Oberon-UitnodLEA2011.O
26-10-2010
13:49
Pagina 1
PO-Raad, VO-raad, MBO Raad, MO-groep en VNG nodigen u gezamenlijk uit voor:
Vierde landelijke conferentie Lokale Educatieve Agenda
20 januari 2011
uitnodiging
Oberon-UitnodLEA2011.O
26-10-2010
13:49
Pagina 2
Keuzes maken in roerige tijden Gemeenten en bestuurlijke partners komen op 20 januari 2011 samen op de vierde landelijke conferentie over de Lokale Educatieve Agenda (LEA). Het is dé dag van
gezamenlijke reflectie op uw lokaal onderwijs- en jeugdbeleid en van visiebepaling voor de toekomst, zodat u argumenten heeft om keuzes te maken. Het Rijk en veel gemeenten hebben het voornemen uitgesproken om het onderwijs zo veel mogelijk te ontzien bij de aankomende bezuinigingen. Het is dus nu hét moment om met elkaar vast te stellen waar uw onderwijs- en jeugdbeleid staat en waar u gezamenlijk naar toe wilt. Het Rijk wil de komende periode meer beleid decentraliseren naar lokaal niveau met hierbij een nadruk op gezamenlijke afspraken, prestaties en verantwoording in het onderwijs en in de voorschoolse periode. Als bestuurlijke partners van de LEA staat u daarom voor een uitdagende klus: u moet keuzes en afspraken maken in een veranderende context. Welke beleidsonderdelen wilt u behouden en welke nieuwe wegen kunt u inslaan? Wij bieden u een gevarieerd programma met bevlogen sprekers vanuit beleid, onderzoek en onderwijs- en voorschoolse praktijk om bestuurlijke partners te inspireren. U krijgt hier de informatie die u op lokaal niveau nodig heeft. Heel graag tot ziens op 20 januari!
Sandra Korthuis VNG
Kete Kervezee PO-Raad
Sjoerd Slagter VO-raad
Jan van Zijl MBO Raad
Aly van Beek
Ina Brouwer
MO Groep W&MD
MO Groep Kinderopvang
Oberon-UitnodLEA2011.O
26-10-2010
13:49
Pagina 3
Programma
NBC in Nieuwe gein
20 janu ari 2011
09.30
Ontvangst met koffie en thee
10.00
Welkom en introductie door dagvoorzitter
10.15
Inleidende toespraken door: • Minister van Bijsterveldt, OCW (onder voorbehoud) • Leonard Geluk, voorzitter College van Bestuur, ROC Midden Nederland
11.00
Eerste ronde deelsessies
12.30
Lunch en bezoek informatiemarkt
13.30
Belangenorganisaties (o.a. VNG en sectorraden) presenteren hun toekomstplannen
14.30
Tweede ronde deelsessies
16.00
Afsluiting en borrel
Voor wie? Deze conferentie is bedoeld voor beleidsambtenaren van gemeenten, wethouders, schoolbestuurders en directieleden PO en VO, bestuurders van MBO-instellingen, bestuurders van kinderopvang- en welzijnsinstellingen en andere partners die een rol vervullen binnen de Lokale Educatieve Agenda. Dit jaar richten we ons ook op de nieuwe wettelijke bestuurlijke partners: bestuurders van kinderopvanginstellingen en peuterspeelzalen.
Oberon-UitnodLEA2011.O
26-10-2010
13:49
Pagina 4
Deelsessies We bieden ruim 30 deelsessies aan in twee rondes. De sessies zijn per ronde ingedeeld in de volgende categorieën:
• Thema’s 0-12: sessies over thema’s m.b.t. voorschoolse educatie en PO • Thema’s 12+: sessies over thema’s m.b.t. VO/MBO • Thema’s 0-23: sessies over thema’s die voor alle onderwijsvormen relevant zijn • Verrijking: specifieke LEA-thema’s worden uitgediept U kunt per ronde 3 voorkeuren aangeven. Let op: met de komst van het nieuwe kabinet voorzien we dat er mogelijk binnenkort nieuwe thema’s naar voren komen die voor bestuurlijke partners relevant zijn. We zullen hier op het LEA-congres ook aandacht aan besteden in de deelsessies. We plannen dus mogelijk binnenkort nieuwe sessies in die nog niet vermeld staan in deze uitnodiging. Deze nieuwe sessies worden aangekondigd op de speciale website: www.leacongres.nl.
Deelsessies ronde 11.00 - 12.30 uur
1
THEMA’S 0-12 1 A. Nieuwe bestuurlijke partners: peuterspeelzaal- en kinderopvangorganisaties Per 1 januari 2007 zijn kinderopvangorganisaties en per 1 augustus 2010 zijn peuterspeelzaalorganisaties toegevoegd als bestuurlijke partner aan het jaarlijks verplicht overleg. Zij behoren dus ook aan het LEAoverleg deel te nemen. De praktijk leert dat dit nog lang niet overal het geval is. Toch heeft de wetgever niet voor niets deze twee partners toegevoegd en daarom besteden wij in deze sessie aandacht aan de positionering van deze partners op de LEA. De Wet OKE biedt inhoudelijk voldoende aanknopingspunten evenals de recent gestarte discussies over educatie aan 3-jarigen en over integrale kindcentra voor 0-12 jarigen. Belangrijke vragen waar we aandacht aan besteden tijdens deze sessie, zijn: • Hoe kunnen kinderopvang- en peuterspeelzaalorganisaties een betere positie krijgen aan het LEAoverleg? • Hoe dienen gemeenten en peuterspeelzaalorganisaties richting elkaar te opereren in het overleg: is gelijkwaardigheid een mogelijkheid? • Welke onderwerpen zijn voor de nabije toekomst relevant voor kinderopvang- en peuterspeelzaal-
organisaties voor het bestuurlijk overleg? • Hoe kan praktisch gezien het overleg vorm worden gegeven met inbreng van deze nieuwe partners? Kris Spionjak (gemeente Barendrecht), Monique van der Goot (Regiomanager Stichting Kinderopvang Barendrecht), Khalida van Dijk (gemeente PijnackerNootdorp), Jeanette Büthker (Stichting PePijN peuterspeelzalen) en Marco Zuidam (Oberon)
1 B. Educatie voor 3-jarigen: wat is de toekomst? In mei 2010 heeft de Onderwijsraad het advies ‘Naar een nieuwe kleuterperiode in de basisschool’ uitgebracht. Daarin pleit de raad voor een rijk pedagogisch aanbod voor alle driejarigen gedurende vijf ochtenden per week. Daarnaast zouden op de PABO twee aparte specialisaties moeten worden aangeboden, één gericht op jonge kinderen (3-8 jarigen) en één gericht op oudere kinderen (6-12 jarigen). Naast een toelichting van het advies bevat deze sessie ook een voorbeeld uit de praktijk. De Montessorischool in Delft biedt driejarigen al de mogelijkheid om onderwijs te volgen in de onderbouw. Daarnaast kent de school een aparte peutergroep voor tweejarigen in samenwerking met de kinderopvang. Ib Waterreus (Onderwijsraad) en Tamme Wiegersma (directeur Delftse Montessorischool) 1 C. Tijd voor nieuwe (school)tijden, een zaak van de gemeente? Steeds meer scholen gaan aan de slag met verandering van de traditionele schooldag. Samen met de kinderopvang, sport en welzijn zoekt men naar
Oberon-UitnodLEA2011.O
26-10-2010
13:49
Pagina 5
arrangementen die rust en regelmaat in de dagindeling voor kinderen bieden en beter aansluiten op het gezinspatroon met werkende ouders. Na de invoering van de motie Van Aartsen/Bos is de samenwerking tussen primair onderwijs en de kinderopvang sterk gegroeid en men wil verder. Her en der ontstaan contouren van integrale kindcentra voor 0-12 jarigen. Wat is het eigen belang van de gemeente bij deze ontwikkeling? Vanuit welke beleidskaders is de gemeente betrokken (brede schoolontwikkeling, accommodatiebeleid, jeugdbeleid, welzijn, vve, sport) Waar en hoe kan de gemeente stimuleren en ondersteunen? Wat is de relatie met de Lokale Educatieve Agenda? In deze sessie gaan we in op motieven vanuit verschillende belanghebbenden om aan nieuwe schoolen opvangconcepten te werken. Aan de hand van enkele praktijkvoorbeelden verkennen en bediscussiëren we de rol die de lokale overheid kan spelen. Anki Duin (projectleider Andere tijden in onderwijs en opvang)
1 D. VVE: een doorgaande lijn? Met de wet OKE zijn gemeenten verplicht om afspraken te maken over de doorgaande leerlijn in VVE en over de resultaten van vroegschoolse educatie. Is dit de oplossing voor de “knip”? Welke kansen biedt de wet OKE om VVE zowel voorschools als vroegschools op kwaliteit te houden? Wat kan de gemeente wel en niet vragen van scholen als het gaat om resultaten en wat verwachten scholen van de doorgaande leerlijn? In de gemeente De Ronde Venen staat de doorgaande leerlijn VVE al langer centraal in de LEA. Hier dragen zowel gemeente als scholen aan bij. We lichten toe welke afspraken er zijn, hoe deze tot stand zijn gekomen en hoe de gemeente de afspraken monitort. Kitty Limm en Peter Hoogenboom (gemeente De Ronde Venen) en Wendy de Geus (Oberon) 1 E. Ontmoetingsprojecten tussen kinderen verschillende afkomst: wat is de meerwaarde? Wanneer basisscholen een afspiegeling van de buurt vormen, dan is de woonsegregatie gespiegeld aan de schoolsegregatie. In ‘witte’ wijken staan ‘witte scholen’ en in ‘zwarte’ wijken staan ‘zwarte’ scholen. Omdat contact tussen kinderen met verschillende (sociaaleconomische, culturele, etnische) achtergronden belangrijk wordt gevonden, worden dan ontmoetingsprojecten opgezet. Daarmee is in enkele gemeenten ervaring opgedaan, bijvoorbeeld Rotterdam, Amsterdam, Utrecht en Den Haag. Belangrijke knelpunten zijn: hoe kun je de ontmoetingen duurzaam en betekenisvol maken en houden? En hoe kun je dergelijke projecten adequaat evalueren, zodat je aan de gemeenteraad kunt uitleggen dat het een zinvolle investering is?
In de workshop wordt aan de hand van goede voorbeelden ingegaan op ontmoetingsprojecten en op manieren waarop geprobeerd wordt de knelpunten te overwinnen. Ruth Frans ( Kenniscentrum Gemengde Scholen)
THEMA’S 12+ 1 F. Sociaal economische ontwikkelingen in lokaal/regionaal onderwijsbeleid Bij iedere economische tijding komt de vraag naar boven welke nieuwe arbeidskrachten er nodig zijn en waar toekomstige leerlingen de meeste kans hebben op een goede baan(garantie). De huidige economische recessie, maar ook de verwachte terugtrekking van de na-oorloge generatie op de arbeidsmarkt vraagt op korte termijn om een goede afstemming tussen onderwijs en arbeidsmarkt. Verder heeft iedere regio ook zijn eigen behoefte aan gespecialiseerde vakkrachten met een bepaalde opleiding. Denk aan de regio Eindhoven, Westland, Rijnmond, IJmuiden, Helmond etcetera. De betrokken partijen; onderwijsinstellingen, ondernemers en overheid (de “drie O’s”), moeten elkaar opzoeken en afspraken maken om de afstemming onderwijsarbeidsmarkt te optimaliseren voor de nieuwe tijden en de regionale behoefte. Worden er in regio’s knelpuntenanalyses gemaakt? Welke structuren zijn er voor het overleg en wie heeft daarbinnen welke verantwoordelijkheden? Welke afspraken kunnen er gemaakt worden? Past het thema in het lokaal/regionaal onderwijsbeleid en kan de LEA een mogelijkheid bieden om dit thema meer op de kaart te zetten? Deze vragen komen tijdens deze sessie aan bod. Dit is een interactieve sessie waarbij de inleiders kort hun verhaal presenteren, waarna er mogelijkheid is tot vragen stellen en uitgebreide onderlinge kennisuitwisseling. Pim Kalkman (Donkelaar en Schüller adviseurs bv) en een praktijkvoorbeeld 1 G. De gemeente als belanghebbende van scholen voor voortgezet onderwijs Vensters voor Verantwoording is een project om de verantwoording te bevorderen van scholen voor voortgezet onderwijs naar hun belanghebbenden in en om de school. Binnen het project maken scholen afspraken over hoe zij schoolprestaties via hun website presenteren en hoe die te vergelijken zijn met andere scholen. Op een landelijke site worden de schoolgegevens over kwaliteit en sfeer naast elkaar gezet. Deelnemende scholen krijgen de beschikking over een ManagementVenster, waarmee ze beter kunnen sturen op de kwaliteit van hun onderwijs. Tijdens deze sessie krijgen deelnemers meer informatie over het project en de mogelijkheden die Vensters biedt.
Oberon-UitnodLEA2011.O
26-10-2010
13:49
Pagina 6
Samen met deelnemers wordt verkend welke informatiebehoefte er leeft bij gemeenten. Welke informatie spreekt aan? Welke informatie ontbreekt vanuit het oogpunt van de gemeente als belanghebbende? Welke combinatie van informatie zou gemeenten verder kunnen helpen? Lid van het projectteam van Vensters voor Verantwoording, in samenwerking met Hans Dankaart, (secretaris van OSVO Amsterdam) en Henk Hofman (zelfstandig onderwijsadviseur en voormalig rector van een school behorend bij de Ceder Groep).
THEMA’S 0-23 1 H. Het succes van meisjes in het onderwijs – tijd voor een omgekeerd voorkeursbeleid? Meisjes zijn steeds succesvoller in het onderwijs: ze gaan vaker naar de havo en het vwo en doen het daar ook steeds beter. De groei van het aantal studenten komt ook voor een belangrijk deel voor rekening van meisjes. Naar de oorzaken hiervan wordt veelvuldig gezocht: hangt het samen met steeds meer vrouwelijke docenten in het onderwijs? Is het onderwijs teveel gericht op het maken van werkstukken en andere werkvormen die jongens minder aanspreken? En vooral: wat kunnen scholen er tegen doen? Dit schooljaar is op de Hogeschool Rotterdam een speciale klas voor ‘hijinstromers’ gestart. En in Culemborg kijkt men op de scholengemeenschap Lek & Linge hoe het onderwijs zo ingericht kan worden dat jongens er beter gedijen. In deze sessie bespreken we een aantal voorbeelden en kijken we naar de mogelijkheden die scholen en gemeenten hebben om het onderwijs meer ‘jongensproof’ te maken. Joost van Rijn (Algemeen directeur scholengemeenschap Lek & Linge) en Peter Gramberg (Oberon) 1 I. Lea en huisvesting Stichting Brede School Nederland en Oberon zijn uw gastheer bij een debat over huisvesting van scholen en voorschoolse voorzieningen. In een interactieve bijeenkomst wordt u gevraagd te reageren op prikkelende stellingen. We zoomen in op de relatie van de ‘harde’ sector (huisvesting) met de ‘zachte’ sector (welzijn en onderwijs). Welke ervaringen heeft u als betrokkene bij de Lokale Educatieve Agenda met huisvesting? Welke rol speelt het onderwijsachterstandenbeleid bij huisvesting in uw gemeente? Welke invloed heeft een schoolgebouw op leerprestaties? Onder de bezielende leiding van de gespreksleiders gaat u de discussie aan met uw medecongresbezoekers over deze en andere interessante thema’s. Gezamenlijk gaan we op zoek naar nieuwe inzichten en eyeopeners.
Gespreksleiders zijn Bert Fransen (Stichting Brede School Nederland) en Michiel van der Grinten (Oberon). Deelnemers aan het gesprek zijn o.a. Frans Rutjes (VNG) en Gert Jan van Midden (PO-Raad).
1 J. Kleine gemeenten en een Regionale Educatieve Agenda Sommige educatieve thema’s overstijgen de lokale situatie en vragen om een regionale aanpak. Zo kan vanuit een Lokale Educatieve Agenda een uitbreiding naar een Regionale Educatieve Agenda ontstaan. Dat ook kleinere gemeenten hierbij slagvaardig te werk kunnen gaan, blijkt uit het voorbeeld van het REA proces in de Duin- en Bollenstreek. Signalen vanuit de schoolbesturen die wijzen op de noodzaak tot regionalisering, zijn snel opgepikt en er bleek voldoende draagvlak op zowel bestuurlijk als ambtelijk niveau voor de ontwikkeling van een REA te bestaan. Samenwerkingsverbanden PO en VO en de gemeenten Hillegom, Katwijk, Lisse, Noordwijk, Noordwijkerhout en Teylingen hebben daarop hun krachten gebundeld en werken voortvarend, op basis van gelijkwaardigheid, samen aan de invulling en uitwerking van een Regionale Educatieve Agenda. Deze sessie biedt inspiratie vanuit de praktijk en laat zien hoe kleine gemeenten en samenwerkingsverbanden PO en VO daadkrachtig te werk kunnen gaan bij het realiseren van regionale samenwerking. Johan Bosma (Bosma Interim Training Advies) en een spreker uit de Duin- en Bollenstreek 1 K. Jeugdzorg en de scholen: de ideale zorgstructuur Ophouden met vergaderen. Weg met het jargon. Hoe houden we leerlingen op school? En hoe houden we de school veilig, prettig en pedagogisch verantwoord? Dat is de uitdaging. En wat voor soort jeugdzorg is daarbij nodig? De decentralisatie naar gemeenten biedt volop kansen. Op interactieve wijze pakken we die kansen en ontwerpen de ideale zorgstructuur. Doe mee! Annelies Schutte en Wim Hoddenbagh (VNG) 1 L. Doorgaande lijn binnen de Haagse Educatieve Agenda In februari 2010 is de Haagse Educatieve Agenda 20102014 (Haags talent erkend) ondertekend door gemeente, onderwijsveld en kinderopvangorganisaties. Het betreft een LEA van peuterspeelzaal tot en met universiteit. Ondanks deze zeer diverse leeftijdsgroepen is het toch gelukt om een aantal stadsbrede thema’s te benoemen, zoals taal en onderwijskwaliteit, waardoor er een doorgaande lijn door de verschillende leeftijdsgroepen is gewaarborgd. Welke thema’s dit zijn, welke afspraken hierover zijn gemaakt en hoe dit in zijn werk is gegaan, wordt in deze deelsessie toegelicht. Saskia Schenning (hoofd afdeling onderwijs, gemeente Den Haag)
Oberon-UitnodLEA2011.O
26-10-2010
13:49
Pagina 7
1 M. Onderwijstijdverlenging: meer leertijd voor taal en rekenen In het voorjaar van 2009 is de subsidieregeling onderwijstijdverlenging basisonderwijs van kracht geworden. Samenwerkingsverbanden van basisscholen, scholen voor voortgezet onderwijs en gemeenten konden subsidie aanvragen om vier jaar lang de effectieve leertijd voor taal en rekenen te verlengen. In de loop van het schooljaar 2009-2010 zijn 29 pilots in het hele land van start gegaan met een verlengde schooldag, een zomerschool of een combinatie daarvan. Tijdens deze verlengde leertijd wordt op een opbrengstgerichte manier gewerkt aan het verhogen van de taal- en rekenprestaties van leerlingen uit de bovenbouw van het PO en de onderbouw van het VO. Met deze sessie over onderwijstijdverlenging willen we u informeren over het project Onderwijstijdverlenging. Ook reiken we ideeën aan over hoe gemeenten en scholen, die zelf niet betrokken zijn bij dit landelijke project, te werk kunnen gaan als zij zelf de ambitie hebben om de leertijd voor taal en/of rekenen uit te breiden. Hoe kunnen gemeenten en scholen gezamenlijk optrekken om dit te realiseren? Betrokkenen van de verlengde schooldag-pilot in Amsterdam Nieuw West kunnen u op basis van hun eigen ervaringen op weg helpen. Kees Viergever (projectleider pilot onderwijstijdverlenging in Amsterdam Nieuw-West, Gemeente Amsterdam) en Ton Klein (projectleider ondersteuningstraject Onderwijstijdverlenging, Oberon)
VERRIJKING 1 N. LEA en nieuwe ontwikkelingen De ontwikkelingen in het lokaal onderwijs- en jeugdbeleid staan niet stil, ondanks de ‘beleidspauze’ ten tijde van het demissionaire kabinet. Tijdens deze deelsessie wordt een overzicht gegeven van de actualiteiten op de Lokale Educatieve Agenda. U wordt geïnformeerd over actuele landelijke ontwikkelingen en relevante wet- en regelgeving. We gaan in op de beleidsvoornemens die zijn af te leiden uit het regeerakkoord van het kabinet Rutte. Ook de gevolgen van de voorgenomen bezuinigingen op de diverse LEAthema’s komen aan de orde. Na deze deelsessie bent u op de hoogte van de actualiteiten van het landelijk onderwijs- en jeugdbeleid in relatie tot de Lokale Educatieve Agenda. Paul Kooiman (Sardes) 1 O. Wat is opbrengstgericht werken? Opbrengstgericht werken richt zich op het maximaliseren van de prestaties van leerlingen en van leerkrachten. Het betekent het stellen van hoge doelen en het hebben van hoge verwachtingen.
Opbrengstgericht werken betekent vooral een cultuuromslag in alle geledingen binnen de school en schoolbestuur. Wat zijn de doelen en op welke wijze gaan we deze doelen behalen? Hoe zorgen we ervoor dat deze doelen ook het handelen in de klas en op school sturen? Wat betekent dit voor leerkrachten en wat betekent dit voor de directeur als onderwijskundig leider? Welke rol kunnen de datamuur en het groepsplan hierbij spelen? Ad Kappen (orthopedagoog en coördinator van het swv Steunpunt Onderwijszorg Enschede).
1 P. LEA en Monitoring en Evaluatie Ligt uw gemeente op koers met het lokale beleid? Wat zijn de effecten van de Lokale Educatieve Agenda? Hoe legt u verantwoording af naar uw lokale partners en het Rijk? In deze deelsessie wordt u in vogelvlucht meegenomen langs alle facetten van monitoring en evaluatie: het belang, het doel, de opzet en de instrumenten, organisatie, rapportages en privacyaspecten. Monitoring en evaluatie worden bekeken vanuit de optiek van een schoolbestuurder en vanuit de gemeente, geïllustreerd met voorbeelden uit de praktijk. Aan het eind van de sessie heeft u inspiratie opgedaan voor de contouren van uw eigen lokale M&E-plan. De sessie wordt geleid door onderzoekers/adviseurs met ruime ervaring met LEA-monitoring en evaluatie. Anne Luc van der Vegt en Madeleine Hulsen (Oberon) 1 Q. Verrijking op de LEA Sommige gemeenten hebben te maken met een specifieke problematiek of kennen een eigenbenoemd profiel. Zo heeft Enschede gekozen voor taal als bindend thema op de LEA en Schiedam heeft gekozen voor zorg. Er zijn ook tal van andere verrijkingsmogelijkheden voor de LEA. Te denken valt aan: natuur, milieu en duurzaamheid, sport, cultuureducatie en leesbevordering. Tijdens zeer verfrissende presentaties via de Pecha Kucha methodiek zullen landelijke vertegenwoordigers van deze thema’s aan u uitleggen welk belang hun thema heeft op de LEA, zodat u uw LEA kunt verrijken. Met in ieder geval medewerking van: • Agentschap NL over Natuur, Milieu en Duurzaamheid • Stichting Lezen over leesbevordering • Vereniging Sport en Gemeenten over sport • Lodewijk Ouwens over Cultuureducatie • NJi over programma Positief Jeugdbeleid • Dolf van Veen over Samenwerken voor de Jeugd • Edventure over rol schoolbegeleidingsdiensten
Oberon-UitnodLEA2011.O
26-10-2010
13:49
Pagina 8
Deelsessies ronde 14.30 - 16.00 uur
2
THEMA’S 0-12 2 A. Talentenkracht Jonge kinderen zijn nieuwsgierig en onderzoekend. Ze stellen vragen, proberen dingen uit en bedenken verklaringen voor wat ze zien en beleven. Ze blijken een kei in logisch denken, het herkennen van patronen en de constructie van bouwwerken. Ze zijn creatief in het bedenken van verklaringen voor allerlei verschijnselen. Maar wat gebeurt er eigenlijk als kinderen problemen oplossen? Hoe komen zij tot hun verklaringen? En hoe kunnen we deze talenten in beeld brengen, behouden en tot bloei laten komen? Het is de vraag of wij, volwassenen, ons wel genoeg bewust zijn van wat kinderen eigenlijk allemaal doen en zeggen. Het onderzoeksprogramma TalentenKracht richt zich op de sprankelcoëfficiënt van ieder kind. Jan de Lange, initiatiefnemer van TalentenKracht, laat u tijdens deze sessie kennismaken met dit bijzondere project. Jan de Lange (Scientific Director TalentenKracht en verbonden aan Universiteit Utrecht) 2 B. Naar Vensters voor Verantwoording voor het primair onderwijs De PO-Raad heeft het initiatief genomen om in samenspraak met de leden te komen tot een voorziening waar informatie over scholen en schoolbesturen in vergelijkend perspectief toegankelijk wordt ontsloten. Dit met het oogmerk om opbrengst gericht werken in alle lagen van de organisatie te bevorderen en informatie te verstrekken aan en verantwoording af te leggen naar ouders, belanghebbenden en de maatschappij in den brede. Tijdens deze sessie zal nader worden ingegaan op de wijze waarop het project wordt vormgegeven, wat de doelen zijn voor de korte, middellange en lange termijn. De PO-Raad zoekt daarbij aansluiting bij verworvenheden van het project Vensters voor Verantwoording van de VO-raad. Tijdens de sessie is er gelegenheid voor discussie over de ins- en outs van het project. Maurits Huigsloot (PO-Raad) 2 C. Samenwerking peuterspeelzalen en kinderdagverblijven De wet OKE heeft het kwaliteitsniveau van peuterspeelzalen en kinderdagverblijven meer gelijk getrokken. De wet biedt gemeenten de ruimte om zelf te
bepalen in welke mate op lokaal niveau er samengewerkt wordt tussen kinderdagverblijven en peuterspeelzalen om te voldoen aan de eisen van de wet. Veel gemeenten zijn bezig met vergevorderde samenwerking tussen deze twee voorzieningen om uitlopende redenen. De VNG handreiking ‘Harmonisatie Voorschoolse voorzieningen’ van mei 2010 met hierin drie modellen wordt hierbij veel gebruikt. Het tot stand brengen van de samenwerking gaat met de nodige moeilijkheden gepaard, maar het geeft ook vaak nieuw elan in de discussie over de educatie van jonge kinderen. In deze sessie laten twee gemeenten zien waarom zij gekozen hebben voor samenwerking en hoe dit heeft uitgepakt. De sessie wordt geleid door Ed Buitenhek, die bij diverse gemeenten ondersteuning biedt in het proces rond de samenwerking, met name over de financiële consequenties en mogelijkheden hiervan. Ed Buitenhek (directeur bureau Buitenhek) met ambtenaren en vertegenwoordigers voorschoolse voorzieningen uit Oss en Zoetermeer
2 D. Brede scholen: kan het voor een onsje minder? De gemeentelijke bezuinigingen treffen ook de brede scholen, zo blijkt uit signalen van professionals, werkzaam binnen brede scholen verspreid over het land. Brede schoolbudgetten, bijvoorbeeld voor een activiteitenaanbod, of coördinatie, worden gekort en op andere gemeentelijke ‘educatieve budgetten’, voorheen ingezet binnen de brede school, wordt bezuinigd. Welke argumenten, onderzoeken, overwegingen en zwaarwegende feiten liggen ten grondslag aan deze bezuinigingen? Welke consequenties heeft dat voor de praktijk, het aanbod in de wijk? Wat zijn gevolgen op lange termijn? Zijn er alternatieven, een slimmere manier van koppeling van budgetten bijvoorbeeld? Zijn er al oplossingen gevonden? Door middel van discussie en uitwisseling staan we bij deze zaken stil. Het Landelijk Steunpunt Brede Scholen zal deze workshop verzorgen, m.m.v. wethouders en beleidsambtenaren
THEMA’S 12+ 2 E. Regionale samenwerking rondom jongeren Gemeenten en scholen voor VMBO en MBO moeten er samen voor zorgen dat leerlingen een startkwalificatie behalen. Vooral voor de groep van 15 jaar en ouder kan dat een lastige opgave zijn. Er zijn veel partijen bij betrokken, vaak over gemeentegrenzen heen. Hoe kunnen scholen en gemeenten hun samenwerking lokaal en regionaal vormgeven? Hoe richt je dat overleg efficiënt in? Welke rol heb je als individuele gemeente? Hoe organiseer je het overleg tussen een ROC en alle toeleverende gemeenten in de regio? Wat zijn valkuilen en de oplossingen daarvoor?
Oberon-UitnodLEA2011.O
26-10-2010
13:49
Pagina 9
Op deze en andere vragen geven Ton Eimers en Michiel van der Grinten antwoord aan de hand van voorbeelden en praktijkervaringen. Ton Eimers (directeur en senioronderzoeker bij Kenniscentrum Beroepsonderwijs Arbeidsmarkt (KBA)) en Michiel van der Grinten (Oberon)
2 F. Voortijdig schoolverlaten: tijd voor een nieuwe benadering? De aanval op de schooluitval gaat onverminderd door, ook onder het nieuwe Kabinet Rutte. Wat werkt wel, wat kan beter? Teveel benadrukken wat niet kan, leidt niet tot resultaat. Kunnen we met regels en doelstellingen het aantal schoolverlaters verlagen? Waar staat Leerplicht voor? Wordt voortijdig schoolverlaten niets deels veroorzaakt door het huidig onderwijssysteem? Kijken we niet te veel bij onderwijs en leerplicht naar de regels en te weinig naar wat een jongere aan het onderwijs bindt? Is een lokale aanpak niet te kleinschalig en moeten we niet toe naar een regionale aanpak om echt een succes te maken van de aanpak om minder thuiszitters en voortijdig schoolverlaters te realiseren? Genoeg stof voor uitwisseling tussen gemeenten en schoolbesturen! Carry Roozemond (voorzitter Ingrado)
THEMA’S 0-23 2 G. Wat hebben COOL en PRE-COOL te bieden aan bestuurlijke partners In 2007 is de eerste meting uitgevoerd van COOL 5-18, een grootschalig longitudinaal cohortonderzoek naar de ontwikkeling van kinderen in het onderwijs in Nederland. COOL 5-18 is de opvolger van eerdere cohortonderzoeken (PRIMA voor het basisonderwijs en VOCL voor het voortgezet onderwijs) en volgt kinderen van hun vijfde tot hun achttiende jaar, vanaf groep 2 in het basisonderwijs tot en met de eerste jaren van het MBO. In het onderzoek worden gegevens verzameld over de schoolloopbanen, de cognitieve ontwikkeling, de sociaal-emotionele ontwikkeling en de ontwikkeling van burgerschapscompetenties. Met die gegevens kunnen heel veel verschillende onderzoeksvragen worden beantwoord. Bijvoorbeeld: maakt het voor de prestaties van kinderen iets uit of ze op een witte of zwarte school zitten? Hoe gaat het in het onderwijs met de allochtone leerlingen die niet (meer) tot de doelgroep van het onderwijsachterstandenbeleid horen? Zijn er verschillen in burgerschapscompetenties tussen kinderen met verschillende sociaal-etnische achtergrond? Op welk type scholen boeken kinderen de meeste leerwinst? Veel van die vragen zijn ook relevant voor gemeentelijk beleid. Op de LEA-conferentie zullen we laten zien hoe COOL 5-18 is opgebouwd en wat er met de gegevens gedaan kan worden. Daarbij besteden we speciale
aandacht aan een extra COOL-project dat in 2009 gestart is over de ontwikkeling van jonge kinderen (leeftijd 2-5). In dit project proberen we onder meer vast te stellen wat de effecten zijn van deelname aan voorschoolse educatie en kinderopvang op de ontwikkeling van kinderen. Guuske Ledoux (SCO Kohnstamm)
2 H. LEA in kleine gemeenten: waar een kleine gemeente groot in kan zijn. Het voeren van lokaal onderwijsbeleid is in kleine gemeenten lastiger dan in grote gemeenten. Kleine gemeenten hebben minder rek in het budget om geld uit te trekken voor onderwijs. De toekomstige bezuinigingen maken dat nog moeilijker. Ook hebben kleine gemeenten bijvoorbeeld vaak te geringe aantallen peuters per woonkern om een effectief VVE-beleid te voeren. In enkele regio’s is bovendien sprake van krimp die extra kosten met zich meebrengt. Toch zijn er kleine gemeenten die een actief LEA-beleid voeren, ondanks de knelpunten die er zijn. In deze sessie worden de mogelijkheden voor een LEA in een kleine gemeente besproken en wordt een tweetal casussen van succesvolle kleine gemeenten gepresenteerd. Lieke Hornstra (beleidsmedewerker onderwijs, gemeente Terschelling), Willy Cupido (bovenschools directeur openbaar primair onderwijs, Terschelling), Kitty Schijven (beleidsmedewerker onderwijs, gemeente Oirschot) en Pieter Appelhof (Oberon) 2 I. Professionalisering van leerkrachten en de omgeving In de komende jaren zal kwaliteitsverbetering en professionalisering van de voorschool en het onderwijs hoogste prioriteit hebben. Bij professionalisering gaat het om de leerkrachten en bijvoorbeeld leidsters in voorschoolse instellingen, maar ook om de omgeving waarin de leerkracht werkt. Tot deze omgeving behoren management en schoolbestuur, de gemeente en de ondersteuners. Professionalisering houdt meer in dan het alsmaar vergroten van het aantal trainingen en cursussen en het sleutelen aan de opleidingen. Er worden nieuwe wegen gezocht om de professionalisering op een hoger niveau te brengen. In deze sessie gaan de deelnemers op zoek naar effectieve en waar mogelijk innovatieve manieren om tot hogere professionaliteit te komen vanuit een gezamenlijke inspanning van de partners op de LEA. Centrale vragen zijn: • Op welke wijze kan een professionele attitude in het onderwijs worden gestimuleerd en hoe kan worden gezorgd dat er ook een stimulerende omgeving is voor leerkrachten? • Is professionalisering in het onderwijsveld een thema waarover gemeenten en schoolbesturen gezamenlijk
Oberon-UitnodLEA2011.O
26-10-2010
13:49
Pagina 10
op bestuurlijk niveau afspraken zouden kunnen of moeten maken? Jo Kloprogge (adviseur Kloprogge BV)
kansrijke voorbeelden en knelpunten benoemen waarmee scholen en gemeenten worstelen. Walter de Wit en Eelco van Aarsen (Oberon)
2 J. Zorg voor kinderen 0 tot 23 jaar Simpel vorm te geven, simpel in te vullen, simpel bij te stellen; het horen de trefwoorden te zijn voor de Lokale Educatieve Agenda als het gaat om de zorg aan kinderen. En vanzelfsprekend in het gebruik voor peuterspeelzalen, voor- en vroegschoolse educatie, kinderopvang, Centra voor Jeugd en Gezin, Zorg- en adviesteams, schoolbesturen en samenwerkingsverbanden samen met de gemeenten. De afdeling Onderwijs en Jeugdzorg van het Nederlands Jeugdinstituut presenteert in deze deelsessie in zes stappen de mogelijkheden om zorg in doelgroepen en voorzieningen zichtbaar en bespreekbaar te maken en ze te verbinden tot doorgaande zorglijnen onder een heldere regie. In informerende en interactieve werkvormen, voor deze gelegenheid omgedoopt tot de ‘Rompertjes’ oefeningen. Net als het universele kledingstuk voor de allerjongsten: simpel aan te trekken, simpel te sluiten, zo gewassen en zo weer bruikbaar. Gerard Bouma, Sander van der Heijden, Paul Nota (NJi)
2 M. Vliegende Brigade: aanpak zeer zwakke scholen Vorig jaar stond de aanpak van zeer zwakke scholen al als thema geprogrammeerd op de LEA-conferentie. Inmiddels is de aanpak uitgebreid onder de naam: Vliegende Brigade Zeer Zwakke Scholen. Deze Vliegende Brigade is in het leven geroepen door het ministerie van OCW en heeft als opdracht gekregen om zoveel mogelijk scholen binnen een jaar van het predicaat ‘zeer zwak ‘af te helpen. Er zijn inmiddels ervaringen opgedaan op de eerste scholen. Tijdens deze bijeenkomst gaan we in op de aanpak van de Vliegende Brigade binnen de school aan de hand van praktijkverhalen. Ook komt de vraag aan de orde hoe kan worden voorkomen dat een school het predicaat ‘zeer zwak’ krijgt en welke rollen daarbij zijn weggelegd voor de partners binnen het lokale onderwijs- en jeugdbeleid (in de eerste plaats de schoolbesturen). Carla Versteeg (projectleider Vliegende Brigade, CED Groep) en Carla van Doornen (‘Vliegende Brigadier’, CED-Groep)
2 K. Passend Onderwijs; de Almeerse Ontwikkeling Aan de hand van de ervaringen in Almere worden de posities van onderwijs, welzijn, jeugdzorg en gemeentes verkend. Hoe zijn we, gezamenlijk, in staat kinderen en jongeren in de leeftijd van 0-23 een passend aanbod te geven. Een aanbod dat aansluit bij de individuele behoefte van het kind, dat thuis of nabij is georganiseerd en dat de verschillende disciplines en deskundigen positioneert en inzet op hun kracht. Passend Onderwijs is meer dan onderwijs alleen! Ruud Pet (directeur Stichting Leerlingzorg Almere) 2 L. De overgang van primair naar voortgezet onderwijs op de LEA De roep om doorlopende leerlijnen tussen primair en voortgezet onderwijs wordt steeds sterker. De overstap van het primair naar voortgezet onderwijs zal voor leerlingen altijd een belangrijke ceremoniële waarde houden, maar voor de effectiviteit van het leerproces is het goed als de overstap van PO naar VO 'op de achtergrond' zo soepel mogelijk verloopt. Op lokaal of regionaal niveau is het goed als scholen onderling afspraken maken over aanmeldprocedures en toelatingscriteria, maar ook over de gegevensoverdracht tussen scholen om daadwerkelijk doorgaande leer- en zorglijnen te realiseren. Wachtlijsten, 'adviesinflatie', 'cherry picking' en trek naar buiten kunnen hiermee worden voorkomen. De gemeente kan daarbij fungeren als aanjager en procesbegeleider. In deze sessie willen we landelijk onderzoek bespreken,
2 N. Wat gemeenten kunnen doen om scholen meer gemengd te maken Onderwijssegregatie is een hardnekkig probleem. De laatste jaren is ervaring opgedaan in (pilot)gemeenten om met gezamenlijk beleid scholen meer gemengd te maken. Perspectiefrijk zijn vooral: aannamebeleid, structurele onderwijsvoorlichting (inclusief scholentochten) en het ondersteunen van ouderinitiatieven. Gemeenten kunnen dat niet alleen, daarvoor is samenwerking met schoolbesturen noodzakelijk waarvoor de LEA een handzaam kader biedt. Daarnaast is betrokkenheid van individuele scholen en ouders gewenst. In de workshop wordt ingegaan op de ervaringen met de perspectiefrijke maatregelen en worden goede voorbeelden besproken. Er is veel ruimte voor vragen en discussie – bijvoorbeeld over de vraag of het wel een rol van de gemeente is om te zorgen dat zoveel mogelijk ouders hun eerste keus voor een school kunnen realiseren. Guido Walraven en Mickelle Haest (Kenniscentrum Gemengde Scholen)
VERRIJKING 2 O. Het nieuwe lokale onderwijsbeleid 2011-2014 Het jaar 2010 brengt veel nieuws voor het gemeentelijk onderwijsbeleid. Na de verkiezingen zijn nieuwe collegeprogramma’s voor de periode 2010-2014 vastgesteld. Een nieuw kabinet formuleert nieuwe doelstellingen voor het landelijk onderwijsbeleid. De
Oberon-UitnodLEA2011.O
26-10-2010
13:49
Pagina 11
maatschappelijke behoefte aan kwalitatief sterk onderwijs en een hoge onderwijsparticipatie laat zich steeds nadrukkelijker voelen. De politieke ambities om daaraan tegemoet te komen blijken hoog. Maar tegelijk worden ingrijpende bezuinigingen op de rijksbegroting van kracht, die sterk zullen doorwerken op de gemeentelijke begrotingen. Hierdoor zal veel beleid en de financiering daarvan zijn vanzelfsprekendheid verliezen en ‘vloeibaar’ worden. Snel daarna zullen nieuwe beleidslijnen en begrotingen voor jaren worden vastgelegd (stollen). Daarbij worden cruciale beslissingen genomen voor de kwaliteit en kwantiteit van onderwijs- en jeugdvoorzieningen en daarmee voor de LEA en de daarin samenwerkende partijen. Met uw bestuurlijke partners zult u invulling geven aan het nieuwe lokale onderwijsbeleid. In deze interactieve sessie gaan we in op hoe u dit gezamenlijk het beste kunt doen. Rein Zunderdorp & Jur de Haan (Zunderdorp beleidsadvies & management), Siewert Pilon (hoofd afdeling onderwijs VNG)
2 P. Strategisch onderhandelen Deze sessie gaat over onderhandelen in de nieuwe, gelijkwaardige verhoudingen en de positie van iedere LEA-partner in het krachtenveld. Een veel gehoord idee is dat het bij LEA-onderhandelingen draait om inhoud al dan niet in samenhang met financiën. Dit is slechts uiterlijke schijn van wat zich in en tussen deelnemers aan de onderhandelingstafel plaatsvindt. Tijdens deze sessie krijgt u tips over hoe u samen tot een beter resultaat kunt komen aan de onderhandelingstafel en wordt vanuit een aantal wellicht herkenbare cases een oplossing aangereikt. Tijdens deze sessie zal ook ingegaan worden op de doorzettingsmacht die gemeenten na 1 augustus 2010 hebben gekregen. Huib Zeevenhooven (directeur Zeevenhooven advies) 2 Q. Schoolbestuur, gemeentebestuur en ongelijke kansen: marges voor lokaal beleid In (Zuid-)Limburg hebben de diverse besturen convenanten gesloten die aansporen tot groter opbrengstbewustzijn bij allen. Besturen en gemeenten dragen gezamenlijk bij aan regiodekkend onderzoek (van voorschoolse educatie tot en met het VO), om inzicht te verwerven in de omvang en samenstelling van onderwijsachterstanden. Dat zou een katalysator kunnen zijn bij de ontwikkeling van beleid gericht op meer onderwijskansen voor allen. De gemeenschappelijke belangen blijken groter dan veelal wordt gedacht. De bereidheid tot medewerking vanuit het veld en vanuit de ouders is opmerkelijk groot, bij kleuters natuurlijk meer dan bij pubers. Werkt het ook zo in de praktijk of blijft (weer) alles bij het oude? Paul Jungbluth (Hoofdonderzoeker Universiteit Maastricht, Centrum voor Onderwijskansen "Kaans")
2 R. Sociale participatie van kinderen: hoe kunnen scholen en gemeenten dit stimuleren? Veel scholen zien sociale participatie als een belangrijk onderdeel van het onderwijsprogramma. Het helpt kinderen en jongeren om goed te kunnen meedoen in de maatschappij. Sinds een aantal jaren zijn scholen ook bij wet verplicht om een bijdrage te leveren aan burgerschapsvorming, het is één van de kerndoelen. Hierbij past ook een discussie over de sociale competenties die nodig zijn om mee te kunnen doen in onze samenleving. Kunnen we deze maatschappelijke opdracht wel helemaal bij de scholen leggen? Is hier ook geen taak voor de gemeenten weggelegd? Een aantal gemeenten vindt van wel en heeft dit dan ook als thema opgenomen in de Lokale Educatieve Agenda. Bijvoorbeeld door: samenwerking tussen onderwijs en andere maatschappelijke partners, veiligheid in en om scholen, maatschappelijke stage, jeugdparticipatie of sociale vaardigheidstraining. In deze sessie staat het uitwisselen van meningen, ervaringen en goede voorbeelden centraal. Wat verstaan we onder sociale participatie en wat is de link met bestaande beleidsterreinen? Wanneer en hoe past sociale participatie op de Lokale Educatieve Agenda? Hoe kunnen gemeenten, schoolbesturen en andere partners elkaar versterken bij de aanpak van dit thema? Miriam Walraven (Oberon) 2 S. Verrijking op de LEA Sommige gemeenten hebben te maken met een specifieke problematiek of kennen een eigenbenoemd profiel. Zo heeft Enschede gekozen voor taal als bindend thema op de LEA en Schiedam heeft gekozen voor zorg. Er zijn ook tal van andere verrijkingsmogelijkheden voor de LEA. Te denken valt aan: natuur, milieu en duurzaamheid, sport, cultuureducatie en leesbevordering. Tijdens zeer verfrissende presentaties via de Pecha Kucha methodiek zullen landelijke vertegenwoordigers van deze thema’s aan u uitleggen welk belang hun thema heeft op de LEA, zodat u uw LEA kunt verrijken. Met in ieder geval medewerking van: • Agentschap NL over Natuur, Milieu en Duurzaamheid • Stichting Lezen over leesbevordering • Vereniging Sport en Gemeenten over sport • Lodewijk Ouwens over Cultuureducatie • NJi over programma Positief Jeugdbeleid • Dolf van Veen over Samenwerken voor de Jeugd • Edventure over rol schoolbegeleidingsdiensten
Oberon-UitnodLEA2011.O
26-10-2010
13:49
Pagina 12
Datum en Locatie
De vierde landelijke conferentie Lokale Educatieve Agenda vindt plaats op donderdag 20 januari 2011 in NBC, Blokhoeve 1 in Nieuwegein.
Voor wie
Deze conferentie is bedoeld voor beleidsambtenaren van gemeenten, wethouders, schoolbestuurders en directieleden PO en VO, bestuurders van MBO-instellingen, bestuurders van kinderopvang- en welzijnsinstellingen en andere partners die een rol vervullen binnen de Lokale Educatieve Agenda. Dit jaar richten we ons ook op de nieuwe wettelijke bestuurlijke partners: bestuurders van kinderopvanginstellingen en peuterspeelzalen.
Kosten
De deelnemersbijdrage bedraagt € 195,00 (exclusief 19% BTW).
Inschrijving
U kunt zich inschrijven via de website www.delokaleeducatieveagenda.nl onder de knop ‘Ondersteuning’ en via www.poraad.nl, www.vo-raad.nl en www.mogroep.nl.
Voor meer informatie tel. 070-373 84 69 email
[email protected] website www.leacongres.nl Deze conferentie maakt deel uit van het landelijke LEA-ondersteuningstraject en is financieel mogelijk gemaakt door het Ministerie van OCW. De organisatie van het congres is in handen van Oberon in samenwerking met VNG, PO-Raad, VO-raad, MBO Raad en MOgroep W&MD en MOgroep Kinderopvang.
Hie - pa Bee - pa -pa CN pag toev