VERSLAG VAN ONZE REIS NAAR INDONESIË VAN 8 TOT 27 APRIL 2013. Het is dit jaar 100 jaar geleden dat zendeling A.A. van de Loosdrecht uitgezonden werd naar Celebes. Daarom organiseerde de GZB een reis naar dit land. Wij zijn mee geweest; hieronder leest u een verslag van deze tocht, die veel indruk op ons maakte. Ds. Th. van Bennekom was onze reisleider, bijgestaan door zijn vrouw. Samen met hen bestond de groep uit 27 deelnemers. “En ik zag een andere engel, die hoog aan de hemel vloog. En hij had het eeuwige Evangelie, om dat te verkondigen aan hen, die op de aarde wonen, en aan elke natie, stam, taal en volk.” Openbaring 14:6 I JAVA. 8-10 april Jakarta Na een voorspoedige vlucht van 14 uur met Garuda, komen we op dinsdagmorgen in Jakarta aan. Een bus met gids brengt ons door erg druk, chaotisch verkeer naar het hotel. Jakarta heeft ca 17 miljoen inwoners. We zien onderweg grote tegenstellingen: Golfplatenhuisjes langs de weg en de modernste wolkenkrabbers erachter bepalen het beeld van deze stad. De vele grote moskeeën laten zien dat de Islam de belangrijkste godsdienst is in het voormalig Batavia. De volgende dag ’kruipen’ we weer met de bus door Jakarta en bezoeken enkele toeristische hoogtepunten, waaronder: • Ereveld Menteng Pulo. Op deze begraafplaats liggen Nederlanders begraven, die omgekomen zijn in Japanse kampen, ook militairen die hun leven lieten bij de politionele acties. We zien onder andere het graf van generaal Spoor. • De wijk waar de VOC haar gebouwen had en het (voormalig) kantoor van de Gouverneurgeneraal. 11-15 april Salatiga (midden-Java) We vliegen naar Semarang. Daar wacht Marieke Visscher met een bus ons hartelijk op. Zij is met haar man Chrisjan uitgezonden door de GZB. Zij hebben drie kinderen en werken in Salatiga. Bij aankomst daar verwelkomt de scriba van de synode van de kerk (GKJTU) ons in het synodegebouw, waar een heerlijke maaltijd gereed staat. We logeren in een gezellig familiehotel vlak bij de kerk. De GKJTU is voortgekomen uit een zogenaamde geloofszending, waaraan namen verbonden zijn van de Nederlandse mw. Vollenhoven, de zendingskring van ds. Witteveen in Ermelo, en de Duitse Neukirchener Mission. De GKJTU is in 1937 geïnstitueerd en telt ruim 50 gemeenten. De GZB is hier actief met toerusting van predikanten, hulp voor diaconaal werk, onderwijs, ontvangen van groepen, werken in een ziekenhuis enz. De fam. Visscher doet hier enthousiast in mee. We maken de volgende dag kennis met het werk van de GKJTU in de prachtige omgeving van Salatiga. In een karavaan met busjes rijden we de berg Merbabu op en bezoeken onderweg: • De christelijke school, met lager en middelbaar onderwijs. Hier geeft Chrisjan ict les. De kinderen vieren paasfeest en zingen ons hartelijk toe. Prachtige jurken zijn gemaakt bij de naailessen, er is een grossierderij om handel te leren. • We bekijken ook het internaat Sion, waar de kinderen leren om heel milieubewust te werken. Zo koken ze hun eten op biogas uit de mest van eigen vee. • Een jeugdhuis in aanbouw. Dit is gefinancierd door de actie van de HGJB in 2009. Dat weten onze clubleiders nog wel! De bouw is nog niet afgerond. • Verder naar boven met onze busjes. We zijn nu op 2000 meter en komen in Ngaduman. Na een traditionele dans van de schoolkinderen krijgen we in de
kerk een heerlijke maaltijd, we eten gepofte maïs, zoete aardappelen en soep van de biologische groenten uit de kerktuin, alles op een houtvuurtje gekookt. • We maken kennis met Sukardi, de evangelist. Hij vertelt hoe het christelijk geloof hier is gekomen: eerst was hij de enige christen in dit dorp, toen kwam zijn familie tot geloof, toen de buren en nu is, op 1 gezin na, iedereen christen. In ons busje gidst een Javaanse dame, getrouwd met een Duitse zendingsarbeider. Hij werkt ook voor de GKJTU. Onderweg vertelt ze over de omgeving en het werk van de kerk. Moe en dankbaar komen we door de stromende regen thuis. ‘s Avonds wacht ons een ontmoeting met de synode. Via PowerPoint zien we de ontwikkeling van de kerk rond Salatiga, die 20.000 leden telt. Er ontstaat een uitgebreid gesprek over de Heidelberger catechismus, die ook tot de belijdenis van deze kerk hoort. Dr. W. Verboom was hier in 2012 om de mensen hiermee verder te helpen. Na een zaterdag in de prachtige natuur gaan we zondag naar de kerk in Tugu, vlakbij Salatiga. Ds. Van Bennekom preekt over 1 Kor. 15:8. Chrisjan vertaalt de preek in het Indonesisch. Het is een mooie dienst, met een uitgebreide liturgie. De dienst der offerande heeft een aparte plaats. Een tekstwoord, gebed, zingen, collecte (wel vijf zakken), geld door collectanten overgedragen aan de kerkenraad en dit met een tekst opdragen aan God. Na de dienst zingt de jeugd ons toe en wij zingen enkele Nederlandse psalmen. Prachtig, de wederzijdse herkenning als het gaat over de melodie van de psalmen en gezangen. We worden hartelijk onthaald met koffie en lekkers. Om 4 uur gaan we naar de kerk in Salatiga. De plaatselijke predikant preekt over Efeze 4 en zondag 33 van de Heidelbergse Catechismus. Marieke vertaalt. Dit keer is er veel gezang door groepjes en koren. Beide diensten vandaag duren wel twee uur. De laatste dag op Java heeft een toeristisch programma. Onderweg van Salatiga naar Yogjakarta genieten we weer van de prachtige natuur en cultuur van Java. De volgende dag vliegen we met een overstap in Soerabaja, naar Makassar. Daar begint het tweede deel en gelijk het hoofddoel van deze mooie reis: bezoek aan de Torajakerk in Sulawesi. II SULAWESI Na de vliegreis komen we rond de middag in Makassar, de hoofdstad, aan. We maken een rondrit, er is een gids. Hij spreekt goed Nederlands en vertelt ons heel veel over deze stad met 1.7. miljoen inwoners. We zien hier een ander type mensen: wat grover gebouwd, wat donkerder en veel spontaner en vrolijk in vergelijking met de vriendelijke wat gesloten Javanen. De volgende dag stappen we weer in 5 busjes, nodig vanwege het slechte wegdek. Ons wacht een reis van 10 uur door schitterende natuur, eerst langs dorpen en stadjes met een oneindig aantal moskeeën. Er zijn ca 60 verschillende moslimrichtingen hier, met ieder een eigen gebedshuis. We rijden een poos langs de zee. Na een lange zit passeren we een poort over de weg, die toegang geeft tot Tanah Toraja het land waar de GZB honderd jaar geleden haar zendingswerk begon. We mogen even de bus uit en lopen de provincie binnen. Het landschap verandert, niet alleen de natuur, die wat ruiger is, maar ook de cultuur. We zien geen moskee meer, maar elk dorp of kleinere kampong heeft een eigen kerk, meestal wit met een groot kruis erop. De woningen zien er ook welvarender uit. We zijn duidelijk in een christelijk deel van Sulawesi. Van de twee miljoen Toraja’s is anderhalf miljoen christen. Daarvan behoren er ongeveer 500.000 tot de Geraja Toraja, de kerk die uit het werk van de GZB is ontstaan. Al gauw zien we spandoeken met daarop de aankondiging van 100 jaar evangelie in Toraja. We rijden door Makale, waar in 1913 de eerste mensen werden gedoopt en zijn even later in Rante Pao.
Bij het hotel staan ds. Gert en Elisabeth de Goeijen met hun vier kinderen ons hartelijk op te wachten. Ons onderkomen is een verrassing. We logeren de komende acht dagen in appartementen geheel in stijl van de Toraja’s. Het is een christelijk hotel, in een prachtig park. Overal liggen stenen met Bijbelteksten erop in het Indonesisch en Engels. We krijgen een zaal waar we samen de dag kunnen openen en sluiten en bezoek van de kerk ontvangen. De avondsluitingen zijn leerzaam en bemoedigend voor ons allen. We bidden samen ook n.a.v. de gebedskalender van de GZB en van Open Doors. Nergens meer dan hier merk je dat de Heere een God is van alle tijden en plaatsen. Tijdens een van de avondsluitingen leest ds. Van Bennekom voor uit een oud nummer van Alle den Volcke. Het is geschreven door Mw. Muller-van de Loosdecht uit Vancouver. Zij is de jongste dochter van zendeling van de Loosdrecht. Ze vertelt over de strijd van haar moeder en de hulp van God daarin, in de moeilijke periode na de gewelddadige dood van haar vader. De komende dagen maken we onder begeleiding van de enthousiaste fam. De Goeijen kennis met veel aspecten van zending, kerk, gezondheidszorg en cultuur van dit imponerende land. Alles wat we te horen krijgen vertalen zij voor ons. Die dingen lopen in onze bezoeken vaak door elkaar. Om het verhaal wat leesbaar te houden volgt u ons niet per dag zoals op Java, maar proberen we iets over te brengen van onze ervaringen n.a.v. bovengenoemde thema’s. 1. Zending: • De GZB krijgt een gebied toegewezen in Celebes en kan op 30 juli 1913 A.A. van de Loosdrecht als Zendeling-Leraar uitzenden, vanuit de hervormde gemeente van Veenendaal. Met zijn vrouw gaat hij werken in Toraja-land. Al gauw krijgen ze versterking uit Nederland, zendeling-leraren Belksma en Prins en taalgeleerde Dr. Van de Veen. Er volgen jaren van hard werken: het evangelie verkondigen, scholen verrijzen als paddenstoelen uit de grond. • Tegenkrachten komen er ook: Door strengere maatregelen van het gouvernement tegen de Inlanders groeit hun verzet. Dat leidt 16 juli 1917 tot een fatale gebeurtenis: De dodelijke speerstoot waarmee het aardse leven van Anthonie Aris van de Loosdrecht eindigt. De moordenaar, Ponk Massanka, komt na 18 jaar gevangenschap vrij, en komt tot geloof. Vlug verteld zo’n verhaal, maar het spreekt ons erg aan, als we de graven in Rante Pao zien, van Van de Loosdrecht, Belksma en zijn kinderen, Balke en een zoon van Dr. Goslinga. • We bezoeken Bori, zien het huis, waar de moord gebeurde. Een groot wit standbeeld van Van de Loosdrecht staat er voor. We gaan naar het witte kerkje, waar Ponk is gedoopt en voortaan Paulus Ponk Massanka heet. • Enkele kilometers noordelijker vinden we het graf met Tau Tau van deze man. Het bloed der martelaren, is het zaad van de kerk. Gods werk in Toraja land gaat door. • Is het niet bijzonder om twee keer iemand te ontmoeten, waarvan de vader behoorde tot de eerste drie inlandse predikanten van de Torajakerk, bevestigd in 1941 door ds. Van Dijk? In een kerkdienst vertelt een onderwijzer dat zijn vader Dr. Van de Veen hielp met de Bijbelvertaling. • Overal in Torajaland hangen spandoeken: 100 jaar Geraja Toraja, soms met een foto van de fam. Van de Loosdrecht erop. De vice-voorzitter van het actiecomité vertelt ons tijdens een ontmoeting over de organisatie van dit gedenkfeest. Dit duurt van 26 maart tot 16 juli. Het hoogtepunt ligt in de laatste week, er komt dan ook een afvaardiging van de GZB. Alle kerkelijke denominaties vieren dit mee. • We boffen: Ds. Gert de Goeijen zegt bij de avondsluiting: ‘Morgen naar een classisvergadering…. saai? Nee, helemaal niet. Het is wèl twee uur rijden.’
Daar gaan we dan, met onze busjeskaravaan, door een prachtig landschap, over hobbelige wegen, naar Kepe. Daar is het feest: 100 jaar evangelie. Er zitten wel 500 mensen, met veel kinderen op de grond onder de alang (Rijstschuur op palen). We horen er ook bij. Zingen, mediteren, kinderdansgroepjes, koorzang, toespraken, dat alles duurt ruim twee uur. Dan een fakkeloptocht en een gezamenlijke maaltijd van rijst en vis, die we heerlijk met onze vingers oppeuzelen. Een tocht om nooit te vergeten. Dat is toch ons reisdoel: 100 jaar zending vieren! Als de kerk van Toraja zelfstandig wordt, geeft de GZB ook daarna ondersteuning o.a bij de Predikantenopleiding; ook gaat er geld naar diverse projecten, bijv. de gezondheidszorg. 2.De kerk vandaag. Geregeld hebben we contact met leidinggevenden en gemeenteleden. • We gaan naar het synodegebouw in Rante Pao en krijgen veel informatie van de vice-preses, over het werk van de kerk. Deze is vanaf 1947 zelfstandig, met een eigen synode en daardoor onafhankelijk van de GZB. Ze telt 500.000 leden en groeit hard. Er zijn ook afsplitsingen geweest, maar men leeft onderling als broeders, of: als moeder en dochters. Mevrouw Lebang was in 1979 op de Bondsdag van de vrouwenbond in Nederland. Zij leeft nog en is erg actief bij het vrouwenwerk betrokken. De vrouwen zetten zich in via het RBM. Een organisatie die: - Zorgt voor anders begaafden - Minder bedeelde kinderen helpt, ook in de thuissituatie. - Praktische dingen aanleert. • Op zondag gaan we twee keer naar de kerk. Eerst in Tambut Tana een half uurtje zuidwaarts in een kleine kampong. Dominee Balapadang preekt over 1 Petrus 1, 325. Ds. Gert de Goeijen geeft een heldere samenvatting van deze Bijbelse preek. De collecte krijgt ook hier veel aandacht, vooral als iemand, die geen geld heeft een levende vis aan een touw aanbiedt, die we per opbod kunnen kopen, evenals 10 kilo rijst. De koper brengt de vis zelf weer terug in het water. Het klinkt prachtig als we tweetalig bekende liederen zingen. We eten samen met de gemeente in de kerk. De avonddienst volgen we in het bekende witte kerkje van Rante Pao. Hier krijgt de liturgie meer aandacht. De meeste avonden weet Gert ons ook wel bezig te houden o.a. met: -Een zangavond, waar we samen met de Toraja’s psalmen en gezangen zingen in twee talen. - Doofstomme meisjes voeren heel knap een torajadans voor ons uit. - Een vragenuur met Gert De Goeijen, zijn werk bestaat uit: begeleiden van proponenten, lesgeven, contacten met de GZB en preken in de omgeving. -Een andere avond krijgen we gelegenheid allerlei vragen te stellen aan Ds. Sanka. Zo leren we veel over doop, avondmaal, huwelijk en dodenfeesten. • Voor de laatste dag staat Palopo op het programma. Daar is een kerk, die ook steun krijgt van de GZB, de GPIL, officieel zijn we dan niet meer in Torajaland, maar in Luwu. We ontmoeten o.a. ds. Van Roest, genoemd naar de zendingspredikant, die hier werkte. Wat •
een reis! Ruim twee uur heen over de bergen, alleen haarspeldbochten en dan weer terug. We gaan daar ook naar de haven, waar in 1913 Van de Loosdrecht met zijn zwangere vrouw aankwam. Hij moest die weg naar Rante Pao te voet afleggen, over onbegaanbare wegen! 3. De gezondheidszorg. Geregeld krijgen we hiervan iets te zien. • Het ziekenhuis Elim. De directeur geeft ons een rondleiding. We komen overal en mogen alles fotograferen. We vinden het nogal primitief allemaal, maar voor deze streek is het een erg goed ziekenhuis. Dr. Goslinga heeft hier jaren gewerkt. Het ziekenhuis is van de kerk. Elke dag begint hier met Bijbel en gebed voor het personeel. • De RBM. Hieronder valt een dagopvang voor andersbegaafde en doofstomme kinderen. We zien hoe Bertine van Dijk namens de GZB hier mooi werk doet. Zij werkt ook in een weeshuis Panti Asuham Kristen. Dit staat onder leiding van Mevr. M. Rantesalu-Lande een dame van 78 jaar. Het geheel ziet er smetteloos en heel ordelijk uit. De kinderen wordt veel discipline bijgebracht. Ze maken prachtige muziek op bamboefluiten voor ons. • Lepradorp Batulelleng. Dit is een kleine gemeenschap met gezinnen, waarvan iemand melaats is. Meestal is de ziekte goed onder controle. In een klein kerkje ontmoeten we de enthousiaste predikant die het ervaart als haar roeping om deze mensen het evangelie te brengen. EO-metterdaad heeft deze gebieden bezocht en start binnenkort een actie voor Elim en dit lepradorp. 4 De cultuur. • Het is maar een beetje proeven deze tien dagen. We hebben ervan genoten: De prachtige huizen met daken in de vorm van een schip, de tongkonan die je nergens anders ziet, de mooie muziek, vreemde vruchten die we eten en een dorp met weverijen. • De schitterende sawa’s tegen de berghellingen vragen geregeld om een fotostop. Sulawesi is de rijstschuur voor Indonesië. • Heel bijzonder is de manier hoe men met de doden omgaat. We zagen de rotsgraven met de tau-tau ervoor, dat is een gelijkende pop van de overledene. We maakten een afsluiting van een begrafenis mee. Het is voor ons een wat luguber gebeuren als we een groep jongens omgeven door vrouwen al hotsend en joelend met de baar over de weg zien gaan de stad uit. Als teken van vreugde gooien ze elkaar met modder. De overledene gaat immers nu naar de Toraja-hemel. Ze schudden de kist heftig in alle richtingen om de laatste boze geesten te verjagen en schuiven die dan vervolgens in een rotswand. De welgestelden houden enkele dagen feest met wel 1000 gasten, er worden karbouwen en varkens geslacht. Het geheel is ook een blijk van macht en aanzien. We merken dat de kerk al 100 jaar een weg zoekt in deze begrafenisrituelen, die kenmerkend zijn voor dit gebied. Als u dit gelezen hebt, begrijpt u dat we vol indrukken de lange thuisreis maken. We hebben nog veel om over na te denken. Het volgend citaat geeft daar richting aan: “Bij het zendingswerk gaat het om alle activiteiten, die eraan aan bijdragen dat Gods Naam groot gemaakt wordt. ….Zending is gericht op Gods heil, Gods bevrijdend handelen in Woord en Daad.”( RD 16 -05 -13) Komt u eind augustus naar de GZB zendingsdag! Want namens de kerk van Toraja en van de GPIL komen 15 predikanten hier naar toe, om met ons het jubileum ‘100 jaar evangelie in Toraja’ te vieren! mei 2013, fam. Veldhuijzen