Geme
Lokaal Educatieve Agenda gemeente Dalfsen 2014 - 2015
Inhoud 1.
2.
3.
4.
5.
Inleiding................................................................................................................................................ 2 1.1
Aanleiding nieuwe LEA ................................................................................................................. 2
1.2
Doelstelling LEA ............................................................................................................................ 2
1.3
Betrokken partijen ......................................................................................................................... 2
De thema’s binnen de LEA: ontwikkelingen en uitdagingen .......................................................... 3 2.1
Zorg voor jeugd en opvoed- en opgroeiondersteuning ................................................................. 3
2.2
Passend Onderwijs ....................................................................................................................... 3
2.3
Voor- en vroegschoolse educatie (VVE) ....................................................................................... 4
2.4
Onderwijs en Kulturhusen ............................................................................................................. 5
2.5
Jeugd & maatschappij ................................................................................................................... 5
2.6
Prioriteiten ..................................................................................................................................... 7
Algemene visie op jeugd en onderwijs ............................................................................................. 8 3.1
Inleiding ......................................................................................................................................... 8
3.2
Visie voor 0 tot 23 jaar .................................................................................................................. 8
3.3
Visie op het primair onderwijs 2 – 12 jaar .................................................................................... 8
3.4
Visie op huisvesting ...................................................................................................................... 8
3.5
Ambitie .......................................................................................................................................... 8
Doelstellingen Lokaal Educatieve Agenda 2014-2015 .................................................................. 10 4.1
Doorgaande leerlijn ..................................................................................................................... 10
4.2
Positief opvoeden ........................................................................................................................ 10
4.3
Ouderbetrokkenheid .................................................................................................................... 10
4.4
Inzicht resultaten VVE ................................................................................................................. 11
4.5
Aansluiting ontwikkelingen passend onderwijs ........................................................................... 11
4.6
Afstemming gemeentebreed vs. kern ......................................................................................... 11
4.7
Ontmoeting/netwerken ................................................................................................................ 11
LEA overlegstructuur ....................................................................................................................... 12
1
1.
Inleiding
1.1
Aanleiding nieuwe LEA
In 2009 is in overleg met de basisscholen en voorschoolse voorzieningen een Lokaal Educatieve Agenda (LEA) opgesteld. Thema’s als onderwijsachterstanden, voortijdig schoolverlaten, cultuureducatie, brede school ontwikkelingen, zorg in en om de school en logopedie zijn in dit document aan de orde gekomen en ook in LEA overleggen besproken. Nu, in 2013, zijn er veel nieuwe ontwikkelingen op het gebied van onderwijs en (jeugd)zorg, die het noodzakelijk maken om met alle betrokken partijen opnieuw een gezamenlijke agenda vast te stellen. 1.2
Doelstelling LEA
Wettelijke basis In de wet op het Primair Onderwijs worden gemeenten, schoolbesturen, kinderopvanginstellingen en peuterspeelzalen verplicht om minimaal één keer per jaar gezamenlijk overleg te voeren, waarin afspraken gemaakt worden over de uitvoering en verantwoording rondom een aantal thema’s. Voor het ingestelde verplicht overleg wenst het Ministerie een ‘kwaliteitsdialoog’ tussen schoolbesturen en gemeenten, waarbij de agenda in gezamenlijkheid en op basis van gelijkwaardigheid wordt opgesteld. Het advies is om hiervoor de LEA als instrument te gebruiken. De twee onderwerpen waar de gemeente verplicht overleg over moet voeren zijn: - het tegengaan van segregatie en bevorderen van integratie. - het tegengaan van onderwijsachterstanden, door overleg te voeren over de doelgroep van voor- en vroegschoolse educatie, de wijze waarop die kinderen worden toegeleid en de organisatie van een doorlopende leerlijn. Daarnaast moet de gemeente afspraken maken met schoolbesturen over de resultaten van vroegschoolse educatie. Doelstelling van de LEA in Dalfsen Het bevorderen van integratie en tegengaan van segregatie is door de schaal van de kernen van Dalfsen en door de samenstelling van de bevolking een automatisme dat tot nu toe weinig nadere sturing nodig heeft. Het tegengaan van onderwijsachterstanden is wel een thema dat ook in Dalfsen de aandacht krijgt. Daarnaast zijn er andere thema’s en ontwikkelingen, waarvan de betrokken partijen vinden dat deze opgenomen moeten worden in een gezamenlijke agenda voor de komende jaren. Het doel van deze Lokaal Educatieve Agenda is om afspraken te maken over onderwerpen waar een gezamenlijke taak en verantwoordelijkheid ligt. Om te kunnen uitvoeren, monitoren, evalueren en bij te sturen, is het daarnaast belangrijk dat er een goede overlegstructuur aan de LEA gekoppeld wordt. Een belangrijk uitgangspunt voor de te maken afspraken is dat ze zo dicht mogelijk bij de uitvoering worden gemaakt. Dus lokaal (per kern) waar kan, op gemeentelijk of bestuurlijk niveau waar nodig of waar het meerwaarde heeft. 1.3
Betrokken partijen
Bij het opstellen van de LEA zijn de volgende partijen betrokken: - basisscholen - peuterspeelzalen - kinderopvanginstellingen - GGD jeugdgezondheidszorg 0-18 - de gemeente Dalfsen
2
2.
De thema’s binnen de LEA: ontwikkelingen en uitdagingen
In dit hoofdstuk staat beschreven welke ontwikkelingen er op dit moment spelen en welke uitdagingen er voor de komende jaren liggen. 2.1
Zorg voor jeugd en opvoed- en opgroeiondersteuning
Ontwikkelingen transitie jeugdzorg Gemeenten zijn met ingang van 1 januari 2015 verantwoordelijk voor zorg en ondersteuning van de jeugd. Het bieden van maatwerk, afgestemd op de lokale situatie en uitgaand van de behoeften van de individuele jeugdigen en ouders, is hierbij het uitgangspunt. Daarbij wordt ook uitgegaan van het eigen probleemoplossend vermogen van de jeugdige, zijn ouders en zijn sociale omgeving. Doel van de stelselwijziging jeugd is: meer preventie en eerdere ondersteuning, meer uitgaan van de eigen kracht van jeugdigen en hun ouders, minder snel problemen medicaliseren, betere samenwerking rond gezinnen en integrale hulp op maat. De transitie jeugdzorg gaat gepaard met een korting van 15% op het huidige (landelijke en provinciale) budget. Dalfsen werkt samen met gemeenten in de regio IJsselland, waarvoor een regionaal beleidskader is vastgesteld. Uitgangspunt van het regionale beleid is: ondersteuning zoveel mogelijk bieden in de eigen leefomgeving; lokaal organiseren wat lokaal kan, regionaal waar het meerwaarde heeft. Activiteiten die onder de categorieën universele preventie, selectieve preventie en lichte opvoedhulp vallen behoren tot de lokale verantwoordelijkheid (gemeenten). Uitdagingen: De gemeente Dalfsen is volop bezig met de voorbereidingen op de overheveling van taken per 1 januari 2015. Voor een groot deel doet de gemeente dat in samenwerking met regiogemeenten binnen regio IJsselland, maar een goed lokaal preventief aanbod en lokale afstemming en coördinatie van zorg is van groot belang. Op gemeentelijk niveau zijn er zorgstructuren (CJG), maar ook op het niveau van de scholen (ZAT). Tussen deze zorgstructuren is een goede afstemming van groot belang. Daarnaast is het van belang te kijken welke rol het basisonderwijs en de voorschoolse voorzieningen moeten en kunnen spelen in de preventieve sfeer. Ontwikkelingen logopedie Schoollogopedie richt zich nu op de screening en kortdurende behandeling van leerlingen in groep 2. Om eventuele problemen op het gebied van spraaktaalontwikkeling op de basisschool eerder te signaleren, worden de basisschoolleerlingen vanaf schooljaar 2014/2015 op iets jongere leeftijd gescreend, e gemiddeld rond hun 5 verjaardag. Daarnaast wordt in overleg met CJG en voorschoolse voorzieningen ingezet op voorlichting en advisering voor jeugdartsen en verpleegkundigen en voor pedagogisch medewerkers. 2.2
Passend Onderwijs
Ontwikkelingen De wet Passend onderwijs is eind 2012 door de Eerste Kamer aangenomen en treedt gefaseerd in werking. Per 1 augustus 2014 geldt er een zorgplicht. Daarmee staat niet langer de zorg voor leerlingen maar de ondersteuning van leerlingen met een bijzondere hulpvraag om onderwijs te volgen centraal. Het samenwerkingsverband Passend Onderwijs stelt een regionaal ondersteuningsplan op. In dit plan dat elke vier jaar opnieuw moet worden vastgesteld, geven de bevoegde gezagen van de scholen in het samenwerkingsverband gezamenlijk invulling aan de ondersteuning die zij op hun scholen kunnen bieden. Het ondersteuningsplan wordt opgebouwd uit de zorgprofielen van de scholen in het samenwerkingsverband en beschrijft op welke wijze voor leerlingen ondersteuning en zorg wordt georganiseerd en hoe de toegang daartoe is geregeld. In het ondersteuningsplan is het beleid van het samenwerkingsverband beschreven. Het ondersteuningsplan gaat over ondersteuning in het onderwijs voor leerlingen die dat nodig hebben.
3
In de gemeente Dalfsen is sprake van twee samenwerkingsverbanden en wel: 1. samenwerkingsverband Primair Onderwijs e.o. (betreft leerlingen op grondgebied van de gemeenten Coevorden, Hardenberg, Ommen en Dalfsen); 2. samenwerkingsverband Voortgezet Onderwijs Zwolle, Kampen, Raalte e.o. (betreft grondgebied gemeenten: Dronten, Hattem, Heerde, Kampen, Oldebroek, Olst-Wijhe, Raalte, Staphorst, Zwartewaterland en Zwolle en Dalfsen. Uitdagingen Bovenstaande raakt ook aan de jeugdzorg en voor sommige leerlingen ook aan de AWBZ-zorg. Hiernaast raakt het ook het leerlingenvervoer en onderwijshuisvesting. Het is daarom van belang dat het samenwerkingsverband met de gemeenten afstemming zoekt over jeugdzorg, leerlingenvervoer en onderwijshuisvesting enerzijds en passend onderwijs anderzijds. Formeel is dit in de wet geregeld door middel van een verplicht op overeenstemming gericht overleg (OOGO) tussen samenwerkingsverband en gemeentebesturen. Dat overleg moet op 1 mei 2014 zijn afgerond. Op die datum moet het vastgestelde ondersteuningsplan worden ingediend bij de inspectie. 2.3
Voor- en vroegschoolse educatie (VVE)
Ontwikkelingen Met de komst van de Wet OKÉ in 2010 hebben gemeenten de plicht voorschoolse educatie bieden aan kinderen met een (risico op) ontwikkelingsachterstand. Daarnaast moet de gemeente afspraken maken met schoolbesturen over een doorgaande leerlijn en over de resultaten van vroegschoolse educatie. In de gemeente Dalfsen zijn een aantal gezamenlijke uitgangspunten in LEA-verband geformuleerd en vastgelegd in de beleidsnotitie ‘voorschoolse voorzieningen en educatie’ en de subsidieregeling voor VVE. In Nieuwleusen bestaat al sinds twee jaar een VVE-groep en in Lemelerveld en Dalfsen zijn en worden VVE-groepen gestart. De minister heeft plannen aangekondigd op het gebied van harmonisatie van kinderopvang en peuterspeelzaalwerk, waarbij het uitgangspunt is dat ieder kind twee dagdelen een voorschoolse voorziening kan bezoeken. Naar verwachting volgt eind 2013 duidelijkheid over hoe dit vorm moet gaan krijgen. Uitdagingen Uit de bestandsopname van de Onderwijsinspectie eind 2012 blijkt dat er op de volgende punten verdere uitwerking nodig is, waar de komende jaren met betrokken partners invulling aan moet worden gegeven: Doelgroepbepaling - Er is nog geen definitie van een doelgroepkleuter Bereik en toeleiding - De gemeente bereikt nog maar een klein deel van de doelgroepkinderen met voorschoolse educatie. - Er is geen zicht op het aantal doelgroeppeuters, uitgaande van de eigen gehanteerde doelgroepdefinitie. - Ook is er geen zicht op het non-bereik en kan de gemeente daardoor geen gericht toeleidingsbeleid opstellen. Ouderbetrokkenheid De gemeente moet beleid formuleren waarbij wordt ingegaan op: - de ouderpopulatie - de intakeprocedure van VVE - ontwikkelingsgerichte activiteiten - participatie van ouders - informeren van ouders over de ontwikkeling van kinderen - rekening houden met de thuistaal
4
Integraal VVE-programma De gemeente moet met voor- en vroegscholen afspraken maken over het te hanteren kind- of leerlingvolgsysteem in de voor- en/of vroegschool. Externe zorg Het beleid over de (externe) zorg voor peuters die meer nodig hebben dan VVE, moet zijn vastgelegd. De gemeente moet een overzicht hebben van zorginstanties waar een beroep op kan worden gedaan door voor- en vroegscholen. Ook moet duidelijk zijn welke zorg geboden kan worden en welke afspraken gemaakt zijn over de werkwijze. Kwaliteitszorg Er moeten afspraken komen over de manier waarop de voor- en vroegscholen hun interne kwaliteitszorg uitvoeren. Doorgaande lijn Er moet beleid komen: - over de VVE-coördinatie tussen de voor- en vroegschool - om zoveel mogelijk kinderen door te laten stromen van de voorschool naar en vroegschool - over de afstemming van pedagogisch-educatief handelen van de voor- en vroegschool op elkaar - over de afstemming van interne begeleiding en de zorg van de voor- en vroegschool op elkaar VVE-coördinatie Op bestuurlijk niveau moet er afstemming komen tussen de betrokkenen over VVE. Resultaten vroegschoolse educatie De gemeente moet afspraken maken met schoolbesturen over de te bereiken resultaten met VVE. Monitoring is belangrijk in het kader van opbrengstgericht werken en doelgericht VVE-beleid.
2.4
Onderwijs en Kulturhusen
Ontwikkelingen De gemeente Dalfsen krijgt de komende 10 jaar te maken met een forse krimp onder jeugd en jongeren. Het gaat om rond de 20%. Dat heeft voor iedereen in de gemeente gevolgen en raakt de voorzieningen. In overleg met schoolbesturen wordt een gezamenlijke visie op het primair onderwijs 2 – 12 jaar, visie op huisvesting en ambities opgesteld (zie ook hoofdstuk 3). Uitdagingen Op basis van de vast te stellen visie en ambities komen tot een plan met arrangementen per kern.
2.5
Jeugd & maatschappij
Preventie algemeen Bijna alle kinderen gaan naar school. Leerkrachten hebben contact met zowel leerlingen als ouders en leerkrachten zijn mede-opvoeders. De school is daardoor de ideale plek om preventieve campagnes in te zetten. Denk aan voorlichting over alcohol en roken, weerbaarheidstrainigingen of het stimuleren van bewegen en gezonde voeding. De keerzijde is echter dat scholen soms ‘overspoeld’ dreigen te worden met preventiecampagnes. Daarom is het belangrijk gezamenlijk met de jgz, organisaties voor (buitenschoolse) opvang en de gemeente te bepalen welke thema’s prioriteit krijgen en hoe er op het gebied van preventie samengewerkt kan worden. Uiteraard spelen ook andere organisaties, zoals jongerenwerk en (sport)verenigingen, hierin een belangrijke rol.
5
Sport en bewegen Landelijke ontwikkeling De PO-raad, VO-raad en MBO Raad hebben de Onderwijsagenda Sport, Bewegen en een Gezonde Leefstijl (SBGL) opgesteld. In deze agenda staan de ambities beschreven voor een ‘gezonde leeromgeving’. De ministers van OCW en VWS hebben in november 2012 ingestemd met de agenda, die een looptijd heeft van vier jaar. In de projectperiode is € 4 mln. beschikbaar voor de uitvoering van de onderwijsagenda SBGL. Doel van de onderwijsagenda SBGL is scholen stimuleren om schoolbeleid te ontwikkelen voor sport, bewegen en een gezonde leefstijl. Dit moet leiden tot een kwantitatieve en kwalitatieve toename van sport, bewegen en een gezond leefstijlaanbod in en rondom de school. Leerlingen met een gezonde leefstijl presteren vaak ook beter op school. Steeds vaker zien we jongeren met bijvoorbeeld overgewicht of diabetes, door te weinig beweging en een verkeerd voedingspatroon. Doelen te bereiken in 2016 voor de sector primair onderwijs (basisonderwijs, speciaal basisonderwijs en (voortgezet) speciaal onderwijs) zijn: Percentage leerlingen dat voldoet aan beweegnorm is gestegen van 47% naar minimaal 53%; Minimaal 450 basisscholen hebben het Vignet Gezonde school behaald; Voldoen alle po-scholen aan de minimumnorm (groepen 1 en 2 dagelijks lichamelijke opvoeding, de groepen 3 t/m 8 twee keer per week drie kwartier en leerlingen uit het speciaal basisonderwijs drie keer per week drie kwartier) voor lichamelijke opvoeding in het primair onderwijs Werken de po-scholen zoveel mogelijk samen met de binnen en buitenschoolse sport en beweegaanbieders Geven bevoegde (vak)leerkrachten de lo-lessen. Voor, door en met de scholen wordt een servicepunt ingericht waarin verschillende ondersteunings- en begeleidingsinstrumenten voor scholen beschikbaar komen. Ook wordt de verbinding gelegd met regionale en landelijke partijen buiten het onderwijs. Lokale uitdaging Bovenstaande sluit aan bij de gemeentelijke insteek. Beweging door jeugd is belangrijk. Hoe kunnen we er samen voor zorgen dat jeugd zoveel mogelijk beweegt? Wij willen hierover graag ideeën inventariseren en met scholen, Kulturhusen en sportorganisaties handen voeten aan geven. Cultuureducatie Ontwikkelingen Gemeente Dalfsen heeft cultuureducatie al jaren als speerpunt binnen het cultuurbeleid. Een jaarlijkse bijdrage voor het culturele programma is hiervan onderdeel, net als de inzet van de combinatiefunctionaris cultuur en de financiering van een groot deel van het kunstkwartet. Vanuit het rijk is in de beleidsperiode 2013-2016 het belang van cultuureducatie binnen het onderwijs wederom speerpunt binnen het cultuurbeleid. Het rapport van de onderwijsraad “leren, creëren, inspireren” geeft aan dat cultuureducatie niet in het hart van het onderwijs zit en dat leerkrachten te ste weinig handvatten hebben, terwijl creativiteit een kernkwaliteit van de 21 eeuwse burger is. Met het behouden van een geoormerkt bedrag voor cultuureducatie binnen de lumpsum (€ 10,90), de plaatsing van dit bedrag in de prestatiebox en een landelijk programma “Cultuureducatie met Kwaliteit” hoopt OCW een structurele verandering teweeg te brengen. Uitdaging Vanuit de provincie Overijssel wordt in de periode 2013 – 2016 ook ingezet op cultuureducatie. De prestatieafspraken met de gemeenten rondom cultuureducatie worden voortgezet. Vanuit de provincie is er in de periode 2013 tot en met 2016 € 3,00 per leerling per leerjaar beschikbaar. Voorwaarde is dat de gemeente minimaal 75% van het beschikbare budget uit 2012 behoudt tot en met 2017 (2017 i.v.m. schooljaren 2016/2017) en dat er intentieverklaring met scholen wordt ontwikkeld rondom cultuureducatie en de inhoudelijke en financiële afspraken die hierbij horen.
6
Bibliotheekwerk Ontwikkelingen en uitdagingen. Kinderen en jongeren zijn belangrijke doelgroepen binnen het bibliotheekbeleid. De gemeente wil deze groepen actief in aanraking brengen met de bibliotheek als voorziening. Zowel ter bevordering van het lezen en taal, maar ook de andere functies van de bibliotheek spelen hierbij een belangrijke rol. In de raadsvergadering van juni 2013 wordt het bibliotheekbeleid behandeld. In het bibliotheekbeleid ligt een extra opdracht voor de bibliotheek richting het onderwijs. Uitgangspunt is om de relatie scholen en bibliotheek te verstevigen en de jongste inwoners in aanraking te brengen met de bibliotheek. Ook in de voorschoolse periode ligt een belangrijke taak voor de bibliotheek, bijvoorbeeld op het gebied van (interactief) voorlezen. 2.6 Prioriteiten Bovenstaande thema’s kunnen natuurlijk niet allemaal tegelijk opgepakt worden en daarom is het goed prioriteiten te stellen. Prioriteit hebben die thema’s waarvoor harde deadlines zijn vastgesteld of opgelegd en waarvoor de LEA partners een gezamenlijke verantwoordelijkheid hebben. We komen dan tot de volgende drie thema’s: Transitie jeugdzorg Op 1 januari 2015 moeten de jeugdzorgtaken overgeheveld zijn naar de gemeente. Dan moet ook de afstemming tussen de zorgstructuren zijn geregeld en er moeten de lokale preventieve taken duidelijk zijn. Gemeente is eindverantwoordelijk, maar afstemming met basisonderwijs, jgz en voorschoolse voorzieningen is van groot belang. Passend Onderwijs Op 1 mei 2014 moet er een ondersteuningsplan zijn vastgesteld. De afstemming met de jeugd(gezondheids)zorg en het leerlingenvervoer moet dan ook zijn geregeld. Schoolbesturen zijn verantwoordelijk voor het ondersteuningsplan, voor de afstemming zijn gemeente en schoolbesturen gezamenlijk verantwoordelijk. Voorscholen en de JGZ zijn belangrijke overlegpartners. De schoolbesturen zijn volop bezig binnen de samenwerkingsverbanden een ondersteuningsplan op te stellen, waarbij afstemming met gemeenten plaatsvindt. Voor- en vroegschoolse educatie (VVE) De inspectie van het Onderwijs heeft in de bestandsopname VVE een behoorlijk aantal aandachtspunten benoemd, waarbij de resultaatafspraken over vroegschoolse educatie met schoolbesturen hoge prioriteit krijgen. De gemeente is eindverantwoordelijk voor het bieden van voorschoolse educatie aan doelgroepkinderen, het bieden van vroegschoolse educatie is een verantwoordelijkheid van schoolbesturen. Bij bijna alle onderwerpen binnen de VVE is het van groot belang dat voorscholen, basisscholen, jgz en gemeente samenwerken om ontwikkelingsachterstanden op jonge leeftijd te voorkomen, op te heffen of te verkleinen. Op deze drie thema’s zijn op bestuurlijk niveau afspraken gemaakt (zie hoofdstuk 4). Dat betekent niet dat de ontwikkelingen op de andere thema’s uit dit hoofdstuk stil komen te liggen. Ook deze thema’s worden, waar dat nodig en/of zinvol is, in gezamenlijkheid opgepakt.
7
3.
Algemene visie op jeugd en onderwijs
Gemeente en schoolbesturen hebben een gezamenlijke visie opgesteld naar aanleiding van de fors verwachte krimp onder jeugd en jongeren. Deze visie past ook in de ontwikkelingen van de LEA.
‘Het kind en de jeugd centraal’ 3.1 Inleiding De gemeente Dalfsen krijgt de komende 10 jaar te maken met een forse krimp onder jeugd en jongeren. Het gaat om rond de 20%. Dat heeft voor iedereen in de gemeente gevolgen en raakt de voorzieningen. Voor de een wat eerder en meer dan voor de ander. In deze notitie richten wij –de schoolbesturen van het basisonderwijs en de gemeente- ons op de jeugd van 0 tot 23 jaar en de groep van 2 tot en met 12 jaar in het bijzonder. Het kind staat centraal, daar gaat het om. 3.2 Visie voor 0 tot 23 jaar Jongeren moeten in een zo gunstig mogelijk leefklimaat goed kunnen opgroeien en zich ontwikkelen. Ouders/verzorgers hebben hierin een primaire rol. De gemeente heeft een taak om waar nodig ouders en medeopvoeders te versterken en/of te ondersteunen in hun opvoedingsrol. Professionals vervullen daarbij een belangrijke uitvoerende taak. Er wordt rekening gehouden met culturele en religieuze achtergronden van ouders. 3.3 Visie op het primair onderwijs 2 – 12 jaar Ieder kind wordt in een stimulerende pedagogisch didactische omgeving de mogelijkheid geboden zich te ontwikkelen binnen zijn of haar mogelijkheden. Daarvoor wordt een doorlopende ontwikkeling en leerlijn aangeboden die past bij de talenten van het kind. Om dit zo optimaal mogelijk te gaan uitwerken, worden arrangementen ontwikkeld. Vakexperts vanuit onderwijs, kinderopvang, etc. en daarnaast vrijwilligersorganisaties worden hierbij ingeschakeld. Ondersteuning bij opvoeden en opgroeien en jeugdhulpverlening voor kinderen en ouders zijn basisvoorwaarden voor dit proces. Ouders/verzorgers kunnen ervan op aan, dat hun kind tussen “brengen en halen” in goede handen is en dat een optimale ontwikkeling, een pedagogisch verantwoord en veilig klimaat gegarandeerd is. Ouders zijn zich bewust, dat het leren en ontwikkelen niet alleen in schooltijd of op de opvang plaatsvindt, maar vooral ook in de thuissituatie. 3.4 Visie op huisvesting In de meest optimale situatie zijn de activiteiten voor het kind onder één dak samen gebracht. Next best optie is op loopafstand. Huisvesting is een middel en de gezamenlijke verantwoordelijkheid van gemeente en schoolbesturen. 3.5 Ambitie Voorzieningen voor kinderen en hun ouders De kernen beschikken over voorzieningen die elkaar aanvullen en aan activiteiten onderdak bieden die elkaar kunnen versterken. Er zijn aanbieders van culturele, sportieve en educatieve activiteiten. Waar mogelijk wordt dit gecombineerd met voorzieningen voor opvoedondersteuning en jeugdgezondheid- en hulpverlening. Samenwerkende professionals In de voorzieningen werken professionals met verschillende achtergronden (leerkrachten basisonderwijs, leidsters peuterspeelzaal en kinderopvang, pedagogisch medewerkers, begeleiders, hulpverleners, etc.) die elk vanuit hun eigen discipline (onderwijs, opvang, sport, cultuur, educatie, hulpverlening) bijdragen aan de ontwikkeling en het leren van kinderen. De professionals werken zo veel als mogelijk is vanuit dezelfde pedagogische principes. Zij volgen als één team de ontwikkeling van de kinderen, signaleren stagnaties en stemmen hun activiteiten op elkaar af met als doel een optimale doorgaande ontwikkelingslijn voor kinderen te creëren.
8
Kinderen in ontwikkeling Kinderen ontmoeten in de voorzieningen vriendjes en vriendinnetjes. Zij kunnen hier spelen, leren, talenten ontwikkelen en zichzelf en de wereld ontdekken. Leerkrachten, leidsters, pedagogisch medewerkers en begeleiders dagen hen uit hun talenten te ontdekken en zich zo optimaal mogelijk te ontwikkelen. Als ze daarbij een extra steuntje in de rug nodig hebben, kan dat snel gesignaleerd en opgepakt worden. Hulpverleners zijn zo nodig voor kind en ouder nabij. De professionals waar de kinderen mee te maken hebben, werken allemaal zo veel als mogelijk is vanuit dezelfde pedagogische opvattingen. Voor kinderen biedt dat duidelijkheid en houvast. Zekerheid voor ouders Voor ouders bieden voorzieningen de zekerheid dat hun kinderen in goede handen zijn. Zij weten vanuit welke pedagogische principes er gewerkt wordt en kunnen hierin bewuste keuzes maken. Daarnaast biedt het ouders de mogelijkheid om de opvoeding van hun kinderen beter te combineren met hun werk. Onderwijs, opvang en naschoolse activiteiten sluiten op elkaar aan, zowel qua inhoud, tijd en plaats. Ingebed in maatschappelijke omgeving De voorzieningen zijn ingebed in de maatschappelijke omgeving. Vanuit de voorzieningen wordt actief gezocht naar betekenisvolle relaties met wijkbewoners en wijkorganisaties. Te denken valt bijvoorbeeld aan excursies naar bedrijven in de wijk, projecten samen met een verzorgingstehuis, wijkbewoners betrekken bij acties rond de voorzieningen. Op deze manier leggen kinderen van jongs af aan al actief contacten met de wereld om hen heen en ervaren zo dat zij onderdeel van de samenleving uit maken.
9
4.
Doelstellingen Lokaal Educatieve Agenda 2014-2015
Tijdens de bestuurlijke LEA-bijeenkomst op 26 september zijn de thema’s Jeugdzorg, VVE en Passend Onderwijs besproken en zijn er doelstellingen met elkaar benoemd. a. Inhoudelijk 4.1 Doorgaande leerlijn Een goede doorgaande leerlijn is van groot belang. Wanneer kinderen goed worden overgedragen van voorschool naar de basisschool, weten leerkrachten hoe een kind binnen komt en waar mogelijke aandachtspunten liggen. Daarnaast is het in het kader van passend onderwijs van belang dat scholen goed weten welke kinderen zij op hun school krijgen en kunnen inschatten of zij de begeleiding kunnen bieden die het kind nodig heeft. Ook in verband met zorgsignalen is een goede overdracht van belang. Daarbij is een punt van aandacht dat bij alle betrokken organisaties in beeld is hoe met privacy-gegevens over de ontwikkeling van kinderen wordt omgegaan. Afspraken: - Op 1 januari 2015 is er minimaal een warme overdracht van voorschool naar basisschool van alle kinderen die VVE hebben gevolgd. - Op 1 januari 2015 is er een schriftelijke overdracht van voorschool naar basisschool van alle kinderen. - Ouders geven vooraf schriftelijke toestemming voor de (warme) overdracht bij overgang van het kind van de peuterspeelzaal/kinderdagverblijf naar school of van school naar school. - Op kernniveau wordt zoveel mogelijk afstemming gezocht op het gebied van pedagogischeducatief handelen (aansluiting van programma’s) en de afstemming van interne begeleiding en zorg. 4.2 Positief opvoeden De doorgaande leerlijn vraagt om gedeelde uitgangspunten op de opvoedende leeromgeving. De gemeente Dalfsen gaat daarbij uit het concept “positief opvoeden” en het versterken van eigen kracht. Afspraken: - Partijen spreken uit de uitgangspunten positief opvoeden en eigen kracht te ondersteunen. - Versterking van competenties van medewerkers op het gebied van positief opvoeden en eigen kracht. - Bij signalering van problematiek geldt het principe specialistische kennis wordt “erbij” gehaald in plaats van doorverwijzing. 4.3 Ouderbetrokkenheid Ouderbetrokkenheid moeten we niet verwarren met ouderparticipatie. Ouderparticipatie is het betrekken van ouders bij het beleid of de activiteiten van de school, de peuterspeelzaal of het kinderdagverblijf en dit is een verantwoordelijkheid van iedere organisatie op zich. Ouderbetrokkenheid is de betrokkenheid van ouders bij de ontwikkeling van hun eigen kind. Het is een belangrijke succesfactor voor de leerprestaties van kinderen, zeker in de voorschoolse periode. Het is noodzakelijk dat ouders vroegtijdig gestimuleerd worden om betrokken te zijn/blijven bij de ontwikkeling van hun kind en dat dat niet ophoudt wanneer kinderen naar de basisschool gaan. In dat opzicht ligt er een belangrijke gezamenlijke verantwoordelijkheid voor voorscholen en basisscholen. Afspraken: - Algemene uitgangspunten: vraag van ouders wat zij van jou als organisatie verwachten en communiceer duidelijk over wat je als organisatie van ouders verwacht. - In de overdracht van VVE naar de basisschool wordt zo nodig ook aandacht besteed aan ouderbetrokkenheid (denk bijvoorbeeld aan laaggeletterdheid bij ouders). - Scholen en voorscholen hebben beleid op het gebied van ouderbetrokkenheid en stemmen deze op kernniveau op elkaar af met als doel van elkaar te kunnen leren. Aandachtspunten binnen beleid voor ouderbetrokkenheid kunnen zijn:
10
de ouders de intakeprocedure ontwikkelingsgerichte activiteiten participatie van ouders informeren van ouders over de ontwikkeling van kinderen rekening houden met de thuistaal
4.4 Inzicht resultaten VVE In Dalfsen zijn er geen echte vroegscholen. Geen enkele school heeft structureel zoveel gewichtenleerlingen om als vroegschool aangemerkt te kunnen worden. Afspraken maken over de resultaten van vroegschoolse educatie is dan ook lastig. Toch vinden we het met elkaar belangrijk dat we zien hoe het op de basisschool met de kinderen gaat die VVE gevolgd hebben, om zo nodig het VVEbeleid aan te kunnen passen. Daarom spreken we het volgende af: Afspraken: - Per 1 januari 2016 is er inzicht in de vroegschoolse resultaten van kinderen die VVE gevolgd hebben. Daarvoor is het nodig dat: scholen weten en registreren welke kinderen VVE hebben gevolgd (goede overdracht noodzakelijk) we bepalen welk meetmoment wordt gehanteerd om de resultaten in beeld te brengen. de resultaten minimaal op gemeentelijk- en kernniveau inzichtelijk worden gemaakt. 4.5 Aansluiting ontwikkelingen passend onderwijs Vanaf 1 augustus 2014 geldt de zorgplicht voor de scholen. Dit betekent ondersteuning van leerlingen met een hulpvraag, waarbij het gaat om ontwikkeling en gedrag en waarbij begaafdheid niet mag worden vergeten. Het samenwerkingsverband geeft via het ondersteuningsplan met de scholen invulling hieraan. Het is van belang lokaal aansluiting te vinden met zorgstructuur, leerlingenvervoer en onderwijshuisvesting. Afspraken: - per 1 januari 2015 aansluiting lokaal zorgnetwerk op ondersteuningsstructuur van het samenwerkingsverband (c.q. afdelingen) op het niveau van de verschillende kernen - per 1 januari 2015 duidelijkheid over hoe lokaal zorgnetwerk invulling geeft aan uitgangspunt “erbij halen” en/of thuisnabij - afspraken maken over signalering en informatieuitwisseling - afstemming met gemeentelijk beleid leerlingenvervoer en onderwijshuisvesting - mogelijkheden bezien van pilots b. Randvoorwaarden 4.6 Afstemming gemeentebreed vs. kern De LEA 2014 – 2015 vormt het kader, waarbij uitwerking zoveel mogelijk op kernniveau plaatsvindt. Afspraken: - er is commitment van alle partijen op de geformuleerde doelstellingen - we zetten zoveel mogelijk in op kernniveau voor de verdere uitwerking 4.7 Ontmoeting/netwerken Elkaar kennen en kunnen vinden is van groot belang. Dit geldt ook voor uitwisseling van ervaringen en expertise. Afspraken: - partners (scholen, JGZ, kinderopvang, peuterspeelzaalwerk en gemeente) ontmoeten elkaar: a. op kernniveau: 2 x per jaar; b. gemeentebreed: minimaal 1 x per jaar - dit betreft een combinatie van inhoudelijk programma en informeel ontmoeten.
11
5.
LEA overlegstructuur
Om de afspraken na te kunnen komen, is een overlegstructuur nodig waarbij de verschillende partijen vanuit de scholen, voorscholen, JGZ en gemeente op diverse niveaus zijn betrokken. Daarbij sluiten we zoveel mogelijk aan op de bestaande overlegvormen. De doelen worden op bestuurlijk niveau vastgesteld en bijgesteld, waar nodig in de Stuurgroep LEA verder uitgewerkt en gemonitord en lokaal opgepakt in de overleggen in de kernen.
Jaarlijkse bestuurlijke LEA bijeenkomst Schoolbesturen
directies/ managers Kinderopvang en Peuterspeelzaalwerk
Directie/management JGZ Doel:
gemeentebestuurder
Vast/ bijstellen doelen Lokaal Educatieve Agenda, jaarlijkse evaluatie
LEA stuurgroep (2 x per jaar) Deelnemers, een afvaardiging van: Directeuren basisscholen
Vertegenwoordiger jgz
coördinatoren/managers kinderopvang en peuterspeelzaalwerk beleidsmedewerker(s) gemeente
Doel: Inhoudelijke uitwerking LEA, monitoren en bijsturen van afspraken Doel: Vaststellen LEA en de daarin gemaakte afspraken, jaarlijkse evaluatie
Waar nodig, wordt rondom een thema een onderwerp verder uitgewerkt in een apart overleg .
Kernoverleg Dalfsen - directeuren basisscholen - locatiemanagers ko en psw - Jgz - gemeente
Kernoverleg Nieuwleusen
Kernoverleg Lemelerveld
- directeuren basisscholen - locatiemanagers ko en psw - Jgz - gemeente
- directeuren basisscholen - locatiemanagers ko en psw - Jgz - gemeente
Doel: lokale uitwerking en afstemming (2 x per jaar)
12