Verslag werkbezoek Huiselijk Geweld San Carlos, Río San Juan, Nicaragua 22 november tot en met 1 december 2012
Rick Nijkamp Muriël Duindam Groningen, 26 februari 2013
Deelnemers werkbezoek Huiselijk Geweld Vanuit de partners in Groningen Marieke Bekkers: mentor/hulpverlener Crisis & Vervolg bij Toevluchtsoord Groningen en Drenthe Mara van Bolhuis: Ketenregisseur bij Steunpunt Huiselijk Geweld Nienke Groenhagen: Regionaal coördinator Huiselijk Geweld Regiopolitie Groningen Sietske Tolsma: Beleidsadviseur Jeugd Regiopolitie Groningen Rick Nijkamp: Portefeuillehouder Mensenrechten bestuur Stedenband GroningenSan Carlos Muriël Duindam: Coördinator/Hoofd Bureau Stedenband Groningen-San Carlos
Ter plaatse in San Carlos Ineke de Groot: Projectcoördinator Stedenband Groningen-San Carlos en ambtenaar Internationale betrekkingen van de Gemeente San Carlos. Ineke trad op als tolk/begeleider.
Foto’s in dit verslag: Muriël Duindam
1
Nederlandse Ambassade Vrijdag 23 november 2012 Achtergrond Aanwezig zijn: de tijdelijk zaakgelastigde van de Nederlandse Ambassade (Reina Buijs) en het hoofd (directrice) van de Comisaría de la Mujer, señora Erlinda Castillo. Mevrouw Castillo geeft aan dat ze veel steun krijgen uit Nederland en dat ze daar erg blij mee zijn.
Erlinda Castillo (links) en Reina Buijs
Emancipatie Mevrouw Buijs geeft aan dat het goed is dat er in Nicaragua op alle niveaus vrouwen werkzaam zijn. Op de werkvloer, maar ook in leidinggevende functies. Mevrouw Castillo is daarvan een voorbeeld, maar ook het hoofd van de landelijke politie is een dame. Vrouwen hebben toegang tot alle opleidingsniveaus. Daarnaast zijn de secundaire arbeidsvoorwaarden voor vrouwen ook goed geregeld, zoals bevallings- of zorgverlof. Op dit moment is 33% van de werkenden bij de politie vrouw. Het streven is te komen tot 50%. Als wordt gekeken naar leidinggevende functies dan is 27% vrouwelijk. De politie heeft hierin een pioniersfunctie. De gelijkheid van sekse moet juist hier tot uitdrukking komen als voorbeeld voor het land. Verder heeft de politiek natuurlijk een voorbeeldfunctie. De helft (50%) van het parlement is vrouw. Nationale politie De nationale politie is in 1979 opgericht na de revolutie. Daarvoor was de Guardia Nacional van Somoza actief. Bij de totstandkoming van de nationale politie heeft Nicaragua hulp gekregen vanuit de hele wereld (waaronder Cuba, Rusland, Zweden, maar ook Nederland). Wellicht is dat de reden dat het systeem zo goed functioneert. Ze hebben als het ware alleen de goede dingen overgenomen van alle landen die hulp aanboden. Bij de oprichting is ook aandacht besteed aan de rol van de vrouw. Vrouwen hebben tijdens de revolutie zij aan zij met mannen gevochten. Eén van de filosofieën van de revolutie was dat vrouwen een betere positie in de samenleving moesten hebben. Dit heeft ook zijn uitwerking gekregen in het politieapparaat. Vrouwen zijn op alle niveaus werkzaam bij de politie, ook bij de ME. Een andere succesfactor is de directe communicatie/samenwerking met de bevolking [‘policia comunitaria proactiva’], waardoor de politie veel vertrouwen van het volk geniet. 2
Comisaría De Comisaría de la Mujer y de la Niñez (CdlM), zoals de organisatie voluit heet, is een speciale eenheid van de politie die zich bezighoudt met vrouwen, kinderen en jongeren die slachtoffer zijn van huiselijk geweld. De eerste Comisaría, in District 5 in Managua, werd in 1993 opgericht, omdat bleek dat vrouwen vonden dat hun problemen niet altijd serieus werden genomen door de politie. Inmiddels zijn er verspreid over Nicaragua 61 bureaus van de Comisaría de la Mujer en is het een groot succes. Nicaragua is hiermee een voorbeeld voor heel Centraal Amerika. Pilot Onlangs is de CdlM begonnen met een pilot in twee districten van Managua (District 5 en District 2) en in Bilwi [noot van MD: oorspronkelijk ook Puerto Cabezas genoemd. Het is de hoofdstad van de Autonome Noorderlijke Atlantische Regio RAAN]. De pilot [‘modelo único’] houdt in dat op het bureau van de Comisaría een directe samenwerking is tussen een onderzoeker van de politie, een psycholoog, een maatschappelijk werkster en een jurist als het gaat om de aanpak van huiselijk geweld. Ze hebben gezamenlijk één formulier ontwikkeld waarin alle vragen staan vermeld die ze allen nodig hebben om de zaak te behandelen. Zo trachten ze te voorkomen dat een slachtoffer meerdere keren hetzelfde verhaal moet vertellen aan verschillende hulpverleners. Mevrouw Castillo is trots op deze nieuwe aanpak die tot nu toe goed bevalt. De pilot moet officieel nog worden geëvalueerd. Onze delegatie geeft aan geïnteresseerd te zijn in deze pilot. In Nederland kent deze aanpak veel praktische problemen. Mevrouw Castillo geeft aan dat voorbereiding erg relevant is. Met drie ministeries heeft de CdlM deze pilot (met dat ene formulier) voorbereid en dat was een hele uitdaging, omdat iedereen eigen belangen heeft. Het is belangrijk om te blijven kijken vanuit het perspectief van het slachtoffer. Verder is het van groot belang dat er in het HR-management oog is voor de betrokken hulpverleners. Het is psychisch zwaar werk. Er wordt daarom veel aandacht besteed aan goede begeleiding van de hulpverleners. Ruta Crítica De Ruta Crítica is in principe het hele traject dat door een slachtoffer van huiselijk geweld wordt doorlopen: van de vrijwilliger die het slachtoffer begeleid tot en met de veroordeling. In die zin is het vergelijkbaar met de ketenaanpak die we in Groningen kennen en toepassen. In de bestaande aanpak van huiselijk geweld werken verschillende disciplines samen (alleen niet met één formulier). Het proces begint bij de CdlM waar het slachtoffer binnenkomt om een casus van huiselijk geweld te melden. Belangrijke succesfactor in de Ruta Crítica is het uitgangspunt: ‘het slachtoffer wordt geloofd’. Op het bureau van de CdlM wordt het slachtoffer opgevangen door de psycholoog/maatschappelijk werkster/onderzoeker van de politie. Indien noodzakelijk wordt ook de forensisch arts ingeschakeld die fysiek en psychisch onderzoek verricht. Het komt ook voor dat men getuigen hoort in de omgeving van het slachtoffer. Vervolgens wordt een dossier gemaakt, dat wordt doorgestuurd naar het Openbaar Ministerie, waar een specialist op het gebied van gender werkzaam is. Daarna vindt de zitting plaats en wordt de dader al dan niet gestraft. De Ruta Critica bestaat niet alleen uit het proces van opsporing en vervolging, ook preventie speelt een belangrijke rol in de ketenaanpak in Nicaragua. Wet 779 De nieuwe wetgeving op het gebied van huiselijk geweld (wet 779) is sinds juni 2012 van kracht. Er is veel veranderd met deze wet. Belangrijk is dat bepaald 3
gedrag nu is gedefinieerd als strafbaar feit: feminicide, seksueel geweld (ook op de werkvloer), geestelijk geweld en economisch geweld of uitbuiting. Met de wet is het oude systeem van mediation (bemiddeling) in Nicaragua vervallen. Slachtoffers die nu een aanklacht indienen, kunnen die niet meer terugtrekken en de pleger wordt zwaar gestraft, omdat huiselijk geweld gezien wordt als ernstig delict. Dit kan er toe leiden dat een dader 30 jaar celstraf krijgt opgelegd als hij zijn vrouw heeft vermoord. Op minder fatale fysieke en psychische mishandelingen staat al gauw een celstraf van enkele jaren. De straffen lopen uiteen van 15 tot 30 jaar bij feminicide (als het voor de ogen van de kinderen gebeurt dan staat daar de hoogste straf van 30 jaar op). Ondanks dat de statistieken tot nu toe positief zijn (er is een stijging in het aantal aangiften, die mogelijk te maken heeft met de nieuwe wet en de betere voorlichting), is er ook veel weerstand tegen de nieuwe wet, omdat een bepaald deel van de maatschappij de straffen extreem hoog vindt (het lijkt erop dat dit deel geweld tegen een partner gewoon/geaccepteerd vindt). Het commentaar hierbij is dat ze bang zijn dat het aantal aangiften omlaag gaat, omdat slachtoffers bang zijn om aangifte te doen als de gevolgen voor hun geliefde zo groot zijn. Dit jaar (2012) zijn er al 37 feminicides geweest in Nicaragua. De meesten gebeurden binnenshuis, maar bij twee gevallen vond de moord in de openbare ruimte plaats (dan is het dus nog wel een zaak van huiselijk geweld, omdat de dader een relatie had met het slachtoffer). Seksueel geweld en machismo Er is ook veel seksueel geweld in Nicaragua. Eén belangrijke reden hiervoor is dat in Nicaragua het heel gewoon is dat veel familieleden bij elkaar in huis wonen. Ooms, stiefvaders, neven komen dan vaker in de ‘verleiding’ om stiefdochters/nichtjes te misbruiken. Het machismo is ook een van de oorzaken van (de acceptatie van) seksueel en huiselijk geweld. Het is daarom belangrijk dat steeds meer vrouwen een rol hebben in publieke functies (politie en politiek) om dit macho-rolpatroon te doorbreken. Ook bij de invoering van de nieuwe wetgeving nemen vrouwen het voortouw en dat is een goede ontwikkeling. Zoals gezegd is er veel weerstand tegen de wet. Het vraagt van de vrouwen en de hulpverlenende instanties veel lef en doorzettingsvermogen om de bestaande rolpatronen te doorbreken. Er is zeker veel ontwikkeling te zien in de emancipatie van vrouwen in Nicaragua, waardoor ook het machismo aan het veranderen is, maar er is nog een lange weg te gaan. Preventie Zoals al eerder gezegd, vormt preventie een belangrijk onderdeel van de Nicaraguaanse aanpak van huiselijk geweld. Ca. 2-3 keer per jaar vindt er een preventiecampagne plaats. Er worden veel voorlichtingen gegeven over huiselijk geweld en er vinden huis-aan-huis bezoeken plaats. Hierbij worden ook casussen van huiselijk geweld gedetecteerd. In de preventie wordt steeds meer het belang onderkend om ook mannen te betrekken. Belangrijk bij de preventie is ook de rol van de vele vrijwilligers die betrokken zijn bij de CdlM. In elke gemeenschap worden vrijwilligers door de bewoners van de gemeenschap zelf ‘aangewezen’. Vervolgens vindt er een selectie plaats en krijgen de vrouwen training op het gebied van detecteren en begeleiden van slachtoffers van huiselijk geweld. De vrijwilligers fungeren dus als ogen en oren van de CdlM. Er zijn twee mobiele CdlM’s die het land doorrijden om voorlichting te geven. Saillant detail is dat deze trucks in beslag zijn genomen van een bende die deze gebruikte om drugs te transporteren. 4
De samenwerking tussen verschillende partners bij de aanpak van huiselijk geweld komt vooral tot zijn recht in de preventie. In de preventie werken ze onder andere samen met het ministerie van Onderwijs, maar er zijn nog veel meer partners. Jongeren krijgen voorlichting over huiselijk geweld. Daarnaast zijn nog veel meer thema’s waaraan aandacht wordt geschonken: normen en waarden, zelfrespect, machismo, conflictoplossing, seksuele voorlichting en affectie binnen het gezin; een thema dat in Nicaragua niet vanzelfsprekend is. Bij voorlichting wordt ook gerefereerd aan andere partners die een rol hebben in de aanpak van huiselijk geweld. Zo zijn er verschillende NGO’s die een belangrijke rol vervullen in de aanpak van huiselijk geweld. Er bestaat dan ook een goede samenwerking tussen verschillende NGO’s en de overheid. Politiemodel / Voorbeeldfunctie Het politiemodel in Nicaragua heeft een voorbeeldfunctie voor andere landen in Centraal Amerika. Na Canada is Nicaragua het veiligste land van Noord en Zuid Amerika. Vorig jaar heeft het politiemodel dan ook een prijs gewonnen op een internationaal kennisfestival over veiligheid in Centraal Amerika. Het model is gericht op preventie en het betrekken van de samenleving bij het oplossen van de problematiek. Om een samenleving te veranderen, moet je de bevolking er ook bij betrekken. Alleen de introductie van nieuwe wetgeving is onvoldoende. Er moet wel worden gezegd dat het wel moeilijk is om rurale gebieden te bereiken. De voorlichtingingstrucks kunnen niet overal komen. Deze gebieden worden wel bezocht, want dan wordt er bijvoorbeeld voor gekozen om een bepaald gebied enkele dagen aan te doen. De Río San Juan is één van de gebieden die moeilijk te bereiken zijn [noot RN: voor ons een reden om te concluderen dat het machismo hier invloedrijker is en huiselijk geweld meer wordt geaccepteerd en waarschijnlijk vaker voorkomt].
Mensenhandel De laatste tijd is er ook meer aandacht voor mensenhandel. Jongeren van 14 tot 18 jaar (jongens en meisjes) worden naar anderen landen gebracht om te werken. Het betreft werk-uitbuiting (moderne slavernij), maar ook seksuele uitbuiting. Na de aanpak van drugshandel en georganiseerde misdaad is de aanpak van mensenhandel het belangrijkste thema van de politie. De Verenigde Naties hebben ook aangegeven dat het goed is dat Nicaragua hier zo veel aandacht aan besteedt. 5
Opvanghuis De laatste jaren is er meer aandacht voor de opvang van slachtoffers van huiselijk geweld. Er worden opvanghuizen opgericht. In Managua hebben ze een opvanghuis voor slachtoffers van huiselijk geweld, terwijl ook in San Carlos onlangs een albergue (opvanghuis) is opgericht, dat wordt beheerd door ARETE. Momenteel zijn ze bezig met een opvanghuis in León. Mevrouw Buijs kan de heugelijke mededeling doen dat mede met behulp van de Nederlandse Ambassade dit kan worden gerealiseerd en dat aankomende maandag de laatste zaken worden geregeld om een opvanghuis in León te realiseren. Mevrouw Castillo is hier erg blij mee. Deze opvanghuizen zijn niet alleen bedoeld voor slachtoffers van huiselijk geweld, maar juist ook voor mensen die slachtoffer zijn van uitbuiting en mensenhandel. Daarom is het juist belangrijk dat er huizen staan in grenssteden, waar mensen terecht kunnen die niet terug naar huis kunnen. Toekomst Zoals bekend zal de Nederlandse Ambassade haar deuren sluiten in 2013. Er wordt de komende jaren (2013-2015) nog wel een regionaal programma (Guatemala en Nicaragua) uitgevoerd dat zich richt op veiligheid, mensenrechten en ‘toegang tot justitie’. Prioriteit in dit veiligheidsprogramma is preventie van geweld tegen vrouwen en jeugddelinquentie. Dit programma wordt betaald door de Nederlandse overheid in samenwerking met Finland. ICCO (NGO) speelt vooral een rol in het thema mensenrechten en beheert het geld dat daarvoor beschikbaar is gesteld. Nicaragua is frontrider in dit programma. Nicaragua dreigt slachtoffer te worden van haar eigen successen, omdat veel steun en subsidies dan vaak worden ingezet waar meer onveiligheid is. Mevrouw Castillo geeft aan dat dit jammer is, omdat Nicaragua juist een voorbeeldfunctie heeft voor andere landen in de regio. Pilots worden ingevoerd in Nicaragua en kunnen later wellicht worden geïmplementeerd in anderen landen in de regio. Ook op andere veiligheidsterreinen is Nicaragua een voorloper. Door de preventieve aanpak zijn er in Nicaragua bijvoorbeeld minder jeugdbendes in vergelijking met andere landen in de regio (zoals Guatemala). Mevrouw Castillo geeft aan dat ze erg trots is op een ander project dat ze heeft opgezet. Het betreft een opleidingscentrum in Managua voor risicojongeren. Jongeren volgen hier een opleiding van 1 jaar tot allerlei beroepen, waaronder: bakker, monteur en kapper. Er zijn inmiddels bijna 200 jongeren die een opleiding hebben afgerond. Jongeren moeten tijdens een openbare bijeenkomst een contract ondertekenen dat ze een serieuze poging ondernemen om de opleiding succesvol af te ronden. Hierdoor ontstaat er sociale druk en voelt de jongere de verantwoordelijkheid om zijn best te doen. Bovendien geldt deze jongere als voorbeeld voor andere jongeren. Het bijzondere is dat dit opleidingscentrum wordt gerund door de politie. Mevrouw Castillo geeft ook aan dat de politie in Nicaragua dichter bij het volk staat dan in andere landen. Tot slot benadrukt mevrouw Castillo dat het zondag 25 november ‘de dag tegen geweld tegen vrouwen’ is. Verder raadt ze de delegatie aan om El Castillo te bezoeken. En ze regelt ter plekke dat we die middag een bezoek kunnen brengen aan het opleidingscentrum voor risicojongeren en het pilotproject van de CdlM in District 5 van Managua.
6
Bezoek aan pilotproject in District 5 Managua en Jeugdcentrum Vrijdag 23 november 2012 Bezoek pilot district 5 We gaan op bezoek bij een bureau van de Comisaría de la Mujer in District 5 van Managua. Op dit bureau zijn ze bezig met een pilot (modelo único) waarmee ook op twee andere plekken (District 2 van Managua en Bilwi in RAAN) wordt geexperimenteerd. Op dit bureau van de comisaria werken meerdere onderzoekers van de politie, een psychologe, een maatschappelijk werkster en een juriste samen bij de aanpak van huiselijk geweld. Daarnaast is er een forensich arts aanwezig die het slachtoffer kan onderzoeken. In de tuin is een klein speelplaatsje gemaakt waar kinderen terecht kunnen als moeder in gesprek is met de medewerkers van het CdlM. Tijdens ons bezoek meldt zich een slachtoffer. Zij wordt uiteindelijk gillend afgevoerd, terwijl haar kindje bij ons op het speelplaatsje gezet. We horen van de medewerkers van de CdlM dat de vrouw een stoornis heeft en vals aangifte doet van geweld. Eén formulier: pilot ‘Modelo Unico’ Het is tijdsbesparend als alle partijen onder één dak zitten, maar dat is niet het unieke aspect aan deze pilot; immers bij alle bureau’s van de CdlM werken verschillende partijen in één gebouw. Het unieke aan deze pilot is dat de hulpverleners maar één formulier gebruiken waarin alle vragen staan vermeld die alle betrokken partijen nodig hebben. Zo trachten ze te voorkomen dat een slachtoffer meerdere keren hetzelfde verhaal moet vertellen aan verschillende hulpverleners. De dubbelingen worden er hiermee uitgehaald. Het slachtoffer hoeft niet onnodig lang dezelfde emotionele verhalen te herhalen, omdat ze nu niet met meerdere partijen over dezelfde details hoeft te spreken.
In gesprek in District 5, Managua
7
Kort tijdsbestek Het zorgt er ook voor dat er sprake is van een snelle afhandeling. Binnen 48 uur na het eerste contact met het slachtoffer moeten de gesprekken met alle betrokkenen zijn afgerond en uitgewerkt, zodat het OM vervolgens aan het werk kan. De leidinggevende die ons rondleidt geeft hierbij wel aan dat 48 uur niet altijd wordt gehaald, maar dat ze het in ieder geval binnen 7 dagen afronden. Vrouwelijke medewerkers In totaal werken er op dit bureau 14 mensen. Er zijn 8 onderzoeksters van de politie. Daarnaast werken er 5 mensen met een andere functie, waaronder één of twee psychologe(s), maatschappelijk werkster(s) en juriste(s). Verder is er één chauffeur; de enige man op dit bureau. De leidinggevende geeft aan dat ze het geluk hebben dat ze bezig zijn met de pilot zijn en dat ze daarom veel medewerkers hebben. Mannelijke slachtoffers Bij het CdlM werken (naast de chauffeur) alleen maar vrouwen. Het komt dan ook niet of nauwelijks voor dat mannelijke slachtoffers zich hier melden. Als er een mannelijk slachtoffer komt dan is hij in principe wel welkom, maar dan wordt zijn aangifte elders opgenomen (op een normaal politiebureau). Het komt volgens de leidinggevende heel sporadisch voor dat mannen aangifte doen van huiselijk geweld, hetgeen niet wil zeggen dat er geen mannelijke slachtoffers zijn. Samenwerking De samenwerking tussen de verschillende betrokken partijen is goed te noemen volgens de leidinggevende. Als er een slachtoffer binnenkomt heeft deze eerst een gesprek met een onderzoekster van de politie, terwijl haar collega’s later aanvullende vragen stellen. Aantal aangiftes Iedere maand worden er meer dan 100 aangiften gedaan op het bureau in District 5. De leidinggevende geeft aan dat er meer aangiften in de stad worden gedaan dan op het platteland. Dat wil niet zeggen dat huiselijk geweld meer voorkomt in de stad. Vrijwilligsters In District 5 zijn er 70 promotoras (vrijwilligsters) actief die voorlichting geven over huiselijk geweld en slachtoffers begeleiden. Op landelijk niveau zijn er 4.000 actief. Volgens de leidinggevende werkt dit systeem erg goed. Bezoek Jeugdcentrum In de middag worden we door de politie naar een jeugdcentrum aan de rand van de stad gereden. We worden hartelijk onthaald door meerdere personen, waaronder het hoofd van drugspreventie op departementaal niveau. In een plenaire bijeenkomst wordt verteld dat zolang de politie al bestaat er aandacht is voor jeugdcriminaliteit. Nicaragua is het enige land in Latijns-Amerika dat jeugdcriminaliteit heeft weten te bestrijden. Dit hebben ze niet met de harde, maar met ‘intelligente hand’ gedaan. Preventie is een belangrijk onderdeel van de Nicaraguaanse aanpak. Dit begint al op de basisschool en dit wordt voortgezet op de middelbare scholen. Sinds 2002 bestaat er een speciaal programma dat gericht is op het gehele samenspel van gezin en onderwijs (vanaf de basisschool t/m het vervolgonderwijs). Thema’s als leiderschap, burgerparticipatie, zelfbewustzijn en zelfwaardering staan hoog op de agenda. Belangrijk daarbij is dat jongeren zich ‘geïncludeerd’ voelen in de gemeenschap. 8
De preventieve aanpak is erop gericht te voorkomen dat jongeren gewelddadig gedrag vertonen. Er worden diverse participatieprojecten, zoals sportactiviteiten, georganiseerd. Daarnaast heeft de politie, met haar proactieve op de burger gerichte aanpak, uitgebreide netwerken in de wijken. Met de Districtchef wordt er gekeken in welke wijken geweld het meest voorkomt. Op basis daarvan wordt vervolgens een selectie gemaakt van jongeren die in aanmerking komen voor het traject in het jeugdcentrum. Aanpak De geselecteerde jongeren volgen in het centrum een praktische opleiding van één jaar. Te denken valt hierbij aan beroepen als bakker, monteur, elektricien en kapper. Er moeten op dit centrum vier etappes doorlopen worden. De jongeren krijgen ook begeleiding naar de arbeidsmarkt en worden nog gevolgd na het afronden van de opleiding. De aanpak is succesvol: al bijna 200 jongeren hebben een opleiding afgerond. Een deel daarvan heeft ook daadwerkelijk werk gevonden. Het hele traject op het centrum is gebaseerd op vrijwilligheid en de wil van de jongere om zichzelf te laten scholen. Harde hand en dwang werken bij deze doelgroep niet. Een manier om de jongere zich te laten committeren aan de opleiding de zgn. ‘Acto de Pacificación’; de jongere tekent tijdens een openbare bijeenkomst een contract waarin staat dat hij een serieuze poging onderneemt om de opleiding succesvol af te ronden. Hierdoor ontstaat er sociale druk en voelt de jongere de verantwoordelijkheid om zijn best te doen. Bovendien geldt hij als voorbeeld voor andere risicojongeren. Dat is binnen de gemeenschap van groot belang. Het bijzondere is dat dit opleidingscentrum wordt gerund door de politie. Deze aanpak bestaat nu ongeveer twee jaar. Jongeren uit wijken in de omgeving worden iedere dag gehaald en gebracht met bussen en zitten van 8.00 tot 16.00 op dit centrum. Ze krijgen hier ook eten. Ook de familie van de jongeren krijgt ondersteuning van maatschappelijk werkster en een psychologe. Er zijn maandelijkse gesprekken met ouders over de jongeren.
De bakkersopleiding van het jeugdcentrum
9
Doelgroep Het betreft risicojongeren die weer op de rit geholpen moeten worden door ze een beroep te leren omdat ze in aanraking komen/zijn gekomen met criminaliteit. Verder is het goed om te vermelden dat het een vrijwillig project is. Jongeren moeten namelijk gemotiveerd zijn. Het is vaak wel een alternatief voor een straf of het loopt naast de straf. Drugs De jongeren die op deze school komen zijn overigens niet verslaafd aan alcohol of drugs. Hiervoor is specifieke kennis vereist en die jongeren zullen ze hier niet behandelen. Er komen wel jongeren die alcohol en drugs hebben gebruikt of die hiermee in aanraking zijn geweest. Het gaat dan met name om alcohol , maar ook om crack en marihuana. Financiering 30% van het totaalbedrag wordt gefinancierd door de Nicaraguaanse overheid, terwijl 70% wordt gefinancierd door internationale organisaties in Denemarken, Zweden, Noorwegen en Spanje. Ze zijn erg blij met alle internationale hulp. Medewerkers Inmiddels zijn er ongeveer 40 medewerkers op dit jongerencentrum. Naast de leerkrachten zijn er ook een maatschappelijk werkster, een psychologe en een priester (‘voor theologisch bagage/opvoeding’). Overig Er wordt gesteld dat Nicaragua na Canada het meest veilige land is van het hele continent. Ze hebben veel kunnen bereiken doordat ze veel samenwerken met de samenleving. Dat is het verschil met andere landen in de regio. ‘Met het volk en voor het volk’ is een belangrijk principe van de revolutie. Ook mensen die op dit jongerencentrum werken staan volgens hen dicht bij het volk. Rondleiding Vervolgens worden we rondgeleid langs alle schoolklasjes waar de leerlingen aan het werk zijn. We zijn enigszins verbaasd dat de leerlingen er zo braaf uitzien en zich netjes lijken te gedragen. Diegene die ons rondleidt benadrukt dat dit jongeren zijn die al bijna zijn uitgestroomd en dat de jongeren die binnenkomen zich heel anders gedragen. Gedrag dat in de eerste etappe afgeleerd wordt.
10
Comisaría de la Mujer San Carlos (CdlM) Zondag 25 november 2012 Het is vandaag de ‘Dag tegen geweld tegen vrouwen’. Op deze dag is het precies 19 jaar geleden dat de Comisaría werd opgericht. We worden ontvangen door alle medewerkers van de CdlM en rijden gezamenlijk (achter op de pick-up truck) naar het politiebureau, omdat daar meer ruimte is om een grotere groep te ontvangen. We horen een uitgebreide presentatie aan over de lokale aanpak van huiselijk geweld in San Carlos. Bij de bijeenkomst zijn alle betaalde krachten van het Comisaría de la Mujer aanwezig (psychologe, maatschappelijk werkster, enkele politiemedewerkers en het hoofd van de Comisaría), terwijl ook enkele vrijwilligers de tijd hebben gevonden om deze bijeenkomst bij te wonen. Het hoofd van de CdlM in San Carlos heet Geysel Gonzáles. Daarnaast is dhr. Gutiérrez aanwezig. Hij is commissaris bij de politie. Na de hoofdcommissaris is hij de belangrijkste persoon binnen dit politiedepartement. De hoofdcommissaris laat zich verontschuldigen en dhr. Gutiérrez doet het woord. Politiemodel Río San Juan De regio Río San Juan bestaat uit 6 gemeenten: San Carlos (departementale hoofdstad), El Castillo (omvat de plaatsen El Castillo en Boca de Sábalos), San Miguelito, Morrito, San Juan de Nicaragua en El Almendro. In elke gemeente is er een kleine politiedelegatie met een eigen chef. Die werken nauw samen met de gemeenschap. Ook hier is het model ‘Policia Comunitaria Proactiva’ (Proactieve Gemeenschappelijke Politie) de basis van de manier van werken. Bewustwording en voorlichting zijn belangrijke speerpunten van de politie. In alle departementen in Nicaragua zijn er ook nog speciale comités die zich bezig houden met delicten. Er wonen in de regio Río San Juan totaal 130.000 mensen. Het gebied heeft een oppervlakte van 67.000 km2. Er zijn in totaal 140 politiemensen actief in de regio. Nicaragua rolmodel Er wordt toegelicht dat Nicaragua een voorloper is Centraal Amerika bij de aanpak van problematiek die speelt bij vrouwen, kinderen en jeugd. Daarnaast is er veel aandacht voor ‘trata de personas’, of moderne slavernij. Er is een gespecialiseerde afdeling van de politie gecreëerd om specifieke hulp te bieden aan slachtoffers van huiselijk geweld, seksueel geweld, uitbuiting en moderne slavernij: de CdlM. CdlM Zoals eerder gezegd is het op deze 25e november exact 19 jaar geleden dat de CdlM is opgericht door een groep vrouwen die het noodzakelijk vond een speciale politie-eenheid op te richten waar vrouwen terecht konden met specifieke problemen. Eén van de initiatiefneemsters is het huidige hoofd van de nationale politie. Op het bureau van de CdlM werken politie-onderzoekers, maar ook een maatschappelijk werkster (genaamd Argentina) en een psychologe. In de presentatie wordt met behulp van een schema uitgelegd welke stappen worden doorlopen door een slachtoffer dat aanklopt bij de CdlM. Het slachtoffer gaat eerst naar een maatschappelijk werkster om haar verhaal te doen die vervolgens ook de sociale context onderzoekt. Vervolgens gaat ze naar psychologe die een analyse maakt. Daarna gaat ze naar politie-onderzoekster die een aangifte opstelt. Als er wapens in het spel zijn (bijvoorbeeld een machete) dan sporen ze die op. Soms 11
wordt het slachtoffer naar een (forensisch) arts gestuurd voor controle, zodat er een verslag of document kan worden opgesteld dat mee kan worden gestuurd naar de rechtbank. In de stadskern komt de CdlM gelijk in actie, terwijl ze in buitengebieden binnen 24 uur in actie komen. Het duurt dan 8 tot 10 dagen om alles rond te krijgen voor de rechtbank. Soms wordt samengewerkt met andere actoren (zoals de genoemde forensisch arts of het ministerie van gezondheid MINSA). Bij sommige bureaus van de CdlM werkt ook een juridisch adviseur, maar die hebben ze in San Carlos niet. In San Carlos krijgen ze echter wel steun van het Openbaar Ministerie. Vrijwilligers en voorlichting In San Carlos en het departement wordt er ook gewerkt met vrijwilligers (promotoras), net als op landelijk niveau. In totaal zijn er in het departement 121 vrijwilligers actief. De CdlM zou dat aantal graag verhoogd zien. Bij de presentatie zijn enkele van hen vertegenwoordigd (waaronder de dochter van het hoofd van de CdlM, maar ook een andere dame die ooit zelf slachtoffer is geweest van huiselijk geweld en nu rechten studeert en ook vrijwillig voorlichting geeft). Er worden huis-aan huis bezoeken gebracht, terwijl ook bij andere plenaire bijeenkomsten voorlichting wordt gegeven. Tevens vindt voorlichting plaats op scholen aan leerlingen in samenwerking met het ministerie van Educatie (MINED). Deze voorlichting is overigens breder dan alleen huiselijk geweld. Ze behandelen ook seksualiteit, mensenrechten en andere thema’s. Ze gaan ook met teams de buitenwijken in om voorlichting te geven. Dit doen ze in wisselende samenstelling. Vaak sluiten andere organisaties (denk bijvoorbeeld aan medici) aan, maar dat zijn niet altijd dezelfde organisaties.
In Nicaragua worden vaak muurkranten gebruikt om voorlichting te geven.
Het is interessant dat deze voorlichting op deze wijze wordt vormgegeven. En de ervaring is dat mensen ook de tijd nemen om naar ze te luisteren. Op het platteland werken mensen ’s ochtends en zijn ze vaak ’s middags vrij. Als de teams dan in de middag komen dan zijn de mensen thuis en staan ze ook open voor de informatie. Ook mannen luisteren naar het verhaal. Daarnaast wordt de voorlichtingsactie ook vaak aangekondigd op de radio. 12
De promotoras hebben een voorlichtingsfunctie, maar ze zijn ook de ogen en oren van de buurt. Ze kijken welke gevallen er zijn en proberen dan slachtoffer er van te overtuigen om aangifte te doen. Verder worden slachtoffers door promotoras opgevangen en voeren zij gesprekken met hen. Met andere woorden: ze nemen soms ook taken over van professionals. Vooral in de buitengebieden doen promotoras vaak werk dat in de stad door professionals/de CdlM wordt gedaan. De promotoras zijn in de meeste gevallen vrouwen, maar er zijn ook mannen die voorlichting geven. Ze krijgen geen vergoeding voor hun vrijwilligerswerk, maar ze worden soms wel met kleine zaken geholpen (ze krijgen bijv. wel eens eten). Er wordt geschat dat ca. 70% van de promotoras zelf ooit slachtoffer is geweest van huiselijk geweld. Als je zelf huiselijk geweld hebt meegemaakt dan wil je graag anderen hier ook uit helpen. Ook het slachtoffer accepteert de promotora eerder, omdat ze elkaar beter kunnen begrijpen. Er wordt gesteld dat de CdlM wel moet samenwerken met deze vrijwilligers, omdat het een sociaal probleem is dat je samen met de samenleving moet oplossen!
De delegatie op de foto met medewerkers en vrijwilligers van de Comisaría de la Mujer in San Carlos
13
Plenaire sessie met spelers ketenaanpak San Carlos Maandag 26 november 2012 Voor deze bijeenkomst zijn alle spelers op het gebied van huiselijk geweld in San Carlos uitgenodigd. De opkomst is lager dan in eerste instantie verwacht, maar de aanwezigen zijn betrokken en geïnteresseerd. De Nederlandse delegatie stelt zich voor aan de aanwezigen en legt uit wat het doel is van het werkbezoek. Vervolgens worden er presentaties gehouden door Rick Nijkamp, Mara van Bolhuis, Marieke Bekkers en Nienke Groenhagen. De presentaties scheppen een beeld van de problematiek van huiselijk geweld in Nederland en de ketenaanpak die wij in Nederland hanteren. Van alle presentaties zijn kopieën beschikbaar. Er ontspint zich een discussie over de verschillen en overeenkomsten tussen de aanpak van huiselijk geweld in Nederland en Nicaragua. Nu de nieuwe wet in Nicaragua in werking is, is er veel veranderd. In Nicaragua is het systeem van mediation komen te vervallen. Als een vrouw nu aangifte doet, dan kan dat niet meer worden terug getrokken. Er vindt altijd strafvervolging plaats. In Nederland is het systeem van mediation juist nog in werking. Daarnaast kan een slachtoffer in Nederland besluiten (2 weken bedenktijd) dat ze toch terug wil naar de pleger en dan vindt er geen strafvervolging plaats. Een ander verschil is de aanpak van de pleger. In Nicaragua is er minder aandacht in het systeem voor begeleiding van de dader, terwijl daar in Nederland juist veel aandacht aan besteed wordt.
Deelnemers aan de plenaire sessie over huiselijk geweld, San Carlos
14
Global Humanitaria Maandag 26 november 2012 De directrice van Global Humanitaria (GH), genaamd Zayra, ontvangt ons op het kantoor van GH. Ze is hier pas drie weken werkzaam. Bij de, van oorsprong Spaanse, NGO werken tien mensen. GH is actief in drie gemeenten: El Castillo, San Miguel en San Carlos. De belangrijkste focus van GH is jeugd. Het gaat dan vooral om kinderen en jongeren te ondersteunen in het verwerven van kennis en vaardigheden om sociale uitsluiting te voorkomen. Ook probeert GH projecten te ondersteunen en mede te ontwikkelen voor gezonde leefomstandigheden. De organisatie werkt nauw samen met onderwijsinstellingen en is nu bijvoorbeeld ook bezig een project te formuleren ter ondersteuning van jonge ondernemers. Daarnaast heeft GH net een overeenkomst getekend met MINSA voor een project in de 39 gemeenschappen van San Carlos, San Miguelito en El Castillo op het gebied van mondzorg, parasieten en vaccinaties. Een ander project dat ze momenteel uitvoeren bestaat uit de mogelijkheid voor particulieren (maar ook overheden) om een kind te ondersteunen; een soort Foster Parents-systeem. Donaties van veel projecten komen uit Spanje en Italië. Thema’s waar ze mee bezig zijn: publieke gezondheid, onderwijs, voedselzekerheid en gemeenschapsontwikkeling. Onder dit laatste thema valt ook geweld tegen vrouwen.GH is officieel geen partner in de ketensamenwerking op het gebied van huiselijk geweld, maar er wordt wel gesproken over een project waarbij ze een beeld proberen te krijgen van de aard en omvang van huiselijk en seksueel geweld. Met de ketenpartners van de Ruta Crítica willen ze dat in kaart brengen. GH is dan vervolgens in staat om projectvoorstellen te schrijven om fondsen te werven. Projectvoorstellen worden naar verschillende adressen gestuurd en ze ontvangen grote en kleine bedragen. De bedoeling is dat alle ketenpartners hun werk doen, terwijl GH een coachende rol heeft. Verder wordt vermeld dat in alle projecten ook een invalshoek voor jeugd zit. Ze werken momenteel ook samen met Arete in een project dat is gericht op gender en gelijkheid van sekse in de dorpen. Zelf heeft GH geen ervaring met aanpak van huiselijk geweld. Nu ze dit project met Arete uitvoeren, bouwen ze al wel enige expertise op. Bottlenecks Hieronder een rijtje met oplossingen voor problemen die er zijn bij de aanpak van huiselijk geweld volgens GH. Meer middelen beschikbaar hebben Een van de grootste problemen die momenteel spelen bij de aanpak van huiselijk geweld, is dat er te weinig geld/middelen zijn. Er is daarom sprake van een creatieve aanpak. Het juridische kader is nu wel geschapen, maar de middelen om dit te handhaven ontbreekt. Met het uitbreiden van de middelen kan de bestaande aanpak beter worden uitgevoerd. De CdlM bijvoorbeeld heeft een goede manier van werken ontwikkeld. De mobiele teams die op pad gaan om uitleg te geven over onder meer de nieuwe wetgeving werken goed. De strategie is goed, maar ze hebben te weinig geld om dit uit te voeren. Er is bijvoorbeeld al te weinig geld voor benzine om iedereen in de buitengebieden te bereiken. Het vrijwilligersapparaat is daarom wel een interessante aanvulling, maar die moet wel door professionals worden ondersteund. De vrijwilligersprojecten zijn er overigens ook op andere thema’s, zoals kraamvrouwen in de buitengebieden. 15
Meer preventie noodzakelijk Verder is er nog steeds te weinig bekendheid in de gemeenschap over huiselijk geweld. Er is meer preventie nodig. Slachtoffers trekken nog vaak hun aanklacht in. Om dit voorkomen is meer voorlichting nodig. Verminderen economische afhankelijkheid Een andere oplossing om te voorkomen dat vrouwen een aanklacht intrekken is om de positie van de vrouwen sterker te maken. Daarvoor is het noodzakelijk om de economische afhankelijkheid van vrouwen te verminderen. Geef ze de mogelijkheid om zelf hun geld te verdienen. Informatie-uitwisseling verbeteren De informatie-uitwisseling tussen de betrokken ketenpartners is niet goed. Verder is er nog te veel sprake van bureaucratie. GH ziet hierin ook wel een rol voor zichzelf weggelegd. De directrice geeft aan dat ze afgelopen donderdag een bijeenkomst hebben gehad, waarin ze met alle ketenpartners hebben gesproken over de oorzaken, de gevolgen en de bottlenecks bij de aanpak van huiselijk geweld. Het blijkt voor de directrice moeilijk om concrete voorbeelden te geven van de slechte informatie-uitwisseling. Er wordt hoofdzakelijk in algemene termen over gesproken. Wellicht kan dit te maken hebben met het feit dat de directrice slechts drie weken hier werkzaam is.
16
Casa de Atención al Migrante (opvanghuis voor migranten) Maandag 26 november 2012 Aan het einde van de dag gaan we kort op bezoek bij ‘la Casa de Atencion al Migrante’: een opvanghuis voor migranten. Het huis wordt gerund door vrijwilligers en krijgen financiële ondersteuning van een christelijke organisatie. Bij binnenkomst is er één vrouw aanwezig die een tijd in Costa Rica heeft gewoond bij haar dochter en nu weer op de weg terug is naar een andere plaats in Nicaragua. Op haar doorreis kan ze voor niets overnachten in dit migranten-huis. Er zijn twee slaapzalen beschikbaar waar enkele stapelbedden staan met vieze dunne matrasjes en er is ook een douche. Ze hebben speelgoed verzameld waar kinderen van mensen die hier overnachten mee kunnen spelen. Er zijn veel mensen die illegaal in Costa Rica werken. Als deze mensen hun baan kwijt raken of het land worden uitgezet dan kunnen ze overnachten in dit migrantenhuis. Ook mensen die de andere kant uitgaan (van Nicaragua naar Costa Rica) kunnen hier slapen. Omdat San Carlos een grensgemeente is, hebben ze veel met migratie te maken. Vaak blijven mensen maar één nacht. Het is ook niet de bedoeling dat ze hier erg lang verblijven. Soms wordt het huis ook opengesteld voor backpackers die nauwelijks meer geld hebben om ergens te logeren. Het opvanghuis vindt, vanuit de christelijke instelling, dat zij in principe iedereen die dat niet kan betalen een overnachting moeten bieden. Slachtoffers huiselijk geweld Omdat het officiële opvanghuis voor slachtoffers van huiselijk geweld lange tijd niet open is geweest, worden er in het migrantenhuis ook regelmatig slachtoffers van huiselijk geweld opgevangen. In november was dit bijvoorbeeld het geval. De vrouw in kwestie bleef vier dagen. Bij de opvang werken ze samen met de CdlM, die de slachtoffers naar hen doorverwijst. Tussen oktober 2011 en september 2012 hebben er in totaal 114 slachtoffers van huiselijk geweld tenminste één nacht in het migrantenhuis overnacht.
De slaapzaal van het Migrantenhuis
17
Ministeriebezoek: MIFAMILIA en MINED Dinsdag 27 november 2012 Op dinsdag hebben we een gesprek met vertegenwoordigsters van het Ministerie van Gezin (MIFAMILIA) en het Ministerie van Educatie (MINED). Reina Delgado is de baas van de departementale afdeling van het MINED en houdt zich hier vooral bezig met het opzetten en uitzetten van educatieve programma’s. Dignora Avalos is de hoofdverantwoordelijke van het MIFAMILIA, dat zich vooral richt op kinderen en jeugd. Ook is Francis Amador van MINED aanwezig. Ze is één van de drie coördinatoren van de in totaal 74 schooladviseurs. Die houden zich bezig met preventie en geven voorlichting en advies op scholen over huiselijk geweld en bijvoorbeeld ook HIV/Aids. In totaal werken er 1458 personen bij MINED op departementaal niveau. Daarnaast hebben zij 400 vrijwilligers die voorlichting geven. Bij MIFAMILIA werken 12 personen op departementaal niveau. Beide ministeries hebben te maken met huiselijk geweld; het gaat dan vooral om kindermishandeling. Als gezinnen hun kinderen niet meer kunnen opvangen, komt MIFAMILIA in actie. In samenwerking met MINSA en MINED hebben ze een speciaal programma ontwikkeld op het gebied van kindermishandeling. Het doel is het kind en het gezin weer op gang te helpen om in harmonie samen te leven. MIFAMILIA en MINED werken vooral in de preventie en kunnen zelf, bij bijvoorbeeld kindermishandeling, niet direct zelf interveniëren. Ze schakelen dan CdlM in. Nieuwe wet Momenteel zijn ze bezig met de uitwerking van de nieuwe wet (wet 779). Inmiddels is duidelijker in beeld wat de rol is van de ministeries. Met de nieuwe wet is geëxpliciteerd wat huiselijk geweld precies is. Er werd een meer algemene term gebruikt, maar deze is nu vrij uitgebreid (ook economische uitbuiting valt hier nu onder). De nieuwe wet is meer gericht op geweld tegen vrouwen. De vrijblijvendheid bij de aanpak van huiselijk geweld is verdwenen. Betrokken ketenpartners (professionals) worden verplicht om snel in actie te komen als ze signalen opvangen. Dat zijn ze verplicht, want anders zijn ze medeplichtig. De sancties die worden uitgereikt aan hulpverlenende partijen bij overtreding van de nieuwe wet (oftewel: als ze te laat of niet in actie komen bij signalen van huiselijk geweld) zijn ook erg hoog. Er worden boetes uitgedeeld en ze kunnen je salaris inhouden voor 500 dagen1. Schooladviseurs De schooladviseurs geven voorlichting op scholen over diverse onderwerpen. Huiselijk geweld is daar één van. Daarnaast hebben deze schooladviseurs de taak om huiselijk geweld te signaleren. Ze werken bij voorlichtingen ook vaak samen met de CdlM, met name als ze de buitengebieden ingaan. In verband met de beperkte financiële mogelijkheden werken organisaties samen om de buitengebieden te kunnen bezoeken. Ze gaan dan bijvoorbeeld met de CdlM het
1
RN: als ik het goed begrepen heb, ontvangen ze dan nog wel een soort van minimumloon, maar al het geld wat daarboven komt wordt ingehouden.
18
ministerie van educatie, het ministerie van gezin en de rechtbank de buitengebieden in. Hulpverlening daders Het Ministerie van Gezondheid (MINSA) is momenteel bezig om hulpverlening voor daders op te zetten. Er is namelijk veel hulp voor slachtoffers, maar nog niet voor daders. Om recidive te voorkomen is het goed om ook te investeren in hulpverlening aan daders. Er zijn echter weinig partijen die hieraan willen beginnen. Het lijkt erop dat er sprake is geweest van een hete aardappel die nu dus is doorgeschoven naar het ministerie van gezondheid. Alimentatie Gescheiden vaders zijn in Nicaragua verplicht om alimentatie aan de moeder van hun kinderen te betalen. Dit kan in de vorm van geld zijn, maar het is ook mogelijk om eten te geven. Dit geld of eten wordt door de man afgeleverd bij MIFAMILIA, die dit doorgeeft aan de ex-vrouw van deze man. Dit traject kan ook via de rechter geregeld worden, maar die stelt vaak mediation voor via MIFAMILIA. Als men er dan vervolgens niet uitkomt, dan komt er alsnog een rechterlijke uitspraak. Uiteindelijk wordt de CdlM ingeschakeld als een man weigert te betalen. Het verschuift dan van het civielrecht naar het strafrecht.
19
Centro de Salud (Gezondheidscentrum) Woensdag 28 november 2012 Op woensdag hebben we een afspraak bij het centro de salud (gezondheidscentrum). Aanwezig zijn Freddy Ruíz (directeur van centro de salud), Mirna (verantwoordelijke voor de verpleegkundigen), Adele (werkt onder meer in vaccinatieprogramma’s). Onderdeel van ministerie van gezondheid Het gezondheidscentrum is één van de drie onderdelen van het ministerie van gezondheid (MINSA). MINSA zorgt voor beleidsvorming en planning op landelijk niveau. Regionaal opereert SILAIS (Lokaas Systeem voor Integrale Zorg en Gezondheid), dat zich bezig houdt met de concrete uitvoering van het beleid en gevestigd is in alle departementale hoofdsteden. Tot slot zijn er op lokaal niveau de gezondheidscentra die de concrete zorg (eerstelijns, vergelijkbaar met de huisarts in Nederland) verlenen en kunnen doorverwijzen naar bijvoorbeeld het ziekenhuis. Rol bij aanpak huiselijk geweld In het begin wordt benadrukt dat het gezondheidscentrum ook bij het thema huiselijk geweld is betrokken. Vanuit het ministerie organiseren ze brigades (ferias) naar de buitengebieden voor medisch onderzoek en om voorlichting te geven. Er gaan dan meerdere partijen mee, zodat er niet alleen voorlichting over gezondheid wordt gegeven, maar bijvoorbeeld ook over huiselijk geweld. Verder heeft het gezondheidscentrum een detectiefunctie. Als er patiënten zijn waarvan zij het vermoeden hebben dat er sprake is van huiselijk geweld, dan proberen ze die door te sluizen naar andere partners (zoals CdlM). De behandelend arts praat eerst met een potentieel slachtoffer van huiselijk geweld en als hij vermoedens heeft dan stuurt hij deze door naar een psychologe of een andere partij. Als zij op pad gaan (feria) en ze komen een verdacht geval tegen dan geven ze die door aan de CdlM, die vervolgens in actie kan komen. Nieuwe wetgeving Met de nieuwe wetgeving wordt het wel veel strikter. Professionals zijn nu immers medeplichtig als zij het vermoeden zouden kunnen hebben dat iemand slachtoffer is van huiselijk geweld, maar niets ondernemen. Als een vrouw op consult komt, waarvan duidelijk wordt dat ze slachtoffer is van huiselijk geweld dan zijn ze verplicht aangifte te doen bij de CdlM. Als ze dit niet doen dan volgen sancties. Er zijn normen vastgesteld om huiselijk en seksueel geweld te detecteren. Deze zijn vastgelegd in het handboek van het gezondheidscentrum (ze laten ons een dik boek zien). Als ze vermoedens hebben dan wordt dat doorgegeven aan Arete en aan CdlM. Arete helpt slachtoffers namelijk ook langs de hele juridische weg en er is ook een psycholoog werkzaam. Ook het ziekenhuis heeft sinds kort drie psychologen in dienst die slachtoffers kunnen bijstaan. Een ander ingrijpend aspect uit de nieuwe wetgeving is dat de man het huis uit moet als hij zich schuldig maakt aan huiselijk geweld. De straffen zijn hoog en hij zal hiervoor de gevangenis in moeten. Aan de andere kant is hij ook diegene die zijn gezin moet onderhouden. Er is hierbij een kans dat vrouwen geen aangifte doen, omdat de man anders een te hoge straf krijgt. Volgens dhr. Ruíz is het dan ook goed om na twee jaren de nieuwe wet te evalueren. Verder geven ze aan dat aangiftebereidheid ook door andere oorzaken wordt beïnvloed. Als je vanuit een buitengebied naar de stad moet gaan om aangifte te 20
doen, dan zul je je kinderen alleen moeten achterlaten. Dit weerhoudt slachtoffers er ook van om aangifte te doen. Dat zien ze ook in andere situaties. Vrouwen willen soms ook niet bevallen in het ziekenhuis, omdat ze dan hun andere kinderen alleen thuis moeten laten. Seksueel geweld Ook bij seksueel geweld moeten ze in actie komen. Als er een zwangere 12-jarige binnenkomt, dat weet je eigenlijk al genoeg: daar is wat aan de hand. Alle zwangere vrouwen worden ook verplicht om een vragenlijst in te vullen om geweld en misbruik te detecteren. Er wordt nog een voorbeeld gegeven van een 13 jarig meisje dat seksueel is misbruikt. Haar moeder bleek hier een grote rol in te hebben gehad. Zij had namelijk schulden bij een man en het seksuele misbruik van de dochter werd gebruikt als betalingsmiddel. Na lang praten met het slachtoffer en familieleden is het gezondheidscentrum hier achtergekomen. Ook bij de Casa Materna (waar zwangere vrouwen uit buitengebieden terecht kunnen enkele dagen voor de bevalling, zodat ze sneller in het ziekenhuis kunnen worden geholpen) worden er vaker jonge meiden aangetroffen waarbij het vermoeden is dat er sprake is geweest van huiselijk geweld2. Statistieken Dhr Ruíz geeft aan dat ze ook statistieken bijhouden, zodat we kunnen zien hoe vaak er slachtoffers van huiselijk geweld worden gesignaleerd. Deze cijfers zijn nu niet voor handen, maar dat willen ze wel voor ons uitzoeken als we dat noodzakelijk achten. Vooralsnog vindt de delegatie dat niet nodig, maar wellicht kan dat later nog worden uitgezocht. Vrijwillig(st)ers Ook het gezondheidscentrum maakt gebruik van vrijwilligers die hen ondersteunen bij hun werkzaamheden. Zij treden op als een soort vroedvrouw en zijn onder andere actief in de buitengebieden. In totaal zijn er 120 vrijwilligsters. Hierbij kan wel enige overlap zitten met de vrijwilligsters die voorlichting geven over huiselijk geweld [RN: de vrijwilligster die actief is voor de CdlM en die wij hebben bezocht in één van de buitengebieden (Marcela) is bijvoorbeeld ook een vrijwilligster voor het gezondheidscentrum waarbij ze vrouwen adviseert die zwanger zijn]. Interinstitutionele commissie In San Carlos is een interinstitutionele commissie actief waarin verschillende instellingen samenwerken om huiselijk geweld aan te pakken. We zijn allen zeer verbaasd dat we dit horen, aangezien we al meerdere partners over dit thema hebben gesproken en niemand ons hierover heeft verteld, m.u.v. Global Humanitaria. In die commissie werken onder meer de volgende partijen samen: het ministerie van onderwijs (MINED), het ministerie van gezin (MIFAMILIA), de CdlM, de politie, de gemeente, het ministerie van gezondheid (MINED), het ministerie van werk (MITRAB), het gezondheidscentrum, Arete en Global Humanitaria. Volgens dhr. Ruíz is er in dit district al 8 jaar sprake van een ketensamenwerking tussen de verschillende partijen. Hij is er wel van overtuigd dat deze samenwerking 2
Noot van RN:: dat het in de praktijk wellicht anders verloopt dan in theorie blijkt uit de ervaringen van één van de co-schappers. Anderhalve week na ons werkbezoek spreek ik met de Nederlandse co-schappers die in San Carlos stage hebben gelopen. Eén van hen geeft aan dat tijdens haar stage een 14 jarig zwanger meisje binnenkomt en op het formulier invult dat dit haar tweede kind zal worden en dat ze geen relatie heeft en dat er geen vader in beeld is. De co-schapper zegt tegen haar begeleiders dat dit wel erg verdacht is en vraagt of ze dit moeten melden bij de politie, waarop de begeleiders zeggen dat dit niet nodig is en dat ze niets verdachts zien.
21
moet worden versterkt. Elke club heeft nog wel zijn eigen belangen. Er zijn maandelijkse bijeenkomsten van deze commissie, waarbij zo’n 20 à 25 personen aanwezig zijn. Opvang slachtoffers en plegers Slachtoffers kunnen naar de Albergue (opvanghuis) van Arete. Als de slachtoffers familie hebben dan kunnen ze ook worden opgevangen door familieleden. Verder is er nog het migrantenhuis. Het voordeel hiervan is dat er 24 uur per dag iemand aanwezig is en dat de gasten ook een gratis maaltijd krijgen. Bij Arete zullen ze moeten betalen voor het eten. Het gezondheidscentrum stuurt geen vrouwen rechtstreeks door naar Arete, maar zal ze eerst doorsturen naar CdlM, waarna vervolgens de vrouwen kunnen worden doorgestuurd naar Arete. Na een vraag van onze kant of er überhaupt wel vrouwen worden opgevangen door Arete wordt als antwoord gegeven dat het nu wel rustiger is. De reden hiervoor is wellicht dat slachtoffers het huis misschien te gesloten vinden (het lijkt volgens hen van de buitenkant op een gevangenis), waardoor ze het niet prettig vinden om daar te verblijven3. Verder geeft dhr. Ruíz aan dat er ook aandacht zou moeten zijn voor de pleger van huiselijk geweld. Arete is hiermee begonnen, maar dat is inmiddels losgelaten.
Dr. Freddy Ruíz, (hoofd vd tafel) ontvangt ons in het Gezondheidscentrum
3
MD: De andere, financiële reden, is terug te lezen in het verslag over het bezoek aan het opvanghuis van Arete.
22
Bezoek aan opvanghuis Arete Woensdag 28 november 2012 Het opvanghuis is splinternieuw en we krijgen een rondleiding van een van de medewerkers van Arete. Bij binnenkomst zijn er geen vrouwen in het opvanghuis. Tot april 2012 zijn er wel vrouwen opgevangen is het opvanghuis, maar toen was er te weinig geld om het personeel te blijven betalen, waardoor het Arete niet is gelukt om het huis draaiende te houden. Op 3 december gaan ze echter weer open met steun van de overheid van Noorwegen, die, zo blijkt, meerdere opvanghuizen in Nicaragua financieel ondersteunt. Het opvanghuis in San Carlos wordt ook ondersteund door USAID (Amerikaanse NGO) met onder andere de financiële administratie. Vanaf 3 december zal er ook worden betaald voor het eten van de vrouwen die daar worden opgevangen, zodat de vrouwen gratis kunnen eten. Vrouwen blijven minimaal 1 maand en maximaal 3 maanden. Arete zal, als alles goed gaat, vanaf februari 2013 ook gaan starten met een bakkerij waar vrouwen kunnen worden geschoold in het bakken van brood, zodat ze ook kunnen werken als ze in het opvanghuis zitten. Daarnaast maken vrouwen artesanía (handgemaakte artikelen) of kunnen ze werken in een naaiatelier. Op die manier is er voor de vrouwen een dagbesteding geregeld. Het opvanghuis van Arete is aangesloten bij een netwerk van andere opvanghuizen: het zogenoemde Red de Albergues. Er zijn tien opvanghuizen lid van dit netwerk, waaronder die in Matagalpa, Estelí en Managua. Binnenkort zullen mensen van het opvanghuis in San Carlos ook stage lopen bij andere opvanghuizen om ervaring op te doen. Verder heeft Arete via het netwerk hulp gekregen bij het opstellen van een handleiding voor het opvanghuis.
Onderzoekskamer Albergue Arete >
< Slaapzaal Albergue Arete 23
Bezoek aan het Ziekenhuis Luis Felipe Moncada Woensdag 28 november 2012 We brengen een kort bezoek aan het ziekenhuis in San Carlos dat momenteel wordt verbouwd. De onderdirecteur (dhr. Aquiles Rodríguez) ontvangt ons. Hij licht toe dat huiselijk geweld in de Río San Juan een groot probleem is, omdat machismo in de buitengebieden veel groter is dan in de grote steden. Er zijn daarom ook meer casussen van huiselijk geweld. Het ziekenhuis is één van de ketenpartners bij de aanpak van huiselijk geweld, omdat ze casussen kunnen detecteren en ze worden ingezet als er een fysiek onderzoek van slachtoffers van huiselijk geweld moet worden uitgevoerd. Het CdlM heeft namelijk geen forensisch arts. Slachtoffers worden naar het ziekenhuis gebracht om te onderzoeken of er aanwijzingen op het lichaam zijn te vinden van (huiselijk) geweld. Als het nodig is kan er ook een arts naar het slachtoffer toe gaan om haar te onderzoeken. Sinds kort zijn er ook psychologen werkzaam in het ziekenhuis. Slachtoffers van huiselijk geweld kunnen daar dan terecht. Het ziekenhuis wil ook meer gaan doen met geestelijke gezondheid, omdat ze daar tot nu toe niet of nauwelijks aandacht aan hebben besteed. Voorheen was er helemaal geen geestelijke gezondheidszorg. Nu zijn ze bezig hiervoor een structuur op te zetten, waar, naast de psychologen, ook psychiater(s) werkzaam zijn.
< Dokter Aquiles Rodríguez (rechts)
Centrale hal van het ziekenhuis >
24
Slotbijeenkomst Donderdag 29 november 2012 Op de laatste dag wordt een slotbijeenkomst georganiseerd waarvoor wederom alle partijen zijn uitgenodigd die we deze week hebben gesproken. De bijeenkomst wordt gestart met een dankwoord van de Groningse delegatie voor de gastvrijheid. Hierbij wordt aangegeven dat we onder de indruk zijn van de aanpak van huiselijk geweld in Nicaragua. Het CdlM zouden we als voorbeeld kunnen gebruiken in Nederland, terwijl ook het systeem met vrijwilligers inspirerend is. Verder is het interessant om te zien hoe goed burgers worden geïnformeerd over nieuwe wetgeving. Uitleg oefening We vervolgen de bijeenkomst met de uitleg van een kleine oefening, waarin alle aanwezigen worden gevraagd om drie vragen te beantwoorden over de aanpak van huiselijk geweld in San Carlos: 1. waar ben je trots op? 2. wat gaat niet zo goed? 3. Wat zou je graag willen? Resultaten oefening Hieronder volgen de meest gegeven antwoorden op bovengenoemde vragen. Waar ben je trots op? • De nieuwe wetgeving (wet 779) en de informatie die de organisaties geven over de wet. • Het systeem van werken waarbij heel direct contact is met de maatschappij: huis aan huis bezoeken, contact met gemeenschapsleiders, en netwerken van vrijwilligers. • De coördinatie en samenwerking tussen de betrokken instanties op dit gebied (aanpak huiselijk geweld). • Voorlichtingen op scholen en in dorpsgemeenschappen over huiselijk geweld. Wat gaat niet zo goed? • Er zijn nog veel vrouwen die de stilte niet willen (of durven te) doorbreken. • Er is niet altijd genoeg verbintenis (compromiso) bij de betrokken partijen om voldoende en zo snel mogelijk de aandacht te geven aan de slachtoffers van huiselijk geweld die ze verdienen. • Er is een gebrek aan coördinatie. • Er zijn te weinig middelen (personeel en financiën). • Er wordt nog te weinig voorlichting over huiselijk geweld gegeven in alle gemeenschappen van het district Rio San Juan. Dat maakt het moeilijk om het gedrag en de houding daadwerkelijk te veranderen. Wat zou je graag willen? • Een betere onderlinge samenwerking, waarbij meer wordt gewerkt vanuit een systeem. Begonnen kan worden met de familie centraal te stellen. • Meer capaciteit (zowel professionals als vrijwilligers). • Doorgaan met het verbeteren van de preventie en verspreiding van informatie gebruikmakend van verschillende communicatiekanalen. • Vrouwen nog meer aanmoedigen om de stilte te doorbreken. • Meer middelen. 25
Workshop Marieke Bekkers geeft vervolgens een presentatie die is gericht op de ketenaanpak van huiselijk geweld. Hierna gaan we verder met een workshop. De aanwezigen worden in twee groepen verdeeld, waar ze vervolgens per deel van de aanpak gezamenlijk moeten bespreken welke partijen betrokken dienen te zijn en wie de regie heeft tijdens dat onderdeel. Het duurt even voordat de aanwezigen de oefening door hebben, aangezien ze in het begin bang zijn om verkeerde antwoorden te geven. Ter bevestiging kijken ze ons bij ieder gegeven antwoord aan, waarop wij aangeven dat er geen foute antwoorden bestaan. Na verloop van tijd krijgen ze de smaak te pakken en ontstaan er ook discussies. Afsluiting De bijeenkomst wordt afgesloten met de opmerking dat de Sancarleense partijen aan de slag kunnen met de zaken waarvan ze zelf hebben aangegeven dat deze nog niet zo goed gaan. Ook zeggen we toe dat we deze aangedragen verbeterpunten meenemen naar Nederland en dat we gaan kijken of we hen wellicht zouden kunnen helpen.
Uit elkaar in werkgroepjes om te praten over de betrokkenen bij elke stap in de ketenaanpak.
26
WERKBEZOEK HUISELIJK GEWELD Overige onderdelen Van bijna alle gesprekken zijn verslagen uitgewerkt. Daarnaast zijn er nog enkele (discussie)bijeenkomsten waarvan geen uitgebreid verslag is opgenomen. Van enkele van deze bijeenkomsten zijn wel de sheets beschikbaar die zijn gebruikt voor presentaties. Daarnaast kan gebruik worden gemaakt van de aantekeningen die van deze bijeenkomsten zijn gemaakt door de verschillende delegatieleden. Kort overleg met Arete 26-11-2012 Rick Nijkamp was bij dit gesprek niet aanwezig en Muriël Duindam moest tolken, waardoor beide opstellers van dit document geen aantekeningen hebben van het gesprek. Veel van wat Arete doet op het gebied van huiselijk geweld is al in andere verslagen aan bod gekomen. Noemenswaardig is nog dat Arete de eerste organisatie in San Carlos was die zich bezig hield met huiselijk geweld en ook daadwerkelijk steun kon bieden omdat zij als eerste konden beschikken over een maatschappelijk werker en psycholoog. Arete beheert het officiële opvanghuis en heeft in 2012 in opdracht van hoogleraar evolutionaire sociale psychologie Bram Buunk van de Rijksuniversiteit Groningen een onderzoek verricht naar de prevalentie en oorzaken van huiselijk geweld in San Carlos stad en de buitengebieden. Bezoek buitengebied 28-11-2012 De delegatie heeft een bezoek gebracht aan een buitengebied om een voorlichting bij te wonen. Hierbij waren enkele medewerkers van de CdlM aanwezig, terwijl ook enkele vrijwilligsters (waaronder de enthousiaste Marcela) mee zijn gegaan. Na een rit van 1,5 uur over een hobbelige weg werd de delegatie naar een huiskamer geleid waar een voorlichting werd gegeven over de nieuwe wet door medewerkers van de CdlM en door een van de vrijwilligsters (Marcela). Hierbij was ook een man aanwezig die voorlichting gaf over huiselijk geweld. Er ontstond een discussie over de positie van de man met de komst van de nieuwe wetgeving. Ontmoeting met vertegenwoordigers van groep Seksuele Diversiteit 28-11-2012 De Stedenband voert, i.s.m. het Platform LGBT Groningen, een project uit ter ondersteuning van een belangengroep op het gebied van seksuele diversiteit in San Carlos. Om de delegatie ook de context te bieden van geweld en discriminatie tegen bijvoorbeeld homoseksuelen, is er een diner georganiseerd waarbij er 5 vertegenwoordigers van de groep aanwezig waren. Er is geen apart verslag van de bijeenkomst opgenomen in dit document.
Stedenband Groningen-San Carlos, 26 februari 2013
27