Verslag werfbezoeken 24 maart 2012
Sofie De Backere I Module gevalstudie topografie I Opleiding graduaat topograaf
Vandaag zijn we met de mensen van de module gevalstudie topografie en het eerste jaar bouw- en houtconstructies drie bouwwerven gaan bezoeken. Peter Delarue, uit de opleiding bouw- en houtconstructies, is werfleider op deze werven en heeft ons vandaag heel wat zaken bijgebracht, waarvoor dank! Wat secanspalen zijn en hoe ze gevormd worden was totaal nieuw voor mij. Daarom zou ik hier verder willen op ingaan in dit verslag. We zagen ook de toepassing van een aantal bouwmaterialen en constructies die we vorig semester in de module “materialen en constructies” gezien hebben. Deze zal ik vernoemen maar niet verder uitwerken. Voor deze materialen en constructies was het vooral verrijkend om hetgeen we in theorie gezien hebben nu eens uitgevoerd in de praktijk te kunnen zien.
Werfbezoek 1: hoek LeopoldII-laan en Mercatorstraat, Sint-Niklaas Op deze werf werd getoond hoe secanspalen gevormd worden. Secanspalen worden gebruikt om een gesloten bouwput te maken wanneer het niet mogelijk is om met een talud te werken. De put wordt recht naar beneden gecreëerd. Eerst worden alle palen gevormd en pas dan zal de aarde uitgegraven worden en wordt dus een put gemaakt. Op de werf die we vandaag bezocht hebben, zijn ze deze palen aan het maken. Op het eerste zicht was er dus nog niet veel gebeurd op deze werf omdat alles zich onder de grond afspeelt. Hoe worden secanspalen nu gevormd? Eerst en vooral komt de landmeter ter plaatse voor het uitzetten van de lijnen waar de binnenkant van de secanspalen moet komen. Men werkt dus van binnen uit naar buiten toe. Op de plaats waar de palen moeten komen, wordt een laag stabilisé van 30 á 40 cm gegoten. Daarop komen mallen in geëxpandeerd polystyreen (foto 1) die de plaats aangeven waar de palen gegoten moeten worden. Deze mallen hebben dezelfde diameter als de paal die gevormd moet worden.
De bovenkant van het polystyreen geeft meteen ook het niveau van de onderkant van de vloerplaat weer. Het beton wordt al waterpas gegoten en geeft het juiste peil voor de vloerplaat weer. De palen gaan deels in elkaar over (dit kan je goed zien op foto 1). Daardoor kunnen de palen niet direct naast elkaar gevormd worden, maar moeten er minimum een paal tussengelaten worden bij het gieten van de palen. Op deze werf hebben ze drie palen tussen gelaten. Dit kan je duidelijk zien op foto 2. Je ziet hier mooi de vorm van het polystyreen zitten, weliswaar met een laagje beton erover. Om de palen te gieten, wordt het polystyreen eruit gehaald en blijft het polystyreen voor de drie tussenliggende palen zitten. Zo wordt de perfecte plaats voor het gieten van de palen
aangegeven.
Met de machine te zien op foto 3, wordt met een boor een gat geboord zo diep als de paal moet worden. Op deze werf zijn het palen van 8,5 meter diep. Je ziet een mantelbuis en daar binnenin zit een boor. Aan de machine hangt ook een flexibele darm. Vanuit een betonwagen wordt er via deze darm beton in het geboorde gat gestort. De mantelbuis, samen met de boor wordt omhoog gebracht en het beton gaat in het gat. Het zijn “palen op kleef”: dit wil zeggen dat hun draagvermogen vooral berust op de wrijvingsweerstand aan de omliggende grond. Na het storten van het beton, worden de wapeningsbuizen (zie foto 4) in het beton aangebracht. De dag erna kan een paal naast de gevormde paal gestort worden. Dit gebeurt terug op dezelfde manier. Er wordt nu wel
Foto 3
een stukje van de eerder gevormde paal weggeboord zodat de palen in elkaar kunnen overlopen. Foto 4 Moesten de palen gewoon tegen elkaar staan, dan zou er te veel water doorkunnen. Eens alle palen op die manier gevormd worden, ontstaat er een gesloten bouwput en kan de aarde weggegraven worden. De gevormde wand laat minder water door dan wanneer de palen gewoon naast elkaar zouden staan, maar de wand is toch niet waterdicht. Daarom wordt er een tijdelijke verticale bemaling voorzien. Die kan je zien op foto 5, het zijn de pvc buizen met het rode deksel. Op foto 5 kan je ook de wachtwapening zien zitten van de reeds gevormde palen. Deze wachtwapening zit telkens in het midden van de paal.
Foto 5
Drainage kan echter voor problemen zorgen bij de nabijgelegen gebouwen. Deze zouden door deze drainage kunnen verzakken of er zouden zich verschuivingen kunnen voordoen. Daardoor is het heel belangrijk dat er een plaatsbeschrijving opgemaakt wordt vóór de werken beginnen zodat bij eventuele schade kan bekeken worden of deze er al dan niet al was voor de werken. Deze plaatsbeschrijving kan opgemaakt worden door een landmeter. Er moet ook nog een verankering voorzien worden naar de buitenkant om te kunnen weerstaan aan de tegendruk van het grondwaterpeil en de tegendruk van de omliggende gebouwen. Deze verankering was te zien op ons tweede werfbezoek en zal ik daar wat meer in detail bespreken. Zoals reeds hierboven vermeld kan na het gieten van de palen de grond weggegraven worden. Op deze werf bestaat de ondergrond uit aarde en vanaf ongeveer 3,50 meter bestaat de grond uit klei. Deze klei zorgt er voor dat er bij het boren van de gaten een grote weerstand gevoeld wordt. Bij het terug naar boven halen van de boor komen nog grote stukken klei mee waarin je de vorm van de boor nog kan zien (zie foto 6).
Foto 6 Het wegbrengen van de grond kan niet zomaar gebeuren. Er moet eerst een bodemonderzoek gedaan worden van de grond om te kijken of die al dan niet vervuild is. Hier was dit helaas het geval. Er was een brandstofgeur waar te nemen dus moeten er verdere onderzoeken gedaan worden om uit te zoeken waar deze geur vandaan komt. Het is uiteindelijk de grondbank die een code aan de grond geeft en die dus bepaald of de grond mag hergebruikt worden. Het verwijderen van verontreinigde grond kost veel geld. Daardoor is het soms beter wat meer geld te geven aan het grondonderzoek, zodat duidelijk bepaald kan worden welk deeltje grond verontreinigd is, zodat er kosten kunnen gespaard worden voor het wegvoeren van verontreinigde grond.
Werfbezoek 2: Visserij 164-166, Gent Op deze werf zijn ze bezig met de bouw van 14 appartementen. Deze worden opgebouwd in silicaatsteen (foto 7).
Foto 7 De eerste laag van elk verdiep bestaat telkens uit kleine steentjes (foto 10) die gemetst worden. Dit is om de laag waterpas te zetten. De stenen erboven worden gelijmd. Er wordt gebruikt gemaakt van standaard silicaatstenen (foto 8) en van silicaatstenen die in de fabriek al op maat gezaagd werden (foto 9). Dit gebeurt in de fabriek omdat silicaatstenen hard zijn en het niet evident is om die op maat te zagen. Op elke op maat gezaagde silicaatsteen staat geschreven welke steen het is (zie foto 9).
Foto 8
Foto 9
Foto 10
Ter hoogte van de plaats waar de inrit van de garage zal komen, zie je nog een deel van de gevormde secanspalen (zie foto hieronder). Zo zien we wat in de vorige werf nog onder de grond zat nu nog boven de grond. Op de kleine foto zien we dat de secanspalen gebreken vertonen. Hier zit een gat in omdat de beton niet helemaal dicht kwam bij het storten. Dit is echter geen probleem omdat de palen dienen om een bouwput te creëren en niet als waterdichting.
Op foto 11 kan je een detailfoto van een geboord gat voor de verankering zien met daarin een verankeringsstaaf. Dit is een staaf van 3m lang die door de wand in de grond geboord werd. In de staaf zit een gat. In dit gat wordt een product ingespoten dat ‘vertakkingen’ maakt in de omliggende grond en tevens het geboorde gat opvult. Deze verankering wordt om de zoveel cm rondom rond de bouwput voorzien om aan de tegendruk van de omliggende gebouwen en het grondwaterpeil te weerstaan. De diepte waarop deze verankering komt is op elke werf anders.
Foto 11
Werfbezoek 3: werf aan Kerkstraat, Gentbrugge
Op deze werf zien we drie appartementsblokken in opbouw. Twee van deze appartementsblokken zijn voor sociale woningbouw en één blok is privé. Het is van deze laatste blok (zie foto) dat Peter de werfleider is en we gaan dus ook deze blok van wat dichterbij gaan bekijken. Er wordt hier net als op de vorige werf terug gekozen voor de silicaatsteen. Dit wordt eigenlijk gedaan omdat er sneller en preciezer kan gewerkt worden. Omdat de silicaatsteen hard is om in te boren, heeft hij als nadeel dat het moeilijker werken is voor de elektricien en voor de mensen van het sanitair. Op deze werf zien we vooral toepassingen uit de lessen materialen en constructies:
Hier zien we bekistingspanelen waarin reeds beton gestort werd. De afstandshouders met de spanstaven zijn nog te zien.
Om koudebruggen tegen te gaan werd aan de overgang vloer/muur met vezelcement gewerkt.
De dragende binnenmuren zijn opgebouwd uit gewapende predallen met beton ertussen, dan een laag isolatie met daartegen gipsblokken.
Het metselverband is een klezoorverband. Het zijn allemaal strekkenlagen waarbij de stenen één klezoor verspringen. Je ziet ook mooi dat er plaats voorzien is voor open stootvoegen boven de horizontale afsluitingen (ramen) doordat er stukjes dpc-folie op de plaats gestopt zijn waar de stootvoegen open moeten blijven. Aan de openingen voor de ramen werd aan de bovenkant een zichtbaar hoekprofiel voorzien.
Hier zie je mooi het principe van de spouwmuur met een dpc-folie als waterkering. De folie vertrekt achter de isolatie en gaat door de isolatie naar beneden om onderaan boven de eerste steen vastgezet te worden. Er worden open stootvoegen voorzien zodat het water dat eventueel in de spouwmuur zou komen langs deze voegen naar buiten kan.
We zagen ook nog een slecht uitgevoerde betonbalk. Het beton moet niet diep genoeg gegaan zijn bij het gieten.
Afsluitend Ik vond het in ieder geval een zeer interessante voormiddag. Voor mij is dit een goede manier om dingen te leren. Zowel om nieuwe dingen te leren als om zaken die we al gezien hebben in de lessen eens in de praktijk te zien. Het wordt toch altijd veel concreter en duidelijker om de dingen eens in de realiteit te zien.