Liquidatieplan Opheffing Gemeenschappelijke regeling Regionale Sociale Dienst en Kredietbank Alblasserwaard/Vijfheerenlanden
Versie 3.0 (15.10.2015)
1
Aanleiding De gemeenschappelijke regeling Regionale Sociale Dienst en Kredietbank Alblasserwaard/Vijfheerenlanden (RSD), opgericht in 2002, betreft een samenwerkingsverband tussen de gemeenten Gorinchem, Giessenlanden, Hardinxveld-Giessendam, Leerdam, Lingewaal, Molenwaard en Zederik op het terrein van werk (re-integratie en participatie), inkomen (bijstandsverstrekking en minimabeleid) en schulddienstverlening. Met het vaststellen van de businesscase in het voorjaar van 2014, is besloten - met het oog op de inwerkingtreding van de Participatiewet per 1 januari 2015 - de RSD met ingang van 1 januari 2016 te laten fuseren met de gemeenschappelijke regeling Werkvoorzieningsschap de Avelingen Groep. In paragraaf 6.5 van het op de businesscase volgende bedrijfsplan is vervolgens beschreven hoe de gemeenschappelijke regeling voor de nieuwe fusieorganisatie zou moeten worden gevormd: “In hoofdstuk 5 van de Businesscase is de conclusie getrokken dat een gemeenschappelijke regeling met openbaar lichaam het best passend is voor de nieuwe organisatie. Daarbij is,(……), gesteld dat er twee mogelijkheden zijn voor de totstandkoming van de gemeenschappelijke regeling. Het benutten van de gemeenschappelijke regeling van één van de bestaande organisaties of het opstellen van een nieuwe gemeenschappelijke regeling. Het businessplan geeft aan dat het meest praktisch is om één van de bestaande gemeenschappelijke regelingen te benutten en wel de gemeenschappelijke regeling van het openbaar lichaam dat onroerende zaken bezit, als basis te nemen.” In de lijn van het businessplan en het bedrijfsplan vormt de gemeenschappelijke regeling van de Avelingen Groep de juridische basis voor de nieuwe organisatie. Dit vindt praktisch plaats door de gemeenschappelijke regeling “Wvs de Avelingen Groep (AG)” te wijzigen en daartoe door de raden en de colleges de gewijzigde tekst te laten vast stellen. In de gewijzigde tekst van de gemeenschappelijke regeling Avelingen Groep, na 1 januari 2016 Avres genaamd, is in artikel 48 een overgangsbepaling opgenomen, waarin is bepaald dat de publiekrechtelijke en privaatrechtelijke rechten en plichten van de RSD worden overgenomen door Avres. Tevens moet er een liquidatieplan worden opgesteld voor en door de RSD, waarin feitelijk de zaken staan opgesomd die worden overgedragen aan Avres. Door de overname van de rechten en plichten raakt de RSD uiteindelijk ‘leeg’ en komt in een status van liquidatie.. De juridische basis voor het liquidatieplan is gelegen in artikel 40 van de huidige gemeenschappelijke regeling van de RSD. Dit artikel luidt: Artikel 40 1. De regeling kan worden opgeheven bij een daartoe strekkend besluit van de raden en de colleges van burgemeester en wethouders van twee derde van de deelnemende gemeenten. 2. Ingeval van opheffing van de regeling regelt het algemeen bestuur de financiële gevolgen van de opheffing in een liquidatieplan. Hierbij kan van bepalingen van de regeling worden afgeweken. 3. Het liquidatieplan wordt door het algemeen bestuur, de raden van de deelnemende gemeenten gehoord, vastgesteld. 4. Het liquidatieplan voorziet in de verplichting van de deelnemende gemeenten tot deelneming in de financiële gevolgen van de opheffing. 5. Het liquidatieplan voorziet ook in de gevolgen die de opheffing heeft voor het personeel. 6. Het dagelijks bestuur is belast met de uitvoering van de liquidatie. 7. De organen van de gemeenschappelijke regeling blijven ook na het tijdstip van opheffing in functie, totdat de liquidatie is voltooid. 8. Van elk besluit tot opheffing van de regeling is goedkeuring van Gedeputeerde Staten vereist.
2
Op grond van artikel 40 leidt dit dan tot de volgende procedure: Allereerst moeten de colleges en de raden van de deelnemende gemeenten een besluit nemen met betrekking tot de opheffing van de Gemeenschappelijke regeling RSD. Dit besluit vindt logischerwijs plaats voorafgaand aan het besluit tot wijziging van de tekst van de Gemeenschappelijke Regeling van de Avelingen Groep. Een en ander vloeit namelijk voort uit het feit dat in de gewijzigde tekst is opgenomen dat de publiekrechtelijke en privaatrechtelijke rechten en plichten van de RSD worden overgedragen aan de gewijzigde GR, hetgeen betekent dat daar aan voorafgaand moet worden besloten dat die publiekrechtelijke en privaatrechtelijke rechten en plichten vanaf 1 januari 2016 niet meer aan de RSD toekomen omdat de RSD met ingang van 1 januari 2016 wordt opgeheven en in liquidatie zal worden gebracht. Nadat het besluit tot opheffing is genomen moet er een liquidatieplan worden ontwikkeld (lid 2). In dat liquidatieplan regelt het algemeen bestuur de financiële gevolgen (lid 2 en lid 4) van de liquidatie, alsmede de gevolgen die de opheffing heeft voor het personeel (lid 5). Het liquidatieplan wordt vastgesteld door het algemeen bestuur, de raden van de deelnemende gemeenten gehoord (lid 3), waarbij het dagelijks bestuur is belast met de uitvoering van de liquidatie (lid 6). De organen van de gemeenschappelijke regeling blijven in ieder geval in functie na de opheffing, totdat de liquidatie is voltooid (lid 7). Door de wijziging van de Wet gemeenschappelijke regelingen is het achtste lid in deze vorm niet meer van toepassing. Op grond van artikel 26 Wgr lid 1, en lid 4, moet het besluit nog slechts aan Gedeputeerde Staten worden toegezonden. Dit liquidatieplan is qua aard, inhoud en vorm enigszins anders dan een regulier liquidatieplan bij de opheffing van een gemeenschappelijke regeling. De gemeenschappelijke regeling Regionale Sociale Dienst en Kredietbank Alblasserwaard/Vijfheerenlanden wordt namelijk wel opgeheven, maar de taken en bevoegdheden worden niet teruggegeven aan de deelnemende gemeenten. Deze worden ondergebracht in de gemeenschappelijke regeling van de Avelingen Groep, waarvan de tekst wordt gewijzigd en welke vervolgens de juridische basis vormt van de feitelijke fusie tussen de RSD-organisatie en de organisatie van de Avelingen Groep. Met het oog op die fusie is voorafgaand aan dit liquidatieplan al een bedrijfsplan en een implementatieplan ontwikkeld. In het bedrijfsplan en het implementatieplan is reeds een aantal aspecten aan de orde gekomen - met name de personele gevolgen - die normaliter ook in een liquidatieplan uitvoerig worden beschreven. Dergelijke aspecten zullen in dit liquidatieplan nog wel aan de orde komen, echter hierbij zal dan slechts een verwijzing plaatsvinden naar hetgeen hierover in het bedrijfsplan en het implementatieplan is opgenomen. Overigens stelt de Wet gemeenschappelijke regelingen geen nadere vormvereisten aan het liquidatieplan dat moet worden opgesteld.
1. Afbakening en uitgangspunten Dit plan gaat in op de juridische, bedrijfseconomische/financiële en personele aspecten bij de opheffing en de vereffening van de gemeenschappelijke regeling Regionale Sociale Dienst en Kredietbank Alblasserwaard/Vijfheerenlanden. Vanuit genoemde aspecten wordt in dit plan een weergave gegeven van de “stand van zaken” die van belang is voor het voltooien van het liquidatieproces en de te ondernemen stappen daarin. Hiertoe is de huidige situatie in beeld gebracht (contracten, afspraken, besluiten e.d.) en wordt geadviseerd over de wijze van overdracht. Volledigheidshalve wordt hier nogmaals opgemerkt dat dit plan niet ingaat op organisatorische aspecten van de bedrijfsvoering in de nieuwe (fusie)organisatie na 1 januari 2016. Dergelijke zaken zijn namelijk reeds aan de orde gekomen in het bedrijfsplan en het implementatieplan. Het voorliggende liquidatieplan is geschreven op basis van de navolgende uitgangspunten: De gemeenschappelijke regeling RSDKAV wordt per 1 januari 2016 opgeheven op grond van de daartoe strekkende besluiten van de raden en de colleges van de deelnemende gemeenten. Dit
3
-
-
-
betekent dat de GR RSD vanaf die datum in liquidatie is (GR-RSDKAV-il of RSD-il)1. De RSD-il heeft weliswaar geen inhoudelijke taken meer, maar er moeten nog wel verplichtingen worden afgerond. Zo moeten er nog facturen worden betaald en jaarrekeningen worden opgesteld. De RSD blijft net zolang in liquidatie tot de laatste verplichting is afgerond en de laatste jaarrekening door het algemeen bestuur van de RSD-il is vastgesteld. De inzet is om deze liquidatieperiode zo kort mogelijk te doen zijn. Bij de vaststelling van de jaarrekeningen2 van de RSD-il zal steeds worden bezien of en hoe de liquidatiefase kan worden afgesloten. De jaarrekening 2014, de begroting 2015 en de te verwachten boekwaarde per 31 december 2015 dienen als (rekenkundige) basis voor dit liquidatieplan. In de jaarrekening 2015 zal de liquidatiebalans worden opgenomen. Op dat moment zal ook pas duidelijkheid ontstaan over de vereffening van het vermogen. Zoals al in de inleiding is gesteld is in de gewijzigde tekst van de gemeenschappelijke regeling van de Avelingen Groep (artikel 48) opgenomen dat alle publiekrechtelijke en privaatrechtelijke rechten en plichten van de RSD overgaan naar de “nieuwe” gemeenschappelijke regeling. In dit liquidatieplan zullen deze publiekrechtelijke en privaatrechtelijke rechten en plichten nader worden omschreven en uitgewerkt, maar ook zal worden vermeld wat de rechten en plichten van de RSDil zijn die na de opheffing nog door haar zelf nog moeten worden afgewikkeld. Omdat - gelet op de uitgangspunten van het bedrijfs- en implementatieplan - het personeel van de RSD vanaf 1 januari 2016 in dienst zal treden bij de gewijzigde gemeenschappelijke regeling Avelingen Groep, Avres genaamd, en de RSD feitelijk niet meer de beschikking zal hebben over een eigen ambtelijk apparaat, zal het ambtelijk apparaat in dienst bij Avres het bestuur van de RSD-il ondersteunen bij het proces van liquidatie en vereffening3.
2. Afwikkeling taken Na het besluit tot opheffing door de colleges en de raden van de deelnemende gemeenten, is de RSDKAV nog niet verdwenen. Zij zal nog enige tijd blijven voortbestaan. Na 1 januari 2016 zal zij in staat van liquidatie geraken en onder de naam RSD- il verder door het leven gaan. Dit is dan een zogeheten “romp” gemeenschappelijke regeling die belast zal zijn met de liquidatie en de vereffening van de gemeenschappelijke regeling. Door de opheffing en de overdracht van de voormalige taken en bevoegdheden van de RSD aan Avres (zie artikel 48 GR Avres) kan zij haar voormalige taken en bevoegdheden op grond van artikel 4, 5 en 6 ook niet meer uitoefenen. Pas na het afronden van de liquidatie en de vereffening zal de RSD ook feitelijk pas verdwijnen. Tot die tijd blijven ook de huidige bestuurders lid van het algemeen respectievelijk het dagelijks bestuur van de RSD en blijven de overige bepalingen van de GR RSD voor de GR RSDil van kracht.. Er resteert voor de RSD-il dan na 1 januari 2016 nog een aantal taken die moeten worden afgewikkeld. Het gaat hierbij ondermeer om: 1
Il staat hier voor in liquidatie. Het kan ivm de vereffening namelijk noodzakelijk zijn dat in 2017 ook nog een jaarrekening over 2016 moet worden vastgesteld. 3 Vereffening is het laatste stadium in het ontbindingsproces van een rechtspersoon. Dit volgt op de formeel juridische ontbinding. Bij het ontbindingsbesluit worden de zogenaamde vereffenaars aangewezen. Meestal zijn dit voormalige bestuurders en/of directeuren. In deze fase vindt liquidatie plaats. Vanaf de ontbinding zal de rechtspersoon de woorden in liquidatie achter haar naam moeten voeren, zodat ook buitenstaanders en wederpartijen weten dat deze rechtspersoon bezig is zichzelf op te heffen, en hier rekening mee kunnen houden. Ook zal men de ontbinding vaak moeten aanmelden of publiceren, zodat crediteuren en andere belanghebbenden de kans krijgen om te reageren. De taak van vereffenaars is het afhandelen van de lopende verplichtingen, het te gelde maken van nog eventueel bestaande rechten of activa, en ten slotte het uitkeren van het batig saldo aan de rechthebbenden 2
4
-
-
Het voeren van een volledige administratie, waaronder het verwerken van facturen die in 2016 en later binnenkomen, het verwerken van loonafdrachten, het doen van Btw-aangifte en overige informatievoorziening voor derden (bijvoorbeeld C.B.S., Ministerie van SZW); Het opstellen van de jaarrekening 2015 en eventuele volgende jaren, voor zover noodzakelijk het opstellen van een begroting en eventuele bestuursrapportages; Het afrekenen van de uiteindelijk resterende middelen; Het afwikkelen van contracten die over de jaargrens heenlopen; Verzoeken beoordelen op basis van de Wet openbaarheid van bestuur; Het behandelen van klachten en het behandelen van overige verzoeken; Het organiseren en faciliteren van bestuurlijke vergaderingen en de daarbij behorende besluitvormingsprocedure; en Het completeren van het archief met documenten naar aanleiding van bovenstaande activiteiten.
Bovenstaande beheersmatige activiteiten moeten door de RSD-il worden uitgevoerd. Pas na de laatste handeling in dit kader, namelijk het vaststellen van de jaarrekening over het laatste jaar waarin taken zijn verricht, is de RSD-il geëindigd. Er wordt naar gestreefd om de liquidatieperiode zo kort mogelijk te doen zijn. Bij het vaststellen van de (liquidatie)jaarrekening wordt bekeken of en hoe de liquidatie kan worden afgesloten, om te beginnen bij de jaarrekening 20154. Zoals hierboven reeds is aangegeven is het dagelijks bestuur van de RSD belast met de liquidatie. De secretaris van de RSD-il zal feitelijk optreden/fungeren als vereffenaar. Voorgesteld wordt hier om de kwartiermaker/beoogd directeur van de fusieorganisatie na 1 januari 2016 in deze functie te benoemen.
3. Overdracht taken en bevoegdheden In de gemeenschappelijke regeling van de RSD staan in artikel 5, 5a en 6 de huidige taken opgesomd. In artikel 5, eerste lid, de uitvoering van: De Wet werk en bijstand; Het Besluit bijstandsverlening zelfstandigen De Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijke arbeidsongeschikte werknemers; De Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijke arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen; De Wet investering jongeren; De Wet op het participatiebudget; De Wet inburgering; De Wet educatie en beroepsonderwijs; en De Wet Kinderopvang (inclusief sociaal medische indicatie). Deze taken zijn inclusief de taken die voortvloeien uit wet- en regelgeving die voor bovengenoemde wetten en regelgeving in de plaats treden dan wel samenhangen met de bovengenoemde wetten en taken (tweede lid). In het derde lid is ook nog aangegeven dat de dienst belast is met de opvang en verzorging van slachtoffers in het kader van de rampenplannen van de gemeenten. In artikel 5 a, eerste lid: Met het oog op (toekomstige) arbeidsmarktontwikkelingen en vanuit haar verantwoordelijkheid voor het regionale arbeidsmarktbeleid, de versteviging van de onderlinge relatie en het bevorderen van de samenwerking tussen het bedrijfsleven, het voortgezet en middelbaar beroepsonderwijs en de lokale/regionale overheden in de Alblasserwaard/Vijfheerenlanden. Opgemerkt wordt dat indien een wederpartij zich in zijn belangen geschaad acht, deze wederpartij bij de rechter een heropening van de vereffening kan verzoeken. Als de rechter daarin toestemt, dan herleefd de GR voor zover dat nodig is voor de alsdan nog te vereffenen zaken die bij de rechter zijn aangebracht. 4
5
In het tweede lid is hierover aangegeven dat daartoe een bestuurscommissie ex artikel 25 Wgr (oud) wordt ingesteld. In artikel 6, eerste lid: De Regionale Kredietbank is opgedragen om: Hulp te verlenen aan burgers die door hun schuldenlast in maatschappelijke problemen zijn of kunnen komen; Verklaringen af te geven op grond van de Wet schuldsanering natuurlijke personen; Op een verantwoorde wijze te voorzien in de behoefte aan krediet. Ad 1.
Artikel 5, eerste lid
De tekst van de huidige gemeenschappelijke regeling dateert van 2009. Een deel van de taken die toen zijn omschreven zijn inmiddels van rechtswege komen te vervallen, of behoeven een tekstuele aanpassing omdat andere wet- en regelgeving in de plaats is getreden voor de destijds opgesomde wet- en regelgeving. Dit gaat dan om de wet- en regelgeving zoals die is opgesomd in artikel 5, eerste lid. Van rechtswege zijn komen te vervallen de Wet investering jongeren, de Wet op het Participatiebudget, de Wet Inburgering en de Wet Kinderopvang. Met betrekking tot de Wet inburgering is nog wel het overgangsrecht van toepassing, in die zin dat de belanghebbenden die vóór de intrekking van deze wet5 recht hadden op een verblijfstitel, maar nog niet gevestigd waren in een van de deelnemende gemeenten aan de gemeenschappelijke regeling, ook na de intrekking van de wet nog een beroep kunnen doen op de voorzieningen uit de Wet inburgering. Het gemeentelijk deel voor de uitvoering van de Wet kinderopvang, althans voor zover het het verstrekken van voorzieningen betreft6, is met ingang van 1 januari 2013 komen te vervallen. De RSD voert nog wel het onderdeel kinderopvang op grond van sociaal medische indicatie uit. Tenslotte is met ingang van 1 januari 2015 de Wet werk en bijstand vervangen door de Participatiewet. De ondersteuning in het kader van de rampenbestrijding, zoals bedoeld in het derde lid van artikel 5, heeft inmiddels een andere structuur gekregen. De taak voor de RSD ligt nu vooral op de financiële (nood) ondersteuning van inwoners in de regio indien er zich een ramp voordoet. De gemeente Lingewaal behoort tot een andere veiligheidsregio dan de overige gemeenten die deelnemen aan de GR RSD, en is via artikel 4, tweede lid van de gemeenschappelijke regeling Avres hier om genoemde reden van uitgesloten. In de tekst van de gemeenschappelijke regeling Avres zijn de taken die in artikel 5 van de gemeenschappelijke regeling RSD staan opgesomd, nu in artikel 4, lid 1 onder a, c, e, f en g, artikel 4, lid 2 en artikel 5, lid 1, lid 2 en lid 3 opgenomen. In concreto betekent het bovenstaande dat de fusieorganisatie die vorm krijgt in de gemeenschappelijke regeling Avres, met ingang van 1 januari 2016, belast zal zijn met: Het verstrekken van uitkeringen, inclusief de vaststelling van de rechten en plichten van/voor de belanghebbende en de daarvoor noodzakelijke beoordeling van zijn omstandigheden. Het betreft hier zowel uitkeringen/kredietverstrekking in het kader van de Participatiewet, de Ioaw, de Ioaz en het Bbz; Het aanbieden van re-integratievoorzieningen, inclusief loonkostensubsidie en sociale activeringsvoorzieningen, in het kader van de Participatiewet, de Ioaw en de Ioaz; Het uitvoeren van terugvordering, verhaal en debiteurenbeheer in het kader van de Participatiewet, de Ioaw, de Ioaz en - voor zover van toepassing - het Bbz. Het verstrekken van uitkeringen in het kader van de bijzondere bijstand en minimaregelingen waaronder de collectieve ziektekostenverzekering, het regionaal fonds buitengewone uitgaven, individuele inkomenstoeslag, regionaal declaratiefonds en het PC-privé project. Een deel van de uitvoering van de bijzondere bijstand en het minimabeleid is onder de gemeenschappelijke regeling RSD in handen ge5 6
1 januari 2013 Het toezicht op kinderdagverblijven is een gemeentelijke taak gebleven.
6
legd van de Stichting Leergeld afdeling Gorinchem. De uitvoering door de Stichting Leergeld zal vanaf 1 januari 2016 in Avres op dezelfde wijze en onder dezelfde voorwaarden worden gecontinueerd. Het uitvoeren van het handhavings- en boetebeleid, zoals dat voortvloeit uit de Participatiewet, de Ioaw, de Ioaz en het Bbz; Het uitvoeren van wet- en regelgeving in het kader van de tegenprestatie, zoals die voortvloeit uit de Participatiewet, de Ioaw, de Ioaz en het Bbz; Het verstrekken van een individuele studietoeslag, zoals die voortvloeit uit de Participatiewet; Het verstrekken van een tegemoetkoming in het kader van de sociaal medische indicatie kinderopvang; Het verstrekken van voorzieningen in het kader van de Wet educatie en beroepsonderwijs. Deze voorzieningen worden in verband met de “verplichte winkelnering” uitgevoerd door het ROC Da Vinci in Gorinchem. Met in achtneming van de wettelijke bepalingen rondom de afbouw van de verplichte winkelnering en de toekomstige beleidsvorming daaromtrent, zal de uitvoering van deze voorzieningen in de fusieorganisatie - die vorm krijgt in de gewijzigde gemeenschappelijke regeling - door het ROC Da Vinci vanaf 1 januari 2016 op dezelfde wijze en onder dezelfde voorwaarden worden gecontinueerd. Het aanbieden van voorzieningen in het kader van de Wet inburgering, voor zover het overgangsrecht na de intrekking van deze wet daartoe nog de verplichting oplegt. Het afhandelen van aanvragen in het kader van de Participatiewet, bijzondere bijstand, minimabeleid, de Ioaw, Ioaz, het bbz, de Web, de Wi, en de Sociaal medische indicatie Wet kinderopvang, die vóór 31 december 2015 zijn ingediend, maar waarop op 31 december 2015 nog geen besluit is genomen. De afhandeling van procedures van bezwaar, beroep, hoger beroep, cassatie, danwel andere rechtsgedingen tegen besluiten in het kader van de Participatiewet, bijzondere bijstand, minimabeleid, de Ioaw, de Ioaz, het bbz, de Web, de Wi, en de Sociaal medische indicatie Wet kinderopvang die vóór 31 december 2015 zijn opgestart, alsmede mogelijke procedures van bezwaar, beroep, hoger beroep, cassatie en andere rechtsgedingen tegen besluiten in het kader van de Participatiewet, bijzondere bijstand, minimabeleid, de Ioaw, de Ioaz, het bbz, de Web, de Wi, en de Sociaal medische indicatie Wet kinderopvang die op 1 januari 2016 nog niet zijn opgestart omdat een dergelijk besluit op 1 januari 2016 nog niet de status van formele rechtskracht had.
In verband met de uitvoering van bovengenoemde taken is het noodzakelijk dat de nieuwe fusieorganisatie de toegang heeft tot en de beschikking heeft over (persoons)informatie die is opgeslagen in en is te ontsluiten via de Gemeentelijke Basisadministratie (GBA) en SUWI-net. De bevoegdheden die de RSD met betrekking tot de toegang tot en de beschikking over deze (persoons)informatie heeft, zullen, met in achtneming van de bestaande veiligheids- en privacybepalingen, binnen de nieuwe uitvoeringsorganisatie worden gecontinueerd. Ad 2.
Artikel 5 a, eerste lid
De bestuurscommissie als bedoeld in artikel 5a is met ingang van 1 januari 2011 opgericht als Bureau Onderwijs en Arbeidsmarkt (BOA). Deze is destijds onder de gemeenschappelijke regeling RSD gehangen omdat de te ontwikkelen activiteiten door het BOA rechtspersoonlijkheid behoefden. Bovendien vervulde de RSD als organisatie op dat moment een spilfunctie in de ontwikkeling van het arbeidsmarktbeleid, omdat de regio Gorinchem nog geen zelfstandige arbeidsmarktregio was, maar deel uitmaakte van de arbeidsmarktregio Drechtsteden. Echter, met ingang van 1 januari 2012 is de regio Gorinchem een zelfstandige arbeidsmarktregio geworden met de gemeente Gorinchem als centrumgemeente. Hierdoor was het vanaf 2012 langzaam maar zeker mogelijk om als arbeidsmarktregio ook zelfstandig vorm en invulling te geven aan de ontwikkeling van een eigen arbeidsmarktbeleid. Het arbeidsmarktbeleid in de regio Gorinchem richt zich op de aansluiting tussen vraag en aanbod van arbeid voor de totale beroepsbevolking, voor alle werkgevers in de regio en voor alle scholen in de regio als voorportaal met het oog op aanslui-
7
ting op de arbeidsmarkt. De doelgroep die de RSD bedient vanuit haar taken en bevoegdheden maakt slechts een beperkt deel uit van de totale beroepsbevolking. Met het oog op de voorgenomen fusie en gelet op de verdere ontwikkeling van het arbeidsmarktbeleid in de regio, heeft in het voorjaar van 2015 overleg plaatsgevonden over de toekomstige positionering van School en Bedrijf7. Geconcludeerd werd dat het voortbestaan van School en Bedrijf van groot belang was, maar dat gelet op het feit dat er nu een zelfstandige arbeidsmarktregio Gorinchem bestaat met een eigen structuur van overleg tussen de betrokken partijen (ondernemers, onderwijs en overheid) én de RSD - en ook Avres - slechts een deel van de totale doelgroep bedient, het gewenst is om School en Bedrijf op een andere wijze te positioneren en derhalve School en Bedrijf als zodanig ook niet onder te brengen als bestuurscommissie in de Gemeenschappelijke regeling Avres. In verband met de toekomstige zelfstandige positionering van School en Bedrijf en met het oog op de te ondernemen stappen daartoe, zal School en Bedrijf tot uiterlijk 1 juli 2016 als bestuurscommissie blijven functioneren als onderdeel van de GR RSD - in liquidatie. De tijdspanne die is gelegen tussen 1 januari 2016 en 1 juli 2016 zal worden benut om het proces tot zelfstandige positionering op een goede wijze af te kunnen ronden. De activa, passiva en liquide middelen die ter beschikking staan van de bestuurscommissie School en Bedrijf zullen na 1 juli 2016 toekomen aan de rechtspersoonlijkheid waar School en Bedrijf onder zal komen te vallen, uiteraard eerst nadat de jaarrekening over 2015 is voorzien van een accountantsverklaring en is vastgesteld door het Algemeen Bestuur van de RSD-il, en onder verrekening van eventuele vorderingen en de betaling van eventuele facturen. In of ten behoeve van de bestuurscommissie School en Bedrijf is momenteel geen personeel werkzaam. Overdracht van de bevoegdheden en taken aan respectievelijk het RAP en de op te richten stichting heeft derhalve geen personele consequenties. Ad 3.
Artikel 6, eerste lid:
Naast de taken die verband houden met het verstrekken van uitkeringen en de taken die verband houden met het aanbieden van (re-integratie)voorzieningen, is de uitoefening van werkzaamheden die verband houden met de kredietbank de derde hoofdtaak van de RSD. Deze derde hoofdtaak vindt in artikel 6, eerste lid van de huidige gemeenschappelijke regeling zijn basis en is nader uitgewerkt in het tweede lid van artikel 6, waar staat geformuleerd: 2.
“ De Kredietbank tracht dit te bereiken door: a. Het verrichten van bemiddelende, sanerende en voorlichtende werkzaamheden; b. Het op een maatschappelijk verantwoorde wijze verstrekken van geldleningen; c. Het verrichten van alle handelingen, die met de doelstellingen verband houden of daarvoor bevorderlijk kunnen zijn.”
In de tekst van de gemeenschappelijke regeling Avres zijn de taken die in de gemeenschappelijke regeling voor de kredietbank staan opgesomd, nu in artikel 4, lid 1 onder d en artikel 5, lid 3 opgenomen. Meer concreet betekent dit dat met ingang van 1 januari 2016 Avres voor wat betreft de kredietbank belast zal zijn met:
7
In 2014 is de naam van het Bureau Onderwijs en Arbeidsmarkt gewijzigd in School en Bedrijf.
8
Kredietverstrekking/het verstrekken van leningen, waarbij het bepaalde in het kader van de Wet op het financieel toezicht en de Wet op het consumentenkrediet van toepassing is8; Het verrichten van werkzaamheden met het oog op een beslissing van de rechtbank in het kader van de Wet Schuldsanering Natuurlijke Personen (WSNP); Budgetbeheer, waaronder financieel beheer; beheer gekoppeld aan een minnelijk traject; en beheer als nazorg in een WSNP-traject; Het uitvoeren van schuldhulpregelingstrajecten; Het voeren van budgetadviesgesprekken; Het geven van budgetcursussen. De overdracht van bevoegdheden. De gemeenschappelijke regeling RSD betreft een gemengde raadsregeling, waarbij alle terzake doende – raads- en collegebevoegdheden aan de bevoegde organen binnen de GR RSD zijn gedelegeerd. De tekst van de gemeenschappelijke regeling Avres behelst eveneens een gemengde raadsregeling, waarbij ook de raads – en de collegebevoegdheden aan de bevoegde organen zijn gedelegeerd. Deze delegatie van bevoegdheden is evenwel een delegatie onder voorwaarden. De voorwaarden waaronder de delegatie plaatsvindt hebben betrekking op het vaststellen van het meerjarenbeleidplan door de raden van de deelnemende gemeenten, de zienswijzeprocedure bij het vaststellen van strategische beleids- en kadernota’s, en een actieve informatieplicht. In dit liquidatieplan wordt niet verder ingegaan op de overdracht van bevoegdheden, daarvoor wordt vanuit dit Liquidatieplan verwezen naar de gewijzigde tekst van en de (algemene) toelichting op de gemeenschappelijke regeling voor de nieuwe fusieorganisatie. De komst van de nieuwe fusieorganisatie betekent niet dat er vooralsnog inhoudelijk veel zal wijzigen in het (extern gerichte) beleid dat de RSDKAV tot op heden uitvoert. Dit betekent dan ook dat het huidige beleid van de RSDKAV met betrekking tot de verschillende taken die zij uitvoert en zoals dat vóór 1 januari 2016 door de bevoegde organen is vastgesteld, ongewijzigd in de nieuwe fusieorganisatie kan worden gecontinueerd. Om te voorkomen dat na 1 januari 2016 de nieuwe organisatie haar werkzaamheden niet kan voortzetten omdat de wettelijke beleidsgrondslag ontbreekt is een overgangsregeling van belang. In artikel 48 van de tekst van de gewijzigde gemeenschappelijke regeling van de nieuwe fusieorganisatie is als overgangsbepaling het volgende opgenomen: “ Het openbaar lichaam treedt in de publiekrechtelijke en privaatrechtelijke rechten en plichten van de gemeenschappelijke regeling Regionale Sociale Dienst en Kredietbank Alblasserwaard /Vijfheerenlanden voor wat betreft de in artikel 4, 5 en 6 van de gemeenschappelijke regeling Regionale Sociale Dienst en Kredietbank Alblasserwaard/Vijfheerenlanden omschreven belangen, taken en bevoegdheden.” En in de artikelgewijze toelichting op artikel 48 het volgende: “ Als gevolg van de opheffing en liquidatie van de gemeenschappelijke regeling Regionale Sociale Dienst en Kredietbank Alblasserwaard/Vijfheerenlanden en de overheveling van de taken van dat openbaar lichaam naar de gemeenschappelijke regeling Uitvoeringsorganisatie Participatiewet cs., de rechtsopvolger van de gemeenschappelijke regeling Wvs Avelingen Groep, dient er gezorgd te worden voor een naadloze aansluiting in taakstelling en bevoegdheden. Daarmee wordt voorkomen dat er een vacuüm ontstaat in rechten en plichten dat aanleiding kan geven tot rechtsonzekerheid.” 8
Op hoofdlijnen betekent dit de kredietbank zich slechts mag bezighouden met sociale kredietverstrekking. Het verstrekken van leningen op commerciële basis wordt vermeden omdat dit een taak is van de commerciële banken.
9
Hoewel in artikel 48 van de gemeenschappelijke regeling Avres het fundament is gelegd voor de continuïteit van de werkzaamheden van de RSD na 1 januari 2016 binnen Avres, is nog wel van belang te waarborgen dat ook de werkingssfeer van de bestaande verordeningen en beleidsregels, die eerder door de bevoegde organen van de RSD zijn vastgesteld, kunnen doorwerken na 1 januari 2016. De fusie van twee gemeenschappelijke regelingen, waarbij een van de beide gemeenschappelijke regelingen wordt opgeheven en opgaat - met overdracht van de bestaande publiekrechtelijke en privaatrechtelijke rechten en plichten – in de gewijzigde andere gemeenschappelijke regeling, is een vrij unieke situatie, met name voor het overgangsrecht. Er is bij de fusie een aantal paralellen te trekken met een proces van samenvoeging van een of meerdere gemeenten. De (rechts)gevolgen van een dergelijke samenvoeging worden met name geregeld in de Wet Arhi (Wet Algemene regels herindeling). Deze wet is echter specifiek gericht op de herindeling van gemeenten en dus niet van toepassing, ook niet voor wat betreft de harmonisatie van verordeningen en beleidsregels. Er zal met betrekking tot het overgangsrecht derhalve moeten worden teruggevallen op algemene rechtsbeginselen. Uitgangspunt hierbij is dat voor ogen moet worden gehouden dat de Gemeenschappelijke Regeling van de Avelingen Groep wordt gewijzigd, dat deze niet wordt opgeheven en in liquidatie wordt gebracht en dat met Avres dus geen nieuw Openbaar Lichaam wordt opgericht. De gemeenschappelijke regeling Avres, behelst een gewijzigde tekst van de gemeenschappelijke regeling Avelingen Groep, die vanaf 1 januari 2016 weliswaar onder een andere naam, regulier haar activiteiten zal voortzetten, uitgebreid met een aantal nieuwe activiteiten die voorheen onder de taken en de bevoegdheden van de RSD vielen. Met het oog op de situatie na 1 januari 2016 kunnen het algemeen bestuur en het dagelijks bestuur van de Avelingen Groep derhalve nu reeds (in 2015) de verordeningen en de beleidsregels vaststellen, die na 1 januari 2016 van toepassing zullen zijn. Deze situatie is immers niet anders dan bij gemeenten voor wie op willekeurig welke datum van 1 januari, nieuwe wetgeving van kracht wordt en waarvoor met het oog op het van kracht worden in het jaar daarvoor reeds verordeningen en beleidsregels worden vastgesteld. Het algemeen bestuur van de Avelingen Groep dient derhalve voor het einde van 2015 de verordeningen en beleidsregels die door de bevoegde organen of ambtenaren (- op basis van het directiestatuut en de mandaatregeling) van de RSD zijn genomen opnieuw (ongewijzigd) vast te stellen. Om een en ander juridisch volledig af te dekken zullen de door het algemeen bestuur van de Avelingen Groep genomen besluiten ten aanzien van de verordeningen en beleidsregels die voorheen zijn uitgegaan van de RSD, in de constituerende vergadering van het Algemeen Bestuur van Avres die voor het einde van 2015 plaatsvindt, nogmaals worden bekrachtigd. Omdat het hier een ongewijzigde continuering van het reeds vastgestelde beleid en slechts een formeel juridisch aspect met betrekking tot het overgangsrecht betreft, wordt met betrekking tot bovengenoemde vaststellingsprocedure aan de raden bovendien nog expliciet verzocht om af te zien van de zienswijzeprocedure bij de raden, zoals beschreven in artikel 11, lid 3 van de tekst van de gemeenschappelijke regeling Avres. Hier ligt overigens ook een inhoudelijk aspect aan ten grondslag. De fusie tussen beide gemeenschappelijke regelingen en de hierop volgende wijziging van de gemeenschappelijke regeling Avelingen Groep is in de eerste plaats en vooralsnog een organisatorische wijziging en niet een wijziging die veranderingen in het bestaande beleid van de (voormalige) RSD met zich meebrengt. Overige: Met het oog op de afhandeling van de liquidatie en zolang de liquidatie nog niet is beëindigd, blijven de financiële verordening, controleverordening, controleplannen en het treasurystatuut van kracht voor de RSD-il. Voor wat betreft de interne controle plannen/procedures, zoals die vóór 1 januari 2016 van toe-
10
passing waren binnen de gr RSDKAV met betrekking tot de aan haar toegekende taken, geldt na 1 januari 2016 dat zij van toepassing blijven tot het moment dat hier op een andere wijze in is voorzien. De nieuwe fusieorganisatie zal haar eigen (nieuwe) financiële verordening, controleverordening, en treasurystatuut moeten opstellen.
4. Personeel In het vijfde lid van artikel 40 staat met betrekking tot het personeel het volgende geformuleerd: “Het liquidatieplan voorziet ook in de gevolgen die de opheffing heeft voor het personeel”. Met het oog op de fusie tussen de gemeenschappelijke regeling RSD en de gemeenschappelijke regeling Wvs de Avelingen Groep is inmiddels een bedrijfsplan en een implementatieplan opgesteld en door de bevoegde organen vastgesteld. In dit bedrijfs- en implementatieplan worden een groot aantal personele gevolgen van de fusie geregeld. Uitgangspunt bij de fusie is, dat na de fusie per 1 januari 2016 de medewerkers van de RSD hun ambtelijke status in de nieuwe uitvoeringsorganisatie zullen behouden. Verder geldt voor de werknemers tot en met loonschaal 11 volgens de bezoldigingsystematiek van de CAR/UWO, het principe mens volgt werk. Dit principe is nader uitgewerkt in drie stappen: Plaatsing vindt in principe plaats op een zogeheten volgfunctie. Is plaatsing op een volgfunctie niet mogelijk, dan vindt plaatsing plaats op een passende functie. Is tenslotte plaatsing op een passende functie niet mogelijk dan volgt plaatsing op een geschikte functie. De medewerkers in een functie met loonschaal 12 of hoger dienen te solliciteren naar de beschikbare functies waarmee hun huidige functie raakvlakken heeft. De meest geschikte kandidaat wordt in de betreffende functie benoemd. Indien er medewerkers zijn die niet zijn benoemd in de beschikbare functies, worden zij betrokken bij de plaatsingsprocedure voor de medewerkers tot en met loonschaal 11. Bij de plaatsing en de benoeming behoudt de medewerker de omvang en de vorm van zijn aanstelling, alsmede het salaris en de salarisaanspraken. Bovengenoemde afspraken en een aantal andere aspecten zijn nader uitgewerkt in een sociaal statuut, waarover inmiddels overeenstemming is bereikt in het Bijzonder Georganiseerd Overleg. In dit liquidatieplan wordt verder niet concreet ingegaan op het aspect personeel, omdat dit een herhaling zou zijn van hetgeen al eerder in het bedrijfs- en implementatieplan en het sociaal statuut is vastgelegd. Voor zover het de personele consequenties voor de medewerkers van de RSD betreft, worden het bedrijfsplan, het implementatieplan en het sociaal statuut echter geacht als zodanig deel uit te maken van dit liquidatieplan.
5. Bezittingen en overeenkomsten Eigendommen: De RSD heeft in de loop der jaren vele overeenkomsten, convenanten, contracten en samenwerkingsverbanden gesloten. In het kader van de liquidatie is geïnventariseerd welke dat zijn, welke mee kunnen/moeten naar de fusieorganisatie. In dit hoofdstuk wordt aangegeven wat er mee moet gebeuren. Eerst wordt echter gekeken naar de bezittingen van de RSD. De RSD heeft geen onroerende zaken in eigendom. De bezittingen van de RSD betreffen derhalve alleen roerende zaken of activa9. De activa die eigendom zijn van de RSD vertegenwoordigen een financiële 9
De (financiële) vorderingen op derden zijn hier buiten beschouwing gelaten. Hierop wordt in de volgende paragraaf op teruggekomen.
11
waarde omdat ze verkocht kunnen worden. Bij de bepaling van de waarde is het relevant om na te gaan hoe de activa worden gefinancierd: ofwel afschrijving ineens ten laste van het jaarbudget of activeren. Als financiering via kapitaallasten heeft plaatsgevonden en de activa nog niet geheel zijn afgeschreven, resteert een boekwaarde. Hieronder zullen de roerende zaken en de activa van de RSDKAV clustergewijs worden opgesomd. In bijlage 1, die geacht wordt onderdeel uit te maken van dit liquidatieplan, zijn de verschillende elementen die tot de clusters behoren concreet opgesomd. De waardering van de eigendommen/activa heeft plaatsgevonden op de te verwachten boekwaarde per 31-12-2015, Daarnaast heeft de RSD ook nog een aantal eigendommen in bezit die inmiddels zijn afgeschreven, maar nog wel in gebruik zijn. Deze eigendommen zijn in de bijlagen niet opgenomen, maar worden geacht met ingang van 01-01-2016 in eigendom te zijn overgedragen aan de fusieorganisatie. Het betreft vooral kantoorinventaris en ict-apparatuur. Cluster 1 Automatisering: Hardware; software en licenties
Te verwachten boekwaarde per 31-12-2015 € 561.112,--
Cluster 2 Inventaris.
Te verwachten boekwaarde per 31-12-2015 € 46.812,--
Cluster 3 Huisvesting.
Te verwachten boekwaarde per 31-12-2015 € 41.433,--
Cluster 4 Bedrijfsauto’s, dienstfietsen
Te verwachten boekwaarde per 31-12-2015 € 31.731,--
Cluster 5 DMS-systeem.
Te verwachten boekwaarde per 31-12-2015 € 14.128,--
Cluster 6 Verbouwing 2e verdieping
Te verwachten boekwaarde per 31-12-2015 € 75.734,--
Cluster 7 Projectkosten schulddienstverlening
Te verwachten boekwaarde per 31-12-2015 € 2.479,--
Contracten: Alle contracten van de RSD zijn geïnventariseerd. Uitgangspunt is dat de lopende contracten in principe zoveel mogelijk doorlopen, danwel worden vernieuwd na 1 januari 2016 met het oog op de continuering van de huidige werkzaamheden. Indien echter na 1 januari 2016 effectiviteits- of efficiencyvoordeel kan worden bereikt door overeenkomsten van de RSD te beëindigen, niet te vernieuwen of niet te continueren, dan wel dat effectiviteits- of eficiencyvoordeel kan worden bereikt door de overeenkomsten van de RSD te bundelen met overeenkomsten van de Avelingen Groep, zal hieraan gevolg gegeven worden. Het voorgaande kan dus betekenen dat van de hoofregel van continuering kan worden afgeweken en dat lopende contracten (eerder) worden opgezegd en beëindigd, dan wel niet zullen worden gecontinueerd of vernieuwd bij prolongatie. De lopende contracten zijn hieronder weergegeven. Hierbij worden twee clusters onderscheiden: Het eerste cluster heeft betrekking op de contracten die een relatie hebben met de bedrijfsvoering (automatisering, facilitaire zaken, etc.). Het tweede cluster heeft betrekking op de contracten die betrekking hebben op de dienstverlening van de RSDKAV richting cliënten (re-integratievoorzieningen, aanbesteding Web-middelen).
12
Cluster 1 Stand per 15 augustus 2015 Naam bedrijf Ambius BNG BNG CAB Holland BV CAB Holland BV Centraal beheer Achmea Centric Centric Centric Circle Circle Dean Connect Econocom Econocom Gansewinkel Gemeente Gorinchem Gemeente Gorinchem Gemnet Jalema Klimaatservice Holland BV KPN Kredi Kroezen Maxd' oro Maxd' oro Networking 4all Oracle Oracle Oracle Post NL Ricoh PWC Ricoh Ricoh Ricoh Ricoh Ricoh RSD Sara Lee
Onderwerp Projectbeplanting pand Stadhuisplein 30 Financiële dienstverleningsovereenkomst Financieringsovereenkomst Abonnement software HP 8200 en LED LCD (hardware) Diverse overeenkomsten (verzekeringen) Diverse onderhoudscontracten Verlenging McAfee licenties (software) Upgrade Verseon Servers (software) Escrow4all (software) Verseon strippenkaart (software) Tredion ICT & Telecom MMO (digitale technologie) TRO (digitale technologie) Serviceovereenkomst (vernietiging papierbescheiden) Dienstverleningsovereenkomst ( wordt aangepast per 01-01-2016) Huurovereenkomst kantoorruimte (wordt aangepast per 01-01-2016) ICT infrastructuur Externe opslag van archief bescheiden Onderhoudscontract airco Zakelijke belbasis Licentieovereenkomst (meerdere overeenkomsten Verzekeringen Offerte inzicht app (software) Service Level Agreement (software) Basic SSL voor telewerken (software) Ondersteuningsservice Technische ondersteuning 4054316 Technische ondersteuning 6353414 Overeenkomst brengservice Copy-afdruk-scanapparatuur Accountant Huurcontract Huurovereenkomst Huurovereenkomst Huurovereenkomst Koopovereenkomst Kcc printer Diverse personeelinz. iPad Huur koffiezetapparaten
Einddatum 23-04-2016 Onbepaalde tijd Onbepaalde tijd 11-06-2016 02-06-2017 Onbepaalde tijd Onbepaalde tijd 15-06-2016 Onbepaalde tijd Onbepaalde tijd 11-03-2016 23-10-2015 01-05-2017 28-08-2018 02-09-2018 01-01-2016 01-05-2016 Onbepaalde tijd Onbepaalde tijd Onbepaalde tijd Onbepaalde tijd Onbepaalde tijd Onbepaalde tijd Onbepaalde tijd Onbepaalde tijd 25-09-2015 26-04-2015 26-04-2016 14-07-2016 Onbepaalde tijd 01-05-2018 31-12-2015 30-04-2016 30-11-2017 31-01-2018 30-04-2018 Onbepaalde tijd Onbepaalde tijd 12-04-2017
13
Sara Lee Sim Groep Staat der Nederlanden Stimulansz Tredion TVcN Uwv Yes Telecom
Huur koffiezetapparaten Digitaal Wiz Loket Rekening-courantovereenkomst Abonnement webleren Diverse contracten Persoonlijke tolk-en vertaaldiensten Onderhuurovereenkomst Diverse contracten
15-02-2018 01-05-2016 Onbepaalde tijd 15-04-2015 Onbepaalde tijd Onbepaalde tijd 30-04-2016 01-01-2018
Cluster 2 Stand per 15 januari 2015 Alfacheque Regionaal werkbedrijf Stichting Leergeld Nazorg ex gedetineerden Uitvoering regeling meerkosten chronisch zieken en mensen met een beperking 2015 Stichting Maritiem Project Behouden Vaart Maatschap de Stip Syndion Stichting Dienstwerk Waardefabriek BV ESF-J Leerwerkloket Ergo Control BV
Diverse contracten gemeenten (wordt beëindigd) Samenwerkingsovereenkomst diverse gemeenten Voorkomen Sociaal Isolement Gemeenten regio AV Gemeenten regio AV
01-01-2016 Onbepaalde tijd Onbepaalde tijd Onbepaalde tijd Onbepaalde tijd
Behouden vaart
31-12-2015 *
Busproject Horecaproject Klussendienst Activiteiten Waardefabriek Agentschap SZW UWV Sportproject Jongen
Funding groep
Startersbeurs
ROC Da Vinci College Fazerelli BV Philadelphia Zorg Dress for Success Ergo Control BV
3-tal educatieve contracten Contract medische onderzoeken Contract leer-werk trajecten contract kleding outfits contract beweegprogramma
31-12-2015 * 31-12-2015 * 31-12-2015 * 31-12-2015 * 31-10-2015 31-12-2016 Beëindigd (facturatie nog mogelijk) Beëindigd (facturatie nog mogelijk) 31-12-2015 * 31-12-2015 * In onderzoek 31-12-2015 *10 beëindigd 23-32015 (geen facturen meer)
Archief en administratie: De dossiers (schriftelijk en digitaal) en de (financiële administratie van de RSD worden met ingang van 1 januari 2016 overgedragen aan Avres met inachtneming van de bepalingen uit de Archiefwet en de Wet bescherming persoonsgegevens. De RSD-il behoudt toegang tot de archieven en de administraties met het oog op het voltooien van het liquidatieproces.
* In het najaar van 2016 zal nader beoordeeld worden of genoemde contracten worden gecontinueerd.
14
6. Financiën In dit hoofdstuk wordt beschreven hoe met de financiën wordt omgegaan bij de liquidatie. Hierbij gelden de volgende uitgangspunten: -
Het bestuur van de RSD-il zal met het oog op de continuïteit van de dienstverlening richting de burgers in de regio en met het oog op het vervullen van een correct werkgeverschap tijdens het liquidatieproces, waarborgen dat Avres. de beschikking heeft over voldoende (liquide) middelen om aan haar wettelijke taken en verplichtingen richting de burgers en haar werknemers te kunnen voldoen, althans voor zover daarbij gebruikt gemaakt (zou) moet(en) worden van de middelen waarover de RSD de beschikking had, indien op 1 januari 2016 geen fusie zou hebben plaatsgevonden. Bankrekeningen en (bijbehorende) saldi zullen daartoe vanaf 1 januari 2016 beschikbaar zijn voor Avres.
-
Indien er bij de liquidatie van de RSD (vrij besteedbare) middelen (inclusief reserves en voorzieningen) overblijven, worden deze uitgekeerd aan Avres.
-
Afrekening van de lopende financiële verplichtingen (uit overeenkomsten) van vóór 31 december 2015, die ten laste dienen te komen van de jaarrekening 2015, gebeurt door de RSD-il.
-
Vorderingen op derden en de bijbehorende rechten daaruit die de RSD bezit, alsmede het debiteurenbeheer worden geacht met ingang van 1 januari 2016 te zijn overgedragen aan Avres.
-
Ook de verplichtingen in de richting van crediteuren die de RSD had zullen met ingang van 1 januari 2016 worden overgedragen aan Avres, voor zover deze althans niet kunnen, danwel moeten worden afgehandeld door de RSD-il. Met betrekking hiertoe wordt een andere uitzondering gemaakt, het betreft dan de crediteuren die voor 1 januari 2016 een mogelijke claim kunnen doen laten gelden, danwel een aansprakelijkheidsprocedure hebben lopen of kunnen opstarten jegens de RSD. De afhandeling van dergelijke verplichtingen blijft in verband met juridische risicospreiding in handen van de RSD-il. Met het oog hierop zal het besluit tot opheffing van de RSD ook in de Staatscourant worden geplaatst.
In het onderstaande wordt verder beschreven over welke middelen de RSD beschikt en wordt voorgesteld hoe hiermee om te gaan tijdens de liquidatie. Pas bij het opstellen van de jaarrekening 2015 en de bijbehorende accountantsverklaring is duidelijk welke bedragen precies beschikbaar zijn. In dit liquidatieplan wordt vooralsnog gebruik gemaakt van de informatie uit de jaarrekening 2014, de begroting 2015 en de 2e Burap 2015. Hoewel er in de periode tot en met 31 december 2015 nog het een en ander kan gebeuren, wordt in dit liquidatieplan een inschatting gemaakt van de bedragen die dan medio 2016 resteren. Bij het opstellen van de jaarrekening 2015 zal van een aantal bedragen al duidelijk worden wat er resteert. Met in achtneming van de hierboven beschreven uitgangspunten kan de financiële afwikkeling door de RSD-il dan vanaf 1 juli 2015 plaatsvinden. Als de laatste factuur van de RSD is betaald en de laatste jaarrekening is opgesteld, wordt de RSD-il opgeheven. De inzet is om de liquidatieperiode zo kort mogelijk te houden. -
Reserves
Reserves horen tot het eigen vermogen van de RSD. De RSD heeft ze zelf gecreëerd. We kennen twee reserves: A. de algemene reserve; dit is een vrij besteedbare reserve B. de bestemmingsreserve; het Algemeen Bestuur heeft hieraan al een bestemming gegeven.
15
Onttrekkingen en stortingen in de algemene- en bestemmingsreserve kunnen alleen plaatsvinden nadat het Algemeen Bestuur hier een besluit over heeft genomen. De RSD kent de volgende reserves: Algemene Reserve. De Algemene Reserve is gereserveerd voor dekking van onverwachte tegenvallers en risico’s. Het saldo van de Algemene Reserve, na vaststelling van de jaarrekening 2014, bedraagt € 242.500. De verwachting is dat het saldo van de Algemene Reserve ultimo 2015 niet zal wijzigen. Reserve inkomensdeel. Dit is een bestemmingsreserve en is gevormd om nadelige exploitatietekorten op het programma inkomen op te vangen. Met de invoering van de Wet Werk en Bijstand krijgen de gemeenten een vast bedrag voor de financiering van de bijstand. Tekorten en overschotten zijn voor eigen rekening. Het Algemeen Bestuur heeft in 2008 besloten om de overschotten tot maximaal 10% van het budget inkomensdeel in de bestemmingsreserve op te nemen. Bij overschrijding van deze norm worden de middelen uitgekeerd aan de deelnemende gemeenten. Na vaststelling van de jaarrekening 2014 bedraagt de Reserve Inkomensdeel € 1.243.700. Reserve School & Bedrijf. In 2009 is besloten om de activiteiten van Bureau Onderwijs en Arbeidsmarkt (BOA)11 onder te brengen bij de RSD. Daartoe is op 1 januari 2011 een bestuurscommissie opgericht die onder de verantwoordelijkheid van het Algemeen Bestuur van de RSD valt. De leden van de bestuurscommissie zijn gerekruteerd uit de Overheid, Ondernemers en Onderwijs (3 O’s). De activiteiten beogen een betere aansluiting van het onderwijs op de arbeidsmarkt. De benodigde middelen voor deze activiteiten worden ook door deze 3 O’s bijeen gebracht. Het Algemeen Bestuur neemt, bij vaststelling van de jaarrekening, een besluit over het exploitatiesaldo. Het voornemen bestaat om de bestuurscommissie School & Bedrijf per 1 juli 2016 een zelfstandige positie te geven. Na vaststelling van de jaarrekening 2014 bedraagt de Reserve School & Bedrijf € 144.000. Reserve Bedrijfsverzamelgebouw (BVG). In verband met aanstaande samenwerking in 2006 met het UWV moest de huisvesting aangepast worden. Om de jaarlijkse afschrijvingskosten van de activa ten behoeve van het BVG te kunnen dekken is er in 2005 een reserve gevormd. Jaarlijks wordt hier een deel van onttrokken ten gunste van de exploitatie. Na vaststelling van de jaarrekening 2014 bedraagt de Reserve BVG 14.700. Ultimo 2015 zal de reserve nihil zijn. Reserve Kwaliteit. Als gevolg van de stelselwijziging in de BBV is het saldo van de voorziening Kwaliteitsontwikkeling op 1 januari 2007 overgeheveld naar de reserve Kwaliteitsontwikkeling. Het Algemeen Bestuur heeft besloten deze middelen in te zetten voor de aanschaf van een Documentair Management Systeem (DMS). Na vaststelling van de jaarrekening 2014 bedraagt de Reserve Kwaliteit € 28.300. Ultimo 2015 zal de reserve nihil zijn. Reserve Ontwikkelingen. In 2012 was er een meevaller in de afrekening Wet Inburgering 2007 t/m 2009 van € 1.036.000. Het Algemeen Bestuur heeft bij de vaststelling van de jaarrekening 2012 besloten om dit bedrag in een bestemmingsreserve te storten. Na vaststelling van de jaarrekening 2014 bedraagt de Reserve Ontwikkeling € 388.000. De verwachting is dat de Reserve Ontwikkeling ultimo 2015 nihil is. 11
Sinds 2014 is de naam gewijzigd in School & Bedrijf
16
-
Voorzieningen
Een voorziening wordt gevormd voor verplichtingen die in de toekomst worden afgewikkeld, waarvan niet bekend is in welke omvang en/of wanneer de verplichtingen zullen ontstaan. De RSD heeft twee voorzieningen namelijk: A. De voorziening dubieuze debiteuren B. En de voorziening voormalig personeel Voorziening dubieuze debiteuren. De RSD had op 31 december 2014 1.328 vorderingen met een totaalbedrag van € 4.276.972 openstaan. Deze vorderingen zijn ontstaan als gevolg van verstrekte leningen voor bijstand (leenbijstand, Bbz 2004 en krediethypotheek), terugvorderingen van verstrekte bijstand en verhaal op derden wegens verstrekking van bijstand aan ex-partners en kinderen. Deze vorderingen worden gewaardeerd op ongeveer 50% van de nominale waarde. Voor 50% van de nominale waarde wordt een voorziening voor dubieuze debiteuren getroffen. Op 31 december 2014 was het saldo van deze voorziening € 2.189.100. De verwachting is dat het saldo ultimo 2015 € 2.200.000 zal bedragen. Voorziening voormalig personeel. Deze is in 2014 gemaakt om aan de eventuele verplichtingen te kunnen voldoen als gevolg van het feit dat de RSD eigen risicodrager is voor wachtgeld- en werkloosheidsuitkeringen. Het saldo van de voorziening per 1 januari 2015 is € 345.100. Het saldo ultimo 2015 wordt begroot op € 230.000. Samenvatting financiën Financieringsbron Algemene Reserve Reserve Inkomensdeel Reserve School & Bedrijf Reserve BVG Reserve Kwaliteit Reserve Ontwikkelingen Voorziening dubieuze debiteuren Voorziening voormalig personeel
7.
Bedrag € 242.500 € 1.243.700 € 144.000
Bestemming Overdracht van middelen naar Avres. Overdracht van middelen naar Avres. Overdracht van middelen naar de stichting waar de bestuurscommissie ondergebracht zal worden. € nihil n.v.t. € nihil n.v.t. € nihil n.v.t. € 2.189.100 Overdracht van middelen naar Avres € 230.000
Overdracht van middelen naar Avres
Communicatie
Het besluit tot opheffing van de RSD, de liquidatiestaat waarin zij na 1 januari verkeerd, en de overgang van de rechten en plichten van de gemeenschappelijke regeling RSD naar de gemeenschappelijke regeling Avres moet op de juiste wijze richting de verschillende (betrokken) actoren, partners en cliënten worden gecommuniceerd. Een formeel aspect is dat de gemeente Gorinchem als aangewezen gemeente, c.q de gemeente van vestiging, zorg dient te dragen voor het verzenden van het opheffingsbesluit aan de colleges van GS van de provincies Zuid-Holland en Gelderland. Bovendien draagt zij zorg voor de kennisgeving van de inhoud daarvan in de Staatscourant.
17
Ook de klanten/debiteuren, contractpartners en overige actoren van de RSD dienen (per brief) over de wijziging te worden geïnformeerd. Deze aspecten zijn meegenomen in het communicatietraject rondom de wijziging van de GR Avres.
18