vGRP 2010 - 2015
Gemeente Woudrichem 21 september 2010 Definitief vGRP 9T5233.A0
Barbarossastraat 35 Postbus 151 6500 AD Nijmegen +31 (0)24 328 42 84
Telefoon
+31 (0)24 360 95 66
Fax
[email protected] www.royalhaskoning.com Arnhem 09122561
Documenttitel Verkorte documenttitel
vGRP 2010-2015 vGRP Woudrichem
Status
Definitief vGRP
Datum
21 september 2010
Projectnaam
vGRP Woudrichem
Projectnummer
9T5233.A0
Opdrachtgever
Gemeente Woudrichem
Referentie
Auteur(s) Collegiale toets Datum/paraaf Vrijgegeven door Datum/paraaf
9T5233.A0/R009/BSTU/EJA/Nijm
Bram Stuurman Koos Vleeshouwers 21-09-2010
………………….
Hein Herbermann 21-09-2010
………………….
E-mail Internet KvK
SAMENVATTING Eerste vGRP
Voor u ligt het eerste ‘verbrede’ Gemeentelijk Rioleringsplan van de gemeente Woudrichem (vGRP 2010-2015). Hierin verwoordt de gemeente hoe ze invulling geeft aan de specifieke zorgtaken rondom afval-, hemel- en grondwater. Vanuit de Wet milieubeheer zijn gemeenten verplicht een GRP op te stellen. Voor het eerst betreft het hier een verbreed GRP (vGRP) omdat de Wet gemeentelijke watertaken sinds begin 2008 de nieuwe gemeentelijke zorgtaken voor hemel- en grondwater expliciet vastlegt. Aangezien water- en rioleringsbeheer in toenemende mate integraal benaderd worden, heeft dit vGRP een samenhang met het onlangs samen met het waterschap opgestelde Waterplan.
Afvalwaterzorgplicht
Ten opzichte van het verleden verandert het beleid voor de afvalwaterzorgplicht niet wezenlijk. Ten aanzien van het buitengebied heeft de gemeente in de afgelopen planperiode aanzienlijke inspanningen verricht. Van de niet op riolering aangesloten panden (ongezuiverde lozingen) is het grootste deel inmiddels aangesloten en een klein deel is voorzien van een IBA (eigen afvalwaterbehandeling). In de afgelopen planperiode is veel aandacht uitgegaan naar grote riooltechnische projecten zoals de aanleg van een BergBezinkBassin en afkoppelen (milieumaatregelen in het kader van de basisinspanning). Voor de nieuwe planperiode zal de aandacht verlegd worden naar het zo slim mogelijk inrichten van het rioolbeheer (niet alleen dingen “goed” doen maar ook vooral de “goede” dingen doen). In dat kader is het belangrijk precies te weten wat de staat van het rioolstelsel is (inclusief gemalen en drukriolering) en hoe het rioolstelsel precies functioneert. Conform de landelijke tendens wil de gemeente daarom extra aandacht gaan besteden aan het meten om het functioneren van gemalen en riooloverstorten onnodig grote investeringen te voorkomen.
Hemelwaterzorgplicht
Ten aanzien van de hemelwaterzorgplicht voert de gemeente het beleid dat schone en vuile waterstromen zoveel mogelijk gescheiden worden gehouden. Het niet op riolering aangesloten schone regenwater wordt daardoor niet afgevoerd naar de rioolwaterzuiveringsinstallatie. De gemeente zorgt voor het inzamelen en verwerken van afvloeiend hemelwater voor zover dit doelmatig is en redelijkerwijs niet van particulieren kan worden verwacht. Doelmatigheid staat hierbij centraal. De doelmatigheid is verder uitgewerkt in bijlage 9 ”taakopvatting verwerking hemelwater”. Het scheiden van waterstromen (afkoppelen) is met name aan de orde wanneer “werk met werk” gemaakt kan worden. Denk hierbij aan herstructureringen, weg- en rioolvervangingen en in- en uitbreidingen.
vGRP Woudrichem Definitief vGRP
9T5233.A0/R009/BSTU/EJA/Nijm 21 september 2010
Ter plaatse van in- en uitbreidingen wordt gebruik gemaakt van het instrument ‘watertoets’. De watertoets zorgt ervoor dat de ‘bouwer’, gemeente en de waterbeheerder vroeg in het planproces aan tafel zitten, teneinde de waterhuishouding goed in te passen in het project. In de watertoetsprocedure wordt gezamenlijk met het waterschap dus aandacht besteed aan ruimte voor water. Hemelwater wordt zoveel mogelijk in het gebied vastgehouden waarbij hemelwater ten goede komt aan het lokale watersysteem zonder daarbij het water te verontreinigen. Voor kleine uitbreidingen is het niet altijd mogelijk om waterberging aan te brengen. Voor uitbreidingen kleiner dan 500 m2 wil de gemeente in de planperiode daarom onderzoeken of het mogelijk is projectontwikkelaars door middel van een financiële vergoeding (watercompensatie) te laten bijdragen aan compensatie elders in het gebied. Tot slot zal in de planperiode van dit vGRP ook extra aandacht uitgaan naar het beheer van hemelwatervoorzieningen, de communicatie over hemelwatervoorzieningen richting burgers en het zo verantwoord mogelijk omgaan met gladheid- en onkruidbestrijding ter plaatse van hemelwaterstelsels. Grondwaterzorgplicht
De zorgplicht voor grondwater is binnen de gemeente Woudrichem juridische gezien een nieuwe taak. Binnen de gemeente Woudrichem is grondwater echter van oudsher een punt van aandacht. Het bodempeil en de bodemsamenstelling in combinatie met de sterk fluctuerende rivierwaterstanden, zorgen voor plaatselijk hoge grondwaterstanden. In de loop der jaren is door de gemeente in totaal ruim 38 kilometer drainage aangelegd om grondwaterproblemen te voorkomen of te verhelpen. De gemeente kent in de huidige situatie geen structurele grondwateroverlastgebieden. Om grondwateroverlast te voorkomen is het beleid dat bij rioolwerkzaamheden waarbij de weg wordt opengebroken tevens drainage wordt aangelegd. Bij in- en uitbreidingen hanteert de gemeente het principe ‘grondwaterneutraal bouwen’. Op hoofdlijnen betekent dit dat in- en uitbreidingen geen invloed mogen hebben op het grondwater (of de invloed moet gecompenseerd worden). Met de nieuwe zorgplicht voor grondwater is het zaak dat de gemeente het grondwaterbeheer meer gaat structureren. Dit zal nader worden uitgewerkt in het grondwaterbeheerplan. Hierin zal gedefinieerd moeten worden wanneer de gemeente vindt dat er sprake is van structurele nadelige gevolgen van de grondwaterstand voor de aan de grond gegeven bestemming, er zal beleid moeten worden opgezet ten aanzien van de aanwezige drainage en de
9T5233.A0/R009/BSTU/EJA/Nijm 21 september 2010
vGRP Woudrichem Definitief vGRP
grondwatersituatie zal goed in beeld moeten worden gebracht (grondwatermeetnet). Financiën
De totale vervangingswaarde, inclusief gemalen, drukriolen en persleidingen, van het rioolstelsel van Woudrichem is berekend op circa € 55,8 miljoen. In bijlage 5 is dit uitgewerkt. In Woudrichem wordt uitgegaan van een gemiddelde levensduur van circa 60 jaar voor bouwkundige elementen van het rioolstelsel (op basis van praktijkervaringen binnen de gemeente), maar er wordt wel uitgegaan van een boekhoudkundige afschrijving in 50 jaar. Voor mechanische en elektrische elementen wordt uitgegaan van 15 jaar en voor meetapparatuur van 10 jaar. Voor de gemeente komt dit dan neer op een gemiddelde investering voor instandhouding van de totale riolering van 1,0 miljoen euro per jaar. Ten aanzien van de rioolheffingsberekeningen heeft de gemeente ervoor gekozen vanaf 2010 de annuïtaire afschrijvingsmethode te gaan hanteren. Deze wijze van afschrijving zorgt ervoor dat de kapitaallasten van investeringen gelijkmatiger verdeeld worden over de afschrijvingstermijn ten opzichte van de huidige systematiek van lineair afschrijven. In het raadsvoorstel zijn keuzes opgenomen ten aanzien van de doorbelasting van kosten op de rioolheffing dan wel op de algemene middelen. Op basis van de voorgestelde kostentoedeling in dit vGRP (hoofdstuk 6) stijgt de rioolheffing in euro’s 2011 met 2,5% per jaar tot een niveau van € 247,- in 2015 (optelsom van eigenaardeel en gebruikersdeel en exclusief inflatie) en daarna met 3% tot 4% per jaar naar € 296,- in 2020.
vGRP Woudrichem Definitief vGRP
9T5233.A0/R009/BSTU/EJA/Nijm 21 september 2010
INHOUDSOPGAVE Blz. 1
INLEIDING 1.1 1.2 1.3 1.4 1.5
1 1 1 1 1 1
Woudrichem, water en riolering Gemeentelijke zorgplichten Aanleiding en geldigheidsduur Procedure Leeswijzer
2
WETTELIJK- EN BELEIDSKADER
1
3
EVALUATIE GRP 2005-2009 3.1 Evaluatie GRP 2005-2009
1 1
4
TOETSINGSKADER 4.1 Inleiding 4.2 Doelmatig inzamelen en transporteren van stedelijk afvalwater 4.3 Doelmatig inzamelen en verwerken van hemelwater 4.4 Voorkomen dat grondwater de bestemming van een gebied structureel nadelig beïnvloedt 4.5 Effectieve integrale planvorming 4.6 Effectief intern en extern communiceren 4.7 Beheer zo effectief mogelijk vormgeven 4.8 Voortgangsbewaking 4.9 DOFEMAME
1 1 1 1 1 1 1 1 1 1
5
HUIDIGE SITUATIE 5.1 Afvalwatersysteem 5.2 Afvalwater 5.3 Hemelwater 5.4 Grondwater 5.5 Integrale planvorming 5.6 Samenhang met het waterplan 5.7 Samenwerking in de waterketen 5.8 Communicatie
1 1 1 1 1 1 1 1 1
6
BELEID PLANPERIODE 6.1 Hoofdlijnen beleid grondwater,- afvalwater- en hemelwaterzorgplicht 6.2 Beheer bestaande grondwater-, afvalwater- en hemelwatervoorzieningen 6.3 Investeringen grondwater-, afvalwater- en hemelwaterzorgplicht 6.4 Onderzoek en planvorming grondwater,- afvalwater- en hemelwaterzorgplicht 6.5 Waterplan 6.6 Overige beleidsaspecten
1
1 1 1
PERSONELE EN FINANCIËLE MIDDELEN 7.1 Personeel
1 1
7
vGRP Woudrichem Definitief vGRP
1 1 1
9T5233.A0/R009/BSTU/EJA/Nijm -i-
21 september 2010
7.2 7.3
Financiële middelen Aanpassing heffingsverordening
1 1
BIJLAGEN: Bijlage 1: Bijlage 2: Bijlage 3: Bijlage 4: Bijlage 5: Bijlage 6: Bijlage 7: Bijlage 8: Bijlage 9: Bijlage 10: Bijlage 11: Bijlage 12: Bijlage 13: Bijlage 14: Bijlage 15:
Afkortingen en begrippen; Samenvatting wetten en beleid; Doelen, functionele eisen, maatstaven en meetmethoden; Panden die niet zijn aangesloten op de gemeentelijke riolering; Opbouw vervangingswaarde; Overstortgegevens; Tabellen exploitatielasten en investeringen; Overzichtskaart gemeentelijk rioolstelsel; Taakopvatting verwerking hemelwater (doelmatigheid); Kenmerkenbladen (geactualiseerd per 01-04-2010); Kostendekkingsberekeningen; Reacties betrokken partijen; Groslijst samenwerkingsprojecten waterketenteam; Uitgangspunten kostendekkingsberekeningen; Berekening personele capaciteit.
9T5233.A0/R009/BSTU/EJA/Nijm 21 september 2010
vGRP Woudrichem - ii -
Definitief vGRP
1
INLEIDING
1.1
Woudrichem, water en riolering Inleiding
Riolering is voor velen een vanzelfsprekendheid, echter wanneer de riolering niet goed functioneert, staat men stil bij de uitgebreide zorg die de gemeente draagt voor het rioolstelsel en de maatregelen die zij treft om het milieu zo min mogelijk te belasten en de volksgezondheid zo goed mogelijk te beschermen. Om een goed functionerend rioolstelsel voor nu en in de toekomst te kunnen garanderen moet beleid worden geformuleerd. Dit nieuwe Gemeentelijk Rioleringsplan dat nu voor u ligt geeft invulling aan het rioolbeleid van de gemeente Woudrichem. In de voorgaande GRP’s dienden rioolstelsels het doel van het verbeteren van de volksgezondheid, het voorkomen van wateroverlast en het voorkomen van emissies naar de omgeving. Het watersysteem en de waterketen dienen echter, mede vanuit Europese en nationale wet- en regelgeving, steeds meer integraal te worden benaderd. Een voorbeeld van deze ontwikkeling op Europees Niveau is de Kader Richtlijn Water (KRW) die stelt dat waterlichamen in 2015 in een goede toestand verkeren. Op gemeentelijk niveau is de Wet gemeentelijke watertaken hiervan een voorbeeld. Betrof het voorheen ‘slechts’ de zorg voor het afvalwater als onderdeel van de waterketen, sinds 1 januari 2008 dient de gemeente tevens zorg te dragen voor afvloeiend hemelwater en grondwater als onderdelen van het (grond)watersysteem. Door de integratie met andere watertaken dient tegenwoordig ook aandacht te worden gegeven aan thema’s als gevolgen van klimaatverandering en zware overbelasting van rioolstelsels, grondwateroverlast en ontvlechting van schone en verontreinigde waterstromen zodanig dat een gezond en duurzaam watersysteem niet onder druk komt te staan. Afvalwater-, hemelwater- en grondwatervoorzieningen zijn daarbij middelen in de voortdurende opgave om het bebouwde stedelijke gebied en de natuurlijke omgeving op elkaar af te stemmen. De onderbouwing van een gezond en duurzaam watersysteem is parallel aan het opstellen van dit vGRP vormgegeven in het waterplan van 2010 dat een doorkijk heeft tot 2015. Beleidsvoornemens en maatregelen uit het waterplan zijn geïntegreerd in dit vGRP voorzover deze maatregelen redelijkerwijs verband houden met de wettelijke zorgplichten die in het vGRP dienen te worden uitgewerkt. Beleidsvoornemens en maatregelen uit het waterplan die geen duidelijke relatie hebben met het vGRP moeten gefinancierd worden vanuit andere middelen. Het voorliggende vGRP beschrijft het beleid van de gemeente Woudrichem ten aanzien van het stedelijk afvalwater, het afvloeiende hemelwater en het grondwater, en draagt als zodanig, bij aan de waterbrede opgaven waar de gemeente voor staat.
vGRP Woudrichem Definitief vGRP
9T5233.A0/R009/BSTU/EJA/Nijm -1-
21 september 2010
1.2
Gemeentelijke zorgplichten Zorgplichten
In de Waterwet en de Wet verankering en bekostiging gemeentelijke watertaken (Wet gemeentelijke watertaken) worden drie zorgplichten beschreven: 1. Zorgplicht (stedelijk) afvalwater; 2. Zorgplicht hemelwater (nieuw); 3. Zorgplicht grondwater (nieuw). De ‘oude’ gemeentelijke zorgplicht voor de doelmatige inzameling en het transport van afvalwater zoals wettelijk vastgelegd in 1993 in de Wet milieubeheer is met de komst van de nieuwe zorgplichten komen te vervallen. Dit verbrede Gemeentelijk Rioleringsplan legt vast hoe de gemeente invulling geeft aan de bovengenoemde zorgplichten. De zorgplicht afvalwater is in wezen een voortzetting van de oude zorgplicht. De hemelwaterzorgplicht en grondwaterzorgplicht zijn nieuw. De Wet verankering en bekostiging watertaken is doorvertaald in de Wet Milieubeheer en de Waterwet. Enkele belangrijke wettelijke verplichtingen van de gemeente zijn in onderstaande uitsneden samengevat. Uitsnede afvalwaterzorgplicht
Artikel 10.33 Wm 1. De gemeenteraad of burgemeester en wethouders dragen zorg voor de inzameling en het transport van stedelijk afvalwater dat vrijkomt bij de binnen het grondgebied van de gemeente gelegen percelen, door middel van een openbaar vuilwaterriool naar een inrichting als bedoeld in artikel 3.4 van de Waterwet. Uitsnede hemelwaterzorgplicht
Artikel 3.5 Waterwet 1. De gemeenteraad of het college van burgemeester en wethouders dragen zorg voor een doelmatige inzameling van het afvloeiend hemelwater, voor zover van degene die zich daarvan ontdoet, voornemens is zich te ontdoen of zich moet ontdoen, redelijkerwijs niet kan worden gevergd het afvloeiend hemelwater op of in de bodem of in het oppervlaktewater te brengen. 2. De gemeenteraad en het college van burgemeester en wethouders dragen tevens zorg voor een doelmatige verwerking van het ingezamelde hemelwater. Onder het verwerken van hemelwater kunnen in ieder geval de volgende maatregelen worden begrepen: de berging, het transport, de nuttige toepassing, het, al dan niet na zuivering, terugbrengen op of in de bodem of in het oppervlaktewater van ingezameld hemelwater, en het afvoeren naar een zuiveringtechnisch werk.
9T5233.A0/R009/BSTU/EJA/Nijm 21 september 2010
vGRP Woudrichem -2-
Definitief vGRP
Uitsnede grondwaterzorgplicht
Artikel 3.6 Waterwet 1. De gemeenteraad of het college van burgemeester en wethouders dragen zorg voor in het openbaar gemeentelijk gebied treffen van maatregelen teneinde structureel nadelige gevolgen van de grondwaterstand voor de aan de grond gegeven bestemming zoveel mogelijk te voorkomen of te beperken, voor zover het treffen van die maatregelen doelmatig is en niet tot de zorg van het waterschap of de provincie behoort. 2. De maatregelen, bedoeld in het eerste lid, omvatten mede de verwerking van het ingezamelde grondwater, waaronder in ieder geval worden begrepen de berging, het transport, de nuttige toepassing en het, al dan niet na zuivering, op of in de bodem of in het oppervlaktewater brengen van ingezameld grondwater, en het afvoeren naar een zuiveringtechnisch werk. Uitsnede zuivering stedelijk afvalwater
Artikel 3.4 Waterwet 3. Zuivering van stedelijk afvalwater gebracht in een openbaar vuilwaterriool geschiedt in een daartoe bestemde inrichting onder de zorg van een waterschap. Een zodanige inrichting kan worden geëxploiteerd door het waterschap zelf dan wel door een rechtspersoon die door het bestuur van het waterschap met die zuivering is belast. 4. In afwijking van het eerste lid kunnen het bestuur van het betrokken waterschap en de raad van een betrokken gemeente op voorstel van één van beide partijen besluiten, dat de zuivering van daarbij aangewezen stedelijk afvalwater in die gemeente, van af een daarbij te bepalen tijdstip, geschiedt in een daartoe bestemde inrichting onder de zorg van die gemeente. Een besluit als bedoeld in de vorige volzin kan slechts worden genomen op grond dat zulks aantoonbaar doelmatiger is voor de zuivering van stedelijk afvalwater. 5. Het bestuur van het waterschap en de raad van de betrokken gemeente beslissen op een voorstel als bedoeld in het tweede lid, binnen één jaar na de dag waarop het door de raad van de betrokken gemeente dan wel door het bestuur van het waterschap is ontvangen. Bij gebreke van overeenstemming binnen die termijn beslissen, de beide partijen gehoord, gedeputeerde staten.
Functie afval-, hemelen grondwater voorzieningen
Openbare afvalwaterstelsels Een openbaar afvalwaterriool is een voorziening in beheer bij de gemeente voor het inzamelen en transporteren van stedelijk afvalwater; dat wil zeggen het afvalwater geproduceerd door huishoudens en al het water dat hier mee gemengd is zoals bedrijfsafvalwater, afvloeiend (verontreinigd) hemelwater en/of grondwater. Onder het openbare vuilwaterstelsel vallen gemengde riolen, dwa-riolen, rioolgemalen, drukriolering en afvalwatertransportleidingen naar de rioolwaterzuivering.
vGRP Woudrichem Definitief vGRP
9T5233.A0/R009/BSTU/EJA/Nijm -3-
21 september 2010
Openbare hemelwaterstelsels Openbare (gemeentelijk) hemelwaterstelsels zijn voorzieningen voor de inzameling, transport en verwerking van uitsluitend afvloeiend hemelwater. Daaronder vallen de rwa-riolen van (verbeterd) gescheiden stelsels, infiltratievoorzieningen, doorlatende verharding, infiltratieriolen en wadi’s waarbij de gemeente verantwoordelijk is voor het beheer. Openbare grondwatervoorzieningen Ontwateringstelsels (voor grondwater) zijn voorzieningen waarmee structurele grondwateroverlast wordt voorkomen. Onder openbare grondwatervoorzieningen vallen onder andere de drainagenetwerken. Ontwateringsvoorzieningen kunnen ook omgekeerd werken en in droge tijden water aanvoeren om grondwaterstanden op peil te houden.
1.3
Aanleiding en geldigheidsduur Aanleiding
De Wet milieubeheer verplicht iedere gemeente een door het gemeentebestuur vastgesteld GRP te hebben. Daarnaast is er vanuit de Wet gemeentelijke watertaken een verplichting om voor 2013 het eerste verbrede GRP vast te stellen. De gemeente Woudrichem voldoet met dit vGRP ruimschoots aan deze verplichting. De wijze van financiering van de verbrede watertaken dient vastgelegd te worden in een heffingsverordening. Deze verordening diende vóór 1 januari 2010 te zijn vastgesteld. Het vorige GRP had een looptijd van 2005 tot en met 2009. Door B&W is in november 2006 besloten om het opstellen van het nieuwe vGRP te vervroegen naar 2008 om zo uitvoering te kunnen geven aan het maatregelenpakket van het waterplan. Echter door omstandigheden is het opstellen van het waterplan vertraagd, waardoor ook het opstellen van het vGRP is vertraagd.
Geldigheidsduur
Dit verbrede gemeentelijke rioleringsplan heeft een looptijd van 2010 tot en met 2015. Een periode van 6 jaar geeft voldoende ondersteuning voor de concrete uitvoering van maatregelen en het ziet er niet naar uit dat in die korte periode beleidslijnen veranderen. Een eventuele actualisering van het waterplan kan aanleiding zijn om maatregelen op te nemen in een nieuw vGRP. Met behulp van jaarprogramma’s zal het college jaarlijks gedurende de planperiode op de hoogte worden gehouden van de uitvoering van dit vGRP.
1.4
Procedure Procedure
Volgens de Wet milieubeheer wordt het vGRP opgesteld door Burgemeester en Wethouders van een gemeente. Zij betrekken bij de voorbereiding van het plan in elk geval:
9T5233.A0/R009/BSTU/EJA/Nijm 21 september 2010
vGRP Woudrichem -4-
Definitief vGRP
a. gedeputeerde staten; b. de beheerders van de zuiveringstechnische werken waarnaar het ingezamelde afvalwater wordt getransporteerd, en; c. de beheerders van de oppervlaktewateren waarop het ingezamelde water wordt geloosd. Dit gemeentelijke rioleringsplan1 is opgesteld door Royal Haskoning in opdracht van gemeente Woudrichem en in nauwe samenwerking met waterschap Rivierenland en Provincie Noord-Brabant. In dit vGRP is tevens beleid opgenomen dat is gebaseerd op het waterplan Woudrichem Het beleid dat in dit vGRP is uitgewerkt is gebaseerd op de beleidsvisie vGRP Woudrichem. Deze beleidsvisie is in april 2010 door de brede werkgroep vastgesteld. Gedurende het planproces is er vier keer overleg gevoerd met waterschap Rivierenland en met de provincie Noord-Brabant. Het vGRP 2010-2015 is eind juni voorgelegd aan het waterschap en Provincie Noord-Brabant en doorgesproken. Op 8 juli 2010 is het ontwerp vGRP verzonden aan de volgende instanties met het verzoek om hierop te reageren: • Provincie Noord-Brabant; • Waterschap Rivierenland; • Rijkswaterstaat Dienst Zuid-Holland. Tevens is het vGRP conform de inspraakverordening van de gemeente Woudrichem 6 weken ter inzage gelegd. Door provincie Noord-Brabant en waterschap Rivierenland zijn reacties gegeven. In de nota van inspraak en reactie is opgenomen hoe omgegaan is met de verschillende reacties. In sommige gevallen hebben de reacties geleid tot aanpassing in de tekst van het vGRP.
1.5
Leeswijzer Algemeen
1
Het vGRP is opgebouwd volgens de richtlijnen van de Leidraad Riolering van de Stichting RIONED module A1050. Daarnaast zijn kaderstellende documenten van de provincie Noord-Brabant (Beleidskader vGRP) en de checklist vGRP van waterschap Rivierenland meegenomen (op basis van de Nota Rioleringsbeleid 2005 van Waterschap Rivierenland). Er wordt eveneens een relatie gelegd met de inhoud van het waterplan en de resultaten (uitvoeringsprogramma) uit het waterplan worden meegenomen. Naast het inleidende hoofdstuk bevat het vGRP 6 hoofdstukken. De inhoud van deze hoofdstukken is hierna beknopt aangeduid.
Wetten en
2
De samenhang tussen het gemeentelijke rioleringsbeleid en beleid en wetgeving van andere overheden wordt in hoofdstuk 2 behandeld. De ontwikkelingen die in de wet- en regelgeving hebben plaatsgevonden,
beleid
1
Het eerste GRP is van 1996, het tweede GRP van 2004.
vGRP Woudrichem Definitief vGRP
9T5233.A0/R009/BSTU/EJA/Nijm -5-
21 september 2010
en zullen plaatsvinden, komen naast beleidsontwikkelingen, op hoofdlijnen aan de orde en zijn in een bijlage 2 verder uitgewerkt. Evaluatie
3
In de evaluatie in hoofdstuk 3 wordt toegelicht hoe de zorg voor de riolering in de afgelopen jaren is ingevuld. Het beleid zoals verwoord in het vorige GRP 2005-2009 is hiervoor de basis geweest.
4
De hoofdlijnen van het toetsingskader voor de zorgplichten worden beschreven in hoofdstuk 4. Met behulp van doelen, functionele eisen, maatstaven en meetmethoden wordt het toetsingskader voor het te voeren beleid verder uitgewerkt.
5
Hoofdstuk 5 geeft inzicht in de omvang, de kwaliteitstoestand en het functioneren van de rioleringsobjecten die momenteel in beheer zijn bij de gemeente. Ook de stand van zaken ten aanzien van de twee nieuwe zorgplichten wordt beschreven. Verder wordt er aandacht besteed aan de huidige stand van zaken wat betreft communicatie, integrale planvorming en voortgangsbewaking.
6
Het rioleringsbeleid en de strategie voor de planperiode worden beschreven in hoofdstuk 6. Het beleid wordt opgedeeld in verschillende zorgplichten. Tevens wordt beleid geschetst voor zaken als het dagelijkse rioolbeheer, communicatie intern en extern en het uitvoeren van onderzoek en opstellen van planvormen.
7
De personele en financiële aspecten van het beleid komen aan de orde in hoofdstuk 7. Op basis van een overzicht van de investeringen en jaarlijkse kosten voor de komende planperiode wordt de ontwikkeling van de rioolheffing in de gemeente onderbouwd in de kostendekkingsparagraaf.
GRP 20052009 Toetsingskader
Huidige situatie
Beleid planperiode
Personeel & financiën
Bijlagen
Naast het vGRP is een aantal bijlagen opgesteld. Bijlagen 1) Afkortingen en begrippen; 2) Samenvatting wetten en beleid; 3) Doelen, functionele eisen, maatstaven en meetmethoden; 4) Panden die niet zijn aangesloten op de gemeentelijke riolering van gemeente Woudrichem; 5) Opbouw vervangingswaarde; 6) Overstortgegevens; 7) Tabellen exploitatielasten en investeringen; 8) Overzichtskaart gemeentelijk rioolstelsel; 9) Taakopvatting verwerking hemelwater (doelmatigheid); 10) Kenmerkenbladen (peildatum: 01-04-2010); 11) Kostendekkingsberekeningen; 12) Reacties betrokken partijen; 13) Groslijst samenwerkingsprojectenwaterketenteam; 14) Uitgangspunten kostendekkingsberekeningen; 15) Berekening personele capaciteit.
9T5233.A0/R009/BSTU/EJA/Nijm 21 september 2010
vGRP Woudrichem -6-
Definitief vGRP
2
WETTELIJK- EN BELEIDSKADER Wettelijk- en beleidskader
De Wet milieubeheer en de Waterwet zijn voor de rioleringszorg de belangrijkste wetten omdat daarin de gemeentelijke zorgplichten en de verplichting tot het opstellen van een vGRP is opgenomen. Het gemeentelijk riolerings- en waterbeleid heeft relaties met beleid van andere overheden. Enkele belangrijke punten en ontwikkelingen in het wettelijk kader en het beleid zijn in figuur 1 op hoofdlijnen gevisualiseerd. In bijlage 2 is een uitgebreide uitwerking opgenomen van het wettelijke en beleidskader ingedeeld naar Europa, het Rijk, de provincie, het waterschap en de gemeente. De belangrijkste wetten en regels voor de taken van de gemeente zijn: • Waterwet: bevat kwantitatieve en kwalitatieve bepalingen voor oppervlaktewater en grondwater alsmede het tegengaan van verontreiniging van oppervlaktewater (beperken vuiluitworp). Met het in werking treden van de Waterwet is onder andere de Wet Verontreiniging Oppervlaktewater komen te vervallen; • Nieuwe Wet ruimtelijke ordening (nWro): verplichting tot een watertoets. De watertoets omvat het hele proces van vroegtijdig informeren, adviseren, afwegen en uiteindelijk beoordelen van waterhuishoudkundige aspecten in ruimtelijke plannen; • Wet milieubeheer: verplichting tot het opstellen van een vGRP; • NBW-actueel: Opstellen stedelijke wateropgave (SWO). Urgente maatregelen om het watersysteem op orde te krijgen worden uitgevoerd voor 2015. Minder urgente maatregelen mogen uiterlijk worden uitgesteld tot 2027; • Wet gemeentelijke watertaken: De gemeente heeft een zorgplicht voor zowel het afvalwater, het hemelwater als het grondwater; Doelmatigheid hierbij staat centraal. De verbrede opgaven kunnen bekostigd worden uit een verbrede rioolheffing 2; • Bestuursakkoord Waterketen (BWK): heeft tot doel een verdergaande samenwerking en zo innovatie en verbeteringen in de waterketen te bereiken. De gemeente streeft doelmatigheid na en doet mee aan de landelijke benchmarking. Samenwerking met het waterschap dient permanent te zijn en te resulteren in investeringen tegen de laagste maatschappelijke kosten. Gemeente informeert burgers over de wijze waarop zij kunnen bijdragen aan een optimaal functionerende waterketen. Ten aanzien van het lozen van afvalwater zijn de Wet Milieubeheer en de Waterwet van kracht, waarbij de Waterwet uitsluitend van toepassing is op directe lozingen in het oppervlaktewater of op een zuiveringstechnisch werk. Lozingen in het rioolstelsel vallen onder de Wet Milieubeheer. In de praktijk is de wettelijke grondslag niet zo relevant. Voorschriften ten aanzien van afvalwaterlozingen zijn grotendeels opgenomen in
2
De zorgplichten voor hemelwater en grondwater zijn per 22 december 2009 overgegaan naar de Waterwet. De zorgplicht voor afvalwater stond en staat in de Wet milieubeheer
vGRP Woudrichem Definitief vGRP
9T5233.A0/R009/BSTU/EJA/Nijm -7-
21 september 2010
3 AmvB’s gebaseerd op deze 2 wetten: • Activiteitenbesluit (lozen vanuit inrichtingen); • Besluit lozing afvalwater huishoudens; • Besluit lozen afvalwater buiten inrichtingen (treedt naar verwachting eind 2010 in werking). Met betrekking tot het opstellen van dit vGRP zal afstemming moeten plaatsvinden met het beleid van: • Waterschap Rivierenland. Het beleid van het waterschap is uiteengezet in het Waterbeheerplan 2010-2015 (zie bijlage 2) en de Nota Rioleringsbeleid 2005. Ten aanzien van vGRP’s hanteert het waterschap de checklist uit de Nota Rioleringsbeleid. Tevens heeft het waterschap aangegeven dat het hydraulisch functioneren van overstorten graag ondergebracht wil zien in het vGRP op basis van dezelfde kenmerken zoals die voorheen werden aangeleverd ten behoeve van Wvo-vergunningen. Voor overstorten gelden algemene regels welke zijn opgenomen in de hierboven genoemde AmvB’s; • Provincie Noord-Brabant. De provincie heeft haar beleid uiteengezet in het Provinciale Waterplan (2009-2015). Ten aanzien van vGRP’s hanteert de provincie een ‘Beleidskader Gemeentelijke Rioleringsplannen’. In dit beleidskader worden aspecten beschreven waarvan de provincie aangeeft dat deze wettelijk gezien verplicht zijn, de zogenaamde ‘v’-tjes (opgenomen in dit vGRP). Daarnaast staan er facultatieve onderdelen in, de zogenaamde ‘f’-jes (een aantal onderdelen is opgenomen in het vGRP, sommige onderdelen komen terug in het waterplan); • De notitie van VNG en UvW ‘gezamenlijke doelgerichte aanpak afvalwaterketen’. De notitie beschrijft een gezamenlijke visie en aanpak, met concrete afspraken waarmee kostenbesparingen worden gerealiseerd en bestuurlijk drukte wordt verminderd. Centraal in deze notitie staan het samenwerken en beperken van belemmerende regelgeving; • Gemeentelijk beleid: waaronder bijvoorbeeld het milieubeleidsplan waarin de gemeente bijvoorbeeld aangeeft extra aandacht te willen besteden aan klimaat en duurzaamheid en ook reeds gestreefd wordt naar goede klachtenafhandeling en het gifvrij beheren van openbare verharding en groen ter plaatse van hemelwaterstelsels (zie verder bijlage 2); • Waterplan. In het waterplan zijn afspraken gemaakt met het waterschap over de stedelijke wateropgave en de vereiste inspanning om het watersysteem voor 2015 op orde te brengen en te houden. De kosten van de maatregelen uit het waterplan zijn doorvertaald naar het vGRP.
9T5233.A0/R009/BSTU/EJA/Nijm 21 september 2010
vGRP Woudrichem -8-
Definitief vGRP
Verbanden
In figuur 1 is globaal het hiervoor beschreven verband tussen verschillende wetten, richtlijnen en plannen weergegeven, alsmede de relatie tussen de verschillende overheden.
Figuur 1: Visualisatie wettelijk en beleidskader
vGRP Woudrichem Definitief vGRP
9T5233.A0/R009/BSTU/EJA/Nijm -9-
21 september 2010
3
EVALUATIE GRP 2005-2009
3.1
Evaluatie GRP 2005-2009 Evaluatie
Het GRP 2005-2009 van de gemeente is eind 2009 verlopen. Om in te kunnen spelen op het maatregelenpakket van het waterplan is in eerste instantie afgesproken dat het opstellen van het vGRP net als het waterplan in 2008 uitgevoerd zou worden. Door vertraging in het waterplan-proces is het opstellen van het vGRP vervolgens uitgesteld tot einde van 2009 en begin 2010. In het licht van de nieuwe beleidsontwikkelingen zal dit hoofdstuk op hoofdlijnen het beleid van het GRP 2005-2009 evalueren. Dit hoofdstuk is daarmee in feite een samenvatting van de Evaluatienotitie vGRP (10 maart 2009).
Doel-
In het GRP 2005-2009 zijn de volgende twee doelstellingen geformuleerd:
stellingen
1. Beperken van verontreiniging van oppervlaktewater, grondwater en bodem als gevolg van ongezuiverde lozingen; 2. Zorgdragen voor het doelmatig inzamelen en transporteren van afvalwater. Deze doelen zijn in het GRP 2005-2009 uitgewerkt in functionele eisen, maatstaven en meetmethoden. Maatregelen
In het GRP 2005-2009 waren de volgende maatregelen opgenomen. In onderstaande tabel 1 is aangegeven of de maatregelen zijn uitgevoerd.
Ongerioleer-
In de afgelopen planperiode is door gemeente werk gemaakt van het aansluiten van niet aangesloten percelen op riolering of een gemeentelijke IBA. Deze werkzaamheden zijn nu afgerond, op 8 gevallen na die zijn uitgesteld totdat in de nabijheid een nieuw woongebied wordt gerealiseerd (zie ook de evaluatienotitie).
de panden
vGRP Woudrichem Definitief vGRP
9T5233.A0/R009/BSTU/EJA/Nijm - 11 -
21 september 2010
Onderzoeksmaatregelen
Tabel 1: Stand van zaken onderzoeksmaatregelen GRP 2005-2009 Onderzoek
Uitgevoerd
Toelichting
Inmeten putten (hoogte straatpeil en
Er resteren nog enkele kleine
bob’s aankomende leidingen).
restpunten.
Opstellen nieuwe beheerkaarten.
Rioolbeheerplan opgesteld.
Inventariseren verhard oppervlak.
Het inventariseren is uitgevoerd voor de kernen Rijswijk en Woudrichem, de inventarisaties dienen nog verder te worden verwerkt. Overige kernen nog uit te voeren.
Inspectie van 6,25% van de riolering
Bijgesteld naar 12,5% per jaar.
per jaar. Aan het einde van
Inspectie loopt gelijk op met
planperiode 2005-2009 heeft dit ertoe
reinigen (eveneens een keer
geleid dat alle riolering tenminste
per 8 jaar). Nagenoeg alle
eenmaal is geïnspecteerd en tevens
riolen zijn momenteel
een begin is gemaakt met een
tenminste 1 keer
herinspectie van de oudste inspecties.
geïnspecteerd.
Actualiseren BRP’s afhankelijk van de
Uitgevoerd voor de kernen
mate waarin nieuwe bovenstaande
Rijswijk en Woudrichem. De
onderzoeken tot afwijkingen in de
overige kernen worden niet
gehanteerde stelselgegevens leiden.
geactualiseerd in de periode 2005-2009 (vorig GRP), omdat er geen noemenswaardige veranderingen zijn.
Aanpassen beheerprogramma GBI
Gereed.
aan NEN 3399. Opstellen beleid met betrekking tot de
Niet uitgevoerd. Beleid wordt
(in geringe mate aanwezige)
indien nodig in het nieuwe
glastuinbouw.
vGRP geformuleerd.
Randvoorzieningen worden bemeten
Bij de drie randvoorzieningen
(waterpeil, datum, tijdstip en duur
zijn meetpunten aangebracht
overstorting).
om waterpeil, datum, tijdstip en duur overstorting te meten.
Riooltechnische maatregelen
Tabel 2: Stand van zaken riooltechnische maatregelen GRP 200-2009 KERN
MAATREGEL
Almkerk
Afkoppelplan
TOELICHTING Fase 2 afgerond Fase 1 en 3 in uitvoering1
Afkoppelen woning H Blokstraat
Afgerond
Verzwaren persleiding provinciale weg
Afgerond
Andel
Maatregelen afkoppelplan
Giessen
Werkzaamheden afkoppelplan
9T5233.A0/R009/BSTU/EJA/Nijm 21 september 2010
UITGEVOERD?
In uitvoering.2 Verplaatsen overstort vervangen door aanleg helofytenfilter
vGRP Woudrichem - 12 -
Definitief vGRP
Oudendijk
Afkoppelen laaggelegen woning
Afgerond
Overige maatregelen
Afgerond
Rijswijk
BRP opstellen
Afgerond
Waardhuizen
BRP Maatregelen
Afgerond
Uitwijk
BRP Maatregelen
Afgerond
Woudrichem
Aanleg bergbezinkbassin
Afgerond
Reconstructie Middelvaart
Afgerond
Aanleg Parallelriool Burg. Van der Lelystraat
Afgerond In uitvoering 3
Afkoppelplan Postweide Aanleg riool Middelvaartse steeg
Afgerond In voorbereiding 4
Verbreding watergang Middelvaart.
1
Uppel
BRP Maatregelen
Afgerond
Rietdijk
BRP Maatregelen
Afgerond
divers
Renovatie riolering
In uitvoering 5
divers
Renovatie pompen
In uitvoering 5
Door de problematiek van de watercompensatie en de benodigde damwandconstructie is
vertraging opgelopen in het project. Oplevering zal medio juni / juli 2010 zijn. Het aanpassen van de drempels is onderdeel van deze werkzaamheden. 2
Doordat het afkoppelplan Andel afgestemd moest worden op de nieuwbouwprojecten
Notenhof en Bronkhorst is veel tijd verloren gegaan. Vervolgens is door slechte weersomstandigheden vertraging opgelopen. Oplevering zal in juli 2010 zijn. 3
Doordat de aanbestedingsprocedure meer tijd heeft gekost dan verwacht is vertraging
opgelopen. De oplevering is in het 1e kwartaal 2010. 4
Vanwege opbarstgevaar nog in onderzoek, naar verwachting in 2010 afgerond. Na
verbreding watergang worden drempels in Woudrichem aangepast. 5
Door prioriteitsstelling in relatie tot de beschikbare capaciteit zijn niet alle
renovatiemaatregelen in de planperiode uitgevoerd. Benchmark
Zoals in de evaluatienotitie reeds uitvoerig aan de orde is gekomen, heeft de gemeente deelgenomen aan de ‘benchmark rioleringszorg’ in het voorjaar van 2008. Deze benchmark wordt georganiseerd door stichting RIONED en heeft tot doel dat gemeenten inzicht krijgen in de stand van zaken en de kwaliteit van de invulling van de gemeentelijke rioleringzorg. De resultaten zijn in 2009 in B&W gebracht en de gemeenteraad is via een raadsinformatiebrief geïnformeerd. De aanbevelingen worden meegenomen met het opstellen van dit vGRP. Ter illustratie wordt hieronder het resultaat van de benchmark 2008 in de vorm van een spinnenweb weergegeven.
vGRP Woudrichem Definitief vGRP
9T5233.A0/R009/BSTU/EJA/Nijm - 13 -
21 september 2010
Figuur 2: Kritische Prestatie Indicatoren Woudrichem
In navolging op de eerdere benchmarks waarbij telkens een aantal gemeente tegelijk deelnamen, zal vanaf 2010 een landelijke benchmark worden gehouden waarbij de informatie-uitwisseling volledig op afstand zal plaatsvinden (telefoon, email). Uiteraard zal Woudrichem aan deze benchmark deelnemen. Financiën
Zoals ook aan de orde is gekomen in de evaluatienotitie, is de ontwikkeling van het rioolrecht is in de afgelopen jaren achtergebleven bij de rioolrechtberekening van het voorgaande GRP (zie onderstaande tabel). Tabel 3: Ontwikkeling rioolrecht 2005-2009
Voorgesteld in GRP Eigenaar Gebruiker
Vastgesteld door gemeenraad Eigenaar Gebruiker
2005 2006
85,00 96,00
99,00 108,00
85,00 95,00
99,00 109,00
2007 2008
99,00 102,00
115,00 122,00
95,00 97,00
109,00 111,00
2009
105,00
129,00
99,70
114,05
De hoogte van het rioolrecht en schommelingen en stijgingen in het tarief zijn zeer sterk afhankelijk van de lokale situatie, zoals het gevoerde afschrijvingsbeleid (afschrijvingsperiode, technische levensduur), de kapitaalslasten uit het verleden, de huidige stand van een eventuele voorziening/reserve en de hoogte van de heffing nu (inclusief de kostendekkendheid op dit moment). Per 1 januari 2010 is het rioolrecht overgegaan in een rioolheffing. Interviews
Bij de start van het planproces zijn interviews afgenomen bij medewerkers van de afdelingen beheer, beleid, financiën, groen milieu, wegen, openbare werken, buitendienst alsmede bij de portefeuillehouder, provincie en waterschap. Door middel van deze interviews zijn de ervaringen en ideeën betreffende het rioleringsbeleid
9T5233.A0/R009/BSTU/EJA/Nijm 21 september 2010
vGRP Woudrichem - 14 -
Definitief vGRP
en de uitvoering daarvan in kaart gebracht. De inzichten die uit deze interviews naar voren zijn gekomen, zijn verwerkt in dit vGRP. Uit de interviews is in het kader van de evaluatienotitie een overzicht opgesteld van verbeterpunten voor het nieuwe vGRP. De verbeterpunten zijn in de evaluatienotitie onderverdeeld in 13 categorieën. Globaal zijn in de interviews de volgende verbetering per categorie voorgesteld: 1.
Bij de uitvoering van het vGRP zal meer aandacht moeten uitgaan naar een transparant proces en het in vroeg stadium inzichtelijk maken van de uitvoerbaarheid van plannen; 2. De ambities met betrekking tot de hemelwaterzorgplicht mogen hoger gelegd worden, waarbij bijvoorbeeld aandacht uit moet gaan naar communicatie met burgers en uitvoerende partijen (hoe hemelwatervoorzieningen te gebruiken) en het goed in kaart brengen van kansen en aanwezige voorzieningen; 3. Met betrekking tot de grondwaterzorgplicht dienen alle aanwezige voorzieningen goed in beeld te zijn en waar nodig te worden aangevuld na het uitvoeren van onderzoek. Het registreren en verwerken van klachten dient te worden verbeterd; 4. De interne afstemming dient te worden verbeterd tussen verschillende vakinhoudelijke disciplines, afdelingen als beheer, financiën en projectleiders van Openbare Werken; 5. Met betrekking tot de externe afstemming moet extra aandacht worden besteed aan de communicatie richting burgers, samenwerking met omliggende gemeentes en transparantie richting het waterschap en de provincie; 6. Waterbeleving is een item dat meer moet gaan spelen bij zowel de politiek als de burger. Men moet niet alleen de lasten van water ervaren, maar ook vooral de kansen gaan zien; 7. De personele capaciteit is een aandachtspunt bij de afdeling riolering. Er is lange tijd sprake geweest van onderbezetting. In de nieuwe planperiode zal de personele capaciteit moeten aansluiten bij de uit te voeren werkzaamheden; 8. De financiële middelen dienen in het kader van dit vGRP goed in beeld te worden gebracht. Aansluitend is het belangrijk dat in de planperiode het rioolrecht zich ontwikkeld zoals in dit vGRP is afgesproken. Dit nieuwe vGRP dient goed inzicht te geven in de benodigde financiële middelen; 9. Het is belangrijk dat het waterplan en het vGRP goed op elkaar gaan aansluiten en dat sprake is van éénduidigheid; 10. Vergunningen, verordeningen en procedures verdienen extra aandacht waar het gaat om de integrale watervergunning, handhaving van lozingen, afstemming met projectontwikkelaars en het opstellen van een aansluitverordening; 11. De klachtenregistratie dient gestructureerder te worden en desgewenst te worden gecombineerd met een waterloket; 12. In de nieuwe planperiode dient invulling gegeven te worden aan de –door waterschap en gemeente ondertekendeintentieverklaring ‘Aanleveren meetdata riooloverstorten in vGRP Woudrichem Definitief vGRP
9T5233.A0/R009/BSTU/EJA/Nijm - 15 -
21 september 2010
database’. Dit vereist investeringen in meten en monitoren (telemetrie) van het rioolstelsel; 13. Het beheer van het rioolstelsel vraagt extra aandacht voor stankoverlast bij persleidingen en gemaalstoringen als gevolg van vochtige doekjes. Aan de hand van het nieuwe GBIbeheerspakket zal de gemeente onderzoeken wat de kwaliteit is van de beschikbare rioleringsgegevens.
9T5233.A0/R009/BSTU/EJA/Nijm 21 september 2010
vGRP Woudrichem - 16 -
Definitief vGRP
4
TOETSINGSKADER
4.1
Inleiding Visie
Voorafgaand aan het opstellen van het vGRP is een visienota opgesteld gemaakt. De visie is besproken in de brede werkgroep en akkoord bevonden en grotendeels opgenomen in dit hoofdstuk en hoofdstuk 6.
Maat-
Historisch gezien wordt riolering aangelegd vanuit de volgende maatschappelijke doelstellingen:
schappelijk belang riolering
1. Beschermen van de volksgezondheid; 2. Waarborgen van de veiligheid en kwaliteit van de leefomgeving, in relatie tot het rioolstelsel met name het voorkomen of beperken van wateroverlast tot een acceptabel niveau; 3. Beschermen van natuur en milieu (kwaliteit bodem, grond- en oppervlaktewater).
Zorgplichten
Bovenstaande maatschappelijke doelstellingen worden vertaald naar de gemeentelijke zorgtaken. Dit resulteert in de volgende hoofddoelstellingen voor de komende planperiode: 1. Doelmatig inzamelen en transporteren van stedelijk afvalwater; 2. Doelmatig inzamelen en verwerken van hemelwater; 3. Voorkomen dat grondwater de bestemming van een gebied structureel nadelig beïnvloedt. Naast de hoofddoelstelling zijn de volgende nevendoelstellingen geformuleerd. 4. 5. 6. 7.
Planvorming effectief en integraal uitvoeren; Effectief intern en extern communiceren; Beheer zo effectief mogelijk vormgeven; Effectief bewaken van de voortgang van het beleid.
De Wet gemeentelijke watertaken verplicht gemeenten niet tot het inzamelen en transporteren van ál het afvalwater, het inzamelen en verwerken van ál het hemelwater en het voorkomen en beperken van álle problemen door grondwaterstanden. De verantwoordelijkheid voor het inzamelen en transporteren van stedelijk afvalwater ligt bij de gemeente; veelal door middel van aanleg en beheer van een openbaar rioolstelsel. In plaats hiervan kan ook gekozen worden voor het gebruik van individuele systemen (IBA’s), mits dezelfde graad van milieubescherming wordt bereikt. In die gevallen dat inzameling van afvalwater niet doelmatig is, is de lozer primair verantwoordelijk voor de zuivering van het afvalwater. Voor de zorgplichten voor hemelwater en grondwater ligt de verantwoordelijkheid primair bij de perceelseigenaar. De gemeentelijke zorgplicht treedt in werking als redelijkerwijs niet van de vGRP Woudrichem Definitief vGRP
9T5233.A0/R009/BSTU/EJA/Nijm - 17 -
21 september 2010
perceelseigenaar verwacht kan worden dat deze zelf het hemel- en grondwater verwerkt. De zorgplichten voor hemel- en grondwater betreffen nadrukkelijk een inspanningsverplichting. In de navolgende paragrafen worden de doelstellingen nader toegelicht. De uitwerking van de DoFeMaMe-systematiek (Doelen Functionele Eisen, Maatstaven en Meetmethoden maatstaven op basis van de Leidraad Riolering, Stichting RIOlering NEDerland) is opgenomen in bijlage 3.
4.2
Doelmatig inzamelen en transporteren van stedelijk afvalwater De gemeentelijke zorgplicht voor inzameling van stedelijk afvalwaterwater beperkt zich tot afvalwater ‘dat overwegend afkomstig is van menselijke stofwisseling en van huishoudelijke werkzaamheden’. Dit houdt in dat bedrijfsafvalwater, waarbij geen sprake is van bovengenoemde herkomst, in beginsel niet door de gemeente ingezameld en getransporteerd behoeft te worden door middel van het gemeentelijke vrijvervalstelsel. In de praktijk zal de gemeente het bedrijfsafvalwater dat al is aangesloten op een openbaar vuilwaterriool blijven inzamelen en transporteren. Voor nieuwe bedrijven kan er voor worden gekozen rechtstreeks aan te sluiten op een waterschapsgemaal. De gemeente rekent tot haar zorgplicht voor stedelijk afvalwater: 1. Inzameling en transport van afvalwater van alle huishoudens; 2. Inzameling en transport van bedrijfsafvalwater voor zover dat qua omvang en samenstelling overeenkomt met huishoudelijk afvalwater (bijvoorbeeld cafés, restaurants e.d.); 3. Inzameling en transport van bedrijfsafvalwater, anders dan genoemd bij punt 2. voor zover dat zonder aanpassingen door het bestaande openbaar riool kan worden verwerkt. Het gemeentelijke rioolstelsel of de gemeentelijke IBA moet daarbij in goede staat zijn en optimaal functioneren.
4.3
Doelmatig inzamelen en verwerken van hemelwater De gemeente rekent tot haar zorgplicht de inzameling van hemelwater en verwerking van afvloeiend hemelwater afkomstig van: a) verhard oppervlak in de openbare ruimte; b) bestaande bebouwde percelen voor zover redelijkerwijs niet van burgers kan worden verwacht dat ze het hemelwater zelf verwerken. Bestaande bebouwde percelen zijn in de praktijk momenteel meestal gerioleerd via of een gemengd rioolstelsel of een gescheiden rioolstelsel of een verbeterd gescheiden rioolstelsel. Voor nieuwbouw en herbouwprojecten geldt als uitgangspunt dat hemelwater in beginsel zoveel mogelijk op eigen terrein wordt verwerkt. 9T5233.A0/R009/BSTU/EJA/Nijm 21 september 2010
vGRP Woudrichem - 18 -
Definitief vGRP
De gemeente wil dat bij een bui die theoretisch eens in de twee jaar voorkomt geen water op straat mag ontstaan. Bij buien met een statistische herhalingstijd groter dan 2 jaar mag ‘water op straat’ optreden, waarbij wateroverlast, conform standpunt stichting Rioned (langdurig en op grote schaal ‘water op straat, waarbij water intreedt in winkels en woningen en belangrijke verkeersaders ernstig worden belemmerd) moet worden geminimaliseerd. Om wateroverlast te voorkomen zijn maatregelen aan de riolering derhalve niet voldoende en is samenwerking met de disciplines als bouwzaken, ruimtelijke ordening, wegbeheer en groen noodzakelijk. De verwachting is dat door klimaatveranderingen extreme buien in de toekomst vaker zullen voorkomen en dat de neerslagintensiteit zal toenemen. Een goede inrichting van de bovengrond wordt daarom nog belangrijker. Uitgangspunt in de nieuwe waterwetgeving is dat afstromend hemelwater in beginsel schoon genoeg is om zonder verdere maatregelen teruggebracht te worden in het milieu. De gemeente wil voorkomen dat het afstromend hemelwater wordt vervuild door het toepassen van bronmaatregelen. De verdere uitwerking van het beleid van de gemeente is opgenomen in hoofdstuk 6. Interimbeleid waterschap Rivierland inzake mechanische filters Op dit moment is het zo dat het waterschap -zonder toekomstige ontwikkelingen te blokkeren- zoveel mogelijk wil inspelen op de aanstaande veranderingen. Bij woonwijken en kantorenparken worden geen filters meer voorgeschreven en wordt volstaan met een aanbeveling om gebruik te maken van "bewezen technieken" zoals bodem- en bermpassages. Indien geen bodem- of bermpassage wordt toegepast, wordt een geschikte locatie voor een "mechanisch filter" beschikbaar gehouden, zowel in fysieke als juridische zin (bestemmingsplan) en wordt dit vastgelegd in een bestuurlijke brief. Om het aantal locaties te beperken, wordt aanbevolen om ook het aantal lozingspunten zo klein mogelijk te houden.
4.4
Voorkomen dat grondwater de bestemming van een gebied structureel nadelig beïnvloedt De gemeente rekent tot de grondwaterzorgplicht maatregelen in de openbare ruimte voor het beperken en voorkomen van structurele nadelige gevolgen van de grondwaterstand voor de aan de grond gegeven bestemming, voor zover gemeentelijke maatregelen doelmatig zijn en het niet de verantwoordelijkheid van het waterschap of de provincie is om maatregelen te nemen. Ten aanzien van de term ‘structureel’ wordt voorlopige als bovengrens aangehouden dat overlast in ieder geval structureel is wanneer deze zich in twee opeenvolgende jaren voordoet. Dit betekent uiteraard niet dat de gemeente pas na twee klachten in actie komt. De gemeente zal iedere klacht serieus in behandeling nemen. Wanneer vGRP Woudrichem Definitief vGRP
9T5233.A0/R009/BSTU/EJA/Nijm - 19 -
21 september 2010
grondwaterproblemen zich in bestaande situatie voordoet heeft de gemeente de visie dat zij deze problemen in samenwerking met de particulier onderzoekt. Afstromend grondwater (drainage naar oppervlaktewater) mag geen nadelig effect op de bodemkwaliteit of oppervlaktewaterkwaliteit veroorzaken. Voor het beleid in de planperiode wordt verwezen naar paragraaf 6.1.4.
4.5
Effectieve integrale planvorming Om plannen en uitvoering op openbaar terrein beter op elkaar af te stemmen, is het wenselijk integrale maatregelenplannen of uitvoeringsplannen op te gaan stellen. Hierin dienen alle betreffende disciplines werkzaamheden op elkaar af te stemmen en waar mogelijk te bundelen. Goede afstemming werkt kostenbesparend en geeft duidelijkheid richting de burgers. Voor de nieuwe zorgplichten zijn enkele aanvullende operationele technische plannen nodig om tot deze afstemming te kunnen komen. In de planperiode zal dit extra aandacht krijgen.
4.6
Effectief intern en extern communiceren Op het gebied van communicatie in relatie tot het vGRP wordt gewerkt aan het versterken van de interne communicatie tussen de verschillende afdelingen binnen de gemeente als het gaat om watergerelateerde zaken. Daarnaast is het nodig de communicatie met burgers en bedrijven te versterken (onder andere via een waterloket). en de bestaande overlegstructuren met de waterbeheerder in stand te houden en waar nodig te verbeteren. Ten behoeve van de communicatie met waterschap en provincie streeft de gemeente ernaar meer transparantie in de uitvoering van vGRP-werkzaamheden aan te brengen door het toesturen van de jaarprogramma’s vGRP. Tot slot moet getracht worden op basis van het bestuursakkoord waterketen meer te gaan samenwerken met de gemeentes Werkendam en Aalburg, waterschap Rivierenland, provincie NoordBrabant en Brabant Water.
4.7
Beheer zo effectief mogelijk vormgeven Om de gemeentelijke zorgplichten te kunnen realiseren dient de gemeente voorwaarden te scheppen. Om het beheer zo effectief en efficiënt mogelijk vormgeven, kunnen een aantal voorwaarden worden gesteld: • de beheerder moet duidelijke maatstaven en meetmethoden hebben; • de beheerder moet het beheer zo goed mogelijk afstemmen met andere gemeentelijke taken; 9T5233.A0/R009/BSTU/EJA/Nijm 21 september 2010
vGRP Woudrichem - 20 -
Definitief vGRP
•
de gemeente moet het beheer zo goed mogelijk afstemmen met de taken en verantwoordelijkheden van andere overheden en belanghebbenden; • de te beheren voorzieningen moeten bekend zijn; • de beheerder moet inzicht hebben in de toestand en het functioneren van de voorzieningen; • de gebruikers van en lozingen op de voorzieningen moeten bekend zijn. Onlangs is het rioolbeheerplan geactualiseerd. In de planperiode wordt een rioolgemalenbeheerplan en een IBA-beheerplan opgesteld.
4.8
Voortgangsbewaking Monitoring van de voortgang van het beleid kan vanuit een aantal verschillende invalshoeken plaatsvinden: 1. Monitoring van nieuwe beleidsontwikkelingen (“Verandert het vertrekpunt?”). Hebben deze ontwikkelingen effect voor het uitgezette beleid en maatregelen en is het nodig deze tussentijds bij te stellen? 2. Monitoring van de voortgang van de maatregelen. Voert de gemeente de beleidsvoornemens volgens planning uit? 3. Monitoring van de relevante (ruimtelijke) ontwikkelingen die een relatie hebben met het vGRP. Welke (tussentijdse) aanpassingen zijn wenselijk naar aanleiding van deze ontwikkelingen (bijvoorbeeld schuiven in de planning van maatregelen om zo meer ‘werk met werk’ te kunnen maken)? De gemeente zal zich in de komende planperiode op al deze 3 punten richten waarbij het accent zal liggen op de tweede vorm van monitoring: verloopt de uitvoering van de beleidsvoornemens ‘op schema’. Indien de uitvoering van de maatregelen sneller of langzamer loopt dan gepland, dan geeft de gemeente in de tussentijdse bestuurrapportages aan waardoor dit komt, wat de mogelijke effecten zijn op het tijdig behalen van de gewenste situatie en de consequenties voor de (beschikbare) middelen zowel vanuit personeel als financieel oogpunt. Vanwege de onderlinge (financiële) verwevenheid zal de monitoring van het vGRP afgestemd worden op die van het waterplan. De resultaten van de monitoring worden gecommuniceerd richting provincie en waterschap door middel van jaarprogramma’s (zie 6.2 en 6.6.2).
4.9
DOFEMAME DoFeMaMesystematiek Leidraad Riolering
De hoofddoelstellingen zijn in bijlage 3 verder uitgewerkt. Deze bijlage volgt de zogenaamde DoFeMaMe-systematiek als voorgesteld door de Stichting RIONED. De doelen geven aan wat de gemeente wil bereiken. Vanuit deze doelen worden de eisen afgeleid, die aan het functioneren van de (riolerings)systemen of aan de toestand van de objecten (riolen, putten, randvoorzieningen e.d.) worden gesteld, de zogenaamde functionele eisen. Via de Maatstaven en Meetmethoden worden functionele eisen vervolgens meetbaar gemaakt.
vGRP Woudrichem Definitief vGRP
9T5233.A0/R009/BSTU/EJA/Nijm - 21 -
21 september 2010
5
HUIDIGE SITUATIE Algemeen
5.1
Het vorige hoofdstuk bevat het toetsingskader (doelstellingen) en op hoofdlijnen hoe de gemeente haar zorgplichten interpreteert. Het voorliggende hoofdstuk bevat de toetsing van de huidige situatie. Dit hoofdstuk is daarmee het vertrekpunt voor het te voeren rioleringsbeleid in de planperiode zoals dat wordt beschreven in hoofdstuk 6.
Afvalwatersysteem Afvoerschema
Het rioolstelsel van Woudrichem bestaat uit meerdere woonkernen en bemalingsgebieden. Binnen een bemalingsgebied stroomt het (afval)water naar een of meerdere rioolgemalen. Rioolgemalen zijn in eigendom van het waterschap of gemeente. Al het afvalwater van alle kernen binnen gemeente Woudrichem wordt afgevoerd naar de rioolwaterzuiveringsinstallatie te Sleeuwijk.
* Waterschapsgemaal Almkerk prikt nu nog in op het gemaal van Nieuwendijk. Naar alle waarschijnlijkheid zal in 2010 het gemaal direct op de persleiding Nieuwendijk-RWZI inprikken. (G): Gemeentelijk gemaal (W): Waterschapsgemaal vGRP Woudrichem Definitief vGRP
9T5233.A0/R009/BSTU/EJA/Nijm - 23 -
21 september 2010
5.2
Afvalwater
5.2.1
Rioolaansluitingen Binnen de kernen
De gemeente kent circa 5690 rioolaansluitingen. Zo goed als alle woningen en bedrijven zijn aangesloten op de riolering. Incidenteel is het mogelijk dat een woning niet op het openbaar riool is aangesloten omdat bijvoorbeeld de afstand te groot is, er sporadisch gebruik wordt gemaakt van de bebouwing of vanwege het feit dat er geen lozing plaatsvindt.
Buitengebied
In het buitengebied heeft de gemeente, in het kader van de lozingenbesluiten WVO huishoudelijk afvalwater en bodembescherming aanzienlijke inspanningen verricht. In 2004 waren er in het buitengebied van gemeente Woudrichem 301 ongerioleerde panden. In totaal zijn 225 van deze panden inmiddels gerioleerd en zijn 25 panden aangesloten op IBA klasse IIIa of CBA, die door de gemeente wordt onderhouden. Van de resterende panden worden er nog 8 panden aangesloten in 2010. De overige panden hebben een eigen voorziening getroffen. De handhaving voor deze panden moet geschieden door waterschap Rivierenland. De gemeente heeft het beheer van de IBA’s uitbesteed aan derden middels een contract dat loopt tot 2011. In bijlage 4 is een lijst opgenomen met panden die niet zijn aangesloten op de gemeentelijke riolering van Woudrichem.
In- en uitbreidingen
In de periode 2004 tot en met 2009 zijn in totaal 275 woningen bijgebouwd. Tabel 4: Woninguitbreiding 2005-2010
Peildatum 1-1-2004 1-1-2005 1-1-2006 1-1-2007 1-1-2008 1-1-2009 1-1-2010
Aantal woningen 5314 5338 5347 5396 5511 5542 5589
De gemeente voert het beleid dat schone en vuile waterstromen gescheiden moeten worden aangeleverd. In wijken waar een gescheiden stelsel ligt, wordt het afvalwater vervolgens apart ingezameld en getransporteerd naar de rwzi. Het regenwater wordt ook apart ingezameld en afgevoerd naar open water (al dan niet via een zuiveringsvoorziening). In die gevallen waar gemengd stelsel ligt, wordt het afvalwater en hemelwater gezamenlijk ingezameld en afgevoerd naar de rioolwaterzuiveringsinstallatie. De woonwijk Postweide 2 en industrieterrein Rietdijk hebben een verbeterd gescheiden stelsel.
9T5233.A0/R009/BSTU/EJA/Nijm 21 september 2010
vGRP Woudrichem - 24 -
Definitief vGRP
5.2.2
Inventarisatie voorzieningen, inspecties en kwaliteitstoestand Stelsels bebouwde kom
De meeste rioleringsgebieden zijn voorzien van een gemengd rioolstelsel. In de gemeente is echter ook relatief veel drukriolering aanwezig. Zie figuur 3 voor een verdeling van het type rioolstelsel aan de hand van leidinglengtes. Sinds een aantal jaren wordt bij herstructureringen aandacht gegeven aan het scheiden van schone en vuile waterstromen. Vuil water gaat richting RWZI, (relatief) schoon hemelwater wordt direct in het open water gebracht. Tot voor kort was het beleid van het waterschap dat al deze hemelwaterlozingen voorzien moesten worden van een zuiveringsvoorziening.
Verdeling
8022
rioolstelsels Gemengd 58552
46277
Dw a-riool Hw a (vgs) Hw a (gs) Buitengebied vrijverval Buitengebied drukriool Persleidingen
9403 12064
2506
9574
Figuur 3: Lengtes in km gemengd, GS, VGS, drukriool
Aanwezige voor-
De navolgende tabel 5 geeft een overzicht van de voorzieningen die in beheer zijn bij de gemeente.
zieningen
vGRP Woudrichem Definitief vGRP
9T5233.A0/R009/BSTU/EJA/Nijm - 25 -
21 september 2010
Tabel 5: Overzicht aanwezige voorzieningen, peildatum 1-1-2010 Voorziening
Omvang / aantal
Eenheid
Riolering gemengd
58.552
m1
Riolering gescheiden of verbeterd gescheiden
24.144
m1
Riolering HWA
14.570
m1
Riolering DWA
9.574
m1
46.277
m1
9.430
m1
(totaal)
Drukriolering (persleiding) Vrijverval van drukriolering buitengebied Pompunits
242
Hoofdpersleiding
Stuks m1
8.022 17
Stuks
Randvoorzieningen (BBB’s)
Gemalen
3
Stuks
Zuiveringsvoorzieningen (o.a. lamellenfilters en
5
Stuks
helofytenfilters) Inspectieputten
2.181
Stuks
Straat- en trottoirkolken
6300
Stuks
33
Stuks
Overstorten gemengd
8
Stuks
Uitlaten HWA
Overstorten VGS
14
Stuks
Individuele Behandeling Afvalwaterinstallatie (IBA)
20
Stuks
3
Stuks
Gemaaltjes voor watersuppletie Leeftijd vrijverval stelsel
Het vrijverval rioolstelsel is relatief jong. Het is volledig aangelegd na de tweede wereldoorlog, met pieken rond 1970 en 1980. Ook de laatste jaren is vrij veel riolering aangelegd ten behoeve van nieuwbouw. Onderstaande figuur 4 geeft een overzicht van de spreiding in ouderdom van de riolering, op de verticale as is de lengte afgebeeld in meters, de horizontale as geeft inzicht in de aanlegjaren. Leeftijdsopbouw 18000 16000 14000
m1
12000 10000 8000 6000 4000 2000
20 10 –
–
20 05 20 05
–
–
20 00 20 00
19 95 19 95
19 90 –
19 90
19 85
–
19 85
19 80 –
19 80
–
19 75 19 75
–
19 70 19 70
–
19 65 19 65
–
19 60 19 60
19 55
19 50
–
19 55
0
Ja a rta l
Figuur 4: Leeftijdsopbouw rioolstelsel
9T5233.A0/R009/BSTU/EJA/Nijm 21 september 2010
vGRP Woudrichem - 26 -
Definitief vGRP
Kaarten
In bijlage 8 is een overzichtskaart opgenomen van het gehele beheersgebied van de gemeente. Op deze kaart zijn tevens alle bijzondere constructies (zoals gemalen, overstorten, randvoorzieningen, e.d.) weergegeven.
Inspecties
In het verleden is door de gemeente een inspectiecyclus van eens in de 16 jaar gehanteerd. In 2006 is deze cyclus bijgesteld tot eens in de 8 jaar inspecteren. De inspectiecyclus loopt daardoor ook parallel aan de reinigingscyclus, die ook eens in de 8 jaar is. Tot op heden is de vrijvervalriolering voor 83% gedetailleerd geïnspecteerd met behulp van Tv-inspectie. De resultaten van de inspecties zijn verwerkt in het rioolbeheersysteem. De 17% die nog niet is geïnspecteerd zijn zogenaamde overstortleidingen, leidingen met blinde of verdekte putten en leidingen in het vrijvervalsysteem van de drukriolering.
Vervangings prognose lange en korte termijn
Kwaliteitstoestand vrijverval rioolstelsel
In het in 2009/2010 opgestelde rioolbeheerplan heeft de gemeente geëxperimenteerd met restlevensduurberekeningen. Vanaf 2010 wil de gemeente jaarlijks restlevensduurberekeningen uitvoeren op basis van leeftijd, schadebeelden en kosten voor reparatie, met als resultaat overzichtstekeningen met vervangingsjaartallen. De inspectieresultaten zijn in detail beoordeeld in het rioolbeheerplan. Aan de hand van geconstateerde schadeklassen (volgens NENnormen) wordt met behulp van waarschuwings- en ingrijpmaatstaven bepaald of het treffen van maatregelen nodig is. Het algemene beeld dat in Woudrichem naar voren komt uit de beoordeling van de rioolinspecties is dat door ongelijke zettingen van de ondergrond veel verplaatste verbindingen worden waargenomen. Dit zijn echter schadebeelden zonder in- of uittredend grond- of rioolwater. Door de gemeente wordt pas overgegaan tot herstelmaatregelen wanneer als gevolg hiervan daadwerkelijk sprake is van lekkage. De grondslag waar de gemeente mee te maken heeft, speelt een grote rol bij de vele geconstateerde lekkages en verplaatste verbindingen. Los van deze twee schadebeelden kan gesteld worden dat het rioolstelsel op hoofdlijnen in goede staat verkeerd, uitgaande van de inspectieresultaten in het rioolbeheerplan. De inspecties zijn nog niet via het rioolbeheerplan doorvertaald naar actuele vervangings-, renovatie en reparatieplannen. De reden daarvoor is dat er nog geen gecontroleerd waardeoordeel is toegevoegd aan de inspecties. Er is een quick scan uitgevoerd, maar voor de periode vanaf 2011 is nadere analyse nodig. Er is ook nog geen totaaloverzicht van bijvoorbeeld de mate van grondwaterinloop in het rioolstelsel.
vGRP Woudrichem Definitief vGRP
9T5233.A0/R009/BSTU/EJA/Nijm - 27 -
21 september 2010
Kwaliteitstoestand rioolgemalen
Een aantal van de hoofdrioolgemalen en pompunits is aan vervanging toe. In 2009 zijn 4 hoofdgemalen (elektrisch en mechanisch) vervangen. Op basis van de leeftijd van de gemalen is door gemeente onderstaande prognose voor renovatie opgesteld van de 14 hoofdgemalen en de 3 randvoorzieningen. In de planperiode zal deze beoordeling nader worden verfijnd in een rioolgemalenbeheerplan. Tabel 6: Prognose voor renovatie rioolgemalen Rioolgemaal
Bouwjaar
Laatste
Prognose
revisie
renovatie
Burg. v/d Lelystraat / Woudrichem
1982
2002
2017
Merwededijk / Oudendijk
1981
2009
2024
Oudendijk / Oudendijk
1981
2009
2024
Lemmenskampweg/Benja /
Kwaliteit drukrioolunits buitengebied
Woudrichem
1995
-
2010
Industrieweg/Rietdijk/ Giessen
2009
-
2024
Waardhuizen / Waardhuizen
1980
2009
2024
Duylweg / Almkerk
1973
2005
2020
Groenesteeg / Uppel
1984
2002
2017
Sportlaan / Almkerk
1990
2005
2020
Provincialeweg noord / Almkerk
1993
2009
2024
Complex "Den Doorn" / Almkerk
1997
-
2012
Camping de Mosterpot / Woudrichem
1977
2001
2016
Bastion / Woudrichem
2005
-
2020
Rietdijk West / Giessen
2006
-
2021
BBB Koperwiek / Rijswijk
1996
-
2011
BBB Woudrichemseweg / Woudrichem
2000
-
2015
BBB Middelvaart / Woudrichem
2009
-
2024
Het drukrioleringssyteem bestaat naast de persleidingen en vrijvervalriolen uit 242 drukrioolunits. Ongeveer de helft hiervan (123 stuks) is met de ‘eerste lichting’ in 1985 aangelegd. Deze zijn nu aan vervanging toe. In 2009/2010 zijn er al 62 vervangen, in 2010 staan er nog eens 35 op de planning om vervangen te worden. De laatste 26 pompunits worden in 2011 vervangen. Bij storingen bezoekt de buitendienst de installatie die in storing is, als de buitendienst de storing niet kan verhelpen wordt er een extern bedrijf ingeschakeld.
Kwaliteit drukriolering en persleidingen
De kwaliteit van drukriolen en persleidingen is momenteel niet bekend omdat deze leidingen niet geïnspecteerd kunnen worden. In de praktijk zijn er geen problemen bekend, naar verwachting verkeren de drukriolen en persleidingen in een goede toestand.
9T5233.A0/R009/BSTU/EJA/Nijm 21 september 2010
vGRP Woudrichem - 28 -
Definitief vGRP
Vervangingswaarde
De totale vervangingswaarde, inclusief gemalen, drukriolen en persleidingen, van het rioolstelsel van Woudrichem is berekend op circa € 55,8 miljoen. In bijlage 5 is dit uitgewerkt. Hierbij is waar mogelijk uitgegaan van gemiddelde eenheidsprijzen uit de Leidraad Riolering van stichting RIONED. De vervangingswaarde van de gemengde rioolstelsels is circa € 49,4 miljoen, de vervangingswaarde van drukriolering en persleidingen is circa € 4,5 miljoen, de vervangingswaarde van de hoofdgemalen is circa € 0,7 miljoen en de vervangingswaarde van de randvoorzieningen circa € 1,2 miljoen. Om de kwaliteit van het rioolstelsel op peil te houden zijn aanzienlijke investeringen nodig. De gemiddelde levensduur van rioolstelsels varieert tussen de 40 jaar in het westen van het land (zettingsgevoelig gebied) tot 60 à 100 jaar in gebieden met een goede grondslag. In Woudrichem wordt uitgegaan van een gemiddelde levensduur van circa 60 jaar voor bouwkundige elementen van het rioolstelsel (op basis van praktijkervaringen binnen de gemeente), maar wordt wel uitgegaan van afschrijving in 50 jaar. Voor mechanische en elektrische elementen wordt voor zowel levensduur als afschrijvingstermijn uitgegaan van 15 jaar en voor meetapparatuur van 10 jaar. Voor de gemeente komt dit dan neer op een gemiddelde investering voor instandhouding van de totale riolering van 1,0 miljoen euro per jaar.
5.2.3
Beheer van het rioolstelsel Dagelijks beheer
Het dagelijks beheer van de riolering is in Woudrichem opgebouwd uit de volgende posten: • Klein onderhoud en calamiteiten; • Reiniging en inspectie vrijvervalstelsels; • Reiniging en onderhoud rioolgemalen; • Reiniging en onderhoud drukriolering; • Onderhoud kolk- en huisaansluitingen; • Gegevensbeheer; • Klachtenafhandeling; • Telefoonkosten, elektriciteitskosten; • Bijdragen aan derden (bijvoorbeeld RIONED); • Beheer drainage en schoonwaterleidingen; • Algehele toerekening van mensuren intern en extern. Naast bovengenoemde posten zijn er nog een tweetal posten (reinigen kolken en straatvegen) die worden gefinancierd vanuit de algemene middelen, maar door de rioolbeheerder wordt uitgevoerd. Het baggeren van een watergang nadat een overstorting heeft plaatsgevonden wordt in de huidige situatie eveneens gefinancierd vanuit de algemene middelen. De verwachting is dat, met het uitbreiden van de gemeentelijke taken, de werkzaamheden voor het dagelijks beheer toe zullen nemen. In hoofdstuk 6 zal dit nader aan de orde komen.
vGRP Woudrichem Definitief vGRP
9T5233.A0/R009/BSTU/EJA/Nijm - 29 -
21 september 2010
5.2.4
Hydraulisch en milieutechnisch functioneren BRP’s
Het hydraulisch en milieutechnisch functioneren van de riolering is voor alle kernen met uitzondering van Woudrichem, Rijswijk en Rietdijk in 2004 onderzocht, beoordeeld en vastgelegd in een basisrioleringplan (BRP). Ten behoeve van het voldoen aan de theoretische basisinspanning en een controle op ontwerpbui 8 (Leidraad Riolering, herhalingstijd van 2 jaar) zijn per kern maatregelen voorgesteld. In de verschillende BRP’s zijn deze maatregelen onderverdeeld naar mogelijke scenario’s. In het GRP 2005-2009 is per kern gekozen voor het uitvoeren van een specifiek scenario. Met de uitvoering van de maatregelen uit de BRP’s wordt voldaan aan de basisinspanning voor de kernen Oudendijk, Uppel, Uitwijk, Waardhuizen en Giessen. Een aantal werkzaamheden heeft vertraging ondergaan, maar naar verwachting zal in het eerste halfjaar van 2010 de basisinspanning ook zijn bereikt voor Almkerk en Andel. In 2005 en 2006 zijn de kernen Woudrichem, Rijswijk en Rietdijk hydraulisch en milieutechnisch herberekend. In het GRP 2005-2009 was aangegeven dat voor de kern Woudrichem een nieuwe herberekening moest worden gemaakt in verband met de verwachting dat door een nieuwe inventarisatie van het verhard oppervlak de emissiereductie minder zou zijn. In het GRP waren al wel kosten opgenomen voor het uitvoeren van maatregelen voor de kern Woudrichem. De kern Woudrichem voldoet aan de basisinspanning wanneer de watergang achter het Bergbezinkbassin (BBB) wordt verbreed en drie overstorten worden gekoppeld aan het stelsel. In het geval van Rijswijk voldeed de gemeente al aan de basisinspanning, waardoor de kern niet voorafgaand aan het GRP 2005-2009 hoefde te worden herberekend. In het GRP waren voor Rijswijk alleen kosten opgenomen voor de herberekening en niet voor de maatregelen. Ten aanzien van de basisinspanning wordt verondersteld dat slechts éénmaal wordt bepaald welke maatregelen in overeenstemming met het waterschap genomen moeten worden om te voldoen aan deze ‘norm’ (de basisinspanning). Nieuwe inzichten in dwa of aangesloten verharding kunnen dus niet leiden tot nieuwe maatregelen in het kader van de basisinspanning. Wanneer nieuw verhard oppervlak wordt aangesloten op het gemengde stelsel dan mag dit uiteraard niet leiden tot een onacceptabele vuiluitworp (zie verder ‘in- en uitbreidingen’ in 5.3). Tijdens het opstellen van de BRP’s uit 2004 is vastgesteld dat de betrouwbaarheid van de gegevens die gebruikt zijn voor de modelsimulaties, niet hoog is. De gemeente is in de afgelopen planperiode gestart met het op orde brengen van het gegevensbeheer en het inzichtelijk maken van werkelijke belastingen op het rioolstelsel en wil in de nieuwe planperiode hieraan vervolg geven. Op grond van deze informatie wil de gemeente de BRP’s uit 2004 herzien. De uitkomsten van deze nieuwe BRP’s zullen worden verwerkt in het vGRP 2016-2020.
9T5233.A0/R009/BSTU/EJA/Nijm 21 september 2010
vGRP Woudrichem - 30 -
Definitief vGRP
Klachten stankoverlast
De afgelopen planperiode is naar aanleiding van klachten (met name stankklachten ter plaatse van aansluitingen van drukriolering) besloten dat op 11 locaties maatregelen worden getroffen. Hiervan zijn reeds 2 opgelost en 2 locaties zijn opgenomen in het afkoppelplan Andel, waarmee ze worden opgelost. Voor de overige locaties is een plan van aanpak in voorbereiding.
5.3
Hemelwater
5.3.1
Bestaande en nieuwe bebouwing Bestaande bebouwing
Op verschillende locaties in de gemeente is hemelwaterriolering aanwezig. De woonwijk De Alm te Almkerk heeft een gescheiden stelsel en de woonwijk Postweide 2 te Woudrichem en industrieterrein Rietdijk hebben een verbeterd gescheiden stelsel. In bestaand stedelijk gebied is gedurende de looptijd van het vorige GRP 9,9 ha afgekoppeld, verdeeld over 5 afkoppelprojecten: • Almkerk 1,51 ha (wordt derde kwartaal van 2010 afgerond); • Andel 3,75 ha (wordt derde kwartaal van 2010 afgerond); • Giessen 2,39 ha (gereed); • Waardhuizen 0,25 ha3. (gereed); • Woudrichem 2,00 ha (wordt eerste kwartaal van 2010 afgerond).
In- en uitbreidingen
Ter plaatse van in- en uitbreidingen wordt gebruik gemaakt van het instrument ‘watertoets’. De watertoets zorgt ervoor dat de ‘bouwer’, gemeente en de waterbeheerder vroeg in het planproces aan tafel zitten, teneinde de waterhuishouding goed in te passen in het project. In de watertoetsprocedure wordt gezamenlijk met het waterschap dus aandacht besteed aan ruimte voor water. Daarbij wordt, in overleg met de waterbeheerders, gestreefd naar doelmatigheid waarbij hydrologisch neutraal ontwikkelen een belangrijk aandachtspunt is. De gemeente werkt momenteel aan een concrete handreiking (programma van eisen). De gemeente voert het beleid dat schone en vuile waterstromen gescheiden gehouden moeten worden. Het afvalwater wordt dan in een apart systeem ingezameld en getransporteerd naar de RWZI. Het regenwater wordt ook apart ingezameld en afgevoerd naar open water (al dan niet via een zuiverende voorziening). Bij in- en uitbreiding dienen op perceelsniveau altijd de schone van de vuile waterstromen gescheiden te worden gehouden en gescheiden te worden aangeleverd. Bij uitbreidingen wordt van perceelseigenaren een eigen regenwaterberging verlangd (zie ook ‘doelmatigheid’ in de inleiding van hoofdstuk 6). Wanneer een eigen regenwaterberging niet doelmatig is, kan daarvan onderbouwd worden afgeweken.
3
Met toestemming van het waterschap is in Waardhuizen 0,25 hectare afgekoppeld in plaats van 0,27 hectare.
vGRP Woudrichem Definitief vGRP
9T5233.A0/R009/BSTU/EJA/Nijm - 31 -
21 september 2010
Bij de inzameling van het afstromende hemelwater geeft het waterschap, daar waar mogelijk, transport op maaiveldniveau de voorkeur boven ondergrondse systemen. Bij inbreidingen en rioolvervangingsprojecten is dit vaak moeilijker te realiseren dan bij uitbreidingen. Bij inbreidingen is maatwerk nodig. Binnen de gemeente is bovengronds transport nog niet toegepast. Keur waterschap bij herinrichtingen of inbreidingen Indien afkoppelen of niet aankoppelen van hemelwater niet mogelijk is (b.v. geen oppervlaktewater in de buurt, of vanuit waterhuishoudkundig oogpunt niet mogelijk om oppervlaktewater te realiseren), dan geldt: • voor in- en uitbreidingen waar de openbare infrastructuur wordt aangepakt de minimale vuilemissie-eisen van een Verbeterd Gescheiden Stelsel [CIW]; • Indien de openbare infrastructuur gehandhaafd blijft in bovenstaande situatie, wordt een kleine herinrichting op het bestaande gemengde stelsel aangesloten. Het extra verhard oppervlak dat wordt aangesloten op het gemengde stelsel wordt meegenomen bij de eerstvolgende actualisatie van het BRP. In deze situatie zal echter wel per geval bekeken moeten worden of het hydraulisch mogelijk is om op het bestaande gemengde stelsel aan te sluiten, en of de toename van de vuiluitworp acceptabel is. Er zal dus maatwerk moeten plaatsvinden.
Het waterschapsbeleid bij uitbreidingen kleiner dan 500 m2 (binnen de bebouwde kom) heeft tot gevolg dat extra verhard oppervlak wordt aangesloten op het gemengd stelsel. Dit kan echter wel gevolgen hebben voor de gemeente. Na actualisatie van de BRP’s kan namelijk blijken dat hierdoor extra maatregelen noodzakelijk zijn, omdat niet meer wordt voldaan aan de toegestane vuiluitworp. Bij uitbreidingen kleiner dan 500 m2, wil de gemeente dan ook door middel van een financiële vergoeding (watercompensatie) de projectontwikkelaar laten bijdragen aan compensatie elders in het gebied (veroorzaker betaalt, zie ook paragraaf 6.1.2). De juridische mogelijkheden hiertoe en hoogte van het bedrag moeten onderzocht worden in de planperiode van dit vGRP. Particuliere verharding
5.3.2
Bij uitvoering van afkoppelprojecten is er vooral aandacht geweest voor het afkoppelen van de openbare verharding vanuit het oogpunt van eenvoud en snelheid. Op enkele plaatsen zijn wel dakoppervlakken afgekoppeld. De stelsels zijn overal gedimensioneerd op het aansluiten van de openbare verharding en de dakoppervlakken van voorzijdes van woningen.
Beheer van hemelwatervoorzieningen Beheer
Het beheer van openbare voorzieningen voor de inzameling, berging en het transport van hemelwater zal met de komst van de hemelwaterzorgplicht extra aandacht vergen omdat de systemen, die worden aangelegd ten opzichte van het verleden, complexer van karakter kunnen worden. De aangelegde helofyten- en lamellenfilters, die jaarlijks onderhouden en gereinigd moeten worden, zijn daarvan een voorbeeld. Het is daarom wenselijk in de komende planperiode richtlijnen te ontwikkelen voor ontwerp, uitvoering en beheer van
9T5233.A0/R009/BSTU/EJA/Nijm 21 september 2010
vGRP Woudrichem - 32 -
Definitief vGRP
hemelwatervoorzieningen en deze in te bedden in de werkmethodes van de gemeente zodat beheerproblemen in de toekomst worden voorkomen. Ook is het nodig de basisinformatie van al aangelegde voorzieningen gestructureerd vast te leggen in beheersystemen. Na verloop van tijd is bij burgers kennis over de wenselijke gang van zaken mogelijk verminderd dan wel helemaal verdwenen (vertrekken van bewoners/nieuwe bewoners in de wijk). Blijvende informatie aan bewoners over het gebruik van de rioleringsvoorzieningen is nodig. Gladheid en onkruid
In gebieden waar het hemelwater separaat van het vuilwater wordt ingezameld, dient rekening te worden gehouden met mogelijke vervuilingsbronnen doordat ongezuiverd wordt geloosd op oppervlakte- of grondwater. Een mogelijke vervuilingsbron is strooizout. In principe wordt in de gemeente bij gladde omstandigheden gestrooid op de hoofdstructuur, busroutes, hoofdfietsroutes en het marktterrein. Uitgangspunt hierbij is veiligheid. Per situatie van gladheid wordt vervolgens de afweging gemaakt om, in het kader van de verkeersveiligheid, al dan niet op andere dan bovengenoemde locaties toch (zij het minimaal) te strooien. Ook bestrijdingsmiddelen die ingezet worden ter bestrijding van onkruid zijn een vervuilingsbron voor het ontvangende oppervlakte- en grondwater. De gemeente hanteert hierbij de DOB-brons-methode . Onkruidbestrijding volgens de DOB methode Brons is gericht op een effectieve onkruidbestrijding tegen een redelijke kostprijs, met als doel het realiseren en behouden van een goede waterkwaliteit. DOB-brons is hierbij de minimale variant. In afgekoppelde gebieden vindt biologische onkruidbestrijding (borstelen, branden) plaats. Naast vervuiling van hemelwater door gladheid- en onkruidbestrijdingsmiddelen is het met name in afgekoppelde gebieden wenselijk aandacht te geven aan het voorkomen van emissies naar hemelwater als gevolg van bijvoorbeeld vuurwerk, toepassing van uitlogende bouwmaterialen, hondenpoep en bouwafval. Hondenpoep moet reeds binnen de kernen direct worden opgeruimd (vastgelegd in de Algemene Plaatselijke Verordening (APV)).
Samenhangen
Meer of minder grootschalige ingrepen in de openbare ruimte zoals rioolvervangingen, wegrenovaties en bouwprojecten bieden aanknopingspunten om de hemelwaterzorgplicht in te vullen. Hemelwater kan hier worden ontvlochten van het afvalwater. Dit is in de afgelopen planperiode dan ook enkele malen gebeurd.
5.4
Grondwater
5.4.1
Bestaande en nieuwe bebouwing Situatie bestaande
Grondwater is van oudsher een punt van aandacht binnen de gemeente. Het bodempeil en de bodemsamenstelling in combinatie
vGRP Woudrichem Definitief vGRP
9T5233.A0/R009/BSTU/EJA/Nijm - 33 -
21 september 2010
bebouwing
met de sterk fluctuerende rivierwaterstanden, zorgen voor plaatselijk hoge grondwaterstanden, de doorlatendheid van de toplaag van de bodem is beperkt. In de loop der jaren is door de gemeente op meerdere plaatsen drainage aangelegd om grondwaterproblemen te voorkomen of te verhelpen. In totaal is 38.046 meter drainage aanwezig. De ligging van drainagevoorzieningen is bekend en de drainagesystemen worden eens in de 4 jaar gereinigd. De onderhoudsstaat van de drainagesystemen zijn echter niet bekend. Tabel 7: Aanwezige drainage
Kern Almkerk Andel Giessen
Rijswijk Uitwijk Waardhuizen Woudrichem
Gebied Kern De Alm Kern Kern Rietdijk Noord Rietdijk Oost Rietdijk transportstraat Kern De Bijl Kern Kern Oude Ban Noord Oude Ban Zuid Postweide
Drainage [m] 3941 1669 2788 1161 1538 3506 985 1752 1680 694 578 12109 2550 3095
In het GRP 2005-2009 is al aandacht gegeven aan grondwater. De gemeente beschrijft daarin dat het gemengde rioolstelsel niet gebruikt mag worden voor het transport van (gedraineerd) grondwater. Ook wordt zowel in het vorige GRP als in het recent opgestelde rioolbeheerplan, grondwaterbeheersing toegekend aan de kerntaken van het dagelijks rioolbeheer. De gemeente kent geen structurele grondwateroverlast-gebieden. Om grondwateroverlast te voorkomen is het beleid dat bij rioolwerkzaamheden waarbij de weg wordt opengebroken, tevens drainage wordt aangelegd. Nieuwe bebouwing
Bij nieuwbouw wordt gebruik gemaakt van het instrument ‘watertoets (zie 5.3.1)’. De gemeente schrijft ten aanzien van grondwater voor dat bij bouwprojecten drainage wordt aangelegd teneinde structurele grondwateroverlast te voorkomen. Zie verder 6.1.2 voor het beleid met betrekking tot grondwater.
5.4.2
Grondwateronttrekkingen Grondwateronttrekking
Een belangrijke rol voor de grondwatersituatie is weggelegd voor de HAK-fabriek. Deze fabriek onttrekt grote hoeveelheden grondwater en is daardoor medebepalend voor het aanwezige grondwaterpeil. Exacte hoeveelheden van deze onttrekking zijn niet bekend.
9T5233.A0/R009/BSTU/EJA/Nijm 21 september 2010
vGRP Woudrichem - 34 -
Definitief vGRP
5.4.3
Meten Peilbuizen
Om een goed beeld te hebben van het verloop van grondwaterstanden is een grondwatermeetnet nodig. De gemeente heeft meerdere peilbuizen in haar gebied staan. De spreiding van de peilbuizen is zeer wisselend. Het peilbuizennetwerk wordt maandelijks gemeten. In een spreadsheet worden de grondwaterstanden gearchiveerd. De hulpmiddelen ten behoeve van het monitoren van grondwater zijn op hoofdlijnen aanwezig. Er ontbreekt nog concreet gemeentelijk beleid dat inspeelt op een integrale benadering van grondwater.
5.5
Integrale planvorming
5.5.1
Gegevensbeheer Gegevensbeheer
Grondroerdersregeling
Gegevens van het rioolstelsel zijn cruciaal voor het maken van technische en operationele plannen. De gemeente maakt momenteel gebruik van het rioolbeheersysteem GBI. In 2008 en 2009 heeft de gemeente middels een inhaalslag het beheersysteem voorzien van actuele en complete rioleringsgegevens (inspectiegegevens en inmeetgegevens van de rioolputten). In het rioolbeheerpakket GBI zitten eveneens de gegevens m.b.t. drukriolering, persleidingen en inspectiegegevens. De gegevens m.b.t. het verhard oppervlak zitten niet in GBI. Begin 2010 zijn de drempelhoogtes en lengtes van de overstortputten ingemeten. Een aantal drempelhoogtes weken af van de hoogtes in de BRP’s en worden door de gemeente uiterlijk in 2011 aangepast. Voorheen werd informatie over de ligging van kabels en leidingen uitgewisseld door middel van de Stichting ter voorkoming van graafschade (KLIC, Kabel en Leiding Informatie Centrum). Dit gebeurde vooral analoog via op papier gedrukte tekeningen. Het KLIC is in 2008 opgegaan in het Kadaster. Op grond van de Wet Informatieuitwisseling Ondergrondse Netwerken (WION) vindt de informatieuitwisseling van en naar beheerder en grondroerder geheel plaats via het Kadaster. Klic-online wordt het verplichte digitale informatieuitwisselingsplatform voor kabel- en leidingenbeheerder en grondroerder. Gemeente Woudrichem dient aan deze eis per 1 juli 2010, die de WION stelt, te voldoen. Dit betekent dat: • alle data over de eigen kabels en leidingen (met uitzondering van de huisaansluitingen) op orde moet zijn; • alle processen en de organisatie voor het beheer daarvan op orde moet zijn, en; • alle benodigde technieken (ICT voorzieningen) op orde zijn. De gemeente wil een groot deel van haar werkzaamheden ten aanzien van de digitale uitwisseling vanaf 2010 gaan uitbesteden.
vGRP Woudrichem Definitief vGRP
9T5233.A0/R009/BSTU/EJA/Nijm - 35 -
21 september 2010
De verplichting tot uitwisseling van informatie met betrekking tot huisaansluitingen is geschrapt uit WION, omdat de kosten niet opwegen tegen de graafschades. Echter in het kader van de evaluatie van de WION zal hier een onderzoek naar gestart worden. In de WION is eveneens de verplichting opgenomen dat revisie binnen 28 dagen moet zijn verwerkt. Aangezien deze snelle handeling noodzakelijk is, zullen deze werkzaamheden niet meer uitbesteed worden, maar in eigen beheer worden uitgevoerd. 5.5.2
Technische en operationele plannen Operationele plannen
In de planperiode van het GRP 2005-2009 is het GRP gebruikt als basis voor de uit te voeren maatregelen. De maatregelen zijn niet periodiek uitgewerkt in technische of operationele plannen. Er zijn wel jaarplannen opgesteld. Deze plannen beschreven de stand van zaken op hoofdlijnen, de technische en financiële kant bleef daarin onderbelicht. In de interviews die zijn afgenomen ten behoeve van de evaluatienotitie, kwam naar voren dat de transparantie van de uitvoering van het vGRP verbetering behoeft. Dit kan bijvoorbeeld worden vorm gegeven door het maken van jaarprogramma’s en het wijkgericht opstellen van operationele plannen voor de middellange termijn. Naast het verhogen van de transparantie kunnen deze plannen tevens gebruikt worden als leidraad bij interne afstemming tussen afdelingen en beheerdisciplines. Zoals in de Visienotitie is vermeld, wordt de kern Rijswijk als pilot ingezet om te experimenteren met transparante en concrete jaarprogramma’s.
vBRP
Voor de verschillende kernen in de gemeente zijn ten behoeve van het vorige GRP BRP’s opgesteld. Tevens zijn in de afgelopen planperiode nieuwe BRP’s opgesteld voor de kernen Rijswijk en Woudrichem en industrieterrein Rietdijk. De gemeente heeft nog geen verbrede BRP’s opgesteld. Verbreding van een BRP heeft net als bij vGRP betrekking op de nieuwe verbrede zorgtaken, waarbij tevens wordt ingespeeld op klimaatveranderingen.
Metingen
De ervaring leert dat het werkelijke gedrag van rioolstelsels behoorlijk kan afwijken van het theoretische gedrag op basis van modelberekeningen. Door metingen uit te voeren wordt het mogelijk hydraulische berekeningen en verbeteringsmaatregelen te toetsen. Ter plaatse van de randvoorzieningen en het helofytenfilter in Giessen worden metingen ten aanzien van frequentie en duur verricht (spoor 1 conform de CIW-systematiek, zie bijlage 2). Er zijn op dit moment nog geen meetplannen. Beleid omtrent het meten dient in de planperiode van dit nieuwe vGRP verder vormgegeven te worden.
9T5233.A0/R009/BSTU/EJA/Nijm 21 september 2010
vGRP Woudrichem - 36 -
Definitief vGRP
4
NL ingenieurs schrijft over het rioleringsbeleid van de afgelopen 40 jaar : De normstelling voor het terugdringen van overstortingen ontmoedigde het krijgen van inzicht in het functioneren van het rioolstelsel, de invloeden op de waterkwaliteit en het beschouwen van de samenhang tussen riolering en zuivering. Bij verdergaande maatregelen t.a.v. waterkwaliteit en bestrijden van wateroverlast is veel meer inzicht nodig in het functioneren van de riolering en de noodzaak en effectiviteit van maatregelen. Daartoe is monitoring nodig en een goede en actuele verwerking en gebruik van gegevens.
5.5.3
Vergunningen en verordeningen Vergunning en
De gemeente heeft voor de kernen Almkerk, Andel, Giessen, Oudendijk, Rijswijk, Uitwijk, Waardhuizen en Uppel een vergunning op grond van de Wet verontreiniging oppervlaktewater (inmiddels overgegaan in de Waterwet). Voor de kern Woudrichem heeft de gemeente geen Wvo-vergunning. In Rijswijk is alleen de overstort vanuit het BBB vergund. De hemelwateruitlaten van het verbeterd gescheiden stelsel op Rietdijk zijn in overeenstemming met het waterschap ook niet vergund. Het waterschap heeft geen prioriteit gegeven aan deze vergunning aangezien er geen saneringsmaatregelen noodzakelijk waren. In het kader van de nieuwe Waterwet, waarbij de Wvo-vergunning komt te vervallen, worden de overstortgegevens opgenomen in het vGRP. Deze gegevens zijn opgenomen in bijlage 6. Het (nog vast te stellen) Besluit Lozen buiten inrichtingen, zal op basis van verschillende wetten (Wet milieubeheer, Wet bodembescherming, Waterwet) beschrijven op welke wijze omgegaan dient te worden met onder andere lozingen vanuit riooloverstorten. Deze nieuwe regels zullen vooral gericht zijn op het gezamenlijk (gemeente en waterschap) doelmatig beperken van verontreiniging van oppervlaktewater als gevolg van overstortingen.
Aansluitver ordening
4
In het verleden is door de gemeenteraad een aansluitverordening vastgesteld. Deze is niet gepubliceerd, waardoor deze niet in werking is getreden. Op advies van de VNG is de verordening niet geactualiseerd in verband met de samenhang met de bouwverordening. De gemeente wil in deze nieuwe planperiode de verordening wel actualiseren. Een aandachtspunt voor de nieuwe verordening is het overdrachtspunt tussen gemeente en particulier. Door de inwerkingtreding van de waterwet is de gemeente in bepaalde gevallen bevoegd gezag geworden voor indirecte lozingen die voorheen onder het bevoegd gezag van het waterschap vielen. Waterschap Rivierenland heeft de gemeenten in hun beheersgebied kosteloos hun diensten aangeboden om de overdracht zo goed
NLingenieurs positionpaper riolering (januari 2010)
vGRP Woudrichem Definitief vGRP
9T5233.A0/R009/BSTU/EJA/Nijm - 37 -
21 september 2010
mogelijk te laten verlopen. In 2010 zal door het college een besluit worden genomen of de gemeente hiervan gebruik gaat maken. Aansluitver gunning
Voor aansluiting op de rioolwaterzuivering dient door het waterschap een aansluitvergunning te worden verleend. Naar aanleiding van landelijke ontwikkelingen5 is dit niet gebeurd. Beleid waterschap aansluitvergunning Op termijn zal de Aansluitverordening plaats maken voor de afspraken, die worden vastgelegd in een afvalwaterakkoord (AWA). In een AWA worden in plaats van de vergunningvoorschriften op grond van de Aansluitverordening, afspraken tussen waterschap en gemeente vastgelegd over de overnamepunten en afname van afvalwater. De afspraken zijn bedoeld om een doelmatige werking van de afvalwaterketen te kunnen bereiken.
5.6
Samenhang met het waterplan
5.6.1
Waterplan Waterplanprojecten
Samenhang met het vGRP
5.7
Parallel aan het opstellen van het dit vGRP is het waterplan opgesteld. In het waterplan zijn twee beleidsscenario’s (basis en pluspakket) uitgewerkt aan de hand van visie en streefbeelden. Voor de maatregelen uit het waterplan is het vGRP het instrument waarin zowel de financiering als de planning nader in beeld worden gebracht en een onderbouwing krijgt. De maatregelen passen conform de nieuwe wetgeving binnen één van de drie gemeentelijke zorgplichten. Meestal is de gemeente initiatiefnemer in de geformuleerde maatregel. In een aantal gevallen is het waterschap initiatiefnemer. Vooruitlopend op de beslissing van het gemeentebestuur zijn de maatregelen uit het basispakket opgenomen. Voor het overzicht van de maatregelen wordt verwezen naar het waterplan.
Samenwerking in de waterketen Waterketenteam
Optimalisatie studie
In 2009 is een samenwerkingsvorm opgestart tussen waterschap Rivierenland, gemeente Aalburg, gemeente Werkendam, gemeente Woudrichem, provincie Noord-Brabant en Brabant Water. De bedoeling is om in gezamenlijkheid projecten in het kader van de waterketen uit te voeren (zie lijst bijlage 13). In 2010 is dit waterketenteam uitgebreid met de gemeenteambassadeur van het Rivierenlandgebied. Vanuit het waterschap Rivierenland is er, in samenwerking met de Gemeente Werkendam en Woudrichem, een optimalisatie studie opgestart voor de zuivering te Sleeuwijk. De hele gemeente Woudrichem is aangesloten op deze zuivering gezamenlijk met een drietal kernen van de gemeente Werkendam (Werkendam, Sleeuwijk en Nieuwendijk). Het doel van deze OAS is de maatregelen die nodig
5
Door VNG en UvW is in “Gezamenlijke doelgerichte aanpak afvalwaterketen” aangegeven dat het schrappen van de aansluitverordeningen één van de randvoorwaarden is om de doelmatigheidswinst in de afvalwaterketen te kunnen realiseren.
9T5233.A0/R009/BSTU/EJA/Nijm 21 september 2010
vGRP Woudrichem - 38 -
Definitief vGRP
zijn in de waterketen, daar uit te voeren waar de maatschappelijke kosten het laagst zijn.
5.8
Communicatie
5.8.1
Intern Verdeling taken
Binnen de afdeling Openbare werken zijn een aantal mensen full-time bezig met de beheer- en beleidswerkzaamheden op het gebied van riolering en water. Zij zijn primair verantwoordelijk voor het beheer van de riolering. Zij treden daarbij op als interne en externe opdrachtgever. Wat betreft de BRP-maatregelen en de rioolrenovatiemaatregelen treden zij op als interne opdrachtgever. Een van de projectleiders binnen de afdeling openbare werken treedt op als opdrachtnemer. Aan de ‘discipline’ waterbeheer en riolering wordt vanuit verschillende afdelingen (RO, bouw, milieu) binnen de gemeente gewerkt. Het initiatief voor ruimtelijke ontwikkelingen en herinrichtingsprojecten ligt bij de afdeling RO. Vanuit RO komt er een aanvraag bij Openbare Werken waarna een projectleider wordt aangesteld die taken uitbesteed aan vakspecialisten (bijvoorbeeld water of wegen). Bij de interviews die gehouden zijn ten behoeve van de evaluatienotitie zijn de verschillende gemeentelijk afdelingen betrokken. Uit de interviews kwam naar voren dat men goede ervaringen heeft met de gehanteerde structuur, maar dat er in de huidige situatie een aantal aandachtspunten zijn ten aanzien van de interne communicatie. Deze aandachtspunten zijn uitgewerkt in de Evaluatienotitie en komen ook terug in de Visienotitie. In hoofdstuk 6 van dit vGRP zal worden beschreven hoe de gemeente deze aandachtspunten doorvertaalt naar het beleid voor de komende planperiode.
5.8.2
Extern Waterloket
In de Wet is beschreven dat de gemeente het aanspreekpunt voor de burger is voor (grond)water gerelateerde vragen, meldingen en klachten. De gemeente Woudrichem hanteert een centraal klachtensysteem van waaruit de klachten doorgezet worden naar de desbetreffende disciplines. Er is nog geen waterloket ingericht (bundeling en verbetering ten aanzien van communicatie over watervraagstukken).
Meldingen
Gemeente Woudrichem heeft een klachten- en meldingensysteem. In het GRP 2005-2009 staat aangegeven dat meldingen binnen drie werkdagen worden verholpen. Aan deze eis wordt ten aanzien van verstoppingen of rioolgemalen ruimschoots voldaan. Klachten ten aanzien van wateroverlast hebben veelal een langere doorlooptijd.
vGRP Woudrichem Definitief vGRP
9T5233.A0/R009/BSTU/EJA/Nijm - 39 -
21 september 2010
Zoals aan de orde is gekomen in paragraaf 5.2.4 zijn er veel klachten geweest ten aanzien van stank, veelal ter plaatse van de locaties waar drukriolering is aangesloten op het gemengde stelsel. Daarom heeft de gemeente besloten maatregelen te nemen. Een aantal van deze maatregelen zijn inmiddels uitgevoerd. De rest wordt de komende planperiode uitgevoerd. Waterpartners
Naast projectgebonden overleg is er in principe tussen waterschap en gemeente één maal per jaar bestuurlijk overleg en daaraan voorafgaand ambtelijk overleg. In de voorgaande periode is louter op gebied van de aanpak en sanering van het buitengebied overleg geweest met Provincie NoordBrabant. De rol van de provincie bij het opstellen van een vGRP en het uitvoeren van het beleid richt zich meer op het proces en het bewaken van de samenwerking tussen de gemeente en het waterschap.
Burgers en bedrijven
De gemeente informeert haar burgers via de gemeentelijke website staat over het afkoppelen van verhard oppervlak. De gemeente heeft zich eind 2009 aangesloten bij de landelijke campagne “goed rioolgebruik”. Bij de afkoppelprojecten en de aanleg van het bergbezinkbassin zijn bewonersavonden georganiseerd om burgers goed te informeren en voor te lichten.
9T5233.A0/R009/BSTU/EJA/Nijm 21 september 2010
vGRP Woudrichem - 40 -
Definitief vGRP
6
BELEID PLANPERIODE Inleiding
In dit hoofdstuk wordt het beleid (voor de drie zorgplichten) voor de komende planperiode gepresenteerd. Het beleid is een samenstel van onderzoek, maatregelen, benodigde middelen en tijd. Hierbij is gekozen voor een geïntegreerde beschrijving van het beleid voor de zorgplichten omdat deze zeer sterk aan elkaar raken. Paragraaf 6.1 gaat in op de hoofdlijnen van het beleid voor de zorgplichten, de paragrafen 6.2 tot en met 6.6 op de inhoud van het beleid: “6.2 Beheer bestaande grondwater-, afvalwater en hemelwatervoorzieningen” is gekoppeld aan de tabel met exploitatielasten (bijlage 7). “6.3 Investeringen grondwater-, afvalwater- en hemelwaterzorgplicht” is gekoppeld aan de tabel met nieuwe investeringslasten (bijlage 7) “6.4 Onderzoek en planvorming grondwater-, afvalwater- en hemelwaterzorgplicht” is gekoppeld aan de tabel met plan- en onderzoekskosten (bijlage 7). “6.5 Waterplan” beschrijft de investeringen die overgenomen worden uit deze planvorm. Investeringen in het kader van het Waterplan komen terug in de tabellen in bijlage 7 (exploitatielasten, investeringen en plan- en onderzoekskosten). “6.6 Overige beleidsaspecten” behandelt enkele overige/overkoepelende aspecten waaronder de interne en externe communicatie omtrent water en riolering.
Oude
In de tekst van dit hoofdstuk zijn de verschillen tussen de oude zorgplicht en de nieuwe zorgplichten met de navolgende symbolen verhelderd. De oude zorgplicht zoals die voor 1 januari 2008 gold is aangeduid met een rioolbuis en een zwart kader. De nieuwe zorgplichten zijn aangeduid met een groen kader: de afvalwaterzorgplicht via een rioolbuis, de hemelwaterzorgplicht via een paraplu, de grondwaterzorgplicht via een grondwaterstand onder een boom en tot slot overige aspecten die alle drie de nieuwe zorgplichten betreffen via een vis.
zorgplicht en nieuwe zorgplichten
Zorgplicht
Symbool
‘Oude zorgplicht’
Afvalwater-zorgplicht
Hemelwater-zorgplicht
Grondwater-zorgplicht
Overige inspanningen
vGRP Woudrichem Definitief vGRP
9T5233.A0/R009/BSTU/EJA/Nijm - 41 -
21 september 2010
Financiële gevolgen
De financiële gevolgen van het beleid zijn voor de belangrijkste beleidsvoornemens aangeduid met behulp van de onderstaande tijdbalk. Alle kosten zijn inclusief overige kosten (zoals kosten voor voorbereiding, aanbesteding), maar exclusief interne personeelskosten. De kosten zijn exclusief BTW op prijspeil 2011. Voorbeeld financiële inspanning planperiode 2010
€ 100.000,-
!! KEUZE !!
2011
€ 250.000,-
2012
€ 150.000,-
2013
€ 250.000,-
2014
€ 350.000,-
2015
€ 100.000,-
Het ambitieniveau ten aanzien van het te voeren rioleringsbeleid is in de visienota op hoofdlijnen beschreven en in dit hoofdstuk verder uitgewerkt. Uiteraard heeft het ambitieniveau van het rioleringsbeleid een samenhang met de ontwikkeling van de rioolheffing. Bij de opzet van dit hoofdstuk is als basis gekozen voor een degelijke invulling van alle verplichtingen die voortvloeien uit de wettelijke zorgplichten. In de aanloop naar dit vGRP is sprake geweest om voor enkele aspecten van het beleid in de vorm van keuzes een hoger ambitieniveau te presenteren. Echter het verschil tussen hoger ambitieniveau en degelijke invulling is in de loop der tijd minimaal geworden. Uiteindelijk resteerden namelijk enkele keuzepunten die betrekking hadden op het doorbelasten van kosten richting of de riolering of de algemene middelen. Deze keuzepunten zijn in dit hoofdstuk aangegeven, waarbij tevens reeds een voorstel wordt gedaan waar de kosten ondergebracht moeten worden. Deze keuzes worden nog voorgelegd richting de raad in het raadsvoorstel. De kostendekkingsberekeningen in hoofdstuk 7 zijn gebaseerd op de kostentoewijzing die in dit hoofdstuk (6) wordt voorgesteld.
Doelmatigheid
Voor het beleid rondom de hemelwaterzorgplicht is het van belang te onderkennen dat de beleidsvrijheid, die in de wetgeving voor de hemelwaterzorgplicht wordt geboden, groot is (in tegenstelling tot bijvoorbeeld de afvalwaterzorgplicht waar de gemeente een duidelijke uitvoerende functie heeft in de wetgeving). Hierbij is doelmatigheid het criterium. De gemeente zorgt voor het inzamelen en verwerken van afvloeiend hemelwater voor zover dit doelmatig is en redelijkerwijs niet van particulieren kan worden verwacht. Dit is afhankelijk van: • het soort gebied (stedelijk versus landelijk); • de bestaande situatie (bestaande wijken versus in-/uitbreidingen en herinrichtingen); • de grootte van de percelen; • de mogelijkheden voor infiltratie (bodemgesteldheid en grondwaterstand); • de mogelijkheden voor afvoer naar oppervlaktewater; • het stelseltype van de bestaande riolering (vuilwater-, gemengde of gescheiden riolering); • de bestaande situatie en de termijn waarbinnen de afvoersituatie kan worden aangepast.
9T5233.A0/R009/BSTU/EJA/Nijm 21 september 2010
vGRP Woudrichem - 42 -
Definitief vGRP
De taakopvatting van de gemeente ten aanzien van doelmatigheid is in bijlage 9 nader uitgewerkt.
6.1
Hoofdlijnen beleid grondwater,- afvalwater- en hemelwaterzorgplicht
6.1.1
Beleid afvalwater- en hemelwaterzorgplicht algemeen De gemeente conformeert zich aan de actuele wet- en regelgeving zoals deze in hoofdstuk 2 is beschreven. Buitengebied
De beleidslijn ten aanzien van de verbreding van de zorgplicht zoals die destijds in 2003 is bekrachtigd door de gemeenteraad blijft gehandhaafd. De gemeente wil de burger ten aanzien van zijn/haar huishoudelijk afvalwater ontzorgen. Op verzoek van de burger, zal de gemeente de ongerioleerde lozing saneren door aansluiting op riolering of IBA tegen de werkelijke kosten. In tegenstelling wat in 2003 is geopperd zullen energiekosten niet worden gecompenseerd. Gezien het lage verbruik zal de lozer de energiekosten van de IBA zelf moeten betalen. Het is niet toegestaan hemelwaterlozingen aan te sluiten op de systemen in het buitengebied (uitzonderingsituaties daargelaten). De gemeente streeft ernaar nooduitlaten in het drukrioolstelsel op te heffen tenzij het systeem eveneens gebruikt worden voor hemelwaterafvoer. Voor 1 juli 2012 zal onderzoek plaatsvinden naar de nooduitlaten, waarna een saneringsvoorstel zal worden gemaakt. Afhankelijk van de investering zal worden bekeken of de sanering in de planperiode plaats gaat vinden. Zoals in paragraaf 5.2.1. reeds aan de orde is gekomen, zal de gemeente in 2010 nog 8 panden voorzien van riolering. Vanaf dat moment zijn alle panden binnen de gemeente ofwel voorzien van riolering, ofwel voorzien van een gemeentelijke IBA, of de burgers hebben een eigen voorziening getroffen (dit betreffen burgers die niet hebben deelgenomen aan het project ‘verbrede zorgplicht’ van de gemeente Woudrichem). Het Besluit glastuinbouw zal medio 2011 inhoudelijk worden herzien en tevens worden opgenomen in het Activiteitenbesluit. Uitgangspunt in de regelgeving blijft dat afvalwaterstromen (spui, drain) van glastuinbouwactiviteiten zoveel mogelijk via de riolering moeten worden afgevoerd. Gemeenten dienen de capaciteit van rioleringssystemen aan te passen aan de noodzakelijke behoefte. Om optimaal gebruik te kunnen maken van bestaande rioleringscapaciteit kunnen tuinders worden verplicht om een buffer op hun terrein te plaatsen van waaruit het afvalwater geleidelijk via de riolering kan worden afgevoerd.
vGRP Woudrichem Definitief vGRP
9T5233.A0/R009/BSTU/EJA/Nijm - 43 -
21 september 2010
Na invoering van de glastuinbouw in het Activiteitbesluit zal de gemeente in samenwerking met het waterschap de gevolgen voor het rioolstelsel in kaart brengen.
6.1.2
Beleid afvalwater- en hemelwaterstelsels Inrichtingsprincipes woning uitbreidingen
Bij alle woninguitbreidingen, woninginbreidingen en herinrichtingsgebieden wordt in principe een systeem voor riolering en waterhuishouding gekozen dat duurzaam wordt opgezet waarbij de voorkeursvolgorde (zoals vastgelegd in het landelijke beleid) als richtsnoer dient. De gemeente wenst alle schone en vuile waterstromen te ontvlechten, waarbij vooralsnog geen onderscheid wordt gemaakt tussen verschillende afvalwaterstromen (bijvoorbeeld met betrekking tot het gescheiden inzamelen van urine). Het afvalwater wordt in een apart systeem ingezameld en getransporteerd naar de RWZI. Het regenwater wordt ook apart ingezameld en afgevoerd naar open water. Bij in en -uitbreidingen dient voldoende oppervlaktewater te worden aangelegd om hemelwater te bergen bij piekbuien. Wanneer het niet mogelijk is het water gescheiden aan te sluiten of regenwater plaatselijk te bergen, dan wil de gemeente door middel van een financiële vergoeding de projectontwikkelaar laten bijdragen aan compensatie elders in het gebied. De juridische mogelijkheden hiertoe dienen onderzocht te worden. Hoewel landelijk infiltratie van regenwater vaak als goed en duurzaam wordt gezien, geldt voor Woudrichem dat de bodemsamenstelling en de hoge grondwaterstand het grootste deel van de gemeente ongeschikt maakt voor regenwaterinfiltratie. De gemeente heeft bij afkoppelen daarom vooral een voorkeur voor berging en vertraagd afvoeren naar open water. Nieuw verhard oppervlak wordt alleen in uitzonderlijke situaties (tijdelijk) aangesloten op gemengde riolering. Conform het interimbeleid van het waterschap Rivierenland zullen bij nieuwbouwlocaties geen zuiveringsvoorziening meer worden toegepast. Er zal wel een geschikte locatie voor een "mechanisch filter" beschikbaar worden gehouden, zowel in fysieke als juridische zin (bestemmingsplan). Ten aanzien van het grondwatersysteem zal er voldoende aandacht zijn voor hydrologisch neutraal bouwen.
Concreet betekent het bovenstaande beleid:
9T5233.A0/R009/BSTU/EJA/Nijm 21 september 2010
vGRP Woudrichem - 44 -
Definitief vGRP
•
Het afvalwater wordt via het gemeentelijke riool afgevoerd naar de een (waterschaps)gemaal. Via de persleiding wordt het afgevoerd naar de rioolwaterzuivering.
•
Het hemelwater komt ten goede aan het lokale water- of grondwatersysteem waarbij dit geen verontreiniging van water, bodem en lucht veroorzaakt (zie ook interim beleid waterschap in paragraaf 4.3):
•
o
Bij nieuwbouwwijken wordt voldoende oppervlaktewater gerealiseerd om hemelwater te bergen bij piekbuien. Is dit niet mogelijk dan wil de gemeente een financiële compensatie om dit elders te realiseren (in onderzoek);
o
Hierbij vindt geen afwenteling plaats en wordt afstromend hemelwater geborgen in een voorziening;
o
Deze voorzieningen liggen op voldoende afstand van perceelsgrenzen en bebouwing;
o
Bij zowel nieuwbouwlocaties als afkoppelen in bestaand gebied worden geen filters meer voorgeschreven en wordt volstaan met een aanbeveling om gebruik te maken van "bewezen technieken" zoals bodem- en bermpassages. Indien geen bodem- of bermpassage wordt toegepast, wordt een geschikte locatie voor een "mechanisch filter" beschikbaar gehouden, zowel in fysieke als juridische zin (bestemmingsplan). Om het aantal locaties te beperken, wordt aanbevolen om ook het aantal lozingspunten zo klein mogelijk te houden. Tevens worden zoveel mogelijk bronmaatregelen toegepast (voorkomen van vervuiling).
De gemeente hanteert het principe grondwaterneutraal bouwen. Op hoofdlijnen betekent dit dat in- en uitbreidingen geen invloed mogen hebben op het grondwater (de invloed dient gecompenseerd te worden). Ontwikkelaars zullen hiertoe in ieder geval een geheel jaar voorafgaand aan de bouwwerkzaamheden het grondwater op de desbetreffende locatie door middel van metingen in beeld moeten brengen. Hoe de gemeente precies wil omgaan met het grondwaterneutraal bouwen zal worden uitgewerkt in een grondwaterplan.
Alleen in die gevallen dat bovenstaand beleid niet doelmatig is, kan gekozen worden voor alternatieve systemen bijvoorbeeld wanneer de afstand naar oppervlaktewater te groot is. Vervuiling van regenwater wordt zoveel mogelijk voorkomen door het nemen van bronmaatregelen. Dit beleid zal de gemeente in de toekomst voortzetten waarbij het instrument van de watertoets zal worden ingezet.
vGRP Woudrichem Definitief vGRP
9T5233.A0/R009/BSTU/EJA/Nijm - 45 -
21 september 2010
Figuur 5: Goot (betonelement) in verharding t.b.v. hemelwaterafvoer Overzicht in- en uitbreiding woongebieden
In de komende jaren verwacht de gemeente Woudrichem een toename van het aantal woningen van circa 658 (tot en met 2015). De aansluitingen van dergelijke in- en uitbreidingen worden bekostigd uit de grondexploitatie. De gevolgen voor (de kosten van) het dagelijks beheer zitten voornamelijk in een toename van de beheerkosten door een toename van de lengtes riolering en het aantal aansluitingen. Onderstaande tabel geeft een overzicht van de voorziene in- en uitbreidingen in de komende planperiode. Tabel 8: Overzicht in- en uitbreidingen (afkomstig van de afdeling RO) Uitbreidingen in jaar (aantal woningen) Kern
2010
2011
2012
2013
2014
2015
Totaal
36
0
6
6
40
0
88
Andel
77
35
35
37
37
19
240
Giessen
13
0
8
9
0
0
30
0
0
8
0
0
0
8
Rijswijk
20
33
0
48
0
0
101
Uitwijk
0
0
0
0
0
0
Waardhuizen
0
0
6
6
5
4
21
Woudrichem
91
33
46
0
0
0
170
0
0
0
0
0
0
0
237
101
109
106
82
23
658
Almkerk
Oudendijk
Uppel
Bedrijventerreinen
Het bovenstaande beleid geldt op hoofdlijnen ook voor bedrijventerreinen. Er geldt een afwijkend beleid bij bedrijven boven milieu-categorie II. Conform het beleid van het Waterschap Rivierenland wordt ter plaatse van deze bedrijventerreinen een Verbeterd Gescheiden Stelsel aangelegd (VGS).
9T5233.A0/R009/BSTU/EJA/Nijm 21 september 2010
vGRP Woudrichem - 46 -
Definitief vGRP
Dekking van kosten
6.1.3
De kosten voor voorbereiding en aanleg van de rioleringstechnische voorzieningen in nieuwbouwgebieden en herstructureringsgebieden worden gedekt uit de exploitatie van deze projecten.
Beleid afval- en hemelwater bij renovatie- en vervangingsprojecten riolering en wegen Bij vervangingen, herinrichtingen of wegrenovaties doen zich goede kansen voor om de omgang met hemelwater te veranderen. Hierbij gelden dezelfde principes als bij in- en uitbreidingen. De gemeente wil hierbij (mits doelmatig!) vooral inzetten op het ontvlechten van afvalwater en hemelwater, het beter benutten van berging op straat door slim gebruik te maken van stoepranden, verkeersdrempels, waterpleinen en groenzones. Vervuiling van regenwater wordt zoveel mogelijk voorkomen door het nemen van bronmaatregelen (uit te werken in de planperiode van dit vGRP). Zoals ook in de paragrafen 6.1.1 en 6.1.2 aan de orde is gekomen, staat de doelmatigheid bij het afkoppelen centraal. Bijvoorbeeld afkoppelen in een gemengd stelsel waardoor het BBB (Berg Bezink Bassin) niet (voldoende) functioneert, is minder doelmatig dan afkoppelen in een stelsel waar wel veel vuiluitworp optreedt. Ook het type ontvangend oppervlaktewater en de kosten van het afkoppelen zijn factoren die van invloed zijn op de doelmatigheid. Werk met werk maken
Herinrichting van de openbare ruimte in een woongebied heeft een samenhang met de kwaliteitstoestand van het rioolstelsel. Wanneer het bestaande rioolstelsel binnen afzienbare termijn aan vervanging toe is dan kan de herinrichting van de openbare ruimte worden gecombineerd (werk met werk maken). Vanuit de in het vGRP opgenomen vervangingsbudgetten kan dan mede een impuls worden gegeven aan de herinrichting. Tevens biedt herinrichting van de openbare ruimte goede kansen voor het ontvlechten van afvalwater en hemelwater. Door de ontvlechting van afval- en hemelwater krijgt (hemel-)water een prominentere plaats in de wijk. Indien zich binnen de gemeente de komende jaren herinrichtingsprojecten voordoen dan zal het wegenbudget naar rato van de verstreken levensduur (op basis van de kwaliteitstoestand) bijdragen aan vervanging van het rioolstelsel .
vGRP Woudrichem Definitief vGRP
9T5233.A0/R009/BSTU/EJA/Nijm - 47 -
21 september 2010
Figuur 6: ‘Op één oor leggen’ van de weg
Kansen
Kansen voor afkoppelen bij wegrenovatie doen zich vooral voor wanneer straten in de nabijheid van watergangen of groenzones zijn gelegen. Het in het milieu brengen van het relatief schone hemelwater leidt tot een vermindering van de afvoer door het riool (minder overstortingen van vuil water). Daarnaast wordt het (oppervlakte-) watersysteem vitaler door de natuurlijke aanvoer van hemelwater. Hiermee draagt het duurzaam afkoppelen van wegen bij aan een duurzame leefomgeving. De gemeente is zich echter ook bewust van de nadelen van het afkoppelen (o.a. meer kosten voor onderhoud, meer kans op foutieve aansluitingen, mogelijke kapitaalsvernietiging bbb’s, ontvangend oppervlaktewater in verband met geen berging in het oppervlaktewaterstelsel). Kortom door de gemeente wordt voorafgaand aan kansen een verantwoorde keuze gemaakt.
Overzicht grootschalige wegreconstructieprojecten
De gemeente voorziet een aantal van deze projecten met kansen in de nabije toekomst. Het budget m.b.t. het wegonderhoud bedraagt € 550.000,-. Waarbij ongeveer de helft van het budget aan elementen verhardingen toekomt. De gemeente gaat er vanuit dat tot en met 2015 extra investering plaatsvindt voor het doelmatig afkoppelen van regenwater (10% van het totaalbedrag van vervanging en renovatie riolering).
9T5233.A0/R009/BSTU/EJA/Nijm 21 september 2010
vGRP Woudrichem - 48 -
Definitief vGRP
Voorlichting
Bij de uitvoering van projecten zal de gemeente meer aandacht gaan besteden aan het informeren en betrekken van burgers. Het draagvlak voor werkzaamheden moet op die manier worden vergroot. De gemeente zal via de website waar wenselijk en nodig voorlichting geven bij het afkoppelen van de achterzijde van dakvlakken en achtertuinverhardingen.
Maatwerk-
De eventuele behoefte om de particuliere verantwoordelijkheid in specifieke situaties met maatwerkvoorschriften of verordeningen vast te leggen kan in de komende planperiode verder worden afgewogen. In de toekomst kan de gemeente er, meestal in overleg met de waterkwaliteitsbeheerder, voor kiezen bepaalde preventiemaatregelen vast te leggen in een maatwerkvoorschrift of verordening. Voorbeelden van maatwerkvoorschriften zijn eisen aan bouwmaterialen, eisen aan het wassen van auto’s, onkruidbeheer en eisen aan de berging op eigen terrein.
voorschiften en verordeningen
6.1.4
Grondwaterbeleid Grondwater
Zoals reeds in 4.4 aan de orde is gekomen rekent de gemeente tot de grondwaterzorgplicht maatregelen in de openbare ruimte voor het beperken en voorkomen van structurele nadelige gevolgen van de grondwaterstand voor de aan de grond gegeven bestemming, voor zover gemeentelijke maatregelen doelmatig zijn en het niet de verantwoordelijkheid van het waterschap of de provincie is om maatregelen te nemen. Het voorkomen van grondwaterproblemen is een gezamenlijke verantwoordelijkheid van gemeente en waterschap, waarbij wordt opgemerkt dat het waterschap alleen grondwaterproblemen kan voorkomen wanneer deze in relatie staan tot het peilbeheer. Ten aanzien van de term ‘structureel’ wordt voorlopige als bovengrens aangehouden dat overlast in ieder geval structureel is wanneer deze zich in twee opeenvolgende jaren voordoet. Dit betekent uiteraard niet dat de gemeente pas na twee klachten in actie komt. De gemeente zal iedere klacht serieus in behandeling nemen. Wanneer grondwaterproblemen zich in bestaande situatie voordoet heeft de gemeente de visie dat zij deze problemen in samenwerking met de particulier onderzoekt. Een verfijning van de definities van zowel ‘structureel’ als ‘overlast’ zal aan de orde komen in het grondwaterplan. Afstromend grondwater (drainage naar oppervlaktewater) mag geen nadelig effect op de bodemkwaliteit of oppervlaktewaterkwaliteit veroorzaken.
vGRP Woudrichem Definitief vGRP
9T5233.A0/R009/BSTU/EJA/Nijm - 49 -
21 september 2010
In de planperiode van dit vGRP zal deze (grondwaterzorg)plicht op basis van nader onderzoek naar de grondwatersituatie in de gemeente en klachtenpatronen verder worden vormgegeven.
6.2
Beheer bestaande grondwater-, afvalwater- en hemelwatervoorzieningen
6.2.1
Dagelijks beheer van het rioolstelsels Beheerstrategie
Het rioolstelsel in de gemeente wordt al sinds jaren op basis van een praktische insteek onderhouden en beheerd. In de planperiode zal het preventieve onderhoud worden versterkt door het toepassen van ‘slim rioolbeheer’. Een deel van de onderhoudswerkzaamheden wordt net als in de voorgaande periode uitbesteed aan derden. Het beheerproces bestaat uit de volgende vier stappen die telkens opnieuw worden doorlopen: • • • •
Onderzoek (inventarisatie, inspectie, berekenen en controle); Beoordelen onderzoeksresultaten; Planvorming onderhoudsmaatregelen; Uitvoering maatregelen.
Ten aanzien van het beoordelen van inspecties houdt de gemeente aan dat objecten die conform de criteria in tabel 1 van bijlage 3 als slecht worden beoordeeld actie vereisen (vervangen, repareren, renoveren) (ingrijpmaatstaf) en dat objecten die conform dezelfde tabel als matig worden beoordeeld extra aandacht verdienen (waarschuwingsmaatstaf). In de planperiode zal de gemeente wijze van beoordelen van inspecties evalueren en waar nodig aanpassen. Een andere pijler voor de implementatie van een goed beheersproces is een efficiënt gegevensbeheer in combinatie met gestructureerde planvorming. Ten aanzien van de plannen die worden uitgewerkt in de vGRP planperiode wordt verwezen naar paragraaf 6.4 onderzoeken en plannen. Slim rioolbeheer
“Slim rioolbeheer” zal centraal staan bij de gemeente. Centrale vragen bij “slim rioolbeheer” zijn “doen we de goede dingen?” en “doen we de dingen goed”. Op basis van goede kennis van het eigen gebied en het rioolstelsel wordt bij het beheer de nadruk gelegd op de beheeraspecten waar de meeste “winst” te behalen valt. Het beheer is ingericht vanuit het schaalniveau waaruit het gehele stelsel/gebied wordt benaderd en richt zich vooral op risico’s (als product van (faal)kansen en effecten). Hierbij kan bijvoorbeeld worden gedacht aan een reinigings- en inspectiestrategie die afgestemd is op de vervuiling van riolen of de keuze om bij nieuwbouw de eerste 16 jaar niet te reinigen en inspecteren. Verwacht wordt dat hierdoor kan worden bezuinigd op de exploitatie. Het periodiek vaststellen van de benodigde middelen (financiën) en de wijze van kostendekking is ook een onderdeel in het beheerproces. In het kader van dit vGRP zijn de beheerkosten in beeld gebracht en zijn
9T5233.A0/R009/BSTU/EJA/Nijm 21 september 2010
vGRP Woudrichem - 50 -
Definitief vGRP
nieuwe ontwikkelingen in het beheer vastgesteld in relatie tot de afvalwater- en hemelwaterzorgplicht. Het beheer van openbare voorzieningen voor de inzameling, berging en het transport van hemelwater zal met de komst van de hemelwaterzorgplicht extra aandacht vergen omdat de systemen die worden aangelegd ten opzichte van het verleden complexer van karakter kunnen worden. In de komende planperiode worden richtlijnen ontwikkeld voor ontwerp, uitvoering en beheer van hemelwatervoorzieningen en deze worden ingebed in de werkmethodes van de gemeente (in het rioolbeheerplan) zodat kan worden getracht beheerproblemen in de toekomst te voorkomen. Reiniging en inspectie vrijvervalriolen
Reiniging en inspectie van het stelsel heeft de gemeente uitgebreid uitgewerkt in het rioolbeheerplan van 2010. Reiniging en inspectie wordt voor het vrijvervalstelsel gelijktijdig uitgevoerd met een frequentie van eens in de 8 jaar. Aansluitend op inspecties zullen vanaf 2010 jaarlijks restlevensduurberekeningen worden uitgevoerd. De gebiedsindeling voor de komende jaren is hieronder opgenomen. Tabel 9: Reiniging en inspectie vrijvervalstelsel
Jaar
Deelgebied
Lengte [km]
2010
Oudendijk/De Alm/Uppel
9.358
2011
Rietdijk/Waardhuizen
10.127
2012
Kom Almkerk
10.011
2013
Andel
9.946
2014
Rijswijk/Uitwijk
9.659
2015
Woudrichem Noord/Postweide 2
10.665
2016
Giessen
8.556
2017
Woudrichem Zuid
9.040
Voor het vrijvervalriool bij drukriolering wordt een reinigingfrequentie van eens per jaar gehanteerd. Tot op heden is dit vrijvervalriool drukriolering niet geïnspecteerd. In de planperiode wordt ook dit stelsel met een frequentie van eens per 8 jaar geïnspecteerd (tabel 10). Tabel 10: Reiniging en inspectie vrijvervalstelsel bij drukriolering
Jaar
Deelgebied
Lengte [km]
2010
Zandwijk / Boompjes/ Hoekje/ Laagt
1.437
2011
Provincialeweg Zuid
1.195
2012
Provincialeweg Noord / N322
1.178
2013
Andel / Giessensesteeg
1.177
2014
Uppel / Kerkstraat / Maasdijk
1.075
2015
Waardhuizen / Woudrichem
1.212
2016
Rijswijk / Uitwijk
1.178
2017
Midgraaf / Broekgraaf
1.058
vGRP Woudrichem Definitief vGRP
9T5233.A0/R009/BSTU/EJA/Nijm - 51 -
21 september 2010
2010
€ 57.300,-
Reinigen kolken, storten rioolslib
!!KEUZE!!
2011
€ 57.300,-
2012
€ 57.300,-
2013
€ 57.300,-
2014
€ 57.300,-
2015
€ 57.300,-
De kolken worden 2 maal per jaar gereinigd waarbij het rioolslib op verantwoorde wijze wordt verwerkt. Voor meer onderhoudsgevoelige locaties zal de reinigingsfrequentie waar nodig worden verhoogd, bij weinig vervuilde kolken zal de reinigingsfrequentie worden verlaagd. Tevens wordt de reinigingsfrequentie gekoppeld aan het stelseltype en eventuele bronmaatregelen. In de komende planperiode zal reinigingsfrequentie nadere aandacht krijgen in het reinigings- en inspectieplan. De kosten voor het reinigen van kolken kwamen tot voorheen ten laste van de algemene middelen. Voorgesteld wordt om vanaf 2010 de kosten voor het reinigen van kolken volledig ten laste gebracht van de rioolheffing. 2010
€ 21.238,-
2011
€ 22.293,-
2012
€ 23.570,-
2013
€ 25.302,-
2014
€ 27.478,-
2015
€ 29.998,-
Figuur 7: Kolkenzuiger
9T5233.A0/R009/BSTU/EJA/Nijm 21 september 2010
vGRP Woudrichem - 52 -
Definitief vGRP
Straatvegen, storten veegvuil
!!KEUZE!!
Tot op heden wordt straatvegen in de gemeente beschouwd als een activiteit in het kader van wegbeheer. Uiteraard heeft de vervuiling van het rioolstelsel een relatie met het schoonhouden van wegen. Daarom is het tegenwoordig gebruikelijk (een deel van) de veegkosten ten laste te brengen van de rioolheffing. Veronderstellende dat vooral fijn vuil in het stelsel terecht komt, wordt voorgesteld het straatvegen dat gerelateerd is aan dit fijne vuil ten laste te brengen van het riool. Voorwaarde hiervoor is dat de buitendienst voorafgaand aan de reiniging zorg draagt voor het ruimen van het blad. 2010
€ 28.900,-
Gladheid en onkruid
2011
€ 29.776,-
2012
€ 31.019,-
2013
€ 32.672,-
2014
€ 34.721,-
2015
€ 37.081,-
Het huidige beleid ten aanzien van gladheid- en onkruidbestrijding wordt vooralsnog voortgezet (zie paragraaf 5.3.2). De gemeente hanteert de DOB-bronsmethode. Conform beleid wordt deze in 2010 gecertificeerd. Om het oppervlaktewater zo min mogelijk te belasten wordt ter plaatse van afgekoppelde gebieden zoveel mogelijk ingezet op biologische onkruidbestrijding . Op niet al te lange termijn wordt een traject gestart waarbij burgers worden gevraagd naar hun ideeën en wensen omtrent het beheer en onderhoud van de openbare ruimte. In dit traject komt ook het tegengaan van onkruid met of zonder chemische bestrijdingsmiddelen ter spraken. Dit zal als input worden gebruikt om beleid te ontwikkelen ten aanzien van het gebruik van bestrijdingsmiddelen op verhardingen en in plantsoenen.
!! KEUZE !!
Vooruitlopend hierop wordt voorgesteld de extra kosten die de biologische onkruidbestrijding in afgekoppelde gebieden met zich mee brengt ten opzichte van traditionele bestrijding, ten laste te brengen van de rioolheffing. Ten aanzien van de omgang met gladheidbestrijding in de planperiode onderzoek worden gedaan naar de alternatieven en effecten. Zie daarvoor het onderzoek “Bronmaatregelen ter voorkoming van vervuiling van hemelwater” in paragraaf 6.4. 2010
€ 33.980,-
2011
€ 37.270,-
2012
€ 37.270,-
vGRP Woudrichem Definitief vGRP
2013
€ 37.270,-
2014
€ 37.270,-
2015
€ 37.270,-
9T5233.A0/R009/BSTU/EJA/Nijm - 53 -
21 september 2010
Reparatie, calamiteiten en onderhoud kolk- en huisaan-
Het klein onderhoud bestaat uit het verhelpen van storingen, het uitvoeren van kleinschalige reparaties (bijvoorbeeld wegverzakkingen door lekkages en kleine reparaties) en het verhelpen van klachten gerelateerd aan kolk- en huisaansluitingen. In de begroting worden deze kosten gescheiden in ‘reparatie riolering en calamiteiten’ en ‘onderhoud kolk- en huisaansluitingen’.
sluitingen. 2010
€ 50.000,-
2011
€ 50.000,-
2013
2012
€ 50.000,-
€ 50.000,-
2014
€ 50.000,-
2015
€ 50.000,-
Reparatie riolering en calamiteiten 2010
€ 41.960,-
2011
€ 41.960,-
2013
2012
€ 41.960,-
€ 41.960,-
2014
€ 41.960,-
2015
€ 41.960,-
Onderhoud kolk- en huisaansluitingen
Reinigen en Onderhoud gemalen en drukrioolunits
Gemalen vormen een essentieel onderdeel in het transport van afvalwater, maar zijn ook een kwetsbaar onderdeel waardoor ten opzichte van het beheer van riolen extra aandacht noodzakelijk is. Een gemaal is bedrijfszeker als het naar behoren en zonder storingen werkt. Ten behoeve van deze bedrijfszekerheid zal aandacht uit moeten gaan naar het voorlichten van burgers ten aanzien van het (niet) lozen van doekjes in het rioolstelsel. Deze kosten zijn elders in dit hoofdstuk opgenomen onder de noemer ‘communicatie’. Van oudsher worden gemalen van het vrijvervalriool gelijktijdig onderhouden met de drukrioolunits. Daarom wordt ook in de begroting geen onderscheid gemaakt tussen deze twee gemaaltypes. Daarentegen wordt wel onderscheid gemaakt in het ‘preventief en correctief onderhoud van gemalen’ en ‘onderhoud en reiniging van gemalen en overstorten’. Binnen de post ‘preventief en correctief onderhoud van gemalen’ valt het grote onderhoud en reparatie van de gemalen en drukrioolunits. Alle gemalen en drukrioolunits worden jaarlijks onderhouden. De post ‘onderhoud en reiniging van gemalen en overstorten’ richt zich daarentegen meer op reiniging van gemalen, drukrioolunits, overstorten en de randvoorzieningen. Reiniging van deze objecten vindt plaats met een frequentie van 1 keer (drukrioolunits) of 2 keer (gemalen en overstorten) per jaar. Besloten is om vanaf 2012 (na verloop contract) het reinigen van gemalen onder de post preventief en correctief onderhoud van gemalen te scharen. 2010
€ 60.053,-
2011
€ 64.053,-
2013
2012
€ 78.958,-
€ 78.958,-
2014
€ 78.958,-
2015
€ 78.958,-
‘preventief en correctief onderhoud van gemalen’
2010
€ 40.500,-
2011
€ 37.658,-
2012
€ 22.753,-
2013
€ 22.753,-
2014
€ 22.753,-
2015
€ 22.753,-
‘onderhoud en reiniging van gemalen en overstorten’ vanaf 2012 onderhoud en reinigen overstorten
9T5233.A0/R009/BSTU/EJA/Nijm 21 september 2010
vGRP Woudrichem - 54 -
Definitief vGRP
Onderhoud persleidingen en drukriolering
In de begroting van de gemeente wordt al geruime tijd rekening gehouden met (preventief en correctief) onderhoud van persleidingen en drukriolering. Het reinigen van persleidingen gebeurt middels het doorspuiten van een prop door de persleiding. Aan de hand van deze techniek wordt het oorspronkelijke profiel weer geheel gebruikt. Vanaf 2011 wordt deze post opgeheven en ondergebracht onder de post ‘reparatie riolering (klein onderhoud) en calamiteiten’. De post wordt daarbij niet verhoogd (betreft dus een besparing). 2010
€ 7.300,-
Onderhoud IBA’s en CBA’s
2011
2012
-
-
2013
-
2014
-
2015
-
Om vuilemissie zoveel mogelijk te beperken is voor percelen die niet zijn aangesloten op het rioolstelsel in het verleden bij de sanering van het buitengebied gekozen voor IBA’s klasse IIIa in plaats van IBA’s klasse I. De eerste jaren na aanleg zijn de IBA’s onderhouden door de partij die de IBA’s tevens geplaatst heeft. Juist omdat in het verleden gekozen is IBA’s aan te leggen met een zeer goede vuilreductie, is het belangrijk dat het onderhoud wordt ondergebracht bij een partij met veel verstand van zaken. Omdat waterschap Rivierenland veel kennis in huis heeft en de kwaliteit van het vrijkomende water kan onderzoeken op relevante stoffen, heeft de gemeente een voorkeur voor het overdragen van het IBA onderhoud aan het waterschap. Het waterschap is dan verantwoordelijke voor het beheer en onderhoud, in die gevallen waarin zij tevens bevoegd gezag is. De gemeente wil met ingang van dit vGRP het beheer en onderhoud van de IBA’s onderbrengen bij het waterschap. Het waterschap en de gemeente zullen daar in 2010 een overeenkomst over sluiten. 2010
€ 4.250,-
Meldingen en klachten
2011
€ 7.750,-
2012
€ 7.750,-
€ 7.750,-
2014
€ 7.750,-
2015
€ 7.750,-
De meeste meldingen hebben betrekking op verstopte kolken, huisaansluitingen, storingen bij drukrioolunits en stankoverlast. De meldingen worden in principe binnen drie werkdagen verholpen. De afgelopen planperiode is naar aanleiding van stankklachten budget aangevraagd. Vanaf 2011 vallen deze kosten onder de posten voor onderhoud aan IBA’s en gemalen. 2010
€ 5.000,-
2011
2012
-
-
vGRP Woudrichem Definitief vGRP
2013
2013
-
2014
-
2015
-
9T5233.A0/R009/BSTU/EJA/Nijm - 55 -
21 september 2010
Tevens zal in de planperiode een (grond)waterloket worden opgezet. Dit komt uitgebreider aan de orde in paragraaf 6.4. Gegevensbeheer
De gemeente maakt gebruik van het rioolbeheersysteem GBI. In 2008 en 2009 heeft de gemeente middels een inhaalslag het beheersysteem voorzien van actuele en complete rioleringsgegevens (inspectiegegevens en inmeetgegevens van de rioolputten). In het rioolbeheerpakket GBI zitten eveneens de gegevens m.b.t. drukriolering, persleidingen en inspectiegegevens. De gegevens van het verhard oppervlak zijn niet opgenomen in GBI. Begin 2010 zijn de drempelhoogtes en lengtes van de overstortputten ingemeten. Een aantal drempelhoogtes weken af van de hoogtes in de BRP’s en worden door de gemeente nog aangepast. In de planperiode van het vorige GRP zijn de putten ingemeten. Naar aanleiding hiervan zullen nog een aantal putten zichtbaar worden gemaakt (opmetselen) en een aantal putten nog worden ingemeten. Daarnaast zullen de bob’s nog worden ingemeten en de diameters worden gecontroleerd. In de planperiode is het zaak het gegevensbeheer op peil te houden. Hiertoe zullen regelmatig inmeetwerkzaamheden plaatsvinden. 2010
€ 9.955,-
WION
2011
€ 7.500,-
2012
€ 7.500,-
2013
€ 7.500,-
2014
€ 7.500,-
2015
€ 7.500,-
De gemeente heeft in samenwerking met de gemeente Aalburg het WION-traject gestart. In dit traject is uiteindelijk een externe partij gekozen als partner voor het verzorgen van de WION-applicatie voor beide gemeenten. In 2010 is rekening gehouden met de investering voor deze applicatie. De komende jaren zal GBI afgestemd worden op de eisen die in de WION zijn opgenomen. In het kader van de WION moet binnen 28 dagen de revisie zijn verwerkt. Vanwege het spoedeisend karakter wordt dit niet uitbesteed. 2010
€ 10.000,-
2011
€ 6.000,-
2012
€ 6.000,-
9T5233.A0/R009/BSTU/EJA/Nijm 21 september 2010
2013
€ 6.000,-
2014
€ 6.000,-
2015
€ 6.000,-
vGRP Woudrichem - 56 -
Definitief vGRP
Plankosten
Hoewel het grootste deel van de plankosten aan de orde komt in paragraaf 6.4 en toegekend wordt aan investeringen, geldt voor enkele plannen dat deze rechtstreeks verbonden zijn aan de exploitatie. Hieronder vallen bijvoorbeeld het rioolbeheerplan, het jaarprogramma en kosten voor de Benchmark Riolering. Omdat de kosten enkel bestaan uit interne personeelskosten, zijn voor deze plannen geen kosten opgenomen. De jaren waarin deze plannen opgesteld moeten worden zijn aangegeven door ‘€ 0,-‘. 2010
€ 0,-
Grondwater
2011
2012
€ 0,-
€ 0,-
2013
€ 0,-
2014
€ 0,-
2015
€ 0,-
Ook voordat de onlangs geïntroduceerde zorgplicht voor grondwater zijn intrede deed, had de gemeente reeds te maken met grondwaterzorg (waaronder de aanleg en het beheer van drainage). Zoals in paragraaf 4.4 reeds beschreven is zal de gemeente structurele knelpunten trachten op te lossen. De daarvoor benodigde middelen komen ten late van de exploitatiekosten. 2010
€ 20.000,-
2011
€ 2.500,-
2012
€ 2.500,-
2013
€ 2.500,-
2014
€ 2.500,-
2015
€ 2.500,-
In de planperiode van dit vGRP zal de grondwaterzorgplicht op basis van nader onderzoek naar de grondwatersituatie in de gemeente en klachtenpatronen verder worden vormgegeven. Het grondwatermeetnet zal verder worden opgezet (zie paragraaf 6.4, plannen) en worden beheerd. Ook voor dit beheer is budget opgenomen in de exploitatiekosten. 2010
-
Nieuwe beheeractiviteiten
2011
-
2012
€ 5.000,-
€ 5.000,-
2014
€ 5.000,-
2015
€ 5.000,-
In verband met de afvalwater- en hemelwaterzorgplicht komen er nieuwe beheeractiviteiten naar voren waardoor de jaarlijkse onderhoudskosten zullen stijgen. Deze nieuwe beheeractiviteiten betreffen onder andere het beheer van hemelwatervoorzieningen zoals wadi’s, lamellenfilters, helofytenfilters en lijngoten. Hoewel de gemeente voorlopig geen nieuwe lamellenfilters aan zal leggen (zie ook paragraaf 6.3), zullen de bestaande filters wel worden onderhouden. 2010
-
2011
€ 10.000,-
2012
€ 10.000,-
vGRP Woudrichem Definitief vGRP
2013
2013
€ 10.000,-
2014
€ 10.000,-
2015
€ 10.000,-
9T5233.A0/R009/BSTU/EJA/Nijm - 57 -
21 september 2010
Daarnaast zal binnen de afvalwaterzorgplicht meer aandacht uitgaan naar het meten van het functioneren van het stelsel. Het beheer van deze meetgegevens is een nieuwe post in de exploitatielasten. 2010
-
Stimuleren afkoppelen burgers
2011
-
2012
€ 5.000,-
2013
€ 5.000,-
2014
€ 5.000,-
2015
€ 5.000,-
Zoals in 6.1.2 aan de orde is gekomen wil de gemeente naast het niet autonoom afkoppelen (meeliften met andere projecten) tevens haar burgers stimuleren om zelf verhard oppervlak af te koppelen. In het verleden (2000) heeft gemeente Woudrichem bijvoorbeeld een regentonactie gehad waarbij burgers voor een (sterk) gereduceerde prijs een regenton konden aanschaffen. Ten aanzien van het stimuleren van afkoppelen door burgers worden burgers vooralsnog alleen gestimuleerd door communicatie (faciliteren). De gemeente zal de burgers actief informeren over de mogelijkheden en het doel van afkoppelen. Omdat de kosten enkel bestaan uit interne personeelskosten, zijn hiervoor geen kosten opgenomen. De jaren waarin deze plannen opgesteld moeten worden, zijn aangegeven door ‘€ 0,-‘.
Figuur 8: Afkoppelen van hemelwater
9T5233.A0/R009/BSTU/EJA/Nijm 21 september 2010
vGRP Woudrichem - 58 -
Definitief vGRP
2010
€ 0,-
Baggeren
2011
2012
€ 0,-
€ 0,-
2013
€ 0,-
2014
€ 0,-
2015
€ 0,-
Lozingen door overstorten van gemengde riolering of het rechtstreeks lozen van hemelwater, dragen bij aan het ondieper worden van watergangen. Het baggeren van de watergangen kan invloed hebben op de grondwatersituatie in de omgeving van de watergang. Door het baggeren zal het drainerende effect van de watergang worden versterkt. In 2008/2009 zijn de watergangen binnen de gemeente gebaggerd in het kader van de overdracht van het stedelijk waterbeheer aan het waterschap. Totdat overeenstemming is bereikt met het waterschap zal ten aanzien van baggeren een afwachtende houding worden aangenomen. Indien blijkt dat het beheer en onderhoud niet wordt overgedragen zal de samenhang tussen het watergangenstelsel en het rioolstelsel duidelijk worden uitgewerkt op enkele overzichtstekeningen. Op basis hiervan kan worden bepaald, welk percentage baggeren voor rekening komt van riolering. Bij het opstellen van het volgende vGRP zal er meer duidelijkheid zijn over hoe omgegaan wordt met baggeren (welke partij en ten laste van welke middelen). Tot het volgende vGRP wordt er vanuit gegaan dat eventuele kosten voor baggeren niet ten laste worden gebracht van het vGRP (continuering bestaand beleid). 2010
-
Communicatie
2011
2012
-
-
-
2014
-
2015
-
Op het gebied van communicatie en overleg worden op een aantal punten extra kosten verwacht (deze worden grotendeels al gedekt door de personeelskosten of andere posten). Deze exploitatielasten bestaan uit: • Het eerder en beter communiceren met burgers bij concrete (uitvoerings)projecten; • Actief onderhoud van de website; • Toetsen waterparagrafen en ontwerpen riolering en waterhuishouding, waarbij onder andere watertoetsprocedure opnieuw onder de loep wordt genomen en wordt uitgewerkt in een concrete handreiking; • Afstemming wegen, groen en milieu; • Opstellen wijkgerichte operationele plannen; • Het verzorgen van communicatiemateriaal, waarbij veel aandacht uitgaat naar goed rioolgebruik door burgers (schoon water schoon houden, geen doekjes in riolering); • Afstemming tussen binnen- en buitendienst.
vGRP Woudrichem Definitief vGRP
2013
9T5233.A0/R009/BSTU/EJA/Nijm - 59 -
21 september 2010
2010
2011
€ 2.000,-
Overige beheerkosten
€ 2.000,-
2013
€ 2.000,-
2014
€ 2.000,-
2015
€ 2.000,-
Personele kosten worden in de gemeente onder de exploitatiekosten gerekend. Jaarlijks worden er naast personele kosten, kosten gemaakt in verband met telefoonaansluitingen, elektriciteit, het opstellen van maatregelprogramma’s en het beheren van gegevens. 2010
€ 432.211,-
6.3
2012
2011
€ 448.367,-
2012
€ 441.367,-
2013
€ 441.367,-
2014
€ 441.367,-
2015
€ 441.367,-
Investeringen grondwater-, afvalwater- en hemelwaterzorgplicht Investeringen GRP 2005-2009
In het GRP 2005-2009 zijn maatregelen beschreven. Enkele van deze maatregelen zijn nog niet geheel afgerond. Omdat deze projecten echter behoren bij de vorige planperiode, zijn deze investeringen in bijlage 7 inbegrepen bij de kapitaalslasten van de oude investeringen. Dat is de reden dat de boekwaarde van de oude investeringen nog toeneemt tot 2011. De werkzaamheden die in 2010 worden verricht, maar die reeds zijn ingezet in de planperiode van het vorige GRP zijn: • afronding BRP afkoppelplan Andel; • afronding BRP afkoppelplan Almkerk; • afronding BRP afkoppelplan Postweide I; • Uitvoering maatregelen BRP Rijswijk; • Aanleg riolering Bronkhorst; • Verbreding watergang Middelvaart en afronding werkzaamheden BRP Woudrichem; • Vervangen rioolpompen 2010-2011; • Aanpak maatregelen stankoverlast. Op basis van inspecties, leeftijd en lokale situatie wordt bepaald wanneer riolering aan vervanging toe is. De kosten die horen bij de reguliere vervanging behoren uiteraard toe aan de gemeente en komen ten laste van dit vGRP. Ook kosten voor rioolrenovaties (bijvoorbeeld relinen) zijn ondergebracht in de post rioolvervanging.
Rioolvervangingsprojecten in combinatie met afkoppelen
In gevallen wanneer sprake is van rioolvervanging op het terrein van bouwplannen is het beleid dat de bijbehorende kosten volledig door de desbetreffende ontwikkelaar worden gedragen voor zowel aanleg van nieuwe riolen, het vervanging van het bestaande riolen (indien deze nog niet aan vervanging toe was) en het afkoppelen van verhard oppervlak in het kader van de nieuwbouw.
en drainage
Gelijktijdig met rioolwerkzaamheden wordt daar waar dit door de gemeente doelmatig wordt geacht hemelwater afgekoppeld van het gemengde stelsel (openbaar gebied). Tevens wordt van de situatie gebruik gemaakt om drainage aan te leggen. 9T5233.A0/R009/BSTU/EJA/Nijm 21 september 2010
vGRP Woudrichem - 60 -
Definitief vGRP
Om hemelwater zo min mogelijk te vervuilen zal de gemeente bij het afkoppelen van hemelwater of de aanleg van hwa-riolering zoveel mogelijk inzetten op bronmaatregelen. Daar waar alsnog ‘end-of-pipe’ maatregelen worden getroffen wil de gemeente afzien van de aanleg van lamellenfilters totdat is aangetoond dat de werking van dergelijke filters afdoende is. Indien een voorziening wordt toegepast (o.a. bij afkoppelplan Giessen) heeft de gemeente de voorkeur om in het kader van eenheid zoveel mogelijk dezelfde voorzieningen aan te leggen. 2010
€ 354.851,-
2011
2013
2012
€ 317.890,-
€ 325.233,-
€ 280.561,-
2014
€ 317.029,-
2015
€ 246.152,-
Vervanging regulier vrijverval
2010
€ 35.485,-
2011
€ 31.789,-
2013
2012
€ 32.523,-
€ 28.056,-
2014
€ 31.703,-
2015
€ 24.615,-
Afkoppelen openbare verharding bij reguliere vervanging 2010
€ 7.097,-
2011
€ 6.358,-
2013
2012
€ 6.505,-
€ 5.611,-
2014
€ 6.341,-
2015
€ 4.923,-
Aanleg drainage bij riool- en wegwerkzaamheden
Figuur 9: Rioolvervanging en afkoppelen
Vervanging gemalen
Bij het onderhoud van gemalen wordt geen onderscheid gemaakt tussen hoofdgemalen en drukrioolunits. Ook ten aanzien van vervanging worden hoofdgemalen en drukrioolunits gezamenlijk in beschouwing genomen.
vGRP Woudrichem Definitief vGRP
9T5233.A0/R009/BSTU/EJA/Nijm - 61 -
21 september 2010
Vervanging vindt plaats op basis van de kwaliteitstoestand van gemalen en dus niet op basis van theoretische levensduur. Op basis van de theoretische levensduur van de gemalen is door gemeente een prognose gemaakt voor vervanging (zie tabel 6). Vooralsnog zijn alleen voor 2010 en 2011 vervangingsinvesteringen opgenomen op basis van kwaliteit. Deze investeringen zijn reeds inbegrepen bij de oude kapitaallasten en komen dus niet terug in de nieuwe investeringen in bijlage 7. In de planperiode zal deze prognose nader worden verfijnd in een gemalenplan (zie paragraaf 6.4). 2010
€ 26.387,-
2011
2012
€ 163.393,-
-
2013
-
2014
-
2015
€ 30.000,-
Vervanging bouwkundig & W/E
Vervangen persleiding en drukriool
Met veel minder grote regelmaat worden persleidingen en drukriolering vervangen. In de praktijk vervangt de gemeente een leiding op basis van storingen. Een storing (persleidingbreuk of verstopping) mag in principe niet vaker dan 2 keer per jaar voorkomen. Op basis van de leeftijd en een geschatte gemiddelde levensduur van 60 jaar kan een gemiddelde investering worden bepaald. De verwachting is dat gedurende de planperiode van dit vGRP geen vervangingen hoeven plaats te vinden. Een nadere uitwerking van de kwaliteit van de persleidingen en drukriolering komt aan de orde in het gemalenplan. 2010
-
2011
2012
-
-
2013
-
2014
-
2015
-
Vervanging bouwkundig & W/E
Meten
In het verleden zijn veel investeringen aan het rioolstelsel gepleegd op basis van theoretische modelberekeningen. Een voorbeeld hiervan zijn de bergbezinkbassins die zijn aangelegd. De laatste jaren is een duidelijke tendens waarneembaar om grote investeringen mede te baseren op metingen. Aan de hand van metingen kunnen rekenmodellen voor nieuwe BRP’s gekalibreerd worden (paragraaf 6.4, ‘validatie meetgegevens’). Metingen kunnen daarnaast bijdragen aan het verbeteren van de bedrijfsvoering en het opsporen en voorkomen van knelpunten. In de komende planperiode wordt een meetplan opgesteld (zie paragraaf 6.4). In 2007 heeft de gemeente met het waterschap een intentieverklaring ‘Aanlevering meetdata riooloverstorten in database’ ondertekend. De doelstelling is om gezamenlijk met het waterschap en omliggende gemeenten het meten aan de riolering verder uit te werken. Hoewel er op drie locaties al meetvoorzieningen zijn, zullen er op veel locaties
9T5233.A0/R009/BSTU/EJA/Nijm 21 september 2010
vGRP Woudrichem - 62 -
Definitief vGRP
nog investeringen gedaan moeten worden om te komen tot een volwaardig en bruikbaar meetnet. Tot voor kort was het gebruikelijk dat het waterschap in het kader van Wvo-vergunningen (voor overstorten) spoor 1 metingen verlangde van de gemeente (frequentie en duur van overstortingen) bij bergbezinkbassins. Naast spoor 1 metingen wil de gemeente tevens spoor 2 metingen uitvoeren. Naast metingen ter plaatse van overstorten worden bij spoor 2 metingen tevens gemaalcapaciteiten en (lokale) neerslag gemeten. Om te weten hoe het rioolstelsel werkelijk functioneert, zal gemeten moeten worden aan het stelsel en uiteraard zal ook iets met de meetgegevens moeten worden gedaan. De kennis die meten kan opleveren heeft grote meerwaarde in het kader van ‘slim rioolbeheer’. Immers, pas wanneer bekend is hoe het stelsel echt functioneert, kan een juiste prioritering plaatsvinden van werkzaamheden en maatregelen. Naast het opstellen van een meetplan (zie paragraaf 6.4) zal geïnvesteerd worden in benodigde apparatuur en interpretatie van de meetgegevens. 2010
-
2011
-
2012
€ 244.000,-
2013
-
2014
-
2015
-
Investeringen in meten aan de riolering
Naast het meten aan het rioolstelsel worden tevens grondwaterstanden gemeten. De gemeente heeft meerdere peilbuizen in haar gebied staan. Echter ook voor het grondwater geldt dat een inspanning benodigd is om te komen tot een goed sluitend meetnet. 2010
-
2011
2012
€ 50.000,-
-
2013
-
2014
-
2015
-
Investeringen in meten grondwaterzorgplicht
Aanpak wateroverlast
6.4
Ten aanzien van wateroverlast heeft de gemeente op basis van haar ervaringen in het waterplan maatregelen opgenomen. Deze maatregelen worden de komende planperiode uitgevoerd.
Onderzoek en planvorming grondwater,- afvalwater- en hemelwaterzorgplicht Maatregelen plannen/inte grale uitvoerings-
Door het uitvoeren van plannen en maatregelen breed af te stemmen met andere vakdisciplines kunnen werkzaamheden op eenzelfde locatie vaak kosteneffectiever en met minder overlast worden uitgevoerd. Dit ‘werk met werk’ maken kan worden vormgegeven door
vGRP Woudrichem Definitief vGRP
9T5233.A0/R009/BSTU/EJA/Nijm - 63 -
21 september 2010
plannen
het opstellen van integrale uitvoeringsplannen. Omdat de kosten enkel bestaan uit interne personeelskosten, zijn voor deze plannen geen kosten opgenomen. De jaren waarin deze plannen opgesteld moeten worden zijn aangegeven door ‘€ 0,-‘. 2010
€ 0,-
Meetplan
-
meetgegevens
2012
€ 0,-
€ 0,-
2013
€ 0,-
2014
€ 0,-
2015
€ 0,-
In de planperiode van dit vGRP zal worden gewerkt aan het opstellen van een meetplan waarin de doelstellingen en meetvoornemens gebiedsgewijs worden uitgewerkt, waarbij de meetinfrastructuur wordt getoetst en geoptimaliseerd en waarbij deze goed wordt vastgelegd en gedocumenteerd. Parallel hieraan zal worden gestart met het verwerken en interpreteren van de in het verleden verzamelde meetgegevens. In het kader van het meetplan wordt tevens aandacht besteed aan rioolvreemd water. 2010
Validatie
2011
2011
2012
€ 30.000,-
-
2013
-
2014
2015
-
-
De meetgegevens van metingen ter plaatse van overstorten, gemalen en randvoorzieningen bevatten veel informatie. Met het bestuderen en controleren van deze gegevens (validatie) kan veel kennis worden opgedaan van het werkelijke functioneren van het rioolstelsel. Ook kan meer inzicht worden gekregen in de omvang van rioolvreemd water (bijvoorbeeld grondwater). Dit inzicht kan vervolgens worden gebruikt voor het waar nodig verbeteren van het dagelijks beheer van de riolering, het beter onderbouwen van te nemen maatregelen en het kalibreren van het rioleringsmodel. 2010
-
Gemalenplan
2011
-
2012
€ 20.000,-
2013
€ 2.000,-
2014
€ 2.000,-
2015
€ 2.000,-
Het goed functioneren van de rioolgemalen is een belangrijke schakel in het rioolbeheer. Hoewel er veel aandacht is voor de reiniging van gemalen, is het verstandig meer aandacht te besteden aan het hydraulisch functioneren van gemalen in relatie tot BRP’s en informatie van
9T5233.A0/R009/BSTU/EJA/Nijm 21 september 2010
vGRP Woudrichem - 64 -
Definitief vGRP
gemalen te bundelen (bouwtekeningen, gegevens van de pompen, inspectiegegevens, et cetera). In een gemalenplan worden deze gegevens gebundeld en vormt een overzichtelijk gebruiksdocument. De gemeente zal zowel voor drukrioolgemalen als voor hoofdgemalen een gemalenplan opstellen. Tijdens het opstellen van het gemalenplan kan een heroverweging worden gemaakt ten aanzien van de inzet van de buitendienst. De buitendienst wordt in ieder geval betrokken bij het opstellen van het gemalenplan. In 2011 zal er eenmalig worden geïnvesteerd in de aanschaf van een beheerpakket voor rioolgemalen. Omdat de kosten verder grotendeels bestaan uit interne personeelskosten, zijn voor deze plannen weinig kosten opgenomen. De jaren waarin deze plannen in eigen beheer opgesteld moeten worden zijn aangegeven door ‘€ 0,-‘. 2010
-
OAS en afvalwaterakkoord
2011
2012
€ 3.000,-
-
2013
€ 0,-
2014
-
2015
-
Zoals de Unie van Waterschappen en VNG in hun handreiking beschrijven: “investeringen in riolering en zuivering zijn kostbaar. Zij omvatten systeemkeuzen en voorzieningen die voor een lange termijn bepalend zijn. Omdat de afvalwaterketen één systeem is, zullen de inspanningen van beide beheerders logischerwijs gericht moeten zijn op het realiseren van een optimale, duurzame en doelmatige inrichting en beheer van de hele afvalwaterketen. Dit uiteraard in nauwe relatie met de gezamenlijk te bepalen watersysteemambities; dat is zelfs de basis van het geheel. Een afvalwaterakkoord vormt hierbij het afsprakenkader.” De hele gemeente Woudrichem is aangesloten op de zuivering te Sleeuwijk gezamenlijk met een drietal kernen van de gemeente Werkendam (Werkendam, Sleeuwijk en Nieuwendijk). Zoals ook reeds in 5.4 aan de orde is gekomen, neemt de gemeente op dit moment deel aan een optimalisatiestudie voor de zuivering te Sleeuwijk, waarbij uitbreiding van de zuivering met een nabezinktank één van de belangrijkste variabelen is. Na analyse van de basisgegevens heeft een adviesbureau de conclusie getrokken dat er geen optimalisatiekansen zijn om een extra nabezinktank uit te sparen: Het is niet mogelijk de hydraulische belasting van de zuivering voldoende terug te dringen zodat op korte termijn aanleg van een extra nabezinktank tegen lage maatschappelijke kosten achterwege kan blijven. Met de wetenschap dat de RWZI hydraulisch moet worden uitgebreid wordt geconstateerd dat er wellicht andere optimalisatiekansen zijn uitgaande van een hydraulische uitbreiding van de RWZI. Omdat de gemeente de investeringen voor het uitvoeren van de OAS wil integreren in de investeringen voor het opstellen van afkoppelbeleid voor de lange termijn, is de benodigde investering van
vGRP Woudrichem Definitief vGRP
9T5233.A0/R009/BSTU/EJA/Nijm - 65 -
21 september 2010
€ 17.500,- in 2011 niet in onderstaande tijdbalk opgenomen, maar wel ter plaatse van het afkoppelbeleid lange- en korte termijn. 2010
-
Digitaal beschikbare huisaansluitingen
€ 0,-
BRP’s
2012
-
-
2013
-
2014
-
2015
-
Het is niet noodzakelijk om in het kader van de WION de huisaansluitingen digitaal beschikbaar te maken. Omdat door het op tekening ontbreken van de huisaansluitingen graafschade kan ontstaan, is het wenselijk de beschikbare huisaansluitingen in het systeem op te nemen. De kosten zullen bestaan uit interne personeelskosten. 2010
Actualiseren
2011
2011
2012
€ 0,-
-
2013
-
2014
-
2015
-
Voorafgaand aan het vorige GRP zijn Basis Riolerings Plannen opgesteld voor de verschillende kernen in de gemeente Woudrichem. Tijdens de planperiode van het vorige GRP zijn voor een tweetal kernen BRP’s opgesteld. Tijdens het opstellen van de BRP’s uit 2004 is vastgesteld dat de betrouwbaarheid van de gegevens die gebruikt zijn voor de modelsimulaties, niet hoog is. De gemeente heeft in de afgelopen planperiode daarom al energie gestoken in het op orde brengen van het gegevensbeheer en het inzichtelijk maken van werkelijke belastingen op het rioolstelsel. In de nieuwe planperiode zullen verbrede BRP’s worden opgesteld. Hierbij wordt gewerkt conform Leidraad Riolering. Net als bij het verbrede GRP wordt in deze plannen gericht naar de drie verschillende zorgplichten gekeken. Voorafgaand aan, of in het kader van deze nieuwe BRP’s zal tevens het verhard oppervlak opnieuw in kaart worden gebracht en worden gedigitaliseerd (voor Almkerk is dit reeds gebeurd). Maatregelen uit deze nieuwe BRP’s zullen worden meegenomen in het volgende vGRP. In het kader van de OAS zijn reeds de kenmerkenbladen (peildatum 01-04-2010) geactualiseerd. Deze kenmerkenbladen, opgenomen in bijlage 10, zullen te zijner tijd worden gebruikt voor het actualiseren van de BRP’s. Zoals ook in hoofdstuk 4 aan de orde is gekomen hanteert de gemeente ten aanzien van water op straat in eerste instantie een ontwerpbui die theoretisch eens in de twee jaar voorkomt en waarbij geen water op straat mag ontstaan (bui 8 Leidraad Riolering). Bij buien met een statistische herhalingstijd groter dan 2 jaar mag ‘water op straat’ optreden, waarbij wateroverlast, conform standpunt stichting
9T5233.A0/R009/BSTU/EJA/Nijm 21 september 2010
vGRP Woudrichem - 66 -
Definitief vGRP
Rioned (langdurig en op grote schaal ‘water op straat, waarbij water intreedt in winkels en woningen en belangrijke verkeersaders ernstig worden belemmerd) moet worden geminimaliseerd. In het licht van de klimaatsontwikkelingen kan in geval van geringe meerkosten worden besloten het ontwerp van nieuwe regenwaterriolen in bestaand stedelijk gebied af te stemmen op een hogere bui-intensiteit (bui 9 of 10). Omdat de omgeving in de loop van de tijd veranderd kan zijn, zullen voorafgaand aan het opstellen van de BRP’s de overstorten opnieuw worden bekeken conform WRW-systematiek. Mocht er aan het licht komen dat er ondanks eerdere inspanningen in verband met verandering van de omgeving opnieuw risicovolle overstorten in het gebied aanwezig zijn, dan zullen deze overstorten alsnog opgeheven worden. Het oplossen van kwaliteitsknelpunten is een gezamenlijke verantwoordelijkheid van waterschap en gemeente. 2010
-
Wateroverlastlandschap
2011
2012
-
-
2013
-
2014
€ 70.000,-
2015
-
In de recent verschenen module C2150 ‘Water op straat’ (Leidraad Riolering) wordt een pragmatische aanpak voorgesteld om inzicht te krijgen in het functioneren van riolering bij extreme neerslaggebeurtenissen (overbelasting). Deze aanpak gaat er vanuit dat bij extreme neerslag het rioolstelsel overbelast is en water zich vooral over straat zal verplaatsen. De aanpak gaat uit van het verzamelen van zoveel mogelijk beschikbare kennis en informatie om zo eenvoudig inzicht te krijgen in eventuele knelpunten en de noodzaak tot verdere analyse of zelfs maatregelen. De eerste stap in deze aanpak is het opstellen van een wateroverlastlandschap. Hierop worden de locaties in beeld gebracht die gevoelig zijn voor wateroverlast. Het gaat hier om situaties die snel overlast geven en waar overlast zeer ongewenst is. In het wateroverlastlandschap wordt op kaart inzichtelijk gemaakt waar het verloop van het maaiveld aanleiding kan zijn voor wateroverlast. Het inzicht dat de kaart verschaft kan tevens goed gebuikt worden als onderlegger bij overleg met andere disciplines (wegbeheer en groenbeheer) onder andere bij de zoektocht naar eventuele maatregelen om wateroverlast op te lossen. Daarbij wordt vooral bovengronds gezocht naar maatregelen. Maatregelen ondergronds zijn kostbaar en hebben relatief weinig effect tijdens extreme buien. 2010
-
2011
2012
€ 17.500,-
-
vGRP Woudrichem Definitief vGRP
2013
-
2014
-
2015
-
9T5233.A0/R009/BSTU/EJA/Nijm - 67 -
21 september 2010
Rioolaansluit -verordening
Het vastleggen van de voorwaarden over de wijze waarop kan worden aangesloten op het gemeentelijke riool en de wijze waarop het beheer van de aansluiting wordt geregeld, is van groot belang. De aansluitverordening regelt de verhouding tussen burgers en gemeente voor de aansluiting op het gemeentelijk rioolstelsel. In de verordening zijn voorwaarden opgenomen over de wijze van aansluiting op het gemeentelijke riool en wordt tevens de verantwoordelijkheid voor het beheer en onderhoud geregeld. Ook regelt de verordening wie de kosten voor aanleg en onderhoud moet dragen en worden voor bepaalde categorieën lozingen voorschriften opgenomen. In het verleden is door de gemeenteraad een aansluitverordening vastgesteld. Deze is niet gepubliceerd, waardoor deze niet in werking is getreden. Op advies van de VNG is de verordening niet geactualiseerd in verband met de samenhang met de bouwverordening. Echter door juridische issues, welke niet kunnen worden ingedekt met de bouwverordening, wil de gemeente de verordening zo spoedig mogelijk actualiseren. Omdat de kosten enkel bestaan uit interne personeelskosten, zijn voor deze plannen geen kosten opgenomen. De jaren waarin deze plannen opgesteld moeten worden zijn aangegeven door ‘€ 0,-‘. 2010
-
Incidentenplan
2011
2012
€ 0,-
-
-
2014
-
2015
-
Het optreden van schade (aan het milieu) kan op een drietal schaalniveaus plaatsvinden: 1. Klacht. Kenmerkend voor een (milieu-)klacht is het gegeven dat één organisatie, meestal de gemeente, in staat is een klacht af te handelen; 2. Incident. Bij incidenten kunnen stoffen schade aanrichten aan bijvoorbeeld de riolering, de rioolwaterzuiveringinrichting, het oppervlaktewater of de bodem. Wanneer een klacht een gecoördineerde inzet van diensten en organisaties van verschillende disciplines vereist, is er sprake van een incident; 3. Ramp. In de Wet rampen en zware ongevallen wordt een ramp omschreven als ‘een gebeurtenis waardoor een ernstige verstoring van de algemene veiligheid is ontstaan, waarbij het leven en de gezondheid van vele personen, het milieu dan wel grote materiële belangen in ernstige mate bedreigd worden en waarbij een gecoördineerde inzet van diensten en organisaties van verschillende disciplines vereist is om de dreiging weg te nemen of de schadelijke gevolgen te beperken.’ (Art. 1.b).
9T5233.A0/R009/BSTU/EJA/Nijm 21 september 2010
2013
vGRP Woudrichem - 68 -
Definitief vGRP
De leidraad riolering (module C4100) geeft de volgende definitie van een incident: Een incident kan worden omschreven als een gebeurtenis waarbij schade (aan het milieu) wordt toegebracht, of waarbij de veiligheid van personen mogelijk in gevaar komt indien niet tijdig wordt ingegrepen en coördinatie tussen de ingezette diensten nodig is.
Het eerste niveau, de klachten, worden afgehandeld via het klachten registratiesysteem van de gemeente. Hierbij wordt opgemerkt dat het klachtensysteem van de gemeente geoptimaliseerd dient te worden. Het derde niveau is in de gemeente Woudrichem geregeld in het gemeentelijk rampenplan. Op het tweede niveau, de incidenten, kan de melding binnenkomen bij de gemeente, of via de meldkamer van de hulpdiensten brandweer en politie. Dit is het niveau waar het incidentenplan riolering toegevoegde waarde heeft. De gemeente zal proberen dit incidentenplan gezamenlijk of in ieder geval in overleg met, omliggende gemeenten op te stellen. Ook zal er afstemming worden gezocht met het waterschap (in geval van calamiteiten maar ook in geval van reguliere onderhoudswerkzaamheden). Omdat de kosten enkel bestaan uit interne personeelskosten, zijn voor deze plannen geen kosten opgenomen. De jaren waarin deze plannen opgesteld moeten worden zijn aangegeven door ‘€ 0,-‘. 2010
-
Afkoppelbeleid lange en korte termijn
2011
2012
-
-
2013
€ 0,-
2014
-
2015
-
De gemeente kiest ervoor al het afkoppelbeleid voor zowel de langeals de korte termijn te integreren in het planproces van de OAS en BRP’s, zodat de doelmatigheid van het afkoppelen op voorhand wordt afgewogen tegen andere mogelijke verbeteringsmaatregelen. De middelen die hier zijn opgenomen gelden dus zowel voor het planproces voor de OAS als voor het opstellen van dit afkoppelbeleid. Er kan op verschillende schaalniveaus gekeken worden naar de noodzaak (de doelmatigheid) van afkoppelen. Zo kunnen afkoppelkansenkaarten gemakkelijk inzichtelijk maken waar kansen liggen verhard oppervlak af te koppelen naar bijvoorbeeld water of groenvoorzieningen, of waar zich op termijn goede gelegenheden voordoen om verhard oppervlak af te koppelen in het kader van rioolvervanging (aanleg hwa-stelsel). Naast een afkoppelkansenkaart kan, meer op hoofdlijnen en voor de lange termijn, de toekomstige afvoerstructuur voor het hemelwater inzichtelijk worden gemaakt in een hemelwaterverwerkingskaart.
vGRP Woudrichem Definitief vGRP
9T5233.A0/R009/BSTU/EJA/Nijm - 69 -
21 september 2010
2010
-
Onderzoek foutaansluitingen
-
elen ter voorkoming van vervuiling hemelwater
2012
€ 17.500,-
-
2013
-
2014
-
2015
-
Het scheiden en gescheiden houden van vuilwater en afstromend hemelwater is een voorwaarde voor een goede werking van gescheiden rioolstelsels. Foutaansluitingen kunnen deze werking sterk negatief beïnvloeden. Als het percentage foutaansluitingen hoger is dan 0,5 procent is de emissie uit een gescheiden stelsel al groter dan die van een verbeterd gemengd systeem. In sommige gevallen zijn huis- en kolkaansluitingen niet goed op deze stelsels aangesloten waardoor knelpunten kunnen ontstaan. In de planperiode zal de gemeente in samenhang met de investeringen die voor meten plaatsvinden een onderzoek naar deze foutaansluitingen doen. 2010
Bronmaatreg
2011
2011
-
2012
€ 10.000,-
2013
€ 10.0000,-
2014
-
2015
-
Momenteel speelt de grondgedachte dat ‘afstromend hemelwater in beginsel schoon genoeg is om zonder verdere voorzieningen teruggebracht te worden in het milieu’. Hemelwater raakt vooral vervuild door het vuil dat het meevoert tijdens het afstromen richting oppervlaktewater. Om vervuiling van schoon hemelwater te voorkomen en ook kwantitatieve belasting te beperken, wil de gemeente in bestaande situaties vooral inzetten op bronmaatregelen. Hierbij kan gedacht worden aan bijvoorbeeld het zo lang mogelijk vasthouden van het hemelwater, het voorkomen van uitlogende materialen bij woningbouw (onderzoeken juridische mogelijkheden in bouwverordening) en het voorkomen van autowassen ter plaatse van hemelwaterstelsels. In het waterplan is aandacht besteed aan duurzaam bouwen. Daarnaast dient onderzocht te worden hoe in de gemeente het beste kan worden omgegaan met onkruid- en gladheidsbestrijding op die locaties en wegen waar regenwater afstroomt naar het oppervlaktewater. Omdat in de planperiode vooral ingezet wordt op communicatie zullen de kosten enkel bestaan uit interne personeelskosten. 2010
€ 0,-
2011
2012
€ 0,-
€ 0,-
9T5233.A0/R009/BSTU/EJA/Nijm 21 september 2010
2013
€ 0,-
2014
€ 0,-
2015
€ 0,-
vGRP Woudrichem - 70 -
Definitief vGRP
Projecten nationaal bestuursakkoord waterketen
In het kader van het Nationaal bestuursakkoord waterketen is de gemeente ten doel gesteld om samenwerking tussen gemeenten onderling en tussen gemeente en waterschap aan te gaan om zo onder andere investeringen tegen de laagste maatschappelijke kosten te realiseren. Gemeente Woudrichem is sinds 2009 deze samenwerking aangegaan met waterschap Rivierenland, provincie Noord-Brabant en gemeenten Aalburg en Werkendam om dit te realiseren. Er is hiervoor een groslijst opgesteld met projecten (bijlage 13). Voor de uitvoering van de projecten is/wordt jaarlijks een bedrag in de begroting opgenomen. VNG en UvW hebben naar aanleiding van het feitenonderzoek afvalwaterketen de stap gezet om de samenwerking verder te intensiveren en minder vrijblijvend te maken om zo een belangrijke besparing in de afvalwaterketen te realiseren. Het doel van de gezamenlijke aanpak is het bundelen van kennis en capaciteit en het verder professionaliseren van het beheer van de afvalwaterketen door gemeenten en waterschappen. Het feitenonderzoek geeft aan dat niet alleen kostenbesparing in de afvalwaterketen zijn te realiseren door het vergroten van efficiëntie (de dingen goed doen) maar vooral door het vergroten van de effectiviteit van investeringen (de goede dingen doen). VNG en UvW starten een gezamenlijk implementatietraject om de gewenste veranderingen en beoogde besparingen tot stand te brengen. De komende jaren zal de implementatie organisatorische tijd kosten. Een van de belangrijke samenwerkingen komt tot uiting bij het opstellen van OAS (Optimalisatie AfvalwaterSysteem). De gemeente is van mening dat het uitvoeren van een uitgebreide optimalisatiestudie van de zuiveringskring Sleeuwijk een pré is om te komen tot optimale en permanente samenwerking. Het afstemmen van investeringen, maar ook een gezamenlijke uitvoering van operationele taken zoals bediening rioolgemalen (RTC), meten & monitoring, storingdiensten, inspecteren kan onderdeel zijn van de OAS om zo te bekijken of een doelmatigheidswinst te realiseren is. Voor de uitvoering van projecten in het kader van het Nationaal bestuursakkoord waterketen is jaarlijks een bedrag opgenomen voor alle bovengenoemde activiteiten (groslijst projecten, organisatorische tijd samenwerking, OAS). 2010
€ 15.000,-
Grondwaterbeheerplan
2011
€ 15.000,-
2012
€ 15.000,-
€ 15.000,-
2014
€ 15.000,-
2015
€ 15.000,-
Zoals eerder aan de orde is gekomen in deze rapportage, rekent de gemeente tot de grondwaterzorgplicht het onderzoeken van de oorzaak van structurele klachten. Eventueel kunnen maatregelen in de openbare ruimte worden genomen voor het beperken en voorkomen van grondwateroverlast. Uitgangspunt hierbij is dat een klacht in ieder geval structureel is, wanneer deze zich in twee opeenvolgende jaren voordoet en dus niet kan worden toegeschreven aan één extreem jaar.
vGRP Woudrichem Definitief vGRP
2013
9T5233.A0/R009/BSTU/EJA/Nijm - 71 -
21 september 2010
Om te kunnen oordelen over het structurele karakter van grondwaterstanden worden, naast het meten aan het rioolstelsel, tevens grondwaterstanden gemeten. De gemeente heeft meerdere peilbuizen in haar gebied staan. Echter ook voor het grondwater geldt dat een inspanning benodigd is om te komen tot een goed sluitend meetnet. De hulpmiddelen ten behoeve van het monitoren van grondwater zijn op hoofdlijnen aanwezig. Er ontbreekt nog concreet gemeentelijk beleid dat inspeelt op een integrale benadering van grondwater. De visie op de grondwaterzorgplicht en de definiëring van structurele overlast zal in de planperiode verder worden uitgewerkt in een grondwaterbeheerplan. Naast de kennis die is en wordt opgedaan door middel van het grondwatermeetnet zullen tevens meldingen en klachten van burgers worden betrokken in het uit te werken grondwaterbeleid en beheer. 2010
-
Drainageplan
2011
2012
€ 30.000,-
-
2013
-
2014
-
2015
-
Drainagestelsels in openbaar gebied dienen onderhouden te worden om de werking ervan te kunnen garanderen (voorkomen van dichtslibben). De ligging van drainagevoorzieningen in de gemeente is bekend en de drainagesystemen worden eens per 4 jaar gereinigd. De onderhoudsstaat van de drainagesystemen is echter niet bekend In de planperiode van dit vGRP wil de gemeente een drainageplan opstellen waarin de kennis en het beleid ten aanzien van drainage wordt gebundeld. Het document dient in ieder geval een goede inventarisatie van het aanwezige drainagestelsel te bevatten en in te gaan op de staat van het stelsel en de te hanteren reinigingcyclus. Ook is het drainageplan geschikt om vast te leggen welke materialen de gemeente wenst te gebruiken bij de aanleg van nieuwe drainagestelsels. Omdat de kosten enkel bestaan uit interne personeelskosten, zijn voor deze plannen geen kosten opgenomen. De jaren waarin deze plannen opgesteld moeten worden zijn aangegeven door ‘€ 0,-‘. 2010
-
Nieuw vGRP
2011
2012
-
-
€ 0,-
2014
-
2015
-
In 2015 is de looptijd van dit vGRP verstreken en zal een nieuw vGRP worden opgesteld. Het vGRP zal door mogelijke veranderingen in weten regelgeving en veranderde inzichten in 2013 een keer tussentijds
9T5233.A0/R009/BSTU/EJA/Nijm 21 september 2010
2013
vGRP Woudrichem - 72 -
Definitief vGRP
worden geëvalueerd en waar nodig worden bijgesteld waarbij het niet de bedoeling is tussentijds een volledig nieuw plan te maken. Bij deze tussentijdse evaluatie zal tevens worden afgewogen of een aanpassing van de heffingsmaatstaven wenselijk is. 2010
-
Waterloket
2011
2012
-
-
2013
-
2014
-
2015
€ 30.000,-
Vanuit de Waterwet (voorheen in Wet Gemeentelijke Watertaken) heeft de gemeente een verplichting een loketfunctie beschikbaar te stellen voor haar burgers. Deze loketfunctie houdt in dat de gemeente het aanspreekpunt is voor alle watergerelateerde vragen en klachten van de burgers. De gemeente treedt vervolgens op als regisseur bij het oplossen van klachten. Via het waterloket kunnen burgers hun vragen, klachten en wensen over (stedelijk) water melden bij de gemeente. Het waterloket kan voor de gemeente fungeren als communicatiemiddel richting burgers en bedrijven over alle facetten van water. Tenslotte geeft het waterloket de gemeente ook de mogelijkheid te communiceren over waterprojecten die worden uitgevoerd. Het waterloket kan op verschillende manier worden ingericht. Het loket kan bijvoorbeeld geïntegreerd worden in de bestaande klachtenafhandeling, maar ook is het mogelijk een separaat loket in te richten specifiek voor wateroverlast (bijvoorbeeld in de vorm van een internetapplicatie met database). In de planperiode zal het waterloket worden vormgegeven. De kosten voor het waterloket zijn inbegrepen bij de kosten voor het uitvoeren van de projecten vanuit het nationaal bestuursakkoord waterketen. Tevens is ten aanzien van grondwaterklachten reeds budget gereserveerd (zie 6.2 grondwater). 2010
-
2011
2012
-
-
vGRP Woudrichem Definitief vGRP
2013
-
2014
-
2015
-
9T5233.A0/R009/BSTU/EJA/Nijm - 73 -
21 september 2010
6.5
Waterplan Maatregelen waterplan
De kosten voor de maatregelen uit het waterplan voor het basispakket bedragen van 2,2 miljoen euro voor de komende 5 jaar. Van deze maatregelen wordt ongeveer 970 duizend euro gefinancierd door de gemeente, 980 duizend euro door het waterschap en 250 duizend euro door de provincie. 2010
€ 245.333,-
6.6
Overige beleidsaspecten
6.6.1
Interne communicatie Overlegstructuren planperiode vGRP
6.6.2
2011
€ 190.333,-
2012
€ 104.333,-
2013
€ 104.500
2014
€ 67.000,-
2015
€ 258.200,-
De momenteel aanwezige overlegstructuren met de afdelingen groen, wegen en milieu zullen in de komende planperiode worden versterkt. Hiertoe zal een overlegstructuur worden opgezet waarbij met vaste regelmaat lopende projecten op elkaar afgestemd kunnen worden.
Extern, waterpartners Operationele plannen
Voortzetten en intensiveren
Ten behoeve van de communicatie met waterschap en provincie streeft de gemeente ernaar meer transparantie in de uitvoering van vGRP-werkzaamheden aan te brengen. Hierbij kunnen bijvoorbeeld de operationele plannen en de jaarprogramma’s een belangrijke functie vervullen. Het spreekuur waarbij eens in de zes weken RO-plannen worden besproken tussen gemeente en waterschap en het ambtelijk rioleringsoverleg eens per jaar blijven in dit kader gehandhaafd. De samenwerkingsvorm die opgestart is tussen waterschap Rivierenland, gemeente Aalburg, gemeente Werkendam, gemeente Woudrichem, provincie Noord-Brabant en Brabant Water wil de gemeente graag continueren. Daarnaast wil de gemeente streven naar minimaal één bestuurlijk overleg per jaar tussen gemeente en waterschap. Handige handvatten in de samenwerking kunnen worden ontleend aan de module A3000 van de Leidraad Riolering, “Samenwerking tussen gemeente en waterschap”.
9T5233.A0/R009/BSTU/EJA/Nijm 21 september 2010
vGRP Woudrichem - 74 -
Definitief vGRP
Quote drs. H. J. (Hugo) Gastkemper – directeur van stichting Rioned “Verder moeten we weg van de huidige situatie die er in veel gevallen op neerkomt dat het waterschap bepaalt en de gemeente betaalt. Het naleven van normen wordt vaak belangrijker gevonden dan het inspelen op maatschappelijke behoeften. De voorgenomen samenwerking tussen waterschappen en gemeenten moet zich in de eerste plaats richten op het creëren van gemeenschappelijke inzichten en belangen om de lasten voor de samenleving zo laag mogelijk te houden.”
Op 22 december 2009 is de waterwet van kracht geworden. Als gevolg hiervan zijn de bevoegdheden van de waterschappen ten aanzien van alle indirecte lozingen (rioollozingen) overgegaan naar het bevoegd gezag voor de wet milieubeheer. Dat betekent dat in een aantal gevallen de gemeente bevoegd gezag is geworden of wordt voor een aantal lozingen op de gemeentelijke riolering. Waterschap Rivierenland heeft aan de gemeenten en provincies gevraagd een wijze van samenwerking te kiezen en deze te bekrachtigen door ondertekening van een samenwerkingsovereenkomst. In 2010 is door het college hierover een besluit genomen. Gemeente gaat vooralsnog voor volledige samenwerking. In 2010 zal het waterschap en gemeente gezamenlijk bedrijven bezoeken. Eind 2010 zal worden geëvalueerd en worden bekeken hoe de samenwerking in 2011 een vervolg krijgt.
Burgers en bedrijven
Het communicatieve aspect van het duurzaam omgaan met hemelwater en afvalwater zal in de planperiode van dit vGRP nadere aandacht krijgen. Ten aanzien van de communicatie naar burgers is het gewenst om met name op het gebied van afkoppelen te beschikken over voldoende brochure- en voorlichtingsmateriaal. Hierbij kan bijvoorbeeld worden gedacht aan de landelijke campagne “goed rioolgebruik”. Ook kan de communicatie versterkt worden door het opzetten van het eerder genoemde waterloket en het inrichten van een deel van de gemeentelijke website ten behoeve van informatie en communicatie over watergerelateerde problemen.
Figuur 11: Afkoppelen op particulier terrein (tuin)
Middelen die hiervoor kunnen worden ingezet zijn bijvoorbeeld de waterenquête en het waterloket, de website van de gemeente en brochuremateriaal dat waar nodig gericht zal worden afgestemd op projecten of duurzaam ingerichte woonwijken.
vGRP Woudrichem Definitief vGRP
9T5233.A0/R009/BSTU/EJA/Nijm - 75 -
21 september 2010
Figuur 10: Voorbeeld van water in de tuin (bron: RIONED-folder “Regenwater in de tuin? Mooi wel!”)
Ook de voorlichting over het in stand houden van duurzaam ingerichte water- en rioleringssystemen behoeft verbetering. In duurzaam ingerichte wijken gaat het hierbij bijvoorbeeld over het verstrekken van informatie aan nieuwe bewoners en het blijven communiceren over het gebruik van de openbare ruimte (hondenpoep, autowassen).
9T5233.A0/R009/BSTU/EJA/Nijm 21 september 2010
vGRP Woudrichem - 76 -
Definitief vGRP
7
PERSONELE EN FINANCIËLE MIDDELEN
7.1
Personeel Analyse personele bezetting
Momenteel zijn de werkzaamheden onderverdeeld in de volgende functies: • 1 fte civieltechnisch medewerker B functieschaal 8; • 0,4 fte civieltechnisch medewerker A functieschaal 9; • 1 fte beleidsmedewerker riolering functieschaal 9; • 0,67 fte beleidsmedewerker openbare werken functieschaal 10. De werkzaamheden in het kader van projecten (zoals voorgaande jaren zijn verricht in het kader van het behalen van de basisinspanning en de aanleg van riolering buitengebied) zullen afnemen. De komende jaren zal er echter een toename van werkzaamheden plaatsvinden ten aanzien van: • planvorming omdat de gemeente extra taken heeft gekregen; • intensivering van samenwerking; • toename in onderzoek en facilitaire zaken omdat meting en monitoring moet worden opgezet voor zowel voor grondwater als het functioneren van het rioolstelsel, op verwerking van inspecties en gegevensbeheer. Medio 2011 gaat de civieltechnisch medewerker A met pensioen. De verwachting is dat ongeacht de toename in werkzaamheden de formatie 2,67 fte voldoende is. De formatie komt dan uit op de volgende medewerkers: • 1 fte civieltechnisch medewerker B, MBO-niveau, functieschaal 8; • 1 fte civieltechnisch medewerker A, MBO+-niveau, functieschaal 9; • 0,67 fte Beleidsmedewerker openbare werken, HBO-niveau, functieschaal 10. Door de gemeente is op basis van de module D2000 van de Leidraad riolering een globale personele raming de komende planperiode opgenomen voor de werkzaamheden die worden verricht door binnendienst (2,67 fte) Deze berekening is opgenomen in bijlage 15. De verwachting is dat de formatie voldoende en voldoende gekwalificeerd zal zijn om de werkzaamheden vanuit het nieuwe vGRP te verrichten. Ten aanzien van de capaciteit van de buitendienst wordt momenteel 0,36 fte ten laste gebracht van de rioolheffing. Voor de kostenplaats belastingen wordt 0,57 fte ten laste gebracht van de rioolheffing. Deze lasten blijven vooralsnog gehandhaafd. De kosten voor een formatie van 2,67 fte binnendienst , 0,36 fte buitendienst en 0,57 fte belastingen zijn als zodanig opgenomen in de kostendekkingsberekening. Momenteel worden de kosten van belastingen met een verdeelsleutel belast op riolering in plaats van met de daadwerkelijke uren. Hierdoor komen de kosten in vergelijking tot andere gemeenten hoger uit. Dit zal in de planperiode worden onderzocht.
vGRP Woudrichem Definitief vGRP
9T5233.A0/R009/BSTU/EJA/Nijm - 77 -
21 september 2010
7.2
Financiële middelen Inleiding
Deze paragraaf gaat in op de kostendekkingsberekeningen die ten behoeve van dit vGRP zijn uitgevoerd. Het doel van deze berekening is de ontwikkeling van de rioolheffing inzichtelijk te maken. De uitgangspunten voor de kostendekkingsberekeningen zijn opgenomen in bijlage 14 met uitzondering van de methode van afschrijving. Dit hoofdstuk wordt afgesloten met een evaluatie en een advies voor de ontwikkeling van de heffing voor de komende planperiode.
Methode van afschrijving
Op dit moment vindt de afschrijving van rioleringsinvesteringen plaats op basis van lineaire afschrijving overeenkomstig de vastgesteld nota "waardering en afschrijving 2007". Dit betekent concreet dat de kapitaalslasten (rente + afschrijving) in de eerste jaren na de investering hoog zijn en dat deze in de loop van de jaren afnemen. Deze systematiek loopt niet in lijn met de daadwerkelijke economische waarde van het rioolstelsel. Kenmerkend voor de riolering is juist dat de economische waarde in de beginperiode hoog is en er dus weinig afschrijving dient plaats te vinden en naarmate de riolering ouder wordt, de economische waarde snel zal dalen en er juist een hoge afschrijving dient plaats te vinden. De annuïtaire afschrijvingsmethodiek sluit aan bij dit verloop van economische waarde. Vanuit de BBV (Besluit Begroting en Verantwoording) wordt daarom ook geprefereerd om de annuïtaire afschrijving toe te passen op rioleringen. Hierbij zijn de kapitaallasten gedurende de afschrijving van de investering gelijk. Hiermee worden grote schommelingen voorkomen. Omdat de kosten van de riolering en hiermee ook de kapitaalslasten gekoppeld zijn aan een tarief zijn, deze grote schommelingen niet wenselijk. Tevens kunnen door gelijkmatige kapitaalslasten vervangingsinvesteringen geruisloos plaats vinden. Voorgesteld wordt daarom om in afwijking van de nota "waardering en afschrijven 2007" te kiezen voor annuïtaire afschrijving. Door de omzetting van de afschrijvingssystematiek zal in 2010 de boekwaarde eenmalig stijgen met een bedrag van € 1.080.108,- Het vrijkomende bedrag zal worden toegevoegd aan de reserve riolering.
Lasten
De verschillende lasten ten behoeve van het kostendekkingsplan voor dit vGRP zijn bepaald voor de periode tot en met 2059. De investeringen en exploitatielasten voor de planperiode tot en met 2015 zijn zoveel mogelijk gespecificeerd via projecten en op basis van het rioolbeheerplan. Voor sommige projecten zijn inschattingen gemaakt omdat deze eerst nog verder moeten worden onderbouwd. Naast de exploitatielasten en kapitaallasten van ‘oude’ investeringen zijn de kapitaallasten voor nieuwe investeringen vanaf 2010 meegenomen in de berekeningen. Investeringen op basis van de vorige planperiode, die nog in 2010 en 2011 worden uitgevoerd en investeringen welke in 2010 reeds zijn gevoteerd, zijn meegenomen in de ‘oude’ kapitaalslasten (zie paragraaf 6.3 ‘Investeringen GRP 2005-2009’).
9T5233.A0/R009/BSTU/EJA/Nijm 21 september 2010
vGRP Woudrichem - 78 -
Definitief vGRP
Navolgende tabellen geven een overzicht van de totale investeringen en jaarlijkse lasten voor de planperiode (jaarlijkse lasten zijn inclusief BTW). Tabel 11: Investeringen planperiode Investeringen Waterplan Grondwater
€ 800,000
Hemelwater
€ 700,000
Afvalwater
€ 600,000 € 500,000 € 400,000 € 300,000 € 200,000 € 100,000 €0 2010
2011
2012
2013
2014
2015
Tabel 12: Jaarlijkse lasten Jaarlijke lasten Exploitatielasten en overige lasten
€ 2,500,000
Nieuwe kapitaalslasten Oude kapitaalslasten
€ 2,000,000 € 1,500,000 € 1,000,000 € 500,000 €0 2010
2011
2012
2013
2014
2015
Baten
De baten worden gevormd door de rioolheffing en in 2010 en 2011 nog de verfijningsuitkering. De rioolheffing is voor 2010 vastgesteld op € 218,05, bestaande uit een eigenaardeel van €101,70 en een gebruikersdeel van € 116,35 (voor gebruikers tot maximaal 500 m3 water per jaar). Voor grootverbruikers (meer dan 500 m3 per jaar) wordt het tarief per extra m3 verhoogd. De totale opbrengst van de rioolheffing voor 2010, inclusief de opbrengst voor grootverbruik, is geraamd op € 1.295.548,50. Voor 2010 is het aantal heffingsplichtigen 5690. Het aantal aansluitingen zal de komende jaren toenemen op basis van de uitbreidingsplannen die nu zijn voorzien. De ontwikkeling van de rioolheffing in de planperiode is gekoppeld aan de ontwikkeling van de heffing voor de grootverbruikers.
Compensatie bij afwentelen
Zoals in 6.1.2 reeds aan de orde is gekomen zal bij in- of uitbreidingen voldoende oppervlaktewater aangelegd moeten worden om hemelwater van piekbuien te bergen. Wanneer het niet mogelijk is het
vGRP Woudrichem Definitief vGRP
9T5233.A0/R009/BSTU/EJA/Nijm - 79 -
21 september 2010
water gescheiden aan te sluiten of regenwater plaatselijk te bergen, dan wil de gemeente door middel van een financiële vergoeding de projectontwikkelaar laten bijdragen aan compensatie elders in het gebied. De juridische mogelijkheden hiertoe dienen in de planperiode onderzocht te worden. Berekeningsresultaten
De noodzakelijke ontwikkeling van de rioolheffing voor de planperiode van dit vGRP is in figuur 12 toegelicht. Voor gedetailleerde berekeningsresultaten wordt verwezen naar bijlage 11. Uit deze berekening volgt dat, uitgedrukt in euro’s van 2011 (exclusief inflatiecorrectie), de rioolheffing stijgt met 2,5% per jaar tot een niveau van € 247,- in 2015 (optelsom van eigenaardeel en gebruikersdeel en exclusief inflatie) en daarna met 3% tot 4% per jaar naar € 296,- in 2020. Hierbij dient te worden vermeld dat in de kostendekkingsberekening eveneens de keuzes van de raad zijn meegenomen om de betreffende onderdelen te boeken op de rioolheffing. Indien de raad besluit enkele onderdelen door te belasten op de algemene middelen heeft dit als gevolg dat de rioolheffing minder stijgt. Ontwikkeling rioolheffing € 350 € 300 € 250 € 200 € 150 € 100 € 50 €0 2010
2011
2012
2013
2014
2015
2016
2017
2018
2019
2020
Figuur 12: Ontwikkeling rioolheffing
9T5233.A0/R009/BSTU/EJA/Nijm 21 september 2010
vGRP Woudrichem - 80 -
Definitief vGRP
Tabel 13: Ontwikkeling rioolheffing (exclusief inflatie) Ontwikkeling rioolheffing Toename
Toename
Absoluut
%
2010
€ 218
2011
€ 224
€ 5.45
2.5
2012
€ 229
€ 5.59
2.5
2013
€ 235
€ 5.73
2.5
2014
€ 241
€ 5.87
2.5
2015
€ 247
€ 6.02
2.5
2016
€ 254
€ 7.40
3.0
2017
€ 263
€ 8.89
3.5
2018
€ 274
€ 10.52
4.0
2019
€ 284
€ 10.94
4.0
2020
€ 296
€ 11.38
4.0
Evaluatie
Bij de interpretatie van de resultaten van de kostendekkingberekeningen dient er rekening mee te worden gehouden dat de onzekerheden van de aannamen van de uitgaven sterk toenemen met de tijd. Voor de korte termijn geeft de hiervoor gepresenteerde berekening een goed beeld van de gewenste ontwikkeling van de rioolheffing. Voor de middellange en lange termijn dienen de resultaten als indicatief te worden gezien. Deze zijn bedoeld om tendensen weer te geven. Voor de lange termijn is de verwachting dat de vervangingsinvesteringen fors gaan toenemen als gevolg van verstreken levensduur van riolering. Het is daarom ook nodig de kostendekkingsberekeningen periodiek te herzien.
Advies
Voor 2011 wordt geadviseerd het tarief van de rioolheffing vast te stellen op basis van voorgaande kostendekkingsberekening en vervolgens jaarlijks op basis van een actueel overzicht van verwachtte lasten en baten.
planperiode vGRP
Geadviseerd wordt de komende jaren extra aandacht te besteden aan de ontwikkeling van de kapitaalslasten en de exploitatielasten. Projecten dienen op het goede product te worden geboekt en daar waar mogelijk dient bespaard te worden op de exploitatiekosten.
7.3
Aanpassing heffingsverordening Nieuwe rioolheffing
Gemeenten hebben sinds 1 januari 2008 de mogelijkheid om de kosten van de drie zorgplichten te verhalen via een nieuwe rioolheffing. De nieuwe rioolheffing heeft het karakter van een bestemmingsbelasting: een belasting waarvan de opbrengsten bestemd zijn voor een bepaald doel. Alle kosten die de gemeente maakt voor de uitvoering van de zorgplichten kan zij met de bestemmingsheffing verhalen. De wetgeving maakt het voor gemeenten mogelijk om de nieuwe rioolheffing op verschillende
vGRP Woudrichem Definitief vGRP
9T5233.A0/R009/BSTU/EJA/Nijm - 81 -
21 september 2010
manieren vorm te geven. De gemeente kan kiezen voor één heffing voor de totale kosten van de zorgplichten. Maar zij kan ook twee aparte heffingen instellen: een heffing voor de kosten van de afvalwaterzorgplicht en een heffing voor de kosten van de zorgplichten voor hemel- en grondwater. De gemeente Woudrichem kiest voor één heffing die verdeeld is in een eigenarendeel en een gebuikersdeel en die onderscheid maakt op basis van het verbruik van drinkwater. Hiermee wordt de bestaande wijze van heffing op hoofdlijnen voortgezet. Heffingsverordening
Verdere verbetering heffingsgrondslag
Voor de overgang naar de nieuwe rioolheffing gold een overgangstermijn van 2 jaar, tot 1 januari 2010. De heffingsverordening en nieuwe rioolheffing is in de gemeente Woudrichem ingegaan op 1 januari 2010. In de planperiode worden de mogelijkheden beschouwd om de heffingsgrondslag te verbeteren. De verbetermogelijkheden kunnen zich bijvoorbeeld richten op: 1. de omgang met grondwaterlozingen in de heffingsverordening; 2. de opsplitsing naar een heffingdeel voor afvalwater en een heffing voor hemelwater (en/of grondwater); 3. de belasting van grootverbruikers ten opzichte van kleinverbruikers (bijvoorbeeld de heffingsgrens van 500 m3 verlagen); 4. de heffingsgrondslag (eigenarenheffing, gebruikersheffing of een combinatie van beide zoals nu).
9T5233.A0/R009/BSTU/EJA/Nijm 21 september 2010
vGRP Woudrichem - 82 -
Definitief vGRP
BIJLAGE 1 Afkortingen en begrippen
vGRP Woudrichem Definitief vGRP
9T5233.A0/R009/BSTU/EJA/Nijm 21 september 2010
BIJLAGE 2 Samenvatting wetten en beleid
vGRP Woudrichem Definitief vGRP
9T5233.A0/R009/BSTU/EJA/Nijm 21 september 2010
BIJLAGE 3 Doelen, functionele eisen, maatstaven en meetmethode
vGRP Woudrichem Definitief vGRP
9T5233.A0/R009/BSTU/EJA/Nijm 21 september 2010
BIJLAGE 4 Panden die niet zijn aangesloten op de gemeentelijke riolering
vGRP Woudrichem Definitief vGRP
9T5233.A0/R009/BSTU/EJA/Nijm 21 september 2010
BIJLAGE 5 Opbouw vervangingswaarde
vGRP Woudrichem Definitief vGRP
9T5233.A0/R009/BSTU/EJA/Nijm 21 september 2010
BIJLAGE 6 Overstortgegevens
vGRP Woudrichem Definitief vGRP
9T5233.A0/R009/BSTU/EJA/Nijm 21 september 2010
BIJLAGE 7 Tabellen exploitatielasten en investeringen
vGRP Woudrichem Definitief vGRP
9T5233.A0/R009/BSTU/EJA/Nijm 21 september 2010
BIJLAGE 8 Overzichtskaart gemeentelijk rioolstelsel
vGRP Woudrichem Definitief vGRP
9T5233.A0/R009/BSTU/EJA/Nijm 21 september 2010
BIJLAGE 9 Taakopvatting verwerking hemelwater (doelmatigheid)
vGRP Woudrichem Definitief vGRP
9T5233.A0/R009/BSTU/EJA/Nijm 21 september 2010
BIJLAGE 10 Kenmerkenbladen (geactualiseerd per 01-04-2010)
vGRP Woudrichem Definitief vGRP
9T5233.A0/R009/BSTU/EJA/Nijm 21 september 2010
BIJLAGE 11 Kostendekkingsberekeningen
vGRP Woudrichem Definitief vGRP
9T5233.A0/R009/BSTU/EJA/Nijm 21 september 2010
BIJLAGE 12 Reacties betrokken partijen
vGRP Woudrichem Definitief vGRP
9T5233.A0/R009/BSTU/EJA/Nijm 21 september 2010
BIJLAGE 13 Groslijst samenwerkingsprojecten waterketenteam
vGRP Woudrichem Definitief vGRP
9T5233.A0/R009/BSTU/EJA/Nijm 21 september 2010
BIJLAGE 14 Uitgangspunten kostendekkingsberekeningen
vGRP Woudrichem Definitief vGRP
9T5233.A0/R009/BSTU/EJA/Nijm 21 september 2010
BIJLAGE 15 Berekening personele capaciteit
vGRP Woudrichem Definitief vGRP
9T5233.A0/R009/BSTU/EJA/Nijm 21 september 2010