Foto: Stef Steneker
Jaargang V | Nummer 8 | mei 2009
Groningen: Sylviuslaan 2 | 9728 NS Groningen | Postbus 1040 | 9701 BA Groningen | Telefoon 050 526 86 63 | Fax 050 525 54 27 Apeldoorn: Deventerstraat 130-N | 7321 CD Apeldoorn | Telefoon 055 7113817 | Fax 055 7113816 E-mail:
[email protected] | Internet: www.weusthuis.nl
Vier Noordgroninger gemeenten anticiperen op bevolkingsontwikkeling
“De opgave waar wij voor staan, overstijgt onze draagkracht” Heel Nederland krijgt in de toekomst te maken met een afnemende en grijzer wordende bevolking. Tot voorkort was er weinig aandacht voor dit fenomeen maar daar komt nu steeds meer verandering in . Vooral ook doordat nu in de dunner bevolkte gebieden, zoals Noordoost-Groningen en Noordoost-Friesland, Zuid-Limburg en Zeeland, de gevolgen van de bevolkingsontwikkeling steeds duidelijker zichtbaar worden. De Noordgroninger gemeenten Appingedam, Delfzijl, Eemsmond en Loppersum en de provincie Groningen besloten vorig jaar in een bestuursakkoord samen nieuw regionaal beleid te ontwikkelen om goed op de bevolkingsontwikkeling te kunnen anticiperen. Coen Weusthuis begeleidt sinds een jaar nu dit proces.
Uit de bevolkingsprognose die onderzoeksbureau ABF in 2007 in opdracht van de provincie Groningen opstelde, blijkt dat de vier gemeenten in de periode tot 2030 te maken krijgen met een bevolkingsafname van zo’n 25 procent. Het aantal schoolkinderen in de leeftijd 4-12 jaar zal in dezelfde periode bijna halveren en in 2030 is volgens de prognoses maar liefst 60 procent van de bevolking ouder dan 55 jaar. “De bevolkingsontwikkeling heeft uiteraard enorme consequenties voor wonen en voorzieningen”, aldus burgmeester Emme Groot van de gemeente Delfzijl, voorzitter van de Regiegroep Wonen en Voorzieningen. “We hebben minder én andere woningen nodig. En we moeten samen met maatschappelijke partners nadenken over de vraag hoe we de voorzieningen anders kunnen organiseren, zodat de inwoners van het gebied gebruik kunnen blijven maken van bijvoorbeeld zorg, onderwijs, sport en culturele voorzieningen en hier op een prettige manier kunnen blij-
Nieuwsbrief Weusthuis en Partners |
ven wonen. Dat is een enorme opgave.” Pioniersrol “Als je naar de cijfers kijkt”, vervolgt Groot: “is onze regio één van de sterkste krimpregio’s van Nederland. Het is volstrekt duidelijk dat dit een opgave is die de draagkracht van de regio overstijgt. De opgave is aanzienlijk groter dan die van de zogeheten Vogelaarwijken. Tegelijkertijd zitten wij in een pioniersrol; de ontwikkeling waar wij mee te maken krijgt, daar krijgen veel meer gebieden mee te maken. We pleiten er bij de Rijksoverheid dan ook voor ons te helpen invulling te geven aan die pioniersrol.” Omslag in denken “De bevolkingsontwikkeling vraagt een omslag in denken”, constateert Groot. “Je hoort mensen nog vaak zeggen: als we maar mooie nieuwe woningen bouwen, dan komen de mensen vanzelf wel. We zijn met z’n allen dan ook heel erg op >
1 > groei gericht. Maar zo werkt het niet meer. Als je nu niet bouwt, wat de consument wil, dan bouw je voor de leegstand. Zet je in op de leefbaarheid van de regio, dan moet je dus vooral weten wat de consument wil. Dat is ook de reden waarom wij eerst een onderzoek hebben laten uitvoeren naar de woonwensen van de consumenten. Als je de woonwensen vergelijkt met de plannen die er liggen, zie je waar de schoen wringt. Daar moeten we nu beleid op ontwikkelen.”
Emme Groot, burgemeester Delzijl
“Op basis van de uitkomsten van het onderzoek, hebben we vier mogelijke beleidscenario’s uit laten werken. Dit zijn geen beleidskeuzes”, benadrukt Groot, ”maar zoekrichtingen voor nieuw beleid. Wat gebeurt er als we de consument volledig zijn zin geven? Wat als we niets doen? Wat
als we alle ontwikkelingen concentreren in het stedelijk gebied Appingedam-Delfzijl, waar de provincie tot nu toe op mikt? En wat als we de koek verdelen, wonen en voorzieningen gelijkmatig over het gebied verspreiden? Momenteel zijn we met de maatschappelijke partners in gesprek over deze scenario’s. Voor de zomer willen we tot een beleidskeuze komen. Aan de ene kant is dat een kort tijdspad voor zo’n grote opgave, aan de andere kant: de tijd begint te dringen. Ook bij de maatschappelijke partners is de behoefte groot aan een duidelijk regionaal ontwikkelingskader, waarbinnen ook zij hun plannen kunnen maken.” Reacties:
[email protected]
Rol Weusthuis en Partners In opdracht van de regio Eemsdelta vervult Coen Weusthuis de rol van procesregisseur in het beleidsvormingstraject dat ruim een jaar geleden van start ging. Beginpunt was het Bestuurlijk Akkoord Eemsdelta, waarin de vier gemeenten en de provincie de intentie uitspraken om tot gezamenlijk regionaal beleid te komen. Coen maakte een plan van aanpak voor de totstandkoming van het regionaal beleid “wonen en voorzieningen”, tuigde de een projectorganisatie op en redigeerde het concept “Pact van de Regio”. Dit Pact heeft de vorm van een convenant waarin het regionaal beleid vast komt te liggen. Als procesregisseur schakelt Coen telkens tussen de bestuurlijke Regiegroep en de ambtelijke projectgroep.Het is een forse uitdaging om de
lokale overheden op één lijn te krijgen, want ondanks een duidelijk gezamenlijk belang, heeft elke gemeente haar eigen politieke agenda en specifieke problematiek. Ook de provincie neemt deel aan project- en regiegroep. Daarnaast is het natuurlijk van belang dat de problematiek ook op de landelijke agenda komt, zodat er straks ook rijksmiddelen beschikbaar komen voor de aanpak van de krimp. Het proces vraagt extra aandacht omdat krimp nieuw is, niet sexy. Jarenlang domineerde groei de politieke agenda. De omslag naar krimp vraagt veel aandacht. In het proces zijn dus vele momenten gecreëerd van onderlinge afstemming tussen overheden, corporaties, zorg- en welzijnsinstellingen, maatschappelijke organisaties en de bevolking.
Congres Structuurvisie 9 april 2009 Donderdag 9 april vond het congres “Structuurvisies: wat is de meerwaarde?” plaats in Martiniplaza te Groningen. Rob van Vliet (Weusthuis Associatie, zie elders in deze nieuwsbrief) zit in de eindfase van zijn promotie-onderzoek naar het werken met structuurvisies in 21 grote gemeenten. Daarom nam Rob eind 2008 het initiatief tot dit congres, dat in samenwerking met de Rijksuniversiteit Groningen en de Gemeente Groningen tot stand kwam. Naast Rob van Vliet kwamen in het ochtendprogramma 5 gastsprekers aan bod. Stuk voor stuk brachten ze vanuit diverse invalshoeken inspirerende verhalen over de structuurvisie nu en in de toekomt. Absoluut voldoende “food for thought”! ’s Middags vonden er twee parallelsessies plaats waar men zich kon verdiepen in de kenmerken van een participatief planproces of in de uitvoeringskant van een structuurvisie. Afgesloten werd met een plenair slotdebat. Eén belangrijke conclusie was dat er kansen liggen voor een adaptief planproces. Een dergelijk planproces vraagt om een structuurvisie met
een “robuuste laag” die relatief onveranderlijk is en langere tijd meegaat en een “flexibele laag” die periodiek kan worden geherijkt. Verder werd geconcludeerd dat het aanbeveling verdient om het formele deel van het planproces efficiënt in te richten en zeker binnen één bestuursperiode af te ronden. Voorkomen moet worden dat de creatieve startfase en de operationele uitwerkingsfase onderdeel worden van het formele planproces van de structuurvisie waardoor te lange doorlooptijden ontstaan. In totaal zo’n 200 professionals (ambtenaren, werknemers van corporaties, consultants) uit het hele land namen hiermee kennis van de mogelijkheden en kansen voor de structuurvisie binnen de nieuwe Wet op de Ruimtelijke Ordening.
Reacties:
[email protected]
| Nieuwsbrief Weusthuis en Partners
Foto: Jochem Dijkstra
Foto: gemeente Delfzijl
vervolg pag.
Foto: Margreet Piek
Appingedam en Delfzijl ontwikkelen samen visie op de toekomst Rob van Vliet versterkt Weusthuis netwerk Met ingang van 1 januari 2009 is Rob van Vliet als zelfstandig advisteur verbonden aan Weusthuis Associatie (zie pagina 4 van deze nieuwsbrief). Rob heeft zich gespecialiseerd in het begeleiden van overheidsorganisaties bij het ontwikkelen van ruimtelijke structuurvisies voor regio’s, gemeenten, steden, stadsdelen, binnensteden of voor ruimtelijke thema’s, zoals verkeer en vervoer, woningbouw, wijkvernieuwing en economie. Rob heeft ruim 30 jaar ervaring in het managen van beleidsprocessen in de ruimtelijke ordening, bij provincies en gemeenten. Na zijn studie Geografie/Planologie aan de Rijksuniversiteit te Groningen werkte hij als adviseur bij een stedenbouwkundig bureau, als teamleider Bouwen en Wonen bij de Provincie Groningen en vervolgens 20 jaar lang bij de dienst RO/EZ van de Gemeente Groningen. Bij deze dienst was hij achtereenvolgens afdelingshoofd Beleidsontwikkeling, projectdirecteur wijkvernieuwing en de laatste 8 jaar directeur Ruimtelijke Ontwikkeling. Sinds eind 2007 is hij projectleider voor de RegioTram in Groningen. Daarnaast is Rob sinds 2004 verbonden aan de faculteit Ruimtelijke Wetenschappen van de RUG als docent stadsplanning. Hij verzorgt voor de masteropleiding Planologie het vak stadsplanning en begeleidt studenten bij hun onderzoeksprojecten.
Appingedam en Delfzijl staan voor een aantal belangrijke ontwikkelingen die aanleiding zijn om een gezamenlijke visie op de ontwikkeling van beide gemeenten. De bevolkingsontwikkeling (waarover elders in deze nieuwsbrief meer) is een belangrijke, maar ook de groei van de economische activiteiten in het havengebied. Daarnaast is het versterken van de zeewering met het oog op de stijgende zeespiegel een actueel thema. Voldoende reden voor beide gemeentebesturen om alle bestaande plannen en visies bij elkaar te brengen in een nieuwe integrale visie op de toekomstige ontwikkeling van beide gemeenten. Rob van Vliet, sinds 1 januari 2009 als associé verbonden aan Weusthuis Associatie, begeleidt de visievorming.
Het zogeheten ‘Ontwikkelingsperspectief 2030’ krijgt een brede, regionale insteek. De beoogde visie laat in woord en beeld zien in welke richting beide gemeenten zich willen ontwikkelen. Niet alleen op ruimtelijk gebied, maar ook op het gebied van bevolkingsopbouw, wonen, welzijn, sociale samenhang, cultuur, sport, recreatie, werkgelegenheid, verkeer en bereikbaarheid. In het proces is een belangrijke rol weggelegd voor inwoners, ondernemers en maatschappelijke partners. Rob van Vliet: “Om tot een gezamenlijk perspectief te komen, hebben we eerst samen met HKB Stedenbouw alle bestaande plannen en visies geïnventariseerd en een eerste analyse gemaakt. Dat was een hele stapel”, stelt Rob. “Toen we alle relevante documenten in beeld hadden gebracht, zijn we twee dagen met een grote groep beleidsmedewerkers van beide gemeenten en vanuit allerlei beleidssectoren in de vorm van workshops bezig geweest om de analyse af te maken en de belangrijkste vraagstukken helder te krijgen. De uitkomsten hiervan hebben we met verschillende klankbordgroepen van ondernemers en maatschappelijke organisaties en een deskundigenpanel besproken. Als eerste aanzet tot het Ontwikkelingsperspectief is begin april een Participatienota uitge-
Nieuwsbrief Weusthuis en Partners |
bracht. In deze nota hebben we een aantal belangrijke thema’s en een aantal mogelijke ontwikkelingsrichtingen benoemd en zijn alle mogelijke beleidskeuzes die er de komende jaren gemaakt moeten worden beschreven. We hebben burgers gevraagd hun antwoord te formuleren op de beleidsvoorstellen en beleidskeuzes. In april zijn informatieavonden en inloopmarkten georganiseerd, waarbij raadsleden en collegeleden in gesprek gingen met burgers over de toekomst van de beide gemeenten. Tijdens een gezamenlijke, openbare raadsvergadering zijn alle beleidskeuzes besproken. De resultaten van al het overleg is verwerkt in het Ontwikkelingsperspectief 2030 en zal eind mei aan de raden van beide gemeenten worden voorgelegd. Het ‘Ontwikkelingsperspectief 2030’ gaat de basis vormen voor de beleidsinzet en de ontwikkeling van de beide gemeenten tot 2030. In de tweede helft van 2009 wordt het Ontwikkelingsperspectief 2030 vertaald in een ruimtelijk plan, een zogeheten structuurvisie, met een daarbij behorend uitvoeringsprogramma. Het opstellen van een structuurvisie geldt sinds juli 2008 als een wettelijke verplichting.
Reacties:
[email protected]
Sinds de laatste Nieuwsbrief (voorjaar 2008) zijn er verschillende veranderingen doorgevoerd in de Weusthuis-organisatie. Met gepaste trots openden we kort na de zomer onze neven- vestiging in Apeldoorn. Vanuit dit sfeervolle kantoor in de oude Zwitsalfabriek (bedrijfsverzamelgebouw) aan de Apeldoornseweg zijn Marco Hormann en Marieke Seip (zie voor haar introductie pag 7 ) in het midden van het land actief als procesmanagers in de ruimtelijke ontwikkeling. Marco Hormann is per 1 januari 2008 tevens toegetreden als partner in het bureau, waarna we de naam hebben gewijzigd in Weusthuis en Partners. Al met al voldoende aanleiding om onze huisstijl eens grondig te herzien. Na de zomer van 2008 introduceerden we ons nieuwe logo. De visitekaartjes en onze andere uitingen zien er weer helemaal fris uit.
En: in oktober 2008 hebben we onze vernieuwde website gelanceerd (zie www.weusthuis.nl). De meest recente ontwikkeling is dat per 1 januari 2009 “Weusthuis Associatie” is opgericht. Weusthuis Associatie willen we uitbouwen naar een netwerk van onderling verbonden maar zelfstandig werkende procesmanagers in de ruimtelijke ontwikkeling. Rob van Vliet (zie artikel pag 3) is per oprichtingsdatum toegetreden als maat in de maatschap. De nieuwe maatschap is opgericht om professionals in de ruimtelijke ontwikkeling precies die organisatievorm aan te kunnen bieden die past bij hun eigen wensen en mogelijkheden. We zijn ervan overtuigd dat al deze veranderingen de kwaliteit van onze dienstverlening en daarmee het fundament van ons bureau versterken!
Locatie Apeldoorn
Weusthuis Associatie netwerk van professionals
Voor een procesregisseur is een sterk netwerk van groot belang. Om die reden bouwt Weusthuis en Partners voortdurend aan nieuwe contacten en vormen van samenwerking. Met de start van Weusthuis Associatie maakt Weusthuis en Partners het nu ook voor zelfstandige adviseurs aantrekkelijk zich aan te sluiten bij het in de loop der jaren opgebouwde netwerk van professionals op het gebied van ruimtelijke ordening.
Voor het Weusthuis-netwerk is Weusthuis Associatie een goede manier om het netwerk te verrijken met adviseurs die hun sporen op het gebied van ruimtelijke ordening verdiend hebben, maar niet voelen voor een dienstverband. Weusthuis Associatie biedt zelfstandige adviseurs de mogelijkheid samen te werken met collega-professionals en gebruik te maken van kennis, expertise, ondersteuning en faciliteiten van het Weusthuis-netwerk. Bijvoorbeeld op het gebied van financiële administratie, huisvesting en beroepsaansprakelijkheid. Opdrachtgevers zullen in de praktijk weinig merken van het juridische onderscheid tussen Weusthuis Associatie en Weusthuis en Partners. Elders in deze nieuwsbrief maakt u kennis met Rob van Vliet. Hij trad op 1 januari samen met Weusthuis en Partners toe als maat in de maatschap onder de naam Weusthuis Associatie.
Foto: Jan Willem van Vliet
Foto: Margreet Piek
‘Weusthuis blijft in beweging’
| Nieuwsbrief Weusthuis en Partners
IFP zorgt voor nieuwe economische impuls North Sea Region
‘Thinking, debating en shaping the future’ De provincies Groningen, Friesland, Drenthe, de NOM en de Kamer van Koophandel zijn in juni 2008 gestart met het project Innovative Foresight Planning for Business Development (IFP). IFP is een Europese Interreg IV project van de North Sea Region. Samen met nog elf andere partners uit deze regio wil het Noord-Nederlandse partnership op een vernieuwende manier de toekomst verkennen van kansrijke bedrijvigheid in zes regio’s: Rogaland County (Noorwegen), Agder Region (Noorwegen), Region Central Denmark (Denemarken), Hamburg en omgeving (Duitsland), Schotland-Aberdeen (UK) en Northern Netherlands (Nederland). Namens Weusthuis en Partners is Lydia Terpstra gevraagd om het projectmanagement voor het partnership van NoordNederland te verzorgen.
Het doel van IFP is een gezamenlijke kennisbasis te creëren over de toekomstmogelijkheden van bedrijvigheid in vier aangewezen clusters: Food, Advanced Technology, Energy en Financial Services. Maar IFP gaat niet alleen over het verzamelen van kennis over de toekomst. De meerwaarde ligt in het debat met alle betrokken partijen. Het gaat om de vorming van nieuwe samenwerkingsverbanden en de vertaling in strategie en actie. Kortom: ‘Thinking, debating en shaping the future’.
Policy toolbox Het werkpakket ‘public sector facilitation’ moet uiteindelijk leiden tot een online instrument, de zogenoemde ‘policy toolbox’: een gestructureerde verzameling documenten met conclusies uit het werkpakket. Zowel het bedrijfsleven als de overheid kunnen deze documenten over de IFP methodiek online raadplegen. De ‘policy toolbox’ moet de opgebouwde internationale publieke netwerken op het gebied van deze methode blijvend ondersteunen.
Public sector facilitation Vanuit deze filosofie coördineert Weusthuis en Partners de bijdrage van het partnership Noord Nederland aan dit internationale project. Bovendien geven we vorm en inhoud aan het werkpakket ‘public sector facilitation’ waarvan het Noordelijk partnership de trekker is. In het werkpakket wordt bekeken met welke beleidsinstrumenten de diverse overheden op dit moment de bedrijven en instellingen in de vier genoemde clusters faciliteren. Daarvoor wordt een inventarisatie van bestaande beleidsdocumenten en instrumenten gehouden. Deze gegevens worden geëvalueerd en we verzamelen de ‘best practises’. Ook onderzoeken we hoe toekomstige ontwikkelingen in de clusters door de overheid gefaciliteerd kunnen worden.
Al deze kennis en instrumenten moeten zorgen voor nieuwe, internationale netwerken tussen bedrijfsleven en overheid. Ze moeten inspireren, zorgen voor onderling begrip met als uiteindelijk doel de economie in deze regio’s een impuls te geven. Het vergroot de kansen voor innovatie en stimuleert de toekomstige werkgelegenheid in de North Sea Region. Voor het project dat tot eind 2011 zal duren, is ruim 2,5 miljoen euro uitgetrokken.
Reacties:
[email protected]
Nieuwsbrief Weusthuis en Partners | 5
Studiemiddag ‘succes in subsidies’
Weusthuis en Partners hield onder leiding van Sybe Roosma (senior procesmanager en subsidiespecialist) op 29 januari een studiemiddag over subsidiegelden die de komende jaren in Noord-Nederland “boven de markt hangen”. Zo’n 60 medewerkers van grote en kleine gemeenten luisterden naar inleidingen over het nieuwe Interreg 4B Northsea Programme (door Albert HaanSNN), Koers Noord (Herman Cock-SNN) en Plattelandsfondsen (door Emiel WegmanProvincie Fryslan). In de tweede helft van de middag kwamen cases aan bod die illustreerden welke kansen en valkuilen er aan de orde zijn bij het verkrijgen van financiele middelen uit deze subsidieregelingen. Met volle hoofden en een “subsidieadviescheque” op zak verlieten de deelnemers aan het einde van de middag het Kasteel. Het was een nuttige en boeiende middag, zo beluisterden we na afloop!
De minister van Wonen, Wijken en Integratie bezocht begin maart het opvallende wijkcentrum van deze ‘prachtwijk’. Hier liet hij zich informeren over de ontwikkelingen, de aanpak en de aandachtspunten in deze wijk. Op de foto Jacqueline de Booij (links), Gosé Posthumus ( Nieuw Wonen Friesland) (rechts) en minister Eberhard van der Laan (midden) tijdens diens bezoek aan Heechterp-Schieringen.
De wijk Heechterp-Schieringen in Leeuwarden is één van de veertig ‘prachtwijken’ die oudminister Vogelaar in Nederland heeft aangewezen. Deze prachtwijken zijn aandachtswijken die omgevormd worden tot wijken waar mensen kansen hebben en weer graag willen wonen. In april 2008 stelden de gemeente Leeuwarden en de woningcorporaties WoonFriesland en Nieuw Wonen Friesland een wijkactieplan voor de wijk vast. Namens Weusthuis en Partners vervult Jacqueline de Booij sinds oktober de rol van programmamanager voor de uitvoering van het wijkactieplan Heechterp-Schieringen. Heechterp-Schieringen is een wijk waar bewoners ‘achter de voordeur’ soms met flinke problemen kampen. Het gemiddelde inkomen ligt laag, de werkloosheid is hoog en de zogeheten sociale samenhang is beperkt. “De gemeente en beide betrokken woningcorporaties hebben ons ingeschakeld om te zorgen dat het wijkactieplan wordt uitgevoerd. Onze belangrijkste taak is het verbinden van de verschillende partijen en het bijeen brengen van de sociale en fysieke aspecten”, legt Jacqueline de Booij uit. “Door op een integrale manier samen te werken wordt er veel meer bereikt. Een voorbeeld hiervan zie je op het gebied van energie. Als het energieverbruik in een flat hoog blijkt te zijn, dan zijn er verschil-
lende oplossingen. Je kan de woningen renoveren en energiezuiniger maken, maar misschien ligt het hoge verbruik wel aan het gedrag van de bewoners. Naast de bouwkundige aanpassingen, zijn we dus ook gestart met een project om energie te besparen. Inmiddels doet bijna dertig procent van de huishoudens in de wijk hier aan mee. Zo snijdt het mes aan twee kanten.“ Frontlijnteam Een deel van de uitvoering is inmiddels gestart. In maart 2009 zijn de eerste renovaties begonnen en in oktober 2009 start de nieuwbouw van een complex met twintig seniorenappartementen in de huursector. Daarnaast is er vorig jaar een ‘frontlijnteam’ opgezet. “Dit team bestaat inmiddels uit vijftien medewerkers uit verschillende hoeken, zoals het CWI, de woningcorporaties en de verslavingszorg. Samen bieden ze op een laagdrempelige manier een volledig pakket outreachend welzijnswerk aan. Onder het motto ‘ alle bewoners een stap vooruit’ gaan ze de wijk in om zich op de meest uiteenlopende manieren in te zetten voor de bewoners. Nieuwe ideeën voor de wijk worden bekeken, maar er wordt ook gesproken over schulden, het vinden van werk en over de veiligheid in de wijk. Er zijn inmiddels 220 adressen bezocht en de eerste successen zijn geboekt”, vertelt De Booij. De integrale samenwerking tussen gemeente,
| Nieuwsbrief Weusthuis en Partners
de beide woningcorporaties, het wijkpanel en het wijkcentrum begint steeds meer resultaten op te leveren. “Gezamenlijk worden plannen gemaakt voor meer fysieke ingrepen en een uitgebreid sociaal-cultureel pakket in de wijk. Er is samen een nieuwsbrief voor de wijk gemaakt en er wordt gewerkt aan een intensieve outreachende aanpak om huurachterstanden te voorkomen. Er is veel draagvlak voor het wijkactieplan: ‘alle bewoners een stap vooruit’ en ‘Heechterp-Schieringen een prachtwijk”, vertelt Jacqueline de Booij. Reacties: j.
[email protected]
Foto: Leeuwarder Courant
Weusthuis levert programmamanagement voor ‘prachtwijk’ in Leeuwarden
Wij stellen (opnieuw) aan u voor: Marieke Seip
Foto: fotogw.nl
“Ik sta graag met mijn voeten in de klei”
Na een studie planologie te hebben afgerond, dook Marieke Seip (38) de wetenschap in. Ze begon haar loopbaan als onderzoeker aan de RUG, maar merkte al snel dat alleen theorie niet aan haar was besteed. De behoefte om zelf dingen te doen en ‘met de voeten in de klei te staan’ was groter. Al tijdens het schrijven van haar proefschrift ging ze parttime aan de slag bij Weusthuis. Eenmaal gepromoveerd werd dit fulltime en hiermee was ze de eerste medewerker die Coen Weusthuis in dienst nam. Na tien jaar besloot ze het moederschip te verlaten en bij de gemeente Apeldoorn te gaan werken. Nu, bijna drie jaar later keert ze terug naar Weusthuis en Partners. Waarom? “Toen ik bij Weusthuis begon, stond ik aan het begin van mijn carrière. Ik heb het vak daar echt geleerd. In de tien jaar dat ik hier werkte heb ik veel verschillende projecten gedaan en ben ik steeds verder gegroeid,” vertelt Marieke Seip. In dit groeiproces kwam ze al snel tot de ontdekking dat ze veel belangstelling heeft voor wijkvernieuwingsprojecten. “Vooral de diversiteit van deze projecten en de koppeling van de sociale en fysieke aspecten daarin spreekt mij erg aan. Ik ben iemand die beide talen spreekt en het leuk vindt om deze beide werelden met elkaar te verbinden.”
Gemeente Apeldoorn In 2002 verhuisde Marieke Seip naar Apeldoorn . “Ik werd toen gedetacheerd bij de gemeente Apeldoorn en vond het heerlijk om te werken in de stad waar ik woonde”, vertelt ze. Weusthuis en Partners had toen alleen nog een kantoor in Groningen en helaas bleek de geografische afstand te groot om genoeg verbinding te houden. Toen de Gemeente Apeldoorn in het najaar van 2006 met een aanbod kwam om als programmamanager ‘complete wijken’ aan de slag te gaan, besloot ze over te stappen. “In Apeldoorn zijn twee grote naoorlogse wijken waarvoor een herstructureringsprogramma loopt. Als programmamanager was ik de spin in het web tussen de diverse partijen, hield de projecten op tempo en maakte de vertaalslag tussen de fysieke en sociale aspecten. Apeldoorn is wat dat betreft echt een voorloper, want die was tien jaar geleden al bezig met de fysiek-sociale aanpak van wijken. Hierdoor heb ik veel kennis en ervaring opgedaan, die ik ook graag weer in andere projecten wil inzetten”, legt Seip uit. Verbonden Toen Weusthuis bekend maakte een nieuwe Weusthuis-vestiging in Apeldoorn te starten, sloeg de twijfel toe. “Ik had het bij de gemeente Apeldoorn naar mijn zin, maar toch bleef er iets
Nieuwsbrief Weusthuis en Partners |
kriebelen. Het sprak me aan om weer te werken op wisselende plekken en alle kennis en kunde die ik inmiddels heb opgedaan, in te zetten voor verschillende opdrachtgevers en projecten.” Uiteindelijk hakte ze de knoop door en besloot ze terug te keren naar haar oude werkgever. “Ik heb me altijd heel verbonden gevoeld met Weusthuis en Partners. Het is een platte organisatie, met veel senioriteit, diverse persoonlijkheden en ruimte voor ontwikkeling. Je bent hier geen adviseur die op afstand een rapport inlevert, maar je trekt de projecten van A tot Z. Je kruipt echt in de huid van de opdrachtgever. Ik kan me goed vinden in deze manier van werken, maar ik ben natuurlijk ook ‘opgevoed’ in Weusthuisstijl”, glimlacht Marieke Seip.
Reacties:
[email protected]
Weusthuis begeleidt wijkvernieuwing Velp Zuid
Op 1 maart is het team van Weusthuis en Partners versterkt met een oude bekende: Marieke Seip. Al eerder deed ze bij Weusthuis en tot voorkort bij de gemeente Apeldoorn ruime ervaring op in diverse wijkvernieuwingsprojecten. Ook na haar come back bij Weusthuis gaat ze met wijkvernieuwingsprojecten aan de slag. In opdracht van de gemeente Rheden en woningcorporatie Vivare begeleidt ze als programmamanager de herstructurering van de wijk Velp Zuid.
Naoorlogse wijken “Velp Zuid is grotendeels een naoorlogse wijk en je ziet dat veel van deze wijken op dit moment aandacht nodig hebben. Deze wijken zijn fysiek volledig uitgewoond. Er zijn doorgaans veel sociale huurwoningen, relatief veel armoede en er is te weinig openbare ruimte. Daarnaast is de openbare ruimte die er wel is vaak ‘versleten’. Er staan een paar struiken met een vuilnisbak en eigenlijk voldoet deze niet meer aan de huidige wensen. Zo’n wijk heeft op diverse fronten vernieuwing nodig.
De oplossing ligt dan niet alleen in de stenen, maar in een combinatie van fysieke en sociale aspecten ,“ legt Marieke Seip uit. Volgens Seip is één van de manieren om dit te doen, bewoners zelf bij het project betrekken. “Je kunt bewoners bijvoorbeeld hun nieuwe woning laten ontwerpen in een sloop- nieuwbouwtraject. Ze gaan in groepen of individueel aan de slag en zijn hierdoor zijn ze enorm betrokken bij hun woning én bij hun directe buren. Zo komen mooie groepsprocessen op gang waarbij de sociale cohesie in de buurt voor de komende jaren is verzekerd. Een ander voorbeeld is bewoners mee laten ontwerpen aan de inrichting van de openbare ruimte. De ervaring leert dat deze groep zich hierdoor ook na de uitvoering meer verantwoordelijk voelt voor de openbare ruimte en dus zorgt voor het behoud hiervan.” Structurele vooruitgang “Als programmamanager is het mijn taak om de fysieke en sociale sporen bij elkaar te brengen. Aan de ene kant heb je de hardcore projectontwikkeling die echt met het fysieke aspect bezig zijn. Aan de andere kant wil de gemeente structurele vooruitgang creëren in de wijk en mensen ‘empoweren’. Oftewel kansen zichtbaar te maken en zorgen dat mensen deze zelf pakken.
8 | Nieuwsbrief Weusthuis en Partners
Door beide talen te spreken, kan ik in mijn rol van programmamanager de partijen dichter bij elkaar brengen. Op die manier kunnen de verschillende aspecten elkaar verbinden en juist versterken en dat komt de wijk uiteindelijk alleen maar ten goede.”
Reacties:
[email protected]
Tekst: Senza Communicatie; Vormgeving; Studio Rob Pentinga, Margreet Piek; Illustratie: Frans Le Roux; Drukwerk: Zalsman , Groningen
Vorig jaar stelde de gemeente Rheden samen met woningcorporatie Vivare en Wijkplatform Velp Zuid een wijkvisie op. Om deze wijkvisie te vertalen naar een concreet uitvoeringsprogramma schakelde de gemeente Weusthuis en Partners in. “Na het opstellen van een wijkvisie kampen gemeenten en corporaties vaak met de vraag: ‘hoe gaan we dit voor elkaar krijgen?’. De visie is een wensbeeld, het beeld van de wijk over bijvoorbeeld twintig jaar. De vraag is dan wat je tussen nu en die twintig jaar moet doen om dat wensbeeld te realiseren. Dit is een optelsom van projecten, die samen het uitvoeringsprogramma vormen. In Velp Zuid zijn we met alle betrokken partijen een integraal proces gestart van wijkvernieuwing. Het is mijn taak als programmamanager om dit in goede banen te leiden”, vertelt Marieke Seip.