Verslag vergadering nr. 2007-7 van het raadgevend comité van het Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen van 26 september 2007 Aanwezigen: FAVV Houins Gil (Voorzitter), Dochy Jean-Marie, Diricks Herman, De Poorter Geert, Berthot Véronique, Van Ormelingen Walter, Houbaert Pascal, Mortier Philippe, Houdart Philippe, Cornelis Marc, Looze Paulette, Deworme Aline, Van Vooren Tom, Maudoux Jean-Philippe, Chevalier Pierre, Trybou Ann en Boyen Chris ( Secretaris). CLARYSSE Francis, Substituut van de Procureur-generaal bij het Hof van Beroep te Gent Bijstandsmagistraat Residuen en Voedselveiligheid en Van den Boeynants Jan, gerechtelijk commissaris van de federale politie. Claeys Herman, adviseur kabinet minister Donfut. EL PL EL PL LEDEN
1
Adriaens Camiel/Vande Weghe Sandra de Roubaix Jérôme/Lotietek Sophie Ardies Luc/Van Bosch Johan Broucke Sonja/Van Daele Daniël Closset M-F/Marot Jean Cools Romain/Peeters Dirk Debergh Renaat/De Wijngaert Lambert De Bruyne Peter/Schelfhout Kathleen De Haes Jan/De Bauw Luc Dehaut Philippe/Deweghe Liane Dejaegher Yvan/Hoeven Erik Detiege Georgette/De Kegel Tim Focquaert Carine/Serwas Roland Vinson Julie /Jan Turf Hallaert Johan/Sermeus Maud Jonckheere Caroline/ Van Der Haegen Vincent Ladouce René/De Bruyn Alain Laquiére Isabelle/Crémer Charles Lauryssen Sigrid/Maertens Gwendoline Aanwezig op de vergadering
0 1 1 v 1
Machiels Katia/De Groof Dirk De Craene Ann/Appeltans Philippe Mijten Erik/De Winter Paul Maraite Helmut/ Schneiders Lucia Van Moeseke Wim/Nijs Katrien Ogiers Luc/ Bastin Valérie/Nutelet Guy Poriau Pierre/Orban Stéphane Ramakers Clarisse/Deplae Arnaud Remy Robert/Scarniet Isabelle Ruppol Patrick/Laenens Leen Semaille Marie-Laurence/Masure Alain Smagghe Thierry/Leroux Frans Vandecavey Brigitte/ Segers Dina Vandenbosch Michel/De Greef Ann Vandevelde Renaat/Vandercammen Marc Vanhaevre Ingrid/Renaerts Rob Verhaeghe Alain/de Laminne de Bex Gérard. Walravens Joseph/Verbust Willy
1 v v 1 1 0 1 1 v 1 1 1 1 v 1 1 v Afwezig met kennisgeving
Page 1 of 36
v 1 1 1 1 1 1 1 1 v 1 1 1 v 1 v v 1 1 1
0
Afwezig op de vergadering
Dagorde: 1. 2.
3. 4. 5. 6. 7. 8. 9. 10. 11. 12.
Goedkeuring van de dagorde Verslag 2006 Multidisciplinaire Hormonencel/ toelichting door de heer Francis CLARYSSE, Substituut van de Procureur-generaal bij het Hof van Beroep te Gent - Bijstandsmagistraat Residuen en Voedselveiligheid Administratieve boetes : toelichting bij het jaarverslag 2006 Activiteitenverslag 2006 : commentaren van de leden en discussie Stand van zaken uitvoering controleplan 2007 Opvolging acties Financiering 2007 Fed. Ho.Re.Ca. Vlaanderen: verduidelijking bij de bonus malus en vraag tot volledig uitstel ervan Opvolging toepassing huishoudelijk reglement RC / prestatie-indicatoren Ontwerp van controleprogramma 2008 Stand van zaken Interne audit Varia Actiepunten
Punt 1. Goedkeuring van de dagorde 1. De dagorde wordt goedgekeurd. De Voorzitter stelt voor om de punten 3, 9 en 11 te bespreken op de volgende vergadering. Het RC gaat akkoord met deze wijziging van de dagorde.
Punt 2. Verslag 2006 Multidisciplinaire Hormonencel / toelichting door de heer Francis CLARYSSE, Substituut van de Procureur-generaal bij het Hof van Beroep te Gent - Bijstandsmagistraat Residuen en Voedselveiligheid 2. De Voorzitter verwelkomt de heer Clarysse, Substituut van de Procureur-generaal bij het Hof van Beroep te Gent en Bijstandsmagistraat Residuen en Voedselveiligheid en de heer Van den Boeynants, commissaris bij de federale politie en hoofdcoördinator van de multidisciplinaire hormonencel . Hij verleent het woord aan de heer Clarysse. 3. De heer Clarysse dankt eerst en vooral het FAVV voor de mogelijkheid die hen geboden wordt om het jaarverslag van de hormonencel op deze vergadering voor te stellen, net zoals vorig jaar trouwens.
Page 2 of 36
4. Hij wil eerst en vooral zich zelf voorstellen. Hij is 41 jaar en afkomstig uit WestVlaanderen. Op dit ogenblik is hij magistraat bij het Parket generaal van Gent waar hij sinds maart 2007 de heer Johan Sabbe heeft opgevolgd als hoofdcoördinator van het expertisenetwerk residuen en voedselveiligheid. 5. Naast de referentiemagistraten, is dit netwerk samengesteld uit tal van externe adviseurs (Dienst Strafrechtelijk Beleid, FAVV, FAGG, douane, enz.) en heeft als algemene opdracht steun te verlenen bij het uitwerken van het beleid inzake criminaliteit ten behoeve van het College van Procureurs generaal. Dit netwerk zorgt voor de uitwisseling van informatie en documentatie tussen haar leden. Hierbij wordt gestreefd naar een verdere ontwikkeling van de bekwaamheid bij haar leden, naast een nog meer stimuleren van de multidisciplinaire samenwerking en de realisatie van meer eenvormigheid op het vlak van de rechtsvervolging door het openbaar ministerie. In het kader van de multidisciplinaire samenwerking nemen de leden deel aan tal van overlegplatformen, zowel inzake beleid als op operationeel vlak, o.a. in de Interdepartementale Overlegcel voor de controle van de voedselveiligheid, de multidisciplinaire cel voor de bestrijding van de fraude in de voedselketen en de multidisciplinaire cel hormonen. 6. Zoals reeds werd meegedeeld tijdens de voorstelling van vorig jaar, werd dit laatstgenoemde platform (samengesteld uit vertegenwoordigers van de Politie, van het FAVV, van het FAGG en van de douane, onder toezicht van de FOD Justitie) opgestart naar aanleiding van de moord op dierenarts Van Noppen. 7. Het mandaat van de hormonencel werd geleidelijk aan uitgebreid, zodat de multidisciplinaire hormonencel zich momenteel hoofdzakelijk bezig houdt met drie strafrechtelijke fenomenen. 8. Namelijk de illegale substanties : a) in de vetmesting ; b) in het kader van humane doping ; c) en in het kader van doping bij dieren. 9. De cel heeft eveneens meer en meer het fenomeen van de niet-conforme geneesmiddelen op het oog (namaak, vervalsingen, verhandelen van producten die niet de juiste substanties bevatten, waaronder eveneens vervalste voedingssupplementen). 10. Het fenomeen residuen en voedselveiligheid werd in de kadernota “integrale veiligheid” opgenomen onder de prioritaire criminele fenomenen en bijzondere aandachtspunten. Het fenomeen hormonen daarentegen, werd niet weerhouden in het nationaal veiligheidsplan bij de prioritaire veiligheidsnormen. 11. Onder impuls van zijn voorganger ( de heer Sabbe) werd heel wat energie besteed aan het uitwerken van een scenario inzake multidisciplinaire samenwerking en aan het opstellen van een overzicht van al de competenties van de verschillende bijzondere inspectiediensten, zodat op dit vlak “de bomen in het bos” terug zichtbaar werden. 12. In het voorwoord van het verslag, worden een aantal uitdagingen voor de toekomst onder de loep genomen :
Page 3 of 36
a) Alle criminele fenomenen worden gekarakteriseerd door een groeiende internationalisering. Hoe kan de internationale samenwerking worden geoptimaliseerd op het administratief, gerechtelijk en politioneel vlak ? Hoe kan de controle van pakjes met verdachte inhoud worden verbeterd die via internet overal in de wereld kunnen worden besteld ? b) Er moet steeds rekening worden gehouden met het technisch ingewikkelde karakter van de misdrijffenomenen in kwestie. De wetenschappelijke ontwikkelingen die betrekking hebben op het illegaal gebruik van groeistimulatoren kennen een uiterst snelle evolutie. Door de goede contacten met de bevoegde opsporingslaboratoria wordt gepoogd een betere greep te krijgen op het fenomeen van de exogeen toegediende natuurlijke hormonen in de veeteelt. c) Dit jaar nog zullen een aantal acties worden doorgevoerd in de grijze sector van de voedingssupplementen. De impact van deze acties zullen ongetwijfeld in het volgend jaarverslag aan bod komen. d) Het zou misschien een verbetering betekenen als de hormonencel wettelijk zou worden verankerd. 13. Vooraleer hij het woord geeft aan de heer Jan Van den Boeynants, commissaris bij de federale politie en coördinator van de multidisciplinaire hormonencel, voor de verdere voorstelling van het verslag, merkt hij nog op dat het verslag van de cel aan alle betrokken ministers werd meegedeeld ook op de internetsite van de federale politie terug te vinden is, zodat iedereen die dat wil, het kan consulteren. 14. De heer Van den Boeynants geeft een toelichting bij het verslag 2006 Multidisciplinaire Hormonencel aan de hand van een PP-presentatie. Hij is sinds 1997 werkzaam bij de Federale Politie. 15. Hij geeft meer detail over: de teruggevonden stoffen: **meest voorkomend: prednisolone, dexamethasone, chlooramphenicol en oestradiol; ** enkele gevallen van: progesteron en thiouracil. In voorkomend geval gaat het niet altijd om verboden product. Een aantal van deze producten kan om therapeutische redenen worden toegediend. Sommige stoffen geven een “niet conform resultaat” en worden vermeld bij de stoffen “ niet aan alle criteria voldaan (NACV)”. Het gaat hier hoofdzakelijk over stoffen aangetroffen bij runderen maar soms is ook een varken positief bevonden. dossiers: ** controle paardenrenbaan Brugge De heer Clarysse duidt in voorkomend geval op het feit dat niet alle gegevens kunnen worden verstrekt en dit om het geheim van het onderzoek niet te schaden. Er werden controles uitgevoerd op de paarden om na te gaan of verboden stoffen werden gebruikt. Alle vaststellingen op de renbaar waren «conform».
Page 4 of 36
**Veemarkt Ieper **Kruidenmengsels **Aankoop grondstoffen Duitsland De Belgische wetgeving is strenger dan de Europese. Een Belg kan stoffen aankopen in Duitsland die niet bestemd zijn voor een EG-lidstaat. Er heeft zich zo’n geval voorgedaan waarbij de persoon in kwestie kon worden opgepakt dank zij de samenwerking tussen het FAVV, de douane en het Geneesmiddelenagentschap.
**Illegale verkoop diergeneesmiddelen Dit dossier is volop in onderzoek.
**Uitspraken dossier dexamethasone Verkoop van kruidenmengsel aan vetmesters waaraan een corticosteroïde, dexamethasone, was toegevoegd. In dit dossier zijn vonnissen uitsproken met zware straffen. Dit is een voorbeeld van een goede opvolging van een dossier. Belangrijk om te vermelden dat de door het FAVV aanbevolen strategie werd gevolgd in dit dossier. Betrokkenen kunnen evenwel nog in beroep gaan. 16. Kaarten: verspreiding van “het gebruik” en “de zwendel”: Gebruik Resultaten “niet aan alle criteria voldaan” 2005 en 2006 Het betreft vaststellingen van het FAVV die conform zijn maar een aanwijzing kunnen zijn voor het uitvoeren van een monsterneming met het oog op het opsporen van verdachte residuen. Bij de vergelijking tussen de resultaten van 2005 en 2006 wordt gewezen op het feit dat de vaststellingen “niet aan alle criteria voldaan” meer verspreid zijn naar andere delen van het land. De tendens gaat in dalende lijn t.o.v. de vorige jaren. Resultaten “niet conform” 2005 en 2006 Inbreuken gepleegd op de wetten van ’52 en ‘85 - vaststellingen bij gerichte en verdachte monsternemingen: in 2005 geven de cijfers een vertekend beeld omwille van het oprollen van het netwerk kruidenmengsels. In 2006 werd een sterke daling van het aantal “niet conforme” monsternemingen vastgesteld t.o.v. 2005 maar ook een verspreiding over het ganse het land. Acties met resultaten “niet conform” in het kader van zwendel in hormonen en doping bij dieren 2005 en 2006 De naam zwendel wordt gebruikt, maar het gaat hier over “alles” wat te maken heeft met een inbreuk op het artikel 1 van het KB van 12-04-1974. Net zoals bij de “niet conforme” monsternemingen wordt een verschuiving naar andere delen van het land vastgesteld voor wat het aantal inbreuken in de veeteelt betreft.
Page 5 of 36
17. De Voorzitter dankt de heer Van den Boeynants voor zijn bondige en overzichtelijke samenvatting bij het JV 2006 Multidisciplinaire Hormonencel. Discussie: 18. Mevrouw Semaille wil hierbij meedelen dat op de cover van het jaarverslag van de hormonencel een foto van de stier 'Label de Spy' afgedrukt staat. Het centrum voor inseminatie Linalux was hiervan eigenaar in de jaren ’90. Deze stier werd nooit positief bevonden op hormonen. De FWA beschouwt deze foto dan ook als bijzonder slecht gekozen. Ze wil er eens te meer aan herinneren dat het spierfenotype van de foto, gekoppeld is aan het recessief “dikbil”-gen. Het systematisch associëren van praktijken van de hormonenmaffia aan het uniek Belgische blauw-wit ras is misleidend. Zij is des te meer geschokt omdat de FWA vorig jaar reeds dezelfde opmerking heeft gemaakt. 19. De Voorzitter refereert naar een telefoontje met de Voorzitter van de FWA die vermelde problematiek eveneens aankaartte. Hij bevestigt dat reeds verleden jaar werd gevraagd om de lay-out te veranderen. Inderdaad, in België werkt de helft van de vetmesters nog steeds met het blauw-wit ras. 20. M.b.t. de lay-out van het JV belooft de heer Van den Boeynants om deze in samenwerking met het FAVV te herbekijken en een andere lay-out uit te werken. 21. De heer Remy vraagt bijkomende info over de evolutie van het slachtgewicht van karkassen (vrouwelijke dieren). Op welke manier evolueert dit slachtgewicht? Werden deze gegevens nagegaan, gezien het een aanwijzing is die zou kunnen wijzen op het gebruik van hormonen? 22. De Voorzitter verwijst naar het verslag van 27/09/2006 waar werd gesteld dat het karkasgewicht een aanwijzing betreft tussen andere aanwijzingen van het gebruik van hormonen. In de praktijk bemonstert het FAVV altijd bij een spectaculair karkasgewicht. Maar voorzichtigheid is geboden want sommigen zouden kunnen geneigd zijn om dieren onder de 600 kg aan te bieden, net om deze controles te omzeilen. 23. De heer Gillis antwoordt dat deze karkasgewichten kunnen worden opgevraagd. Het karkasgewicht van vrouwelijke dieren kan gaan tot boven de 600 kg. Er is weet van trucs die worden uitgevoerd om het gewicht onder de 600 kg te houden. Karkasgewichten boven de 600 kg kunnen een indicatie zijn en zouden kunnen wijzen in de richting van mogelijk misbruik. De karkassen worden geblokkeerd tot de resultaten van de analyses bekend zijn. In de monsters worden zekere indicaties teruggevonden, resultaten die ressorteren onder “niet aan alle criteria voldaan”. Deze criteria worden nauwlettend bestudeerd. 24. De heer Dochy verwijst naar blz. 13 van het JV 2006 hormonen waarin staat vermeld dat :”…een zeer hoog slachtgewicht bij vrouwelijke runderen” als een mogelijke aanwijzing wordt beschouwd. De cijfers over de evolutie van karkasgewichten worden opgevraagd bij de bevoegde dienst DNDP van IVB. Deze dienst heeft aan het FAVV partiële cijfers toegestuurd. Deze zijn beschikbaar. 25. De heer Smagghe reageert tegen de verdachtmaking al zou alles worden gedaan om het karkasgewicht naar beneden te halen. Vervolgens merkt hij op dat de
Page 6 of 36
blokkering veel langer duurt dan vijf dagen en in de praktijk neerkomt op een blokkering van 2 weken. Na die termijn is het vlees niks meer waard. In vele gevallen zijn deze karkassen bestemd voor de slager om de hoek, die eveneens problemen ondervindt door deze blokkering. Hij refereert naar een situatie van een paar maand geleden. 26. Volgens de Voorzitter bestaat er geen probleem voor zover de termijn van 5 dagen wordt toegepast. Indien dit niet het geval zou zijn, vraagt hij om concrete gevallen mee te delen. 27. De heer De Poorter, benadrukt dat vermelde termijn scrupuleus wordt toegepast. In “de procedure voor de inschrijving monster en resultaat” van het Bestuur Laboratoria staat vermeld dat : “ ….De analyseresultaten moeten binnen de vijf dagen meegedeeld worden als er “Dringend” vermeld wordt op de analyse-aanvraag”…”. Alle monsters worden via speciale procedures afgehandeld. 28. De heer Verbust signaleert gelijkaardige problemen in de PCE Limburg. De Voorzitter vraagt de gevallen mee te delen aan de heer De Poorter zodat ze kunnen worden onderzocht. 29. Tot slot, dankt de Voorzitter de heren Clarysse en Van den Boeynants. Hij stelt vast dat de hormonencel voorzichtiger is geworden voor wat betreft de boodschap bij de meegedeelde cijfers. Actie: 30. Evolutie karkasgewichten bezorgen aan TA cf. mededeling vorig jaar.
Punt 3. Administratieve boetes: toelichting bij het jaarverslag 2006 31. De bespreking van dit punt wordt verdaagd naar de vergadering van 24/10/2007.
Punt 4. Activiteitenverslag 2006 : commentaren van de leden en discussie 32. De Voorzitter deelt mee dat er voor de eerste keer een synthese van het JV werd opgemaakt die eveneens zal beschikbaar zijn in het Engels en het Duits. Zij zal eerstdaags verschijnen en is vooral bestemd voor publicatie ervan in het buitenland. 33. Een aantal vragen zijn opgeworpen m.b.t. het JV FAVV 2006. 34. Het betreft de vraag van de heer Hallaert omtrent meer precisering over de NC’s in de sector transformatie. 35. Voornaamste niet-conformiteiten (NC) m.b.t. de scope "inrichting, infrastructuur en hygiëne”: toiletten voor het personeel zijn voorzien van het bericht dat na toiletbezoek de handen moeten worden gewassen (uit hoofdstuk "algemene eisen"): 38% NC;
Page 7 of 36
materialen en voorwerpen, die nog niet met levensmiddelen in contact zijn gebracht, zijn bij het in de handel brengen voorzien van de aanduiding, op de begeleidende documenten of de etiketten of de materialen zelf, 'voor levensmiddelen' of van een specifieke aanwijzing voor het gebruik of van speciale instructies die voor een veilig en passend gebruik moeten worden opgevolgd en van de naam en het adres van de fabrikant of een in de Gemeenschap gevestigde verkoper (uit hoofdstuk "Hygiënevoorschriften inzake onmiddellijke verpakking en verpakking van levensmiddelen"): 36% NC; materialen en voorwerpen gaan vergezeld van een schriftelijke verklaring van overeenstemming (uit hoofdstuk "Hygiënevoorschriften inzake onmiddellijke verpakking en verpakking van levensmiddelen"): 51% NC; een medisch attest is aanwezig voor alle belanghebbenden (uit hoofdstuk "Persoonlijke hygiëne en opleiding"): 51% NC; de ramen zijn voorzien van horren (uit hoofdstuk "Specifieke voorschriften in ruimten waar levensmiddelen worden bereid, behandeld of verwerkt"): 37% NC; de frequentie van monsterneming en ontleding van water is in overeenstemming met de wetgeving (uit hoofdstuk "Watervoorziening"): 44% NC;
36. Voornaamste niet-conformiteiten m.b.t. de scope "traceerbaarheid": bij levering B to B: verband tussen aangevoerde en afgevoerde producten kan worden gelegd en traceerbaarheid in alle stadia van productie, verwerking en distributie: 20% NC; de identificatie van het ontvangen product wordt geregistreerd: 18% NC; de identificatie van het verzonden product wordt geregistreerd: 19% NC;
37. Voornaamste niet-conformiteiten m.b.t. de scope "meldingsplicht”:
operator kent gegevens van contactpersoon: 34% NC; 38. Voornaamste niet-conformiteiten m.b.t. de scope "autocontrole" (in het algemeen hoge % NC m.b.t. deze scope): hoofdstuk "gids": "gids is aanwezig" 45% NC, "gids wordt toegepast" 53% NC; hoofdstuk "HACCP": "een verificatieprocedure is vastgesteld" 40% NC; hoofdstuk "HACCP light": "Corrigerende maatregelen zijn vastgesteld (evt. a.d.h.v. de gids)" 70% NC, "Kritische controlepunten zijn geïdentificeerd (evt. a.d.h.v. de gids)" 61% NC, "Kritische grenswaarden zijn vastgesteld (evt. a.d.h.v. reglementaire normen, sensorische waarnemingen, gids)" 68% NC, "Mogelijke gevaren zijn geïdentificeerd (evt. a.d.h.v. de gids)" 59% NC, "Registratie nonconformiteiten en bewaring analyseresultaten tot 6 maanden na de minimale houdbaarheidsdatum/uiterste consumptiedatum" 67% NC.
39. TA vroeg bijkomende informatie over onderzoek naar antibiotica in garnalen, namelijk de resultaten van de controles uitgevoerd door het FAVV in 2006 : 148 monsters van garnalen afkomstig uit derde landen (India, Bangladesh, Vietnam, Ecuador en Birma/Myanmar) werden geanalyseerd op nitrofuranen en/of chloramfenicol, 2 verboden antibiotica ; hiervan waren 6 monsters niet conform wegens aanwezigheid van nitrofuranen ; deze monsters werden ofwel teruggestuurd naar het land van oorsprong, ofwel vernietigd.
40. Aan Bemefa werd bijkomende informatie verstrekt over diervoeders:
Page 8 of 36
van de 475 monsters van diervoeders waren 4 monsters positief voor Salmonella; de serotypes waren S. Anatum (in een mengvoeder voor pluimvee), S. Mbandaka (in sojaschroot), S. Livingstone (in diermeel) en S. Tennessee (in koolzaad).
41. De heer Hallaert dankt de Voorzitter voor de bijkomende informatie over de vastgestelde NC’s in de transformatiesector. Deze gegevens zullen worden gecommuniceerd aan de achterban. Maar als er geen duidelijke visie bestaat van het FAVV over een medisch attest is het niet verwonderlijk dat dergelijke score van NC’s wordt vastgesteld op dit vlak. 42. Op deze problematiek zal worden teruggekomen in een bilaterale met FEVIA, zegt de Voorzitter. Maar voor wat het medisch attest betreft, verwijst hij in dit verband naar een gemeenschappelijk advies van het Wetenschappelijk comité en de Hoge Gezondheidsraad. 43. Aan de hand van dit jaarverslag moet het mogelijk zijn om een vooruitgangsrapport op te maken, argumenteert de heer Ardies. UNIZO is voorstander van een step by step benadering. Voor heel wat kleine ondernemingen betekenen dergelijke aanpassingen een grote stap. Deze aanpassing mag niet op een bruuske manier gebeuren maar op een geleidelijke manier. Een vooruitgangsrapport zal ons toelaten om op het terrein vast te stellen of voor bepaalde punten al dan niet te hoge eisen zijn gesteld. In voorkomend geval is het noodzakelijk dat een gids kan worden aangepast op die punten. UNIZO hoopt dat de praktische haalbaarheid van het systeem zal worden getoetst en bijgewerkt. Voor UNIZO is het uitermate belangrijk te weten waarop de controles van het Agentschap zich zullen toespitsen. Het is tevens van belang om in een benchmarking te voorzien tussen de gecontroleerden m.a.w dat een afweging wordt uitgevoerd van een gecontroleerde met het gemiddelde van een sector bij de beoordeling van vaststellingen. Hij vraagt tot slot om rekening te houden met de dagdagelijkse realiteit van de bedrijven. 44. De heer Dochy onderstreept dat de opvolging van controles, die gebeurt op basis van een weging van de checklists, zal worden getoetst aan het gemiddelde van een sector. 45. De heer Ardies is van mening dat het mogelijk zou moeten zijn dat één of meerdere vragen van een checklist, van toepassing in een bepaalde sector, te herzien indien bvb. een hoog percentage NC voor een punt wordt vastgesteld. Voorkomend geval duidt zeker op een probleem. Deze herzieningen zijn van essentieel belang. Benchmarking vormt, na de opstartfase, de garantie dat men met beide voeten op de grond blijft. 46. Benchmarking is een instrument dat in de toekomst zal worden toegepast. In geval van een inbreuk op basis van analyses en monsters, factureert het Agentschap de kosten voor hercontrole aan de operator die de inbreuk heeft gepleegd. Dit gebeurt reeds sinds 01.11.06 en is in overeenstemming met de « General food law », stelt de Voorzitter. In realiteit worden we geconfronteerd met een situatie waarbij de KMO’s in beperkte mate de EG-richtlijn ’93 toepassen. 47. De heer Verbust merkt op dat checklists een positief gegeven zijn. Maar, in een slagerij zijn in principe 10 checklists van toepassing en dat is te veel van het goede. Page 9 of 36
In voorkomend geval worden alle kleine NC’s opgeteld. En teveel checklists brengen problemen met zich mee voor de slagers. 48. De heer Dochy verduidelijkt dat niet het aantal NC’s maar wel het percentage van het aantal NC’s t.o.v. het totaal aantal vragen van een checklist belang is. Hij verwijst naar de dienstnota betreffende “richtsnoeren voor interpretatie van de nieuwe checklists met wegingen en opvolging van niet-conformiteiten” van toepassing sinds 1 augustus 2007, in afwachting van een benchmarking. Door deze nota wordt een harmonisering doorgevoerd bij vaststelling van 20% NC’s voor een bepaalde vraag. Een checklist is een inspectiedocument dat de staat van een of meerdere, op een gegeven moment gecontroleerde scopes, samenvat. Verschillende checklists werden uitgewerkt omdat zij verschillende scopes dekken ( zoals bvb. traceerbaarheid, infrastructuur,…..). 49. De Landsbond heeft 16 proefaudits laten uitvoeren, waarvan 4 door het FAVV. Zij waren alle 16 ongunstig. Hiervoor werden slagerijen uitgekozen die tot het betere gemiddelde behoren en 2 keurslagers. Dit systeem is onwerkbaar en onredelijk. Hygiëne en volksgezondheid moeten uiteraard primeren maar er moet worden gewerkt aan de realisatie van een benchmarking, onderstreept de heer Verbust ( zie ook onder punt 12, d)). 50. Mogelijkheden tot versoepeling zijn momenteel nog niet voorzien (in de gids van de beenhouwers). De basiswetgeving inzake autocontrole moet in afwachting van een bijkomende versoepeling worden toegepast, antwoordt de Voorzitter. Maar in de checklist zou de mogelijkheid moeten worden voorzien om het besluit betreffende de versoepelingen voor zeer kleine bedrijven toe te passen. 51. De duurtijd voor de uitvoering van een audit in een kleine beenhouwerij moet worden aangepast, vindt de Landsbond. In voorkomend geval, is een duurtijd van 3 uur schromelijk overdreven, benadrukt de heer Verbust. 52. De Voorzitter duidt op het feit dat het Agentschap enorme inspanningen levert op het vlak van de vulgarisering van het AC-systeem, dat evenwel moet worden toegepast op het terrein. Hij is van mening dat België niet extreem streng is op het vlak van AC. Hij maakt de vergelijking met buitenlandse auditors die in België een audit komen uitvoeren in het kader van een evt. export van Belgische producten. Zij zijn erg streng en geven geen groen licht indien niet aan de gestelde normen wordt voldaan. Hij dringt erop aan dat sectoren samenwerken met het Agentschap om te voorkomen dat nog wordt gewerkt zoals 20 jaar geleden. In de eerste plaats moet een ondernemer de verantwoordelijkheid op zich nemen om zijn bedrijf te responsabiliseren. Hij is eveneens gewonnen voor een step by step benadering. Maar de tijd dringt en bedrijven moeten mee evolueren met de maatschappij en inspanningen leveren, willen ze overleven in een internationale regulerende context. 53. De heer Cools duidt op het feit dat de beroepsvereniging heeft aangedrongen op het creëren van een incentive op het vlak van opleiding, vooral bij de lokale overheden. Het is van belang voor KMO’s dat het personeel voldoende opgeleid is. Als controleurs op het terrein optreden is het eveneens van belang dat ze bij vaststelling van bepaalde problemen communiceren over mogelijke oplossingen en contactpersonen doorgeven bij wie een operator terecht kan. Dit maakt deel uit van een stap voor stap operatie.
Page 10 of 36
54. Hij vraagt de uitwerking van een actieplan waarin een globaal overzicht wordt gegeven van de mogelijke opleidingen en waarin wordt gewerkt aan de uitwerking van een interactieve ideeënuitwisseling, met name hoe kunnen ideeën worden uitgewisseld in samenwerking met het Agentschap. 55. Het Agentschap heeft op het vlak van opleiding reeds nauw samengewerkt met de Horecasector en de Landsbond, antwoordt de Voorzitter. Het Agentschap zal ook in dit geval de nodige ondersteuning geven. 56. De heer Cools duidt op de noodzaak van een incentive. Een aantal bedrijven nemen een afwachtende houding aan omdat een dergelijke omschakeling handen vol geld kost. 57. De Voorzitter merkt in de eerste plaats op dat de sector zelf vermeld probleem moet willen beheren en duiden op de noodzaak om een AC-systeemte installeren. In de tweede plaats zal het Agentschap een termijn opleggen waarbinnen het AC-systeem moet zijn geïnstalleerd. Dit is een stap voor stap operatie. Momenteel bevinden we ons nog in de fase van de vulgarisering maar het ligt helemaal niet in de bedoeling om een slecht signaal te geven aan de KMO’s. AC moet worden ingevoerd met een duidelijke boodschap aan de operatoren dat een terugweg onmogelijk zal zijn. Het Agentschap is er zich van bewust dat het bonus-malussysteem op zich onvoldoende zal zijn om al de operatoren er toe aan te zetten om een AC-systeem op te starten. Maar men mag niet vergeten dat een ACS een wettelijke verplichting is en vanaf een bepaald moment zullen operatoren die het niet toepassen niet meer worden vergund. 58. De heer Verbust vraagt om bij een routinecontrole van het Agentschap bij een slager via een klein bericht op de toonbank de klanten van deze operator daarover te informeren. Dit om niet onnodig klanten af te schrikken.
Punt 5. Stand van zaken uitvoering controleplan 2007 59. De heer Dochy geeft een toelichting bij de stand van zaken van de uitvoering van het controleplan 2007: Periode: begin- en einddata van de opdracht; ondertussen worden reeds gedurende 1 jaar gegevens in Foodnet ingebracht, wat resulteert in precieze rapporteringen; Opdracht: een zekere voorzichtigheid is geboden bij de interpretatie van de cijfergegevens, nl. een opdracht kan een paar uren in beslag nemen maar ook een volledige werkdag; Controle – soorten van controles: er zijn verschillende soorten van controles mogelijk. Een controle omvat bvb. een inspectie, een monsterneming enz. ; Scope – checklists: per scope worden er checklists opgemaakt ( + 20 scopes/controle); Monsternemingen en monsters: er wordt gewezen op het verschil tussen monsterneming en monsters. Een monsterneming kan bestaan uit één monster maar ook uit 7 à 8 monsters afhankelijk van het lot dat moet worden bemonsterd. In het
Page 11 of 36
begin bij de encodering heeft men meermaals een monsterneming ingebracht als monster, wat niet correct was. Deze fout werd rechtgezet, Niet in Foodnet ingebrachte prestaties : certificaten, controles bij invoer, externe prestaties (vb. DMO’s, dierenartsen voor epidemiologisch toezicht). 60. Er werden tot begin september 2007 46.926 opdrachten en 90.315 controles uitgevoerd. Dit komt neer op een gemiddelde van 1,92 controle/opdracht. Achtereenvolgens worden volgende gegevens overlopen: het aantal controles per soort en per motief; de monsternemingen met vast maandelijks objectief van januari tot juni 2007; het aantal checklists per sector en per scope; de resultaten van de controles en de getroffen maatregelen per soort van controle. 61. De Voorzitter onderstreept dat Foodnet een betere evolutie van de uitvoering van de controles mogelijk maakt. Voorliggende presentatie geeft een beeld van het eerste semester van 2007. 62. Mevrouw Semaille verwijst naar slide 7 en merkt op dat er door het FAVV een bepaald vast aantal monsternemingen/sector/PCE wordt vooropgesteld. Dit brengt met zich mee dat bepaalde kwekers (bvb. kwekers van legkippen) of operatoren die enig zijn in hun soort binnen een bepaalde PCE meerdere keren worden gecontroleerd (voor alles). Zal dit aantal worden aangepast per provincie? 63. Er wordt gewerkt volgens een inspectiefrequentie die per sector wordt vastgelegd, beaamt de heer Dochy. Hij vraagt om een onderscheid te maken tussen een inspectie en een monsterneming. In principe dient een bedrijf één keer te worden bezocht bvb. om de drie jaar ( duurtijd bepaald i.f.v. het risico). Tijdens deze controle worden al de van toepassing zijnde checklists afgepunt. Per PCE wordt een controleplan opgemaakt waarbij wordt rekening gehouden met het advies van de betrokken PCE. Dat controleplan moet worden uitgevoerd. De monsternemingen worden verdeeld i.f.v. het aantal operatoren/provincie. Hij vraagt om de gevallen van afwijkende frequente controles die zich zouden voordoen, te willen meedelen. 64. Foodnet zal het mogelijk maken na te gaan welke operatoren worden geviseerd bij bepaalde controles. Bij nazicht van de modules controle, zal blijken of er weinig of bijna geen operatoren van een bepaald type van bedrijf in een bepaalde provincie zijn, voegt de heer Diricks hieraan toe. Concentraties zullen op die manier in de toekomst kunnen worden weggewerkt. 65. De heer Remy vraagt of voorliggend document reeds werd geanalyseerd en zo ja, welke heroriëntatie het FAVV op het oog heeft voor wat de 2de semester van 2007 betreft, rekeninghoudende met de resultaten van het 1ste semester. 66. De Voorzitter antwoordt dat een controleplan wordt opgemaakt op basis van vaste en gekende parameters (cf. de voorgestelde methodologie). In de loop van het jaar wordt het op bepaalde punten bijgestuurd bvb. i.f.v. RASFF en andere incidenten in
Page 12 of 36
de voedselketen. De situatie is vergelijkbaar met de vorige jaren. Foodnet is een nieuw systeem dat uiteraard ook zijn beperkingen heeft. 67. De heer Dochy verwijst opnieuw naar de dienstnota betreffende “richtsnoeren voor interpretatie van de nieuwe checklists met wegingen en opvolging van nietconformiteiten” die een heroriëntatie, een opvolging en een harmonisering van de controles op het oog hebben en richtlijnen voor hercontrole uittekent In identieke situaties zullen operatoren op gelijke voet worden behandeld en opgevolgd. 68. Voorliggende methodiek zal toelaten om conclusies te trekken uit de resultaten van de vorige jaren. Het nieuw procédé maakt het mogelijk om het controleplan van het volgende jaar ( N+1) reeds in het midden van het jaar samen te stellen. Aan de andere kant moet evenwel gerekend worden op een periode van 2 jaar om de inspectiefrequenties bij te sturen. Het systeem moet immers eerst de kans krijgen om zich te stabiliseren zodat tendensen kunnen worden vastgesteld. Deze analyse gaat veel verder dan een halfjaarlijkse bijsturing. Actie: 69. De heer Poriau vraagt om het globaal aantal checklists te kennen dat van toepassing is op de horecasector en om de controlegegevens per groep (cluster)/horecasector mee te delen. Terugkomend op de garantie van gelijke behandeling vraagt hij of de checklists en vermelde dienstnota mogen worden gepubliceerd, waarop bevestigend wordt geantwoord. 70. In de eerste drie maanden van het jaar werd voornamelijk gecontroleerd in de horecasector, ten koste van de distributiesector, en dit in het kader van het rookverbod en hygiëne, antwoordt de heer Dochy. Meer gedetailleerde gegevens kunnen worden verstrekt. Vermelde checklists kunnen steeds worden geconsulteerd op het internet van het FAVV.
Punt 6. Opvolging acties A) Stand van zaken rapporten Verkaeren 71. De DG Controlebeleid heeft via de Attaché bij de Permanente Vertegenwoordiging geprobeerd om de ontbrekende informatie in te winnen. Op dit moment is het onmogelijk om de studie van Verkaeren te vervolledigen omdat meer detail uit het buitenland nog steeds ontbreekt of slechts gedeeltelijk wordt toegestuurd. De heer Verkaeren zelf, heeft binnen de Permanente Vertegenwoordiging andere verplichtingen opgenomen, waardoor hij dit rapport enkel op basis van de nu gekende gegevens kan finaliseren. 72. Twee scenario’s dringen zich op: ofwel wordt deze studie nu beëindigd ofwel wordt ze toevertrouwd aan een universiteit. 73. Wat betreft de stand van zaken van de Europese gidsen ( zie actiepunt vorige vergadering) heeft de DG Controlebeleid navraag gedaan bij de Europese Commissie. Momenteel is er nog maar één Europese gids goedgekeurd met name deze van FEFAC (diervoeding). Er zijn evenwel verschillende nationale gidsen
Page 13 of 36
gepubliceerd en genotificeerd aan de Europese Commissie (kadert vooral in de oude hygiënerichtlijn).
B) Actualiteit Guargom 74. De heer Chevalier informeert dat guargom een additief is (E412) dat in veel levensmiddelen wordt gebruikt (fruitsap, yoghurt, desserten op basis van melk, enz.) als verdikkingsmiddel. India produceert 80% van de productie op wereldvlak. 75. Op 25 juli waarschuwde de Europese Commissie, via het RASFF, dat loten guargom, vervaardigd door de Indiase fabrikant India Glycols ltd, besmet waren met dioxine (738 pg/g) en met pentachloorfenol (PCP) (4 mg/kg). 76. De Europese Commissie heeft aan de Lidstaten gevraagd om monsters te nemen van de loten guargom afkomstig van India. 77. Het FAVV heeft volgende instructies gegeven : -
-
blokkeren en monsternemingen van alle loten guargom vervaardigd door de Indiase fabrikant India Glycols ltd; monsternemingen van minstens 1 lot van alle andere Indiase fabrikanten, in eerste instantie werden de analyses gefocust op guargom ; de afgewerkte producten werden enkel bemonsterd indien er een besmetting van de guargom was; de analyses werden beperkt tot dioxines (voor wat het stadium van de screening betreft) om de resultaten niet te vertragen.
78. Besluit : 21 monsters werden geanalyseerd en alle resultaten waren conform (lager dan de actielimiet vastgesteld door de Commissie zijnde 0,75 pg/g guargom). 79. Bovendien, naar aanleiding van de onderzoeken uitgevoerd door de betrokken Lidstaten, werd België via het RASFF verwittigd dat het lot besmette guargom in België werd gebruikt. Deze guargom werd gebruikt voor de vervaardiging van een halffabrikaat voor limonade dat sterk wordt verdund. Gezien het laag gehalte guargom in het afgewerkt product, werd de voorvermelde actielimiet niet overschreden. Dit afgewerkt product was bestemd voor de uitvoer en de plaatselijke autoriteiten werden verwittigd. Uit voorzorg werden de halffabrikaten en de limonade vernietigd op vraag van het bedrijf dat de guargom verhandelde. Blauwtong (BT) 80. Voor de stand van zaken omtrent bluetongue wordt integraal verwezen naar de presentatie die tijdens het comité werd gegeven. 81. Bij slide 17 merkt de heer Houdart op dat een EU-lidstaat kan rekenen op een cofinanciering door de EC op voorwaarde dat een vaccinatieprogramma wordt opgesteld. In voorkomend geval neemt de EC 100% van de kosten van het vaccin en de 50% van de operationele kost ten laste. Deze kosten moeten wel worden geprefinancierd door de betrokken EU-lidstaat. In België zou deze prefinanciering ten laste vallen van het “Sanitair Fonds voor schapen”. De EC stort de tussenkomst naderhand aan het Fonds.
Page 14 of 36
82. De Voorzitter merkt op dat de Boerenbond een tussenkomst heeft gevraagd van het Rampenfonds. De vraag wordt onderzocht door Mevrouw Laruelle, Minister van Middenstand en Landbouw. 83. De heer De Bruyne merkt op dat het aantal dode dieren fors is gestegen. Zal er worden tussengekomen in de kost voor het ophalen van karkassen? Deze tussenkomst werd gevraagd door de schapenhouders en de landbouworganisaties. Deze vraag werd voorgelegd aan de ministers Laruelle en Donfut. 84. De Voorzitter antwoordt dat er weinig kans bestaat dat de federale regering in die zin een beslissing zal treffen. De Gewesten kunnen onafhankelijk daarvan in een tussenkomst voorzien. 85. De heer De Bruyne duidt op het feit dat de Vlaamse overheid tussenkomt in het ophalen van krengen ( terugbetaling van 100% van de kost voor de ophaling van krengen bij kleine kwekers). 86. Mevrouw Semaille vraagt dat België zo vlug mogelijk een vaccinatieplan zou indienen met bepaling van de doelgroepen. De FWA vraagt met aandrang een positionering van België op dit vlak, ter bescherming van het veestapel. Zij hoopt dat er volgend jaar misschien preventief en doeltreffend zal kunnen worden gevaccineerd. Zij vraagt tevens waarom het FAVV is gestopt met de toepassing van de monitoring van verklikkerbedrijven in dit verband. 87. Vermeld monitoring programma werd niet verder gezet omdat BT in België momenteel te fel verspreid is ( te veel klinische gevallen). Het opsporingsysteem van klinische gevallen gaat vlugger en is doeltreffender dan de monitoring van verklikkerbedrijven. Vaccinatie is alleen mogelijk op voorwaarde dat het vaccin tijdig voorradig is. Dan stelt zich evenwel het probleem dat niet meer kan worden vastgesteld dat dieren ziek zijn. Zonder vaccinatie dient op een analoge manier gewerkt zoals dit jaar, antwoordt de heer Houdart. 88. De heer Marot stelt voor om een vergadering te beleggen met de schapensector, het Waalse Gewest en het Agentschap om samen een strategie te bepalen en om op die manier het genotype van onze Belgische schapen te kunnen behouden. Het Waalse Gewest verstrekt hulp aan exploitanten bij het oplopen van economische schade en meer in het bijzonder voor het behoud van het beslag. Hij vraagt aandacht voor de hobbyisten in deze context. Zij zijn minder gekend en gecontroleerd maar kunnen evt. ook aan de oorzaak liggen van nieuwe uitbraken. 89. Wat de controle van de amateur betreft t.o.v. van de professionele kweker, dient opgemerkt dat het Agentschap moet worden ingelicht door de bedrijfsdierenarts. Wie niet correct reageert wordt uitgesloten van vergoedingen, antwoordt de Voorzitter. Hij is voorstander om de Gewesten bij de discussies met de landbouworganisaties te betrekken wanneer het dossier “vaccinatie” daarvoor klaar zal zijn. 90. In slide 6 is er sprake van meer dan 20.000 dode schapen. Zijn er exactere cijfers beschikbaar, vraagt Mevr. Degreef. Zij betreurt dat de doorvoering van vaccinatie in voorliggend document nog steeds op vrijblijvende basis zal gebeuren. Tot slot informeert zij of het correct is dat dieren zullen worden ingevoerd vanuit SaoedieArabië, Senegal en Mali om voldoende dieren beschikbaar te hebben voor het Offerfeest.
Page 15 of 36
91. De Voorzitter verwijst naar het perscommuniqué van het FAVV van 10/09/07 waarin gereageerd wordt op de berichtgeving dat er onvoldoende schapen voor het Islamitisch Offerfeest beschikbaar zouden zijn. Belgische veebedrijven staan slechts in voor 20% van de voorziening in lams- en schapenvlees. België is dus een grote importeur van lams- en schapenvlees, dat hoofdzakelijk wordt aangekocht in Nederland, Nieuw-Zeeland, Engeland, en Ierland. Omwille van de grote sterfte van Belgische schapen zullen dit jaar waarschijnlijk meer levende schapen worden gebruikt voor het offerfeest, die uit Nederland en Engeland worden geïmporteerd. 92. Hij benadrukt dat geen enkel land van de Europese Unie levende herkauwers mag invoeren uit Afrika omwille van dierengezondheidsredenen (Mond- en klauwzeer, .). Dus import uit de vermelde landen is geen optie. 93. Voor wat het aantal dode schapen betreft antwoordt de heer Houdart dat deze cijfers zich ondertussen situeren tegen de 25.000 dode dieren. De cijfers worden wekelijks aan het Agentschap verstrekt door Rendac.
MKZ 94. De heer Houdart geeft een stand van zaken MKZ in het Verenigd Koninkrijk en de acties die België onderneemt in dit verband (zie PP-presentatie). De situatie blijft vrij precair en kan snel exploderen. 95. In België werden, vanaf het ogenblik dat het Verenigd Koninkrijk het geval meedeelde, volgende acties ondernomen: opsporen van dieren die zijn ingevoerd in de risicoperiode; blokkeren van dieren; klinische opvolging door bedrijfsdierenarts gedurende 14 dagen met bijkomend serologisch onderzoek voor schapen snelle opsporing dankzij een goede samenwerking met de sector. 96. Alle stalen die onderzocht worden op verdenkingen BT worden ook onderzocht op MKZ uit veiligheidsmaatregel. 97. Aangezien we in België alle dieren snel hebben kunnen opsporen bestaat er geen noodzaak voor bijkomende nationale maatregelen. 98. De Voorzitter uit zijn bezorgdheid over het volgende: het Verenigd Koninkrijk verklaarde dat het de situatie onder controle heeft; is dat wel zo of is dit een te optimistische inschatting ? vandaar de invoering van vermelde voorzichtigheidsmaatregel ( test op BT & MKZ).
Dioxinebesmetting Stabroek 99. De heer Dochy geeft een uiteenzetting over “ Dioxines en Dioxine Like PCB’s in Stabroek” ( voor de integrale uiteenzetting zie PP-presentatie). 100. Wat betreft de interpretatie van de analyseresultaten duidt hij op het feit dat:
Page 16 of 36
a) De profielen van de dioxines en dioxine like PCB’s in monsters van kuilgras,gras,melk,vlees (FAVV) en atmosferische deposities in mei – juni 2006 (VMM) in Stabroek gelijkaardig zijn ; b) De besmetting niet wordt veroorzaakt door aangekochte grondstoffen; wèl door een externe bron van dioxines en dioxin like PCB’s; c) Advies werd gevraagd aan een wetenschapper, lid van het Wetenschappelijk Comité. 101. Ondertussen zijn de dieren van één bedrijf nog steeds geblokkeerd. Er wordt onderzicht of deze kunnen worden vrijgegeven. 102. M.b.t. de toekenning van een economische tegemoetkoming aan de getroffen landbouwers richt de Voorzitter richt zich tot de Gewesten. Het nemen van economische maatregelen behoort immers niet tot de opdracht van het FAVV, maar de melk bvb. wordt vernietigd waarbij het Fonds voor de gezondheid van de dieren dit ten laste neemt. Er zullen zich zeker in de toekomst nog andere gelijkaardige gevallen voordoen (onlangs was er nog het geval in Hennuyère). Het Agentschap heeft het incident goed beheerd. In dergelijke situaties dient benadrukt dat de landbouwer finaal altijd de pineut is. Een gewestelijk Fonds voor het Leefmilieu zou hierbij een oplossing zijn om het economisch verlies te dekken.
Punt 7. Financiering 2007 A) Stand van zaken Heffingen 103. Mevrouw Deworme geeft een toelichting bij de stand van zaken van de heffingen op 24/09/2007 (Zie PP-presentatie voor de integrale uiteenzetting). 104. Het versturen van de FAVV-aangifte aan de primaire sector heeft enige vertraging opgelopen. Op vraag van het Agrofront werd het versturen vertraagd met 50 dagen (voorzien tegen eind oktober). Om geen tijd te verliezen bij de uitvoering van de voorziene mailingen zijn ondertussen de FAVV-aangiftes aan de toeleverings- en vervoersector toegestuurd. 105. Bij het overlopen van de stand van zaken “verstuurde aangiftes per sector” duidt zij op het feit dat in 2007 de overeenstemming ervan zal worden nagegaan met betrekking tot de operatoren die in 2006 werden gefactureerd. 106. Het percentage aan ongeldige papieren aangiftes (zijnde niet-conforme of incoherente aangiftes) is nog steeds erg hoog. Gezien het om papieren aangiftes gaat kunnen bepaalde incoherente gegevens worden ingevuld wat niet mogelijk is bij aangiftes on web. De groep van “stilzwijgenden” is verminderd t.a.v. het vorige overzicht, maar is nog steeds zeer hoog. 107. De gefactureerde bedragen zijn berekend op basis van de “campagne 2007”. Uit voorliggende resultaten blijkt dat het FAVV nooit het volledige geraamde budget zal binnenhalen. Een voorzichtige prognose zou toelaten te veronderstellen dat misschien 2/3 ervan kan worden bereikt.
Page 17 of 36
108. Voor de horecasector zijn verschillende mailings verstuurd: een eerste mailing 10/05/07, versturen van een herinnering, nieuwe operatoren gevonden in BOOD, nieuwe operatoren voortvloeiend uit de BTW-listing. Een honderdtal stilzwijgende operatoren zullen worden opgebeld met de vraag waarom ze de FAVV-aangifte niet terugstuurden, informeert mevrouw Berthot. Zij benadrukt dat BTW-listing evenmin up to date is, gezien gefailleerde operatoren er ook nog in zijn opgenomen.
Retributies 109. De heer Van Vooren, verantwoordelijke voor de cel retributies, geeft een stand van zaken van de retributies per artikel (zie PP-presentatie voor de integrale uiteenzetting). In de tabel Retributies “Budget 2007” wordt een overzicht gegeven op 31/08/07 van de gefactureerde bedragen evenals van een extrapolatie voor het jaar 2007 per artikel. 110. Bij artikel 411.221/certificering werd voor een bedrag van + 6 mio € gefactureerd. Na behandeling van de ingediende bezwaarschriften zal dit bedrag wellicht verminderen. 111. Bij artikel 411.222/keuring wordt opgemerkt dat 10% van de geslachte varkens nog niet zijn opgenomen in deze cijfers omdat de slachtaangiftes door de slachthuizen laattijdig worden toegestuurd aan dienst Beheer & Budget. 112. De facturatie op het vlak van audits ligt bijzonder laag omdat er tot op heden nog maar weinig aanvragen voor audits zijn ingediend door de operatoren. 113. Bij artikel 411.224/ NC wordt opgemerkt dat het Agentschap een inhaalbeweging maakt, wat zal leiden tot een belangrijke verhoging van de gefactureerde bedragen. 114. Bij artikel 411.226/andere controle aan tarief 1/2u : dit budget 2007 werd ingediend in mei 2006. Het budget van 4,5 mio € omvat 2 mio € aan inkomsten geïnd door de douane; voor de rest heeft het budget betrekking op inspecties uitgevoerd in slachthuizen en uitsnijderijen enz. 115. De Voorzitter refereert naar het voorstel van KB tot wijziging van het KB van 22.12.2005 tot vastleggen van de frequenties van inspecties waarvoor de aanwezigheid van een agent van het FAVV in inrichtingen van de vlees- en vissector in het raam van het controleprogramma van het Agentschap vereist is. Deze reglementering zal wellicht een impact hebben op deze cijfergegevens in de toekomst, gezien de inspectiefrequentie zal afnemen. Hij onderstreept dat onbetaalde facturen uit het verleden een groot probleem blijven vormen.
B) Resultaten technische bilaterale 116. Mevrouw Looze geeft toelichting bij de begroting 2008 ingevolge de technische bilaterale van 6 juli 2007. 117. De tabel van slide 2 geeft een overzicht van de voorstellen voor 2008 (inkomsten/uitgaven) met aanpassing aan de indexcoëfficiënt voor retributies van 3,256% en een simulatie heffingen met malus 0 zonder dotatieverhoging. In deze hypothese kan worden vastgesteld dat het deficit voor 2008 ongeveer 27 mio € zou bedragen. Daarnaast worden ook simulaties gemaakt bij toepassing van een malus
Page 18 of 36
van 2 (toestand bij ongewijzigd beleid), 1,5 en 1,4 telkens met voorstel tot verhoging van dotatie. 118. Er wordt aandacht besteed aan de door de FOD Budget gereserveerde uitgaven voor 2008 (= geweigerd behalve mits gunstige beslissing op beleidsvlak) de aanvaardbare voor het FAVV onder voorwaarden: •
2,11 mio€ voor de uitgaven BT;
•
2 mio € voor de neutralisering uitgaven geschillen (proces is voor het FAVV een erfenis uit het verleden);
•
1 mio € voor de terugbetaling thesaurievoorschot BSE (het FAVV heeft in het verleden 12 mio € als voorschot uit de schatkist bekomen om de BSE-testen te prefinancieren en moet 1mio € per jaar terugbetalen);
niet aanvaardbare voor het FAVV •
0,147 mio€ dat het Agentschap wil reserveren voor de betaling abonnementen MIVB na verhuizing hoofdbestuur Brussel;
•
0,722 mio € maaltijdcheques voor het sedentair personeel om de kloof tussen de vergoedingen van de inspecteurs controleurs te verkleinen;
•
0,68 mio € bijkomende uitgaven voor de analyses voor rekening van het BIRB.
119. De becijfering van slide 4 geeft aan welk budget nodig is voor een begroting 2008 in evenwicht (afhankelijk van de toegepaste malus) t.o.v. 2007. 120. Wat betreft de begroting voor 2008 komt het standpunt van de FOD Begroting neer op toepassing voorstellen bij ongewijzigd beleid t.o.v. 2007 met toepassing van een malus van 2 voor de heffingen van 2008. 121. Het Agentschap heeft als standpunt verdedigd dat de toepassing van malus 2 voorbarig is en met één jaar moet worden uitgesteld. Dit houdt in dat er een aanzienlijke verhoging van de dotatie nodig is. Discussie: 122. Mevrouw Semaille vindt dat er dringend werk moet worden gemaakt van een herziening van de financiering. De initiële verdeling per sector moet worden herzien. Deze herziening heeft niks te maken met begroting in se, maar met een herverdeling van de heffingen tussen de sectoren op het vlak van de financiering. Er wordt geen rekening gehouden met het proportioneel karakter van de bijdragen. Momenteel draagt de primaire sector te veel bij in verhouding met de voorheen geschatte 26 %. 123. De FWA heeft meegewerkt aan de totstandkoming van de huidige reglementering op de financiering samen met de vorige gedelegeerd bestuurder in werkgroepen en bilaterales met het Agentschap. In de volgende maanden kan worden overwogen om een herziening van de financiering te bekijken op voorwaarde dat het FAVV de dotatieverhoging krijgt die ze nodig heeft. De terugbetaling van de BSE-kost (bijna 50
Page 19 of 36
% van de heffingen) kan niet worden geschrapt, gezien het om een Europese verplichting gaat. De financiering zal worden herbekeken i.f.v. het globaal aantal operatoren, rekeninghoudende met de nieuwe operatoren ( controlepunten) die ondertussen zijn gerecupereerd. Een herziening van de financiering zal maar mogelijk zijn op voorwaarde dat ook de andere sectoren hiertoe bereid zijn; onderstreept de Voorzitter. 124. Mevrouw De Craene haalt aan dat er de grootste verwarring en zenuwachtigheid heerst bij de telers, aangesloten bij onze leden-veilingen, over autocontrole, sectorgids en certificatie. Waar de telers alsnog proberen een certificaat te behalen voor de gids voor het jaareinde, worden zij geconfronteerd met certificeringsinstellingen die zelfs met maximale bezetting er niet meer in slagen tijdig de audits uit te voeren. Van het FAVV wordt verwacht dat spoedig de nog steeds heersende onduidelijkheid betreffende overgangsmaatregelen en bonus malus op het terrein wordt weggenomen. Het is wenselijk dat het FAVV een eenduidige communicatie richt tot de betrokkenen. 125. De heer Ardies haalt het volgende aan: een bonus-malussysteem is bedoeld een incentive te zijn voor bedrijven die een AC-systeem hebben en mag geen middel zijn om de begroting van het FAVV te regelen; indien de malus wordt toegepast puur en alleen om budgettaire redenen zullen de meerderheid van de sectoren met een malus worden geconfronteerd; vandaar dat Fedis en Unizo ook uitstel vragen van de toepassing van een “malus” op de bedrijven die op 1 januari 2008 niet over een gevalideerd autocontrolesysteem beschikken ( zie template integrale versie van hun standpunt). 126. De Voorzitter antwoordt dat verschillende sectoren uitstel van toepassing van een malus hebben gevraagd. Het FAVV is niet gekant tegen een dergelijk voorstel, maar het FAVV-budget moet in evenwicht zijn en de huidige reglementering voorziet deze malus vanaf 2008. Dergelijke beslissing ( uitstel toepassing malus) heeft zware gevolgen voor het budget en is maar mogelijk voor zover het FAVV de gevraagde dotatieverhoging kan binnenhalen. In voorkomend geval dient de basiswetgeving aangepast. Een dergelijke operatie ressorteert niet onder “afhandeling van lopende zaken”. Bijkomend dient vermeld dat het KB van 10 november 2005 betreffende de heffingen die aan het Agentschap betaald moeten worden, bij wet werd bevestigd. De Voorzitter heeft voorgesteld om aan Minister Donfut een wijzigingsbesluit onder dekking van de Commissie Volksgezondheid van de Kamer voor te leggen. Maar de procedure werd niet opportuun geacht. De regering moet een beslissing treffen op dit vlak. De tijd dringt wel. Indien zou worden ingestemd met de voorstellen van het FAVV, dient een wijziging van de financieringswet doorgevoerd en ingepast in de programmawet van eind van het jaar. Dit is maar mogelijk indien de nieuwe regering geïnstalleerd is.
Page 20 of 36
127. Het Agentschap heeft haar rol gespeeld op dit vlak. Bij de politieke partijen bestaat de wens om het Agentschap een verhoging van dotatie toe te kennen en voorlopig kunnen we niet meer verwachten. 128. De heer Claeys, adviseur bij het kabinet van Minister Donfut, beaamt dat de mogelijkheden van het huidige kabinet in een periode van lopende zaken gelimiteerd zijn. Verhoging van een dotatie is een beslissing die op het niveau van de nieuwe regering dient getroffen. 129. Ho.Re.Ca. Vlaanderen heeft verduidelijking gevraagd bij de bonus malus en een vraag tot volledig uitstel van de malus tot einde 2008 ( zie ook agendapunt 8 op vraag van Ho.Re.Ca. Vlaanderen). De heer De Haes benadrukt dat slechts weinig bedrijven beschikken over een gevalideerd ACS. Hij pleit voor uitstel van de toepassing van de malus. Uitstel betekent evenwel geen afstel. De reglementering voorziet dat een horeca operator om de 3 jaar moet worden geauditeerd. Is het niet mogelijk om een verlenging van deze termijn in overweging te nemen voor de horeca operatoren die deze auditkost reeds ten laste hebben genomen in 2007, zodat ze langer van de bonus zouden kunnen genieten. De malus zou moeten worden afgeschaft. Ondanks alle inspanningen om zo spoedig mogelijk tot een resultaat te komen, zullen het merendeel van horeca operatoren, in 2008 financieel bestraft worden. Het gaat toch niet op dat de beste leerlingen van een klas worden bestraft. 130. Hij duidt op het feit dat de OCI’s onmogelijk de ganse sector ( 11.000 controlepunten) tijdig kunnen auditeren. De ontwikkeling van voldoende capaciteit die de certificeringsinstellingen moet toelaten om tegemoet te komen aan de gevraagde audits, vraagt tijd en is momenteel niet voorhanden. 131. De Voorzitter antwoordt dat de auditfrequentie wordt bepaald i.f.v. de risicoanalyse. De invoering van ACS gebeurt in uitvoering van Belgische en Europese regelgeving en is verplicht. Op termijn loopt de toelating van de inrichting gevaar als deze niet over een ACS beschikt. Door definitieve afschaffing van de malus zou de incentive met het oog op de certificering verdwijnen en dit zou eveneens het principe van de Smiley in gevaar brengen.
C) Financieel Opvolgingscomité begroting 132. Mevr. Looze informeert het RC over de resultaten van de vergadering van 18 september 2007. 133. Voor wat het budgetresultaat 2006 betreft : •Uitgaven : –Raming –Realisaties
162,776 mio € 147,298 mio €
•Ontvangsten : –Raming –Realisaties
159,244 mio € 142,267 mio €
•Resultaat :
- 5,031 mio
Page 21 of 36
134. Ondanks de besparingen in de orde van 15 mio € die werden doorgevoerd, is er een deficit van + 5 mio €, merkt de Voorzitter op. 135. De inkomsten uit heffingen zijn opgemaakt op basis van adressenbestanden uit 2005, die niet correct blijken te zijn. Wat men initieel verhoopte binnen te halen ( + 36 mio €) zal niet integraal worden gerealiseerd, zelfs als iedereen zou betaald hebben. 136. Er werd nooit gesteld dat het principe van 50/50 ( 50 overheid/ 50 operatoren) van toepassing zou zijn. Heffingen dienen om het controleprogramma te financieren. Hij herhaalt dat een verhoging van de dotatie wordt gevraagd en uitstel van toepassing malus in 2008. Het risico blijft evenwel bestaan dat de gevraagde dotatieverhoging wordt geweigerd. In voorkomend geval moet dus de regelgeving worden toegepast. 137. Tot slot dankt hij de vertegenwoordigers die deelnamen aan de besprekingen binnen het Opvolgingscomité.
Punt 8. Fed. Ho.Re.Ca. Vlaanderen: verduidelijking bij de bonus malus en vraag tot volledig uitstel ervan 138. Volgende vragen en standpunten werden schriftelijk ingediend. FEDIS en UNIZO 139. Fedis en Unizo vragen ook het uitstel van de toepassing van een “malus” op de bedrijven die op 1 januari 2008 niet over een gevalideerd autocontrolesysteem beschikken. 140. Ondanks de inspanningen die gedaan werden om zo spoedig mogelijk tot een resultaat te komen, zouden bijna alle operatoren van de kleinhandel in voeding, in 2008 financieel bestraft worden. 141. Als de sectorgids autocontrole eind oktober 2007 goedgekeurd is, zoals het verloop van de procedure laat vermoeden, blijven er voor de exploitanten van de sector slechts twee maanden om hun eigen gids te laten valideren. Er zullen nog meerdere maanden nodig voordat een voldoend aantal bedrijven een gevalideerd systeem zal hebben; de sector telt een zeer groot aantal controlepunten (meer dan 11.000 enkel voor de drie organisaties die aan de sectorale gids ten grondslag liggen). 142. Ook de ontwikkeling van een capaciteit die de certificatieinstellingen zal toelaten om tegemoet te komen aan de gevraagde controle, vraagt tijd. 143. Fedis en Unizo vragen dat de toepassing van een malus, zoals voorzien in het KB van 10 november 2005 betreffende de heffingen die aan het Agentschap betaald moeten worden, op de operatoren die op 1 januari 2008 niet over een gevalideerd ACS beschikken, tot het einde van het jaar 2008 wordt uitgesteld. Landsbond der Beenhouwers Heffing 2008 144. De Landsbond vraagt de voorziene verhoging voor nog niet geauditeerde slagerijen niet toe te passen in 2008.
Page 22 of 36
145. Rekeninghoudend dat op dit ogenblik: a) de audits in de slagerij nog moeten worden geëvalueerd en aangepast door het FAVV; b) er slechts 2 OCI’s operationeel zijn voor 3.500 slagerijen, vraagt de Landsbond der Beenhouwers dat de heffing 2008 op basis van 2007 wordt aangerekend. 146. Templates werden ingediend door FEDIS en UNIZO en van de Landsbond ( zie vragen hierboven). 147. Deze vragen werden behandeld en besproken onder punt 7 ( zie hierboven).
Punt 9. Opvolging toepassing huishoudelijk reglement RC / prestatie-indicatoren 148. De bespreking van dit punt wordt verdaagd naar de vergadering van 24/10/2007.
Punt 10. Ontwerp van controleprogramma 2008 149. De heer Diricks informeert dat de grote lijnen van het controleprogramma 2008, met een overzicht van de wijzigingen t.a.v. 2007 zijn opgenomen in voorliggend controleprogramma. Een geïntegreerde benadering “Voedselketen” werd voorbereid en zal worden toegelicht door: de heer Van Ormelingen, directeur bij de Directie Plantenbescherming & Veiligheid van de plantaardige Producten en sectie Dierenvoeders & dierlijke bijproducten, voor wat het analyseprogramma op fytosanitair vlak, voor pesticiden, meststoffen, diervoerders en plantenziekten betreft; de heer Ph. Mortier directeur bij de Directie Dierengezondheid en Veiligheid van de Dierlijke Producten, voor wat het analyseprogamma voor dieren & dierlijke producten, dierziektes, residuen & kwaliteitscontroles van melk en -producten en eieren betreft; de heer Pascal Houbaert, directeur bij de Directie Algemene Coördinatie, Transformatie en Distributie, voor wat analyseprogramma transformatie en distributie van voedingsmiddelen betreft. 150. Gezien het late uur stelt de Voorzitter voor om enkel de heer Van Ormelingen aan het woord te laten. De andere onderdelen van het voorstel van controleprogramma 2008 zullen op de volgende vergadering worden toegelicht. 151. Vragen kunnen op de volgende vergadering worden gesteld en een ontwerp hiervan wordt best tijdig toegestuurd om de betrokken diensten de mogelijkheid te geven deze voor te bereiden.
Page 23 of 36
152. Zoals verleden jaar zal de volledige file ter beschikking worden gesteld van de leden van het RC. Op deze manier kunnen precieze vragen worden gesteld aan de DG Controlebeleid. Actie: 153. Het secretariaat doet het nodige.
Punt 11. Stand van zaken Interne audit 154. De bespreking van dit punt wordt verdaagd naar de vergadering van 24/10/2007.
Punt 12. Varia De Voorzitter dringt aan op het tijdig toesturen van variapunten, d.w.z. ten laatste drie dagen voor de vergadering om de diensten de tijd te geven ze voor te bereiden. A) Stand van zaken internationale dossiers 155. De heer Cornelis, Adviseur-generaal Internationale zaken, spitst zijn tussenkomst
toe op stand van zaken “export China”. Er zijn momenteel 3 grote dossiers in the running: •
uitvoer van peren naar China: vooruitgang geboekt in dit dossier, goede evaluatie na inspectie – wachten op schriftelijk verslag;
•
uitvoer van genetisch materiaal( levende varkens enz….): evaluatie dossier is lopende wellicht gunstige afloop – inspectiebezoek is mogelijk;
•
uitvoer van varkensvlees- en –producten: sinds dioxine-incident van 2006 werd er een embargo opgelegd voor België, Nederland en Duitsland. De Belgische delegatie heeft gepleit voor de opheffing van het embargo. Sinds 23 juli 2007 is het embargo opgeheven.
156. Voor wat de export van varkensvlees- en –producten betreft heeft de Chinese
autoriteit een vragenlijst toegevoegd. Het FAVV heeft een vertaling aangevraagd bij de Belgische Ambassade in Beijing. Aan de VLAM-BMO (Belgian Meat Office), aan Febev en Fenavian werd gevraagd ons mee te delen welke bedrijven bereid zijn om te exporteren. 157. De heer Cools vraagt of de problemen die zich stelden op het fytosanitaire vlak met
Rusland zullen kunnen worden opgelost gezien er een ministerwissel heeft plaatsgevonden. Rusland heeft een eigen wetgeving op het vlak van residuen van pesticiden. Zal er een Engelse vertaling beschikbaar zijn? 158. De heer Cornelis antwoordt dat politieke veranderingen op regeringsvlak geen impact hebben op het fytosanitair en veterinair akkoord. De onderhandelingen met betrekking tot de residuen van pesticiden worden door de Europese Commissie gevoerd.
Page 24 of 36
B) Smiley / stand van zaken (TA) 159. Vraag van Test Aankoop naar stand van zaken Smiley -
is de lanceringsdatum reeds vastgelegd ? wordt de Horeca betrokken bij deze lancering? Stand van zaken i.v.m. de certificering van horeca-zaken.
160. Antwoord FAVV: De heer Houbaert antwoordt dat januari 2008 als streefdatum naar voren werd geschoven. Er is nog geen exacte datum vastgelegd en dit zal wellicht ook moeten gebeuren in overleg met de volgende minister van volksgezondheid. De lancering zal ook worden vastgesteld in functie van de kritische massa gecertificeerde bedrijven. 161. Tijdens deze maand september verschijnt (kosteloos) in een reeks horecavaktijdschriften (waaronder deze van de federaties) een advertentie die de operatoren sensibiliseert i.v.m. de autocontrole, de certificering en de Smiley. Deze campagne wordt verder in dezelfde magazines opgebouwd de komende maanden. Hierop aansluitend zal het Voedselagentschap zijn medewerking verlenen aan initiatieven van de consumentenorganisaties die tot doel hebben het concept aan het brede publiek voor te stellen. Hiervoor wordt op korte termijn een vergadering gehouden met TA, OIVO en eventueel andere geïnteresseerde consumentenorganisaties). 162. 4 OCI’s (AVI , DGS, Integra en Quality Partner ) zijn op dit ogenblik geaccrediteerd. Eén OCI (Quality Partner) is ondertussen erkend bij het FAVV. Slechts een beperkt aantal (pre-)audits zijn momenteel uitgevoerd en meestal met ongunstig resultaat (tot nu toe slechts één certificaat). Problemen gaan vooral over documentatie (die niet bestaat of niet voldoende is), HACCP (onbestaand, onbekend of/en onvoldoende) en registratie. 163. De Voorzitter vraagt heer Houbaert dit dossier van zeer nabij op te volgen opdat de vooropgestelde timing zou worden gerespecteerd. Er moet een nauw contact met de OCI’s worden onderhouden. De Smiley moet begin van volgend jaar worden ingevoerd in de horecasector. 164. Ho.Re.Ca Vlaanderen en Ho.Re.Ca Wallonnie werden gevraagd wat zij hebben ondernomen in het kader van vermelde lancering. 165. Horeca Vlaanderen reageerde op deze vraag met een template( integrale versie volgt hierna). In grote lijnen deelt de heer De Haes mee dat Fed. Ho.Re.Ca. Vlaanderen vzw niet echt actief betrokken is geweest bij de lancering. Voorlopig heeft Fed. Ho.Re.Ca. Vlaanderen vzw: -
publiciteitruimte voorzien in het vakblad aanbrengen van testcases voor de OCI die zich willen laten accrediteren voorzien van vorming
166. De vorming zit op 3 niveaus: -
vorming in het kader van de verplichte opleiding voor alle personen betrokken in de voedselketen (uitbaters en werknemers) via e-learning pakket dat eerstdaags kan starten;
Page 25 of 36
-
voor operatoren met versoepeling; voor operatoren die eigen autocontrolesysteem moeten hebben.
167. Een datum voor daadwerkelijke lancering is volgens hem niet gekend. Een lancering op 1/1/08 is voor Fed. Ho.Re.Ca. Vlaanderen vzw ook wat overhaast, gezien de OCI’s niet echt klaar zijn en gezien er dus nog geen kritische massa van gevalideerde operatoren is. 168. Communicatie naar het grote publiek is daarom niet zinvol, omdat er geen Smileys kunnen worden afgeleverd. 169. De heer Poriau verwees naar het antwoord van “Ho.Re.Ca. Wallonie”( overgemaakt bij template waarvan hierna de integrale versie volgt). Hij duidt op het feit dat behalve de planning die werd meegedeeld, er niet zoveel is gebeurd : A) Buiten de planning meegedeeld door het Agentschap tijdens de officiële voorstelling van het Smiley-concept door de heer Rudy DEMOTTE, Minister van Volksgezondheid, werd er nog geen echte lanceringsdatum voorzien; B) Op dit ogenblik is de FED Ho.Re.Ca Wallonie niet actief bezig met het lanceren van de «Smiley». Zo nodig zal de Federatie alle nuttige mededelingen in haar vakblad en op haar website publiceren ; Gezien de huidige situatie acht de FED Ho.Re.Ca Wallonie het opportuun om de lancering van de «Smiley» uit te stellen om de vooropgestelde doelstellingen niet in gevaar te brengen. In samenwerking met het «Centre wallon de Formation et de Perfectionnement du secteur Horeca», voert de FED Ho.Re.Ca Wallonie een actief beleid inzake opleiding. De vorming, «Passeport pour l’autocontrôle» omvat: - opeenvolgende modules bestemd voor de werknemers in de horecasector - volledige cyclus : interne opleiding in het bedrijf - volledige cyclus : groepering van werknemers van verschillende bedrijven. Voor deze twee laatste categorieën, worden de opleidingen lokaal gegeven, volgens de agenda van het bedrijf zelf en op aanvraag worden deze aangevuld met een praktische module waarin het bezoek van een OCI wordt voorbereid. Elke werknemer ontvangt eveneens een certificaat op naam, afgeleverd door het «Centre wallon de Formation”. Ter informatie, tot op heden komen een 40-tal bedrijven die een opleiding kregen in aanmerking om de validering van hun ACS aan te vragen. C) De procedure voor validering van het ACS is enkel mogelijk door OCI’s. Het schijnt dat momenteel enkel Quality Partner geaccrediteerd en erkend is (Publicatie Belgisch Staatsblad van 10.09.2007) In het kader van de accreditatie van Quality Partner heeft FED Ho.Re.Ca Wallonie aan hen inlichtingen verstrekt over verschillende opgeleide bedrijven die als «test cases» hebben gediend in dit verband.
Page 26 of 36
170. De heer Poriau duidt tevens op het feit dat door affichering van de Smiley de andere belangrijke items niet op het achterplan geraken zoals ACS enz. Voor de consument is het ook van belang te weten dat een operator is opgenomen in Bood en derhalve een toelating van het FAVV bekomen heeft. 171. Opleiding is erg belangrijk. Communicatie over de Smiley zal eerst worden verstuurd via professionele tijdschriften zodat de operatoren tijdig geïnformeerd worden. De consumenten volgen nadien in een tweede fase, benadrukt de Voorzitter. M.b.t de hiernavolgende variapunten haalt de Voorzitter aan dat ze niet meer kunnen besproken worden gezien de vergadering ver op de planning is uitgelopen. Deze punten zullen worden opgenomen in het verslag. C) BSE testen 172. Vraag FEBEV: 173. FEBEV vraagt om het hele BSE testing gebeuren opnieuw te bekijken. 174. FEBEV vraagt om deze hele procedure te herbekijken, en hiervoor een kleine werkgroep op te richten, met enkel de betrokken sectoren. De aangestelde labo’s werken te verschillend, en geven een totaal verschillende service. Een grondige kwaliteit/prijsdiscussie kan hiermee gecombineerd worden. 175. Enkele punten: a) b) c) d) e) f) g) h) i)
evaluatie ophaalsysteem service aantal valse positieve per labo => kwaliteit labo?? rapportering => termijn verplichting van de slachthuizen om met 3 labo’s te blijven werken? Kwaliteit ophaling Constructievere samenwerking tussen labo’s en slachthuizen. Timing …
176. Antwoord FAVV: De Voorzitter verleent zijn akkoord voor de oprichting van een werkgroep “ BSE-testing”, die spoedig zal bijeenkomen. Hij vraagt aan G. De Poorter, DG Laboratoria, om hiervoor het initiatief te nemen. 177. Het Bestuur Laboratoria zal het nodige doen en zal met FEBEV en de vertegenwoordigers van de TSE-labs rond de tafel zitten om een stand van zaken te maken en bij te sturen waar mogelijk (dit is ook in het verleden al gebeurd). De procedure moet zeker niet gewijzigd worden voor grote lijnen want het Belgische systeem werkt zeer goed: de laboratoria hebben 30 uren de tijd om de analyseresultaten te rapporteren en de benchmarking toont aan dat zij rond de 21 uur zitten. Wat de prijzen betreft: er is over de jaren heen een serieuze prijsdaling geweest (van ca. 99 € naar 25,95 €). 178. Er gebeurt een systematische kwaliteitsopvolging naast de Belac-accreditatie door het FAVV om fouten zoveel mogelijk uit te sluiten. Er is een sanctiereglement bij inbreuken en detailgegevens kunnen meegedeeld worden op het RC.
Page 27 of 36
179. Het volledige financiële systeem is door de EC geauditeerd geweest een paar maanden geleden en zeer goed bevonden. De resultaten van de laatste ringtest georganiseerd door het CODA, zijn voor ieder TSE lab zeer goed. 180. Vraag Boerenbond: Boerenbond wenst een overzicht van de stand van zaken inzake het toekomstig EU-beleid TSE, meer bepaald BSE. Welke zijn de verschillende scenario’s die men wenst te hanteren in dit beleid, vanuit het standpunt EU, vanuit België ? Wat is de financiële impact van deze scenario’s op de begroting van het FAVV? Welk is de timing voor het realiseren van de meest voor de hand liggende scenario’s? 181. Antwoord FAVV: 182. De Voorzitter antwoordt dat de Commissie binnenkort haar voorstellen ter bespreking zal voorleggen en vraagt de heer Mijten contact op te nemen met de heer Diricks in dit verband. De DG Controlebeleid zal een schriftelijk antwoord bezorgen aan de Boerenbond. D)Duurtijd en redelijkheid van de audit in de slagerij 183. Vraag Landsbond der beenhouwers: 184. Op basis van de 16 proefaudits vraagt de Landsbond der beenhouwers een aanpassing van de duurtijd en trekt de redelijkheid van sommige eisen van de auditeurs in twijfel. Alle audits werden ongunstig beoordeeld. Dit systeem is niet werkbaar en onredelijk. Hygiëne en Volksgezondheid moet primeren. Door de kleinschaligheid van de zaak wordt elk minpunt uitvergroot. A/ De inlichtingenfiche voorafgaand aan de audit moet vereenvoudigd worden. B/ Het is onrechtvaardig dat deze duurtijd (3 uur) algemeen wordt toegepast. Bij slagers die zich goed voorbereiden kan een audit ter plaatse uitgevoerd worden binnen een tijdspanne van 2 uur. Een aangepaste maatregel moet motiverend werken en een duidelijk signaal geven dat zij die zich inspannen moeten worden beloond.
185. Antwoord FAVV: 186. De verschillende bemerkingen werden reeds besproken en behandeld op het trimestrieel overleg met de slagers van 19-09-07. Reactie op de inleiding
Inlichtingsfiche
Vermoedelijk kennen de slagers nog onvoldoende het verschil tussen de verschillende types van tekortkomingen : NC A = zware tekortkoming, NC B = lichte tekortkoming, +* is slechts een opmerking. Het feit dat “niet voldoen” is aan verschillende criteria, is niet noodzakelijk erg. In verband met de 4 audits die uitgevoerd zijn door het FAVV werden in alle 4 de gevallen slechts 2 zware tekortkomingen (=NC A2's) vastgesteld wat zeer goed meevalt voor een bedrijf dat vooraf nog geen audit ondergaan had. De zware NC’s hebben allen te maken met dezelfde punten. Het lijkt dus eerder een punctueel probleem dat moet bekeken worden, i.p.v. een globaal probleem dat hier gesuggereerd wordt! De gids van de sector kan op dit punt herbekeken worden indien gerechtvaardigd. Het is niet noodzakelijk om te werken met een dergelijke inlichtingsfiche (voorbereidingslijst). Het FAVV heeft vnl de intentie om dergelijke voorbereidingslijst te hanteren in de transformatiesector (industriële bedrijven). Ook de CI’s zijn niet verplicht om deze lijst te hanteren. Indien zij dit nodig achten,
Page 28 of 36
Duurtijd audit
kunnen zij een eigen lijst opstellen om hun audits vlotter te laten verlopen. De landsbond van de beenhouwers kan hieromtrent steeds suggesties maken aan de betrokken CI’s. Indien het FAVV in de toekomst de noodzaak ziet om op meer systematische basis ook voor de sector van de vleeswinkels te werken met dergelijke voorbereidingslijsten, kan het aanpassen van het formulier voor deze sector onderzocht worden. Ook dit werd reeds besproken tijdens het trimesterieel overleg met de slagers op 19-09-07. Tijdens dit overleg was er door de heer Houbaert gezegd om het aantal mandagen mogelijk te behouden zoals het nu geformuleerd is. In functie van de ervaring die we zullen opdoen kan in de toekomst deze auditduurtijd nog herbekeken worden. Gezien het feit dat er op dit ogenblik slechts een beperkt aantal audits uitgevoerd werden, is het moeilijk om nu reeds op basis van deze informatie het aantal mandagen aan te passen in de gids. Er dient eerst meer ervaring opgedaan te worden. Tevens dient opgemerkt te worden dat de frequentie van de audits “slechts om de 4 jaar is”.
E)Aanpassing van de gids voor autocontrole in de slagerij 187. Vraag Landsbond: Bij de toepassing van de Gids voor autocontrole in de slagerij blijkt dat een aanpassing en vereenvoudiging noodzakelijk is. 188. De Gids voor autocontrole in de slagerij is ook uitgeschreven als leerboek wat aanleiding geeft tot verkeerde interpretaties. 189. De Landsbond der Beenhouwers vraagt, gelet op de beperkte tijd, om binnenkort een beperkte aanpassing door te voeren als bijlage en nadien de Gids te herwerken tot een vlot en werkbaar instrument voor alle gebruikers. 190. Antwoord FAVV: 191. De gids werd opgesteld door een consultant die gekozen werd door de sector, maar kan steeds op initiatief van het FAVV of op initiatief van de beheerder van de gids aangepast worden, vb in functie van de ervaring. Er kan bijgevolg een voorstel tot aangepaste gids ingediend worden. 192. Trouwens, de slagers hadden met het oog op de goedkeuring van de gids een engagement ondertekend om de gids op bepaalde punten aan te passen (voorziene timing : januari 2007). Tot op heden werd dit engagement niet nageleefd. F)Communicatie door professionele sectoren (Landsbond der beenhouwers) 193. Vraag Landsbond: De Landsbond der Beenhouwers, Spekslagers en Traiteurs van België voorziet ongeveer 20 info avonden in het ganse land gedurende de maanden oktober - november. 194. De jaarlijkse aangifte is een vast item voor hun leden. De Landsbond stelt vast dat beginnende slagers gedurende de eerste week reeds worden gecontroleerd door het
Page 29 of 36
FAVV. Dit bewijst dat de communicatie vlot verloopt maar anderzijds hebben deze jonge starters nog niet de tijd gehad om zich in te werken in de administratieve verplichtingen en worden zij geconfronteerd met sommige kleine onvolmaaktheden in winkel en werkplaats omdat zij nog niet ingewerkt zijn in het dagelijkse werk. Hier zou een vermaning en wat praktische raadgevingen beter op zijn plaats zijn dan een PV. 195. Anderzijds vraagt de Landsbond dat het FAVV prioriteit zou geven aan een summiere controle bij zoveel mogelijk actoren. Onze communicatie met de leden wordt bemoeilijkt met de gegronde argumentatie dat nog vele onbekende actoren hun activiteit verder zetten zonder betaling van de jaarlijkse heffing en zonder controle; dit werkt contraproductief. 196. Antwoord FAVV: 197. Vermelde vraag zal aan bod komen in een bilaterale tussen de Landsbond en de DG Controle. G)Mededeling verslag bedrijfsrevisor(FEBEV) 198. Vraag FEBEV: Er is in de businessplannen van 2004 en 2006 steeds beloofd om het FAVV te laten doorlichten door een bedrijfsrevisor.( zie www.favvafsca.be/home/pub/doc/autre/BP2_NL.pdf en www.favv-afsca.be/home/comcons/doc/annexe/Business%20Plan%20NL-versieMR.pdf). Is dit verslag beschikbaar?
Kunnen wij hier een kopie van ontvangen? 199. Antwoord FAVV: De jaarrekeningen van het FAVV worden jaarlijks ter controle voorgelegd aan een bedrijfsrevisor die door de Minister wordt aangesteld voor een periode van 3 jaar. 200. In zijn eindrapport over het boekjaar 2004 neemt de revisor de volgende verklaring op zonder voorbehoud : “Naar mijn oordeel, rekening houdend met de toepasselijk wettelijke en bestuursrechtelijke voorschriften, geeft de jaarrekening afgesloten op 31 december 2004 een getrouw beeld van het vermogen, van de financiële toestand en van de resultaten van het Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen en wordt een passende verantwoording gegeven in de toelichting.” 201. In zijn eindrapport over het boekjaar 2005 legt de revisor een gelijkaardige verklaring zonder voorbehoud af. 202. Het FAVV is op 24/09/2007 nog niet in het bezit van het verslag van de revisor over de jaarrekeningen 2006. Van zodra dit verslag ons bereikt, zal het geïntegreerd worden in de jaarrekeningen 2006 en kunnen ze aan de Minister worden voorgelegd voor ondertekening. 203. Het FAVV zal niet nalaten ook de leden van het Raadgevend Comité (via hun vertegenwoordigers in het Financieel Opvolgingscomité) hierover in te lichten. De voorlopige jaarrekeningen 2006 (zonder het verslag van de revisor) werden trouwens reeds besproken op de vergadering van het Financieel opvolgingscomité van 18 september 2007. Het spreekt voor zich dat de leden van het opvolgingscomité
Page 30 of 36
inzage zullen krijgen in het verslag van de bedrijfsrevisor zoals dat ook voor 2005 is gebeurd. 204. Het secretariaat heeft het antwoord bezorgd aan FEBEV. H) - Administratieve last bij audits in het kader van de sectorgids - Landbouwbedrijven met een attest worden aanvaard voor de bonus/malus regeling - Modulaire aanpak audits in de primaire productie 205. Vraag Boerenbond: 206. A). Administratieve last bij audits in het kader van de sectorgids moet tot een minimum beperkt worden Een certificeringsinstelling is vandaag verplicht zowel de FAVV Checklist als het FAVV standaardverslag aan de landbouwer te overhandigen na de audit. Afhankelijk van het type bedrijf gaat dit snel over 13 à 20 pagina’s die in dubbel moeten opgemaakt worden; De Boerenbond is van mening dat het achterlaten op het bedrijf van een beknopt verslag, conform de accreditatievoorwaarden, na de audit voldoende is. Dit rapport moet duidelijk stellen welke non conformiteiten tegen welke termijn moeten weggewerkt worden (+/- 2 pagina’s). Het FAVV standaardverslag bevat opnieuw een opsomming van de wetgeving (zie pagina’s 2, 3, 4 van het document PB00-F21-REV0-2005) wat zorgt voor een onnodige papierverspilling. Bovendien loopt men het risico dat de landbouwer door het bos de bomen niet meer ziet. De checklist is vooral een instrument voor de auditor. De toegevoegde waarde van een kopie van deze uitgebreide checklist voor de landbouwer is bijzonder klein om de extra kosten te verantwoorden. De documenten die op het terrein worden gebruikt moeten in de eerste plaats in overeenstemming zijn met de accreditatienormen. Bijgevolg is er geen nood aan een bijkomende checklist of validatierapport opgesteld door het FAVV. Ook in het kader van inspecties blijkt het FAVV deze checklist niet toe te passen.
207. B) Landbouwbedrijven met een attest worden aanvaard voor de bonus/malus regeling De accreditatie- en erkenningsprocedure van een OCI loopt vaak langer dan een jaar. Vanuit de zorg om zich in orde te brengen met de wetgeving werden bij veel landbouwers, in het kader van gecombineerde audits met andere lastenboeken, de vereisten van de gevalideerde sectorgidsen al gecontroleerd door een CC/OCI die nog niet geaccrediteerd was. De betrokken landbouwers hebben dan ook “slechts” een attest ontvangen. Belac regulariseert maximaal 5 audits uitgevoerd voor de datum van accreditatie. Het is dan ook absoluut noodzakelijk dat het FAVV hogergenoemde attesten aanvaardt als gevalideerde autocontrole. Immers met de beperking tot 5 regularisaties, zullen weinig landbouwers zich aangesproken voelen om zich te laten auditen door een nog nietgeaccrediteerde OCI. Meteen komt de geloofwaardigheid van het autocontrolesysteem in het gedrang. Voor de dierlijke productie bestaat zelfs nog geen goedgekeurde sectorgids
Page 31 of 36
laat staan geaccrediteerde OCI’s, wat betekent dat gemengde bedrijven andermaal in de kou zullen blijven staan. De Boerenbond rekent erop dat deze voorstellen in overweging genomen worden. Ze resulteren zowel in een verlaging van de auditkosten als in een beloning voor de proactieve landbouwer die in 2008 geen malus zal moeten betalen aan het FAVV, maar in tegendeel recht heeft op een bonus.
208. C) Modulaire aanpak van de audits voor de primaire productie Een modulaire aanpak op landbouwbedrijven in de toekomst zal noodzakelijk zijn. Hieronder worden de argumenten opgesomd: • Er zijn grenzen aan combineren. Indien de auditduur te lang wordt (meer dan ½ dag) dan daalt de aandacht van de landbouwer en bijgevolg de kwaliteit van de audit. • Ook de OCI moet alles praktisch kunnen combineren, vaak zijn de audits nu al combinaties met andere lastenboeken. • Het FAVV vraagt 2 jaar professionele ervaring van de auditor. Indien iemand 2 jaar ervaring moet hebben in alle sectoren zullen slechts weinig auditoren over voldoende competentie beschikken om deze unieke audit uit te voeren. Bovendien mag deze ervaring niet in tegenstrijd zijn met de onafhankelijkheid ten opzichte van de bedrijven die zullen geaudit worden. • Landbouwers doen liever beroep op iemand die de deelsector goed kent, dit schept vertrouwen. • Een modulaire opbouw sluit een gecombineerde audit niet uit, indien dit wenselijk is. De noodzaak om via 1 audit en 1 gids alle activiteiten van de landbouwer te certificeren en dus 1 certificaat af te leveren is op korte termijn onhaalbaar. De OCI voert een audit uit voor de activiteiten die de landbouwer aanvraagt en deze worden vermeld op het certificaat. Deze informatie wordt dan gecommuniceerd naar het FAVV. Er wordt voorgesteld dat het FAVV aan de landbouwers een verklaring op eer vraagt welke de verschillende landbouwactiviteiten zijn op het bedrijf, bijvoorbeeld via de aangifte voor de heffingen. Hierdoor kan nagegaan worden of de behaalde certifica(a)t(en) voor alle activiteiten van toepassing zijn of niet.
Antwoord FAVV: 209. De antwoorden, die door de DG Controlebeleid werden voorbereid, worden hierna weergegeven: 210. Antwoord op vraag A) : Het doel van de volledige rapportering is tweeledig. Naast de niet-conformiteiten worden ook de positieve vaststellingen vermeld. Anderzijds hoeft deze rapportage niet zeer uitgebreid te zijn. 211. De checklist en het modelrapport kunnen eventueel gecombineerd worden tot 1 document (bepaalde OCI’s doen dit reeds). Het belangrijkste is dat alle noodzakelijke elementen opgenomen zijn in de rapportering (zie o.a. procedure voor de erkenning van de OCI’s waarin dit gespecificeerd wordt). Het is dus wel degelijk de FAVVchecklist die gedurende de audit door de auditor gehanteerd dient te worden en niet eventuele checklists van de gids. Deze laatste hebben enkel waarde voor het
Page 32 of 36
uitvoeren van een interne audit door het bedrijf. Tevens is de FAVV-rapportering, in tegenstelling tot wat u in uw brief beweert, niet in strijd met de accreditatie. 212. De volledige rapportering is geen administratieve last voor het bedrijf. Het is nl. een verplichting voor de OCI’s, niet voor het bedrijf. 213. Voor audits worden andere checklists gehanteerd dan voor inspecties. Aangezien het FAVV op dit ogenblik nog geen “audits” (in het kader van de validatie van autocontrolesystemen) uitgevoerd heeft, in de sector van de primaire plantaardige productie, heeft het FAVV inderdaad de geciteerde checklist nog niet gehanteerd. Maar indien een landbouwbedrijf een audit zou aanvragen bij het FAVV, wat op dit moment nog niet het geval is, dan zal ook het FAVV deze checklist hanteren. 214. Antwoord op vraag B) : De regularisatie van de 5 audits die door een OCI uitgevoerd worden met het oog op het bekomen van hun accreditatie is een afspraak tussen het FAVV en Belac. De voorwaarde van deze regularisatie is echter dat de OCI zijn accreditatie bekomt. Het kan uiteraard niet de bedoeling zijn enorm veel audits uit te voeren buiten de accreditatie. Accreditatie is nl. een verplichting conform het KB autocontrole. 215. De duurtijd voor het bekomen van de accreditatie is niet langer een probleem. Er zijn wel degelijk reeds OCI’s geaccrediteerd en erkend voor gidsen in de primaire dierlijke productie (G-008 Rauwe melk, G-013 Braadkippen). Bovendien zijn er op dit moment reeds 5 OCI’s geaccrediteerd voor de flexibele scope. Flexibele scope houdt in dat de OCI’s op een zeer soepele manier een accreditatie kunnen bekomen voor verschillende gidsen tegelijkertijd. 216. Ook voor de gids G-012 (primaire plantaardige productie) zijn op dit moment reeds 4 OCI’s geaccrediteerd door Belac en erkend door het FAVV. 217. Zoals reeds meegedeeld door de heer H. Diricks in zijn brief van 10/09/2007 aan OVPG-Agrofront zal uw verzoek moeten bekeken worden in functie van de uiteindelijke beslissing van de regering omtrent de financiering. 218. Antwoord op vraag C): Het kan niet de bedoeling zijn dat het initiatief tot het bekomen van een generieke gids, die in het verleden reeds door alle landbouwerorganisaties werd ondertekend, ondergraven wordt. 219. Het FAVV heeft steeds gezegd dat het de bedoeling is alles in 1 audit te kunnen doen. Het is inderdaad zo dat de auditduur opgesplitst / gedetailleerd dient te worden in functie van de verschillende activiteiten die de landbouwer uitvoert. Dit was trouwens reeds een opmerking van de cel validatie gidsen op de huidige gids voor de primaire productie. 220. Wat de communicatie van de OCI’s aan het FAVV betreft, is reeds voorzien dat de OCI’s in het verslag alle activiteiten in de voedselketen moeten opnemen (zowel deze die geaudit worden als deze die niet geaudit worden door de CI). Tevens dient deze informatie reeds conform de procedure voor de erkenning van de OCI’s gecommuniceerd te worden aan het FAVV. Het opvragen van een dergelijke verklaring is bijgevolg niet nodig. Het spreekt voor zich dat de landbouwers een juiste verklaring moeten afleggen t.a.v. de OCI’s. F)Dierentransporten/GAIA
Page 33 of 36
221. Vraagstelling GAIA: 222. Mevrouw De Greef vraagt waarom de vragen van GAIA niet meer worden behandeld. 223. De Voorzitter antwoordt dat het FAVV deze vragen slechts daags voordien in de namiddag ontving. Hij verduidelijkt dat het Comité geen forum is waar individuele gevallen en klachten worden besproken. Zij zijn voor antwoord voorgelegd aan de DG Controle. Het antwoord zal worden bezorgd aan GAIA. 224. Hierna volgen de vragen van GAIA : 225. Eind juli kwamen tijdens een transport van 972 biggen van Nederland naar Spanje 13 dieren om. Vele andere biggen waren ernstig verzwakt en gewond. België is een doorvoerland voor diertransporten vanuit Nederland met bestemming Spanje. Naar aanleiding van dit voorval vraagt GAIA het FAVV om diertransporten die door België trekken veel frequenter te controleren en elk Nederlands transport aan controle te onderwerpen. 226. Naar aanleiding van het Joodse feest Jom Kippoer werden door de Antwerpse Joodse gemeenschap 4000 levende kippen gebruikt. Volgens een bron uit een slachthuis van Vlaams Brabant zouden die kippen op zondag 16/9 vervoerd worden van het slachthuis naar een school in Antwerpen om vervolgens opnieuw naar het slachthuis gebracht te worden voor de slacht. Na contact met het FAVV blijkt dit niet wettelijk te zijn. Het FAVV zou optreden. Na afloop werd ons gemeld dat het ‘feest’ gewoon is doorgegaan en de kippen rechtstreeks van het bedrijf naar de school vervoerd zijn. Graag zou GAIA uitsluitsel hierover krijgen, ook over de behandeling van de dieren, alsook de naam van het bedrijf dat de kippen zou geleverd hebben. Graag vernam GAIA ook wat er achteraf met de dieren gebeurd is. 227. Graag stand van zaken vaccinatie blauwtong. GAIA is voorstander van vaccinatie om de ziekte preventief aan te pakken. Hoeveel dieren zijn op dit moment reeds gestorven en wat is de precieze stand van zaken van de vaccinatie (bruikbaar in de praktijk, struikelblokken, ...)? 228. Uit contacten met Marche-en-Famenne blijkt dat deze van het FAVV het advies krijgen om in het kader van het Islamitisch Offerfeest containers te plaatsen voor slachtafval van schapen buiten de wettelijk erkende slachtinrichtingen (enkel voor afval van ter plaatse en dus wettelijk ritueel geslachte dieren). Dit werd door een medewerker van het FAVV ontkent in zijn schrijven van 21 augustus 2007. Het plaatsen van containers buiten erkende slachtinrichtingen zet moslims aan om illegaal thuis te slachten. GAIA vraagt met aandrang dat de communicatie van het FAVV omtrent het Offerfeest klaar en duidelijk is: het plaatsen van containers voor slachtafval kan niet. 229. Wat is het Belgische standpunt/standpunt FAVV over het Dierengezondheidsplan van de Europese Commissie (Community Animal Health Policy)? 230. In een slachthuis voorgedaan. In de slachthuis met een slachthuis ontsnapt
van de provincie Luxemburg heeft zich een ernstig incident namiddag van 5 september zouden personeelsleden van het tractor doelbewust ingereden hebben op een stier die uit het was. Daarbij zou het dier een poot hebben gebroken. De open
Page 34 of 36
breuk zou de mannen in kwestie er niet van weerhouden hebben om het dier voort te slepen alvorens het dier in mekaar zakte. Vervolgens zouden de medewerkers van het slachthuis gedurende een kwartier getracht hebben om het dier te immobiliseren met een vork om het te kunnen slachten. Heeft het FAVV hier weet van? Zo ja, welke maatregelen werden ondertussen getroffen? Zo, neen, vraagt GAIA dit te onderzoeken, de controles op te voeren in dit slachthuis, en strenge maatregelen te treffen tegen de verantwoordelijken. 231. In een slachthuis van West-Vlaanderen deed zich op 29/8/2007 een ernstig incident voor met een paard. Volgens een ooggetuige trachtte de chauffeur een paard uit de trailer te dwingen door zijn voertuig in versnelling te zetten, gas te geven en vervolgens heel hard op de rem te gaan staan. Het paard viel daarop uit de trailer. Het betrof een voertuig afkomstig uit Knokke. Volgens de ooggetuige zou het niet de eerste keer zijn dat hij onregelmatigheden vaststelt. Heeft het FAVV hier weet van en zo ja welke maatregelen werden ondertussen getroffen? Zo neen, vraagt GAIA dit te onderzoeken, de controle in dit slachthuis op te voeren, en strenge maatregelen te treffen tegen de verantwoordelijken. Standpunt GAIA 232. Diertransporten op doortocht door België worden slechts sporadisch bij wijze van steekproef gecontroleerd. Enkel vrachtwagens die effectief stoppen in België om de dieren te laten rusten, worden gecontroleerd op de rustplaats. Dit was niet van toepassing op het varkenstransport in kwestie. Het transport werd op 19 en 20 juli gevolgd van Nederland naar Spanje. Tijdens de non stop rit kregen de dicht op elkaar gepakte biggen geen water of eten. Aangekomen op de eindbestemming bleken 13 biggen de helse reis niet te hebben overleefd. Het transport duurde naar schatting meer dan 20 uur waarvan de laatste 13 uur gevolgd is. De vrachtwagen had in strijd met de voorschriften geen goede en continue watervoorziening. De vrachtwagenchauffeurs vertelden de terreinonderzoekers dat het watersysteem alleen aangezet wordt als er gepauzeerd wordt. Aangezien er onderweg geen pauzes waren, was er dus ook geen drinken voor de dieren 233. Antwoord FAVV: 234. Hierna volgt een korte samenvatting van het antwoord dat aan GAIA werd bezorgd: 235. Eerst en vooral is het belangrijk om te verduidelijken dat het raadgevend comité geen forum is waar individuele gevallen en klachten worden besproken. De vergaderingen van het raadgevend comité strekken zich er niet toe om een onderzoek met betrekking tot natuurlijke of rechtspersonen te bevestigen of te officialiseren. 236. Bovendien voert het FAVV globaal steekproefsgewijze en gerichte controles uit, evenals onderzoeken in een welbepaald kader (controleprogramma, klachten, nationale opsporingseenheid…), maar de activiteiten van een schakel in de voedselketen voor 100 % controleren is niet haar opdracht. 237. Antwoord op de vraag onder punt 227: Voor juni 2008 wordt er geen vaccin tegen het serotype 8 van blauwtong verwacht. België is voorstander van vaccinatie en verdedigt dit standpunt op Europees vlak. De statistieken van Rendac tonen aan dat het aantal schapen en geiten die gestorven zijn in 2007, fors verhoogd is ten
Page 35 of 36
opzichte van 2006 : 59.971 schapen en geiten stierven in de eerste 9 maanden van 2007, ten opzichte van 24.863 in 2006. Het aantal dode runderen in augustus 2007 (18.041) is eveneens hoger dan in 2006 (15.552). 238. Antwoord op de vraag onder 228: In het kader van het Offerfeest is de boodschap van het FAVV zeer duidelijk : thuisslachtingen zijn verboden. Geen enkele reglementering laat toe dat het FAVV het plaatsen van containers toelaat of verbiedt. Het ophalen van slachtafval behoort tot de gewestelijke bevoegdheid. De DG Controle heeft reeds geantwoord dat het FAVV dergelijke toelating niet heeft gegeven. 239. Antwoord op de vraag onder 229: Het nieuwe dierengezondheidsbeleid van de Europese Unie (2007-2013) met als slogan « Beter voorkomen dan genezen » wordt besproken op Belgisch en Europees niveau. Voor een van de volgende vergaderingen van het raadgevend comité kan een presentatie hierover worden overwogen.
************************ De volgende vergadering is gepland op woensdag 24 oktober 2007 om 9u30.
************************
Actiepunten Stand van zaken controleplan 2007 240. De heer Poriau vraagt om het globaal aantal checklists te kennen dat van toepassing is op de horecasector en om de controlegegevens per groep (cluster)/horecasector mee te delen.
Evolutie karkasgewichten 241. Evolutie karkasgewichten ( vrouwelijke dieren) bezorgen aan TA. Versturen file ontwerp controleprogramma 2008: 242. Het secretariaat bezorgt de volledige file/controleprogramma. BSE-testen (overzicht van de stand van zaken inzake het toekomstig EU-beleid TSE, meer bepaald BSE) 243. De heer Mijten wordt gevraagd om contact op te nemen met de heer Diricks in dit verband. De DG Controlebeleid zal een schriftelijk antwoord bezorgen aan de Boerenbond. ************
Page 36 of 36