Villa’s Kleine Rieteiland IJBURG van den Oever, Zaaijer & Partners architecten, Amsterdam
Inleiding Zo rond de kerst van 1999 las ik in de NRC dat er een nieuw eiland in de maak was. Het heette het Kleine Rieteiland grenzend aan het Diemerpark en onderdeel van het archipel IJburg. Dit eiland zou volgens de krant het nieuwe getto van de rijken moeten worden. Op de eerste werkdag van het nieuwe jaar werd ik gebeld of ik coördinerend architect wilde worden van dit eiland. Natuurlijk zei ik ja want het is een voor Nederland unieke opgave. We denken na over sociale woningbouw en goedkoop bouwen maar wanneer denken we nu na over ‘de rijken’ en wat die willen, bestaat er een typologie voor de moderne villa? Waar het denken in sociale woningbouw begint bij de massa, het blok en stedenbouwkundige schema’s, zo begint het denken voor ‘de rijken’ bij het interieur; garage groot genoeg voor drie auto’s, immense keuken met twee koelkasten, vier ovens, vijf slaapkamers, drie badkamers, mooi uitzicht etc.. Daarom is het startpunt bij dit project gemaakt vanuit het interieur. Op elk schaalniveau, stedenbouwkundig als architectonisch, is het plan bedacht vanuit het interieur in een poging nieuwe typologieën voor woningen te ontwikkelen die hier op dit eiland het beste op zijn plaats zou zijn en die de rijke eigenaren gelukkig zou maken. John Bosch
A good house is a big house, de stedenbouw Op dit eiland kan iedereen zijn eigen huis bouwen, sommige van de huizen zijn ontwikkeld in een kleine serie zoals de acht villa’s. In de visie van de ontwikkelaars werd het eiland de plek voor de meest luxe woningen van IJburg. In werkelijkheid was door de dichtheid van bebouw daarvoor weinig ruimte aanwezig. De eerste opgave die wij ons hebben gesteld was dan ook; hoe creëren we meer ruimte? Het plan offert de oorspronkelijke gedachte van 160 kleine vrijstaande huizen op voor 140 geschakelde huizen met maximale binnenruimte. Een muur met gaten maakt een duidelijke scheiding tussen privé en openbaar terrein. Omdat er tot aan de grens van de buren kan worden gebouwd ontstaat er geen vrije kavels maar vrije kamers van verschillende breedte en diepte. Door de schakeling van de huizen wordt de expressie van het exterieur beperkt maar de experimentele vrijheid voor het interieur van het huis vergroot. Anderzijds wordt ook de openbare ruimte door de omringende muur een kamer, geheel groen ingericht met graskeien op de straat en klimop planten tegen de wanden.
Overzicht ontwerp Kleine Rieteiland
Plattegrond van het oorspronkelijkplan: kleine woningen met tuin daaronder het huidige plan: maximale bebouwing op begane grond, tuin op 1e verdieping
Impressie van openbare ruimte als groene kamer Door af te stappen van het huis met tuin onstaat er een maximale vrijheid in mogelijke bebouwingen op een kavel
platte woning
smalle woning
smalle woning met dakterras
blokwoning
blokwoning met dakterras
torenwoning
max. volume 1041,5 m3
1041,5 m3
1041,5 m3
1041,5 m3
1041,5 m3
1041,5 m3
905,5 m3
905,5 m3
905,5 m3
905,5 m3
905,5 m3
905,5 m3
744,5 m3
830,7 m3
830,7 m3
786,5 m3
786,5 m3
786,5 m3
0 m3
536,8 m3
max. volume - 5m zone
max. volume - (5m zone + patio )
max. tuin 536,8 m3
520,8 m3
520,8 m3
378,0 m3
1e verdieping
Relatie tussen binnenruimte en buitenruimten
2e verdieping
Gemeenschappelijk daklandschap
Hard en zacht, de architectuur
De woning heeft drie verdiepingen met elk een eigen karakter
Grasdak geeft koeling voor gehele woning
De acht villa’s maken maximaal gebruik van de door het stedenbouwkundig plan aangeboden bouwenvelop. De woning heeft drie verdiepingen met elk een eigen karakter. Het ontwerp voor de begane grond wordt gepaald door de verbinding met de openbare ruimte, tuin aan de waterzijde, de garage verscholen achter een verrijdbare muur. Binnen ontbreekt de gang. Een open ruimte van 25 m lengte, het gemeenschappelijk centrum van het huis, geeft toegang aan de aangrenzende kamers waaronder twee patio’s. Een trap leidt naar de serre kamer op de eerste verdieping. Samen liggen de acht serres verstrooid in een collectief grasdak. Boven in kan men zich terugtrekken in een kamer met uitzicht over het aangrenzende Diemerpark. Naast veel glas is de buitenzijde van het gebouw zwart dat in de tijd langzaam wordt overgenomen door klimop en de kruidenplanten. De kracht van de confrontatie tussen hard en zacht, of zoals Peter Cook ooit aan me vroeg “are you a hardy or a softy? I m a softy”, uh beide dus.
Gemeenschappelijke daktuin
Eeuwig en tijdelijk, het interieur Het interieur is een voortdurende afwisseling van binnen- en buitenruimten, beneden gevormd door de patio’s, boven door de daktuin met serres. De inrich-ting beperkt zich tot het zoveel mogelijk in takt houden van de open ruimte en het spel tussen binnen en buiten. De begane grondvloer loopt door in de terrassen. Hout op vloer en plafond kadert de tuin op de eerste verdieping. Boven is de ruimte een cocon doorbroken door cirkelvormige ramen in wand en plafond. Alles in het ontwerp draait om de mogelijkheid van keuzes, in dit geval, in welke ruimte wil ik zijn? De afwerking van de ruimte is duurzaam, ingetogen en tijdloos voor vaste elementen, zoals het travertin, witte stuc en hout. In de wanden en vloeren is zoveel mogelijk opslagruimte verwerkt van keukenkasten tot opklapbare tuinmeubels in de patio. Het houten terras aan het water is verrijdbaar om het speelgras te kunnen afdekken. Meer modieus zijn de onderdelen die makkelijker uitwisselbaar zijn, zoals de felle kleuren verf en vilt op de wanden. Dit geld ook voor de meubels die als losse kleurrijke objecten in de open ruimte staan.
Serrekamer
Eettafel aan patio
Begane grond
Badkamer 2e verdieping
2e verdieping
Terras aan water
Woonkamer
Trap naar dakterras
Dakterras met uitzicht over Diemerpark
projectontwikkelaar
IJburger Maatschappij architect
van den Oever, Zaaijer & Partners architecten hoofdaannemer
Moes Bouwbedrijf adviseur bouw
Adams Bouwadviesbureau bv adviseur bouwkosten
Basalt bouwadvies bv adviseur installaties
Huygen Installatie Adviseurs raadgevend ingenieur
Cauberg-Huygen Raadgevende Ingenieurs BV