Verslagen van de vier workshops tijdens het Emissiesymposium 2 februari 2010
Pagina 1
Stoffen en bronnen; welke stoffen zijn relevant om in de EmissieRegistratie opgenomen te worden.
Pagina 2
Omgaan met onzekerheden in emissiecijfers.
Pagina 5
Watson database en de consequenties voor de EmissieRegistratie.
Pagina 6
E-PRTR; discussie over omvang en kwaliteit van de getallen, consequenties drempelwaarden, ideeën voor verbeteringen.
Workshop 1 Stoffen en bronnen; welke stoffen zijn relevant om in de EmissieRegistratie opgenomen te worden Door: Peter Schipper en Mattijs Hehenkamp (Grontmij)
Tal van EU-prioritaire stoffen werden normoverschrijdend aangetroffen in de rijks- en regionale wateren omdat de gehalten in het sediment en zwevend stof de norm overschreden. Er is echter voor de KRW afgesproken alleen nog totaalgehalten in water te meten. De waterschappen zien nu dat daardoor de meeste prioritaire stoffen daarom geen probleem meer zijn. Neemt niet weg dat de discussie over de risico's van deze stoffen door aanwezigheid in zwevend stof en biota voortgaat. De informatiebehoefte voor aanvulling van EmissieRegistratie is wel verschoven naar de stoffen die op de kandidaat-lijst staan, inclusief de stoffen die de drinkwaterbedrijven ook (weer) graag op die lijst toe gevoegd willen zien. Dus diverse bestrijdingsmiddelen, geneesmiddelen, benzine additieven , dyglime, etc.. In het bijzonder werden genoemd pfos en imidacloprid (een insecticide) . Pfos door de opvallend hoge risico's voor ophoping in de voedselketen. Qua bronnen is vooral behoefte aan inzicht in illegale bronnen zoals hennepteelt. De relevantie en omvang van zulke bronnen zouden mogelijk in samenwerking met de politie kunnen worden uitgezocht. Er ligt echter ook belangrijke taak bij de waterkwaliteitbeheerders om relevante bronnen (beter) op te sporen. Door met name te meten in influenten van rwzi's, deeltoevoer van dit influent (regenwaterafvoer bedrijventerreinen, afvalwater stadskernen e.d.) en oppervlaktewateren waar gemakkelijk verdachte bronnen kunnen worden aangetoond. De focus zou niet teveel op een gefixeerd stoffenpakket moeten liggen, omdat brede screenings voor het opsporen van potentiele problemen kosteneffectiever is en hiermee ook beter onverwachte (nieuwe) probleemstoffen boven tafel kunnen komen. Ook is behoefte aan meer inzicht in atmosferische depostie, het liefst voor een zo volledig mogelijke stoffenlijst, opdat daarmee het aantreffen in (riool)water beter kan worden verklaard en in andere gevallen deze route beter kan worden uitgesloten. Ook willen de waterkwaliteitsbeheerders meer inzicht in de verwijderingsrendementen van rwzi''s en het effect van nabehandelingstechnieken, met name dus voor de kandidaat prioritaire en aanvullende zorgstoffen drinkwater.
2
Workshop 2 Omgaan met onzekerheden in emissiecijfers. Door: Hella Pomarius, Waterschap Rivierenland Waarom zou je een statistische aanpak kiezen voor een onzekerheidsanalyse en niet alleen uitgaan van gevoel? o Je wilt het gevoel kwantificeren o Je wilt een gevoel krijgen voor de waarde van je data o Je wilt weten of er daadwerkelijk sprake is van een trend (en niet alleen onzekerheid van de data) o Het geeft je gevoel of je je systeem in de vingers hebt. o Het kan het bestuur overhalen o Kan helpen met prioriteren van maatregelen: eerst maatregelen uitvoeren waarbij de emissiegegevens zeker zijn. Wat is de meerwaarde van een statistische aanpak? Wat voegt het toe? o Het maakt meer indruk op bestuurders en beleid. Je kunt je gevel onderbouwen. o Dwingt je om het onzekerheidsvraagstuk systematisch aan te pakken. Je mist niets. o Het is een hulpmiddel voor systeemkennis, dus vergeet de kennis van het systeem niet; ga niet alleen af op cijfers. o Reproduceerbaar o Vergelijkbaar o Aanleiding om meetprogramma’s onder de loep te nemen. o Je kunt een link leggen met meten. Wat mis je in het in de ochtend voorgestelde plan van aanpak? o Systeemkennis; niet alleen statische cijfers o Omgaan met ruimtelijke verdeling o Tijdsaspect o Kijk hoe je de methode en resultaten kunt opschalen naar hoger schaalniveau dan afwateringsgebieden o Retentie en processen berekenen, niet alleen doen via de sluitpost. De sluitpost is dan een echte sluitpost. o Misschien kan je neurale netwerken inzetten voor het project. o Benut geostatistische kennis. o Probeer eerst onzekerheid te bepalen met gevoel, daarna statistisch: wat is het verschil. o Fouten in analyse en monsterneming. o Terugkoppeling van onzekerheid naar bronnen: als je weet dat een bron onzeker is, hoe maak je de onzekerheid kleiner. Wat is belangrijk? Waar moet je op letten bij uitvoering project? o Belangrijk om doelstelling helder neer te zetten. o Pak het pragmatisch aan. o Systeemkennis betrekken bij statistiek; niet alleen statische cijfers o Met z’n allen bepalen: wat vinden we betrouwbaar. o Weet waar je je energie in moet stoppen. o Alle bronnen met classificatie D en E die meer dan 5% bijdragen aan totale belasting moeten worden onderzocht. o Let op voor schijnnauwkeurigheid ! o Kijk eerst of er voldoende data is om een dergelijke stat. analyse uit te voeren.
3
o
Doe je het voor de balans of voor de uiteindelijke concentratie ?
Wat doe jezelf met de onzekerheid van de emissiecijfers en hoe communiceer je de onzekerheid in emissiecijfers met collega’s? o Vraag collega’s hoe betrouwbaar hij/zij de maatregelen wenst. o Open communiceren om een goede onderbouwing van de voorstellen te kunnen geven. o Communiceer met collega’s over reproduceerbaarheid en verifieerbaarheid o Deel kennis over methodieken en technieken. Hoe communiceer je de onzekerheid in emissiecijfers met bestuurders en doelgroepen? o Liever niet of anders heel voorzichtig (veel bestuurders hebben een hekel aan onzekerheden) o Voor bestuurders en doelgroepen is het snel te wetenschappelijk o Als je de onzekerheden communiceert loop je het risico op een blokkade: dat een maatregel dan bijvoorbeeld helemaal niet meer wordt uitgevoerd.
4
Workshop 3 Rwzi’s; Watson database en de consequenties voor de EmissieRegistratie. Door: Gerard Rijs(RWS Waterdienst) en Joost van den Roovaart (Deltares) 1 Uitbreiden en verbeteren informatie RWZI's in de EmissieRegistratie Waterschappen hebben veel gegevens over influenten en effluenten van RWZI's voor verschillende stoffen. Deze gegevens zijn verzameld in de zgn. "Watson-database". Voor een aantal stoffen kunnen gemeten effluenten worden vergeleken met de berekende effluenten, zoals die in de EmissieRegistratie (ER) bekend zijn. Daarnaast kunnen voor een aantal stoffen waarvoor nu nog effluenten ontbreken in de ER, mogelijk worden toegevoegd aan de hand van de informatie uit de Watson-database. Tenslotte kunnen ook de zuiveringsrendementen in beide systemen worden vergeleken en waar nodig aangepast. Binnenkort start een project van STOWA/Rioned waarbij uitgebreid zal worden gemeten aan overstorten en regenwaterriolen. Vanuit de ER zal aansluiting worden gezocht bij dit project. 2 Opnemen individuele RWZI's in de EmissieRegistratie In de huidige versie van de ER, zijn niet alle RWZI's individueel openbaar weergegeven. Alleen die RWZI's die vallen onder de E-PRTR richtlijn (ca. 100 van de 400 stuks). De reden hiervoor is de vertrouwelijkheid van de gegevens, die door CBS via een enquête bij de waterbeheerders wordt verzameld. De aanwezige waterschappen ondersteunen de wens vanuit de ER om alle RWZI's individueel weer te kunnen geven op de internetsite. CBS zal, ondersteund door de andere ER-partners, actie ondernemen om een verzoek hiertoe aan de waterschappen te sturen. Een vraag hierbij is dan nog hoe kan worden omgegaan met de info die niet door de beheerders aangeleverde info, die door CBS wordt bijgeschat. Daarnaast is nog een vraag of ook de gegevens over stoffen, waarvoor op basis van de in de ER beschikbare bronnen op riool influent-vrachten kunnen worden berekend, ook individueel beschikbaar zouden moeten worden gemaakt. 3 Bronnen achter de RWZI Er is behoefte bij gebruikers aan informatie over bronnen achter de RWZI. Binnen de ER is het mogelijk om per RWZI een overzicht te genereren vanuit de bekende diffuse en puntbronnen (bedrijven), die zijn aangesloten op een RWZI. Op het moment kan dit alleen op specifiek verzoek. De mogelijkheden zullen worden onderzocht om dit ook online via de website mogelijk te maken.
5
Workshop 4 E-PRTR; discussie over omvang en kwaliteit van de getallen, consequenties drempelwaarden, ideeën voor verbeteringen. Door: Richard van Hoorn, RWS Waterdienst en Nanette van Duijnhoven, Deltares) Er werd een korte introductie gegeven over inzameling van individuele bedrijfsemissies naar oppervlaktewater en riool. Sinds twee jaar wordt er geen enquête meer uitgestuurd onder de waterbeheerders. Daarentegen worden lozingsgegevens rechtstreeks uit het elektronisch milieujaarverslag gehaald. Milieuverslagplichtige bedrijven en E-PRTR bedrijven vullen hun emissies naar water en riool daar zelf in en het Wm bevoegd gezag valideert. In de Landelijke Emissieregistratie (ER) worden de gegevens uit het E-PRTR openbaar gemaakt. Dit zijn de emissies die boven een bepaalde waarde, de drempelwaarde vallen. Er gaat dus informatie verloren en daarmee is het beeld voor de industrie in de Emissieregistratie wat per bedrijf getoond wordt niet volledig. Wel dekt op landelijke schaal de E-PRTR het beeld van lozingen naar water en riool: zo’n 10% van de bedrijven emitteert 90% van de vracht. Maar de kleinere lozingen, die veelal op het regionale watersysteem plaatsvinden, zijn uit beeld geraakt. Tijdens de workshop werd verder ingezoomd op de consequenties van het wegvallen van de industriële jaarvrachten. De deelnemers van de workshop zagen het missen van de jaarvrachten niet direct als een probleem. Het was ook niet helemaal duidelijk of en hoe de waterbeheerders de industriële jaarvrachten in ER gebruiken. Er ligt een uitdaging om met beleidsmakers en waterschappen helder te communiceren wat de gevolgen zijn van het wegvallen van een groot deel van de jaarvrachten. Dit wordt de komende maanden in 2010 actief opgepakt. Dan kan verder worden onderzocht of er oplossingen moeten komen.
6