Vesper 4
Met medewerking van de Kleine Kerkenraad
Vesper 2016 De kruiswoorden. Pasen is het feest van de opgestane Heer, die voor ons geleden heeft en is gestorven aan het kruis. Het is niet altijd even eenvoudig om te bevatten wat er toen in het kruispunt van de tijd is gebeurd. Om die reden zijn er ook dit jaar weer vespers, waarin we door schriftlezing, zingen en
Vesper 2016 gebed, de tijd willen nemen om ons te concentreren op wat Jezus Christus voor ons heeft overgehad.
Vesper 2016 Thema: “MIJ DORST”
Vesper 2016 Toelichting: Bidden is: het uitgieten van je hele hebben en houden voor God als een kan water waar geen druppel water in achterblijft. (H. Jonker) Dat is precies de strekking van dit kruiswoord van Christus. Hij heeft de beker van de toorn van God over de zonde tot de laatste slok leeggedronken. En nu is Hij leeg, gebroken, dor en droog als de woestijn.
Vesper 2016 En met deze twee woorden: Mij dorst, richt Hij zich tot Zijn Vader. Van mensen hoeft Hij het nu niet te verwachten, die geven Hem inderdaad azijn te drinken. Dat lezen we in Johannes 19 en in Psalm 69. Maar in tegenstelling tot de psalmdichter komt er geen vervloeking over de lippen van Christus richting hen die het Hem hebben aangedaan.
Vesper 2016 Nee, Hij moest dit doen, Hij wilde dit doen, opdat in Openbaring 22 vol liefde kan klinken: kom, wie dorst heeft, die drinke levend water om niet!
Psalm 69: 33, 36 en 37 33 Als de zachtmoedigen dit zien, zullen zij zich verblijden; u die God zoekt, uw hart zal leven. 36 Want God zal Sion verlossen en de steden van Juda herbouwen; daar zullen zij wonen en het bezitten. 37 Het nageslacht van Zijn dienaren zal het in erfelijk bezit krijgen; wie Zijn Naam liefhebben, zullen daarin wonen.
B e m o e d i g i n g
Psalm 63: 1 NB Mijn God, Gij zijt mijn toeverlaat, Naar U, Heer, strekt zich mijn verlangen. Mijn hart wil niets dan U ontvangen, die leven zijt en leven laat. O Heer, mijn ziel en zinnen smachten en dorsten naar U in een land, waarop de zon verzengend brandt,schenk Gij mijn leven nieuwe krachten.
Z i n g e n
Gebed om de Heilige geest
G e b e d
Psalm 69: 21 b:30 ik heb gewacht op medeleven, maar het is er niet, op troosters, maar ik heb ze niet gevonden. 22 Ja, zij hebben mij gal als mijn voedsel gegeven, in mijn dorst hebben zij mij zure wijn laten drinken. 23 Laat hun tafel voor hen tot een strik worden en voor hun gasten tot een val. 24 Laat hun ogen verduisterd worden, zodat zij niet zien;
S c h r i f t l e z i n g
doe hun heupen voortdurend wankelen. 25 Stort over hen Uw gramschap uit, laat Uw brandende toorn hen treffen. 26 Laat hun tentenkamp verwoest worden, in hun tenten geen bewoner zijn. 27 Want wie Ú geslagen hebt, vervolgen zij, en zij spreken spottend over de smart van wie U verwondde.
S c h r i f t l e z i n g
28 Voeg misdaad bij hun misdaad, laat hen niet komen tot Uw gerechtigheid. 29 Laat hen uitgewist worden uit het boek des levens, laat hen bij de rechtvaardigen niet opgeschreven worden. 30 Ik echter ben ellendig en lijd pijn; laat Uw heil, o God, mij in een veilige vesting zetten.
S c h r i f t l e z i n g
Psalm 69: 9 en 14 OB 9 Versmaadheid breekt en scheurt mij 't hart vaneen; Ik ben zeer zwak; de lasteringen snijden Mij door de ziel; ik wacht naar medelijden, Naar troosters, maar, helaas, ik vind er geen. Ja, grote God, zij hebben mij, tot spijs, Bij al mijn smart nog bittre gal gegeven; Een edikteug is zelfs een gunstbewijs, Wanneer de dorst mijn lippen saam doet kleven.
Z i n g e n
9 Gij hebt verhoord! O God, mijn Heer, ik zal U loven voor mijn broeders overal en in de kring van uw verkoren tal uw naam verkonden: "O broeders, die den Here hebt gevonden, laat Hem uw spel, o zaad van Jakob, prijzen, en wil Hem vol ontzag uw eer bewijzen, o Israël".
Z i n g e n
14 Gij, hemel, aard' en zee, vermeldt Gods lof; Laat al wat leeft Zijn trouw en goedheid prijzen; Want God zal aan Zijn Sion hulp bewijzen, En Judas steen herbouwen uit het stof. Daar zal Zijn volk weer wonen naar Zijn raad, God eeuwig hun Zijn volle gunst betonen; Daar zullen zij, Gods knechten met hun zaad, Zij, die Zijn Naam beminnen, erf'lijk wonen.
Z i n g e n
Openbaringen 22: 12:21 12 En zie, Ik kom spoedig en Mijn loon is bij Mij om aan ieder te vergelden zoals zijn werk zal zijn.13 Ik ben de Alfa, en de Omega, het Begin en het Einde, de Eerste en de Laatste. 14 Zalig zijn zij die Zijn geboden doen, zodat zij recht mogen hebben op de Boom des levens, en opdat zij door de poorten de stad mogen binnengaan.
S c h r i f t l e z i n g
15 Maar buiten bevinden zich de honden, de tovenaars, de ontuchtplegers, de moordenaars, de afgodendienaars en ieder die de leugen liefheeft en doet. 16 Ik, Jezus, heb Mijn engel gezonden om bij u in de gemeenten van deze dingen te getuigen. Ik ben de Wortel en het Nageslacht van David, de blinkende Morgenster.
S c h r i f t l e z i n g
17 En de Geest en de bruid zeggen: Kom! En laat hij die het hoort, zeggen: Kom! En laat hij die dorst heeft, komen; en laat hij die wil, het water des levens nemen, voor niets. 18 Want ik getuig aan ieder die de woorden van de profetie van dit boek hoort: Als iemand iets aan deze dingen toevoegt, zal God hem de plagen toevoegen die in dit boek geschreven zijn.
S c h r i f t l e z i n g
19 En als iemand afdoet van de woorden van het boek van deze profetie, zal God zijn deel afdoen van het boek des levens, en van de heilige stad, van de dingen die in dit boek geschreven zijn. 20 Hij Die van deze dingen getuigt, zegt: Ja, Ik kom spoedig. Amen. Ja, kom, Heere Jezus! 21 De genade van onze Heere Jezus Christus zij met u allen. Amen.
S c h r i f t l e z i n g
Gezang 75: 4,5 en 6 4 U kennen, uit en tot U leven, Verborgene die bij ons zijt, zolang ons 't aanzijn is gegeven, de aarde en de aardse tijd, o Christus, die voor ons begin en einde zijt, der wereld zin!
Z i n g e n
5 Gij zijt het water ons ten leven; de bronnen van de eeuwigheid zijn ons ter lafenis gegeven, zijn doorgebroken in de tijd. O Gij, die als een bron ontspringt in elk die tot U komt en drinkt.
Z i n g e n
6 O Christus, ons van God gegeven, Gij tot in alle eeuwigheid de weg, de waarheid en het leven, Gij zijt de zin van alle tijd. Vervul van dit geheimenis uw kerk die in de wereld is.
Z i n g e n
Johannes 19:28-37 28 Hierna zei Jezus, omdat Hij wist dat nu alles volbracht was, opdat het Schriftwoord vervuld zou worden: Ik heb dorst! 29 Er stond dan een kruik vol zure wijn en ze vulden een spons met zure wijn, staken die op een hysopstengel en brachten die aan Zijn mond. 30 Toen Jezus dan de zure wijn genomen had, zei Hij:
S c h r i f t l e z i n g
Het is volbracht! En Hij boog het hoofd en gaf de geest. Geen been gebroken. 31 Opdat de lichamen niet aan het kruis zouden blijven op de sabbat, omdat het de voorbereiding was (want de dag van die sabbat was een grote dag), vroegen de Joden dan aan Pilatus of hun benen gebroken en zij weggenomen mochten worden.
S c h r i f t l e z i n g
32 De soldaten dan kwamen en braken wel de benen van de eerste en van de ander die met Hem gekruisigd was, 33 maar toen zij bij Jezus kwamen en zagen dat Hij al gestorven was, braken zij Zijn benen niet. 34 Maar een van de soldaten stak met een speer in Zijn zij en meteen kwam er bloed en water uit.
S c h r i f t l e z i n g
35 En die het gezien heeft, die getuigt ervan, en zijn getuigenis is waar, en hij weet dat hij de waarheid spreekt, opdat ook u gelooft. 36 Want deze dingen zijn geschied, opdat het Schriftwoord vervuld wordt: Geen been van Hem zal gebroken worden. 37 En verder zegt een ander Schriftwoord: Zij zullen zien op Hem Die zij doorstoken hebben.
S c h r i f t l e z i n g
Stilte
Klein Gloria.
Ere zij de Vader en de Zoon en de Heilige Geest Als in de beginne, nu en immer en van eeuwigheid tot eeuwigheid. Amen
Z i n g e n
Gezang 366: 1, 5 en 6 1 Gij zijt mijn goed, mijn overvloed, Gij zijt mijn brood, mijn beker, door uw dorst en door uw dood: al mijn levensteken!
Z i n g e n
5 Ik zwerf en dwaal totdat ik daal in 't graf van mijn begeren, zal ik ooit uw kruis zien staan en mijn leven leren?
Z i n g e n
6 Keer mij tot U opdat ik zie uw land van melk en honing: waar uw Vaders wil geschiedt is mijn spijs, mijn woning!
Z i n g e n
Dankgebed Voorbede Stil gebed Onze Vader
G e b e d e n
Gezang 192: 1, 3, 5 en 6 1. O kostbaar kruis, o wonder Gods, waaraan de Prins der glorie stierf; ik wil om U zijn zonder trots, ik acht verlies wat ik verwierf.
z i n g e n
3. O angst en liefde, ondereen vermengd als water en als bloed, zij wijzen naar het wonder heen van Hem die op de aarde boet.
z i n g e n
5 En door zijn dood en door zijn bloed is nu de wereld dood voor mij. Ik ben gestorven, maar voor goed van heel de dode wereld vrij.
z i n g e n
6 De aarde zelf is veel te klein voor wie U waarlijk loven wil. Uw liefde is een groot geheim, zij vraagt geheel mijn hart en ziel.
z i n g e n
Z e g e n b e d e