De uitdagingen waar wij als Europese samenleving voor staan Op donderdag 19 april 2012 gaf ik een presentatie tijdens de voorjaarsbijeenkomst van Integis, een bedrijf gespecialiseerd in forensische accountancy in Overveen (http://integis.nl/). Dit essay is geschreven op basis van deze presentatie. Het neemt ontwikkelingen nadien mee tot 9 mei 2012.
Er is geen eurocrisis De uitnodiging voor deze bijeenkomst vermeldde dat de positie van de euro aan de orde komt. Gelukkig lieten de organisatoren de titel van de voordracht nog open. Waren de organisatoren verbonden aan de media in plaats van actief op het gebied van forensische accountancy en onderzoeksmethoden, dan hadden zij mij als spreker ongetwijfeld de titel meegegeven: de crisis van de euro. Dat had mij dan de gelegenheid geboden te zeggen dat er geen eurocrisis is.
De euro is een sterke munt. Sinds de invoering in 1999 heeft de ene munt de 300 miljoen inwoners van de eurozone lage inflatie gegeven. De geldontwaarding sinds de invoering van de euro was lager dan 2% per jaar. Uiteraard is dit een gemiddelde over het gehele eurogebied en de gehele periode. Wel is de uitkomst beter dan die in Duitsland toen onze oosterburen nog de D-mark voerden. De Europese Centrale Bank (ECB) heeft op het gebied van de inflatiebestrijding een betere ‘track record’ dan de Bundesbank. In haar Maandbericht over april formuleert de ECB haar streven aldus: “De middellangetermijninflatieverwachtingen
voor
de
economie
van
het
eurogebied dienen stevig verankerd te blijven in overeenstemming met de doelstelling van de Raad van Bestuur het inflatiecijfer op de middellange termijn onder maar dicht bij 2% te houden”1.
Ook in de externe verhoudingen is de euro een sterke munt met een zelfs onder de invloed van de zogeheten eurocrisis relatief sterke wisselkoers. 1
Zie: http://www.ecb.int/pub/mb/editorials/2012/html/mb120412.nl.html.
© 2012 René Smits
1
De euro verloor sinds eind 2009 ongeveer 8% in waarde ten opzichte van de Amerikaanse dollar en het Britse pond. Ten opzichte van de Zwitserse frank was de koersval steiler: zo’n 20% waardeverlies tot het plafond dat de Zwitserse centrale bank heeft gesteld aan de munt: 1,20 CHF per Euro2.
Waarom spreken de media dan over de eurocrisis? Dat er sprake is van een periode van grote onrust op de financiële markten en van een sterke economische teruggang of lage economische groei valt niet te ontkennen. Sinds de zomer van 2007 leven we in een financiële crisis die de overheden wereldwijd dwong tot vergaande steunmaatregelen aan de banken. Vaak kwamen die steunmaatregelen ten laste van de begrotingen, dus van de belastingbetaler. Veelal ook was er alleen maar sprake van een garantiestellingen, die zich vertalen in een soort p.m.-posten op de begroting en niet leiden tot daadwerkelijke uitgaven.
Over de oorzaken van de financiële crisis valt veel te zeggen. Dat doe ik in dit verband niet, anders dan met twee korte opmerkingen. Er zijn uitstekende beschrijvingen gegeven van de verschillende oorzaken voor de financiële crisis, zowel in meer populaire boeken3 als in onderzoeksrapporten4. Hieronder vind ik het rapport van de Britse toezichthouder5 op het financiële 2
Zie: http://www.ecb.int/stats/exchange/eurofxref/html/index.en.html. Ik vermeld van heel vroeg tijdens de kredietcrisis: George Soros, The New Paradigm for Financial Markets: The Credit Crisis of 2008 and What it Means, 2008 en George Cooper, The Origin of Financial Crises: Central Banks, Credit Bubbles, and the Efficient Market Fallacy, 2008. Ook zeer lezenswaardig is: Gillian Tett, Fool's Gold: The Inside Story of J.P. Morgan and How Wall St. Greed Corrupted Its Bold Dream and Created a Financial Catastrophe, 2010. 4 Bijvoorbeeld van de Amerikaanse en Britse overheid en van parlementaire onderzoekscommissies of personen of comités belast met onderzoek met het achterhalen van de oorzaken van de financiële crises en het doen van voorstellen voor de hieruit voor wetgeving, toezicht of het financiële stelsel te trekken lessen. 5 De Financial Services Authority (FSA). Als gevolg van de herziening van het tripartiete financieel toezicht in het Verenigd Koninkrijk, dat de Bank of England, de FSA en het Britse Ministerie van Financiën (‘Treasury’) omvat wordt de FSA later dit jaar opgeheven en haar toezichtstaken worden overgeheveld naar de Britse centrale bank. De Bank of England krijgt naast het bestaande Monetary Policy Committee (MPC), verantwoordelijk voor monetair beleid, een Financial Policy Committee (FPC) dat verantwoordelijk wordt voor de financiële stabiliteit. De centrale bank krijgt twee dochters, de Prudential Regulation Authority (PRA) en de Consumer Protection and Markets Authority (CPMA), die worden belast met de huidige taken van de FSA. Voor details van de ideeën en wetsvoorstellen, zie de website van de Treasury en van de Bank of England, specifiek: http://www.hm-treasury.gov.uk/consult_financial_regulation.htm en 3
© 2012 René Smits
2
systeem uit 2009 (Turner Review)6 nog steeds een van de beste. Het erkent openhartig het falen van het Britse toezicht maar gaat ook in op de wanverhouding tussen de omvang van de financiële sector en de reële economie als een van de factoren die tot de crisis hebben geleid.
In de eerste plaats horen we vaak simpele verklaringen voor de crisis, zoals dat deze is overgewaaid uit de Verenigde Staten, dat de banken of de bankiers de schuld zijn, dat de toezichthouders gefaald hebben, enzovoorts. Ik hoef waarschijnlijk niet uit te leggen dat de crisis, zoals zoveel verschijnselen, meerdere oorzaken heeft die op elkaar ingrijpen, zodat een enkele vinger, te wijzen naar een enkele boosdoener, of groep boosdoeners, niet gepast is.
In de tweede plaats: de financiële crisis is nog niet over, zolang de kredietverlening door financiële instellingen aan elkaar, en door financiële instellingen aan de reële economie, nog niet in rustiger vaarwater is gekomen. Met de reële economie doel ik op de bedrijven en individuen die producten maken, diensten verkopen en lenen voor hun investeringen of voor consumptieve uitgaven7. Angst regeert nog steeds. Er is bovendien een proces van ‘de-leveraging’ aan de gang waarbij banken minder krediet verlenen ten opzichte van hun kapitaal, dat nog lang niet op het vereiste niveau is gebracht. De verhouding tussen bancaire kredietverlening en bancair kapitaal als een stootkussen voor verliezen op dergelijke uitzettingen is nog lang niet gezond.
http://www.bankofengland.co.uk/financialstability/Pages/overseeing_fs/default.aspx. 6 Zie: www.fsa.gov.uk/pubs/other/turner_review.pdf. 7 Dat de kredietverlening aan het bedrijfsleven nog niet weer op gang is gekomen blijkt bijvoorbeeld uit de rapportage van de ECB over kredietverlening aan het MKB (27 april 2012); zie: http://www.ecb.europa.eu/press/pr/date/2012/html/pr120427.en.html.
© 2012 René Smits
3
Huidige schulden- en bankencrisis is geboren uit de financiële crisis Terug naar de crisis in de eurozone die zich sinds 2010 ontvouwde. Deze crisis is geboren uit de financiële crisis. Nadat de jarenlang sprake is geweest van ‘irrational exuberance’ (de term die de toenmalige voorzitter van het Amerikaanse stelsel van centrale banken Alan Greenspan gebruikte voor de koersontwikkeling op de beurzen gedurende de dot.com zeepbel, in ingetogen Nederlands: onverstandige uitbundigheid), zijn de markten omgeslagen in het tegendeel. Van ‘greed’ naar ‘fear’: van méér en méér, gevoed door hebzucht, naar afstoten en terugtrekken, uit vrees geboren. Het kuddegedrag is gebleven. Waar eerst handelaren op de beursvloer en daarbuiten als lemmingen achter de optimistische voorlopers aanliepen, lopen ze nu en masse mee in het risicomijdend gedrag.
De situatie in de eurozone kon zo uit de hand lopen omdat de angst en de economische terugval als gevolg van de financiële crisis een goede voedingsbodem vormden voor verder risicomijdend gedrag. Het volstrekt ontoereikende optreden van de Europese politici, zowel tijdens de financiële crisis als toen de schuldencrisis zich ontvouwde, droeg sterk bij aan de verergering van de situatie.
De crisis betreft banken èn overheidsschuld Eerst terug naar de onderlinge verbondenheid tussen de verzwakte financiële sector en de verzwakte overheidsfinanciën. Banken en pensioenfondsen zagen hun beleggingen in staatsobligaties minder waard worden toen de financiële markten – met voorop de Credit Rating Agencies – zich bewust werden van de verschillen in kredietwaardigheid tussen Griekenland en Duitsland. De realisatie dat Duitsland een ander risico vertegenwoordigt dan Griekenland, en dan de andere perifere economieën,
© 2012 René Smits
4
vertaalde zich in steeds hogere rentes voor de Ierse, Portugese, Griekse, Spaanse en Italiaanse overheid8. Hogere rentes op obligaties betekent lagere prijzen van die obligaties
en dus
verlies
op de
portefeuille
aangehouden
staatspapier voor de banken. Door de hoge rentes werden Griekenland, Portugal en Ierland uit de markt geprijsd. Het was hen niet meer mogelijk private financiering aan te trekken voor hun schulden. Zij moesten zich tot de overheden wenden: leningen van de andere lidstaten, via het Europees Fonds voor Financiële Stabiliteit9, en leningen van het IMF10 moesten het gat opvullen.
Zoals financiële markten plegen te doen, gaven ze blijk van een overreactie. Terwijl banken, verzekeraars, pensioenfondsen en hedge funds tussen 1999 en 2009 nauwelijks een opslag vroegen voor het uitzetten van geld aan Griekenland ten opzichte van lenen aan Duitsland, sloegen ze geheel door vanaf het moment dat oud-premier Papandreou toegaf dat het Griekse begrotingstekort veel groter was dan zijn voorgangers ons wilden doen geloven.
8
De ontwikkeling van de rentes op staatsobligaties van de lidstaten van de EU die de euro als munt voeren wordt fraai geschilderd in een presentatie van Klaas Knot, President van De Nederlandsche Bank (DNB) voor OMFIF in Londen op 17 februari 2012 (The future of EMU and the Netherlands’ place in Europe); zie vooral dia nummer 11 in de presentatie op: http://www.dnb.nl/nieuws/nieuwsoverzicht-en-archief/speeches-2012/dnb268370.jsp. 9 Het Europees Fonds voor Financiële Stabiliteit (naar de Engelse naam afgekort tot: EFSF) is een door de lidstaten van de eurozone opgerichte Luxemburgse vennootschap die op de kapitaalmarkten leent onder garanties van deze lidstaten (met uitzondering van de lidstaten die inmiddels een lening kregen van het EFSF) en de geleende bedragen met een opslag weer doorleent aan lidstaten die in hun financieringsbehoeften niet zelf tegen aanvaardbare condities kunnen voorzien. Zie: http://www.efsf.europa.eu/. 10 Het International Monetaire Fond (IMF) is een wereldwijde organisatie die leden in betalingsbalansmoeilijkheden tijdelijk financiële middelen, die het ontvangt van de leden, ter beschikking stelt onder strenge beleidsvoorwaarden (‘conditionaliteit’). Zie: www.imf.org en speciaal in het Grieks de volgende pagina’s: http://www.imf.org/external/lang/Greek/np/exr/countryfacts/grc/index.htm.
© 2012 René Smits
5
De paniek op de financiële markten werd, zoals gezegd, stevig geholpen door de kredietbeoordelaars. Waar deze organisaties zo recent als januari 2009 Ierland nog een AAA-rating toekenden, waardeerden zij in twee jaar tijd af tot dezelfde waardering als voor Kazakstan. Griekenland had in januari 2009 A+ status en was in 5 snelle stappen verworden tot junk bond status in juli 2011. Dat wil zeggen tot het niveau van een Latijns-Amerikaans schuldenland zoals Belize11.
Bovendien waren de overheidsfinanciën als gevolg van de financiële crisis al sterk verzwakt. Twee voorbeelden: Ierland zag zich vlak na de val van Lehman Brothers genoodzaakt het bankwezen te garanderen waarvan het balanstotaal vele malen groter was dan het Ierse bruto nationaal product. Het instorten van de Spaanse huizenmarkt leidde tot werkloosheid en een aanslag op de balansen van de cajas, de regionale Spaanse banken, en tot tekorten in Madrid. Zowel Ierland als Spanje waren voordien voorbeeldige leerlingen waar het ging om overheidstekorten12.
Gedurende de financiële crisis was de reactie van de overheden in Europa grotendeels ongecoördineerd. Het werd: ieder voor zichzelf. Alleen de Europese Commissie, die toeziet op staatsteun13, en de Europese Centrale Bank, wiens advies noodzakelijk is bij overheidsmaatregelen op het 11
Zie: http://www.standardandpoors.com/ratings/sovereigns/ratingslist/en/us/?sectorName=null&subSectorCode=&start=0&range=50. 12 Op de website van de Europese Unie kan men de procedures wegens buitensporige overheidstekorten volgen. Hier blijkt dat Ierland en Spanje sinds de invoering van de euro in 1999 vóór 2009 geen buitensporige tekorten lieten zien. Zie: http://ec.europa.eu/economy_finance/economic_governance/sgp/deficit/index_en.htm (algemeen) http://ec.europa.eu/economy_finance/economic_governance/sgp/deficit/countries/ireland_en.htm (Ierland) en http://ec.europa.eu/economy_finance/economic_governance/sgp/deficit/countries/spain_en.htm (Spanje). 13 Op grond van artikel 107 van het Verdrag inzake de Werking van de Europese Unie (VWEU). De Europese Commissie heeft in diverse Mededelingen haar beleid inzake staatsteun aan de financiële sector gedurende de crisis uiteengezet. Haar benadering is te vinden op: http://ec.europa.eu/competition/state_aid/legislation/temporary.html.
© 2012 René Smits
6
terrein van de ECB, zoals steun aan de financiële sector14, probeerden de interne markt en de vereisten voor één monetaire beleid in Europa overeind te houden. Ook trok de financiële sector zich terug binnen de nationale grenzen15. Dit kan gedeeltelijk worden verklaard uit het feit dat er geen internationale of Europese mechanismen bestaan voor het afwikkelen van een bank die niet meer levensvatbaar is. “Banks operate internationally but come home to die.”16 Dit is dan ook een van de aspecten waarop de Europese overheid haar huiswerk moet doen, zoals ik later nog zal aangeven.
Het terugtrekken binnen eigen grenzen werd ook actief gestimuleerd door de overheden die banken garandeerde en overnam. Regeringen eisten daarvoor specifieke kredietverlening binnen de eigen grenzen als tegenprestatie (het geval van ING)17 of maakten zelfs kwantitatieve afspraken met het hele bankwezen, zoals in Groot-Brittannië de conservatief-liberale coalitieregering heeft gedaan Onder de merkwaardige naam ‘Project Merlin’ lagen voor 2011 kwantitatieve afspraken vast van de Britse regering met de grootste banken over kredietverlening, en speciaal kredietverschaffing aan het MKB, en over beloning van bankiers18.
14
Op grond van artikel 127, lid 4, van het VWEU, artikel 4.4 van de Statuten van het Europees Stelsel van Centrale Banken (ESCB) en de Europese Centrale Bank (ECB) en de Beschikking die de Raad van ministers van Financiën van de EU op 29 juni 1998 aannam over de raadpleging van de ECB door de nationale autoriteiten over ontwerpen van wettelijke bepalingen. Deze beschikking is te vinden in het EU-Publicatieblad van 3 juli 1998, nummer L 189, blz. 42. 15 Dit deed zich in 2011 sterk voor zoals blijkt uit de ECB-publicatie Financial integration in Europe van 26 april 2011, te vinden op: http://www.ecb.int/pub/pub/prud/html/index.en.html. Het rapport spreekt van een “a re-emergence of segmentation in euro area retail and wholesale banking markets” een wederopkomst van de segmentatie van de bancaire markten, zowel voor de grote bedrijven (‘wholesale’) als voor de individuele cliënten en het MKB (‘retail’). 16 Een variant hierop is de kenschets van deze situatie door ECB-President Mario Draghi op 25 april 2012 voor de commissie voor economische en monetaire zaken van het Europees Parlement: “(…) the well-known problem that during good times, large banks work as European institutions but in bad times fall on national shoulders”; zie: http://www.ecb.int/press/key/date/2012/html/sp120425.en.html. 17 ING zou kredietverlening voor € 25 miljard hebben toegezegd in ruil voor een tweede steunoperatie. Zie: “ING zou ook zijn best doen om de kredietverstrekking aan Nederlandse bedrijven en consumenten (inclusief hypotheken) met een bedrag van 25 miljard euro te doen toenemen” in het Eindrapport van de Parlementaire Enquête Financieel Stelsel (Tweede Kamer, vergaderjaar 2011–2012, document nr. 31 980 – 61, blz. 254. 18 De overeenkomst behelsde dat HSBC, Barclays, Royal Bank of Scotland en Lloyds ongeveer GBP 190 miljard (€ 230 miljard) zouden lenen aan het bedrijfsleven in 2011, waarvan € 76 miljard (€ 93 miljard) aan het MKB, bonussen zouden beperken en inzicht zouden geven in topsalarissen van bankiers. Zie voor de
© 2012 René Smits
7
Inmiddels is het momentum voor ingrijpende veranderingen in de bancaire wereld voorbij. Ik erken dat er veel regelgeving op de banken afkomt19. Er is sprake van aanmerkelijke verscherping van de normen en het toezicht20. Maar een omslag in het bankwezen, of in de financiële sector als geheel, zie ik niet. Er is sprake van een steeds sterkere lobby tegen verdergaande regels. In Amerika uit zich dat door het verzet tegen de toepassing van de ‘Volcker rule’21, de regel dat banken niet voor eigen rekening bepaalde zeer risicovolle beleggingen mogen aangaan. Dichterbij uit zich dat door het verzet tegen de door de commissie Vickers in het Verenigd Koninkrijk voorgestelde beperkte splitsing van banken22. Naast ‘ringfencing’ (het onderbrengen in een afzonderlijke rechtspersoon) van de onderdelen van banken die zich bezighouden met het betalingsverkeer, en het sparen van en krediet verlenen aan particulieren en het midden- en kleinbedrijf, stelde deze commissie voor de concurrentie in het Britse bankwezen te bevorderen en één van de banken die staatsteun had gekregen (Lloyds) verder te laten afslanken dan al door de Europese Commissie was geëist als voorwaarde voor de staatsteun23. Medio april verzuchtte oud-minister van Financiën Wouter Bos in Het Financieele Dagblad dat het tijdstip voor ingrijpende veranderingen helaas ongebruikt voorbij is gegaan24. Nog gedurende de crisis (juni 2009) overeenkomst: http://www.hm-treasury.gov.uk/press_17_11.htm, en voor de uitkomsten die de Bank of England bijhield: http://www.bankofengland.co.uk/publications/Pages/other/monetary/additionaldata.aspx. 19 Zie: http://ec.europa.eu/internal_market/bank/index_en.htm voor een overzicht van EU-regelgeving. 20 De brochure Restoring the health of the EU financial sector uitgegeven door de Europese Commissie bevat een handzaam overzicht van alle aanpassing van Europese wetgeving naar aanleiding van de financiële crisis en de afspraken in de G20 tot het nemen van maatregelen om een volgende crisis te voorkomen of minder ernstig te doen zijn . Zie: http://ec.europa.eu/internal_market/smact/docs/20120206_restoring_health_en.pdf. 21 Vastgelegd in de Dodd-Frank Wall Street Reform and Consumer Protection Act, waarvan de uitvoering in handen is van de Amerikaanse toezichthouders op het financiële systeem, onder wie het Federal Reserve System, de Amerikaanse centrale bank. Voor meer informatie, zie: http://www.federalreserve.gov/newsevents/reform_milestones.htm. 22 Zie: http://bankingcommission.independent.gov.uk/. 23 Zie mijn column in de on-line editie van Het Financieele Dagblad van 3 mei 2010: Volckers versus Vickers. 24 “Ik waarschuw. Er is een momentum geweest voor radicale maatregelen, maar dat is voorbij. De oorzaak van de crisis is nog niet weggenomen en dat vind ik onacceptabel.” En “In 2008, begin 2009 was er draagvlak om verreikende maatregelen te nemen om een nieuwe crisis te voorkomen. Het faillissementsrecht voor banken. De living will-discussie (het splitsklaar maken van banken - red.). De verplichte convertibele obligaties, die bij een crisis meteen worden omgezet in kapitaal. Daar was zelfs in de sector draagvlak voor.
© 2012 René Smits
8
kwam deze hartenkreet van Adair Turner, naamgever aan het eerder door mij genoemde rapport van de FSA, in een speech voor de Britse bankiers25: “It is therefore essential that we learn lessons and accept the need for radical change – change in the style of supervision, change in the regulations applied to banks, and changes in the banks themselves. We hope to return to more normal economic conditions: we must not allow a return to the ‘normality’ of the past financial system.”
Wanneer we kijken naar het huidige bankengedrag en naar de obscene beloningen die nog steeds worden uitgekeerd26, lijken de lessen niet geleerd. De Financial Times kopte op 13 april 2012 dat de CEO van Goldman Sachs 35% minder salaris kreeg over 2011. Het was ‘maar’ 12 miljoen dollar (ruim 9 miljoen euro)27.
Sprekend over de Financial Times is misschien een woord op zijn plaats over de invloed van de Brits-Amerikaanse pers en deze krant in het bijzonder. Ik schaar mij niet achter de Franse President Nicolas Sarkozy, die de Britse krant scherp attaqueerde toen deze positief schreef over het idee van zijn tegenstrever François Hollande om economische groei op Europees niveau de bevorderen: “The FT has said for years that the solution for the world is to have no law, no rules, no regulation. I believe exactly the opposite.”28, zo citeerde de FT de inmiddels door zijn tegenstander verslagen
Maar dat draagvlak is razendsnel verdwenen vanaf het midden van 2009. Het ging met de meeste banken weer wat beter, in de City werden weer bonussen uitbetaald. Je zag het wegsijpelen. De internationale politieke gemeenschap heeft dat laten lopen.” Oud-minister van Financiën Wouter Bos in een interview in Het Financieele Dagblad, 14 april 2012. Zie: http://fd.nl/economie-politiek/720930-1204/er-was-zelfs-bij-bankendraagvlak-voor-een-radicale-aanpak.-dat-is-snel-verdwenen. 25 Address to the British Bankers' Association Annual International Banking Conference 2009, zie: http://www.fsa.gov.uk/library/communication/speeches/2009/0630_at.shtml. 26 Een andere voormalige voorzitter van het Amerikaanse stelsel van centrale banken, Paul Volcker, zei het als volgt in een interview met de Financial Times op 12 februari 2012: “I do think that the compensation practices particularly in finance have gotten out of touch and created incentives that are not very helpful (…) They’ve gotten obscenely large in terms of the discrepancies between the average worker and the leaders’’. 27 Goldman cuts Blankfein pay to $12m, Financial Times, 13 april 2012. 28 Sarkozy attacks FT ‘liberalism’, Financial Times, 13 april 2012.
© 2012 René Smits
9
Franse President. Dit leidde op 14 april 2012 tot een hoofdredactioneel commentaar waarin de FT deze beschuldiging weerlegde.
Toch moet mij van het hart dat eurosceptici in deze Europese kwaliteitskrant de toon zetten. Op dezelfde dag dat de shortlist bekend werd gemaakt voor de prijsvraag die het Britse Hogerhuislid Wolfson organiseerde over het uiteenvallen van het eurogebied29 (u weet wel, die prijsvraag waarin de elfjarige Nederlander Jurre Hermans30 een erevermelding kreeg) publiceerde de FT drie grote artikelen, waarvan er twee pleitten voor het opbreken van de euro. (Tussen haakjes: de organisatie van een dergelijke wedstrijd is te vergelijken met het uitschrijven van een competitie voor de economische beste methode om het Verenigd Koninkrijk in tweeën, drieën of vieren te splitsen: niet bepaald buurvriendelijk.)
Ook het woordgebruik dat wordt gehanteerd duidt op een bepaalde vooringenomenheid. De regeringen van Mario Monti en Lucas Papademos duidt de FT steevast aan als “technocratisch”31, of als “niet-gekozen”, alsof
29
Zie: http://www.policyexchange.org.uk/component/zoo/item/wolfson-economics-prize. Zie: http://ftalphaville.ft.com/blog/2012/04/03/947181/raison-detat-and-leaving-the-euro-by-jurre-aged-11/. 31 Een selectie van voorbeelden: FT Lex Column, ‘Only in Italy’ (Financial Times 27/04/12) http://www.ft.com/intl/cms/s/3/a04fe01a-9051-11e1-8adc 00144feab49a.html#axzz1tcWDqh7V: “Mario Monti, Italy’s technocrat prime minister, is ambitiously trying to dismantle the convoluted web of cross-shareholdings and board-level influence that have become such a drag on corporate Italy.” en Guy Dinmore, ‘Rome Abandons 2013 goal for balanced budget’ (Financial Times 18/04/12) http://www.ft.com/intl/cms/s/0/74e35ed8-895e-11e1-85af-00144feab49a.html#axzz1tcWDqh7V “Financial analysts broadly accepted what they saw as an inevitable policy shift by Rome’s technocrat government, a view reflected on markets where Italy’s bond yields rose only slightly in response to the news delivered after a cabinet meeting on Wednesday.” Gideon Rachman (Columnist), 'Dont' despair of democracy' (Financial Times, 05/03/12) http://www.ft.com/intl/cms/s/0/cd5945de-6468-11e1-b50e-00144feabdc0.html#axzz1tADOCNxz "In Greece and Italy, elected politicians were performing so badly in the economic crisis that they have been temporarily replaced by unelected technocrats. Guy Dinmore & Giulia Segreti, 'Technocrat cabinet takes helm' (Financial Times, 16/11/11) http://www.ft.com/intl/cms/s/0/bb1b8062-107b-11e1-8298-00144feabdc0.html#axzz1tADJ3Fge "Italy’s caretaker government of unelected technocrats led by Mario Monti took charge of the eurozone’s third-biggest economy on Wednesday to the applause of Europe’s leaders and scepticism of investors." Tony Barber, 'Europeans clutch at technocratic fixes' (Financial Times, 09/11/11) http://www.ft.com/intl/cms/s/0/abccdedc-0ae3-11e1-b9f6-00144feabdc0.html#axzz1tADVorVl 30
© 2012 René Smits
10
zij niet democratisch zouden zijn. De Europese Commissie wordt omschreven als een stel “niet-gekozen bureaucraten”32, terwijl de Commissarissen benoemd zijn door gekozen regeringen met instemming van het Europese Parlement, waaraan de Commissie bovendien politiek verantwoordelijk is33.
U merkt het, deze jurist die ook socioloog is, is op zoek naar culturele verklaringen voor de huidige situatie. De mate waarin de media, uiteraard niet alleen de Financial Times, maar vooral ook de populaire media34, de crisis hebben aangepakt om te spreken over een uiteenvallen van de euro, versterkt de crisis. Er is volgens mij sprake van een self-fulfilling prophecy. Dit is een mechanisme waarbij een verkeerde definitie van de situatie als uitgangspunt wordt genomen voor het handelen. Als gevolg daarvan wordt die verkeerde definitie ook waar. Omdat mensen handelen naar hun vooroordeel of hun eigen perceptie, ontvouwen de ontwikkelingen zich op een manier die dit vooroordeel of deze perceptie waarmaken35. Populair gezegd: wij praten onszelf dieper de crisis in, in plaats van de crisis uit.
Theoretisch is er sprake van het volgende: “If men define situations as real, they are real in their consequences”. Dit is het Thomas theorema, een "The deeper Europe’s debt crisis becomes, the more European policymakers are clutching at solutions that substitute technocratic government for democracy. It looks like a desperate throw of the dice rather than a rational attempt to reorganise the eurozone into a genuine economic union." 32 Enkele voorbeelden: Martin Wolf, 'A disastrous failure at the summit' (Financial Times, 13/12/11) http://www.ft.com/intl/cms/s/0/b7b944a0-24fc-11e1-8bf9-00144feabdc0.html#axzz1tAITtokT "This would mean that, on deeply uncertain estimates of structural deficits, the Commission – a body of unelected bureaucrats – would impose sanctions on elected governments, when the latter are under great pressure. What is the Commission going to do if they still fail to comply? Take them over? The answer, we now know, is: yes. This is a constitutional monstrosity." Tony Barber & Peter Spiegel, Europe: A shift in the political wind (Financial Times, 27/04/2012) http://www.ft.com/intl/cms/s/0/3d5e621c-907c-11e1-8adc-00144feab49a.html#axzz1u6bGKrn5 “A powerful factor shaping the debate is the consensus on how to save the euro that emerged, after the outbreak of the debt crisis, among bureaucratic elites and political leaders in Brussels and EU national capitals.” 33 Zie de artikel 17 van het Verdrag betreffende de Europese Unie en artikel 234 VWEU. 34 Ook The Economist zou als invloedrijk medium moeten worden meegenomen in onderzoek naar vooroordelen in de media over Europa. 35 De klassieke verhandeling over dit fenomeen is te vinden in Robert K. Merton, Social Theory and Social Structure, 1968, hoofdstuk 13, blz. 475-490.
© 2012 René Smits
11
benadering die wel opgaat in de sociale wetenschappen maar uiteraard niet in de natuurwetenschappen. Verkeerde voorspellingen over het verloop van een ster beïnvloeden de gang van die ster uiteraard niet36. De duiding die mensen geven aan een situatie beïnvloedt hun gedrag, ongeacht of die duiding ‘correct’ is, in de zin van overeenstemt met een ‘objectieve’ waarneming van de situatie. De ‘bank runs’ gedurende de vorige financiële crisis (de jaren ’30 van de vorige eeuw) zijn hier een typisch voorbeeld van. Ongeacht de vraag of een bank niet meer aan zijn verplichtingen kan voldoen, zal de bank ten onder gaan en niet meer aan zijn verplichtingen kunnen voldoen indien alle spaarders tegelijk hun geld komen opeisen omdat zij in hun paniek – ten onrechte – menen dat hun geld niet meer veilig was. Institutionele wijzigingen, zoals behoorlijk financieel toezicht, kunnen dergelijke selffulfilling prophecies helpen voorkomen. Toch kwam in de financiële crisis van 2008 weer een ‘bank run’ voor, bij de Britse bank Northern Rock
In deze crisis rond de euro gedragen velen zich alsof de euro de oorzaak van de crisis is. Zij gedragen zich vanuit de veronderstelling dat het einde van de euro nabij is. In plaats van dat ons gedrag wordt bepaald door de grote uitdagingen waarvoor we gezamenlijk staan, onderling verbonden. Onderling verbonden, zowel omdat de problemen die we hebben onderling verbonden zijn, als omdat wij in de Europese samenleving onderling verbonden zijn.
Voordat ik iets zeg over mogelijke oplossingsrichtingen voor de onderling verbonden problemen, wil ik twee zaken ruiterlijk erkennen. 1) De muntunie begon met Griekenland als lid dat op basis van onjuiste statistieken toetrad; de cijfers gaven ten onrechte de
36
Vrij naar Robert Merton, hiervoor aangehaald.
© 2012 René Smits
12
indruk dat Griekenland voldeed aan de convergentiecriteria37, in het bijzonder de eis dat er geen buitensporig begrotingstekort is voor toetreding. Achteraf een ongelukkige beslissing. 2) De huidige schuldencrisis legt het onaffe bouwwerk van de EMU bloot. De economische en monetaire unie is in Maastricht opgebouwd met een sterk ontwikkelde ‘M’: de ene munt, de ECB, de bevoegdheden voor monetair beleid en de technische regels rondom de euro staan stevig. De ‘E’ daarentegen, de economische unie, is een lemen bouwwerk op een instabiele ondergrond. De basis wordt immers gevormd door de coördinatie van het economisch beleid van 17 afzonderlijke lidstaten van de muntunie. De welwillendheid van nationale overheden om hun beleid onderling af te stemmen met het oog op het gezamenlijk belang is dan doorslaggevend voor het succes van de EMU. Ook al zijn ze verdragsmatig tot die coördinatie verplicht38, vormt dit geen stevige grondslag. Ook het begrotingstoezicht berustte bij de afzonderlijke regeringen, verzameld in de Ecofin-raad39.
Ik spreek in de verleden tijd omdat door de crisis inmiddels al veel is gerepareerd aan het EMU-gebouw. Er zijn zes Europese wetten aangenomen om het begrotingstoezicht te versterken en toezicht in te stellen op macro-economische onevenwichtigheden (‘six-pack’)40. Twee nieuwe
37
De toelatingseisen voor het ‘euro-examen’ die inhouden dat op het moment dat op Europees niveau wordt beslist of een lidstaat gereed is voor toetreding tot de muntunie deze staat blijk geeft van duurzame convergentie met de andere lidstaten, dat wil zeggen; geen buitensporig overheidstekort heeft, een prijsniveau kent dat dichtbij de op het punt van inflatie best scorende lidstaten van de Unie ligt, zijn valuta twee jaar zonder te devalueren heeft deelgenomen aan het wisselkoersmechanisme, zijn lange termijnrenteniveau eveneens dichtbij dat van de lidstaten ligt die het qua inflatie het best doen en zijn wet- en regelgeving in overeenstemming is met de EU-regels ten aanzien van de EMU (artikel 140 VWEU). 38 Artikel 120, 121 en 126 VWEU. 39 Artikel 126 VWEU en de verordeningen van het Stabiliteits- en Groepact: 1466/97 en 1467/97, gewijzigd in 2005 en in 2011 opnieuw gewijzigd, zie hierna. 40 Zie de volgende wetsteksten in het Publicatieblad van de EU van 23 november 2011, nr. L 306: o Verordening (EU) nr. 1173/2011 van het Europees Parlement en de Raad van 16 november 2011 inzake de effectieve handhaving van het begrotingstoezicht in het eurogebied;
© 2012 René Smits
13
wetsvoorstellen zijn in behandeling (‘duo-pack’)41. Buiten de Europese verdragen om hebben 25 van de 27 lidstaten zich verbonden de begrotingsdiscipline ook nationaal te verankeren. Ik heb het dan over het zogenaamde ‘fiscal compact’ – de afspraak van eind december, begin maart in een verdrag vastgelegd tussen 25 van de 27 lidstaten, om begrotingsevenwicht niet alleen na te streven, zoals sinds 1994 al is bepaald, maar ook strikt na te leven42. Het verdrag bevat veel van wat in het ‘six-pack’ al is vastgelegd.
Met de details van deze regelgeving zal ik u niet lastigvallen. Laat ik volstaan met zeggen dat zij financiële sancties43 in het vooruitzicht stellen bij nietnaleving en dat het nu waarschijnlijker is dan in het verleden dat het daartoe ook daadwerkelijk komt, Toch vind ik deze regelgeving niet adequaat. Immers, boetes verergeren een begrotingstekort. Ze zijn daarom niet geëigend bij het overtreden van de spelregels voor de begrotingen. Het onthouden van stemrecht aan de ministers van Financiën van lidstaten in overtreding lijkt mij veel effectiever. Daarvoor is echter wijziging nodig van het Verdrag inzake de Werking van de Europese Unie. Zo’n wijziging is in mijn optiek in elk geval toch nodig. Sommige oplossingen voor de crisis vergen verdragswijziging. Over mogelijke oplossingen nu meer. o
o
o o
Verordening (EU) nr. 1174/2011 van het Europees Parlement en de Raad van 16 november 2011 betreffende handhavingsmaatregelen voor de correctie van buitensporige macro-economische onevenwichtigheden in het eurogebied; Verordening (EU) nr. 1175/2011 van het Europees Parlement en de Raad van 16 november 2011 tot wijziging van Verordening (EG) nr. 1466/97 van de Raad over versterking van het toezicht op begrotingssituaties en het toezicht op en de coördinatie van het economisch beleid; Verordening (EU) nr. 1176/2011 van het Europees Parlement en de Raad van 16 november 2011 betreffende de preventie en correctie van macro-economische onevenwichtigheden; Verordening (EU) nr. 1177/2011 van de Raad van 8 november 2011 tot wijziging van Verordening (EG) nr. 1467/97 over de bespoediging en verduidelijking van de tenuitvoerlegging van de procedure bij buitensporige tekorten; en
o Richtlijn 2011/85/EU van de Raad van 8 november 2011 tot vaststelling van voorschriften voor de begrotingskaders van de lidstaten. Voorstellen voor twee aanvullende verordeningen die de Commissie voorlegde op dezelfde dag dat het al aangenomen ‘six-pack’ aan wetgeving in het Publicatieblad werd gepubliceerd; zie: http://ec.europa.eu/economy_finance/economic_governance/index_en.htm. 42 Het zogenoemde Verdrag inzake stabiliteit, coördinatie en bestuur in de economische en monetaire unie is te vinden op de webpagina van de Europese Raad: http://www.european-council.europa.eu/homepage.aspx?lang=nl. 43 De verplichting een, al dan niet rentedragend, deposito aan te houden bij de Europese Commissie en boetes. 41
© 2012 René Smits
14
De oplossingsrichtingen waarin ik kijk voor de problematiek waarin de Europese samenleving zich bevindt zijn de volgende.
Ten eerste moeten we de verbondenheid van het financiële systeem met de overheidsschulden erkennen. Dit betekent steviger Europees toezicht, sterker dan waartoe we al besloten hebben na de financiële crisis in de zogenaamde DeLarosière wetgeving44. Deze bracht drie Europese toezichthouders tot stand45, voor het bankwezen, voor het verzekeringswezen en pensioenfondsen en voor de effectenmarkten. De Europese financiële toezichthouders kunnen nationale toezichthouders in noodgevallen overrulen. Dit gaat onvoldoende ver. Met de fractievoorzitter in de Tweede Kamer van de PvdA Diederik Samson46 vind ik dat we daadwerkelijk Europees toezicht moeten hebben op grote financiële instellingen die te omvangrijk of te onderling verbonden47 zijn om te mogen omvallen. Belangrijker nog is dat we een Europees faillissementstelsel hebben waarbij een bank naar deze normen kan worden afgewikkeld. Daar hoort een afspraak bij over de verdeling van de kosten van zo’n afwikkeling48. En een echt Europees depositogarantiestelsel49. 44
Het gaat om Europese wetten aangenomen naar aanleiding van het rapport van een High-Level Group on Financial Supervision in the EU onder leiding van Jacuqes de Larosière van 25 januari 2009; zie: http://ec.europa.eu/internal_market/finances/committees/index_en.htm. 45 De European Banking Authority (EBA) in Londen onder leiding van Andrea Enria (zie: www.eba.europa.eu), de European Securities Markets Authority (ESMA) in Parijs onder leiding van Steven Maijoor (zie: http://www.esma.europa.eu/) en de European Insurance and Occupational Pensions Authority (EIOPA) in Frankfurt onder leiding van Gabriel Bernardino (zie: www.eiopa.europa.eu). Daarnaast is als vierde orgaan binnen het European System of Financial Supervision (ESFS) de European Systemic Risk Board (ESRB) opgericht, die onder leiding staat van de President van de Europese centrale Bank, thans Mario Draghi. Zie: www.esrb.europa.eu. De ESRB heeft de stabiliteit van het financiële stelsel in de EU in het vizier en is daarmee een macro-prudentiële toezichthouder terwijl EBA, ESMA en EIOPA het bedrijfseconomisch toezicht (gezondheid van de instellingen en markten) en het toezicht op marktgedrag in Europa coördineren. . 46 Zie zijn rede Keuzen voor Nederland op 10 april 2012, op: http://www.scribd.com/doc/88731372/PvdASamsom-Speech-Diederik-Samsom-Keuzes-Voor-Nederland en op: http://nu.pvda.nl/berichten/2012/04/Debasis-op-orde-onze-plannen-voor-Nederland.html. 47 Naar de gebruikelijk terminologie: Too Big To Fail of Too Interconnected To Fail. 48 Op dit moment heeft de EU alleen een richtlijn voor de wederzijdse erkenning van maatregelen voor herstel of afwikkeling van banken: Richtlijn 2001/24/EG van 4 april 2001 betreffende de sanering en de liquidatie van kredietinstellingen, te vinden in het Publicatieblad van de EU van 5 mei 2011, nummer L 125/15. De Europese Commissie deed voorstellen voor de ontwikkeling van een Europees stelsel voor herstel en afwikkeling (‘recovery and resolution’) van banken; zie: http://ec.europa.eu/internal_market/bank/crisis_management/index_en.htm.
© 2012 René Smits
15
In de crisis van 2008-2009 leidden ruzies tussen nationale overheden over de kosten voor de schatkist van omvallende banken tot het uiteenvallen van multinationale banken, zelfs hier in de Benelux (Fortis, Dexia). Het toezicht op de stabiliteit van het
financiële stelsel moet ook steviger Europees
verankerd worden50, wat kan naarmate de onderlinge verbondenheid van de nationale economieën weer toeneemt. Afspraken over Europese afwikkeling van banken in nood kunnen uiteindelijk leiden tot een Europese Minister van Financiën, zoals voorgesteld door voormalig ECB-President Jean Claude Trichet51.
Ten tweede moeten we zowel bezuinigen als gericht stimuleren. Zonder in te gaan op alle overwegingen die u in mijn laatste column in het FD kunt nalezen52, wil ik hier het volgende over zeggen. De financiële markten dwingen tot een terugkeer tot begrotingsdiscipline. Zelfs terugdringing van de tekorten tot 3% van het bruto binnenlands product betekent nog dat de overheid de economie stimuleert, namelijk met ongeveer eendertigste van ons gezamenlijk inkomen per jaar. Blijvend schulden maken ten laste van toekomstige generaties kan niet. Zeker niet met een vergrijzende bevolking. Tegelijk moeten de bezuinigen de investeringen in de toekomst (onderwijs, infrastructuur) ontzien. En zullen hoopgevende Europese investeringen nodig zijn. De hogesnelheidslijn uit Italië moet dus worden doorgetrokken naar Marseille. Die naar Bordeaux moet worden doorgetrokken naar Madrid en Lissabon, en dan van Lissabon naar Porto. Ik heb het nu over investeringen 49
De depositogarantiestelsels van de lidstaten zijn geharmoniseerd door middel van een Europese richtlijn uit 1994 die is gemoderniseerd en versterkt als gevolg van de financiële crisis: Richtlijn 2009/14/EU van 11 maart 2009, te vinden in het Publicatieblad van de EU van 13 maart 2009, nummer L 68/3. 50 De ESRB heeft vooral waarschuwende en coördinerende taken; systeemtoezicht is nog nationaal verankerd. 51 Zie Jean Claude Trichet, Building Europe, building institutions, rede uitgesproken bij de aanvaarding van de Karlspreis 2011 in Aken op 2 juni 2011; zie: http://www.ecb.europa.eu/press/key/date/2011/html/sp110602.en.html. Zie ook het afscheidsinterview in de Financial Times van 13 oktober 2010 met Lionel Barber en Ralph Atkins; zie: http://www.ft.com/intl/cms/s/0/e39974f6-f580-11e0-94b1-00144feab49a.html#axzz1u6bGKrn5. 52 “De economie stimuleren of juist bezuinigen?”, 3 april 2012. Zie: http://fd.nl/beleggen/columns/rene-smits/.
© 2012 René Smits
16
in de infrastructuur die door de crisis voorlopig zijn geschrapt. Doelgerichte stimulering van veelbelovende sectoren (zonne-energie in Griekenland bijvoorbeeld) kunnen hoop geven aan de talloze werklozen zonder uitzicht. Hoop in Andalusië, in Athene en op de Azoren, juist nu. Ik bevind me hier in het gezelschap van de huidige president van de Wereldbank, Robert Zoellick, die medio april pleitte voor gerichte investeringen in Europa, wellicht via de Europese Investeringsbank53. Inmiddels hebben ook de Europese Commissie54, het IMF55 en de ECB56 voor bevordering van de groei gepleit. Slim stimuleren van groei omvat ook het bevorderen van een ‘vergroening’ van de economie: groei moet in duurzaamheid worden gevonden. We moeten niet teruggrijpen naar een eenzijdige nadruk op groei, het ‘méér en méér’ dat elk kwartaal en jaar door de BBP-cijfers57 wordt gemeten
zonder
dat
ruimere
elementen
vooruitgang
van
worden
meegenomen58.
53
Robert Zoellick, “Europe is distracted by endless firewall talk”, Financial Times, 16 april 2012; zie: http://www.ft.com/intl/cms/s/0/f1bde7aa-8555-11e1-a75a-00144feab49a.html#axzz1u6bGKrn5. 54 De Commissie lanceerde op 19 april 2012 haar plan “Naar een banenrijk herstel /Towards a job-rich recovery”; zie: http://ec.europa.eu/news/employment/120419_nl.htm. 55 In de World Economic Outlook die het IMF op 17 april 2012 publiceerde zegt het Fonds: “(…) perhaps the highest priority, but also the most difficult to achieve, is to durably increase growth in advanced economies, and especially in Europe. Low growth not only makes for a subdued baseline forecast, but also for a harder fiscal adjustment and higher risks along the way. For the moment, the focus should be on measures that increase demand. Looking forward, however, the focus should also be on measures that increase potential growth.” 56 Bij zijn verschijnen voor de commissie economische en monetaire zaken van het Europese Parlement op 25 april 2012 gaf Mario Draghi aan dat de regeringen meer moeten doen. Concreet zei hij: “(…) governments (…) must undertake determined policy actions to address major weaknesses in the fiscal, financial and structural domains. (…) These measures need to be complemented growth-enhancing structural reforms to facilitate entrepreneurial activities, the start-up of new firms and job creation. Here, governments should be more ambitious.”. Zie: http://www.ecb.int/press/key/date/2012/html/sp120425.en.html. En: “Draghi urges eurozone to focus on growth”, Financial Times, 3 mei 2012; zie: http://www.ft.com/intl/cms/s/0/1a1e22ec9540-11e1-8faf-00144feab49a.html#axzz1u6bGKrn5. 57 Voor een vroege waarschuwing ons niet blind te staren op de groeitabellen van nationaal inkomen zie de bijdrage van Financial Times columnist Samuel Brittan in zijn column op 24 februari 2006 onder de titel: “Time to put away the league tables”. 58 Over het meten van economische ontwikkeling, zie het rapport van de Commission sur la Mesure de la Performance Économique et du Progrès Social / Commission on the Measurement of Economic Performance and Social Progress, voorgezeten door Professor Joseph E. Stiglitz en met Professor Amartya Sen als adviseur, op: http://www.stiglitz-sen-fitoussi.fr/en/index.htm.
© 2012 René Smits
17
Daarnaast
zijn
macro-economische
veranderingen
nodig
en
een
daadwerkelijke eenmaking van de markt, de derde oplossingsrichting. De concurrentiekracht van de perifere lidstaten moet worden bevorderd. Dit kan niet anders dan door flexibiliteit in te bouwen waar verstarring was opgetreden. Ik heb het dan over de woningmarkt waar kunstmatig lage huren het onderhoud van onroerend goed tegenhoudt. Over de hypotheekrenteaftrek die schulden maken bevordert59. Over het bevorderen van arbeidsmobiliteit en flexibiliteit op de arbeidsmarkt en van ondernemerschap. Maar ook hier geldt: het ontzien van de zorg, onderwijs en de ‘onderkant van de samenleving’. De bezuinigingen en de veranderingen die worden gevraagd in vooral Zuid Europa zijn enorm. Wij, in Noordwest Europa, mogen niet onderschatten wat dat voor mensen betekent60.
Ook moet de interne markt steviger worden verankerd: er zijn teveel terreinen waarop deze niet of matig werkt: dienstverlening, tweede handsproducten, internetaankopen, gezondheidszorg. Op enkele terreinen lopen initiatieven van de Europese Commissie61. En er zijn genoeg goede ideeën, zoals van Mario Monti uit zijn rapport over een nieuwe impuls voor de interne markt van 2010, na de tijd dat hij Europees Commissaris voor de mededinging was en voordat hij Italiaans premier werd62. Monti noemt onder meer de on-line retail markt en de portabiliteit van pensioenen en sociale zekerheidsaanspraken bij verhuizing naar een andere lidstaat. Goede ideeën, maar sommige van zijn ideeën gaan niet ver genoeg uit angst op nationale tenen te trappen. In 2007 stelde ik voor de regels over toegang tot de 59
Inmiddels heeft een coalitie van Nederlandse politieke partijen een bezuinigingsprogramma aangenomen dat hierin voorziet. 60 Vandaar dat de gedachte dat Noord-Europeanen zuidelijke buren financieel kunnen ondersteunen mij aanspreekt. Zie de suggestie onder de titel: “Nederlanders moeten Portugese, Spaanse en griekse families in nood adopteren” van Annegien Blokpoel en Sijmen van Wijk in Het Financieele Dagblad van 28 en 29 april. 61 Zie bijvoorbeeld de Mededeling van de Commissie “Een coherent kader voor een groter vertrouwen in de digitale eengemaakte markt voor elektronische handel en onlinediensten” op http://ec.europa.eu/internal_market/e-commerce/communication_2012_en.htm. 62 A new strategy for the single market, 9 mei 2010, zie: ec.europa.eu/bepa/pdf/monti_report_final_10_05_2010_en.pdf.
© 2012 René Smits
18
arbeidsmarkt niet meer vast te leggen in Europese kaderwetten (richtlijnen) maar in één verordening, een rechtstreeks werkende wet die alle Europeanen kunnen kennen63. Het vrije verkeer van personen wordt gehinderd door lidstaten die de Europese regels vastleggen in hun wetgeving over ‘vreemdelingen’ (alleen het woord al zou niet op Europese medeburgers van toepassing mogen zijn). En door uitvoering door die regels door ambtenaren die het vrije verkeer wellicht niet gunstig gezind zijn, zeker niet na jaren waarin het anti-immigratie sentiment onder de bevolking steeds luider heeft geklonken. Zouden we niet, net zoals experts van andere lidstaten Griekenland nu helpen bestuur en belastingheffing op orde te krijgen64, experts uit andere lidstaten standaard kunnen toevoegen aan nationale teams die Europese wetgeving uitvoeren of toezicht houden op naleving van Europese normen? Zij verbreden de blik van de ‘eigen’ ambtenaren en kunnen eventuele vooringenomenheid in de toepassing jegens andere EU-burgers helpen tegengaan.
Ten vierde: het gezamenlijk uitgeven van Eurobonds, overheidsobligaties waarmee de regeringen van de eurozone gezamenlijk de financiële markten betreden65. Door gezamenlijk op te treden kunnen we voorkomen dat de markten de boventoon voeren en ons uit elkaar spelen. Ook leidt gezamenlijk uitgeven van staatsobligaties tot een veel grotere markt dan die voor de afzonderlijke staatsobligaties van de lidstaten. Deze vergrote liquiditeit maakt de Europese overheden interessanter voor beleggers. Door een slimme opzet 63
René Smits, Some Reflections on Economic Policy, Legal Issues of Economic Integration, jaargang 34 nummer 1, 2007, blz. 5-25. 64 De zogenoemde Task Force for Greece; zie: http://ec.europa.eu/commission_20102014/president/taskforce-greece/index_en.htm. 65 Voor de gezamenlijke uitgifte van staatsobligaties wordt al jarenlang gepleit. Voorstellen zijn recent gedaan door Jakob von Weizsäcker en Jacques Delpla op 6 mei 2010 (Blue Bond Proposal); zie http://www.bruegel.org/publications/publication-detail/publication/403-the-blue-bond-proposal, door de Duitse Sachverständigenrat (raad van economische experts: A European Redemption Pact); zie: http://www.sachverstaendigenrat-wirtschaft.de, door Wim Boonstra, chief economist van de Rabobank (Saving Europe, Rabobank Working Paper Series, No. 2011/02, januari 2011; zie: http://www.rabobank.com) en door een groep experts waarvan ik deel uitmaakte, die voorstellen met uitgifte van korte termijn obligaties te beginnen (The ELEC “Euro T-Bill Fund”): zie: http://renesmits.eu/publications/.
© 2012 René Smits
19
van de uitgifte van Eurobonds kunnen we ook de begrotingsdiscipline versterken door middel van georganiseerde – in plaats van door de financiële markten opgelegde – opslag op de rente voor lidstaten met een te groot tekort.
Tussendoor merk ik op dat deze ideeën, hoewel verre van ‘mainstream’ inmiddels wel door het IMF worden gepropageerd. In de World Economic Outlook van april 2012 schrijft de Chief Economist van het IMF: ”Turning to policies aimed at reducing risks, the focus is clearly on Europe. Measures should be taken to decrease the links between sovereigns and banks, from the creation of euro level deposit insurance and bank resolution to the introduction of limited forms of Eurobonds, such as the creation of a common euro bill market. These measures are urgently needed and can make a difference were another crisis to take place soon.” Ten vijfde: op den duur ontkomen we niet aan een steviger Europese begroting die een deel van de nationale uitgaven overneemt. Met behoud van nationale voorkeuren en bijzonderheden kan dan via de Europese overheid overheveling plaatsvinden van geld uit regio’s die het economisch voor de wind gaat naar regio's die economisch achterblijven. Net zoals nu binnen nationale economieën gebeurt bij regionale economische verschillen. Het gaat dan om ‘automatic stabilisers’ en andere overdrachtsmechanismen66.
Ten slotte denk ik dat we de culturele dimensie van de crisis in de eurozone niet moeten veronachtzamen67. Ik sprak al over de gezamenlijke misvatting 66
In een recente analyse merkte Adair Turner op dat “Europe therefore lacks the federal level automatic stabilisers and transfers which reduce the correlation between the creditworthiness of households, companies and the local state.” De redden daarvoor ligt in de zeer geringe omvang van het federale (EU-) budget ten opzichte van nationale begrotingen. Zie zijn speech Financial risk and regulation: do we need more Europe or less?op de Central Bank of Ireland Conference on ‘Financial Regulation: The Response to the Crisis’, Dublin, 27 april 2012op: http://www.fsa.gov.uk/library/communication/speeches/2012/0427-at.shtml. 67 In het interview met de Amerikaans-Indiase econoom Pankaj Ghemawat in Het Financieele Dagblad van het weekend van 5 en 6 mei 2012 merkt deze over zowel India als Europa op dat het culturele element bij de integratie niet mag worden vergeten: “Zonder culturele integratie zijn puur politieke overeenkomsten om bij elkaar te blijven gewoonlijk niet erg robuust.” Hij pleit voor immigratie en een beter verstaan van mensen. Over de EU wordt Gehmawat als volgt geciteerd: “Er is een simpel antwoord. De eurocraten hebben zich gefocust op administratieve integratie en zijn andere barrières vergeten. In Europa vertrouwen mensen personen uit eigen land twee keer meer dan mensen uit buurlanden. En het vertrouwen in mensen uit die landen is weer twee keer hoger dan bij landen die nog verder weg liggen. Bij de Ehec-bacterie was de eerste
© 2012 René Smits
20
dat de euro de oorzaak is van de crisis, of dat de euro als munt in crisis verkeert.
Daarnaast speelt het gebrek aan culturele verbondenheid: de taalverschillen die
Europa
verrijken
maar
ook
verzwakken
–
we
hebben
een
gemeenschappelijke taal nodig voor onze onderlinge communicatie. Engels ligt voor de hand. Onderwijs in die taal vanaf een heel jonge leeftijd is nodig. De vergelijking met de eenwording van Italië gaat op: 150 jaar geleden was Italiaans nog niet de gezamenlijke taal van de Alpen tot de punt van de laars. Gerichte overheidspolitiek bracht culturele verbondenheid, al blijft de NoordZuid tegenstelling in Italië nog steeds duidelijk zichtbaar.
Onder de culturele dimensie van de huidige situatie schaar ik ook het gebrek aan lotsverbondenheid tussen Europeanen. De onderlinge verwijten en het gebrek aan inlevingsvermogen voor elkaar maken pijnlijk duidelijk waar de naden liggen tussen de Europese volkeren. Het besef Europees burger te zijn leeft kennelijk nog onvoldoende. Niet alle Griekse en Duitse media hebben een bijdrage geleverd aan het onderlinge begrip in de afgelopen jaren.
Ons woordgebruik beïnvloedt de perceptie van de crisis. Ik ben niet de eerste die opmerkt dat een morele dimensie lijkt te kleven aan de schuldenlast van de perifere lidstaten nu Duitsers en Nederlanders eenzelfde term gebruiken (‘Schuld’, ‘schuld’) voor niet terugbetaalde leningen, die in het Engels met ‘debt’ worden aangeduid terwijl morele verantwoordelijkheid met ‘guilt’ wordt aangeduid. Met andere woorden: als je schuld hebt, ben je er ook reflex in Duitsland om de besmetting te wijten aan Spaanse komkommers. In de VS vertrouwen mensen uit Massachusetts en Texas elkaar ook niet helemaal, maar de culturele verschillen in Europa zijn veel groter door de andere taal en geschiedenis. De kosten van transport zijn in de EU veel hoger dan in de VS. Dus er zijn ook geografische barrières. Economisch zijn er grotere verschillen in Europa qua koopkracht dan tussen Mississippi en de rijke Amerikaanse staten. En dat in een context waarin mensen niet bereid zijn te verhuizen naar een ander land. Europa was te heterogeen om een “optimal currency area” te zijn. De positieve kant om het te bekijken, is dat er veel barrières zijn om aan te werken.”
© 2012 René Smits
21
(moreel) schuldig aan68. Bezuinigingen heten in het Duits ‘Sparmaßnahmen’, besparingen die je ook als particulier wil doorvoeren. In het Engels spreken we van ‘austerity’, letterlijk: soberheid. Dezelfde maatregelen krijgen zo een heel andere weerklank in oren die uiteenlopend zijn geconditioneerd. Wanneer we ons van deze verschillen bewust zijn, kan dit onderling begrip vergroten.
Ook de beeldvorming speelt mee in onze handelwijzen. Het ontbreken van een landkaart in de klas of bij het televisienieuws waarop de EU als één geheel wordt aangeduid beïnvloedt onze perceptie dat we allemaal verdeeld zijn. Ook geven de uiteraard bestaande landsgrenzen de werkelijkheid niet adequaat weer zoals we zien wanneer de grenzen tussen taalgebieden, dominante godsdiensten of de natuurlijke kaart van Europa worden getoond. De werkelijkheid is veelkleuriger en diffuser dan de lijnen op de landkaart. Het gebruik naast de nationale vlag ook de Europese vlag te tonen geeft een breder perspectief: we zijn naast Franse, Nederlanders, Duitsers, Grieken en Portugezen ook allemaal Europeaan. Ik bepleit dat Europese atleten bij de Olympische Spelen ook twaalf sterren dragen naast hun nationale kleuren.
Een laatste woord over de culturele dimensie van de crisis. Enig perspectief is vereist. Zonder maar een moment te onderschatten wat teruggang in salaris of kinderbijslag met tientallen procenten of ontslag zonder vergoeding betekent, behoren ook Griekenland, Ierland en Portugal nog steeds tot de rijkste regio van de wereld. De welvaart hier is veel hoger dan die voor de meeste inwoners van India, Afrika ten zuiden van de Sahara en zelfs China. Daarmee is uiteraard niet gezegd over de inkomensongelijkheid die in de westerse wereld de laatste jaren alleen maar is toe-, in plaats van afgenomen69.
68
In het Grieks lijkt het woordgebruik ook op een morele dimensie te duiden: χρέος en ενοχή hebben beide de betekenis (economische) schuld en (morele) verplichting, zo begrijp ik. 69 Zie het OESO-rapport “Divided We Stand: Why Inequality Keeps Rising” van December 2011 op: http://www.oecd.org/document/51/0,3746,en_2649_33933_49147827_1_1_1_1,00.html.
© 2012 René Smits
22
Tot slot een oproep om, als we dan toch van crisis moeten spreken, het woord in het meervoud te gebruiken: crises. Of, beter nog: de term: uitdagingen gebruiken. En te zien dat juist de verschillende uitdagingen in onderlinge verbondenheid beter kunnen worden aangegaan dan afzonderlijk. Ik heb het over de energiecrisis en het milieu (CO2-uitstoot, de noodzaak van een omschakeling naar een duurzame economie), de politieke crises in de wereld (Israël en de Palestijnen, Afghanistan, Iran, Syrië, vluchtelingenstromen), de onhoudbare ongelijkheid tussen de wereldbewoners in termen van gezondheidszorg, huisvesting, onderwijs, levensverwachting en inkomen70, en de permanente uitdaging voor samenleven op een planeet tussen mensen met zulke verschillende culturele en religieuze achtergronden.
Alleen als we in staat zijn creatieve verbindingen te vinden tussen die verschillende crises, kunnen wij hen het hoofd bieden. Dit geldt op wereldwijde schaal, en al helemaal voor de crises in de Europese samenleving. Een bewustzijn dat het nog geen 70 jaar geleden is dat Frankrijk en Duitsland voor de derde maal binnen een eeuw oorlog voerden, dat naziDuitsland met handlangers in de bezette gebieden een georganiseerde volkerenmoord beging op Europa's grootste minderheid71, waarbij tegelijk andere minderheden72 en tegenstanders werden ‘ausradiert’ en dat het nog geen 25 jaar geleden is dat er een einde kwam aan de communistische overheersing van Oost-Europa kan ons helpen de huidige problemen in perspectief te plaatsen. Ons hiervan bewust zijn kan onszelf de urgentie tonen van gemeenschappelijk optreden om terugval in deze nachtmerries te voorkomen. 70
Ongelijkheden die de wereld beloofde in 2015 te verhelpen; voor de Millennium Development Goals, zie: http://www.un.org/millenniumgoals/. Voor een duurzame benadering van ontwikkeling met een spirituele dimensie, zie het Earth Charter op: www.earthcharterinaction.org. 71 De geschiedenis van de Holocaust, of Shoa, wordt visueel levend gehouden door het Holocaust History Project op: http://www.holocaust-history.org/. 72 De opvoering in Amsterdam op 3 mei 2012 van A requiem for Auschwitz vormde een cultureel evenement ter nagedachtenis aan de moord op miljoenen Joden, Roma en Sinti en anderen. Zie: http://www.requiemforauschwitz.eu/.
© 2012 René Smits
23
We hebben politieke en bestuurlijke leiders nodig die doordrongen zijn van de noodzaak van samen optrekken. Die onpopulaire keuzen kunnen verdedigen. En die verder kijken dan de volgende verkiezingen of de reactie in de media morgenochtend. In de Europese Unie hebben we de instellingen voor gemeenschappelijk bestuur en gezamenlijke ontwikkeling. Laten we die gebruiken en daartoe dan ook de juiste geestesinstelling tentoonspreiden.
René Smits
9 mei 2012
© 2012 René Smits
24