Samenwerken aan kansen voor kinderen
Lokale Educatieve Agenda
Gemeente Ten Boer 2012 – 2016
Inleiding De Lokale Educatieve Agenda (LEA) is geïntroduceerd als een instrument om het lokaal onderwijsbeleid vorm en inhoud te geven na de wetswijzigingen in het onderwijsachterstandenbeleid in 2006. De Rijksoverheid heeft in 2006 enkele thema’s benoemd waarover verplicht overleg moet worden gevoerd. Het gaat hierbij vooral om het voorkomen van segregatie en het bevorderen van integratie, doorlopende leerlijnen en spreiding van achterstandsleerlingen. Om dit verplicht overleg een kader te geven is in 2006 het instrument LEA geïntroduceerd, waarin staat weergegeven voor welke thema’s gemeenten, schoolbesturen of beide verantwoordelijk zijn. De bedoeling van de LEA is dat de gemeente samen met de betrokken partners een lijst van onderwerpen bespreekt die op de agenda gezet worden, waarbij ook afspraken worden gemaakt over de uitvoering en verantwoording van deze thema’s. De agenda is gebaseerd op het principe van gelijkwaardigheid en wederkerigheid tussen de gemeente en de LEA-partners. Terugblik LEA 2007-2011 In de gemeente Ten Boer is in 2007 begonnen met de LEA. De gemeente, schoolbesturen van het basisonderwijs, peuterspeelzaalwerk en kinderopvang hebben in een prettig proces de gezamenlijke ambities verkend. De LEA, die in februari 2008 door het college is vastgesteld, beschrijft op hoofdlijnen de ambities voor jeugd en onderwijs voor de periode 2007 - 2011. De LEA is gericht op de jeugd van 0-12 jaar, omdat de voorzieningen in Ten Boer zich daarop richten (in de gemeente is geen voortgezet onderwijs aanwezig). Optimale ontwikkelingskansen voor de opgroeiende kinderen van 0 tot 12 in Ten Boer. Dat is het hoofddoel van de LEA. Voor het bereiken van het hoofddoel is een goede infrastructuur nodig. De onderdelen waar we de afgelopen jaren onze aandacht op hebben gericht zijn de voor- en vroegschoolse educatie, doorgaande lijn, de zorgstructuur en dagarrangementen. In 2008 is begonnen met de uitwerking van verschillende maatregelen. Hieronder volgt een overzicht. Voor- en vroegschoolse educatie De maatregelen bij dit thema: - opstellen beleid over assistentie leidsters in peuterspeelzaalwerk De Stichting Peuterspeelzalen Gemeente Ten Boer (SPGT) kent naast de betaalde leidsters vrijwilligers die op de groep aanvullende, ondersteunende werkzaamheden verrichten. In 2008 heeft SPGT het interne vrijwilligersbeleid vormgegeven. Met het opstellen van dit vrijwilligersbeleid heeft de stichting de rechten en plichten van de vrijwilligers veilig gesteld en is helderheid ontstaan over de inzet van vrijwilligers. In het beleid is o.a. bepaald dat met de vrijwilligers een vrijwilligersovereenkomst wordt afgesloten en dat er recht is op een vrijwilligersvergoeding. - opzet en aanpak plusgroep peuterspeelzaal toesnijden op kinderen met ontwikkelingsachterstand In mei 2008 is in samenwerking met het CMO en SPGT het idee ontstaan kinderen met een ontwikkelingsachterstand verspreid over de bestaande groepen een extra dagdeel te bieden. Dit alles heeft uiteindelijk geleid tot het project gratis dagdeel bezoek peuterspeelzalen, dat in maart 2009 is gestart. In dit project hebben peuters uit de gemeente Ten Boer, wanneer ze als doelgroepkind worden gedefinieerd, de mogelijkheid gratis een (extra) dagdeel de peuterspeelzaal te bezoeken. De 2
peuters krijgen tijdens zo’n extra dagdeel gericht aanbod op taalgebied, wat een bijdrage levert in het vroegtijdig bestrijden van een eventuele taal/spraakachterstand. Alle leidsters van de SPGT zijn geschoold in het VVE-programma ‘ik ben Bas’, wat een voorwaarde is voor een gericht aanbod op taalgebied en gericht werken met educatieve programma’s. De peuters worden verspreid over de bestaande vijf groepen op de locatie in Ten Boer (’t Krummelhoes). De totale capaciteit is 10 kinderen. De definitiebepaling en toeleiding is in handen van de JGZ. Hierbij wordt aangesloten bij de risicoregistratie van de JGZ. Bij elk contact (bezoek consultatiebureau, huisbezoek, inloopspreekuur, telefonisch) met een kind wordt nagegaan of sprake is van één of meerdere risicofactoren. Deze risicoregistratie valt onder de regulier werkzaamheden van de JGZ. Om ouders te motiveren hun kind deel te laten nemen aan een voorschoolse voorziening (waaronder in dit geval peuterspeelzaalwerk) zijn buiten het reguliere aanbod (RSU) extra activiteiten nodig. De JGZ-verpleegkundige zal in de gevallen, waarin tijdens de reguliere contacten blijkt dat sprake is van een doelgroepkind, een extra toeleidingshuisbezoek plannen. Het project gratis dagdeel bezoek peuterspeelzalen liep eerst tot juli 2010. Op basis van de positieve ervaringen is besloten het daarna voort te zetten (tot 1 januari 2012). - maken afspraken over borging en verdere verdieping Ik ben Bas in peuterspeelzaalwerk en basisonderwijs Om de kwaliteitsverbetering van VVE vast te houden, was het de bedoeling gebruik te maken van het gratis scholingtraject van het ministerie van OCW; Vversterk. Dit zou dan alleen gelden voor de leerkrachten van het basisonderwijs, de leidsters van het peuterspeelzaalwerk hadden hier al aan deelgenomen. In 2008 kwam het bericht van het Cedin (de organisatie die de scholing verzorgt) dat alle Vversterk-plaatsen vergeven waren. Er is hard gewerkt om meer Vversterk-plaatsen door het Ministerie van OCW gefinancierd te krijgen. Helaas zonder resultaat. Dankzij het thema professionalisering peuterspeelzaalwerk (thema gebiedsprogramma Noord Groningen 2005 - 2008) is het peuterspeelzaalwerk in de gemeente Ten Boer verder versterkt. Dit heeft tot gevolg gehad dat de kwaliteit van VVE is vastgehouden. Peuterspeelzaalleidsters zijn (verder) geschoold in VVE en men heeft gebruik kunnen maken van deskundigheidsbevordering en consultatieve begeleiding. Naast het thema VVE is het gebiedsprogramma van invloed geweest op de zorgstructuur, omdat in het kader daarvan een medewerker van SPGT de opleiding Intern Begeleider heeft kunnen volgen. Doorgaande lijn We willen dat voor alle kinderen een doorgaande zorglijn tussen de voor- en vroegschoolse periode is gerealiseerd. In de meest wenselijke situatie is er periodiek een warme overdracht van alle leerlingen van voorschoolse voorzieningen (peuterspeelzaalwerk en kinderopvang) naar de basisschool. In de praktijk blijkt een periodieke warme overdracht van alle leerlingen niet haalbaar. Dit kost teveel tijd en wordt dan ook alleen bij zorgleerlingen gedaan. Wel worden de ontwikkelingsgegevens van alle kinderen op schrift aan de basisscholen overgedragen (vanuit SPGT en Kids2b, na goedkeuring van de ouders) als het kind van de voorschoolse voorziening naar de basisschool gaat. Hierdoor zijn de scholen al op de hoogte van de startsituatie van het kind en kan gewerkt worden aan een zo soepel mogelijk verloop van de ene ontwikkelingsfase naar de andere.
3
Zorgstructuur In de LEA hebben we vastgesteld met het buurtnetwerk 0-12 jarigen de externe zorgstructuur in principe goed te hebben vormgegeven. De praktijk vraagt echter om een optimalisering. Verder is er behoefte aan een eenduidige zorgroute en helderheid over de eindverantwoordelijkheid voor de coördinatie van de zorg wanneer meerdere instellingen betrokken zijn bij een kind. Sinds 2008 is het domein zorg (provinciaal en landelijk) behoorlijk in ontwikkeling. Onderstaande ontwikkelingen hebben bijgedragen aan de optimalisering van de zorgstructuur in de gemeente Ten Boer. - In het kader van de aansluiting met het voorliggend veld heeft Bureau Jeugdzorg vijf consulenten vrijgemaakt om deel te nemen aan de zorgnetwerken in de provincie Groningen. Sinds april 2008 is een consulent van BJZ verbonden aan het buurtnetwerk in Ten Boer. De deelname van de consulent heeft ervoor gezorgd dat de netwerkleden beter met elkaar samenwerken, wat ten goede komt aan de snelheid waarmee een jeugdige kan worden geholpen/doorverwezen. - Het bestuursakkoord Jeugd 2008 – 2012 (akkoord tussen de provincie Groningen en de Groninger gemeenten) bevat een groot aantal afspraken, die nodig zijn om de provinciale en gemeentelijke ambities op het gebied van jeugdbeleid waar te maken. De ambities zijn vertaald in inspanningsverplichtingen en resultaten. De volgende zijn van belang voor de zorgstructuur in Ten Boer: • Provinciale verwijsindex “Zorg Voor Jeugd Groningen” Op 1 januari 2010 is de provinciale verwijsindex ZVJG ingevoerd. Dankzij dit systeem kunnen problemen bij kinderen van 0-23 jaar vroegtijdig worden gesignaleerd. Het systeem maakt bovendien duidelijk welke instellingen betrokken zijn bij een jeugdige. Daarnaast wordt in ZVJG de coördinatie van zorg in de keten, de zorgcoördinatie, georganiseerd. Door de invoering van ZVJG wordt voorkomen dat er gaten in het zorgaanbod ontstaan, waardoor de zorg van verschillende instanties niet goed op elkaar aansluit. • Centrum voor Jeugd en Gezin Elke gemeente dient een Centrum voor Jeugd en Gezin te hebben. In Ten Boer is per 1-1-2012 een CJG operationeel. Het CJG is onderdeel van de Deel (het loket voor alle vragen over opvoeden en opgroeien van kinderen, werk en uitkering, WMO voorzieningen en diensten) Door de invoering van ZVJG heeft het buurtnetwerk 0-12 jarigen een andere status gekregen. Er vinden geen vanuit de gemeente georganiseerde netwerkbijeenkomsten plaats, omdat de casusbespreking en coördinatie van zorg vanuit de backoffice CJG wordt geregeld. De netwerkleden blijven elkaar -in afwachting van de verdere invulling van het CJG in de Deel in Ten Boer- nog regelmatig ontmoeten om zorgsignalen te delen en voor onderlinge consultatie. Voor de scholen in de gemeente Ten Boer is door de opheffing van het buurtnetwerk een hiaat ontstaan. De scholen richten zich via hun Weer Samen Naar School structuur voornamelijk op samenwerking buiten het Zorgnetwerk in Groningen Dit gegeven (de gemeente bevindt zich op een ‘breuklijn’ in de provincie) moet worden meegenomen in de toekomstige ontwikkelingen, zoals bij de invoering van passend onderwijs. Marenland en VPCBO richten zich daarin op de samenwerking in DALST, terwijl VGPONN zich richt op de stad Groningen.
4
Brede School / Dagarrangementen In de LEA is geconstateerd, dat er nog geen intensieve samenwerking bestaat tussen de basisscholen en de buitenschoolse opvang. In het dorp Ten Boer is een multifunctioneel gebouw gerealiseerd, waarin peuterspeelzaalwerk, openbaar onderwijs en kinderopvang zijn gehuisvest. Dit gebouw wordt aangeduid als de “brede school”. Een gezamenlijke invulling van het begrip brede school en wat dat in Ten Boer concreet moest gaan betekenen was tijdens het vaststellen van de LEA nog niet duidelijk. Er is expliciet aangegeven dat de samenwerking zich niet moet beperken tot de samenwerking onder één dak. De samenwerking moet betrekking hebben op de voorzieningen in alle dorpen. In september 2008 is de stuurgroep dagarrangementen geïnstalleerd. De 3 schoolbesturen (stichting Marenland, VPCBO en VGPONN), kids2B en SPGT nemen hierin deel. De stuurgroep kreeg de opdracht de begrippen brede school en dagarrangementen voor de gemeente Ten Boer concreet uit te werken. De vormgeving van de dagarrangementen moet aansluiten bij de specifieke situatie van de kinderen in de gemeente Ten Boer en de mogelijkheden van de betrokken partners. De samenwerking uit zich in dagarrangementen. Hierbij gaat het om het totaalaanbod aan activiteiten voor kinderen van 0-12 jaar, dat wordt gerealiseerd door de samenwerking van verschillende partijen en plaatsvindt op verschillende locaties en verschillende dorpen in de gemeente. In dit totaalaanbod is aandacht voor zorgleerlingen en voor de doorgaande lijn. Vanuit de stuurgroep is hard gewerkt om draagvlak te creëren in het onderwijs, kinderopvang en peuterspeelzalen bij besturen, leerkrachten en leidsters. Om goed aan te sluiten bij de vraag van ouders en kinderen heeft de stuurgroep een behoeftepeiling gedaan. Van de ruim 900 respondenten gaf meer dan de helft aan mee te willen doen aan nieuwe buitenschoolse activiteiten. Vooral sport, activiteiten buiten in de natuur en creatieve activiteiten zijn gewild. De stuurgroep heeft in 2009 het projectplan Dagarrangementen opgesteld. De provincie Groningen kon zich vinden in de plannen en was bereid tot een co-financiering van 50% van de kosten (in het kader van het gebiedsgericht werken). In de raadsvergadering van oktober 2009 is echter besloten geen gemeentelijke middelen voor het project beschikbaar te willen stellen (het ging om ongeveer € 10.000 per jaar). Daarmee is het project in zijn geheel komen te vervallen. Begin 2011 ontstond vanuit het LEA-overleg het idee om het project Dagarrangementen in afgeslankte vorm in de vorm van een pilot uit te voeren. Dit heeft geresulteerd in een activiteitenprogramma voor basisschoolleerlingen in de maanden november en december 2011. De ervaringen van leerlingen en docenten zijn positief. Het activiteitenprogramma heeft een toegevoegde waarde, de groep deelnemers is een mix van leerlingen van de drie deelnemende scholen. Er is een goede samenwerking tot stand gekomen tussen de drie basisscholen en de buitenschoolse opvang in het dorp Ten Boer. Een nieuwe overlegvorm In 2010 is besloten het bestaande OOGO (overleg tussen de gemeente en de schoolbesturen) uit te breiden met de voorschoolse sector (Kids2B en SPGT). Deze nieuwe structuur was nodig om uitdrukking te geven aan de verplichting op grond van de Wet Onderwijsachterstandenbeleid. Gemeenten en schoolbesturen moeten vanaf 1 augustus 2006 verplicht jaarlijks gezamenlijk overleg voeren over het bevorderen van integratie, het tegengaan van segregatie en het onderwijsachterstandenbeleid. Belangrijk aandachtspunt daarbij is de doorgaande lijn van 5
voorschoolse educatie naar het basisonderwijs. Vanaf 1 januari 2007 is de kinderopvang toegevoegd als partner voor het verplicht overleg. Conclusie De LEA 2007-2011 heeft ervoor gezorgd dat in de gemeente Ten Boer in meer gelijkwaardige verhoudingen overleg plaatsvindt tussen de gemeente, de schoolbesturen en de voorschoolse sector. Aan de uitvoering van de verschillende thema’s is in gezamenlijkheid gewerkt. De LEA heeft bijgedragen tot het verder versterken van de ontwikkelingskansen voor de opgroeiende kinderen van 0 tot 12 jaar.
6
Een nieuwe LEA vanaf 2012 Wij zijn ons ervan bewust van het opstellen van een LEA niet verplicht is. Desondanks willen we graag met de LEA verder omdat we het als instrument zien om voor de komende jaren een meerjarenaanpak en afspraken vast te leggen. Dit hebben we besproken in het OOGO/LEAoverleg van februari 2011. De ervaringen met de LEA zijn wisselend. Het proces van de totstandkoming van de LEA was voor alle LEA-partners positief, het document dat er ligt is een stuk dat goed de gemeenschappelijke thema’s verwoord. Het niet doorgaan van bepaalde projecten (waaronder dagarrangementen) stemt minder positief. Met name bij de mensen die er veel tijd en energie in hebben gestoken. Ondanks de wisselende ervaringen zijn de LEA-partners het erover eens, het zou goed zijn voor de komende periode weer een LEA op te stellen. Verbinding LEA met de thema’s uit het bestuursakkoord 2010-2014 We willen graag, samen met de schoolbesturen, de scholen in de gemeente Ten Boer in stand houden zonder daarbij de realiteit uit het oog te verliezen. Als scholen té klein worden als gevolg van het dalend aantal leerlingen, komt de kwaliteit van het onderwijs in gevaar. Op dat moment wil het college zich inzetten om de samenwerking tussen scholen tot stand te brengen, rekening houdend met de schoolbestuurlijke verantwoordelijkheden. We stimuleren samenwerking tussen scholen en andere organisaties, bijvoorbeeld peuterspeelzalen, kinderopvang, sport en cultuur. We stimuleren het idee van de Brede School en willen dat alle scholen in de gemeente er profijt van hebben. Vertaald in acties zet het college zich in op de volgende onderwerpen: - Proberen scholen te behouden in de dorpen waar ze nu ook zijn - Evaluatie van invoering Brede School en betrokkenheid andere scholen - Stimuleren samenwerking onderwijs en andere organisaties - Onderhoud schoolgebouwen
Thema’s op de LEA 2012-2016
Doorgaande lijn Ook voor de komende periode zien we graag dat het thema doorlopende leerlijn weer prominent op de agenda staat. In samenwerking met de voorschoolse sector en de basisscholen dienen we zorg te dragen voor een doorlopende leerlijn van voorschoolse educatie naar het basisonderwijs. Bij de doorgaande lijn van een voorschoolse instelling naar het primair onderwijs worden de volgende aspecten onderscheiden: • Doorgaande lijn in beleid: de samenwerking en afstemming tussen peuterspeelzaal of kinderdagopvang en de basisschool. • De overdracht van gegevens van peuterspeelzaal of kinderdagopvang naar de basisschool. • De inhoudelijke doorgaande lijn: doorlopende programma’s voor taal en rekenen en sociale ontwikkeling. Om de overdracht van voor- naar vroegschools goed te laten verlopen, is een ‘warme overdracht’ een goed instrument. Buiten cognitieve capaciteiten en resultaten is bij een warme overdracht ruimte om ook de sociale en zorgaspecten toe lichten. Ten behoeve van een zo soepel mogelijke overgang, zou het goed zijn als de voorschoolse sector en de basisscholen meerdere keren per jaar overdrachtsgesprekken voeren. In een dergelijk overleg staat toelichting op
7
de toets- en observatiegegevens centraal, doordat de leidster deze kan aanvullen met waarnemingen over het kind, bijvoorbeeld: wat kan het kind, hoe leert het kind het best, etc. Daarnaast zou gestreefd kunnen worden naar een eenduidig leerlingvolgsysteem. Wat willen we bereiken? We willen dat voor elk kind een doorgaande lijn van voorschool naar primair onderwijs wordt gerealiseerd. Hierbij is sprake van een georganiseerde overdracht van informatie met meerdere keren per jaar overdrachtsgesprekken (warme overdracht).
Uitwerking Wet OKE De Wet OKE is door het rijk ingevoerd (per 1 augustus 2010) om de samenwerking en integratie van voorschoolse voorzieningen (peuterspeelzaalwerk en kinderopvang) te stimuleren. Door de wet-en regelgeving te harmoniseren (meer op één lijn te brengen) en een landelijk kwaliteitskader vast te leggen worden de eerste drempels voor intensieve samenwerking weggenomen. De wet OKE beoogt de gemeentelijke regierol te versterken en geeft de gemeente de opdracht zorg te dragen voor de volgende onderdelen: - afdoende kwaliteit van het regulier peuterspeelzaalwerk - een dekkend en hoogwaardig aanbod van voorschoolse educatie (VVE) - toezicht en handhaving op de kwaliteit van peuterspeelzalen en VVE - het voeren van jaarlijks overleg over de kernpunten VVE De gemeente is sinds eind 2009 in gesprek met SPGT en later Kids2b over de invulling van de wet OKE en de toekomst van het peuterspeelzaalwerk en de beleidsuitgangspunten die vanuit het college hierin van belang zijn. In goed overleg met alle partijen is kids2b gevraagd een aanbod te formuleren, waarbij de huidige stichting zal worden overgenomen. Met het aanbod van Kids2b denken wij dat op een goede manier uitvoering wordt gegeven aan de Wet OKE: - er wordt een gericht VVE-aanbod gedaan aan de doelgroepkinderen1 - her regulier peuterspeelzaalwerk voldoet aan de kwaliteitseisen van de wet OKE - er wordt gewerkt aan de verdere harmonisatie van de peuterspeelzalen en de kinderopvang door een deel van het peuterspeelzaalwerk te laten vallen onder de financiering van de wet Kinderopvang. Het college is van mening dat met het aanbod van Kids2b er een zo optimaal mogelijk aanbod aan peuterspeelzaalwerk in de gemeente Ten Boer gehandhaafd kan blijven. Om de overgang van SPGT naar Kids2b zorgvuldig te laten verlopen (voor zowel ouders als personeel) is tijd nodig. Het voorstel van Kids2b is om per 1 september 2012 te starten met het aanbod. Tot 1 september 2012 blijft SPGT het peuterspeelzaalwerk uitvoeren. De wet OKE zorgt voor een aantal nieuwe spelregels. De gemeente en de LEA-partners zijn verplicht onderling afspraken te maken over: - deelname voorschoolse educatie (waaronder vaststelling doelgroep) 1
Het VVE aanbod is bestemd voor kinderen die kans lopen op een taal- of ontwikkelings-achterstand. Bepalend hierbij is het opleidingsniveau van de ouders. Aantal VVE –plaatsen minimaal 4 (op grond van gewichtenregeling Basionderwijs). In overleg met partijen kan de doelgroep verruimd worden (criteria naast opleiding ouders, niet spreken van Nederlands thuis, sociaal-medische en maatschappelijke indicaties). Vooralsnog uitgaan van 6 VVEplaatsen
8
- resultaten vroegschoolse educatie - doorgaande lijn (waaronder een zorgvuldige leerlingenoverdracht) In het begin van de komende LEA-periode (in 2012) zullen we de verplichte onderlinge afspraken (in het kader van de Wet OKE) met de verschillende partijen vastleggen. Wat willen we bereiken? We willen dat (doelgroep)kinderen vanuit De Deel worden gewezen op en doorverwezen naar de voorschoolse voorzieningen. Verder willen we dat het reguliere peuterspeelzaalwerk voldoet aan de eisen van de wet OKE en dat voor alle doelgroepkinderen van 2-4 jaar een VVE-aanbod beschikbaar is.
Versterken samenwerking in brede school dmv buitenschoolse activiteiten In de vorige LEA-periode hebben we gewerkt om de samenwerking in de brede school handen en voeten te geven. Het project dagarrangementen is daar een goed voorbeeld van. Helaas is dat niet tot uitvoering gekomen. De opgedane ervaringen en kennis in het proces dat heeft geleid tot het projectplan dagarrangementen willen we niet geheel verloren laten gaan. Om deze reden hebben we ermee ingestemd om de pilot buitenschoolse activiteiten (eind 2011) te subsidiëren. De pilot wordt momenteel geëvalueerd. De eerste berichten zijn positief. In ieder geval heeft het tot enthousiaste reacties van leerlingen en leerkrachten geleid. Daarnaast heeft de gezamenlijke organisatie en voorbereiding van de pilot de samenwerking versterkt. We realiseren ons – in tegenstelling tot onze ambitie uit de vorige LEA- dat de bredeschoolsamenwerking niet haalbaar is in alle dorpen. We gaan dan ook aan de slag om de samenwerking tussen de drie scholen in het dorp Ten Boer en de buitenschoolse opvang van Kids2b verder vorm te geven. Ook de voorschoolse sector betrekken we bij de samenwerking. We hebben de ambitie om de samenwerking in de brede school vorm te geven door het aanbieden van activiteitenprogramma’s in het dorp Ten Boer. Deze programma’s zijn beschikbaar voor de leerlingen van alle drie basisscholen in het dorp Ten Boer. We streven er naar dat ook leerlingen uit andere dorpen van het aanbod gebruik kunnen maken. In de ideale situatie staan de activiteitenprogramma’s niet los van het reguliere onderwijs. We zouden graag een doorgaande lijn realiseren tussen het binnen- en het buitenschoolse programma. De komende jaren willen we toewerken om de volgende resultaten te behalen: - er is een gevarieerd activiteitenaanbod voor kinderen gerealiseerd - kinderen komen op een laagdrempelige manier in aanraking met kunst, cultuur en sport - de samenwerking in de brede school is verder versterkt - een gezamenlijke pedagogische visie wordt ontwikkeld - er wordt gewerkt met het model dat activiteiten en organisaties binnen en buiten school met elkaar verbindt (waarin we dezelfde thema’s op verschillende plekken terug laten komen) - we maken de verbinding met initiatieven die al beschikbaar zijn: Activiteiten Huis voor de Sport, workshops ‘ik ben een topper2’, MJD-activiteiten, culturele activiteiten stichting KAT.
2
Ik ben een topper is ontwikkeld door Angelique Boer. Het gaat om een project dat onlangs ik het kader van ‘de vonk van Ten Boer’ bekroond is met de tweede prijs en budget heeft gewonnen om te kunnen worden uitgevoerd. Bij de workshops krijgen de kinderen spelenderwijs inzicht in waarden die voor hen persoonlijk belangrijk zijn in het leven. Doel daarbij is een positief zelfbeeld te creëren bij kinderen.
9
Wat willen we bereiken? We willen de samenwerking in de Brede School versterken door middel van activiteitenprogramma’s in het dorp Ten Boer, daarbij streven we ernaar ook kinderen uit buitendorpen te bereiken. Daarnaast willen we een verbinding maken met bestaande initiatieven zodat meer afgestemd wordt welke activiteiten wanneer plaatsvinden.
Bevorderen samenwerking onderwijs t.a.v. bevolkingskrimp in kleine kernen Het college wil graag in deze collegeperiode, samen met de schoolbesturen, de scholen in de gemeente Ten Boer in stand houden. De leerlingenprognoses laten echter zien dat het aantal leerlingen de komende jaren gaat dalen (vooral in de buitendorpen). Dit vormt een bedreiging voor de instandhouding van de kleine basisscholen. We zijn met de schoolbesturen van mening dat de kwaliteit van onderwijs het uitgangspunt moet zijn. Door daling van het aantal leerlingen kan de kwaliteit van het onderwijs en het beheer van schoolgebouwen onder druk komen te staan. Als het voortbestaan van kleine scholen in het geding is, wil het college zich inzetten om de samenwerking tussen scholen tot stand te brengen, rekening houdend met de schoolbestuurlijke verantwoordelijkheden. Het college heeft de ambitie om hierover de komende LEA-periode met de betrokken schoolbesturen afspraken te maken. Daarnaast wil de gemeente –waar nodig- een faciliterende rol spelen als er enquêtes onder ouders of bijeenkomsten in de verschillende ‘krimpdorpen’ worden georganiseerd. Wat willen we bereiken? We willen dat samenwerking tussen scholen tot stand komt in die plaatsen waar het instandhouden van scholen door het dalend aantal leerlingen in het geding is.
Onderwijshuisvesting Scholen bouwen en beheren is sinds de decentralisatie van onderwijshuisvesting in 1997 een zaak van vooral gemeenten en schoolbesturen. In de gemeente Ten Boer is de zorgplicht van de gemeente uitgewerkt in de verordening onderwijshuisvesting. Hierin is onder meer bepaald dat de gemeente verplicht een Op Overeenstemming Gericht Overleg (OOGO) voert met de schoolbesturen ten aanzien van de procedure inzake aanvragen voor voorzieningen in de onderwijshuisvesting. Sinds 2010 is het overleg over onderwijshuisvesting geïntegreerd in het LEA-overleg. Het College heeft de ambitie het thema onderwijshuisvesting op de Lokale Educatieve Agenda te zetten om zodoende een verbinding te krijgen tussen de fysieke kant van de onderwijshuisvesting met de onderwijsinhoudelijke zaken. Vanzelfsprekend willen we het onderhoud van de gebouwen op orde houden en daar waar nodig anticiperen of ontwikkelingen zoals bevolkingskrimp, passend onderwijs etc. Voor de komende jaren willen we ervoor zorgen dat het binnenmilieu in de schoolgebouwen verbetert. Wij zijn ons ervan bewust dat een gezond binnenklimaat leidt tot betere prestaties van leerlingen en leerkrachten. Daarom hebben we de drie grootste scholen in Ten Boer (De Huifkar, CBS de Fontein en GBS de Poort) aangemeld voor het project 'Binnenklimaat en energiezuinigheid bij basisscholen', dat onderdeel is van het Europese programma NEND.
10
Doel van het project is om vanuit een integrale benadering inzicht te krijgen in de staat van de schoolgebouwen. Elk schoolgebouw wordt onderzocht op zaken als energieverbruik, binnenklimaat, bouwkundige en bouwfysische staat en functionele geschiktheid van het gebouw. De onderzoeksresultaten kunnen we vervolgens gebruiken bij ons overleg over een duurzaam en integraal huisvestingsbeleid. We zijn dan in staat om de maatregelen en de noodzakelijke investeringen in de schoolgebouwen duidelijk af te zetten tegenover de kwaliteit die zij voor de toekomst kunnen realiseren. Wat willen we bereiken? We willen dat het onderhoud van de schoolgebouwen op orde is, dat het binnenklimaat in de gebouwen verbetert en dat er een verbinding komt tussen de fysieke kant van onderwijshuisvesting met de onderwijsinhoudelijke zaken.
Zorg en Onderwijs Om kinderen goed te kunnen voorbereiden op hun toekomst is het belangrijk dat ze een optimale schoolloopbaan doorlopen. Kinderen moeten de kans krijgen zich optimaal te ontwikkelen. De meeste leerlingen lukt dit zelfstandig, maar sommigen hebben hierbij ondersteuning nodig. Vaak kan de school die extra ondersteuning bieden. Wanneer er daarnaast nog sprake is van zorgen rond opvoeden en opgroeien, heeft de school een goede en structurele samenwerkingsrelatie met de gemeente nodig. De gemeente is en wordt nog meer verantwoordelijk voor de aansturing van deze zorg. Dit vraagt om een goede afspraken tussen onderwijs en gemeente. Daarbij is een goed samenspel tussen scholen, hulp- en zorgverleners en ouders, in de uitvoering belangrijk. Landelijk zijn twee grote ontwikkelingen gaande. Ten eerste de ontwikkeling Passend Onderwijs, waarin de school verantwoordelijk wordt voor een passend onderwijs aanbod aan alle leerlingen, ook degene die meer zorg behoeven. Daarnaast speelt de decentralisering van de jeugdzorg een rol waarin de verantwoordelijkheid van de jeugdzorg naar gemeente gaat. Voor de komende LEA-periode blijft de relatie Zorg en Onderwijs onveranderd onze aandacht vragen. Passend onderwijs De invoering van het nieuwe beleid rondom Passend onderwijs is een belangrijke operatie die de komende jaren moet zorgen voor een passend onderwijsaanbod voor alle leerlingen, in het bijzonder leerlingen met speciale zorgbehoeften. Het stelsel kent de volgende kernelementen: - Zorgplicht onderwijs Wanneer ouders hun kind op een bepaalde school aanmelden, heeft de school de taak dit kind een zo goed mogelijke plek in het onderwijs te bieden. Lukt niet niet op de school zelf, dan heeft de school de taak het kind binnen haar samenwerkingsverband een zo goed mogelijk plek op een andere school aan te bieden. - Samenwerking Om de zorgplicht waar te kunnen maken moeten scholen voor regulier onderwijs en speciaal onderwijs binnen een samenwerkingsverband gaan samenwerken. Doel is om binnen een regio een dekkend aanbod van onderwijszorg te bieden. -Budgetfinanciering Zorgmiddelen worden toegekend aan het samenwerkingsverband op basis van het aantal leerlingen. De samenwerkingsverbanden krijgen zelf de verantwoordelijkheid over de verdeling en besteding van de middelen, waardoor de bureaucratie wordt teruggebracht.
11
Het nieuwe stelsel wordt gefaseerd ingevoerd. Per 1-8-2013 zijn de samenwerkingsverbanden operationeel. Hoe ze de taken uitvoeren wordt vastgelegd in een zorgplan. Wat betekent passend onderwijs voor de gemeente? Door de vorming van de samenwerkingsverbanden heeft de gemeente straks één partij in de regio (wel afzonderlijk PO en VO) waarmee de afstemming tussen onderwijs, de (jeugd)zorg en andere taken van de gemeente kan worden geregeld. Deze afstemming is voor de samenwerkingsverbanden een wettelijke plicht. Ze moeten met de gemeente overleggen over de inhoud van het zorgplan (ondersteuningsplan). We kiezen ervoor om de afstemming te laten plaatsvinden in het OOGO/LEA-overleg. Het gaat dan om afstemming in verantwoordelijkheden tussen onderwijszorg en gemeentelijke zorg, met als doel dat er geen kinderen tussen wal en schip raken. Voor bepaalde thema’s (die de gemeentegrenzen overschrijden) zullen we in regionaal verband afstemming zoeken. Overige gevolgen Passend onderwijs Passend onderwijs heeft ook gevolgen voor leerlingenvervoer en voor de huisvesting van scholen. Het anticiperen op deze gevolgen nemen we mee in het OOGO/LEA-overleg. Transitie Jeugdzorg De stelselwijziging Zorg voor Jeugd, ofwel de transitie Jeugdzorg, is een belangrijk onderwerp voor de komende jaren. In deze transitie is sprake van het overdragen van de verantwoordelijkheid voor en financiering van alle jeugdzorg van provincie naar gemeenten. Daarnaast vindt een transformatie plaats om de zorg voor de jeugd en hun opvoeders te veranderen en te verbeteren. Uiterlijk eind 2016 moeten alle taken en verantwoordelijkheden zijn overgeheveld naar de gemeente. Gemeenten kunnen dan maatwerk bieden afgestemd op de lokale en individuele situatie. Ook krijgt de gemeente de opdracht om een herkenbare en laagdrempelige plek te organiseren. De Deel is zo’n plek. Deze wordt ingericht als plek waar opvoeding en ontwikkeling van kinderen/jongeren centraal staat. Met de decentralisatie van de jeugdzorg en de invoering van Passend onderwijs worden onderwijs en gemeenten meer dan voorheen gezamenlijk verantwoordelijk voor de zorg voor kinderen en jongeren. In goed onderling overleg zullen we moeten zorgen voor samenhang tussen leerlingzorg in de school enerzijds en jeugdvoorzieningen, opvoeding- en opgroeiondersteuning buiten de school anderzijds. Het onderling overleg en onderlinge afstemming van de zorg loopt via het OOGO/LEA-overleg. De Deel en opvoed- opgroeiondersteuning De bovengenoemde ontwikkelingen zullen zich uiteindelijk manifesteren via de samenwerking in De Deel. Vanaf januari 2012 is in de gemeente Ten Boer De Deel operationeel. Dit is de centrale plek waar inwoners terecht kunnen met vragen over opvoeden en opgroeien van kinderen, maar ook over werk en uitkering, WMO voorzieningen en diensten. Het is de plek waar alle zorg rondom het kind en het gezin samenkomt. Momenteel bestaat het vooral nog uit de functies jeugdgezondheidszorg (consultatiebureau) en enkele WMO-functies als informatie&advies, signalering en toeleiding naar hulp (uitgevoerd door de dorpscoaches) en zorgcoördinatie.
12
De komende periode gaan we De Deel verder inhoudelijk vormgeven waardoor het de logische bondgenoot wordt in de gemeente voor ouders, kinderen en het onderwijs. Wat willen we bereiken? Vanuit de gemeente en onderwijs gaan we inzetten op: 1. Vergroten ontwikkelingskansen van kinderen in Ten Boer 2. Benutten eigen kracht van ouders en opvoeders 3. Voldoende en kwalitatief goed aanbod opvoed en opgroeiondersteuning waar nodig 4. Goede samenwerking tussen het onderwijs en De Deel.
Uitvoering en planning Een nadere uitwerking van de thema’s (met doelen en maatregelen) is uitgewerkt in bijgevoegd uitvoeringsplan. Dit vormt het kader voor de komende periode. -
Besluitvorming gemeenteraad september 2012 Opstellen jaarplan en bespreken voortgang jaarlijks in OOGO/LEA-overleg
Jaarlijks actieplan Op basis van de LEA wordt in het OOGO/LEA-overleg een concreet actieplan per jaar gemaakt waarin SMART wordt toegewerkt naar de te behalen doelen per jaar en binnen de budgetten die daarvoor beschikbaar zijn. Hierin kunnen ook de prioriteiten per jaar worden bepaald.
Financieel kader Het financieel kader van de LEA wordt bepaald door het budget dat gemeente en LEA-partners gezamenlijk inzetten ten behoeve van de uitvoering van de LEA-activiteiten. Naast de reguliere gemeentelijke middelen voor bijvoorbeeld CJG, Onderwijshuisvesting, uitwerking OKE is er nog een apart LEA-uitvoeringsbudget beschikbaar van € 8.400,-.
13
Thema Doorgaande Lijn doel -
voor elk kind wordt een doorgaande lijn van voorschool naar primair onderwijs gerealiseerd. Hierbij is sprake van een georganiseerde overdracht van informatie met meerdere keren per jaar overdrachtsgesprekken (warme overdracht).
Maatregelen • maken afspraken met onderwijs, voorschoolse voorzieningen en JGZ over inrichting doorgaande lijn en overdracht van informatie
Betrokkenen Voorschoolse sector, onderwijs, JGZ Regie:
Budget - regulier
Fasering 2012/2013
Budget - Subsidie psz werk en OKEmiddelen - CJG - Gemeente - regulier
Fasering 2012/2016
Thema uitwerking Wet OKE doelen -
het reguliere peuterspeelzaalwerk voldoet aan de eisen van de wet OKE voor alle doelgroepkinderen van 2-4 jaar is een VVE-aanbod beschikbaar (doelgroep)kinderen worden vanuit De Deel (Consultatiebureau) doorverwezen naar voorschoolse voorzieningen taalachterstanden worden gesignaleerd
Maatregelen • De eerste 2 doelen maken deel uit van het aanbod van Kids2b nav het programma van eisen uitwerking Wet OKE • •
Uitvoeren taken Consultatiebureau (inclusief logopedische screening) maken afspraken over deelname VVE (waaronder vaststelling doelgroep), resultaten vroegschoolse educatie en doorgaande lijn
Betrokkenen - Kids2b, gemeente
- JGZ - Voorschoolse sector, onderwijs, JGZ Regie: Gemeente, CJG LEA-partners
2012/2016 2012/2013
Thema versterken samenwerking in brede school doel -
De samenwerking in de brede school in het dorp Ten Boer wordt versterkt Er wordt een binnen- en buitenschools aanbod gerealiseerd en met elkaar verbonden, zodat een doorgaande lijn ontstaat
Maatregelen • voortzetten van de pilot ‘buitenschoolse activiteiten’, toewerken naar gezamenlijke thema’s, verbinding leggen tussen de beschikbare voorzieningen • • • •
uitvoeren workshops ‘ik ben een topper’ maken activiteitenladder van alle activiteiten voor kinderen/jongeren in de gemeente voortzetten van het aanbod om diensten van centrum NDE beschikbaar te stellen voor scholen uit gemeente Ten Boer onderzoeken mogelijkheden sportimpuls/combinatiefuncties
Betrokkenen -Kids2b, scholen dorp Ten Boer en gemeente
Budget - Subsidie gemeente
Fasering 2012/2013
- Angelique Boer
- de vonk
2012
- centrum NDE - gemeente, Huis voor de Sport
2012
Thema bevorderen samenwerking onderwijs tav krimp in kleine kernen doel •
bevorderen samenwerking in de kleine dorpen rondom het thema bevolkingskrimp/dalend aantal leerlingen
Maatregelen • maken afspraken met schoolbesturen over de aanpak van krimp • faciliteren in organisatiebijeenkomsten/ uitzetten enquetes in krimpdorpen
15
Betrokkenen -Gemeente, onderwijs - gemeente, scholen, CMO, Kids2b
Budget -gemeente, scholen
Fasering 2012/2013 2012
Thema onderwijshuisvesting doel • • •
het onderhoud van gebouwen is op orde en waar nodig wordt geanticipeerd op ontwikkelingen als krimp, passend onderwijs het binnenmilieu in de schoolgebouwen wordt verbetert de fysieke en inhoudelijk kant van onderwijshuishuisvesting wordt met elkaar verbonden
Maatregelen • drie scholen nemen deel aan project ‘binnenklimaat en energiezuinigheid bij basisscholen’. • jaarlijks programma en overzicht opstellen • verbinden fysieke en inhoudelijke kant onderwijshuisvesting in OOGO/LEA-overleg
Betrokkenen - gemeente, schoolbesturen
Budget - Europese subs. - gemeentefonds
Fasering 2012 2012-2016
Betrokkenen - buurtnetwerk, gemeente, Deel - idem - gemeente, onderwijs (via OOGO/LEAoverleg)
Budget
Fasering 2012/2013
Thema Zorg en Onderwijs doel • • • •
Vergroten ontwikkelingskansen van kinderen in Ten Boer Benutten eigen kracht van ouders en opvoeders Voldoende en kwalitatief goed aanbod opvoed en opgroeiondersteuning waar nodig Goede samenwerking tussen het onderwijs en De Deel.
Maatregelen • Zorgen voor een goede lijn van signalering, hulpverlening en coördineren van zorg met een verbinding met de Deel • Verder inhoudelijk vormgeven aanbod opvoed en opgroeiondersteuning in de Deel • Onderling overleg in kader transitie jeugdzorg en passend onderwijs opstarten in OOGO/LEA-overleg, waarbij we afspraken maken over verantwoordelijkheden tussen onderwijszorg en gemeentelijke zorg •
2012/2013 2012
- CJG
Uitvoering coördinatie verwijsindex Zorg voor Jeugd
16
2012-2016