt ook de broedplaats Rohm & Haas en de komst van de Hogeschool Utrecht Amersfoort. De gemeente heeft hier een initiërende en kaderstellende rol. o De Wagenwerkplaats (25 ha) is net als het Oliemolenkwartier een gebied dat op lange termijn ontwikkeld wordt voor onder meer creatieve economie. Verschillende organisaties werken met de gemeente aan de toekomstvisie en diverse deelprojecten. Het gebied heeft zijn eigen dynamiek. Het zelforganiserend vermogen van de samenwerkende partijen vraagt nu geen sturing door de gemeente. In de ideeën is ruimte voor creatieve bedrijvigheid, starters, cultuur, vrije tijd, onderwijs en op lange termijn ook wonen. o In het kader van Amersfoort Vernieuwt zijn ideeën voor het stimuleren van wijkeconomie. Het realiseren van broedplaatsen in (tijdelijk) vrijkomende panden is daar onderdeel van. Nieuwe activiteiten: Vanuit het ACS stimuleringsprogramma worden concrete faciliteiten voor de creatieve industrie opgezet, zoals bijeenkomsten (najaar 2007 is de eerste op Oliemolenkwartier), ontwikkeling van
10
website en promotiemateriaal (najaar 2007). Ook de verbinding met de programmalijnen ICT en Breedband en Kennis en Groei is hier onderdeel van. Binnenkort is het plan van uitvoering voor Oliemolenkwartier gereed, waarin ook de ontwikkeling van broedplaatsen is betrokken. Dit is nauw verbonden met het ACS stimuleringsprogramma. We participeren in het samenwerkingsverband Creatieve As Noordvleugel (Amersfoort, Amsterdam, Haarlem, Hilversum, Utrecht, Zaanstad). We werken daarin samen aan de planvorming voor het Pieken in de Delta project Creative Cities (planvorming is zomer 2007 gestart). Vanuit dit project komen diverse faciliteiten voor ondernemers beschikbaar en wordt regionaal gewerkt aan de profilering, promotie en samenwerking. Dit sluit aan op het ACS stimuleringsprogramma waarbij vooral lokale partijen actief zijn. Daarnaast worden vanuit de Creatieve As Noordvleugel de mogelijkheden voor samenwerking op broedplaatsen verkend.
Tabel 4.1: Acties programmalijn 1: Amersfoort Creatieve Stad 1.1 Stimulering creatieve industrie Korte termijn: Ontwikkeling website ACS Organisatie netwerkbijeenkomsten / kenniscafés / prijsvragen voor creatieve economie Promotie en profilering van Ontwerp- en Adviesstad (op basis van uit te werken communicatieplan) Acties voor verdere professionalisering van ondernemerschap bij creatieve bedrijven, o.a. met TFI en Creative Cities
Langere termijn: Verbeteren relatie tussen creatieve bedrijven en andere clusters, zoals zakelijke dienstverlening, gaming, multimedia en inzet van ICT/breedband Verbeteren relatie tussen bedrijven en kennis- en onderwijsinstellingen
1.2 Regionale versterking Noordvleugel Korte termijn: Voortzetting participatie in samenwerkingsverband Creatieve As Noordvleugel Uitvoering project Creative Cities
Langere termijn: Verkennen kansen rondom fysieke transformaties, in aanvulling op ontwikkeling broedplaatsen
1.3 Ontwikkeling creatieve broedplaatsen Korte termijn: Plan van uitvoering voor ontwikkeling Oliemolenkwartier Inspelen op kansen die zich aandienen op bijvoorbeeld Wagenwerkplaats en Amersfoort Vernieuwt
Langere termijn: Doorgroei / beheer van broedplaatsen. Vestiging van facilitaire / intermediaire organisaties in Amersfoort, zoals Dutch Game Factory en TFI
4.3
Programmalijn 2: ICT en Breedband
Belang van ICT en breedband Het belang van ICT in onze huidige kenniseconomie is groot. Informatie in allerlei vormen wordt gedigitaliseerd opgeslagen, verwerkt, verspreid en benut voor nieuwe toepassingen. Breedband (glasvezel) faciliteert dit. Onze economie wordt in belangrijke mate een e-economie. Daarnaast maakt ICT in het maatschappelijk domein kwaliteitsgroei mogelijk, bijvoorbeeld zorg, welzijn, veiligheid, onderwijs, duurzaamheid. Door ICT verandert de Nederlandse maatschappij sociaal en economisch snel.
De Noordvleugel kenmerkt zich als brandpunt van ICT-ontwikkelingen in Nederland. Van alle steden binnen de Noordvleugel heeft Amersfoort het hoogste aandeel ICT-bedrijven en dat aandeel groeit. In Amersfoort zijn bijna 600 ICT-bedrijven te vinden met meer dan 8000 banen (12% van de totale werkgelegenheid). De grootste groep ICT-bedrijven in Amersfoort zijn softwarebureaus
11
(ontwikkeling en productie van maatwerk software en software consultancy), gevolgd door telecommunicatie bedrijven. Jaarlijks groeit de sector gemiddeld met ruim 7%. En met BreedNet Amersfoort lopen we voorop in de ontwikkeling van open (voor iedereen toegankelijke) breedbandinfrastructuur. Amersfoort kan deze sterke basis benutten om de ontwikkelingen in de informatiesamenleving en eeconomie, samen met haar partners in de Noordvleugel, verder aan te jagen. Ambities met ICT en breedband De technologische mogelijkheden die ICT biedt, is voor veel bedrijven en instellingen een belangrijke drijfveer voor innovatie en groei. Wij willen het hoge aandeel ICT-bedrijven en de goede breedbandinfrastructuur in Amersfoort benutten om ICT-innovaties te bevorderen. Daarbij zoeken we ook naar de relatie met andere sectoren en maatschappelijke thema’s. Onder andere zien wij kansen in de relatie tussen creatieve industrie en ICT en in breedbandtechnologie voor maatschappelijke sectoren als zorg, onderwijs en veiligheid. Momenteel ontbreekt voldoende gedetailleerd inzicht in de samenstelling en samenhang van de ICTsector in Amersfoort en de specifieke kansen die zich binnen het ICT-domein, mede in relatie tot andere sectoren, voordoen. Vanuit onze lopende, meer generieke activiteiten willen we in 2008 op basis van marktonderzoek een verdiepingsslag maken. Daarbij kijken we ook naar de kansen voor regionale samenwerking. In de driehoek Amersfoort-Hilversum-Utrecht zijn ICT, media en gaming kansrijke doelgroepen. Lopende activiteiten: BreedNet Amersfoort: BreedNet Amersfoort is onderdeel van het programma voor GSB Economie. Het project heeft breedband (glasvezel) toegankelijk en betaalbaar gemaakt voor alle Amersfoortse bedrijven en instellingen. Breedband biedt de zakelijke markt een hoogwaardige communicatie-infrastructuur waarmee tal van innovaties mogelijk worden. In de doorontwikkeling willen we de infrastructuur verder verbinden met andere netwerken (binnen en buiten de stad) en de ontwikkeling van breedbanddiensten verder stimuleren. Een voorbeeld is camerabeveiliging via BreedNet Amersfoort voor de binnenstad. Nieuwe activiteiten: BreedNet Noordvleugel (digitale marktplaatsen): BreedNet Amersfoort maakt onderdeel uit van het regionale samenwerkingsproject BreedNet Noordvleugel. De voorbereidingen voor uitvoering van dit Pieken in de Delta project zijn gestart. Met onze partners willen we door vraagbundeling lokale netwerken als BreedNet Amersfoort onderling verbinden en de ontwikkeling van breedbanddiensten stimuleren. De investeringen in de infrastructuur verzorgen marktpartijen. Deze schaalvergroting stimuleert innovatie en samenwerking. Extra aandacht is er voor specifieke doelgroepen als creatieve industrie, ICT en nieuwe media. Dutch Game Factory: momenteel worden de plannen voor het Pieken in de Delta project Dutch Game Factory uitgewerkt. Dutch Game Factory is een stimuleringsprogramma om de gaming industrie in Amersfoort en Utrecht verder te versterken. De ontwikkelingen op het gebied van gaming worden aangejaagd door de ontwikkelingen in ICT (technologie) en creatieve industrie (inhoud en vormgeving). Het ACS stimuleringsprogramma en BreedNet Amersfoort staan er mee in relatie. Mediaplaza: momenteel wordt het plan voor de realisatie van Mediaplaza verder uitgewerkt. Mediaplaza is een leerbedrijf en broedplaats voor onderwijs en mediabedrijven. Mediaplaza is een initiatief van ROC Midden Nederland. In eerste instantie richt de planvorming zich op mogelijke vestiging op Oliemolenkwartier. Participatie in stichting iMMovator: de stichting iMMovator Cross Media Network is een netwerkorganisatie en expertisecentrum gericht op versterking van de mediasector in de Noordvleugel. Media, ICT en creatieve industrie vormen hun belangrijkste doelgroepen. iMMovator heeft zich in de afgelopen jaren stevig gepositioneerd in het bedrijfsleven, de overheid en kennis- en onderwijsinstellingen. Met ons voornemen om te participeren willen we gebruik maken van de faciliteiten en projecten die worden ontplooid om zo de relaties ICT-media en creatieve industrie-media te versterken. Verder willen we de ervaring van iMMovator met de
12
ontwikkeling van leerbedrijven inzetten voor de realisatie van Mediaplaza. We werken onze voorgenomen participatie verder uit in overleg met iMMovator. Marktonderzoek: om beter inzicht te verwerven in de Amersfoortse ICT-sector en daaraan gerelateerde bedrijvigheid is verdiepend marktonderzoek nodig. Dit werken we de komende maanden verder uit. Op basis van de resultaten kunnen we onze ambities verder concretiseren, zijn we beter in staat mogelijke partners vanuit het bedrijfsleven te identificeren en met hen kansrijke activiteiten op te zetten.
Tabel 4.2: Acties programmalijn 2: ICT en Breedband 2.1 Doorontwikkeling BreedNet Amersfoort Korte termijn: Toezicht / beheerrol BreedNet Amersfoort Stimuleren van dienstenontwikkeling in combinatie met andere projecten als BreedNet Noordvleugel, Dutch Game Factory en Creative Cities
2.2 BreedNet Noordvleugel Korte termijn: Vraagbundeling voor interlokale verbindingen ten behoeve van de koppeling van BreedNet Amersfoort aan andere glasvezelnetwerken in de Noordvleugel Dienstenontwikkeling 2.3 ICT-innovaties Korte termijn: Realisatie Dutch Game Factory. Uitwerking resultaten werkatelier Gaming in samenwerking met Worldvision Gesprekken voor Mediaplaza Participatie in iMMovator voor de versterking van de relatie ICT en creatieve industrie Marktonderzoek Gesprek organiseren hoe de aansluiting tussen behoeften ICT-bedrijven en aanbod onderwijsinstellingen in de stad verbeterd kan worden
4.4
Langere termijn: Verkennen van mogelijke dienstenontwikkeling in maatschappelijke sectoren. Dit wordt mede bekeken vanuit de ontwikkeling van (toekomstige) glasvezelnetwerken voor consumenten en de mogelijke verbinding van deze netwerken met BreedNet Amersfoort.
Langere termijn: Benutting kansen voor verbinding BreedNet met andere glasvezelnetwerken binnen en buiten de Noordvleugel
Langere termijn: Verkennen van mogelijkheden om de ICT-sector te versterken, bijvoorbeeld door grote ICTbedrijven te benaderen voor samenwerking of inventariseren behoefte bij kleinere ICTbedrijven aan netwerkbijeenkomsten gericht op kennisdeling Verkennen van de mogelijkheden om relatie tussen ICT en onderwijs / arbeidsmarkt te versterken, bijvoorbeeld door organisatie van Amersfoortse ICT-bedrijvenmarkt om ICTstudenten / -afgestudeerden te verbinden aan ICT-bedrijven in de stad Inspelen op kansen voor benutting ICTinnovaties en ICT-toepassing in relatie tot maatschappelijke thema’s als zorg, veiligheid, onderwijs en duurzaamheid. Versterken samenwerking in de regio voor crosssectorale innovaties, bijvoorbeeld met Utrecht (ICT en life science/zorg), Almere (ICT en zakelijke diensten) of Hilversum (ICT en media).
Kennis en Groei
Belang van kennis en groei Groei kent diverse ingrediënten. Zo is de aanwezigheid van kennis en ambitie van belang voor innovaties die leiden tot groei. Concurrentie van nieuwkomers dwingt bestaande bedrijven om te
13
(blijven) vernieuwen. Internationalisering biedt nieuwe kansen voor Amersfoortse bedrijven, maar betekent ook toenemende concurrentie van buiten. Een vitale economie kenmerkt zich door een continue dynamiek van vernieuwing en groei: nieuwe bedrijvigheid (starters of nieuwkomers uit binnen- en buitenland), groeiende bedrijven, investerende bedrijven of bedrijven die nieuwe markten aanboren (bijvoorbeeld door export of crosssectorale innovaties). Uit verschillende studies blijkt het economisch belang van snelgroeiende bedrijven. Snelle groeiers zijn bedrijven die in een aantal jaren, relatief en absoluut, een grote toename van de werkgelegenheid realiseren. Dat kan door omzetgroei op de binnenlandse markt, maar ook internationalisering kan bijdragen aan groei van het bedrijf. Snelgroeiende bedrijven kenmerken zich verder door een ambitieuze houding van de ondernemer. Die is gedreven om het bedrijf door te ontwikkelen, zoekt naar kansen en weet deze veelal te benutten. Het blijkt dat snelle groeiers innovatiever zijn dan bedrijven die niet snel groeien. Ze introduceren vaker nieuwe producten of diensten en ze hebben veelal een duidelijke innovatiestrategie. Snelle groeiers beschouwen innovatie als een belangrijke factor die bijdraagt aan de groei van het bedrijf. Andersom geldt dat door innovaties snelle groeiers kunnen ontstaan. De inschatting is dat in Amersfoort zo’n 80 snelgroeiende bedrijven zijn gevestigd. De groei die snelle groeiers realiseren heeft ook spin-off voor de lokale en regionale economie. Toeleveranciers en afnemers kunnen ook profiteren van de ontwikkeling van snelgroeiende bedrijven. Ambities met kennis en groei Met de programmalijn Kennis en Groei willen we faciliteiten (helpen) creëren om snelgroeiende bedrijven aan de stad te binden, om internationalisering te bevorderen, om starters te stimuleren en om de relatie tussen bedrijven en kennis- en onderwijsinstellingen te verbeteren.
Hierbij zoeken we naar verbinding met de doelgroepen uit de andere twee programmalijnen van dit innovatieprogramma, maar we maken op voorhand geen onderscheid naar speerpuntsectoren. Ook bedrijven in bijvoorbeeld de (reguliere) zakelijke diensten, handel, bouw of industrie kunnen de potentie hebben om snel te groeien. Het gaat erom dat groeikansen in de stad worden benut, dat ambitieuze ondernemers kunnen professionaliseren en groeien en dat daarmee extra economische spin-off ontstaat. De activiteiten vertonen dan ook deels overlap met andere activiteiten vanuit ons Plan van Aanpak Economie (2004) die in brede zin ondernemerschap stimuleren en niet alleen over innovatie gaan. Lopende activiteiten: Op Bedrijvenpark Vathorst zijn vergevorderde plannen voor de realisatie van een broedplaats voor snelle groeiers. In het concept-business plan van de ontwikkelaar zijn diverse partijen betrokken om ondernemers naast huisvesting ook diverse faciliteiten te bieden In samenwerking met de projectontwikkelaar gaan we verder met de uitwerking en realisering van de plannen. In samenwerking met een projectontwikkelaar gaan we verder met de uitwerking van plannen voor een broedplaats voor starters aan Stadsring 181. Nieuwe activiteiten: Groeilink: medio 2007 is in Amersfoort Groeilink gestart. In dit project werken meerdere steden binnen de Noordvleugel, de Taskforce Innovatie regio Utrecht en de Amsterdamse Innovatie Motor samen. Groeilink is een platform dat snelle groeiers in de Noordvleugel bij elkaar brengt. Het platform regelt dat talentvolle groeiondernemers elkaar ontmoeten en dat zij met ervaren (ex)snelle groeiers in contact kunnen komen om kennis en ervaringen uit te wisselen. Het netwerk moet op termijn zelfstandig gaan functioneren. Groeilink wordt betrokken bij de realisering van de broedplaats voor snelle groeiers op Bedrijvenpark Vathorst. Participatie in World Trade Center (WTC): we hebben het voornemen om in samenwerking met Almere te participeren in de WTC organisatie voor het gebied Almere-Amersfoort. WTC is een
14
bedrijvenkring voor internationaal opererende bedrijven en biedt diverse faciliteiten ter stimulering van internationale handel en ondernemerschap. We ambiëren op termijn de vestiging van een WTC gebouw in Amersfoort. We werken onze voorgenomen participatie verder uit in overleg met de WTC organisatie. Tabel 4.3: Acties programmalijn 3: Kennis en Groei 3.1 Facilitering ambitieuze ondernemers (snelle groeiers) Korte termijn: Langere termijn: Groeilink: netwerk en faciliteiten voor snelle Verbreding activiteiten vanuit Groeilink groeiers in de Noordvleugel (benutten van het gecreëerde netwerk voor Broedplaats voor snelle groeiers op Vathorst bijeenkomsten, faciliteiten etc.) 3.2 Bevorderen internationalisering Korte termijn: In gesprek met WTC over participatie in business club World Trade Center Almere Amersfoort (regio Flevoland, Gooi en Vechtstreek, Eemland)
Langere termijn: Realisatie van WTC gebouw Samenwerking met intermediaire organisaties voor internationale ondernemers (exportbevordering, internationale acquisitie etc.)
3.3 Startersbeleid Korte termijn: Uitwerken startersbeleid Participatie in Stichting Nieuwe Bedrijvigheid Broedplaats voor starters: o.a. aan Stadsring 181 en Amersfoort Vernieuwt
Langere termijn: Uitvoering startersbeleid Verkennen van mogelijkheden om relatie onderwijs – starters – bedrijfsleven te versterken, bijvoorbeeld ondersteuning opleiding Small Business als proeftuin voor innovatieve starters
3.4 Kennis en Onderwijs Korte termijn: Ondersteuning Dienstendesk Hogeschool Utrecht Amersfoort In gesprek met Centrum voor Ondernemerschap en Innovatie (CVOI) op het Science Park in Utrecht om kansen te verkennen voor samenwerking en netwerkvorming tussen Amersfoortse bedrijven en kennisinstellingen op het Science Park Verkennen meerwaarde activiteiten Universiteit Utrecht op het gebied van kennisvalorisatie ten gunste van Amersfoortse bedrijfsleven
4.5
Langere termijn: Samenwerking met kennis- en onderwijsinstellingen
Uitvoeringsagenda
Een belangrijk uitgangspunt van dit innovatieprogramma is dat we samen met onze partners binnen en buiten de stad werken aan de uitvoering. Iedere partij zet zich in vanuit zijn eigen kracht en gebruikmakend van de eigen netwerken en contacten. Dit betreft organisaties als de Taskforce Innovatie, Syntens, de Kamer van Koophandel, de VAB, de Hogeschool Utrecht Amersfoort, ROC Midden Nederland, ROC ASA, de Universiteit Utrecht, het Ministerie van EZ, de provincie Utrecht en de gemeenten in de Noordvleugel. In deze paragraaf benoemen we de organisatorische en generieke acties die bijdragen aan het versterken van de lokale organisatiekracht en (regionale) samenwerking.
15
Bekrachtigen van ambities en samenwerking in een coalitie en innovatieagenda We investeren in de samenwerking met onze partners. Dit willen wij bekrachtigen door een coalitie te vormen met belangrijke spelers in de stad vanuit het bedrijfsleven, intermediaire organisaties en kennis- en onderwijsinstellingen. De ambities uit het innovatieprogramma vormen het vertrekpunt voor de coalitie en kunnen verder worden verbreed tot andere ambities die hier ondersteunend aan zijn. Van deelnemende partijen wordt hun inzet in de uitvoering gevraagd. In de komende maanden werken wij met onze partners aan vorming van deze coalitie.
Vanuit de coalitie stellen we jaarlijks een innovatieagenda op. Hierin maken we met onze partners afspraken over wat we in dat jaar willen bereiken, hoe we de taken en verantwoordelijkheden verdelen en wat er nodig is – in capaciteit en investeringen – om de jaardoelen te halen. De eerste innovatieagenda voor 2008 stellen we eind 2007 op. Innovatiemanager Uitvoering van dit innovatieprogramma vraagt om personele capaciteit. Voor 2007 hebben wij extern een innovatiemanager aangetrokken. De innovatiemanager is aanjager en procesbewaker. De innovatiemanager activeert partijen in de stad en brengt partijen bij elkaar die hun inzet willen leveren voor de actielijnen en concrete projecten realiseren. De aandacht gaat in 2007 primair uit naar de programmalijn Amersfoort Creatieve Stad en waar mogelijk zal de innovatiemanager ook op de andere twee programmalijnen worden ingezet. De rol, financiering en inzet van de innovatiemanager betrekken we bij de vorming van de coalitie en het opstellen van de innovatieagenda 2008. Taskforce Innovatie regio Utrecht Sinds de oprichting in 2005 participeert de gemeente Amersfoort in de Taskforce Innovatie regio Utrecht (TFI). In de TFI participeren ook de provincie en gemeente Utrecht, Kamer van Koophandel, hoger onderwijs, kennisinstellingen en het bedrijfsleven. De TFI werkt als intermediair tussen bedrijven en kennisinstellingen, en fungeert als aanjager van nieuwe initiatieven. De speerpuntsectoren van de TFI, waaronder de creatieve sector, ICT en zakelijke dienstverlening, sluiten aan op de Amersfoortse ambities. Doel is om in de komende jaren de TFI meer zichtbaar te maken voor de stad door meer activiteiten en projecten in Amersfoort uit te voeren. De TFI heeft een belangrijke rol in de realisatie van diverse onderdelen uit de drie programmalijnen.
De huidige programma- en financieringsperiode van de TFI loopt tot en met 2008. We zijn in gesprek over onze betrokkenheid bij de doorontwikkeling van de TFI vanaf 2009. De ambities in dit innovatieprogramma vormen hierbij onze inzet. Wij denken mee over de rol, focus en werkwijze van de nieuwe regionale organisatie. Het is van belang dat de nieuwe organisatie ook herkenbaar is en aantoonbare meerwaarde heeft voor de ontwikkeling van het innovatief vermogen van het Amersfoortse bedrijfsleven. 4.6 Communicatie Met dit innovatieprogramma zetten we onze inzet neer voor samenwerking met partners in de stad en de regio. Een brede bekendheid van onze ambities is gewenst. Bij de vaststelling van dit innovatieprogramma zal een persbericht worden opgesteld. Het innovatieprogramma komt digitaal beschikbaar op de website. We vragen onze partners in hun nieuwsuitingen (nieuwsbrieven, website e.d.) te berichten over dit innovatieprogramma. In de uitvoering zal de komende jaren regelmatig communicatie plaatsvinden over de voortgang. Daartoe werken we een communicatieplan uit om consequent en samenhangend te communiceren. Dit communicatieplan is tevens richtinggevend voor de communicatie en bredere boodschap die vanuit de verschillende projecten wordt verzorgd.
16
5. Financiële investeringen 5.1 Investeringsstrategie Dit innovatieprogramma is een van de bouwstenen voor de versterking van de economische kracht van Amersfoort. De ambities van dit programma vergen financiële investeringen. In de concept-nota ‘Een ruimtelijke financieringsagenda voor Amersfoort’ (juni 2007) wordt geconstateerd dat de toekomstige financiële ruimte om alle gemeentelijke ambities te realiseren onder druk komt te staan. Om dit te ondervangen is het onder andere nodig dat budgetten slimmer worden gebundeld en meer wordt ingezet op het verwerven van externe middelen. Voor het innovatieprogramma laat dit zich nu al voelen. In dit hoofdstuk geven we eerst aan hoe we strategisch omgaan met de financieringsopgave om vervolgens in paragraaf 3.2 de financiële consequenties in te vullen. In hoofdstuk 1 hebben we aangegeven dat het innovatieprogramma een ontwikkelingsgericht karakter heeft. Vanuit een momentopname schetsen we een toekomstige richting die we met onze partners verder kleuring gaan geven. Niet alle acties kunnen we nu al concreet invullen en voor een deel gaat het om het verkennen van nieuwe kansen waarbij ook de inzet door onze partners van belang is. Voor het succes van dit innovatieprogramma zal ook het aantal partners en de totale inzet die zij plegen, moeten toenemen. Dit betekent dat de financiële consequenties (op lange termijn) niet volledig inzichtelijk zijn. Met de huidige financiële mogelijkheden realiseren we een deel van de ambities die betrekking hebben op lopende activiteiten. Daarnaast is extra financiële inzet nodig. Hiervoor zullen we tezijnertijd nadere voorstellen doen. De vertaling van de ambities op langere termijn naar concrete projecten is mede afhankelijk van toekomstige besluitvorming over de financiële inzet. In 2011 vindt evaluatie en actualisatie van dit innovatieprogramma plaats waarbij de dan beschikbare middelen zullen worden betrokken. Tegen deze achtergrond is onze investeringsstrategie gebaseerd op drie pijlers: Publieke inzet als vliegwiel voor private investeringen Benutting van kansen rond subsidieprogramma’s Bundeling van financiële inzet met partners Publieke inzet als vliegwiel voor private investeringen Met dit innovatieprogramma richten wij ons op facilitering, ondersteuning en promotie van kansrijke bedrijvigheid in Amersfoort. Bedrijven investeren in innovatie, waarbij de gemeente met partners kan investeren in goede randvoorwaarden. Deze randvoorwaarden kunnen in principe voor alle bedrijven profijt opleveren. Uitgangspunt bij de inzet van publiek geld is dat dit vergezeld gaat van private (vervolg)investeringen. In het verlengde hiervan is het streven dat de initiatieven waarin we nu financieel bijdragen, op termijn zoveel mogelijk zelfstandig gaan functioneren. Benutting van kansen rond subsidieprogramma’s Stimulering van kennisuitwisseling en innovatie staat hoog op de politieke agenda bij hoge en lagere overheden. Er zijn diverse subsidieprogramma’s om lokaal en regionaal ambitieuze projecten financieel te ondersteunen. Hiervoor is gemeentelijke (en regionale) co-financiering vereist. In de volgende paragraaf wordt uiteengezet dat een fors hogere inzet vanuit gemeentelijke middelen nodig is om de volledige potentie te benutten.
17
Bundeling van financiële inzet met partners Onze financiële inzet bundelen we met de inzet van onze partners als de TFI, de Kamer van Koophandel, de VAB en overheidspartners in de Noordvleugel. Door zowel bestaande als nieuwe middelen bij diverse partijen te bundelen, ontstaat de vereiste massa om kansrijke projecten in Amersfoort en de regio te realiseren. Dit vergroot tevens de kansen voor honorering van projectvoorstellen in het kader van Pieken in de Delta en het Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling (EFRO).
5.2 Financiële consequenties Gemeentelijke middelen Dit innovatieprogramma bouwt voort op lopende activiteiten en spreekt ambities uit voor aanvullende activiteiten in de toekomst. Vanuit gemeentelijke middelen is EZ-budget (onderdeel van programma 7 Economie en Bereikbaarheid) beschikbaar. Het EZ-budget bestaat uit middelen voor het stimuleren van creatieve economie (2007 en 2008) en uit jaarlijks budget voor algemene economische stimulering (waarvan een deel voor de uitvoering van dit innovatieprogramma wordt gebruikt). Daarnaast zijn er voor enkele broedplaatsen projectgebonden middelen danwel zullen voorstellen daarvoor nog worden ingediend. Inzetten op externe middelen Het EZ-budget en projectbudgetten zetten we zoveel mogelijk in als co-financiering voor externe inkomsten zoals GSB Economie, provinciale subsidies, Pieken in de Delta en EFRO. Dergelijke inkomsten zijn nodig om het volledige ambitieniveau van dit innovatieprogramma te realiseren en om voldoende slagkracht en continuïteit te waarborgen.
Onderstaand geven we eerst aan wat via externe middelen de investeringspotentie is. We geven een kort overzicht van de meest relevante subsidiebronnen van dit moment (dit is geen volledig overzicht, ook op het gebied van bijvoorbeeld ruimtelijke ordening, cultuur en onderwijs kunnen er voor bepaalde projecten subsidiemogelijkheden zijn). We maken vervolgens inzichtelijk dat deze potentie op basis van de huidige begrotingsruimte nog maar voor een klein deel wordt benut. GSB Economie Met het Rijk zijn afspraken gemaakt in het kader van het Grote Stedenbeleid (GSB). Innovatie heeft een prominente plek in het Amersfoortse programma voor GSB Economie. De middelen voor GSB Economie zijn tot en met 2009 beschikbaar, waarvan voor kennis en innovatie in 2008 en 2009 nog ruim 1 miljoen euro beschikbaar is (het totale budget in de periode 2005-2009 is 2,3 miljoen euro). Of en hoe het Grote Stedenbeleid vanaf 2010 wordt voortgezet is nog niet duidelijk. Provinciaal beleid De provincie Utrecht zet in haar Economisch Beleidsplan 2007-2011 sterk in op kennis en innovatie. Naast bestaande gelden voor bijvoorbeeld Cultuur & Economie, de TFI, breedband en de acquisitie van kennisintensieve bedrijven is tot en met 2011 bijna 6 miljoen euro nieuw geld beschikbaar. Pieken in de Delta Het Ministerie van Economische Zaken is in 2006 gestart met het programma Pieken in de Delta. De Noordvleugel is één van de zes prioritaire gebieden binnen Pieken in de Delta. In 2006 heeft dit geleid tot de honorering van drie projecten waarin Amersfoort participeert: Creative Cities, BreedNet Noordvleugel en Dutch Game Factory. Het programma Pieken in de Delta heeft een looptijd tot 2010. Voor de gehele Noordvleugel is in 2007-2010 42 miljoen euro beschikbaar. EFRO Het Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling (EFRO) loopt van 2007-2013. De inhoudelijke kaders van EFRO leggen veel nadruk op stimulering van kennis, innovatie en versterking van kansrijke clusters zoals creatieve industrie, ICT en zakelijke diensten. Op basis van de afspraken binnen Landsdeel West (de vier grote steden in de Randstad en de vier provincies) is binnen de
18
provincie Utrecht (exclusief gemeente Utrecht) bijna 8 miljoen euro beschikbaar voor kennis en innovatie. De gemeente Amersfoort heeft eind 2006 met de provincie Utrecht een intentieovereenkomst gesloten over de gezamenlijke ambities en financiële inzet in het kader van EFRO. De provincie heeft apart middelen voor co-financiering beschikbaar. Investeringspotentie: ongeveer 20 miljoen euro Amersfoort heeft een sterke uitgangspositie om aanspraak te maken op een substantieel deel van de regionale investeringsprogramma’s. Amersfoort heeft qua omvang en economische vitaliteit een belangrijke positie binnen de provincie Utrecht (EFRO en provinciale subsidies) en de Noordvleugel (Pieken in de Delta). Door vanuit gezamenlijke ambities met onze partners samen te werken en als voldoende cofinanciering beschikbaar komt, bedraagt de totale investeringspotentie in Amersfoort de komende vier jaar ongeveer 20 miljoen euro: 10 miljoen euro subsidie en 10 miljoen euro gemeentelijke cofinanciering. Om de vereiste co-financiering te verkrijgen zijn fysieke en niet-fysieke investeringen nodig, afhankelijk van de betreffende subsidieregeling. Ongeveer 8 miljoen euro van de co-financiering zal met fysieke investeringen beschikbaar kunnen komen (broedplaatsen, grondexploitaties, inbreng vastgoed of grondwaarde). Ongeveer 2 miljoen euro zal niet-fysieke investeringen betreffen. De totale co-financiering zal vanuit het EZ-budget en diverse projectbudgetten / grondexploitaties voor broedplaatsen gegenereerd worden. Huidige mogelijkheden: ongeveer 10% van de totale investeringspotentie Onderstaande tabel laat de huidige financiële mogelijkheden voor de periode 2008-2011 zien. De bedragen zijn afgerond. Ter vergelijking is ook het budget van 2007 opgenomen dat voor een deel al is uitgegeven en voor het resterende deel is gereserveerd in lopende activiteiten.
Tabel 5.1: Huidige middelen innovatieprogramma 2007
2008
Bijdragen uit gemeentebegroting (potentiële co-financiering) EZ-budget 200.000 225.000* Projectbudgetten broedplaatsen: Oliemolenkwartier pm Wagenwerkplaats** pm Amersfoort Vernieuwt 75.000 Ondernemerscentrum Vathorst pm Starterscomplex Stadsring 181 pm Totaal gemeente 200.000 300.000
2009
2010
2011
20082011
150.000
200.000
200.000
775.000
pm pm 75.000 pm pm 225.000
pm pm pm
pm pm pm
200.000
200.000
925.000
pm pm pm
250.000 800.000 pm pm pm pm
Bijdragen uit subsidies GSB Economie niet-fysiek GSB Economie fysiek (broedplaatsen) Pieken in de Delta EFRO Provincie Totaal extern
100.000 50.000 190.000 35.000 375.000
125.000 400.000 pm pm pm pm
125.000 400.000 pm pm pm pm
pm pm pm pm
* Voor 2008 doen we in de meerjarenbegroting 2008-2011 een voorstel voor extra budget voor het stimuleren van creatieve economie. ** Voor Wagenwerkplaats is in 2008 € 1.000.000 beschikbaar voor restauratie van het dak van de Verenloods. Doordat uitvoering direct in 2008 start is subsidie in het kader van EFRO en Pieken in de Delta niet meer mogelijk. Derhalve is dit budget niet opgevoerd als potentiële co-financiering, maar het is wel een substantiële investering in de ontwikkeling van Wagenwerkplaats voor creatieve economie.
De tabel laat zien dat in vergelijking met 2007 de financiële mogelijkheden vanuit het huidige EZbudget voor 2008-2011 ongeveer op hetzelfde niveau blijven. Daarmee is nog niet voorzien in de geambieerde extra inspanningen. Verder is de omvang van toekomstige projectbudgetten voor
19
broedplaatsen nog niet bekend. De gemeentelijke middelen die we met zekerheid kunnen inzetten voor co-financiering bedragen de komende vier jaar totaal € 925.000. Dit is minder dan 10% van de investeringspotentie. Invulling van de investeringspotentie 2008-2011 Onderstaand geven we een grove indicatie hoe we de investeringspotentie van ongeveer 20 miljoen euro voor 2008-2011 willen invullen.
Tabel 5.2: Begrotingschets 2008-2011 Activiteiten
Niet-fysiek waarvan: - projecten/participaties als ACS, Creative Cities, Dutch Game Factory, BreedNet, Mediaplaza, Groeilink, WTC, TFI, iMMovator etc. - menskracht voor regie, ondersteuning en uitvoering
Huidige middelen Vereiste middelen 2008-2011 voor ambities 2008-2011 € 775.000 € 2.000.000 € 550.000
€ 1.400.000
€ 225.000
€ 600.000
Fysiek (broedplaatsen in Oliemolenkwartier, Wagenwerkplaats, Amersfoort Vernieuwt, Bedrijvenpark Vathorst, Stadsring 181 etc.)
€ 150.000
€ 8.000.000
Totaal gemeente
€ 925.000
€ 10.000.000
Totaal extern (o.a. GSB, EFRO, Pieken in de Delta, provincie)
€ 1.050.000
€ 10.000.000
Totale investeringspotentie (gemeente + extern)
€ 1.975.000
€ 20.000.000
Bovenstaande tabel schetst op hoofdlijnen een begroting van de ambities. Er is nog een fors verschil zichtbaar in de huidige middelen en de vereiste middelen. Een meerjaren reservering van voldoende omvang is nodig om met partners duurzame afspraken te kunnen maken en om efficiënt in te kunnen spelen op de kansen van diverse subsidieregelingen. In onze begrotingsvoorstellen voor de programmabegroting 2008-2011 zijn reeds extra middelen voor het stimuleren van creatieve economie opgenomen van € 250.000 in 2008. Onder voorbehoud van besluitvorming door de raad (november 2007) willen we dit inzetten voor activiteiten voor de programmalijn Amersfoort Creatieve Stad (waaronder broedplaatsen) en de relatie ICT en creatieve industrie (zie hoofdstuk 4). Toekomstige voorstellen voor niet-fysieke investeringen Voor niet-fysieke projecten is over meerdere jaren behoefte aan extra middelen die op voorhand zijn gereserveerd voor de ambities van dit innovatieprogramma. Dit is nodig om met name ook op langere termijn voldoende activiteiten te kunnen blijven ondersteunen (zie bovenstaande begrotingsschets 2008-2011). Dit voorziet in de eerste plaats in de financiering van projecten of de participatie in organisaties waarmee diverse faciliteiten voor ondernemers beschikbaar komen (netwerkvorming, innovatievouchers, scholing en training, projectondersteuning etc.). Daarnaast is menskracht nodig voor ondersteuning, regie en verbinding van verschillende projecten en organisaties zoals de innovatiemanager, externe specialisten en uitvoerende mensen voor bijvoorbeeld de organisatie van bijeenkomsten. De dekking en de nadere invulling van de financiën voor 2008-2011 werken we verder uit en mogelijke voorstellen worden volgend jaar betrokken bij de begrotingsbehandeling.
20
Toekomstige voorstellen voor fysieke investeringen Voor fysieke projecten volgen voorstellen op basis van concrete projectplannen. Gezien de grote opgaven in de stad en door budgetten slim te bundelen, verwachten wij de financiële ruimte hiervoor te vinden. Met de middelen die zijn verbonden aan dit innovatieprogramma (GSB Economie en EZ-budget) kan de realisatie van broedplaatsen reeds voor een (klein) deel worden gefinancierd. Het overgrote deel komt uit andere bronnen (bijvoorbeeld grondexploitaties) en private investeringen, dit verschilt per project.
De middelen voor broedplaatsen vormen stimuleringsbudget (bijvoorbeeld een bijdrage in de planvorming, de onrendabele top van het vastgoed of de beheerexploitatie) waarbij we inzetten op de realisatie van niet-fysieke maatregelen: faciliteiten voor ondernemerschap en andere organisatorische activiteiten. Daarmee ontstaat wisselwerking tussen de fysieke en niet-fysieke projecten in dit innovatieprogramma. De herontwikkeling van Oliemolenkwartier vergt een forse financiële investering waar momenteel nog geen dekking voor is. We werken momenteel aan een plan van uitvoering. Op basis hiervan zullen we tevens met financiële voorstellen komen. Een deel van de financiering kan uit GSB Economie en EZ-budget plaatsvinden. De mogelijkheden voor een EFRO-aanvraag worden verkend, waarbij voldoende co-financiering gevonden moet worden. Voor Amersfoort Vernieuwt werken we aan plannen voor het stimuleren van wijkeconomie waarbij de realisatie van broedplaatsen in (tijdelijk) vrijkomende gebouwen wordt bekeken. Indicatief wordt rekening gehouden met een bijdrage van € 300.000 (50% uit GSB Economie en 50% uit Amersfoort Vernieuwt). Daarnaast wordt private inzet (ontwikkelaars of woningcorporaties) gevraagd. Vanuit de markt is er interesse om op Bedrijvenpark Vathorst en Stadsring 181 broedplaatsen te realiseren. Voor Bedrijvenpark Vathorst zijn in het kader van de grondtransactie met de ontwikkelaar afspraken gemaakt over de realisatie van de broedplaats voor snelle groeiers en de voorwaarden voor een gemeentelijke bijdrage ter stimulering van de planrealisatie. Voor Stadsring 181 zijn we met de ontwikkelaar in gesprek over de invulling als broedplaats, de niet-fysieke faciliteiten en een mogelijke financiële bijdrage die we daaraan willen verbinden. Voor Wagenwerkplaats wordt nog geen rekening gehouden met inzet van middelen die zijn verbonden aan dit innovatieprogramma. Wel is in de begroting voor 2008 1 miljoen euro beschikbaar voor de restauratie van de Verenloods. Voor andere delen van Wagenwerkplaats vindt de idee- en planvorming nog plaats. Eventuele financiële voorstellen zullen hieruit volgen.
21
Bijlage 1
Centrale ligging van Amersfoort
West-Nederland
Noord-Nederland
- Internationale Hot Spot: Mainports Schiphol en Rotterdam Haven Zakelijke diensten (Amsterdam, Schiphol) Vrede en Recht (Den Haag) - Innovatie Hot Spot Creatieve industrie, ICT (Amsterdam, Almere) Life science, food en flowers (Leiden, Aalsmeer, Bollenstreek, Zaanstreek, Westland) Petrochemische, staal- en havenindustrie - Universiteiten in Amsterdam, Leiden, Delft, Rotterdam
- Potential Hot Spot duurzaamheid: Agribusiness, life science (Groningen – Friesland) Energy Valley (Groningen / Slochteren) Waterzuivering (Leeuwarden) Eemsdelta / Waddenzee - Universiteit Groningen - Logistiek knooppunt naar Noord- en Oost-Europa
Amersfoort / Midden-Nederland - Innovatie Hot Spot Amersfoort Ontwerp- en Adviesstad ICT, gaming, multimedia en breedbandtechnologie (Amersfoort, Utrecht, Hilversum) Life Science (Regio Utrecht/UMCU) en agribusiness (Eemland, Gelderse Vallei) - Nationaal Kennisknooppunt: Zakelijke diensten (o.a. (inter)nationale hoofdkantoren, ICT, consultancy, zorgverzekeraars) Universiteiten in Utrecht (met academisch ziekenhuis) en Breukelen en talrijke verwante kennisinstituten Taskforce Innovatie regio Utrecht: samenwerking vier o’s (ondernemingen, onderwijs, onderzoek, overheid) Congres-, beurs- en vergadercentrum van Nederland
Bereikbaarheid vanuit Amersfoort Binnen Midden-Nederland Naar West-Nederland Naar Oost-Nederland Naar Noord-Nederland Naar Zuid-Nederland
Zuid-Nederland - Innovatie Hot Spot industrie en technologie rond Brainport Eindhoven (Eindhoven-Aachen-MaastrichtLuik-Leuven) - Universiteiten in Eindhoven, Tilburg en Maastricht - Internationale Noord-Zuid corridor: Kennisas A2 en Zeeland / West-Brabant tussen mainports en havenindustrie Rotterdam en Antwerpen
22
Auto 0-30 min. 30-45 min. 15-60 min. 60-90 min. 30-90 min.
OV 0-30 min. 30-45 min. 30-60 min. 90 min. 45-120 min.
Oost-Nederland - Innovatie Hot Spot voeding, gezondheid en technologie = Triangle: Food Valley (Wageningen) Health Valley (Arnhem-Nijmegen) Technology Valley (Twente) - Universiteiten in Wageningen, Twente en Nijmegen - Internationale West-Oost corridor (A1, A12)
Bijlage 2
Overzicht gesprekspartners
Leden Stuurgroep Innovatieprogramma (onder voorzitterschap van wethouder Mirjam van ’t Veld): Michel Bergshoef Provincie Utrecht Gaston Crolla Kamer van Koophandel Gooi- en Eemland Kees-Jan Groen Taskforce Innovatie regio Utrecht Pim Jonkman Scope Marcel de Rooij Twynstra Gudde Jaco Uittenbogaard Vereniging van Amersfoortse Bedrijven (VAB) Deelnemers focusgroep: Niels van den Akker Arno Albers Carlijn Balt Peter van Breugel Adri Dortland Wim Engels Peter Enkelaar Win den Hartog André Heeringa Maria Himmelreich Jan Poolen Madelon Revermann Rob Smulders Richard Vollebregt
Xcellent Groep Wolter & Dros Lavitaz Reproka ROC Midden Nederland Aurelia Schipper Bosch Amercom Van Hoogevest Groep Himmelreich Poolen Architekten Madelon Revermann Smulders audiovisueel, creatie & presentatie Twynstra The Bridge
Overzicht gesprekspartners innovatieprogramma algemeen: Harm Altena Taskforce Innovatie regio Utrecht Michel Bergshoef Provincie Utrecht Rolf Bossert Syntens Gaston Crolla Kamer van Koophandel Gooi- en Eemland Dany Jacobs Rijksuniversiteit Groningen Jan Poortman Kamer van Koophandel Gooi- en Eemland Wim Pot Vereniging van Amersfoortse Bedrijven Marieke van Putten Ministerie van Economische Zaken Louis Roxs Taskforce Innovatie regio Utrecht Ron Snel Provincie Utrecht Martin Thies Taskforce Innovatie regio Utrecht Jaco Uittenbogaard Vereniging van Amersfoortse Bedrijven
23
Overzicht gesprekspartners op specifieke programmalijnen: Ben Alfrink Skill City Bas Allart Centrum voor Ondernemerschap en Innovatie Niels van den Akker Xcellent Groep Harrie Bemelmans Hogeschool Utrecht Amersfoort Nico van den Brink Syntens Win den Hartog Amercom Iza Kahraman CAPVolmac Adem Kumcu Universiteit Utrecht Rick van der Linde Groeilink Ton van Mil Stichting iMMovator Peter den Ouden Syntens Rhett Oudkerk Pool Kahuna Groep Frank Perquin Business Relatie Erik Soonieus Alares Viktor Wijnen Dutch Game Factory
Deelnemers werkatelier ‘Snelle Groeiers:’ De heer R. Wiekenkamp Cmotions BV De heer R. Oudkerk Pool Kahuna Groep De heer P. Ros Admium De heer R. de Groot Mondea B.V. De heer F. Hendriks Everett (Aduna) De heer H. de Rijke Vicus eBusiness De heer H. van Rouwendaal Varoda Packaging De heer G. Bouw Covebo B.V. De heer D. van Essen Covebo B.V.
24