VAN DE REDACTIE
VOC/VIO Symposium 2015 Military Staff Officer MINUSMA
Met het JISTARC naar Mali
Tankontwikkelingen in Rusland Jaargang 76 - uitgave 343 nummer 2 - 2015
RMWO4 Cor van Bemmel VOC Mededelingen
INDEX Ereleden oud-res-lkol J. Moes, oud-res-maj E.J. Vinkhuyzen, oud-res-elnt ir. J.J. Heyse, bgen b.d. J.M.A. Thomas, lgen b.d. A.J.G.M. Blomjous,
UITGAVE 343
res-ritm jhr. ir. M.O.M. van der Goes.
Dagelijks bestuur
New! Ultralightweight combi tools for tactical cutting & spreading • Compact design: Easy to add to your kit • Extremely lightweight: Easy to carry and handle • Ready for use with integrated hydraulic hand pump • Suited for tactical operations • Choice between models HCT 5111 ST (highest spreading force) and HCT 5117 ST (highest spreading distance) Watch the video:
genm b.d. jhr. J.H. de Jonge oud-res ritm. F.C. Fontein res-elnt drs. R.J. Groot res-elnt mr. C.D.J. Bijleveld ritm b.d. G.H. Snellen lkol b.d. D.G.G.M. Alexander maj L.J.J. Reinders lkol D.M. Brongers oudres-ritm drs. J.M.S. van Griethuysen
voorzitter vice-voorzitter secretaris penningmeester ledenadministratie bestuurslid bestuurslid toehoorder redactie toehoorder MNC
ck S. Everaerts
toehoorder Kilacadmon
Secretariaat res-elnt drs. R.J. Groot, Graaf Florislaan 64, 1405 BW
4
Van de Voorzitter
5
VOC & VIO Symposium 2015: Mali
7
Military Staff Officer MINUSMA
13
Met het JISTARC naar Mali
21
Tankontwikkelingen in Rusland
27
200 jr Regiment Huzaren Prins van Oranje
35
Een eerbetoon aan Cor van Bemmel
37
Algemene Vergadering Dordrecht
39
Kapper Henk Mulder
41
Boekbespreking: Quatre Bras!
44
VOC-Mededelingen
45
Personeel
51
Bussum, T: 06 - 53408840 - E:
[email protected]
Ledenadministratie, aanmelding lidmaatschap ritm b.d. G.H.Th. Snellen, Acaciastraat 4, 4921 MA Made, E:
[email protected], Rekeningnummer 159555 t.n.v. VOC te Bussum. De leden wordt verzocht aan dit adres opgave te doen van adreswijzigingen, benoemingen, bevorderingen, onderscheidingen, eervolle ontslagen enz. Inloggegevens voor het besloten (alleen leden) deel van de website kunnen alhier worden opgevraagd onder vermelding van uw naam, rang en geboortejaar.
Redactie kol A.A. Leuvering lkol D.M. Brongers lkol b.d. E. Westerhuis maj H. Plakke res-lkol F. Koolhof kap H.C.J. van Vulpen
voorzitter redactie vice-voorzitter redactie eindredactie redactielid redactielid redactielid
hr. Dennis Boom
redactielid
Overlijdensbericht
51
De redactie dringt er bij de scribenten op aan de kopij en de bijbehorende foto’s elektronisch (minimaal 300 dpi) aan te leveren. Overname van artikelen is toegestaan, mits de bron en de schrijver worden vermeld en een presentexemplaar van de publicatie
In Memoriam
52
wordt toegezonden aan de redactie van de VOC Mededelingen.
Regelmatig terugkerende bijeenkomsten
54
VOC-activiteitenkalender
55
Commerciële exploitatie Green Paper Association, Hr. J.J. Akkerman, Reijnier Vinkeleskade 14 B, 1071 SP Amsterdam, T: 06 - 53 56 95 50 E:
[email protected] Het adverteren door bedrijven in de VOC Mededelingen houdt niet in dat deze bedrijven automatisch de voorkeur hebben bij het verwerven van producten/diensten door het ministerie van Defensie.
Redactieadres lkol b.d. E. Westerhuis - Sprielderhout 36 - 3881 PT Putten T: +31 341 266630 - E:
[email protected] E:
[email protected] - W: www.voc-cavalerie.nl E:
[email protected]
Holmatro | Special Tactics equipment
[email protected] | www.holmatro.com
Van de redactie
Vormgeving Druk
DRUK Concept & Design
Coverfoto Achterblad
Fennek van het JISTARC in Mali
13
27
40
Practicum - Soest - www.practicum.nl
T-14 Armata tank (Rusland)
Kopij voor het volgende nummer inzenden voor 1 augustus 2015 VOC Mededelingen
3
VAN DE REDACTIE
VAN DE VOORZITTER
In mijn voorwoord van de VOC-Mededelingen nummer 1 van dit jaar riep ik u op om in grote getale deel te nemen aan het symposium jongstleden 2 april. Welnu, dat hebben we geweten! Meer dan vierhonderd deelnemers kwamen op dagen. Het was een groot succes; u leest er
Weer hoop voor de zware cavalerie... De wereld om ons heen staat in brand. Het is nog niet zo dichtbij en dus voelbaar als tachtig jaar geleden, maar weinigen zullen ontkennen dat de bedreigingen de laatste jaren sterk zijn toegenomen. De Russische beer lijkt uit zijn winterslaap ontwaakt te zijn en heeft ‘honger’. De Krim was het eerste slachtoffer, de Oekraïne wordt nu bedreigd en de Balkanstaten vrezen ook steeds meer van de Russische invloed. Daarnaast halen de gruweldaden van IS bijna dagelijks het nieuws en ook de ontwikkelingen in het Midden-Oosten stemmen verre van positief. Dat heeft het afgelopen jaar geleid tot een kleine kentering voor de uitgaven voor onze nationale Defensie: we gingen minder bezuinigen, maar let wel: we bezuinigen nog steeds! We geven nu zelfs procentueel minder aan Defensie uit dan tachtig jaar geleden in de tijd van het ‘gebroken geweertje’! Op 30 april kwam de Adviesraad Internationale vraagstukken (AIV), het belangrijkste adviesorgaan van de regering, met een opmerkelijke statement: het Defensiebudget dient met 3,3 tot 5,7 miljard omhoog te gaan als eerste aanzet om weer te groeien naar de 2% van de door de NATO geadviseerde uitgaven. Specifiek wordt er in dit advies tevens voor gepleit om de afgeschafte tanks weer aan de Nederlandse krijgsmacht toe te voegen. Zover is het nog niet, mogelijk dat we er in de volgende uitgave van de VOC-Mededelingen op terug komen. In dat kader treft u op de achterzijde van deze uitgave een afbeelding aan van een belangrijke dreiging, de T-14 Armata tank. De nieuwe Russische tank die, als je die afzet tegen onze huidige Leopard 2A6, daar niet meer voor onder doet. Logisch, want de Leopard-2 is immers een doorontwikkeling van een ontwerp uit de jaren zeventig van de vorige eeuw. Wederom met dank aan ritmeester Michael Pauw-Gerlings een artikel over deze Russische tankontwikkelingen. Ook geven we in twee artikelen ruim aandacht aan de huidige inzet van cavalerie-eenheden in Mali. Dit onderwerp was ook het centrale thema van het wederom
4
VOC Mededelingen
T-14 Armata tank (Rusland) zeer succesvolle symposium, georganiseerd door de VOC gezamenlijk met de Vereniging Infanterie Officieren in Stroe. Het bedrijfsleven gaf eveneens acte de presence, hetgeen de steeds nauwere samenwerking benadrukt tussen de gebruiker, de industrie en de kennisinstituten: de gouden driehoek. We staan uiteraard in dit lentenummer ook stil bij het verleden, zoals de gevallen cavaleristen sinds 200 jaar Koninkrijk. Het ontstaan van dat Koninkrijk werd o.a. mogelijk gemaakt door de veldslagen bij Quatre Bras en Waterloo. Brigadegeneraal b.d. Peer de Vries schreef er een inspirerend boek over; daarover een korte bespreking. Verder wordt u uiteraard weer op de hoogte gesteld van diverse VOCevenementen die onlangs hebben plaatsgevonden, zoals de druk bezochte Algemene Vergadering in Dordrecht, of die er binnenkort aankomen. Zie de VOC-activiteitenkalender. Tot slot graag uw aandacht voor een voor vele cavaleristen een heel bekend persoon: kapper Henk! Na een halve eeuw knippen van oud en jong haar, heeft hij helaas afscheid moeten nemen van zijn vertrouwde stek op de Bernhardkazerne. We staan er bij stil en danken kapper Henk voor zijn trouwe diensten voor vele generaties cavaleristen. De redactie wenst u weer veel leesplezier. ●
meer over in dit blad... Een maand later, op 2 mei, kwamen veel leden bijeen op de Algemene Vergadering in Dordrecht. Het beleid zoals voorgedragen door het bestuur werd gesteund en de financiën werden onder applaus gezond bevonden. Van belang is dat wij hier afscheid namen van onze ondervoorzitter oud-reserve luitenantkolonel mr. Dirk van Zuidam. Hij sprong ons bij in 2012 voor een beperkte tijd en werd nu afgelost. Dirk heeft drie jaar lang met vaste hand de coördinatie van de vele evenementen van de vereniging geleid. Hij kwam vaak met nieuwe initiatieven, stimuleerde de vernieuwing van de website, sleepte immer met vlag en tafeldoek van de vereniging van partij naar partij en liet zich door echtgenote Arna bijstaan in organisatie en uitvoering van de jaarlijkse ledenbijeenkomst. Wij zijn hen beide dank verschuldigd en wensen zijn opvolger, oud-reserve ritmeester Frans Fontein, hetzelfde plezier toe in deze functie. Gelukkig stemde de vergadering in met het herbenoemen van ritmeester b.d. Geert Snellen. Daarmee blijft ‘het geheugen’ en de digitale handigheid van ledenbeheer, nieuwsflashes en websitehandling voor opnieuw een langere periode goed bewaard. Voor de functie van voorzitter en secretaris doen wij wederom een oproep aan de leden om zich kandidaat te stellen voor dat mooie werk. Wij wensen u
Een gastvrij onthaal voor de VOC in het stadhuis van Dordrecht op 2 mei. Burgemeester Arno Brok ontvangt als dank een fraaie prent.
op de volgende jaarvergadering een uitgebreide keuze te kunnen voorleggen! Ik hoop u namens het voltallige
bestuur veelvuldig te zien tijdens de vele VOC-evenementen gedurende deze komende zomer! ●
VOC Mededelingen
5
SYMPOSIUM 2015
Generaal-majoor b.d. Jhr. J.H. de Jonge Vanaf acht uur in de ochtend meldden de eerst deelnemers aan het symposium zich in het conferentiegebouw op de legerplaats Stroe. Uiteindelijk zouden ruim vierhonderd mensen van allerlei pluimage - leden van de VOC en de VIO, reservist, actief dienend en buiten dienst, veel niet-leden uit andere delen van de krijgsmacht, geïnte-
Data als defensie Missies uitvoeren is een gevecht geworden om de beste informatiepositie. Wie de meest gedetailleerde kennis heeft, is het effectiefst in het uitvoeren. Niet alleen in de hightech commandocentra, maar ook - en misschien wel vooral in het veld. Informatiedominantie is een geducht wapen in de strijd tegen vijandelijke facties. De NetApp datastorage- en datamanagementoplossingen geven, mits toegang tot internet of andere netwerken is verzekerd, uitgezonden eenheden of individuele militairen 24/7 toegang tot de juiste actuele informatie over het inzetgebied. En hebben daarnaast de mogelijkheid nieuwe informatie toe te voegen. NetApp is een van de uitverkoren toeleveranciers voor US Army, meerdere NAVO partners en ook voor de Nederlandse defensie. Als het er echt op aankomt, vertrouw je op datastorage en -management van NetApp.
Boeing Avenue 300 - 1119 PZ Schiphol-Rijk www.netapp.com/nl -
[email protected] - Tel. 020 503 9600
© 2015 NetApp, Inc. All rights reserved. No portions of this document may be reproduced without prior written consent of NetApp, Inc. Specifications are subject to change without notice. NetApp, the NetApp logo, Data ONTAP, and Storage GRID are trademarks or registered trademarks of NetApp, Inc. in the United States and/or other countries. All other brands or products are trademarks or registered trademarks of their respective holders and should be treated as such.
resseerde burgers, vertegenwoordigers vanuit industrie - de hele dag meemaken. Het symposium ging over Mali en de VN-missie in dat land. Er werd voorts diep in gegaan op het ISTAR ofwel het inlichtingenconcept waar met name de Nederlandse inbreng zichtbaar en dominant is. Na een inleiding en welkom door de voorzitter VOC, ging professor Baz Lecocq (Humboldt universiteit Berlijn) gedreven en bijzonder onderhoudend in op de vele facetten van de achtergrond van het conflict in Mali en de brede Sahel. De zaal hoorde ademloos veel nieuwe aspecten uit diverse invalshoeken belicht worden. Een paar typeringen van hem over de bewoners van de Sahara (dus veel breder dan alleen Mali): ‘Allianties en stammen komen en gaan, Saharanen blijven altijd bestaan’. En: ‘Conflicten tussen gemeenschappen maken deel uit van de banden tussen Saharanen... een vete koester je en onderhoudt je’.
Later kwam een vraag uit de zaal waarom zo’n uitgesproken kenner van die bevolking, de streek, de cultuur en de historische achtergrond nu eigenlijk niet gehoord wordt door de plannenmakers van Buitenlandse zaken en Defensie in de aanloop naar zo’n missie. Lecocq zou die hele dag aanwezig blijven en roerde zich later nog enkele malen in de discussies. VOC-lid kolonel Harold de Jong ging aansluitend in op de overwegingen van de regering om tot de Nederlandse inbreng in deze VN-missie te besluiten. Het duizelde de zaal van de VN-resoluties die over het scherm dansten maar het werd uiteindelijk helder waarom Nederland zich weer, voor het eerst sedert 1995, aan een missie onder VN-leiding waagt en
waarom ingestoken is op het leveren van een hele inlichtingenketen. VOC-lid kolonel Tony Keijsers schetste vervolgens hoe die keten opgebouwd was. Hij kon dat als geen ander aangezien hij in 2014 de eerste commandant ter plekke was en het inlichtingen gebouw dus zelf heeft geconstrueerd. De uitdagingen die overwonnen moesten worden om dit te bouwen in een VN-omgeving met veel deelnemers die niet tot de NAVO behoren en dus geen gelijksoortige doctrine voeren, alsmede het willen delen van alle informatie ook aan partijen die geen geclassificeerd netwerk hebben, werden duidelijk gedurende het gloedvolle betoog. Met name de wat oudere deelnemers zagen opnieuw met welke reuze stappen het inlichtingenvakgebied is geprofessionaliseerd. ›› VOC Mededelingen
7
SYMPOSIUM 2015
SYMPOSIUM 2015 Een proces overigens waar veel cavaleristen het onbetwiste voortouw hebben genomen in de afgelopen twee decennia. Het was indrukwekkend. Ritmeester Wouter Holleman bracht de toehoorders daarna weer even naar het nu in Nederland door kort te schetsen hoe de JISTARCwereld momenteel in elkaar steekt en welke reorganisaties de verkenningseenheden van de landmacht binnenkort te wachten staan. Toen was het tijd voor een verdieping door de zaal. Dit werd vergemakkelijkt door het presenteren van een aantal stellingen. De deelnemers werd gevraagd om daar op te reageren met ‘eens/oneens’ door het gebruik van rode en groene kaarten. Een woud van kleurtjes in de zaal was vervolgens voor de dagvoorzitter de opstap om een aantal officieren de gelegenheid te geven om hun standpunt nader te onderbouwen. Het ochtenddeel werd afgesloten met een tiental snelle presentaties door vertegenwoordigers van de bedrijven die gedurende deze dag een stand hadden ingericht, waar zij hun ontwikkelingen en producten konden presen-
Een aandachtige zaal in de generaal-majoor Koot kazerne in Stroe
Reacties door de toehoorders op de stellingen
De dagvoorzitter
teren. Uiteraard was het gros daarvan gericht op het leven en het optreden van militairen in een volkomen uitgedroogde en snoeihete omgeving zoals Mali. De deelnemers kregen dorst van die presentaties, zodat men aansluitend met een geanimeerde lunch kon aanvangen. Na de middagpauze was het aan een drietal officieren op het uitvoerend niveau - de operationele JISTARC aansturing, de Special Forces van het Korps Commando Troepen en het Helikopter detachement - om
Journalist en columnist Marc Chavannes van politieke hoofdsteden’. Hij vroeg zich af wat de inzet in Uruzgan nu feitelijk heeft opgeleverd: ‘er is ook in de afgelopen tien jaar gigantisch bezuinigd en u bleef stil. De maatschappij ziet zo’n forse bezuiniging en constateert dat het stil blijft; dus het kon. En drie jaar later opnieuw een zware aanslag op uw budget en opnieuw geen protest of verzet, dus het kon, redeneert de samenleving’, aldus Chavannes. En hij vroeg zich af wat wij in de maatschappij nu eigenlijk te horen krijgen over Mali en de kennelijk belangrijke Nederlandse militaire betrokkenheid aldaar. Transport gereedmaken van de Fennek verkenningsvoertuigen naar Mali
Lange afstandsverkenningspatrouille van het Korps Commando Troepen
8
VOC Mededelingen
een indruk te geven van de dagelijkse praktijk van de operaties van de MINUSMA-missie. Aan bod kwamen de uitdagingen op gebied van echt samenwerken in die multinationale omgeving onder VN-vlag, maar ook de spanning die er bestaat tussen de inzet van alle Nederlandse sensoren om inlichtingen te vergaren versus de wens van de Force Commander om de Special Forces en de gevechts- en
transport helikopters ook voor andere taken in te zetten. Hetgeen dan weer ten koste gaat van de productie van bruikbare inlichtingen. Na afloop zou een enthousiaste groep cavalerie cadetten onder aanvoering van cadet-korporaal Everaerts verklaren: ‘dit was een fantastisch verhaal omdat het zo mooi aansluit bij onze colleges Militaire Operaties’. Ook dit blok werd afgesloten met een discussie aan de hand van geponeerde stellingen en opnieuw werd de zaal gekleurd door rode en groene kaartjes.
Na de thee nam Marc Chavannes, journalist en columnist NRC en eerder hoogleraar journalistiek aan de RUG, het woord. Hij was gevraagd om in te gaan op de relatie samenleving krijgsmacht aan de hand van de Malimissie. De zaal werd doodstil want wat hij meldde was raak en confronterend. Vanuit de samenleving kijkend naar de krijgsmacht zag hij ‘het beeld van de krijgsmacht verbleken‘, ‘Defensie zelf omgevormd worden tot een soort sociaal maatschappelijk uitzendbureau‘ en ‘de krijgsmacht speelbal
Chavannes had één grote oproep: ‘Kolonels en generaals, meldt u op de TV en op de radio en vertel uw verhaal. Haal Defensie uit haar isolement en leg uit in de samenleving wat het belang is van een goede krijgsmacht’. Deze boodschap werd nog eens versterkt door de voorzitter van de Nederlandse Officieren Vereniging Ruud Vermeulen die hiermee, gedreven en betrokken, het inhoudelijk deel van de dag afsloot. Later zou blijken hoeveel de oproep van Chavannes ›› VOC Mededelingen
9
SYMPOSIUM 2015
SYMPOSIUM 2015
Wij kijken terug op een geslaagde dag, informatief en aanzettend tot verder nadenken.
Paper Association en de diverse deelnemende bedrijven geprezen om hun steun bij de organisatie. Het symposium werd voorbereid door een team van infanteristen en cavaleristen. Organisator van het eerste uur - toen hij vroegtijdig al bezig was met thema en inhoud - was kolonel Hans van Dalen die uitgerekend op deze dag ontbrak. Waar hij verbleef? In Mali natuurlijk, in de functie van commandant van de inlichtingenketen ASIFU. ●
Waarnemen in Mali
Inzet AH-64D gevechtshelikopters Apache in Mali had los gemaakt. Ferme discussies tijdens de druk bezochte borrel naderhand en veel gesprekken op de terugreis met reacties diezelfde avond nog. Deelnemend reserve ritmeester John Kapteijn zei naderhand: ‘Symposium 2015 wist van begin tot eind te boeien via variatie van invalshoeken en leverde weer voldoende munitie op voor de geest’. Wij kijken terug op een geslaagde dag, informatief en aanzettend tot verder nadenken. In het dankwoord door de tweede voorzitter van de VIO werd Green 10
VOC Mededelingen
VOC Mededelingen
11
MSO IN MALI Straatbeeld in Bamako
Hitte?
Koelen, toch?! Wijngaarden Veilig Goed lanceert een serie revolutionaire koelingsproducten. Deze producten zijn speciaal ontwikkeld voor optimale verkoeling tijdens (extreem) warme werkomstandigheden. De koelingsproducten zijn comfortabel, nauwsluitend, lichtgewicht en zeer gebruiksvriendelijk. De producten koelen het
gehele lichaam, door verspreiding van het water via de grote en de kleine bloedsomloop. De producten werken op basis van verdamping, zijn wasbaar en onbeperkt hervulbaar. De coolproducten zullen prestaties verbeteren, hittebelasting tegen gaan en zorgen voor minder vermoeidheid.
Luitenant-kolonel Ben Doomernik Op 1 juli 2014 landde het toestel van Air France vanuit Parijs omstreeks 22.30 uur op Aéroport international de Bamako-Sénou. Het vliegveld deed enigszins bekend aan omdat het leek op diverse vliegvelden in de Caraïben. Ook de temperatuur was vergelijkbaar, hoewel de sfeer al onmiskenbaar Afrikaans aanvoelde. Dit gevoel had ik al
Coolcap
Cooling Helminlay
Coolvest
eerder ervaren toen ik slechts een maand ervoor een week doorbracht in Kameroen. Dit keer stapte ik echter niet als toerist uit. Deze dag begon mijn uitzending als Military Staff Officer (MSO) bij de UN Multidimensional Integrated Stabilisation Mission in Mali (MINUSMA). Waarom een missie in Mali?
Inleiding Mali is een zeer uitgestrekt land. Met een oppervlakte van 1.240.000 km2 is het land dertig keer groter dan Nederland, terwijl het slechts een bevolking heeft van ongeveer 15 miljoen mensen. Deze mensen wonen voornamelijk in het zuiden van het land. Het land heeft drie klimaatzones. Het noorden van het land wordt beheerst door
Wijngaarden VeiligGoed | Trapezium 400 | 3364 DL SLIEDRECHT | 0184 43 44 55 | www.veiliggoed.nl
de Sahara woestijn, het midden van het land ligt in de Sahelzone en het zuiden is savannegebied. De bevolking is onderverdeeld in verschillende etnische groepen, te weten de Mande (50%), Fulani of Peul (14%) Toeareg (7%) en diverse andere groepen. Naar schatting 80% van de bevolking is islamitisch, maar een groot deel ervan combineert de Islam met rituelen uit
traditionele godsdiensten. Hoewel de Toeareg1 als één volk aangeduid wordt, is dit geen homogene bevolkingsgroep. De Toeareg samenleving is zeer complex en is opgebouwd uit stammen en clans. In zeer sterk gesimplificeerde vorm, waarbij ik in ieder geval voor mezelf enige structuur heb willen aanbrengen in de Toeareg samenleving, beschrijf ik kort ›› VOC Mededelingen
13
MSO IN MALI
MSO IN MALI
ren van het Malinese leger een coup pleegden en daardoor de politieke chaos nog verder vergrootten. Hoewel de MNLA en de Jihadisten allen tegen de Malinese regering vochten, waren hun doelstellingen absoluut niet hetzelfde. De MNLA stond een onafhankelijke staat AZAWAD voor, die ongeveer de helft van het grondgebied van Mali zou moeten beslaan, terwijl de jihadisten geheel Mali onder shariawetgeving wilden brengen. Dit leidde al in juni tot zware gevechten tussen MNLA en MUJAO in de
Franse troepen in Mali
Verspreidingsgebied Toeareg stammen en clans
enkele bijzonderheden. Diverse stammen en clans vormen een federatie. Een aantal federaties samen vormen op hun beurt weer een confederatie, ook wel drum of ettebel genoemd. Er zijn in totaal 7 of 8 confederaties, afhankelijk van welke expert je hierover raadpleegt. Hiervan zijn er drie aanwezig in Mali. Daarnaast kent de Toeareg samenleving ook een kastesysteem. Hierin worden de volgende klassen onderkend. De hoogste klasse wordt gevormd door de zogeheten IMUSHAG, de edele krijgers. Daaronder komt de edele klasse van de INESLEMEN, de religieuzen. De derde klasse wordt niet als edel beschouwd, maar dit is een vazal klasse, IMGHAD, waarvan de leden betalen voor bescherming door de krijgers. Een vierde klasse wordt gevormd door handwerkslieden, de INHADEN. Soms wordt ook gesproken over een vijfde klasse waarbij de klasse van de slaven wordt bedoeld, de BELLA of IKLAN. Een goed begrip van deze complexe samenleving is noodzakelijk om de historische achtergronden van het huidige conflict in Mali te begrijpen.
Achtergronden van het huidige conflict Toen Toeareg rebellen in 2012 ten strijde trokken tegen het Malinese regeringsleger, was dit niet de eerste Toeareg opstand tegen het centrale gezag. Er ging een lange geschiedenis aan vooraf. Eeuwenlang trokken 14
VOC Mededelingen
nomadische Toeareg door het noorden van Afrika en beheersten daar de handelsroutes tussen Azie, Afrika, en Europa. Van de 16e tot en met de 18e eeuw was slavenhandel een van de bronnen van inkomsten voor diverse Toeareg stammen waarbij zwarte afrikanen door hen verkocht werden aan de slavenhandelaren in de westAfrikaanse kuststeden voor transatlantisch transport. Ook in Mali heeft dit gespeeld en hierdoor is er een lange geschiedenis van animositeit tussen de zwarte afrikanen en de Toeareg. Met de komst van de koloniale mogendheden in noord- en west-Afrika veranderde de dominante positie van de Toeareg. Er werden grenzen in het zand van de Sahara getrokken en men werd onderworpen aan de koloniale administraties. De grenzen die vaak dwars door stamgebieden liepen, betekenden dat Toeareg gedwongen werden om te gaan vechten voor Frankrijk, Italië, Spanje of Engeland en hierdoor vaak tegen elkaar. Frankrijk greep ook in het traditionele systeem van de Toeareg in door bepaalde stammen voor te trekken en leidend te maken in een federatie, of juist daarbinnen te degraderen. Dit zette kwaad bloed bij met name de voorheen bevoorrechte stammen. In 1916-1917, toen Frankrijk verwikkeld was in de loopgravenstrijd met Duitsland, grepen Toeareg naar de wapens en kwamen in opstand.
Door de verdeeldheid binnen de Toeareg samenleving (Franse troepen werden zelfs gesteund door enkele Toearegstammen) wist Frankrijk deze rebellie neer te slaan. Het duurde tot de onafhankelijkheid van Mali voordat de Toeareg weer in een georganiseerd verband in opstand kwamen. Bij de onafhankelijkheid kwamen de door de Toeareg als minderwaardig beschouwde afrikanen uit het zuiden aan de macht. De eerste regering was daarnaast socialistisch en bouwde de Malinese samenleving op met als bestuurlijke hoeksteen de dorpen en steden, in plaats van de stammen en federaties. De Malinese regering had daarbij als oogmerk om de door hen als feodaal gekenmerkte sociale en politieke structuren van de Toeareg samenleving te vervangen. Met name de KEL ADRAR rebelleerden in 1963 in wat is bekend geworden als de ‘Afellaga’ of eerste Toeareg rebellie2. Het Malinese leger sloeg de rebellie meedogenloos neer en duizenden Toeareg vluchtten naar naburige landen, waaronder Libië. Een deel van deze groep werd opgenomen in het Libische leger vanaf 1980. Khadaffi gebruikte de Toeareg in zijn leger niet alleen om de eigen bevolking te onderdrukken, maar ook voor militaire avonturen in zijn buurlanden Mali en Niger. In 1990, na jaren van extreme droogte in de gehele Sahelzone, kwamen Toeareg opnieuw in opstand uit ontevre-
denheid met de Malinese regering en het tekort aan maatregelen om de bevolking in het noorden van Mali te ondersteunen. Een nieuwe regering werd gevormd en de regio Kidal kreeg enige vorm van autonomie. Tevens werd vastgelegd dat Toeareg rebellen mochten integreren in het Malinese leger3. Hierdoor luwde de gewapende strijd tot 1994 toen de stad Gao aangevallen werd door in Libië getrainde en bewapende Toeareg. Niet alleen sloeg het Malinese leger weer hard terug met name ten koste van de burgerbevolking, ook werden gewapende milities opgericht door andere bevolkingsgroepen, zoals de Ghanda Koi, om zich te verdedigen tegen Toeareg rebellen. Deze periode van strijd, ook wel de ‘tweede Toeareg rebellie’ genaamd, duurde tot 1996. In 2006-2007 was er een beperkte rebellie in het uiterste noordoosten van Mali, maar in het algemeen bleef het rustig tot eind 2011. In 2011 werd in Libië Muammar Khadaffi afgezet en gedood. Toeareg die jarenlang voor hem gevochten hadden in het Libische leger en als zodanig een bevoorrechte groep waren geweest, werden gedwongen te vluchten naar vooral Mali en Niger, de landen waar hun ouders oorspronkelijk vandaan waren gekomen. In Niger werden de Toeareg door het leger opgevangen en ontwapend, in Mali gebeurde dit niet. In november 2011 werd de “Mouvement Nationale pour la Libération de l’Azawad (MNLA)
Organisatie MINUSMA
opgericht, een Toearegbeweging die grote aantallen strijders uit Libië met hun arsenaal aan zware wapens inlijfde. In januari 2012 startte wat ik noem de “derde Toeareg rebellie”. Deze rebellie was niet meteen een succes. Dit ondanks de slechte staat waarin het Malinese leger verkeerde door achterstallig onderhoud en betalingen. Daar kwam nog bij dat Toeareg soldaten deserteerden om zich aan te sluiten bij de rebellie en soldaten uit het zuiden niet gemotiveerd waren om in het noorden te vechten. De MNLA kreeg echter steun uit onverwachte hoek. Diverse Jihadistische groeperingen zoals Al Qaeda in de Magreb (AQIM), ANSAR DINE (verdedigers van het geloof) en de Mouvement pour l’Unicité et le Jihad en Afrique de l’Ouest (MUJAO) mengden zich in de strijd en dreven het Malinese leger naar het zuiden. In maart 2012 werd de opstand zelfs geholpen doordat een groep ontevreden officie-
stad Gao, waarbij de MNLA verjaagd werd en tot eind 2012 nog maar heel marginaal in enkele kleinere gebiedjes langs de grenzen met NIGER, MAURETANIE en ALGERIJE aanwezig was. Hiermee was de Toeareg rebellie feitelijk geheel overgenomen door de Jihadistische strijdgroepen. Toen eind 2012 strijders van Ansar Dine de buitenwijken van de plaats Mopti naderden vroeg de Malinese regering de VN hulp bij het bestrijden van de Jihadistische bedreiging. De Veiligheidsraad keurde op 20 december resolutie 2085 goed en Frankrijk startte de operatie SERVAL, gesteund door militairen uit diverse landen van de Economic Community of West African States (ECOWAS) in de missie AFISMA (Africanled International Support Mission to Mali). Op 14 januari 2013 verklaarde het leiderschap van de MNLA dat deze organisatie samen met de Fransen (en zelfs de Malinese regering) zou vechten tegen de ›› VOC Mededelingen
15
MSO IN MALI
MSO IN MALI
HQ
BANGLADESH HQ MINUSMA
200 mi
'Ayoûnel 'Atroûs
BANGLADESH Lac Faguibine BANGLADESH
ASIFU MULTINATIONAL
Néma
BENIN
Nioro du Sahel Aourou Diéma
Tambacounda
Bamako
G U I N E A
Koutiala
Yanfolila
Lac Niangay
TOGO
Gossi
Douentza
Koudougou
BURKINA FA S O Léo
J&C
Humanitarian Coordinator Security Sector Reform Disarmament, Demobilization and Reintegration Justice and Correction
Hoewel de civiele regiokantoren en de militaire sectorhoofdkwartieren niet geïntegreerd zijn opgezet, is er een innige samenwerking tussen deze organisatiedelen en een goede wederzijdse informatie uitwisseling. In mijn periode zag ik dit ook terug in het hoofdkwartier van MINUSMA in BAMAKO. Doordat MINUSMA geen centrale database had (en nog niet heeft) werd veel tijd gestoken in het uitwisselen van informatie via besprekingen en liaison. Vooral voor het All Sources Information Fusion Unit
ak
CHINA
Tahoua
CHINA
N I G E R Madaoua
BANGLADESH
CHINA
BANGLADESH
NETHERLANDS (Apache)
BANGLADESH
Dosso (Chinook) NETHERLANDS
Niamey
Sokoto
SOF NETHERLANDS
BANGLADESH EOD CAMBODIA
Diapaga
NETHERLANDS
Kamba
NIGERIA
Ni ge r FPU SENEGAL 2 (-)
CÔTE D'IVOIRE Tenkodogo
Pô
ou
Andéramboukane FP
Tillabéri
Ouagadougou
GHANA
Map No. 4506 Rev. 7 UNITED NATIONS January 2015 (Colour)
HC SSR DDR
Ansongo
HQ EAST
Dori
za
Ménaka
r
FPU RWANDA
ASIFU NETHERLANDS
O
CÔTE D'IVOIRE
ge
Ouahigouya
FPU TOGO (-)
Kankan
Ontplooiing MINUSMA (stand 15 januari 2015)
Ni
l 'A
NIGER
NIGER
TOGO
TOGO (-)
BoboDioulasso
NIGER
NIGER
Gao
TOGO
Sikasso
Kolondiéba
Sector
EAST NIGER
Bourem
Bamba
Edj é ri
OG
SIERRA LEONE
i Ban San
EAST
Sector
NORTH
T
The boundaries and names shown and the designations used on this map do not imply official endorsement or acceptance by the United Nations.
BURKINA FASO
Koulikoro
L. de Bougouni Sélingué
Sector
TOGO
goé
Kati
i-n Darane Anefis i-n-Darane
Koro
Djenné
Ségou
FPU SENEGAL
Ba
GUINEABISSAU
Niono
FPU BANGLADESH
Ni
Koundara
Kita
f in g
Lac de Manantali
o
FPU TOGO 1 (-)
Dyabali Mopti / Sevare Bandiagara
é
Ba
é ul
Baou l
Bafoulabé GAMBIA
Nampala
GHANA Mourdiah NIGERIA
r
Kayes
FPU NIGERIA
Goundam
Leré
FPU SENEGAL 2 (-)
Kidal
SENEGAL
LIBERIA
GHANA
ge
SENEGAL
TOGO
BANGLADESH
NIGERIA
Tom bou cto BANGLADESH u
Ti-n-Zaouâtene
TOGO
Aguelhok
BANGLADESH
Sector
WEST
BANGLADESH
al Sélibabi
EOD NEPAL
Tessalit
BURKINA FASO SOF CHAD
300 km
100
BANGLADESH (-)
CAMBODIA
de
0
200
CAMBODIA (-)
CHAD
BURKINA FASO
tu) buk im (T
100
GUINEA
Bordj Mokhtar
ée
HQ CHAD
BURKINA FASO
y
Om het mandaat uit te voeren is MINUSMA als volgt georganiseerd7: SRSG Special Representative for the Secretary-General COS Chief of Staff JMAC Joint Mission Analysis Centre JOC Joint Operations Centre BOI Board of Inquiry IMTC Integrated Mission Training Centre C&D Conduct & Discipline PIO Public Information Office POC Protection of Civilians DSRSG Deputy Special Representative for the SecretaryGeneral RC Resident Coordinator
M A U R I TA N I A
National capital Regional capital Town, village Major airport International boundary Regional boundary Sector line Main road Other road Track Railroad In process of deployment
ko
VOC Mededelingen
Op 1 juli 2013 startte de missie MINUSMA met een geautoriseerde sterkte van 11.200 militairen en 1.440 politiefunctionarissen. Gedurende de opbouw van de missie werd de Franse deelname afgebouwd om eind 2013 de verantwoordelijkheid voor de veiligheid in Mali over te dragen aan MINUSMA en de Malinese veiligheidsinstanties. In augustus 2014 is de operatie SERVAL beëindigd en is de Franse bijdrage aan de stabiliteit overgeheveld naar de regionale operatie BARKHANE, die nog wel deels in Mali opereert. Hoewel de Operatie SERVAL er voor zorgde dat de Jihadisten verdreven werden uit de bevolkingscentra, bleven groepen terroristen aanwezig in afgelegen berggebieden en keerden ze in de loop van 2014 weer langzaam terug in het noorden van Mali5.
CHAD
HQ BURKINA FASO
Ba
16
MINUSMA
Met name dit laatste punt is interessant omdat dit de eerste missie is waar in het mandaat te vinden is dat alle mogelijke middelen mogen worden gebruikt om aanvallen op cultureel erfgoed tegen te gaan. Dit is inclusief het gebruik van (dodelijk) geweld.
CHAD
Taoudenni HQ WEST
0
MALI
SENEGAL
TOMBOUCTOU
as at 15 January 2015
Aleg
HQ NORTH HQ SENEGAL
Deployment
eg
Tijdens de opmars werd in april in resolutie 2100 van de Veiligheidsraad de vorming van MINUSMA vastgelegd ter opvolging van AFISMA. Op 18 juni werd daarnaast door de Malinese regering enerzijds en de MNLA en HCUA4 als vertegenwoordigers van de Toeareg rebellen anderzijds een akkoord gesloten in de hoofdstad van Burkina Faso Ouagadougou. In dit Ouagadougou Preliminary Accord werd besloten tot een wapenstilstand tussen de Toeareg rebellen en de Malinese regering en vastgelegd dat er besprekingen zouden komen waarin gesproken gaat worden over de toekomst van Mali en het door de
rebellen geclaimd gebied. Ook werd de terugkeer van het Malinese leger naar steden in het noorden, zoals Kidal, vastgelegd en uitgevoerd.
MINUSMA
S en
Jihadistische groeperingen teneinde het terrorisme in Azawad te vernietigen. Overigens gaf de MNLA daarbij wel aan dat militairen van het Malinese leger niets in Azawad te zoeken hadden. De Franse militaire interventie leidde ertoe dat in juli 2013 alle grote steden in Mali weer bevrijd waren van Jihadistische elementen.
Het huidige mandaat zoals vastgelegd in Veiligheidsraad resolutie 2100 van april 2013 en aangepast in Veiligheidsraad resolutie 2164 van juni 20146 legt de focus op: • Security, stabilization and protection of civilians • Support to national political dialogue and reconciliation • Support to the re-establishment of state authority throughout the country, the rebuilding of the Malian security sector, the promotion and protection of human rights and the support for humanitarian assistance • Protection of United Nations personnel • Support for cultural preservation
A L G E R I A
Ba
Toeareg rebellen
Va ll
MINUSMA is ontworpen om een multi-dimensionale, geïntegreerde organisatie te zijn. Het multidimensionale zit hem in het feit dat MINUSMA gelijktijdig werkt aan veiligheid, bestuurlijke en politieke ondersteuning, bescherming van cultureel erfgoed, humanitaire hulp, etc. Daartoe zijn civiele en militaire elementen ondergebracht binnen één organisatie waarbij het de bedoeling is dat de verschillende elementen geïntegreerd werken.
Djougou
BENIN
Wawa Department of Field Support Cartographic Section
(ASIFU) dat elders in de hoofdstad zijn kamp had, was liaison met andere organisatiedelen van groot belang voor de eigen informatiepositie.
Nederlanders binnen MINUSMA Omdat de taakstelling van de Nederlandse eenheden in Gao (SOF, Helidet, ISRCoy) al wordt beschreven in het artikel van majoor Steenbrugge, beperk ik me tot de Nederlandse bijdrage aan het hoofdkwartier van MINUSMA. In het hoofdkwartier werken 11 Nederlandse MSOs. Hiervan werken er 9 in het hoofdkwartier van de Force Commander. Naast de DCOS OPS zijn er Nederlandse functionarissen binnen de stafsecties U2, U3Airops, U4, U5, U6, U9, en Special Operations Planning and Liaison Element (SOPLE). Daarnaast werkt er nog een Ne-
derlandse militair binnen het Joint Mission Analysis Centre (JMAC) en heeft Nederland een MSO functie bij United Nations Mine Action Service (UNMAS).
Persoonlijke ervaringen Dit is de missie waarin ik iets langer dan zes maanden zou gaan werken toen ik op 1 juli landde op het vliegveld van Bamako. Ik werd opgehaald door een van de Nederlandse collega’s met wie ik een huis ging delen in de hoofdstad. Er wonen 10 Nederlandse MSOs samen in twee geschakelde villa’s vlakbij het centrum van Bamako. Elke MSO heeft een eigen kamer met douche en toilet en ik had zelfs uitzicht op de rivier de NIGER, die vanaf juli vanwege het regenseizoen in rap tempo stukken land opeist en op zijn hoogtepunt bijna anderhalf keer ›› VOC Mededelingen
17
MSO IN MALI
MSO IN MALI Ondanks al het werk dat verzet werd in het hoofdkwartier ontbrak de drukte, of het gevoel van drukte, zoals ik dat wel ervaren had in Afghanistan en Bosnië. Dit gecombineerd met de bewegingsvrijheid die in die periode gold voor MSOs gaf mij het gevoel dat ik niet zozeer op een uitzending was, maar eerder een ‘Duitsland-plaatsing’ in Mali had gekregen. Zo was er iedere zaterdag gelegenheid om deel te nemen aan een hardloop- of wandelevenement, genaamd de ‘HASH’8 dat georganiseerd werd binnen de expat community. Dit bood de gelegenheid om de vervuilde hoofdstad enkele uren te verlaten en de heuvelachtige omgeving van BAMAKO te verkennen, authentieke dorpjes te bezoeken, en te werken aan contacten met mensen die
Hoofdkwartier MINUSMA
zo breed wordt. Elke villa heeft een grote huiskamer, een keuken, een ruimte met wasmachine, en zelfs een zwembad van beperkte afmeting. Na mijn ervaringen in Bosnië en Afghanistan ervoer ik deze legering als enorme luxe. De eerste ochtend van mijn verblijf maakte ik kennis met het lokale personeel dat werkzaam is ten behoeve van de Nederlandse MSOs. Er zijn een werkster, twee chauffeurs, een kok, en bewakers. Naast de huur van de kamer betalen de MSOs ook de salarissen van een deel van dit personeel. Hiervoor ontvangen de MSOs een vergoeding van de VN. Dit dekt ook de overige kosten zoals gas, licht en water, internet, enz. Bij aankomst op het hoofdkwartier was ik klaar om meteen aan de slag te gaan. De VN kennen een uitgebreid programma van voorlichting en administratieve inprocessing voordat je daadwerkelijk kunt starten met de functie. Dit nam uiteindelijk bijna twee weken in beslag. Ik ging werken op de sectie U2 (inlichtingen), maar er was nog geen functie voor mij vastgesteld. Ik maakte kennis met mijn collega’s en voor het eerst in mijn militaire loopbaan ging ik direct samenwerken met Afrikaanse en Aziatische militairen. Doordat niet iedereen binnen de sectie ook opgeleid was of ervaring had opgebouwd in het functiegebied in18
VOC Mededelingen
Hardloopevenement de HASH
Nederlandse JISTARC verkenners in het savannengebied
lichtingen en vanwege mijn kennis en ervaring werd besloten dat ik verantwoordelijk werd voor de ‘current Intel’. Ik heb me daarnaast bezig gehouden met het reorganiseren van de hele sectie door het maken van een nieuwe organisatie met bijbehorende functiebeschrijvingen en SOPs en SOIs, Andere projecten naast mijn werk als hoofd current Intel waren het opzetten van een database binnen de U2 (er was geen directe toegang tot die van het ASIFU), het opstarten van een dagelijks INTSUM, het organiseren van RFI-management en het geven van voorlichting over de achtergronden van het conflict aan nieuw geplaatst personeel, civiel en militair.
voor NGOs en commerciële bedrijven werkzaam waren in Mali en daarmee ook informatie uit te wisselen. Aangezien miljoenenstad Bamako gezien kan worden als de culturele hoofdstad van West-Afrika, was er altijd wel ergens een voorstelling of muzikaal optreden te bezoeken. Mijn favoriete plekken daarvoor waren het Frans cultureel centrum en maandelijks het gecombineerde buffet met live optreden bij restaurant SANTORO. Dit restaurant heeft een Nederlandse eigenaar. Naast deze Nederlander ben ik nog meerdere ondernemende Nederlanders tegen gekomen die zich gevestigd hebben in Mali, variërend
Ebola controle ingang MINUSMA hoofdkwartier
van een jong echtpaar dat een bed & breakfast op vegetarische basis begonnen is in 2014 tot iemand die werkte voor een bedrijf dat zonnepanelen produceert voor de lokale markt. Al deze mensen hebben het ‘Duitsland-plaatsing’ gevoel versterkt en mijn tijd in Bamako tot een heel plezierige gemaakt. Na twee maanden in Mali kocht ik een fiets van lokale kwaliteit en daarmee fietste ik regelmatig door de bruisende, drukke stad voor de lol of op en neer naar het hoofdkwartier. Ik heb toen ervaren dat de verkeerschaos in Bamako tot
de grootste van Afrika gerekend mag worden, vooral door het gedrag van de brommer- en scooterrijders. Tijdens mijn plaatsing in Bamako werd de grootste dreiging gevormd door de importgevallen van de ziekte Ebola, waardoor de persoonlijke contacten met collega’s en lokale bevolking beperkt werden, zoals het niet meer uitvoeren van vaste rituelen zoals het veelvuldig schudden van handen. Dit duurde van 25 oktober 2014 tot 18 januari 2015, de dag waarop Mali officieel Ebola-vrij werd verklaard. Daarnaast kwam in Bamako natuurlijk criminaliteit voor. Enkele collega’s kregen te maken met vormen van beroving door personen die zich voor-
1 2 3 4 5
6 7 8
deden als politie agenten. Maar dit bleef zeer beperkt. Dat echter ook het gevaar van Jihadistisch terrorisme waar uitgezonden personeel in het noorden van Mali wel regelmatig te maken had, niet helemaal afwezig was in Bamako, werd duidelijk op 6 maart jl. toen er een aanslag werd gepleegd op La Terrasse, een uitgaansgelegenheid waar ik op 8 januari van dit jaar mijn laatste avond in Bamako had doorgebracht. Ondanks dat deze aanslag momenteel de bewegingsvrijheid van Nederlandse MSOs heeft ingeperkt, kan ik zelf terug kijken op een zeer boeiende en plezierige periode. Een uitzending als MSO kan ik dan ook van harte aanbevelen. ●
Toeareg duiden zichzelf liever aan met de term Kel Tamasheq = volk van de taal Tamasheq Baz Lecock: Disputed Desert Verdrag van TAMANRASSET d.d. 6 januari 1991 HCUA: Haut Conseil pour l’Unité de l’Azawad Zie ook Sergei Boeke en Antonin Tisseron : Mali’s long road ahead in The RUSI Journal oct/nov 2014 Zie voor de teksten van de resoluties: www.UN.org Stand 7 januari 2015 https://www.facebook.com/BamakoHashHouseHarriers
VOC Mededelingen
19
JISTARC IN MALI
Zuivering van (drink)water
DHConsult
Wij leveren een totaal systeem dat afvalwater geschikt maakt voor hergebruik, dit tegen minimale kosten en onderhoud. Het geheel is volledig modulair opgebouwd en omvat alles vanaf de eerste inzameling, transport en zuivering waarbij alles bestand is tegen extreme omstandigheden. Hierdoor kan het snel aangepast worden
water behandelingsinstallaties produceren met een bescheiden ruimtebeslag schoon water en dit met slechts geringe operationele en onderhoudskosten. Voor elk aspect van de waterketen hebben wij een passende oplossing zoals modulaire inzamelpunten, bijbehorend flexibel leidingwerk en de benodigde zuiveringen. Dit water
sterk in land & water DHConsult is een samenwerkingsverband tussen verschillende, sterk complementaire, partijen (adviseurs en onderzoekers) met als doel een compleet pakket aan advies op maat te geven. Op deze wijze opereren wij als een zeer goed geoutilleerd en gemotiveerd onafhankelijk adviesbureau dat gericht is op het verbeteren van de beleving en de kwaliteit van water. Ons doel is om de werkzaamheden zo veilig en efficiënt mogelijk te organiseren en daarmee alle partijen tevreden te stellen. Dit doen wij door mee te denken met onze opdrachtgever en al bij de ontwerpfase mogelijke problemen en natuurlijk kansen te ontdekken. Op deze manier is DHConsult een synoniem voor kwaliteit!
Majoor Bas Steenbrugge Samen met Noorwegen, Zweden, Denemarken, Duitsland, Estland en Finland heeft Nederland in 2014 het initiatief genomen om de inlichtingenondersteuning aan de Verenigde Naties (VN-)missie in Mali te verbeteren. Dit initiatief resulteerde in het zogenaamde All Sources Information Fusion Unit (ASIFU-)concept. In dit concept is het De installatie bij inzet in Kunduz aan een verandering in van de vraag voor drink- of gebruikswater. Er zijn veel afgelegen dorpjes of woongemeenschappen, militaire- en industrielocaties die niet aangesloten kunnen worden op een rioolstelsel. Alleen met enorme inspanningen en kosten is dit afvalwater te transporteren naar een zuivering of met achterlating van veel afval. Onze (afval)
is dan uitstekend her te gebruiken als zogeheten “grijs” water voor spoeling van toiletten en als gebruikswater voor onder andere douches en irrigatie. Op deze manier krijgt het gebruikte water een tweede leven en kan ook leven geven aan groene ontwikkeling. Wij hebben parate oplossingen voor het opvangen, hergebruiken en verwerken van het afvalwater.
Op deze manier bieden wij het totaal concept voor drink- en afvalwater vanaf de bron tot en met de teruggave van het water aan de natuur en dit alles verantwoord, gecontroleerd en bedrijfszeker.
Pluimersdijk 20 | 7025 GA Halle | T 06 15 42 23 99
Joint Intelligence, Surveillance, Target Acquisition and Reconnaissance Commando (JISTARC) een hoofdrolspeler. In dit artikel ga ik in op de achterliggende redenen voor het Nederlandse initiatief om het inlichtingenproces bij VN-vredesoperaties te ondersteunen. Vervolgens zal ik op hoofdlijnen het ASIFU-concept beschrijven om daarna aan te geven hoe JISTARC hieraan bijdraagt en invulling geeft aan de inlichtingentaak. Ik sluit af met een blik gericht op de toekomst waarin de meerwaarde van JISTARC als specialistische inlichtingeneeneid wordt benadrukt.
Inlichtingenondersteuning bij VN-vredesoperaties Met de ervaringen van de VN-vredesoperatie in Congo in het achterhoofd publiceerde de VN het zogenaamde Brahimi-rapport. Dit rapport stelde dat VN-vredesoperaties weinig slagvaardig waren. Naast gebrekkige politiekstrategische aansturing en falend hoger leiderschap, werden vooral de gebieden (gevechts)ondersteuning en (gevechts)logistiek genoemd. In militair jargon ook wel enabling functions
genoemd. Een van de genoemde probleemgebieden was de inlichtingenondersteuning. Het Brahimi-rapport noemde concreet de volgende punten: gebrek aan informatievoorziening, onvermogen om op inlichtingen te reageren, afwezigheid van specialistische inlichtingensensoren en het niet kunnen behandelen van gevoelige inlichtingen binnen een gerubriceerde omgeving. De gebruikelijke VNorganisaties op het gebied van informatievoorziening waren tot nu toe
onvoldoende in staat geweest om adequate inlichtingen te produceren voor alle bevelslagen van de VN-missies. Tevens werden VN-missies complexer en meer chaotisch. Daarnaast benadeelden drie andere zaken de inlichtingencapaciteit van de VN. Ten eerste onthielden veel westerse landen hun technologische geavanceerde inlichtingeneenheden aan de VN vanwege gebrek aan vertrouwen in de organisatie. Ten tweede was de VN overbelast door de vele VN-missies en had ››
[email protected] | www.dhconsult.nl VOC Mededelingen
21
JISTARC IN MALI
JISTARC IN MALI verspreid, maar juist geconcentreerd. Dit noemen we ook wel eens multisensor inzet. Ten tweede moeten bepaalde zaken niet alleen vanuit militair oogpunt worden bekeken maar ook vanuit politiek, economisch, sociaal, cultureel, infrastructureel en informatie-oogpunt. Deze multidimensionale benadering wordt ook wel de X-PMESII benadering genoemd, waarbij de X staat voor crossbenadering. Deze benadering verzekert dat geen enkel aspect wordt overgeslagen bij analyse van bepaalde kwesties. Ten derde moet er sprake zijn van centrale aansturing met gedecentraliseer-
Het Cover & Support team met een Field HUMINT team op een markt
daardoor moeite voldoende kwaliteit te genereren. Ten derde bleek dat de VN de neiging heeft om informatie vooral in de lijn naar boven te sturen en niet zozeer in de breedte tussen de verschillende missieorganisaties. Hieruit blijkt dat de VN geen alomvattend inlichtingenproces en -architectuur kende. Toen Nederland in 2013 werd benaderd met het verzoek om militaire capaciteit ter beschikking te stellen aan de VNmissie in Mali (MINUSMA - United Nations Multidimensional Integrated Stabilization Mission in Mali) nam Nederland het initiatief om een uniek concept op te zetten. Dit concept bestaat uit een internationale ‘coalition-of-the-willing (and able)’ en heeft als doel om de inlichtingenondersteuning bij deze VNvredesmissie te verbeteren. Dit concept is uiteindelijk gedoopt als ASIFU: All Sources Information Fusion Unit.
Het ASIFU-concept Het ASIFU-concept bouwt rechtstreeks voort op de (inlichtingen)lessen uit Irak en Afghanistan. Tijdens deze missies is gebleken dat op inlichtingengebied incidentenbeoordeling, beter bekend als current intelligence, niet langer voldoende was. Voor het zo goed mogelijk beschermen van het eigen militair vermogen en het behalen van de missiedoelstellingen was vooral vooruitziend 22
VOC Mededelingen
lysis Fusion Cell (AFC)’. De AFC moet de binnenkomende inlichtingen en informatie gaan verwerken tot kant en klare inlichtingenproducten voor de leiding van MINUSMA. Daarnaast zijn er ‘Intelligence, Surveillance and Reconnaissance’ (ISR)-eenheden van compagniesgrootte ontplooid in respectievelijk Gao en Timboektoe. Nederland levert de ISR-coy in Gao en de Zweden leveren een soortgelijke eenheid in Timboektoe. De Zweden gebruiken de term Taskforce omdat de organisatiestructuur verschilt van het Nederlandse model. De Zweden zijn op het moment van schrijven van dit artikel bijna volledig ontplooid en zullen na het bereiken van de status Fully Operational Capable (FOC) het ASIFU concept enorm versterken. Omdat MINUSMA naast een Force hoofdwartier (FHQ), ook werkt met sector hoofdkwartieren (SHQs) is er voor gekozen om de ISReenheden volgens het ‘attached’ model onder te brengen. Hierdoor vallen de beide ISR-eenheden niet onder bevel van de SHQs, maar hebben ze een informele steunrelatie met een SHQ.
JISTARC bijdrage aan het ASIFU-concept
Organisatie ASIFU
vermogen nodig. Om dit te bewerkstelligen is een robuust inlichtingensysteem nodig dat kan voorzien in zowel ‘actionable’ als ‘predictive intelligence’. Hierdoor kunnen inlichtingen leiden tot eigen activiteiten, zodat tijdig bedreigingen kunnen worden voorkomen en kansen worden uitgebuit. Dit wordt ook wel ‘intelligence led activities’ genoemd. Om ‘actionable’ en ‘predictive intelligence’ te kunnen produceren moet er sprake zijn van enkele (rand) voorwaarden. Ten eerste moeten sensoren geconcentreerd worden ingezet. Dit is het bekende ISTAR-concept waarbij de nadelen van de ene sensor worden opgeheven door de voordelen van de andere sensor. De inzet van de sensoren is dus niet in tijd en ruimte
de inzet. De centrale aansturing moet aansluiting verzekeren met het beleidsniveau van (VN-)missies en voorkomen dat inlichtingenactiviteiten afglijden naar reageren op incidenten. De decentrale uitvoering garandeert vrijheid van handelen voor het uitvoerend niveau en aansluiting bij het tactisch niveau. Het ASIFU-concept omhelst dus drie zaken: ‘focussed intelligence operations’, X-PMESII benadering en centrale sturing met decentrale uitvoering. Dit wordt ook wel ‘network centric’ genoemd, gericht op ondersteuning op alle niveau’s. Het hoofdkwartier (HQ) van ASIFU is gevestigd in Bamako. HQ ASIFU is verantwoordelijk voor de centrale sturing en is versterkt met een ‘Ana-
Het JISTARC, als Nederlandse inlichtingeneenheid, levert een grote bijdrage aan het hierboven beschreven ASIFU concept. JISTARC personeel is werkzaam binnen de staf van ASIFU als functioneel specialist of als staffunctionaris. Binnen het AFC is personeel werkzaam dat vooral afkomstig is van 106 Inlichtingeneskadron, denk hierbij aan de collators en de Human Factor Analyst (HFA). Het leeuwendeel van de JISTARC bijdrage is vanzelfsprekend te vinden binnen de Nederlandse ISRcoy te Gao. De ISR-coy is eigenlijk de welbekende JISTARC-module maar heeft vanwege de missie een naam gekregen die is aangepast aan de internationale omgeving. Bovendien is in de organieke module fors gesneden vanwege het functieplafond voor deze missie. De ISR-coy bestaat uit verschillende sensoren die afkomstig zijn uit diverse eenheden die JISTARC onder bevel heeft. Door deze mix van sensoren is multisensorinzet mogelijk en kan de ISR-coy voldoen aan haar primaire taak namelijk het initiëren, verwerven, verwerken en verspreiden
Sensoren op de grond: een Civil Military Action team
van hoogstaande en kwalitatief goede inlichtingen(producten). De ISR-coy bestaat, naast stafcapaciteit en ondersteunende functionarissen, uit de volgende (meer) verwervende sensoren: Human Intelligence (Humint), Unmanned Aerial Systems (UAS), Civil Military Interaction (CMI) team en een Cover & Support team (CST). De sensoren zijn respectievelijk afkomstig van 105 Field Humint eskadron, 107 Aerial Systems batterij, 1 CMI-Cdo en 103/104 Grond Gebonden Verkenningseskadron. Met uitzondering van de CMI-capaciteit zijn alle sensoren dus afkomstig van het JISTARC. Daarnaast is er een OPS waarin de Mission Managers zitten van bovengenoemde sensoren en die onder leiding staan van de Chief Ops. Vanuit de OPSroom zijn zij verantwoordelijk voor de detailplanning, inzet en deconflictie in tijd en ruimte van de sensoren zonder op de stoel van de sensorcommandanten te gaan zitten. De CCIRM-sectie (Collection, Coordination and Information Requirement Management) binnen de ISR-coy, ook vaak het CCIRM-proces genoemd omdat het uit meerdere functionarissen bestaat, is de spreekwoordelijke spin in het web binnen het inlichtingenproces. Deze sectie is verantwoordelijk voor de sturing op het gebied van de te verzamelen informatie en heeft daarom een belangrijk taak in het ontwerpen, vaststellen en
evalueren van het Intel Collection Plan (ICP). Daarvoor koppelt de IRM CM (Information Requirement Management en Collection Management) de door het ASIC (All Sources Information Cell) gedefinieerde vragen conform een hiervoor uitgedachte ‘collection’ strategie aan de sensoren om invulling te geven aan de ‘intel gaps’. Ook in het verspreiden van de informatie en/of inlichtingenproducten, zowel intern als extern, is de CCIRM-sectie de linking pin binnen de ISR-coy. Aan het begin en eind van de intelketen staat een heel belangrijke schakel in het inlichtingenproces. Dit is de All Sources Information Cell (ASIC), deze is grotendeels afkomstig van 106 Inlichtingeneskadron. In deze cel worden de ‘intel gaps’ gedefinieerd op basis van de inlichtingenbehoeften: de (Priority) Intelligence Requirements ((P)IRs) van het hogere niveau en/of Requests for Information (RFIs) van andere eenheden of VN-partners. Dit gebeurt in het zogenaamde Intel Requirement Development (IRD-)proces en vormt de start van de intelketen. Daarnaast worden de binnenkomende ‘single source’ producten van de sensoren en andere rapportages verwerkt door een multidisciplinair team van analisten van het ASIC. Dit proces van verwerking en ‘multisource’ analyse leidt tot het uiteindelijke eindproduct van de ISR-coy. Voorbeelden van deze eindproducten zijn de Weekly INTSUM (Intel ›› VOC Mededelingen
23
JISTARC IN MALI
JISTARC IN MALI wordt gebracht en kansen en bedreigingen vroegtijdig worden onderkend. JISTARC is in staat om zich aan te passen aan de omgeving. Dit is niet alleen terug te zien in de naamgeving van de inlichtingeneenheid ‘ISR-coy‘ maar ook uit het opnemen van CMI-capaciteit in de organisatiestructuur wat organiek niet in een JISTARC-module aanwezig is. Ook het later inbrengen van CST-
staat om de MINUSMA slagkracht op de juiste plaats, het juiste tijdstip en in de juiste samenstelling in te zetten. Hierin speelt de bijdrage van JISTARC een heel belangrijke rol en wellicht is die rol wel van doorslaggevend belang en daar mogen we best trots op zijn.
JISTARC als specialistische inlichtingeneenheid
Sensoren in de lucht: Apache AH-64D gevechtshelikopter boven de Niger rivier
Onze Nederlandse krijgsmacht heeft door inlichtingeninzet in bijvoorbeeld de Balkan, Eritrea, Irak, Afghanistan en nu in Mali laten zien elke keer beter te worden. We zijn een goed werkende joint organisatie geworden die heeft aangetoond kwaliteit te leveren, het verschil te kunnen maken en adaptief te kunnen reageren. We zijn in staat
Summary) of een Intel Report (INTREP) over een specifiek (thematisch) onderwerp. Tijdens de ontplooiing van de ISR-coy was het Cover & Support Team (CST) niet opgenomen in de initiële organisatie maar dit team is later ingebracht om te kunnen voorzien in extra capaciteit om met name de inzet van HUMINT mogelijk te maken en gezamenlijk operaties uit te voeren. Daarnaast steunt CST daar waar mogelijk ook het CMI-team. Tegelijkertijd kan het CST ook als zelfstandige verkenningssensor worden ingezet waardoor de ISR-coy uit meer middelen kan putten om aan haar taakstelling te kunnen voldoen. Kortom: het CST wordt in de volle breedte van het takenpakket ingezet en vormt daarmee een hele belangrijke ‘enabler’ van de (multi) sensoroperaties van de ISR-coy. De Nederlandse ISR-coy is op haar beurt weer een heel belangrijke sensor binnen het ASIFU-concept en draagt bij aan het robuuste inlichtingensysteem dat kan voorzien in ‘actionable’ en ‘predictive intelligence’. De inlichtingenproducten van zowel de ISR-coy in Gao als de ASIFU in Bamako worden erg gewaardeerd. In Gao wordt zaken gedaan met veel lokale civiele, militaire en inheemse partners (waaronder gouvernementele-, niet-gouvernementele- en internationale organisaties en vertegenwoordigers van de civil society) waardoor de informatiepositie sterk is. Er worden Weekly Assessments, IED-dreigingsoverzichten, Air Threat 24
VOC Mededelingen
ASIFU concept
Assessments en IDF-dreigingsanalyses verspreid. Ook werden nieuwe toekomstige conflicthaarden juist voorzien en was het door ASIFU voorspelde scenario voor meer dan 80% correct. Zeker met de ontplooiing van de Zweedse ISR Taskforce (SWE ISR TF) in Timboektoe kan ASIFU nog beter het verschil maken. Immers met goede inlichtingenactiviteiten zijn zowel het Force HQ in Bamako als de sector HQs beter in
om zelfstandige inlichtingenactiviteiten uit te voeren en hoogwaardige inlichtingenproducten aan te leveren voor echte ‘Intel-led operations’. Het ontwerpen, implementeren en uitvoeren van het ASIFU-concept binnen de VN-missie MINUSMA is wederom een sprong voorwaarts binnen de inlichtingenevolutie van onze gehele krijgsmacht. De Nederlandse krijgsmacht heeft het voortouw genomen in dit experiment
JISTARC in Mali: borstzakembleem ISR-Coy
en dat is een compliment waard. Nederland heeft de bereidheid getoond om nieuwe concepten binnen de VN te introduceren en hier tegelijkertijd een significante fysieke bijdrage aan te leveren. Andere landen kijken met interesse naar de conceptuele gedachte achter ASIFU, wat meteen aangeeft dat we als klein landje zeker niet achterlopen op de hedendaagse inlichtingenontwikkelingen; sterker nog we lopen voorop. Natuurlijk zijn we er nog niet en zijn er ook tegenslagen en lessons learned, maar al met al kunnen we zeggen dat er een stap in de goede richting is gezet en dat we blijven groeien. Het ASIFU-concept is hier een goed voorbeeld van en levert weer veel ervaringen en kennis op die zowel voor het verdere verloop van MINUSMA, maar ook voor toekomstige missies kunnen worden gebruikt. JISTARC is door de bijdrage aan het ASIFU-concept niet alleen een inlichtingenervaring rijker, maar het blijkt dat zij als specialistische inlichtingeneenheid ook elke keer beter wordt. Steeds meer interne procedures worden gestandaardiseerd en werkwijzen op elkaar afgestemd. Sensoren vullen elkaar aan en heffen elkaars nadelen op door samen te werken. Inlichtingenmanagement krijgt een steeds prominentere rol binnen een JISTARC-module, waardoor eenheid van opvatting wordt gewaarborgd. Uiteindelijk worden er hoogwaardige inlichtingenproducten geleverd die niet alleen vertikaal naar het hogere en lagere niveau maar ook horizontaal naar neveneenheden worden gedistribueerd. Deze producten vinden gretig aftrek en worden enorm gewaardeerd omdat hiermee de operationele omgeving gedetailleerd in kaart
Sensoren in de lucht: Unmanned Aerial Systems - lancering Scan Eagle
capaciteit om nog beter in te spelen op wat de omgeving verlangt en zodoende haar taak als inlichtingeneenheid beter te kunnen uitvoeren, is hier een mooi voorbeeld van. Het verplaatsen van ‘collation’ capaciteit van de ISR-coy (decentraal) naar ASIFU-niveau (centraal) is ook een verandering die ‘on the way’ is doorgevoerd. Het hebben van goede ‘collation’ capaciteit is een vereiste om beide analysecellen ASIC en AFC, respectievelijk van de ISR-coy en ASIFU, kwalitatief en kwantitatief goede input aan te leveren. Natuurlijk is dit experimenteren en aanpassen een vereiste, aangezien geen enkel conflict hetzelfde is en de dynamiek aan het begin van een missie vaak anders dan in het verdere verloop van een missie. Het inbrengen van CSTcapaciteit, zoals eerder aangegeven, toont de flexibiliteit van JISTARC. Daarentegen zou dit niet nodig zijn geweest als de JISTARC-sensoren zelfstandig ingezet konden worden. Het ontbreekt de HUMINT- en CMI-sensoren aan ‘enabling’ capaciteit die nu (deels) door het CST wordt ingevuld, zodat de sensoren alsnog hun primaire taak kunnen uitvoeren. Sensoren moeten zelfstandig kunnen worden ingezet waardoor het ISTAR-concept het beste tot zijn recht komt en geen kostbare verkenningscapaciteit (-sensor) verloren gaat vanwege het soms moeten
beschermen en beveiligen van een andere sensor.
Ten slotte Het hebben van goede Open Source Intel (OSINT) met eigen vertalers is, kijkend naar de missieomgeving van de ISR-coy, een capaciteit die moet zijn geborgd binnen de organisatiestructuur. Ontwikkelingen op het gebied van social media gaan snel en zijn niet meer weg te denken uit de hedendaagse samenleving. Daarnaast verschaft OSINT toegang tot een bijna ongelimiteerde bron van informatie waardoor de missieomgeving nog beter in kaart kan worden gebracht. Hierdoor zijn analisten in staat de juiste informatie mee te nemen in hun analyses om daarmee de intelproducten verder te verbeteren. Wellicht kan OSINT binnen JISTARC worden geborgd, waardoor deze capaciteit in toekomstige missies standaard in de organisatiestructuur kan worden opgenomen. Al met al kan gezegd worden dat JISTARC een grote bijdrage levert aan de inlichtingenondersteuning binnen de VN-missie Mali en dat zij dit doet met een diversiteit aan sensoren. JISTARC is een echte specialistische inlichtingeneenheid waar internationaal maar ook nationaal veel vraag naar is. De uitzendbare modules genereren een steeds hogere kwaliteit mede door eerder opgedane kennis en ervaring maar ook door het aanpassingsvermogen. De kwaliteit is terug te zien in enerzijds de inlichtingenproducten en anderzijds in de wijze waarop de sensors worden ingezet en samenwerken. JISTARC heeft zich als entiteit geborgd binnen de krijgsmacht en is niet meer weg te denken uit huidige en toekomstige missies. Experimenteren en aanpassen blijven een vereiste aangezien geen enkel conflict hetzelfde is en de dynamiek aan het begin van een missie vaak anders is dan aan het eind van een missie. JISTARC moet blijven verbeteren, investeren en ontwikkelen want de krijgsmacht van morgen staat voor de deur en de krijgsmacht van overmorgen is niet ver weg. Een voortdurend evoluerend JISTARC kan ook die krijgsmacht blijven voorzien van hoogwaardige inlichtingen (ondersteuning) in elke missie. ● VOC Mededelingen
25
TANKONTWIKKELINGEN
Rusland viert de Dag van de Overwinning en het einde van nazi-Duitsland. T-90 tanks rollen over het Rode Plein tijdens de parade op 9 mei 2015
Ritmeester Michael de Pauw Gerlings Een grootschalige aanval van het Warschaupact was decennia lang de grootse dreiging voor het NAVO bondge-
Training Solutions
nootschap. Het speerpunt van een dergelijke aanval zou hebben bestaan uit de tankeenheden van het Rode leger. De sovjet strijdkrachten beschikten destijds over circa 53.000 tanks. Eén van de grootste zorgen bij de NAVOmilitairen was dan ook het stoppen, of op zijn minst het vertragen, van deze grote massa tanks. Dit beïnvloedde in grote mate het militaire denken van die tijd. De belangstelling voor het Sovjet tankwapen was dan ook zeer groot en elke nieuwe ontwikkeling op dit gebied werd nauwkeurig gevolgd.
UAS Mission and Tactics Trainer UAS MTT biedt missie-voorbereidende training in een realistische omgeving. Het modulaire concept en een open architectuur met STANAG interfaces maken zowel specifieke, als generieke training mogelijk. Airbus Defence and Space Netherlands geeft toegang tot het uitgebreide, Europese defensie portfolio van Airbus. Voor meer informatie:
[email protected].
Met het einde van de Koude Oorlog verdween deze belangstelling bij de westerse militairen behoorlijk snel; de dreiging leek niet meer vanuit het Oosten te komen. De recente ontwikkelingen in Oost-Europa hebben deze situatie enigszins veranderd. Tijd om te bezien wat op dit moment de stand van zaken is van het Russische tankwapen.
Hervormingen Het Russische leger viel redelijk snel in verval na het einde van de Koude Oorlog. De financiële middelen noodzakelijk om een groot dienstplichtig leger te
onderhouden, ontbraken in het nieuwe Rusland. Een groot deel van het materieel kon niet meer worden onderhouden, laat staan gemoderniseerd. Ook op het gebied van het personeel ervoer het de nodige problemen. Na een klein aantal jaren waren nog maar slechts 13 % van de eenheden daadwerkelijk operationeel. Van de 24 divisies waren er nog slechts 5 die volledig gevuld waren. Het conflict in Kaukasus en vooral de gevechten rondom Grozny in 1994, lieten zien hoe slecht het gesteld was met het Russische leger. De toestand van het ooit
zo gevreesde Russische tankwapen was natuurlijk niet beter dan de rest. Een groot deel van het materieel was verouderd of niet inzetbaar en de operationele gereedheid van de tankeenheden liet ernstig te wensen over. Met de komst van Vladimir Poetin wordt het herstellen van de krijgsmacht één van de belangrijkste speerpunten van de nieuwe Russische regering. De hervorming van het defensie apparaat krijgt twee belangrijke facetten: het moderniseren van het materieel en het creëren van een kleinere, pro- ›› VOC Mededelingen
27
TANKONTWIKKELINGEN
TANKONTWIKKELINGEN pantserrupsvoertuigen Armata. Er is op het moment van het schrijven van dit artikel maar weinig bekend aangaande de nieuwe tank en de stand van zaken van het programma. De vertoning van de T-14 tijdens de parade en de voorbereidingen daarvan hebben meer vragen dan antwoorden opgeroepen. De getoonde T-14 ’s zijn slechts prototypes en veel is nog geheim. De informatie hierover is dus schaars, maar ook vaak twijfelachtig en zelfs tegenstrijdig. Het project Armata is niet alleen een materieelproject, maar heeft zeker ook belangrijke communicatiedoeleinden. Toch kan men voorzichtig een aantal zaken vaststellen. Rusland is nooit echt blijven stilstaan op het gebied van technische ontwikkelingen aangaande tanks en pantservoertuigen in het alge-
T-90
fessionele en snel inzetbare krijgsmacht. Deze veranderingen raken natuurlijk ook het tankwapen. Tot een aantal jaren geleden beschikte Rusland over meer dan 15.000 tanks. De tanks van de verouderde types (T-55, T-54 en T-62) waren allemaal in opslag. De relatief modernere tanks (T-64’s, T-72’s, T-80’s en T-90’s) waren in gebruik bij de eenheden of eveneens opgeslagen. Gezien het beperkte defensiebudget, was het moeilijk haalbaar om een dergelijk groot aantal verschillende types tanks in stand te houden, dan wel deze te moderniseren. Het produceren van nieuwe tanks voor de Russische krijgsmacht was nog amper mogelijk, en werd dan ook gestopt. Dit probleem raakte natuurlijk niet alleen de tanks, maar alle pantservoertuigen: een te groot aantal, te veel verouderde en te veel verschillende types voertuigen. In het kader van de hervormingen werd besloten om drie nieuwe projecten op te starten om bijna alle pantservoertuigen van de Russische krijgsmacht te vervangen binnen een periode van 10 tot 15 jaar. Deze projecten moeten drie verschillende nieuwe families pantservoertuigen creëren. Het project Armata betreft een familie zware pantserrupsvoertuigen, het project Kurganets een familie ‘medium’ pantserrupsvoertuigen en het project Bumerang een familie van 8x8 pantserwielvoertuigen. Elke familie bestaat uit een basisvoertuig van waaruit verschillende versies 28
VOC Mededelingen
T-14 Armata
worden ontworpen, zoals een gevechtstank, een pantserinfanterievoertuig, een artilleriestuk, een genievoertuig of een bergingsvoertuig. Het project Armata is voor het tankgedeelte reeds opgestart en gaande, de projecten Kurganets en Bumerang staan, voor wat betreft tanks, nog in de startblokken. Na een lange geheimhouding werden verschillende prototypes van de Armata, de Kurganets en de Bumerang op 9 mei 2015 officieel aan het publiek getoond tijdens de grote overwinningsparade in Moskou.
Het project Armata De nieuwe MBT (Main Battle Tank) van het Russische leger, de T-14, zal afkomstig zijn van het programma zware
meen. Markante voorbeelden hiervan zijn projecten Object 640 en Object 195, die allebei geleid hebben tot experimentele tanks. Het project Armata is vermoedelijk in 2009 opgestart met als één van de belangrijkste doelstellingen het ontwikkelen van een zeer geavanceerde tank, die duidelijk superieur moet zijn aan de moderne westerse tanks. De T-14 Armata beschikt over een toren zonder bemanning. De drie bemanningsleden zitten in een afgesloten capsule in het onderstel van de tank. De commandant en de schutter bedienen van een afstand de toren. Deze indeling is wereldwijd in het verleden vaker voorgekomen in het kader van tech-
Zij-aanzicht T-14 Armata
nisch onderzoek of de ontwikkeling van een nieuwe tank. Tot nu toe zijn deze tanks nooit verder gekomen dan het stadium van een prototype. De afgelopen jaren kwam regelmatig informatie vrij over de ontwikkeling van een tank met onbemande toren in Rusland. Voorbeeld hiervan is het project T-95 dat in 2000 is beëindigd. De keuze voor een onbemande toren bij de T-14 is dus geen grote verrassing. Ondanks dat de toren van afstand wordt bediend, is het voor de bemanning nog steeds mogelijk om de belangrijkste functie van de toren handmatig uit te voeren in geval van storing. De capsule moet de bemanningsleden extra bescherming bieden en hun overlevingskans vergroten indien de tank wordt getroffen. De gevolgen van een treffer op de brandstof- en/of munitievoorraad moet voor hen nog maar weinig risico opleveren. De ontwerpers hebben veel aandacht besteed aan de ergonomie van tank, zodat de bemanningsleden langer op een effectieve manier hun werkzaamheden kunnen uitvoeren. Om die reden zal onder andere de T-14 standaard worden uitgerust met een airco. Ook hebben zij aan aandacht besteed aan de gebruiksvriendelijkheid van de tank. De bediening van de tank moet zo eenvoudig mogelijk blijven voor de bemanning. De hoofdbewapening bestaat uit een 125 mm schietbuis die natuurlijk gekoppeld is aan een automatisch laadsysteem. De schietbuis is in staat om, naast normale granaten, geleide anti-tank raketten af te vuren. Deze zullen waarschijnlijk een bereik hebben van circa 5000 m. Naast deze schietbuis is de tank ook uitgerust met een Remote Controlled Weapons Station (RCWS) met lichte mitrailleur. Op het prototype is deze RCWS geplaatst
Achterzijde T14 Armata
Bovenzijde T14 Armata
Project Armata: prototype van de T-15 Zwaar Infanterie Gevechtsvoertuig met 30 mm snelvuurkanon en 4 x AT-14 Spriggan geleide anti-tank raketten
op de achterzijde van de periscoop van de tankcommandant. Opvallend voor deze tank is de afwezigheid van een coax-mitrailleur. De Armata is mogelijk aangedreven door een motor van 1400 tot 1600 PK, gekoppeld aan een elektrische transmissie. De bescherming van het onderstel bestaat uit een modulaire bepantsering die de voorzijde en ruime delen van de zijkanten van het onderstel beschermen. De zijkanten van het motorcompartiment zijn beschermd door zogenaamde ‘slat armor’ die dit gedeelte van de tank moet beschermen tegen anti-tank raketten. De toren van het prototype lijkt niet voorzien te zijn van een bepantsering aan de buitenzijde. Deze is immers voor een groot deel bedekt met redelijk dunne metalen platen. Mogelijk zal hierover meer duidelijkheid komen in
de toekomst.Berichtgeving voorafgaande aan de vertoning van de prototypes vermeldde dat de Armata’s uitgerust zullen zijn met een nieuw actief beschermingssysteem. Soortgelijke systemen zijn al eerder in Sovjet-Unie/ Rusland ontwikkeld, zoals de Drozd of de Arena. Deze zijn gebaseerd op een radarsysteem die dreigende projectielen onderkent en vervolgens vernietigt of neutraliseert door middel van kleine raketten. De prototypes van de T-14’s lijken inderdaad uitgerust te zijn met een soortgelijk systeem. Detail over het actieve beschermingssyteem zijn voorlopig nog onbekend. De tank zou, zoals alle andere voertuigen van het project Armata, Kuganets en Bumerang, uitgerust zijn met een Battlefield Management System terminal. Dankzij een zogenaamd Tank Informatie Systeem, die alle componenten van de T-14 permanent monitort, zou het mogelijk zijn voor de bemanning om constant op de hoogte zijn van de inzetbaarheid van de tank en voorkomende defecten. Deze informatie zou niet alleen beschikbaar zijn voor de tankbemanning, maar ook voor ›› VOC Mededelingen
29
TANKONTWIKKELINGEN andere functionarissen binnen de eenheid dankzij het BMS. Volgens de Russische defensie-industrie zullen de eerste beproevingen van de T-14 in de periode 2015-2016 plaatsvinden. De productie zal dan vervolgens moeten starten in 2017-2018. In 2020 moeten 2300 stuks zijn geleverd. Op langere termijn moeten alle huidige tanks vervangen worden door de T-14, waarvan het uiteindelijke aantal circa 3200 tanks zal bedragen. Zelfs als de productie in 2017 inderdaad start, zal de industrie meer dan 575 tanks per jaar moeten produceren. De Russische industrie heeft nu al moeite om het aantal van 170 T-90 tanks per jaar te produceren, terwijl de T-90 technisch minder ontwikkeld is dan de T-14 Armata. Volgens de Russische industrie hebben de ontwikkelaars veel gebruik moeten maken van westerse technologie. Deze is duur en moet voor het opstarten van de definitieve productie vervangen worden door onderdelen van Russische makelij om de kostprijs van de tanks acceptabel te maken. Deze kostprijs blijkt zeer hoog te zijn en kan nog een obstakel zijn voor een grootschalige invoer van de nieuwe tank. De vraag is dan ook of de Russische industrie het aantal van 2300 stuks zal halen in 2020.
TANKONTWIKKELINGEN
T-72 B3
binnenkort alleen nog maar bestaan uit twee modellen zware tanks: de T-90 / 90A en de T-72 B3. De verouderde opgeslagen tanks worden definitief uit het bestand gehaald. Hierbij horen ook een groot aantal T-72’s. De modernere T-80’s worden bij de elite-eenheden weggehaald, vervangen en opgeslagen. Indien noodzakelijk moeten zij, op korte termijn, deze eenhe-
T-90
T-90 en T-72 B3 In afwachting van het moment dat de T-14 Armata in het Russische leger is ingevoerd, moet deze haar taken blijven uitvoeren door gebruik te maken van het huidige tankbestand. Deze zal de komende jaren aan de operationele eisen moeten blijven voldoen door gebruik te maken van minimaal financiële middelen. Deze zijn immers noodzakelijk voor de verschillende lopende en toekomstige projecten. Het huidige tankbestand wordt dus momenteel sterk gewijzigd. Deze zal 30
VOC Mededelingen
den weer kunnen uitrusten. De keuze om de T-80 op te slaan is waarschijnlijk gemaakt wegens de relatieve hoge onderhoudskosten van deze tank. Het totaal opgeslagen T-80’s zal ongeveer 4500 stuks zijn. Naast deze twee types zware tanks, zal Rusland ook nog beschikken over een klein aantal lichte tanks van het type 2S25 Sprut. De T-90 zal tot de komst van de T-14 de meest geavanceerde tank zijn in gebruik bij de Russische krijgsmacht. Het Russische leger zou 700 van de 1500 bestelde T-90’s geleverd hebben gekregen. Verdere leveringen
T-72 in de Oekraïne
2S25 Sprut
zullen vooralsnog niet meer plaatsvinden. Deze Russische T-90’s zullen voorlopig ook niet worden gemoderniseerd. De T-90 blijft wel in productie voor de exportmarkt waarin het een redelijk goed succes heeft. In de afgelopen jaren heeft Rusland verschillende versies van de tank verkocht aan Turkmenistan, India, Azerbeidzjan en Algerije. Volgens bepaalde bronnen heeft Oeganda nog recentelijk een contract getekend voor de aanschaf van ongeveer 45 van deze tanks. Een aantal T-72’s zijn gemoderniseerd naar de B3 versie. De T-72 B3 is een tijdelijke en goedkope oplossing voor Rusland in afwachting van de komst van de Armata. De modernisering van de tank is beperkt en betreft vooral een aantal noodzakelijke aspecten. De T-72 B3 is uitgerust met een nieuw digitaal vuurleidingssysteem, waarmee de schutter minder lang zijn doel hoeft aan te richten. Het systeem kan immers het doel ‘volgen’ door op zijn traject te anticiperen. Dit nieuwe vuurleidingssysteem is nauwkeuriger en gekoppeld aan een weersensor. Met deze versie van de tank beschikt de schutter ook over een warmtebeeld nachtzichtkijker van westerse makelij. De tankcommandant kan meekijken maar heeft geen eigen warmtebeeldkijker. De tankcommandant van de T-72 B3 heeft ook een niet-gestabiliseerd optisch vizier. Voor doeloverdracht aan de schutter kan hij met het vizier de schietbuis ongeveer in de richting van het doel zetten. De T-72 B3 beschikt dus nog niet over een echt modern ‘hunter-killer’ systeem waarmee de tankcommandant doelen nauwkeurig en snel kan overdragen aan de schutter. Dit probleem lijkt opgevangen te gaan worden bij
2S25 Sprut
de doorontwikkeling van deze tank, de T-72 B4. Deze beschikt immers wel over een moderne gestabiliseerde periscoop met warmtebeeldkijker voor de tankcommandant. Het is momenteel onbekend in welke mate dit model het Russische leger gaat uitrusten. De T-72 B3 is uitgerust met de schietbuis van de T-90 en kan het laatste type Russische anti-tank munitie verschieten. De bescherming is verbeterd door het plaatsen van Kontakt 5 ERA pakketten. Deze pakketten, die ook de T-90 uitrusten, bieden goede beschermingen tegen de meeste KE projectielen. Ze hebben echter niet dezelfde kwaliteiten als de laatste ERA-pakketten van de Russische industrie, de ‘Relikt’-pakketten. De T-72 B3 is ook uitgerust met een nieuwe digitale radio waarmee data kan worden verzonden en ontvangen. Hiermee is het installeren van een Battlefield Management System terminal in de tank mogelijk. De laatste tanks afkomstig van de productielijn hebben een modificatie ondergaan door het plaatsen van een nieuwe diesel-
motor van 1130 pk i.p.v. de originele motor van 840 pk. Rusland beschikt momenteel over meer dan 2000 T-72’s. 700 daarvan zijn van het Type B3. De eerste T-72 B3’s zijn in 2013 in gebruik genomen. Volgens bepaalde internetbronnen is een aantal T-72 B3’s operationeel ingezet door de separatisten in Oost-Oekraïne. Het Oekraïense leger heeft een zeer klein aantal daarvan buitgemaakt en weer ingezet tegen hun voormalige gebruikers. Deze informatie lijkt bevestigd te worden door beeldmateriaal.
De 2S25 Sprut Naast zware tanks beschikt Rusland ook over een aantal lichte tanks van het type 2S25 Sprut. De ontwikkeling van deze tank is begonnen in de jaren ‘90. De Russische luchtlandingseenheden moesten over een pantservoertuig beschikken dat met parachutes gedropt kon worden vanuit een transportvliegtuig en tevens in staat moest zijn om moderne MBT’s uit te schakelen. Dit ontwikkelingsprogramma leidde ›› VOC Mededelingen
31
TANKONTWIKKELINGEN
TANKONTWIKKELINGEN Reorganisatie van het tankwapen In het kader van hervormingen is de organisatie van de Russische krijgsmacht veranderd. De grote divisies van de Sovjet-Unie zijn ondertussen verdwenen en grotendeels vervangen door brigades. Hetzelfde geldt voor de regimenten die plaats hebben gemaakt voor bataljons. De Russische landmacht beschikt bijna alleen nog maar over brigades bestaande uit bataljons. De drie grote tankdivisies, die in 2008 nog bestonden, zijn vervangen door vier tankbrigades. Deze bestaan elk uit drie tankbataljons. De structuur van de tankbataljons is weinig veranderd en lijkt nog op die van de Koude Oorlog. Ze hebben drie tankcompagniën met drie tankpelotons à drie tanks. De overige tankbataljons bevinden zich voor een groot deel bij de 35 infanteriebrigades (17 brigades uitgerust met de
BMP Kurganets-25 IFV: middelzwaar infanterie gevechtsvoertuig
Project Bumerang: 8 x 8 pantserwielvoertuig
in 2009 tot de productie van de 2S25 Sprut. De Sprut is een lichte tank gebaseerd op het onderstel van het panterinfanterievoertuig BMD3. Het is uitgerust met een 125 mm hoge druk schietbuis gekoppeld aan een automatisch laadsysteem. Het kan dezelfde munitie verschieten als de T-90, inclusief de geleide anti-tankraket Refleks. Met maar 18 ton beschikt de Sprut dus over dezelfde vuurkracht als een MBT. De munitievoorraad bestaat uit 40 granaten, waarvan 22 geladen zijn in het laadsysteem. Naast de schietbuis beschikken de drie bemanningsleden ook over een coaxiale-mitrailleur 7,62 mm. Het onderstel is van aluminium en de frontbepantsering moet officieel bescherming bieden tegen projectielen van maximaal 23 mm; 12,7 mm is waarschijnlijk een realistischer getal. De overige delen van het voertuig zijn waarschijnlijk bepantserd tegen maximaal 7,62 mm munitie. De tank is uitgerust met 32
VOC Mededelingen
een dieselmotor van 510 pk waarmee het een snelheid van 70 km/uur kan bereiken. Dankzij een hydropneumatisch veersysteem kan de bestuurder de bodemvrijheid van de tank aanpassen. De tank kan met parachutes gedropt worden vanuit een transportvliegtuig. Tijdens de dropping is het mogelijk om de bemanning aan bord te laten. De Sprut is volledig amfibisch, zonder dat daarvoor langdurige voorbereidingen moeten plaatsvinden en kan zich in zee verplaatsen tot windkracht 3. De productie van de oorspronkelijke 85 bestelde voertuigen is in 2010 gestopt. De Russische luchtlandingseenheden beschikken momenteel over 24 Spruts. Deze bevinden zich bij het artillerieregiment van de 98e luchtlandingsbrigade. Volgens bepaalde bronnen is het de bedoeling dat op termijn de Spruts vervangen worden door de lichte tank, afkomstig van het project pantserrupsvoertuigen Kurganets. Deze nieuwe lichte tank zal vermoedelijk, naast de luchtlandingseenheden, ook de Russische mariniers uitrusten. De Russische luchtlandingseenheden zijn momenteel bezig met de vervanging van al hun oude BMD pantservoertuigen door de BMD4M en de BTR MD. Beide pantservoertuigen zijn gebaseerd op hetzelfde onderstel en gebruiken dus ook identieke onderdelen. De invoer van een lichte tank gebaseerd op die van een andere familie, de Kuganets, zal opvallend zijn en tegen de huidige trend van het Russische leger ingaan. De ontwikkeling van een lichte tank op basis van een BMD-4M ligt meer voor de hand. In afwachting van de invoer van de nieuwe lichte tank zal de Sprut een moderniseringsprogramma ondergaan. Deze zal bestaan uit het plaatsen van thermische richtmiddelen voor de schutter en de commandant en de mogelijkheid om extra pantsermodules te bevestigen op het voertuig.
Gemotoriseerde Divisie en de 4e Garde Tankdivisie. De luchtlandingseenheden, die een zelfstandig krijgsmachtdeel vormen, hebben hun organisatie, gebaseerd op divisies, bewaard. De Russische Mariniers, die een onderdeel vormen van de marine, beschikken ook nog over een aantal tanks. Op termijn zullen de Russische grondtroepen uit drie categorieën bestaan. Ten eerste de zware eenheden. Deze categorie zal bestaan uit tank- en gemechaniseerde brigades/divisies en worden uitgerust met de zware pantserrupsvoertuigen afkomstig van het project Armata. Deze eenheden zijn bestemd om op te treden in het hoge geweldspectrum tegen een tegenstander bestaande uit tank- en gemechaniseerde eenheden. Ten tweede de ‘medium’-eenheden. Deze krijgen als taak om zich snel te kunnen verplaatsen en ontplooien in een inzetgebied.
Als laatste de lichte eenheden. Deze eenheden zullen ingezet worden in situaties waarbij het gebruik van zware of ‘medium’ eenheden niet wenselijk of mogelijk is. Deze eenheden zullen uitgerust worden met de nieuwe pantservoertuigen Bumerang en lichte wielvoertuigen. Het moderniseren en hervormen van de Russische krijgsmacht vormt een grote uitdaging, die gepaard moet gaan met grote prestaties om binnen een beoogde termijn succesvol te moeten/kunnen opereren. Het vervangen van, onder andere, het merendeel van alle pantservoertuigen binnen een periode van circa tien jaar, is een indrukwekkende ambitie. Met de toekomstige invoer van de T-14 Armata zal het Russische leger beschikken over een moderne tank, terwijl de westerse landen over een verouderd tankbestand zal beschikken. Zonder de Russische tankindustrie te willen
BMP Kurganets-25 APC
BMP, 9 met de BTR en 8 met de MTLB). Elke infanteriebrigade beschikt in principe over één tankbataljon. In 2013 besloot president Poetin om historische redenen twee prestigieuze divisies nieuw leven in te blazen. De 2e Garde
Zij zullen gespecialiseerd zijn in het optreden in bergachtig terrein, bossen en verstedelijkt gebied. Deze eenheden zullen uitgerust worden met de pantservoertuigen afkomstig van de projecten Kurganets en Bumerang.
onderschatten - de huidige T-90 is tenslotte een geduchte tank - is het wel de vraag of deze tank aan de kwalitatieve en kwantitatieve ambities zal voldoen binnen de gestelde tijd. De tijd zal het leren. ● VOC Mededelingen
33
HUZAREN PRINS VAN ORANJE
Majoor Danny Dudart Nadat de Cavalerie in zijn geheel en de andere Cavalerieregimenten in 2014 al hun 200-jarig bestaan mochten vieren, was het op zaterdag 11 april 2015 de beurt aan het Regiment Huzaren Prins van Oranje. Deze viering vond plaats op de Bernhardkazerne te Amersfoort en bestond uit twee delen.
Regimentsappèl Als eerste werd aangevangen met een regimentsappèl bij het Cavaleriemonument. Wat dit appèl bijzonder maakte, was dat het door de goede opkomst tijdens deze dag mogelijk was twee even grote detachementen van zowel 42 als 59 Tankbataljon te laten aantreden.
Alles bij elkaar ruim 200 man. Ondanks het feit dat RHPO niet meer beschikt over een staand bataljon, is het de organisatie toch gelukt een standaardwacht te formeren. Na het intreden van de standaard meldde de paradecommandant luitenant-kolonel Krakau de Jong het regiment bij de regiments-
commandant, luitenant-kolonel de Haan. In zijn toespraak ging overste de Haan in op de geschiedenis van het RHPO en de diverse conflicten en missies waarbij het regiment betrokken was gedurende zijn 200-jarig bestaan. Vervolgens werd er een dodenappèl gehouden en legde de regimentscommandant samen met brigadegeneraal Tak een krans bij het monument ter nagedachtenis van alle gevallenen van het RHPO. Daarna gaf luitenant-kolonel de Haan invulling aan één van de voornaamste verantwoordelijkheden die Commandant Landstrijdkrachten bij ››
Multi-Mission Mission Night Vision White light tolerant
Environment cooperative Regimentsappèl
www. p h o to n i s .co m VOC Mededelingen
35
HUZAREN PRINS VAN ORANJE
COR VAN BEMMEL Cats-Winkelmann, de weduwe van de eerste naoorlogse regimentscommandant, die zich nog talloze leuke anekdotes wist te herinneren uit de eerste jaren na de heroprichting van het regiment. Zo’n beetje alle leeftijdscategorieën, evenals alle rangen en standen waren deze dag in kameraadschappelijke sfeer bijeen. Iets dat typerend is voor het RHPO zoals we dit in de afgelopen 30 jaar hebben kunnen ervaren.
Een trotse regimentscommandant
de Korpsen en Regimenten heeft neer gelegd. Te weten, het leveren van ‘nuldelijns zorg’ aan veteranen. Tijdens dit ceremonieel reikte overste de Haan het draaginsigne gewonden uit aan korporaal der eerste klasse b.d. Karels. Hij mocht deze onderscheiding ontvangen wegens een trauma dat hij tijdens zijn missie heeft opgelopen. Tenslotte had de regimentscommandant nog een verrassing voor alle aanwezigen. Ter gelegenheid van het 200-jarig bestaan had hij namelijk een herinneringsmunt laten vervaardigen welke op verzoek gratis verstrekt wordt aan een ieder die ooit onder de standaard van het regiment heeft gediend. De eerste munten werden tijdens het appèl uitgereikt aan de oudst aanwezige oud-commandanten en adjudanten. De overige aanwezigen konden deze herinneringsmunt later op de dag zelf ophalen.
Reünie Na het regimentsappèl was het tijd voor het onofficiële deel van het programma. Speciaal voor deze dag had het Museum Nederlandse Cavalerie zijn deuren geopend. Tussen de appèlplaats en de kantine waren tanks en wielvoertuigen opgesteld, die door de jaren heen in de bewapening bij de cavalerie-eenheden zijn geweest. Het weer werkte deze dag niet echt mee en het heeft veel geregend. Hierdoor hebben de historische pantservoertuigen helaas niet de aandacht gekregen die zij verdienden. Het regenachtige weer zorgde er echter wel voor dat de kantine vol was met reünisten, waardoor er onder het genot van de nodige borreltjes veel oude koeien uit de sloot werden gehaald. Met name onder de oudgedienden van 59 Tankbataljon was er veel aandacht voor de fotoboeken en de film met de beelden van de uitreiking van de standaard door HKH koningin Juliana. Een aantal reünisten zijn hier destijds nog ooggetuige van geweest. Uiteraard mag bij een dergelijke reünie de traditionele Indische maaltijd niet ontbreken. Niet alleen aan de bar, maar ook in de eetzaal werden de heldhaftige krijgsverrichtingen op de Noord-Duitse laagvlakte besproken tijdens het nuttigen van de nasi met saté. Een bijzondere gast deze dag was mevrouw Lichtenvoort 36
VOC Mededelingen
Aooi Timmerman met de 120 mm granaat
Cadeaus Alvorens de dag rond half zes door luitenant-kolonel de Haan werd afgesloten, kreeg het jarige regiment nog een aantal cadeaus. Namens de officieren mocht de regimentscommandant uit handen van majoor Douze enkele gegrafeerde schietbuisringen met daarin het regimentslogo gelast in ontvangst nemen. Meer van deze ringen zullen op een later tijdstip volgen. Namens de onderofficieren bood adjudant Timmerman een replica van een 120mm granaat aan, voorzien van het regimentslogo. Als afsluiting mocht majoor Dudart de RHPO legpenning in ontvangst nemen als dank voor zijn inzet bij het organiseren van deze dag. Zeven uur ’s avonds ging de bar dicht en vertrokken de meeste gasten huiswaarts. Enkele enthousiastelingen hebben in klein gezelschap de reünie nog voortgezet in het centrum van Amersfoort. Al met al kan het RHPO terugkijken op een geslaagde dag en heeft het regiment aangetoond, ondanks dat het niet meer beschikt over een staand bataljon, nog springlevend te zijn. ●
Generaal-majoor b.d. Jhr. J.H. de Jonge Op 4 mei 2015 trof een grote groep mensen, bijzonder divers, elkaar in de Hervormde kerk te Harmelen. Het bleken veteranen uit de omgeving, familieleden van verzetsstrijders Cor van Bemmel en Hendrik de Ruiter, burgemeester Molkenboer van Harmelen/Woerden, inwoners van Harmelen, Ridder Militaire Willems Orde der Vierde klasse majoor Marco Kroon, Wapenoudste der Cavalerie brigadegeneraal van Keulen, Kanselier der Nederlandse Orden generaal-majoor b.d. Morsink, medewerker MNC Evert Jan Vinkhuyzen en vele anderen. Eén ding hadden zij gemeen: hun respect betonen aan de op 21 maart 1945 gesneuvelde wachtmeester der cavalerie Cor van Bemmel, inmiddels zeventig jaar nadien. Wie wás deze man die ook al door de toenmalige Wapenoudste in zijn rede ter gelegenheid van de herdenking Gevallenen Cavalerie in 2011 ten voorbeeld werd gehouden? Ik put hiertoe uit de bezielende en indrukwekkende rede die RMWO4 Kroon hield. Wachtmeester van Bemmel was een man van veel keuzes maken. Telkenmale kon hij kiezen voor de gemakkelijke weg of voor zijn principes en dus ook voor de
confrontatie. Hij werd geboren in 1912 te Harmelen. De wet stelde hem vrij van dienstplicht, maar Cor tekende in 1932 voor zes jaar als vrijwilliger bij de cavalerie. Dat was een keuze. In zes jaar klimt hij op van huzaar tot wachtmeester. In 1938, als de spanning in Europa stijgt en de oorlogswolken dreigend worden, besluit wachtmeester van Bemmel om niet af te zwaaien maar om bij te tekenen. Dat was keuze
nummer twee. In de mei-dagen dient hij bij een eskadron van het 4e Regiment Huzaren; neemt onder meer stelling bij het spoorwegviaduct oost van Rhenen. Ze worden teruggetrokken en verzamelen op de Maliebaan te Utrecht, wachtend op orders die niet komen. Nederland capituleert en op 15 juli demobiliseert de wachtmeester te Ede. Het zint hem niet en hij moet diep teleurgesteld zijn geweest. ›› VOC Mededelingen
37
COR VAN BEMMEL
ALGEMENE VERGADERING
Reserve-ritmeester John Kapteijn De appelmarijnen bij de koffie vormden op 2 mei j.l. de eerste voltreffers op deze bijzonder geslaagde dag die naast de jaarlijkse Algemene Vergadering, nog een aantal buitengewoon aardige activiteiten op het programma had staan. Gastvrij ontvangen door burgemeester Arno Brok met een boeiend Onthulling van het monument te Harmelen door burgemeester Molkenboer en RMWO4 majoor Kroon
Heeft hij zijn plicht gedaan? De oud-militair denkt van niet. Dan volgt een lange periode van zwalken en geen echt werk. Hij ergert zich gruwelijk aan de bezetter en aan collaborerende Nederlanders. Het verzet vindt hem en Cor verkiest om deel te nemen. Keuze nummer drie. Na enkele acties moet hij onderduiken. Op 5 juni 1941 vertrekt Cor uit Nederland en komt in februari 1944(!) aan in Engeland. Na verhoren en de thee bij de Koningin staat Cor opnieuw voor een keuze. Kantoorbaan? Prinses Irene Brigade? Koopvaardij? Luchtmacht? Het wordt de Inlichtingendienst en een inzet diep achter de linies in bezet gebied als marconist. Op 5 oktober 1944 wordt hij gedropt per parachute boven het Schoonloërveld in Drenthe. Dat gaat goed en hij vindt na wat omzwervingen onderdak bij de familie de Ruiter te Assen. In hun huis wordt voor hem een schuilplaats ingericht van waaruit hij zijn radiozendingen met informatie van het Drentse verzet naar Engeland verzorgt. Na vijf maanden wordt hij uitgepeild. Op 21 maart 1945 doet de SD, Gestapo en Nederlandse Landwachters een inval. Uiteindelijk wordt zijn schuilplaats op zolder ontdekt. Nu heeft Cor nog één keuze te maken: overgeven of vechten. Hij neemt die beslissing geheel alleen, op die donkere zolder, samen met zijn hoop en liefde voor zijn land. Ongetwijfeld speelt door zijn hoofd het gevaar van verhoren en doorslaan met alle consequenties voor de hele verzetsgroep. Cor neemt zijn pistool en vuurt op de vijand, de vijand van zijn land. Dan valt hij door Duitse kogels en wordt stervend het huis uit gedragen. Als represaille worden later vader Hendrik de Ruiter en zijn twee zonen gefusilleerd. Moeder de Ruiter en de dochter worden afgevoerd. Burgemeester Molkenboer benadrukte ‘dit gebeurt er als de rechtstaat terzijde wordt geschoven’, en constateerde bewonderend ‘dat er altijd mensen zijn die 38
VOC Mededelingen
Wachtmeester Cor van Bemmel
opstaan tegen onrecht’, waarbij hij ook opmerkte dat velen liever een andere kant opkijken. Zo niet Cor van Bemmel. Ineke Smienk, de kunstenares die het monument ter nagedachtenis maakte, gaf aan wat haar inspireerde: ‘Cor was nuchter, geen kouwe drukte, stoer, verloor het doel niet uit het oog. Geen avonturier maar een echte held’. Dat bracht haar tot het maken van een sober kunstwerk, bestaande uit drie stoere zuilen waarin verwerkt de beeltenis van een parachute en het teken van de Militaire Willems Orde. De ridderorde, die van wachtmeester van Bemmel overigens postuum op 30 augustus 1948 werd toegekend. Daarna volgde de uitstekende rede van majoor Kroon, gevolgd door een ontladend en donderend applaus in de kerk. Het was indrukwekkend. De toespraken werden omlijst door muziek van de harmonie De Vriendschap uit Harmelen met zang van de lyrische sopraan Anke Smits. Buiten volgde tenslotte de onthulling door de burgemeester en majoor Kroon op een respectvolle maar sobere wijze, onder grote warme belangstelling van inwoners uit de omgeving. Tenslotte opnieuw even terug naar de woorden van RMWO4 majoor Kroon, en wel hoe hij afsloot. ‘Dit monument getuigt van de respectvolle keuzes die Cor in zijn leven maakte. Zijn Moed, Beleid en Trouw zullen hierin voortleven. Vandaag herdenken we, morgen vieren we, een vrij Nederland. Zoals ook ooit een zekere wachtmeester der cavalerie dat voor ogen had!’ De gesneuvelde wachtmeester der cavalerie C.H. van Bemmel is uiteraard vermeld in het Register Gevallenen Cavalerie zoals dat ingezien kan worden in het Museum Nederlandse Cavalerie en de gegevens van het monument worden opgenomen in de betreffende verzameling, eveneens in het MNC. ●
welkomstwoord waarin naast de aantrekkelijkheden van ‘het eiland van Dordt’ en de eigenaardigheden van ‘de Schapenkoppen’, ook de rijke historie van de stad ruimschoots aan bod kwam.
Het bestuur
De appelmarijnen bij de koffie vormden op 2 mei j.l. de eerste voltreffers op deze bijzonder geslaagde dag die naast de jaarlijkse Algemene Vergadering, nog een aantal buitengewoon aardige activiteiten op het programma had staan. Gastvrij ontvangen door burgemeester Arno Brok met een boeiend welkomstwoord waarin naast de aantrekkelijkheden van ‘het eiland van Dordt’ en de eigenaardigheden van ‘de Schapenkoppen’, ook de rijke historie van de stad ruimschoots aan bod kwam. ‘Vrijheid en tolerantie zijn verre van vanzelfsprekend en een groot goed’. Zijn aanbeveling om de gehele ledenvergadering stil te staan bij de notulen van de vorige jaarbijeenkomst werd niet opgevolgd. Een korte maar krachtige rondleiding bracht ons, via de oude cellen op zolder, in de prachtige Raad-
De dames bezochten het Huis van Simon van Gijn
zaal die geknipt bleek voor onze vergadering. Onder aanvoering van de voorzitter loodste het bestuur haar leden langs de diverse klippen op de agenda. Ook een onverwachte statutaire draai-
kolk werd - met ieders instemming - na wijs beraad ontweken. De dames waren inmiddels meegevoerd naar een juweel van een museum: het Huis van bankier/verzamelaar Simon van Gijn. ›› VOC Mededelingen
39
ALGEMENE VERGADERING
KAPPER HENK Wie kent hem niet, kapper Henk. Iedere cavalerist van na de Tweede Wereldoorlog zal van hem hebben gehoord. Om gezondheidsredenen moet hij na bijna vijftig jaar de Bernhardkazerne vaarwel zeggen. Reden voor de redactie van de VOCMededelingen om samen met Henk op zijn kapperstijd terug te kijken...
Wie is Henk Mulder, alias kapper Henk?
VOC-leden in vergadering bijeen in de Raadzaal van het Stadhuis
Henk werd geboren op 21 december 1943 in Amersfoort. Later verhuisde het gezin naar Soestdijk waar zijn vader een kapperszaak had. Van hem heeft hij het vak geleerd. Zijn vader knipte regelmatig Prins Bernhard in het paleis. Zijn zoon zou als ‘huzarenkapper’ bijna vijftig jaar knippen op de kazerne die de naam van ZKH draagt. Na in een kapperszaak in Soesterberg en Amersfoort te hebben gewerkt, moest Henk op 6 oktober 1963 met lichting 63-5 opkomen voor zijn dienstplicht. Hij was het liefst kapper geworden op het vliegdekschip Hr.Ms. Karel Doorman, maar vanwege zijn slechte ogen werd hij daarvoor afgekeurd. Hij kreeg de hofmeesteropleiding op de Morschpoortkazerne in het centrum van Leiden. In december 1963 werd Henk te werk gesteld als hofmeester in de onderofficiersmess op de Bernhardkazerne, in het toenmalige gebouw J, dat later afgebroken werd en waar zich nu het gezondheidscentrum bevindt. Hij herinnert zich dat hij daar vele overuren maakte.
Na de lunch nam brigadegeneraal b.d. Peer de Vries ons mee naar de meidagen van 1940. In de omgeving van Dordrecht voerde zijn vader een infanterie-eenheid aan die zich op zeker moment omsingeld wist door Duitse troepen. Wat te doen? Vader de Vries stapte op de Duitsers
Boottocht naar het Nationale Park de Biesbosch
af en beval hun onmiddellijk te stop-
Een plek waar de tijd heeft stilgestaan of een bewijs dat van Gijn zijn tijd zo’n kleine drie eeuwen vooruit was. Terwijl de officiersvrouwen lunchten in de ‘Den Witten Haen’, stond er voor heren een broodje klaar in de ‘Raedtskelder’ van het stadhuis. Na de lunch voegde het gezelschap weer samen en wandelde men door pittoresk Dordrecht naar de Hooikade. Aldaar lag voor ons het schip ‘De Halve Maen’ klaar met de beste ecologische intenties. Er werd echter toch gedieseld want de accu’s lieten het afweten. Als er aan boord niet van het uitzicht werd genoten, dan werd er wel druk gesproken over het verleden, dan wel de toekomst van ons wapen. Het was goed toeven aan boord en al spelevarend legden wij uiteindelijk weer aan waar we vertrokken wa40
VOC Mededelingen
ren. Tussen het winkelend publiek door, op deze wat lome zaterdag-middag, keerden we terug naar de ‘Raedtskelder’ voor een prima verzorgde borrel. Teleurstellend was te constateren dat het carillon van het stadhuis bij onze aankomt niet het Huzarenlied lied weerklinken. Men kan op zo’n perfecte dag ook niet alles hebben. Wat we wel in ons midden hadden was een jarige! Voor de echtgenote van de voorzitter werd dan ook spontaan uit volle borst een lang-zal-ze-leven aangeheven dat het stadhuis van Dordrecht op z’n grondvesten deed trillen. Al met al was dit evenement een schot in de roos, waarmee onze vereniging er andermaal het doel wist te bereiken dat zij zichzelf stelt: het bevorderen van de saamhorigheid. ●
pen met schieten: Zij - de Vries en z’n mannen - waren een Duitse ‘Sondereinheit’ met een speciale opdracht in Nederlandse uniformen. Van de verwarring die even optrad, maakte de Vries en z’n mannen gebruik om uit te breken. Weldra toch achternagezeten door de Duitsers werd de Vries Sr. geraakt in z’n linker hand. Afgevoerd naar een als verbandpost ingerichte school wenste de Vries dat er met spoed naar z’n hand gekeken werd. Een kordate verpleegster gaf aan dat hij nog even moest wachten (‘Wie dacht hij wel dat ie was?’). De kordate verpleegster werd later de moeder van onze brigadegeneraal...
EEN HALVE EEUW KAPPER OP DE BERNHARDKAZERNE Luitenant-kolonel Duco Brongers
Als er messfeesten waren in de officiers- of onderofficiersmess, stond Henk altijd in de bediening, want Henk woonde dichtbij en kon met de fiets naar huis. Tijdens zijn diensttijd verving hij regelmatig kapper van Zomeren van de Bernhardkazerne als deze ziek was. Op 5 augustus 1965 ging Henk met klein verlof en ging werken bij zijn vader in de zaak in Soestdijk. In januari 1966 werd hij door kapper van Zomeren gevraagd of hij op de kazerne wilde gaan werken. Daar ging Henk op in en ze hebben nog een jaar samengewerkt. Na dat jaar stopte van Zomeren en werd Henk door kolonel Ootmar, de toenmalig Commandant Opleidingscentrum Cavalerie (OCC), een vast contract aangeboden. Het was een drukke baan, ›› VOC Mededelingen
41
KAPPER HENK
KAPPER HENK valerie kwamen verbaal aan de beurt. Over iedereen wist hij wel wat te vertellen. Zijn standpunten over van alles en nog wat waren altijd duidelijk. Maar immer had hij daarbij discretie hoog in het vaandel en liet hij uiteindelijk een ieder in zijn waarde. Ook dat is een kwaliteit die kapper Henk kenmerkt. Een van zijn beste herinneringen heeft Henk aan zijn tijd toen hij nog te velde knipte. Elke twee maanden, en later om de maand, kwam er een nieuwe lichting op van de School Reserve Officieren Cavalerie en de Kaderschool, die meteen op introductiebivak ging op de Vlasakkers. Om de nieuwe lichting het haar netjes te laten dragen i.p.v. met haarnetjes, werd een bezoek aan de kapper lichtelijk geënthousiasmeerd. Henk verhuisde daartoe naar het oefengebied.
want alle dienstplichtigen moesten in die tijd het haar kort dragen. De tarieven werden door kolonel Ootmar vastgesteld: aflopend van officier naar onderofficieren en huzaren. Zo werd bepaald dat een knipbeurt voor dienstplichtigen gratis was en Henk kon daar niets aan veranderen, of toch wel? De gratis knipbeurt werd de zogenaamde ‘coup tondeuse’, dus spiegeltje glad. Voor een nette knipbeurt naar keuze wist de dienstplichtige huzaar al snel dat hij vijftig cent of een gulden moest geven... Toen de haardacht werd vrijgegeven in 1971 betekende dat een halvering van zijn kappersinkomsten, maar Henk had meer ijzers in het vuur. Hij ontwikkelde een eigen afzetmarkt voor allerhande artikelen om wat bij te verdienen. Zo verkocht hij eerst lage leren schoenen aan dienstplichtigen, die immers in uniform moesten rei-zen. Dat deed hij niet alleen op de Bernhard-, maar ook op de Willem III-kazerne in Amersfoort. Tot één van de onderofficieren op de laatst genoemde locatie zijn activiteiten rapporteerde aan de commandant en er de marechaussee bij wilde halen. De commandant was een klant van Henk en wist de zaak te sussen, maar Henk moest wel stoppen met de schoenenverkoop. Op ‘de Bernhard’ ging Henk wèl door met zijn lucratieve schoenenzaakje. Om er niet te veel ruchtbaarheid aan te geven, moesten de klanten meelopen naar zijn auto. In de achterbak lagen de diverse schoenen die gepast konden worden. Op een gegeven moment behoefden de dienstplichtigen niet meer in uniform te reizen en was het met de schoenenverkoop gedaan. Geen probleem voor kapper Henk. Hij ging over op de verkoop van andere artikelen als condooms en ‘vieze boekjes’. Hij kreeg er gedonder mee met de dominee, maar de toenmalig Commandant OCC veegde de argumenten van tafel en liet het toe. Daarna volgde nog de verkoop van sportkleding en -schoeisel en onderhield hij een levendige handel met zijn koek en zopie. Ook hier werd door sommige militairen bezwaar tegen gemaakt, zodat hij uiteindelijk zijn praktijken moest staken. Om toch te kunnen beschikken over extra in42
VOC Mededelingen
De spiegel werd aan de vlaggenmast vastgemaakt, tafeltje met knipspullen naast de stoel en een aggregaat erbij voor de stroom. Tot diep in de nacht werd er doorgeknipt. Als het te donker werd, verlichtten twee DAF-3 tonners met hun koplampen de klant en voor het precisiewerk scheen een huzaar met zaklamp bij. Iedereen wilde geknipt worden; ze vonden het prachtig. En was er toch sprake van enig gesputter, dan speelde kapper Henk het opleidingsspel op voortreffelijke wijze mee en kende de aspirant (onder)officieren weer hun plaats. Dan werd duidelijk gemaakt wat werd bedoeld met éénhoofdige leiding; een kapper met een (scheer)mes in de hand is namelijk altijd de baas. Tot een moeder van een huzaar klaagde bij generaal Makking, toenmalig Commandant Opleidingen Koninklijke Landmacht (COKL, het huidige OTCo), want de haardracht was immers toch vrij.
Kapper Henk in actie op de Bernhardkazerne
Onthulling naambord Kapper Henk Allee
komsten ging Henk handelen in aandelen. Zelfs tijdens het knippen moest je niet vreemd staan te kijken als hij rechts uit de flank ging om even naar de laatste stand te kijken.
Met de belastingdienst onderhield Henk een levendige correspondentie over zijn afdrachten, omdat ze er beiden ‘interpretatieverschillen’ op nahielden. Zat je bij Henk in de stoel, dan was er altijd wel wat te beleven. Alle markante (onder)officieren van de ca-
Het knippen te velde werd afgeschaft, maar de huzaren werd nog steeds de mogelijkheid geboden naar de kapsalon te komen; voor vervoer werd gezorgd. Dit deed de lichting maar al te graag, want bij kapper Henk vond je rust, snacks en gezelligheid. De kapper verhuisde de afgelopen decennia meerdere malen intern op de kazerne. Hij begon zijn activiteiten in gebouw B, verhuisde naar gebouw U, vervolgens naar gebouw T, om weer af te sluiten in
Vijftig jaar kapper: Henk bedankt!
gebouw B, dichtbij de wacht. Daarnaast was hij ook actief op de oude Willem III-kazerne in Amersfoort voor de SROC, op de Kootkazerne in Stroe (1985) en op de Du Moulinkazerne in Soesterberg (1993). Helaas heeft Henk zijn kappersactiviteiten in januari jongsleden moeten beëindigen. Hij heeft al vele jaren last van prostaatkanker die niet meer te stoppen lijkt. Het lukt hem niet meer om zijn klanten te knippen. Dat valt hem uiteraard erg zwaar, maar ook zijn klanten missen hem nu al. Naast de knipbeurt hoorde je bij Henk het laatste nieuws. Niet voor niets werd er ooit in de Legerkoerier een artikel aan hem gewijd met de kop ‘De knippende inlichtingendienst op de Bernhardkazerne’. Op initiatief van een van zijn trouwe klanten en ook belegger in aandelen, adjudant b.d. Ronald Krietemeijer, werd op 18 maart 2015 de straat bij zijn kapsalon omgedoopt in de ‘Kapper Henk Allee’. Dit als dank voor zijn halve eeuw werk als kapper, maar vooral ook voor de mens zoals hij is. Henk en zijn vrouw Trees werden
die dag uitgenodigd zonder dat ze ergens van wisten. Zij werden door de initiatiefnemer kort toegesproken en na zijn vrouw een bos bloemen te hebben geschonken, mocht Henk zelf de onthulling verrichten van zijn straatnaambord. Hij was er zichtbaar blij mee. Maar daar bleef het niet bij. Tijdens de gezamenlijke VOC/VOOC-borrel op 8 april namen de ‘senioren’ in allerbeste cavaleriestijl afscheid van hun kazernekapper. Achtereenvolgens prezen de heren en oud-klanten Akkermans, van Swelm, van Schaik, nestor Hoevenaars en Alexander in de meest lovende bewoordingen het vakmanschap, wilskracht en doorzettingsvermogen van hun kazernekapper. Zij brachten luid en duidelijk aan Henk en zijn Trees het bericht over, hoezeer wij allen ‘kapper Henk in ons hart hebben gesloten. Op humorvolle wijze sprak Henk zijn voormalige klanten, thans vrienden toe. Dat er meer dan dertig gasten ‘van buiten’ ook present waren, stemde Henk ten tweede male blij. De bijeenkomst is voor het nageslacht op beeldband vastgelegd. Henk bedankt! ● VOC Mededelingen
43
BOEKBESPREKING
VOC MEDEDELINGEN
Waardering voor VOCfotograaf
Luitenant-kolonel Duco Brongers Weer een boek over de laatste veldslag van Napoleon? De subtitel zegt al wat meer en zeker de schrijver intrigeerde me: brigadegeneraal b.d. Peer de Vries, waarvan ik toch al diverse documenten had mogen lezen. Ik denk dan aan doctrinepublicaties, een visie op de ontwikkelingen bij de KL, alsmede zijn filosofische bespiegelingen over militaire ethiek. Een historische roman had ik niet in dit rijtje verwacht, maar als goed militair blijft Peer de Vries verrassen. Het boek verhaalt over Johan de Hartog, een jonge tweedeluitenant der cavalerie, die net van de officiersopleiding voor infanterie en cavalerie is gekomen in Honsholredijk. De huidige KMA bestond immers nog niet. We volgen Johan van 24 maart tot en met 24 juni 1815. Hij haalt herinneringen op over zijn militaire opleiding en we maken met hem de voorbereidingen mee en de inzet van zijn eskadron bij Quatre Bras. Zijn belevenissen spelen in een tijd waarin ons jonge koninkrijk werd bedreigd door het grote Frankrijk onder leiding van de uit ballingschap teruggekeerde Napoleon. Voor iedere militair is het boeiend zijn relaas te volgen. Je herkent je in de ervaringen die we allemaal hebben beleefd bij onze eerste parate functie, maar dan 150 tot 200 jaar later. In
het geval van Johan de Hartog is dat het 8e Regiment Huzaren uit Deventer, een fictieve eenheid. Johan vertelt over zijn ervaringen en ontgroening op de officiersopleiding en het weerzien met een ‘ouderejaars’ bij het parate regiment. Hij worstelt met de vraag hoe het beste om te gaan met zijn opvolgend pelotonscommandant en er zijn de gebruikelijke kennismakingen met een kornet, de eskadrons-opperwachtmeester en natuurlijk zijn eskadronscommandant. Van de laatste steekt hij veel op, het is een oorlogsveteraan uit de Grande Armee van Napoleon. Maar niet alles is zoals het lijkt. Bij de inzet van Johan met zijn peloton, komen er tactische keuzes naar voren. Ongetwijfeld komt bij velen de gedachte op: ‘hoe zou ik hier hebben gereageerd’. De verkenningsvoertuigen of tanks zijn in deze roman vervangen door paarden, maar verder zijn er veel
overeenkomsten met het dagelijkse bestaan van de hedendaagse officier: het onderhoud, het gefaseerde opleidings- en trainingsprogramma, de onderlinge militaire verhoudingen, het mess-leven en de militaire ethiek. Door die herkenning begin je bijna te zoeken naar de namen van de personages die voorkomen in het boek. Ook tactisch leert de Vries ons nog het een en ander over tijd en ruimte-factoren. En passant wordt de lezer spelenderwijs op een beeldvormende wijze geïnformeerd over deze historische periode. Allang geleden bleek de auteur geïnspireerd te zijn door de avonturen van Horatio Hornblower, hoofdrolspeler in een romanserie van C.S. Forester over een Britse zeeofficier in de Napoleontische tijd. De viering van 200 jaar Regiment Huzaren Boreel heeft de gelegenheid geschapen dit boek uit te geven. Mij heeft het bijzonder aangesproken en ik kan het iedereen van harte aanbevelen. Misschien is het zelfs de opmaat voor een serie van dergelijke boeken? ●
Meer informatie: ‘Quatre Bras!’ door Peer de Vries De avonturen van een luitenant der huzaren 1813-1815 Uitgeverij Verloren BV - Hilversum, 2013 ISBN 978-90-8704-400-8
44
VOC Mededelingen
Er gaat vrijwel geen VOC-evenement of regimentsbijeenkomst voorbij of Dennis Boom staat met zijn camera paraat om de betreffende gebeurtenis vast te leggen voor het nageslacht. Zijn fraaie beelden van belangrijke gebeurtenissen binnen de cavaleriegemeenschap als het laatste schot Leopard-2 tank in Bergen-Hohne, het opleggen van de standaarden of recent nog het Bereden Defilé in Den Haag, verschijnen niet alleen met vaste regelmaat in de VOC-Mededelingen, maar worden ook gebruikt op de websites van het ministerie van Defensie en de vier cavalerieregimenten. Zijn fotowerk wordt door velen gewaardeerd. Tijdens het laatste Diner de Corps van het Regiment Huzaren van Sytzama in Huis den Deijl in Breda op 20 februari j.l., ontving Dennis Boom uit handen van de regimentscommandant, kolonel Kees Koek, de regimentslegpenning met oorkonde voor zijn verdiensten als ‘vaste’ cavaleriefotograaf. Kolonel Koek sprak zijn grote waardering uit voor het niet aflatende enthousiasme en de voorbeeldige inzet van Dennis Boom. De redactie van de VOC-Mededelingen sluit zich graag bij deze woorden aan. Onze felicitaties. ●
VOC Mededelingen
45
VOC MEDEDELINGEN
VOC MEDEDELINGEN
Koninklijke belangstelling voor het JISTARC detachement in Mali
Diner de Corps Regiment Huzaren Prins van Oranje Ritmeester Rutger Poelakker
Op 2 april j.l. vond het Diner de Corps van RHPO plaats in het Berghotel te Amersfoort. Het was voor de tweede maal dat het regiment van deze locatie gebruik heeft gemaakt en de service was weer voortreffelijk. De opkomst dit jaar lag rond de 50 officieren en speciale genodigden, iets minder dan gebruikelijk op een RHPO diner. De sfeer was er zeker niet minder om.
Uitgerekend op de dag dat de Malinese regering een ‘staakthet-vuren’ sloot met de Toearegrebellen in dit land op 18 februari 2015, bracht koning Willem-Alexander een bezoek aan de Nederlandse troepen in Mali. De koning werd vergezeld door Commandant Landstrijdkrachten, luitenantgeneraal Mart de Kruif. Het bezoek begon in kamp Castor in de stad Gao, waar contingentscommandant kolonel Stephan Kooijman de koning ontving en hem samen met zijn staf uitvoerig informeerde over de taken van de verschillende eenheden en de manier waarop ze die uitvoeren. Grote belangstelling had de koning
46
VOC Mededelingen
voor de hoofdtaak: het verzamelen van inlichtingen en de belangrijke rol die het JISTARC-detachement daarbij speelt. Voor zijn terugkeer naar Nederland had de koning de volgende dag nog een korte ontmoeting met de Malinese president Ibrahim Boubacar Keïta en bracht hij tevens een bezoek aan het MINUSMA-hoofdkwartier in de hoofdstad Bamako. Bij het vertrek uit Gao stak koning Willem-Alexander zijn waardering niet onder stoelen of banken. ‘Ik ben trots op onze militairen hier in Mali’ sprak hij. ‘Ze doen belangrijk werk voor VN-missie MINUSMA en dat onder veelal zware omstandigheden bij een temperatuur van boven de 35 graden’. ●
Het diner stond dit jaar in het teken van het 200 jarige bestaan van ons oorspronkelijke Regiment Karabiniers Landmilitie. Op 4 april 1815 werd dit regiment opgericht, al gaan onze traditie zelfs terug tot 1668. Vandaag de dag zitten we in een mindere periode voor ons regiment. Zeker niet de eerste keer en waarschijnlijk ook niet de laatste. Als we naar die tweehonderd jaar geschiedenis kijken, zien we een patroon dat zich telkens herhaalt. Gelukkig valt voor ons als tankers een voorzichtig herstel te melden. Dit werd onderstreept door onze wapenoudste, brigadegeneraal van Keulen, die tevens de pelotonscommandant van het nieuw opgerichte tankpeloton succes wenste. De laatste 16 Leopards 2A6 worden niet verkocht en er is inmiddels weer een tankpeloton in opleiding. In de volksmond het OTK- peloton: opleidings-, trainings- en kennisbehoudpeloton tankoptreden. Na de hoofdmaaltijd nam de regimentscommandant, luitenant-kolonel de Haan, het woord. Zijn belangrijkste boodschap was dat de standaarden weer terug gaan naar de regimenten. Het was niet altijd duidelijk hoe de regelgeving zich verhoudt met onze ontbonden status. Laatst is bij de TCKL het KB101 behandeld. Dit document beschrijft de tradities binnen de land-
macht. In de vorige versie was sprake van het voortzetten van tradities en het bewaren van tradities. Dit is in 1977 ingevoerd, voor die tijd en dan hebben we het over de periode vanaf 1950, bestond alleen het voortzetten van tradities. Bij het ‘voorzetten’ was een regiment verantwoordelijk voor het in stand houden van de tradities van meerdere voorgangers uit het verleden. In 1977 mocht een regiment echter nog maar de tradities van één regiment voortzetten. De tradities van de andere regimenten werden ‘bewaard’. Dit werd zichtbaar gemaakt met de cravate aan de standaard. Met dit gegeven als uitgangspunt is dan ook in 2012 inhoud gegeven aan de opleggingsceremonie. Ook toen was hierover discussie. Zuiver gezien had bij de oplegging de standaardgroep volledig aangetreden moeten staan en hadden het de bataljonsvlaggen moeten zijn die op de tank werden weggereden. Dit houdt dus in dat onze standaard voor alle ceremonieel kan blijven worden gebruikt. Zodra de koning formeel heeft getekend, zullen de cravates aan verschillende infanterievaandels en aan de standaard van het Regiment Huzaren van Boreel dan ook worden verwijderd. De toekomst zal uitwijzen of wij op langere termijn met een andere ceremonie de tradities bij het regiment Huzaren van Boreel gaan onderbrengen of dat er weer ruimte komt de ontbonden regimenten van een staand onderdeel te voorzien. Ook de volgorde binnen de wapens en dienstvakken was een discussiepunt. Besloten is dat dit naar datum van oprichting na 1813 wordt. Voor de cavalerie gold altijd nog de oude regimentsnummering als uitgangspunt. De nieuwe indeling wordt dus Boreel, Sytzama, ››
VOC Mededelingen
47
VOC MEDEDELINGEN
Alexander en Oranje. Aan de droom om weer een staand onderdeel te hebben bij de zware cavalerie werd invulling gegeven door luitenant-kolonel van der Zwan. In zijn speech toonde hij ons de opvolger van de Leopard 2, niet geheel verrassend Leopard 3 genoemd. In zijn droom was de realisatie van het DuitsNederlands tankbataljon reeds een feit en hadden we de primeur om daarbij als bataljonscommandant de eerste vrouw te leveren. De nu ritmeester de Jonge heeft dus wat moois in het vooruitzicht! Laten we hopen dat Marco Borsato er naast zit en dromen geen bedrog zijn. De regimentscommandant sloot af met: het Regiment Huzaren Prins van Oranje leeft en zal op 11 april haar tweede eeuwfeest vieren. Verder hopen wij volgend jaar op dit diner twee nieuwe officieren bij ons regiment in te drinken. Ik hoop u allen dan weer te ontmoeten. ●
VOC MEDEDELINGEN
Luitenant-kolonel de Haan
N.B. Voor diegenen die nog niet lid zijn van de Regimentsvereniging en graag op de hoogte blijven van de
Herdenking gevallenen cavalerie
ontwikkelingen en activiteiten binnen het regiment, meld u dan gratis aan op www.RHPO.nl. Op 1 mei j.l. werden de gevallen van de cavalerie herdacht bij het Cavaleriemonument op de Bernhardkazerne te Amersfoort. Bij het intreden van de standaardwacht van het Regiment Huzaren van Boreel onder leiding van luitenant Thomas Venema, viel het een ieder gelijk op dat de standaard voor een deel werd begeleidt door huzaren met een rode baret op. Dit omdat recentelijk een groot aantal van hen deze baret heeft behaald na het afronden van de Vak Opleiding Luchtmobiel.
Koninklijke onderscheidingen Ter gelegenheid van de verjaardag van Zijne Majesteit de Koning worden er traditioneel een aantal Nederlanders voor hun voorbeeldige activiteiten op velerlei gebieden beloond met een koninklijke onderscheiding. Dit jaar onder hen vier cavalerieofficieren, die allen werden benoemd tot ridder in de Orde van Oranje-Nassau met de Zwaarden. Niet alleen op grond van de totaliteit van hun verdiensten met betrekking tot Defensie, maar ook voor hun inzet op andere terreinen. Op het ministerie van Defensie ontvingen de kolonel S.M. Luijten en de luitenant-kolonel C.J.C.H. de Haan de onderscheiding uit handen van de minister van Defensie, mevrouw Hennis-Plasschaert. De kolonel Luijten, naast zijn glansrijke loopbaan bij Defensie, voor zijn maatschappelijke betrokkenheid bij een aantal bestuursfuncties van een oudervereniging en de lokale voetbalvereniging en voor zijn activiteiten als redactielid van het maandblad Carré van de Nederlandse Officierenvereniging. Overste de Haan werd beloond voor zijn gedrevenheid als Hoofd Ceremonieel & Protocol bij Prinsjesdag, de inhuldiging van Z.M. de Koning in 2013 en het respectvolle ceremonieel in Eindhoven voor de slachtoffers van de MH-17 ramp. Ook zijn inzet voor de Traditiecommissie Koninklijke Landmacht bleef niet onvermeld. Het huidige distinctief op het militair uniform van de koning werd door hem ontworpen. Kolonel W. van den Bos ontving zijn onderscheiding op het gemeentehuis van Culemborg uit handen van burgemeester van Schelven voor zijn werk voor Defensie in nationaal en internationaal verband en zijn bijdrage aan het functioneren van de Protestantse Kerk in Nederland (PKN)-gemeente in Culemborg. Allen die hem kennen roemen zijn arbeidsethos, pro-activiteit en zijn vermogen om problemen op te lossen en de ‘groep bij elkaar te houden’. Dit alles met het juiste doel voor ogen: zorgen dat militairen en militaire eenheden zich optimaal voorbereiden op de operationele inzet. Hij wordt omschreven als een man die voor elk team toegevoegde waarde heeft. Majoor H. Plakke ontving de onderscheiding op het gemeentehuis van Nunspeet uit handen van burgemeester van Hemmen. Naast zijn uitmuntende staat van dienst bij Defensie, ontving hij de onderscheiding voor zijn inzet als vrijwilliger bij de Politie gedurende de aflopen twee decennia. Alle gedecoreerden van harte gefeliciteerd! ●
48
VOC Mededelingen
Henry Plakke
De verkenners behoren tot 103 JVE van het JISTARC. Zij worden binnenkort gereorganiseerd tot het nieuwe BrigadeVerkenningsEskadron van de 11e Luchtmobiele Brigade in Schaarsbergen. Nadat de paradecommandant, luitenant-kolonel van Dalen zich bij wapenoudste, brigadegeneraal van Keulen, en de vier regimentscommandanten had gemeld, ving de plech-
tigheid aan. Generaal van Keulen begon zijn toespraak met te benadrukken dat deze herdenking is bedoeld voor alle gevallenen van de Cavalerie. Dit jaar ging hij in zijn toespraak dieper in op de Engelandvaarders die tijdens de Tweede Wereldoorlog met grote risico’s de overtocht naar het vrije Engeland maakten. Hieronder bevonden zich, voor zover bekend, 32 cavaleristen. Vanuit dit perspectief legde de generaal een brug naar de dreigingen van vandaag de dag: ‘Vrede en vrijheid zijn niet gratis. Vrede en vrijheid zijn fragiele verworvenheden. We zien en voelen dit iedere dag en steeds dichterbij. Vrede en vrijheid is iets dat we moeten bevechten en verdedigen, iets dat we bewaren en koesteren, iets dat we iedereen moeten gunnen’. Na het leggen van de krans bij het monument door de wapenoudste, was er na de plechtigheid een gelegenheid tot samenzijn in de officiersmess. ●
VOC-lunchtafel Zutphen 75 jaar De voorbereidingscommissie nodigt de leden van de VOC uit om een bijzondere lunch bij te wonen ter gelegenheid van het 75 jarig bestaan van de Zutphense tafel op 16 oktober 2015. Op 3 oktober 1940 is de tafel opgericht. Leden van de VOC kwamen toen voor het eerst samen in een restaurant in Zutphen. De bijeenkomsten werden door de bezetting al snel te gevaarlijk. Na de oorlog is de tafel maandelijks bijeen gekomen. Op 16
oktober 2015 zal dat tijdens een feestelijke bijeenkomst worden herdacht. Het college van B&W van Zutphen ontvangt de deelnemers vanaf 11.00 uur in de historische Burgerzaal van de stad. Daar zal ook een korte inleiding worden gehouden over de militaire geschiedenis van de stad. Rond 12.30 uur steken de deelnemers het plein over naar Hotel ’s-Gravenhof om daar van een warme lunch te genieten. Nadere details volgen. Opgave en inlichtingen bij
[email protected]. ●
Willem van den Bos
VOC Mededelingen
49
VOC MEDEDELINGEN
VOC MEDEDELINGEN
Eerbetoon aan Regimentscommandant Huzaren Prins Alexander Sfeerimpressie bij een Diner de Corps van hoog kaliber Reserve ritmeester John Kapteijn Op vrijdag 20 februari j.l. vierde het Regiment Huzaren Prins Alexander haar 201ste verjaardag. Zoals al vele jaren gebruikelijk vond het Diner de Corps RHPA plaats in het restaurant van golfclub Anderstein, ‘thuisbasis’ van de luitenant-kolonel b.d. Douglas Alexander, en voor de gelegenheid tijdelijk omgedoopt tot ALEXANDERSTEIN. De deelnemerslijst van 101 (!) Alexandrijnen was een voorbode voor een memorabele avond, want na bijna 21 jaren het Hofregiment te hebben mogen commanderen, droeg overste Alexander tijdens dit diner het commando over aan zijn opvolger. Het werd met recht een eerbetoon aan Douglas, die door de jaren heen het regiment met veel elan, stijl en enthousiasme heeft aangevoerd. Al tijdens het aperitief werden de eerste lovende woorden tot de scheidende Regimentscommandant gericht. Geheel onaangekondigd en briljant georkestreerd door de Wapenoudste, arriveerde de Commandant Landstrijdkrachten om het woord tot de scheidende Regimentscommandant te richten. Luitenant-generaal de Kruif benadrukte zijn bewondering voor de vele jaren die overste Alexander het Regiment had gecommandeerd. Hij bedankte hem met een speciaal vervaardigd cadeau in de vorm
persoon zo lang Regimentscommandant. Van 10 mei 1994 tot en met 20 februari 2015 heeft overste Alexander de scepter gezwaaid. Met een passende voorzet van de Wapenoudste mocht de zojuist geïnstalleerde Regimentscommandant een toepasselijk besluit nemen. Nadat unaniem door de aanwezigen was ingestemd, werd de scheidende Regimentscommandant benoemd tot ere-lid van het regiment. Douglas, namens alle Alexandrijnen alle lof en grote dank voor hetgeen jij voor ons hebt betekent gedurende de afgelopen decennia. En in welk een enerverende tijd! Na het opheffen van de twee tankbataljons van het regiment, werd RHPA - als eerste van de vier cavalerieregimenten - in 2007 ontbonden en werd de Standaard opgelegd. Het diner was in dat opzicht ook bijzonder omdat voor het eerst sinds 2007 de Standaard weer in ons midden was. Tegenover de trieste ontbindingsceremonie stond in 2014 overigens de heugelijke viering van de 200ste regimentsverjaardag in Nivelles met de officieren van 1/3 Re-
giment Lanciers, onze Belgische zustereenheid die eveneens is voortgekomen uit hetzelfde stamregiment van 1814. Het regiment vervult nog steeds een dankbare functie. Douglas Alexander leidde het regiment de 21ste eeuw in met een groot aantal officieren, officieren b.d. en reserve-officieren. Anno 2015 telt het regiment nog 13 actief dienende officieren. Als geen ander hield de scheidend Regimentscommandant met verve het devies van het regiment hoog: ‘Gereed, Bereid en Trouw’. Met de nieuwe Regimentscommandant en hetzelfde devies begeven we ons vol vertrouwen in een volgend tijdsgewricht. Naast een nieuwe commandant RHPA, trad er op 8 april j.l. ook een nieuwe regimentsadjudant en standaard-drager aan. Na circa 23 (!) jaar werd adjudantonderofficier b.d. Gerard Cornelis Enkelaar opgevolgd door adjudant-onderofficier Richard van Laar. Gerard, ook jij dank voor je enthousiaste inzet en hetgeen je in al die jaren voor het regiment hebt betekend. ●
PERSONEEL ›› BEVORDERINGEN Bevorderd tot rang
Actie/Reden
Ingangsdatum
Naam
Elnt
Effectieve bevordering
11-05-15 00:00
Timmerman, Willem J.
Elnt
Effectieve bevordering
21-06-15 00:00
Horstra, Wouter
Ritm
Effectieve bevordering
01-04-15 00:00
Troisfontaine, Raymond R.A.
Ritm
Effectieve bevordering
01-04-15 00:00
Venema, Thomas
Ritm
Effectieve bevordering
01-05-15 00:00
Berteler, Peter
Lkol
Effectieve bevordering
01-04-15 00:00
Kajuiter, Jeroen H.M.
Lkol
Effectieve bevordering
01-04-15 00:00
Koolhof, Frederik C.
Lkol b.d. Douglas Alexander: 21 jaar regimentscommandant RHPA
van een fraai schild met een zilveren pistool. Gedurende het voortreffelijke en amicale diner werd Douglas Alexander door verschillende sprekers in het zonnetje gezet. Uiteraard kon hij met zijn laatste officiële tafelrede de aanwezigen op zijn bekende en onnavolgbare wijze boeien en laten lachen.
Commando-overdracht. Rechts de nieuwe commandant RHPA, kolonel Sander Luijten
50
VOC Mededelingen
Halverwege de avond vond het officiële moment van de commando-overdracht plaats. De sinds 1950 zevende standaarddrager, adjudant-onderofficier b.d. Gerard Enkelaar, overhandigde overste Alexander voor de laatste keer de Standaard van het Regiment Huzaren Prins Alexander, waarna hij deze overdroeg aan de nieuwe commandant, kolonel Sander Luijten. Hiermee werd een historisch feit bekrachtigd want nog nooit in de historie van het regiment was één en dezelfde
OVERLIJDENSBERICHT Het bestuur van de VOC heeft de droeve plicht u in kennis te stellen van het overlijden van:
Jan Janne Went RITMEESTER B.D. RIDDER IN DE ORDE VAN ORANJE-NASSAU DRAGER VAN HET EREKRUIS IN DE HUISORDE VAN ORANJE Overleden op 21 april 2015 in de leeftijd van 83 jaar
Wij betuigen de nabestaanden onze deelneming en wensen hen veel sterkte toe.
VOC Mededelingen
51
IN MEMORIAM
IN MEMORIAM
OU D -R ESERVE RITM EESTER
M AJOOR D E R CAVALE RIE B.D.
JHR. WILLEM FRANCOIS CLIFFORD KOCQ VAN BREUGEL
GIDION JANSE
D RAG E R B RON ZE N K RU IS / RIDDER IN DE ORDE VAN ORANJE-NASSAU 23 OKTOBER 1914 - † 22 JANUARI 2015 Willem stamde uit een diplomatengezin waardoor hij ruim voor de Tweede Wereldoorlog, een deel van zijn jeugd doorbracht bij zijn ouders in Berlijn. In 1936 kwam hij voor zijn dienstplicht onder de wapenen op de Willem III kazerne te Amersfoort. Hij werd ingedeeld bij de 20e klas van de School Reserve Officieren Cavalerie. De SROC viel in die tijd onder Commandant Rijschool. Paarden speelden een belangrijke rol in het vooroorlogse leger, waarbij als motto gold: ‘de dienst kan me niet verrotten, ik doe het alleen voor de peerden’. Hij zwaaide af als reserve wachtmeester. Naast militaire onderwerpen was een van de (vrijwillige) onderwijszaken trompetblazen, want alle signalen werden nog per trompet gegeven. Willem was een begaafd trompettist en jachthoornblazer. Mede dankzij dit laatste werd hij veel gevraagd bij de jacht. Hij bleef tot op hoge leeftijd trompet spelen met als ‘eindfunctie’ op dit gebied: eretrompetter bij het Regiment Huzaren Prins Alexander. Het goed uitvoeren van de ‘charge’ was één van de hoogtepunten van het militaire paardrijden. Tijdens zo’n charge moesten de heren huzaren ‘hoera’ roepen, wat zoiets betekende als ‘sla ze rot’. Willem vond het beter om te roepen ‘à bas les Boches’, waarvoor hij een reprimande kreeg, aangezien dat niet paste bij een ‘bevriende natie’. Hij was 4e jaars student scheikunde in Utrecht toen hij in april 1939 werd opgeroepen tijdens de mobilisatie. Na zijn examen voor kornet, werd Willem ingedeeld bij het 1938 opgerichte 2e Eskadron Pantserwagens te Vught, waar hij nog twee maanden als wachtmeester diende. Nederland bezat in die tijd twee eskadrons met ieder 13 Landsverk M36 pantserwagens, bewapend met een kanon 37 mm en 3 mitrailleurs, 2 voor en 1 achter.
52
VOC Mededelingen
De Landsverk had dubbele besturing, zowel vóór als achter. Toen de oorlog in mei 1940 uitbrak werd zijn eskadron reeds na één dag rechtstreeks onder bevel gesteld van Commandant Landstrijdkrachten, de generaal Winkelman, met als opdracht het heroveren van het vliegveld Valkenburg. Vervolgens werd Willem ingezet in het gebied Schiebroek-vliegveld Ypenburg-Delft. Hij voerde o.m. een gewapende verkenning uit waarbij hard werd gevochten en waarvoor hij werd onderscheiden met het Bronzen Kruis. Tijdens de oorlog nam Willem deel aan het verzet in de Groep Albrecht. Hij werd opgepakt en via Kamp Amersfoort op transport gesteld naar Duitsland. Bij Stroe sprong hij uit de trein, dook vervolgens onder en nam weer deel aan het verzet. Na de oorlog ging hij via Engeland als tijdelijk reserve-ritmeester naar Nederlands-Indië, waar hij betrokken was bij de politionele acties op Java en Sumatra. Hij ontving het Ereteken voor Orde en Vrede met drie gespen. Willem was lange tijd voorzitter van de schietvereniging te Driebergen. Tot voor kort nam ook nog actief deel aan het Utrechtse studententoneel bij de Koninklijke Utrechtse Rederijkerskamer ‘Jan van Beers’, waar hij zeer verdienstelijk travestierollen speelde. Willem is ruim zestig jaar getrouwd geweest. Hij verloor zijn vrouw in 2007. Hoewel zijn gezondheid de laatste jaren achteruit ging, krabbelde hij steeds weer op en bleef hij actief deelnemen aan zijn wekelijke borrelclub, herdenkingen en jubilea. Tijdens discussies gaf hij vaak blijk van zijn grote kennis op vele verschillende terreinen. Hij was een man om trots op te zijn. Een markante en sympathieke cavalerist is heen gegaan. Oud-reserve ritmeester H.A.Th. Carp
RID D E R IN D E ORD E VAN ORAN J E -N AS SAU M ET D E Z WA A R D EN 24 OKTOBER 1939 - † 27 DECEMBER 2014 In 1956, het jaar van de Poolse en Hongaarse opstand, meldde Gidion Janse zich als 17-jarige aan op de toenmalige Onderofficiersschool te Weert en verliet in 1958 de opleiding als wachtmeester. Voor zijn startfunctie werd hij geplaatst bij 101 Tkbat; vervolgens werd hij instructeur op het OCC. Na een aanvullende opleiding kwam hij terecht bij 102 Verkbat, eerst als fourier en later materieelbeheerder. Het was de tijd van de Berlijnse Muur, de Koude Oorlog en er was sprake van een behoorlijke oorlogsdreiging. 102 Verkbat werd deel uitmakend van de 121 LtBrig vooruitgeschoven naar Hohne in West-Duitsland. In die tijd werd Gidion uitverkoren om een opleiding te volgen tot officier van speciale diensten. In 1967 werd hij bevorderd tot Tweede Luitenant en begon als enthousiaste pelotonscommandant aan de Kaderschool, waar hij toekomstige (dienstplichtige) onderofficieren vormde en opleidde. In 1970 werd hij overgeplaatst naar 103 Verkbat (Seedorf, Duitsland), waar hij zich verdienstelijk maakte als C- Verzorgingspeloton en Plv EC bij het A-esk. Door zijn commandanten en collegae werd hij beschreven als een hard werkende, serieuze en vakbekwame collega. Na zijn bevordering tot ritmeester werd Gidion geplaatst op het OCC bij de Afdeling Plannen. In 1981 gaat hij naar 101 Tkbat als C-SSV-esk, vervolgens weer terug als majoor naar het OCC en in 1987 naar het zo juist opgerichte 104 Verkbat (het Adderbataljon) als Hoofd Sectie S4 en later PBC. Toen Gidion verantwoordelijk was voor het logistieke reilen en zeilen van 104 Verkbat was de Koninklijke Landmacht druk bezig met het verbeteren van de materieelsituatie, maar om de een of andere reden stond het bataljon achteraan in de rij en was nog niet voorzien van het meest moderne materieel. Dat alles toch naar behoren functioneerde en reed was te danken aan majoor Janse en zijn team van sleutelaars en bevoorraders, dat bekend stond als ‘de Gideonsbende’. Gidion bleef altijd rustig, maar in stilte werkte hij keihard en met grote betrokkenheid aan de hem toevertrouwde taken. Taken die
soms ondankbaar bleken, want als het ene probleem was opgelost kondigde het volgende zich al weer aan. Eén verhaal is mij altijd bijgebleven. 104 Verkbat werd gedurende twee weken onderworpen aan een divisiegeleide oefening in de Bondsrepubliek Duitsland. Er werd veel verplaatst en gemanoeuvreerd, maar de enige club waarbij ‘met scherp werd geschoten’ was de logistiek. Immers als er niet gesleuteld werd kwamen voertuigen stil te staan en het al of niet bevoorraden met water, eten en brandstof had zijn onmiddellijke weerslag op mens en materieel. Na de oefening werd uitgebreid de loftrompet gestoken over inlichtingen en operatiën, maar de bataljonslogistiek werd afgedaan met slechts één bemerking: ‘geen bijzonderheden’. Dit terwijl iedereen wist, dat er op logistiek gebied een grootse prestatie was geleverd en dat er dag en nacht was gezwoegd door Gidion en zijn ‘bende’. Veilig en wel terug op de kazerne begon Gidion direct en zonder klagen aan alle onderhoud en herstel. Maar op een late namiddag hoorden we hem op zijn bureau tegen zichzelf mompelen: ‘Geen bijzonderheden. Geen bijzonderheden’. Wij zijn toen naar de divisiecommandant gestapt en hebben Gidion voorgedragen voor een waardering. Die moest hem echt worden opgedrongen, want Gidion kende geen eigenbelang en kwam uitsluitend op voor zijn personeel, niet voor zichzelf. In 1993 werd 104 Verkbat opgeheven; Gidion is tot bijna de laatste man gebleven. In 1994 werd hij voor al zijn verdiensten voor de KL benoemd tot Ridder in de Orde van Oranje-Nassau met de zwaarden. Gidion was geen flamboyant iemand, maar wel een fijne collega en een hard werkende, kundige, ervaren officier op wie iedereen kon bouwen. Hij was ook een uitstekende coach voor zijn jongere collegae. Hij schoot nooit uit zijn slof, maar wist met droge humor zijn standpunten duidelijk te maken. Een goed mens en een geweldige kameraad is van ons heengegaan. Ik wens Ria en zijn kinderen veel sterkte toe in de komende periode. Kolonel b.d. A.H. Wolters
VOC Mededelingen
53
REGELMATIG TERUGKERENDE BIJEENKOMSTEN Lunches Zutphen Elke eerste donderdag van de maand v.a. 12.00 uur in Bosrestaurant Joppe te Joppe. Info en opgave: maj b.d. H.A.G. Nix T 0575 528002 E
[email protected]
Den Haag Elke tweede donderdag van de maand in de Haagsche Club, Info en opgave: bij lkol b.d. drs. A.J. Rosendahl Huber. T 06 55 99 18 08 E
[email protected]
Eemland lunch Elke derde donderdag van de maand v.a. 12.00 uur in Huize van den Brink, Soesterbergsestraat 122 te Soest. Info en opgave: bij kol b.d. mr. C.H. Blok. T 0546 601 091 E
[email protected]
Rotterdam Elke derde woensdag in de derde maand van het kwartaal v.a. 12.00 uur in Roei en Zeilvereniging “de Maas”. Info en opgave: res elnt W. Aalders, E
[email protected]
Brabantse Lunch Elke vierde woensdag van de maand v.a. 12.00 uur in auberge de Waag, Markt 32 te Boxtel. Info en opgave: oud-res ritm drs. R. Soelaksana T 06-53815099 E
[email protected]
Borrels Nederland Amsterdam/ ‘t Gooi De Henk Oortman Gerlings borrel wordt in beginsel in Loosdrecht gehouden in de maanden maart, juni en november. De borrel wordt gevolgd door een maaltijd. Aanmelden bij res ritm mr. M.P. Oortman Gerlings, E
[email protected] of bij de res lkol mr. J.F. Verhaert: E
[email protected]
54
VOC Mededelingen
VOC ACTIVITEITENKALENDER J UL I
Rotterdam
Donderdag 2 juli
Elke eerste donderdag van de maand vanaf 19.30 uur (en kan worden gevolgd met een diner om 20.30 uur) in de Rotterdamsche Manege - Kralingseweg 120. Info en opgave: oud-res elnt J. Venteville. T 06 37319965 E
[email protected]
Borrels buitenland Australië Sydney, bij de oud res elnt drs. H.A.J. Sprangers. T (privé) 029 634 18 22 E
[email protected]
België Brusselse VOC-borrel vindt plaats op uitnodiging en op wisselende locaties. Info bij oud res elnt D. Tromp, E
[email protected]
Canada Cavaleristen woonachtig of op doorreis in Canada worden uitgenodigd voor een borrel bij iedere gelegenheid die zich aandient in ‘The Canadian Army Officers’ Mess’ - 149 Somerset Street West. K2P OH7 Ottawa. Contact (1 dag vooraf): res elnt Hubert Arnold T (1) 613-761-1939 E
[email protected]
Duitsland Fehmarn Oud res elnt Rolf Reijnders nodigt (oud-)cavaleristen die het eiland Fehmarn bezoeken, uit voor een borrel. Hauptstrasse 49, D-23769 Fehmarn OT Landkirchen. T +49 171 5510424 E
[email protected]
Frankrijk Mornac sur Suedre, elke dinsdag bij oud res maj J.H. Goedkoop in Le Mornac, 21 rue des Halles, 17113 Mornac sur Suedre. T +33 546 22 63 20 E
[email protected] Opgave: tel. aanmelden 1 dag vooraf.
VOC Lunchtafel Zutphen Locatie: het Bosrestaurant Joppe Info/opgave: maj b.d. H.A.G. Nix E
[email protected] T 0575-528002
Spanje Cavaleristen in Barcelona zijn welkom om contact op te nemen met Mark Wuijten. E
[email protected]
Luxemburg Bij de oud res elnt jhr. T.C.H.N.G. van Rijckevorsel. T/F 00 (352) 770 436
Nieuw-Zeeland Oud-res ritm Rob Zaagman nodigt (oud-)cavaleristen die in NieuwZeeland zijn - uit voor een borrel. Contact via: Secretariaat ambassadeur Nederlandse Ambassade Cooperative Building, Level 10 Corner Featherstone & Ballance Streets, Wellington T +64 4 471 6394 E
[email protected]
Zuid-Afrika Cavaleristen wonend of op reis in Zuid-Afrika worden uitgenodigd deel te nemen aan een Cavalerieborrel, die bij iedere gelegenheid die zich aandient, zal worden gehouden in 7233 Greyton, Western Cape. Contact: lkol b.d. Leo Venrooy. T 00277 85 81 55 82 E
[email protected]
USA Lancaster (Pennsylvania), bij de oud res elnt W.R.H.M. van Huystee. T (kantoor) 717 393 15 51 T (privé) 717 393 30 05
Atlanta bij res ritm Robert B. Koch 44 05 10 209 ‘t Hoveke, 730 Mt Paran Rd NW, Atlanta Ga 30327. T 404 323 60 75 / 404 843 39 46 E
[email protected]
De Rotterdamse Manege Kralingseweg 120 - Rotterdam Borrel (vanaf 19.30 uur) en diner (20.30 uur) Info/opgave: oud-res elnt Jurgen Venteville E
[email protected] T 06 373 19965 Officierskantine Legerplaats Oldebroek Gezamenlijk borrel VOA/VOC met maaltijd Aanvang 16.00 uur Info/opgave: lkol tit W.L. Plink (tenminste een week vooraf contact) E
[email protected] T 055-2070906
Donderdag 9 juli Haagsche VOC Koffietafel Locatie: Haagsche Club Info/opgave: lkol b.d. drs. A. Rosendahl Huber E
[email protected] T 06-55991808
Donderdag 16 juli VOC Eemland Lunch te Soest Locatie: Huize van den Brink Info/opgave: kol b.d. mr. C.H. Blok E
[email protected] T 0546 601 091
Woensdag 22 juli VOC Brabantse Lunch Locatie: De Waag - Boxtel Info/opgave: oud-res ritm. drs. R. Soelaksana E
[email protected] T 06-53815099
AUGUST US Donderdag 6 augustus VOC Lunchtafel Zutphen Locatie: het Bosrestaurant Joppe Info/opgave: maj b.d. H.A.G. Nix E
[email protected] T 0575-528002
De Rotterdamse Manege Kralingseweg 120 - Rotterdam Borrel (vanaf 19.30 uur) en diner (20.30 uur) Info/opgave: oud-res elnt Jurgen Venteville E
[email protected] T 06 373 19965
Officierskantine Legerplaats Oldebroek Gezamenlijk borrel en maaltijd VOA/VOC Aanvang 15.00 uur Info/opgave: lkol tit W.L. Plink (tenminste een week vooraf contact) E
[email protected] T 055-2070906
Officierskantine Legerplaats Oldebroek VOA/VOC gezamenlijke borrel en maaltijd Aanvang: 15.00 uur Info/opgave: lkol tit W.L. Plink (tenminste een week vooraf contact) E
[email protected] T 055-2070906
Donderdag 10 september
Donderdag 13 augustus
Den Haag - Binnenhof Bereden beëdiging (13.00 uur) Info/opgave:
[email protected]
Haagsche VOC Koffietafel Locatie: Haagsche Club Info/opgave: lkol b.d. drs. A. Rosendahl Huber E
[email protected] T 06-55991808
Donderdag 20 augustus VOC Eemland Lunch te Soest Locatie: Huize van den Brink Info/opgave: kol b.d. mr. C.H. Blok E
[email protected] T 0546 601 091
Haagsche VOC Koffietafel Locatie: Haagsche Club Info/opgave: lkol b.d. drs. A. Rosendahl Huber E
[email protected] T 06-55991808
Zondag 13 september
Maandag 14 september Scheveningen - Oranjestrand (Kurhaus) Strandoefening Cavalerie Ere-Escorte 10.00 -12.00 uur Geen opgave nodig
Dinsdag 15 september Prinsjesdag
Woensdag 26 augustus
Woensdag 16 september
VOC Brabantse Lunch Locatie: De Waag - Boxtel Info/opgave: oud-res ritm. drs. R. Soelaksana E
[email protected] T 06-53815099
Rotterdam VOC lunch Locatie: KR&ZV De Maas (vanaf 12.00 uur) Info/opgave: oud-res elnt W.J.G. Aalders E
[email protected]
SE P T E MBE R Donderdag 3 september VOC Lunchtafel Zutphen Locatie: het Bosrestaurant Joppe Info/opgave: maj b.d. H.A.G. Nix E
[email protected] T 0575-528002 De Rotterdamse Manege Kralingseweg 120 - Rotterdam Borrel (vanaf 19.30 uur) en diner (20.30 uur) Info/opgave: oud-res elnt Jurgen Venteville E
[email protected] T 06 373 19965
Donderdag 17 september VOC Eemland Lunch te Soest Locatie: Huize van den Brink Info/opgave: kol b.d. mr. C.H. Blok E
[email protected] T 0546 601 091
Woensdag 24 september VOC Brabantse Lunch Locatie: De Waag - Boxtel Info/opgave: oud-res ritm. drs. R. Soelaksana E
[email protected] T 06-53815099
VOC Mededelingen
55
VAN DE REDACTIE
VOC Mededelingen