Wij vyeren heden ‘Wij vyeren heden’ is een Sint-Nicolaaslied uit Gulde-iaers-feestdagen (1635, pag. 1157) van Johannes Stalpaert van der Wiele, I.S.V.W. (1579-1630).
Vindplaats: Toonkunstbibliotheek Amsterdam, 212 E 20, Gulde-iaers Feest-Dagen, 1635 I.S.V.W. Pagina 1157, Microfilm: UB Amsterdam
De volledige tekst met aantekeningen: 1 Wij vyeren heden, Na d’oude seden, Der Katholijcker Kerken: Tot Godes Glory De goe memory En d’aenghename wercken Van Nicolaes, den vriend en knecht des Heeren. Komt al die Godt bemint Komt die de deucht besint Want hier is’t datmen vindt Van beyds’ te leeren. 2 Van d’eerste jaren, (naar ons verclaren de sekerste getuyghen) Heeft hy de lasten Van ’t Christen vasten Beoeffend oock in ’t suyghen. Want siet, het zoete lam ’t Welck t and’ren tijden Sijn noodigh voedsel nam En soogh maer eens de mam Zoo dick den Vrydagh quam Om Christus lijden. 3 Ja, ’s Woensdaeghs mede, Om d’eyghe reden, Hoe seer hij quam te dorsten Zagh m’hem versterven, Zagmen hem derven Sijn moederlijcke borsten Tot dat nu was geswicht de strael der Zonnen Wie ’n werdt hier niet gesticht in een soo vroeghen licht? Gaet voort O heyligh wight! G’hebt wel begonnen. 4 Maer watte gunsten, Maer watte kunsten Van milde Caritaten? Daer ghy d’armoede, Mee quaemt vergoeden, Om d’eerbaerheyt te baten. Een voorschrift al te claer Voor Godes tempel
Wij vieren vandaag In tegenstelling tot ‘protestants’ (contrareformatie) De herinnering En werken Van Nicolaas. Komt en leert 1 God te beminnen 2 de deugd te besinnen (overdenken) Vanaf de eerste levensjaren
Heeft hij gevast. Want kijk, het zoete lam (Christus), (dat) Op andere tijden (gewoon) Zijn noodzakelijke voedsel nam, Zoog hij maar één keer de borst ’s vrijdags ’s woensdags ook
Zag men hem (weg)kwijnen Zag men hem derven (mislopen, gederfde inkomsten) Totdat de zon was onder gegaan, ‘s avonds (Uiterst merkwaardig, vgl. de ramadan?) Zo jong al, werd hij gesticht Ga zo door! Wicht (kind, vgl. booswicht)
Wat denk je van de gunsten, de kunsten, caritaten (giften, geschenken, Caritas) Daar u de armoede mee kwam verlichten De baat nemen de eerbaarheid (drie meisjes in de prostitutie).
’t Welck om te volgen naer Te recht van jaer te jaer Aen al de Christenschaer Staet tot exempel. 5 Maer, och! de tuchten Vergaen, vervluchten Ons ’t samen met de eeuwen. Men gaf voor desen Aen d’arme weesen En d’ongetrooste weeuwen Nu werd de schoe vervult Van nicht van neve, Met silver en verguld, O Christen! ’t is uw’ schuld Toont eerst uw mede-duld Aen ’t arme leven. 6 Geeft geld, geeft panden Met milde handen Geeft koussen en geeft schoenen Geeft kost, geeft kleeren Om U des Heeren Genade te verschoenen De winter naeckt, helaes! Geeft wol, geeft webbe En Sinte Nicolaes Zal u voor brood, voor kaes Het hemelse solaes Weerom doen hebben. 7 O wonder-wercker! O nood-verstercker Verlosser der gevangenen! Wilt ons bevryen, Van ketterijen gelijck ghy over langhe Te Nicen hebt gedaen In ’t groot Synode. Op dat wy onbelaen Van dolingh blijven gaen In d’oude heyre-baen Van Goods geboden.
Om na te volgen
Maar och, dat goede gebruik (tucht) is ons ontglipt vóór desen – vroeger. Vroeger gaf men aan de arme wezen en de ongetrooste weduwen. Nu wordt de schoen vervult door nichten en neven (familie)
Eerst de arme mensen en niet je eigen familie.
Verschoenen, afdwingen
En Sint Nicolaas zal voor u de hemelse troost (solaes, uitkomst, verlichting) doen be-erven Protestanten keerden zich tegen deze gedachte. ‘gevangenen’ drie veldheren werden ten onrechte beschuldigd van het beramen van een staatsgreep. Keizer Constantijn zette ze gevangen, edoch Nicolaas verscheen hem in een droom en zei dat ze onschuldig waren. Het concilie van Nicea (Iznik 325 Arius en ‘de klap’ de legende / Keizer Constantijn) Opdat wij niet op een dwaalspoor blijven doorgaan Maar op de oude leger-ere baan Van gods geboden
Johannes Stalpaert van der Wiele De melodie draagt de naam ‘vorria morire’. Een vierstemmige zetting naar een arrangement van Emmanuel Adriaensen in het Pratum musicum (1584) is opgenomen in SintNicolaasliederen van Henk van Benthem, Leidschendam 2009. Daarin zijn niet opgenomen de facsimile’s van Stalpaert van der Wiele.
Zowel de Italiaanse tekst, als de Nederlandse, in een versie van Hubert Waelrant, vindt u hier in een trancriptie van Jelma van Amersfoort: