Verslag van de vergadering nr. 2006-4 van het raadgevend comité van het Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen van 26 april 2006 Aanwezigen: FAVV
Vanthemsche Piet( Voorzitter), Houins Gilbert, Jean-Marie Dochy, Herman Diricks, Pierre Cassart, Philippe Houdart, Boyen Chris( Verslaggever) en Ghafir Yasmine, EL PL
LEDEN Adriaens Camiel Ardies Luc/Vogels Luc Baeten Relinde/Baert H. Borgo Esmeralda/Geldof J. Broucke Sonja Brumagne Eva/Rahmé A. De Bruyne Peter Crémer Charles De Greve Nathalie/Verhaeghe A. Dejaegher Yvan Deliens Cristine/Andrien M. Detiege Georgette Deweghe Liane De Ridder René/Marquenie D. Dos Santos Costa Vera Hallaert Johan Hames Marie-Claire 1 0
Aanwezig op de vergadering Afwezig op de vergadering
18/07/2006
1 1 v 1 0 0 1 1 1 1 v 1 v 1 0 1 v
EL PL Lauryssen Sigrid Lepeire-Nollet Marina Van Waesberge Matthys Jos/François Huyghe Meurice Sophie Nimmegeers Hugo Ogiers Luc Remy Robert Semaille Marie-Laurence Ska Pierre/Ladouce P. Vandecavey Brigitte Meskens L. Vandenbosch Michel Vanhaevre Ingrid/Renaerts Rob Marot J. Wildemeersch Dirk Kabinet Demotte/Denuit Jean-Paul
v
Afwezig met kennisgeving
p. 1/21
v 0 1 1 0 0 1 v 1 v 1 v v 1 1 0 1
Dagorde: 1. 2. 3.
4. 5. 6. 7. 8. 9.
Goedkeuring van de dagorde Stand van zaken Food@work: verbeterprogramma 1 / Organisatie en werking raadgevend comité Opvolging acties A) Ethische matrix B) Situatie AI C) Smiley – resultaten consumentendialoog in La Roche Hernieuwing mandaten RC Opvolgingscomité financiering Advies: Ontwerp van wet houdende wijziging van het KB heffingen Resultaten begrotingscontrole 2006 Realisatie controleplan 2005 Varia
18/07/2006
p. 2/21
Punt 1. Goedkeuring van de dagorde 1.
Stand van zaken afwikkeling dioxinecrisis wordt aan het punt varia van de dagorde toegevoegd.
Punt 2. Stand van zaken food@work: verbeterproject A02 – Organisatie en werking Raadgevend Comité Beknopte beschrijving agendapunt 2.
Mevrouw Els Weytjens, consultant verbeterproject A02, geeft een toelichting bij de stand van zaken van de BPR food@work en meer in het bijzonder van het verbeterprogramma 1/organisatie en werking raadgevend comité aan de hand van een PP-presentatie
Samenvatting informatie/standpunt van het FAVV 3.
Wat de algemene stand van zaken betreft, worden de volgende elementen aangehaald: ! De laatste update dateert van bij fase 3; ! Ondertussen is er een analyse gebeurd van de “as is” in een beperkte werkgroep; ! De resultaten van deze werkgroep werden vertaald naar een “to be situatie”; ! Een implementatieplan werd uitgetekend; ! Momenteel wordt uitvoering geven aan fase 5 : de implementatiefase.
4.
De vooropgestelde timing eind 2006 kan voor wat de ganse BPR betreft niet worden afgewerkt binnen die timing. Vandaar dat ze wordt verlengd tot de zomer van 2007.
5.
In het bijzonder wordt nader ingegaan bij slide 10 /het gebruik van nieuwe templates voor: ! het voorbereiden/voorstellen van agendapunten (FAVV) ! het voorbereiden/voorstellen van standpunten (leden RC) ! verslaggeving van de vergaderingen.
6.
Voordelen: ! zoveel mogelijk info vóór de vergaderingen bezorgen; ! meer management summaries; ! verslagen van de vergaderingen als één globaal overzicht waarin alle info opgenomen is dus met de nodige links; ! vaste structuur voor de verslagen van de vergaderingen en meer gedetailleerde nummering, wat het een stuk makkelijker maakt bij de bespreking ervan;
18/07/2006
p. 3/21
! de aanwezigheden worden in tabel weergegeven wat een halfjaarlijkse evaluatie van de aanwezigheden vergemakkelijkt.
Commentaren tijdens vergadering 7.
De heer Marquenie vraagt schrapping van de term “ conclusies” in de titel van “de template /voorbereiding agendapunt FAVV”. Dit zou verkeerdelijk de indruk wekken dat reeds werd geconcludeerd voordat er überhaupt een discussie heeft plaatsgevonden.
8.
Het Rc gaat hiermee akkoord.
Conclusie 9.
Het RC gaat akkoord met de voorgestelde templates.
Actie 10. De templates worden op de internetsite geplaatst evenals op e-Communities.
Punt 3. Opvolging acties A) Ethische matrix Beknopte beschrijving agendapunt Samenvatting informatie/standpunt van het FAVV 11. De heer Houdart licht toe dat de werkgroep EMD vooral werk in de marge heeft verricht. Zo werd overleg gepleegd met de pluimveesector en de FOD Volksgezondheid over een aantal vaccinatiescenario’s en hun mogelijke economische impact. Volgende vier scenario’s werden gebruikt: ! scenario 1: noodvaccinatie in een bufferzone langsheen de Nederlandse grens ! scenario 2: preventieve vaccinatie van de niet-commerciële sector ! scenario 3: preventieve vaccinatie van de commerciële subsectoren met verhoogd risico ! scenario 4: algemene preventieve vaccinatie van de pluimveestapel 12. Discussies ten gronde moeten nog worden gevoerd. De resultaten volgen in de komende maanden. 13. Ondertussen zijn Nederland en Frankrijk de resultaten van hun vaccinatiepolitiek aan het evalueren. In Nederland kon de commerciële sector vaccineren, in casu heeft slechts één bedrijf het toegepast. In Frankrijk werden eenden en ganzen gevaccineerd.
18/07/2006
p. 4/21
14. De resultaten van de besprekingen omtrent de scenario's en van de evaluaties door Nederland en Frankrijk kunnen gebruikt worden om sommige tabbladen van de matrix met meer kennis van zaken in te vullen.
Commentaren tijdens vergadering 15. De heer Hooyberghs stelt bijkomend dat de EC wacht op de respectievelijke programma’s van Nederland en Frankrijk ( serologische opvolgingsprogramma’s). De EC gaat een discussie voeren op technisch niveau in de maanden mei en juni. Op dat moment zullen trouwens ook de resultaten van de vaccinaties in de Europese dierentuinen gekend zijn zodat deze problematiek in zijn globaliteit kan worden bekeken.
Conclusie 16. De Voorzitter dringt aan op een bespoediging van de werkzaamheden van vermelde werkgroep opdat de conclusies ervan kunnen worden meegenomen in bovenstaande discussie op het Europese vlak.
B) Situatie AI Beknopte beschrijving agendapunt Samenvatting informatie/standpunt van het FAVV Toelichting persconferentie 17. Op maandag 24 april heeft minister Rudy Demotte samen met de Interministeriële commissaris Influenza een stand van zaken gegeven van de Belgische aanpak op het vlak van preventie en bescherming tegen een uitbraak van vogelgriep in België. 18. Volgende maatregelen werden toegelicht: ! aanpassing van de ophok- of afschermplicht vanaf 1 mei; ! het mogelijke risico op een vogelgriepgeval- en/of haard in België de komende maanden; ! de afschermingsmaatregelen en hun nut voor particulieren en bedrijven; ! de permanente dreiging van vogelgriep op wereldschaal; ! de communicatie-initiatieven: website, callcenter, informatiebrochures, … 19. Vermelde persconferentie werd gegeven op het terrein, met name in een pluimveebedrijf te Gibecq.
18/07/2006
p. 5/21
Stand van zaken AI 20. Voor wat de stand van zaken op het vlak van AI in België, Europa, Azië en Afrika betreft wordt integraal verwezen naar de overzichtsdocumenten met tabel die op de vergadering worden rondgedeeld. 21. Duidelijke tendensen tekenen zich af: ! In de EU kunnen 2 grote clusters van besmette wilde vogels worden onderscheiden: één rond de Baltische Zee en één van de Alpen naar de Balkan; ! de gevallen die werden vastgesteld, betreffen voornamelijk wilde zwanen, wilde eenden en roofvogels; ! het virus heeft zich niet spectaculair ontwikkeld of verspreid binnen de gebieden waar er gevallen werden vastgesteld. Dikwijls werden maar enkele gevallen per gebied vastgesteld; ! Er zijn tot op heden maar 3 haarden bij gedomesticeerd pluimvee vastgesteld in de EU. Deze haarden werden onmiddellijk opgeruimd. Secundaire besmettingen werden niet ontdekt. Dit betekent dat de ophok-/ afschermplicht om introductie van het virus in de pluimveestapel te voorkomen, in combinatie met het klassieke, rigoureuze optreden in geval van een uitbraak zijn vrucht afwerpt op het Europese continent. 22. Zoals reeds werd aangehaald in de vorige vergadering heeft het FAVV geopteerd voor een gefaseerde aanpak met betrekking tot het ophokken en verzamelen van pluimvee en vogels. Beide maatregelen worden in dat verband verscherpt of versoepeld al naargelang van de betreffende soort of categorie en de plaats waar het virus zich bevindt (zie tabel die werd meegedeeld/ vergadering dd. 22.02.2006). 23. Vanaf 1 mei zijn de maatregelen, aangegeven in kolom C (buiten migratieperiode geval/uitbraak langsheen trekroute in EU), van toepassing, stelt de Voorzitter. Van dan af worden de voorzorgsmaatregelen die het risico op verspreiding van het dodelijke vogelgriepvirus in België moesten beperken, versoepeld. Zo wordt de ophok- of afschermplicht voor pluimvee van particulieren in heel het land opgeheven. Omdat de voorjaarstrek van de vogels bijna voorbij is, is ook het risico dat het vogelgriepvirus in ons land zou opduiken, fel afgenomen. Voortaan is de afschermregeling enkel nog verplicht voor het professioneel gehouden pluimvee in de gevoelige natuurgebieden. 24. Pluimvee van particulieren moet nergens in België nog afgeschermd worden. Het FAVV raadt aan om het contact van pluimvee en andere vogels met in het wild levende vogels zoveel mogelijk te beperken. 25. Particulieren die pluimvee of andere vogels houden en die in een gevoelig natuurgebied wonen, moeten er wel voor zorgen dat ze hun vogels binnen voederen en drenken (of op een plaats die niet toegankelijk is voor wilde vogels). Voor professionelen geldt deze maatregel in het hele land. 26. Voor de herfst zal het FAVV advies inwinnen van de experts en ornithologen voor bepaling van de te nemen maatregelen en een evt. timing voor de komende najaarsmigratie van vogels. 27. De Voorzitter maant nogmaals aan tot voorzichtigheid en benadrukt dat het virus vroeg of laat ook in België zal opduiken. Er is geen reden om eraan te twijfelen dat
18/07/2006
p. 6/21
het niet zou kunnen. Des te langer deze periode aanhoudt, des te meer zullen mensen wennen aan het feit dat de dreiging van het virus een gegeven is dat voor de toekomst latent zal aanwezig zijn. Crisisstructuur voor de bestrijding van aviaire influenza / praktische uitwerking van de beslissing van de Ministerraad van 24.02.2006 28. De heer Dochy licht vermelde crisisstructuur toe aan de hand van een PPpresentatie (zie slides). 29. De Ministerraad heeft op 24.02.06 beslist om over te gaan naar fase 4 van het urgentieplan van de regering ingeval van een haard van aviaire influenza. Dit betekent dat er een centralisering van het crisisbeheer wordt doorgevoerd naar het niveau van het crisiscentrum van de regering. De logistiek ervan wordt door de provinciegouverneurs uitgevoerd. De beslissing van de Ministerraad wordt concreet in de praktijk omgezet door 3 structuren op te stellen: (1) een beheerscel (niveau beleidsbeslissingen), (2) een evaluatiecel, CELEVAL genaamd (informatieverwerking en evaluatie van de maatregelen) en (3) een informatiecel (communiceren van de maatregelen)
Commentaren tijdens vergadering Crisisstructuur voor de bestrijding van aviaire influenza / praktische uitwerking van de beslissing van de Ministerraad van 24.02.2006 30. Mevr. Semaille wijst op het feit dat de sectoren niet zijn opgenomen in de structuur van de informatiecel. 31. De informatiecel wordt voorgezeten door de woordvoerder van het kabinet van de minister. Wat betreft de invulling van de informatiecel worden leden aangebracht door de FOD Volksgezondheid, FOD Binnenlandse Zaken, FAVV, Gewesten, Gemeenschappen. Deze cel heeft de verstrekking van uniforme berichtgeving op het oog. Inderdaad, de sectoren komen niet aan bod in dit schema. De sectoren zullen worden geïnformeerd op aparte infovergaderingen. Daarbij kan een overleg op provinciaal vlak eveneens worden overwogen. De gouverneurs moeten beslissen over de modaliteiten voor het opstarten van dit overleg. 32. De heer Marot vraagt nadere specificering bij de invulling van de stuurgroep van de “beheerscel”. 33. De stuurgroep van het Interministerieel Commissariaat Influenza zal figureren als stuurgroep van het Beheerscomité binnen dit crisiscentrum. 34. De heer De Bruyne informeert of de evaluatiecel reeds operationeel is en vraagt wie werd afgevaardigd voor het Vlaamse Gewest. 35. De kick-off werd gegeven, maar de evaluatiecel is nog niet echt operationeel. Voor het Vlaamse Gewest werd de heer Wouter Faveyts voor wat betreft de competentie Leefmilieu aangeduid, antwoordt de heer Dochy. 36. Er moet zeker iemand van OVAM worden aangeduid om deel uit te maken van het crisisbeheer, aldus de voorzitter.
18/07/2006
p. 7/21
37. De heer Jef Geldof informeert naar: ! de financiële impact van CELEVAL; ! de rol die het RC speelt binnen deze structuur. Hij vraagt om leesbare documenten te verstrekken. 38. Wat de financiële impact betreft kan worden gesteld dat CELEVAL geen bijkomende aanwervingen zal voor gevolg hebben. De cel wordt ingevuld met personeelsleden van de administratie, die binnen hun competenties zullen worden tewerkgesteld in vermelde cel. Zij worden als dusdanig gedetacheerd naar de cel. Bij toename van het werkvolume binnen de cel zal evenwel worden overgegaan tot de aanwerving van bijkomende FTE’s, zoals dit in 2003 reeds het geval was, voor de realisatie van het crisisbeheer. 39. Wat de 2de vraag betreft kan worden gesteld dat het RC zal worden geïnformeerd. Overleg met de sectoren moet worden voorzien op het niveau van de evaluatiecel, plaats waar de technische discussies worden gevoerd, benadrukt de Voorzitter.
C) Smiley – resultaten consumentendialoog in La Roche Beknopte beschrijving agendapunt 40. Op zaterdag 25 en zondag 26 maart 2006 werd in La Roche de enquête “Voedselveiligheid met een Smiley” voorgelegd aan een consumentenpanel. Een aantal stakeholders waaronder Horeca, Fevia, Fedis, Test-aankoop en OIVO hebben deelgenomen aan de besprekingen op zondag 26 maart 2006. 41. Ondertussen is een samenvattend rapport opgemaakt van het onderzoeksproject dat wordt toegelicht door de heer Cassart aan de hand van een PP-presentatie ( zie slides)
Samenvatting informatie/standpunt van het FAVV 42. De vierde voorbereidende fase van het project « Smiley-dialoog met de consument” heeft plaatsgehad in het weekend van 25 en 26 maart laatstleden. 43. In het rustig kader van hotel Floréal te La Roche hebben 14 consumenten van elke taalrol hun advies gegeven over het toepassen en de validatie van de autocontrole in de voedselketen en over het project tot implementatie van een smiley in de distributiebedrijven. 44. De tussenkomsten van Prof. Huygebaert (wetenschappelijk comité), van de vertegenwoordigers van de Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen en van haar stakeholders werden door hen op prijs gesteld. 45. Zelfs als lijken de ondervraagde consumenten in grote mate in het concept geïnteresseerd, moeten een aantal elementen nog worden verduidelijkt en verfijnd (communicatie, controle, impact of de prijzen). Ze hebben bovendien de nadruk gelegd op het belang van de controles en inspecties, die door de autocontrole in geen enkel geval kunnen worden vervangen.
18/07/2006
p. 8/21
Commentaren tijdens vergadering 46. Op de vraag van de heer Dejaegher of dezelfde selectiemethode werd gebruikt voor de aanduiding van de consumenten wordt ontkennend geantwoord. Slechts één van de deelnemende consumenten had eveneens deelgenomen aan het vorige project. 47. Volgens de heer Hallaert moet tevens duidelijk worden gesteld dat bedrijven die niet wensen toe te treden tot het systeem van de Smiley ook operationeel zijn en voedselveilig zijn. 48. De betrokken bedrijven moeten zelf aangeven dat ze voldoen aan de voorwaarden, niet het FAVV, benadrukt de Voorzitter. Zij moeten aangeven waarom ze geen inspanning leveren om tot het vermelde systeem toe te treden. 49. Volgens de heer Renaerts moeten zoveel mogelijk inrichtingen kunnen instappen in het systeem. Zoals uit de enquête blijkt, wordt de “Smiley” positief onthaald door de consument. Mochten evenwel niet genoeg inrichtingen toetreden tot het systeem dan zou dit voor verwarring zorgen bij de consument. 50. De voedingsindustrie stapt in het systeem van autocontrole omdat de afnemer van het product het ook vraagt. Het is evident, indien slechts 10% van de deelnemers voorstander zou zijn van een invoering van een Smiley, dat het beter zou zijn om bedrijven niet in die zin te stimuleren. 51. De heer Vogels vraagt dat bij opmaak van een PV van waarschuwing bij een kleine KMO vanuit FAVV-hoek meer zou moeten benadrukt worden dat de inspectie in de eerste plaats de gecontroleerde wil helpen. Een dergelijk PV legt immers een momentopname vast.
Conclusie 52. Volgende conclusies worden gemaakt consumentendialoog in La Roche:
m.b.t.
de
resultaten
van
de
! het gebruik van een Smiley wordt als positief ervaren; ! vrees bij de consument dat de overheidscontrole hierdoor zou wegvallen - een privé controle vervangt evenwel niet de overheidscontrole; ! men is gekant tegen een wildgroei aan labels; ! het volledige verslag zal aan de leden worden overgemaakt; ! Pascal Houbaert zal het project overnemen; ! Binnen de werkgroep zal er overleg gepleegd worden met de betrokken stakeholders over het concept en de invoering van de Smiley. De conclusies van deze werkgroep worden voorgelegd op het RC.
18/07/2006
p. 9/21
Punt 4. Hernieuwing mandaten RC Beknopte beschrijving agendapunt 53. Het FAVV licht de historiek en de huidige stand van zaken i.v.m. de hernieuwing van de mandaten van het Raadgevend Comité toe.
Samenvatting informatie/standpunt van het FAVV Advies RC van 29 juni 2005: 54. Het ontwerpkb werd besproken op de vergaderingen van 25 mei en 29 juni 2005. Het werd gunstig geadviseerd op de vergadering van 29 juni 2005.
MR 17/03/06 55. Op 17 maart ll. werd het ontwerp van KB voorgelegd op de MR. Volgende wijzigingen werden aangebracht: ! **art. 2, §1, 2°: Verhoging van de mandaten landbouw met één zetel: sector van de biologische landbouw; ! **art.1, 6° wordt een vertegenwoordiging van UCM opgenomen. ! art.9 aanpassing redactie 2de lid: ** “ Bij het comité wordt een opvolgingscomité ingesteld dat voor het comité adviezen formuleert in verband met de financiering en instaat voor de opvolging van de financiële toestand van het Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen. De door het opvolgingscomité geformuleerde adviezen worden integraal gevoegd in bijlage bij de adviezen van het comité die aan de Minister worden overgemaakt, afwijkende minderheidsstandpunten inbegrepen. Het opvolgingscomité is samengesteld uit vier vertegenwoordigers van sectoren die bijdragen tot de financiering van het Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de voedselketen.”. Raad van State 56. Bij advies nr. 40.167/3 heeft de RvSt het ontwerp van KB gunstig geadviseerd zonder opmerkingen. 57. Het ontwerp van KB is door de Minister ondertekend en werd voor ondertekening overgemaakt aan het Staatshoofd. 58. Het nominatief besluit kan na publicatie van het vermelde genomen worden.
Commentaren tijdens vergadering 59. De Voorzitter benadrukt dat het in de bedoeling ligt om de installatievergadering de volgende keer te laten doorgaan. 60. Mevr. Semaille is verwonderd dat een apart mandaat werd toegekend aan de sector van de biologische landbouw in dit forum. Er werd overeengekomen dat de drie 18/07/2006
p. 10/21
landbouworganisaties de ganse landbouwsector zouden vertegenwoordigen. Gezien de beslissing van de Minister, is het belangrijk dat het FAVV erop toeziet dat het overleg over de aanduiding van de vertegenwoordiging van de biolandbouw beter wordt georganiseerd, daar er zowel in het noorden als het zuiden van het land enorm veel “bio”-verenigingen bestaan die verschillende doelstellingen hebben (en vaak met doelstellingen die veel ruimer zijn dan de belangenverdediging van de bioproducenten. 61. De Voorzitter antwoordt dat de MR heeft beslist om het vermelde mandaat te behouden. Het mandaat zal worden opgedeeld volgens taalrol, m.a.w. het lid zal behoren tot de Nederlandstalige taalrol en de plaatsvervanger tot de Franstalige taalrol of omgekeerd. 62. Tot slot vermeldt de Voorzitter dat het taalevenwicht zal worden bekeken bij de invulling van de mandaten en dat een afwijking dient gevraagd in toepassing van artikel 2bis, §2 van de wet van 20 juli 1990 ter bevordering van de evenwichtige aanwezigheid van mannen en vrouwen in organen met adviserende bevoegdheid op de Ministerraad, omtrent de onmogelijkheid om te voldoen aan de 1/3 / 2/3 regel.
Punt 5. Opvolgingscomité financiering Beknopte beschrijving agendapunt 63. De voorzitter verwijst naar de nieuwe libellering van art. 9, 2de lid van het wijzigingskoninklijk besluit ( zie punt 4 hierboven). 64. Aan de leden werd gevraagd om een voorstel tot invulling van het opvolgingscomité te formuleren.
Standpunten sector Bemefa 65. Bemefa is voorstander om een afgevaardigde per schakel aan te duiden: toelevering, primaire productie, verwerking en handel. BEMEFA is bereid zijn verantwoordelijkheid op te nemen voor de schakel toelevering. Vlaamse Gemeenschap (Leo Meskens) 66. Wat de samenstelling van het opvolgingscomité betreft ligt het voor de hand dat de (voornaamste) betalende organisaties er deel moeten van uitmaken zijnde per categorie: ! ! ! !
1. de landbouworganisaties 2. de toeleveringsbedrijven 3. de verwerkende voedingsnijverheid 4. distributie en handel (groot- en kleinhandel) in voedingsmiddelen en horeca.
18/07/2006
p. 11/21
67. Als de samenstelling beperkt is tot 4 leden, dan zullen er onderling per categorie afspraken moeten gemaakt worden wat vertegenwoordiging aangaat ofwel kan een beurtrol misschien een uitweg bieden. Indien er een vijfde (of zesde) vertegenwoordiger mogelijk is dan zal de beslissing misschien gemakkelijker zijn. Fevia 68. FEVIA is in ieder geval kandidaat voor het Opvolgingscomité, als vertegenwoordiger van de schakel "verwerking". Ook is FEVIA vragende partij voor een aantal 'modaliteiten'. Daarbij wordt gedacht in het voorzien van een plaatsvervangend mandaat en het creëren van de mogelijkheid om in bepaalde gevallen beroep te kunnen doen op experten. FEBEV 69. M.b.t. de voorbereiding van punt 5 van de dagorde van het RC werd gevraagd organisaties aan te duiden die men wenst naar voren te schuiven als kandidaat voor de invulling van het Opvolgingscomité. In de mail werd gesteld dat het opvolgingscomité van het RC zou bestaan uit vier vertegenwoordigers van sectoren die bijdragen tot de financiering van het FAVV. 70. In dit verband moet worden gewezen op het feit dat het ontwerp van KB houdende wijziging samenstelling & werking gunstig werd geadviseerd op de vergadering van 29 juni 2005. 71. FEBEV is van mening dat alle (plaatsvervangende) leden van het Raadgevend Comité behorende tot sectoren die bijdragen tot de financiering van het FAVV, de kans zouden moeten krijgen in dit Opvolgingscomité te zetelen indien zij dat wensen. De materies die er zullen behandeld worden dienen immers opgevolgd te (kunnen) worden door alle sectoren die bijdragen tot de financiering. 72. Een beperking tot vier personen dreigt veel belangstellenden uit te sluiten, waaronder bijvoorbeeld FEBEV, terwijl de vleesindustrie aanzienlijk bijdraagt tot de financiering. 73. Een tegemoetkoming zou kunnen bestaan uit het werken met plaatsvervangende leden, wat ook in het Raadgevend Comité het geval zal zijn. Indien voor deze werkwijze gekozen wordt, zou een effectief mandaat naar FEVIA kunnen gaan en een plaatsvervangend mandaat naar FEBEV.
Commentaren tijdens vergadering 74. De Voorzitter stelt het volgende: ! Het wijzigingsbesluit voorziet niet in plaatsvervangers; ! Het is van belang dat sectoren experten aanduiden om deze problematiek op te volgen. Het zou de discussie binnen het comité niet ten goede komen indien een wisselende bezetting aan de discussie zou deelnemen waardoor een goede opvolging van technische dossiers niet mogelijk zou zijn;
18/07/2006
p. 12/21
! Er worden vier vertegenwoordigers aangeduid die verplicht zijn om de achterban te informeren; ! Het moeten geen leden/plaatsvervangers zijn van het RC die worden voorgesteld, maar er wordt eerder gedacht in termen van technici, het mogen derhalve boekhouders of bedrijfsrevisoren zijn; ! De sectoren mogen in gezamenlijk overleg vb. een welbepaald persoon of meerdere personen aanduiden om te zetelen in het comité; ! Art. 11 van het huishoudelijk reglement van het RC is in casu niet van toepassing – het vertrouwelijk karakter van de ter beschikking gestelde documenten moet evenwel gerespecteerd worden. 75. De heer Diricks stelt aansluitend: ! Na publicatie van het wijzigingsbesluit duiden de sectoren vier vertegenwoordigers aan (in een afzonderlijke voorbereidende vergadering); ! Enkel deze vier vertegenwoordigers zullen toegang verleend worden tot info die aan de bedrijfsrevisor wordt verstrekt – m.a.w. het RC krijgt geen toegang tot deze documenten wel tot relevante boekhoudkundige gegevens; ! Het vergaderritme van het opvolgingscomité zal parallel verlopen met de begrotingsdiscussie – m.a.w een concentratie aan vergaderingen bij de voorbereiding van en de controle op de begroting.
Conclusie 76. De Voorzitter stelt voor om het opvolgingscomité samen te stellen uit: ! ! ! !
één vertegenwoordiger van de toeleveringssector één vertegenwoordiger van de primaire productie één vertegenwoordiger van de transformatie één vertegenwoordiger van distributie en horeca
77. Tegen de volgende vergadering wordt op sectoraal niveau een vertegenwoordiging aangeduid. Na validatie van het voorstel door het RC, zal het ter goedkeuring worden voorgelegd aan de Minister. 78. Een voorstel van werkingsmodaliteiten voor vermelde opvolgingscommissie zal tegen de volgende vergadering worden uitgewerkt. 79. Contactpersoon hiervoor is de heer Diricks.
Punt 6. Advies: Ontwerp van wet houdende wijziging van het KB heffingen Beknopte beschrijving agendapunt 80. Aan de hand van een PP-presentatie informeert de heer Diricks over de stand van zaken aangaande het financieringsdossier( zie slides).
18/07/2006
p. 13/21
Samenvatting informatie/standpunt van het FAVV 81. Bij Heffingen/deel I “ Stand van zaken en planning” wordt benadrukt dat een tweede mailing zal worden verstuurd van 9 mei tot 30 mei 2006, in casu een aanmaning tot betaling. Er zullen ongeveer 60.000 brieven opnieuw worden verzonden met vermelding van het maximale bedrag dat zal worden aangerekend in geval niet-betaling. 82. De Voorzitter rekent op de sectororganisaties om te communiceren rond deze tweede mailing via hun geijkte kanalen en de gevolgen ervan toe te lichten. 83. De facturatie zal in twee keer verlopen. Eind mei wordt een eerste serie van facturen voor heffingen verstuurd. Vanaf midden september wordt een tweede serie van alle resterende facturen verstuurd. Volgend jaar zal de volgorde van de facturatie worden omgedraaid omwille van de gelijke behandeling van alle operatoren. 84. Doel van Deel II - “Aanpassing KB en financiële impact”: Artikel 1bis heeft de uitsluiting van een aantal operatoren van het toepassingsgebied van het besluit tot wijziging en bekrachtiging van het koninklijk besluit van 10 november 2005 betreffende heffingen bepaald bij artikel 4 van de wet van 9 december 2004 betreffende de financiering van het Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen op het oog ( zie doc. wijziging en bekrachtiging voor de integrale tekst). 85. De voorgestelde wijzigingen zullen worden doorgevoerd vóór de facturatie m.a.w. voordat de reële evaluatie van het nieuwe financieringssysteem is gekend. Deze wijziging en bekrachtiging door bijgaand ontwerp van wet zal samen worden doorgevoerd. 86. De heer Diricks licht de voorstellen tot aanpassingen toe aan de hand van Deel II van vermelde PP-presentatie ( zie slides). Ter verduidelijking bij slide 9, stelt de Voorzitter dat geen controles werden meegerekend in het FAVVfinancieringsvoorstel voor de sector van de apotheken en de apotheekgroothandels. Zij worden gecontroleerd door DG3 van de FOD Volksgezondheid voor wat farmaceutische producten betreft. Om een dubbele bijdrage te vermijden wordt de uitvoering van de controles gedelegeerd aan vermelde FOD. Het FAVV stelt voor om apotheken en de apotheekgroothandels vrij te stellen op voorwaarde dat deze aangelegenheid wordt geregeld bij protocol. In afwachting van vermeld protocol zal er dit jaar een heffing van 50€/apotheek worden aangerekend. Vanaf volgend jaar zal de controle worden uitgevoerd door het nieuwe, nog op te richten, Federaal Agentschap voor Geneesmiddelen en Gezondheidsproducten.
Commentaren tijdens vergadering 87. Op de vraag van de heer Verhaeghe of de apotheken en de apotheekgroothandels, in casu niet zijn meegerekend als controlepunten, wordt bevestigend geantwoord. De controleactiviteiten in die sector zijn wat het FAVV betreft marginaal. 88. Bij slide 11 “ Hobbylandbouwers: plantaardige productie” wordt benadrukt dat deze uitzonderingsmaatregel is ingegeven om de discriminatie tussen de
18/07/2006
p. 14/21
hobbylandbouwers/ plantaardige productie en de hobbylandbouwers/dierlijke productie weg te werken. In voorkomend geval wordt artikel 1bis, 3°, integraal voorgelezen ( zie het vermelde doc.). Na een eerste mailing was gebleken dat vele kleine hobbytelers werden aangeschreven waarvan de jaarlijkse opbrengst nauwelijks de FAVV-bijdrage oversteeg of in sommige gevallen zelfs lager lag. Het ging hier voornamelijk om operatoren in de plantaardige sector die slechts kleine hoeveelheden fruit, groenten of aardappelen produceren. 89. Mevr. Semaille vraagt waarom er in art. 1 bis 3°, b) staat vermeld dat een operator eigenaar moet zijn van de bewerkte grond. De Voorzitter antwoordt dat vermelde clausule werd overgenomen uit de BTW-regelgeving. 90. De heer Marquenie vertolkt volgend standpunt van VBT: “Naar analogie met de fiscale regeling voor de fruittelers wenst VBT ook de uitzonderingsmaatregel op de heffingen te beperken voor de fruittelers, met als bijkomende voorwaarden: ! a) de activiteit wordt niet uitgeoefend ten titel van hoofd- of bijberoep ! b) deze activiteit brengt niet meer op dan 2.500€ netto per jaar (gemiddeld te berekenen over een periode van 3 jaar) ! c) hij is de eigenaar van de bewerkte grond ! d) de opbrengst wordt voortgebracht door een oppervlakte van maximaal 50a voor hoogstamfruit, of 25a voor laagstamfruit, of 10a voor de overige teelten” 91. De heer Huyghe van de Boerenbond deelt dit standpunt niet en sluit zich aan bij de voorgestelde principes. Wel wordt opgemerkt dat het telen van aardappelen op max. 50a niet als een echte kleine operator kan worden beschouwd. 92. De FWA is eveneens de mening toegedaan dat een operator die aardappelen teelt op max. 50a eerder aanleunt bij een semi-professionele operator. 93. De Voorzitter vraagt de landbouworganisaties, uiterlijk tegen woensdagavond dd. 26 april 2006, om een unaniem standpunt in nemen m.b.t. dit punt. 94. Voorliggend ontwerp wordt immers op de MR van vrijdag 28 april 2006 voorgelegd. 95. Bij slide 14 vraagt de heer Vogels of de vermindering voor operatoren met beperkte nevenactiviteit ook van toepassing is op een operator, die vb. ijslolly’s, verkoopt. 96. De heer Diricks antwoordt dat ijslolly’s niet onder toepassing van vermeld artikel 2,§2 vallen, omdat niet wordt voldaan aan de gestelde voorwaarden, met name het te koop aanbieden van voorverpakte levensmiddelen ( basisproducten) met een minimale houdbaarheid van drie maanden bij omgevingstemperatuur. 97. Bij slide 16 “ invloed autocontrole op heffing in 2006” vraagt de heer Hallaert of een dergelijk voorstel tot wijziging ook kan worden overwogen in 2007. Tegen het einde van het jaar zal de situatie worden geëvalueerd en zal i.f.v. de situatie geconcludeerd worden. 98. Op de vraag van de heer Vogels of een gids van een individuele operator behorend tot een sector met een beperkt aantal operatoren, vb. 10, kan worden gevalideerd, wordt geantwoord dat deze mogelijkheid bestaat vanaf 2008. 99. In voorkomend voorstel van wet worden in art. 3 verminderingen toegekend voor operatoren uit de sector van de kleinhandel zonder dat de inkomsten (recettes) van de nieuwe financiering zijn gekend, stelt de heer Verhaeghe. Hij kan slechts 18/07/2006
p. 15/21
instemmen met het voorstel op voorwaarde dat het FAVV garandeert dat dergelijke maatregel geen financiële impact zal hebben. 100. De Voorzitter antwoordt dat het FAVV de financiële impact heeft berekend en dat deze maatregel geen risico inhoudt.
Conclusie 101. Het RC geeft een gunstig advies bij het vermelde ontwerp van wet / Hoofdstuk FAVV/ Afdeling – Wijziging van het KB van 10 november 2005 betreffende heffingen bepaald bij artikel 4 van de wet van 9 december 2004 betreffende de financiering van het FAVV. 102. Het vermelde standpunt van VBT wordt aan het dossier toegevoegd.
18/07/2006
p. 16/21
Punt 7. Resultaten begrotingscontrole 2006 Beknopte beschrijving agendapunt 103. Mevr. Looze geeft een korte toelichting bij de Ontvangsten/Uitgaven na de begrotingscontrole 2006
Samenvatting informatie/standpunt van het FAVV 104. Volgende elementen worden toegelicht door Mevr. Looze: ! Uitgaven/bezoldiging statutair personeel: de instructies van de FOD Begroting werden doorgevoerd op het vlak van de weddenberekeningen – weddenaanpassingen vallen ten laste van de dotatie; ! Dossier AI: o a) verhoogde monitoring werd doorgevoerd : 574.735€/ is reeds gerealiseerd o b) 4.676,786€ kunnen worden aangerekend op de wettelijke reserves, als er zich een geval van AI voordoet. Het FAVV heeft de verplichting om een wettelijke crisisreserve aan te leggen van 10 mio €. 105. Op het begrotingsconclaaf werd beslist dat het FAVV 4,6 mio mag mobiliseren, voor het geval een crisis zou uitbreken. De MR besliste in zijn zitting van 9/9/05 tot een bijkomende dotatie van 606.000 euro aan het FAVV voor de monitoring van de AI. 106. Een extra-dotatie van 574.735 € wordt bij de begrotingscontrole 2006 gevraagd voor de kosten van het verhoogd toezicht AI, stelt de Voorzitter. 107. Dit najaar zullen er in het kader van de controle naleving tabaksbeleid 12 personeelsleden van Belgacom worden overgeheveld naar het Agentschap. Het Agentschap gaat bekijken op welke manier deze mensen kunnen worden opgeleid en ingezet binnen het Personeelsplan 2006. Zij zullen niet noodzakelijk worden ingezet voor tabakscontrole.
Conclusie 108. De Voorzitter stelt voor om de begrotingscontrole meer in detail te bekijken met het opvolgingscomité.
18/07/2006
p. 17/21
Punt 8. Realisatie controleplan 2005 Beknopte beschrijving agendapunt 109. De heer Dochy verduidelijkt de uitvoering van het controleplan 2005 aan de hand van een PP-presentatie..
Samenvatting informatie/standpunt van het FAVV 110. Ten opzichte van 2004 is het totaal aantal genomen monsters en de uitgevoerde inspecties toegenomen. 111. Het aantal EFT was in 2005 belangrijker dan in 2004. 112. Sinds maart 2006 worden de inspecties gepland via BOOD (Banque des données Opérateurs Operatoren Databank) en FoodNet en zijn dus gebaseerd op de activiteiten en de scope en niet meer op de plaats van controle. De beschrijving van een scope is horizontaal, enkel 19 verschillende soorten inspecties bestaan nog (zie dia 8). Er bestaat dus een standaardisering tussen de sectoren en een betere kwalitatieve aanpak, maar het is niet meer mogelijk een vergelijking tussen 2006 en de vorige jaren te maken
Commentaar tijdens vergadering 113. De Voorzitter stelt voor om in een aparte vergadering te organiseren waarbij de methodologie van de nieuwe systemen Bood en Foodnet worden toegelicht. 114. De heer Geldof duidt op het feit dat het aantal stalen niet altijd gelijke tred houdt met het aantal inspecties die werden uitgevoerd. 115. De heer Dochy antwoordt dat meer dan 4000 controles niet werden uitgevoerd in de transformatiesector. Vb. voor de ganse vleesproductie was oorspronkelijk voorzien om op maandelijkse basis de tonnage van de bedrijven te controleren. In 2005 werd duidelijk dat voor het nieuwe financieringssysteem de controles op de tonnage niet meer relevant is. Deze werden dus onderbroken. Hierdoor vermindert o.a. het totaal aantal controles. Monsternemingen zijn gelinkt aan producten, terwijl inspecties worden uitgevoerd in bedrijven. 116. De heer Alain Verhaeghe vraagt of het aanduiden van de te controleren operatoren reeds in 2006 steekproefsgewijs gebeurt. De heer Jean-Marie Dochy antwoordt dat de controles steeds steekproefsgewijs gebeuren. Er werden in sommige jaren meer controles in sommige sectoren uitgevoerd, wegens klachten (vb. de grootdistributie). Naast steekproefsgewijze aanduiding worden de controles vanaf 2007 aangepast aan het risicoprofiel van de operator, dankzij het instellen van informaticatools.
18/07/2006
p. 18/21
Punt 9. Varia Beknopte beschrijving agendapunt 117. Het FAVV geeft een toelichting bij de afwikkeling van het dioxinedossier.
Samenvatting informatie/standpunt van het FAVV 118. De heer Houins benadrukt dat : ! De communicatie over het incident zeer goed is verlopen; ! De financiële impact voor het FAVV 500.000€ bedraagt ( voor de bijkomende staalnamen veroorzaakt door het incident); ! De hele voedselketen moet worden betrokken in de benadering van een dergelijk voorval/ afstappen van een schakel-per-schakel-benadering; ! DG Controlebeleid heeft onderzocht in welke mate het controleprogramma dient herzien. Het controleprogramma van het Agentschap is representatief en door haar Wetenschappelijk comité gevalideerd, en België voert 27 % van de analyses op dioxine in Europa uit. Het is dus niet voorzien dit naar aanleiding van dit incident te wijzigen; ! Er wordt tevens bekeken in welke mate het AC-systeem moet worden verbeterd; ! Vetsmelters, analyses op PCB’s eveneens analyses op dioxines zullen moeten laten uitvoeren voor een welbepaalde tonnage; ! Op 16 mei 2006 wordt een technische vergadering gehouden, waarop een matching van gegevens tussen de chemische industrie en de levensmiddelenindustrie zal plaatsvinden. Fedichem zal hierbij aangegeven welke chemische middelen zij levert binnen de levensmiddelenindustrie. Het is van belang te weten welke chemische stroom reëel in de voedingsindustrie terecht komt; ! In de tweede helft van juni zal de vermelde vergadering rapport naar de Minister maken; ! De afwezigheid van traceerbaarheid in sommige bedrijven heeft België in moeilijkheden geplaatst ten opzichte van derde landen. Een ontwerp tot wijziging van het KB waarin een termijn wordt voorzien voor aflevering van de gegevens van de retracering, is voorzien. 119. De heer Dochy benadrukt dat : ! Alle varkenskwekerijen werden vrijgegeven omwille van het feit dat ze negatief waren of werden; ! Voor wat de geblokkeerde pluimveebedrijven betreft, de producten (eieren) negatief zijn en de dieren op het einde van de productie vernietigd werden.
Acties 120. Op de volgende vergadering wordt het RC geïnformeerd over vermelde conclusies.
18/07/2006
p. 19/21
************************ De geplande vergadering van het RC van woensdag 24 mei 2006 wordt geschrapt. Ingevolge de publicatie van het koninklijk besluit van 1 mei 2006 tot wijziging van het koninklijk besluit van 19 mei 2000 betreffende de samenstelling en de werkwijze van het raadgevend comité ingesteld bij het Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen zal een nieuw nominatief KB worden genomen houdende aanduiding van de leden en plaatsvervangers van het RC. ************************
18/07/2006
p. 20/21
Bijlage 1: Actielijst Smiley Stand van zaken. Verslag over werkzaamheden WG EMD Opvolging dossier. Resultaten opiniepeiling Wetco Resultaten zullen in juli worden meegedeeld. Glossarium Volgende stand van zaken wordt gepland tegen de zomer.
18/07/2006
p. 21/21