Vervuilingsonderzoek glas 2014 in opdracht van Nedvang
Doss. no. : 14A543 Tilburg, 27 juni 2014 Vervuilingsonderzoek glas 2014 in opdracht van Nedvang Bureau Milieu & Werk BV Kraaivenstraat 21-15 Postbus 10311 5000 JH Tilburg Tel: 013 - 5434400 Fax: 013 - 5443102 E-mail:
[email protected]
Inhoudsopgave
1.
Inleiding
3
2.
Opzet van het onderzoek
4
2.1 Monstername 2.2 Sortering
5 5
3.
Resultaten
9
4.
Conclusies
11
1. Inleiding
Het vervuilingsonderzoek gaat om het vaststellen van de vervuiling van het ingezamelde Nederlandse glas en hoe die vervuiling is verdeeld over glasgebonden en nietglasgebonden vervuiling. Het onderzoek dient ook om te leren of het nodig is dit type onderzoek periodiek te herhalen en of op basis van de praktijkervaringen nog aanpassingen nodig zijn in de opzet ervan (te grote variatie/ onbetrouwbaarheid).
Leeswijzer Hoofdstuk 2 Hoofdstuk 3 Hoofdstuk 4
Opzet van het onderzoek Resultaten Conclusies
2. Opzet van het onderzoek
Het vervuilingsonderzoek bestaat uit het analyseren van een selectie van glasmonsters op verschillende locaties van glasrecyclers- en inzamelaars. De steekproeftrekking en de uitsortering van de monsters heeft plaatsgevonden conform een vooraf vastgesteld kwaliteitsprotocol1. Alle metingen zijn daardoor identiek uitgevoerd en dus vergelijkbaar. De betrokkenen hebben hiermee een betrouwbaar instrument in handen om het beleid en de uitvoering te evalueren en zo nodig bij te stellen. De uitvoering van het vervuilingsonderzoek vond plaats bij verwerkers en inzamelaars van glas verspreid over Nederland in de periode van 25 maart tot en maat 11 juni 2014. De selectie van bedrijven is voldoende groot en biedt voldoende geografische spreiding. Bij elk van de verwerkingslocaties zijn 3 metingen uitgevoerd en bij elke locatie van een inzamelaar 1 meting. Elke locatie heeft vooraf een draaiboek ontvangen over de uitvoering van het onderzoek.
bedrijf
locatie
type bedrijf
aantal metingen
Maltha
Heijningen
verwerker
3
Maltha
Emmen
verwerker
3
Van Tuijl
Gameren
verwerker
3
Sita
Alphen ad Rijn
inzamelaar
1
Sita
Helmond
inzamelaar
1
RD4
Heerlen
inzamelaar
1
Dusseldorp
Doetinchem
inzamelaar
1
Omrin
Leeuwarden
inzamelaar
1
Sortiva
Halfweg
inzamelaar
1
totaal
15
1 Het kwaliteitsprotocol is na een proefmeting in verband met de praktische uitvoerbaarheid aangepast op het punt van de monstername (zie paragraaf 2.1) Met een shovel is het praktisch niet mogelijk gebleken om 12 grepen van nog geen ½ m³ te trekken. Ook kon slechts laag aan de grond aan de zijkanten telkens een greep worden genomen. De shovel kan niet verder reiken. Dit beperkte tevens het aantal te bemonsteren punten. Bij de keuze voor 5 grepen is per greep ca. 1 m³ glas opgepakt om de totaal benodigde 5 m³ te verkrijgen.
2.1
Monstername
1. Per meting is met een shovel een monster getrokken uit een voorraad vers binnenkomend onbewerkt gekleurd glas. 2. Na een visuele inspectie heeft monsterneming plaatsgevonden. 3. De benodigde monstergrootte bedraagt circa 5 m³ en bestaat uit 5 grepen die verspreid over de voorraad zijn genomen met behulp van een shovel. Per greep is circa 1 m³ glas opgepakt. 4. Elke greep is als één hoop op de grond gestort en uitgespreid. Het totaal van de 5 grepen was het te sorteren monster.
Nemen van een greep
2.2
Storten en uitspreiden hopen
Sortering
1. Sortering heeft plaatsgevonden per hoop. 2. Er is gesorteerd op glasgebonden en niet-glasgebonden vervuiling: Glasgebonden vervuiling (is tijdens het productieproces op of aan het glas aangebracht) 1. Voedselrestanten 2. Papier (etiketten, wikkels) 3. Kunststof (etiketten, wikkels, capsules, seals) 4. Metaal (doppen, deksels, capsules) 5. Kurken 6. Andere afsluitingen Niet-glasgebonden vervuiling 1. 2. 3. 4. 5.
Keramiek, steen en puin (KSP) Ander glas (vlakglas, spiegels, glazen, lampen) Glas met restanten van medicijnen of chemicaliën Organisch afval (niet zijnde voedselrestanten) Andere materialen
3. Eerst zijn hele flessen en potten uit een hoop gehaald.
4. Deksels, doppen en kunststof capsules zijn verwijderd en apart gelegd. 5. Vastzittende etiketten en metalen en/of kunststof capsules zijn geteld. Zowel voor etiketten als voor metalen en/ of kunststof capsules is op basis van een gemiddeld gewicht telkens het totaal gewicht vastgesteld. Het gemiddeld gewicht is vooraf bepaald. Verschillende soorten etiketten zijn los geweekt, gedroogd en gewogen. Deze procedure is ook gevolgd voor de metalen en/ of kunststof capsules. 6. Voedselrestanten (ook vloeibare) zijn uit de fles of pot gehaald en apart gehouden. 7. Het glas zelf is in 240 liter minicontainers gedeponeerd. 8. Overgebleven scherven zijn naar verwijdering van de vervuiling in minicontainers gedeponeerd. Hierbij zijn flessenhalzen apart gehouden om zo een inschatting te kunnen maken van de aantallen etiketten en capsules in het gebroken glas. 9. Na weging van het glas zijn ook alle apart gehouden componenten (vervuiling) gewogen.
Uitsorteren scherven
Sortering
Flessenhalzen
Metaal
Kunststof
Kurken
Keramiek, steen, puin
Ander glas
Glas met resten van medicijnen of chemicaliën
Andere materialen (divers)
Andere materialen (kunststof)
Andere materialen (blik)
3. Resultaten
-
-
Totaal is over alle 15 metingen inclusief vervuiling (glasgebonden en nietglasgebonden) een hoeveelheid gesorteerd van 25.273 kilogram (zie tabel 3.1). In bijlage 1 is het resultaat per meting opgenomen. Het aandeel glas (exclusief vervuiling) bedraagt gemiddeld 98,50 %. De laagste score van alle 15 metingen komt uit op 97,31 % en de hoogste score op 99,26 %. De glasgebonden vervuiling bedraagt gemiddeld 0,96 % en bestaat voor het grootste deel uit metalen doppen, deksels en capsules. De niet-glasgebonden vervuiling bedraagt gemiddeld 0,54 %. Het betreft vooral keramiek, steen, puin, ander glas en andere materialen (voornamelijk kunststof, papier en drankkartons; zie bijlage 2 voor een nadere omschrijving per meting). De totale vervuiling komt hiermee gemiddeld over alle metingen op 1,50 %. Gemiddelde score 15 metingen hoeveelheid glas gesorteerd hoeveelheid vervuiling gesorteerd totaal gesorteerd
COMPONENTEN Glas Glasgebonden vervuiling Niet-glasgebonden vervuiling Totaal
laagste score
hoogste score
24.903 kg 370 kg 25.273 kg
98,50% 0,96% 0,54% 100,00%
97,31% 0,35% 0,25%
99,26% 1,71% 0,98%
Subanalyses Glasgebonden vervuiling - Voedselrestanten - Papier (etiketten, wikkels) - Kunststof (etiketten, wikkels, capsules, seals) - Metaal (doppen, deksels, capsules) - Kurken - Andere afsluitingen Subtotaal
0,13% 0,14% 0,09% 0,60% 0,03% 0,00% 0,96%
<0,01% 0,04% 0,02% 0,27% 0,01% 0,00%
0,30% 0,26% 0,39% 0,80% 0,05% 0,00%
Niet-glasgebonden vervuiling - Keramiek, steen, puin - Ander glas - Glas met resten van medicijnen of chemicaliën - Organisch afval (niet zijnde voedselrestanten) - Andere materialen Subtotaal
0,18% 0,09% 0,01% 0,00% 0,25% 0,54%
0,09% 0,00% 0,00% 0,00% 0,09%
0,35% 0,41% 0,13% 0,00% 0,77%
Tabel 3.1 Gemiddelde resultaat 15 metingen met laagste en hoogste score
De verhouding glasgebonden en niet-glasgebonden vervuiling ligt bij de meeste metingen in de lijn van het gemiddelde. Aangezien de individuele resultaten per meting nauwelijks afwijken van het gemiddelde kan worden gesproken van een consistent beeld over alle 15 metingen.
Een steekproef zal nooit exact zijn. Met een bepaalde waarschijnlijkheid geldt dat de uitkomst van onderzoek geldt binnen bepaalde marges. Hoe kleiner deze marges hoe hoger de nauwkeurigheid. In tabel 3.2 zijn de nauwkeurigheidsmarges berekend bij 95 % betrouwbaarheid. Uit de tabel blijkt dat de marges vrij smal zijn, hetgeen er op duidt dat het werkelijke vervuilingsresultaat van alle in Nederland ingezamelde glas naar verwachting in lijn zal liggen met het resultaat uit voorliggend steekproefonderzoek. Gemiddelde score 15 metingen hoeveelheid glas gesorteerd hoeveelheid vervuiling gesorteerd totaal gesorteerd COMPONENTEN Glas Glasgebonden vervuiling Niet-glasgebonden vervuiling Totaal
marges bij 95 % betrouwbaarheidsinterval
24.903 kg 370 kg 25.273 kg
98,50% 0,96% 0,54% 100,00%
+/- 0,15% +/- 0,12% +/- 0,09%
Subanalyses Glasgebonden vervuiling - Voedselrestanten - Papier (etiketten, wikkels) - Kunststof (etiketten, wikkels, capsules, seals) - Metaal (doppen, deksels, capsules) - Kurken - Andere afsluitingen Subtotaal
0,13% 0,14% 0,09% 0,60% 0,03% 0,00% 0,96%
+/+/+/+/+/+/+/-
0,04% 0,05% 0,04% 0,10% 0,02% 0,00% 0,12%
Niet-glasgebonden vervuiling - Keramiek, steen, puin - Ander glas - Glas met resten van medicijnen of chemicaliën - Organisch afval (niet zijnde voedselrestanten) - Andere materialen Subtotaal
0,18% 0,09% 0,01% 0,00% 0,25% 0,54%
+/+/+/+/+/+/-
0,05% 0,04% 0,01% 0,00% 0,06% 0,09%
Tabel 3.2 Gemiddelde resultaat 15 metingen en nauwkeurigheidsmarges
4. Conclusies
1. Met de gekozen methodiek is een betrouwbaar beeld verkregen van zowel de glasgebonden als de niet-glasgebonden vervuiling van het in Nederland ingezamelde glas. 2. Zowel verwerkers als inzamelaars zijn betrokken in het onderzoek. De gekozen inzamelaars en verwerkers zijn voldoende geografisch verspreid over Nederland. 3. Uit het onderzoek komen geen grote verschillen naar voren in mate en soort van vervuiling bij de individuele metingen. De glasgebonden vervuiling bedraagt gemiddeld 0,96 % en bestaat voor het grootste deel uit metalen doppen, deksels en capsules. De niet-glasgebonden vervuiling bedraagt gemiddeld 0,54 %. Het betreft vooral keramiek, steen, puin, ander glas en andere materialen. 4. De totale vervuiling is gemiddeld over alle metingen 1,50 % en komt bij 14 van de 15 metingen ook niet boven de norm conform het UMP zijnde 2,50 %. Gaan we alleen uit van de niet glasgebonden vervuiling dan ligt het gemiddelde van alle metingen met 0,54 % ruim onder de norm van 2,50 %. Dit geldt ook voor alle individuele metingen. 5. Op basis van de resultaten van 15 individuele metingen en het gemiddelde met een totaal gesorteerde hoeveelheid van ruim 25.000 kilogram kan worden gesteld dat de werkelijke mate van vervuiling van alle ingezamelde glas in Nederland naar verwachting nauwelijks zal afwijken van de gevonden percentages in dit steekproefonderzoek. 6. Op basis van de praktijkervaringen kan worden gesteld dat geen aanpassingen nodig zijn in de opzet ervan. Er is nauwelijks variatie in de individuele resultaten en de uitkomsten zijn betrouwbaar.