Omgevingsdienst Zuid-Holland Zuid ,,~.,,~
,~.,~
Aan: de lezer van deze brief
uw briefvan
Verzenddatum
16 september 2013
uw kenmerk
Dossier
Reactie op
Zaaknummer
00109873
Onskenmerk
2013022685/1GI
(Gelieve bij correspondentie dit nummer te verrnelden)
dhr. E.F.D. van Wijnsberge
Afdeling
Onderwerp
Vragenlijst (QenA) omgevingsvergunning
Behandelddoor
D-00004510
Vergunningen en Meldingen
Ruigenhil Vastgoed B.V. (Nedstaal B.V.)
Geachte heer I mevrouw, Bijgevoegd treft u een overzicht van vragen, gesteld in de zienswijzen naar aanleiding van de ontwerpbeschikking voor Ruigenhil Vastgoed B.V. voor proeven met licht asbesthoudend staalschroot bij het bedrijf Nedstaal B.V. In de bijlage beantwoorden wij deze vragen. Voor de goede orde merken wij op dat deze brief inclusief de bijlage geen onderdeel uitmaken van de vergunning. Met vriendelijke groet,
Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland, namens dezen, het hoofd van de afdeling Vergunningen en Meldingen, van de Omgevingsdienst Zuid-Holland Zuid,
Bijlage:
-
Kopie:
-
vragenlijst
2
Vragen in het kader van de zienswijzeprocedure In onderstaand overzicht worden antwoorden gegeven op vragen die zijn gesteld in het kader van de zienswijzeprocedure van de vergunningaanvraag van Nedstaal voor proeven met licht asbesthoudend staalschroot. Voor de goede orde merken wij op dat dit document geen onderdeel van de beschikking uit maakt. A. ARBO-WETGEVING ..................................................................................................................................1 B. BESTE BESCHIKBARE TECHNIEKEN ..................................................................................................... 1 C. BITUMEN EN AN DERE STOFFEN ............................................................................................................2 D. VEILlGHEID, CALAMITEITEN ...................................................................................................................3 E. CUMMULATIEVE EFFECTEN .....................................................................................................................6 F. WET- EN REGELGEVING .........................................................................................................................7 G. FILTER ......................................................................................................·................................................. 7 H. DE INRICHTING ................................................................................................................:....................... 8 I. TOEllCHT EN HANDHAVING ...............................................................................................................•....9 J. STAALSCHROOT .....................................................................................................................................10 K. LABORATORIUMTEST TNO ...................................................................................................................12 L. MILlEUEFFECTRAPPOPRTAGE I MER .................................................................................................. 12 M. EMISSIES EN METINGEN .......................................................................................................................13 N. PROCEDUREI COMMUNICATIE ................... :............................................................•........................... 15 O. SLAK ........................................................................................................................................................17 P. TRANSPORTI OPSLAG SCHROOT ........................................................................................................ 17 Q. PROEF EN VERVOLG " .......................................................................................................................... 18 . -
A. ARBO-WETGEVING 20.
Welk risico lopen de medewerkers?
De hoogteJ(,an het toelaatbare risico voor medewerkers wordt bepaald door de Arbo wetgeving. Naar verwachting zal, zelfs al zou er sprake zijn van een asbest emissie, geen overschrijding van deze Arbo-normen plaatsvinden. Door het opnemen van een fasering voor de proeven, waarbij de hoeveelheid asbest stapsgewijs wordt opgevoerd, wordt het risico verde r beperkt. Voor de zekerheid krijgen alle medewerkers die betrokken zijn bij de proeven ook de nodige beschermingsmiddelen, waardoor voor hen het risico op een asbestbesmetting minimaal wordt. Het ministerie SZW is betrokken bij de besluitvorming in het kader van deze vergunning. SZW is verantwoordelijk voor toezicht op grond van de Arbo-wetgeving. 21.
lijn de werknemers van Nedstaal hier content mee of vrezen ze voor hun baan als ze hun mond open doen?
Deze vraag dient aan Nedstaal te worden gericht. 22.
Wordt er nu door het personeel asbestbeschermende kleding en adembescherming gebruikt? lo ja, is er dan al teveel asbest in hun omgeving?
Nee. In de Arbo-wetgeving is opgenomen wanneer beschermende kleding vereist is. Bij de reguliere bedrijfsomstandigheden van Nedstaal is dat niet nodig. B. BESTE BESCHIKBARE TECHNIEKEN 24.
Er wordt in de vergunningaanvraag gesproken over de best beschikbare technologie bij het voorkomen van emissies. Om fijn stof emissies te voorkomen past Voestalpine AG in Linz (A) een secundaire filterinstallatie toe. Is dit de best beschikbare technologie van dit moment en wat is het afvangrendement van deze installatie?
Voestalpine is een van de bedrijven die als voorbeeld is gebruikt bij het opstellen van de BREF IJzer- en Staalproductie. Hetgeen over dit bedrijf is opgenomen in de BREF is ons bekend. Voestalpine heeft ovens van het type Basic Oxygen Furnace (BOF). Bij Nedstaal zijn de smeltovens van het type Electric Arc Furnace (EAF). De BBT maatregelen die de BREF noemt (voor ontstoffing) zijn afhankelijk van het type ovens. In paragraaf 9.6 van de BREF worden de BBT maatregelen voor BOF beschreven. Voor EAF worden de BBT maatregelen genoemd in paragraaf 9.7. Voor BOF is in BBT regel 78 secundaire ontstoffing geregeld. Het globaal gemiddeld afvangrendement bij gebruik van BBT is voor secundaire ontstoffing bij BOF groter dan 90%. Voor EAF is dat in BBT regel88 vastgelegd. De smeltovens bij Nedstaal voldoen aan de in BBT 88 genoemde maatregelen. Het globaal gemiddeld afvangrendement bij gebruik van BBT is voor primaire en secundaire ontstoffing bij EAF groter dan 98%.
Vragen beschikking Ruigenhil Vastgoed B.V
1
25.
Onderzoek heeft aangetoond dat het bedrijf niet voldoet aan werken via het BBT waar het ook al bij de vergunning van 2007 aan had moeten voldoen. Waar is uw stellingname op gebaseerd, dat het ook nu voor de tijdelijke vergunning om bij wijze van proef licht asbesthoudend metaal te mogen smelten niet nodig is om aan de BBT eisen te voldoen?
Op 7 september 2007 hebben wij een revisievergunning verleend waarbij is geconstateerd dat de installaties voldeden aan de BBT uit de toenmalige BREF. Op 8 maart 2012 zijn de nieuwe BBT-conclusies IJzer en staal vastgesteld. Voor 8 maart 2016 moeten de vergunning en de inrichting conform de nieuwe BBT zijn. Nedstaal (en de overige bedrijven binnen de inrichting) zijn bezig met de voorbereidingen voor een nieuwe aanvraag om een revisievergunning. Deze aanvraag zal naar verwachting in 2013 worden ingediend. Zoals in de considerans van de vergunning is aangegeven, hebben wij een toetsing aan BBT uitgevoerd. Het is niet noodzakelijk om voor de gehele inrichting aan BBT-2012 te toetsen, omdat geen sprake is van een belangrijke wijziging. Het gaat om een proef met een beperkte omvang die niet leidt tot hogere emissies. Gelet hierop hebben wij ons beperkt tot de voor proeven relevante onderdelen van de BBT-conclusies, te weten de BBT-conclusies die betrekking hebben op het smeltproces. In de considerans van de ontwerpbeschikking is hier ook op ingegaan. 26.
Ik verzoek u de vergunningvoorschriften op zeer korte termijn op BBT-niveau te brengen middels een ambtshalve aanpassing met daarin ten minste het opnemen van een milieuzorgsysteem, acceptatie van grondstoffen op basis van Eural, een luchtbalans conform BBT, een passende stofemissienorm, een zinkemissienorm, geurnormering, emissienormen voor puntbronnen en diffuse bronnen, en een zeer verbeterde monitoring van de emissies, zowel punt als diffuus.
Op 8 januari 2013 zijn ambthalve de emissienormen voor stof en voor dioxinen en furanen aangepast aan de BBT-normen. Op 8 augustus 2013 is een ontwerpbesluit gepubliceerd om de vergunning op de onderdelen (diffuse emissies, geur en acceptatie en registratievoorschriften) aan te scherpen. Voorst is een revisietraject gestart waarmee (de voorschriften voor) de gehele inrichting in overeenstemming worden gebracht met de nieuwe BBT-conclusies. Wij merken op dat voor wat betreft de proeven reeds aan de relevante BBT wordt voldaan zie antwoord 5. C. BITUMEN EN ANDERE STOFFEN 28.
Waar is de vergunning voor het verbranden van Bitumen?
De vergunning voor de proef heeft ook betrekking op de bitumen coating welke hechtgebonden op het staalschroot aanwezig is. De verbrandingsproducten van bitumen (zoals dioxinen en PAK's) zijn stoffen die ook bij de reguliere bedrijfsvoering vrij kunnen komen. In de vigerende vergunning zijn hiervoor emissienormen opgenomen. Opgemerkt wordt dat de proef geen verbrandingsproces betreft, maar het omsmelten van licht asbesthoudende staalschroot met hechtgebonden asbest. De bitumen kunnen door de hoge temperatuur in brand gaan. Het asbest verbrandt niet, maar ontleedt in niet-schadelijke componenten. 29.
Welke stoffen/materialen zitten er nog meer in de metrostellen?
Er is alleen vergunning gevraagd voor het verwerken van hechtgebonden asbesthoudend staalschroot. Andere stoffen dan in deze vergunning en onderliggende revis(evergunning zijn genoemd mag Nedstaal niet accepteren. 30.
Naast het asbest in het asbesthoudende schroot zitten er ook bitumen in. Is er onderzoek gedaan naar wat deze bitumen, wanneer ze worden verbrand in de ovens van Nedstaal, voor invloed hebben op de volksgezondheid in Alblasserdam en omliggende gemeenten? Wordt de fabriek (althans die onderdelen die voor de proef van belang zijn) gemoderniseerd voordat Omgevingsdienst Zuid-Holland Zuid een vergunning afgeeft?
Het is ons bekend dat bij verbranding van bitumen dioxinen en PAK's kunnen ontstaan. Ook in het reguliere bedrijfsproces van Nedstaal kunnen deze emissies optreden. Hiertoe zijn aan de vigerende vergunning voorschriften verbonden. De totale emissie van de verbrandingsproducten van bitumen (zoals dioxinen en PAK's) mag niet hoger zijn dan deze emissienormen. De omvang van de proeven is, ten opzichte van de jaarproductie van Nedstaal, dusdanig klein dat de proeven niet significant zullen bijdragen aan de emissies van dioxinen en PAK's. Dit mede gelet op het feit dat dioxinen en PAK's vooral vrijkomen bij onvolledige verbranding. De temperaturen waarbij de proeven plaatsvinden zijn zo hoog dat sprake is van een volledige verbranding, waardoor deze stoffen zich naar verwachting in een zeer geringe hoeveelheden worden gevormd. Die onderdelen/installaties van de inrichting die van belang zijn voor de proef, zijn getoetst aan de Beste beschikbare technieken (BBT). Geconcludeerd is dat Nedstaal voor wat betreft die onderdelen aan BBT voldoet. Verdere modernisering is in dit geval niet noodzakelijk.
Vragen beschikking Ruigenhil Vastgoed B.V
2
33.
Nedstaal en OZHZ hebben aangegeven dat voor een definitieve vergunning er ook normeringen m.b.t. emissies van PAK's aanvullende normeringen moeten worden opgenomen. In hoeverre is het realistisch dat deze normen kunnen worden behaald, zeker in relatie tot de voorgenomen revisie van de huidige vigerende vergunning? De heer Wijma heeft aangegeven dat er op termijn realistisch gezien ruimte bestaat tot het verwerken van 10.000 ton asbesthoudend metaalschroot met bitumen. Dit houdt in praktijk in dat Nedstaal dan 300 ton tot 500 ton (dat is meer dan 1000kg per dag) bitumen gaat verbranden. Is het dan niet zorgvuldig om nu reeds scherpere eisen te stellen aan de uitstoot van deze gassen en stoffen in het belang van de volksgezondheid? Gaat Nedstaal nieuwe betere filters installeren?
In het proces ontstaat, vanwege de temperatuur, naar verwachting een zeer geringe emissie van PAK's. Tijdens de proeven zal tevens een meting moeten worden uitgevoerd op emissies van onder andere PAK's en dioxinen. De aangegeven hoeveelheid asbesthoudend schroot is, in onderhavige aanvraag, niet aan de orde. Voor het bijvoegen van een grotere hoeveelheid hechtgebonden asbesthoudend staalschroot is een nieuwe vergunning nodig waaraan die voorschriften zullen worden verbonden die nodig zijn in het kader van het belang van de bescherming van milieu. Nedstaal dient dan opnieuw aan te tonen dat aan wettelijke normen kan worden voldaan. D. VEILlGHEID, CALAMITEITEN 18.
Ziin er protocollen/brandveiligheid?
Ja. Op 15 juli 2013 heeft Nedstaal onder andere het calamiteitenplan ingediend dat op grond van de voorschriften van de ontwerpbeschikking moest worden aangeleverd. Dit calamiteitenplan is een aanvulling op het bedrijfsnoodplan waar Nedstaal al over beschikt. Hierin zijn onder andere protocollen opgenomen met betrekking tot de brandveiligheid. 34.
Is bij de Omgevingsdienst Zuid-Holland Zuid bekend hoe het is geregeld met de veiligheid binnen het bedrijf Nedstaal (zie mede de lijst met ongelukken)? Zijn er ooit metingen gedaan bij Nedstaal omtrent de stoffen die door hun productieproces in de lucht worden uitgestoten en is er onderzoek gedaan naar wat deze stoffen doen met de volksgezondheid in de regio?
Niet alle incidenten op bedoelde lijst hebben betrekking op Nedstaal. Op de lijst staan ook incidenten die betrekking hebben op de andere bedrijven van de inrichting van Ruigenhil Vastgoed B.V. (FNSteel en Heros Wink). AI de genoemde incidenten zijn gemeld bij het bevoegd gezag. Binnen de inrichting wordt met zeer hoge temperaturen gewerkt, en daar zijn risico's aan verbonden. De emissies van stoffen uit het productieproces van Nedstaal staan in het milieujaarverslag van het bedrijf. Of er specifiek onderzoeken zijn gedaan naar de effecten van deze stoffen in de regio is ons niet bekend. 35.
TNO heeft twee 'worst case' scenario's uitgewerkt. Er is geen schatting gedaan naar de waarschijnlijkheid dat één van de twee calamiteiten optreedt. Desondanks omschrijft TNO dat een calamiteit realistisch is, maar de kan s van optreden zeer laag. Onduidelijk is hoe deze uitspraak dan wel is onderbouwd. Evenzo stelt TNO dat het mogelijk is dat zich een andere calamiteit voordoet. Over de gevolgen daarvan is niets bekend. Ook OZHZ stelt dat de kans op een calamiteit zeer laag is, waar die uitspraak op gebaseerd is, is niet duidelijk.
De TNO berekeningen gaan uit van situaties die theoretisch wel mogelijk zijn, maar waarvan de kans van optreden klein is, omdat ervan wordt uitgegaan dat het bij de proef fout gaat onder de meest ongunstige omstandigheden (worst case). De in de voorschrift en in het Plan van Aanpak genoemde maatregelen moeten voorkomen dat deze meest ongunstige omstandigheden kunnen optreden. Uit de berekeningen blijkt dat zelfs onder deze meest ongunstige omstandigheden de effecten van een emissie zo klein zijn dat dit niet leidt tot significante veranderingen van de achtergrondwaarden. Met andere woorden het heeft geen effect op het milieu en vormt dus geen gevaar. Er wordt pas over een calamiteit gesproken, wanneer er wel gevaar is voor de volksgezondheid. Dat betekend dat de omstandigheden en emissies veel ongunstiger moeten zijn dan de door TNO geschetste situaties en berekende emissies. De kans daarop is dus nog veel kleiner.
Vragen beschikking Ruigenhil Vastgoed B.V
3
36.
Verontreinigingen en hinder voor de omgeving als gevolg van asbest worden niet verwacht volgens TNO. Wanneer er onverhoopt toch emissies vrijkomen, blijven deze nog ruim onder de normen volgens het Ontwerpbesluit. Ruim onder de normen kan toch te veel zijn voor de medewerkers, de bewoners en de omgeving. Natuurlijk is gepland dat deze proef geen extra uitstoot veroorzaakt. Stel dat dit wel het geval is, waar vind ik het calamiteitenplan of het rampenplan in uw stukken? Hoe en wanneer worden de medewerkers, inwoners van Alblasserdam, Hendrik-It:lo-Ambacht, Papendrecht en van de rest van de Alblasserwaard bijvoorbeeld ge"informeerd of gealarmeerd?
Nedstaal heeft al een bedrijfsnoodplan. Het op 15 juli 2013 ingediende calamiteitenplan dat mede ter inzage is gelegd, vormt een aanvulling hierop die ingaat op de proef. Indien een calamiteit een ramp wordt is het gemeentelijke rampenplan het instrument waar, in dit geval door de burgemeester van Alblasserdam, sturing aan wordt gegeven. Indien nodig kan de burgemeester opschalen naar de Commissaris der Koning. 38.
Is er een veiligheidsplan bij Nedstaal aanwezig voor wanneer er op enig moment, in welk scenario dan ook, iets mis gaat tijdens het transport en verwerkingsproces met het asbesthoudend schroot?
Calamiteiten met transport buiten de inrichting vallen buiten het toetsingskader van deze vergunningaanvraag. Voor het overige zie beantwoording vraag 36 39.
Wat zijn de gevolgen als de allereerste proef al direct verkeerd gaat en er toch asbesthoudende deeltjes via de lucht in de omgeving van Alblasserdam verspreid worden?
De door TNO in het laboratorium uitgevoerde proeven tonen aan dat het smelten van schroot met hechtgebonden asbest geen emissie van asbest veroorzaakt. Nedstaal wil aantonen dat ook op industriêle schaal geen emissies van asbest vrijkomen. Omdat er geen 100% zekerheid is dat ook in de praktijk geen asbestemissie zal optreden, is onder andere de hoeveelheid schroot met hechtgebonden asbest die per proef wordt gebruikt, beperkt. Dit om er voor te zorgen dat als de proef niet goed zou gaan er geen schadelijke gevolgen zijn te verwachten voor de leefomgeving. Uitgaande van het 'worst case' scenario uit het TNO-rapport, heeft TNO berekend dat de achtergrondconcentratie (naar schatting 20-40 vezels/m 3) nabij de dichtstbijzijnde woningen met minder dan 0,04 vezels/m 3 kan toenemen. Dat is maximaal 0,2% van het achtergrondniveau en 3 het is ruim circa 50.000 keer lager dan de verwachte toekomstige strengere Arbo norm van 2000 vezels/m voor langdurige blootstellingen aan asbest. Op basis daarvan kan gesteld worden dat zo'n toename nog ruim onder de gezondheidsnormen blijft. Indien er een emissie van asbest plaatsvindt, is de proef mislukt. De proeven worden dan direct gestaakt. 40.
Is er een door de brandweer en andere instanties een goedgekeurd calamiteiten plan indien het zich onverhoopt voordoet dat een aangevoerde gevulde container blootgesteld wordt aan geweld en of een calamiteit waardoor de schadelijke stoffen in de atmosfeer zouden kunnen vrijkomen? lo ja, is deze openbaar te maken ter inzage?
zie beantwoording vraag 18. In aanvulling daarop vermelden wij, dat wij het concept calamiteitenplan voor advies hebben voorgelegd bij de Veiligheidsregio luid-Holland luid (regionale Brandweer). Mede naar aanleiding van dat advies heeft Nedstaal haar calamiteitenplan aangepast. 41.
Heeft Nedstaal hele hoge verzekeringen afgesloten die alle claims van potentiêle toekomstige slachtoffers zouden kun nen dekken?
De verzekering van Nedstaal is geen criterium bij het toetsen van de aanvraag. Het stellen van financiêle zekerheid in de vergunning is niet mogelijk. 42.
Welk bedrag reserveert Nedstaal voor toekomstige schadeloosstellingen aan asbestslachtoffers?
Deze vraag isniet aan het bevoegd gezag gericht en valt buiten het toetsingskader van de aanvraag. 43.
Is Nedstaal verzekercl indien er toch grote hoeveelheid asbest onverhoopt vrijkomt?
Deze vraag isniet aan het bevoegd gezag gericht en valt buiten het toetsingskader van de aanvraag. 44.
Is het personeel voldoende op de hoogte van de juridische positie wanneer het (weliswaar na vele jaren) mocht komen tot asbestaandoeningen en de daaraan gekoppelde letselschadesituatie/vergoedingen? lo nee, dan dient dat alsnog aan hun bekend te worden gemaakt. Deze vraag is niet aan het bevoegd gezag gericht en valt buiten het toetsingskader van de aanvraag.
Vragen beschikking Ruigenhil Vastgoed B.V
4
45.
Hoe zijn de financiêle risico's afgedekt in geval van calamiteiten? Financieel gezien gaat het al jaren niet goed met Nedstaal. Heeft Nedstaal zich extra verzekerd tegen de risico's die gepaard gaan met het verwerken van asbest en bitumen of dienen er aanvullende financiêle randvoorwaarden te worden gesteld?
Deze vraag is niet aan het bevoegd gezag gericht en valt buiten het toetsingskader van de aanvraag. 46.
Of neemt de provincie of de OZHZ dan de verantwoordelijkheid op zich aangezien zij instemde met de vergunning en deze af gegeven hebben? Zullen zij dan de slachtoffers bijstaan, de medische en psychische zorg regelen en ook de nazorg regelen en de claims die dan gegarandeerd volgen vergoeden?
Dit valt buiten het kader dat geldt voor het beoordelen van de aanvraag. 47.
Asbest kanker openbaart zich pas na jaren. Kunnen de mensen die het zal treffen zich na twintig jaar nog melden bij deze fabriek en bij de leidinggevende van deze fabriek?
Dit valt buiten het kader dat geldt voor het beoordelen van de aanvraag. 48.
Als het fout gaat is de populatie dusdanig dicht bevolkt dat je grote aantallen slachtoffers kunt verwachten. 15 Nedstaal hier op enige wljze op voorbereid en in staat om dan zijn verantwoordelijkheid te nemen? Als Nedstaal nu beweert dat er praktisch geen risico is op calamiteiten, dan moet Nedstaal ook op het moment dat het fout zou gaan staan voor hun uitspraken en daamaar handelen.
Zoals hier boven aangegeven zijn er verschillende plannen ingediend en vandaar uit voorschriften verbonden aan de vergunning. Op grond van bij de aanvraag aangeleverde informatie, het gefaseerd uitvoeren van de proeven en de gestelde voorschriften worden de risico's voor de omgeving zelfs in een worst case scenario als zeer klein ingeschat. Zie ook het antwoord op vraag 39. Voor het overige zijn deze vragen gericht aan Nedstaal. 49.
Zijn de vergunningverlener en de aanvrager Nedstaal op de hoogte van het feit dat in Italiê (Casale Monferrato) betreffende de firma "Etemit" (Asbestmaterialen producent) 2 directeuren persoonlijk aansprakelijk zijn gesteld voor het leed van méér dan 2000 asbestslachtoffers? En dat daar gevangenisstraffen zijn opgelegd aan hen van 4 jaar + enorme boetebetalingsverplichtingen? Dat ook de E.U. bekend is met de aansprakelijkheidssituatie van werkgevers m.b.t. de asbestrisico's - staat steviger op de agenda sinds september 2012 - en daar zéér serieus naar kijken waardoor Nedstaal daar wellicht in de toekomst wel degelijk op moet anticiperen.
Wij zijn op de hoogte van de uitspraak van de rechtbank in Turijn. 50.
Wat wordt er door Nedstaal gedaan als er iets mis gaat met een proef, en er komt asbesthoudend materiaal vrij in Alblasserdam (dit is zeker niet onmogelijk). Hoe wordt Alblasserdam beschermd? Gaat Nedstaal dan beschermend materiaal uitdelen? Gaan ze preventief uitleggen hoe te handelen in het geval van een ramp bij Nedstaal? Hoe wordt dit gecommuniceerd met de bewoners van Alblasserdam?
De kans dat er iets mis gaat met een proef wordt door TNO als zeer klein ingeschat. Ook de eventuele effecten van een proef die misgaat zijn volgens TNO zeer gering. Indien onverhoopt een calamiteit zich voordoet, voorziet het bedrijfsnoodplan, met aanvullingen van 15 juli 2013; in hoe te handelen. 51.
Het is niet ondenkbaar gezien het verleden, dat Nedstaal per ongeluk weer een brandje of een explosie heeft, wat voor consequenties heeft dit voor de verwerking van het asbesthoudend materiaal? Hoe beschermt Nedstaal dan Alblasserdam en zijn inwoners? Wat voor soort extra beveiligingsmaatregelen neemt Nedstaal nu ze met asbest gaan werken? Als Nedstaal nu al dergelijke problemen heeft niet kan voorkomen en zijn veiligheid dus niet op orde heeft, hoe kan dit dan nu wel worden gegarandeerd als ze met dergelijke gevaarlijke producten gaan werken?
De containers met het licht asbesthoudend staalschroot, komen gesloten en verzegeld de inrichting binnen en blijven gesloten tot vlak voor de proef. Opslag van deze containers is beperkt tot een maximum van twee stuks. Ook zullen de containers maar een zeer beperkte tijd binnen de inrichting aanwezig zijn. In de vergunning zijn voorschriften opgenomen die de kans op een incident tijdens de proeven en de kans op betrokkenheid van het asbesthoudend materiaal bij een incident zoals een ki ei ne brand verkleinen. Nedstaal heeft daamaast het bestaande bedrijfsnoodplan ten behoeve van de proef aangevuld met een Calamiteitenplan dat op 15 juli 2013 bij ons is ingediend. Hierin worden verschillende incident scenario's geschetst en is beschreven hoe moet worden gehandeld. Voor het overige wordt verwezen naar antwoord 36.
Vragen beschikking Ruigenhil Vastgoed B.V
5
52.
In hoeverre is de huidige calamiteitenprocedure van Nedstaal op orde? Van de diverse calamiteiten die bij Nedstaal of op hun bedrijventerrein zijn gebeurd is geen enkele informatie voor handen. In hoeverre is Nedstaal in staat om bij eventu ele calamiteiten goed OP te treden? Bij de aanvraag is een aanvulling op het bedrijfsnoodplan ingediend. Deze aanvulling voldoet. 1.
Is Nedstaal niet bang dat alle mensen hun gezondheidsklachten (waarvan een deel naar verwachting psychosomatisch zal zijn) van de komende jaren zullen wijten aan de verwerking van asbesthoudend materiaal? Deze vraag is gericht aan Nedstaal en valt buiten het toetsingskader van de aanvraag. Zal Nedstaal dan op dezelfde manier met de asbestslachtoffers omgaan als het nu al omgaat met zijn oud medewerkers die door asbestkanker getroffen zijn en nog steeds getroffen worden (omdat Nedstaal in het verleden hier al niet correct mee omging)? Deze vraag is gericht aan Nedstaal en valt buiten het toetsingskader van de aanvraag.
9.
103.
Is er geen overleg geweest is met Unesco ten aanzien van de risico's die honderdduizenden bezoekers van onze Kinderdijkse molens lopen in het geval van een calamiteit? Er is in onderhavige beschikking O (nul) emissie van asbestvezels vergund. TNO heeft berekend dat eventuele emissies zelfs bij een worst case scenario, nabij de inrichtingsgrens al zodanig klein zijn dat dit geen significante invloed heeft op het achtergrondniveau. De Kinderdijk ligt dusdanig ver van Nedstaal dat gesteld kan worden dat een eventuele emissie geen milieugevolgen heeft voor de Kinderdijk. Overleg met Unesco of andere organisaties is om die reden niet nodig.
E. CUMMULATIEVE EFFECTEN 54.
Is de schadelijke stofnorm zo laag dat er nog asbestbelastingsrisico bij kan? We hebben een A-15, andere grote bedrijven, grote schepen door de Noord (waaronder gevaar1ijke stoffen). Verder straks nog een containerterminal. Tankauto's over de brug. Moet er nog meer risico worden genomen?
De proef heeft geen invloed op de omvang van de emissies. De emissie van asbest is niet aangevraagd en wordt daarom niet vergund. Voor het overige dient Nedstaal binnen de vigerende eisen te blijven. De ontwerpbeschikking is aangepast om dit duidelijker te maken. 55.
Hoe groot is het cumulatieve groepsrisico?
Er is geen sprake van cumulatie, alle emissies blijven binnen de reeds vergunde grenzen. 56.
Wordt er rekening gehouden met de grenswaarden die gelden in overbevolkt gebied met veel industrie of mag elke inrichting apart de wettelijke grenswaarden uitstoten?
In de vergunningaanvraag van vigerende vergunning is voor de stoffen waarvoor een wettelijke grenswaarde is, getoetst aan deze betreffende waarde. Geconstateerd wordt dat de gehele inrichting de wettelijke grenswaarden niet overschrijden. Met deze vergunning voor het verwerken van hechtgebonden asbesthoudend schroot worden geen extra emissies vergund. 57.
Waarom moet dit proces hier in een dichtbevolkt gebied als de Alblasserwaard plaatsvinden? Nabij wonen veel mensen, langs Nedstaal fietsen dagelijks honderden kinderen en alle worden onnodig blootgesteld aan een te hoog risico op een van de meest verschrikkelijke vormen van ongeneselijke kanker die denkbaar is. Dit geldt ook voor de omliggende gemeenten. Waarvoor wordt dit risico genomen? Voor de winst? Voor het milieu?
Het bedrijf vraagt een vergunning aan op een bepaalde locatie. Aan het bevoegd gezag wordt gevraagd te beoordelen of de vergunning wel of niet kan worden verleend, en zo ja, welke voorschriften er aan de vergunning moeten worden verbonden. Initiatieven worden getoetst aan wet- en regelgeving. Op basis van deze toets wordt bepaald of zo'n initiatief vergund kan worden is. In dit geval wordt door ons geconstateerd dat het verwerken van hechtgebonden asbesthoudend metaalschroot voldoet aan de geldende wet- en regelgeving en daarom niet kan worden geweigerd. Wij hebben aan de vergunning voorschriften verbonden om zorg te dragen dat het voldoen aan deze wet- en regelgeving wordt gewaarborgd.
Vragen beschikking Ruigenhil Vastgoed B.V
6
F. WET- EN REGELGEVING 27.
Voldoet het ontwerpbesluit aan het vigerende bestemmingsplan van de gemeente Alblasserdam? Er is sprake van asbest afvalverwerking en dit betreft dus zeer gevaarlijk afval. Nedstaal is conform de vigerende vergunning PlH-2007-418405 benoemt als staalfabriek en niet als afvalverwerker of als asbest gecertificeerd verwerkingsbedrijf.
Nedstaal is in het bestemmingsplan aangemerkt als zwaarste categorie. Afvalverwerking valt daarmee ook binnen die categorie. Nedstaal blijft overigens in hoofdzaak staalfabriek. 132.
lijn er wetten die toezien op het verwerken van asbest?
Ja. Hoofdstuk 10 van de Wet milieubeheer en het Landelijk afvalbeheerplan (LAP) 60.
Is de aanvraag getoetst aan de Europese wetgeving? Is het wel toegestaan om Nedstaal een vergunning te verlenen om de proeven met asbest te doen?
Ja, er is getoetst aan Europese wet- en regelgeving. lie onder kop "toetsingskader van de aanvraag" in de vergunning. Onder de gestelde voorwaarden in de vergunning is het toegestaan om proeven met asbest te doen. Wij kunnen de vergunning derhalve niet weigeren. 61.
Het is onduidelijk waarom er geen extra maatregelen genomen moeten worden om het milieu te beschermen.
De aanvraag en de daarbij behorende stukken geven aan dat er geen andere emissies dan de reeds vergunde emissies worden verwacht. Erworden geen emissies van asbestvezels aangevraagd ofvergund. Indien er onder de meest ongunstige omstandigheden desondanks toch asbestvezels vrij zouden komen, is dit in dusdanig beperkte hoeveelheden, dat er geen gevaar is voor de volksgezondheid. Op basis hiervan achten wij het niet noodzakelijk verregaande aanpassingen aan installaties te eisen. Wij schrijven wel maatregelen voor die borgen dat de juiste grondstoffen worden gebruikt, die een goed ver100p van de proeven moeten borgen, die de onderdompeling in de smelt en het omzetten van het asbest in onschadelijke componenten moet bespoedigen en die borgen dat de vrijkomende emissies op een juiste wijze worden bemonsterd en onderzocht. Ook wordt extra voorzichtigheid in acht genomen doordat Nedstaal naar aanleiding van zienswijzen besloten heeft de proeven trapsgewijs uit te voeren, door eerst met beperkte hoeveelheden te starten. Deze nadere fasering is ogenomen in het Plan van Aanpak van 15 juli 2013 en wij hebben dit in de voorschriften vastgelegd. Tot slot is een vervolgproef alleen is toegestaan indien bij de voorgaande proef geen asbest is vrijgekomen.
G. FILTER 62.
Voor de goede filtering van kleine deelljes asbest voldoet een polynaaldfilter simpelweg niet, maar zijn zogenaamde nucleopore' goudfilters nodig. Heeft Nedstaal deze of gaat Nedstaal deze aanschaffen voor deze vergunning? Dat het polynaaldfilter niet geschikt is voor filteren van asbest wordt indirect onderschreven door het bureau Search. Bij 2.0 van de aanvraag wordt een beschrijving gegeven van het rookgas reinigingsresidu. Hierin wordt de stof asbest in het geheel niet vermeld. Dus moeten we ervan uitgaan dat deze stof niet wordt gefilterd. Dit terwijl TNO uitgaat van een bestaande achtergrondconcentratie van 40 vezels per m3. In praktijk houdt dit dus in dat nu reeds 700.000 x 40 = 28.000.000 asbestvezels per uur door het filterworden geleid, met als uitkomst geen asbest? Als het niet gefilterd wordt voldoet de huidige filter niet, als het wel gefilterd wordt dient de huidige filterkoek als asbesthoudendafval worden beschouwd. In de worstcase scenario zoals deze is gedefinieerd door TNO wordt gesproken over een uitval van de afzuiging en filterinstallatie. Moet Nedstaal geen maatregelen nemen in de vorm van noodstroomvoorziening of back-up systemen zoals gebruikelijk bij bijvoorbeeld afvalverbranding? Asbesthoudend schroot moet gekenmerkt worden als afval, moet dien ten gevolge er dan ook geen BBT van toepassing zijn die zich toespitst op afvalverwerking?
Vragen beschikking Ruigenhil Vastgoed B.V
7
Het achtergrondniveau waar TNO over spreekt, betreft het achtergrondniveau dat ~emiddeld in Nederland in de buitenlucht wordt verwacht. Dit ligt naar schatting tussen de 20 en 40 vezels per m . In het reguliere bedrijfsproces wordt geen asbesthoudend staalschroot gebruikt. Restproducten zoals het rookgas reinigingsresidu zijn daarom nooit onderzocht op asbestvezels. Voorafgaand aan de proeven moet daarom ook eerst het achtergrond niveau worden bepaald, waarbij rekening moet worden gehouden met een detectiegrens van 50 vezels per m3 . TNO heeft bij het bepalen van de risico's als 'worst case' scenario het uitgangspunt genomen dat het filter niets tegen houdt, zodat alle vrijgekomen vezels ook als emissie naar buiten gaan. Dit is gedaan om inzichtelijk te maken wat het effect is van de in dat geval te verwachten emissie. In het 'worst case' scenario vindt een (niet significante) verhoging van de achtergrondconcentratie plaats met maximaal 0,2%. Hiermee wordt aangetoond dat ook in het 'worst case' scenario het leefmilieu niet wordt aangetast. In het geval de achtergrondconcentratie wordt overschreden, is de proef mislukt en worden vervolgproeven niet toegestaan. Ten aanzien van het afvalaspect wordt opgemerkt, dat getoetst wordt aan het Landelijk Afvalbeheerplan. Potentieel asbesthoudend afval wordt apart opgeslagen en wordt volgens de bestaande wet- en regelgeving afgevoerd indien het inderdaad asbesthoudend blijkt te zijn. 63.
Kunnen de filters asbest afvangen?
De emissie van asbest is niet aangevraagd en wordt daarom niet vergund. De TNO-rapportage die deel uitmaakt van de aanvraag toont aan dat geen asbestvezels zijn vrijgekomen tijdens de laboratoriumproeven. Wel is een statistische bovengrens bepaald, op basis waarvan een verspreidingsberekening is gemaakt. Daarbij wordt uitgegaan van een 'worst case' scenario, waarbij het filter niet werkt en alle vrijgekomen asbestdeeltjes ook vrijkomen in de buitenlucht. Uitgaande van deze statistische berekeningen wordt vastgesteld dat een eventuele emissie zodanig klein is dat dit niet of nauwelijks een effect heeft op de achtergrondwaarde (geen significante verhoging) Zelfs de (strengste) blootstellingnormen worden niet overschreden. Op basis hiervan is het niet nodig om aanpassingen aan de filterinstallatie voor te schrijven of voorschriften ten aanzien van diffuse emissies op te nemen. Nedstaal heeft op 15 juli 2013 aangegeven wat de specificaties van dat het polynaaldfilter (wat een bepaald type doekenfilter is) zijn. Hieruit blijkt dat het filter veruit het grootste gedeelte van de vezels kan tegenhouden. Dit neemt niet weg dat voor de vergunning een nulemissie t.o.v. de achtergrondniveau wordt vastgelegd. 64.
Mag de filterkoek na een asbestproef nog in het buitenland (Duitsland) worden verwerkt?
Afvalstoffen moeten afgegeven worden aan en verwerkt worden door erkende afvalverwerkers. Het afvoeren van gevaarlijke afvalstoffen over de grens is gebonden aan zeer strenge regels. Indien het afval als gevolg van de proeven asbesthoudend is geworden is het niet langer toegestaan dat afval te recyclen. Het mag dan alleen nog gestort worden. H. DE INRICHTING 3.
Het dak van de fabriek is van asbesthoudend
m~teriaal,
slijt dat door de opstijgende warme lucht?
Dit valt buiten het toetsingskader van deze aanvraag. 14.
Wat is de "schoorsteen" in voorschrift 4.3.2?
Het bedrijf Nedstaal kent verschillende schoorstenen. Er is een centrale schoorsteen waarop de afzuiging van de dakkappen en de smeltovens is aangesloten. Dit is de schoorsteen waarop gemeten moet worden. Ter verduidelijking is het betreffende voorschrift hierop aangepast. 65.
In hoeverre is de fabriek volledig luchtdicht en kan er gegarandeerd worden dat eventuele vrijgekomen stoffen door andere manieren naar buiten geraken worden afgevangen is niet belegd in de vergunningsaanvraag?
Vragen beschikking Ruigenhil Vastgoed B.V
8
Vanwege een overgedimensioneerde afzuiginstallatie worden de rookgassen geforceerd afgezogen, waardoor rondom de smeltovens als het ware een onderdruksituatie wordt gecreêerd. Nagenoeg alle rookgassen worden hierdoor afgezogen. Alle afgezogen lucht wordt langs het filter geleid. Gaten in de muu r en in de dakkappen zorgen voor toevoer van verse lucht. Hoewel diffuse emissies nooit helemaal kun nen worden uitgesloten, is de verwachting dat eventuele diffuse emissies vanuit de smelt niet een significante bijdragen leveren. Tijdens de proeven worden op meerdere plaatsen in de hal monsters genomen en metingen verricht, waarmee een eventuele toename van asbestvezels in de hal kan worden waargenomen. 66.
Is er een onderdruk situatie in de hal aanwezig?
Wij zijn van mening dat niet kan worden gesteld dat in de gehele hal onderdruk heerst, maar dat sprake is van een geforceerde afzuiging bij de smeltovens, waardoor een situatie ontstaat waarbij de lucht nagenoeg volledig wordt afgezogen en dus 'Iokaal' als het ware een onderdruksituatie wordt behaald. 67.
Daarnaast wordt in het document innovatieve proeven Nedstaal gesproken over een 'onderdruk productiehal'. Onderdruk realiseer je door een drukverschil te creêren tussen 2 ruimten. Hoe wordt deze onderdruk gerealiseerd in een dergelijk grote en bovenallekkende ruimte? Om onderdruk te realiseren moetje een licht vacuüm realiseren door lucht te ontrekken ... die lucht moet ergens door naar buiten ... inderdaad door filters die niets kunnen met Nano deeltjes! Hoeveel onderdruk is er nodig om te voorkomen dat stof en nanodeeltjes zich niet kunnen verspreiden? Hoe lang moet een onderdruksituatie gehandhaafd worden, met andere woorden hoelang moet het pand hermetisch afgesloten blijven?
Zie antwoord 66. 68.
Als er geen lucht mag ontsnappen moet dat met onderdruk en hoe gaat dit bij de overslag?
Zie antwoord 66. 69.
In de ter inzage legging wordt bij het punt Afzuiging gesteld dat je 700.000 m3 afzuigt, dan moet je toch ook ongeveer 700.000 m3 toevoeren. Hoe moet je dit zien in relatie tot onderdruk en een gecontroleerde omgeving?
Zie antwoord 66. I. TOEZICHT EN HANDHAVING 70.
Wanneer wordt er ingegrepen bij de proef? En bij in bedrijf?
De proef bestaat uit een aantal stappen die elkaar opvolgen. De proeven worden ook gefaseerd uitgevoerd om de risico's te beperken. Tijdens de proeven is altijd een toezichthouder aanwezig. Ook voorafgaand aan een proef vindt controle plaats door het beoordelen van rapportages en onderzoeksrapporten of door toepassing van bijvoorbeeld ketencontrole. Indien de voorschriften uit de vergunning niet worden opgevolgd, zal handhavend worden opgetreden. In voorschrift 5.2.3. (van de beschikking) is voorgeschreven dat een vervolgproef pas mag worden uitgevoerd nadat er op basis van resultaten van de metingen en monsternamen is geconcludeerd dat als gevolg van de proef geen verhoging van de achtergrondconcentratie heeft plaatsgevonden. Indien de resultaten van een proef uitwijzen dat asbest vanuit de proef is vrijgekomen, mag geen vervolgproef worden uitgevoerd. Er zal dan ook handhavend worden opgetreden, waarbij het intrekken van de vergunning tot de mogelijkheden behoord. Het verwerken van licht asbesthoudend staalschroot als reguliere bedrijfsactiviteit is niet aan de orde. 71.
Is er geen belangverstrengeling dat zowel de vergunningverlener ook de controleur is?
Nee. Op basis van het Besluit omgevingsrecht zijn Gedeputeerde Staten bevoegd om op een aanvraag van Ruigenhil Vastgoed B.V. te beslissen en toezicht te houden. Ook is in het Besluit omgevingsrecht bepaald dat personen die met toezicht zijn belast niet tevens de vergunning mogen verlenen.
72.
Wie controleert het uitvoeren van de proeven?
Nedstaal zal de monsters laten nemen en onderzoeken door een geaccrediteerd laboratorium. OZHZ zal bij de eerste proeven door een onafhankelijk bureau tegelijkertijd monsters nemen en laten analyseren. Tevens zal bij alle proeven toezicht worden gehouden en worden de resultaten van de metingen die in opdracht van Nedstaal zijn uitgevoerd door ons ter controle beoordeeld.
Vragen beschikking Ruigenhil Vastgoed B.V
9
83.
Wat als ik straks als ongeruste burger vragen heb, als Nedstaal asbest verwerkt? Bijvoorbeeld omdat ik veel rook zié, of stank signaleer, of andere klachten heb over Nedstaal? Bij wie kan ik dan terecht?
Klachten kunnen worden gemeld via de milieutelefoon : 0888-333 555. De wachtdienst is 24 uur per dag bereikbaar voor het melden van klachten met betrekking tot geluid, geur, stof, bodemverontreiniging of andere overlast van bedrijven. Na het indienen van een melding belt een wachtdienstmedewerker van OZHZ u terug. In de meeste gevallen wordt er aan de hand van de melding een onderzoek gedaan en actie ondernomen binnen de wettelijke mogelijkheden. Digitaal melden kan ook via een meldingsformulier op ww.ozhz.nl. Indien gewenst, wordt aan u teruggekoppeld over de afhandeling van de klacht. 73.
Wordt er nu al bij het bedrijf permanent gecontroleerd op de schadelijke stoffennorm?
Het huidige controleregime van de diverse parameters is vastgelegd in de vigerende vergunning. Toezicht vindt niet permanent plaats. Het bedrijf is verantwoordelijk voor de naleving van de vergunning en de daarin gestelde voorschriften. De stofemissies worden door het bedrijf gemeten en wij controleren of deze meting op een goede wijze is uitgevoerd. Tevens wordt daarbij getoetst of aan de vergunningseisen wordt voldaan. Het bedrijf dient jaarlijks verslag te doen van de geêmitteerde stoffen. Tijdens de proef/proeven zal een toezichthouder aanwezig zijn. Ook wij willen zekemeid over het al dan niet slagen van de proef.
J. STAALSCHROOT 8.
De aanvraag is ingediend om gedurende maximaal een jaar proeven te doen aangaande het smelten van staalschroot dat in lichte mate asbesthoudend is: witte asbest dat hechtgebonden is aan het staalschroot. Gedacht wordt onder andere aan stalen beplatingen van metro- of treinstellen, f1enzen, stalen stellingen en dergelijke. Is het niet zinvol om dit te limiteren? Ik denk hierbij aan olieplatforms, schepen. Deze kunnen eveneens gevat kunnen worden onder de woorden: onder andere c.q. en dergelijke.
Voor de vergunning is het niet relevant waar het schroot vandaan komt (metrostellen, schepen, treinen etc.) maar wat de samenstelling van het schroot is. De samenstelling mag niet afwijken van hetgeen is weergegeven in de aanvraag en de vergunning. Nedstaal dient van iedere nieuwe partij met licht asbesthoudend staalschroot de resultaten van een partijonderzoek aan ons toe te sturen. Daarin moet worden opgenomen wat de samenstelling van de partij is (o.a. type asbest, vorm van hechtgebondenheid, percentage en/of hoeveelheid asbest in partij). Ook zal Nedstaal iedere keer dat ze een nieuw type materiaal wil beproeven, eerst met een laboratoriu m proef moeten aantonen dat geen asbest vrij komt. 23.
In hoeverre zijn de asbestdeeltjes nog hechtgebonden als deze in een voorproces zijn verknipt? De metrostellen komen niet in zijn geheel aan.
Aangevraagd is het verwerken van hechtgebonden asbest. Ander asbest dan hechtgebonden asbest mag niet worden verwerkt omdat dit niet is aangevraagd. Doordat het asbest hechtgebonden is kunnen asbestvezels zeer moeilijk vrijkomen. Partijen asbest worden voor ze naar Nedstaal gaan eerst gecontroleerd en bemonsterd door een daartoe gecertificeerd/geaccrediteerd bedrijf. In bepaalde gevallen, zoals bij de platen van de metrostellen, zal het plaatwerk inderdaad eerst op maat moeten worden geknipt. TNO geeft aan dat de kans dat daarbij asbestvezels vrijkomen minimaal is. Deze uitspraak van TNO is gebaseerd op verschillende onderzoeken aangaande het bewerken van asbesthoudend materiaal. Het knippen gebeurd echter niet bij Nedstaal, maar bij de leverancier. Dit valt dan ook buiten de scope van de vergunning voor Nedstaal. Het geknipte materiaal wordt geladen in speciaal daarvoor ontwikkelde containers. De containers worden verzegeld op de locatie waar het licht asbesthoudend metaalschroot wordt geladen. Theoretisch kunnen als gevolg van het transport door wrijving van plaatdelen asbestvezels vrijkomen in de container. TNO schat in dat deze kans zeer klein is. De containers blijven echter gesloten tot het moment dat het staal in de smelt gebracht moet worden. 74.
Nu al zijn er ernstige twijfels over de ingangscontrole van het huidige staalschroot. Ook hierop wordt onvoldoende controle uitgeoefend door OZHZ. Er is sprake van een enkele keer een aangekondigde controle en een incidenteel gesprek met de directie van Nedstaal. Gezien de risico's van schrootverwerking is dit absoluut onder de maat. Zijn er rapportagellogboeken beschikbaar van afgekeurde partijen? Kan er sprake zijn van 'druk van bovenaf om discutabele partijen goed te keuren? Kan het zijn dat de enorme emissie overschrijding wordt veroorzaakt door toepassing van 'dubieus' schroot?
Vragen beschikking Ruigenhil Vastgoed B.V
10
Het aanbieder:'l van het schroot met een asbesthoudende bitumencoating geschiedt door een daartoe, conform
se 530, gecertificeerd bedrijf. Het materiaal wordt voorafgaand (aan de koop van de partij) onderzocht, zodat
bekend is of de partij voldoet aan de in de vergunning gestelde eisen. Het asbesthoudend materiaal wordt vervolgens aangeleverd in gesloten containers. Daarbij is het wettelijk verplicht om in de vrachtdocumenten de hoeveelheden en samenstellingen van afvalstoffen op te nemen. Aan de poort worden de vrachtbrieven gecontroleerd en ook vindt controle plaats op visuele gebreken aan de container. Op 15 juli 2013 heeft Nedstaal een acceptatieprotocol ingeleverd, waarin onder andere wordt ingegaan op de acceptatiecontroles. Om een eventuele emissie aan de poort te vermijden hebben wij in tegenstelling tot wat in het acceptatieprotocol staat, de controle op de inhoud van de containers aan de poort verboden. Nedstaal heeft aangegeven controles op de inhoud van de containers te zullen uitvoeren bij de leverancier. Samen met de uitgebreide vooracceptatie van de partij geven deze controles bij de leverancier ons inziens voldoende borging om acceptatie van ongewenst materiaal te voorkomen. De onderhavige vergunning heeft alleen betrekking op de aangevraagde wijziging. Bij alle proeven zal een toezichthouder aanwezig zijn. AIIeen goedgekeurde partijen staal worden geaccepteerd en gesmolten. Afgekeurde partijen worden gemeld en geregistreerd. In de vergunning worden eisen gesteld aan het voorkomen van dubieus schroot. Het is de verantwoordelijkheid van Nedstaal om deze voorwaarden na te leven. Indien geconstateerd wordt dat dit niet gebeurd kan/zal handhavend worden opgetreden. 75. Indien na afloop van de proeven zou worden geconcludeerd dat er geen gevaar zou zijn, zijn er dan nog maximum hoeveelheden asbest houdend schroot die verwerkt mogen worden, of mag dan alles, waardoor de getallen en risico's wederom toenemen? En als na 10 jaar het schroot in Nederland op is, wordt dan al het resterende schroot in de wereld naar Alblasserdam aangevoerd? En blijft Nedstaal dan bij zijn standpunt dat het NIET zelf controleert wat er aangeleverd wordt maar alleen de papieren bekijkt of zorgt het voor meer veiligheid en controleren ze dan wel de inhoud van de aangeleverde containers? In onderhavige procedure wordt alleen op de aanvraag van 12 oktober 2012 beschikt. Mogelijke toekomstige situaties worden niet in deze procedure beoordeeld. Dat kan pas op het moment dat er een nieuwe vergunningaanvraag ligt. 76.
Mogen er andere partijen het schroot wat nu wordt gebruikt op asbest en andere schadelijke stoffen controleren? Op basis van het Besluit omgevingsrecht zijn Gedeputeerde Staten bevoegd om op een aanvraag van Ruigenhil Vastgoed B.V. te beslissen en toezicht te houden. 131.
Weet Nedstaal de precieze samenstelling van het asbestschroot? Geeft de leverancier van dit schroot deze informatie en wordt deze getoetst op juistheid en volledigheid? Hoe wordt het nog te verwerken asbeststaal opgeslagen ? Is de oude locatie van Nedstaal hier geschikt voor? Hoe lang wordt dit opgeslagen ? Metingen bij binnenkomst en de opslag, tijdens het verwerkingsproces en na afloop van het proces lijken me evident. Wat gebeurt er met het metaal, waarin "deze deeltjes nu op een ongevaarlijke manier in opgenomen zijn"? Dit wordt geleverd aan de metaalmarkt met de mededeling dat hier verbrande asbestresten in zouden kun nen zijn?
Het aangeleverde staalschroot mag niet afwijken van h~tgeen er is aangevraagd. ledere partij asbesthoudend staalschroot moet door een gecertificeerd of geaccrediteerd bureau zijn onderzocht, om zo de samenstelling van het materiaal te bepalen. Zoals in de aanvraag vermeld wordt het nog te verwerken staal in afgesloten containers opgeslagen. Deze worden opgeslagen in de hal van Nedstaal op een aparte plek, welke speciaal voor de containers zal worden ingericht. Er mogen niet meer dan twee containers met licht asbesthoudend staalschroot worden opgeslagen. Er is geen maximale verblijftijd voor de opslag van de containers voorgeschreven. Wel is voorgeschreven dat de containers afgesloten blijven tot de aanvang van de proef. Naar verwachting zal een container slechts een beperkt aantal dagen voorafgaand aan een proef worden aangeleverd. De metingen worden verricht conform de in het meetplan van Search, behorende bij de aanvraag, beschreven methode. Het asbest valt in de smelt volledig uiteen in ongevaarlijke componenten, die overeenkomen met glas, zand en water. Deze componenten worden opgenomen in de staalslak welke een restproduct vormen. Voor de staalslak zijn dezecomponenten zelfs gunstig. In het staal zelf is dus niets terug te vinden van de asbest. 130.
In de vergunning is aangegeven dat het gaat om het verbranden van het staalschroot van metrostellen en andere soorten staalschroot. Welke type ander schroot gaat er verwerkt worden is niet in de aanvraag verwerkt. Tevens is niet aangegeven hoe dit schroot eruit ziet? Welke types asbest er zit op dat andere schroot? Hoe is de hechting van dit andere schroot? Wat is het verschil tussen de andere staalschroot en dat van de metrostellen? Hoe is het verschil getest en proefondervindelijk bewezen dat dit geen gevaar oplevert voor de gezondheidszorg en de natuur? Kortom, in hoeverre houdt Nedstaal zich aan de eigen vergunningsaanvraag?
Vragen beschikking Ruigenhil Vastgoed B.V
11
Zie antwoord 8. 78.
Kan het zijn dat het gewichtspercentage asbest schroot meer is als 3. Hoe wordt dit gecontroleerd?
Nedstaal vraagt proeven aan met asbesthoudend staal, waarbij het percentage asbest in de asbesthoudende laag (een bitumen coating) kan variêren van minder dan 2% tot max. 5 %. Het gewichtspercentage wordt via bemonstering vooraf gecontroleerd. Voor de controle zie 63. Voor de proeven met het staal afkomstig van de metrostellen is dit reeds vastgesteld. TNO heeft vastgesteld dat daarvan het percentage maximaal 2% is en gemiddeld ongeveer 1,5%. Voor f1enzen en dergelijke is geen maximum percentage asbest aangevraagd. In de vergunning hebben wij voor f1enzen en dergelijke een maximum gewicht van 6,6 kg asbest per batch van maximaal 5 ton staalschroot opgenomen. K. LABORATORIUMTEST TNO 7.
TNO baseert een aantal conclusies op basis van literatuuronderzoek (Elsevier). Zijn deze onderzoeken onafhankelijk en gerenommeerd?
TNO is een onafhankelijke en gerenommeerde organisatie. 84.
Er is kleinschalig getest door TNO, maar niet bewezen is dat dit goed voorspelt wat gaat er gebeuren in de praktijk, in een fabriek die oud en in slechte staat is en waar behoorlijk vaak calamiteiten zijn?
Omdat niet volledig is uit te sluiten dat er verschillen optreden ten opzichte van het uitvoeren van een proef in een laboratorium is de activiteit als proef aangevraagd. 85.
Is het doen van testen in een volledig beveiligd en afgesloten laboratorium hetzelfde als het doen van een proef in een enorme groot lek gebouw met slechte filters en slechte veiligheidsnormen?
Omdat niet volledig valt uit te sluiten dat er verschillen optreden ten opzichte van het uitvoeren van een proef in een laboratorium is de activiteit als proef aangevraagd. In het laboratorium zijn de omstandigheden echter zodanig gecreêerd dat een 'worst case' scenario goed kan worden nagebootst. Onder die omstandigheden zijn geen asbestvezels vrijgekomen. Rekening houdend met een statistische onzekerheid heeft TNO berekend hoe groot een eventu ele emissie bij een proef in de praktijk kan zijn. Op grond daarvan is ook berekend wat dan de invloed in de omgeving van Nedstaal zou zijn wanneer al die vezels vrij zouden komen in de buitenlucht. Zie hiertoe ook vraag 39. Hoewel een laboratoriumtest dus niet het zelfde is als een proef in de praktijk, is het wel mogelijk om bij de laboratoriumproeven uit te gaan van de meest ongunstige omstandigheden ('worst case' scenario). Bij de praktijkproef is overigens sprake van een geforceerde afzuiging boven de smeltoven, waardoor als het ware een onderdruksituatie rond de smeltovens. Daardoor worden nagenoeg alle rookgassen afgezogen en via het filter naar buiten wordt geleid. Het filter voldoet aan BBT. Uit de op 15 juli 2013 ontvangen informatie blijkt dat het filter de meeste asbestvezels kan afvangen. 86.
Zijn de hoeveelheden die in het laboratorium getest zijn even groot als de hoeveelheden die tijdens de proeven verbrand zullen worden?
Nee. 87.
In hoeverre komen de door TNO gebruikte filters overeen met de huidige filters die Nedstaal in hun fabriek heeft staan. Dit is niet omschreven in het beschikbare materiaal en geeft een onbetrouwbare meetresultaten.
Bij de laboratoriumtest heeft TNO onder worst case omstandigheden beproeft of asbestvezels vrijkomen. De opstijgende lucht is daarbij over een filter geleidt dat fijn genoeg is om asbestdeeltjes tegen te houden. In het filter zijn geen asbestvezels aangetroffen. Bij de immissieberekeningen, waarbij wordt gekeken wat de invoelt van een emissie in de omgeving is, is TNO eveneens van een 'worst case' situatie uitgegaan, waarbij het filter van Nedstaal niets tegen houdt. Zie ook vraag 85.
L. MILlEUEFFECTRAPPOPRTAGE I MER 90.
Waarom geldt er geen mer-plicht?
Vragen beschikking Ruigenhil Vastgoed B.v
12
De drempelwaarde voor de activiteit C21.5 genoemd in kolom 1 van de Bijlage bij Besluit milieueffectrapportage wordt niet overschreden, er hoeft dus geen MER opgesteld te worden. Zie verder onder kopje "milieueffectrapportage" van de vergunning. M. EMISSIES EN METINGEN
91.
Hoe betrouwbaar zijn de metingen?
De metingen worden uitgevoerd op de daarvoor geldende (NEN) meetmethoden. Daarbij wordt gebruik gemaakt van de ATEM-methode die wordt aanbevolen door het Europees Parlement. 92.
De apparatuur die mogelijk vrijgekomen asbest meet, meet die zelfs de allerkleinste deeltjes asbest die vrij kunnen komen?
Ja. De toegepaste ATEM-methode is in vergelijking met andere methodes goed in staat ook de kleine deeltjes op te sporen. 93.
Emissiemetingen (door wie uit te voeren en te controleren?) zullen gebaseerd zullen worden op puntsmetingen. Diffuse metingen duiden de juiste c.q. werkelijke (ver-)spreiding van (schadelijke) stoffen. Waarom dan geen diffuse metingen?
Er wordt op verschillende plaatsen binnen de hal gemeten. Deze plaatsen zijn zo gekozen dat, als er emissie optreedt, de emissie juist op deze plaatsen wordt verwacht. Een gespecialiseerd bureau gaat de metingen uitvoeren, dit is vastgelegd in voorschrift 4.1.1. TNO gaat de genomen monsters onderzoeken en stelt een rapportage op. Uit deze metingen zal blijken of en zo ja ook waar in de hal sprake is van een toename aan asbestvezels. OZHZ zal door een onafhankelijk bureau tegelijkertijd monsters laten nemen en analyseren. 94.
Hoe kan er optimaal worden gecontroleerd als meetapparatuur i.v.m. de hitte niet in de directe omgeving van de bron kunnen,worden geplaatst. (Waarom een 3.5 meterniveau in ruimtes waarin zich mensen begeven? 1,5 meter of 1.8 meter ligt toch veel meer voor de hand). Is een toetsing aan de NEN 2991 norm ook niet van toepassing? Hoe gaat Nedstaal aantoonbaar laten zien dat er geen schadelijke stoffen zijn vrijgekomen als de meetapparatuur niet op medewerkers hoogte staan?
Het gaat om het meten van asbestvezels die zich verspreiden. Met de wijze waarop de verspreiding kan plaatsvinden is rekening gehouden in het geval er toch een emissie van asbestvezels plaats zou vinden. Er wordt gemeten op plaatsen waar de vezels dan aangetroffen kunnen worden. Het meten gebeurt door het nemen van monsters die in een laboratorium onder een elektronenmicroscoop worden onderzocht. Deze methode wordt door het Europees parlement genoemd als de beste methode om asbestvezels op te sporen (zie Verslag over aan asbest gerelateerde bedreigingen voor de volksgezondheid op de werkplek en vooruitzichten op afschaffing van alle bestaande vormen van asbest, van 30 jananuari 2013). 96.
Op welke manier wordt gegarandeerd dat de kleinste deeltjes asbest zullen worden gemeten (tot minder dan 1 MU)?
De aanvraag gaat ervan uit dat er geen asbestvezels worden geemitteerd. Er wordt daarom ook geen emissie van asbestvezels vergund. Middels metingen moet worden aangetoond dat er geen asbestvezels worden geemitteerd. Voorschrift 4.3.1 is aangepast. De bij de proeven genomen monsters worden onderzocht met microscopen die zelfs de kleinste asbestdeeltjes kun nen waarnemen. 99.
Is met de uitgevoerde proeven echt bewezen dat er geen gezondheidseffecten zijn op de verwerking van asbest? Het is mogelijk dat de deeltjes te klein zijn om opgespoord te kunnen worden, of dat TNO nog niet de kennis en de middelen heeft om een juist onderzoek te doen naar iets wat immers nog nooit heeft plaatsgevonden. Het zou een kwalijke zaak zijn als over 20/30 jaar blijkt uit nieuw onderzoek, dat er wel degelijke schadelijke gevolgen waar te nemen zijn!
De proeven zijn aangevraagd als proefproject om aan te tonen dat de resultaten van de proefnemingen uitgevoerd door TNO correct waren. Hiertoe worden ook metingen uitgevoerd. Met de gebruikte ATEM-methode kun nen zelfs de kleinste deeltjes worden gevonden. Indien als gevolg van een proef een verhoging van de achtergrondconcentratie wordt gemeten dan mogen vervolgproeven conform voorschrift 5.2.3 niet worden uitgevoerd. 100.
Hoe kun nen ze bewijzen, dat het van deze fabriek afkomstig is en niet van een ander stuk asbest? Welke garanties kunt u hierover geven?
Vragen beschikking Ruigenhil Vastgoed B.V
13
De metingen en monsternamen worden binnen in de hal:van Nedstaal uitgevoerd. Eerst wordt de achtergrondconcentratie van asbestvezels vastgesteld. Indien tijdens de proeven asbestvezels vrijkomen dan zal dat invloed hebben om de achtergrondconcentratie in de hal en in het filter van Nedstaal. Een verhoogde concentratie ten opzichte van de achtergrondconcentratie wijst dan op een emissie van asbest welke dan vrijwel zeker te wijten is aan de uitgevoerde proef. In dat geval zijn vervolgproeven conform voorschrift 5.2.3 met het materiaal niet meer toegestaan. Er is in onderhavige beschikking O (nul) emissie van asbestvezels vergund. 133.
Indien ook windmolens worden geplaatst wat is daarvan dan het effect op de verspreiding van emissies van Nedstaal?
Er zijn op dit moment geen windturbines. Voor de aangevraagde proeven is dit dus niet relevant. Het versmelten van licht asbesthoudend staalschroot als reguliere bedrijfsomstandigheid is eveneens nog niet aan de orde. Indien een vergunning voor het plaatsen van windturbines wordt aangevraagd zal daarin moeten worden aangegeven wat de gevolgen zijn voor de verspreiding van emissies. Deze gevolgen zijn bepalend voor het al dan niet vergunnen van het plaatsen van windturbines. 101.
Over welk gebied wordt de asbest door de lucht verspreid?
Er is in onderhavige beschikking O (nul) emissie van asbestvezels vergund. Voor de duidelijkheid is voorschrift 4.3.1 aangepast. In de verspreidingsberekening van TNO is aangegeven wat de invloed van een eventuele emissie is. Daaruit blijkt dat zelfs bij de dichtstbijzijnde woningen de invloed op de geschatte achtergrondwaarde naar verwachting 0,2% of minder is. Zie antwoord 39. 102.
In punt 9 wordt gemeld: 'het hele stuk ademt de sfeer uit dat er nauwelijks risico's aan 'verbonden- zijn' en 'geen emissie van asbestvezels naar de omgeving is.'uitgangspunt vergunningsverlening'. Mij rest de vraag: welk risico's zijn eraan verbonden omdat als verwoording 'nauwelijks' gebruikt wordt. Definitie van, nauwelijks is 'bijna niet'. Dit betekent dat er enkele risico's zijn. Welke zijn dit? Daarnaast rest mij de vraag: welke feiten zijn er betreffende 'geen emissie van asbestvezels -naar de omgeving is uitgangspunt vergunningsverlening'?
De aanvraag en bijbehorende stukken geven aan dat er geen emissie van asbest plaats zal vinden. Deze stelling is onderbouwd door literatuuronderzoek en laboratoriumproeven welke zijn uitgevoerd door TNO. TNO heeft vastgesteld dat chrysotiel asbest al bij temperaturen tussen de 450 en 800 oe ontleedt in onschadelijke componenten. Bij de praktijkproef wordt het staal met de asbesthoudende coating direct in een staalsmelt gebracht, met temperaturen tussen de 1500 en 1700 oe. TNO geeft aan dat deze temperaturen zodanig hoog zijn, dat de kan s op het vrijkomen van asbestvezels vanuit de smelt nihil is. In het korte moment waarop het staal met de coating in de smelt wordt gebracht, maar nog niet in de smelt is ondergedompeld, bestaat de kans dat de coating vlam vat. TNO heeft door middel van laboratoriumproeven onderzocht wat er dan kan gebeuren. Hierbij is vastgesteld dat bij het branden van de asbesthoudende coating, onder de meest ongunstige omstandigheden (worst case), geen asbestvezels vrij komen. Bij iedere meting wordt rekening gehouden met een onzekerheidsmarge (95%-betrouwbaarheidsinterval). Op basis van deze onzekerheidsmarge heeft TNO een statistische bovengrens berekend, waarbij rekening is gehouden met de opschaling van een laboratoriumproef naar een praktijkproef. Deze statistische bovengrens is door TNO gebruikt als (theoretische) emissie voor een tweetal verspreidingsberekeningen om de maximale immissie in de omgeving te bepalen. De berekeningen zijn 'worst case' uitgevoerd. Uit de'worst case' berekende waarden blijkt dat de immissie nabij de meest nabij gelegen woningen lager is dan 0,04 vezels I m3 • Dit hebben wij vergeleken met de achtergrondconcentratie die TNO opgeeft (20 - 40 vezels I m3) en met de verwachte toekomstige strengere grenswaarde voor arbeidssituaties welke op basis van een onderzoek van de Gezondheidsraad wordt aangescherpt tot 2000 vezels I m3 bij een blootstelling van 8 uur per dag. Uit de vergelijkingen blijkt dat de (theoretische) immissie tijdens de proeven ten opzichte van de hiervoor beschreven vergelijkingssituaties een factor 1.000 respectievelijk 50.000 lager ligt. Hoewel uit de 'worst case' berekeningen van TNO blijkt dat een eventuele emissie van astbest ver onder de blootstellingnorm blijft en zelfs bij de meest nabij gelegen woningen niet zalleiden tot een merkbare verhoging van de achtergrondwaarde, heeft Nedstaal tijdens de informatieavonden laten weten naar aanleiding van de zienswijzen de proeven meer stapsgewijs uit te voeren, waardoor eventuele risico's nog verder worden beperkt. Het Plan van Aanpak, behorende bij de aanvraag ging al uit van een fasering in het percentage asbest in de asbesthoudende laag. Bij de eerste proeven bevat de asbesthoudende laag namelijk minder dan 2% asbest. Bij latere proeven kan dat oplopen tot maximaaI5%. Met het Plan van Aanpak van 15 juli 2013 is ook de grootte van de batches in stappen opgevoerd. Te beginnen bij 1 ton asbesthoudend staalschroot. Hiertoe heeft Nedstaal op 15 juli 2013 een aangepast Plan van Aanpak ingediend, waarin de fasering nader is uitgewerkt. Op basis daarvan is de beschikking aangepast, waarbij de fasering ook als zodanig is voorgeschreven (voorschrift 5.2.7 en 5.2.8). In het op 15 juli 2013 aangegeven calamiteitenplan is beschreven wat de meest risicovolle situaties zijn en hoe gehandeld zal worden wanneer iets fout gaat.
Vragen beschikking Ruigenhil Vastgoed B.v
14
119.
Kunnen er tijdens het storten van het asbesthoudend schroot vezels in het pand van Nedstaal en vervolgens in de buitenlucht terecht komen?
De emissie van asbest is niet aangevraagd en wordt daarom niet vergund. Op grond van de laboratoriumtest van TNO worden asbestemissies niet verwacht, maar heJ wordt niet geheel uitgesloten. Dat is ook de reden dat de activiteit als proef is aangevraagd. Er bestaat een kleine kan s dat een geringe hoeveelheid asbestvezels vrij komt. De omvang van een eventuele emissie is door TNO berekend. De gevolgen daarvan zijn echter zo klein dat deze zelfs wanneer het filter bij Nedstaal niets tegenhoudt er nagenoeg geen verandering optreed in de achtergrondwaarden nabij de dichtstbijzijnde woningen. Zie ook het antwoord op vraag 39. Het filter van Nedstaal is echter in staat om het overgrote deel van de vezels af te vangen in het geval er toch asbestvezels vrijkomen. Zie ook het antwoord op vraag 66. 80.
Ik verzoek u een onafhankelijk onderzoek te laten verrichten naar de werkelijke diverse emissies. Hoe en wanneer denkt u anders over de juiste emissie gegevens betreffende kwikemissies, stof, zinkemissies en andere relevante stoffen te kun nen beschikken daar het bedrijf u volgens de contra -expertise niet de juiste gegevens heeft doen toekomen, en de diverse emissies veel hoger blijken dan aan u gemeld terwijl alle puntbronnen en diffuse bronnen apart gespecificeerd vermeld dienen te worden volgens de Europese wetgeving.
Wij verwijzen met betrekking tot de genoemde emissies naar onze brief van 26 maart 2013 (kenmerk 2013007731/1GI) welke op de volgende plaats op onze website inzichtelijk is httj;!:I/www.ozhz.nl/actueledossiers/nedstaal/. 104.
Ik wil dus weten op grond van welke representatieve onderzoeken Nedstaal denkt dit te kunnen verkopen aan de Nederlandse burgers, welke methodes en rekenmodellen bij deze onderzoeken gehanteerd zijn, met referenties naar buitenlandse publicaties die er ongetwijfeld zullen zijn.
De onderzoeken zijn bij de aanvraag gevoegd. N. PROCEDUREI COMMUNICATIE
106.
Waarom is de vergunningsaanvraag maar in beperkte wijze verspreid (directe bewoners in de omgeving)?
De ontwerpbeschikking is gepubliceerd in de huisbladen van Alblasserdam, Hendrik-Ido-Ambacht en Papendrecht en op de site van de Omgevingsdienst Zuid-Holland Zuid (www.ozhz.nQ. Daarmee wordt voldaan aan de eisen uit de Algemene wet bestuursrecht. Daarnaast hebben wij in de directe omgeving (ca. 500 mete r) van Nedstaal een brief laten bezorgen met een kennisgeving. 107.
Hoe kan het dat Alblasserdam en de andere omliggende gemeentes nauwelijks iets weten of op de hoogte zijn? Hoe kan het dan dat slechts een handjevol omwonenden van Nedstaal zo kort van te voren een briefje door de bus gestuurd krijgen over de voorgenomen plannen?
De gemeenten Alblasserdam, Hendrik-Ido-Ambacht en Papendrecht zijn bij de procedure betrokken als (wettelijk) adviseurs. Alle 3 de gemeenten is verzocht advies te geven op de concept ontwerpbeschikking. Deze gemeenten waren dus op de hoogte van de voorgenomen plannen NedstaaL Omwonenden zijn zoals gebruikelijk overeenkomstig de Algemene wet bestuursrecht in de gelegenheid gesteld om hun zienswijzen in te brengen gedurende 6 weken vanaf het moment dat de ontwerpbeschikking ter inzage wordt gelegd. Zie antwoord 106. 108.
De aanvraag is van apri12012, waarom worden de bewoners pas in een laat stadium betrokken bij zo'n gevoelig onderwerp?
OZHZ heeft zoals gebruikelijk de procedure bekend gemaakt conform de Algemene wet bestuursrecht (Awb). Dit betekent dat bij een ontwerpbesluit (weigering of vergunning) de bewoners van de betrokken gemeenten op de hoogte worden gebracht door middel van een kennisgeving in de huis aan huisbladen. en de mogelijkheid krijgen om hun zienswijzen bekend te maken. In dit geval zijn omwonenden in een straal van ca. 500 meter rondom Nedstaal ook per brief op de hoogte gebracht. Alle ingediende zienswijzen worden betrokken bij onze definitieve besluitvorming. Zie antwoord 107.
Vragen beschikking Ruigenhil Vastgoed B.V
15
110.
En als blijkt dat er dus te weinig duidelijk is en er op een bijeenkomst 19 december 2012 op het gemeentehuis van Alblasserdam zo duidelijk naar voren komt dat de bevolking zich grote zorgen maakt en duidelijkheid zoekt, waarom wordt die datum van 21 januari dan niet uitgesteld? Vanwaar die haast? Waarom kon deze datum met geen mogelijkheid uitgesteld worden? Als zowel Nedstaal als de OZHZ zulke goede intenties hebben en die duidelijkheid graag wil verschaffen, en die onrust graag wil wegnemen, waarom handelen jullie daar dan niet naar?
De termijn volgt uit artikeI3:16, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht. De termijn is niet rekbaar, de wetgeving en jurisprudentie hier~mtrent bieden daarvoor geen ruimte. 112.
Hoe bestaat het dat er nauwelijks informatie over een dergelijke risicovol en omvangrijk project in de regio bekend is? Is het niet het doel van de OZHZ om te zorgen voor duidelijkheid bij burgers en· overheden als het gaat om dergelijke zaken die het milieu en de omgeving betreffen? Als Nedstaal en de OZHZ zo overtuigd zijn van de veiligheid bij deze voorgenomen plannen, dan hadden jullie hier toch al veel eerder kenbaarheid aan kunnen geven? Waarom gebeurt dit dan zo kort voor 21 januari? Zo kort voor de datum dat een eventuele vergunning verleend zou gaan worden? Juist als jullie het vertrouwen van de burgers hadden willen winnen en duidelijke informatie hadden willen verstrekken dan had dit toch al veel eerder en op veel grotere schaal moeten gebeuren om zo de onrust die nu terecht ontstaan is te voorkomen?
OZHZ heeft de procedure zoals beschreven in Afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht gevolgd. Daarnaast zijn twee openbare gedachtewisselingen georganiseerd waar de ontwerpbeschikking is toegelicht en waar gelegenheid is geboden om vragen te stellen. Ook zijn omwonenden van Nedstaal aangeschreven ter attendering op de ontwerpbeschikking. Bij het opstellen van de definitieve beschikkirig wordt op grond van de zienswijzen beoordeeld of er aanleiding is om het besluit aan te passen ten ()pzichte van het ontwerp. 113.
Waarom geeft de OZHZ vooraf in de bezwaarperiode al aan dat er geen enke le reden is om de vergunning af te wijzen? In hoeverre is dit juridisch juist, aangezien iedereen de mogelijkheid heeft om een bezwaarschrift in te dienen en dat pas na behandeling van deze bezwaren een oordeel gegeven kan worden?
Afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht schrijft voor dat een beschikking eerst in ontwerp wordt genomen, waarop in het geval van een vergunning voor het aspect milieu een ieder zijn of haar zienswijze kenbaar kan maken. Tijdens het opstellen van de ontwerpbeschikking hadden wij geen reden de vergunning te weigeren. Er zijn in deze procedure zienswijzen ingediend, geen bezwaarschriften. Pas na het behandelen van de zienswijzen in de definitieve beschikking is het uiteindelijke besluit pas genomen. Daarbij is rekening gehouden met de inhoud van de ontvangen zienswijzen. De definitieve beschikking is aangepast ten opzichte van het ontwerp. Tegen de definitieve beschikking kan bij rechter beroep worden aangetekend. Indien aan de wettelijke toetsingskaders wordt voldaan kunnen wij de beschikking niet weigeren. 114.
Waarom wordt een openbare gedachtewisseling niet openbaar gemaakt maar slechts beperkt tot 75 personen? Waarom wordt er beveiliging bij de deur ingeschakeld als jullie zeggen deze massale toeloop niet verwacht te hebben? Waarom maakten jullie geen gebruik van de mogelijkheid om de kerk te benutten (die jullie 's middags al geboden was) om zo meer mensen te woord te kun nen staan? Waarom is de instantie die ons hierover zo transparant en onafhankelijk mogelijk zou moeten kunnen inlichten en zegt dit graag te willen doen, zo slecht uitgerust om hierover voorlichting te verschaffen?
Zoals bekend werd de eerste informatieavond in december 2012 expliciet georganiseerd voor direct omwonenden. Door de grote toeloop van niet aangemelde belangstellenden is de informatieavond vanuit de openbare orde door de burgemeester geannuleerd en heeft de OZHZ 2 bijeenkomsten georganiseerd in januari 2013. Bij deze informatiebijeenkomsten kon een ieder die dat wenste aanwezig zijn. Indien men verhinderd was, konden de informatieavonden via www.ozhz.nllive worden gevolgd of onverkort worden teruggezien. 10.
Welke zijn alle overlegde stukken waar u naar verwijst in het dictum op pagina 3 van de considerans worden genoemd?
Er wordt verwezen naar alle stukken die bij de aanvraag zijn overgelegd. AI deze stukken hebben ook ter inzage gelegen. Het betreft het aanvraagformulier, de aanvraag en het plan van aanpak dat is opgesteld door Search en het TNO rapport. 11.
Gaat de aanvraag boven de voorschriften of andersom?
Voorschriften gaan altijd boven de aanvraag. Aanvraag en voorschriften dienen met elkaar in overeenstemming te zijn. Daar waar in de voorschriften wordt afgeweken van de aanvraag wordt in de considerans aangegeven waarom wordt afgeweken. Wij hebben dit verduidelijkt door in het dictum op te nemen dat de voorschriften voor de aanvraag gaan.
Vragen beschikking Ruigenhil Vastgoed
B.v
16
12.
Voorsehrift 1.1.1/1.1.2 m.b.t. "Interne proeedures en werkinstrueties" betreffen appellabele besluiten waartegen bezwaar en beroep mogelijk is?
De bedoelde voorsehriften uit de ontwerpbesehikking betroffen inderdaad appellabele besluiten op doeumenten welke in een later stadium ter goedkeuring aan ons diende te worden voorgelegd alvorens toestemming voor de proeven kon worden gegeven. Nedstaal heeft naar aanleiding van de zienswijzen en ter verduidelijking van de aanvraag besloten deze stukken eerder in te dienen. De stukken zijn op 15 juli 2013 bij ons ingediend en zijn mede ter inzage gelegd. De bedoelde voorsehriften waren daardoor aehterhaald. De voorsehriften zijn daarom aangepast en de appellabele besluiten zijn vervallen. 16.
Voorsehrift 5.2.3 leidt tot een appellabel besluit?
Voorsehrift 5.2.3 uit de ontwerpbesehikking betrof een appellabel besi uit. Het voorsehrift is eehter vervallen. 17.
Voorsehrift 5.2.5. Is dit ook een formeel besluit?
Voorsehrift 5.2.5 uit de ontwerpbesehikking is voorsehrift 5.2.4 geworden in de onderhavige besehikking. Dit betreft een appellabel besi uit. 13.
Welke ERP is hier volgens u van toepassing? Staat dat ook in de voorsehriften van de vigerende vergunning?
De emissie relevante parameter (ERP) is in dit geval de temperatuur van het smeltbad. Dit is in voorsehrift 4.4.2 geregeld. De monitoring van de werking van de filterinstallatie voldoet aan paragraaf 3.7 van de Nederlandse emissieriehtlijn lueht (NeR). Dit is geregeld in de vigerende vergunning van 7 september 2007. 15.
Voorsehrift 4.4.2: waarom 20%? In eonsiderans staat 5 ton op 30 ton.
De verhouding 5:30 uit de aanvraag is overgenomen. Het voorsehrift is op dit punt aangepast. 115.
Worden de gegevens van de proeven ook bekend gemaakt?
De resultaten van de proeven worden aan het bevoegd gezag kenbaar gemaakt. Tevens zullen deze op de website van OZHZ worden gepublieeerd. O.SLAK 116.
Na het smelten blijft er een siak over, de vraag is dan wat gebeurd er met dit materiaal, en is dit vrij van asbest?
De siak is volgens de aanvraag vrij van asbest. Dit wordt in de proeven onderzoeht. Als er toeh asbest in zit dan moet het naar een erkend bedrijf worden afgevoerd. P. TRANSPORTI OPSLAG SCHROOT 121.
Blijven de containers tot in lengte van dagen gegarandeerd goed afgesloten? Dat is heellastig in dergelijke bedrijfsomstandigheden omdat overslagltransportlopslag middelen in een dergelijke bedrijfsvoering vrijwel altijd na korte exploitatietijd gebreken gaan vertonen door de aard van de bedrijfsvoering en dus mogelijkheden voor emissies.
Het naleven van de vergunning en de daartoe strekkende aanvraag is aan de aanvrager. Het is aan de aanvrager eontainers die defeet zijn of gebreken vertonen te repareren of te vervangen. Aan de poort moet dan ook worden geeontroleerd of eontainers die binnen de inriehting worden gebraeht, gebreken vertonen. Defeete eontainers mogen niet worden gebruikt. OZHZ zal in geval van overtreding hierop handhaven. 122.
Hoe staat het met het vervoer van het asbesthoudend materiaal? Hoe zit het met het gesloten systeem? Met een kraan gaat het de oven in, wat moet ik me bij dat gesloten systeem dan nog voorstellen?
Vragen besehikking Ruigenhil Vastgoed B.V
17
Het transport van asbest is in handen van de leverancier van de partij asbesthoudend schroot. Hij is er voor verantwoordelijk dat dit op een juiste wijze gebeurt. Om die reden is dit een activiteit waar deze aanvraag en de vergunning niet op van toepassing zijn. De partij asbesthoudend schroot zal in een speciaal daarvoor ontwikkelde gesloten container worden vervoerd en aangeleverd. De container zal ook binnen de inrichting gesloten blijven tot dat het asbesthoudend materiaal in de smelt wordt gebracht. Dat is vlak boven de smeltoven. In afwachting daarvan zal de container op een veilige locatie in de hal van Nedstaal worden geplaatst. 124.
Door wie wordt het asbesthoudende schroot in de daarvoor bestemde containers geladen? Wordt de container verzegeld zodat het asbesthoudende schroot wat is geladen ook daadwerkelijk het gene is wat bij Nedstaal terecht komt? Is er controle op het asbesthoudende schroot en zo ja door wie, zodat er tijdens het laden niet de mogelijkheid bestaat om anderasbesthoudend materiaal door het asbesthoudende schroot te mengen? Bestaat de mogelijkheid om tijdens het transport ander asbesthoudend materiaal bij -te laden? Wij hebben begrepen dat er een certificaat voor een geladen container asbesthoudend schroot wordt afgegeven. Door wie wordt het certificaat afgegeven? Wij hebben ook begrepen, van de directeur van Nedstaal, dat voor Nedstaal een container asbesthoudend schroot welke wordt begeleid door een certificaat zonder verdere controle het productieproces ingaat. Wie controleert of het certificaat de lading dekt? Wordt de echtheid van de certificaten onderzocht en zo ja door wie? Moeten de containers waarin het asbesthoudend schroot wordt vervoerd aan bepaalde eisen voldoen? Moet het vervoer van het asbesthoudend schroot aan bepaalde eisen voldoen? Wanneer het asbesthoudend schroot in het al gesmolten staal is gestort hoe gaat men dan om met de lege containers waarin het asbesthoudend schroot werd vervoerd? Zitten er nog resten lading in deze containers en hoe gevaarlijk is dit eventueel?
Zie ons antwoord bij vraag 74 125.
Hoe veilig is het transport en opslag op het terrein van Nedstaal?
Het asbesthoudend staalschroot wordt zoals gesteld in de aanvraag in afgesloten containers aangevoerd en opgeslagen. De praktijk mag niet afwijken van de aanvraag. Hiermee is voldoende veiligheid ingebouwd. Daarbij komt dat het aanwezige asbest hechtgebonden is en de verwachting is dat dit daarom niet zomaar vrij kan komen. 126.
Hoe wordt het asbesthoudend materiaal aangevoerd, de stort in de smelt, het afzuig procedé, het bitumen houdend materiaal?
Het asbesthoudend staalschroot wordt zoals gesteld in de aanvraag in afgesloten containers aangevoerd. De container waarin het schroot is opgeslagen wordt boven de smelt geopend, het hechtgebonden asbesthoudend staalschroot wordt daardoor direct aan de smelt toegevoegd. De afzuiging is gedimensioneerd voor 2 smeltovens die gelijktijdig smelten. De ovens smelten nu echter afwisselend, waardoor de afzuiging overgedimensioneerd is. Er ontstaat daardoor een geforceerde afzuiging die voor een soort van onderdruksituatie zorgt rondom de smeltovens. Bitumenhoudend materiaal wordt meegesmolten. Q. PROEF EN VERVOLG
4.
Ik snap dat asbest een groot probleem is, maar dat is een landelijk probleem en het hoeft niet het probleem van Alblasserdam en haar inwoners te worden. Waar is de landelijke politiek in deze?
Het betreft hier een aanvraag om omgevingsvergunning waarop Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland bevoegd zijn te beslissen. Andere overheidsorganen zijn niet bevoegd voor het beschikken op onderhavige aanvraag. 120.
Welke temperatuur wordt er gebruikt 1600 of 1700 graden?
Het asbesthoudend staal wordt in een smeltbad van 1500 tot 1700 oe gebracht. 2.
Wat verdient de Kabelfabriek met dit royale aanbod van ze? Vermoedelijk veel geld.
Dit is geen onderdeel van de beoordeling van de aanvraag.
Vragen beschikking Ruigenhil Vastgoed B.V
18
5.
De heer Wijma, directeur operations Nedstaal, heeft meerdere malen verklaard dat de eerste proef met circa 1000 kg asbesthoudend schroot nooit gevaarlijk kan zijn. Deze bewering klopt niet met zijn verklaring dat het reguliere proces bij Nedstaal intrinsiek gevaarlijk is. Het doel van de proefneming is juiste om te bepalen óf er gevaren aankleven. De aanvrager vertoont hier duidelijke trekken van vooringenomenheid en tunnelvisie. In het ontwerpbesluit wordt overigens geen melding gemaakt van een eerste proefneming met 1000 kg asbesthoudend schroot. Bij 5.2.7 wordt direct al gesproken over een maximale batch van 5000 kg. In gevolg voorgaande lijkt het mij raadzaam bij 5.2.7 een maximale batch van 1000 kg te vermelden. In de aanvraag wordt gesproken van het openen van een container waarna het schroot in de oven wordt gedumpt. Er wordt enerzijds gesproken over een gesloten container van 5 m3. Bevat één zo'n container 5 ton staalschroot? Of worden er meerdere containers per batch toegevoegd? Tijdens de dump kan er geen directe afzuiging plaatsvinden. De afzuiging kan pas worden geplaatst boven de oven zodra de container volledig is weggedraaid.
In de vergunning is beschikt op hetgeen er is aangevraagd. Aangevraagd is het bijvoegen van een batch van maximaal 5000 kg hechtgebonden licht asbesthoudend staalschroot. Dit is in de voorschriften van de ontwerpbeschikking opgenomen. De hoeveelheid per container is begrensd tot 5.000 kg. Er mag maar één container worden gebruikt per proef, echter indien eerdere proeven niet hebben geleid tot een emissie van asbestvezels mag, nadat een proef met 5 ton is uitgevoerd, een proef worden uitgevoerd met twee ovens. Deze proef mag worden uitgevoe_rd met 2 maal 2,5 ton licht asbesthoudend staalschroot. Als ook deze proef niet leidt tot een emissie van asbest, dan mag daarna een proef worden uitgevoerd met maximaal 5 ton per smeltoven. Tijdens de informatieavonden in januari 2013 in Alblasserdam is door Nedstaal aangegeven dat er begonnen wordt met het toevoegen van maximaal 1000 kg hechtgebonden asbesthoudend staalschroot. Dit is niet als zodanig in de aanvraag vermeld en om die reden niet in de ontwerpbeschikking opgenomen. Om tegemoet te komen aan de zienswijzen heeft Nedstaal een gewijzigd Plan van Aanpak ingediend waarin een nadere fasering van de proeven is opgenomen. In de beschikking hebben we de nadere fasering vastgelegd. 19.
De informatie is niet eenduidig. Wordt er vergunning verleend voor 3 of 20 proeven? En voor alleen hechtgebonden asbest?
Nedstaal heeft vergunning aangevraagd voor meerdere proeven met licht asbesthoudend staalschroot. In totaal gaat het om maximaal 100 ton licht asbesthoudend staalschroot. De eerste proeven wil Nedstaal uitvoeren met materiaal afkomstig van twee metrostellen. Eik metrostel weegt 15 ton. In het eerste Plan van Aanpak dat bij de aanvraag is ingediend waren de eerste drie proeven nader uitgewerkt. Dat betrof 3 keer 5 ton met staal van het eerste metrostel. In het gewijzigde Plan van Aanpak dat op 15 juli 2013 is ontvangen is een nadere fasering aangebracht. Aangevraagd is ook om na het beproeven van het materiaal afkomstig van de metrostellen, ook ander materiaal te beproeven. Het gaat echter alleen om proeven met staalschroot, waarbij chrysotiel asbest hechtgebonden is aan het staal. Dat kan gaan om asbest dat in een coating is verwerkt (zoals bij de metrostellen), maar ook bijvoorbeeld om asbest dat in een gesloten object zoals een flens zit. Voordat een proef mag worden uitgevoerd met een ander type coating dan een bitumen coating of met asbest dat in een gesloten object zit moet eerst een laboratoriumonderzoek worden uitgevoerd naar het smelten van dit type staalschroot. 81.
Waardedaling huizen, hoe gaan wij onze huizen nog verkopen als we naast een asbestverwerker wonen? 15 er wel onderzoek gedaan naar de waardevermindering van onze huizen?
De waarde van omliggende woningen en panden is ge~n toetsingsgrond voor deze procedure. 6.
Wat wordt bedoeld met randhandelingen; aanvoer product, geknipt materiaal in de bak boven de oven storten, het daaruit vrijkomend restmateriaal opvangen en verwerken, het storten van materiaal in de gloeiende massa, afkoeling en vervolgens emissie omdat het deksel op dit moment van de oven is direct in de niet afdoende tilterinstallaties, daarna het verwerken vervoeren van de nu zeer zwaar vervuilde siak?
Randhandelingen zijn alle handelingen die niet direct onderdeel zijn van het smelten van schroot (het hoofdproces). Asbest is opgebouwd uit siliciumdioxide, magnesiumoxide en water. Deze onschadelijke stoffen komen vrij in de smelt en worden opgenomen in de siak. Siliciumdioxide en magnesiumoxiden zijn vergelijkbaar met glas en zand en zijn als mineralen terug te vinden in de natuur. 127.
In de fabriek is in het verleden (misschien nog wel) asbest houdend materiaal gebruikt. Denk aan de afstandstukken tussen de litzen naar de ovenelektroden. Dus is in de fabriek veel asbest. Is dit al onderzocht?
De achtergrondconcentratie wordt bepaald voor de proeven, zodat verschil met de situatie na de (eerste) proef kan worden aangetoond.
Vragen beschikking Ruigenhil Vastgoed B.V
19
128.
Nu wordt er aangegeven dat er tijdens de periode van 1 jaar proeven worden gedaan met het verwerken van het asbestschroot. Tijdens deze proeven wordt er gecontroleerd door TNO en OZHZ. Wanneer er b1ijkt dat er tijdens deze proeven geen asbest of fijnstof vrijkomt, het dus een gegeven wordt, dat Nedstaal definitief asbestschroot gaat verwerken. In hoeveri'e wordt er dan nog steeds gecontroleerdof er geen asbest vrijkomt?
De aanvraag en vergunning gaan enkel in op de proeven. Voor het regulier mogen verwerken van asbesthoudend staal dient een nieuwe vergunning aangevraagd te worden. In dat geval zal opnieuw worden beoordeeld of de aanvraag aan- de wet- en regelgeving voldoet. Indien dit het geval is kunnen wij de vergunning niet weigeren. Wel zal opnieuw worden bepaald welke voorschriften nodig zijn in het belang van de bescherming van het milieu. Hierbij zullen de ervaringen uit de proeven worden betrokken. 129.
De proeven worden nu met materiaal van metrostellen uitgevoerd maar in de vergunning verlening wordt ook gemeld dat in latere instantie ook staal met asbest pakkingmateriaal verwerkt kan gaan worden. Welke ander materiaal toepassingen worden daarna verwerkt en welke garanties worden daarna geboden? Heeft TNO hier ook onderzoek naar gedaan? Het TNO biedt uitsluitend een basis voor bitumen gebonden witte asbest. Nedstaal mag dus nimmér op basis van dit rapport andere samenstellingen in zijn ovens gooien.
Nedstaal vraagt naast proeven met asbesthoudend staal met een bitumen coating ook vergunning aan voor proeven met andere typen asbesthoudend st,aal. Voordat daarmee proev~n mogen worden uitgevoerQ, moetdoor onderzoek op basis van voorschrift· 5.1.1, worden aangetoond dat het materiaal voldoet aan de ín hoofdstuk 5 van de voorschriften gestelde criteria. Tevens diant op basis van voorschrift 5.2.4 eerst een laboratoriumproef uitgevoerd te worden om te bepa'en of er asbestvezels vrij kunnen komen. Wij geven alleen toestemming om proeven met het materiaal uit te voeren als geen asbest is vrijgekomen tijdens die laboratoriumproef. In àlle. gevallen mag het materiaal alleen chrysotiel asbest bevatten.
Vragen beschikking Ruigenhil Vastgoed B.v
20