Bevolking 435
17
Vier grote steden en Nederland ■ 17.1
Bevolking
■ 17.2
Openbare orde en veiligheid
■ 17.3
Werk en inkomen
■ 17.4
Zorg
■ 17.5
Educatie
■ 17.6
Verkeer en infrastructuur
■ 17.7
Stedelijke ontwikkeling
■ 17.8
Verkiezingen
17
Amsterdam in cijfers 2014
436 Bevolking 436
17
Vier grote steden en Nederland
Eenderde van de Nederlandse bevolking woont in een gemeente met meer dan 100.000 inwoners en 13% in een van de vier grootste steden: Amsterdam, Rotterdam, Den Haag en Utrecht. De bevolking van deze zogenaamde G4 is geen dwarsdoorsnede van de Nederlandse bevolking: de G4 trekken meer personen van buitenlandse herkomst en meer jongeren tussen 20 en 30 jaar dan gemiddeld. Er worden bovendien relatief meer kinderen geboren en de bevolking groeide de afgelopen jaren sneller dan landelijk. Stijgende immigratie uit Oost-Europa, niet gelijk verdeeld over de G4 In de eerste helft van 2014 is in heel Nederland de immigratie toegenomen vergeleken met het jaar daarvoor. De grootste groep immigranten (bijna 12.000) wordt gevormd door Polen.1) Een half procent van de Nederlandse bevolking is geboren in Polen. De vier grote steden verschillen in dit opzicht van elkaar. Zo is het aandeel van de bevolking dat geboren is in Polen veel groter in Den Haag (1,5%) dan in Rotterdam (0,8%), Amsterdam (0,4%) en Utrecht (0,3%). In Den Haag wonen ook relatief veel personen van Bulgaarse herkomst, net als in Rotterdam en Amsterdam.
Aantal en aandeel personen van Oost-Europese herkomst onder de bevolking in Den Haag, Amsterdam en Rotterdam, 2013-2014
200
x 1.000
%
178.393
10
160
8
120
6
80
4
40 14.157 0
Nederland (2012)
10.482
Amsterdam (2014)
Rotterdam (2014)
20.577
Den Haag (2013)
aantal personen van Oost-Europese herkomst aandeel personen van Oost-Europese herkomst in totale bevolking
2
0
bron: Den Haag in Cijfers, Rotterdam in cijfers/bewerking O+S
Bevolking 437 Vier grote steden en Nederland 437
In heel Nederland is 1% van de bevolking van Oost-Europese origine, in Den Haag is dit aandeel 4,1%, in Amsterdam en Rotterdam 1,7%. De migratie vanuit Oost-Europa is in de loop der jaren van karakter veranderd en neemt verschillende vormen aan. Huwelijksmigratie is een van de redenen waarom relatief meer vrouwen dan mannen uit Oost-Europa naar Nederland komen. In de eerste jaren na de toetreding van de Oost-Europese landen tot de EU in 2004 en 2007 leken Oost-Europese migranten vooral aan het werk te gaan in de land- en tuinbouw. Daarom is de instroom groter in Den Haag en Rotterdam, waar in deze sector meer werk is dan in Amsterdam. Inmiddels is duidelijk dat Oost-Europeanen in veel verschillende beroepsgroepen te vinden zijn.2) Dilemma’s met betrekking tot fietsen voor de grote steden Niet alleen de bevolkingssamenstelling en -dynamiek vormen voor grote steden een uitdaging. De hoge bevolkingsdichtheid en de vele verplaatsingen naar en binnen de stad brengen tal van infrastructurele puzzels met zich mee. De fiets wordt in Nederland steeds meer gebruikt. Naar schatting waren er in 2005 nog 18 miljoen fietsen in Nederland, in 2012 waren het er al 22,3 miljoen.3) Dit houdt in dat Nederlanders (tussen 7 en 80 jaar) gemiddeld 1,5 fietsen per persoon hebben. Een Amsterdamse schatting in 2011 ging uit van 1,2 fietsen per persoon.4) Verder blijkt dat steeds meer forensen de trein combineren met de fiets. Van alle treinreizigers gebruikte in de periode 2006-2009 bijna 90% de trein in combinatie met een ander vervoermiddel en van die 90% gaat ruim 40% fietsend van huis naar station. Dit was anderhalf keer meer dan in de periode 1995-1997.5) Het succes van de fiets wordt toegejuicht: fietsen vervuilen niet en zorgen voor beweging. Bovendien neemt een fiets minder plaats in dan een auto of scooter. Maar dit succes kent een keerzijde, met name in binnensteden en bij stations: overvolle fietsenstallingen, verkeerd geplaatste fietsen en weesfietsen. In 2013 werden in Amsterdam 73.784 fietsen weggeknipt, meer dan twee keer zo veel als vier jaar eerder. In Amsterdam worden veel meer fietsen weggehaald dan in andere grote steden, ook in verhouding tot het aantal inwoners. In Den Haag en Rotterdam werden in 2013 iets meer dan 10.000 fietsen weggehaald, in Utrecht ruim 25.000. Deze cijfers weerspiegelen niet alleen het ruimtegebrek in Amsterdam en het gedrag van Amsterdamse fietsers, maar ook de inzet van gemeente. Amsterdam handhaaft streng. Ook in Utrecht is het aantal weggehaalde fietsen overigens sterk gestegen, vooral tussen 2012 en 2013. Er is daar vooral veel meer ingezet op het weghalen van hinderlijk geparkeerde fietsen.
Amsterdam in cijfers 2014
17
438
Vier grote steden en Nederland
Voor 2013 kunnen we een onderscheid maken tussen hinderlijk of fout geparkeerde fietsen enerzijds en verwaarloosde fietsen (weesfietsen) anderzijds. In Amsterdam en Utrecht worden relatief veel hinderlijk/fout geparkeerde fietsen weggehaald: tweederde van het totaal. In Rotterdam zijn de verhoudingen precies omgekeerd: tweederde van de weggehaalde fietsen zijn weesfietsen. In Den Haag houden beide categorieën elkaar in evenwicht.
Den Haag
Utrecht
Aantal weggehaalde fietsen per jaar in Amsterdam, Rotterdam, Den Haag en Utrecht, 2010-2013 2011 2012 2013 2010 2011 2012
Amsterdam
Rotterdam
2013 totaal weggehaalde fietsen
2010 2001 2012
hinderlijk/ foutgeparkeerd
2013
verwaarloosd
2010 2011 2012 2013 0
10
20
30
40
50
60
70
80 x 1.000
bron: Fietsdepot Amsterdam/Stadsbeheer Den Haag/Toezicht en Handhaving Rotterdam/ Toezicht en Handhaving Utrecht/ bewerking O+S
1
) CBS (2014), ‘Immigratie loopt op’, Persbericht 14-47, 11 augustus 2014, Den Haag: CBS.
2
) O+S (2013), Monitor EU-migranten, Amsterdam: Bureau Onderzoek en Statistiek.
3
) Stichting BOVAG-RAI Mobiliteit (2013), Mobiliteit in Cijfers, Tweewielers 2013/2014,
Amsterdam: Stichting BOVAG-RAI.
4
) Fact sheet fietsen 2011 (jaarboeksymposium)
5
) R. van Nes en I. Hansen (2014), ‘Potentie multimodaal vervoer in stedelijke regio’s’,
http://dbr.verdus.nl/upload/documents/DBR_Notitie_10_Potentie_Multimodaal_Vervoer.pdf.
Inhoud 439 17.1 Bevolking
441
17.1.1 17.1.2 17.1.3 17.1.4 17.1.5 17.1.6 17.1.7 17.1.8 17.1.9 17.1.10
tabellen Oppervlakte, bevolkingsdichtheid, woningdichtheid en gemiddelde woningbezetting Bevolking naar herkomstgroepering Bevolking naar leeftijdsgroepen Bevolking naar burgerlijke staat en geslacht Bevolking naar nationaliteiten Stand en loop van de bevolking Stand en groei van de bevolking Particuliere huishoudens naar samenstelling Prognose bevolking Prognose huishoudens
441 442 443 445 445 446 446 447 448 449
17.1a 17.1b 17.1c 17.1d
grafieken Bevolkingsdichtheid en woningdichtheid Bevolking naar herkomstgroepering Bevolking naar leeftijdsgroepen en geslacht Groei van de bevolking
441 442 443 447
17.2
Openbare orde en veiligheid
450
17.2.1
tabellen Geregistreerde misdrijven en ophelderingen
450
17.2a
grafieken Opgehelderde misdrijven
450
17.3
Werk en inkomen
451
tabellen 17.3.1 Beroepsbevolking en arbeidsparticipatie 451 17.3.2 Banen van werknemers naar bedrijfstak 451 17.3.3 Bedrijfsvestigingen naar sectoren 452 17.3.4 Werkzame personen naar sectoren, soort banen en geslacht 452 17.3.5 Geregistreerde werkloosheid 453 17.3.6 Uitkeringen WWB 454 17.3.7 Uitkeringen WW naar leeftijdsgroepen en geslacht 454 17.3.8 Uitkeringen WIA, WAO, WAZ en Wajong 455 17.3.9 Uitkeringen AOW 456 17.3.10 Toegekende aanvragen huurtoeslag van huishoudens naar leeftijdsgroepen en huishoudenstypen 456 17.3.11 Gemiddelde huurtoeslag van huishoudens naar leeftijdsgroepen en huishoudenstypen 457 17.3.12 Bevolking en gemiddeld besteedbaar inkomen 457 17.3.13 Personen met een heel jaar inkomen en gemiddeld persoonlijk inkomen naar sociaal-economische categorie 458 17.3.14 Personen met een heel jaar inkomen en gemiddeld persoonlijk inkomen naar geslacht en leeftijdsgroepen 459 17.3.15 Personen met een heel jaar inkomen en gemiddeld persoonlijk inkomen naar herkomstgroepering 459 17.3.16 Personen met een heel jaar inkomen naar inkomensklassen 460 17.3.17 Particuliere huishoudens incl. studenten en gemiddeld besteedbaar inkomen naar samenstelling huishouden 460 17.3.18 Particuliere huishoudens incl. studenten naar inkomensklassen 460 17.3.19 Particuliere huishoudens excl. studenten en gemiddeld besteedbaar inkomen naar samenstelling huishouden 461 17.3.20 Particuliere huishoudens excl. studenten naar inkomensklassen 461 17.3.21 Gemeentelijke woonlasten 461
Amsterdam in cijfers 2014
17
440
Inhoud (slot)
grafieken 17.3a Openstaande vacatures 17.3b Gemiddeld persoonlijk inkomen per persoon met een heel jaar inkomen en gemiddeld besteedbaar inkomen per inwoner
17.4 Zorg
453 458
462
17.4.1
tabellen Sterfte naar doodsoorzaken
462
17.4a
grafieken Sterfte naar doodsoorzaken
462
17.5 Educatie
463
17.5.1 17.5.2
tabellen Leerlingen naar soort onderwijs en gemeente van hoofdvestiging Bevolking van 15 jaar en ouder naar hoogst afgerond opleidingsniveau
463 463
17.5a
grafieken Percentage geslaagden van eindexamenkandidaten in het voortgezet onderwijs
463
17.6
Verkeer en infrastructuur
464
17.6.1 17.6.2
tabellen Geregistreerde motorvoertuigen Voertuigen met bromfietskenteken
464 464
17.6a
grafieken Voertuigen met bromfietskenteken
464
17.7
Stedelijke ontwikkeling
465
tabellen 17.7.1 Woningvoorraad 17.7.2 Woningvoorraad en mutaties in de woningvoorraad 17.7.3 Waarde woningvoorraad
465 465 465
17.8 Verkiezingen
466
tabellen 17.8.1 Uitgebrachte geldige stemmen, blanco/ongeldige stemmen, kiesgerechtigden en opkomstpercentage bij de verkiezingen voor de Gemeenteraad 17.8.2 Zetelverdeling bij de verkiezingen voor de Gemeenteraad 17.8.3 Uitgebrachte geldige stemmen, blanco/ongeldige stemmen, kiesgerechtigden en opkomstpercentage bij de verkiezingen voor het Europees Parlement
466 467 468
Bevolking 441 17.1.1
Oppervlakte, bevolkingsdichtheid, woningdichtheid en gemiddelde woningbezetting, 1 januari 2014
Amsterdam
Rotterdam ‘s-Gravenhage
Utrecht
Nederland
2
33686.27 oppervlakte in km land 164.76 208.88 81.87 94.26 bevolking 811185 618357 508940 328164 16829289 bevolkingsdichtheid per km2 land 4923 2960 6216 3481 500 woningvoorraad 398565 308291 249994 146329 7535315 2 woningdichtheid per km land 2419 1476 3054 1552 224 gemiddelde woningbezetting 2,04 2,01 2,04 2,24 2,23 bron: CBS/O+S
Bevolkingsdichtheid en woningdichtheid (per km2 land), 1 januari 2014
17.1a 7
x 1.000
6 5 4 3 2 1 0 Amsterdam bevolkingsdichtheid
Rotterdam
's-Gravenhage
woningdichtheid
Utrecht
Nederland
bron: CBS/O+S
17
Amsterdam in cijfers 2014
442 Bevolking 17.1.2
Bevolking naar herkomstgroepering, 1 januari 2014
absoluut
herkomstgroepering Surinamers Antillianen Turken Marokkanen overige niet-westerse allochtonen totaal niet-westerse allochtonen westerse allochtonen autochtonen totaal
Amsterdam
Rotterdam ‘s-Gravenhage
Utrecht
Nederland
67490 52698 46815 7759 348291 12088 23208 12245 2654 146855 42211 47945 38170 13739 396414 73311 41681 29435 28988 374996 86967 64688 48869 17958 731028 282067 230220 175534 71098 1997584 129025 72173 81046 35005 1597160 400093 315964 252360 222061 13234545 811185 618357 508940 328164 16829289
procenten Surinamers 8,3 8,5 9,2 2,4 2,1 Antillianen 1,5 3,8 2,4 0,8 0,9 Turken 5,2 7,8 7,5 4,2 2,4 Marokkanen 9,0 6,7 5,8 8,8 2,2 overige niet-westerse allochtonen 10,7 10,5 9,6 5,5 4,3 totaal niet-westerse allochtonen 34,8 37,2 34,5 21,7 11,9 westerse allochtonen 15,9 11,7 15,9 10,7 9,5 autochtonen 49,3 51,1 49,6 67,7 78,6 totaal 100 100 100 100 100 bron: CBS/O+S
17.1b
Bevolking naar herkomstgroepering, 1 januari 2014 (procenten)
100
%
90 80 70 60 50 40 30 20 10 0
Amsterdam
Rotterdam
niet-westerse allochtonen
's-Gravenhage
westerse allochtonen
Utrecht
Nederland
autochtonen
bron: CBS/O+S
Bevolking 443 17.1.3
Bevolking naar leeftijdsgroepen, 1 januari 2014
Amsterdam Rotterdam ‘s-Gravenhage Utrecht Nederland leeftijdsgroep in jaren abs. % abs. % abs. % abs. % abs. % 0- 4 49949 6,2 37762 6,1 32759 6,4 22927 7,0 897669 5,3 5- 9 40129 4,9 32459 5,2 29397 5,8 18567 5,7 936162 5,6 10-14 36827 4,5 32083 5,2 27851 5,5 15828 4,8 1016243 6,0 15-19 37704 4,6 34162 5,5 27203 5,3 16926 5,2 995966 5,9 20-24 67260 8,3 49300 8,0 34285 6,7 36314 11,1 1062309 6,3 25-29 82027 10,1 53258 8,6 40838 8,0 35935 11,0 1036778 6,2 30-34 76565 9,4 48934 7,9 40941 8,0 32004 9,8 1006877 6,0 35-39 64363 7,9 42539 6,9 37917 7,5 26135 8,0 1011688 6,0 40-44 61737 7,6 44118 7,1 40541 8,0 25076 7,6 1232315 7,3 45-49 58106 7,2 42591 6,9 37493 7,4 20461 6,2 1285478 7,6 50-54 54684 6,7 41140 6,7 34136 6,7 17963 5,5 1253267 7,4 55-59 46961 5,8 36290 5,9 29379 5,8 14618 4,5 1131309 6,7 60-64 39584 4,9 31477 5,1 26000 5,1 12357 3,8 1044204 6,2 65-69 33843 4,2 28800 4,7 23429 4,6 10613 3,2 985760 5,9 70-74 22371 2,8 20735 3,4 15665 3,1 7763 2,4 688947 4,1 75-79 15967 2,0 16600 2,7 11794 2,3 6113 1,9 527228 3,1 80+ 23108 2,8 26109 4,2 19312 3,8 8564 2,6 717089 4,3 totaal 811185 100 618357 100 508940 100 328164 100 16829289 100 w.v. mannen 399600 49,3 304353 49,2 251308 49,4 159305 48,5 8334385 49,5 vrouwen 411585 50,7 314004 50,8 257632 50,6 168859 51,5 8494904 50,5 bron: CBS/O+S
17.1c
Bevolking naar leeftijdsgroepen en geslacht, 1 januari 2014
Amsterdam 80+ 75-79 70-74 65-69 60-64 55-59 50-54 45-49 40-44 35-39 30-34
17
25-29 20-24 15-19 10-14 5- 9 0- 4 70
60
50
40
Amsterdam in cijfers 2014
30
20
10 0 mannen
%
0 10 vrouwen
20
30
40
50
60
70
444 Bevolking 17.1c
Bevolking naar leeftijdsgroepen en geslacht, 1 januari 2014 (slot)
Rotterdam
’s-Gravenhage
80+
80+
75-79
75-79
70-74
70-74
65-69
65-69
60-64
60-64
55-59
55-59
50-54
50-54
45-49
45-49
40-44
40-44
35-39
35-39
30-34
30-34
25-29
25-29
20-24
20-24
15-19
15-19
10-14
10-14
5- 9
5- 9
0- 4
0- 4
70 60 50 40 30 20 10 0
0 10 20 30 40 50 60 70 vrouwen
mannen
Utrecht
mannen
vrouwen
mannen
Nederland
80+
80+
75-79
75-79
70-74
70-74
65-69
65-69
60-64
60-64
55-59
55-59
50-54
50-54
45-49
45-49
40-44
40-44
35-39
35-39
30-34
30-34
25-29
25-29
20-24
20-24
15-19
15-19
10-14
10-14
5- 9
5- 9 0- 4
0- 4 70 60 50 40 30 20 10 0
0 10 20 30 40 50 60 70
70 60 50 40 30 20 10 0
0 10 20 30 40 50 60 70 vrouwen
70 60 50 40 30 20 10 0 mannen
0 10 20 30 40 50 60 70 vrouwen bron: CBS/O+S
Bevolking 445 17.1.4
Bevolking naar burgerlijke staat en geslacht, 1 januari 2014
burgerlijke staat
Amsterdam
Rotterdam ‘s-Gravenhage
Utrecht
Nederland
ongehuwd mannen 259648 177511 145655 103583 4222636 vrouwen 248935 160911 132864 104582 3733863 totaal 508583 338422 278519 208165 7956499 gehuwd 1) mannen 103971 95682 80885 45341 3397043 vrouwen 99555 94781 79649 45041 3389986 totaal 203526 190463 160534 90382 6787029 1 gescheiden ) mannen 30768 25256 20579 8276 527373 vrouwen 42743 34778 28101 11152 695096 totaal 73511 60034 48680 19428 1222469 weduwstaat 1) mannen 5213 5904 4189 2105 187333 vrouwen 20352 23534 17018 8084 675959 totaal 25565 29438 21207 10189 863292 totaal-generaal 811185 618357 508940 328164 16829289 1 ) Incl. geregistreerd partnerschap. bron: CBS/O+S
17.1.5
Bevolking naar nationaliteiten, 1 januari 2013
nationaliteit
Amsterdam
Rotterdam ‘s-Gravenhage
Utrecht
Nederland
Nederland 695671 554590 435648 298237 15983340 Turkije 9763 11028 9982 3149 81934 Groot-Brittannië 7634 1580 3502 951 41650 Duitsland 6149 2547 3494 1378 72627 Italië 4464 1335 1578 850 23560 Spanje 3649 1945 1576 978 21940 Frankrijk 3692 894 2552 556 18315 Polen 2517 4635 7699 662 74629 overig Europa 23035 13800 15666 4779 154537 Marokko 12019 5659 4624 3834 51008 overig Afrika 6546 2858 3296 597 29053 Verenigde Staten 4338 661 1393 492 15571 overig Amerika 4988 2411 2631 706 26592 Azië 10952 7399 7885 2749 97336 Oceanië 1038 133 418 174 3845 staatloos/onbekend 2987 4819 3912 1824 83638 totaal 799442 616294 505856 321916 16779575 bron: CBS/O+S
Amsterdam in cijfers 2014
17
446 Bevolking 17.1.6
Stand en loop van de bevolking, 2013
Amsterdam
Rotterdam ‘s-Gravenhage
Utrecht
Nederland
stand 1 januari 2013 799442 616294 505856 321916 16779575 geboorte 10855 7961 6591 4958 171341 sterfte 5431 5647 4027 1900 141245 geboorteoverschot 5424 2314 2564 3058 30096 vestiging 61654 32643 32375 25013 778922 vertrek 55267 32963 31893 21852 759819 vestigingsoverschot 6387 –320 482 3161 19103 1 groei ) absoluut 11743 2063 3084 6248 49714 % 1,5 0,3 0,6 1,9 0,3 stand 1 januari 2014 811185 618357 508940 328164 16829289 1 ) Incl. administratieve correcties. bron: CBS/O+S
17.1.7
Stand en groei van de bevolking, 2009-2014
groei (absoluut) stand stand 1-1-2009 2009 2010 2011 2012 2013 1-1-2014 Amsterdam Rotterdam ‘s-Gravenhage Utrecht Nederland
756347 + 11426 + 12786 + 9485 + 9398 + 11743 811185 587134 + 5915 + 17337 + 5874 + 34 + 2063 618357 481864 + 6689 + 6530 + 6972 + 3801 + 3084 508940 299891 + 7190 + 4286 + 4908 + 5641 + 6248 328164 16485787 + 89202 + 80810 + 74549 + 49227 + 49714 16829289
groei (procenten) 2009 2010 2011 2012 2013 Amsterdam Rotterdam ‘s-Gravenhage Utrecht Nederland
1,5 1,7 1,2 1,2 1,5 1,0 2,9 1,0 0,0 0,3 1,4 1,3 1,4 0,8 0,6 2,4 1,4 1,6 1,8 1,9 0,5 0,5 0,4 0,3 0,3
personen 65 jaar e.o. per 1 januari (procenten)
2009 2010 2011 2012 2013 2014 Amsterdam 11,1 11,1 11,0 11,3 11,6 11,7 Rotterdam 14,3 14,2 14,1 14,4 14,7 14,9 ‘s-Gravenhage 13,1 13,1 12,9 13,3 13,5 13,8 Utrecht 10,1 9,9 9,8 10,0 10,0 10,1 Nederland 15,0 15,3 15,6 16,2 16,8 17,3 bron: CBS/O+S
Bevolking 447 17.1d
Groei van de bevolking, 2009-2013 (procenten) 3,5
%
3,0 2,5 2,0 1,5 1,0 0,5 0,0
Amsterdam 2009
2010
Rotterdam 2011
's-Gravenhage 2012
Utrecht
2013
17.1.8
Nederland
bron: CBS/O+S
Particuliere huishoudens naar samenstelling, 1 januari 2013
huishouden
Amsterdam
Rotterdam ‘s-Gravenhage
Utrecht
Nederland
eenpersoonshuishouden 240699 150176 119085 88001 2802182 meerpersoonshuishouden ongehuwd paar zonder kinderen 41223 24623 19232 16632 517578 gehuwd paar zonder kinderen 41259 43818 32996 17782 1642311 ongehuwd paar met kinderen 18638 13437 12677 9166 375165 gehuwd paar met kinderen 50310 45777 41262 24864 1667583 eenoudergezin 39445 31878 22567 8834 521578 overig huishouden 5251 3394 2330 1729 42974 totaal 2013 436825 313103 250149 167008 7569371 totaal 2012 432612 313294 248558 164668 7512824 2011 427350 309936 245212 162957 7443801 2010 422073 300185 242998 161026 7386144 2009 416426 296423 240303 157297 7312579 2008 411520 293147 236950 155161 7242202 2007 410308 293392 237337 151976 7190543 2006 410201 295157 239784 147737 7146088 bron: CBS
17
Amsterdam in cijfers 2014
448 Bevolking 17.1.9
Prognose bevolking (x 1.000), 1 januari 2014-2035
2014 2020 2025 2030 2035 0-24 jaar Amsterdam 231,8 236,6 246,2 247,7 246,3 Rotterdam 185,8 184,8 189,3 191,0 192,2 ‘s-Gravenhage 151,5 152,2 156,3 159,7 164,2 Utrecht 110,6 115,9 128,0 133,8 137,1 Nederland 4908,3 4816,2 4780,1 4734,7 4764,1 25-49 jaar Amsterdam 342,6 333,5 333,9 336,2 334,4 Rotterdam 231,4 228,4 225,5 224,6 220,4 ‘s-Gravenhage 197,7 192,1 187,7 188,5 191,0 Utrecht 139,6 143,3 149,3 155,8 156,9 Nederland 5573,1 5316,9 5234,9 5349,4 5390,4 50-64 jaar Amsterdam 141,2 155,2 161,3 160,5 161,4 Rotterdam 108,9 118,1 121,3 118,5 117,3 ‘s-Gravenhage 89,5 98,1 104,0 104,4 103,9 Utrecht 44,9 53,3 60,2 63,5 66,3 Nederland 3428,8 3610,3 3581,3 3303,5 3037,4 65 jaar e.o. Amsterdam 95,3 116,9 134,1 154,0 170,2 Rotterdam 92,2 102,2 111,7 124,0 134,1 ‘s-Gravenhage 70,2 78,9 87,3 98,0 108,7 Utrecht 33,1 38,8 44,1 51,5 59,0 Nederland 2919,0 3397,7 3792,8 4206,0 4547,4 mannen Amsterdam 399,4 407,9 423,8 434,3 440,4 Rotterdam 304,4 309,4 315,8 320,5 322,9 ‘s-Gravenhage 251,3 254,0 259,0 266,0 273,9 Utrecht 159,3 171,1 186,2 197,7 204,8 Nederland 8334,4 8479,3 8600,6 8697,3 8761,7 vrouwen Amsterdam 411,5 434,5 451,6 463,9 472,0 Rotterdam 314,0 324,1 332,1 337,5 340,9 ‘s-Gravenhage 257,6 267,5 276,2 284,5 293,8 Utrecht 168,9 180,3 195,1 206,8 214,5 Nederland 8494,9 8661,8 8788,5 8896,4 8977,4 totaal Amsterdam 810,9 842,4 875,4 898,2 912,3 Rotterdam 618,4 633,5 647,9 657,9 663,9 ‘s-Gravenhage 508,9 521,5 535,2 550,4 567,7 Utrecht 328,2 351,4 381,3 404,6 419,4 Nederland 16829,3 17141,1 17389,1 17593,7 17739,2 bron: CBS
Bevolking 449 17.1.10
Prognose huishoudens (x 1.000), 2020-2040
2020 2025 2030 2035 2040 eenpersoonshuishoudens Amsterdam 256,2 265,4 275,3 285,1 293,9 Rotterdam 147,1 151,0 154,9 159,9 164,6 ‘s-Gravenhage 126,7 134,6 141,8 150,0 157,4 Utrecht 99,2 106,9 113,7 118,3 122,6 Nederland 3081,2 3266,4 3430,3 3555,6 3646,7 paren Amsterdam 157,0 163,2 166,8 168,4 170,2 Rotterdam 138,5 141,8 143,2 143,1 143,0 ‘s-Gravenhage 108,6 109,5 111,1 112,8 115,2 Utrecht 72,5 77,6 81,8 84,4 86,3 Nederland 4296,4 4343,1 4354,1 4333,3 4298,6 eenouderhuishoudens Amsterdam 41,5 42,4 43,1 43,4 43,6 Rotterdam 28,1 27,1 26,4 26,0 25,9 ‘s-Gravenhage 23,5 23,7 23,8 24,2 24,7 Utrecht 10,3 11,0 11,7 12,1 12,4 Nederland 542,7 541,3 535,9 533,4 536,1 overige huishoudens Amsterdam 2,6 2,6 2,7 2,8 2,9 Rotterdam 1,6 1,6 1,7 1,7 1,7 ‘s-Gravenhage 1,4 1,4 1,4 1,5 1,5 Utrecht 0,6 0,7 0,7 0,7 0,7 Nederland 46,3 47,7 48,8 49,3 49,9 totaal huishoudens Amsterdam 457,3 473,6 487,9 499,7 510,6 Rotterdam 315,3 321,6 326,3 330,7 335,3 ‘s-Gravenhage 260,2 269,2 278,2 288,5 298,8 Utrecht 182,6 196,2 207,9 215,5 222,0 Nederland 7966,6 8198,4 8369,0 8471,7 8531,4 bron: CBS
17
Amsterdam in cijfers 2014
450 450 Bevolking Openbare orde en veiligheid 17.2.1
Geregistreerde misdrijven en ophelderingen, 2008-2013
Amsterdam
Rotterdam ‘s-Gravenhage
Utrecht
Nederland
1
2013 ) vermogensmisdrijven 73705 39330 29470 22225 676945 vernieling en openbare orde 7245 7375 5610 3075 139900 gewelds- en seksuele misdrijven 8465 6875 5305 2340 101155 overige misdrijven wetboek v. strafrecht 845 785 780 430 11015 verkeersmisdrijven 7105 9975 7940 3320 132560 drugsmisdrijven 1470 1260 830 415 17570 (vuur)wapenmisdrijven 510 535 315 145 6545 misdrijven overige wetten 115 55 120 35 2580 totaal 2013 99460 66190 50365 31985 1088265 w.v. opgehelderd (%) 20,9 27,3 31,7 21,6 22,4 2012 1) vermogensmisdrijven 71955 39720 30665 22160 691730 vernieling en openbare orde 7875 7775 6360 3310 161395 gewelds- en seksuele misdrijven 9025 7150 5320 2605 108660 overige misdrijven wetboek v. strafrecht 860 825 725 515 11540 verkeersmisdrijven 7445 10795 8420 2945 139185 drugsmisdrijven 1335 1210 650 320 17670 (vuur)wapenmisdrijven 785 535 355 115 7030 misdrijven overige wetten 125 65 115 50 3220 totaal 2012 99405 68075 52605 32020 1140430 w.v. opgehelderd (%) 24,2 29,9 32,5 22,6 24,7 totaal 2011 101165 72330 56195 33875 1194355 2010 98330 68100 57625 35150 1194275 2009 96820 75875 55775 38155 1254480 2008 99965 78335 55715 40470 1277775 1 ) Voorlopige cijfers. bron: CBS
17.2a
Opgehelderde misdrijven, 2013 (procenten) 80 70 60 50 40 30 20 10 0
%
Amsterdam vermogensmisdrijven
Rotterdam
's-Gravenhage
gewelds- en seksuele misdrijven
Utrecht verkeersmisdrijven
Nederland totaal misdrijven bron: CBS
Bevolking 451 Werk en inkomen 451 17.3.1
Beroepsbevolking en arbeidsparticipatie, 2013
Amsterdam
Rotterdam ‘s-Gravenhage
Utrecht
Nederland
beroepsbevolking (x 1.000) werkzaam 377 249 218 160 7283 werkloos 42 40 27 15 656 totaal 419 289 246 174 7939 niet-beroepsbevolking (x 1.000) 154 134 98 54 3074 totale bevolking 15-64 jaar (x 1.000) 573 424 344 229 11013 arbeidsparticipatie (%) bruto 73,1 68,3 71,4 76,3 72,1 netto 65,8 58,8 63,5 69,9 66,1 werkloze beroepsbevolking (%) 10,0 13,9 11,1 8,3 8,3 bron: CBS
17.3.2
Banen van werknemers (x 1.000) naar bedrijfstak, 31 december 2012 1)
bedrijfstak
Amsterdam
Rotterdam ‘s-Gravenhage
Utrecht
Nederland
landbouw, bosbouw en visserij 0,06 0,28 0,83 0,14 96,81 nijverheid en energievoorziening 31,66 44,51 13,47 15,47 1162,10 w.o. delfstoffenwinning x 0,76 x x 8,65 industrie 13,96 23,57 5,33 6,53 750,25 energievoorziening x 3,45 x x 25,53 waterbedrijven en afvalbeheer 5,31 1,72 0,71 x 37,57 bouwnijverheid 9,89 15,01 6,83 7,81 340,09 commerciële dienstverlening 329,22 188,72 122,65 132,30 3901,69 w.o. handel 70,62 45,12 25,36 23,96 1301,54 vervoer en opslag 18,09 32,08 9,73 15,07 374,26 horeca 35,61 14,21 10,01 9,78 336,49 informatie en communicatie 30,08 9,92 11,88 15,76 229,60 financiële dienstverlening 50,56 14,59 10,25 21,04 299,21 verhuur en handel van onroerend goed 7,62 3,79 2,52 2,59 67,06 specialistische zakelijke diensten 55,44 26,60 17,62 16,48 479,69 verhuur en ov. zakelijke diensten 61,20 42,43 35,28 27,62 813,83 niet-commerciële dienstverlening 171,34 134,14 127,76 101,29 2672,59 w.o. openbaar bestuur en overheidsdiensten 30,90 30,79 54,41 26,29 514,54 onderwijs 36,63 26,00 15,36 21,21 514,94 gezondheids- en welzijnszorg 80,09 62,35 42,17 41,45 1371,48 cultuur, sport en recreatie 13,73 6,64 5,14 3,38 129,90 overige dienstverlening 9,99 8,36 10,69 8,95 141,73 totaal 532,29 367,66 264,71 249,19 7833,19 1 ) Voorlopige cijfers. bron: CBS
Amsterdam in cijfers 2014
17
452 17.3.3 sector
Werk en inkomen Bedrijfsvestigingen naar sectoren, 2004-2013 1) Amsterdam
Rotterdam ‘s-Gravenhage
Utrecht
Nederland
primair 133 130 1398 87 74938 industrie 2424 1155 701 728 55917 bouwnijverheid 4986 1737 5308 1525 127165 tertiair 71950 16278 21564 18820 718462 quartair 33309 6518 8340 9669 309779 totaal 2013 112802 25818 37311 30829 1286261 2012 107163 26362 36542 29180 1263113 2011 103803 27156 36177 27848 1243997 2010 97129 26514 36604 25465 1196163 2009 85525 24904 35476 23489 1147170 2008 74447 24381 33609 21686 1092466 2007 70428 23519 29676 19985 1038735 2006 67269 23091 26767 18531 990446 2005 64616 23171 24578 17604 955508 2004 59871 23587 23167 16726 924078 1 ) Vestigingen met werkzame personen. bron: LISA
17.3.4
Werkzame personen naar sectoren, soort banen en geslacht, 2004-2013 Amsterdam
Rotterdam ‘s-Gravenhage
Utrecht
Nederland
sectoren primair 270 373 2861 182 225548 industrie 18933 30352 8090 7295 862956 bouwnijverheid 13128 13713 10949 8857 445590 tertiair 340411 163396 108631 121467 3836382 quartair 181990 112729 120917 90808 2646668 1 grote banen ) mannen 270184 166162 125825 112751 3961560 vrouwen 209413 130471 102224 87959 2870242 kleine banen 2) mannen 36650 8597 10678 12146 465005 vrouwen 38485 15333 12721 15753 720337 totaal 2013 554732 320563 251448 228609 8017144 2012 542939 324739 255856 232689 8113730 2011 546325 327642 261186 230596 8170198 2010 537667 327040 264941 227282 8127825 2009 529780 322186 268122 226795 8163638 2008 514078 323692 268275 222217 8130236 2007 506098 319586 256691 215722 7926418 2006 494406 312352 248644 206688 7716645 2005 484982 315930 251455 205059 7637931 2004 462507 325271 249698 205704 7610136 1 ) Personen 12 uur of meer per week werkzaam. bron: LISA 2 ) Personen minder dan 12 uur per week werkzaam.
Werk en inkomen
453
17.3.5 Geregistreerde werkloosheid, 2013-2014 2013 2014 1e kwartaal 2e kwartaal 3e kwartaal 4e kwartaal 1e kwartaal totaal geregistreerde werklozen (x 1.000) vier grote steden 56 65 60 68 69 Nederland 315 327 327 369 391 verandering t.o.v. een jaar geleden (x 1.000) vier grote steden 11 20 17 13 13 Nederland 65 80 77 110 76 geregistreerd werkloosheidspercentage vier grote steden 5,0 5,8 5,3 6,1 6,2 Nederland 4,0 4,1 4,1 4,7 5,0 bron: CBS
17.3a
Vacatures in vier UWV arbeidsmarktregio’s, januari 2013-juli 2014
4.500 4.000 3.500 3.000 2.500 2.000 1.500 1.000 500 0 jan
feb mrt
apr mei jun
jul aug sep okt nov dec jan feb mrt
2013 Groot Amsterdam
apr
mei jun
jul
2014 Rijnmond
Haaglanden
Midden Utrecht
bron: UWV
Amsterdam in cijfers 2014
17
454 17.3.6
Werk en inkomen Uitkeringen WWB, januari 2014 1)
Amsterdam Rotterdam ‘s-Gravenhage Utrecht Nederland leeftijdsgroep tot de AOW-leeftijd 37080 35320 21500 8470 363200 vanaf de AOW-leeftijd 6340 5340 3610 1320 39850 gezinssituatie alleenstaande 29460 26520 16780 6340 256090 alleenstaande ouder 8090 8490 4720 1580 84330 (echt)paar 5850 5640 3570 1860 62340 totaal 2014 1) 43430 40680 25110 9790 403110 2013 1) 41410 39100 23240 8810 374410 2012 40780 38180 22620 8380 358000 2011 40440 37880 21940 8010 350910 1 ) Voorlopige cijfers. bron: CBS
17.3.7
Uitkeringen WW naar leeftijdsgroepen en geslacht, 1 januari 2014 Amsterdam
Rotterdam ‘s-Gravenhage
Utrecht
Nederland
leeftijdsgroep 15-24 jaar 707 838 654 356 21655 25-34 jaar 4581 4135 2927 1942 77986 35-44 jaar 5990 4986 3506 2251 105350 45-54 jaar 6421 5533 3787 1997 130768 55-64 jaar 3860 3619 2347 1219 99369 geslacht mannen 11190 10413 7362 4099 237114 vrouwen 10369 8700 5859 3666 198027 WW-percentage 1) 3,7 4,5 3,8 3,3 3,9 totaal 2014 21559 19113 13221 7765 435141 2013 17529 15045 10788 5848 338001 2012 13508 10988 7853 4453 238727 2011 14246 11818 8255 4535 270171 2010 15456 11941 8148 4834 305210 2009 9445 6822 4622 2707 170854 2008 10075 7378 5463 3248 188981 2007 13086 9918 6776 3979 245238 2006 16597 13049 8578 5245 306723 1 ) WW-percentage = het aantal lopende uitkeringen als bron: UWV percentage van het aantal inwoners van 15-64 jaar.
Werk en inkomen 17.3.8
455
Uitkeringen WIA, WAO, WAZ en Wajong, 1 januari 2014
Amsterdam
Rotterdam ‘s-Gravenhage
Utrecht Nederland 1)
WIA 15-24 jaar 28 20 26 26 1007 25-34 jaar 1070 760 750 541 19273 35-44 jaar 2251 1475 1569 976 36820 45-54 jaar 3044 2263 2041 1091 55197 55-64 jaar 3094 2373 1971 1003 67375 65-AOW-leeftijd 20 10 8 6 375 totaal 9508 6901 6365 3643 180047 w.v. mannen 4305 3392 3053 1688 87293 vrouwen 5203 3509 3312 1955 92754 geheel arbeidsongeschikt 6570 5506 5041 2814 141424 deels arbeidsongeschikt 2938 1395 1324 829 38623 WAO 15-24 jaar – – – – – 25-34 jaar 170 107 134 79 4044 35-44 jaar 1839 1286 1411 987 41683 45-54 jaar 5966 3256 3375 2120 103981 55-64 jaar 11301 6290 6115 3399 205189 65-AOW leeftijd 102 94 63 37 2398 totaal 19378 11033 11098 6622 357295 w.v. mannen 8826 5736 5045 2968 173081 vrouwen 10552 5297 6053 3654 184214 geheel arbeidsongeschikt 14180 7810 8419 4942 252884 deels arbeidsongeschikt 5198 3223 2679 1680 104411 WAZ 15-24 jaar – – – – – 25-34 jaar 1 – 1 – 26 35-44 jaar 25 9 15 6 772 45-54 jaar 147 74 61 39 4131 55-64 jaar 436 188 196 104 13569 65-AOW leeftijd 9 7 3 – 220 totaal 618 278 276 149 18718 w.v. mannen 377 178 184 91 12459 vrouwen 241 100 92 58 6259 geheel arbeidsongeschikt 438 195 207 108 12037 deels arbeidsongeschikt 180 83 69 41 6681 Wajong 15-24 jaar 2386 3048 1838 962 69758 25-34 jaar 2925 2652 1945 1252 71217 35-44 jaar 1354 1082 924 759 39599 45-54 jaar 1147 829 683 593 34325 55-64 jaar 898 507 562 300 22498 65-AOW leeftijd 10 4 6 3 151 totaal 8720 8122 5958 3869 237548 w.v. mannen 4841 4605 3406 2050 132721 vrouwen 3879 3517 2552 1819 104827 geheel arbeidsongeschikt 7892 7376 5494 3515 218688 deels arbeidsongeschikt 828 746 464 354 18860 totaal AO-uitkeringen 2014 38278 26334 23697 14283 793608 2013 38577 25858 23276 14153 793379 2012 38953 25593 23430 14170 801470 2011 39640 25538 23321 14451 811230 2010 39371 24524 23107 13944 801143 1 ) Inclusief buitenland en onbekend. bron: UWV
Amsterdam in cijfers 2014
17
456 17.3.9
Werk en inkomen Uitkeringen AOW, 2013-2014 Amsterdam
Rotterdam ‘s-Gravenhage
Utrecht
Nederland
2013 1e kwartaal 92110 90380 68100 32190 2825880 2e kwartaal 92740 90710 68520 32410 2850540 3e kwartaal 93770 91230 69080 32680 2877670 4e kwartaal 94310 91620 69500 32850 2900720 2014 1e kwartaal 1) 94190 91560 69440 32820 2905400 waarvan 2 volledig ) 68550 72550 54120 26850 2608790 gekort 3) 25640 19010 15330 5960 296610 mannen 42150 39700 29850 14160 1309240 vrouwen 52050 51870 39590 18650 1596130 1 ) Voorlopige cijfers. bron: CBS 2 ) Volledig houdt in dat over de gehele AOW-periode (50 jaar) rechten zijn opgebouwd. 3 ) Voor elk jaar dat de pensioengerechtigde tussen het 15de en 65ste jaar niet verzekerd is geweest, bijvoorbeeld vanwege wonen in het buitenland, wordt op het ouderdomspensioen 2% gekort.
17.3.10
Toegekende aanvragen huurtoeslag van huishoudens naar leeftijdsgroepen en huishoudenstypen, 2011 Amsterdam
Rotterdam ‘s-Gravenhage
Utrecht
Nederland
totaal huishoudens 97757 86100 54537 24877 1192600 totaal <65 jaar 75968 61781 41374 18840 781616 eenpersoonshuishoudens 43415 31414 21841 11171 404690 meerpersoonshuishoudens 32553 30367 19533 7669 376926 totaal 65+ jaar 21789 24319 13163 6037 410984 eenpersoonsouderenhuishoudens 16371 17825 9770 4106 285033 meerpersoonsouderenhuishoudens 5418 6494 3393 1931 125951 totaal minima 73809 63773 40387 18153 806720 bron: MinBZk/WB
Werk en inkomen
457
17.3.11 Gemiddelde huurtoeslag per jaar (x 1 euro) van huishoudens naar leeftijdsgroepen en huishoudenstypen, 2011
Amsterdam
Rotterdam ‘s-Gravenhage
Utrecht
Nederland
totaal huishoudens 1836 1945 1951 1755 1912 totaal <65 jaar 1786 1874 1877 1640 1817 eenpersoonshuishoudens 1596 1697 1673 1411 1634 meerpersoonshuishoudens 2086 2092 2152 2026 2051 totaal 65+ jaar 1988 2095 2143 2066 2063 eenpersoonsouderenhuishoudens 1944 2073 2096 2015 2059 meerpersoonsouderenhuishoudens 2131 2157 2286 2182 2073 totaal minima 1953 2082 2090 1849 2090 bron: MinBZk/WB
17.3.12
Bevolking en gemiddeld besteedbaar inkomen, 2011
Amsterdam
Rotterdam ‘s-Gravenhage
Utrecht
Nederland
bevolking 1 januari 2011 totaal (x 1.000) 790,1 616,3 502,1 316,3 16730,3 w.o. met een heel jaar inkomen 555,7 424,9 335,6 222,7 11873,4 in % van inwoners 70,3 68,9 66,8 70,4 71,0 gemiddeld besteedbaar inkomen per inwoner (x 1.000 euro) 15,6 14,0 14,8 15,3 14,9 rangnummer 101 328 223 137 gemiddeld persoonlijk inkomen per persoon met een heel jaar inkomen (x 1.000 euro) 32,5 28,9 32,1 32,2 30,5 rangnummer 85 270 97 93 bron: CBS/RIO 2011
17
Amsterdam in cijfers 2014
458 17.3b
Werk en inkomen Gemiddeld persoonlijk inkomen per persoon met een heel jaar inkomen en gemiddeld besteedbaar inkomen per inwoner, 2011
35
x 1.000 euro
30 25 20 15 10 5 0 Amsterdam
Rotterdam
's-Gravenhage
Utrecht
Nederland
gemiddeld persoonlijk inkomen per persoon met een heel jaar inkomen gemiddeld besteedbaar inkomen per inwoner
17.3.13
bron: CBS/RIO 2011
Personen met een heel jaar inkomen en gemiddeld persoonlijk inkomen naar sociaal-economische categorie, 2011 Amsterdam
Rotterdam ‘s-Gravenhage
Utrecht
Nederland
personen met een heel jaar inkomen (x 1.000) totaal actief 347,0 245,8 209,1 142,2 7438,9 w.o. zelfstandige 65,7 29,2 30,2 19,2 995,8 totaal niet-actief 208,7 179,1 126,5 80,5 4434,5 w.o. bijstandsuitkering 35,5 34,0 19,3 7,4 315,6 pensioenontvanger 65+ jaar 78,6 79,7 57,8 27,9 2426,6 gemiddeld persoonlijk inkomen (x 1.000 euro) totaal actief 41,1 36,9 39,6 40,9 37,0 w.o. zelfstandige 33,7 33,8 34,6 37,2 36,9 totaal niet-actief 18,3 17,8 19,9 16,9 19,7 w.o. bijstandsuitkering 13,7 13,6 13,4 13,1 13,4 pensioenontvanger 65+ jaar 21,5 19,9 23,1 21,2 21,3 bron: CBS/RIO 2011
Werk en inkomen 17.3.14
459
Personen met een heel jaar inkomen en gemiddeld persoonlijk inkomen naar geslacht en leeftijdsgroepen, 2011
Amsterdam
Rotterdam ‘s-Gravenhage
Utrecht
Nederland
personen met een heel jaar inkomen (x 1.000) totaal 555,7 424,9 335,6 222,7 11873,4 mannen 277,5 214,9 170,4 109,5 6098,3 vrouwen 278,3 210,0 165,1 113,2 5775,2 15-24 jaar 55,9 44,0 29,8 31,4 1213,6 25-44 jaar 238,4 162,7 134,4 104,7 3937,3 45-64 jaar 176,6 134,3 109,7 57,0 4152,8 65 jaar en ouder 84,9 83,5 61,3 29,4 2554,1 gemiddeld persoonlijk inkomen (x 1.000 euro) totaal 32,5 28,9 32,1 32,2 30,5 mannen 37,4 34,4 38,1 38,0 38,3 vrouwen 27,6 23,2 26,0 26,7 22,3 15-24 jaar 11,7 12,4 12,3 11,0 11,7 25-44 jaar 37,8 32,7 34,9 37,9 34,1 45-64 jaar 36,6 34,5 38,5 38,7 37,7 65 jaar en ouder 23,1 20,9 24,4 22,2 22,4 bron: CBS/RIO 2011
17.3.15
Personen met een heel jaar inkomen en gemiddeld persoonlijk inkomen naar herkomstgroepering, 2011
Amsterdam
Rotterdam ‘s-Gravenhage
Utrecht
Nederland
personen met een heel jaar inkomen (x 1.000) totaal 555,7 424,9 335,6 222,7 11873,4 autochtonen 307,2 245,8 190,1 161,7 9705,8 westerse allochtonen 83,4 46,2 47,9 22,7 1083,4 niet-westerse allochtonen 165,1 133,0 97,5 38,3 1084,2 gemiddeld persoonlijk inkomen (x 1.000 euro) totaal 32,5 28,9 32,1 32,2 30,5 autochtonen 35,9 31,8 35,0 34,2 31,2 westerse allochtonen 37,4 30,7 36,9 33,2 31,4 niet-westerse allochtonen 23,8 22,8 24,3 23,1 23,5 bron: CBS/RIO 2011
Amsterdam in cijfers 2014
17
460 17.3.16
Werk en inkomen Personen met een heel jaar inkomen (x 1.000) naar inkomensklassen, 2011 1)
persoonlijk inkomen per jaar
Amsterdam
Rotterdam ‘s-Gravenhage
Utrecht
Nederland
minder dan 12.500 euro 101,8 83,2 58,2 45,1 2374,6 12.500 euro-<20.000 euro 123,1 102,8 73,5 40,3 2374,6 20.000 euro-<30.200 euro 103,1 84,2 68,1 38,4 2374,6 30.200 euro-<43.500 euro 104,8 80,4 65,6 45,7 2374,6 43.500 euro en meer 123,1 74,4 70,2 53,2 2374,6 totaal 555,7 424,9 335,6 222,7 11873,4 1 ) Indeling in vijf 20% landelijke inkomensgroepen. bron: CBS/RIO 2011
17.3.17
Particuliere huishoudens incl. studenten en gemiddeld besteedbaar inkomen naar samenstelling huishouden, 2011
Amsterdam
Rotterdam ‘s-Gravenhage
Utrecht
Nederland
huishoudens (x 1.000) totaal 420,2 304,9 239,4 161,3 7406,4 eenpersoonshuishouden 228,1 143,5 110,8 84,1 2669,9 paar zonder kinderen 79,0 66,7 50,5 33,2 2113,0 paar met kinderen 65,3 56,7 51,0 32,1 1996,4 eenoudergezin 37,1 30,1 21,1 8,4 491,2 gemiddeld besteedbaar inkomen (x 1.000 euro) totaal 29,2 28,1 30,6 29,7 33,3 eenpersoonshuishouden 19,6 18,1 19,5 17,3 19,2 paar zonder kinderen 40,5 35,8 38,6 40,5 37,2 paar met kinderen 48,7 44,6 47,5 50,6 48,5 eenoudergezin 26,7 25,0 26,0 27,9 27,9 gestandaardiseerd inkomen per huishouden (x 1.000 euro) 22,4 21,0 22,6 22,0 23,4 bron: CBS/RIO 2011
17.3.18
Particuliere huishoudens incl. studenten (x 1.000) naar inkomensklassen, 2011 1)
besteedbaar inkomen per jaar
Amsterdam
Rotterdam ‘s-Gravenhage
Utrecht
Nederland
minder dan 17.100 euro 133,0 89,1 64,7 50,9 1481,2 17.100 euro-<24.300 euro 91,4 73,8 52,7 30,5 1481,2 24.300 euro-<33.700 euro 74,7 57,4 45,3 26,1 1481,2 33.700 euro-<46.600 euro 56,5 44,8 37,2 24,2 1481,2 46.600 euro en meer 64,5 39,8 39,5 29,6 1481,2 totaal 420,2 304,9 239,4 161,3 7406,4 1 ) Indeling in vijf 20% landelijke inkomensgroepen. bron: CBS/RIO 2011
Werk en inkomen 17.3.19
461
Particuliere huishoudens excl. studenten en gemiddeld besteedbaar inkomen naar samenstelling huishouden, 2011
Amsterdam
Rotterdam ‘s-Gravenhage
Utrecht
Nederland
huishoudens (x 1.000) totaal 385,7 286,5 228,5 134,2 7133,5 eenpersoonshuishouden 197,6 127,6 101,1 59,0 2423,6 paar zonder kinderen 76,2 65,0 49,6 31,8 2093,1 paar met kinderen 65,3 56,7 51,0 32,1 1996,4 eenoudergezin 37,1 30,1 21,1 8,4 491,2 gemiddeld besteedbaar inkomen (x 1.000 euro) totaal 30,8 29,3 31,6 33,9 34,2 eenpersoonshuishouden 21,2 19,3 20,5 21,1 20,3 paar zonder kinderen 41,3 36,2 39,0 41,5 37,4 paar met kinderen 48,7 44,6 47,5 50,6 48,5 eenoudergezin 26,7 25,0 26,0 27,9 27,9 gestandaardiseerd inkomen per huishouden (x 1.000 euro) 23,6 21,7 23,2 24,7 23,9 bron: CBS/RIO 2011
17.3.20
Particuliere huishoudens excl. studenten (x 1.000) naar inkomensklassen, 2011 1)
besteedbaar inkomen per jaar
Amsterdam
Rotterdam ‘s-Gravenhage
Utrecht
Nederland
minder dan 17.900 euro 114,4 82,7 62,0 29,4 1426,6 17.900 euro-<25.200 euro 85,5 69,4 50,0 28,3 1426,6 25.200 euro-<34.500 euro 69,3 53,5 42,6 24,5 1426,6 34.500 euro-<47.200 euro 54,0 42,7 35,5 23,4 1426,6 47.200 euro en meer 62,4 38,4 38,3 28,6 1426,6 totaal 385,7 286,5 228,5 134,2 7133,5 1 ) Indeling in vijf 20% landelijke inkomensgroepen. bron: CBS/RIO 2011
17.3.21
Gemeentelijke woonlasten (euro’s per jaar per huishouden), 2012-2014 1)
gemiddelde woning 2) eenpersoonshuishouden meerpersoonshuishouden 2012 2013 2014 2012 2013 2014 551 549 548 631 628 633 Amsterdam 3) Rotterdam 644 720 738 644 720 738 ‘s-Gravenhage 488 492 492 543 547 546 Utrecht 684 687 668 720 731 707 Nederland gemiddeld 613 630 641 683 697 726 1 ) De gemeentelijke woonlasten bestaan uit onroerende bron: COELO/Atlas van de lokale lasten zaakbelasting (OZB), reinigingsheffing en rioolheffing woningen. 2 ) De gemiddelde woning is vastgesteld door het CBS, verschilt per gemeente en is gerelateerd aan de waarde van de woning. 3 ) Gemiddelde berekend uit de woonlasten per stadsdeel.
Amsterdam in cijfers 2014
17
462 Zorg 17.4.1
Sterfte naar doodsoorzaken, 2003-2012
2012 doodsoorzaak
Amsterdam
Utrecht
Nederland
1582 1575 1186 545 44661 1388 1526 1120 453 38371 575 592 473 191 14477 333 253 192 131 6333 1657 1646 1209 535 36971 5535 5592 4180 1855 140813
nieuwvormingen ziekten van hart en vaatstelsel ziekten van ademhalingsstelsel uitwendige doodsoorzaken overige doodsoorzaken totaal
Rotterdam ‘s-Gravenhage
procenten
doodsoorzaak
Amsterdam
Rotterdam ‘s-Gravenhage
Utrecht
Nederland
nieuwvormingen 28,6 28,2 28,4 29,4 31,7 ziekten van hart en vaatstelsel 25,1 27,3 26,8 24,4 27,2 ziekten van ademhalingsstelsel 10,4 10,6 11,3 10,3 10,3 uitwendige doodsoorzaken 6,0 4,5 4,6 7,1 4,5 overige doodsoorzaken 29,9 29,4 28,9 28,8 26,3 totaal 100 100 100 100 100 totaal abs. 2011 5314 5436 4045 1855 135741 2010 5406 5537 4161 1810 136058 2009 5313 5429 3935 1808 134235 2008 5679 5720 4293 1884 135136 2007 5586 5747 4204 1862 133022 2006 5727 5820 4313 1890 135372 2005 5960 5815 4395 1910 136402 2004 5875 5985 4600 2000 136550 2003 6560 6433 4769 2081 141936 bron: CBS
17.4a 40
Sterfte naar doodsoorzaken, 2012 (procenten) %
30
20
10
0 nieuwvormingen Amsterdam
Rotterdam
ziekten van hart en vaatstelsel ’s-Gravenhage
Utrecht
Nederland
bron: CBS
Educatie 463 17.5.1
Leerlingen naar soort onderwijs en gemeente van hoofdvestiging, 2013/’14
Amsterdam
Rotterdam ‘s-Gravenhage
Utrecht
Nederland
basisonderwijs 61182 50485 45139 28518 1476517 speciaal basisonderwijs 1187 1213 1022 488 38135 (voortgezet) speciaal onderwijs 3374 4291 1833 2011 71142 voortgezet onderwijs 39187 34569 25216 12166 980449 bron: OCW/DUO
17.5.2
Bevolking van 15 jaar en ouder naar hoogst afgerond opleidingsniveau, 2011 (procenten)
Amsterdam
Rotterdam ‘s-Gravenhage
Utrecht
Nederland
laag 29 42 36 26 36 midden 34 36 36 32 41 hoog 37 21 28 42 23 totaal 100 100 100 100 100 bron: CBS/bewerking O+S
17.5a
Percentage geslaagden van eindexamenkandidaten in het voortgezet onderwijs, 2013 100 % 95 90 85 80 75 70 65
VMBO-bkg Amsterdam
Amsterdam in cijfers 2014
VMBO-t Rotterdam
’s-Gravenhage
HAVO Utrecht
VWO Nederland
bron: Onderwijsinspectie
17
464
Verkeer en infrastructuur
17.6.1
Geregistreerde motorvoertuigen, 1 januari 2014
Amsterdam
Rotterdam ‘s-Gravenhage
Utrecht
Nederland
totaal alle voertuigtypen 336153 309957 243611 177338 11808652 personenauto’s 230677 213135 178358 132092 7932290 totaal bedrijfsauto’s 33493 51376 24817 23233 2120393 totaal bedrijfsmotorvoertuigen 23199 24116 17311 15228 1023614 bestelauto’s 19868 19215 15547 12797 815169 vrachtauto’s 1018 1284 530 967 65046 trekkers 593 1905 209 635 71063 speciale voertuigen 1447 1329 801 800 62414 autobussen 273 383 224 29 9922 motortweewielers 17635 11649 9992 7370 653991 bron: CBS
17.6.2
Voertuigen met bromfietskenteken, 1 januari 2009-2014
Amsterdam
Rotterdam ‘s-Gravenhage
Utrecht
Nederland
2014 snorfietsen 29722 16914 18886 8544 576085 bromfietsen 23723 16306 10990 5845 500416 brommobielen 507 442 472 185 20679 totaal 53952 33662 30348 14574 1097180 2009 snorfietsen 14472 9964 10454 6719 374019 bromfietsen 22635 12335 9750 4836 476876 brommobielen 482 430 616 186 18953 totaal 37589 22729 20820 11741 869848 totaal 2014 53952 33662 30348 14574 1097180 2013 52559 32601 29282 14325 1080514 2012 51060 31346 27876 14022 1057100 2011 48608 29695 26222 13713 1023582 2010 44133 25753 23562 12850 951452 2009 37589 22729 20820 11741 869848 bron: CBS
17.6.a Voertuigen met bromfietskenteken, 1 januari 2009-2014 x 1.000 60 50 40 30 20 10 0
2009 Amsterdam
2010 Rotterdam
2011 ’s-Gravenhage
2012 Utrecht
2013
2014
bron: CBS
Stedelijke ontwikkeling 17.7.1
465
Woningvoorraad, 2013-2014 1)
Amsterdam
Rotterdam ‘s-Gravenhage
Utrecht
Nederland
2013 1e kwartaal 411127 307352 244882 145124 7449298 2e kwartaal 411905 307030 245430 145118 7460099 3e kwartaal 412117 307652 245725 145831 7487044 4e kwartaal 412551 307552 246789 146154 7513689 2014 1e kwartaal 413697 308291 249994 146329 7535315 2e kwartaal 414006 308582 250262 146588 7546921 3e kwartaal 414574 309344 250526 146718 7557035 1 ) Beginstand periode, voorlopige cijfers. bron: CBS De gegevens zijn afkomstig uit de Basisregistratie Adressen en Gebouwen (BAG).
17.7.2
Woningvoorraad en mutaties in de woningvoorraad, 2013
Amsterdam
Rotterdam ‘s-Gravenhage
Utrecht
Nederland
stand 1-1-2013 411127 307352 244882 145124 7449298 vermeerdering nieuwbouw 2449 1589 1975 970 49311 overige toevoeging 1754 1010 4499 562 63837 vermindering sloop 219 1042 73 322 12903 overige onttrekking 1316 663 1287 236 18427 saldo 2570 939 5112 1205 86014 stand 1-1-2014 1) 413697 308291 249994 146329 7535315 1 ) Incl. administratieve correcties; voorlopige cijfers. bron: CBS
17.7.3
Waarde woningvoorraad, 1 januari 2010-2014
Amsterdam
Rotterdam ‘s-Gravenhage
Utrecht
Nederland
totale waarde woningen (x 1 mln. euro) 93534 45222 46261 31154 1570465 2014 1) 97002 47443 48734 32620 1651314 2013 1) 1 100359 48486 50433 33204 1706625 2012 ) 2011 99828 52103 50905 33361 1732458 2010 104671 48875 51344 33586 1759443 gemiddelde waarde woningen (x 1.000 euro) 231 148 188 223 211 2014 1) 240 153 199 235 223 2013 1) 250 160 207 242 232 2012 1) 2011 248 162 210 241 236 2010 261 164 213 248 242 1 ) Voorlopige cijfers. bron: CBS
Amsterdam in cijfers 2014
17
466 Verkiezingen 17.8.1
Uitgebrachte geldige stemmen (procenten), blanco/ongeldige stemmen, kiesgerechtigden en opkomstpercentage bij de verkiezingen voor de Gemeenteraad, 19 maart 2014
politieke groepering
Amsterdam
Rotterdam ‘s-Gravenhage
Utrecht
Nederland
Partij van de Arbeid (P.v.d.A.) 18,4 15,8 12,4 10,2 10,3 VVD 11,2 7,5 9,5 10,9 12,2 GROENLINKS 10,7 4,9 5,2 16,9 5,4 Democraten 66 (D66) 26,8 12,7 15,5 26,5 12,1 SP (Socialistische Partij) 11,2 10,5 5,5 9,5 6,6 CDA 2,8 5,9 6,7 6,2 14,4 Partij voor de Dieren 2,8 2,5 2,1 2,5 0,5 Partij van de Ouderen (P.v.d.O.) 2,1 Leefbaar Rotterdam 27,5 Nida Rotterdam 4,8 ChristenUnie-SGP 3,2 2,5 1,3 PVV (Partij voor de Vrijheid) 14,0 0,6 Haagse Stadspartij 11,1 Groep de Mos/Ouderen Partij Den Haag 5,8 Islam Democraten 3,8 Partij van de Eenheid 3,2 Stadsbelang Utrecht 4,2 ChristenUnie 3,9 4,1 Student & Starter 3,6 overige partijen 14,0 4,7 2,7 5,6 32,5 totaal geldige stemmen 317745 216136 199513 139074 6691870 blanco/ongeldige stemmen 5193 2989 1655 915 52520 totaal stemmen 322938 219125 201168 139989 6744390 kiesgerechtigden 642286 485449 391844 258087 12489683 opkomstpercentage 50,3 45,1 51,3 54,2 54,0 bron: Kiesraad/DBI
Verkiezingen 467 17.8.2
Zetelverdeling bij de verkiezingen voor de Gemeenteraad, 19 maart 2014
politieke groepering
Amsterdam
Rotterdam ‘s-Gravenhage
Utrecht
Nederland
Partij van de Arbeid (P.v.d.A.) 10 8 6 5 799 VVD 6 3 4 5 1098 GROENLINKS 6 2 2 9 354 Democraten 66 (D66) 14 6 8 13 824 SP (Socialistische Partij) 6 5 2 4 440 CDA 1 3 3 3 1499 Partij voor de Dieren 1 1 1 1 12 Partij van de Ouderen (P.v.d.O.) 1 Leefbaar Rotterdam 14 Nida Rotterdam 2 ChristenUnie-SGP 1 1 107 PVV (Partij voor de Vrijheid) 7 Haagse Stadspartij 5 Groep de Mos/Ouderen Partij Den Haag 3 Islam Democraten 2 Partij van de Eenheid 1 Stadsbelang Utrecht 2 ChristenUnie 2 359 Student & Starter 1 overige partijen 3078 totaal 45 45 45 45 8570 bron: Kiesraad/DBI
17
Amsterdam in cijfers 2014
468 Verkiezingen 17.8.3
Uitgebrachte geldige stemmen (procenten), blanco/ongeldige stemmen, kiesgerechtigden en opkomstpercentage bij de verkiezingen voor het Europees Parlement, 22 mei 2014
politieke groepering
Amsterdam
Rotterdam ‘s-Gravenhage
Utrecht
Nederland
CDA - Europese Volkspartij 4,1 8,6 8,4 7,0 15,2 PVV (Partij voor de Vrijheid) 8,0 18,8 15,5 7,1 13,3 P.v.d.A./Europese Sociaaldemocraten 14,4 10,6 9,8 11,4 9,4 VVD 9,6 10,4 13,4 10,0 12,0 Democraten 66 (D66) - ALDE 25,0 17,7 22,7 26,4 15,5 GROENLINKS 16,4 7,8 8,6 18,7 7,0 SP (Socialistische Partij) 9,5 11,3 7,6 7,5 9,6 ChristenUnie-SGP 1,3 4,2 2,9 3,4 7,7 Artikel50 0,5 0,7 0,7 0,5 0,5 IQ, de Rechten-Plichten-Partij 0,0 0,1 0,0 0,0 0,0 Piratenpartij 1,9 1,2 1,1 1,5 0,8 50PLUS 1,7 2,4 2,7 1,2 3,7 De Groenen 0,6 0,3 0,3 0,3 0,2 Anti EU(ro) Partij 0,2 0,3 0,2 0,1 0,3 Liberaal Democratische Partij 0,1 0,1 0,2 0,2 0,1 JEZUS LEEFT 0,1 0,2 0,2 0,1 0,2 ikkiesvooreerlijk.eu 0,2 0,1 0,4 0,2 0,1 Partij voor de Dieren 6,2 5,2 5,2 4,5 4,2 Aandacht en Eenvoud 0,1 0,1 0,1 0,0 0,1 totaal geldige stemmen 205637 125239 136566 99775 4753746 blanco/ongeldige stemmen 1676 1086 869 703 28505 totaal stemmen 207313 126325 137435 100478 4782251 kiesgerechtigden 581485 447511 368990 244499 12815496 opkomstpercentage 35,7 28,2 37,3 41,1 37,3 bron: Kiesraad