Verwelkoming ............................................................................................................................... 1 1. Ons opvoedingsproject ............................................................................................................ 2 1.1 Leerwereld ................................................................................................................................ 2 • Schooleigen visie op evaluatie en rapportering.................................................................... 3 • Schooleigen visie op zorg .................................................................................................... 4 1.2 Leefwereld ................................................................................................................................ 7 1.3 Geloofswereld ........................................................................................................................... 7 2. Structuur en organisatie van onze school .............................................................................. 8 2.1 Schoolbestuur ........................................................................................................................... 8 2.3 Directeur ................................................................................................................................... 8 2.4 Onderwijzend personeel ........................................................................................................... 8 2.5 Klassenraad .............................................................................................................................. 9 2.6 Ouderraad................................................................................................................................. 9 2.7 Pedagogische raad ................................................................................................................... 9 2.8 Leerlingenraad .......................................................................................................................... 9 2.9 Schoolraad................................................................................................................................ 9 2.10 Medezeggingsschapscollege (MZC) ..................................................................................... 10 2.11 LOC ...................................................................................................................................... 10 2.12 CLB....................................................................................................................................... 10 3. Wettelijke verplichtingen ........................................................................................................ 12 3.1 Inschrijven van kleuters en leerlingen ..................................................................................... 12 3.2 Afwezigheden ......................................................................................................................... 15 3.3 Tijdelijk onderwijs aan huis...................................................................................................... 17 3.4 Getuigschrift basisschool ........................................................................................................ 17 3.5 Schooluitstappen .................................................................................................................... 18 3.6 Bijdrageregeling ...................................................................................................................... 18 3.7 Reclame en sponsoring .......................................................................................................... 19 3.8 Schoolverzekering .................................................................................................................. 20 3.9 ICT .......................................................................................................................................... 20 3.10 Orde- en tuchtmaatregelen ................................................................................................... 21 3.11 Omgaan met leerlinggegevens ............................................................................................. 22 4. Bosbesreglement en praktische schikkingen ....................................................................... 23 4.1 Dagverloop ............................................................................................................................. 23 4.2 Schoolagenda en heen-en-weerschriftje ................................................................................. 24 4.3 Toegang tot klaslokalen, speelplaats en toiletten .................................................................... 24 4.4 Eerbied voor materiaal ............................................................................................................ 24 4.5 Omgangsvormen .................................................................................................................... 25 4.6 Veiligheid en gezondheid ........................................................................................................ 25 4.7 Lessen bewegingsopvoeding en zwemmen ............................................................................ 26 4.8 Afwijkingen.............................................................................................................................. 26
Beste kinderen Beste bosbesjes Van harte welkom in onze school! Het is een fijne school waar je je wellicht vlug zult thuisvoelen. Misschien heb je nog wat vragen over de naam van onze school De Bosbes. Wel, het is een knipoog naar de bosrijke omgeving. Een bosbessenstruik heeft een goede bodem nodig die we in school willen ‘voeden’. We willen geen enkele van onze “bosbesjes” in de kou of in de schaduw laten staan. Een bes is trouwens ook een vrucht. ‘Vruchten dragen’ is ook onze evangelische zending. In dit boekje kom je nog veel meer te weten over onze school. Sommige zaken zullen wellicht niet zo heel duidelijk zijn. Vraag dan gerust wat meer uitleg aan je ouders, meester of juf.
Welkom in De Bosbes
Beste ouders We danken u voor het vertrouwen dat u in onze school stelt. Wij – het hele schoolteam – beloven u, in ruil, ons optimaal in te zetten zodat uw kind mag genieten van heel degelijk onderwijs en een eigentijdse opvoeding. Samen met u, ouders, de kinderen, het schoolteam, de parochie, alle externe begeleiders en eenieder die op één of andere manier begaan is met onze school, willen we van De Bosbes een thuis maken waar het leuk is om te vertoeven. We proberen dan ook optimale speel- werk-, leer- en leefomstandigheden te creëren. Weet, beste ouders, dat u altijd welkom bent, de deur staat altijd voor u open. We hopen op een goede samenwerking en wensen uw kind alvast een fijne schooltijd toe. Deze brochure wil u wegwijs maken in onze schoolorganisatie. Lees ze daarom aandachtig en bewaar ze zorgvuldig. We vragen u uitdrukkelijk bijgevoegde verklaring voor kennisneming en akkoord te ondertekenen en dit ons terug te willen bezorgen. Het schoolreglement is een flexibel document dat in de toekomst op sommige punten kan wijzigen. We opteren daarom om het schoolreglement voortaan op losse bladen aan te bieden. Zo moeten we niet langer de volledige brochure opnieuw laten drukken maar kunnen we bepaalde pagina’s laten vervangen. Telkens het schoolreglement wijzigt, moeten we het opnieuw ter ondertekening voorleggen. Bezoek eens onze website: www.vbshertsberge.be
1
1. ONS OPVOEDINGSPROJECT Uitgangspunt van ons pedagogisch project is de uniekheid van elk kind. Elk kind is enig en vanuit dit gegeven willen we ook uw kind ondersteunen en begeleiden.
Je mag zijn wie je bent en zoals je bent, met je fouten en gebreken om te kunnen worden die je in aanleg bent. (naar Dr. AA. Terruwe) Ons aanbod is gericht op de harmonische ontwikkeling van de totale persoon: hoofd, hart en handen. 1.1
Leerwereld
Uw kind leert informatie verwerven en intellectuele vaardigheden ontwikkelen. We leren uw kind kritisch, creatief en zelfstandig omgaan met problemen en ze oplossen. Probleemoplossend denken wordt gestimuleerd. De school reikt ook aanzetten en middelen aan om te “leren leren”. Daar we het uniek-zijn van elk kind als uitgangspunt nemen van ons pedagogisch project, proberen we waar het kan, gedifferentieerd te werken. Voor de basisleerstof zetten wij een leerlingenvolgsysteem op om de overgang naar het volgend leerjaar vlot te laten verlopen. Risicokinderen krijgen zorgverbredende hulp, zowel op klas- als op schoolniveau. We bouwen voort op wat kinderen reeds beheersen. We zorgen er ook voor dat alles wat ze leren in de verschillende leergebieden, zinvol samenhangt. Dat is leren dat “zin heeft” en “zin geeft”. We willen de kinderen leren omgaan met nieuwe vormen van informatieverwerking en communicatie. Verder zijn er kansen voor de ontplooiing van hun muzische mogelijkheden: het lichamelijke, het verbale, het manuele, het muzikale, het dramatische, het poëtische, … we willen kinderen opvoeden tot het beleven en waarderen van kunst. Leren is een sociaal gebeuren. Enerzijds wil de school het kind begeleiden naar zelfredzaamheid en zelfstandigheid, het dragen van verantwoordelijkheid, het durven opkomen voor zichzelf. Anderzijds is samen leren een wederzijdse verrijking.
2
1.1.1 Schooleigen visie op evaluatie op evaluatie en rapportering Uitgangspunt A – Onze visie op rapportering We moeten leerlingenevaluatie beschouwen als een element van het onderwijsleerproces, dat net als alle activiteiten in de klas, gericht is op het optimaal begeleiden van kinderen in hun ontwikkeling. Het komt er dus op aan om aan kinderen, ouders en leerkrachten zo correct mogelijke informatie door te spelen! Beoordeling moet verlopen in een geest van verbondenheid (kinderen, leerkrachten en ouders) en met het uiteindelijke doel elkaar te ondersteunen en te bemoedigen. Ze dient ingebed in een leeromgeving met mens-ontmoetende interactie en met uitzicht op ondersteuning door de leerkrachten en de andere leerlingen. Evaluatie mag niet eenzijdig op verstandelijke kennis worden gericht. Het is dan ook onontbeerlijk dat kinderen én ouders ook oog hebben voor de vaardigheden en attitudes. Kijk niet alleen naar de fouten en tekorten van de leerling, maar naar wat hij al weet, al kan en al is. Evaluatie is finaal gericht op individuele hulpverlening. De basis daarvoor is vooral de vergelijking van elke leerling met zichzelf of de inschatting van ieders vorderingen. Cijfers, scores en allerlei andere kwantitatieve gegevens hebben de betekenis van signalen, ze vormen een aanknopingspunt voor een kwalitatieve toelichting bij de vorderingen van de leerling! Uitgangspunt B – Onze visie op evaluatie Via opvoeding en onderwijs willen we bereiken dat kinderen in hun leven allerlei situaties kunnen aanpakken. Daarom evalueren we voortdurend tijdens het schooljaar alle doelen. De leerlingen worden geëvalueerd op datgene wat voor de menswording van kinderen belangrijk is. Op vier tijdstippen tijdens het jaar willen we die evaluatie ook rapporteren en daarin neerschrijven hoe ver het staat met de leer- en leefprestaties van uw kind. Het mag duidelijk zijn dat u, als ouder, het recht hebt om tijdens het schooljaar te informeren naar de prestaties van uw zoon of dochter en voor ons relevante informatie van thuis mee te delen aan de leerkracht. Daarvoor is het heen- en weerschriftje bij de kleuters een ideaal instrument. Het is het middel bij uitstek om allerhande informatie door te spelen. Voor de lagere afdeling is dit de schoolagenda. Ook langs deze weg kunnen leerkrachten en ouders allerhande informatie uitwisselen. Het mag duidelijk zijn dat ouders en leerkrachten ook mondeling met elkaar kunnen overleggen, dit liefst na het maken van een afspraak. Maar op de rapportavonden kunnen de vorderingen van uw kind wat uitvoeriger worden besproken. De data van de contactavonden worden bij het begin van het schooljaar meegedeeld. Oktober: December:
L1 Kleuter + lager
Pasen: Juni:
Kleuter + lager K3 + selectieven + ouders met vragen
Hoe leest u in elk leerjaar de op het rapport vermelde cijfers op een correcte manier? Het volledige schoolteam streeft ernaar uw kinderen, in elk leerjaar op een min of meer gelijkaardige manier te beoordelen. Dit betrachten we, opdat we naadloos in alle klassen aan het curriculum van uw kind zouden kunnen werken! Als uw kind 7 op 10 haalt voor een toets, wil dat zeggen dat hij of zij de basisleerstof die voor zijn vorming essentieel is, volledig beheerst. Drie vragen op de tien laten uw kind toe te bewijzen dat hij of zij ook de “hersenbrekertjes”, de uitbreidingsleerstof voor zijn leeftijd aankan. Om 9 op 10 te halen, moet uw kind dus al 2 behoorlijk moeilijke vragen kunnen oplossen. We willen uw kinderen op die manier op een verantwoorde wijze evalueren, zonder met punten te morsen. Wie de 7 op 10 niet haalt, hoeft niet onmiddellijk te panikeren of ontmoedigd te zijn, want het is de bedoeling om samen met de leerkrachten, kinderen en ouders het proces te analyseren dat aan de uitkomsten ten grondslag ligt, zodat de kinderen op een passende manier kunnen worden geholpen en desnoods bijgestuurd.
3
1.1.2 Schooleigen visie op zorg: Onderwijs op maat van elk kind 1. Ieder kind is anders, uniek en heeft eigen vragen en noden. Het mag daarvoor aanspraak maken op de nodige zorg. Wij worden uitgedaagd om het onderwijs zoveel mogelijk af te stemmen op die noden. De klastitularis draagt daarvoor de eerste en de laatste verantwoordelijkheid. Alle klastitularissen moeten zich inzetten om alle kinderen, elk volgens zijn/haar mogelijkheden, optimale kansen te bieden. Zorgverbreding is een alledaagse taak voor elke leraar. Daarom proberen wij – waar dit kan – te differentiëren. Dit houdt in dat we daadwerkelijk onderwijs proberen te geven op maat van elk individueel kind. 2. In onze school worden er ook zorguren georganiseerd. Het doel is zo adequaat mogelijk helpen in het bijwerken van tekorten in de basisleerstof en in het parate kunnen. Remediërend onderwijs is van bijzonder groot belang voor het leerbedreigde kind. De zorguren moeten gezien worden als een bijkomende hulp voor de klastitularis. Voor kinderen die een langere periode ziek waren, kunnen inhaallessen georganiseerd worden. 3. We streven ook differentiatie na in het huiswerk. Het huiswerkbeleid van de Bosbes: het moet een haalbare zaak zijn voor alle kinderen, dus wordt huiswerk aangepast – waar dit kan – aan de mogelijkheden van elk kind. Huiswerk maken, moet werk zijn dat de leerlingen zonder begeleiding kunnen maken. In principe worden er geen huistaken gegeven in de weekends. Ook de vakanties zijn huiswerkvrij. Niet de kwantiteit, wel de kwaliteit moet vooropgesteld! Waarom huiswerk? - verwerken en inoefenen van de leerstof - werkhouding en werkdiscipline aanleren - leren zelfstandig werken - leren planmatig werken - duidelijk maken aan de ouders waarmee men in klas bezig is en zo laten zien wat het kind al dan niet kan - remediëren - voorbereiden van toetsen Onze verwachtingen naar ouders toe: - goede omstandigheden aanbieden waarin het huiswerk kan gemaakt worden - een positieve ingesteldheid t.a.v. huiswerk - een kind aanmoedigen om ermee te beginnen - eventueel samen met de leerling de schoolagenda overlopen - luisteren als het kind hardop leest - bij jongere kinderen controleren of het huiswerk gemaakt is - problemen signaleren aan de leerkracht - het kind aansporen om net en verzorgd te werken - de vooropgestelde gemiddelde effectieve werktijd proberen te respecteren - eventueel materiaal helpen zoeken - helpen en sturen bij het plannen - ken je eigen kind Wat verwachten we niet van de ouders: - ouders moeten geen extra uitleg geven aan de kinderen, wel noteren in de agenda wanneer de taak of de leerstof niet begrepen is - ouders moeten het huiswerk niet verbeteren
4
Differentiatie: Niet alle kinderen zijn gelijk en met hun individuele verschillen willen we rekening houden door, waar het kan, differentiatie na te streven in huiswerk. Zwakkere leerlingen krijgen huiswerk gericht op het verwerken en inoefenen van de leerinhoud, terwijl sterkere leerlingen een taak krijgen die meer gericht is op gewoontevorming en zelfstandig werken. Ook zwakkere leerlingen moeten echter leren zelfstandig te werken. Daarom wordt niet steeds gedifferentieerd, wel als het nodig is. Er is differentiatie in moeilijkheidsgraad en hoeveelheid. Opdrachten: - woordpakketten inoefenen - verwerken en inoefenen taaloefeningen - info opzoeken - creatieve opdrachten - voorbereidende tekst doornemen - voorbereiden van toetsen - materiaal verzamelen - specifieke remedieeroefeningen
en
reken-
Lezen, splitskaarten, Franse woorden leren, Frans lezen, tafelkaartjes en werkjes corrigeren behoort niet tot het huiswerk. Kwaliteit, geen kwantiteit: “In principe” worden dus geen huistaken gegeven in de weekends. Ook de vakanties zijn huiswerkvrij. Dat betekent concreet dat er huiswerk kan gegeven worden op maandag, dinsdag, woensdag en donderdag. Er kan echter ook planmatig gewerkt worden. Zo kan huiswerk bijvoorbeeld opgegeven worden op maandag dat de leerlingen tegen vrijdag moeten klaar hebben, op woensdag tegen maandag… Zo leren kinderen zelf plannen en kan het eventueel toch gebeuren dat er huiswerk wordt gemaakt in het weekend. In principe betekent ook dat er in de toetsenperiode een uitzondering kan gemaakt worden op het huiswerkvrij weekend, zodat leerlingen zich toch grondig kunnen voorbereiden. Het is moeilijk om een juiste tijdsduur te bepalen, juist omdat de individuele verschillen tussen leerlingen zo groot zijn. Toch hebben we gepoogd om ons te richten op een gemiddelde effectieve werktijd. Weet ook dat er niet altijd huiswerk “moet” gegeven worden op maandag, dinsdag, woensdag en donderdag. L1 L4
10 min. 25 min.
L2 L5
15 min. 30 min.
L3 L6
20 min. 35 min.
Zoals gesteld behoren lezen, splitskaarten, Franse woorden leren, Frans lezen, tafelkaartjes en werkjes corrigeren niet tot het huiswerk. Toch moet ook hier enigszins worden beperkt in de tijd. Als richtlijnen stellen we 10 minuten per dag. Wat als het huiswerk niet werd gemaakt? - we vragen de reden - we noteren dit in de agenda van het kind - we geven het kind uitstel tot de volgende dag
5
4. Afhankelijk van de mogelijkheden van elk individueel kind, willen we de inoefening beperken tot de basisleerstof of eventueel uitbreiden door meer verdiepingsmateriaal (uitdagingen) aan te bieden. Voor heel specifieke en bijzondere zorgvragen werken we als school samen met ouders, CLB en gespecialiseerde centra. Indien nodig kan, in het belang van het kind, bijzonder onderwijs geadviseerd worden. 5. De klassenraad beslist – in overleg met ouders en CLB – welke leerlingen naar een volgend leerjaar gaan of blijven zitten. Bij de overgang van kleuter naar lager onderwijs kunnen ouders kiezen of dat gebeurt op 5, 6 of 7 jaar. Ze moeten het advies van het CLB en de school wel aanhoren, maar dit is niet bindend. Ouders mogen ook beslissen of de leerlingen nog een achtste jaar lager onderwijs volgt. 6. In het gewoon onderwijs kan een leerling minimum 5 jaar en maximum 8 jaar in het lager onderwijs doorbrengen. Een leerling die 15 jaar wordt vóór 1 januari kan geen lager onderwijs meer volgen. De leerlingen zijn verplicht om alle lessen en activiteiten van hun leerlingengroep te volgen 7. We verbreden onze zorg voor kinderen van wie de ontwikkeling anders verloopt dan verwacht (sneller of trager). Samen met het team helpt onze zorgcoördinator erover waken dat aan kinderen die extra aandacht vragen blijvende ontwikkelingskansen worden geboden. 8. Om de totale ontwikkeling van elk kind beter te kunnen volgen werken we in onze school met een kindvolgsysteem. Het KVS moet ons toelaten de totale ontwikkeling van elk kind in kaart te brengen. Het volgt het kind van zodra het z’n eerste stappen zet in onze school, tot in het zesde leerjaar van de lagere school. In de lagere school wordt het KVS uitgebreid met een leerlingvolgsysteem die meer specifiek de cognitieve component van de ontwikkeling benadert. Het LVS heeft in hoofdzaak betrekking op lezen, rekenen en schrijven. Daarvoor worden er in de leerjaren van de lagere school in het midden en op het einde van het schooljaar genormeerde toetsen afgenomen. De leerlingen worden vervolgens onderverdeeld in zones: A – B – C – D – E. Kinderen in de E-zone worden extra begeleid in de taakklas. (zie ook verder MDO) 9. AVI-niveau’s (leesvaardigheidsbegeleiding op school… en ook thuis): Analyse van individualiseringsvormen om de kinderen de kans te geven op hun niveau te lezen. Van zodra kinderen kunnen lezen wordt hun omgevingswereld groter en boeiender. Sterker nog, een behoorlijke leesvaardigheid is nodig om in het dagelijkse leven goed te kunnen functioneren. Vlot kunnen lezen is dus erg belangrijk. Immers, als het leestempo van kinderen laag is, kost het lezen zoveel tijd dat er nauwelijks tijd overblijft voor het maken van oefeningen en opdrachten. Daarom stopt onze school heel veel energie in het technisch lezen; Met Kerstmis, Pasen en einde schooljaar wordt de leesvaardigheid van uw kind geëvalueerd. Het leesniveau van uw kind wordt u meegedeeld op een “volgfiche AVI-niveau”. Die vermeldt tevens het wenselijk leesniveau van uw zoon/dochter tussen het einde van het 1ste leerjaar en het einde van het 4de leerjaar. Het is wenselijk dat uw kind het hoogste leesniveau (= AVI 9) beheerst op het einde van het 3de leerjaar. Bosbesnormen AVI-niveaus lezen: - AVI 1: Kerstmis 1ste leerjaar - AVI 2: Pasen 1ste leerjaar - AVI 3: einde 1ste leerjaar - AVI 4: Kerstmis 2de leerjaar - AVI 5: Pasen 2de leerjaar - AVI 6: einde 2de leerjaar - AVI 7: Kerstmis 3de leerjaar - AVI 8: Pasen 3de leerjaar - AVI 9: einde 3de leerjaar
6
Met AVI-toetsen – teksten die een afgerond geheel vormen – wordt de leestechniek in kaart gebracht. Twee normen zijn daarin belangrijk: aantal fouten en snelheid. Hoe hoger het AVI-niveau, hoe beter het kind leest. De toets houdt in dat kinderen binnen een bepaalde tijd een tekst lezen met een minimum aantal fouten. Bedenk echter dat een toets steeds een momentopname is. Omstandigheden kunnen zorgen voor ‘uitschieters’ naar boven en naar beneden. Eventueel is een hertoets noodzakelijk. Er zijn veel kinderen die foutloos maar te traag lezen. Vraag is dan wat u verkiest: een trage maar nauwkeurige of een snelle en onnauwkeurige lezer? Indien uw kind echter niet het gewenste niveau behaalt, staat de Bosbes in voor de nodige ondersteuning. Dit in overleg met u als ouder. Ook als ouder kan u meehelpen aan de leesvaardigheidstraining van uw kind. Het is aangewezen dat u luistert naar uw kind bij het hardop lezen. Vooral bij kinderen uit het 1ste en 2de leerjaar is het interessant om daar tijd voor vrij te maken. Als richtlijn willen we meegeven dat een 10-tal minuten lezen per dag de gewoontevorming van lezen ten goede komt. Het leesniveau is ook niet bedoeld om kinderen onderling te vergelijken, maar wel degelijk om leesstof te kunnen kiezen die aansluit bij hun leesontwikkeling. Op de meeste kinderboeken in de bibliotheek is het AVI-niveau aangeduid. We raden u echter aan nooit dit niveau als enig criterium voor de selectie van een leesboek te gebruiken. Voor een beginnend lezer moet de inhoud aansluiten bij de wereld die hij kent, moet er een ruime bladspiegel zijn. Kiest u verder voor grote of kleine letters, veel of weinig plaatjes, een leuke flap, …? De klassen van het lagere bezoeken tweewekelijks de lokale afdeling van de bibliotheek. 1.2
Leefwereld
De Bosbes wil een school met een hart zijn, waar kinderen, ouders en het schoolteam zich thuisvoelen: waar op basis van wederzijds respect een sfeer groeit waar gevoelens geuit en beleefd worden; waar leerkrachten oog hebben voor en meevoelen met wat kinderen meemaken; waar kinderen weten en daadwerkelijk ervaren dat naar elk van hen geluisterd wordt en zich begrepen voelen. Zo wensen we tot een sociale verbondenheid te komen die we niet alleen uitstralen in de omgang met elkaar, maar ook naar de ouders, schoolbestuur, begeleiders, de parochie en de plaatselijke gemeenschap. We werken samen, overleggen en streven naar een voortdurende kwaliteitsbewaking en – verbetering. We delen onze zorg voor kwaliteitsvol onderwijs met: • De ouders als eerste verantwoordelijken voor de opvoeding van de kinderen. Daarom streven we naar een goede communicatie en een zo groot mogelijke betrokkenheid van ouders bij de school. • Het schoolbestuur dat de eindverantwoordelijkheid draagt voor het beleid van de school. • Externe begeleiders die ons ondersteunen, vormen en helpen bij onze professionalisering. • De parochie die verwijst naar traditie en geloof van waaruit in de school gewerkt wordt. • De lokale gemeenschap waarin we gestalte geven aan onze opvoedings- en onderwijsopdracht. 1.3
Geloofswereld
We zijn een katholieke school en willen als dusdanig een waaier van waarden aanbrengen, voorleven en beleven. We bieden een didactisch verantwoord geloofsonderricht aan, waarbij gebedsmomenten en liturgische vieringen een vaste plaats krijgen in ons schoolleven. Aan leerlingen en ouders vragen we eerbied voor dit christelijk engagement. Toch willen we als school steeds gastvrij zijn voor mensen met een andere cultuur of godsdienst. Onderling respect en wederzijdse waardering worden zo een verrijking voor alle betrokkenen.
7
2. STRUCTUUR EN ORGANISATIE VAN ONZE SCHOOL 2.1
Het schoolbestuur
VZW Vrije Basisscholen Gruuthuse Kortrijksestraat 47b 8020 Oostkamp Het schoolbestuur is de eigenlijke organisator van het onderwijs in onze school. Het is verantwoordelijk voor het beleid en de beleidsvorming en schept de noodzakelijke voorwaarden voor een goed verloop van het onderwijs. Die samenwerking heeft als doel tot een gezamenlijke bundeling van krachten te komen, met respect voor het pedagogisch project en de cultuur van elke individuele school. Voorzitter: Secretaris: Penningmeester:
Dhr. A. Devlieghere Dhr. Dirk Joye Mevr. G. De Vuyst
Coördinerend directeur:
Dhr. M. Rosseel
Het schoolbestuur heeft acht autonome scholen onder haar bevoegdheid: • • • • • • • •
Vrije Basisschool De Bosbes – Hertsberge Vrije Basisschool Sint-Pieter – Oostkamp Vrije Basisschool De Vaart – Moerbrugge Vrije Basisschool Het Palet – Brugge Vrije Basisschool Sint-Jozefsinstituut – Brugge Vrije Basisschool De Sprong – Waardamme Vrije Basisschool De Kiem – Ruddervoorde Vrije Basisschool Baliebrugge
Tussen deze scholen wordt er een optimale samenwerking nagestreefd, zonder de eigenheid van de scholen uit het oog te verliezen. 2.2
Directeur
De directeur, dhr. Lieven Claeys, staat in voor de dagelijkse leiding van de school. 2.3
Onderwijzend personeel
•
In ons schoolkrantje “Bosbeste groeten uit Hertsberge” van september, alsook op de website worden jaarlijks de personeelsleden met hun opdrachten meegedeeld.
•
Beleids- en ondersteunend personeel: o o o o o
ICT-coördinator: Zorgcoördinator en kleuterparticipatie: Preventieadviseur: Administratief medewerker: Boekhouding:
Dhr. Bart Neirynck Dhr. Patrick Verhaeghe Mevr. Brigitte Deschacht Mevr. Marijke Wicke Mevr. Martine Goemaere
8
2.4
Klassenraad
De leerkracht van een klas vormt samen met de zorgleerkrachten, de zorgcoördinator en de directeur de klassenraad. Hun opdracht bestaat in het toekennen van getuigschriften basisonderwijs, het overwegen van overzitten of versnellen van de schoolloopbaan, het bespreken van gedrags- en leermoeilijkheden, het accuraat bijhouden van het leerlingenvolgsysteem en proberen oplossingen te zoeken voor het optimaal begeleiden van een bepaalde leerlingengroep of een individuele leerling. (zie ook verder MDO) 2.5
Ouderraad
Deze dynamische groep ouders wil op een positieve manier meehelpen aan het schoolleven. Ze organiseren bijeenkomsten en activiteiten voor ouders en leerlingen. Voorzitter: 2.6
Mevr. Inge Noyez
Pedagogische Raad
De pedagogische raad is een door en uit het personeel van de school gekozen adviesorgaan, bevoegd voor pedagogische aangelegenheden. 2.7
Leerlingenraad
De school is van iedereen. Groot en klein moet hun mening kunnen zeggen en mee kiezen wat er op school gebeurt. Als onze leerlingen meepraten, kunnen we de school toffer maken. En de school kan altijd toffer. Meedoen op school, daar gaat het om. Daar wordt iedereen op school beter van. Van elke klas uit de bovenbouw (L4–L5– L6) worden jaarlijks twee mandatarissen gekozen die de leerlingen van De Bosbes vertegenwoordigen op de leerlingenraad en verslag uitbrengen in alle klassen van onze school. 2.8
Schoolraad
In de schoolraad ontmoeten schoolbestuur, personeel, ouders en afgevaardigden uit de lokale gemeenschap elkaar, om in overleg, de verdere organisatie en uitbouw van onze school te behartigen. Directeur
Dhr. Lieven Claeys
Voor het schoolbestuur
Dhr. Adhémar Devlieghere
Voor de ouders
Mevr. Sylvie Boutlegier-Deryckere Mevr. Els Pieters-Vandewalle Dhr. Erwin Wuyts
Voor het personeel
Mevr. Veerle De Zutter Mevr. Sabine Reyserhove
Voor de lokale gemeenschap
Dhr. Gerdy Thyvaert Mevr. Magda Strubbe
Mevr. Chantal Haers
Mevr. Charlotte De Bruyne Mevr. Beatrijs D’Hooghe
Aan de schoolraad wordt een informatie-, communicatie-, advies- en overlegbevoegdheid toegekend.
9
2.9
Medezeggingsschapscollege (MZC)
In het MZC komen gemandateerden uit de diverse schoolraden van de schoolgemeenschap “Gruuthuse” overleggen over organisatie en uitbouw van het onderwijs op het niveau van de scholengemeenschap. 2.10
LOC (Lokaal OnderhandelingsComité)
Dit overlegorgaan is samengesteld uit vertegenwoordigers van het schoolbestuur en het personeel. Hier worden aangelegenheden besproken die specifiek het personeel aangaan. De directeur heeft daarbij een adviesfunctie. Voor het schoolbestuur
Dhr. Wilfried Vanhooren
Mevr. Chantal Haers
Voor het personeel
Mevr. Bénédicte Callebaut
Dhr. Piet Himpens
2.11
CLB (Centrum voor LeerlingenBegeleiding)
Een CLB heeft als opdracht bij te dragen tot het welbevinden van de leerlingen, nu en in de toekomst. Daarom ondersteunt het CLB de opvoedingsopdracht van de ouders en de school: als het moeilijk wordt, kan u bij het CLB terecht met vragen om individuele hulp, informatie en begeleiding. Onze school heeft een overeenkomst afgesloten en een gezamenlijk beleidscontract opgesteld met: CLB Brugge(n) Vestiging Legeweg 83A 8200 Sint-Andries (Brugge)
Tel. 050 440 220 Fax 050 450 791
[email protected] www.clbbrugge.be
De relatie tussen het centrum en de leerlingen en hun ouders Het CLB-team bestaat uit een arts, een maatschappelijk assistent, een verpleegkundige en een (assistent)psycholoog of pedagoog. De namen van de teamleden die instaan voor de begeleiding van de leerlingen van deze school en hun bereikbaarheid worden via de schoolagenda meegedeeld. CLB Brugge(n) heeft een werking uitgebouwd op het vlak van het leren en studeren, van het maken van goede studiekeuzes, van de lichamelijke ontwikkeling en de gezondheid en van het ‘zich goed voelen thuis en op school’. Als u over een van de opgesomde domeinen een vraag hebt, neem dan contact op met het CLB. CLB-medewerkers werken samen met de school en handelen volgens een deontologische code die discretie, onafhankelijkheid en het naleven van het beroepsgeheim waarborgt. CLB Brugge(n) heeft een procedure uitgeschreven om op systematische wijze met een klacht om te gaan. Als een school aan het CLB vraagt om een leerling te begeleiden, dan zal het CLB een begeleidingsvoorstel doen aan de ouders. Het CLB zet de begeleiding slechts voort als de ouders van de leerling (bij leerlingen jonger dan 12 jaar) of de leerling zelf hiermee instemmen. Bepaalde CLB-tussenkomsten kunnen niet worden geweigerd: de begeleiding bij problematisch afwezigheden en sommige medische onderzoeken. Als er bezwaren zijn tegen een bepaalde arts van het CLB, dan kan in overleg een andere arts binnen of buiten het CLB worden aangeduid. In dat laatste geval zijn de kosten ten laste van de ouders. In het Studie-informatiepunt (STIP) op het CLB is er informatie aanwezig over studierichtingen en scholen uit het secundair onderwijs. Veel informatie is ook te vinden via de CLB-website.
10
Het multidisciplinair dossier van uw kind Als een leerling zich in een school inschrijft of verandert van school, is het begeleidende CLB van de vorige school verplicht het dossier van de leerling te bezorgen aan het nieuwe CLB (Besluit Vl. Reg. 08 06 2001). Dit multidisciplinaire dossier bevat alle op het centrum aanwezige gegevens over die leerling. Als u niet akkoord gaat met het doorgeven van alle CLB-dossiergegevens naar het nieuwe CLB, kan u daartegen verzet aantekenen. U hebt daarvoor tien dagen tijd (vanaf de inschrijving in de nieuwe school). Voor leerlingen jonger dan 14 jaar gebeurt dit door de ouders; oudere leerlingen kunnen zelf verzet aantekenen. In dat geval zal het CLB alleen de medische gegevens en de gegevens in verband met de leerplichtcontrole doorsturen. CLB-dossiers worden 10 jaar na het laatste medisch onderzoek of na de laatste vaccinatie vernietigd Het multidisciplinair overleg (MDO): leerlingen volgen in hun ontwikkeling Om de totale ontwikkeling van elk kind te kunnen volgen, houden we op verschillende tijdstippen overleg en houden we nauwgezet een kindvolgsysteem bij. Zo’n MDO is een belangrijk middel om structuur te brengen in de zorg voor kinderen. Participanten:
-
klastitularis (spilfiguur) directeur taakleerkracht CLB-medewerker zorgcoördinator eventuele externen
Doel: Komen tot concrete hulp en begeleiding van kinderen met een specifieke hulpvraag. De ouders zijn de eerste verantwoordelijken voor de opvoeding van hun kind en zijn dan ook onze belangrijkste partners in het zorgbeleid. Daarom worden zij zonodig in een vroeg stadium bij een eventueel hulpplan betrokken. Als bepaalde signalen niet kunnen uitgesteld worden tot een oudercontact, als overleg met revalidatiecentra zich opdringt of verslag over een onderzoek wenselijk is, worden de ouders op een tussentijds overleg uitgenodigd. Frequentie:
-
oktober november december februari maart juni
K3 – L1 K2 – L2 – L3 – L4 – L5 – L6 K1 K3 K1 – K2 – L1 – L2 – L3 – L4 – L5 – L6 K2 – K3 – L1 – L2 – L3 – L4 – L5
Het spreekt voor zich dat er tussendoor eveneens MDO’s kunnen gepland worden als dat noodzakelijk wordt geacht. Alle kinderen worden besproken, maar bij de leerlingen met schoolse, motorische of affectieve problemen staan we langer stil om te komen tot “rijke” oplossingen. Op het daaropvolgend MDO bekijken we de resultaten van wat besproken werd. Desnoods worden strategieën aangepast. Een zorgbeleid hoort immers tot de kern van het functioneren van een kwaliteitsvolle school.
11
3. WETTELIJKE VERPLICHTINGEN 3.1
Inschrijven van kleuters en leerlingen
3.1.1 Leerplicht Ouders mogen hun kinderen laten inschrijven in de school van hun keuze. De school heeft de plicht alle leerlingen in te schrijven. Er is een voorrangsperiode voorzien voor broers en zussen, nl. de eerste vijf schooldagen van september van het voorafgaande schooljaar. Inschrijven kan op iedere schooldag, tenminste als er iemand aanwezig is op het secretariaat of op afspraak. Tijdens de zomervakantie kan er ingeschreven worden op duidelijk meegedeelde data of op afspraak. (zie ingang school of op www.vbshertsberge.be) De school kan echter wel de inschrijving weigeren van een leerling die het vorig of daaraan voorgaande schooljaar definitief uitgesloten werd. Kinderen kunnen specifieke noden hebben. Van ouders wordt verwacht dat zij die meedelen aan de school. De school zal dan onderzoeken of haar draagkracht voldoende groot is om het kind de nodige ondersteuning te geven op vlak van onderwijs, therapie en verzorging. Indien de ouders, bij inschrijving, nalaten mee te delen dat hun kind een attest buitengewoon onderwijs heeft en er de eerste weken na de inschrijving een vermoeden ontstaat van specifieke noden, zal de school haar draagkracht alsnog onderzoeken. Bij het onderzoek naar de draagkracht houdt de school, in overleg met de ouders en het CLB, rekening met: de verwachtingen van de ouders ten aanzien van het kind en ten aanzien van de school, de concrete ondersteuningsnoden van de leerling op het vlak van leergebieden, sociaal functioneren, communicatie en mobiliteit, een inschatting van het regulier aanwezig draagvlak van de school inzake zorg en de beschikbare ondersteunende maatregelen binnen én buiten het onderwijs. De ouders worden intensief betrokken bij de verschillende fasen van het overleg- en beslissingsproces. Als uit onderzoek naar de draagkracht blijkt dat de school niet in staat is om het kind de nodige specifieke ondersteuning te geven op het vlak van onderwijs, therapie en verzorging zal de school het kind weigeren (uitgezonderd type 8). De beslissing wordt binnen vier kalenderdagen bij aangetekend schrijven of tegen afgiftebewijs aan de ouders van de leerling bezorgd. Onze school maakt geen deel uit van het Lokaal Overlegplatform. Elke weigering wordt gemeld aan het Departement Onderwijs. Het Departement duidt vervolgens een LOP (lokaal overlegplatform) aan dat de bemiddeling op zich zal nemen. Dit aangeduide LOP neemt contact op met de ouders. Die krijgen dan toelichting bij de beslissing van het schoolbestuur. Na de bemiddeling door het LOP kunnen ouders alsnog een klacht indienen bij de Commissie inzake leerlingenrechten: Commissie Leerlingenrechten, Koning Albert-II laan 15, 1210 BRUSSEL. Het schoolbestuur kan omwille van materiële omstandigheden een maximumcapaciteit invoeren. Leerlingen kunnen eveneens op basis van de overschrijding van de maximumcapaciteit worden geweigerd. De kinderen worden ingeschreven voor de hele basisschool. Bij de inschrijving dient een officieel document te worden voorgelegd dat de identiteit van het kind bevestigt en de verwantschap aantoont. In ieder geval vragen wij ook de SIS-kaart van het kind mee te brengen bij inschrijving. Kinderen van vreemde nationaliteit bezorgen ons een uittreksel uit het bevolkingsregister. Kleuters mogen ingeschreven worden vanaf de datum waarop ze de leeftijd van twee jaar en zes maanden bereiken. Als ze jonger zijn dan drie jaar worden ze echter pas op school toegelaten vanaf de instapdatum na hun inschrijving. Voor die instapdatum mag de kleuter niet in de school aanwezig zijn, zelfs niet op proef, ook al heeft de kleuter de leeftijd van twee jaar en zes maanden overschreden.
12
Enkele weken voor de instapdatum is er evenwel een kennismakingsnamiddag. Kleuters en hun ouders zijn welkom op de school en kunnen eens kijken hoe het er in zo’n kleuterklasje aan toegaat. Zo kennen ze al een beetje hun weg op de eerste schooldag. Ouders van nieuwe kleuters van wie wij het adres kennen, krijgen een uitnodiging. De instapdata zijn: • de eerste schooldag na de zomervakantie, • de eerste schooldag na de herfstvakantie, • de eerste schooldag na de kerstvakantie, • de eerste schooldag van februari, • de eerste schooldag na de krokusvakantie, • de eerste schooldag na de paasvakantie, • de eerste schooldag na het weekend van Hemelvaart. In september van het jaar waarin uw kind 6 jaar wordt, is het leerplichtig en wettelijk verplicht om de lessen te volgen. Ook wanneer het op die leeftijd nog in het kleuteronderwijs blijft, is het dus onderworpen aan de controle op regelmatig schoolbezoek. Als het kind nog niet de leeftijd van 7 jaar heeft bereikt vóór 1 januari van het lopende schooljaar, moet het voldoen aan één van de volgende toelatingsvoorwaarden: • het voorgaande schooljaar ingeschreven zijn in een Nederlandstalige school en gedurende die periode ten minste 220 halve dagen aanwezig zijn geweest; • voldoen aan een proef die de kennis van het Nederlands nodig aan het lager onderwijs te volgen, peilt; • beschikken over een bewijs dat hij het voorafgaande schooljaar onderwijs heeft genoten in een Nederlandstalige onderwijsinstelling uit een lidstaat van de Nederlandse Taalunie. Een jaartje langer in de kleuterschool doorbrengen, vervroegd naar de lagere school komen en een achtste jaar in de lagere school verblijven kan enkel na kennisgeving van en toelichting bij het advies van de klassenraad en van het CLB-centrum. Ingeschreven leerlingen zijn verplicht alle lessen en activiteiten van de leerlingengroep te volgen in functie van het bereiken van de eindtermen en het nastreven van de ontwikkelingsdoelen! Om gezondheidsredenen kunnen er in samenspraak met de directie eventueel aanpassingen gebeuren. Een inschrijving kan pas ingaan na instemming met dit pedagogisch project en het schoolreglement. 3.1.2 Engagementsverklaring Ouders hebben hoge verwachtingen van de school voor de opleiding en opvoeding van hun kinderen. Onze school zet zich elke dag in om dit engagement waar te maken, maar in ruil verwachten we wel de volle steun van de ouders. Daarom maken we in deze engagementsverklaring wederzijdse afspraken. Zo weten we duidelijk wat we van elkaar mogen verwachten. A. Onze school kiest voor een intense samenwerking met de ouders. Het is goed dat ouders zicht hebben op de werking van de school, want school en ouders zijn immers partners in de opvoeding van het kind.
13
•
•
• •
•
•
Bij het begin van elk schooljaar organiseert De Bosbes een startdag in samenwerking met de ouderraad. U kan er kennis maken met de leerkracht van uw kind en met de manier van werken. Op geregelde tijden informeren we u over de vorderingen van uw kind en de thema’s die aan bod komen in klas. Dat doen we schriftelijk via het heen-en-weerschriftje of de schoolagenda. Ouders en leerkrachten kunnen ook mondeling met elkaar overleggen, dit liefst na het maken van een afspraak. Voor de herfst-, kerst-, paas- en zomervakantie worden de evaluaties gerapporteerd. Daarin staat duidelijk neergeschreven hoe het staat met de leer- en leefprestaties van uw kind. De school organiseert op geregelde tijdstippen individuele oudercontacten: Oktober: L1 December: kleuter + lager Pasen: kleuter + lager Juni: K3 + selectieven op vraag van de school/ouders We verwachten van de ouders dat ze zich samen met de school engageren om nauw samen te werken rond de opvoeding van hun kinderen en dus zoveel als mogelijk ingaan op onze uitnodigingen tot oudercontact. Wie niet op de contactavond kan aanwezig zijn, kan desgevallen een gesprek aanvragen op een ander moment. We verwachten van ouders dat ze met de school contact opnemen bij vragen of zorgen t.a.v. hun kinderen. De school engageert zich om met de ouders een gesprek aan te gaan over uw zorgen en vragen t.a.v. de evolutie van hun kinderen.
B. Aanwezig zijn en op tijd komen (zie ook 3.2) De aanwezigheid van uw kind heeft gevolgen voor het verkrijgen en behouden van de schooltoelage. Problematische afwezigheden hebben daarenboven tot gevolg dat kinderen hun statuut van regelmatige leerling verliezen. Dit heeft o.a. zo zijn gevolgen voor het behalen van het getuigschrift basisonderwijs. Problematische afwezigheden worden doorgegeven aan het departement onderwijs en aan het CLB. We verwachten dat uw kind dagelijks en op tijd op school is (zie ook 4.1). We verwachten dat de ouders bij afwezigheid de school tijdig verwittigen. Het CLB waarmee we samenwerken staat in voor de begeleiding bij problematische afwezigheden. Ouders kunnen zich niet onttrekken aan deze begeleiding bij problematische afwezigheden. C. Individuele leerlingenbegeleiding (zie ook 1.1.2) Onze school voert een zorgbeleid. Dit houdt o.a. in dat we gericht de evolutie van de kinderen volgen. Dit doen we m.b.v. een leerlingvolgsysteem. Sommige kinderen hebben op bepaalde momenten nood aan gerichte individuele begeleiding. Andere leerlingen hebben constant nood aan individuele zorg. In overleg met de ouders zal de zorgcoördinator vastleggen hoe de individuele begeleiding van uw kind desgevallen kan georganiseerd worden. De school zal duidelijk maken wat u van ons kan verwachten en wat wij van de ouders verlangen. We verwachten natuurlijk van ouders dat ze ingaan op vragen vanuit de school tot overleg en dat ze de gemaakte afspraken opvolgen en naleven. D. Positief engagement t.a.v. de onderwijstaal Onze school is een Nederlandstalige school. Niet alle ouders echter voeden hun kinderen op in het Nederlands. Dit kan ertoe leiden dat die kinderen het wat moeilijker hebben bij het leren. De school engageert er zich toe om die kinderen zo goed als mogelijk te begeleiden bij hun taalontwikkeling.
14
Van die ouders verwachten we dat ze er alles aan doen om hun kind te stimuleren bij het leren van Nederlands. 3.1.3 Echtscheiding Scheiden is een emotioneel proces. Voor kinderen die deze situatie moeten verwerken, wil de school een luisterend oor, openheid, begrip en wat “extra” aandacht bieden, mocht dit aangewezen zijn. De school is bij een echtscheiding geen betrokken partij! Beide ouders, samenlevend of niet, staan gezamenlijk in voor de opvoeding van hun kinderen, binnen de grenzen die gebeurlijk door een rechter bepaald zijn m.b.t. het ouderlijk gezag. Wanneer ouders niet meer samenleven, maakt de school met beide ouders afspraken over de wijze van informatiedoorstroming en de manier waarop beslissingen over het kind worden genomen. De school neemt een strikt neutrale houding aan ten aanzien van gescheiden ouders of ouders die in een echtscheidingsproces verwikkeld zijn. 3.2
Afwezigheden
De Belgische leerplichtwet bepaalt dat uw kind leerplichtig is vanaf 1 september van het kalenderjaar waarin het zes jaar wordt. Voor jongere kleuters moeten afwezigheden niet worden gewettigd door attesten. Het is natuurlijk wel wenselijk dat ouders van kleuters de school informeren omtrent hun afwezigheid. Kleuters die op vijf jaar reeds naar het lager onderwijs overstappen zijn wel leerplichtig. Een leerplichtig kind moet elke schooldag van het schooljaar daadwerkelijk op school aanwezig zijn, behalve bij gewettigde afwezigheden. Als ouder bent u verantwoordelijk voor het feit dat uw kind aan die leerplicht voldoet. Bij onwettige afwezigheid verliezen kinderen hun statuut van regelmatige leerling en dat heeft zo zijn gevolgen voor de school, voor het kind en ook voor de ouders. Iedere leerling krijgt bij aanvang van het schooljaar afwezigheidsattesten mee. Gelieve die dan ook te gebruiken bij afwezigheden, eventueel aangevuld met de nodige documenten: overlijdensbericht, oproepingsbrief, doktersattest,… Uw kind kan enkel gewettigd afwezig zijn in de volgende situaties: 1. Ziekte Kinderen die ziek zijn horen niet op school! Afwezigheid wegens ziekte is een gewettigde afwezigheid, mits voorlegging van: • Een schriftelijke verklaring van de ouders indien het gaat om een afwezigheid wegens ziekte tot en met drie opeenvolgende kalenderdagen, behalve als de leerling in het lopende schooljaar al vier maal met een verklaring van de ouders afwezig is geweest wegens ziekte. •
Een medisch attest uitgereikt door een arts o voor elke afwezigheid wegens ziekte van meer dan drie opeenvolgende kalenderdagen. o voor elke afwezigheid wegens ziekte nadat de leerlingen in het lopende schooljaar al vier maal met een verklaring van de ouders afwezig is geweest wegens ziekte.
Wanneer een bepaald chronisch ziektebeeld leidt tot verschillende afwezigheden zonder dat telkens een doktersconsultatie noodzakelijk is (vb. astma, migraine, …), kan na samenspraak tussen school en CLB één medisch attest die het ziektebeeld bevestigt volstaan. Wanneer een afwezigheid om deze reden zich dan effectief voordoet, volstaat een attest van de ouders.
15
Een medisch attest wordt beschouwd als twijfelachtig als: • het attest zelf de twijfel van de geneesheer aangeeft wanneer deze schrijft “dixit de patiënt”; • het attest is te vroeg gedateerd of begin- en einddatum werden (ogenschijnlijk) vervalst; • het attest een reden vermeldt die niets te maken heeft met de medische toestand van de leerling, zoals vb. ziekte van één van de ouders, hulp in het huishouden, … Consultaties (vb. een bezoek aan de tandarts) moeten zoveel als mogelijk buiten de schooluren plaats vinden. 2. “Van rechtswege” gewettigde afwezigheden Dergelijke afwezigheden worden steeds vergezeld door een verklaring van de ouders of een document met officieel karakter. • Het bijwonen van een familieraad. • Het bijwonen van een begrafenis- of huwelijksplechtigheid van een persoon die onder hetzelfde dak woont als de leerling of van een bloed- of aanverwant van de leerling. • De oproeping of dagvaarding voor de rechtbank. • Het onderworpen worden aan maatregelen in het kader van de bijzondere jeugdzorg en de jeugdbescherming. • De onbereikbaarheid of ontoegankelijkheid van de school door overmacht. • Het beleven van feestdagen die inherent zijn aan de door de grondwet erkende levensbeschouwelijke overtuiging van de leerling (anglicaanse, islamitische, joodse, katholieke, orthodoxe en protestantse godsdienst). 3. Afwezigheden mits akkoord van de directeur Deze afwezigheden zijn gewettigd, mits voorafgaand akkoord van de directeur en vergezeld door een verklaring van de ouders of een officieel document. •
•
•
•
Het overlijden van een persoon die onder hetzelfde dak woont of van een bloed- of aanverwant tot en met de tweede graad. Voor de dag van de begrafenis zelf is geen toestemming van de directeur nodig. Mits toestemming van de directeur kan zo ook een begrafenis van een bloeden aanverwant in het buitenland bijgewoond worden. Afwezigheden voor persoonlijke redenen voor maximaal vier al dan niet gespreide halve lesdagen per schooljaar. (vb. opname van een ouder in het ziekenhuis, het overlijden/begrafenis van de onthaalmoeder, vriendje of vriendinnetje, …) Het actief deelnemen aan een culturele of sportieve manifestatie, indien het kind hiervoor als individu of als lid van een club geselecteerd is. Het bijwonen van trainingen komt niet in aanmerking, wel bijv. de deelname aan een kampioenschap/competitie. Het kind kan maximaal 10 halve schooldagen per schooljaar hiervoor afwezig zijn. Onder strikte voorwaarden en mits toestemming van de directeur, is een afwezigheid van maximaal 6 lestijden per week voor het beoefenen van topsport in de sporten zwemmen, tennis en gymnastiek mogelijk. Deze strikte voorwaarden zijn: - een gemotiveerde aanvraag van de ouders; - een verklaring van een sportfederatie aangesloten bij de Vlaamse sportfederatie; - een medisch attest van een sportarts verbonden aan een erkend keuringscentum van de Vlaamse Gemeenschap.
Het voorafgaand akkoord van de directeur is hier van cruciaal belang. Deze categorie afwezigheden mogen niet gezien worden als automatismen, enkel de directeur kan autonoom beslissen om deze afwezigheden toe te staan. De leerplicht veronderstelt dat een kind op school is van 1 september tot en met 30 juni, dus zullen de ouders nooit de toestemming krijgen om vroeger op vakantie te vertrekken of later uit vakantie terug te keren.
16
4. Zeer uitzonderlijke afwezigheid van kinderen van binnenschippers, kermis- en circusexploitanten en –artiesten en woonwagenbewoners om hun ouders te vergezellen tijdens hun verplaatsingen 5. Problematische afwezigheden Alle afwezigheden die niet opgesomd en gewettigd kunnen worden zoals hierboven beschreven, zijn te beschouwen als problematische afwezigheden. Die leerlingen verliezen hun statuut van regelmatige leerling. Dit houdt o.a. in dat de betrokken leerling in het zesde leerjaar geen getuigschrift basisonderwijs kan krijgen. 3.3
Tijdelijk onderwijs aan huis
Leerlingen vanaf 5 jaar (d.w.z. leerlingen die 5 jaar of ouder zijn vóór 1 januari van het lopende schooljaar) hebben recht op tijdelijk onderwijs aan huis (4 lestijden per week) indien volgende voorwaarden gelijktijdig zijn vervuld: • •
• •
•
De leerling is meer dan 21 opeenvolgende kalenderdagen afwezig wegens ziekte of ongeval (vakantieperiodes meegerekend). Voor chronisch zieke kinderen geldt deze wachttijd niet. Zij hebben recht op 4 uur tijdelijk onderwijs aan huis na 9 halve schooldagen afwezigheid. Telkens het kind opnieuw 9 halve schooldagen afwezigheid heeft opgebouwd, heeft het opnieuw recht op 4 uur tijdelijk onderwijs aan huis. De ouders hebben een schriftelijke aanvraag ingediend bij de directeur van de thuisschool; De aanvraag is vergezeld van een medisch attest waaruit blijkt dat het kind de school niet of minder dan halftijds kan bezoeken en dat het toch onderwijs mag volgen. Voor chronisch zieke leerlingen moet bij de eerste aanvraag tijdens het betrokken schooljaar een medisch attest worden gevoegd, uitgereikt door een geneesheer-specialist, dat het chronisch ziektebeeld bevestigt en waaruit blijkt dat het kind onderwijs mag krijgen. Bij een nieuwe afwezigheid ten gevolge van deze chronische ziekte tijdens hetzelfde schooljaar is geen nieuw attest vereist. De afstand tussen de school (vestigingsplaats) en de verblijfplaats van de betrokken leerling bedraagt ten hoogste 10 km.
Dit onderwijs is kosteloos voor de ouders. De opname in een ziekenhuis waar buitengewoon onderwijs van het type 5 wordt georganiseerd, ontslaat de school tijdelijk van de verplichting onderwijs aan huis te organiseren. 3.4
Getuigschrift basisonderwijs Het schoolbestuur kan, op voordracht en na beslissing van de klassenraad, een getuigschrift basisonderwijs uitreiken aan een regelmatige leerling uit het gewoon lager onderwijs. De klassenraad oordeelt autonoom of een regelmatige leerling in voldoende mate, de doelen die in het leerplan zijn opgenomen heeft bereikt, om een getuigschrift basisonderwijs te bekomen. De beslissing van de klassenraad is steeds het resultaat van een weloverwogen evaluatie in het belang van de leerling.
Het is uitzonderlijk dat dergelijke beslissing door de ouders wordt aangevochten. In voorkomend geval wenden de ouders zich binnen de zeven kalenderdagen tot de directeur die de klassenraad binnen drie werkdagen opnieuw bijeenroept. De betwiste beslissing wordt opnieuw overwogen. De ouders worden schriftelijk verwittigd van het resultaat van deze bijeenkomst. Als de betwisting blijft bestaan, kunnen de ouders aangetekend beroep instellen bij de voorzitter van het schoolbestuur binnen een termijn van zeven kalenderdagen na ontvangst van het resultaat. Het schoolbestuur beslist of de klassenraad opnieuw wordt samengeroepen. De ouders worden schriftelijk op de hoogte gebracht van de beslissing van het schoolbestuur.
17
Iedere leerling die bij het voltooien van het lager onderwijs geen getuigschrift basisonderwijs krijgt, heeft recht op een attest afgeleverd door de directie met de vermelding van het aantal en de soort van gevolgde leerjaren lager onderwijs. 3.5
Eén- of meerdaagse schooluitstappen
Leerlingen nemen het best zoveel mogelijk deel aan buitenschoolse activiteiten en de school mag er, zonder tegenbericht van de ouders, van uit gaan dat ze mee mogen. Bij ééndaagse uitstappen geldt de ondertekening van dit schoolreglement als principiële toestemming voor deelname. Indien de ouders echter hun toestemming niet willen geven voor een uitstap, dienen zij dat vooraf schriftelijk aan de school te melden. De kinderen die niet deelnemen aan buitenschoolse activiteiten van een of meer dagen, moeten evenwel aanwezig zijn in de school. Voor de leerlingen uit het 6de leerjaar worden openluchtklassen in België georganiseerd. Daarvoor moet er wel voldoende belangstelling zijn, namelijk 75%. Voor meerdaagse activiteiten buiten de school mag niet meer dan € 360 gevraagd worden voor de hele duur van het lager onderwijs. 3.6
Bijdrageregeling
In de infofolder van 1 september vindt u een lijst met een raming van de financiële bijdragen die we kunnen vragen. Deze lijst bevat zowel verplichte al niet verplichte uitgaven. Verplichte uitgaven zijn uitgaven die u zeker zult moeten doen. Zaken die de school als enige aanbiedt, koopt u verplicht op school. Er zijn ook zaken die u zowel op school als ergens anders kunt aankopen. Turnkledij is een verplichte uitgave, maar valt niet onder de maximumfactuur. Niet verplichte uitgaven zijn uitgaven voor zaken die u niet verplicht moet aankopen of activiteiten waar u niet verplicht aan moet deelnemen, maar als u ze aankoopt of eraan deelneemt, moet u er wel een bijdrage voor betalen. Voor sommige kosten vermeldt de lijst vaste prijzen, voor andere zijn enkel richtprijzen vermeld. Voor een aantal kosten kennen we de kostprijs niet vooraf. We geven daarvoor richtprijzen. Dat betekent dat het te betalen bedrag in de buurt van de richtprijs zal liggen, het kan iets meer, maar het kan ook iets minder zijn. Het schoolbestuur baseert zich voor het bepalen van de richtprijs op de prijs die de zaak of activiteit vorig schooljaar kostte. Deze lijst werd overlegd in de schoolraad. Onze school respecteert het “principe van de kosteloosheid”. Dat betekent dat we geen inschrijvingsgeld en bijdragen vragen voor de kosten die verbonden zijn aan het behalen van de eindtermen en het nastreven van de ontwikkelingsdoelen. Scholen mogen niet langer inschrijvingsgeld en bijdragen vragen voor de kosten die verbonden zijn aan het behalen van de eindtermen en het nastreven van de ontwikkelingsdoelen. De regering voorziet voor alle basisscholen daarvoor extra financiële middelen. Er werd een lijst van materialen opgesteld die de school ter beschikking moet stellen. Dit betekent concreet dat elk kind – naargelang het leerjaar – dit basispakket zal krijgen in september:
18
Een ringmap Een geodriehoek en een passer (bovenbouw) Een lat Een vulpen (L1), inktpatronen en een inktwisser (vanaf L3) Een pakje viltstiften Een pakje kleurpotloden Een fluostift (bovenbouw) Een slijper en een schaar Een lijmstift Balpennen Een potlood en een gum Wie dit echter wenst, kan vrijblijvend nog verder eigen materiaal meebrengen naar klas. Materiaal aangeboden door de school wordt in principe op school bewaard. In uitzonderlijke gevallen (vb. voor huiswerk) kan het mee naar huis worden genomen, mits toestemming van de titularis. Indien een leerling materiaal verliest of opzettelijk stuk maakt, worden de ouders daarvan op de hoogte gebracht en wordt een vergoeding gevraagd. Het mag duidelijk zijn dat eigen materiaal zowel op school als thuis gebruikt mag worden. Wie nieuw materiaal nodig heeft moet dit melden aan de titularis, die het dan ter beschikking stelt. Betalingsmodaliteiten: • Alle betalingen gebeuren met een maandrekening via overschrijving en liefst via domiciliëring. De kinderen brengen dus geen geld mee naar school tenzij de leerkracht de ouders vooraf schriftelijk verwittigt. Bovendien wordt geld nooit achtergelaten in jassen of schooltassen. De school kan niet verantwoordelijk gesteld worden voor gebeurlijke diefstallen. • Indien we vaststellen dat de schoolrekening geheel of gedeeltelijk onbetaald blijft zonder dat er financiële problemen zijn of omdat de gemaakte afspraken niet worden nageleefd, zal de school verdere stappen ondernemen. Ook dan zoeken we in eerste instantie naar een oplossing. Indien u problemen hebt met het betalen van de schoolrekening, kunt u contact opnemen met de schooldirectie. Samen zoeken we in overleg naar een oplossing. Wij verzekeren een discrete behandeling van uw vraag.
3.7
Reclame en sponsoring door derden op onze school
Sinds kort is er een regelgeving (onderwijsdecreet XIII) die het mogelijk maakt om reclame en/of sponsoring binnen de schoolmuren toe te laten. De schoolraad is van oordeel dat dit kan, als voldaan wordt aan volgende voorwaarden: • De door het schoolbestuur verstrekte leermiddelen of verplichte activiteiten blijven vrij van reclame. • Facultatieve activiteiten (schoolreis, bosklassen, …) blijven vrij van reclame, behalve wanneer het gaat over een verwijzing naar een gift, schenking of een korting. • De reclame en sponsoring zijn niet in tegenspraak met de pedagogische taken van de school. • Ze mogen de objectiviteit, geloofwaardigheid, betrouwbaarheid en onafhankelijkheid van de school niet in het gedrang brengen.
19
3.8
Schoolongevallen, schoolverzekering
Alle leerlingen zijn verzekerd tegen ongevallen: • op school, • tijdens de buitenschoolse activiteiten in schoolverband, • op weg naar en van de school, indien dit binnen het normale tijdsbestek de kortste en/of veiligste heen- en terugweg is. M.a.w. zijn de leerlingen alleen maar verzekerd tegen ongevallen als ze onmiddellijk na schooltijd naar huis gaan en hiervoor de kortste en/of veiligste weg volgen. Lichamelijke schade wordt volgens onze verzekeringspolis vergoed; stoffelijke schade (fietsen, kledij, …) niet. Vrijwilligers De school heeft een verzekeringscontract afgesloten met KBC, polisnummer 31716340, tot dekking van de burgerlijke aansprakelijkheid, met uitzondering van de contractuele aansprakelijkheid, van de organisatie en de vrijwilligers. De polis ligt ter inzage op het schoolsecretariaat. De activiteit van vrijwilligers wordt onbezoldigd en onverplicht verricht. De school voorziet in geen enkele vergoeding voor vrijwilligersactiviteiten. 3.9
ICT – informatie en communicatie – schooleigen visie
Kinderen groeien op in een omgeving waar informatie en communicatietechnologie alom tegenwoordig is. De Vlaamse Overheid heeft daartoe ICT-eindtermen vastgelegd. Deze hebben een vakoverschrijdend karakter. Dit betekent dat ICT niet als een vak, niet als een absoluut doel maar wel als een middel beschouwd moet worden. Integratie en implementatie zijn bij deze dan ook sleutelwoorden. De eindtermen • De leerlingen hebben een positieve houding tegenover ICT en zijn bereid ICT te gebruiken ter ondersteuning van hun leren. • De leerlingen gebruiken ICT op een veilige, verantwoorde en doelmatige manier. • De leerlingen kunnen zelfstandig oefenen in een door ICT ondersteunde leeromgeving. • De leerlingen kunnen zelfstandig leren in een door ICT ondersteunde leeromgeving. • De leerlingen kunnen ICT gebruiken om eigen ideeën creatief vorm te geven. • De leerlingen kunnen met behulp van ICT voor hen bestemde digitale informatie opzoeken, verwerken en bewaren. • De leerlingen kunnen ICT gebruiken bij het voorstellen van informatie aan anderen. • De leerlingen kunnen ICT gebruiken om op een veilige, verantwoorde en doelmatige manier te communiceren De doelen voor onze school, gekoppeld aan een leerlijn Wij zien de eindtermen als een opportuniteit voor onze school, een mogelijkheid ook om onze leerlingen binnen dit gebied te laten evolueren naar die competenties, die vaardigheden die in onze kennismaatschappij onontbeerlijk geworden zijn. We willen ons houden aan de leerlijn van het VVKBaO.
20
De werkwijze We hebben een ICT-lokaal en in elke klas staan 2 computers, door een netwerk aan een gedeelde printer gekoppeld, met breedbandverbinding op het internet. De leerlingen werken elke week aan de computer. Dit kan gaan over een opdracht m.b.t. de volgende deelgebieden: • inoefenen van in klas gegeven leerstof, • informatie opzoeken, bewerken en verwerken, • communicatie, • creatief verwerken. Belangrijk is te vermelden dat ICT in alle vakken aan bod komt. Speciale aandacht is er voor het “veilig” gebruik van internet: • Uitwisselen van de vele mogelijkheden op internet. • Zich eigen maken van een netiquette. • Inzien van de risico’s van bepaald gedrag op internet. • Weerbaar zijn tegen negatieve ervaringen. • Reflecteren over eigen gedrag. De website van onze school Op de website van onze school (www.vbshertsberge.be) kunnen ouders en belangstellenden heel wat informatie vinden over het dagelijkse leven in onze school. Er zijn heel wat foto’s te zien, genomen tijdens uitstappen of bijzondere klasactiviteiten. Ouders die niet wensen dat hun kind herkenbaar te zien is op de website of in het schoolkrantje moeten dit schriftelijk bij de directeur melden. De website van de school is ook prima geschikt om online allerlei oefeningen, aangepast aan het niveau van de klas, te vinden en te gebruiken. 3.10
Orde- en tuchtmaatregelen
Het orde- en tuchtreglement is een middel om de goede gang van zaken in onze opvoedingsgemeenschap te vrijwaren. Wanneer een leerling de goede werking van de school hindert of het lesverloop stoort, kan er een ordemaatregel worden genomen (en/of kunnen er meer bindende gedragsregels worden vastgelegd in een geschreven begeleidingsplan). Mogelijke ordemaatregelen zijn: • een verwittiging, • strafwerk, • een tijdelijke verwijdering uit de les gevolgd door aanmelding bij de directie, • … Die ordemaatregelen kunnen genomen worden door elk personeelslid van de school in samenspraak met de directie. Wanneer het gedrag van de leerling werkelijk een probleem betekent voor het verstrekken van het onderwijs en/of het opvoedingsproject van de school in het gedrang brengt, kan er een tuchtmaatregel genomen worden. Mogelijke tuchtmaatregelen zijn: • Een schorsing houdt in dat de gesanctioneerde leerling gedurende een bepaalde periode de lessen en activiteiten van zijn leerlingengroep niet mag volgen. De betrokkene moet echter wel op school aanwezig zijn. • Een uitsluiting houdt in dat de gesanctioneerde leerling definitief uit de school verwijderd wordt op het moment dat deze leerling in een andere school is ingeschreven en uiterlijk één maand, vakantieperiode niet inbegrepen, na de schriftelijke kennisgeving van de beslissing van de uitsluiting. In afwachting daarvan bevindt de betrokken leerling zich in dezelfde toestand als een geschorste leerling en moet dus op de school aanwezig zijn.
21
Bij het nemen van een beslissing tot schorsing van meer dan één dag of een beslissing tot uitsluiting wordt de volgende procedure gevolgd: • De directeur wint het advies van de klassenraad in. • De leerling wordt, in aanwezigheid van de ouders en eventueel bijgestaan door een raadsman, voorafgaandelijk gehoord over de vastgestelde feiten. Voormelde personen worden hiertoe vijf werkdagen vooraf per brief verwittigd. • De ouders hebben inzage in het tuchtdossier van de leerling. • De genomen beslissing wordt schriftelijk gemotiveerd en schriftelijk ter kennis gebracht aan de ouders van de betrokken leerling binnen een termijn van 5 werkdagen. Tegen tuchtmaatregelen is er geen beroep mogelijk, behalve tegen de uitsluiting. Uiterlijk vijf werkdagen na ontvangst van de beslissing tot uitsluiting kunnen de ouders schriftelijk beroep indienen bij de voorzitter van de beroepscommissie. Het beroep schort de uitvoering van de eerder genomen tuchtbeslissing niet op. De leerling wordt samen met zijn ouders per brief opgeroepen om te verschijnen voor de beroepscommissie. Uiterlijk vijf werkdagen na ontvangst van het beroep komt de beroepscommissie dan samen. De ouders hebben inzage in het dossier. De beroepscommissie brengt de ouders binnen de vijf werkdagen per aangetekende brief op de hoogte van haar gemotiveerde beslissing. Deze beslissing is bindend voor alle partijen. Tijdens gans de beroepsprocedure kunnen ouders zich laten bijstaan door een raadsman. Een personeelslid van de school kan niet optreden als vertrouwenspersoon. Buitenstaanders mogen het tuchtdossier niet inzien, tenzij met schriftelijke toestemming van de ouders. Het CLB begeleidt de leerlingen die geschorst of uitgesloten zijn. Ook de ouders worden in dit verband begeleid. Vicariaat voor onderwijs Beroepscommissie basisonderwijs
H.-Geeststraat 4 8000 BRUGGE
Commissie inzake leerlingenrechten
Koning Albert II-laan 15 1210 BRUSSEL
3.11
Omgaan met leerlinggegevens De school houdt rekening met de privacywetgeving. Ouders krijgen de garantie dat alle persoonlijke gegevens enkel door de directie aangewend worden onder de toepassing van de wet ter bescherming van de persoonlijke levenssfeer. Ouders hebben het recht deze gegevens op te vragen en zo nodig te laten verbeteren, voor zover ze betrekking hebben op hun kind en zichzelf.
22
4. BOSBESREGLEMENT EN PRAKTISCHE SCHIKKINGEN 4.1
Dagverloop
Begin Einde Begin Einde
maandag 8.30 uur 12.05 uur 13.35 uur 15.30 uur
dinsdag 8.30 uur 12.05 uur 13.35 uur 15.30 uur
woensdag 8.30 uur 12.05 uur
donderdag 8.30 uur 12.05 uur 13.35 uur 15.30 uur
vrijdag 8.30 uur 12.05 uur 13.35 uur 15.30 uur
Voor het werken in klas is het zeer vervelend als kinderen te laat komen. Daarom vragen wij om uw kinderen, ook de kleuters, op tijd te brengen of naar school te sturen. De ouders – ook die van de kleuters – nemen afscheid aan de poort. De kinderen moeten uiterlijk om 8.25 uur en om 13.30 uur aanwezig zijn. Te laat komen kan niet! Wie toch te laat komt, meldt zich aan op het secretariaat of bij de directeur. De poort gaat ’s morgens open om 8.05 uur en ’s middags om 13.05 uur. Dan pas kunnen de kinderen op school terecht. Laat uw kinderen dus zeker niet te vroeg vertrekken! Vóór 8.05 uur kunnen de kinderen naar de buitenschoolse opvang “Stekelbees”. Kinderen die een kwartier na schooltijd niet afgehaald zijn, gaan onder begeleiding naar de opvang in Stekelbees. Op de poort hangt trouwens een bord met de duidelijke boodschap: “Geen toegang buiten de schooluren.”
Stekelbees Van 7.00 uur tot 8.05 uur en van 15.45 uur tot 18.30 uur (woensdagmiddag van 12.20 uur tot 18.30 uur)
Er moeten 28 effectieve lestijden gegeven worden. Dat betekent dat de leerlingen daadwerkelijk 28 lestijden les moeten krijgen. Dat betekent concreet dat de schoolbel ’s morgens reeds om 8.25 en ’s middags om 13.30 zal rinkelen. Dan moeten de kinderen dus reeds op school aanwezig zijn. Op die tijdstippen worden namelijk de rijen gevormd, zodat de kinderen zich naar hun respectievelijke klassen kunnen begeven zodat de lessen stipt om 08.30 en 13.35 aanvangen. Voor de veiligheid is er na het beëindigen van de lessen een thuisrij, waarbij de kinderen worden begeleid tot aan de Molleree, Rapaertstraat en de kerk. De kinderen die niet afgehaald worden, zijn verplicht met de rij mee te gaan. Er wordt niet gewinkeld onderweg. Van kinderen die afgehaald worden aan de school, verwachten we dat de ouders tot aan de schoolpoort komen om hun kind op te pikken. Uit veiligheidsoverwegingen laten we geen kinderen tot aan de auto lopen. We vragen de ouders met aandrang hun auto niet fout te parkeren voor de school! U kunt gerust uw voertuig parkeren op het Kerkplein, daar zijn meer dan voldoende parkeermogelijkheden. Veiligheid voor onze bosbesjes primeert. Zorg er eveneens voor dat de leerkracht en ook uw kind op de hoogte zijn, als het door iemand anders wordt afgehaald. Voor onze school gelden ’s morgens de voorschriften voor een kiss and drivezone. In die zone mag ’s morgens niet geparkeerd worden. U mag er enkel stoppen, de leerlingen helpen uitstappen en kort afscheid nemen… “kiss and drive”!
23
Kinderen die per fiets naar school komen, plaatsen hun fiets in de daartoe voorziene fietsenstalling. Zorg er ten allen tijde voor dat de fiets van uw kind reglementair in orde is. Gebruik van de fietsenstalling gebeurt op eigen verantwoordelijkheid. Een fietshelm en fluovestjes worden aanbevolen. Tijdens de schooluren is het de kinderen niet toegelaten om de school zonder begeleiding te verlaten. Kinderen worden in principe nooit voor het einde van de lestijden afgehaald. 4.2
Schoolagenda en heen- en-weerschriftje
Als ouder hebt u het recht om tijdens gans het schooljaar te informeren naar de prestaties van uw zoon of dochter. U wordt geacht om voor ons relevante informatie van thuis mee te delen aan de leerkracht. Daarvoor is het heen-en-weerschriftje bij de kleuters en de agenda een ideaal instrument. Het is het middel bij uitstek om info allerhande door te spelen, zowel van school naar thuis als van thuis naar school. De kleuterleidster vragen dan ook met aandrang om dagelijks dit schriftje te bekijken en een handtekening te plaatsen naast de berichtgeving. Voor de lagere school is dit de schoolagenda. Het is een werk- en planningsinstrument voor de leerling. Leerkrachten schrijven er info in voor de ouders en omgekeerd, zo kan er wederzijds heel wat informatie worden uitgewisseld. Ook hier vragen de leerkrachten om dagelijks een handtekening te plaatsen. 4.3
Toegang tot de klaslokalen, speelplaats en toiletten
Begin en einde van de lessen en activiteiten worden aangegeven met een belsignaal. De kinderen begeven zich onmiddellijk naar hun rij. Het binnenkomen en verlaten van de klaslokalen gebeurt onder begeleiding van een leerkracht. Voor en na de lessen en activiteiten mogen de kinderen niet in de lokalen en gangen aanwezig zijn. Afwijkingen zijn mogelijk mits toestemming van de directie of een leerkracht. Niemand verlaat zonder toestemming de speelplaats. De leerlingen spelen niet in de toiletten en dragen zorg voor het materiaal. 4.4
Eerbied voor materiaal
We proberen de kinderen zorg en verantwoordelijkheid voor materialen aan te brengen. Wanneer een leerling toch opzettelijk schade toebrengt aan fietsen, kledij of ander materiaal, vallen de herstelkosten of schadeloosstelling volledig ten last van de ouders. Alle boeken en schriften dienen steeds gekaft, van een etiket voorzien en met de meeste zorg gebruikt te worden. Schooltassen, brooddozen en kledij worden genaamtekend. Alles kan op de aangeduide plaatsen achtergelaten worden. We houden klassen, gangen, fietsenstalling, toiletten en de speelplaats net. Overal zijn voldoende vuilnisbakken aanwezig voor selectieve inzameling. Sommig afval hoort thuis in het compostvat van de school. De school heeft blijvend aandacht voor Milieuzorg Op School. De Bosbes sluit zich dan ook aan bij de MOS-werking, want ze wil zich als milieuvriendelijke school profileren.
24
4.5
Omgangsvormen
We houden van een verzorgde kledij op school met oog voor hygiëne en veiligheid. Vrijetijdskledij wordt niet toegelaten (topjes, teenslippers, …)! Ook de haartooi is eenvoudig en stijlvol. Voorzie uw kind van een pakje papieren zakdoeken en de allerkleinsten van een reservebroekje en een luier. Hoofddeksels zijn niet toegelaten in de klaslokalen en in de refter. De kinderen gedragen zich steeds beleefd, vriendelijk en correct. Onbeleefd of uitdagend gedrag wordt in onze school niet aanvaard. In klas spreken we een verzorgde taal, maar we stellen het eveneens op prijs dat kinderen ook onderling een voorname taal hanteren. 4.6
Veiligheid en gezondheid
•
De school voert een gezondheidsbeleid. Vanuit ons eigen project is het evident dat niet enkel de lichamelijke gezondheid (vb. gezonde voeding, beweging) hierbij aandacht krijgt, maar ook de geestelijke gezondheid.
•
We proberen echt werk te maken van dit thema. Onze preventieadviseur staat de werkgever bij, bij de toepassing van de maatregelen bedoeld in de welzijnswet. Ze heeft een adviserende functie ten opzichte van de werkgever en de werknemers om maatregelen te treffen ter bevordering van het welzijn van werknemers en kinderen. Er is tevens een overeenkomst met een externe dienst inzake veiligheidsbeleid, gezondheid en hygiëne. Ieder jaar wordt er ook een beleidscontract opgemaakt tussen de school en het CLB. •
Snoep, kauwgom, chips, chocolade en dergelijke zijn in onze school niet gewenst. We streven naar een gezond tussendoortje, zoals fruit of een voedzame koek. De woensdag is sowieso fruitdag, dan brengen de kinderen een stuk fruit mee i.p.v. een koek als tussendoortje. Wie inschreef voor het LOGO-project krijgt op die dag een stuk fruit van de titularis. Drank in blik of in glas is niet toegelaten.
•
De kleuterafdeling vraagt met aandrang geen koeken mee te geven met chocolade aan de buitenkant. De kleuters beperken het fruit best tot appels en/of bananen.
•
Als uw kind jarig is, dan mag het trakteren. Overdrijf echter niet… het moet een aardigheidje blijven. Snoep kan voor deze speciale gebeurtenis eventueel wel (hoeft niet!), maar ook hier zijn kauwgom, chips en chocolade uit den boze. Uitnodigingen voor (verjaardags)feestjes worden niet op school uitgedeeld.
•
Het is niet toegelaten ballen, gevaarlijk of duur speelgoed en gsm’s mee te brengen naar school. Het spreekt voor zich dat dit ook geldt op alle activiteiten georganiseerd in schoolverband.
•
Er is dagelijks melkbedeling. Er is ook mogelijkheid tot het nemen van ecovruchtensap (met uitzondering van K1 en K2) en water. De overblijvers kunnen op school warm eten, soep krijgen of hun lunchpakket nuttigen. Alle maaltijden gebeuren in het parochiaal centrum ’t Bulscampvelt, onder begeleiding van leerkrachten en personeel.
25
•
Medicatie op school graag beperken. Kinderen die ziek zijn, horen niet op school te zijn. De vraag van de ouders om medicatie toe te dienen aan een kind moet door een schriftelijk attest van de dokter bevestigd worden, dat de juiste dosering en toedieningswijze bevat.
•
Ouders moeten de school eveneens schriftelijk op de hoogte brengen van eventuele voedingsallergieën.
•
Wanneer een leerling ziek wordt op school, dan zal de school niet op eigen initiatief medicatie toedienen. Wel zullen de ouders (of een andere opgegeven contactpersoon) verwittigd worden en zal hen gevraagd worden de leerling op te halen. Wanneer dit niet mogelijk is, zal de school een arts om hulp verzoeken.
•
Besmetting met hoofdluizen blijft een probleem voor ouders, maar ook voor scholen. Luisjes of neten bij de kinderen moeten steeds gemeld worden! (zie www.wvc.vlaanderen.be/luizen/)
•
Er geldt een algemeen rookverbod op onze school. Controle op de naleving van het algemeen roodverbod gebeurt door alle personeelsleden. Klachten worden ingediend bij de directie. Bij overtreding zal het schoolbestuur orde- en tuchtmaatregelen treffen.
4.7
Lessen bewegingsopvoeding en zwemmen
Alle kinderen moeten deelnemen aan de lessen lichamelijke opvoeding en zwemmen. Voor de gymles is het schooluniform verplicht. Alles wordt opgeborgen in een gymzakje, dat op school wordt aangekocht. Zwemlessen gaan door in het sportcomplex “De Valkaart”. Wil zo goed zijn om twee handdoeken mee te geven met uw kind. U doet er weerom goed aan om alles te naamtekenen. Zorg ervoor dat uw zoon of dochter gemakkelijke kledij draagt op zwemdagen. Omwille van de hygiëne opteren we op onze school voor een aansluitende zwembroek (kort of lang model) en voor een eendelig badpak (geen bikini). Kinderen die om een of andere reden niet kunnen deelnemen aan de lessen lichamelijke opvoeding en/of aan de zwemlessen, dienen hiervoor een doktersattest of een schriftelijke verklaring van één van de ouders af te geven aan de leermeester of aan de begeleidende leerkracht. Ook voor kleuters worden 2 gymlessen per week voorzien. Zowel kleuter als lager nemen deel aan heel wat sportactiviteiten, tijdens de schooluren, maar ook soms buiten de schooluren. Er wordt ook een sportdag georganiseerd.
4.8
Afwijkingen
In uitzonderlijke en onvoorziene omstandigheden kan de directie en/of het schoolbestuur afwijken van dit reglement.
26